WBL Nieuwsbrief Zomer aan de Lek ………………………………………. Foto: Miranda Spek
Werkgroep Behoud Lopikerwaard Jaargang 34, nummer 108. Zomer 2014
WBL Nieuwsbrief 34-‐108. Zomer 2014 Van de redactie
Stichting WBL De Stichting WBL heeft als doel: het be-‐ houd en de versterking van het eigen ka-‐ rakter van de Lopikerwaard en naaste om-‐ geving: te weten de natuur-‐, landschaps-‐ en cultuurhistorische waarden in samen-‐ hang met de leefomgeving. De Stichting WBL is een erkende Algeme-‐ ne Nut Beogende Instelling (ANBI).
Inhoudsopgave
Van de redactie Uit het bestuur WBL verwerft ANBI status Uitnodiging donateurmiddag 2014 Op jacht op de waterdiertjes 2 De zoetwaterkreeft in Nederland De irritante kant van de recreant Thea Horsmans 1946-‐2014 Een stop om van te watertanden Oudewater 750 jaar stad Toen en nu in Polsbroek Geschiedenis van de Diergeneeskun-‐ de 2 Een bij uitstek Lopikerwaardse sport WBL publicaties Colofon 2
2 3 5 6 7 8 11 13 14 16 19 24 28 30 31
Het weer heeft zich deze zomer van zijn zonnigste kant laten zien. Dat valt al met-‐ een af te lezen aan de voorpagina. Het heeft ook zijn weerslag gevonden in de inhoud van deze nieuwsbrief. Sport en re-‐ creatie nemen een centrale plaats in. Bij de sport gaat het om een van oorsprong Friese volkssport, die echter ook in de Lo-‐ pikerwaard een hoge vlucht heeft geno-‐ men. Waar het gaat om recreatie, spelen de WBL excursies een rol. De kinderen gingen opnieuw op jacht naar waterdier-‐ tjes en dat met verrassende resultaten: de opmars van de zoetwaterkreeft lijkt niet te stuiten. Verder is er aandacht voor een plek om aangenaam te verpozen tijdens een fiets-‐ of wandeltocht. Er wordt stilge-‐ staan bij de schaduwzijden van sommige zomerse recreatievormen. En tenslotte wordt u uitgenodigd voor een bezoek aan Oudewater dat vanaf oktober van dit jaar zijn 750-‐jarig stadsbestaan viert. Natuurlijk ontbreken de vaste onderdelen niet. Het bestuur bespreekt de ‘kernrand-‐ zone’, het nieuwe buzzword in ruimtelijk ordeningsland en verheugt zich over de nieuw verworven ANBI status. De be-‐ schouwingen over het leven in de Lo-‐ pikerwaard komen dit keer uit Polsbroek en de geschiedenis van de diergeneeskun-‐ de wordt vervolgd met de tweede afleve-‐ ring. De zomer kende ook zijn schaduwzijde. Tot onze spijt hebben we moeten verne-‐ men dat Thea Horsmans is overleden. Zij was een van de pioniers van de WBL en bekleedde de functie van voorzitter in de periode 1977-‐2008. Jan Reijnders, hoofdredacteur
Uit het bestuur In de rubriek ‘uit het bestuur’ snijdt de voorzitter één of meer actuele thema’s aan die vallen binnen het interessegebied van de WBL. Ditmaal is er aandacht voor het begrip “kernrandzone”, dat is geïntroduceerd in de vorig jaar verschenen Provin-‐ ciale Ruimtelijke Structuurvisie en de Provinciale Ruimtelijke Verordening.
………………………………………………………………………………………………………………………………………................. Bron PRS 2013
Kernrandzones De Provinciale Ruimtelijke Structuurvi-‐ sie 2013-‐2018 en Provinciale Ruimte-‐ lijke Verordening (respectievelijk afge-‐ kort als PRS en PRV) zijn afgelopen jaar vastgesteld door Provinciale Sta-‐ ten van Utrecht. Naast de bekende ‘rode contouren’, de ruimte waarin de gemeenten hun activiteiten wat betreft woningbouw en industriële activiteit dienen te ont-‐ wikkelen, is in de huidige PRS en PRV het begrip ‘kernrandzones’ geïntrodu-‐ ceerd. Het PRV zegt hier het volgende over: “Kernrandzones zijn de randen van steden en dorpen. Ze vormen de overgang van stedelijk naar landelijk gebied en daarmee feitelijk de voor-‐
kant van de kern. Beleidsmatig wor-‐ den ze echter als achterkant behan-‐ deld, waardoor een toekomstbeeld voor de zones als geheel meestal ont-‐ breekt. Ze ogen daardoor vaak rom-‐ melig. Veel kernrandzones bevatten een mix aan functies, zoals woningen, (agrarische) bedrijven, sportvelden, begraafplaatsen en volkstuinen. De kernrandzone maakt visueel vaak deel uit van het landelijk gebied, maar is wel van belang voor de kwaliteit van het leefmilieu van de kern. De ver-‐ blijfskwaliteit van de kernrandzones zelf is laag en dreigt soms nog verder te verslechteren. Routes om door deze gebieden te kunnen fietsen of wande-‐ len ontbreken vaak. De provincie ziet 3
mogelijkheden om de kwaliteit van kernrandzones te vergroten. Daarom nodigt zij gemeenten uit om een ge-‐ biedsvisie voor deze zones te ontwik-‐ kelen. Uitgangspunt daarbij is behoud en/of versterking van ruimtelijke kwa-‐ liteit.“ Goede voornemens Dat is mooi geformuleerd. Het zou bij een juiste invulling een verrijking van het beleid kunnen betekenen. De gemeenten kunnen nu aan de slag. Maar meteen zien we ongewenste ontwikkelingen. Zo beschouwen ze willekeurig ook de lintbebouwing als kernrandzone, en maken allerlei ont-‐ werpen. Eigenlijk is hier het manco, dat de kernrandzone niet goed gede-‐ finieerd is en aan grillige initiatieven bloot staat. Het initiatief bij het bedrijventerrein Jan Snel in Montfoort is een voorbeeld van een juiste toepassing van ge-‐ noemd idee. In het verlengde hiervan zijn er legio mogelijkheden te beden-‐ ken om historische plekken een op-‐ knapbeurt te geven: bijvoorbeeld res-‐ tanten van de oude Hollandse Water-‐ linie of de entree van Montfoort bij de molen, waar nu een supermarkt het stadsbeeld ontsiert. Controverse De inkt van de PRS is nauwelijks opge-‐ droogd of er is al dispuut hoe een en ander in het vat gegoten moet wor-‐ den. Minder dan een jaar na de invoering van het begrip kernrandzone, heeft de Provincie Utrecht zich al genoodzaakt gezien om onafhankelijk advies op dit
4
gebied in te winnen. Zij heeft daartoe een onafhankelijk adviseur aangesteld in de persoon van Ingeborg Thoral. Van haar hand is recentelijk een rap-‐ port verschenen omtrent de kern-‐ randzones. Het bevat een analyse van de bouw-‐ stenen die nodig zijn voor de verbete-‐ ring van de kwaliteit aan de randen van de bebouwde kom. Daarnaast be-‐ vat het aanbevelingen aan de Provin-‐ cie betreffende de concentratie op het verbeteren van kwaliteit. De Provincie krijgt het advies een gemeente te zoe-‐ ken die als pilot voor verbetering kan dienen. Het advies is een gedegen stuk dat de juiste ingrediënten bevat. De praktijk laat echter nu al zien dat gemeenten de problematiek “aanvliegen vanuit het Ruimtelijke Ordeningsbeleid”. Ad hoc planning en een fixatie op de kor-‐ te termijn liggen op de loer. Verder zien we dat de kernrandzone vaak aangegrepen wordt als een kans om meer rood (d.i. woningbouw, indu-‐ strie) buiten de rode contour te reali-‐ seren. Ook Ingeborg Thoral is er niet geheel gerust op dat het goed gaat. Het kernrandzonebeleid staat nog in zijn kinderschoenen. Opletten Ook de WBL houdt de ontwikkelingen in onze regio scherp in de gaten. De werkgroep zal alles in het werk stellen om kwaliteitsverbetering en leefbaar-‐ heid na te streven. Maar de zorg blijft. Waar en hoe kunnen we adequaat bij-‐ sturen? Wim Boesten
WBL verwerft ANBI-‐status De Belastingdienst heeft de Stichting Werkgroep Behoud Lopikerwaard (WBL) met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014 de status verleend van Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). De ANBI status geeft donateurs en erflaters aan de WBL onder welomschreven condities het recht om giften en erfstellingen van be-‐ lasting vrij te laten stellen. er twee varianten denkbaar: de ‘ge-‐ wone gift’ en de ‘periodieke gift’. Van beide mogelijkheden is de ‘periodieke gift’ in de meeste gevallen de beste keuze. De procedure rond de ‘perio-‐ dieke gift’ wijkt in positieve zin af van de ‘gewone gift’ omdat daarbij noch een bovengrens, noch een ondergrens gesteld wordt. Om voor deze variant in aanmerking te komen, moet wor-‐ den vastgelegd dat de donateur voor een periode van tenminste vijf jaar elk In het voorjaarsnummer van deze jaar een bepaald bedrag schenkt aan nieuwsbrief hebben we reeds melding de ANBI instelling. Vroeger moest een gemaakt van het feit dat het WBL be-‐ dergelijke belofte worden vastgelegd stuur een verzoek van die strekking bij in een notariële akte. Vanaf 1 januari de belastingdienst had gedaan. Met 2014 is deze beperking echter opge-‐ het oog daarop is de WBL internetsite heven. Weliswaar moet de periodieke uitgebreid met een extra blok infor-‐ gift nog steeds worden vastgelegd matie. Dit om te voldoen aan de eisen maar dit kan voortaan geschieden via van bestuurlijke en financiële transpa-‐ een (gratis) schriftelijke overeenkomst rantie die aan ANBI instellingen wor-‐ met het goede doel naar keuze. den gesteld. De betreffende informa-‐ De standaard onderhandse schen-‐ tie is te vinden op de WBL-‐site: kingsovereenkomst kan worden ge-‐ www.wbl-‐web.nl/algemeen download van de website van de be-‐ Een en ander betekent dat de WBL lastingdienst: www.belastingdienst.nl voortaan is opgenomen in het officiële Omdat er aan de akte verder geen register dat door de belastingdienst kosten verbonden zijn, wordt de peri-‐ wordt gepubliceerd. Men kan het re-‐ odieke gift ook voor lagere bedragen gister raadplegen op de site: interessant. Omdat elke euro van een www.belastingdienst.nl/rekenhulpen/ periodieke gift aftrekbaar is, wordt het giften/anbi_zoeken/ totale fiscale voordeel groter. Uiteraard is het belastingvoordeel af-‐ Belastingvrijstelling hankelijk van het inkomen van de Het voornaamste gevolg van de ver-‐ schenker. Het kan oplopen tot 42% of worven ANBI status is dat WBL-‐ zelfs 52% van het geschonken bedrag. donateurs en –erflaters gebruik kun-‐ nen maken van de mogelijkheid tot Jan Reijnders fiscale vrijstelling. Wat dit betreft zijn
5
Uitnodiging WBL donateurmiddag 2014
…………………………………………………………………………………………………………………………………………..……… Foto: NLwandel.nl
Dit jaar staat de WBL donateurmiddag in het teken van de waterhuishouding in de Lopikerwaard. De afvoer van het overtollige water heeft het landschap van de Lopiker-‐ waard door de eeuwen heen ge-‐ vormd. Hoe dat in zijn werk ging, is in het poldermuseum ‘Gemaal de Hooge Boezem’ te Haastrecht te zien. We verzamelen bij café Goejanverwel-‐ le, Goejanverwelle 29-‐A, 3467 PN He-‐ kendorp. Na een lekker kopje koffie vertrekken we gezamenlijk naar het vorig jaar vernieuwde poldermuseum ‘Gemaal de Hooge Boezem’ te Haast-‐ recht. Eeuwenlang vond de ontwatering van de Lopikerwaard voor een belangrijk deel plaats via de Vlist naar de IJssel. Eerst vanzelf, vervolgens met wind-‐ bemaling en later met een stoomge-‐ maal. In dit poldermuseum is dit alles te zien en te beleven. Na afloop gaan we weer terug naar café Goejanverwelle, gelegen naast de 6
pas restaureerde sluis tussen de Hol-‐ landse IJssel en de Dubbele Wiericke. Het programma voor zaterdag 30 au-‐ gustus 2014 ziet er als volgt uit: • 13.30-‐14.00 uur: ontvangst in café Goejanverwelle te Hekendorp met koffie of thee; • 14.00 uur: gezamenlijk vertrek naar het poldermuseum te Haast-‐ recht; • 14.30-‐16.30 uur: rondleiding; • 17.00-‐18.30 uur: weer terug voor een drankje en een koud en warm buffet in café Goejanverwelle te Hekendorp. De kosten bedragen € 18,50 p.p. Dit is inclusief één koffie, rondleiding in het poldermuseum, buffet en één drankje. Opgave van deelname kan tot 26 au-‐ gustus via e-‐mail:
[email protected] of per telefoon 0348-‐553632 (Herman Boonekamp). Bestuur WBL
Op jacht naar waterdiertjes 2 In het vervolg op het succes van de WBL kinderexcursie vorig jaar, organiseerde de WBL recentelijk opnieuw een ‘jacht naar waterdiertjes’, dit maal in het IJsselstein-‐ se Bos. Ingeborg Geensen, lid van de WBL excursiecommissie, doet verslag.
Wie is wie in waterdierenland? .......................................................................................... Foto: Wim van der Putten
Plaats van handeling Na de kinderexcursie van vorig jaar was besloten om ook dit jaar ‘op jacht’ te gaan langs de slootkant. Een grote sloot in het IJsselsteinse bos werd ge-‐ kozen tot ‘jachtgebied’. Bioloog en WBL bestuurslid Theo Hat-‐ tink was wederom bereid om de ex-‐ cursie te begeleiden. Als kers op de taart was er voor de jeugd na afloop een gratis pannenkoek met limonade in pannenkoekenrestaurant ‘De Roo-‐ zeboom’. Jacht geopend Op zaterdag 14 juni was het zover: een klein clubje kinderen met (groot)-‐ ouders stond vol verwachting klaar op het parkeerterrein aan de Noord IJs-‐
seldijk. Na een korte wandeling door het bos kwamen we aan bij een brede sloot. Nadat Theo liet zien hoe je een emmer vult zonder halsbrekende toe-‐ ren uit te halen (je doet een klein emmertje in een netje en schept daarmee water) werd de ‘jacht’ geo-‐ pend. Verscheidenheid Wat een verscheidenheid aan dier-‐ soorten werd er opgevist: waterspin-‐ nen, bootsmannetjes, schaatsenrij-‐ ders, larven van o.a. de waterjuffer, een moerasslak en… wel tien zoetwa-‐ terkreeften! Met behulp van de de-‐ terminatiekaarten konden de namen opgezocht worden. Over ieder diertje wist Theo wel een bijzonder verhaal te
7
vertellen. Hij deed dat met een aan-‐ stekelijk enthousiasme. De kinderen lieten elkaar trots hun vangst zien en vroegen honderduit over al die won-‐ derlijke, prachtige diertjes in hun em-‐ mertjes. Na alle diertjes nog eens goed bekeken te hebben werd er af-‐ scheid van ze genomen.
Pannenkoeken Het was tijd voor de pannenkoeken. En o, wat waren die heerlijk! Nogmaals bedankt, familie Rooze-‐ boom voor de sponsoring! Ingeborg Geensen
Kreeft bij de vleet ………. …………………………………………………………………………………...…………… Foto: Wim van der Putten
De zoetwaterkreeft in Nederland Tijdens de excursie werden opvallend veel kreeften gevangen. Een aantal weken voorafgaand aan de excursie zijn Theo en ik op een avond gaan ‘proefvissen’. Ook toen vingen we verschillende kreeftjes. Theo heeft er twee meegenomen naar huis. Twee weken later was zijn aquarium leeggegeten door deze rovertjes met een voorkeur voor amfibieën. Zou dat ook de reden zijn dat er geen salamander, kikker of kikkervisje werd gevangen? En waar komen deze kreeftjes ineens van-‐ daan? Of bewoonden ze de Nederlandse wateren altijd al? Exoten Arnhem wordt aangetroffen. Het is Nederland heeft inderdaad een in-‐ een beschermde diersoort en mag dus heems zoetwaterkreeftje: Astacus niet worden verstoord of gevangen. astacus. De kans dat deze kreeft wordt De kreeften die tijdens de excursie ge-‐ gevangen is echter heel klein, aange-‐ vangen werden zijn niet beschermd. zien hij alleen in de omgeving van Het zijn exoten die in relatief korte tijd
8
een flinke opmars hebben gemaakt. Er komen in Nederland inmiddels zeven exotische soorten voor, waarvan sommigen een zeer lokale versprei-‐ ding kennen en anderen juist een zeer ruime verspreiding.
Rode Amerikaanse rivierkreeft ...Foto: EIS/Naturalis
In de vorige eeuw hebben drie kreef-‐ tensoorten ons land weten te berei-‐ ken. Het gaat hierbij om de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft (Orconectes limosus) (in 1968), de Turkse rivier-‐ kreeft (Astacus leptodactylus) (in 1977) en de rode Amerikaanse rivier-‐ kreeft (Procambarus clarkii) (in 1977). Na 2000 is het aantal soorten verder toegenomen. In 2001 werd Procamba-‐ rus acutus/zonangulus aangetroffen in een poldergebied bij Hardinxveld. De marmerkreeft (Procambarus sp.) is in 2003 gevonden in de omgeving van Dordrecht. De geknobbelde Ameri-‐ kaanse rivierkreeft (Orconectes virilis) wordt sinds 2004 zeer veel aangetrof-‐ fen in een deel van het Groene Hart.
Verder komt er sinds enkele jaren een Californische rivierkreeft (Pacifastacus leniusculus) voor in een beek in Noord-‐Brabant en een beek in Twen-‐ te. De gevlekte Amerikaanse rivierkreeft en de rode Amerikaanse rivierkreeft komen al meer dan 30 jaar in Neder-‐ land voor en hebben de tijd gehad om hun verspreidingsgebied te vergroten. De soorten die na 2000 voor het eerst zijn aangetroffen komen nu nog in re-‐ latief kleine gebieden voor, maar heb-‐ ben hier al hoge dichtheden bereikt en zullen zeer waarschijnlijk hun huidige verspreidingsgebied verder uitbreiden. Leeggegeten aquarium Dat leeggegeten aquarium was geen toeval. In onderzoek zijn aanwijzingen gevonden dat de diverse soorten exo-‐ tische rivierkreeften een grote impact kunnen hebben op de vegetatie, het doorzicht, de waterkwaliteit en de overige fauna, waaronder vis. In een vijver in het Amstelpark waren de tientallen salamanders in een jaar tijd verdwenen. In plaats daarvan werden er 34 zoetwaterkreeften aangetroffen. In de zomer van 2008 heeft Sportvis-‐ serij Nederland een oriënterend on-‐ derzoek gedaan naar het voorkomen van exotische rivierkreeften in de Wil-‐ nisse Bovenlanden in de polder Groot-‐ Wilnis-‐Vinkeveen. Aanleiding was een aantal klachten van sportvissers die de rivierkreeften in toenemende mate als een probleem ervoeren. In juni 2008 is 3 weken lang met twee typen kreeftenkooien gevist in de Wil-‐ nisse Bovenlanden. In 23 kooien wer-‐ den in totaal 1304 rivierkreeften ge-‐ vangen. Het overgrote deel van de ge-‐ vangen kreeften (1302) betrof het de geknobbelde Amerikaanse rivier-‐ kreeft, daarnaast werden 2 gevlekte Amerikaanse rivierkreeften gevangen.
9
Een globale schatting van de totale biomassa kreeften in de Wilnisse Bo-‐ venlanden komt op ruim 20 kilo per hectare ofwel bijna 400 individuen per hectare. Dit is waarschijnlijk nog een onderschatting o.a. omdat de vangst-‐ efficiëntie van de kooien geen 100% is. De kleinere kreeften van minder dan 8 cm. konden namelijk ontsnappen door de mazen van de kooien. Mogelijke maatregelen In het rapport wordt een aantal moge-‐ lijke maatregelen besproken. Twee voorbeelden zijn: het verhogen van de predatie van kreeften door het uitzet-‐ ten van roofvis of het reduceren van het aantal kreeften door ze weg te vangen met bijvoorbeeld kreeften-‐ kooien. Het kreeftenprobleem strekt verder dan alleen de Wilnisse Bovenlanden. Het verspreidingsgebied van de ge-‐ knobbelde Amerikaanse rivierkreeft loopt minimaal van de Krimpener-‐ waard tot aan de Vinkeveense Plassen en van de Woerdense Verlaat tot het Kromme Rijngebied. Het vraagt daar-‐ om ook een bredere aanpak; de regio-‐ nale waterbeheerders en Sportvisserij
Nederland hebben subsidie aange-‐ vraagd voor een vervolgonderzoek. Stichting EIS en Naturalis Stichting EIS en Naturalis hopen de ontwikkelingen op kreeftengebied in Nederland op de voet te kunnen vol-‐ gen. Kreeftenwaarnemingen (bij voor-‐ keur vergezeld van een foto!) en kran-‐ tenknipsels kunnen worden doorgege-‐ ven aan
[email protected], of worden ingevoerd op de internet portals waarneming.nl of telmee.nl Om de verschillende rivierkreeften op naam te kunnen brengen heeft EIS een aantal hulpmiddelen ontwikkeld: een kreeftenzoekkaart met waarne-‐ mingsformulier en de Kreeftentabel – Proeftabel Kreeften, een uitgebreide en rijk geïllustreerde determinatie-‐ sleutel voor wie er met de zoekkaart niet uit komt. Alle hulpmiddelen zijn te vinden op de internetsite van EIS: www.eis-‐nederland.nl De bij de excursie gevangen kreeften zijn inmiddels aangemeld. Ingeborg Geensen Bronnen: Stichting EIS, Sportvisserij Nederland, Naturalis
Hoenkoop ...................................................................................................................................... Foto: Jan Reijnders
10
De irritante kant van de recreant De Lopikerwaard is een populair recreatiegebied. Wandelaars, fietsers, wielren-‐ clubjes, motorrijders, ballonvaarders: allemaal weten ze het Groene Hart te vin-‐ den. Maar soms slaat het recreëren om in irriteren. Doe je er iets tegen? Of hoort het erbij?
Zondag op de Lekdijk …………………………………………………………………………………………………………....... Foto: Jan Reijnders
Onvrede Zodra de eerste zonnige lentedag aanbreekt stappen motorrijders en masse op hun motor. En dat ze dan na een lange winterstop even flink de gashendel opendraaien, is best te be-‐ grijpen. Maar wat als hordes motorrij-‐ ders elke zaterdag en zondag de maximumsnelheid die geldt op de Lekdijk flink overschrijden? Dan vin-‐ den veel bewoners dat niet leuk. Wil-‐ lemien Veldhuizen kan het beamen. Ze is lid van de werkgroep, die is opge-‐ richt na een roerige bijeenkomst begin april in het buurthuis van Willige Lan-‐ gerak. ‘De gemeente Lopik had deze avond georganiseerd naar aanleiding van de vele klachten die er waren bin-‐
nengekomen over de overlast van mo-‐ toren. Het werd burgemeester Wes-‐ terlaken en wethouder Spelt al snel duidelijk dat er veel boosheid en on-‐ vrede heerste.’ Racebaan en valpartijen De werkgroep, die uit zes bewoners en een gemeenteambtenaar bestaat, is voortvarend aan de slag gegaan. Er is een meldpunt opgericht waar bewo-‐ ners overlast kunnen melden en een enquête rondgestuurd, die de overlast in kaart moet brengen. ‘Binnen een maand hadden we tien meldingen binnen’, vertelt Veldhuizen. ‘Van ge-‐ luidsoverlast tot gevaarlijke verkeers-‐ situaties. Van races tot valpartijen.
11
Omdat iedereen overlast anders er-‐ vaart, hebben we een enquête opge-‐ steld. In onze beleving is bijvoorbeeld het aantal motorrijders de afgelopen vijf jaar enorm toegenomen. En ze rij-‐ den ook steeds harder. Maar is dat ook echt zo? Soms zijn ervaringen sub-‐ jectief. Maar als je wilt dat de politie hier echt gaat handhaven, moeten we met duidelijk bewijs komen. Met de uitkomsten van de enquête brengen we dat in kaart.’ De waarschuwingsborden die twee jaar geleden op de Lekdijk geplaatst zijn, hebben volgens Veldhuizen geen effect. ‘De meeste motorrijders trek-‐ ken zich daar niets van aan. De ge-‐ meente zou het na een jaar evalueren, maar we hebben er nooit meer iets over gehoord. Daarom zit de werk-‐ groep er bovenop. Het is voor het eerst dat bewoners van Willige Lange-‐ rak zich op deze manier verenigingen.’
Vertrapte nesten Boeren die ’s avonds laat nog het land op moeten. Koeien die op hol slaan. En weidevogels die verstoord worden. Het zijn gevolgen van de toenemende luchtballonvaart boven de Lopiker-‐ waard. Volgens vrijwillig weidevogel-‐ beschermer Martin van den Hoek hebben de scholeksters, kieviten, grut-‐ to’s, tureluurs en veldleeuweriken er de afgelopen 15 jaar een zorg bij ge-‐ kregen: ballonvaarders. ‘De vogels schrikken niet zozeer van het overko-‐ men van de grote ballonnen’, legt Van den Hoek uit. ‘Daar zijn ze inmiddels wel aan gewend. Het gaat fout als er geland wordt op een perceel waar ze zitten te broeden. Vaak vindt het tochtje in de ballon ’s avonds plaats en wordt er pas geland rond zonsonder-‐ gang. Voordat alles is opgeruimd en de ballonvaarders zijn uitgedronken, is het meestal al donker. Om weer in de
Avondlijke ballonvaart boven de Lopikerwaard ………………………………………………..…….…..…………. Foto: Miranda Spek
12
bewoonde wereld te komen moet het gezelschap eerst dwars door het wei-‐ land lopen of rijden. De broedende vogels schrikken daarvan en verlaten hun nest. Maar soms raken ze zo ge-‐ desoriënteerd, dat ze niet meer terug-‐ keren. En dan heb je dus een verloren nest. Ook is de kans op het vertrappen van nesten in het donker veel groter dan overdag.’ Een oplossing heeft Van den Hoek al bedacht. ‘Als weidevogel-‐ verenigingen de ballonvaartbedrijven aan het begin van het broedseizoen laten weten waar de belangrijkste broedgebieden zitten, dan kunnen ze die wellicht mijden bij het landen.’ Afgekocht met een fles Veehouder en fruitteler Menno Hoo-‐ gendoorn kan er ook over meepraten. Hij is de tel inmiddels kwijt, maar over zijn land in de uiterwaarden bij Lopik vlogen de afgelopen jaren heel veel luchtballonnen. En met grote regel-‐ maat werd er ook geland. En dat irri-‐ teerde Van Hoogendoorn soms mate-‐ loos. ‘Kijk, ik ben heus niet tegen re-‐ creatie’, bekent hij met een glimlach. Thea Horsmans 1946-‐2014
‘Maar dat iedereen zo maar onge-‐ vraagd op je land komt recreëren, werd ik wel een beetje zat. Als zo’n ballon op 20 meter overkomt, schrik-‐ ken de pinken zich rot. Als ze dan op hol slaan, rennen ze dwars door de draad heen en kunnen dan zo de weg oplopen. Dus elke keer als er een bal-‐ lon over ons land kwam, moest ik de boel gaan controleren. En dat was dan meestal op het moment dat ik einde-‐ lijk in mijn luie stoel lag.’ Ook als er een ballon landde was Van Hoogen-‐ doorn de klos. Want hij wist nooit of ze het hek wel goed hadden dichtge-‐ maakt. Dat zijn reactie richting de pi-‐ loot van de ballon niet altijd even aar-‐ dig was, blijkt wel uit het feit dat Van Hoogendoorns land een tijdje op de zwarte lijst stond. ‘Ze proberen je af te kopen met een fles wijn van drie euro vijftig. Maar weet je wel wat een hoop extra werk ik er aan heb…? Gelukkig zijn de ballonvaarten sinds de crisis behoorlijk afgenomen. Van mij mag dat zo blijven.’ Miranda Spek Bij het ter perse gaan van deze nieuws-‐ brief bereikte ons het droeve bericht van het overlijden van Thea Horsmans. Thea behoorde tot de pioniers van de WBL. Zij was jarenlang actief lid en be-‐ kleedde de functie van WBL-‐voorzitter van 1977 – 2008. We herinneren haar als een gedreven persoonlijkheid, die met hart en ziel ver-‐ bonden was met de doelstellingen en activiteiten van de WBL. Onze gedachten gaan uit naar Arie van den Ban, de naaste familie en vrienden. Het WBL bestuur
13
Een stop om van te watertanden Motorrijders die er hun route op plannen. Fietsers die er een rustpauze nemen. Dagjesmensen die na een rondleiding in het Dijkhuis van een stuk taart genieten. Theeschenkerij Watertanden in Jaarsveld is een welkome aanwinst voor de Lo-‐ pikerwaard. Lokaal onthaal En zo opende op 20 juli 2013 in de monumentale schuur, die vroeger dienst deed als opslagplaats voor kruiwagens, zandzakken, schoppen en olielampen, theeschenkerij Watertan-‐ den. Berendsen huurt haar onderko-‐ men van het waterschap, maar is wel eigenaar van het bedrijf. ‘Ik probeer hier een gezellige huiskamersfeer te creëren. Een plek waar je binnen en buiten kunt genieten van biologische en verse producten. Ik koop zoveel mogelijk in bij lokale ondernemers. Het brood komt van Menno uit IJssel-‐ stein. De groenten van Ecoville of uit mijn eigen moestuin. Sappen, eieren en kersen haal ik bij Fruitwaard en de …………………............................... Foto: Miranda Spek appels voor de appeltaart komen uit Toevallige samenloop de boomgaard op dit terrein. Bloem Regelmatig werd Caroline Berendsen koop ik bij molen de Windotter, kaas (38) op de Lekdijk aangesproken door komt van Montfoortse kaasboerderij voorbijgangers met de vraag waar ze Doruvael en het vlees van slagerij Post iets konden eten of drinken. ‘Elke keer uit Vreeswijk.’ De schuur richtte ze in moest ik hen teleurstellen met het met gerecyclede spullen uit de kring-‐ antwoord dat hier in de omgeving loopwinkel. Om de houten tafels, ge-‐ niets is’, legt Berendsen uit. ‘Dat maakt door haar partner, staan allerlei bracht me op het idee om zelf iets te verschillende stoelen. Er is ook een beginnen. Na een telefoontje aan de lange leestafel met kranten, tijdschrif-‐ gemeente Lopik ben ik kennelijk in de ten, spellen, boeken over de Lopiker-‐ kaartenbak voor potentiële horecaon-‐ waard en een grote vaas met polder-‐ dernemers beland, want jaren later bloemen. kreeg ik een telefoontje van de ge-‐ meente. Of ik geïnteresseerd was in Home made opzetten van een theeschenkerij an-‐ ‘Ik heb al aardig wat vaste klanten’, nex bezoekerscentrum van het water-‐ vertelt Berendsen trots. ‘Van april tot schap bij het Dijkhuis? Ik was meteen oktober ben ik elk weekend open. enthousiast!’ Zondag is de drukste dag. Motorrijders
14
Caroline Berendsen………....…..... Foto: Miranda Spek
en wielrenners die hier speciaal een stop maken voor koffie met taart of een lunch. Maar ook dagjesmensen en buitenlandse toeristen strijken hier neer.’ In de vitrine staan haar baksels uitge-‐ stald: kersentaart, zandtaartjes met aalbessen, zwarte bessenmuffins en alles is home made. ‘Ik werk alleen met fruit van het seizoen. Maar appel-‐ taart bak ik altijd, want anders heb ik een paar teleurgestelde klanten… Of er wel eens iets overblijft? Zeker, ik ben afhankelijk van het weer, dus na een regenachtig weekend blijf ik soms met taarten zitten. Maar er zijn altijd wel buurtgenoten die een stukje lus-‐ ten en mijn gezin weet er ook wel raad mee.’ Volop plannen Haar man en twee kinderen komen binnen. ‘Mama wat doe je?’, vraagt de jongste. ‘Jullie moeten even stil zijn,
want ik word geïnterviewd’, ant-‐ woordt ze lachend. Enthousiast somt ze op wat er tot oktober nog allemaal op haar to-‐do-‐list staat. De organisatie van de zomermiddagconcerten bij-‐ voorbeeld. En de verbouwing van de zolder, die dienst doet als bezoekers-‐ centrum van de Stichting Kunst en Cul-‐ tuur Lopik en Stichting Deel de Natuur. Hij is al deels ingericht maar het ge-‐ heel mag best wat spannender en in-‐ teractiever worden. ‘Stichtse Rijnlan-‐ den heeft een bureau in de arm ge-‐ nomen, dat er mee aan de slag gaat. Oh ja, en ik ga samenwerken met een kok, zodat ik ook de catering van de wat grotere groepen kan verzorgen.’ Twee dames arriveren. Ze zoeken een tafeltje in de zon. Berendsen wipt op haar stoel. Ze wil weer aan de slag. Miranda Spek De geschiedenis In het Dijkhuis aan de Lekdijk Oost bij Jaarsveld zetelde eeuwenlang het be-‐ stuur van het Hoogheemraadschap en later het Waterschap Lopikerwaard. Het gebouw uit 1903 is opgetrokken in de Hollandse neorenaissancestijl en de voorgevel is naar de dijk toegekeerd. Markant zijn de trapgevel, de kruis-‐ vensters en de natuurstenen leeuw met het wapen van de Provincie Utrecht. De renovatie van het monu-‐ mentale pand is gerealiseerd door ei-‐ genaar Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, huurder Koenders & Partners en subsidies van de provin-‐ cie Utrecht en het Rijk.
15
Oudewater 750 jaar stad Oktober 2014 vormt de start van het feestjaar waarmee Oudewater het feit ge-‐ denkt dat het 750 jaar geleden stadsrechten verwierf.
Oudewater gezien vanaf de West IJsselkade...................................................................... Foto: picturesofholland.nl
Stadsrechten Volgens de tijdlijn van de Geschied-‐ kundige Vereniging Oudewater is de oorspronkelijke nederzetting rond het jaar 800 ontstaan op het punt waar de Lange Linschoten samenvloeit met de Hollandse IJssel. Oudewater wordt voor het eerst als zodanig aangeduid in een akte over tienden van het Utrechts Kapittel van Oudewater in 1239. Het moet een welvarende plaats geweest zijn toen het in 1265 stadsrechten verwierf. Stadsrechten werden immers niet ‘om niet’ verstrekt. De landheer liet zich vorstelijk belonen voor het overdra-‐ gen van bevoegdheden die in essentie het recht inhielden op een eigen rechtspraak zonder tussenkomst van de landheer of diens stadhouder.
16
De oorspronkelijke akte waarin de stadsrechten zijn vastgelegd, is ver-‐ moedelijk tijdens een brand verloren gegaan. Uit secundaire bron is echter af te leiden dat de akte op 6 juli 1265 gedateerd moet zijn. De Moord van Oudewater Gelegen in het grensgebied van het Sticht Utrecht en Holland is Oudewa-‐ ter speelbal geweest in tal van conflic-‐ ten die zich in de loop der eeuwen hebben voorgedaan. Oorspronkelijk behoorde Oudewater toe aan het Sticht Utrecht, een vor-‐ stendom binnen het Roomse Rijk waarover de Bisschoppen van Utrecht de scepter zwaaiden. In 1281 werd het door de Bisschop verpand aan Floris de Vijfde van Holland. Het onderpand werd later door de Graven van Hol-‐
land verbeurd verklaard. Pas in de Franse tijd keerde het tijdelijk terug naar het ‘departement’ Utrecht, om tijdens het bewind van Willem I te worden ingedeeld bij de provincie Zuid Holland. Bij de gemeentelijke herinde-‐ ling van 1970 keerde Oudewater uit-‐ eindelijk terug in de Utrechtse moe-‐ derschoot. Gelijk de tempel van Jeruzalem is de stad meerdere malen verwoest. De grootste ramp voltrok zich aan het be-‐ gin van de Tachtigjarige Oorlog. Ou-‐ dewater sloot zich aan bij de opstand tegen de Spaanse overheersing. In 1572 nam het deel aan de eerste Vrije Statenvergadering in Dordrecht. Bij die gelegenheid erkende het Willem van Oranje als Stadhouder. In datzelf-‐ de jaar nog deden de Spanjaarden een poging om de stad terug te veroveren. Deze aanval werd echter afgeslagen. In 1575 werd het menens. In juli van dat jaar verzamelde zich onder bevel van Gilles de Berlaymont een omvang-‐ rijke Spaanse troepenmacht voor de poorten van Oudewater. Na een beleg van enkele weken werd de aanval ge-‐ opend. De Spanjaarden schoten een bres in de oostelijke stadsmuur, dempten de stadsgracht en slaagden erin op dat punt de stad binnen te dringen. Er werd geplunderd en de stad werd in brand gestoken. Er volg-‐ de een enorm bloedbad waarbij vrou-‐ wen en kinderen niet werden ge-‐ spaard. Volgens de legende waren er slechts drie overlevenden. Latere schattingen, waarbij rekening werd gehouden dat kort voor het beleg een pestepidemie had plaatsgevonden, gaan ervan uit dat het in feite ging om de helft tot driekwart van het inwonertal. Een deel van de bevolking ontvluchtte de stad. Deze catastrofe ging de geschie-‐
denisboeken in als de ‘Moord van Ou-‐ dewater’. Voorspoed In tegenstelling tot de tempel van Je-‐ ruzalem herrees Oudewater als een Phoenix uit zijn as. De stad werd in 1576 door de Watergeuzen heroverd. De autochtone bevolking keerde terug en het inwonertal werd aangevuld met vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden. De stad ging een periode van grote voorspoed tegemoet. Mede dankzij de ruime beschikbaarheid van grondstof-‐ fen in de nabije Lopikerwaard, ba-‐ seerde de stad zijn groei op de handel en de nijverheid, die met name gerela-‐ teerd was aan de productie van touw ten behoeve van visserij en scheep-‐ vaart. Hiermee haakte Oudewater aan bij de Gouden Eeuw. De fraaie renais-‐ sancegevels van de koopmanshuizen in de binnenstad zijn tot op de dag van vandaag de stille getuigen van deze bloeiperiode. Met de teloorgang van de Nederland-‐ se hegemonie op het wereldtoneel aan het einde van de 17e eeuw trad een teruggang in economische activi-‐ teit op. De handel stagneerde en de spreekwoordelijke Jan Salie geest daalde geleidelijk ook over Oudewater neer. De stad kreeg een nieuwe impuls toen rond het midden van de 19e eeuw de industrialisatie van Nederland plaats-‐ vond. De Hollandse IJssel werd geka-‐ naliseerd waardoor Oudewater beter bereikbaar werd voor scheepvaartver-‐ keer vanuit Rotterdam. De vesting-‐ werken, met name de Westerwal en Zuiderwal gingen op de schop waar-‐ door ruimte ontstond voor woning-‐ bouw en een industrieterrein. Boven op de reeds lang bestaande touwsla-‐ gerij werd het industriële scala later
17
uitgebreid met o.a. een machinefa-‐ briek, een stoomwasserij, een oliesla-‐ gerij, een graanmaalderij, een steen-‐ koolgasfabriek en een waterleidingbe-‐ drijf. Verkeerstechnisch leek Oudewater in de vaart der volkeren te worden opge-‐ stuwd door de bouw van het treinsta-‐ tion bij Papekop in 1855 en de stoom-‐ tramverbinding met Gouda in 1883. Uiteindelijk heeft de stad de grote sprong voorwaarts echter niet kunnen maken. De stoomtramverbinding met Gouda werd opgeheven in 1907 en In 1936 stopte de laatste personentrein in Papekop. Volgens de romantici on-‐ der ons is het maar goed ook dat de plannen voor een eigen treinstation op de klippen zijn gelopen. Oudewater heeft zich hersteld van de klappen die het kreeg van de Grote Depressie en de Wereldoorlog. Zijn verdere ontwik-‐ keling is echter in rustiger vaarwater geraakt. Gelukkig heeft het geen
grootsteedse groeistuipen hoeven door te maken. De schaal is klein ge-‐ bleven en daarmee heeft de 750 jaar oude stad zijn oorspronkelijke charme weten te behouden. Ze heeft, wat Herman de Man noemde, het karakter van “een wereldstad, zij het in het mi-‐ niatuurlijke” te midden van een prach-‐ tige natuurlijke omgeving weten te bewaren. Jan Reijnders Het feestjaar 750 jaar Oudewater wordt geopend op 10 oktober 2014 en duurt voort tot 19 september 2015. Gedurende die periode zijn er naast een aantal evenementen tal van acti-‐ viteiten georganiseerd op het gebied van kunst, cultuur en educatie. Zie: http://oudewater750jaar.nl
Raadhuis Oudewater …………………………………………………………………………………………………………….... Foto: Jan Reijnders
18
Toen en nu in Polsbroek Na een leven van hard werken heeft Adriaan van der Mel ontdekt dat het leven uit meer bestaat dan werken alleen. Het is ook belangrijk om te genieten. In het schrijven heeft hij een bezigheid gevonden die hem niet alleen plezier verschaft maar die ook een uitlaatklep vormt voor zijn fantasie en zijn vermogen om verha-‐ len te vertellen.
Adriaan van der Mel ............................................................................................................... Foto: Gert van Leusden
Pietershoeve Adriaan van der Mel is in 1933 gebo-‐ ren op de Pietershoeve aan de Zuid-‐ zijdseweg in Polsbroek. De Pieters-‐ hoeve was een pachtbedrijf en eigen-‐ dom van Jonkheer Graswinckel. Adri-‐ aan herinnert zich nog goed dat de freules Graswinckel ’s zomers een dag op de Pietershoeve te gast waren. Zij werden dan met de koets opgehaald en, na een dag vol spanning voor zijn ouders, ook weer teruggebracht naar hun herenhuis in Jaarsveld. De pacht-‐ boerderij is tegenwoordig onderge-‐ bracht in een stichting. Nu woont Adriaan al lange tijd tegen-‐ over de Pietershoeve. Hij voelt zich
meer dan thuis in deze omgeving waar hij geboren en getogen is. De schrijver Adriaan is een groot verteller en daar-‐ bij zet hij zijn gedachten graag op pa-‐ pier. Inmiddels heeft hij al vier boeken geschreven waarin hij zijn verhalen heeft opgetekend: De veerpont, Janus van de Veenhoeve, Levensstormen en Eriks zoektocht. De boeken zijn te koop. ‘Het is begonnen toen mijn moeder was opgenomen in het ver-‐ zorgingshuis. Tijdens bezoeken aan haar begon ik als vanzelf te schrijven. En als ik eenmaal aan het schrijven ben, kan ik bijna niet meer stoppen.
19
Mijn fantasie en verbeelding zijn on-‐ uitputtelijk. Non-‐fictie en vooral fictie lopen als vanzelf door elkaar’, lacht hij. ‘De mensen om mij heen vragen me wel eens hoe ik het toch allemaal verzonnen krijg. Voor mij is dit simpel want ik zie het allemaal letterlijk voor me, echt voor me. Ik merkte dat ik het schrijven steeds leuker ging vinden en daarom ben ik zelfs op computerles gegaan om mijn teksten goed te kun-‐ nen verwerken. Dit gaat me goed af.’ Adriaan verzekert mij overigens dat het verhaal dat hij mij wil vertellen, over de oorlog en over later, echt be-‐ rust op waarheid. Dit keer geen fictie dus. Oorlog in Polsbroek ‘De vroegste herinnering in mijn leven komt van één van de eerste oorlogs-‐ dagen. Er vloog een Duits oorlogsvlieg-‐ tuig zeer laag over. Heel spannend. Ik zag de piloot duidelijk zitten. We wis-‐ ten als kinderen niet goed wat er aan de hand was. De communicatie was toen minimaal, niet te vergelijken met hoe dit nu gaat met televisie en com-‐ puter. Er kwamen toen al gauw vele vluchtelingen uit Rhenen en omge-‐ ving. Zij waren per schip gekomen en waarschijnlijk bij Jaarsveld aan de Lek afgemeerd. Zelfs het vee was met de schepen meegekomen. Gelukkig was er voldoende gras voor de dieren rond de boerderijen. Op de zolder van de Pietershoeve werd extra stro neerge-‐ legd zodat deze mensen een goede slaapplaats hadden. Het bombarde-‐ ment op Rotterdam staat me nog hel-‐ der voor de geest. De wind kwam uit die richting. Wij za-‐ gen vuile gele wolken hoog in de lucht maar ook zagen we pikzwarte rook-‐ pluimen waaruit verkoolde resten naar beneden dwarrelden. Een heel beangstigend gezicht voor een kind.
20
Natuurlijk wist ik niet wat er aan de hand was totdat we thuis op de radio hoorden over het bombardement in de havenstad. De verwarring was compleet. Verder merkten we niet erg veel van de oorlog, behalve dan dat er veel op de bon was bij de bakker en kruide-‐ nier. Ook werd er met een stuk rubber of een dikke tuinslang een band om fietswielen gelegd. We hebben op de boerderij enkele soldaten uit Oosten-‐ rijk en Italië met paarden en al inge-‐ kwartierd gehad. De overlast viel wel mee maar het bleven toch je vijanden. We zagen veel mensen uit de grote steden die voedsel bij elkaar scharrel-‐ den. Zij waren vaak dagen lang on-‐ derweg op fietsen zonder banden of met een kinderwagen. In die jaren moesten boeren ook weiland in bouw-‐ land omzetten om de productie van voedsel te verhogen. Dat was voor een veeboer een enorme omschake-‐ ling want meer dan een moestuin had je als boer niet. Samen met andere boeren kon mijn vader gebruik maken van een ploeg en een eg via een land-‐ bouwvoorlichter Udema uit Friesland. Deze man heeft mijn vader de kunst van het ploegen bijgebracht. Al gauw stonden er aardappels, tarwe en haver op het land. Het oogsten was allemaal handwerk maar er waren altijd wel onderduikers die meewerkten op het land. Mijn vader deelde tijdens het dorsen graan uit aan mensen die langs kwa-‐ men. Iedereen kreeg twee handen met graan en mijn vader had grote handen, hoor. Samen met boeren uit de buurt werd er een dorsmachine gehuurd. We hadden zelf geen kracht-‐ stroom, het was tenslotte oorlog, dus werd er bij de stroomleverancier een tijdelijke aansluiting gevraagd. Als er werd gedorst kwam er een medewer-‐
Schoolfoto van Adriaan .................................................................................................. Foto: Archief A. Van der Mel
ker van de PUEM op zijn fietsje langs. De man klom in de paal en vervolgens werden de draden gekoppeld en later weer ontkoppeld. Hij had niet alleen gereedschap bij zich maar ook grote fietstassen voor graan en kaas. ’t Was immers oorlog. Het is één keer ge-‐ beurd dat de mannen tijdens het dor-‐ sen plotseling van de dorsmachine af-‐ sprongen. Een paar Engelse jagers gin-‐ gen al zwenkend door de lucht en ontdekten wellicht de vreemde bedrij-‐ vigheid beneden. In duikvlucht kwa-‐ men ze recht op ons af. Gelukkig za-‐ gen zij dat onze activiteiten onschuldig waren.’ School aan huis ‘De lagere school bestond in het begin van de oorlog uit twee lokalen, in de laagste klassen een juf en in de hoog-‐ ste een meester die ook hoofd van het schooltje was. Aan het eind van de oorlog kwamen er toch te veel leer-‐ lingen en werd onze voorkamer in de
Pietershoeve ingericht als extra klaslo-‐ kaal. Voor mij was dit heerlijk dichtbij maar zelfs toen zag ik nog kans om te laat te komen. Ik kon dan een schop tegen mijn achterste krijgen of ik moest op een lei vijftig strafregels schrijven voor de driftige hoofdon-‐ derwijzer.’ Sinte Catrijn Na de oorlog leerde Adriaan melken en zat hij om 5.00 uur al in de polder bij de koeien. ‘Soms moest het ijs in de sloot stuk geslagen worden voor de schouw waarmee we naar de koeien voeren. Eens per jaar op 23 november was het Sinte Catrijn. Ieder die dat wilde, mocht dan één keer de koeien melken als extraatje om er bijvoor-‐ beeld kaas van te maken. De daggel-‐ der moest ’s nachts wel bij de koeien waken om te zorgen dat de koeien niet eerder door anderen gemolken werden. Dit was een ware happening. Met de komst van de melkmachines 21
verdween ook de traditie van Sinte Catrijn.’ Altijd werk aan de winkel ‘De trekker, een Lanz Bulldog die bij de dorsmachine hoorde, had een in-‐ gewikkelde startprocedure. Met een benzinebrander werd de kop van de cilinder roodgloeiend gestookt, dan werd het stuur losgehaakt en op het vliegwiel geplaatst. Vervolgens werd er flink met het stuur geslingerd waardoor er blijkbaar brandstof in de tank werd gespoten. Met daverende klappen kwam de motor vervolgens tot leven. Ik mocht zowaar een keer met deze trekker rijden. En daar ging ik dan met een topsnelheid van acht of negen kilometer per uur met mijn ogen strak op de neus van de tractor en op de weg gericht.
Lance Bulldog ……………………. Archief A. van der Mel
Omgebouwde A-‐Ford ……….. Archief A. van der Mel
Mijn vader regelde alles op de boerde-‐ rij, er was weinig overleg tussen ons. Enkele jaren heb ik voor drie dagen per week op de landbouwschool in Gouda gezeten. De andere dagen 22
werkte ik als vanzelfsprekend gewoon op de boerderij. Wij hadden zes koei-‐ en. Alleen van het werk op de boerde-‐ rij konden we dus niet leven. Jaren-‐ lang werkte ik als chauffeur en tijdens de zomeravonden weer op het land. Ik heb zelfs enkele dagen per week in een kaashandel in Stolwijk gewerkt. Langzamerhand nam ik de boerderij van mijn vader over. Mijn vrouw hielp bij het koeien melken en zij maakte volop kaas zolang we op de Pieters-‐ hoeve woonden. Vrije tijd kenden wij niet. Er was voortdurend werk aan de winkel. Wist je trouwens dat de inwoners van Polsbroek ‘kroosvissers’ worden ge-‐ noemd? Er was namelijk een tijd waar-‐ in de boeren in plaats van mest kroos uit de sloten op het land gooiden. Bij-‐ na iedereen had ook een bijnaam vroeger. Ik werd Janus Baksteen ge-‐ noemd omdat ik niet goed kon zwemmen. Soms noemen mensen mij nog zo.’ Werken om te leven? ‘Wij hebben drie zoons, één dochter en dertien kleinkinderen. Eén van mijn zoons heeft later de boerderij overge-‐ nomen. Nu verhuurt hij de Pieters-‐ hoeve aan een boer in de buurt. Pas sinds mijn pensionering ben ik aan an-‐ dere dingen toegekomen. Ik laat me nu meer inspireren door het geloof, de mensen en dieren om me heen en het leven zelf. Ik sta stil bij het vele wer-‐ ken wat wij hebben gedaan. Leef je om te werken of werk je om te leven? Het is zó belangrijk om ook te genie-‐ ten, besef ik nu. Het schrijven geeft me veel plezier, net als het fantaseren en mooie verhalen lezen. Alles wat ik geschreven heb, lees ik voor aan mijn vrouw. Zij geeft me tips en helpt me bij het vinden van een goede titel. Op dit moment ben ik bezig met een boek
over de bevrijding van Walcheren. De oorlog houdt me nu eenmaal bezig. Ik probeer ’s avonds een uurtje te schrij-‐ ven alhoewel het in de zomertijd er minder van komt. Ik ben dan buiten in
de natuur bezig met klussen rond het huis en omgaan met mijn trouwe vriend de zwaan.’ Willemien Veldhuizen
Toen: kaas maken ........................................................................................................... foto: Archief A. van der Mel
Nu: al zes jaar een trouwe vriend ………………………………………………………………………………….... Foto: Gert van Leusden
23
Geschiedenis van de diergeneeskunde 2 Na een korte terugblik op de chirurgie in vroeger tijden, gaat het tweede deel van Wim van der Puttens geschiedenis van de diergeneeskunde in op de geleidelijke verwetenschappelijking van het vakgebied in de 16e, 17e en 18e eeuw.
Jan Steen: de Kwakzalver……………………………………………………………..….….………………….. Frans Hals Museum, Haarlem
Chirurgie Van de chirurgie in vroegere tijden moet u zich niet te veel voorstellen. Men had nog geen verdoving, te wei-‐ nig kennis van zaken en veel bleef be-‐ perkt tot het hanteren van het ge-‐ welddadige brandijzer. Ledematen die zwart geworden waren ten gevolge van het koudvuur of een gangreneuze ontsteking, werden geamputeerd maar dan wel op het hakblok en zon-‐ der verdoving. Het was allemaal zo gewelddadig, dat de chirurgie aan de eerste universiteiten niet onderwezen werd aan de toekomstige geneeshe-‐ ren. Het was meer het werk van bar-‐ bieren, steenhakkers, beenzetters, lik-‐ doornsnijders, beulen en hoefsmeden. 24
Verder was het bedrijven van de chi-‐ rurgie ook nog een tijd lang niet zon-‐ der risico geweest voor de deskundige zelf. Liep het slecht af met de patiënt, zeker als deze van adel was, dan liep het ook soms slecht af met de des-‐ kundige. Men kon er maar beter niet zijn handen aan branden. Magie, toverformules en bezweringen hebben al die eeuwen ook een belang-‐ rijke rol gespeeld in de geneeskunde en in de diergeneeskunde. De kwade geesten en de uitdrijving daarvan maar ook het geloof dat God en de duivel zich heel direct met het ziek en beter worden bezig hielden, moet niet onderschat worden. Soms werd ook een groep van mensen aansprakelijk
gesteld voor het uitbreken van een epidemie met alle gevolgen voor het lot van deze mensen. Het komt er eigenlijk op neer dat er door de eeuwen heen heel divers is gedacht en gehandeld en dat alleen kruiden en planten, een evenwichtige voeding en hygiëne een heilzame wer-‐ king gehad kunnen hebben. Ook het ontdaan worden van een rottend le-‐ demaat, ook al ging dat gewelddadig, kan levensreddend geweest zijn. Er was ook te weinig bekend over het ontstaan van allerlei ziektes, kwalen en aandoeningen om er verstandig mee om te kunnen gaan. Maar al die eeuwen werden wel verwoede pogin-‐ gen gedaan om meer inzicht te krijgen in de oorzaak en behandeling. Waar-‐ om en waardoor worden mens en dier ziek en hoe gaat het daarna verder.
Vesalius ………………. Musée des Beaux-‐Arts, Orléans
16e eeuw Vooral na de middeleeuwen toen de dogmatiek van de kerk, niet alleen door de Reformatie maar ook door de wetenschap werd ondermijnd, zagen allerlei onderzoekers hun kans schoon. En wel op velerlei gebied, dus niet al-‐
leen in de geneeskunde of dierge-‐ neeskunde, maar ook in de chemie, fysica en geneesmiddelenleer. Met magie, mystiek, schijngeleerdheid, mi-‐ rakels, blinde gehoorzaamheid, aflaten en boetedoening als therapie, moest maar eens afgerekend worden. An-‐ dreas Vesalius, een van oorsprong Belgische arts en anatoom uit de zes-‐ tiende eeuw, ontrafelde de anatomi-‐ sche bouw van de mens. Hij kwam er achter dat alle anatomische kennis van de Grieken en de Romeinen niet van de mens geweest kon zijn maar van de dieren. Paracelsus, zijn werke-‐ lijke naam was Philippus Auroleus Theophrastus Bombastis von Hohen-‐ heim, trok als wonderdokter door Eu-‐ ropa waar hij nogal fel van leer trok tegen al die traditionele geneeskunde. Hij eiste meer onderzoek. Chemie, na-‐ tuurkunde en ervaring moesten de nieuwe basis worden van de genees-‐ kunde en de veeartsenijkunde. Spanje was het eerste land van Europa waar men toen al officiële veeartsen op-‐ leidde, dit nog als gevolg van de over-‐ heersing door de Arabieren, die daar ook heel veel goeds gebracht hebben. Zij waren destijds veel verder in hun ontwikkeling dan de Europeanen. 17e eeuw Tussen 1600 en 1700 leek alles in een stroomversnelling te geraken. Grote wetenschappers, die vandaag nog met respect genoemd worden, zijn toen actief geweest. Gallilei, Kepler, Descar-‐ tes, Pascal en Newton zorgden voor revolutionaire ontwikkelingen. Hun bijdrage bleef beperkt, maar de toon was gezet. “Alles wat ik weet past in een dauwdruppel en alles wat ik niet weet vult een oceaan”, was de legen-‐ darische uitspraak van Newton, een van de grootste wetenschappers aller tijden. Maar ook in Nederland bleef,
25
ondanks onze Tachtigjarige Oorlog en al die andere oorlogen en inclusief het Rampjaar 1672, voldoende tijd over voor nog steeds met respect geciteer-‐ de onderzoekers. Vooral Reijnier de Graaf en Antoni van Leeuwenhoek hebben hun steentje bijgedragen aan allerlei moderne ontdekkingen. De microscoop Antoni van Leeuwenhoek steeg uit boven de rest. Hij was geen hoog op-‐ geleide wetenschapper maar deson-‐ danks heeft hij de wereld om zich heen versteld doen staan van zijn ont-‐ dekkingen. Geboren in Delft, werd hij een succesvol lakenkoper. Maar blijk-‐ baar was hij meer geïnteresseerd in de natuur en de tekortkomingen van de wetenschappen om hem heen. Hij stopte met zijn handel, behaalde het landmetersexamen maar was daar-‐ naast ook nog een succesvol lenzen-‐ slijper. Hij bouwde met behulp van die lenzen zijn eigen microscoop. Daar-‐ mee ging er een wereld voor hem open. Planten, dieren, kristallen, alles onderzocht hij. Hij liet zijn bevindingen door een vriend uittekenen en maakte iedereen deelgenoot van zijn nieuwe inzichten. Beroemde wetenschappers uit zijn tijd kwamen bij hem kijken en konden hun ogen soms niet geloven. Al zijn bevin-‐ dingen zond hij naar De Royal Society in Londen, toentertijd het centrum van de wetenschap. Daar werd er dankbaar gebruik van gemaakt. Zijn werk werd vertaald in het Engels en Latijn. Hij werd wereldberoemd maar bleef de eenvoudige en bescheiden burgerman die hij altijd was geweest. Ooit had een student uit Leiden in sperma ‘dierkens’ zien rondzwemmen. Hij dacht dit dat dit gekomen was door bederf en ging ermee naar van Leeu-‐ wenhoek. Deze ontdekte echter dat
26
deze ‘dierkens’ in het sperma van alle dieren aanwezig zijn en wel “in een onbegrijpelijk groot aantal dat nie-‐ mand die het niet gezien heeft, het zal geloven”. Hij dacht dat nakomelingen uit de kop van deze ‘dierkens’ zouden ontstaan bij de bevruchting en niet uit de ‘wasem’ van het zaad zoals tot dan toe de algemene opvatting was.
Antoni van Leeuwenhoek ................... Rijksmuseum
Leeuwenhoek was ook een fel tegen-‐ stander van de sinds de Romeinen al-‐ gemeen aanvaarde mening van de ‘spontane generatie’. Men dacht toen vrij algemeen dat vliegen en wormen uit rotting voortkwamen. “Dat een roerlijk schepsel uit een onroerlijke stof voortkomt, zou een mirakel zijn”, vond van Leeuwenhoek. Zo ”kunnen steen-‐ bergen ook geen paarden of vee ba-‐ ren’’. Ook de bekende Nederlandse wetenschapper Swammerdam had al eens tegen de idee van spontane ge-‐ neratie geageerd: “Ik laat nu alle ver-‐ standige geesten oordelen, of een schepsel waar zoveel kunst, wijsheid en een almachtige arm Gods in be-‐ speurd wordt, wel uit verrotting zou kunnen voortkomen”. De Engelse geleerde William Harvey
had omstreeks 1650 de bloedsomloop van mens en dier tot een kloppend geheel weten te brengen, na eeuwen van de meest fantastische opvattingen daarover. De Grieken dachten nog dat de luchtpijp rechtstreeks naar het hart ging, de slagaders lucht bevatten en de aders het bloed door het lichaam voerden. De lever zou daar de centrale rol in spelen, het hart was er slechts om het bloed op te warmen en de hersenen om het af te koelen. Maar ook Harvey bleef met een groot pro-‐ bleem zitten. Het bleef onduidelijk waar het bloed bleef dat door de slag-‐ aders overal in het lichaam werd heen gevoerd en later door de aders weer terug gebracht werd naar het hart. Daar moesten toch ergens verbindin-‐ gen zijn, maar deze waren helaas on-‐ zichtbaar. Het was ook van Leeuwen-‐ hoek die deze verbindingen tussen de slagaders en aders aantoonde met zijn microscoop in wormpjes en de vinnen van vissen. Hij was werkelijk verrukt over zijn ontdekking. Hij zag in een klein stukje worm soms wel 50 omlo-‐ pen en de kleinste zo dun dat de rode bloedcellen er maar net door heen konden. Capillairen werd de naam voor deze microverbindingen waarvan we nu weten dat we ervan een totaal aan lengte van 1200 km in ons lichaam hebben: van hier naar Zuid Frankrijk. Dit nog naast de 10 m. grote slag-‐ aders, 78 m. kleine slagaders en 80 km hele kleine slagadertjes. ‘’Bij het ma-‐ ken van een klein vliegje is meer wijs-‐ heid en volmaaktheid dan van een paard’’, schreef Leeuwenhoek. Hij zag ook bacteriën in pompwater en kanaalwater maar niet in regenwater. Met de geneeskunde bemoeide van Leeuwenhoek zich maar terloops maar hij sprak wel schamper over de “moortmiddelen” in plaats van ge-‐ neesmiddelen, doelende op het ader-‐
laten en overmatig gepurgeer. Leeu-‐ wenhoek werd 91 jaar oud en bleef tot het einde van zijn leven actief. De meest treffende uitspraak van deze grote natuurontdekker was toch wel: ‘’Door arbeit en naarstigheit komt men tot saken die men van te voren onnaspeurlijk achtte’’. De 18de eeuw Ook de 18e eeuw bood niet veel oor-‐ spronkelijks. De wereldberoemde Herman Boerhave, professor aan de universiteit van Leiden, was nog steeds een fervente aanhanger van Hippocrates. Toch wist hij met deze zeer oude wijsheden een vooraan-‐ staand en deskundig en veelgevraagde arts te worden. Het was een aimabele, welbespraakte en toegewijde arts. Misschien is wie iets zegt toch belang-‐ rijker dan wat hij zegt. Van heinde en verre kwamen de studenten naar Lei-‐ den. Boerhave had heel veel verstand van planten en kruiden en maakte daar ook veel gebruik van. Bij de uni-‐ versiteit hoorde dan ook een giganti-‐ sche en zeer diverse hortus, waar Boerhave zelf veel aan bijgedragen heeft. De thermometer was ondertussen al wel uitgevonden maar werd nog niet in de kliniek gebruikt, terwijl koorts een wezenlijk onderdeel vormde van de leer van Hippocrates. Koorts werd in die tijd bepaald aan de hand van de snelheid van de gemeten pols en het gevoel van de patiënt. De koorts zorg-‐ de voor de noodzakelijke voortdrijving en kooking der vogten! Het aderlaten, purgeren en al die andere uitdrijvende therapieën, bleven nog steeds in ge-‐ bruik. Wim van der Putten Wordt vervolgd …….
27
Een bij uitstek Lopikerwaardse sport Het Hollands Kampioenschap Polsstokverspringen wordt dit jaar gehouden in Pols-‐ broekerdam. Deze van oorsprong Friese sport heeft in de Lopikerwaard een hoge vlucht genomen.
Christiaan Spruit in actie................................................................................................... Foto: www.PBHolland.com
Duizend jaar Al meer dan duizend jaar dient de polsstok als transportmiddel, als hulp bij het springen over sloten, in de Frie-‐ se en Hollandse polders. De boer en de boerin beoefenden deze verplaat-‐ singsmethode om snel bij hun koeien in de wei te zijn. Of om de kortste af-‐ stand tussen twee punten, de rechte lijn, te volgen op weg naar de geliefde. Het Engelse ‘Far leaping’, in het Fries ‘Fierljeppen’, wordt tot sport verheven bij een eerste officiële wedstrijd in Baard op 24 augustus 1767. De Baar-‐ deradeelse kasteleinsweduwe krijgt toestemming van de commissaris om een wedstrijd uit te schrijven. Zo is het gekomen.
28
Van hout tot carbon Nu is deze sport razend populair in de Lopiker-‐ en Krimpenerwaard. Een hele ontwikkeling heeft plaats gevonden. Van de houten stok van maximaal 10 meter lengte, tot de huidige carbon-‐ stok die 13,25 m. lang mag zijn. Met top. Daar tussen zit nog de aluminium stok (na 1975) met een toegestane lengte van 12,50 m. De carbon stok zwiept minder dan die van aluminium. Aart de With uit Benschop haalde de eerste ‘Vlisterbokaal’ als junior, met een sprong van 18,52 m. in 1976. Zijn Europees Record met een houten stok bedroeg 17,01 m. Aarts ‘aluminium’-‐ record was 19,40 m. Met een buiten-‐ gewoon stabiele conditie (als Gunda Niemann op het ijs) wist Aart dat re-‐ cord 15 jaar met succes te verdedigen.
Bij de junioren-‐dames werd Dymphie van Rooijen met een sprong van 16,76 m. in Vlist op 1 juli 2009, Nederlands jeugdkampioene. IJsselstein is trots op haar. Holland-‐Friesland Het treffen tussen Friesland en Hol-‐ land vormt een hoogtepunt in deze poldersport. Bert Helmholt uit Bergum houdt bij de senioren het Europees Record met 21,51 m. (carbon). Lopikerwaard De Lopikerwaard telt vele spring-‐ schansen. Die van Jaarsveld is de mooiste met vanaf de tribune (op het dijktalud) zicht op vier schansen voor de sprint van 30 m. Bij het olympische polsstokhoogsprin-‐ gen mag niet geklommen worden, bij het polstokverspringen juist wel. En dat met de Lek in Jaarsveld op de ach-‐ tergrond. Subliem!
tergrond. Subliem! In Jaarsveld was 18 augustus, (het ene jaar onder auspiciën van de Friese, het andere jaar onder dat van de Zuid-‐ Hollandse Polstokverspringbond) het jaarlijkse hoogtepunt. De atleten mo-‐ gen vier maal springen. De drie beste pogingen worden opgeteld en dan ge-‐ deeld door drie. De kampioen gaat, althans in Vlist, met een Groene Hart-‐ streekproductenpakket naar huis. Dat is weer eens iets anders dan, om met Louis Davids te spreken, achter-‐ een-‐balletje-‐hollend aan sport te doen! Met het eerste kievitsei (aaisykjen) onder de pet naar de Commissaris van de Koning in Leeuwarden (Ljouwert)! Het eerste kievitsei werd vroeger ook meestal met gebruikmaking van de polsstok gevonden. Eise Jongsma
De accommodatie van Polsstokvereniging Jaarsveld ……………………………….…….... Foto: www.polsstokjaarsveld.com
29
WBL uitgaven WBL-‐Natuurwijzer Dieren WBL-‐Natuurwijzer Planten Vouwkaart (6-‐vouws, geplastificeerd) of poster. Ledenprijs € 4,-‐-‐ p.st. (winkelprijs is €_5,-‐-‐ p.st.) en € 7,50 per set. Biotoop Knotwilg Poster die overzicht geeft van wat er zoal leeft in en van de knotwilg. De ledenprijs is € 5,-‐-‐ per stuk (A3 formaat) of € 1,50 per stuk (A4 formaat). Mythe van het Groene Hart (2006) -‐ 100 pagina's-‐in kleur Door Harm Hoogendoorn Ledenprijs € 10,-‐-‐ Dierenarts in de Lopikerwaard (2003) -‐ 60 pagina's -‐ fotoboek Door Gé Tielens en Peter Arno Broer Ledenprijs: € 5,-‐-‐ Holland in Touw (2002) -‐ 120 pagina's -‐ 70 foto's Door B.R. Feis, H. Hoogendoorn en P. Stoppelenburg Ledenprijs: € 13,-‐-‐ (winkelprijs € 15,75) Oude Bedrijven in de Lopikerwaard 96 pagina's -‐ 60 foto's Door B.R. Feis. Deel 5 Waardenreeks Ledenprijs: € 8,-‐-‐ (winkelprijs € 10,-‐-‐) Tuinen in de Lopikerwaard 226 pagina's -‐ 130 foto's Door P.A.W. Broeders Ledenprijs € 10,-‐-‐ (winkelprijs € 15,-‐-‐) Wandelen in Oudewater 45 pagina's Door C.J.H. Meijerink Ledenprijs: € 6,25 (winkelprijs € 7,50) Routekaart Lopikerwaard (€ 0,50) 30
Willem van Bezooyen, de laatste machi-‐ nist van het gemaal ‘De Batauwe’. (2006) -‐ 52 pagina's. Cultuurhistorisch en persoonlijk verslag van de bemaling in de polder 'Batuwe' Lopikerkapel. Met foto's en oud kaartmateriaal. Door Lydia Blom. €.10,-‐ Ook te verkrijgen via Lydia BLom:
[email protected] Genoemde uitgaven zijn af te halen bij: • Het WBL secretariaat, Herman Boone-‐ kamp, Lekdijk West 8 te Lopik, tel. 0348-‐553632. • Eise Jongsma, Frankrijkstraat 156, IJs-‐ selstein, tel. 030-‐6874217.
Donatie en ANBI-‐status
Sinds 1 januari 2014 heeft WBL de ANBI status. Dat betekent dat u uw donatie voortaan van de belasting kunt aftrekken. Dit kan als ‘gewone gift’ of als ‘periodieke gift. Voor de gewone gift geldt een onder-‐ en bo-‐ vengrens. De periodieke gift heeft dit nadeel niet. Deze variant vergt wel dat een schenkingsovereenkomst wordt gesloten met de WBL. Een standaard onderhandse schenkings-‐ overeenkomst kunt u downloaden van de website van de belasting-‐ dienst: www.belastingdiens.nl U kunt daar ook meer informatie vinden over de te volgen procedure. Donaties kunnen gestort worden op rekening: NL39INGB0001053029 ten name van: ‘Penn. Stichting WBL’. Graag wel met opgave van uw naam en adres. Dat bespaart ons veel on-‐ nodig zoekwerk. Dank voor uw medewerking.
Colofon WBL Nieuwsbrief Is een uitgave van de Stichting WBL: Werk-‐ groep Behoud Lopikerwaard. De stichting is ingeschreven in het stichtin-‐ genregister K.v.K. onder nr. 41179802. Bestuur WBL Voorzitter: Wim Boesten Secretaris: Herman Boonekamp Penningmeester: Theo Hattink Tweede penningmeester: Eise Jongsma Leo van den Berg Wim van der Putten Jan Reijnders Secretariaat WBL H.A.L. Boonekamp Lekdijk West 8 3411 MT Lopik Telefoon 0348 553632
[email protected] Redactie Nieuwsbrief Kopij en info aan: Redactie WBL Koperwiekweg 19 3403 ZT IJsselstein 06 19674710
[email protected] Samenstelling redactieteam Yvet Boele Eise Jongsma Wim van der Putten Jan Reijnders (hoofdredactie) Miranda Spek Vormgeving Nieuwsbrief Theo Hattink (correctie) Jan Reijnders (vormgeving) Excursiecommissie Ingeborg Geensen Piet Mulder Ruud Vringer
Fotografie en illustraties: Archief van der Mel, EIS/Naturalis, Frans Hals Museum, Stichting Geef Gratis, Gert van Leusden, Musée des Beaux Arts, NLwandel.nl, PBHolland.com, Picturesof-‐ holland.nl, Polsstokjaarsveld.com, PRS 2013, Wim van der Putten, Jan Reijnders, Rijks-‐ museum, Scheldestromen.nl, Miranda Spek. ©-‐Copyright berust bij betreffende foto-‐ graaf of illustrator en de WBL WBL donateurschap WBL leden/donateurs dragen minimaal €.15,-‐-‐ per persoon of € 20,-‐-‐ per gezin (één woonadres) bij. Het contributiejaar loopt van januari tot en met december. U kunt uw bijdrage overmaken op bankrekening NL39INGB0001053029, ten name van ‘Penn. Stichting WBL’. Graag onder vermelding van uw naam en adres. Indien u zelf uw bijdrage aan het begin van het jaar overmaakt dan bespaart dit ons kosten en kan de donatiebijdrage laag blij-‐ ven. Leden/donateurs ontvangen drie keer per jaar de WBL Nieuwsbrief, uitnodigingen voor lezingen / excursies en korting op di-‐ verse uitgaven van de WBL. Opzegging van het donateurschap graag melden vóór 1 november van het lopende jaar. Schriftelijk bij het WBL-‐secretariaat. De volgende WBL Nieuwsbrief verschijnt eind december 2014. Kopij, maximaal 2 pa-‐ gina’s in Word (incl. afbeeldingen als los jpg-‐ bestand bij te leveren) vóór 17 november 2014 naar:
[email protected] WBL op internet Site: www.wbl-‐web.nl E-‐mail:
[email protected]
Gedrukt bij Drukkerij van Midden, Benschop 31
Bloeiende venkel ................ ................................................................................................................................. Foto: Miranda Spek
WBL Nieuwsbrief 34-‐108 . ……………………. ……… Losse nummers € 4,50
32