Wegen naar Werk Een onderzoek naar de mogelijkheden voor werkgelegenheid van terugkerende vreemdelingen in het kader van het project ‘Transithuis voor mensen in vreemdelingendetentie’
Landenrapport India
Carlijn Savelkouls April 2009 Samenwerkingsproject Kerk in Actie en Stichting Oikos
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Introductie......................................................................................... 3 Hoofdstuk 2 India................................................................................................. 5 Hoofdstuk 3 Economie en Werkgelegenheid..............................................................9 Hoofdstuk 4 vanuit Nederland op zoek naar werk.................................................... 11 Hoofdstuk 5 Conclusies ....................................................................................... 16 Hoofdstuk 6 aanbevelingen.................................................................................. 18 Bronnen.............................................................................................................22 Bijlage 1 Gegevens bedrijven, NGOs, religieuze instellingen......................................23 Bijlage 2 Kaart India............................................................................................24
Wegen naar Werk – Landenrapport India
2
Hoofdstuk 1 Introductie 1.1 Achtergrond van het onderzoek Voor u ligt een rapport dat geschreven is naar aanleiding van de resultaten van een pilot onderzoek naar de mogelijkheden voor werk voor terugkerende uitgeprocedeerde migranten naar India. Het onderzoek is verricht door Stichting Oikos (Oikos) in opdracht van Kerk in Actie. Het onderzoek valt als deelproject binnen het Project Transithuis, voor mensen in de vreemdelingendetentie van Kerk in Actie, het Justitiepastoraat, IOM, ICCO, INLIA en het Leger des Heils. Deze organisaties werken samen om een Transithuis in te richten waar mensen worden begeleid bij terugkeer naar hun land van herkomst. Het betreft hier voornamelijk mensen die in vreemdelingenbewaring zijn gesteld. Kerken en maatschappelijke organisaties houden zich al sinds vele jaren bezig met het welzijn van asielzoekers en migranten. In eerste instantie vooral door de opvang van asielzoekers & migranten én door zich in te zetten voor rechtvaardige en snellere asielprocedures. Tevens waren zij betrokken bij acties voor een generaal pardon, tegen het op straat zetten van mensen en de inhumane situatie in de vreemdelingenbewaring, met name ook waar het kinderen betrof. Maar kerken en maatschappelijke organisaties raakten vervolgens ook steeds meer betrokken bij het begeleiden van mensen wier situatie in Nederland uitzichtloos geworden was. Omdat zij, soms na langdurige en herhaalde procedures, niet erkend werden als vluchteling of als migrant zonder verblijfspapieren er niet in slaagden het hoofd boven water te houden. Kerk in Actie wil zich met dit onderzoek niet uitspreken of het terecht is dat deze mensen geen perspectief meer hebben in Nederland. Zij wil voornamelijk kijken of zij bij kan dragen aan een duurzaam toekomstperspectief in het land van herkomst, dan wel elders, voor mensen die dit in Nederland niet meer hebben. Dit pilot onderzoek richt zich op een specifiek onderdeel voor een geslaagde terugkeer; de mogelijkheden voor werk, en in het verlengde daarvan voor inkomen. Dit is één van de voorwaarden om in het land van herkomst een nieuw bestaan te kunnen opbouwen. Niet alleen om financieel onafhankelijk te zijn/worden maar ook om een sociaal netwerk op te bouwen, zich weer thuis te kunnen voelen en eigen waarde op te bouwen. Tegelijkertijd is er in de landen waar veel mensen naar terugkeren vaak een grote werkloosheid. Er is vaak een groot overschot aan arbeidskrachten. Dit maakt het vinden van werk, zeker in de formele sector, niet makkelijk. Toch zijn er soms ook mogelijkheden, bijvoorbeeld wanneer er in bepaalde sectoren tekorten bestaan aan gekwalificeerd en ervaren personeel. Het doel van het onderzoek is om zo concreet en gedifferentieerd mogelijke informatie te bieden over de mogelijkheden voor werk voor mensen die terugkeren naar India. Hierbij wordt met name gekeken naar de mogelijke bijdragen van Nederlandse bedrijven, NGO’s en ook religieuze instellingen. Kerk in Actie en Oikos hebben het specifieke doel om met dit pilot onderzoek te testen of en zo ja, hoe deze informatie te verkrijgen is. 1.2 Werkwijze Voor dit onderzoek is gezocht waar informatie te vinden is over welke Nederlandse bedrijven, Nederlandse NGOs en Nederlandse religieuze instellingen werkzaam zijn in Wegen naar Werk – Landenrapport India
3
India. Deze informatie is gezocht via internet, literatuurstudie, contacten met bedrijven, NGOs en religieuze instellingen in Nederland. Contact is gezocht met de Nederlandse ambassade in India, de Netherlands Business Support Offices in India, overkoepelende organisaties van NGOs in India, de Wereldraad van Kerken, en andere organisaties met informatie over Nederlandse bedrijven, NGOs en religieuze instellingen werkzaam in India. Enquetes zijn verstuurd naar Nederlandse bedrijven in India en Nederlandse alumni woonachtig in India. Een evaluatie van de werkwijze van het Wegen naar Werk onderzoek is te vinden in een apart verslag. Hierin zijn de ervaringen van de onderzoeken voor zowel India, Ghana als Sierra Leone beschreven. Tijdens dit onderzoek zijn de (persoonlijke) kenmerken van de migranten die terug willen keren naar India niet meegenomen. Op dit moment is nog onbekend welke migranten terug willen keren. Daarnaast zijn geen persoonskenmerken bekend van personen die een verblijfvergunning aan hebben gevraagd, dan wel van uitgeprocedeerde asielzoekers. Hoewel leeftijd, land van herkomst en gender wel worden geregistreerd, zijn deze voor uitgeprocedeerden niet openbaar beschikbaar. Van overige kenmerken die van belang zijn bij de terugkeer naar het land van herkomst, als gezondheidssituatie, opleidingsniveau, werkervaring, stad of dorp van herkomst, bestaat op dit moment geen registratie.
Wegen naar Werk – Landenrapport India
4
Hoofdstuk 2 India Voordat we kunnen kijken naar specifieke werkmogelijkheden voor terugkeerders uit Nederland naar India is het belangrijk om een algemene introductie van India te geven. In dit hoofdstuk vindt u daarom algemene informatie over India die een indruk geeft van de context waarin terugkeerders op zoek gaan naar werk. Basisgegevens India Oppervlakte Hoofdstad Bevolkingsaantal Bevolkingsgroei Taal Religie
3.287.590 km2 (88 x Nederland) New Delhi 1.095 miljoen inwoners 1,5 procent Hindi, Engels 83 procent hindoe, 11 procent moslim
Economische indicatoren Bbp Bbp per hoofd van de bevolking Reële groei bbp Stijging consumentenprijzen Munteenheid
922,9 miljard US dollar (2006) 840 US dollar 9,4 procent (2006) 6,2 procent (2006) rupee (1 rupee = 0,01758 euro, 22.10.2007)
2.1 Geografie Dat India een groot land is, is alom bekend. Inclusief de gebieden waarover de territoriale rechten door zowel Pakistan als India worden geclaimd, heeft India een oppervlakte van bijna 3,3 km2. Dit op zes na grootste land ter wereld is bovendien erg divers. India bestaat geografisch uit verschillende regio’s. In het noorden, grenzend aan Nepal en Tibel, de hoge toppen van het Himalayagebergte. Parallel aan de Himalaya strekken de riviervlaktes van de Indus en de Ganges, ook wel bekend als de ‘Great Plains’, zich uit. Het westen van India wordt voor een groot gedeelte gevormd door de Thar woestijn, de ‘Great Indian Dessert’. Het grootste gedeelte van deze woestijn ligt in de staat Rajastan, waarvan het 61% van het grondoppervlak beslaat. De woestijn wordt begrensd door de centrale hooglanden, voornamelijk bestaande uit drie plateaus van zeer oude
Wegen naar Werk – Landenrapport India
5
geologische formaties. De laatste geografische regio die onderscheiden kan worden zijn de kustvlakten, gekenmerkt door hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Het zal niet verwonderlijk zijn dat deze geografische verschillen samenhangen met grote diversiteit op andere terreinen, zoals demografie en economische ontwikkeling. 2.2 Demografie Met naar schatting1 1,147 miljard inwoners in 2008 is India een van de meest dichtbevolkte landen ter wereld. De bevolkingsdichtheid verschilt echter nogal per regio. Het grootste gedeelte van de bevolking woont in de riviervlaktes van de Ganges en Indus. Met name de deelstaten Uttar Pradesh en West-Bengalen zijn dichtbevolkte gebieden. Daarnaast kennen ook Kerala, delen van Assam, de oostelijke rivierdelta's, de omgeving van Chennai en de kustvlakten tussen Mumbai en Gujarat een hoge bevolkingsdichtheid. De laatste volkstelling (2001) laat zien dat de verschillen tussen de deelstaten toenemen. Er zitten grote verschillen in bevolkingsgroei tussen de deelstaten. Zo groeide het Zuidelijke Kerala over de laatste tien jaar met gemiddeld 0,9 procent, terwijl Bihar in het Noordoosten in diezelfde periode groeide met gemiddeld 2,43 procent per jaar. Bevolkingsopbouw 2009 (in procent van totaal): 0 - 14 jaar 31,1 15 - 64 jaar 63,6 65 jaar en ouder 5,3 Voornaamste steden en aantal inwoners 2001 (in miljoen): Mumbai 16,4 Kolkata 13,2 Delhi 12,8 Chennai 6,4 Bangalore 5,7 Hyderabad 5,5 Ahmedabad 4,5 Population Projections (in millions) Year
Under 15
15-64
65+
Total
2000
361
604
45
1010
2005
368
673
51
1093
2010
370
747
58
1175
2015
372
819
65
1256
2020
373
882
76
1331
1
de laatste volkstelling stamt uit 2001. Recentere cijfers zijn geschat op basis van projecties. Wegen naar Werk – Landenrapport India
6
Het omgaan met de bevolkingsomvang en –verdeling is een belangrijk punt van aandacht voor de Indiase overheid. Zo is bijvoorbeeld economische groei nodig om de werkgelegenheid op peil te houden voor de toenemende bevolking. 2.3 Taal De bevolking is zeer gevarieerd, met name wat betreft taal of dialect. In totaal worden in India ongeveer 850 talen gesproken, waarvan er negentien door de overheid zijn aangemerkt als officiële taal. Deze diversiteit in talen en dialecten vormt voor een belangrijk gedeelte de basis voor de verdeling van het land in deelstaten en 'union territories'. De talen in het noorden van India behoren voornamelijk tot het Indo-Arisch. Van deze talen is het Hindi de belangrijkste. 42,2 procent van de totale bevolking spreekt deze taal. Hindi wordt voornamelijk gesproken in de deelstaten Rajasthan, Haryana, Punjab, Himachal Pradesh, Uttar Pradesh, Bihar en Madhya Pradesh. In Zuid-India behoren de verschillende talen tot een geheel andere groep: het Dravidisch. Ze worden voornamelijk gesproken in de deelstaten Tamil Nadu (Tamil), Kerala (Malayalam), Andhra Pradesh (Telugu) en Karnataka (Kannada). Daarnaast wordt door een aantal stammen in de rurale gebieden een veelheid van talen gesproken zoals het Tibetaans (voornamelijk in het Himalayagebied). In de politiek en de zakelijke wereld geldt het Engels als de belangrijkste taal. Engels is, na Hindi, de tweede officiële taal in India. Hoewel ongeveer 90 miljoen mensen Engels spreken, is deze taal voor minder dan een kwart miljoen de eerste taal. 2.4 Kastenstelsel Een laatste element dat hier niet kan ontbreken, vanwege de belangrijke rol in de bevolkingsverdeling, is het kastenstelsel. Op basis van geboorte behoort men tot een bepaalde kaste. Deze kaste beïnvloedt onder andere iemands status en beroep. Hoewel het kastenstelsel officieel werd afgeschaft in de jaren 50 van de vorige eeuw, speelt het nog altijd een rol in het dagelijks leven. Met name in rurale gebieden is het kastenstelsel nog volop aanwezig. In de grote steden is de invloed van het kastenstelsel door de jaren heen veel minder geworden, maar nog altijd zijn er voorbeelden van discriminatie van Daliths als het gaat om toelatingen tot opleidingen, mogelijkheden voor werk, of persoonlijke relaties.
Wegen naar Werk – Landenrapport India
7
Hoofdstuk 3 Economie en werkgelegenheid Dit hoofdstuk zal ingaan op de algemene situatie van werkgelegenheid in India en op de potentiële sectoren met vraag naar arbeidskrachten. Daarnaast zal de algemene economische situatie in India worden besproken. 3.1 Economie De Indiase economie behoort tot de snelst groeiende economieën ter wereld. De afgelopen jaren bedroeg deze groei gemiddeld meer dan acht procent per jaar. In 2006/2007 was deze groei zelfs 9,4 procent. Vooral de dienstensector draagt bij aan deze groei van de economie. In 2008 was de dienstensector verantwoordelijk voor naar schatting 53,7 procent van het BBP met nog geen derde van de werkende bevolking. Onder andere de populariteit van India als bestemming voor ‘outsourcing’ (uitbesteden) van diensten draagt hieraan bij. Met name op ICT-gebied (zoals website beheer, technisch ontwerp, online services en call-centres) worden veel diensten (internationaal) uitbesteed aan India. De goede beheersing van de Engelse taal, gecombineerd met een groot aantal hoogopgeleiden en relatief lage loonkosten maakten van India een populaire bestemming. Behalve de dienstensector bestaat Indiaas economie in 2008 voor 29,1 procent uit industrie en voor 17,2 procent uit landbouwactiviteiten. Ruim 60 procent van de arbeidsbevolking is werkzaam in de agrarische sector. De belangrijkste agrarische producten zijn rijst, graan, oliezaden, katoen, jute, thee, suikerriet, aardappelen, uien, zuivelproducten, schapen, geiten, gevogelte en vis. Deze producten worden zowel kleinschalig verbouwd voor eigen consumptie, als op grotere commerciële schaal. Het grootste gedeelte van deze producten is bestemd voor de binnenlandse markt, onder andere doordat de Indiase overheid de export van agrarische producten beperkt. Het grootste gedeelte van de export bestaat uit diensten (software bijvoorbeeld) en fabrikaten (met name petroleum producten, textiel, edelstenen en sieraden, chemicaliën en leerproducten). Deze exportproducten worden voornamelijk verkocht aan de VS (15 procent), China (8,7 procent), Verenigde Arabische Emiraten (8,7 procent) en het Verenigd Koninkrijk (4,4 procent). Nederland staat met 3,2 procent op de achtste plaats op de lijst van exportpartners. De exportproducten die hierboven genoemd zijn laten meteen zien wat de belangrijkste industriële producten zijn. Behalve deze industrieën zijn ook de voedselverwerkende industrie, transport benodigdheden en machinerie belangrijke sectoren. De Indiase export, verantwoordelijk voor ongeveer 22 procent van het BBP, groeide de afgelopen jaren aanzienlijk. De eerste helft van 2008 bijvoorbeeld groeide de export met meer dan 30 procent. Echter, als gevolg van de financiële crisis is met name de exportsector afgenomen. De laatste maanden was er voor het eerst in vijf jaar tijd sprake van een daling van de export. In november 2008 ging het om een daling van 12,7 miljoen dollar en gevreesd wordt dat er rond de 10 miljoen banen in de exportsector verloren zullen gaan. Onder andere de textielindustrie en edelstenenindustrie hebben het moeilijk, maar ook andere sectoren hebben te maken met een teruglopende omzet vanwege de financiële crisis. Voorbeelden hiervan zijn de autoverkoop en de onroerendgoedsector. Verwacht wordt dat de economische groei in 2008/2009 terug zal lopen naar een niveau tussen de 5,5 en 7 procent. Wegen naar Werk – Landenrapport India
8
Ondanks deze terugloop in economische groei blijft India een van de snelst groeiende economieën ter wereld. India heeft een grote binnenlandse markt, de financiële sector is nog altijd sterk en een groot aantal in India gevestigde bedrijven zijn gezond. Bovendien is India relatief weinig afhankelijk van de export (ter vergelijking: in Nederland bedroeg in 2007 de export 40,9 procent van het BBP), de sector waar de crisis de grootste impact heeft. Op de langere termijn kan de ITC sector in India zelfs profijt hebben van de financiële crisis vanwege de verhoogde druk op Westerse bedrijven, met name in de VS, om kosten te besparen. Hierdoor zou het outsourcen naar Indiase ITC bedrijven in de toekomst toe kunnen nemen. 3.2 Werkgelegenheid Als onderdeel van de volkstelling in 2001 werd ook gekeken naar de werkende bevolking. In dat jaar bestond de werkende bevolking uit 402 miljoen mensen, ofwel 39,1 procent van de bevolking. Geschat wordt dat deze beroepsbevolking in 2008 toegenomen is tot 523,5 miljoen mensen, 45,6 procent van de bevolking. Over de werkloosheid in India zijn nauwelijks betrouwbare cijfers te vinden. Volgens India’s Planning Commission was de werkloosheid in 2005/2006 9,1 procent, ongeveer 36 miljoen werklozen. De CIA schat de werkloosheid in 2008 op ongeveer 6,8 procent, oftewel bijna 78 miljoen werklozen. Deze getallen houden echter geen rekening met mensen die parttime werken, maar graag meer zouden willen werken. Als deze groep wel meegerekend wordt, komt het aantal werklozen volgens sommigen op ruim het dubbele aantal uit. Naar verwachting zal het aantal werkzoekenden nog verder toenemen en geschat wordt dat tot 2010 ten opzichte van 2001 ongeveer 150 miljoen extra banen geschapen zullen moeten worden om de werkloosheid te laten verdwijnen. Van de werkende bevolking, is slechts zeven procent werkzaam in de ‘georganiseerde’ sector. De georganiseerde sector bestaat uit bedrijven die beschikken over administratie zoals statistieken en jaarrekeningen. De overige 93 procent van de beroepsbevolking is werkzaam in de ‘ongeorganiseerde’ sector. Deze sector bestaat uit bedrijven wiens activiteiten of administratie niet wettelijk wordt gereguleerd of bedrijven die geen data bijhouden. Hieronder vallen onder andere familie bedrijven, eenmansbedrijven, coöperaties en fondsen. De informele sector (economische activiteiten waarvan geen officiële cijfers bekend zijn, zoals bijvoorbeeld straatventers) kan gezien worden als een onderdeel van de ongeorganiseerde sector. Tweederde van de mensen werkzaam in de georganiseerde sector is werkzaam in de publieke sector. Volgens het EVD heeft deze sector echter te maken met een overschot aan werknemers, waardoor deze minder interessant is voor terugkerende migranten op zoek naar werk. Een uitzondering op dit werknemersoverschot geldt voor hoger onderwijs instellingen. In 2008 werd gewaarschuwd voor ernstige lerarentekorten op deze semi-overheidsinstellingen. Halverwege 2008 kon ongeveer 50 procent van de vacatures niet worden opgevuld. Ook in 2009 wordt door het Netherlands Business Support Office in Ahmedabad het tekort aan docenten benadrukt. Dit tekort aan docenten zal naar verwachting voorlopig blijven bestaan, ook vanwege de plannen van de overheid om tachtig nieuwe Universiteiten, management scholen, ingenieursscholen en onderzoeksinstellingen op te zetten, net als 350 ‘undergraduate’ scholen. De plannen voor het uitbreiden van het aantal onderwijsinstellingen is een reactie op het tekort op de arbeidsmarkt aan hoogopgeleide, vakbekwame werknemers. De afgelopen Wegen naar Werk – Landenrapport India
9
jaren werd deze keerzijde van de enorme economische groei duidelijk. Het werd steeds lastiger om geschikte kandidaten te vinden voor vacatures in de IT sector, biotechnologie, biomedische wetenschappen, maar ook in andere sectoren waarvoor een hoge opleiding en specifieke vaardigheden werden vereist. Vanuit bedrijven werd aangegeven dat de (universitaire) opleidingen niet voldoende aansloten bij de vraag vanuit het bedrijfsleven. Daarnaast stroomden te weinig jongeren van een vooropleiding door naar het hoger onderwijs. Behalve het tekort aan hoogopgeleide, vakbekwame werknemers, zijn er ook signalen voor tekorten aan bekwame werknemers in de civiele bouwsector. Het gaat dan bijvoorbeeld om opgeleide metselaars, schilders en lassers. In een interview in mei 2008 zei de Indiase Minister van Financien P. Chidambaram “We are not getting enough people in the civil-construction sector, not enough skilled labor. An economy growing at over 8% requires far more skilled labor than the supply is.” Onbekend is of deze tekorten met de huidige economische situatie nog steeds in deze mate bestaan, maar aangenomen kan worden dat de tekorten niet volledig zullen zijn verdwenen. Net zoals de economische ontwikkeling verschilt tussen de verschillende regio’s in India, verschilt ook de werkgelegenheid tussen de gebieden. Op dit moment worden de meeste banen gecreëerd in het westen en zuiden van het land. Met name in de deelstaten Bihar, Rajasthan, UttarPradesh, MadhyaPradesh en Orissa zal de werkgelegenheid verder afnemen. Als gevolg van de verschillen in werkgelegenheid kan verdere binnenlandse migratie worden verwacht richting de gebieden met beter kansen op werk. 3.3 Gender Tot nu toe is in dit rapport nog geen aandacht besteed aan de verschillen tussen mannen en vrouwen als het gaat om de werkgelegenheidssituatie. Dit is echter een aspect dat niet vergeten kan worden. De Indiase bevolking telt meer mannen dan vrouwen: 51,7 procent van de bevolking is man, 48,3 procent vrouw. Wanneer gekeken wordt naar de beroepsbevolking, valt op dat ruim tweederde van deze werkende bevolking man is, minder dan eenderde is vrouw. Traditioneel was het erg ongebruikelijk voor vrouwen om betaald werk te hebben. Hoewel ze wel meewerkten op het land en andere informele economische activiteiten hadden, was het ongebruikelijk om als vrouw hoofdkostwinner van een huishouden te zijn. Onder andere als gevolg van de globalisering stromen meer en meer vrouwen toe tot de arbeidsmarkt. Vaak gaat het hierbij om onregelmatig of slecht betaalde werkzaamheden. In de Indiase samenleving wordt het niet altijd geaccepteerd als een vrouw financieel onafhankelijk is. Er zijn berichten dat vrouwen worden mishandeld of verkracht door dorpelingen vanwege het feit dat ze een goedbetaalde baan hebben of ambiëren. Wanneer vrouwen toegang hebben tot een internationaal netwerk worden hun carrière mogelijkheden vergroot. In de literatuur wordt verwezen naar vrouwen die binnen India een internationaal netwerk opbouwen. Het is echter niet ondenkbaar dat een verblijf in het buitenland een vergelijkbaar effect kan hebben.
Wegen naar Werk – Landenrapport India
10
Hoofdstuk 4 vanuit Nederland op zoek naar werk Een belangrijke doelstelling van dit onderzoek was het inventariseren van de rol die bij het zoeken naar werkgelegenheid zou kunnen worden gespeeld door Nederlandse bedrijven, NGOs en religieuze instellingen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aanwezigheid van deze organisaties in India en de rol die door hen kan worden verwacht. 4.1 (Nederlandse) bedrijven in India India is een populaire bestemming voor Nederlandse bedrijven. Een aantal van deze bedrijven, zoals Unilever, ABN Amro, KLM, Philips en Shell, is al sinds het begin van de vorige eeuw in India actief. Echter, met name vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw is het aantal Nederlandse bedrijven dat (een deel van) zijn werkzaamheden in India uitvoert explosief gegroeid. Vergeleken met andere EU landen was Nederland over de periode 1991- juli 2007 na het Verenigd Koninkrijk de grootste buitenlandse investeerder in India. Wereldwijd nam Nederland in die periode de vierde plaats in op de lijst van grootste directe buitenlandse investeerders in India, Na Mauritius, de VS en het Verenigd Koninkrijk. Nederland investeerde in die periode voor een bedrag van 2,79 miljard US dollar in de Indiase economie en had een aandeel in het totaal van 5,59 procent. Over de opbouw van deze investeringen zijn geen recente gegevens beschikbaar. Wel is bekend dat de investeringen voornamelijk worden gedaan in de sectoren voedselverwerking, telecom, diensten (financieel en niet-financieel), handel en chemicaliën. Er zijn wel een aantal gegevens beschikbaar over de bedrijven die actief zijn in India. Zo houdt de Nederlandse Ambassade in New Delhi een adressenlijst bij met Nederlandse bedrijven in India. Deze lijst, die overigens niet uitputtend is, geeft onder andere inzicht in het type bedrijven dat actief is in India en contactpersonen in Nederland en/of India. Van de Nederlandse bedrijven in India richten slechts enkele zich op de Indiase consumentenmarkt. De bedrijven die zich wel op deze markt richten houden zich met name bezig met het aanleveren van kapitaalgoederen, chemicaliën en farmaceutica, alternatieve energievoorzieningen, zoals wind- en zonne-energie en lpg. Ook technologieoverdracht is een belangrijke sector. Technologieoverdracht vindt vooral plaats op het gebied van sierteelt, elektrische apparatuur (inclusief computersoftware), machines, chemie en tuinbouw. De bedrijven die zich op de consumentenmarkt richten zijn over het algemeen de bedrijven die al lange tijd in India zijn gevestigd. Verschillende redenen bestaan voor de beperkte aandacht voor de Indiase consumentenmarkt vanuit Nederlandse bedrijven. Allereerst is de distributie van consumentenproducten lastig onder andere vanwege een gebrek aan een structuur van winkelketens. Daarnaast was het moeilijk om als buitenstaander een plek te veroveren in de markt, onder andere vanwege bestaande belangen en het weren van buitenlandse investeerders in deze markt. Gevreesd werd dat het toelaten van grote investeerders als gevolg zou hebben dat kleine buurtwinkeltjes zouden verdwijnen. Per 2006 is een eerste stap gezet om de detailhandel open te stellen voor buitenlandse investeringen. De regering besloot dat buitenlandse investeerders voor 51 procent eigenaar mogen zijn van winkelbedrijven die één merk voeren. Wegen naar Werk – Landenrapport India
11
Verreweg de meeste bedrijven die zich vanuit Nederland (gedeeltelijk) vestigen in India verplaatsen een deel van de productie naar dit land. In eerste instantie werden alleen de arbeidsintensieve taken uitbesteed naar India, maar steeds vaker worden complete centra verplaatst. India is een populaire bestemming vanwege de lage lonen, het goede onderwijssysteem en infrastructuur, het voordelige belastingsysteem en de hoge kwaliteit die geleverd kan worden. Het bekendste voorbeeld van deze uitbesteding (outsourcing) is de IT-sector. Behalve de IT-sector worden ook medische transcriptie, administratie, call-centres, design, juridische werkzaamheden en research & development vaak naar India uitbesteed. Daarnaast worden infrastructuur en bouw, de medische sector en de agro- en bio-industrie door de EVD als kansrijke sectoren benoemd voor het Nederlandse bedrijfsleven in India. Opvallend is dat onder de Nederlandse bedrijven in India veel midden- en kleinbedrijven (mkb) zijn. Multinationals worden in India vaak als bedreiging gezien van de Indiase bedrijven, terwijl dit niet geldt voor kleine ondernemingen en makkelijker geaccepteerd worden. Voor mkb bedrijven is het investeren in India vaak een grote stap die erg goed wordt voorbereid. Over het algemeen wordt de werkelijke investering pas gedaan als er al jaren wordt samengewerkt met een Indiase partner. De meeste (kantoren van) Nederlandse bedrijven zijn te vinden in het Westen en Zuiden van het land. Dit is dus in dezelfde regio als waar de werkgelegenheid naar verwachting het meeste zal groeien. Met name de steden Mumbai en Bangalore zijn populair, maar ook in Ahmedabad, Pune, Hyderabad, en Chennai zijn veel Nederlandse bedrijven te vinden. Buiten het Zuiden en Westen van het land zijn ook Delhi, Haryana en Kolkata steden waar relatief veel Nederlandse bedrijven zich hebben gevestigd. (Nederlandse) bedrijven en terugkerende migranten In het kader van dit onderzoek zijn, indien mogelijk, de bedrijven van de lijst benaderd met vragen over werkgelegenheid en de mogelijke rol die zij kunnen spelen in voor het vinden van werk door terugkerende migranten. Daarnaast zijn via de Netherlands Business Support Office in Ahmedabad Nederlandse alumni benaderd met dezelfde vragen. Van deze aangeschreven bedrijven en individuen hebben twee bedrijven een reactie gegeven. De informatie hieronder is geschreven op basis van deze reacties gecombineerd met de informatie die verkregen is via internet en via de Netherlands Business Support Offices in Ahmedabad en Chennai. Zoals ook hierboven werd aangegeven werken veel Nederlandse bedrijven al een aantal jaren samen met Indiase bedrijven voordat ze daadwerkelijk investeren in de Indiase economie. Hierdoor wordt een vertrouwensband opgebouwd tussen de Nederlandse en Indiase partners en zijn de bedrijven in India goed geïntegreerd in de lokale cultuur. Veel bedrijven werken dan ook voornamelijk of uitsluitend met lokale werknemers. Kennis en ervaring met de Nederlandse taal en (arbeids)cultuur is dan ook alleen relevant voor de hogere management functies. Voor mensen werkzaam in uitvoerende functies heeft het geen meerwaarde om bekend te zijn met Nederland. Dit betekent dat het voor terugkerende migranten erg nuttig is om niet alleen contact te zoeken met Nederlandse bedrijven in India, maar andere bedrijven zijn net zo relevant voor hun zoektocht naar werk. Sollicitatieprocedures voor hogere management functies worden vaak centraal georganiseerd, terwijl voor vacatures voor uitvoerende functies decentraal wordt Wegen naar Werk – Landenrapport India
12
geworven. Vacatures worden vaak uitgezet via advertenties, maar ook wordt veel gewerkt met arbeidsbureaus. Waarschijnlijk is het de moeite waard om contact op te nemen met deze arbeidsbureaus. Bijlage 1 geeft weer waar de adressen van deze arbeidsbureaus te vinden zijn. De bedrijven gaven aan dat ook open sollicitaties worden gewaardeerd. Hiervoor geldt dat sollicitaties voor uitvoerende functies gericht kunnen worden aan lokale medewerkers en alleen vacatures voor hogere management functies naar het kantoor in Nederland kunnen worden gestuurd. Bedrijven hebben met name interesse in goede werknemers die passen bij hun specifieke werkzaamheden. Het is dan ook belangrijk om de terugkerende migrant en zijn/haar achtergrond als uitgangspunt te nemen alvorens uitzendbureaus en bedrijven in India te benaderen. Het ontbreken van specifieke gegevens over de terugkeerders met betrekking tot opleidingsniveau en achtergrond is vermoedelijk een belangrijke oorzaak van de lage respons van bedrijven. Daarnaast is twijfelachtig of de contactpersonen die bekend zijn bij de ambassade de juiste mensen zijn om te benaderen voor bepaalde vacatures. 4.2 (Nederlandse) NGOs in India Veel Nederlandse NGOs voeren niet zelf projecten uit. Vaak werken Nederlandse NGOs samen met lokale organisaties. De rol van Nederlandse NGOs bestaat over het algemeen uit het bieden van (financiële) ondersteuning aan projecten van lokale organisaties. Dit geldt ook voor de Nederlandse NGOs werkzaam in India. ‘Decentralisatie’ en een ‘bottom-up benadering’ zijn kernwoorden die bij (bijna) alle Nederlandse NGOs centraal staan. Het gaat in deze paragraaf dus niet zozeer om Nederlandse NGOs in India, maar eerder om Indiase NGOs met eventuele (financiële) banden met Nederland. In tegenstelling tot gegevens over Nederlandse bedrijven, is er geen lijst beschikbaar van (Nederlandse) NGOs die werkzaam zijn in India. Wel zijn op verschillende plekken overzichten van een aantal in India werkzame NGOs te vinden. In India bestaan een aantal overkoepelende organisaties van NGOs die ondersteuning bieden aan deze NGOs en soms ook fungeren als vacaturesite. Vanuit Nederland geeft Indiawijzer.nl een overzicht van Nederlandse NGOs met banden met India. Banden met India wordt door Indiawijzer.nl breed geïnterpreteerd: zowel organisaties die in Nederland een bijeenkomst organiseren met een Indiaas element er in, als organisaties die projecten ondersteunen in India staan op deze lijst. Daarnaast is de website bezig met het opstellen van een lijst met Indiase NGOs met banden met Nederland. Deze lijst is nog in de ontwikkelfase, onbekend is wanneer deze lijst op internet te vinden zal zijn. In 2002 heeft de Society for Participatory Research in Asia (PRIA) onderzoek gedaan naar de NGOs die in India werkzaam zijn. Volgens dit onderzoek waren er in 2002 in totaal 1,2 miljoen NGOs in India werkzaam, waarvan ongeveer de helft niet officieel geregistreerd is. Het overgrote deel van de NGOs in India zijn (zeer) klein; 73,4% heeft minder dan 1 voltijds betaalde werknemer. Wanneer gekeken wordt naar de projectfinanciering van de NGOs, valt op dat slechts 7% van het totale budget afkomstig is van internationale subsidiegevers. Van de 1,2 miljoen NGOs was 53% gevestigd in rurale gebieden en 47% in stedelijke gebieden. In de tabel hieronder zijn een aantal uitkomsten van het onderzoek van PRIA weergegeven.
Wegen naar Werk – Landenrapport India
13
Aantal betaalde werknemers % NGOs <1 73,4 1–5 13,3 6 – 10 4,8 >10 8,5 Inkomensbronnen % van totale budget Particulier (bevolking en bedrijven) 80 Overheid 13 Internationaal 7 Type Activiteiten % NGOs Religieus 26,5 Maatschappelijk/Sociaal 21,3 Onderwijs 20,4 Sport/Cultuur 17,9 Gezondheid 6,6 Overig 7,5 Source: Invisible, Yet Widespread: The Non-Profit Sector In India, December 2002, PRIA PRIA 2005 (Nederlandse) NGOs en terugkerende migranten In het kader van dit onderzoek zijn verschillende NGOs in Nederland en in India benaderd. In India is met name contact gezocht met (leden van) overkoepelende organisaties. In Nederland is contact gezocht met verschillende grotere NGOs die in India projecten ondersteunen en met de Landelijke India Werkgroep. Vanuit India is geen respons gekomen op herhaaldelijke e-mails. In Nederland hebben uiteindelijk gesprekken plaatsgevonden met medewerkers van ICCO, Kerk in Actie en de Landelijke India Werkgroep. De informatie hieronder is op basis van deze gesprekken. Tijdens de gesprekken werd onder andere gesproken over de mogelijkheid van twee soorten rollen van NGOs bij het vinden van werk voor terugkeerders. Ten eerste de NGOs als werkgever en ten tweede de mogelijkheid van NGOs als ondersteuner van de terugkeerder bij het vinden van werk (bijvoorbeeld door het bieden van een netwerk, coaching of educatie). De mogelijke rol van NGOs als werkgever is waarschijnlijk beperkt. Zoals ook hierboven werd aangegeven organiseren de lokale NGOs over het algemeen hun eigen werknemers. De rol van Nederlandse organisaties zal wat dit betreft waarschijnlijk dan ook zeer beperkt zijn. Daarnaast wordt door de contactpersonen betwijfeld of de terugkeerders passen in het werknemersprofiel van NGOs. NGOs werken over het algemeen in gemarginaliseerde gebieden. Dat wil zeggen in gebieden met weinig voorzieningen, in afgelegen, rurale gebieden, of in sloppenwijken. Vaak wordt gewerkt met kansarme bevolkingsgroepen. In India gaat het dan vaak om mensen van lage kasten (Daliths), mensen met HIV/AIDS, weeskinderen, daklozen, etc. Lonen van werknemers van NGOs liggen bovendien relatief laag. Werknemers van NGOs kenmerken zich voor een belangrijk deel door hun motivatie om zich, onder de gegeven omstandigheden, in te zetten voor deze gemarginaliseerde bevolkingsgroepen. Of een terugkerende migrant voor een bepaalde NGO kan (en wil) werken hangt daardoor, behalve van iemands vaardigheden, ook voor een belangrijk deel af van iemands motivatie en bereidheid om te werken. Het zal hierbij eerder gaan om individuen dan om groepen mensen. Wegen naar Werk – Landenrapport India
14
De rol van NGOs als ondersteuner is wellicht kansrijker. Mogelijkerwijs zijn er samen met lokale organisaties activiteiten te ontwikkelen om terugkerende migranten in India te ondersteunen. Hierbij kan gedacht worden aan NGOs die zich bezighouden met het bevorderen van de samenwerking tussen Nederland en India, zoals het in Delhi gevestigde FIDSI. Echter, in dit kader zijn niet alleen NGOs met banden met Nederland interessant. Gekeken kan worden in hoeverre de activiteiten en doelstellingen van bestaande NGOs aansluiten bij de beoogde activiteiten ter ondersteuning van de terugkeerders. NGOs die zich bezig houden met volwasseneneducatie, ondersteuning bij het zoeken naar werk zijn in dit kader interessant. Bijlage 1 geeft weer waar gegevens van verschillende Indiase NGOs te vinden zijn. Aandachtspunt is dat er gedurende dit onderzoek geen concrete aanknopingspunten zijn gevonden met specifieke organisaties. Net zoals geldt voor de rol van NGOs als werkgever, is het ook hierbij twijfelachtig wat de bijdrage kan zijn van Nederlandse NGOs. Vanwege de ondersteunende, in plaats van sturende, rol van Nederlandse NGOs kunnen er vanuit Nederland geen toezeggingen worden gedaan. Nederlandse NGOs kunnen wel, indien migratie een gespreksonderwerp is, bij hun lokale partners peilen of er interesse zou zijn in projecten met terugkerende migranten. Zo gaf ICCO aan dat migratie een thema is dat leeft onder een aantal van hun Indiase partnerorganisaties. Het ging dan met name om slechte leef- en werkomstandigheden van migranten in het buitenland. Te onderzoeken valt of naar India terugkerende migranten ook interessegebied zijn en of er interesse is om activiteiten voor deze migranten te ontwikkelen. 4.3 Rol van (Nederlandse) religieuze instellingen in India India is een overwegend hindoeïstisch land: 83 procent van de bevolking is hindoe. Naast het hindoeïsme is ook islam (11 procent), christendom (2,3 procent), sikhisme (1,9 procent), boeddhisme (0,8 procent) en jainisme (0,4 procent) in India vertegenwoordigd. Deze verschillende religies leven niet altijd in harmonie samen. Tussen hindoes en moslims bestaan regelmatig spanningen net als tussen hindoes en christenen. In september 2008 kwamen de spanningen tussen hindoes en christenen opnieuw wereldwijd in het nieuws toen in Karnataka en Orissa aanslagen werden gepleegd op christelijke instellingen. Behalve in deze twee deelstaten zijn ook in Gujarat vaker onregelmatigheden tussen hindoes en christenen. Gezegd wordt dat het geweld tegen moslim en christen minderheden door hindoe extremisten behalve een politieke lading ook te maken heeft met het kastenstelsel. Verschillende leden van lagere kasten en Daliths proberen via een verandering van religie te ontkomen aan de lage status van hun kaste. Wanneer gekeken wordt naar de mogelijke rol van religieuze instellingen voor terugkerende migranten is het verstandig om de verschillende religies en hun onderlinge relaties in overweging te nemen. In het kader van dit onderzoek is onder andere via de Wereldraad van Kerken contact gezocht met christelijke gemeenschappen in Nederland en India. Daarnaast is contact gezocht met hindoeïstische tempels en hindoeïstische overkoepelende organisaties in Nederland. In bijlage 1 is weergegeven waar deze gegevens over religieuze instellingen te vinden zijn. Helaas is er, ook na herhaaldelijke contactverzoeken, geen reactie gekomen van religieuze instellingen in Nederland noch India. Op basis hiervan kan worden verondersteld dat de rol die door deze instellingen gespeeld kan worden voor terugkerende migranten zeer gering is. Wegen naar Werk – Landenrapport India
15
Hoofdstuk 5 Conclusies Op basis van de ervaringen gedurende dit onderzoek kunnen een aantal conclusies getrokken worden over de mogelijkheden voor werk voor terugkeerders vanuit Nederland naar India, en de rol die Nederlandse bedrijven, NGOs en religieuze instellingen hierin zouden kunnen spelen. In dit hoofdstuk worden deze conclusies uiteengezet. In het volgende hoofdstuk wordt op basis van onderstaande conclusies een aantal aanbevelingen gedaan. 5.1 Werkgelegenheid in India Behalve de specifieke persoonlijke kenmerken (zoals leeftijd, opleidingsniveau, ervaring, ambities) die een rol spelen bij het vinden van werk zijn voor India nog een aantal andere kenmerken van belang. In dit rapport werd het belang van taal besproken in verband met de vele talen die in het land worden gesproken. Ook is het kastenstelsel van belang net als de grote geografische verschillen in het land. Met name in het zuiden en westen van India wordt verwacht dat de werkgelegenheid zal toenemen, terwijl in de deelstaten Bihar, Rajasthan, UttarPradesh, MadhyaPradesh en Orissa de werkgelegenheid waarschijnlijk verder zal afnemen. In India speelt de ongeorganiseerde sector, met als onderdeel daarvan de informele sector, een belangrijke rol als het gaat om werkgelegenheid. Slechts 7 procent van de bevolking is werkzaam in de georganiseerde sector. Van de ongeorganiseerde sector zijn echter vanuit Nederland geen gegevens te verkrijgen over kansrijke sectoren met betrekking tot werkgelegenheid, noch over de manieren waarop het beste naar werk gezocht kan worden. Dit gebrek aan toegang tot informatie vanuit Nederland laat het belang zien van het verzamelen van informatie, het leggen van contacten en het zoeken naar werkgelegenheid vanuit India zelf. Officiële cijfers over werkgelegenheid definiëren een aantal sectoren met veel werkgelegenheid. Het gaat dan met name om functies voor hoogopgeleiden met een technische achtergrond in bijvoorbeeld de IT sector of biotechnologie. Daarnaast is er veel vraag naar geschoolde vakmensen met name in de civiele bouw. Tenslotte wordt ook het onderwijs, en dan met name in het Hoger Onderwijs ‘ undergraduate’ scholen, als sector genoemd waar veel werkgelegenheid is. 5.2 Rol van Nederlandse bedrijven, NGOs en religieuze instellingen Op basis van dit onderzoek blijkt dat de meerwaarde van het kennen van de Nederlandse taal en cultuur zeer gering is. Nederlandse bedrijven geven aan dat deze kennis alleen van pas komt bij hogere management functies en Nederlandse NGOs geven aan bezig te zijn met decentralisatie en ‘bottom-up’ benaderingen, waardoor op lokaal niveau wordt besloten over projecten en vacatures. Vanuit religieuze instellingen is geen informatie beschikbaar met betrekking tot het belang van deze kennis. Dit laat het belang zien van een lokaal netwerk al dan niet met contacten in Nederland. Het zoeken naar werk voor of door terugkeerders kan dan ook het beste vanuit India worden gedaan. Rol van (Nederlandse) Bedrijven Bedrijven zijn met name geïnteresseerd in goede werknemers. Wanneer een individuele terugkerende migrant aansluit bij de behoeftes van een bedrijf is de verantwoordelijke hoogstwaarschijnlijk geïnteresseerd. Belangrijk is om contact op te nemen met lokale Wegen naar Werk – Landenrapport India
16
kantoren aangezien de sollicitatieprocedures meestal lokaal verlopen. Het leggen van deze lokale contacten kan het beste vanuit India gebeuren, aangezien vanuit Nederland vaak lastig aan deze informatie te komen is. Door de Nederlandse bedrijven wordt verwezen naar standaard sollicitatieprocedures, die via krantenadvertenties, aankondigingen op websites en via ‘placement agents’ verlopen. Overigens wordt vaak ook gewerkt met open sollicitaties. Rol van (Nederlandse) NGOs (Nederlandse) NGOs kunnen twee soorten rollen spelen voor terugkerende migranten op zoek naar werk. Ten eerste kunnen NGOs als werkgever een rol spelen. Daarnaast kunnen NGOs ondersteuning bieden bij het zoeken naar werk. Tijdens dit onderzoek zijn voor beide typen rollen beperkte mogelijkheden gevonden. Wanneer het gaat om een NGO als werkgever zal het vaak gaan om sporadische vacatures. Behalve dat uiteraard ervaring en competenties een rol spelen bij het aannemen van werknemers geldt voor NGOs bovendien dat potentiële werknemers vooral ook gemotiveerd moeten zijn om voor een beperkt salaris te werken met gemarginaliseerde bevolkingsgroepen in gebieden met weinig voorzieningen. Deze vacatures worden door de lokale NGOs zelf gevuld, vaak zonder inmenging vanuit Nederland. Contacten met lokale NGOs en hun overkoepelende organisaties kunnen het beste vanuit India worden gelegd. Wanneer het gaat om NGOs als ondersteuner zijn geen concrete aanknopingspunten gevonden gedurende dit onderzoek. Dit heeft onder andere te maken met het ontbreken van een lijst van in India werkzame NGOs met hun werkveld. Overigens zijn in dit perspectief niet alleen NGOs met banden met Nederland interessant. Vooral kan gekeken worden in hoeverre de activiteiten en doelstellingen van bestaande NGOs aansluiten bij de beoogde activiteiten ter ondersteuning van de terugkeerders. NGOs die zich bezig houden met volwasseneneducatie, ondersteuning bij het zoeken naar werk zijn in dit kader interessant. Contacten met deze Indiase NGOs en hun overkoepelende organisaties kunnen het beste vanuit India worden gelegd. Rol van (Nederlandse) Religieuze instellingen Tijdens dit onderzoek is weinig inzicht verkregen in de contacten tussen Nederlandse religieuze instellingen en Indiase religieuze instellingen. Helaas is er, ook na herhaaldelijke contactverzoeken, geen reactie gekomen van religieuze instellingen in Nederland noch India. Op basis hiervan kan worden verondersteld dat de rol die door deze instellingen gespeeld kan worden voor terugkerende migranten zeer gering is.
Wegen naar Werk – Landenrapport India
17
Hoofdstuk 6 aanbevelingen Op basis van de conclusies in Hoofdstuk 5 en de opgedane ervaringen tijdens dit onderzoek kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan: 6.1
6.2
Aanbevelingen m.b.t. terugkerende migranten Benader pas bedrijven, NGOs en andere organisaties als er meer bekend is over wie de terugkeerders zijn: wat is het opleidingsniveau, werkervaring, leeftijd, gender, taalvaardigheid, naar welk geografisch gebied willen zij terugkeren, hoeveel mensen willen er terugkeren etc. Het soort werk, en dus ook welke bedrijven en op welke manier het beste naar werk gezocht kan worden hangt af van deze persoonlijke gegevens. Behalve de feitelijke gegevens, gaat het ook om subjectievere gegevens als motivatie, flexibiliteit, interessevelden, verwachtingen wat betreft inkomen en leefomstandigheden, en houding ten opzichte van het kasten systeem, verschillende religies, bedrijfscultuur etc. Maatwerk is dus belangrijk bij het begeleiden van het zoeken naar werk. Benader de zoektocht naar werk als één van de onderwerpen die van belang is voor terugkeer. Mogelijkheden voor werkgelegenheid worden mede bepaald door de bredere context waarin iemand terugkeert. De locatie en het type werk dat gezocht wordt hangt onder andere ook af van familieomstandigheden (verwachtingen van familieleden, gezondheidssituaties, toegang tot (sociale) voorzieningen, etc.) Aanbevelingen m.b.t. begeleiding van het zoeken nar werk Benader voornamelijk lokale bedrijven, arbeidsbureaus, NGOs en religieuze instellingen. Bekendheid met de Nederlandse taal en cultuur blijkt slechts meerwaarde te hebben voor hogere management functies. Alleen voor deze hogere managementfuncties loopt de sollicitatieprocedure via Nederland. Voor de overige functies worden vacatures via de lokale kantoren opgevuld. Begeleid de terugkeer vanuit india, samen met een lokale partner/kantoor/aanspreekpunt. Vanuit Nederland is vaak lastig te voorspellen wat de precieze situatie gaat zijn in het land van herkomst. Vanuit Nederland is namelijk niet alle informatie te vinden, met name informatie over de informele sector is van een afstand moeilijk te verkrijgen. Bovendien kan de actuele situatie veranderen, waardoor de informatie op websites en documenten verouderd is. Daarnaast is het lastig het proces van werk zoeken helemaal van te voren te plannen. Er zullen altijd dingen gebeuren die maken dat van het plan moet worden afgeweken. Begeleiding ter plaatse is dan ook sterk aan te raden. Hierbij blijft een uitdaging dat India een erg groot en divers land is. Een lokale partner met een goed netwerk in Delhi bijvoorbeeld heeft geen toegevoegde waarde als iemand wil terugkeren naar Chennai. Werk samen met organisaties die al terugkeerders begeleiden vanuit Nederland, maar ook in India zelf. Zij hebben al geïnvesteerd in een lokaal netwerk. Wanneer samenwerking wordt belemmerd door (overheids)beleid (voor veel hulp bij terugkeer bestaan bijvoorbeeld restricties m.b.t. de verstreken verblijfsduur in Nederland), is het verstandig om in te zetten op beleidsverandering. (Bijvoorbeeld het ook toelaten van vreemdelingen die al langer dan 28 dagen zonder verblijfsvergunning in Nederland zijn)
Wegen naar Werk – Landenrapport India
18
6.3
Leg contacten met lokale NGOs. Het gaat niet zozeer om NGOs met banden met Nederland. Eerder kan gedacht worden aan NGOs die al projecten hebben op het gebied van werkgelegenheid, scholing of het stimuleren van ondernemerschap. Het opbouwen van dergelijke contacten kan het beste vanuit India zelf worden gedaan, in gebieden met de meeste werkgelegenheid en/of op plaatsen waarnaar relatief veel mensen terugkeren. Aandachtspunt is dat organisaties (maar ook bedrijven) druk zijn met het behalen van hun eigen doelstellingen, het begeleiden van terugkeerders behoort voor veel organisaties niet tot de kernactiviteiten. Het leggen van contacten en opbouwen van goede relaties zal daardoor een zeer tijdrovend karwei zijn. Leg contacten met arbeidsbureaus en ‘placement agencies’ in India. Dit kan het beste vanuit India worden gedaan, en in de verschillende gebieden met relatief veel werkgelegenheid (in het zuiden en westen van het land) en/of op plaatsen waarnaar relatief veel mensen terugkeren. Vanuit Nederland is dit lastig omdat vanaf hier niet in te schatten valt hoe recent de op websites te vinden vacatures zijn. Waarschijnlijk is dit het meest succesvol als de contacten worden gelegd als er meer inzicht is in wie er terugkeren. Dit omdat het begeleiden van terugkeerders vanuit Nederland geen doelstelling is van deze bureaus, zij zullen met name geïnteresseerd zijn in goede werknemers. Bovendien zijn er talloze bureaus met verschillende velden van expertise. Reserveer financiering voor onkosten (activiteitskosten en arbeidskosten) gemaakt door partners in India. Voor NGOs en andere organisaties is het begeleiden van terugkeerders vanuit Nederland geen doelstelling en valt het niet onder een bestaand project. Aanbevelingen m.b.t. verder onderzoek Voor vervolgonderzoek geldt dat het zeer waardevol is om vooraf meer informatie te hebben over de achtergrond van de terugkeerders op het gebied van leeftijd, opleidingsniveau, werkervaring, gender, plaats waarnaar ze terugkeren etc. Verder onderzoek naar bestaande terugkeerinitiatieven naar India. Het gaat dan niet alleen om terugkeer vanuit Nederland, maar ook vanuit andere landen. Zo heeft IOM Engeland bijvoorbeeld een terugkeerprogramma in samenwerking met IOM India. (Europese) samenwerking met dergelijke initiatieven kan veel voordelen opleveren. Aandachtspunt hierbij is de financiering van de kosten gemaakt door deze organisaties. Verder in kaart brengen van de (Indiase) NGOs werkzaam in India op basis van werkveld (geografisch en thematisch). Een inventarisatie van de contacten met Nederland behoort tot een mogelijkheid, maar gezien de geringe meerwaarde van een bekendheid van de werknemers met de Nederlandse situatie van twijfelachtige waarde. Het in kaart brengen van NGOs is arbeidsintensief onder andere vanwege het grote aantal van NGOs. Aan te raden valt om te beginnen bij een inventarisatie op locaties met relatief veel werkgelegenheid en/of op plaatsen waarnaar relatief veel mensen terugkeren. Dergelijk onderzoek kan het beste vanuit India gedaan worden aangezien veel NGOs geen website hebben en vaak niet goed bereikbaar zijn per email. Verder in kaart brengen van de religieuze instellingen in India die zich bezig houden met maatschappelijke projecten (met name op het gebied van werkgelegenheid, scholing of stimuleren van ondernemerschap). Kijk hierbij niet alleen naar christelijke instanties, maar ook naar hindoeïstische organisaties. Het overgrote gedeelte van de bevolking (83%) is hindoe. Samen met deze instellingen zou gekeken kunnen worden naar mogelijkheden van begeleiden van
Wegen naar Werk – Landenrapport India
19
terugkeerders. Verwacht kan worden dat dit zeer arbeidsintensief onderzoek zal zijn. Adresgegevens van religieuze instellingen zijn niet vanuit Nederland te vinden, en veel van deze instellingen zullen niet beschikken over websites, emailadressen of telefoon. Persoonlijke bezoeken zullen een belangrijke rol spelen in dergelijk onderzoek.
Wegen naar Werk – Landenrapport India
20
Bronnen Cordaid Maatwerk bij Terugkeer Handleiding voor begeleiders 2008 Europees Migratie Netwerk Nederlands Nationaal contactpunt Research Study III Terugkeer 2006 Albayrak N. Brief nr. 5525460/08/DVB d.d. 24 juni 2008 van Houte en Mireille de Koning, Towards a better embeddedness? Monitoring assistance to involuntary returning migrants from Western countries. AMIDst Universiteit van Amsterdam/CIDIN Radboud Universiteit 2008 VNG Terugkeerinitiatieven Voorbeelden uit de Praktijk 2008 Economist Intelligence Unit Country data India 2008 PRIA, 2002 Invisible, yet widespread: the non-profit sector in India www.hollandinindia.org www.economist.com countrybriefings:India http://www.evd.nl/home/landen/landenpagina/land.asp?land=ina http://www.demorgen.be/dm/nl/3324/Economie/article/detail/593976/2009/01/06/Dalin g-Indiase-export-bedreigt-miljoenen-banen.dhtml http://www.businessweek.com/globalbiz/content/oct2008/gb2008108_870698.htm http://www.livemint.com/2008/10/05234405/Global-financial-crisis-India.html http://www.imf.org/external/np/tr/2009/tr020209.htm http://timesofindia.indiatimes.com/Business/India-Business/Rush-to-India-PwC-tellsglobal-companies/articleshow/4153426.cms http://www.evd.nl/home/landen/publicatie/lob_eco.asp?Landen=ina&rubrieken=(alleen %20ecm)%20en%20(bui,ecb,eco,abm)&sorteercode=niet%20leeg&iaantal=50&sortering =sorteercode&location=/home/landen/landenpagina/land.asp?land=ina http://labour.nic.in/ss/ http://chronicle.com/news/article/?id=5285. http://www.piramal.org.in/gdl/2008/05/01/shortage-of-laborers-plagues-india/ http://www.washingtonpost.com/wpdyn/content/article/2008/08/24/AR2008082401665.html www.evd.nl www.adb.org/india www.pria.org www.indiawijzer.nl http://www.oikoumene.org http://www.alertnet.org/db/an_art/47985/2008/08/17-161800-1.htm http://en.wikipedia.org/wiki/Demographics_of_India https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/in.html#Econ www.censusindia.gov.in www.ethnologue.com/show_country.asp?name=India www.indiaweb.nl www.indiawijzer.nl
Wegen naar Werk – Landenrapport India
21
Bijlage 1 Gegevens bedrijven, NGOs, religieuze instellingen Gegevens Nederlandse bedrijven in India http://www.hollandinindia.org/economie_en_handel/nederlandse (overzicht van Nederlandse bedrijven werkzaam in India) Gegevens arbeidsbureaus in India www.Bestjobsindia.in www.Jobsnet.com www.CareerBharat.com www.Thozhilmela.com http://yoolk.in/nl/de-commerciële-diensten/de-agentschappen-van-de-werkgelegenheid/ www.monsterindia.com (op deze site zijn ook veel placement agencies te vinden) Gegevens Nederlandse NGOs in India www.indiawijzer.nl (overzicht van Nederlandse NGOs werkzaam in/over India en een overzicht van Indiase NGOs met samenwerking in Nederland) www.vaniindia.org www.indianNGOs.com www.ngosindia.com (namen, geen contact gegevens van organisaties) Gegevens religieuze instellingen in India http://www.oikoumene.org/en/member-churches/regions/asia/india.html (namen van kerken in India, geen contactgegevens) www.indiawijzer.nl
Wegen naar Werk – Landenrapport India
22
Bijlage 2 Kaart India
Wegen naar Werk – Landenrapport India
23