Pedagogische wetenschappen 2012
3 5 15 19 23 29 30 33 34 37 40 42
Kiezen voor pedagogische wetenschappen Opbouw En verder (studeren) ... Studieprogramma Inhoud vakken eerste jaar Weekschema eerste jaar Studieondersteuning Studentenverenigingen Gewikt en gewogen Aan het werk Nog meer info Stadsplan
Kiezen voor pedagogische wetenschappen
www.UGent.be/portal/pp
Hoe kan je leerkrachten begeleiden die werken met ‘moeilijke’ jongeren? Kunnen voorschoolse programma’s leerachterstanden bij kinderen uit socio-economisch achtergestelde kringen voorkomen? Hoe kan pesten op school worden aangepakt? Wat houdt het decreet opvoedingsondersteuning in en hoe is het tot stand gekomen? Hoe zit het met de kwaliteit van de kinderopvang? Hoe werk je een kindvriendelijk museum uit en hoe maak je dat een vakantiekamp méér is dan een babysitoplossing? Kan een leerling met een functiebeperking onderwijs volgen in een gewone school? Hoe kan een gemeente een sociaal beleid vormgeven? Bovenstaande vragen illustreren het brede domein van de pedagogische wetenschappen. Als pedagoog in spe leer je dat soort vragen op een systematische manier te bestuderen. Met behulp van weten schappelijke methoden en aan de hand van onderzoeksresultaten zoek je naar antwoorden.
De informatie in deze brochure is gebaseerd op de gegevens uit de UGent-studiegids 2011-2012.
Gedrukt met vegetale inkten op FSC-papier
Grafisch ontwerp: www.blauwepeer.be - opmaak: www.johnnybekaert.be - druk en afwerking: www.pureprint.be
en met elektriciteit voor 100 % opgewekt
Fotografie: http://studio-edelweiss.be
uit duurzame CO2-neutrale bronnen.
Durf Denken: dat is het credo van de Universiteit Gent. Kritische en onafhankelijke breinen studeren, onderzoeken, werken aan de Universiteit Gent. Ieder jaar dragen we deze boodschap uit via een creatieve en onderscheidende campagne. Ieder jaar roepen we onszelf en de buitenwereld op om mee te durven denken.
3
Als je echt gemotiveerd bent, zal het je lukken. Wees ook niet bang om extra hulp in te schakelen. Het getuigt niet van zwakheid maar van een gezonde portie zelfkennis. Ga zeker naar de infodagen en ik had er ook veel aan om de cursussen te gaan inkijken in het Adviescentrum voor Studenten. Machteld, masterstudente
4
Opvoeding De traditionele omschrijving van pedagogiek is de wetenschappelijke studie van de opvoeding van kinderen. Daaruit zijn heel wat perspectieven ontstaan, die zeer verschillende groepen, in diverse situaties en met zeer verschillende doelstellingen thematiseren, zoals bijvoorbeeld permanente vorming, volwasseneneducatie, personeelsvorming of sociale agogiek. Mensen maken deel uit van een omgeving en leren daarmee adequaat om te gaan. Hiervoor heeft men bepaalde vaardigheden, houdingen en inzichten nodig die men moet verwerven en verder ontwikkelen. Hier ligt de taak van de pedagoog: het ondersteunen bij de verwerving en verdere ontwikkeling van die bekwaamheden door opvoeden, onderwijzen, begeleiden, opleiden … De pedagogische wetenschap als studiedomein richt zich op het nadenken over hoe dat (pedagogisch) ondersteunen het best tot stand komt. De basis daartoe wordt aangereikt door het pedagogisch onderzoek.
Finaliteit van de opleiding pedagogische wetenschappen Het ‘pedagogiseringsproces’ heeft in onze samenleving geleid tot een vermenigvuldiging en verbreding van pedagogische praktijken. Sommige praktijken zijn in min of meer voltooide institutionalisering uitgemond. Het onderwijs is daar wellicht het meest duidelijke voorbeeld van. Ook andere vormen van pedagogisch handelen hebben zich tot specifieke instituties verzelfstandigd zoals bijvoorbeeld de welzijnszorg. Tegelijk met de institutionalisering ervan, zijn er telkens weer andere velden ontstaan waarop non-formele pedagogische processen en praktijken tot ontwikkeling komen bv. via media, museumbezoek enz. Het opleidingsconcept dat wordt gehanteerd tracht enerzijds recht te doen aan die differentiatie, maar anderzijds ook de samenhang te zien over de diversiteit van pedagogische praktijken heen. In de opleiding komen heel uiteenlopende vormen van pedagogisch handelen aan bod; tegelijk wordt gepoogd om de samenhang in de verscheidenheid van pedagogische interventies in beeld te brengen. Die opstelling laat toe de studenten polyvalent te vormen, wat leidt tot een beroepsprofiel gekenmerkt door brede inzetbaarheid en grote mobiliteit. De opleiding streeft bovendien zelf ook naar een zo groot mogelijke diversiteit met betrekking tot gender, etnische afkomst en inclusie van personen met functiebeperkingen.
Opbouw Bachelor >> Het eerste jaar Het eerste jaar van de bacheloropleiding sluit aan op de eindtermen van het secundair onderwijs en beoogt een brede basisvorming. Dat betekent dat de nadruk gelegd wordt op: ×× de pedagogiek als wetenschap met eigen identiteit; ×× de pedagoog in het beroep als ‘reflective practitioner’; ×× de pedagoog als wetenschapper. Voor wat de opleidingsonderdelen betreft, wordt dat vertaald in een reeks ‘algemene opleidingsonderdelen’ waarbinnen vier lagen te onderscheiden zijn: ×× de methodologische basis met algemene opleidingsonderdelen die het wetenschappelijk onderzoek voorbereiden zoals Statistiek 1; ×× de ondersteunende laag met daarin opleidingsonderdelen als Psychologie, Sociologie, Culturele antropologie en Gedragsecologie; ×× de pedagogische kern met algemene opleidingsonderdelen die de kern van de opleiding uitmaken, zoals Fundamentele pedagogiek, Onderwijskunde, Orthopedagogiek en Sociale agogiek; ×× de praktijklaag met opleidingsonderdelen die gericht zijn op de samenhang en wisselwerking tussen theorie en praktijk zoals Pedagogische en Sociaalagogische praxis.
Dieper graven In deze brochure ligt de nadruk op de bacheloropleiding en op het eerste jaar van die bachelor in het bijzonder. Een vlotte start is immers cruciaal. Het eerste jaar van een universitaire opleiding is echter vaak vrij algemeen en de vakspecialisatie gebeurt pas in de daaropvolgende bachelorjaren of in de master. Het is daarom ook altijd interessant om het vakkenpakket van de verdere jaren grondig te bekijken. Dat kan via de website www.opleidingen.UGent.be (in de rechterkolom kun je naar de opleiding van je keuze gaan en kijken wat elk vak inhoudt). Net die vakken zullen het gezicht van je opleiding bepalen en geven een beeld van wat je later écht te wachten staat.
5
1ste jaar bachelor
>> Het tweede jaar De vier lagen uit het eerste jaar worden nu verder verbreed en verdiept. Bijkomend wordt er een deontologische laag ingeleid. ×× de methodologische basis met algemene opleidingsonderdelen die het wetenschappelijk onderzoek verder onderbouwen en verdiepen zoals Statistiek II en Academische zoek-, lees- en schrijfvaardigheden; ×× de ondersteunende laag die de kernvakken verder onderbouwt en verdiept zoals Ontwikkelings psychologie en Fysiologie; ×× de pedagogische kern die verder verbreed wordt met vakken als Historische pedagogiek, Comparatieve en internationale pedagogiek, Wetenschaps-theoretische grondslagen van de pedagogiek, en Cultuur en educatie; ×× de praktijklaag met opleidingsonderdelen die de samenhang en wisselwerking tussen theorie en praktijk verder onderbouwen en verdiepen zoals Pedagogische sociaal-agogische systemen en Klinischpedagogische en sociaal-agogische praxis; ×× de deontologische laag met algemene opleidingsonderdelen die toegevoegd worden vanuit ethisch en deontologisch perspectief, zoals Ethica.
>> Het derde jaar Het derde jaar van de opleiding gaat verder met de verbreding en verdieping. Er wordt nu ook gedifferentieerd naar afstudeerrichtingspecifieke opleidingsonderdelen, die voorbereiden op de verschillende masterprogramma’s. ×× de methodologische basis: Onderzoeksmethoden I; ×× de ondersteunende laag: Psychologische modellen van hulpverlening; ×× de pedagogische kern: Fundamentele pedagogiek II, Diversiteit en inclusie en Jeugdbescherming en bijzondere jeugdbijstand; ×× de praktijklaag: Onderwijspedagogische praktijk, Orthopedagogische praktijk en stage en Agogische praktijk; ×× de deontologische laag: Deontologie van het pedagogisch handelen. Naast een aantal algemene opleidingsonderdelen worden per afstudeerrichting enkele specifieke vakken opgenomen.
BACHELOR 180 studiepunten
Gemeenschappelijk vakkenpakket pedagogische wetenschappen
2de jaar bachelor
Gemeenschappelijk vakkenpakket pedagogische wetenschappen
3de jaar bachelor
Afstudeerrichting: Pedagogiek en onderwijskunde
Afstudeerrichting: Sociale agogiek
voorbereidingsprogramma:
Na Ba Ped.Wet.; Sociale agogiek: 60 sp Na Ba Ped.Wet.; Pedagogiek en onderwijskunde / Orthopedagogiek: 74 sp
1ste jaar master MASTER 120 studiepunten
2de jaar master
MASTER-NA-MASTER -----
Statistical Data Analysis meertalige bedrijfscommunicatie Conflict and Development theaterwetenschappen e.a.
Pedagogiek en onderwijskunde majors: pedagogiek, onderwijskunde, lerarenopleiding
Pedagogiek en onderwijskunde majors: pedagogiek, onderwijskunde, lerarenopleiding
Specifieke lerarenopleiding Doctoraat Postgraduaatsopleidingen Permanente vorming
6
Afstudeerrichting: Orthopedagogiek
Orthopedagogiek
Master in het sociaal werk (60 sp of één jaar studieduur)
Orthopedagogiek majors: orthopedagogiek, lerarenopleiding
ANDERE MASTERS Via verkorte bachelor -- moraalwetenschappen -- wijsbegeerte
Via voorbereidingsprogramma -- pedagogiek en onderwijskunde / orthopedagogiek (de andere afstudeerrichting) -- psychologie -- communicatiewetenschappen -- sociologie -- algemene economie -- bedrijfseconomie e.a.
7
Drie afstudeerrichtingen
Internationalisering
De afstudeerrichting Pedagogiek en onderwijskunde wordt ingevuld met de onderdelen Kleuteropvoeding, Taaldidactiek, Didactische werkvormen, Wiskundedidactiek en Curriculumontwikkeling. De afstudeerrichting Orthopedagogiek omvat volgende specifieke opleidingsonderdelen: Theoretische orthopedagogiek, Orthopedagogiek van bijzondere groepen, Ontwikkelings- en gedragsstoornissen: psychologische diagnostiek, Klinisch-psychologische vaardigheden en diagnostiek , en Neuropsychiatrie. De afstudeerrichting Sociale agogiek wordt ingevuld met de opleidingsonderdelen Voorschoolse opvoeding, Maatschappelijke dienstverlening, Sociaal-cultureel werk en samenlevingsopbouw, Gemeenschapsgerichte eerstelijnsgezondheidszorg, of een vrij keuzevak uit de bachelorprogramma’s van de Universiteit Gent.
In alle opleidingen bestaan er samenwerkingsprogramma’s met partneruniversiteiten. Een deel van je studietijd doorbrengen aan een buitenlandse universiteit is een unieke kans. Het bekendste uitwisselingsprogramma is wellicht ‘Erasmus’ waarbij beurzen ter beschikking worden gesteld binnen de Europese Unie. Soms kan je al vanaf het derde bachelorjaar een semester of een jaar ‘op Erasmus gaan’. De studieperiodes worden integraal in rekening gebracht voor je normale studieloopbaan zodat je geen studievertraging oploopt. Op die manier geef je een extra dimensie aan je studie en behaal je een Vlaams diploma met Europese allure. Een aantal opleidingen voorziet ook uitwisselingen buiten Europa en buitenlandse stages behoren eveneens tot de mogelijkheden.
Master De masteropleiding leidt tot de zelfstandige beroepsuitoefening. De bachelor pedagogische weten schappen biedt toegang tot twee onderscheiden masteropleidingen met elk een eigen opbouw en finaliteit. Met name de Master in de pedagogische wetenschappen (met twee afstudeerrichtingen) en de Master in het sociaal werk (mits je een voorbereidingsprogramma volgt).
>> Master in de pedagogische wetenschappen De opleiding tot Master in de pedagogische wetenschappen bestaat uit twee afstudeerrichtingen: de afstudeerrichting Pedagogiek en onderwijskunde enerzijds en de afstudeerrichting Orthopedagogiek anderzijds. De afstudeerrichting Pedagogiek en onderwijskunde richt zich op de studie van het pedagogisch handelen. Naast een gemeenschappelijke basis kan je voor een derde van de masteropleiding kiezen voor een concrete major. Een major staat voor een verdiepend aanbod binnen een afstudeerrichting.
8
9
Of Science… Om de internationale herkenbaarheid te vergroten, luidt de officiële titel op het diploma ‘Bachelor/ Master of Science in de pedagogische wetenschappen ’.
Masterproef De master eindigt met een master proef. Het is een persoonlijk wetenschappelijk werk over een onderwerp naar keuze. Die keuze gebeurt in overleg met de promotor, dat is de professor die het werk begeleidt, samen met de wetenschappelijke staf. Het is de zelfstandige uitwerking van een wetenschappelijk onderwerp en houdt een zekere verdere specialisatie in, een element waarnaar tijdens een sollicitatie dikwijls wordt gevraagd. De masterproef is een belangrijk en omvangrijk onderdeel van de masteropleiding.
10
In de major Onderwijskunde gaat het vooral om het ondersteunen van leerprocessen in opvoedings-, onderwijs- en trainingscontexten. ‘Onderwijs’ wordt hierbij als een omvattende term gehanteerd en niet als een sector. Het kan dus ook gaan om musea, de media, de pers, jeugdorganisaties, de edutainment sector enz. Kinderen en jongeren staan centraal, maar ook volwassenen vormen een doelgroep. In de major Pedagogiek staat het discours over de filosofische basis van pedagogische interventies centraal. Discussies over waarden, de plaats, taak en rollen van de opvoeders … voeden de theoretische en empirische benadering van een breed scala aan doelgroepen. Initieel is er aandacht voor de klassieke opvoedingsomgevingen zoals het gezin, de familie, de klas en de school, maar ook voor alternatieve gezinssituaties, opvoedingswinkels, opvoedingsprogramma’s op tv … In de major Lerarenopleiding staat de theoretische en onderzoeksbasis centraal van het opleiden van opleiders. Thema’s uit andere majors keren terug, maar nu vanuit het perspectief van het ontwerpen van leeromgevingen voor trainers, leraren, opvoeders enz. De major omvat reeds 30 studiepunten van de specifieke lerarenopleiding (SLO). In de drie majors wordt gewerkt op verschillende niveaus. Op microniveau richt de studie zich op het systematisch en optimaal ondersteunen van concrete leer-, interactie- en trainingsprocessen. Op het mesoniveau focussen we ons op visievorming en strategisch beleid van organisaties, opleiding en instellingen. Op het macroniveau wordt de rol belicht van globalisering, de historische inbedding, discussies over kwaliteitszorg, de impact van nieuwe technologieën en de rol van politiek en economie. De stages in de verschillende majors worden vooral ingevuld als onderzoeksstages waarbij de studenten in een concrete praktijksetting een deel van een onderzoekscyclus aanpakken in nauw overleg met een opdrachtgever.
×× Disability Studies Vroeger werd de situatie van mensen met een (functie)beperking vooral bestudeerd vanuit een individueel-biologische hoek. Bovendien werd ervan uitgegaan dat de persoon met een (functie)beperking getraind moest worden zodanig dat hij/zij zich kon aanpassen aan de eisen van de omgeving. De Disability Studies-richting probeert het fenomeen veel breder te bestuderen: men ziet het als een onderdeel van een historisch, politiek, cultureel en sociaal proces. Het zijn niet alleen de ‘revaliderende’ maatregelen ten aanzien van personen die besproken worden, maar ook de manier waarop de omgeving toegankelijker, minder onderdrukkend en minder discriminerend georganiseerd kan worden. Disability Studies laat naast de negatieve punten uit het leven van mensen met beperkingen ook hun veerkracht en hun soms specifieke cultuur (bv. dovencultuur) op een positieve manier aan bod komen. ×× Gedragsstoornissen en Drugsmisbruik De recente veranderingen in onze maatschappij kenmerken zich vooral door een toename van en meer complexe patronen van de gedragsstoornissen en drugsmisbruik. Waar de pedagogische (kinderen) en agogische (volwassenen) aspecten vroeger vooral bestudeerd werden vanuit een ziekte en stoornismodel komt nu vooral het afwisselend en methodisch en zinvol handelen met die groepen aan bod. Het betekent dat de diagnose een integraal onderdeel vormt van het handelingsplan dat op zijn beurt regelmatig bijgestuurd en geëvalueerd wordt. De aanpak van die kinderen en personen wordt onvermijdelijk gesitueerd in een maatschappelijk, cultureel, gezondheidsgericht, psychologisch en rechten paradigma. Er wordt gewezen op organisatorische en methodische aspecten van een bepaalde behandelingscontext. De benaderingen worden gesitueerd in het integratieve en postmodernistische kader van de theoretische orthopedagogiek en praktisch uitgewerkt.
De afstudeerrichting Orthopedagogiek legt het accent op de studie van het pedagogisch handelen vanuit maatschappelijk ‘verbijzonderde’ situaties. Het betreft de bijzondere situaties van mensen met een (functie)beperking (disability studies), met gedrags- en emotionele problemen en van mensen met een verslavingsproblematiek (gedragsstoornissen en drugsmisbruik). Binnen de afstudeerrichting wordt in het tweede masterjaar naast de gelijknamige major Orthopedagogiek ook een major Lerarenopleiding voorzien die reeds 30 studiepunten van de specifieke lerarenopleiding omvat.
11
>> Master in het sociaal werk De masteropleiding Sociaal werk concentreert zich op de studie van het pedagogisch handelen in de bredere sociale context van instituties en praktijken die sociale en culturele ontplooiing nastreven zoals het welzijnswerk (o.a. het forensisch of strafrechtelijk welzijnswerk), het sociaal-cultureel werk met jongeren en volwassenen, de samenlevingsopbouw, interventies in de culturele en vrijetijdssfeer. De differentiatie tussen een masteropleiding Pedagogische wetenschappen en een masteropleiding Sociaal werk laat toe het sociaalagogisch perspectief binnen de pedagogische wetenschappen uitdrukkelijker te profileren. Over de Master in het sociaal werk is een afzonderlijke brochure beschikbaar.
Uitstromen na de bachelor De meeste studenten zullen na het bachelorprogramma hun studie verder zetten in de master. Toch is er na het bachelorprogramma al een zekere uitstroom mogelijk. Van bachelors in de pedagogische wetenschappen wordt verwacht dat zij werkzaamheden kunnen plannen, uitvoeren en opvolgen op een veelheid van terreinen. In hun afstudeerprofiel wordt vooral gestreefd naar een reflectieve houding op uitvoerende werkzaamheden. In het vakjargon wordt dat met de term ‘reflective practitioner’ aangeduid. Bachelors overstijgen hierdoor louter uitvoerende taakstellingen en kunnen reeds functioneren in ‘middle management’ functies.
Bruggen van het professioneel hoger onderwijs naar de UGent De schakelprogramma’s zijn ingevoerd om bruggen te leggen tussen de professionele en academische bachelors. Zij beogen een evenwichtige studiebelasting voor de studenten door te differentiëren tussen wie al dan niet een pedagogische vooropleiding heeft gevolgd. Op die manier sluiten ze zo goed mogelijk aan bij de noodzakelijke vaardigheden op academisch niveau zoals vereist in het masterprogramma. De schakelprogramma’s van 59 studiepunten worden aangeboden aan studenten met een pedagogische vooropleiding, met name de professionele bachelors: –– in de orthopedagogie –– in het onderwijs –– in de ergotherapie –– in het sociaal werk, afstudeerrichtingen maatschappelijk werk, maatschappelijke advisering, sociaalcultureel werk en syndicaal werk. De schakelprogramma’s van 74 studiepunten worden aangeboden aan studenten met een nietpedagogische vooropleiding, met name de professionele bachelors: –– in de logopedie en audiologie –– in de toegepaste psychologie –– in het sociaal werk, afstudeerrichting personeelswerk –– in de verpleegkunde, afstudeerrichtingen kinderverpleegkunde, psychiatrische verpleegkunde en sociale verpleegkunde –– in de vroedkunde –– in de gezinswetenschappen.
Ik ben heel tevreden dat ik eerst een opleiding aan de hogeschool gevolgd heb. Hierdoor heb ik eerst wat meer van de praktijk kunnen proeven om dan meer in te gaan op de theoretische kant. Het schakeljaar was heel zwaar, daar had ik amper nog tijd voor hobby’s. Nu kan ik het al beter combineren. Fleur, masterstudente
Met het oog op de latere instroom in de masteropleiding bestaat het schakelprogramma in twee varianten, één per afstudeerrichting. Wie het schakelprogramma met succes aflegt, kan rechtstreeks instromen in de corresponderende masteropleiding. Voor meer info kan je terecht bij de facultaire trajectbegeleider (zie p. 32).
12
13
Momenteel ben ik zeer intensief bezig met uit te zoeken wat mijn opties zijn na mijn afstuderen. Het liefst zou ik nog een master volgen, waarschijnlijk in de richting van management van de non-profitsector. Mijn ideale job zou een human resources job zijn. Cathy, masterstudente
Studeren in het buitenland De faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen heeft reeds een lange traditie om studenten via de kanalen van Erasmusbeurzen kansen te bieden om een deel van hun curriculum aan een buitenlandse universiteit te volgen. Verschillende vakgroepen zijn betrokken bij structurele akkoorden met collega’s die in Europa tot de top van hun vakgebied behoren. De invoering van het semestersysteem biedt, nog meer dan vroeger, mogelijkheden om studiepunten aan een buitenlandse universiteit te behalen. Bovengeschetste traditie leidt ook tot een grote docentenmobiliteit: regelmatig komen buitenlandse professoren gastcolleges in Gent verzorgen. Voor nieuwe initiatieven staan medewerkers in permanent contact met de afdeling Internationale Betrekkingen van de Universiteit. Die samenwerking leidt niet alleen tot beurzen voor verblijf, maar ook tot intensieve programma’s en de uitbouw van vernieuwende internationale curricula. De opleiding Pedagogische wetenschappen werkt hier intensief aan mee en voert deze internationalisering eveneens hoog in het vaandel, zowel met betrekking tot onderwijs als met betrekking tot onderzoek.
En verder (studeren) ... Niet-aansluitende master Na het afronden van een bacheloropleiding volgen de meeste studenten de rechtstreeks aansluitende master. Het is nog steeds de meest voor de hand liggende keuze. Een spoorwissel is echter ook mogelijk … Een aantal bachelordiploma’s kan doorstromen naar een masteropleiding in een ander (min of meer aanverwant) studiedomein. In sommige gevallen kan je onmiddellijk naar die master. Je kan de overstap soms ook voorbereiden door bv. in de bachelor een verbredende minor te kiezen. Kies je voor een vakgebied dat minder nauw aanleunt bij je bachelor, dan zal je je kennisniveau moeten bijwerken via een voorbereidingsprogramma. Op die manier verwerf je een brede waaier aan competenties en ben je goed gewapend om interdisciplinair te werken binnen onze complexe samenleving.
Master-na-master Wie al een masteropleiding achter de rug heeft en de opgedane kennis nog wil verbreden of verdiepen, kan kiezen voor een master-na-masteropleiding (ManaMa). Je kan die onmiddellijk na het afstuderen volgen of later. Een ManaMa bestaat doorgaans uit 60 studiepunten en wordt vaak al gecombineerd met een eerste job. Een master na master (ManaMa) eindigt net als een initiële master (ManaBa) met een masterproef.
14
15
Specifieke Lerarenopleiding In het schema bij de rubriek ‘Opbouw’ vind je een paar voorbeelden van specifieke vervolgopleidingen.
De specifieke lerarenopleiding (SLO) leidt tot het diploma van leraar. Het diploma geeft officiële onderwijs bevoegdheid voor de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs. De opleiding legt echter ook een basis voor een ruimere educatieve vorming met het oog op een lesopdracht in het hoger onderwijs (profes sionele bachelors). Met dat diploma kan je ook opleidingen geven in bedrijven en andere educatieve sectoren. De opleiding steunt op algemeen pedagogisch-didactisch gerichte cursussen en op de vakdidactiek van de eigen studierichting. Studenten leren er de begrippen, redeneringen en processen uit het eigen vakgebied vertalen naar leerlingen toe. De opleiding heeft een studieomvang van 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten theorie en 30 studiepunten praktijk. Sommige masteropleidingen (van minstens 120 studiepunten) voorzien in hun structuur de mogelijkheid om tot 30 studiepunten van het theoretische gedeelte op te nemen. De praktijk bestaat uit stage: dat kan een klassieke stage zijn (oefeningen en stage in scholen) of een (betaalde) ingroei- of LIO (Leraar-In-Opleiding)-baan.
Doctoraat Doctoreren is een doorgedreven vorm van specialisatie rond een bepaald onderwerp in een bepaald onderzoeksdomein. Na een intensieve periode van origineel wetenschappelijk onderzoek schrijf je de resultaten neer in een proefschrift dat je verdedigt voor de examenjury. Na slagen krijg je de titel van doctor. Het is de hoogste graad die kan worden uitgereikt door een Vlaamse universiteit. Basisvoorwaarde is uiteraard een diepgaande interesse voor een bepaald vakgebied, gekoppeld aan een brede maatschappelijke belangstelling én de bereidheid om je een aantal jaren in te zetten voor vernieuwend wetenschappelijk onderzoek.
Een doctoraatstitel kan een belangrijke troef zijn voor leidinggevende en creatieve (research)functies, niet in het minst door de internationale ervaring die de doctoraatsstudent opbouwt. De titel van doctor is ook een voorwaarde voor wie een academische carrière binnen de universiteit of een andere wetenschappelijke instelling ambieert.
Postgraduaat Een aantal opleidingstrajecten voorziet een verdere professionele vorming na het voltooien van een bachelor- of masteropleiding. Die postgraduaatsopleidingen verdiepen of verbreden een aantal competenties en omvatten ten minste 20 studiepunten. Na afloop van een postgraduaatsopleiding krijg je een postgraduaatsgetuigschrift of bv. een diploma met bepaalde beroepstitel.
Permanente vorming Alle opleidingsprogramma’s die niet leiden tot een formeel diploma zijn gebundeld onder de term ‘permanente vorming’. De programma’s zijn zeer uiteenlopend qua omvang en duur. Ook de toelatings-voorwaarden zijn erg verschillend afhankelijk van de opleiding.
Eerst wil ik enkele jaren in een leefgroep meewerken als opvoedster. Daarna wil ik wellicht wel als orthopedagoog aan de slag. Ik ben van plan om volgend jaar te beginnen met de lerarenopleiding. Ofwel volg ik lager onderwijs in afstandsonderwijs. Dan begin ik misschien wel als leerkracht lager onderwijs in een school met kinderen met problemen. Ik weet het eigenlijk nog niet. Aurelie, masterstudente
De meeste doctorandi zijn in die periode tewerkgesteld aan de universiteit als wetenschappelijk medewerker of in het kader van één of ander onderzoeksproject. Een hoge graad van expertise en de gepaste omkadering zijn alvast aanwezig.
16
17
1ste jaar Bachelor pedagogische wetenschappen
18
OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
Onderwijskunde
6
1
Orthopedagogiek
6
1
Sociale agogiek
6
1
Fundamentele pedagogiek I
5
2
Pedagogische en sociaalagogische praxis
9
2
Sociologie
5
2
Psychologie
5
2
Gedragsecologie
5
1
Statistiek I
8
1
Culturele antropologie
5
2
Semestersysteem Alle opleidingen zijn georganiseerd volgens het semestersysteem. Dat wil zeggen dat het academiejaar opgesplitst is in twee semesters. Het is een stimulans om regelmatig te werken vanaf het begin van het academiejaar. Elk semester eindigt met de examens over de vakken van dat semester. Zo krijg je al halfweg het academiejaar feedback over je vorderingen, je manier van werken enz. Een heel beperkt aantal vakken wordt nog gedoceerd over de twee semesters heen (jaarvakken). Meestal gaat het dan om zgn. integratievakken zoals masterproef, projecten, seminariewerken … Studiepunten Studiepunten (sp) verwijzen naar de omvang van een vak/opleiding. Elk ‘jaar’ bestaat uit 60 sp verdeeld over de verschillende vakken. Bij het bepalen van het aantal studiepunten wordt niet alleen rekening gehouden met het aantal uren les, oefeningen, practica … maar ook met de tijd die nodig is om alles te verwerken. Meer details over de verhouding aantal uren les/ oefeningen/practica/persoonlijke verwerking … vind je op www.studiegids.UGent.be. Ga via de faculteit en je opleiding naar het vak van je keuze.
19 19
2de jaar Bachelor pedagogische wetenschappen OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
Wetenschapstheoretische grondslagen van de pedagogiek
6
2
Historische pedagogiek
6
1
Comparatieve en internationale pedagogiek
6
2
Klinisch pedagogische en sociaalagogische praxis
7
1
Na de bachelor Een korte beschrijving van de inhoud van de rechtstreeks aansluitende master(s) vind je al in deze bachelorbrochure onder ‘opbouw’. Het concrete vakkenpakket kan je raadplegen via de website www.opleidingen.UGent.be. Afzonderlijke brochures over de masteropleidingen, gebundeld per faculteit, zijn te verkrijgen op eenvoudige aanvraag bij het Adviescentrum voor Studenten.
OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
AFSTUDEERRICHTINGSVAKKEN ORTHOPEDAGOGIEK
GEMEENSCHAPPELIJKE VAKKEN
Theoretische orthopedagogiek
6
1
Fundamentele pedagogiek II
5
2
Orthopedagogiek van bijzondere groepen
9
2
Diversiteit en inclusie
5
1
4
2
Psychologische modellen van hulpverlening
5
1
Ontwikkelings- en gedragsstoornissen: psychologische diagnostiek
Academische zoek-, lees- en schrijfvaardigheden
3
2
Jeugdbescherming en bijzondere jeugdbijstand
5
1
Klinisch-psychologische vaardigheden en diagnostiek
3
2
Pedagogische en sociaalagogische systemen
6
1
Onderzoekmethoden I
5
2
Neuropsychiatrie
3
2
Ontwikkelingspsychologie
6
1
Deontologie van het pedagogisch handelen
5
1
Orthopedagogische praktijk en stage
5
J
Ethica
6
1
AFSTUDEERRICHTINGSVAKKEN PEDAGOGIEK EN ONDERWIJSKUNDE
Fysiologie
4
2
Kleuteropvoeding
5
1
Voorschoolse opvoeding
5
2
5
2
Maatschappelijke dienstverlening
7
2
7
2
AFSTUDEERRICHTINGSVAKKEN SOCIALE AGOGIEK
Cultuur en educatie
4
2
Taaldidactiek
Statistiek II
6
2
Didactische werkvormen
5
2
Sociaal-cultureel werk en samenlevingsopbouw
Wiskundedidactiek
5
2
Vak te kiezen uit:
Curriculumontwikkeling
5
2
- Gemeenschapsgerichte eerstelijnsgezondheidszorg
5
2
Onderwijspedagogische praktijk
5
J
- vak uit bachelorprogramma’s UGent
5
2
Agogische praktijk
6
J
20 20
3de jaar Bachelor pedagogische wetenschappen
21
Inhoud vakken eerste jaar >> Onderwijskunde In dit opleidingsonderdeel wordt het referentiekader stap voor stap verrijkt met theoretische en empirische gegevens rond de volgende thema’s: ×× de epistemologische discussie over de grond van kennis; ×× visies op leren (behaviourisme, cognitivisme en constructivisme) en de daaruit volgende verschillende visies op instructie (bv. mastery learning, social learning theory, cognitive apprenticeship, experiential learning, situated cognition etc.); ×× het onderwijskundig ontwerpen van instructie (instructional design); ×× visies op en ontwikkeling van curricula (doelstellingenproblematiek, competentiekaarten, taakanalyse aanpakken etc.); ×× metacognitie; ×× assessment & evaluatie; ×× instructiesystemen; ×× kwaliteitszorg; ×× individuele verschillen.
Ik kan geen goede studente zijn als ik geen goed evenwicht heb tussen studeren en vrije tijd. Iedereen moet voor zichzelf uitmaken wat het best werkt. Bij mij is er een tijd voor plezier en een tijd voor studeren. Sylvie, 3de jaar bachelor
>> Orthopedagogiek Voor wat betreft de theoretische invalshoek worden personen met eenverstandelijke, fysieke, auditieve en visuele beperking, personen met gedrags- en emotionele stoornissen, personen met autisme spectrumstoornissen, personen met ernstig meervoudige beperkingen, personen die middelen misbruiken en personen met een dubbele diagnose bestudeerd naar geschiedenis, begrippenkader, etiologie, psychologie en orthopedagogische aanpak. Praktijkgericht zullen casussen worden geïntroduceerd die de theoretische kaders in een juist perspectief brengen. Alles wordt afgerond met een overzicht van enkele grote theoretische kaders die van belang zijn voor de orthopedagogiek.
22
23
>> Sociale agogiek
>> Pedagogische en sociaalagogische praxis
Volgende thema’s worden behandeld: ×× sociale agogiek als wetenschap en als beroep; ×× de verzorgingsstaat als context van sociaalagogisch handelen; ×× van probleemdefinitie naar sociaalagogisch werkveld; ×× dimensies van sociaalagogisch handelen; ×× van praktijk naar onderzoek.
In dit opleidingsonderdeel worden studenten aangesproken op het leren kijken naar pedagogische situaties, op het leren inzien van de betekenis van pedagogisch optimisme, en op de ontwikkeling van een grondhouding van waaruit op basis van een theoretische en empirische handelingsbasis pedagogisch gehandeld wordt in een diversiteit van concrete situaties. Dat betekent dat studenten, naast een theoretische inleiding, observatie- en oefenopdrachten krijgen die hen vertrouwd kunnen maken met het pedagogisch beroep in een diversiteit van contexten. Daarom wordt dit opleidingsonderdeel gegeven door een samenwerkingsverband van lesgevers die verbonden zijn aan die vakgroepen die verantwoordelijk zijn voor de pedagogische opleidingsonderdelen binnen de opleiding. Het vak hanteert systematisch een 50%-50% verhouding in de aandacht voor de theorie en het reflectief handelen in praktijksituaties. Het probeert inhoudelijk een vooruitblik te geven op de werkvelden waarin pedagogen terecht kunnen komen. Het opleidingsonderdeel helpt studenten een gefundeerde keuze te ontwikkelen voor een oriëntatie op de latere opties binnen de opleiding. Vanuit elke vakgroep worden hiervoor een aantal inhouden aangereikt.
>> Fundamentele pedagogiek I In dit opleidingsonderdeel worden een aantal pedagogische grondbegrippen in hun samenhang aan de orde gesteld: –– De pedagogische relatie en het ‘belang van het kind’; –– Het opvoedingsdoel met haar betekenis dilemma’s descriptief/prescriptief, intentie/effect, handeling/functie; –– De historiciteit van het opvoedingsdoel; –– Opvoedbaarheid en vormbaarheid; –– Kindantropologie en kindwaardigheid. Daarnaast wordt aandacht besteed aan een pedagogische weging van visies van andere wetenschappelijke disciplines op mens en kind. (Aan de hand van de bundel Het kind als spiegel van de beschaving onder redactie van Koops, Levering en De Winter (Amsterdam SWP 2007).) Daarenboven is er aandacht voor een eigentijdse oriëntatie op deugden aan de hand van de essaybundel van E.A.Godot Zonde van de tijd (Amsterdam SWP 2006).
24
×× vakgroep pedagogiek Kennismaking met de diversiteit van pedagogische werkvelden: leren kijken naar kinderen en jongeren en naar hoe we met kinderen en jongeren omgaan; reflectiemoment op de praktijkervaring. ×× vakgroep onderwijskunde Een eerste thema draait rond formeel en informeel leren bij musea en tentoonstellingen. Bij dit thema wordt de waarde van tentoonstellingen en musea belicht bij het formeel leren in schoolse situaties. Tegelijkertijd wordt ook aandacht besteed aan het informele leren waartoe ze kansen geven. In functie van beide vormen van leren wordt onderzocht hoe dergelijke pedagogische voorzieningen ontworpen, ontwikkeld en uitgewerkt kunnen worden om optimale kansen te bieden aan zeer heterogene doelgroepen. Voorbeelden in binnen- en buitenland worden belicht, met aandacht voor gegevens uit empirisch onderzoek. Daarnaast is er het thema leren leren, metacognitie en leerstijlen. Bij de analyse van eindtermen voor het onderwijs valt een aantal vakoverschrijdende eindtermen op. Ze kunnen onder de noemer ‘leren leren’ worden samengevat. In dat thema wordt een theoretische basis uitgewerkt voor benaderingen van leren
25
leren. Daarbij wordt verder gebouwd op theoretisch en empirisch werk m.b.t. metacognitie en leerstijlen. In voorbeelden en casuïstiek komen zowel het lager, secundair als het hoger onderwijs aan bod. ×× vakgroep orthopedagogiek De studenten krijgen in een inleidende les (theorie) een zicht op de grote vragen waarmee de orthopedagogiek als wetenschap op dit moment worstelt. Via oefeningen worden de studenten geconfronteerd met een aantal orthopedagogen uit verschillende praktijkvelden die hun praktijksituatie confronteren met het aangereikte theoretische kader. ×× vakgroep sociale agogiek Onder de noemer ‘van sociaal probleem naar agogische interventie’ worden volgende thematieken aangeraakt: effecten maatschappelijke veranderingen op dagelijkse leefwereld van diverse groepen, sociaal probleem en sociaal-probleemdefinitie, de inzet van agogische interventies: het gebruik van een sociale kaart. De noemer ‘van agogische interventie naar concrete ondersteuning’ omvat: spreiding en bereikbaarheid van interventies en voorzieningen, algemene versus specifieke interventies, afstemming vraag-aanbod, effectief agogisch handelen ...
>> Sociologie Het voornaamste doel van het opleidingsonderdeel sociologie is het specifieke karakter van de sociolo gische benaderingswijze bij de studie van de maatschappij te belichten. Er wordt vertrokken van de studie van gedrag, handelen, sociaal handelen en interactie. Sociologie wordt hierbij geduid als de studie van interactie. Na die afbakening worden de belangrijkste maatschappelijke processen bestudeerd, te weten institutionalisatie, socialisatie en sociale stratificatie. Steeds wordt aan getoond hoe structuur en cultuur twee elkaar aanvullende invalshoeken zijn bij de studie van die processen. Elk van de invalshoeken wordt toegepast op de lagen van maatschappelijke complexiteit, te weten het micro- (interacties) , meso- (groepen en organisaties), en macroniveau (samenlevingen en wereldsystemen). Het geheel van inzichten wordt toegepast op een aantal deelterreinen van de sociologie zoals de studie van deviantie, religie en van sociale verandering.
26
>> Psychologie In het eerste college wordt een kort overzicht gegeven van het studieobject, de onderzoeksmethoden en de diverse historische stromingen binnen de wetenschappelijke psychologie. Hierbij wordt in het bijzonder een vergelijking gemaakt tussen psychologisch inzicht als wetenschappelijke kennis en psychologisch inzicht als persoonseigenschap. Daarna komen een aantal thema’s binnen de fundamentele psychologie aan bod. Achtereenvolgens zijn dit: de biologische basis van het gedrag, perceptie, geheugen, taal. De cursus eindigt met colleges over toepassingen van de psychologie. Dit zijn: het testen van mentale vaardigheden, het meten van persoonlijkheidsverschillen, psychopathologie, psychotherapieën, en sociale psychologie.
Als student met dyslexie heb ik ettelijke uren nodig om de vele honderden pagina’s in het Nederlands, Engels, Frans en Duits door te nemen voor ieder vak. Wesley, masterstudent
>> Gedragsecologie In pedagogische contexten speelt de biologische basis van het gedrag een duidelijke rol. Dat zal blijken uit de behandeling van de volgende thema’s: –– patronen, ontwikkeling en genetica van het gedrag; –– wat zijn gedragsecologie en sociobiologie; –– evolutionair stabiele strategieën en (neodarwiniaanse) evolutie van gedrag; –– geslachtsidentiteit: seksualiteit, seksueel dimorfisme en seksuele conflicten; –– sociaal leven: leven in groep, egoïsme en altruïsme; –– de zorg voor een nageslacht: paarvorming, ouderzorg en alternatieve reproductiestrategieën; –– familiedynamiek en bloedverwantschap; –– ouder-kindrelaties en conflicten; –– van altruïsme tot vriendschap.
27
>> Statistiek 1 In dit opleidingsonderdeel komen volgende onderwerpen aan bod: –– methodologische aspecten van onderzoek; –– beschrijvende statistiek; –– associatiematen; –– lineair regressiemodel; –– kansverdelingen; –– statistisch schatten; –– statistisch toetsen.
>> Culturele antropologie Dit opleidingsonderdeel omvat volgende delen: –– kritisch overzicht van de culturele antropologie, met bijzondere aandacht voor veldwerk als interactieve en kwalitatieve methode; –– bespreking van de voornaamste antropologische concepten en interpretatiekaders; –– verbanden tussen de manieren waarop culturele diversiteit wordt bestudeerd door de kritische antropologie en waarop ze in de praktijk gerealiseerd wordt in de respectieve culturele en pedagogische processen; –– illustratie van de antropologische inzichten aan de hand van onderling verbonden thema’s als religie, kunst, economie …
Weekschema eerste jaar 1ste semester MAANDAG
2de semester DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
MAANDAG
8 u
8 u
9 u
9 u
10 u
Gedragsecologie
11 u
12 u
12 u Sociale agogiek
14 u
15 u
15 u
17 u
VRIJDAG
Pedagogische en sociaal agogische praxis Culturele antropologie
Orthopedagogiek
Onderwijskunde
TOT 18.45 U
TOT 18.45 U
16 u 17 u
Sociologie Psychologie TOT 18.45 U
18 u Dit weekschema geldt slechts als model, wijzigingen kunnen elk jaar voorkomen. Het moment waarop je oefeningen krijgt, is afhankelijk van de groep waarin je terecht komt. De groepsindelingen worden bekendgemaakt in één van de eerste hoorcolleges en/of via Minerva, de officiële digitale leeromgeving van de Universiteit Gent.
28
DONDERDAG
13 u
Statistiek I*
14 u
16 u
WOENSDAG
10 u
11 u
13 u
DINSDAG
18 u
Fundamentele pedagogiek I
Fundamentele pedagogiek I TOT 18.45 U
* aangevuld met oefeningen in groepen
29
Ik vond de overgang zeker een grote stap. Je hebt meer verantwoordelijkheid, je komt terecht in een grote groep studenten, je moet uitzoeken hoe je best notities neemt, hoe je de examens voorbereidt ... Maar zodra je aangepast bent, wil je niet meer terug! Ilse, 3de jaar bachelor
Studieondersteuning
B
eginnen aan universitaire studies betekent een grote verandering en aanpassing. Niet alleen is de groep studenten groter, het is vooral de hoeveelheid stof die omvangrijker is. Als student moet je bijgevolg beschikken over een flinke portie zelfstandigheid en doorzettingsvermogen. Dat is niet voor iedereen even gemakkelijk. Allerlei initiatieven met betrekking tot studieondersteuning begeleiden je in dat proces.
Onderwijs Studeren begint in de les. In de lessen verneem je wat er van je verwacht wordt en hoe dat geëvalueerd zal worden. Je krijgt extra uitleg en illustraties die je inzicht zullen bevorderen. Je kunt vragen stellen aan de lesgevers (voor, tijdens en na de colleges) of aan de assistenten. Voor ieder vak is er een specifiek begeleidingsaanbod: vraagbaak, werkcolleges, spreekuren, computeroefeningen ... Hier verloopt de ondersteuning in kleinere groepen of zelfs individueel. De Universiteit Gent beschikt ook over een elektronische leeromgeving onder de naam Minerva. Op die manier kan je op elk moment van de dag lesmateriaal of leeropdrachten bekijken of downloaden, opdrachten inleveren, online toetsen maken, communiceren met je lesgever en medestudenten … Een pc met internetaansluiting volstaat om in de digitale leeromgeving te stappen. Dat kan via je eigen pc thuis of op kot, of in één van de pc-klassen van de Universiteit Gent.
30
Monitoraat De problemen waar eerstejaars mee geconfronteerd kunnen worden, hebben soms te maken met de stof zelf maar meer nog met de manier van aanpakken. Vooral het ‘zelfstandig studeren’ blijkt één van de grootste uitdagingen te zijn. Op al die gebieden is het monitoraat actief. Je kan er terecht met je vragen én er worden afzonderlijke sessies en proefexamens opgezet.
>> Vragen Bij de monitoren kan je terecht met vragen over je studiemethode (organisatie, planning, aanpak) en persoonlijke studiegebonden problemen. Voorbeelden in dat verband zijn: ×× je voelt je nogal onzeker; ×× je stelt je de vraag of je een samenvatting moet maken en hoe je dat best doet; ×× je weet niet hoe je jouw notities van een bepaalde cursus moet samenbrengen; ×× je hebt vragen bij je studieplanning.
>> Activiteiten De activiteiten geven je een (beperkte) vakinhoudelijke studieondersteuning. Sessies: in kleine groepjes word je geholpen om de inhoud van een bepaalde gedoceerde stof te verwerken. Leerstofgebonden studietips worden meegegeven. Proefexamens: die geven je een goed beeld van het echte examen. Bovendien leer je omgaan met de veelgebruikte examenvorm ‘multiple choice’. Tevens krijg je de kans om je leerstofbeheersing te toetsen. Behaalde punten op een proefexamen hebben geen invloed op het echte examen. Feedbacksessies van de proefexamens: in groep worden oplossingsmogelijkheden, veel voorkomende fouten en studietips besproken.
31
×× Het initiatief om moeilijkheden en problemen te signaleren en om aan monitoraatactiviteiten deel te nemen, moet van de student zelf komen! ×× Het monitoraat werkt autonoom, d.w.z. heeft geen enkele binding met een vakgroep of met een professor die verantwoordelijk is voor een opleidingsonderdeel. ×× Een beroep doen op het monitoraat, aan activiteiten deelnemen, is steeds gratis!
Facultaire studentenverenigingen
>> Website
>> Studentenraad PPSR
www.monitoraatppw.UGent.be.
Aan de Universiteit Gent is er een uitgebreide inspraakmogelijkheid voor studenten. In de meeste commissies en raden is er een zitje voorzien voor de student. Ook binnen de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen is dat het geval. De PPSR (Psychologische en Pedagogische StudentenRaad) wil binnen de eigen faculteit de krachten van de verschillende studentenvertegenwoordigers bundelen en op elkaar afstemmen. Ze wil meteen ook de democratische binding met de basis, zijnde ‘alle’ studenten, onderhouden en verbeteren. Binnen de grote groep van de Facultaire StudentenRaden (FSR) is de PPSR erkend door de GSR (Gentse StudentenRaad), die de studentenvertegenwoordiging aan de gehele universiteit overkoepelt. De studentenvertegenwoordiging heeft in het verleden al meermaals zijn nut bewezen, zoals bij het uitbreiden van de openingsuren van de bibliotheek, de bespreking van de programmahervormingen enz. In het begin van het academiejaar wordt in de auditoria en ad valvas bekendgemaakt waar en wanneer de eerste bijeenkomst plaatsvindt. Iedere student van de faculteit Psychologie en Pedagogische Weten schappen is - evenals op alle vergaderingen van de PPSR - van harte welkom.
>> Principes
Trajectbegeleider –– geeft je individueel advies over je persoonlijk studietraject en studievoortgang; –– begeleidt en geeft informatie bij de keuzemomenten tijdens je studieloopbaan (afstudeerrichting, minor/major …), mogelijkheden i.v.m. GIT (geïndividualiseerd traject), aanvragen van een credit contract, spreiding van studies enz.; –– helpt je bij heroriëntering (overstap naar andere opleiding). De trajectbegeleider is bereikbaar in de Henri Dunantlaan 2, op de 1ste verdieping, lokaal 110.009. Voor een gesprek maak je best een afspraak (
[email protected] of 09 264 62 71). website: www.pp53.UGent.be/stb
Studieloopbaanadvies Het Adviescentrum voor Studenten is het centrale aanspreekpunt van de Universiteit Gent voor informatie en advies in verband met de diverse aspecten van de studieloopbaan zowel voor, tijdens als na je universitaire studie. Je kan er ook terecht voor begeleiding bij specifieke studieproblemen en persoonlijke/psychologische problemen.
32
>> Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring Het VPPK is de faculteitskring voor de studenten van de faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen. Hun hoofddoel is de relaties tussen de studenten onderling te bevorderen. De studentenvereniging organiseert elk academiejaar voor de studenten van de faculteit een aantal activiteiten op feestelijk, sportief en cultureel vlak. Elke maandag vindt er een clubavond plaats. Daarnaast staat het VPPK ook in voor de boekenverkoop bij de start van het academiejaar. Zij bezorgen jullie de boeken en cursussen die jullie nodig hebben.
Meer info www.vppk.be
[email protected]
33
Toelating Een diploma van het secundair onderwijs geeft rechtstreeks toegang tot de bacheloropleiding (behalve voor de opleidingen Geneeskunde en Tandheelkunde). Wie hierover niet beschikt, neemt best tijdig contact op met het Adviescentrum voor Studenten voor meer informatie over afwijkende toelatingsvoorwaarden. Bepaalde professionele bachelor diploma’s worden toegelaten tot het schakelprogramma dat voorbereidt op de masteropleiding. (zie rubriek ‘Bruggen van het professioneel hoger onderwijs naar de UGent’: p. 13).
Gewikt en gewogen
Unieke mix
E
Statistiek
en universitaire opleiding Pedagogische wetenschappen start vanaf nul. Voorkennis is meegenomen, maar geen voorwaarde om te slagen. Wat studenten eventueel al weten over psychologie en pedagogiek wordt op een fundamentele manier opnieuw bestudeerd. Tal van studies wijzen uit dat het onmogelijk is te voorspellen wie wel of niet slaagt in een universitaire opleiding. Verschillende factoren spelen daarbij een rol.
Intelligentie Intelligentie is een belangrijk studieobject van pedagogen. De intelligentie, zoals die wordt gemeten door de huidige tests, is tot op zekere hoogte bepalend voor het al dan niet slagen aan de universiteit, zo blijkt uit onderzoeken.
Niet alle slimmerds slagen Een bepaald niveau van intelligentie is noodzakelijk, maar de redenering ‘hoe intelligenter, hoe beter de resultaten’ gaat niet op. Dat heeft te maken met het feit dat, zodra je een bepaald intelligentieniveau bereikt hebt, andere factoren een sterke rol spelen: de studiestrategie, het studeergedrag en de persoonlijkheid bijvoorbeeld. Met studiestrategie bedoelt men methodes en technieken die studenten stap voor stap leren aanwenden om de grotere hoeveelheden stof te verwerken. Daarnaast speelt inzet, motivatie en zelfvertrouwen (studeergedrag) een grote rol. Ook de persoonlijkheidsfactoren die te maken hebben met aanpassings vermogen, realiteitszin, emotionele stabiliteit … oefenen een niet te onderschatten invloed uit.
34
Het is duidelijk dat niemand op al die factoren hoge toppen zal scheren. Ieder individu biedt zich aan met een unieke combinatie van sterke en minder sterke kanten. Een goed overdachte studiekeuze en de bereid heid om hard en regelmatig te studeren, zijn evenwel belangrijke garanties voor een succesvolle studie.
Toekomstige pedagogen hebben vaak geen al te grote voorliefde voor wiskunde. Pure wiskunde komt echter niet in het studieprogramma voor. Wel vormt statistiek een belangrijk onderdeel van de opleiding. De cursus omvat een geheel van methodes om op een wiskundige manier resultaten van tests, observaties, enquêtes … te verwerken, waaruit de studenten controleerbare besluiten kunnen trekken. Kennis van wiskunde uit het secundair onderwijs volstaat als voorkennis. Wie wil kijken hoe het met zijn wiskundevoorkennis staat in functie van de vakken statistiek die gegeven worden binnen de faculteit, kan terecht op www.studerenaandefppw.UGent.be.
Mensenkennis Pedagogen bestuderen de mens en verzamelen zo mensenkennis. Een goed pedagoog dient bijgevolg over heel wat mensenkennis te beschikken. De mensenkennis die we opdoen uit onze dagelijkse omgang met mensen, is evenwel doorgaans zeer subjectief. Wat we opmerken en registreren, hangt af van wat voor ons opvallend, belangrijk of bedreigend is. Zo gebeurt het dat het beeld dat we van iemand hebben, niet overeenkomt met wat anderen ervaren hebben. Pedagogiek als wetenschappelijke discipline is in eerste instantie begaan met de objectiviteit van de waarneming. Dat veronderstelt een kritische houding tegenover de gebruikte onderzoeksmethodes en ook tegenover zichzelf.
35
De afstudeerrichting othopedagogiek heb ik pas gekozen op de momenten dat ik moest kiezen. Daar stond ik in het eerste jaar bachelor nog niet bij stil. Ik heb de eerste twee jaar dan ook de vakken rond onderwijskunde en sociale agogiek ernstig genomen. Op universitair niveau leer je met een andere bril naar iets kijken. Reflecteren en een metapositie innemen zijn dan ook belangrijke zaken. Ines, masterstudente
36
Pedagogisch vaardig Pedagogische vaardigheden worden tijdens de opleiding zelf bijgebracht maar van een beginnend pedagoog mag verwacht worden dat hij of zij beschikt over een levendige belangstelling voor anderen: voor kinderen en ouderen, voor individuen en groepen en voor het hele maatschappelijk gebeuren. Geduldig kunnen omgaan met kinderen en andere leeftijdsgroepen is evenzeer een evidente basisvaardigheid. Het beroepsveld is in volle ontwikkeling, denk maar aan ICT en aan de zogenaamd nieuwe maatschap pelijke problemen. Hierop inspelen veronderstelt een grote maatschappelijke interesse en een permanente bereidheid tot bijscholing. De uitdagingen ga je uiteraard niet alleen te lijf: teamspirit is nodig om samen met collega’s uit de eigen of andere disciplines naar oplossingen te zoeken en die samen uit te voeren.
Academisch competent?! In het hoger onderwijs vindt een langzame verschuiving plaats van kennisgericht opleiden naar competentiegericht begeleiden en beoordelen. Ook in de academische opleidingen is meer en meer aandacht voor algemene competenties. Hiermee worden zaken bedoeld zoals het verwerken van informatie, creativiteit, communiceren, probleem oplossend denken … Aan de Universiteit wordt uiteraard veel aandacht besteed aan de wetenschappelijke competenties. Je wordt ondergedompeld in de wereld van wetenschappelijk onderzoek en je leert hoe complexe theoretische en/of concrete problemen vanuit wetenschappelijke achtergrond worden benaderd. Het zijn competenties die in heel veel werksituaties van onmisbaar belang zijn en die de eigenheid van een academisch diploma bepalen. Diploma’s blijven uiteraard belangrijk maar bij sollicitaties wordt er steeds meer gepeild naar die achterliggende competenties.
Aan het werk >> Polyvalentie De opleiding tot pedagoog biedt een ruime waaier van arbeidsmogelijkheden. Belangrijk hierbij is het feit dat de opleiding een evenwicht betracht tussen een algemene opleiding als ‘pedagoog’ en een zekere specialisatie, via de afstudeerrichtingen of majors. Hiermee sluit de opleiding aan bij ontwikkelingen in het werkveld zelf, waar – zonder afbreuk te doen aan de waarde van een zekere vorm van specialisatie – toch vooral een polyvalente pedagogische vorming gewaardeerd wordt. Die waardering geldt des te meer naarmate pedagogen meer en meer werkzaam zijn in multidisciplinaire teams. Rekening houdend met die polyvalentie, behoudt iedere afstudeerrichting een aantal accenten op beroepsvlak. Afgestudeerden in de richting pedagogiek en onderwijskunde kunnen, onafhankelijk van hun keuze voor een major, terecht in een zeer breed werkveld. Meestal nemen ze hierbij een coördinerende, plannings-, strategische, ondersteunende of onderzoeksrol in. Maar ook heel wat afgestudeerden combineren dat met de directe uitvoeringspraktijk. Veel pedagogen komen terecht in die domeinen van de samenleving die iets te maken hebben met opvoeding. Zo kan je een plek vinden in opvoedings- en adviescentra, leerlingen- en ouderbegeleiding, in opleidingen voor vrijetijdsbegeleiders, in beleidsontwikkeling rond kind en gezin. Het onderwijs biedt eveneens een grote waaier aan mogelijkheden, zowel op beleidsniveau als meer praktijk gericht. Er kan onder meer tewerkstelling zijn in begeleidingsdiensten voor scholen, de lerarenopleidingen, trainingscentra, uitgeverijen van educatieve (vaak elektronische) materialen, onderwijsbegeleidingsdiensten, centra voor permanente vorming, basiseducatie, centra voor leerlingenbegeleiding (CLB). Het takenpakket is dan ook heel ruim waaronder het ontwikkelen van een curriculum, productie van leermateriaal, het invoeren van onderwijsvernieuwingen (zoals ICT), kwaliteitscontrole van onderwijs, verrichten van wetenschappelijk onderzoek naar leren en onderwijzen, het samenstellen van bedrijfsopleidingen …
37
Maar ook in andere sectoren vind je pedagogen terug: bv. in buurtwerking, stadsontwikkeling, in het ontwerpen en implementeren van mediaproducties … Afhankelijk van de plaats waar je werkt, ligt het accent meer op het ontwerpen van programma’s, beleidsadvisering, begeleiding van leerkrachten of docenten, evaluatie en kwaliteitszog, ondersteuning van scholen en instellingen of meer op het onderzoek. Voor afgestudeerden in de orthopedagogiek bestaat het ruime werkveld voornamelijk uit diverse vormen van bijzondere ondersteuning van mensen: de zorg voor personen met een (functie)beperking, het buitengewoon onderwijs, diensten voor begeleid wonen, bijzondere jeugdzorg, onthaaltehuizen, opvangcentra voor jongeren enz. Orthopedagogen staan in voor de diagnostiek van kinderen en jongeren in probleemsituaties. Ze zijn betrokken bij het voorlichten, adviseren en begeleiden van ouders en (beroeps)opvoeders en staan zelf in voor de uitvoering van een aantal orthopedagogische behandelingen. Binnen de orthopedagogiek kunnen we verschillende werkterreinen onderscheiden. Orthopedagogen werken in de (geestelijke) gezondheidszorg, zowel in de ambulante als (semi)residentiële gezondheidszorg, bv. kinder- en jeugdpsychiatrische instellingen. Orthopedagogen zijn ook werkzaam in de gehandicaptenzorg: in revalidatiecentra, activiteitencentra, instellingen voor kinderen/volwassenen met een (functie)beperking, dagverblijven voor kinderen en ouderen. Anderen verrichten taken op het gebied van leerlingenbegeleiding, ondersteuning van leerkrachten, schoolteams en schoolorganisaties bv. in scholen voor buitengewoon onderwijs, schoolbegeleidingsdiensten. Tevens zijn er orthopedagogen werkzaam binnen de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming. Zij zijn o.a. verbonden aan (gezins)voogdij-instellingen, ambulante en residentiële behandelingseenheden. Studenten die de major Lerarenopleiding volgen, bereiden zich veeleer voor om als orthopedagoog in het onderwijs te gaan. Als je die major kiest en ook de resterende 30 sp van de Specifieke Lerarenopleiding opneemt na de master, kan je bv. als lesgever in de orthopedagogiek terecht in het secundair (2de en 3de graad) en hoger onderwijs.
>> Onderzoek Voor alle pedagogen vormt het onderzoek een belangrijke afzetmarkt. Dat onderzoek kan kaderen binnen een academische context, maar is vaak ook opdrachtonderzoek voor o.a. de overheid in het kader van beleidsvoorbereiding. Voorbeelden hiervan zijn: onderzoek in het kader van sociale planning en/of jeugdwerkbeleidsplanning, onderzoek naar de kwaliteitszorg in voorzieningen, onderzoek naar de optimalisering van de kinderopvang, onderzoek naar de mogelijke ICT-toepassingen in het onderwijs enz.
>> Toekomst Zoals we al opmerkten is het beroep van pedagoog in volle evolutie en tegen de tijd dat nieuwe studenten hun diploma van master behaald hebben, kan het arbeidsveld er weer anders uitzien. Naarmate men op verschillende plaatsen in onze samenleving allerhande problemen wil oplossen, zullen specialisaties die nu nauwelijks of nog niet voorhanden zijn, meer en meer gevraagd worden. Een tweede gegeven is de loskoppeling van diploma en de job, die meer dan vroeger een feit is geworden. Bij vacatures wordt minder vaak een specifiek diploma vereist. Er wordt een profiel uitgetekend van de kandidaat en wie hieraan het best beantwoordt, wordt aangeworven. Voor dat soort polyvalente functies komen vaak zowel psychologen als pedagogen in aanmerking en beide komen op hun beurt in concurrentie met afgestudeerden uit andere studierichtingen. Talenkennis, sociale vaardigheid, leiderschapskwaliteiten, kennis van informatica en dergelijke zijn belangrijke troeven op de arbeidsmarkt. Waar de directe tewerkstellingskansen in het algemeen veeleer beperkt zijn, heb je er alle belang bij om die richting te kiezen die je meent aan te kunnen en graag wil volgen. De kansen op een uiteindelijke tewerkstelling zijn groter voor iemand die met overtuiging een eigen richting is ingeslagen dan voor iemand die dit alleen uit opportunistische overwegingen doet.
Met mijn diploma hoop ik creatief aan de slag te kunnen. Hiermee bedoel ik dat ik opensta voor vele soorten jobs, als ik mij maar creatief kan uiten. Een kritische blik en gezond verstand staan voor mij centraal. Marie, masterstudente
Studenten die in het 3de jaar bachelor voor de afstudeerrichting Sociale agogiek kiezen, stromen in de master door naar de opleiding Sociaal werk. Meer informatie over het werkveld is te vinden in de aparte infobrochure Master Sociaal Werk.
38
39
Nog meer info Opleidingsaanbod UGent www.opleidingen.UGent.be Adviescentrum voor Studenten www.UGent.be/adviescentrum
>> De regionale studie-infodagen (sid-ins) In alle Vlaamse provincies worden door scholen en Centra voor Leerlingenbegeleiding, op initiatief van het departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, speciale studie-informatiedagen georganiseerd. Ook de Universiteit Gent is daarop aanwezig met een aantal studieadviseurs en medewerkers uit de faculteiten.
>> De brochures Over elke bacheloropleiding van de Universiteit Gent bestaat een gedetailleerde brochure. De informatie over de masteropleidingen is gebundeld in afzonderlijke brochures per faculteit. Alle brochures kunnen op eenvoudige aanvraag verkregen worden in het Adviescentrum voor Studenten of via de website geraadpleegd worden (www.opleidingen.UGent.be ga naar de opleiding van je keuze via de rechterbalk).
>> De infodagen aan de universiteit De Universiteit Gent organiseert voor iedere opleiding een afzonderlijke infodag. Je kan ter plaatse de opleiding beter leren kennen. Door het contact met professoren, assistenten of ouderejaars kan je nagaan of je verwachtingen wel kloppen. Boven alles krijg je een beeld van wat je écht te wachten staat. Ook voor ouders worden er speciale infodagen georganiseerd. Een folder (incl. inschrijvingsstrook) kan je verkrijgen in je Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), via het Adviescentrum voor Studenten of op de website (www.opleidingen.UGent.be > infodagen).
40
>> Het Adviescentrum voor Studenten Universiteit Gent Blijven er na een bezoek aan de sid-ins en infodagen en na het doornemen van de documentatie nog vragen over of wens je een persoonlijk gesprek, dan kan dat op het Adviescentrum. De studieadviseurs staan ter beschikking van toekomstige studenten en hun ouders. Voor een uitgebreide babbel is het wel wenselijk vooraf een afspraak te maken.
>> De Universiteit Gent op internet Up-to-date informatie over de Universiteit Gent kan je op elektronische wijze raadplegen. Wil je meer weten over een bepaalde vakgroep of over het onderzoek dat daar wordt verricht, wil je de exacte studieprogramma’s kennen van alle opleidingen of ben je nog volop aan het zoeken en wil je in een notendop de verschillende kenmerken van de opleidingen raadplegen? Neem dan je surfplank en vereer ons met een bezoekje: www.UGent.be.
>> Documentatie Straks student in Gent: algemene kennismakingsbrochure voor de toekomstige student Infodagen: data + inschrijvingsformulier voor de infodagen per opleiding; nieuwe versie december Wonen in Gent: info over huisvesting; nieuwe versie januari Vlot van start: info over vakantiecursussen en inschrijvingsmodaliteiten; nieuwe versie januari Centen voor Studenten: info over studiefinanciering, sociaaljuridisch statuut …; nieuwe versie februari.
41
16, 18 2, 2 30
G
Adviescentrum voor Studenten Station Gent Sint-Pieters
Belangrijkste leslokalen eerste jaar bachelor Pedagogische wetenschappen
Stadsplan
16
WE EST EEN EMS DELG HUN
42 E40-BRUS SEL
43
faculteitsgebouwen 2, 7 Letteren en Wijsbegeerte 12 Rechtsgeleerdheid 12 Politieke en Sociale Wetenschappen 16 Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 4 Economie en Bedrijfskunde 18, 19, 23 Wetenschappen 3, 8, 24 Ingenieurswetenschappen en Architectuur 15 Bio-ingenieurswetenschappen 21 Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen 17 Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding 20 Farmaceutische Wetenschappen 26 Diergeneeskunde
18
2
Voor alle verdere inlichtingen:
Adviescentrum voor Studenten Directie Onderwijsaangelegenheden Afdeling Studieloopbaanadvies Sint-Pietersnieuwstraat 33, 9000 Gent T 09 331 00 31 -
[email protected] www.UGent.be/adviescentrum
Pedagogische wetenschappen Informatiebrochure bacheloropleidingen aan de Universiteit Gent 2012
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
Wijsbegeerte, Moraalwetenschappen Taal- en letterkunde: twee talen Oosterse talen en culturen Oost-Europese talen en culturen Afrikaanse talen en culturen Geschiedenis Kunstwetenschappen Archeologie Rechten Criminologie Politieke wetenschappen, Communicatiewetenschappen, Sociologie Psychologie Pedagogische wetenschappen Economie, Toegepaste economie, Handelsingenieur Wiskunde Fysica en sterrenkunde Informatica Chemie Biologie Biochemie en biotechnologie Geologie Geografie en geomatica Burgerlijk ingenieur Burgerlijk ingenieur-architect Bio-ingenieur Geneeskunde Tandheelkunde Logopedie, Audiologie Biomedische wetenschappen Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie (i.s.m. Arteveldehogeschool) Farmacie Diergeneeskunde