WEGWIJZER BACHELORPROJECT Bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen
INSTITUUT PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN UNIVERSITEIT LEIDEN Leiden, augustus 2014
2
VOORAF Voor u ligt de Wegwijzer Bachelorproject van de Bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen. Dit document is opgesteld om eenieder wegwijs te maken die als student of op andere wijze betrokken is bij het Bachelorproject. Het Bachelorproject is voor velen een eerste kennismaking met het zelfstandig uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek en daar komt veel bij kijken. De Wegwijzer geeft inzicht in de achterliggende doelstellingen van het Bachelorproject maar ook in de praktische zaken, zoals inschrijvingsprocedures en instructies voor het inleveren van de scriptie. Er zijn verschillende formulieren ingesloten, die nodig zijn bij de verschillende fasen van het Bachelorproject. Tevens biedt de Wegwijzer een helpende hand bij inhoudelijke aspecten van het schrijfproces, zoals bij het uitvoeren van de literatuurstudie en biedt het een overzicht van de verschillende vormen van ondersteuning die vanuit het instituut en de faculteit worden geboden. Zo bevat het informatie over het nieuwe Bacheloratelier dat in 2013 door het instituut is opgericht voor alle reguliere en pre-master studenten van Pedagogische Wetenschappen en de Academische Pabo. Het Bacheloratelier organiseert spreekuren en workshops en biedt documentatie ter ondersteuning van het uitvoeren van statistische analyses en het schrijven van de Bachelorscriptie. Het doen van wetenschappelijk onderzoek kan een fascinerend en boeiend proces zijn. De Wegwijzer heeft als doel studenten op weg te helpen bij het Bachelorproject en daarmee bij te dragen aan een leerzame en inspirerende ervaring met het wetenschappelijk onderzoek. Namens het Instituutsbestuur Pedagogische Wetenschappen, Kristiaan van der Heijden Opleidingsdirecteur
3
INHOUDSOPGAVE WEGWIJZER BACHELORPROJECT 1
2
INLEIDING WEGWIJZER ............................................................................................................................................. 5
1.1
Doelstellingen Bachelorproject ................................................................................................................... 5
1.2
Omvang Bachelorproject ............................................................................................................................ 6
FASES IN HET BACHELORPROJECT ............................................................................................................................ 8 2.1
Fase 1: Voorbereiding.................................................................................................................................. 8
2.1.1
Keuze project............................................................................................................................................ 8
2.1.2
Inschrijven ............................................................................................................................................... 9
2.1.3
Begeleiding ............................................................................................................................................. 10
2.1.4
Contract ................................................................................................................................................. 10
2.2
Fase 2: Uitvoering ...................................................................................................................................... 11
2.2.1
Onderzoeksvoorstel ................................................................................................................................ 11
2.2.2
Dataverzameling ................................................................................................................................... 13
2.2.3
Data-analyse ......................................................................................................................................... 14
2.2.4
Verslaglegging ........................................................................................................................................ 14
2.3
Fase 3: Afronding ....................................................................................................................................... 15
2.3.1
Eindverslag ............................................................................................................................................ 15
2.3.2
Opmaak verslag ..................................................................................................................................... 15
2.3.3
Inleveren ................................................................................................................................................ 15
2.3.4
Digitaal evaluatieformulier ................................................................................................................... 16
2.3.5
Beoordeling ............................................................................................................................................ 16
2.3.6
Herkansing ............................................................................................................................................ 16
2.3.7
Posterpresentatie .................................................................................................................................... 17
2.3.8
Publicatie & auteursrecht ...................................................................................................................... 17
2.3.9
Scriptierepositorium……………………………………………………………………………….17
2.3.10
Aanvragen Bachelorexamen………………………………………………………………………..17
3. ONDERSTEUNING ........................................................................................................................................................ 18
4
3.1
Bacheloratelier ........................................................................................................................................... 19
3.2
Bibliotheek ................................................................................................................................................. 19
3.3
Coördinator Bachelorproject .................................................................................................................... 19
3.4
Scriptiebegeleider ...................................................................................................................................... 19
3.5
Studiemateriaal .......................................................................................................................................... 19
3.6
Studieadviseurs .......................................................................................................................................... 20
3.7
Studentpsychologen .................................................................................................................................. 20
BIJLAGEN WEGWIJZER BACHELORPROJECT............................................................................................................. 21
4
Bijlage 1: Overeenkomst Bachelorproject ............................................................................................................ 21 Bijlage 2: Studentverklaring geheimhouding ...................................................................................................... 24 Bijlage 3: Beoordelingsformulier Bachelorproject .............................................................................................. 26
5
1
INLEIDING WEGWIJZER
Het Bachelorproject bestaat uit een onderzoek en vormt het sluitstuk van de Bacheloropleiding. De scriptie (of: het verslag) is het eindproduct van het Bachelorproject: hierin wordt het gehele traject van onderzoeksopzet tot verslaglegging beschreven. Deze Wegwijzer Bachelorproject is een steuntje in de rug bij het Bachelorproject; je vindt er allerlei nuttige informatie in over het Bachelorproject. De algemene regels voor het schrijven en beoordelen van de scriptie zijn vastgelegd door de Examencommissie van de opleiding. Deze kun je terugvinden in het Onderwijs- en Examen Reglement (OER): http://www.fsw.leidenuniv.nl/pedagogiek/studenten/bachelor/regelingen/oers-pedagogiek.html 1.1
Doelstellingen Bachelorproject
Voor dit vak zijn alle eindtermen van de Bachelor Pedagogische Wetenschappen van toepassing (zie Figuur 1). Het algemene leerdoel van het Bachelorproject is: De student ervaring te laten opdoen met de praktijk van het wetenschappelijk onderzoek, waarbij de gehele empirische cyclus wordt doorlopen. Tijdens het Bachelorproject verricht de student onderzoek naar een pedagogisch thema dat deel uitmaakt van een van de specialisaties binnen de Bacheloropleiding, dan wel van de combinatiestudie Academische Pabo. De student richt zich op een vraagstelling, verricht literatuuronderzoek, bezint zich op de methodologische, ethische en praktische implicaties van zijn onderzoek, verzamelt en analyseert gegevens met betrekking tot de vraagstelling, trekt een conclusie en legt deze stappen vast in een verslag. Hiernaast komt ook het persoonlijk functioneren aan de orde: samenwerken, productiviteit, incasseringsvermogen, het ontwikkelen van een kritische blik. (Meta-) theoretische reflectie, bezinning op ethische en praktische implicaties van het onderzoek, de gekozen methodologie, de wijze van omgaan met het werkveld en/of de betrokkenen (de onderzochte risico- of probleemgroepen), de achtergronden van de onderzoeksvraag respectievelijk het werkveld waarin het onderzoek plaatsvindt, behoren ook tot een onderzoeksproject. Je moet de wetenschappelijke attitude die je tot nu toe hebt ontwikkeld, benutten én verder ontwikkelen. Kortom: het Bachelorproject is de integratiefase van de Bacheloropleiding. De doelstellingen van het Bachelorproject zijn:
Het in een ondersteunende omgeving zelfstandig doorlopen van de empirische cyclus, waarbij, afhankelijk van het project waarin wordt geparticipeerd, de verschillende fasen meer of minder omvattend worden doorlopen; Intensieve kennismaking met het onderzoeksterrein van de pedagoog; Integratie van eerder in de opleiding aangeleerde kennis en vaardigheden met de praktijk van het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de Pedagogische Wetenschappen; De verdere ontwikkeling en uitbreiding van de in de Bacheloropleiding geleerde kennis van en vaardigheden in methoden en technieken van onderzoek; Leren zelfstandig en verantwoordelijk te functioneren in een project (professionele houding); Het in de context van een uitdagend onderzoek ervaren wat de eigen mogelijkheden en beperkingen zijn, zowel met betrekking tot vaardigheden als met betrekking tot het persoonlijk functioneren in een dergelijk project en daarmee op dusdanige wijze leren omgaan dat het project goed wordt afgerond.
6
Afgestudeerden van de Bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen beschikken over de hieronder genoemde kwalificaties. Zij hebben er binnen de daarvoor gestelde tijdslimieten en door middel van de voorgeschreven toetsvormen blijk van gegeven dat zij zich deze kennis, vaardigheden en houding eigen hebben gemaakt. 1. Vakinhoud 1.1 De bachelor heeft kennis van en inzicht in fundamentele begrippen en theorieën uit de pedagogische en aangrenzende wetenschappen. 1.2 De bachelor heeft kennis van de geschiedenis en ontwikkeling van de pedagogische wetenschappen. 1.3 De bachelor heeft kennis van modellen van diagnostiek, assessment en behandeling en interventie. 1.4 De bachelor heeft kennis van (beleid van en voor) het pedagogisch beroepsveld. 2. Methoden en technieken van onderzoek 2.1 De bachelor heeft basiskennis van en inzicht in de gangbare methoden en technieken van pedagogisch onderzoek, met inbegrip van de hoofdfases van wetenschappelijk onderzoek. 2.2 De bachelor kan onder begeleiding een eenvoudig wetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren, zowel individueel als in groepsverband. 3. Academische Vaardigheden De bachelor heeft de volgende academische vaardigheden ontwikkeld: 3.1 Het verzamelen van wetenschappelijke literatuur, kritisch bezien ervan, vaststellen van de relevantie en samenvatten van de kern. 3.2 Het wetenschappelijk en ethisch kunnen analyseren en beschrijven van praktische en theoretische pedagogische vraagstukken. 3.3 Het formuleren van een consistente visie of betoog met passend afgewogen wetenschappelijke argumenten. 3.4 Correct schriftelijk rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context. 3.5 Correct mondeling rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context. 4. Professioneel Gedrag De bachelor heeft de vaardigheid ontwikkeld zich op professionele wijze te gedragen en daarop te reflecteren overeenkomstig normen en regels die van toepassing zijn op toekomstige werkzaamheden als pedagoog en de beroepscode van de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO): 4.1 Kan wetenschappelijke kennis en inzichten toepassen op opvoedings- en onderwijsvraagstukken. 4.2 Is in staat om met kennis van het vakgebied te verdiepen en verbreden. 4.3 Is in staat om het eigen leerproces te sturen. 4.4 Kan reflecteren op ethisch verantwoord wetenschappelijk en pedagogisch handelen van zichzelf en anderen. 4.5 Toont in de samenwerking met anderen (respondenten, collega’s, cliënten) verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid, respect en communicatieve vaardigheid. 4.6 Kan anderen feedback geven en omgaan met feedback van anderen. (OER Bachelor Pedagogische Wetenschappen, 2014-2015)
Figuur 1: Eindtermen van de Bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen
1.2
Omvang Bachelorproject
De omvang van een Bachelorproject is 20 ects. Het Bachelorproject vraagt een investering van ongeveer 20 uur per week, verspreid over een periode van zo’n zes maanden. Het project start in de reguliere Bacheloropleiding doorgaans rond november en eindigt rond juli. Samen met de andere derdejaars vakken vormt dit een voltijds programma. Het Bachelorproject moet in de loop van één studiejaar afgerond worden. Het Bachelorproject van de Academische Pabo vindt plaats in het vierde jaar en
7
loopt van september tot februari. In het Pre-masterprogramma omvat het Bachelorproject 10 ects; het wordt verricht tijdens het eerste semester. Het verloop van een onderzoeksproces is niet altijd voorspelbaar. De tijdinvestering kan dan ook sterk verschillen van week tot week. Houd hier rekening mee bij het plannen van nevenactiviteiten, zoals andere vakken of bijbanen. Met de inschrijving voor het Bachelorproject committeer je je aan een onderzoeksproject met een bepaalde tijdinvestering en planning. Het onderzoeksproject kan geen rekening houden met eventuele bijbanen of vakanties binnen de onderwijsperiodes. Nevenactiviteiten moeten om het onderzoeksproject heen gepland worden en niet andersom. Groepsgewijze bijeenkomsten hebben een aanwezigheidsplicht. Voor je Bachelorproject hoef je in de meeste gevallen geen nieuwe boeken aan te schaffen. Het kan wel zo zijn dat er andere investeringen nodig zijn, zoals: het printen van artikelen of brieven, reistijd (en kosten) of telefoonkosten - met name bij het werven van participanten.
8
2
FASES IN HET BACHELORPROJECT
Binnen het Bachelorproject zijn verschillende fases te onderscheiden: de voorbereidingsfase, de uitvoeringsfase en de afrondingsfase. In elke fase moeten verschillende stappen worden gezet (zie Figuur 2). In deze wegwijzer zullen de fasen en stappen van het Bachelorproject nader worden toegelicht.
Fase 1: Voorbereiding
Fase 2: Uitvoering
Keuze project
Inschrijven Begeleiding Contract
Onderzoeksvoorstel empirisch onderzoek Dataverzameling Data-analyse Verslaglegging empirisch onderzoek
Fase 3: Afronding
Eindverslag
Inleveren Beoordeling Posterpresentatie Publicatie & auteursrecht Aanvraag Bachelorexamen
Figuur 2: De fases en stappen in het Bachelorproject
2.1
Fase 1: Voorbereiding
2.1.1 Keuze project Je doet je Bachelorproject binnen de door jou gekozen specialisatie. Om deel te kunnen nemen aan een Bachelorproject, moet je in het bezit zijn van de propedeuse en moet je gekozen hebben voor de specialisatie waarbinnen het project loopt. Studenten van de Bachelorspecialisaties Orthopedagogiek, Gezinspedagogiek en Leerproblemen sluiten zich aan bij lopende onderzoeksprojecten van de afdelingen van het Instituut Pedagogische Wetenschappen. Een beschrijving van de projecten en informatie over de beschikbare plaatsen per project is bij de specialisaties Orthopedagogiek en Leerproblemen te vinden op de website: www.fsw.leidenuniv.nl/pedagogiek/orthopedagogiek/onderwijs/bachelorproject-ortho.html Studenten van de specialisatie Gezinspedagogiek, de Academische Pabo en het Pre-masterprogramma vinden een beschrijving van de aangeboden Bachelorprojecten op Blackboard. Studenten die de specialisatie Onderwijsstudies volgen kunnen eveneens aansluiten bij lopende onderzoeksprojecten binnen de afdeling maar kunnen er ook voor kiezen een praktijkonderzoek uit te voeren. Dit praktijkonderzoek wordt gedaan vanuit een externe projectplaats. De criteria voor een projectplaats zijn weergegeven in Figuur 3. De afdeling Onderwijsstudies beschikt over contacten met organisaties die bereid zijn plaatsen ter beschikking te stellen. Je kunt ook zelf een organisatie voordragen. De beschrijving van aangeboden Bachelorprojecten is te vinden op Blackboard. Het uitvoeren van een Bachelorproject buiten de gekozen specialisatie kan alleen met toestemming van de Examencommissie. In dit geval dien je een beschrijving van het project in bij de coördinator van de Bachelorprojecten van jouw specialisatie (zie contactpersonen), die je verzoek voorlegt aan de Examencommissie Als je toestemming krijgt om het project uit te voeren, zal vanuit de afdeling een medebeoordelaar aangewezen worden.
9
Eisen Projectplaats Onderwijsstudies De projectplaats stelt de student in staat een (praktijk)onderzoek uit te voeren. Op de projectplaats dient de student te worden begeleid door bij voorkeur een universitair geschoolde pedagoog of psycholoog met tenminste één jaar relevante werkervaring. Het gaat er vooral om dat er sprake is van voldoende onderwijskundige kennis om een goede begeleiding mogelijk te maken. De werkplekbegeleiders dienen tijd te hebben voor de student en hebben affiniteit met coachen en begeleiden. Praktisch gezien, komt dit erop neer dat de werkplekbegeleider minimaal 45 minuten per week vrijmaakt voor de student. Er is sprake van een duidelijke omschrijving van taken en werkzaamheden. Figuur 3: Eisen Projectplaats Onderwijsstudies
2.1.2
Inschrijven
Bij de specialisaties Orthopedagogiek en Leerproblemen: de inschrijving voor de Bachelorprojecten start in het najaar. Inschrijven gaat via uSis. Houd er rekening mee dat sommige projecten snel vol kunnen zijn. Tip: maak een lijstje van voorkeuren, voor het geval het project van je eerste keuze al vol zit. Eind september ontvang je bericht om je op de inschrijfprocedure te attenderen. Bij de specialisatie Gezinspedagogiek: projecten worden aan het einde van het tweede studiejaar en begin van het derde studiejaar aangeboden via Blackboard. Via een e-mail naar de begeleider van een project of naar de coördinator van de Bachelorprojecten, maak je je interesse kenbaar. Zij laten weten of ze je aan kunnen nemen. Bij de specialisatie Onderwijsstudies: hier start het Bachelorproject in september. Het aanbod is dan op Blackboard beschikbaar. In een mail aan de coördinator van het Bachelorproject Onderwijsstudies (zie hoofdstuk 3.3) geef je je voorkeur aan. Wil je graag gebruik maken van projectplaatsen/contacten van de afdeling Onderwijsstudies, vermeld dit dan in de mail. Als je zelf een projectplaats voordraagt, geef dan een korte beschrijving van de werkplek waaruit blijkt dat deze aan alle criteria (zie Figuur 3) voldoet. Vermeld hierbij de contactgegevens van de organisatie en van de werkplekbegeleider. Na toestemming van de coördinator zal er een kennismakingsgesprek plaatsvinden waarin de student en werkplekbegeleider nader kennismaken en afspraken maken. Bij de Academische Pabo: jaarlijks worden een of meer projecten aangeboden. Informatie hierover wordt via Blackboard bekend gemaakt. Bij het Pre-masterprogramma: jaarlijks worden een of meer projecten aangeboden. Informatie hierover wordt via Blackboard en tijdens het eerste college bekend gemaakt. Vanaf het moment van inschrijven ga je een verplichting aan jegens je begeleider en het onderzoek: de onderzoeksgroep/projectplaats en je begeleider rekenen op je inzet bij dataverzameling en -analyse.
10
2.1.3
Begeleiding
Scriptiebegeleider
De scriptiebegeleider is een bij het project betrokken onderzoeker die verbonden is aan het Instituut Pedagogische Wetenschappen. De begeleider wordt je toegewezen bij de start van het Bachelorproject. De begeleiding in grote projecten vindt in principe groepsgewijs plaats. De frequentie en inhoud van contactmomenten tussen de begeleider en de projectgroep verschillen sterk per project. Zorg dat je op de hoogte bent van de termijnen (deadlines) waarop je begeleider bepaalde stukken van je verwacht, en van de termijnen waarbinnen je feedback kunt verwachten op deze stukken. Het is de verantwoordelijkheid van de scriptiebegeleider om de voortgang en kwaliteit van het gehele onderzoeksproject te bewaken. Je begeleider geeft feedback op geschreven stukken (elk hoofdstuk kan twee maal worden ingeleverd) en op het functioneren binnen het project. Feedback kan zowel schriftelijk als mondeling gegeven worden. Het is jouw verantwoordelijkheid als student, om je begeleider op de afgesproken momenten een (waarheidsgetrouw!) beeld te geven van wat je tot dan toe hebt gedaan, tijdig en conform afspraak data te verzamelen en aan te leveren, tussentijdse producten te sturen voor feedback en om raad te vragen bij dilemma’s. Op die manier kan je begeleider je ook daadwerkelijk begeleiden.
Werkplekbegeleider Indien studenten Onderwijsstudies hun Bachelorproject bij een externe (Bachelorproject projectplaats doen, hebben zij tevens een werkplekbegeleider. Deze persoon is Onderwijsstudies) eerste aanspreekpunt bij de organisatie voor praktische en procesgerichte vragen. Hij of zij ondersteunt je bij het kennismaken met de organisatie en geeft mede richting aan de invulling van het onderzoek. Van de werkplekbegeleider wordt verwacht dat deze het persoonlijk functioneren en de ontwikkeling tot academisch geschoolde onderwijskundige helpt bevorderen. Je streeft gezamenlijk naar toename van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid in de taakuitoefening. Zelfbeoordeling & Tijdens het Bachelorproject wordt van studenten verwacht dat zij actief aan de reflectie slag gaan met hun eigen leerproces. Zoek zelf actief naar feedback op je functioneren, reflecteer op deze feedback en gebruik dit om je leerproces bij de sturen. Medestudenten
2.1.4
Je medestudenten kunnen je ondersteunen en jij kunt je medestudenten helpen. Dit doe je door elkaar vragen te stellen, naar elkaars ervaringen te luisteren, door gedachten of tips uit te wisselen.
Contract
Bij aanvang van het project worden de Overeenkomst Bachelorproject (Bijlage 1) en een Studentverklaring betreffende geheimhouding en het zorgvuldig omgaan met onderzoekgegevens (Bijlage 2) ingevuld en ondertekend door scriptiebegeleider/projectbegeleider en student. In deze overeenkomst zijn onder meer een geheimhoudingsverklaring betreffende persoonlijke gegevens en andere vertrouwelijke informatie waarmee de student in het kader van het project te maken krijgt en een verklaring betreffende de eigendomsrechten van gegevens en producten van het project, opgenomen.
11
2.2 Fase 2: Uitvoering Het daadwerkelijke Bachelorproject bestaat uit twee delen: literatuurstudie en empirisch onderzoek. Na goedkeuring van het onderzoeksvoorstel inclusief literatuurstudie en na ondertekening van de contracten kun je beginnen met je onderzoek. Bij de uitvoering van het Bachelorproject worden zoveel mogelijk de reguliere stappen in het wetenschappelijk onderzoek aangehouden: -
formuleren van een vraagstelling vaststellen van het theoretisch kader schrijven van een onderzoeksvoorstel gegevensverzameling analyse van de gegevens verslaglegging
Per project kan de mate waarin aan elk van die stappen aandacht moet worden besteed, echter variëren.
2.2.1 Onderzoeksvoorstel De start van je onderzoek begint met een onderzoeksvoorstel. Hierin beschrijf je precies wat je gaat onderzoeken, waarom je dat gaat onderzoeken en hoe je dit gaat doen. In het onderzoeksvoorstel maak je aannemelijk dat je de gehele empirische cyclus doorloopt. Het heeft geen zin met je onderzoek te beginnen voordat het onderzoeksvoorstel is goedgekeurd. Zie op de volgende pagina’s het format voor het onderzoeksvoorstel.
Je kunt ervoor kiezen om je onderzoeksvoorstel voor te leggen aan de Studentencommissie Ethiek: www.fsw.leidenuniv.nl/pedagogiek/studenten/regelingen/protocol-ethiek.html Dit is niet verplicht, maar het is wel een goede manier om na te gaan of je aan de ethische richtlijnen hebt voldaan. Je kunt ook zelf aan de hand van verschillende ethische protocollen, zoals de Beroepscode van de NVO, APAethics code, De Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening en het FSW-protocol checken of je in je Bachelorproject handelt volgens de ethische richtlijnen. Verwijzingen naar internetpagina’s: http://media.leidenuniv.nl/legacy/nederlandse%20gedragscode%20wetenschapsbeoefening.pdf http://media.leidenuniv.nl/legacy/Protocol%20ethiek%20FSW%201997.pdf http://www.apa.org/ethics/code/index.aspx Belangrijke punten om op te letten zijn onder andere het informeren van de participanten en - indien nodig - hun ouders, het respecteren van de privacy van participanten en het beheer van onderzoeksgegevens.
12
Format Onderzoeksvoorstel 1. Titel
De (voorlopige) titel van je onderzoeksproject
2. Gegevens student
Naam Adres Postcode Woonplaats Telefoon E-mail Studentnummer Afstudeerrichting Studiejaar Aantal ects
: : : : : : : : : :
3. Gegevens begeleiding
Naam Adres Telefoon E-mail
: : : :
4. Introductie
De aanleiding voor het project: waarom wordt dit onderzoeksproject uitgevoerd? Indien je deelneemt aan een bestaand onderzoeksproject, beschrijf dan hier kort het gehele project en ook welk deel van het gehele project jij onderzoekt.
5. Probleemstelling
Hoofdvraag & deelvragen van je onderzoeksproject. De hoofdvraag hangt samen/is af te leiden uit het onderzoeksproject waarin je participeert.
6. Inleiding en theoretisch kader
-
7. Methode
Onderzoeksgroep: algemene beschrijving van de participanten (bijvoorbeeld: leeftijd, regio, type school, etc.) die voor jouw onderzoek relevant zijn: wie, wat, hoeveel, waar? Als je deelneemt aan een lopend onderzoeksproject, beschrijf dan op welke (deel)populatie van het gehele onderzoek je je richt voor jouw onderzoek.
20
korte beschrijving van de belangrijkste theorieën (en concepten) korte beschrijving van eerder onderzoek, uitmondend in de probleemstelling: wat is er al bekend over dit onderwerp en wat is nog onduidelijk/onbekend? Geef ook het belang aan van de studie: waarom moeten we dit weten?
Procedure: Benoem het onderzoeksdesign1 dat je gebruikt om jouw onderzoeksvraag te beantwoorden. Beschrijf hoe je de bronnen gaat benaderen, bijvoorbeeld: hoe participanten geworven worden. In sommige gevallen is dit al bepaald in het onderzoeksproject waarin je participeert. Beschrijf welke procedures voor jouw onderzoek van toepassing zijn. Beschrijf in hoeverre je de ethische codes toepast.
1
Onderzoeksdesign is de onderzoeksopzet, bijvoorbeeld: experimentele opzet, beschrijvend onderzoek, een literatuuronderzoek of een meta-analyse.
13
Instrumenten: bijvoorbeeld: interview, dossier, beleidsstuk, vragenlijst, observaties. Soms zijn de te gebruiken instrumenten al bepaald binnen het onderzoeksproject. Beschrijf in dit hoofdstuk de instrumenten die voor jouw onderzoek relevant zijn. Beschrijving van de te meten concepten, beschrijving van de meetinstrumenten en de uitkomstmaten (ook de validiteit en de betrouwbaarheid van de instrumenten). Analyse: Beschrijving van de stappen in het analyseproces, een analyseplan: beschrijf per onderzoeksvraag welke (statistische) toetsen je gaat uitvoeren om je vragen te beantwoorden. Hoe preciezer je dit al kunt aangeven, hoe kleiner de kans dat je voor analyseproblemen komt te staan.
8. Tijdsplanning (in weken)
Doorgaans is de planning van je onderzoeksproject sterk afhankelijk van de planning van het onderzoeksproject waarin je participeert. Zorg er dus voor dat deze planningen nauw op elkaar aansluiten. Let op: het Bachelorproject mag maximaal één jaar duren. a. maken projectvoorstel/onderzoeksvoorstel b. zoeken literatuur + verslaglegging c. maken opzet + verslaglegging d. gegevens verzamelen e. gegevens analyseren + verslaglegging f. conclusies + verslaglegging g. presentaties h. afronding / vormgeving
9. Standaard inhoudsopgave verslag/artikel
Doorgaans: Samenvatting Voorwoord Inhoudsopgave 1. Theoretisch kader 2. Methode: procedure, onderzoeksgroep, meetinstrumenten, analyses. 3. Analyses 4. Conclusie/discussie Literatuurlijst Bijlagen (evt.)
10. Voorlopige literatuurlijst
Beschrijf de tot nu toe gebruikte bronnen volgens APA-normen (6th edition)
11. Ondertekening
Laat het onderzoeksvoorstel ondertekenen door je scriptiebegeleider. Let op: je kunt hierna niet zomaar iets wijzigen in je onderzoeksopzet. Bespreek dit altijd eerst met je begeleider!
2.2.2 Dataverzameling Als je meewerkt aan een onderzoeksproject van de afdeling, dan is doorgaans al vooraf bepaald welke data verzameld zullen worden en volgens welke methoden. Als Bachelorstudent verzamel je in dit project data en mag je (een deel van) deze data gebruiken voor je eigen onderzoek. Let op dat je bij de verzameling, opslag en overdracht van je data navolgbaar en volgens de ethische richtlijnen handelt.
14
Dit is dus niet alleen bij het omgaan met participanten van belang, maar ook bij het opslaan/bewaren van data.
2.2.3 Data-analyse Data-analyse kan op verschillende manieren plaatsvinden en is natuurlijk afhankelijk van de onderzoeksopzet (het onderzoeksdesign), de hoofd- en deelvragen en van de gebruikte meetinstrumenten. Data-analyse is voor veel studenten een struikelblok. Zie hoofdstuk 3 van deze gids voor hulpbronnen bij data-analyse.
2.2.4 Verslaglegging Je maakt een individueel verslag van je onderzoeksproject. Dit verslag beslaat ongeveer 25 pagina’s.
Verslaglegging onderzoeksproject Samenvatting
Hierin moeten de context van het onderzoek, de vraagstelling, de onderzoeksopzet, de resultaten en de belangrijkste conclusies beknopt aan de orde komen.
Inleiding/theoretisch Beschrijf waarom voor dit onderzoek gekozen is en geef een toelichting op de kader/onderzoeksvraag inhoud van de studie en het belang van het onderwerp (gebaseerd op de bestudeerde literatuur). De hypothesen volgen logisch uit dit theoretisch kader. Methode
Beschrijf hoe het onderzoek werd uitgevoerd, beschrijf de steekproef, de wijze van dataverzameling en de gebruikte instrumenten.
Resultaten
Beschrijf op een gestructureerde manier de resultaten van het onderzoek. Als je statistische analyses hebt uitgevoerd, beschrijf dan ook de resultaten van deze analyses.
Discussie & conclusie
Herhaal eerst even kort de onderzoeksvragen en de relevantie daarvan. Beschrijf op een systematische manier de gevonden resultaten van het onderzoek en de eventuele overeenkomsten of verschillen met de literatuur. Beschrijf eventuele beperkingen (of voorbehoud) bij het onderzoek en beschrijf ook wat de maatschappelijke relevantie van de resultaten is. Maak duidelijk wat deze resultaten opleveren voor de wetenschap, de maatschappij en/of de praktijk. Wat voegen de resultaten toe aan onze kennis op dit gebied? Wat kunnen we ermee? Tot slot: geef aanbevelingen voor toekomstig onderzoek.
Literatuur
Literatuurlijst (APA)
15
2.3
Fase 3: Afronding
2.3.1 Eindverslag Alle studenten leveren een individueel eindverslag in. Het verslag bestaat uit: 1. Voorblad (naam student, studentnummer, studierichting, naam begeleider(s), datum verslag) 2. Inhoudsopgave. 3. Verslag onderzoek. 4. Literatuurlijst volgens de APA-richtlijnen. In bovenstaande hoofdstukken is beschreven hoe de verslaglegging van het onderzoek eruit moet zien.
2.3.2
Opmaak verslag
Het eindverslag van het Bachelorproject (de Bachelorscriptie) heeft een totale omvang van ongeveer 25 pagina's, exclusief voorblad, inhoudsopgave en eventuele bijlagen. De opmaak is in A4 met regelafstand 1.5 en puntgrootte 11. Het verslag wordt in het Nederlands geschreven. Hanteer voor de indeling van het verslag de richtlijnen (hoofdstukindeling) zoals gegeven in het voorgaande hoofdstuk. De scriptie dient (bij voorkeur dubbelzijdig) ingebonden ingeleverd te worden. Zaken om nog even extra aan te denken: Staat alle belangrijke informatie op het titelblad (titel, subtitel, naam student, studentnummer, specialisatie, eerste en tweede begeleider & datum)? Check de inhoudsopgave: kloppen de titels, hoofdstuknummering en paginanummers? Worden inspringen en witregels consequent op dezelfde manier gebruikt? Worden afkortingen toegelicht en worden ze overal op dezelfde manier gebruikt? Zitten er geen kromme zinnen of spelfouten in je tekst? Gebruik geen ik-vorm. Gebruik de wij-vorm of nog beter, schrijf meer vanuit het onderzoek: ‘dit onderzoek richt zich op’, in plaats van ‘ik richt me op’. Komen alle in de tekst aangegeven referenties terug in de referentielijst en vice versa? Zijn de referenties opgesteld conform de normen van de American Psychological Association (2006, 6th edition). Op de website van de American Psychological Association kun je een tutorial doen om de basis van de APA-richtlijnen snel onder de knie te krijgen: flash1r.apa.org/apastyle/basics Tips en voorbeelden vind je op de website van The Psychology Writing Center: www.psych.uw.edu/psych.php#p=339 Gebruik tabellen/grafieken alleen als ze informatie toevoegen. Bespreek de belangrijkste resultaten uit de tabellen en figuren ook kort in de tekst. Je hoeft daarbij de precieze cijfers niet te herhalen. Een lezer moet de belangrijkste resultaten uit de tekst kunnen lezen zonder de tabellen uitgebreid te bekijken en andersom. Tabellen en figuren moeten los van de tekst te begrijpen zijn. Zorg dus dat je afkortingen uitlegt en dat de titel van een figuur of tabel helder is. Gebruik ‘Tips bij Schrijven’ om je taalgebruik te checken.
2.3.3 Inleveren Lever het verslag in bij je begeleider(s). Een hardcopy bezorg je zelf en een digitale versie mail je naar je eerste begeleider. Je begeleider controleert je scriptie op plagiaat door deze te uploaden in Turnitin. Je kunt dat niet zelf doen. In het geval van het vermoeden van plagiaat treedt het Protocol Fraude in
16
werking (zie: Regels en Richtlijnen van de Examencommissie: http://www.fsw.leidenuniv.nl/pedagogiek/studenten/bachelor/regelingen/oers-pedagogiek.html) 2.3.4 Digitaal evaluatieformulier Bij het Instituut Pedagogische Wetenschappen wordt, zoals je weet, al het onderwijs geëvalueerd. Dat geldt dus ook voor het Bachelorproject. Anders dan je tot nu gewend bent gebeurt dat met behulp van een Digitaal Evaluatieformulier. Dit formulier kun je vinden op de Blackboard-site van de Opleidingscommissie Pedagogische Wetenschappen: OCPW-PED-0506FSW, onder ‘Evaluaties’. De directe link is: https://evasys.leidenuniv.nl/evasys/indexstud.php?user_tan=PedBaPr01 Vóórdat je begeleider de definitieve beoordeling van je Bachelorproject geeft, zal hij je vragen dit formulier in te vullen. Dat formulier is uiteraard geanonimiseerd. Zodra je dat hebt gedaan verschijnt er op het scherm een Bevestigingsbericht (Certificate of Attendance). Hierop staat informatie over onder andere het type evaluatie dat is ingevuld (Bachelor/Masterprojecten of stage), datum/tijd van invullen en een unieke code. Het Certificate of Attendance moet je inleveren bij je docent zodat hij/zij weet dát (niet hoe) je het evaluatieformulier hebt ingevuld. Met jouw geanonimiseerde evaluatie kan de docent in de toekomst zijn/haar voordeel doen.
2.3.5 Beoordeling Je Bachelorscriptie wordt altijd beoordeeld door twee beoordelaars, beiden verbonden aan het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden. De eerste beoordelaar van een Bachelorproject is als hoogleraar, UHD of UD verbonden aan het Instituut Pedagogische Wetenschappen. De tweede beoordelaar van een Bachelorproject is als hoogleraar, UHD, UD, docent, postdoc, AiO of onderwijsmedewerker verbonden aan het Instituut Pedagogische Wetenschappen. De beoordelaars hanteren bij de beoordeling van de Bachelorscriptie het beoordelingsformulier (zie Bijlage 3) De beoordeling is, behalve op het onderzoeksverslag, gebaseerd op aanwezigheid tijdens begeleidingsbijeenkomsten, functioneren, individueel projectvoorstel, individueel onderzoeksverslag, eventuele geleverde tussentijdse producten en de eindpresentatie. De begeleiders hebben drie werkweken om de definitieve versie van de scriptie te beoordelen. De eerste beoordelaar vult het Beoordelingsformulier Bachelorproject in en doet een voorstel voor een eindcijfer. De tweede beoordelaar leest het eindverslag en doet eveneens een voorstel voor een eindcijfer. Indien de twee eindcijfers overeenstemmen of minder dan 1,0 (hoger of lager) van elkaar afwijken, dan geldt het door de eerste beoordelaar gegeven cijfer als definitief eindcijfer. Indien de twee cijfers 1,0 of meer van elkaar afwijken en ook na overleg tussen de eerste en tweede beoordelaar geen overeenstemming kan worden bereikt, dan wordt dit door de eerste beoordelaar gemeld bij de Examencommissie. De Examencommissie wijst in dat geval een derde beoordelaar (hoogleraar, UHD of UD) aan. Deze beoordelaar heeft de beslissende stem.
2.3.6 Herkansing Studenten die een onvoldoende hebben, krijgen de kans binnen een door de begeleider gestelde termijn verbeteringen aan te brengen. Degenen die na deze herkansing nog steeds niet aan de beoordelingscriteria voldoen, moeten een nieuw Bachelorproject doen. Dat geldt ook voor studenten bij wie tijdens de tussentijdse evaluatie blijkt dat de werkplekbegeleider vanuit de instelling de samenwerking niet wil voortzetten. Wanneer een werkveldproject beëindigd wordt buiten de schuld van een student, wordt in overleg met de projectbegeleider gezocht naar een vervangend project.
2.3.7 Posterpresentatie De gevonden resultaten van het Bachelorproject worden verwerkt op een poster. De poster wordt gepresenteerd tijdens een symposium voor medestudenten. De planning voor de presentaties en de
17
deadlines voor inschrijving zijn te vinden op de website van de Instituutsdienst Pedagogische Wetenschappen: http://www.fsw.leidenuniv.nl/pedagogiek/studenten/bachelor/info/bachelorprojectpeda.html. De presentatie is een voorwaarde om te kunnen afstuderen.
2.3.8 Publicatie & auteursrecht Let op dat het publiceren van je onderzoeksresultaten altijd in overleg met en met toestemming van je scriptiebegeleider dient te gebeuren (zie het contract in de bijlagen). Dat houdt in dat je geen data mag bewaren, er geen verder onderzoek mee mag uitvoeren of resultaten op basis van deze data mag publiceren zonder toestemming daarvoor te hebben gekregen van de eigenaar. 2.3.9 Scriptierepositorium Het Scriptierepositorium is een digitale database van de bibliotheken van de Universiteit Leiden, waarin de scripties van afgestudeerde studenten van de universiteit worden opgenomen. Het uploaden van de Bachelorscriptie in het Scriptierepositorium is een voorwaarde voor het afstuderen voor studenten van de Bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen. De aanvraag van het Bachelorexamen wordt pas goedgekeurd op het moment dat de laatste definitieve, met een voldoende beoordeelde versie van je Bachelorscriptie in het Scriptierepositorium is opgenomen. Op de website vind je alle informatie over het uploaden van je scriptie: http://www.fsw.leidenuniv.nl/pedagogiek/studenten/bachelor/info/bachelorproject-peda.html#hoewerkt-het-scriptierepositorium
2.3.10 Aanvragen Bachelorexamen Indien het Bachelorproject het laatste onderdeel van je Bacheloropleiding is dan kun je je Bachelorexamen aanvragen. Het Bachelorexamen is de controle die de Examencommissie uitvoert om te checken of aan alle voorwaarden voor het verkrijgen van het Bachelordiploma is voldaan. Op de website van het Instituut Pedagogische Wetenschappen zijn de data te vinden voor wanneer het afstuderen aangevraagd moet zijn evenals de hiervoor benodigde formulieren. www.fsw.leidenuniv.nl/pedagogiek/studenten/bachelor/regelingen/ba-examen-pedagogiek.html.
18
3
ONDERSTEUNING
Er zijn altijd momenten waarop je het even niet ziet zitten. Dan moet je niet te lang wachten. Er zijn veel mogelijkheden om even een steuntje in de rug te krijgen, dus maak daar gebruik van. Ga zelf actief op zoek naar hulp als je merkt dat je vastloopt, dat kan stress en studievertraging voorkomen. In het onderstaande schema kun je opzoeken welke actie je het beste kunt ondernemen/wie je het beste kunt benaderen op welk moment in het proces.
Fase
moeite met Keuze Bachelorproject Literatuur zoeken
Voorbereiding
Uitvoering
Studieadviseur, Blackboard, website Pedagogische Wetenschappen Scriptiebegeleider, Bacheloratelier, bibliotheek, studiematerialen
Planning
Scriptiebegeleider, studieadviseur
Onderzoeksvoorstel schrijven
Scriptiebegeleider, medestudenten
Scriptiebegeleider
Studieadviseur, coördinatoren Bachelorproject
Motivatie/ twijfels
Studieadviseur, studentpsychologen
Dataverzameling
Scriptiebegeleider
Data-analyse
Scriptiebegeleider, Bacheloratelier
Time-management
Medestudenten, scriptiebegeleider, studieadviseurs, Bacheloratelier
Motivatie
Verslaglegging
Afronding
Mogelijke hulpbronnen
Posterpresentatie Publicatie Aanvraag Bachelorexamen
Medestudenten, scriptiebegeleider, studieadviseur, studentpsychologen (afstudeergroep) Scriptiebegeleider, website studentpsychologen (schrijftips), bibliotheek (referenties), Bacheloratelier Bacheloratelier, Scriptiebegeleider, Instituutsdienst Pedagogische Wetenschappen (vierde verdieping FSW) Scriptiebegeleider, Instituutsdienst Pedagogische Wetenschappen (vierde verdieping FSW) Instituutsdienst Pedagogische Wetenschappen (vierde verdieping FSW)
19
3.1 Bacheloratelier Het Bacheloratelier is bedoeld voor alle studenten (reguliere Bachelor, Academische Pabo en Premaster) die bezig zijn met hun Bachelorproject. Je vindt het Bacheloratelier in kamer 4A42 van de FSW, waar je iedere werkdag terecht kunt tussen 10.00 en 16.00 uur. Het Atelier biedt verschillende vormen van ondersteuning bij het verrichten van je Bachelorproject: workshops, statistische intervisiegroepen, statistisch en methodologisch advies, studie-versnellingsgroep en werkplekken. Kijk voor meer informatie op de website van het Bacheloratelier: http://www.fsw.leidenuniv.nl/pedagogiek/studenten/bachelor/bacheloratelier/
3.2 Bibliotheek Op de website van de bibliotheek zijn diverse tutorials beschikbaar over het bibliotheekgebruik en het gebruik van de zoekopties. Ga naar de website van de bibliotheek en vervolgens naar: Direct naar > Hulp nodig? Hier kun je een antwoord vinden op algemene vragen over de bibliotheek, de catalogi en over het zoeken van literatuur. Ook is er te vinden welke cursussen de bibliotheek aanbiedt aan studenten die hun scriptie schrijven, bijvoorbeeld een cursus Endnote. Onder het kopje Toolbox zijn verschillende handige tutorials (digitale cursussen) te vinden over het gebruik van de bibliotheek, het zoeken naar literatuur en het gebruiken van de zoekmachines. De bibliotheek biedt, in samenwerking met het Master Thesis Lab, workshops aan voor studenten die moeite hebben met het vinden van de juiste literatuur. Kijk voor informatie op de website van het Master Thesis Lab. De bibliotheek is natuurlijk ook een goede plek om rustig te kunnen studeren. Website bibliotheek: Website Toolbox: Locaties & contact:
http://www.bibliotheek.leidenuniv.nl/hulp/ www.bibliotheek.leidenuniv.nl/hulp/toolbox/ www.bibliotheek.leidenuniv.nl/bibliotheeklocaties/contact/
3.3 Coördinatoren Bachelorproject Organisatorische vragen over het Bachelorproject kun je stellen aan de coördinator van de Bachelorprojecten van jouw specialisatie of opleiding. Gezinspedagogiek: Leerproblemen:: Onderwijsstudies: Orthopedagogiek: Academische Pabo: Pre-Master:
Mw. dr. D.J.G. Arnoldus Mw. dr. T.M. de Jong Dr. F.J. Glastra Mw. E. Hidding MSc Mw. A.C. van Hiele MSc Dr. A.W. Koornneef
3.4 Scriptiebegeleider Je scriptiebegeleider is de eerste persoon naar wie je toe gaat met inhoudelijke vragen. Je begeleider helpt je niet alleen met inhoudelijke vragen, maar ook met vragen over literatuur, planning, dataverzameling, data-analyse, etc. Het is belangrijk om je in te zetten voor een open communicatie met je begeleider en open te staan voor zijn/ haar suggesties en tips.
3.5 Studiemateriaal Kijk in je studieboeken, readers, sheets en aantekeningen. Zoek naar de onderwerpen die je interessant vindt als inspiratiebron voor je scriptie (inhoudelijk en onderzoeksmatig). Kijk nog eens in je aantekeningen, boeken, readers en sheets van alle vakken op het gebied van methoden en technieken
20
van onderzoek die je gedurende je studie hebt gevolgd (Onderzoekspracticum 1 en 2, SPSS, Methoden van Kwalitatief Onderzoek). Een aantal oefeningen uit je readers opnieuw maken kan soms ook goed helpen om het weer te begrijpen. 3.6 Studieadviseurs Studieadviseurs kunnen je helpen met problemen en twijfels in het proces van het doorlopen van het Bachelorproject. Zij kunnen met je meedenken wat de beste manier is om een probleem aan te pakken bijvoorbeeld rondom de begeleiding, planning en organisatie. Ook voor de meer algemene studieproblemen en –vragen kun je bij hen terecht. Je kunt een afspraak maken door te mailen naar:
[email protected].
3.7 Studentpsychologen De studentpsychologen zijn er om studenten van de Universiteit Leiden te helpen wanneer ze studieproblemen of persoonlijke problemen hebben. Je kunt een studentpsycholoog spreken tijdens het open spreekuur of je kunt een afspraak maken. De studentpsychologen hebben verschillende diensten speciaal voor studenten die hun scriptie aan het schrijven zijn, bijvoorbeeld een workshop scriptieschrijven. Ook is er een webpagina met studietips waarop onder andere schrijftips te vinden zijn. Daarnaast is het mogelijk om een workshop studievaardigheden en studiemanagement of een workshop strategisch studeren te volgen. Kijk voor informatie over workshops en trainingen, het open spreekuur of over het maken van een afspraak op de website van de studentpsychologen.
Contact:
Locatie: Plexus, Kaiserstraat 25, Leiden Telefoon: 071 527 80 26 E-mail:
[email protected]
Website: Studietips: Schrijftips: Workshops:
www.studenten.leidenuniv.nl/ondersteuning/begeleiding/psychologen www.studietips.leidenuniv.nl www.studietips.leidenuniv.nl/schrijven.html www.studenten.leidenuniv.nl/ondersteuning/begeleiding/psychologen/workshops-entrainingen.html
21
4
BIJLAGEN WEGWIJZER BACHELORPROJECT
Bijlage 1: Overeenkomst Bachelorproject
Universiteit Leiden Instituut Pedagogische Wetenschappen Wassenaarseweg 52 2333 AK Leiden
Onderstaande participanten verklaren onder de navolgende voorwaarden en bedingen een overeenkomst Bachelorproject te hebben aangegaan: De Opleiding Pedagogische Wetenschappen: Afdeling: ten deze vertegenwoordigd door: Telefoonnummer: Mailadres:
De student(e): Naam: Woonadres: Postcode/plaats: Studentnummer: Specialisatie:
Gezinspedagogiek/Leerproblemen/Onderwijsstudies/Orthopedagogiek/Academische Pabo/Pre-masterprogramma
Artikel 1: a. De student begint het Bachelorproject op: ……………..en eindigt dit op…………………….. b.
Het Bachelorproject betreft het volgende onderzoeksproject:……………………………………
22
c.
De omvang van het Bachelorproject bedraagt 20 ects (560 uur).
Artikel 2: Het Bachelorproject voldoet aan de algemene doelstellingen, zoals in de E-studiegids vermeld zijn. De daaruit voortvloeiende specifieke doelen van dit Bachelorproject, gekoppeld aan de hoofdactiviteiten (zie artikel 3) van het project, betreffen onder meer: - Het kunnen formuleren van een wetenschappelijk relevante onderzoeksvraag - Het kunnen schrijven van een projectvoorstel - Verzamelen van data - Kunnen analyseren van verzamelde data - Kunnen schrijven van een wetenschappelijk onderzoeksverslag dan wel artikel ………………………………………………………………………
Artikel 3: Tot de hoofdwerkzaamheden van het Bachelorproject, zoals geformuleerd in het werkveldprojectplan of het onderzoeksprojectplan (als bijlage bijvoegen), behoren: -
………………………………………………………… ………………………………………………………… …………………………………………………………
(uur) (uur) (uur)
Artikel 4: a. De opleiding wijst een interne begeleider aan, die toeziet op goede werkcondities voor de student(e), zorgt voor begeleiding en contact onderhoudt met overige personen en partijen die bij het Bachelorproject functioneel betrokken zijn. b. De verantwoordelijke begeleider(s) van dit Bachelorproject is/zijn: -
…………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………
Artikel 5: Over de wijze en mate van begeleiding zijn de volgende afspraken gemaakt: - …………………………………………………………… - …………………………………………………………… - ……………………………………………………………
Artikel 6: Over de tussentijdse en eindevaluatie zijn tussen de begeleider(s) en student de volgende afspraken gemaakt (eventueel in aparte bijlage): - Op ………………………vindt de tussenevaluatie plaats aan de hand van het onderzoeksvoorstel. Wanneer het onderzoeksvoorstel als voldoende wordt beoordeeld, kan de student verder met de volgende stap in het project. Bij een onvoldoende krijgt de student een herkansing. De verbeterde versie van het projectvoorstel dient uiterlijk ………………………………….te worden ingeleverd, zodat aansluiting bij het project mogelijk blijft en de haalbaarheid van de eindtermen en de eindtermijn gewaarborgd kan worden. - De eindbeoordeling is gepland in …………… (maand en jaar). Bij een onvoldoende is herkansing mogelijk. Het aangepaste onderzoeksverslag dient uiterlijk……………………………………………te worden ingeleverd bij de begeleider.
23
Artikel 7: a. De student is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem/haar in het kader van het Bachelorproject ter kennis is gekomen. Hij/zij heeft de Studentverklaring betreffende geheimhouding en het zorgvuldig omgaan met onderzoekgegevens ondertekend. b. De in lid a. bedoelde verplichting bestaat niet tegenover hen die delen in de verantwoordelijkheid van een goede vervulling van het Bachelorproject, noch tegenover hen wier medewerking tot die vervulling noodzakelijk is te achten, indien en voor zover deze zelf tot geheimhouding verplicht zijn of zich verplichten.
Artikel 8: Ter afsluiting van het Bachelorproject levert de student de volgende eindproducten, die ter beoordeling worden voorgelegd aan de begeleider(s): - Een projectverslag, bestaande uit: -
Een individuele posterpresentatie waarin de belangrijkste bevindingen van het onderzoek aan de eigen groep worden gepresenteerd.
Artikel 9: Alle partijen zijn bekend met de criteria waarmee de werkzaamheden ten behoeve van het Bachelorproject worden beoordeeld. De uiteindelijke beoordeling, uitgedrukt in een cijfer met een schriftelijke toelichting, wordt vastgesteld door de begeleider (docent) van de opleiding, ook in geval het project buiten de afdeling plaatsvindt. In dat laatste geval vindt wel overleg plaats met de begeleider van het werkveldproject.
Artikel 10: Voor (interne) onderzoeksprojecten liggen de eigendomsrechten bij de betrokken opleiding/afdeling.
Artikel 11: De Bachelorprojectovereenkomst kan, anders dan na de afgesproken termijn, uitsluitend beëindigd worden na overleg van de participanten of op instigatie van de docent.
Artikel 12: Er geldt aanwezigheidsplicht bij alle begeleidende bijeenkomsten van het Bachelorproject.
Aldus in drievoud opgemaakt te Leiden. De student(e):
Het Instituut Pedagogische Wetenschappen:
........................
........................
Datum:
Datum:
NB:
Een kopie van deze overeenkomst dient verstrekt te worden aan de coördinator Bachelorproject van de specialisatie.
24
Bijlage 2: Studentverklaring betreffende geheimhouding en het zorgvuldig omgaan met onderzoekgegevens
Faculteit der Sociale Wetenschappen Instituut Pedagogische Wetenschappen Toetsingscommissie Ethiek PW
Studentverklaring betreffende geheimhouding en het zorgvuldig omgaan met onderzoekgegevens
1. Afdeling, onderzoekslijn en docent die het onderzoek begeleidt (hierna te noemen onderzoeksdocent):
2. Instelling die de gegevens voor het onderzoek ter beschikking stelt of op andere wijze aan het onderzoek meewerkt:
3. Ondergetekende, hierna te noemen de studentonderzoeker/stagiair: Naam: Adres: Postcode/woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: Geboorteplaats: Studentnummer:
verklaart hierbij het volgende: A. Hij/zij is op de hoogte van de wet op de privacy van persoonsgegevens en de beroepscodes van de NVO en het NIP en zal in de geest van deze richtlijnen handelen. B. Hij/zij verplicht zich geen informatie aan derden te verstrekken wat hem/haar onder geheimhouding wordt toevertrouwd tijdens het onderzoek op de instelling of op de universiteit. Dat geldt eveneens voor informatie die hem/haar ter beschikking komt en waarvan hij/zij het vertrouwelijke karakter behoort te begrijpen. Bij het raadplegen en eventueel overnemen van gegevens op onderzoeksformulieren zal hij/zij ervoor zorgen dat de personen, instellingen en situaties die het betreft volstrekt anoniem blijven. Tenzij anders met de instelling of universiteit is overeengekomen zullen geen fotokopieën gemaakt worden van origineel schriftelijk dossiermateriaal. Ook zal hij/zij dit materiaal niet meenemen buiten de muren van de instelling of universiteit of naar
25
andere dan door de instelling of universiteit toegewezen ruimten. Met digitale onderzoeksdata wordt uiterst prudent en zorgvuldig omgegaan. C. Hij/zij zal derden, waaronder ouders, kinderen, leerkrachten en hulpverleners geen inzage geven in de onderzoeksgegevens, tenzij daarvoor schriftelijk toestemming werd verleend door de onderzoeksdocent. Hij/zij zal buiten het kader van het onderzoek/de stage en na afsluiting van het onderzoek/de stage geen contact opnemen met respondenten, waaronder ouders, kinderen en leerkrachten, zonder toestemming van de onderzoeksdocent. Ook zal hij/zij geen foto’s of videomateriaal van respondenten verspreiden op bijvoorbeeld de sociale media waardoor de privacy en anonimiteit van de respondenten worden aangetast. D. Hij/zij zal in het kader van de gevolgde opleiding pas openbaar verslag doen van onderzoeksresultaten (scriptie/onderzoeksrapport/artikel) na schriftelijke toestemming van de onderzoeksdocent. Op aanwijzing van de onderzoeksdocent kan een dergelijk verslag als ‘onder embargo’ worden gekenmerkt. Hij/zij zal ook na afsluiting van de onderzoeksperiode of buiten de context van de opleiding geen publicatie wijden aan het door hem/haar verrichte onderzoek zonder schriftelijke toestemming van de onderzoeksdocent. E. Hij/zij verwerft geen eigendomsrecht of mede-eigendomsrecht over de verzamelde gegevens en alle afleidingen daarvan en publicaties daarover. F. Hij/zij zal alle onderzoeksgegevens na afronding van het onderzoek of na een schriftelijke aanwijzing daartoe van de onderzoeksdocent, per direct alle digitale (data)bestanden overdragen aan de docent. Alle data van betreffend onderzoek worden vervolgens van de eigen laptops, computers, geheugensticks en overige informatiedragers verwijderd.
Plaats en datum:
Handtekening (voor akkoord)
Studentonderzoeker/stagiair © versie maart 2013
Plaats en datum:
Handtekening (voor gezien)
Onderzoeksdocent
26
Bijlage 3: Beoordelingsformulier Bachelorproject
Student: Studentnummer: Bachelorspecialisatie: Titel Bachelorscriptie: Beoordelende docent: Tweede beoordelaar: Posterpresentatie gehouden: Digitale evaluatie ingevuld: Verklaring plagiaat: de eerste beoordelaar verklaart dat de Bachelorscriptie van bovengenoemde student met behulp van Turnitin op plagiaat is gecontroleerd en akkoord is bevonden.
Criteria
Literatuurverzameling en -verwerking
Ja /nee Ja /nee Datum controle Turnitin Handtekening docent:
Richtlijnen
Kennis genomen van relevante wetenschappelijke literatuur De literatuur is adequaat verwerkt Toepassing APA-richtlijnen
Toelichting:
Dataverzameling en onderzoeksvaardigheden
Onderzoeksattitude Adequate wijze van dataverzameling; zelfstandig en accuraat Systematische beschrijving van de gevolgde onderzoeksmethode Stappen voldoende geëxpliciteerd Methodologische verantwoording van de gevolgde werkwijze Projectontwerp correct uitgevoerd, evt. wijzigingen verantwoord
Toelichting:
Verwerking en weergave onderzoeksresultaten
Adequate analysemethode Voldoende diepgaande analyse van de gegevens Correcte weergave van de resultaten
Toelichting:
27
Discussie en conclusie
Reflectie op onderzoeksresultaten vanuit theorie en ander onderzoek Sluiten conclusies en aanbevelingen aan op resultaten? Verschillende posities voldoende onderscheiden en tegenover elkaar gezet Reflectie op wetenschappelijke en maatschappelijke consequenties en relevantie Originaliteit
Toelichting:
Opbouw en leesbaarheid verslag
Overzichtelijke lay-out en indeling in hoofdstukken en paragrafen Heldere formuleringen, correct taalgebruik Rode draad, interne consistentie van de scriptie is consistent met de publicatierichtlijnen van APA.
Toelichting:
Persoonlijk functioneren/ professioneel gedrag
Werkhouding, accuratesse, planning Inzet en motivatie Professionaliteit, vermogen tot samenwerken, collegialiteit Mate van inzicht in eigen functioneren Wijze van omgaan met feedback van begeleider en medestudenten Voldoende zelfstandig gewerkt Integratie verworven kennis en vaardigheden
Toelichting:
EINDBEOORDELING BACHELORPROJECT (Cijfer)
Naam begeleidend docent: Handtekening begeleidend docent: Plaats: Datum:
28