Zeven wegen naar overvloed
Van Lisette Thooft verscheen eerder bij Forum De tien geboden voor innerlijke rust
LISETTE THOOFT
Zeven wegen naar overvloed Alles wat je moet weten om je rijk en gezegend te voelen
2004 – Forum – Amsterdam
Omslagontwerp: Studio Pollmann, Amsterdam Omslagfoto: Larry Gatz/Getty Images BV Tekeningen: Hester van de Grift
ISBN 90 225 3925 3 © 2004 Lisette Thooft en De Boekerij bv, Amsterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud
Op reis naar de bron 9
Wegwijzer: Hoe rijker je leven is, hoe minder geld je nodig hebt
12
Negatief reisadvies: Het gezichtsbedrog van geld 19 Extra reisinformatie: Wie is de bedelaar? 21 Wegwijzer: Als je overvloed wilt, richt je dan op eenvoud
23
De materialistische weg 26
Bezienswaardigheid: Down memory lane 30 Wegwijzer: ‘Stop wanting, start having’ 33 Negatief reisadvies: Kopen, kopen, kopen 35 – 5–
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
Wegwijzer: Als je iets nieuws koopt, neem dan natuurlijke materialen
39
Pleisterplaats: Hoe beter je eet, hoe rijker je je voelt
41
Wegwijzer: De rijkdom van restjes 45 Wegwijzer: Bak een overvloed-preitaart 47 De natuurlijke weg 50
Wegwijzer: Ga de boer op! 51 Wegwijzer: Abonnement op biologisch 55 Bezienswaardigheid: Wereldmaaltijd 56 Wegwijzer: Hoe beter je kijkt, hoe meer je ziet 61 Bezienswaardigheid: Niet leuteren maar peuteren 62 Wegwijzer: Zaai zelf de rijkdom van de natuur
64
De moederlijke weg (ook voor mannen!) 68
Wegwijzer: Het is nooit te laat om een goede moeder te krijgen
72 Excursie: De oudste bron van overvloed 73 Souvenir van de excursie: Maak een moederamulet 75 Wegwijzer: Ontwikkel je innerlijke moeder 77 Wegwijzer: De Wijze Moeder op de heuvel 79 Negatief reisadvies: De Microsoft-moeders 82 Gastgids: Bernard Lietaer en het vrouwelijke geld 85
– 6–
INHOUD
Wegwijzer: Vrouwelijk geld 90 Wegwijzer: Ander geld in eigen land 93 De gulle weg 95
Wegwijzer: Hoe meer je geeft, hoe rijker je je voelt 97 Reiscalamiteiten: Nare ervaringen met geven 98 Negatief reisadvies: Geld geven om te laten zien hoe rijk je bent
100
Nog een negatief reisadvies: Geld lekken 101 Wegwijzer: Houd een dankbaarheiddagboek bij 107 Bezienswaardigheid: De blessing in disguise 109 De weg door je familiegeschiedenis 111
Excursie: De familiegeschiedenis van mijn vaders kant
113
Excursie: Mijn moeders kant 115 Bezienswaardigheid: De blinde vlek 119 Wegwijzer: Zeg mij wie uw familie is en ik zeg u wie u bent
120
Bezienswaardigheid: De witte handschoentjes 123 Wegwijzer: Test je overtuigingen rond geld en overvloed
125 Wegwijzer: Vraag om een droom
– 7–
128
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
De sprookjesachtige weg 130
Reisinformatie: De betekenis van sprookjes 132 Reisinformatie: Tafeltje-dek-je uitgelegd 137 Extra reisinformatie: De geit en de bij 141 De weg van het vertrouwen 143
Wegwijzer: Hoe meer vertrouwen je hebt, hoe rijker je bent
147 Wegwijzer: De arbeiders van het elfde uur 149 Bezienswaardigheid: Wijsheid van een koningin 153 Bezienswaardigheid: Je eigen lot 156 Bezienswaardigheid: Perfectie 157
Leuke adressen, handige informatie en aanbevolen boeken 159
– 8–
Op reis naar de bron
S
oms word je wakker en weet je meteen: er is iets fijns, iets waarvan ik gelukkig word, maar wat is het ook weer… Ken je dat gevoel? Het is een lichte opwinding, een tinteling in je bewustzijn. O ja, denk je dan bijvoorbeeld, dat is waar, ik ben vandaag jarig. Of: ik heb gisteren nieuwe schoenen gekocht, die kan ik straks aan. Of je herinnert je dat iemand je de vorige dag een geweldig compliment gaf. Dat bruisende gevoel van welbehagen dat er iets prettigs aan de hand is, vóórdat je de speciale reden te pakken hebt – dat noem ik het gevoel van overvloed. Het is het doel van onze reis over zeven wegen, het doel dat aan het eind van elke weg op de reiziger ligt te wachten. Het is geen lot uit de loterij, geen paradijs,
– 9–
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
geen diploma of medaille; het is een gevoel. Een sensatie van verrukking, van genot dat er zomaar is, omdat je leeft. Omdat je leven rijk en vol is en je helemaal open kunt staan voor die rijkdom. Elk mens heeft in zichzelf een onuitputtelijke bron van dat gevoel, een bron van welbehagen en overvloed. Meestal wordt het gevoel opgewekt door concrete zaken zoals jarig zijn, nieuwe schoenen of complimenten. Maar het heeft niets met concrete zaken te maken. Het komt voort uit je binnenste, uit je geest, uit je talent voor overvloed. Ga maar na – je kunt ook jarig zijn en je gedeprimeerd voelen omdat er weer een jaar voorbij is. Je kunt nieuwe schoenen hebben en ze met een geeuw van verveling bij de andere paren in je kast zetten. En je kunt een compliment aanhoren zonder dat het tot je doordringt. Het overvloedgevoel is dus iets in jezelf, iets dat je al had, dat ligt te sluimeren binnen in je, klaar om wakker gemaakt te worden. Hoe bewuster je je ervan wordt, hoe vrijer de bron kan stromen. De kunst is om de weg naar die bron te vinden. Daarvoor is dit boekje geschreven, als een soort reisgids. De reis begint bij het begin: thuis, bij je eigen spullen, alles wat je al in huis hebt om gelukkig van te worden. In het volgende hoofdstuk gaan we naar buiten en trekken we de natuur in, een oneindige bron van overvloed en welbehagen. Op de moederlijke weg herinneren we ons het archetype van de warme voedende moeder die we allemaal nodig hebben, de
– 10 –
OP REIS NAAR DE BRON
bron van het gevoel van overvloed. Op de gulle weg ontdek je overvloed aan het werk in het dagelijks leven. Op de weg door je familiegeschiedenis vind je de sleutels waarmee je de poorten van innerlijke rijkdom kunt openen. In oude sprookjes vind je levenslessen die ook nu nog fris en actueel zijn. Ten slotte zijn we aangeland op de weg van het vertrouwen. Daar wacht een verrassing: je bent weer thuis, bij je eigen oude spulletjes, bij alles wat je al bezit, materieel en geestelijk. De zeven wegen naar overvloed zijn een rondreis. Eigenlijk ben je nooit weggeweest… Toch is er iets veranderd. Je bezittingen zijn gaan stralen en glanzen; ze zijn tot leven gekomen en je beseft dat je een band met ze hebt, een relatie. Ook zelf verander je door de reis over de zeven wegen. Je ontdekt dat er in jezelf een schat verborgen ligt die je tevoorschijn kunt toveren: vertrouwen. Vertrouwen in het leven, en in jezelf. Het komt wel goed. Het is al goed. Alles wat je nodig hebt, is er al. Je bent niet alleen – je bent verbonden met al het andere dat bestaat. Er zijn talloze routes naar dat behaaglijke gevoel van vertrouwen dat het leven goed is. De zeven wegen die we in dit boek bewandelen, zijn bij lange na niet de enige. De reis moet iedereen zelf maken en ieders wereld ziet er anders uit. Je kunt overal beginnen, je kunt op elk moment en vanaf elke plek instappen, je kunt er zolang over doen als je wilt, je kunt blijven hangen op een prettige plek of doormarcheren tot het einddoel.
– 11 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
Dit is dan ook geen routekaart die je heel precies moet volgen om je bestemming te bereiken. Het is meer zo’n luchtig soort gidsje dat je thuis, voor je op reis gaat, doorsnuffelt en dat inspireert, dat maakt dat je meer zin krijgt in je tocht. Het bevat mijn eigen verhaal, mijn ervaring van wat werkt en wat niet werkt, en wat handige tips van andere reizigers die ik verzameld heb en graag doorgeef. Wellicht is er iets bij dat op jouw pad past, dat je aanspreekt, dat je herkent of dat je kunt zien als een interessante mogelijkheid. Uiteindelijk vind je de weg naar je eigen bron namelijk in jezelf, waar geen gids van buitenaf ooit geweest is.
Wegwijzer
Hoe rijker je leven is, hoe minder geld je nodig hebt Het enige dat je níét hoeft te doen op je reis naar overvloed is veel geld verdienen, krijgen, erven, stelen of winnen. Dat staat absoluut vast, het is wetenschappelijk bewezen en door talloze mensen uitgeprobeerd. Van veel geld word je niet waarachtig rijk. Het gevoel
– 12 –
OP REIS NAAR DE BRON
van welbehagen waar wij naar op zoek zijn, is niet te koop, zelfs niet voor een biljoen. Geld is een bijzonder onbetrouwbare route naar dat tintelende gevoel van rijkdom. Veel rijke mensen zijn alleen maar arm met een hoop centen. Hun weg is doodgelopen. Of ze zijn in drijfzand verzeild, een moeras van angst, hebzucht en jaloezie, waar ze niet meer uit kunnen komen. Wat niet wil zeggen dat geld onbelangrijk is. Misschien lees je dit boek omdat je geldzorgen hebt. Wees gerust: ook met een koffer vol geldzorgen kun je op reis gaan naar overvloed. Je zult niet de enige reiziger zijn met dat soort bagage. Veel mensen moeten de laatste tijd rondkomen met minder geld dan ze gewend waren. De bomen leken jarenlang tot in de hemel te groeien, maar door de recessie zijn we wijzer geworden. De economie stagneert, de beurs is ingezakt en aanzienlijke vermogens zijn verdampt. Sinds de invoering van de euro is het leven er niet goedkoper op geworden. Bijna alles wordt duurder en veel inkomens stijgen niet mee met de prijzen. Misschien ben je een kleine zelfstandige en krijg je minder opdrachten dan vorig jaar. Of is je loon bevroren en lijkt dooi vooralsnog niet in zicht. Je hebt wellicht de laatste tijd moeten interen op je spaargeld om op hetzelfde niveau van comfort te kunnen blijven. Of je beleggingen floreren niet. Het kan zijn dat je schulden hebt en het lastig vindt om die afgelost te krijgen. Misschien wil je onthaasten en denk je erover om korter te gaan werken. Dat betekent meestal minder
– 13 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
inkomen. Ook dan kun je je afvragen of je het wel zult redden. Hoe zal het zijn als we niet meer aan de laatste mode kunnen meedoen? Raken we niet gefrustreerd als we geen luxe reisjes meer kunnen maken? Staan we voor schut als we eindeloos in dezelfde ouwe auto rondrijden of zelfs de auto weg moeten doen? Stel je voor dat we moeten verhuizen naar een goedkoper huis… Hoe blijf je dan gelukkig? Wat kun je doen? Bezuinigen is alleen leuk als het past bij je karakter. En dan heb je het waarschijnlijk niet nodig. Als bezuinigen absoluut moet, kun je er knap gedeprimeerd van raken. Nachten piekeren over slimme trucs om aan geld te komen is nutteloos. Hoe meer je piekert, hoe armer je je voelt. Elke week een lot kopen in een loterij en hopen dat er een wonder gebeurt, is hoogst onverstandig. Ook daarmee voed je alleen maar je gevoel van tekort. Een fors deel van het geld dat je betaalt voor je lot gaat linea recta naar de schatkist van het rijk. De rest gaat op een grote hoop die over de winnaar wordt uitgestort en de kans dat jij dat bent, is te verwaarlozen. Reis liever mee op de zeven wegen naar overvloed. Met een gevoel van overvloed, met dat tintelende gevoel van welbehagen schep je van binnenuit rijkdom. Je hoeft jezelf niet te dwingen om je hand op de knip te houden: je voelt spontaan steeds minder neiging om te kopen, kopen, kopen. Je hebt het namelijk te druk met genieten van alles wat er al is in je leven, je voelt je
– 14 –
OP REIS NAAR DE BRON
rijk en gezegend. Allerlei uitgaven die je ooit voor onmisbaar hield, vallen vanzelf weg, zonder dat je het merkt. Wat blijkt? Je koffertje met geldzorgen wordt gaandeweg leger en leger. Uiteindelijk laat je het staan, ergens langs de route. Een tijdje geleden maakte ik een crisis door in mijn carrière. Onverhoeds liep ik tegen mijn eigen grenzen op – ik wilde niet meer. De lol was eraf. Nog een paar weken lang bleef ik grimmig achter mijn computer zitten, typend alsof mijn leven ervan afhing. Tegen mijn huisgenoten was ik steeds vaker kortaf en humeurig. En ineens was het echt helemaal op. Ik kreeg mijn computer niet meer aan, zo bevangen was ik van weerzin. Het was alsof het apparaat en ik twee magneten waren met de verkeerde kanten naar mekaar toe. Ook de telefoon, mijn adresboekje, de post, ja alles boezemde me afkeer in. Ik werd bang. Was dit een burnout? Je hoort zoveel over die gevreesde aandoening die de beste, ijverigste werkers overvalt. Ik had gedacht dat mij dat nooit zou overkomen. Nu leek het er toch verdacht veel op dat ik mezelf had overschat en te veel van mijn krachten had gevergd. Ik nam een paar weken vrij. Voor een freelancer zoals ik is dat griezelig; veel spaargeld had ik niet en de schoorsteen moest toch blijven roken. Maar het kon niet anders. In die tijd zag ik een advertentie: een levensbeschouwelijk opinieblad vroeg om een parttime
– 15 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
redacteur. Het salaris was bescheiden; financieel zou het een flinke stap achteruit betekenen voor mij om daar te gaan werken. Toch trok de baan me onweerstaanbaar aan. Hier zou ik me bezig kunnen houden met wat me werkelijk boeit in deze fase van mijn leven, de kruisbestuiving tussen verschillende vormen van spiritualiteit en religie. En ik zou in een team kunnen werken, in plaats van in mijn eentje, als de dappere dodo die ik twintig jaar lang als freelancer was geweest. Ik stuurde een sollicitatiebrief. En begon te piekeren. Was het wel een goed idee? Ik had nooit alleen voor het geld gewerkt en altijd dingen gedaan die ik leuk vond, maar ondertussen was ik wel steeds meer gaan verdienen. Nu zou ik genoegen moeten nemen met minder inkomen. Hoe zou ik het redden? Zou ik nog wel een goede moeder zijn als ik mijn kinderen minder kon toestoppen? Zou ik in de ogen van mijn succesvolle vrienden nog wel meetellen? Zou ik nog wel dikke lagen biologische roomboter op mijn boterhammen kunnen smeren? Was deze sollicitatie wel een goede zet? Hoe kom je daar nou achter? peinsde ik. Ik had graag willen stoppen met piekeren, maar dat lukte niet. Op een dag fietste ik zorgelijk door de stad. Kreeg ik maar een teken. Was er maar iets waardoor ik zeker kon weten dat ik de juiste stap had gezet. Ik deed een soort schietgebedje: lieve gids, geleidegeest, hoger zelf of beschermengel, wat het ook is daarboven dat mij in de gaten houdt… wil je me alsjeblieft een teken geven? – 16 –
OP REIS NAAR DE BRON
Precies op het moment dat ik deze gedachten in mijn hoofd had, fietste ik langs een geparkeerde auto. Over de hele achterruit van die auto stond met grote zwarte letters: trust. Het was een antwoord als een klaroenstoot: vertrouw. Vertrouw erop dat het goed komt. Vertrouw erop dat je de baan krijgt als dat goed is voor je ontwikkeling en anders niet. Vertrouw erop dat je leven niet verarmt maar verrijkt als je doet wat je echt wilt, zelfs met minder geld. Ik kreeg de baan. Vanaf dat moment werd alles anders. Het was alsof er ergens een pinnetje uitgetrokken was waardoor mijn oude leefstructuur losraakte en uit elkaar viel. Tussen de brokstukken lag daar glanzend en wel een nieuw en fijner leven te wachten. Mijn geliefde zei de huur van zijn flat op en trok bij mij in, onze inkomens lieten we samensmelten en het was genoeg. Ik kon me ontspannen en mijn zorgen laten varen. Ik bruiste van de levenslust. Er ging een nieuwe wereld voor me open op mijn werk en ik popelde om hem te betreden. In huis brachten we een ingrijpende verandering aan. Ik gaf mijn grote werkkamer aan mijn geliefde en trok zelf met mijn computer in een kamer een verdieping hoger. Sommige vriendinnen reageerden bezorgd: cijferde ik mezelf niet weg op dat zolderkamertje? Maar de symboliek van de verhuizing trof me. De kamer die ik verliet, was centraal gelegen in het huis, groot en zonnig, en de kleuren waren wit, rood en zwart. Ik was ook de centrale persoon in huis zolang
– 17 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
ik daar werkte, de verantwoordelijke, keiharde doordouwer. Mijn kamer boven is een stuk bescheidener. De kleuren die de sfeer bepalen, zijn zeegroen en blauw. Dat symboliseert dat ik mijn spilfunctie verlaat en het hogerop zoek, met minder ambitie, meer ontspanning en diepgang. ‘Streef niet naar groei,’ had ik in mijn vorige boek, Tien geboden voor innerlijke rust, geschreven. ‘Vaak moet je slinken in omvang of volume om rijpheid en bloei een kans te geven, om je energie ten goede te laten komen aan verbetering en verdieping.’ Het bleek helemaal waar te zijn. Zelden had ik duidelijker ervaren hoe belangrijk het is om te doen wat je echt wilt, om je diepste wens te volgen en niet te blijven hangen in oppervlakkige angst voor geldgebrek. Om te vertrouwen dat het goed komt als je doet wat je hart je ingeeft, als je de weg gaat die bij je past, hoe tegendraads dat ook mag lijken. Hoe vaak hoor je het niet van mensen? Ze hebben een plan, een ambitieus project of een verlangen hun leven te veranderen. Alleen het benodigde geld ontbreekt. Dan springen ze in het diepe – ze gaan ervoor, vol vertrouwen. Op de een of andere bijna magische manier komt het financieel goed. De bank geeft een lening. Er komt een subsidie of een erfenis. Het blijkt makkelijker dan ze dachten om zuinig te leven. Het lijkt soms toeval, maar dat is het niet. Het is het effect van vertrouwen.
– 18 –
OP REIS NAAR DE BRON
Vertrouwen maakt vrij. De aarde is een oord van eindeloos veel mogelijkheden. Er is ruimte voor iedereen, ook voor mij en jou, om te doen wat bij je past. Je hoeft niets te doen waarbij je je verveelt of akelig voelt, alleen maar voor het geld. Je mag je energie besteden aan activiteiten die je gelukkig maken, die je vingers doen tintelen en je hart doen zingen. Misschien moet je het zelf hebben meegemaakt om het te kunnen geloven. Durf. Laat je niet weerhouden door angst voor geldgebrek. En laat je vooral niet leiden door verlangen naar meer geld.
Negatief reisadvies
Het gezichtsbedrog van geld In het boek Beestachtig rijk beschrijft de Amerikaanse journalist Richard Conniff de toplaag van extreem rijke mensen alsof het een eigenaardige diersoort is. Hij gaat ervan uit dat de zucht naar extreme welvaart een natuurlijke eigenschap is in mensen, biologisch bepaald. Volgens hem willen wij allemaal zo rijk mogelijk worden, omdat we dan beter onze genen kunnen doorgeven. Een nogal twijfelachtig uitgangspunt,
– 19 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
maar Conniff gelooft er vast in en daardoor is hij in staat om open en zonder jaloezie of zuurheid naar zijn onderzoeksgroep te kijken. Hij constateert dat geld slechts zelden samengaat met vrijheid, en vrijwel nooit met vertrouwen dat het goed komt of dat alles er al is, dat behaaglijke gevoel van overvloed dat een mens echt gelukkig maakt. Je zou kunnen denken dat grote financiële rijkdom vrij zou maken, oppert Conniff, zodat rijke mensen helemaal zichzelf kunnen worden, unieke persoonlijkheden met hoogst originele karaktertrekken. ‘In plaats daarvan gaan ze meer op elkaar lijken. Ze bezoeken dezelfde restaurants. Ze huren dezelfde architecten in. Ze kopen van dezelfde kunsthandelaars… Ze dragen dezelfde soort kleren. Ze roddelen zelfs over hetzelfde.’ Ze klieken samen met andere rijke mensen, trekken zich terug in woonwijken en vakantieoorden waar alleen rijke mensen komen en sluiten gewone en arme mensen zoveel mogelijk buiten. Dat heeft een keerzijde. Binnen de kudde van rijke soortgenoten zijn rijke mensen weer gewoon, een beetje rijker dan de buren aan de linkerkant bijvoorbeeld, maar een beetje armer dan de buren aan de rechterkant. Het gevolg is dat ze zich niet echt rijk voelen. Als ze op de top van de apenrots zitten, voelen ze zich nooit helemaal veilig, want het gevaar dreigt altijd dat iemand vlak daaronder hen pootje licht. Het gevolg is argwaan, paranoia en isolement. Rijke mensen hebben bedienden die spul-
– 20 –
OP REIS NAAR DE BRON
len stelen, slaapkamergeheimen verkopen, familieleden chanteren, verleiden en verraden. Hun buren zijn jaloers, hun kennissen hebberig, hun vrienden houden constant in de gaten wie de rijkste is en buiten de kring van bekenden sluipen er criminelen rond die azen op hun geld. De aantrekkingskracht van financiële rijkdom is een illusie. Het is gezichtsbedrog, zoals zoveel op aarde gezichtsbedrog is; een fata morgana. Ik sluit niet uit dat het mogelijk is voor sommige heel bijzondere mensen om een behaaglijk gevoel van vertrouwen in het leven te combineren met grote rijkdom. Maar ik denk wel dat je daar harder voor moet werken dan gewone mensen met modale of bescheiden inkomens.
Extra reisinformatie
Wie is de bedelaar? Er is een mooi oud verhaal over Alexander de Grote die de Griekse wijsgeer Diogenes ontmoette. Diogenes was een mysticus die niets bezat, ook geen huis – men zegt dat hij in een regenton sliep – en toch volmaakt,
– 21 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
stralend gelukkig was. Toen de roemruchte keizer Alexander hem opzocht, lag hij ontspannen op de oever van een rivier in de zon. Alexander was diep onder de indruk van Diogenes’ uitstraling en gratie. Hij boog en vroeg of er iets was dat hij voor de wijsgeer kon doen. Diogenes antwoordde: ‘Ja, ik wil graag dat je een eindje opzijgaat, want je staat in de zon.’ ‘Als ik niet Alexander was,’ zei Alexander eerbiedig, ‘dan zou ik wel Diogenes willen zijn. Als ik nog eens word geboren, zal ik vragen of dat mag.’ ‘Waarom word je niet meteen net als ik?’ vroeg Diogenes lachend. ‘Wat let je?’ ‘Eerst moet ik nog even de wereld veroveren,’ zei Alexander. ‘Daarna kan ik in de zon gaan liggen.’ Alexander en Diogenes stierven op dezelfde dag en kwamen elkaar weer tegen bij hun overtocht over de rivier naar de onderwereld. Alexander schaamde zich, want hij was nooit toegekomen aan bezinning en rust; hij was gestorven terwijl hij nog altijd bezig was de wereld te veroveren. ‘Nou, daar zijn we weer,’ zei hij blufferig om zich een houding te geven, ‘de keizer en de bedelaar.’ ‘Ja,’ zei Diogenes, ‘maar jij begrijpt niet wie de keizer is en wie de bedelaar. Ik kan God straks recht in de ogen kijken. Jij durft mij niet eens recht in de ogen te kijken.’
– 22 –
OP REIS NAAR DE BRON
Wegwijzer
Als je overvloed wilt, richt je dan op eenvoud Eens wandelde ik met mijn hond door het park toen er in de verte een jongeman met een zwarte terriër aan kwam. Het beestje liep los en kwam nieuwsgierig onze kant op, in plaats van netjes met zijn eigen baas mee te lopen. De jongen riep zijn hond bij zich: ‘Kane! Kane! Kom hier!’ Het was tevergeefs. De terriër rende rondjes om ons heen, met zijn baas achter hem aan, en natuurlijk was het hondje sneller. Het werd gevaarlijk, want de drukke straat was inmiddels vlakbij. ‘Wilt u even blijven staan met uw hond,’ riep de jongeman me toe, ‘anders gaat de mijne straks de straat op!’ Ik bleef staan. ‘Zal ik je een tip geven?’ vroeg ik. ‘Je moet heel hard de andere kant op rennen, van je hond af. Dan komt hij vanzelf achter jou aan.’ Dat vond de jonge baas het proberen waard. Hij rende de andere kant op over het gras en keek over zijn schouder of het werkte. En ja hoor, zodra Kane zag dat zijn baas dreigde te verdwijnen, holde hij zo snel als zijn pootjes hem dragen konden achter de baas aan. Dat is spannend wat mijn baas nu doet! Daar moet ik bij zijn! Het gevoel van overvloed dat wij willen bereiken,
– 23 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
is als een kleine, ongehoorzame, watervlugge terriër. Als je erachteraan jaagt, rent het voor je uit. Als je de andere kant op gaat, in het volste vertrouwen dat jij de baas bent, komt het achter je aan. Sterker nog: je hoeft alleen maar stil te staan. De Soefi-dichter Roemi zei het zo: ‘Als ik dat waarnaar ik verlang, achterna ren, zijn mijn dagen een hel van stress en angst; als ik stilzit op mijn eigen plek van geduld, vloeit alles wat ik nodig heb naar me toe, zonder moeite. Hieruit heb ik begrepen dat datgene waarnaar ik verlang, ook verlangt naar mij, naar mij op zoek is en mij probeert aan te trekken; als het me niet naar zich toe kan lokken, moet het wel naar mij toe komen. Hierin ligt een diep geheim verborgen voor mensen die het begrijpen.’ Het tintelende vertrouwen dat het leven een genot is, vol rijkdom en mogelijkheden, dat gevoel hangt als het ware in de lucht boven ons hoofd en verlangt naar een ingang in een mensenhart. Als we blijven jachten en jagen op uiterlijke rijkdom, kan het niet binnenkomen. We hebben het te druk, er is geen ruimte voor. Als we de uiterlijke jacht opgeven en stilhouden, krijgt het vertrouwen de kans om in ons neer te dalen. En dat vertrouwen werkt als magie. Roemi schreef: ‘Toen ik het piekeren over geld, voedsel, kleren en lichamelijke bevrediging opgaf, begon alles in een natuurlijke stroom naar mij toe te vloeien.’ Talloze mensen hebben dezelfde ervaring. Zodra ze zich niet langer richten op de angst tekort te komen,
– 24 –
OP REIS NAAR DE BRON
maar op dat wat ze echt graag doen, krijgt hun leven een magische kwaliteit. Het komt echt goed. Het is al goed. Er is genoeg, er is overvloed.
– 25 –
De materialistische weg
O
p mijn achttiende, na mijn eindexamen, werd ik au pair in Engeland. Ik woonde in Oxford, in een donker, Victoriaans huis bij een bejaard echtpaar, een Russische professor en zijn Oostenrijkse vrouw. Zij maakte mij wegwijs in het huishouden en leerde me ondertussen wat handige huishoudelijke termen in het Engels. Terwijl ik op haar aanwijzingen het bestek opborg in de besteklade, vertelde ze dat Engelsen zeggen: ‘The spoons live in that drawer,’ – de lepels wonen in die la, letterlijk zelfs: ze leven in de la. Ik lachte erom en zij vervolgde met een glimlach dat ze het niet zo gek vond want, zei ze: ‘inanimate things have a life of their own.’ Onbezielde voorwerpen leiden een heel eigen leven. Het was zo’n zinnetje dat je nooit vergeet,
– 26 –
DE MATERIALISTISCHE WEG
zeker niet als je het hoort op een ontvankelijke leeftijd. Het viel bij mij bovendien in vruchtbare aarde, want als kind was ik altijd speciaal dol geweest op kinderboeken waarin voorwerpen leven, poppen kunnen praten of bomen kunnen dansen. Wie de film Toy Story gezien heeft, waarin speelgoedpoppen tot leven komen en hoofdpersoon Buzz Lightyear een spannend en ontroerend avontuur beleeft, begrijpt meteen wat ik bedoel. Zulke films waren er nog niet in mijn jeugd, maar wij hadden wel prachtige plaatjesboeken met fantasierijke verhalen. Een van mijn lievelingsboeken ging over een lui meisje dat in een oud en vervallen huisje woonde met een poes. Ik ben het boek helaas kwijtgeraakt, maar het verhaal is onuitwisbaar in mijn herinnering gegrift. Het meisje lag altijd maar te slapen en ze verwaarloosde haar huisdier, haar meubels en haar huis. De kleuren op de platen waren grauw en donker. Op een dag had de poes er genoeg van; hij ging ervandoor. Het mandje volgde pardoes: het kwam overeind, rolde de deur uit en ging achter de poes aan. Daarna kwamen de tafel en de stoelen tot leven en volgden het mandje, en toen het bad, de bezem, de keukenspullen, de lepels en vorken die in de la woonden… Kortom, al het huisraad stapte op. Het meisje bleef maar lui liggen slapen. Het huis zelf kwam ook krakend in beweging en ging op weg. En natuurlijk wilde het bed niet achterblijven. Het wierp zijn eigenares van zich af en stuiterde de weg op. Als allerlaatste sprongen de pantoffels op en renden weg.
– 27 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
Toen pas werd de hoofdpersoon wakker. Verschrikt keek ze om zich heen. Waar was alles? In de verte zag ze haar pantoffels rennen en boos zwaaiend en roepend holde ze erachteraan. De rest van het huisraad had zichzelf intussen verzameld in en om het huis, in een groen weiland. Toen het meisje arriveerde, sloeg de voordeur voor haar neus dicht. Ze trok en trok aan de deurknop en achter haar vormde zich een rij van huisraad, de badkuip voorop, die aan haar trok zodat ze los zou laten. Pats! Ze liet los en viel achterover in het bad. Terstond kwam de emmer met water aanhollen en stortte zich over haar heen leeg. De zeep danste lustig schuimend en de badborstel boende erop los. Beteuterd, maar brandschoon kwam het meisje uit het bad. Haar jurkje, schortje en sokken waren ook fris gewassen en hingen zichzelf aan de lijn te drogen. Het was het startsein van een grote ommekeer. Op de volgende platen zag je het meisje druk in de weer om haar meubels schoon te maken en haar huis op te knappen. De platen waren nu fris en helder. Op de laatste bladzijde plukte de heldin bloemen in een kleurige bloemenwei, terwijl het huis achter haar stond te blinken in de zon en de poes tevreden om haar benen krulde. Ja, onbezielde voorwerpen leiden een heel eigen leven. Ze gedijen onder liefdevolle aandacht. Ze verkommeren als we ze verwaarlozen en negeren. Trouwens, hoe onbezield zijn voorwerpen eigenlijk? Ze
– 28 –
DE MATERIALISTISCHE WEG
hebben misschien geen aangeboren ziel zoals wij, maar er hangt wel degelijk iets bezields om spullen heen. Vooral om oude spullen die je lang hebt gekoesterd en verzorgd. Elke keer dat je vol liefde naar je bezittingen kijkt, geef je ze een beetje bezieling mee. Elke keer dat je ze schoonmaakt, repareert, oplapt, afstoft en weer netjes neerzet met een tevreden gevoel, straalt er iets van jouw eigen ziel door in het voorwerp. Die tafel vol vlekken en krassen waar je zoveel maaltijden aan hebt gegeten, die getuige is geweest van de gesprekken en het gelach, die heeft de gastvrijheid en de gezelligheid in zijn vezels geabsorbeerd. De vaas die ik ooit uit Zuid-Frankrijk heb meegebracht, gemaakt door een kunstenares in een sfeervolle pottenbakkerij, draagt iets bij zich van de kunstenaarsziel waaruit hij is ontsproten. Het houten krukje dat lang geleden in mijn ouderlijk huis in de badkamer stond met handdoeken erop, dat ik paars verfde op mijn zeventiende omdat toen alles paars moest zijn en dat ik later zwart lakte omdat alles zwart moest zijn, dat slijtplekken begint te vertonen waar je het paars doorheen ziet schemeren – dat krukje is een dierbare kameraad geworden. De ouderwetse koffiebus, geblutst en gekrast, die vroeger van mijn ex was en die nog uit het huis komt van de moeder van zijn eerste vrouw – het lijkt wel of hij naar me grijnst, elke keer dat ik er een schepje verse koffie uit opdiep. De zilveren briefopener uit Indië die van mijn moeder was, met het opschrift VOC – Batavia, die zoveel brieven heeft geopend, liefdesbrie-
– 29 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
ven, rekeningen, moeilijke brieven, heerlijke brieven… Om die briefopener hangt langzamerhand een aura, een veld van bewustzijn. Alle spullen die je al een tijdje hebt, leven een eigen leven. Als je van ze houdt en ze goed verzorgt, staan ze te stralen. Als je de band niet onderhoudt, verliezen ze langzaam maar zeker hun ziel. Op reis naar de overvloed beginnen we bij het begin: thuis, bij de spullen die we hebben. We bekijken onze bezittingen met nieuwe ogen. Het zijn bezielde voorwerpen die verhalen vertellen over onszelf en onze geschiedenis. Hoe ouder hoe beter, hoe gehavender hoe dierbaarder.
Bezienswaardigheid
Down memory lane Mijn vader hield van spullen. Hij zorgde er ook goed voor. Wij moesten onze fietsen schoonmaken van hem, omdat ze dan langer meegingen. De velgen en spaken oliede hij. Hij smeerde zijn schoenen in met een dun laagje vet en stopte er een schoenspanner in voordat
– 30 –
DE MATERIALISTISCHE WEG
hij ze in hun flanellen hoesjes in de kast zette. Pas als hij ze aantrok, borstelde hij ze uit. Hij repareerde wat kapot was in ons huis, lijmde gebroken borden en asbakken en schuurde voorzichtig de gestolde lijm weg langs de breukrandjes. Zijn kriebelige tweedjasjes roken zoetig naar pijptabak. Als we op het strand geweest waren en teervlekken hadden aan onze voeten, veegde hij die weg met wasbenzine en soms liet hij ons even aan het flesje ruiken: spannend luchtje in je neus. Hij kon het gorgelen van een gootsteen nadoen – bloeb, bloeb, bloeb – en het loeien van een koe, met ingezogen adem, meuhhhh. Elke ochtend wekte hij ons fluitend. De tonen van het reveil uit het leger buitelden onze slaapkamers in vergezeld van een frisse geur, want hij was zo’n man die zich dagelijks schoor met echte scheerzeep en een kwast waarmee hij zijn kaken en wangen deed schuimen, en een scheermes, en die de wondjes op zijn gladde natte kin vervolgens bette met aluin. In vooren najaar, als het eigenlijk nog te koud was om in zee te zwemmen, deden we dat soms toch met hem, en dan liet hij ons zien hoe je warm werd als je uit het ijskoude water kwam: door je snel af te rossen met zo’n plankharde, ruige handdoek tot je gloeide over je hele lijf, je vliegensvlug aan te kleden en zo hard mogelijk een paar rondjes te rennen op het strand. Daarna kregen we van hem een groot stuk chocola, een onvoorstelbare luxe. Veel mensen hebben het gevoel dat hun kindertijd
– 31 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
de mooiste tijd van hun leven was. De wereld is een groot mysterie – en dat levenloze voorwerpen leven, spreekt vanzelf. Je poppen zijn natuurlijk echte kinderen, je teddybeer van pluche of badstof is blij of verdrietig. Als je geen poppen of beren voorhanden hebt, speel je met takken en dennenappels die als bij toverslag tot leven komen in je handen. Je bent permanent verwonderd en verrukt over alles wat je ziet, hoort, voelt, ruikt en proeft. Daarom ervaar je ook heel makkelijk overvloed, zelfs in een karige omgeving. Ik herinner me bijvoorbeeld niet dat ik het koud had in de winter, in het houten huisje waarin we woonden tot ik zeven was en waarin maar één enkele oliekachel stond. Maar ik herinner me wel dat een buurvrouw bedsokken breide voor mij en mijn broer en zusje, in drie verschillende kleuren. (Bedsokken! Bestaan die nog?) En ik herinner me de behaaglijke warmte van het ondergoed dat mijn moeder op een rekje voor de kachel hing en dat we aan kregen na het bad. Dat was pas een luxe gevoel – veel luxer dan baden in een centraal verwarmde badkamer. Wat zijn jouw herinneringen aan vroeger? Had je een vader of moeder die van spullen hield? Of was er misschien een onderwijzer of een buur die je de waarde van de materie deed beseffen? Wandel het pad van je geheugen af naar je vroege jeugd, naar de magie die er nog zat in de wereld om je heen toen alles nieuw was en bijzonder. Kom je iets moois tegen? Schrijf het op. Maak aantekeningen. Houd het positief. Als je ouders
– 32 –
DE MATERIALISTISCHE WEG
onverschillig of destructief met materiële zaken bezig waren, laat dat dan voor wat het was en zoek naar een mooie herinnering. Die buurvrouw die koekjes bakte en je liet proeven. De meester die je een nieuw schrift gaf, en hoe blij je ermee was. Richt je op de zilveren draad van welbehagen en overvloed die er door je kinderleven liep, hoe dun het draadje misschien ook was. Bewaar je aantekeningen; het zijn kostbare souvenirs. Later op onze reis, op de route van de familiegeschiedenis, komen ze nog goed van pas.
Wegwijzer
‘Stop wanting, start having’ Stop met verlangen naar dingen die je niet hebt en begin met bezitten wat je wel hebt: een advies van de spirituele leraar Osho Rasjneesh, ook bekend als Bhagwan. Het betekent: wees je bewust van wat je allemaal al bezit. Dat klinkt gemakkelijker dan het is. In onze maatschappij is het namelijk niet gewenst om je al te goed bewust te zijn van je rijke bezittingen, want onze economie draait om kopen en verkopen. Consumenten moeten almaar nieuwe spullen kopen zodat pro-
– 33 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
ducenten kunnen blijven verkopen; dan groeit de economie. Hoe meer je houdt van je spullen, hoe minder geneigd je bent om nieuwe dingen aan te schaffen. Daarom is er tegenwoordig een heel legertje van de knapste koppen dag en nacht aan het werk om te zorgen dat wij ons niet bewust worden van wat we al bezitten en onze aandacht in plaats daarvan richten op alles wat we nog niet hebben. We worden gehypnotiseerd om te geloven dat kopen ons bevredigt en dat meer kopen ons dus meer bevredigt. De waarheid is dat iets nieuws kopen slechts een kortstondige, vluchtige bevrediging verschaft, die vrij snel wegebt. Dan denk je misschien dat je nog iets moet kopen om weer tevreden te worden en dat lijkt ook te kloppen, maar de koopkick is snel voorbij en jij blijft achter met een vaag ontevreden gevoel. Bewust bezitten daarentegen geeft een diep en permanent genot. Oude spullen zijn veel dierbaarder dan nieuwe. Nieuwe schoenen knellen, nieuwe handdoeken drogen slecht, nieuwe bankstellen en auto’s maken je bang voor krassen en vlekken. Oude banken en schoenen zitten lekkerder, in oude kleren ben je vrij, je kunt jezelf in het gras laten vallen, je hoeft niet te schrikken van een vlek. Hoe vaker ik met welgevallen naar mijn oude gelakte houten krukje kijk, hoe meer het glanst in mijn bewustzijn, hoe meer het voor me gaat leven. En hoe minder ik geneigd ben het weg te doen en een of ander nieuw, kek vormgegeven, kunststof krukje ervoor in de plaats te zetten.
– 34 –
DE MATERIALISTISCHE WEG
Negatief reisadvies
Kopen, kopen, kopen Maakt kopen gelukkig? Kijk eens naar de gezichten van shoppende mensen. Ga maar in een willekeurige winkelstraat staan en let op hoe de mensen eruitzien die bepakt en bezakt uit de grote warenhuizen komen. Stralen ze van blijdschap om al die aankopen die ze meezeulen? Huppelen ze in een feestelijke stemming naar huis? Of hangt er onmiskenbaar een wolk van onvrede om hen heen? Het is gek, maar juist de mensen met de meeste pakjes en tassen zien er vaak het ongelukkigst uit. In mijn gezin hebben we dat het Ikea-effect genoemd. Het is een beetje oneerlijk tegenover het Zweedse warenhuis, want het effect treedt op in alle grote koopcentra, maar wij ontdekten het bij Ikea. Er is iets raars aan de hand met Ikea. Je kunt er fijne meubeltjes kopen voor weinig geld, dat staat vast, die zijn ontworpen door knappe jonge designers uit Zweden en die je in een middagje in elkaar kunt knutselen. Niets mis mee. Het warenhuis zelf maakt ook een hartelijke indruk: hier kun je met het hele gezin terecht. Een dagje uit, compleet met ballenbad en snacks. En
– 35 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
toch… Mijn kinderen en ik hebben er vele malen rondgelopen en het viel ons op dat wij altijd om een of andere reden na een poosje in een slecht humeur raakten. Hoe vrolijk we ook waren gestart, na verloop van tijd werden we kribbig. Telkens weer gingen we er naar binnen vol verwachting en opwinding, en telkens weer kwam er na enige tijd een ruzieachtige sfeer onder ons, een vreemd soort onvrede die zich uitte in gekibbel en gekift. Je ziet het ook om je heen in het winkelende publiek. Vaders en moeders snauwen hun kinderen af, kinderen drenzen en dreinen, gezichten staan afgetobd en chagrijnig, de sfeer is negatief. Het is geen gewone vermoeidheid, het is iets anders. Het is teleurstelling, beseften we. Een vage, onbegrepen, hardnekkige sensatie van desillusie. We hebben het als volgt geanalyseerd. Ikea houdt je voor de gek. Net als de Bijenkorf, de hema, v&d, en alle winkelcentra straalt het een belofte uit die het niet waar kan maken, iets in de trant van: ‘hier ligt alles voor het grijpen wat je hartje maar zou kunnen begeren. Hier is overvloed, hier word je echt gelukkig’. Maar zelfs als ik met een ruime beurs en een gulle bui binnenkwam, was het toch niet mogelijk die belofte te vervullen. Dat gevoel van overvloed is namelijk niet te koop, zo simpel ligt het. Bij alles wat je oppakt en in je wagentje legt, is stiekem een beetje teleurstelling inbegrepen. Misschien zal ik met het volgende leuke ding dat ik koop het geluk wel bereiken. Nee, ook niet… Onvermijdelijk kruipt de teleurstelling omhoog en
– 36 –
DE MATERIALISTISCHE WEG
daarmee de ergernis en de wrijving. Teleurstelling wordt wantrouwen en wantrouwen projecteert zichzelf op je gezelschap. Er gaat iets fout, al weet ik niet precies wat. Doen de anderen soms iets verkeerds waardoor het niet lukt? Misschien zou ik wel gelukkig zijn als de kinderen niet zo zeurden, of als mijn partner enthousiaster was, of als ik meer geld te besteden had, of als… In de feestmaand december hangt het Ikea-effect extra zwaar over onze winkelstraten. Je kunt er vandaan komen met tassen vol cadeautjes en feestkleren en toch een duidelijk gevoel hebben van onvrede en onzekerheid. Het kan zich uiten als twijfel. Heb ik echt wel het leukste gekocht? Misschien heb ik niet de beste koopjes gevonden, misschien was het in een andere winkel flitsender of hipper… Of het kan de vorm aannemen van ergernis. Die volle winkels ook, dat lange wachten bij de kassa… Die emoties onderdruk je met man en macht, want het is te gek om los te lopen dat je met zoveel nieuwe aanwinsten toch niet gelukkig zou zijn. Maar het is niet voor niets dat er in zoveel gezinnen ruzie is in de decembermaand. We proberen iets dat niet kan: het feestelijke gevoel van overvloed op te roepen door de juiste aankopen te doen. Het is gedoemd te mislukken. Vertrouwen, zelfvertrouwen, ontspanning, onbekommerd genieten in de wetenschap dat alles goed komt, dat het al goed is, dat kun je niet bij de kassa betalen en laten inpakken.
– 37 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
Een grote verzekeringsmaatschappij onderzocht onlangs wat onze dierbaarste bezittingen zijn. Ze vroegen aan een paar honderd mensen: wat zou u het meest missen als uw huis in vlammen opging en u alles kwijt was wat u bezat? Het antwoord was natuurlijk: de spullen met de grootste emotionele waarde. Niet de nieuwste aanwinsten of de duurste bezittingen. Foto’s van geliefde familieleden en van bijzondere momenten scoorden hoog, evenals muziekinstrumenten, diploma’s, tekeningen en werkstukken. Ook erfstukken, antiek en sieraden werden genoemd – vanwege de herinneringen, niet vanwege de geldwaarde. Niemand zou de auto het meest missen, of de televisie, of de stereotoren, of het nieuwe bankstel, of dat dure mantelpak. Die zijn namelijk vervangbaar. Bezittingen die een emotionele waarde hebben, zijn dat niet. Spullen met emotionele waarde vertellen verhalen over onszelf. Foto’s vertellen de geschiedenis van het gezin en van onze voorouders, net als erfstukken en antiek. Diploma’s getuigen van de ijver en het doorzettingsvermogen die je ooit had. Die antieke klok vertelt het verhaal van grootmoeders huis en de geborgenheid van haar liefde. Die barnstenen ketting fluistert elke keer dat je hem omdoet, dat je geliefde van je houdt. Natuurlijk kunnen ook nieuwe aankopen ons dierbaar worden, mettertijd, en hun eigen verhalen gaan vertellen. Daarvoor moeten ze dan wel de tand des tijds doorstaan. Ze moeten duurzaam zijn, wat bete-
– 38 –
DE MATERIALISTISCHE WEG
kent dat ze door het gebruik mooier worden. Dat ze de avonturen die wij ermee beleven, onze zorg en liefde, onze aandacht en koestering, waardig in zich opnemen en eindeloos blijven uitstralen.
Wegwijzer
Als je iets nieuws koopt, neem dan natuurlijke materialen Natuurlijke materialen zijn duurzamer. Een echt houten krukje kun je eindeloos oververven. Een leren bank wordt alleen maar mooier met de tijd. Natuurlijke materialen verouderen met waardigheid en schoonheid. Voorwerpen van dit soort materiaal zijn makkelijker te repareren. En er zitten meer verhalen in. Ze dragen niet alleen onze verhalen met gemak, ze hebben ook zelf interessante verhalen te vertellen. Hout vertelt het verhaal van ruisende bossen, van zagerijen met hun warme geur, van kracht en buigzaamheid, van eeuwenlang uithoudingsvermogen. Wol vertelt over schapen met dromerige koppen, en over dikke vachten met dat bijzondere vermogen om lucht en water vast te houden. Linnen vertelt over vlas
– 39 –
ZEVEN WEGEN NAAR OVERVLOED
dat op de akkers staat, katoen over grote pluizige katoenbollen op de plantages. In aardewerk en porselein zit het verhaal van klei, in zilver en koper van aders diep in de aardkorst, in ijzer van ijzererts en grote ovens waarin het is gesmolten. Glas verhaalt van overvloedig zand, door beken en grote rivieren meegenomen uit het kwartsgebergte en door hitte gereinigd. Leer draagt het leven met zich mee van de dieren. In rubber horen we over rubberbomen die hun melksap hebben gegeven. Het woord materie komt van mater, moeder. Materie is moederstof, de stof van Moeder Aarde. Elk materieel voorwerp verbindt ons letterlijk en figuurlijk met de aarde. Voor veel mensen is ‘materialist’ een scheldwoord. Het staat min of meer tegenover ‘idealist’. Een idealist streeft naar een betere wereld, een materialist gelooft daar niet in en zoekt alleen genot voor zichzelf. Een idealist denkt dat hij gelukkig wordt van geestelijke waarden, een materialist denkt dat hij gelukkig wordt van geld. Maar als je echt van de materie houdt, heb je helemaal niet zoveel geld nodig. Je geniet van wat je hebt, wat er al is, in je huis en om je heen. Je ervaart de geestelijke waarde in de materie. Als je met respect en met aandacht naar je spullen kijkt, besef je dat er in elk voorwerp een wereld verborgen ligt. Neem dat simpele houten krukje van mij. Mensen hebben een boom omgezaagd, het hout ver-
– 40 –