WaterInternationaal Informatie over internationaal waterbeleid en internationale kansen Samengesteld door het Netherlands Water Partnership in opdracht van de Rijksoverheid, mogelijk gemaakt door het programma Partners voor Water
2
Water Mondiaal: sprinkplank naar grotere opdrachten
2
Water OS: sector betrekken bij ontwikkelingssamenwerking
3
Topsector Water: versnellen, verbinden, verzilveren
5
Internationaal kansen verzilveren: hoe gaan we dat realiseren? De watersector is een van de negen topsectoren, met een stevige doelstelling: een verdubbeling van de toegevoegde waarde tussen 2010 en 2020. Gezien de kennis, kunde en reputatie van Nederland waterland is er inderdaad nog veel potentieel voor groei. Hoe gaat de sector dat potentieel verzilveren en welke knelpunten moeten we wegnemen? In deze krant informeren we u over de stappen die overheid, de topsector-teams en andere sectorpartijen zetten om Nederland internationaal steviger op de kaart te zetten. De watersector werkt al meer dan een decennium aan gezamenlijke positionering in het buitenland. Met de gezamenlijke inzet na orkaan Katrina in New Orleans
werd dat goed zichtbaar. Sindsdien volgden bijvoorbeeld de gezamenlijke inzet in Jakarta en Vietnam.
Zaken maakt (waar mogelijk) gebruik van Nederlandse kennis en kunde om ontwikkelingsdoelen te realiseren.
Water Internationaal; programma’s
Ook zaken als publieke en economische diplomatie worden meer en meer onderdeel
van een gezamenlijke wateragenda, onder de verzamelnaam ‘Water Internationaal.’
De Topsector en de derde stap De verschillende ministeries werken de afgelopen jaren ook steeds intensiever samen als het om internationaal waterbeleid gaat. Grote waterprogramma’s zijn: Partners voor Water: programma dat door drie ministeries gezamenlijk ingezet wordt om de sector te ondersteunen bij internationale positionering, krachtenbundeling en internationale samenwerking. Water Mondiaal: waarin de overheid samen met de sector langdurige samenwerking opbouwt met vijf laaggelegen deltalanden in de wereld. Water OS: Het Ministerie van Buitenlandse
Als we terugkijken naar het eerste Wereld Water Forum in 1997, waar Nederlandse
Netwerkorganisaties leveren ervaring aan Topsector Water
7
partijen op af gingen zonder afstemming en daardoor kansen misten, hebben we veel bereikt. Maar er is nog een belangrijke stap te zetten. Internationaal kennis delen en samenwerken leidt nog onvoldoende tot het ook daadwerkelijk uitvoeren van projecten met internationaal geld. Die stap willen we nu zetten. Het topsectorenbeleid helpt daarbij. Knelpunten en randvoorwaarden worden hier benoemd en aangepakt of verbeterd. Zo is input vanuit de topsector de aanleiding voor de overheid om in te zetten op de ‘derde stap’: hoe komen we van kennis delen naar samenwerken naar kansen verzilveren? De bovengenoemde programma’s zijn erop gericht om Nederland als waterland internationaal steviger te positioneren. Soms ligt de nadruk daarbij op commerciële doelstellingen, soms meer op internationale samenwerking en armoedebestrijding. In deze krant leest u meer over de verschillende internationale waterprogramma’s, het topsector-beleid en internationale branding.
Waterbeleid Ministeries ondersteunt sector bij binnenhalen internationale projecten
‘Bij grote internationale tenders en projecten valt Nederland nog te vaak buiten de prijzen’ teries met een gezamenlijke strategie op in programma’s zoals Water Mondiaal en Water OS . Volgens de drie ministeries betekent het niet dat nu alle internationale programma’s en instrumenten van de ministeries op het gebied van water worden samengevoegd.
Waarom wordt de samenwerking intensiever?
Kitty van der Heijden (Ministerie van Buitenlandse Zaken), René van Hell (Ministerie van Economische Zaken, Innovatie en Landbouw) en Renske Peters (Ministerie van Infrastructuur en Milieu) stemmen samen waterbeleid af in de stuurgroep ‘Water Internationaal’
‘Het verdubbelen van de toegevoegde waarde in 2020’. Dat is de ambitieuze doelstelling van de Topsector Water. Het betekent dat Nederland op veel vlakken de versnelling een tandje hoger moet zetten. Voor de drie ministeries die zich met internationaal waterbeleid bezighouden (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Buitenlandse Zaken) is
dit reden om hun samenwerking op het gebied van water verder te intensiveren en te bundelen onder de naam ‘Water Internationaal.’
Wat houdt de samenwerking in? “De samenwerking is niet nieuw, aldus René van Hell (EL&I), maar wordt wel intensiever”. Van Hell is samen met Kitty van der Heijden (BUZA) en Renske Peters
(I&M) de trekker van de Water Internationaal Samenwerking. Renske Peters vult aan: “De knelpunten waar de sector tegenaan loopt staan in de internationaliseringsstrategie, die door de Topsector water is opgeleverd. Als overheid kijken wij wat wij gezamenlijk kunnen doen om die knelpunten weg te nemen en te zorgen voor goede randvoorwaarden. Naast de inzet op de topsector trekken de minis-
Als we het verschil willen maken om als Nederland onze positie in de wereld te versterken en de toegevoegde waarde van de watersector willen verdubbelen dan is een versterkte inzet nodig.“We zijn toe aan een ‘derde stap’ in onze internationale waterinzet”, stelt Renske Peters. “Uit de internationaliseringsstrategie blijkt dat Nederland nog te vaak naast de prijzen grijpt bij grote internationale tenders. Nederland is goed in het binnenhalen van voorbereidende studies, maar vervolgens gaat het bouwen van een project inclusief de benodigde technologie vaak naar een ander. Als overheid willen we nu ertoe bijdragen dat Nederlandse partijen de ‘derde stap’ kunnen zetten: van een eerste “kennismakingsproject” of kennis delen gefinancierd met Nederlands geld (stap 1) naar adviezen, haalbaarheidstudies en pilot projecten soms met (deels) Nederlands geld (stap 2) naar het uitvoeren van grote
projecten of orders volledig gefinancierd met middelen van internationale financiële organisaties of van het land zelf (stap 3).”
Maar hoe ziet de samenwerking er dan concreet uit? Kitty van der Heijden: “Onze inzet rond internationale tenders is een goed voorbeeld. Nederland valt vaak buiten de prijzen omdat de voorwaarden voor de tenders alleen op de prijs gebaseerd zijn. Maar ons land is vooral sterk in kwalitatieve, duurzame integrale oplossingen. Op de lange termijn zijn die juist efficiënter en beter. Als overheid kun je invloed uitoefenen op internationale instellingen en overheden om ervoor te zorgen dat duurzaamheid een belangrijk criterium in tenders wordt. Dan maakt Nederland een veel betere kans. We willen van tevoren kijken welke tenders eraan komen en daar dan een gezamenlijke strategie voor maken. Onze ambassades zijn onze ogen en oren, zij weten het wanneer een project eraan zit te komen. Daarna kunnen we er als ministeries voor zorgen dat Nederlandse sectorpartijen zo goed mogelijk voorgesorteerd aan de tender mee kunnen doen. Ook worden we vaak benaderd door buitenlandse overheden die een beroep doen op Nederlandse kennis. Wanneer we nu voor het eerst bij een internationaal waterprobleem betrokken worden, is onze inzet meteen ervoor te zorgen dat Nederland niet alleen bij de voorbereiding maar ook bij de uitvoering van het
vervolg op pagina 2
2 Water Internationaal
Meer samenhang in internationaal waterbeleid Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken werken nauw samen op het gebied van internationaal waterbeleid. Programma’s die op de watersector gericht zijn, zoals Water Mondiaal, Water OS, Partners voor Water en publieke en economische diplomatie worden zo steeds beter op elkaar afgestemd.
Duurzame samenwerking met vijf delta’s
Water Mondiaal: springplank naar grotere opdrachten Het programma Water Mondiaal draait om het opbouwen van een duurzame relatie met een aantal (delta)landen. Centraal staat het leveren van een bijdrage aan oplossingen voor de lokale waterproblematiek. Water Mondiaal is vanaf de start ook gericht geweest op het vergroten van kansen voor de Nederlandse sector, zowel voor bedrijven als kennisinstellingen en NGO’s. Het is een springplank naar grotere opdrachten, die niet door Nederland worden gefinancierd. Dat begint te komen.
Peter van den Horn, (NWP) organiseert de samenwerking met de sector bij water Mondiaal: ‘De samenwerking krijgt in steeds meer landen vorm en wordt dan bijvoorbeeld bekrachtigd in een memorandum of understanding met het partnerland. Het proces om te komen tot zulke overeenkomsten voor strategische samenwerking maakt het makkelijker, zorgt voor meer ingangen, ook bij andere donoren. En zo ontstaan er kansen. Het gaat om delta’s, maar niet uitsluitend om deltatechnologie: er is in die gebieden een sterke link met
bijvoorbeeld voedselveiligheid, economische ontwikkeling en drinkwater- en afvalwatertechnologie. In een aantal deltalanden ontstaat in enige vorm een deltaplanning in de vorm van een ‘deltaplan’ of ‘masterplan’. Bij het opstellen daarvan maken de landen gebruik van Nederlandse kennis en ervaring. Dat is mooi, maar het wordt commercieel pas echt interessant bij de volgende fase: de feitelijke uitvoering, het beheer en de exploitatie. Daarmee zijn enorme investeringsvolumes gemoeid.
Voor de havenstad Beira wordt nu in het kader van Partners voor Water een masterplan geschreven met financiele ondersteuning van het programma Partners voor Water. De projecten die eruit voortkomen, worden aan andere financiers aangeboden. De Nederlandse watersector is dan al betrokken en heeft een goede positie om de tenders voor deze projecten te verwerven. Zo komt ‘de derde stap’ in zicht.
vervolg van pagina 1 traject betrokken is. En we kunnen onze ambassades en posten beter inzetten om via economische en publieke diplomatie Nederland te positioneren als een partner voor duurzame oplossingen, én om de juiste contacten te leggen.”
Zijn er ook ‘Water Internationaal’ subsidies? “Water Internationaal is geen subsidiekraan”, stelt René van Hell. “Een gezonde sector moet daar niet afhankelijk van zijn. Er zijn wel wat instrumenten om projecten op gang te helpen, maar daar draait het niet in eerste instantie om. Het gaat ons om het creëren van de juiste randvoorwaarden voor de ambitie die we ons gezamenlijk hebben gesteld. Als de exportkredietfinanciering in Nederland achterblijft bij andere landen, moeten we kijken of we daaraan iets moeten doen. Als het belangrijk is om kennis van publieke organisaties internationaal in te zetten, proberen we daar een oplossing voor te vinden. We openen deuren voor bedrijven, nemen drempels weg. Nu de ministeries hun instrumentarium samen inzetten voor één doel, kunnen bijvoorbeeld ook de reizen van de bewindslieden daarop worden afgestemd. Je bouwt dan steeds
verder aan dezelfde ambitie.” Renske Peters vult aan: “Er zijn programma’s waar de sector nu ook aan mee doet. Water Mondiaal bijvoorbeeld, waarin we een langdurige samenwerking opbouwen met 5 eveneens laaggelegen delta’s. Daar leggen we als overheid de contacten, de ambassades spelen lokaal een belangrijke rol. We trekken gezamenlijk op met de kennisinstellingen en de private sector, de gouden driehoek. Afhankelijk van de vraagkant van het betreffende land spelen we hier vanuit de driehoek op in. Het betrekken van de internationale financiële instellingen zoals de ADB en de Wereldbank in een vroeg stadium is een belangrijke voorwaarde.”
en omdat ze expertise hebben waar we het verschil mee kunnen maken. Andersom hebben bedrijven veel aan de contacten met NGO’s, die weten hoe ze de lokale bevolking kunnen bereiken. Ja, de bedrijven die hun technologie en expertise leveren kunnen daaraan verdienen en mooie referentieprojecten neerzetten, maar dat gebeurt alleen als men er in het land in kwestie behoefte aan heeft en we door het oplossen van de waterproblematiek, aan armoedebestrijding doen. Als Nederland wereldwaterleider wil zijn heeft het ook de plicht om bij te dragen aan oplossingen voor wereldwaterproblematiek. Sterker nog: we moeten daarin een belangrijke rol willen spelen.”
Gaat het alleen om commerciële doelstellingen?
Wat is de relatie met de Topsector Water?
“Nee, zegt Kitty van der Heijden, armoedebestrijding is een belangrijke doelstelling van BUZA, bijvoorbeeld in het Water OS programma. Maar de tijd dat ontwikkelingssamenwerking het domein was van geitenwollen sokken en het commerciële dat van de krijtstreeppakken, is definitief voorbij. In het programma ‘Water OS’ zoeken we de samenwerking met bedrijven op. Omdat zij ons op ideeën brengen waar we normaal niet op zouden komen
Renske Peters: “ In de verschillende teams en werkgroepen van de Topsector Water zijn mensen uit allerlei geledingen van de watersector actief. Om onze positie te versterken is de thuismarkt onvoldoende en zullen we ons met name op de export moeten richten. Het beleid zoals we dat nu inzetten, is deels gebaseerd op de internationaliseringsstrategie die de Topsector Water heeft opgeleverd. Hierin is aandacht voor een focus op landen en de wens van
Ook op het gebied van financieringsvraagstukken heeft Nederland veel ervaring en kan het partnerland worden ondersteund bij het vinden van oplossingen. Voor financiering kloppen landen veelal aan bij de Wereldbank, de Asian Development Bank, de African Development Bank of bijvoorbeeld de investeringsbank van de Europese Unie. De landen zelf beslissen waaraan ze geld willen besteden, maar de financiële instellingen stellen natuurlijk wel eisen.
‘Het gaat om delta’s, maar niet uitsluitend om deltatechnologie’ Aan de ene kant doen we ons best om de eisen en de formulering van de tenders meer te laten aansluiten bij onze Nederlandse expertise. Het zou bijvoorbeeld meer in de richting moeten gaan van geïntegreerde contracten: niet alleen het ontwerp, maar ook delen van bouw, het beheer en de exploitatie. We stellen vast dat steeds meer landen het belang van die combinatie inzien. En aan de andere kant gaan we met de internationale financiers in gesprek over het versterken van de kwaliteitseisen en het belang van duurzame oplossingen.’
de sector voor inzet van economische diplomatie. Daarnaast versterking van het werken in de keten: van planvorming via uitvoering naar beheer en onderhoud waarbij ook naar de mogelijkheden voor inzet van drinkwaterbedrijven en waterschappen wordt gekeken.” “We werken allemaal aan dezelfde doelstelling.” Maar het Topsectorenbeleid mag niet van een exclusief clubje ‘usual suspects’ zijn, vult René van Hell aan. We zijn juist op zoek naar bijvoorbeeld het kleinere MKB, dat we nog te weinig internationaal actief zien. De deltatechnologie en de maritieme sector doen het internationaal
Over Water Mondiaal Water Mondiaal (2009-2015) is het interdepartementale programma voor internationale samenwerking van Nederland met andere landen. In het programma werken de ministeries van Buitenlandse Zaken/ Ontwikkelingssamenwerking , Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie samen. Men is gestart met het opbouwen en versterken van een duurzame relatie met vijf landen: Bangladesh, Egypte, Indonesië, Vietnam en Mozambique. Bovenaan de agenda staan klimaatadaptatie en het bijdragen aan het bereiken van de Millenniumdoelstellingen, het beschermen tegen overstromingen en het zorgen voor voldoende en schoon water. Uitgangspunt is bovendien het creëren en benutten van economische kansen. Hoe kunt u meedoen? Het NWP verzorgt de verbinding tussen de overheid en de brede watersector. Er zijn onder meer landenplatforms waar partijen die samen aan de slag willen in een van de landen, aan deelnemen. Voor meer info:
[email protected] Het programma Partners voor Water biedt ondersteuning, onder meer via de aanbesteding van projecten van de Nederlandse watersector die goed in het programma passen. Meer info: www.partnersvoorwater.nl In de nieuwsbrieven van NWP en Partners voor Water staat informatie over projecten en tenders.
goed, maar in de watertechnologie zijn nog veel onbenutte kansen. Dat ligt in veel gevallen aan schaalgrootte. Wij hebben geen giganten zoals Veolia en GDF Suez, we zullen dus naar slimme combinaties moeten kijken, consortia vormen.” “Wij zetten beleid in voor de sector ”, stelt Renske Peters. “Ik zou graag horen wat de sector vindt van de lijn die is ingezet. Zitten we op de goede weg en pakt de sector ook haar rol? En ik zou graag zien dat veel partijen zich geïnspireerd voelen om nu echt hun internationale ambitie te realiseren.”
Nederlandse sensortechnologie (hier in Egypte) brak internationaal door met steun van het programma Partners voor Water
Water Internationaal 3 De successen in de vijf landen in het kort Bénin Bénin heeft een goedgekeurd meerjarig strategisch plan. Met behulp van Water OS is het programma sterk verbreed en geïntensiveerd, met hogere budgetten. De betrokkenheid van de Nederlandse sector heeft geleid tot de oprichting van het Platform Nederland Bénin, een PPP met het nationale drinkwater- en sanitatiebedrijf en Brabant Water, en de oprichting van het Nationaal Water Instituut. De Nederlandse sector is geïnformeerd over een inmiddels lopende tender. Ghana In Ghana is een omvangrijk urbaan drinkwateren sanitatieprogramma, het zogenaamde Ghana Netherlands WASH program, opgenomen in het meerjarig strategisch plan. De tenderdocumenten bieden aanknopingspunten voor specifieke expertise van de Nederlandse water sector. Een PPP-window vormt onderdeel van het waterprogramma met een ‘call for proposals’ voor innovatieve business cases.
Publiek private samenwerking: Football for WASH consortium (met Ruud Gullit) overhandigt Life Skills manual aan de Prins van Oranje
Water OS: Sector nauw betrekken bij ontwikkelingssamenwerking Begin 2011 werden de nieuwe contouren bekendgemaakt voor het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingbeleid. De ambitie is armoedebestrijding door duurzame groei met meer kansen voor de Nederlandse watersector: bedrijven, kennisinstellingen, NGO’s en overheid. Thema’s waar Nederland veel ervaring mee heeft, waaronder water, kregen prioriteit. Uitgangspunt was het vinden van een goede koppeling tussen de lokale behoeften met de kennis en kunde van de Nederlandse watersector. Nu, anderhalf jaar later, is een goede basis gelegd om daadwerkelijk kansen te gaan verzilveren. Tijd om de balans op te maken. Het beeld: het is niet altijd makkelijk, maar het gaat de goede kant op. Omdat het ministerie van Buitenlandse Zaken de sector nauw bij het programma Water OS wilde betrekken, gaf het een deel van de uitvoering in handen van het NWP en Agentschap NL. Deze twee partijen zijn namelijk al op dezelfde manier betrokken bij de programma’s Partners voor Water en Water Mondiaal. Het gaat om vijf landen: Bénin, Ghana, Kenia, Mali en Zuid-Soedan. Fase 1 van Water OS betrof de ondersteuning van ambassades bij het opstellen en uitwerken van meerjarige strategische plannen voor deze vijf landen.
‘Laat zien waartoe Nederlandse bedrijven en kennisinstituten in staat zijn’ Karin Roelofs is hoofd van de afdeling Milieu en Water van de directie Klimaat Energie, Milieu en Water van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze is tevreden met de tot nu toe behaalde resultaten. Wat begin 2011 werd gepresenteerd, is
goed uit de verf gekomen. ‘Het Water OSprogramma heeft de betrokkenheid van de sector gestructureerd. Die betrokkenheid was er in het verleden ook wel, maar we werken nu met vaste gesprekspartners voor de ambassades. In overleg met ambassades is vanuit de sector voor elk van de vijf landen een kernadviseur aangesteld. Die hebben zich bewezen als belangrijke sparringpartners voor de themadeskundigen van onze ambassades. Ze hebben een wezenlijke instrumentele rol gespeeld bij het uitwerken van de meerjarige strategische plannen. Ze hoefden dat bovendien niet alleen te doen, maar konden voor specialistische onderwerpen terugvallen op een pool van specialisten uit de sector. Bovendien zijn landenplatforms opgericht waar Nederlandse actoren tijdig worden geïnformeerd over ontwikkelingen in de partnerlanden en betrokken worden bij de vormgeving en uitvoering van beleid. Deze werkwijze is goed bevallen, er is grote waardering voor de aanpak. Dat bleek ook uit een interviewronde die we hebben gehouden onder de collega’s op de posten, om na te gaan of we verder moesten gaan op de ingeslagen weg. Dat doen we, en bovendien breiden we de aanpak uit van vijf naar elf landen.’
nauw bij de ontwikkelingssamenwerking wordt betrokken, en laat zien waartoe Nederlandse bedrijven en kennisinstituten in staat zijn.”
Van aid naar trade In verschillende partnerlanden is de uitvoering van nieuwe programma’s gestart. Joris van Oppenraaij, programmamanager bij NWP: ‘We hebben samen een belangrijke basis gelegd. Van daaruit moeten we nu verder. De grote uitdaging is om de opgebouwde relatie goed te benutten en er als sector meer uit te halen. Van ‘aid’ naar ‘trade’. Dat doe je door je toegevoegde waarde nog beter naar voren te laten komen. Een voorwaarde daarvoor is samenwerking. Want de kracht van Nederland zit in integrale oplossingen, en daar heb je meerdere partijen voor nodig. Als NWP kunnen we daarbij een belangrijke faciliterende rol spelen: we richten ons
Kenia
op het tot stand brengen van die noodzakelijke samenwerkingsverbanden. We prikkelen de sector door te laten zien hoe ze kansen kunnen benutten door elkaar op te zoeken. Zo bouwen we ook voor de sector aan duurzame relaties met de Water OS-landen.’ Karin Roelofs: ‘We proberen van onze kant voortdurend openingen te vinden, bijvoorbeeld door bij ontwikkelingsbanken aan te dringen op scherpere kwaliteitscriteria in tenders. Dan stijgen de Nederlandse kansen. Als Nederlands bedrijf is het van belang om bij NWP aandacht te vragen voor mogelijkheden die je ziet en specifieke kennis en ervaring die je hebt: dit kan ik, dit wil ik. Dus meld je aan en ga in elk geval ook naar bijeenkomsten van de landenplatforms!’ De komende twee jaar (2013-2014) zal worden voortgebouwd op de fundamenten die zijn gelegd. Het programma wordt daarnaast uitgebreid van vijf naar elf landen: Bangladesh, Mozambique, Indonesië, Jemen, de Palestijnse Gebieden en Rwanda komen erbij. Ook hier is het doel: meer kansen creëren voor de brede Nederlandse watersector.
‘Ga in elk geval ook naar bijeenkomsten van de landenplatforms!’
Mali In Mali is het proces eind 2011 vanwege de politieke onrust stilgelegd. Wel is er na een missie een Water Scan voor voedselzekerheid gemaakt, als basis voor een meerjarig strategisch plan. Inmiddels zijn delen van het land weer redelijk toegankelijk. Het positioneren van de Nederlandse watersector is nog niet echt aan de orde, de animo is op het ogenblik ook laag. Zuid-Soedan In Zuid-Soedan heeft Water OS bijgedragen aan het vormgeven van de water component in de samenwerking tussen beide landen. Inmiddels ligt er een uitgewerkt programma dat in november (deels) als tender wordt uitgezet. De belangstelling van de sector kwam vooral van NGO’s, kennisinstituten en bedrijven met een nichemarkt voor veelal decentrale oplossingen. Hoe kunt u meedoen? Het NWP organiseert landenplatforms, netwerken van organisaties die aan de slag willen in een van de Water OS landen. Daarnaast zijn er regelmatig tenders, missies en/of projecten waar u aan kunt deelnemen. Abonneer u op de nieuwsbrieven van NWP en Partners voor Water en u ontvangt tijdig de juiste informatie.
Rol sector versterkt De nieuwe aanpak spoort goed met de focus van Water Internationaal en de Topsector Water. Roelofs: “Het idee is dat landen, wanneer ze het stadium van ontwikkelingshulp ontstijgen en een zogenoemd transitieland worden, de Nederlandse sector weten te vinden. Dat lukt alleen wanneer diezelfde sector ook
Ook Kenia heeft een meerjarig strategisch plan. In het verlengde daarvan is een ‘NL Business Hub’ uitgewerkt, en binnen de ambassade met brede steun ontvangen. Voedselzekerheid is integraal meegenomen. De structuur legt een goede basis om de sector bij de uitvoering van het strategisch plan te betrekken. Steeds meer partijen haken aan, waaronder waterschappen.
Commerciele partijen, NGO’s en overheid werken samen in “the Bangladesh project”
Contactpersoon voor de sector:
[email protected] Alle informatie over Water OS staat op www.partnersvoorwater.nl.
4 Topsector Water
De Topsector Water: verbinden, versnellen, verzilveren
Deltares actief in Jakarta
‘Win het vertrouwen, en je wint de tender’ Een goede relatie tussen landen, een goede relatie tussen mensen, een duidelijke strategie en gewoon hard werken. Zo haal je opdrachten binnen. Ook als je bij tenders met alternatieve oplossingen komt. Het sleutelbegrip is vertrouwen, merkt Deltares in Jakarta.
Het Topsector beleid zet onder meer in op het verbeteren van mogelijkheden voor innoveren in Nederland: Innovaties zoals de ‘Nereda’, waar kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid samenwerken zijn daarbij een voorbeeld. (Foto Royal HaskoningDHV©)
De Topsector Water; dat zijn alle professionals in de watertechnologie, deltatechnologie en maritieme sector, dat is de hele watersector. Het topteam onder leiding van boegbeeld Hans Huis in ’t Veld ondersteunt de sector bij het halen van de ambitieuze doelstelling: het verdubbelen van de toegevoegde waarde in 2020. Hoe ziet deze inzet eruit? Op deze pagina’s interviews met Hans Huis in ’t Veld, boegbeeld van de Topsector Water, Frank Heemskerk, leider van het kernteam Export en Promotie en kernteamleden Bert Groothuizen en Paul Buijs.
te zorgen voor landelijke samenwerking, een gezamenlijke strategie op te zetten om kansen in kaart te brengen. Met de verschillende teams van de Topsector Water lukt dat wel. Daar zitten overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen (de zgn ‘Gouden Driehoek’) op hoog niveau om tafel om samen de knelpunten die de sector signaleert, aan te pakken. Dat sector en overheid nu samen een strategie bedenken om vaker in de prijzen te vallen bij internationale tenders (zie ook het interview op pagina 2), is daar een direct resultaat van.
tot 40%. Er is een TKI voor watertechnologie, deltatechnologie en maritiem. De kernteams geven input voor de agenda van deze TKI’s, zodat deze aansluit op de wensen van de sector. Daarnaast is er ruimte voor andere ideeën van ondernemers, NGO’s en kennisinstellingen. Organisaties kunnen ook zelf bij de topsector aandacht vragen voor knelpunten waar zij tegenaan lopen. Zo heeft een aantal partijen samen aangekaart dat de exportfinanciering in Nederland ongunstig is ten opzichte van andere landen. Dankzij de Topsector Water inzet komt dit nu op de agenda bij overheid en politiek.”
Kees Bons is representative voor Deltares in Indonesië. Hij is trots op de verworven opdrachten, maar tegelijk nuchter: ‘Eigenlijk is het gewoon goed zakendoen: daar moet je tijd, geld en energie in steken. We hebben net als veel anderen de afgelopen jaren allerlei projecten gedraaid. Niet ontzettend groot, maar ze geven je wel de kans om te laten zien wat je kunt én om contacten te leggen.’ Dat is vooral de verdienste van zijn collega Jan Jaap Brinkman: ‘Hij heeft voortdurend zijn gezicht laten zien, ook tussen projecten door. Een halve dag besteden om iets goed uit te leggen, een powerpointpresentatie maken die een relatie kan gebruiken, hij deed het allemaal. En hij heeft enorm veel tijd gestoken in het zelf snappen van het systeem. Hij zorgde bijvoorbeeld dat hij zelf elke dag de peilgegevens van het waterniveau kreeg. Zo wist hij precies wanneer er gevaarlijke situaties konden ontstaan. Het was zelfs zo dat mensen, als ze echt wilden weten hoe het zat, naar Jan Jaap gingen. Dat allemaal samen heeft enorm veel goodwill gekweekt. Zo word je een betrouwbare partner en dat vertaalt zich terug in werk. Bij tenders geven ze
ook weer vertrouwen aan jou. Je krijgt de opdracht, ook als je andere oplossingen dan de standaard aanpak voorstelt. Onze uurtarieven zijn misschien iets hoger, maar door een betere aanpak bied je toch meer, voor hetzelfde geld. Omdat ze je vertrouwen, durven ze dat aan. Daarom hebben we nu bijvoorbeeld samen met Royal HaskoningDHV de opdracht gekregen om met geld van de Asian Development Bank een planstudie te maken voor het stroomgebiedbeheer voor de rivieren rond Jakarta; een opdracht van enkele miljoenen.’
Vereenvoudigde, vrije vertaling van plannen voor Jakarta, eilanden en dijken voor de kust. Hoe kunt u meedoen? Indonesie is een van de Water Mondiaal delta’s. Wilt u in Indonesie aan de slag? NWP’s Ivo van der Linden weet meer.
[email protected] Wilt u meer informatie over de tenders en subsidiemogelijkheden:
[email protected]
Wat heeft de watersector daaraan?
Hans Huis in ’t Veld
Hoe ziet de topsector-inzet eruit?
De Topsector Water inzet zorgt ervoor dat de randvoorwaarden voor de watersector zo gunstig mogelijk zijn. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat de regels worden aangepast waardoor een bedrijf makkelijker kan ondernemen. Dat geldt ook voor innovatie. In de nieuwe topconsortia voor kennis en innovatie (TKI’s) werken wetenschappers en ondernemers samen aan innovatieve ideeën. Dankzij de TKItoeslag kunnen ondernemers een tegemoetkoming in de kosten krijgen van 25
Hans Huis in ’t Veld: ‘Er is een topteam onder mijn leiding dat continu het vliegwiel aandraait, op hoofdlijnen de strategie bepaalt, klankbord is voor de overheid en de sector, belemmeringen en knelpunten signaleert en aanpakt, verbindingen legt tussen de juiste partijen en met de andere sectoren. Er zijn daarnaast ook kernteams die rond specifieke onderwerpen dezelfde rol vervullen: de kernteams maritiem, watertechnologie en deltatechnologie, export en promotie en human capital water. In deze teams zijn vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid opgenomen.’
Hoe werkt dat? Hans Huis in ’t Veld: “De Topsector Water inzet is een katalysator. Op basis van de kennis en kunde van de watersector kunnen we veel meer kansen verzilveren dan we nu doen. Dat betekent niet dat organisaties in de watersector niet goed bezig zijn, maar allemaal apart hebben deze niet de doorzettingsmacht om nu echt eens die knelpunten aan te pakken, om nu echt
bedrijfsleven kennis NGO’s overheid
Hoe kunt u meedoen? Wie als MKB’er in contact wil komen met de topsector, kan terecht bij Syntens. Deze organisatie heeft een rol gekregen als vraagbaak voor de sector. Voor inspiratie en informatie kunt u de nieuwsbrief van de Topsector Water volgen. Daar vindt u concrete voorbeelden en de laatste ontwikkelingen en resultaten. Aanmelden kan via
[email protected]
Paul Buijs, lid kernteam export en promotie
Op Aruba; Een resort met Nederlands water! Berson UV is gespecialiseerd in UVsystemen voor desinfectie en oxidatie van drinkwater en afvalwater. Het bedrijf is traditioneel sterk in Europa en de VS, maar die markt is aan het verzadigen en het economische klimaat zit niet mee. Dus richt Berson UV zich ook op andere markten. Maar wat is er nodig om daar als mkb-bedrijf succesvol te zijn? Door op locatie samen te laten zien wat je kunt. Bijvoorbeeld op Aruba! Managing director Paul Buijs: ‘We zouden als mkb’ers meer in staat moeten zijn om op de bagagedrager van grote spelers te springen, en dan heb ik het vooral over de ingenieursbureaus . En met elkaar moet je vervolgens zorgen dat je ‘launching customers’ vindt. Dan kun je op locatie laten zien wat je kunt, dichtbij de klant. Concreet voorbeeld? Een vakantieresort op Aruba. Vierduizend kamers, bij volle bezetting achtduizend gasten. Op een eiland waar schoon water schaars en dus kostbaar is. Voor zo’n resort kun je een installatie bouwen met drinkwaterproductie inclusief ontzilting, zuivering van afvalwater en hergebruik van gezuiverd water. Perfect voorbeeld van een integrale en duurzame
oplossing.Je kunt zo’n project volstoppen met Nederlandse technologie. Wij leveren dan bijvoorbeeld de desinfectie. Dat vergt een investering, maar het is wel goedkoper dan een hele serie missies en andere activiteiten. Voorwaarde is dat je met elkaar samenwerkt. Daarvoor heb je wellicht een trekker nodig zonder specifiek eigen belang, die dat stimuleert. Wellicht de overheid. Als we nu beginnen, staat het er volgend jaar. De techniek is er. Ideaal om je als sector én als individuele bedrijven in de regio te presenteren met een integrale oplossing waar we zo goed in zijn. Zo’n project kan een geweldige springplank zijn naar bijvoorbeeld Zuid-Amerika, de mogelijkheden zijn enorm. De partijen die daar nu actief zijn, komen uit de VS en Frankrijk. Dat kan toch niet? En als wij verder niets doen, worden er straks Chinese spullen geïmporteerd. Dat zou een ongelofelijke gemiste kans zijn.’ Paul Buijs is lid van het Topsector kernteam Export en Promotie onder leiding van Frank Heemskerk.
Topsector Water 5
Wat zijn focuslanden? rusland ESTLAND LETLAND
polen
OEKRAïNE
SLOWAKIJE
roemenië VS
KAZACHSTAN
GEORGIË
turkije
china egypte
mEXICO
golfstaten
mali
Op deze kaart alle landen waar op dit moment op een of andere manier inzet vanuit Nederland op plaatsvindt: de Topsector Water landen, de Water Mondiaal delta’s, de Water OS landen, Partners voor Water landen, transitiefaciliteit (o.a. Colombia) en landen waar intensieve contacten zijn naar aanleiding van recente rampen (Australië, VS).
Zowel de overheid als de Topsector Water hebben prioritaire landen in kaart gebracht. Dat zijn landen die zij kansrijk achten voor het verwezenlijken van exportdoelstellingen of doelstellingen op het gebied van bilaterale samenwerking. Daar liggen ook voor u kansen, alleen al omdat er vanuit Nederland inzet op wordt gepleegd. We hebben ze hier voor u op een rij gezet.
Topsector Water landen VNO-NCW heeft het initiatief genomen om de prioritaire landen en bijbehorende
INDIA
benin ghana
COLOMBIA
Zuid-Soedan
THAILAND vietnam singapore INDONESIË
brazilië MOZAMBIQUE
AUSTRALIË
zuid-afrika
marktbewerkingsstrategieen van de negen topsectoren bij elkaar te brengen . Dat komt precies op het juiste moment, want de nieuwe ministers en staatssecretarissen kunnen hun reisagenda daarop inrichten, ambassades kunnen daarmee de inzet van hun economische diplomatie bepalen.
Het gaat om de volgende landen: Brazilië, Rusland, China, Singapore, Vietnam, China, Zuid-Afrika, de Golfstaten en Turkije. Deze landen zijn gekozen vanwege hun
marktpotentie in combinatie met de behoefte aan inzet aan economische diplomatie. Maar de lijst is niet in steen gehouwen; zo kan het plotseling wenselijk zijn om in te zetten op bijvoorbeeld New York of Australië, vanwege recente overstromingen. Daarnaast zijn er veel landen die kansen bieden, maar waar de behoefte aan hulp van de overheid er niet is.
Het kernteam onder leiding van Frank Heemskerk bracht de sterke en zwakke punten van de sector in kaart en inventariseerde de wensen en verwachtingen. “Ons sterke punt is een ongelooflijk goede reputatie op het gebied van water. Daarnaast heeft Nederland sterke internationale partijen op het gebied van deltatechnologie, een aantal waterbouwbedrijven en ingenieursbureaus behoort tot de wereldtop.” Op het gebied van watertechnologie ziet Heemskerk nog veel kansen. “We hebben daar MKB partijen met veel expertise en kennis die oplossingen kunnen bieden voor waterproblemen in de wereld. Maar het ontbreekt vaak aan de juiste schaalgrootte en goede partners. Het is bovendien een handicap dat we de expertise van publieke organisaties niet kunnen benutten in het buitenland. Juist daar zit veel expertise. Samenwerking, bijvoorbeeld nu in het ‘Rembrandt Cluster’, met publieke en private partijen uit de afval- en drinkwatersector, is belangrijk om in het buitenland een partner van betekenis te kunnen zijn.” Frank Heemskerk ziet zijn kernteam met name als een klankbordgroep, een schakel tussen overheid en sector. “We hebben
Om de kansen voor de buitenlandse markt te vergoten is het van groot belang om ook bínnen Nederland samen te werken. Bijvoorbeeld door integrale oplossingen te bieden in de zogenoemde ‘waterketen’. Maar ook door verschillende Nederlandse topsectoren met elkaar te verbinden, zoals landbouw en water.
Water Mondiaal landen Per land is een marktbewerkingsstrategie opgesteld. Daarin staat wie er al actief is, waar kansen liggen en wat belemmeringen zijn.
Kernteam export en promotie; sterke en zwakke punten in kaart
Frank Heemskerk, voorzitter kernteam Export en Promotie
MALEISIË
kenia
Frank Heemskerk: Slimme allianties zoeken
Frank Heemskerk is voorzitter van het kernteam Export en Promotie. Op het moment dat we hem spreken, is hij net terug uit Australië, waar hij een sessie leidde op een river symposium in Queensland. In samenwerking met een Engelse delegatie bouwt men op deze manier verder aan de relatie met Australië. Heemskerk: “Nederland kan vaker kijken naar slimme allianties met andere landen. Zo sta je sterker op het internationale toneel en kun je elkaar aanvullen.”
BAngladesh
elkaar nodig. Dat we vaker succesvol kunnen zijn bij internationale tenders is een signaal dat uit de sector komt. Wij kunnen samen met de overheid kijken wat voor invloed we uit kunnen oefenen om de voorwaarden te veranderen. Daarnaast hebben we bijvoorbeeld ook een lijst met landen gemaakt waar wij kansen zien. Maar om die te kunnen verzilveren, is de inzet van economische diplomatie nodig. Ambassades en ministers zouden daar voor een deel hun activiteiten op kunnen afstemmen.”
Nederland is geen prijsvechter, maar een partner in duurzame oplossingen. Daarvoor zijn langdurige relaties nodig. Met het programma ‘Water Mondiaal’ werkt de overheid aan het opbouwen van een langdurige relatie met laaggelegen delta’s. Juist hier heeft Nederlandse expertise veel toegevoegde waarde. Samenwerking met de watersector heeft daarom prioriteit. Zo werkt de overheid aan het versterken van de sector, bilaterale samenwerking en oplossingen voor de waterproblematiek voor miljoenen mensen.
Het gaat om de volgende landen: Mozambique, Vietnam, Indonesië, Egypte en Bangladesh.
Water OS landen Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil de expertise van de Nederlandse watersector inzetten om bij te dragen aan
oplossingen voor de waterproblematiek in een aantal landen.
Dat zijn: Benin, Ghana, Mali, Kenia en Zuid-Soedan.
Europa De meeste kansen voor de Nederlandse watersector liggen nog steeds in Europa. Bijvoorbeeld in Oost-Europa, waar nieuwe lidstaten moeten voldoen aan Europese richtlijnen. Veelal is daar Europese geld voor beschikbaar. Het NWP heeft daarom onder meer landenplatforms voor Roemenië en Polen. De Europese agenda en programma’s op het gebied van water bieden veel kansen voor de sector. Nederland is daar dan ook goed vertegenwoordigd: Cees Veerman (namens VEWIN en Unie van Waterschappen), Wim van Vierssen (KWR Watercycle Research Institute) en Harry van Doremalen (IBM Europe) hebben zitting in de Steering Group van het European Innovation Partnership (EIP) on Water. De EIP stelt zich tot doel om de ‘time to market’ van waterinnovaties te verkorten. Het EIP financiert weer andere projecten zoals het EU Innowater Partnership, dat steun biedt aan innovatieve ondernemers. Het NWP ondersteunt Nederlandse ondernemers die aan het EU Innowater Partnership willen deelnemen.
Het kernteam van Frank Heemskerk leverde een internationaliseringsstrategie op. U kunt deze raadplegen op www.nwp.nl Kort na dit interview werd bekend dat Frank Heemskerk de nieuwe Nederlandse bewindvoerder bij de Wereldbank wordt. Bertrand van Ee, voorzitter van de Executive Board van Royal HaskoningDHV en lid van de Dutch Trade Board, volgt hem op. Ondertekening MOU tijdens Brazilian Dutch Dialogues, links de Braziliaanse delegatieleider, rechts Renske Peters namens Nederland
6 Topsector Water Bert Groothuizen ziet mogelijkheden om expertise te gelde te maken
‘We zien nog te weinig terug’
Port Rashid, Royal Boskalis Wetsminster
Bert Groothuizen is lid van het kernteam Export en Promotie van de Topsector Water onder voorzitterschap van Frank Heemskerk, In het dagelijks leven is hij werkzaam bij Van Oord, een van de grootste internationaal opererende waterbouwers ter wereld. Hij heeft, gestoeld op zijn jarenlange ervaring binnen een bedrijf dat al vele decennia wereldwijd zaken doet, een duidelijke mening over de manier waarop de watersector internationale kansen kan en moet benutten. ‘Nederland is vooral sterk in het integraal aanpakken van projecten. Dit is naar mijn
mening een van de ‘unique selling points’ van de Nederlandse watersector. We kunnen dit wereldwijd nog veel beter uitnutten en ‘te gelde maken’. Hiervoor moeten we wel de handen ineen slaan, private en publieke partijen, door de hele keten heen. Vooral de samenwerking tussen exporterende marktpartijen en de overheid is essentieel om succesvol te zijn. Dit is een van de sleutels in de Topsectorenaanpak. Bekend is dat grote infrastructurele werken - zoals havens of stormvloedkeringen - waar ook ter wereld vaak moeilijk te financieren zijn. Commerciële banken achten de risico’s onduidelijk en dus te groot. Daarom wordt bij veel aanbeste-
dingen gevraagd om ‘financiering mee te brengen’. Marktpartijen doen daarbij een beroep op nationale overheden om te helpen met exportkredieten of exportkredietverzekeringen. Deze exportkrediet faciliteiten moeten natuurlijk wel ‘matchen’ met faciliteiten die andere landen bieden. Andere landen blijken daar vaak net wat handiger in, waardoor we – hoe goed onze reputatie ook is - in de concurrentieslag op achterstand komen te staan. We moeten iets meer de grenzen van de afspraken opzoeken. Ik vertrouw erop dat het nieuwe kabinet hier snel werk van zal maken.’
‘Ik ben van ook mening dat Nederland best meer terug mag zien van wat we aan hulp in een aantal ontwikkelingslanden besteden. Ook mag Nederland als een van de grootste donorlanden, binnen de regels, best wel eisen stellen aan de wijze waarop ons donorgeld wordt besteed. Dat betekent ook dat we naar mijn mening meer invloed zouden moeten uitoefenen op de inkoopregels die door instituties zoals de Wereldbank worden gehanteerd. Niet alleen aanbesteden op basis van de laagste prijs, maar op integrale thema’s als duurzaamheid, kwaliteit, milieu, sociale en economische criteria. Deze aspecten zouden veel zwaarder moeten meewegen. Daarin kunnen Nederlandse partijen uit de Topsector water zich bij uitstek onderscheiden. Een belangrijk onderdeel van de Topsector water is de Watertechnologiesector. Het feit dat Nederlandse publieke spelers in de watertechnologie niet in het buitenland actief mogen zijn, is een enorme handicap. Dit belemmert dat alle partijen – privaat en publiek - uit die sector in het buitenland
gezamenlijk kunnen opereren. Als we dat kunnen veranderen, als de overheid inziet dat de daar beschikbare kennis onmisbaar is voor dat integrale aanbod, zou dat een flinke stap vooruit zijn.’
‘Het feit dat Nederlandse publieke spelers in de watertechnologie niet in het buitenland actief mogen zijn, is een enorme handicap’ ‘Er zou een soort Watertech Nederland BV moeten komen: goed georganiseerd om met z’n allen internationaal een vuist maken. NWP kan daarin, naar mijn mening, een belangrijke rol spelen. Je gaat dan een meerjarig traject in, maar de drink- en afvalwatermarkt is een potentiële markt van vele miljarden. Zo’n aanpak is beter dan ieder voor zich van het ene naar het andere incidentele project te blijven hoppen.’
Bert Groothuizen tijdens de topsector water oploop in Den Haag
Kansen in ‘transitielanden’
Colombia: volop mogelijkheden, maar niet uitglijden op de rode loper Colombia is een transitieland: een land dat de stap zet van een ontwikkelingsrelatie naar een wederzijds profijtelijke economische relatie met Nederland.
Overstroming in La Mojana
Daarvoor is ondersteuning beschikbaar via de zogenoemde Transitie Faciliteit. Maar de sector moet ook zelf de handen uit de mouwen steken, en vooral
ook meer samenwerken. Dat betoogt Edilberto Baquero, project officer bij NWP én geboren Colombiaan.
Colombia ziet zich geconfronteerd met vele uitdagingen op het gebied van waterveiligheid, drinkwater en sanitatie. De ernstige overstromingen van 2010 en 2011, met vele slachtoffers en een enorme schade, hebben feitelijk voor een omslag in het beleid gezorgd. Er kwam veel meer aandacht voor duurzame en integrale oplossingen én Nederland kwam nadrukkelijk in beeld. Edilberto Baquero: ‘Nederland werd gevraagd, letterlijk door de president zelf. Er was behoefte aan Nederlandse expertise en de sector heeft inmiddels ook zichtbaar resultaten geboekt. Dat heeft de deuren opengezet voor landurige, meerjarige samenwerking. De uitgangspositie is dus goed, er is als het ware een rode loper uitgerold.’ Maar van achterover leunen kan geen sprake zijn, op zo’n rode loper kun je behoorlijke uitglijders maken. Edilberto Baquero: ‘De Nederlandse sector kan zich meer als een eenheid presenteren. De grote adviseursbureau’s en bedrijven zijn er al met hun projecten, maar de Nederlandse sector heeft meer te bieden, en door de krachten te bundelen kun je dat laten zien. Bovendien biedt dat extra mogelijkheden om juist die integrale, duurzame oplossingen aan te bieden waar Colombia behoefte aan heeft. In het verleden heeft het land te veel naar de korte termijn gekeken. Nederland moet die focus op integrale en duurzame oplossingen scherp houden, ook bij de Colombiaanse
overheid. Je moet met elkaar aantonen, zeker ook bij tenders, dat de Nederlandse aanpak weliswaar een flinke investering vraagt, maar dat je dan wel voor een groot aantal jaren uit de zorgen bent. Per saldo ben je zo feitelijk goedkoper uit.’ En tot slot, een hartenkreet van Ediberto Baquero: ‘Soms zijn bedrijven nog bang om naar Colombia te komen. Maar de veiligheidssituatie is sterk verbeterd, de condities voor buitenlandse investeringen zijn een stuk gunstiger. Het land groeit snel, er zijn zeeën van mogelijkheden. Watertechnologie, kustverdediging, havenontwikkeling, maritiem. Wie lang wacht, kan te laat zijn!’
Hoe kunt u meedoen? U kunt deelnemen aan het Colombian Netherlands Water Partnership, daarnaast zijn er regelmatig aanbestedingen voor projecten. Voor meer informatie:
[email protected] of
[email protected]
Netwerkorganisaties 7 Nederland Maritiem Land en het Netherlands Water Partnership
Netwerkorganisaties leveren ervaring aan Topsector Water
duurzame oplossingen. En wat we ook goed kunnen is govenance: hoe organiseer je het, ook qua beheer en onderhoud. Ik roep ze op, ook de mkb’ers: meld je bij NWP, draai mee in landenplatforms, participeer in consortia. Het is niet erg als je een keer de opdracht niet krijgt, er komen wel nieuwe kansen. NWP is in dat proces de accelerator, we zorgen voor een sterk netwerk, we brengen mensen en organisaties bij elkaar.’
Orders, werk en belastinggeld Het grote probleem van de maritieme sector zit in de financiering, en dan met name in de exportkredietverzekering. Arie Kraaijeveld: ‘Daarin is een grotere competitiviteit nodig. Een grote werkgroep van VNO-NCW is daarmee aan de slag gegaan. Wat we nodig hebben is een soort staatsgarantie op de achtergrond, zodat je zeker weet dat er betaald wordt. Als de staat der Nederlanden daar niet aan mee wil doen, dan kost dat orders, werkgelegenheid en belastinginkomsten. Maar we gaan er van uit dat het nieuwe kabinet dit belangrijke advies oppakt en ermee aan de slag gaat.’
Hoe Nederland gezamenlijk optrok na de orkaan Katrina in New Orleans, is een succesvol voorbeeld van publiek private samenwerking (Foto: Arcadis)
Twee netwerkorganisaties, allebei in de watersector, maar ook een wereld van verschil: het Netherlands Water Partnership (NWP) en Nederland Maritiem Land (NML). Sybe Schaap en Arie Kraaijeveld zijn de respectievelijke voorzitters. Detail: Kraaijeveld was voorheen NWPvoorzitter en ze kennen elkaars werkterrein goed. Hoe kijken zij aan tegen de Topsector Water en de ‘derde stap’ naar meer internationale financiering?
Sybe Schaap: ‘Wij werken al langer internationaal, alle pijlen van NWP zijn erop gericht om de sector in het buitenland goed te positioneren. Ik vind het positief dat deze aanpak nu meer draagvlak krijgt, want die kant moet het wel op. Binnen het Topsector Water beleid is de afgelopen periode veel aandacht geweest voor het organiseren van de sector. Het is wel zaak dat we nu aan het echte werk beginnen. Dat is toch al een uitdaging omdat de watersector overal ter wereld zeer zwaar overheidsgedomineerd is. Daardoor loop je het risico dat je in die overheidssfeer en in de planvorming blijft hangen. Terwijl je juist ook concrete projecten moet draaien om te laten zien wat je kunt. Die fysieke zichtbaarheid is zó belangrijk. Daarom is bijvoorbeeld onze samenwerking met Egypte helemaal gericht op concrete projecten, op wérk. Ook bij Water OS zie je dat het zo werkt. Landen ontwikkelen zich, er valt op een gegeven moment echt wat te verdienen. Dan moet je als Nederland goed op de kaart staan. Neem een land als Ghana, dat is straks echt booming.’
jachtbouw, maar ook in de offshore, de havenbedrijven en de binnenvaart.’ Iedereen is het erover eens dat Nederland zich vooral moet richten op duurzame, integrale oplossingen. Ook Arie Kraaijeveld: ‘Je moet goed kijken wat je wel en niet doet. Rechttoe rechtaan casco’s voor schepen bouwen we al decennia niet meer, maar de technologie in die schepen kan wél heel goed uit Nederland komen. Onze kracht zit in bijzonder bouwen en bijzonder vervoeren. Die focus is vergelijkbaar in de watertechnologie en de deltatechnologie. Daar moet je aan vasthouden, anders gooi je goed geld naar slecht geld. Grote beperking voor de publieke watersector is bovendien altijd geweest dat het ‘not
done’ was om internationaal actief te zijn. Daardoor heeft dat deel van de sector, ondanks de grote kennis en ervaring, op commercieel gebied een grote achterstand opgelopen. Ik zou zeggen: schud dat politieke juk af.’
Elkaar versterken De gedachte moet volgens Sybe Schaap zijn: niet ik, maar Nederland moet de opdracht krijgen. ‘Je moet elkaar versterken, er is gewoon geen enkel bedrijf dat álles kan. We hebben heel veel nichespelers en die doen fantastische dingen. Maar het wordt nog beter als ze elkaar opzoeken. En het is belangrijk om in tenders de kracht van Nederland te tonen als het gaat om samenhangende, integrale en
NML, NWP en de Topsector Water Nederland Maritiem Land en het Netherlands Water Partnership zijn organisaties met een brede achterban van leden/ deelnemers. Beide clubs zijn zeer concreet bezig met de internationale positie van respectievelijk de Maritieme sector en Water- en Deltatechnologie. U kunt deelnemen aan verschillende netwerken/projecten. NWP en NML leveren input aan de Topsector Water. www.nwp.nl / www.maritiemland.nl
Mét water en óp water Sybe Schaap
Arie Kraaijeveld
Arie Kraaijeveld deelt de mening van Sybe Schaap, maar vindt tegelijk dat de maritieme sector die aansporing niet nodig heeft: ‘De Topsector Water is een goed initiatief, samenwerking is nuttig, maar er is wel een groot verschil tussen het geld verdienen met water en het geld verdienen op water. Dat laatste doen wij. En ik benadruk nog maar eens dat de maritieme sector acht keer zo groot is als bijvoorbeeld de drinkwatersector. Aan onze sector hoef je niet meer uit te leggen dat er meer projecten moeten komen waarbij het geld komt van andere landen of van internationale instituties. We doen al niet anders, wat dat betreft lopen we tientallen jaren vooruit. Onze sector telt vele wereldspelers. In de scheepsbouw, met gespecialiseerde schepen en super-
De gezamenlijke vertegenwoordiging tijdens missies en beurzen wordt door veel partijen in de watersector gewaardeerd. (Foto: NWP)
8 Internationale branding Een landenplatform, hoe werkt dat?
‘Niet alleen beleidsplannen maken, maar mensen bij elkaar brengen’ Dennis van Peppen coördineert bij NWP het Roemenië-platform en probeert voortdurend om de combinatie te maken: oplossingen bieden waaraan het land echt behoefte heeft én de Nederlandse watersector in een goede positie brengen. ‘Met bescheiden middelen proberen zo effectief mogelijk te faciliteren.’ ‘Dat doen we bijvoorbeeld met ‘Ruimte voor de rivier’. Onlangs hebben we een hoge Roemeense delegatie ontvangen om na te gaan hoe onze aanpak en expertise ingezet kan worden langs de Donau. Doel
is een diepgaande, structurele samenwerking aan de hand van de Ruimte voor de Rivier aanpak waardoor hopelijk projecten gegenereerd worden die passen bij wat Nederland te bieden heeft. Dus niet het bouwen van standaard dijken, maar wel advisering in integraal waterbeheer, het uitbaggeren van de Donau, geavanceerde technieken voor dijkbewaking, het goed doorrekenen van oplossingen, stakeholderparticipatie. Daar zijn we goed in.’ Een vergelijkbare aanpak geldt voor het streven naar ‘more crop per drop’ in de landbouw in Roemenië. ‘Met dat doel organiseren we op 29 november een
seminar om de spelers in de sector bij elkaar te brengen en ze voor te lichten over de Roemeense akkerbouw. Na het seminar gaan we een missie naar Roemenië organiseren om met name business-tobusiness contacten aan te boren met grote akkerbouwers.’
Nederlandse MKB-ers uit de watersector ondersteund. Vertegenwoordigers van deze bedrijven kwamen tijdens deze roadshow door drie provincies in contact met potentiële Roemeense partners en afnemers van producten. Waterbedrijven maar ook distributeurs en projectontwikkelaars. Volgens mij is het belangrijk dat je niet alleen grote beleidsplannen maakt, maar vooral ook mensen bij elkaar brengt. Dan kun je snel concrete resultaten boeken.’
Een derde initiatief gaat over technische oplossingen in drink -en afvalwater, waterdistributie en waterbeheer. Op dat gebied is er in Roemenië veel belangstelling voor en behoefte aan kwalitatieve hoogwaardige oplossingen. Dennis van Peppen: ‘Daarvoor hebben we laatst een roadshow van zeven
Hoe kunt u meedoen? Naast het Roemenie platform zijn er platforms voor nog een aantal landen. Hoe zij werken, kan sterk verschillen. Sommige platforms worden gevormd door een vaste groep waar geen nieuwe deelnemers bij kunnen, andere zijn weer netwerken die per situatie van samenstelling verschillen. Wilt u meer informatie over deelname aan een landenplatform, neem dan contact op met
[email protected]
Dennis van Peppen (midden) tijdens de Roemenie Roadshow in 2009
Focus in deelname aan internationale evenementen
‘Wie internationaal zichtbaar wil zijn, moet kiezen’ Zowel in het Water Internationaal beleid als in het Topsector-beleid staat het begrip ‘focus’ centraal. Wie internationaal het verschil wil maken kan beter goed inzetten op een aantal landen dan half op een heleboel landen. Dat geldt ook voor deelname aan internationale evenementen. Zeker nu de bomen even niet tot in de hemel groeien, is het belangrijk om collectieve middelen slim in te zetten. Daarom verzocht de stuurgroep Water Internationaal aan NWP om uit te zoeken welke internationale evenementen voor de sector belangrijk zijn en waar collectieve ondersteuning noodzakelijk is. NWP voerde een enquête uit onder het bedrijfsleven. Daaruit bleek onder meer dat de sector bij driekwart van de internationale beurzen en evenementen zelf de deelname bekostigt. Maar er zijn evenementen die qua schaal en aard zodanig zijn, dat het als waardevol wordt ervaren
om een Netherlands Water Pavillion in te richten. Nederland was een van de eerste landen met een gezamenlijk paviljoen dat op grote evenementen dient als zichtbaarheid voor het merk Nederland, maar ook als gezamenlijke huiskamer waar zakelijke gesprekken gepland kunnen worden en met een gezamenlijk aanspreekpunt. Dat wordt door de deelnemers als waardevol ervaren, maar het hoeft zeker niet overal. Daarnaast is het zo dat sommige evenementen voor het bedrijfsleven niet interessant zijn, maar voor kennisinstellingen, overheden en NGO’s juist wel. De Stockholm Water Week is daar een voorbeeld van. Positief waren de deelnemers aan de enquête onder meer over de Singapore International Water Week, de International Water Week Amsterdam en de evenementen van de International Water Association. In algemene zin scoren combinaties van beurs en conferentie ook hoog. De uitkomst van de enquete wordt op dit moment nog verder verwerkt. Voor meer informatie:
[email protected]
Internationale website dutchwatersector.com steeds vaker bezocht Nederland wil wereldwaterleider zijn. Dat betekent ook dat je moet inspelen op de actualiteit, dat je zichtbaar moet zijn en dat je voor een internationaal publiek makkelijk vindbaar moet zijn. www.dutchwatersector.com is de site voor en over de Nederlandse watersector. Een vakjournalist koppelt de berichtgeving over actualiteiten, zoals de storm Sandy, aan Nederlandse expertise. Die aanpak werkt: dutchwatersector.com trekt inmiddels zo’n 15.000, merendeels internationale bezoekers per maand. Partijen uit de Nederlandse watersector kunnen hun projecten laten opnemen in de projectendatabase van de site. Ook Engelstalige persberichten zijn van harte welkom. U kunt uw informatie sturen naar
[email protected]
Partners voor Water: springplank voor internationale ambitie Deze krant werd mogelijk gemaakt door het programma Partners voor water. Dit programma is al meer dan een decennium dé springplank voor internationale ambitie in de watersector. Het programma Partners voor Water stimuleert innovatieve waterprojecten in het buitenland. Ook draagt Partners voor Water bij aan nieuwe programma’s zoals Water Mondiaal. Heeft u een projectidee dat past binnen de doelstellingen van het programma dan kunt u in aanmerking komen voor een bijdrage. Daarnaast ondersteunt Partners voor Water projecten die gericht zijn op communicatie, kennis-
In deze periode is veel kennis opgedaan, en zijn veel projecten en publicaties opgeleverd. U kunt ze allemaal vinden op www.partnersvoorwater2.nl
uitwisseling en samenwerking in de Nederlandse Watersector. Ook daar kunt u ideeën voor indienen.
en Milieu, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het programma Partners voor Water wordt uitgevoerd door Agentschap NL en het Netherlands Water Partnership; Agentschap NL voert het programmamanagement en begeleidt de tenders en subsidie-aanvragen, het Netherlands Water Partnership richt zich op de communicatie- kennisuitwisseling en samenwerkingsprojecten voor de watersector.
Nieuwsbrief
Partners voor Water wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur
www.partnersvoorwater.nl
Partners voor Water brengt maandelijks een e-mail update uit en ieder kwartaal een krant met achtergronden en ontwikkelingen. Voor abonnementen en aanmeldingen kunt u terecht bij www.mijnagentschap.nl
Resultaten Partners voor Water In 2011 werd de tweede programmaperiode van Partners voor Water afgesloten.
Contact Voor meer informatie kunt u contact opnemen met info@partnersvoorwater. nl of telefoonnummer: 088-6028058 Bezoekadres Partners voor Water is gevestigd in het International Water House, Bezuidenhoutseweg 2 in Den Haag.
Colofon Teksten en coordinatie Bauke ter Braak Inhoud en eindredactie Christina Boomsma, NWP Opmaak Smidswater Voor meer informatie
[email protected] Uitgave December 2012