Inleiding
Kanjerprotocol hoe gaan we om met elkaar
We hebben ons als doel gesteld: ‘Kinderen in een veilige, vertrouwde omgeving begeleiden bij de ontwikkeling van hun eigen mogelijkheden’. Goed onderwijs kun je alleen geven aan kinderen die met plezier naar school gaan. De sfeer op school moet daarom goed zijn en de kinderen moeten zich veilig en geborgen weten. Vandaar dat de volgende afspraken bij ons op school gelden: * PESTEN IS VERBODEN. * WE LETTEN OP ONS TAALGEBRUIK. * WE BLIJVEN VAN ELKAARS SPULLEN AF. * WE HEBBEN RESPECT VOOR ELKAAR. * EERST DENKEN, DAN PAS DOEN. * WE PRATEN REGELMATIG MET ELKAAR OVER DEZE AFSPRAKEN. Bovenstaande hoofdregels zijn zichtbaar gemaakt middels een aantal posters, die centraal in de school zijn opgehangen. Voor elke groep zijn meer specifieke klassenregels opgesteld. Deze regels betreffen de gang van zaken in de diverse groepen. Algemeen: We werken sinds het schooljaar 2008/2009 met de kanjertraining. Alle leerkrachten hebben hiervoor scholing gevolgd en zijn gecertificeerd. Het voortgezet onderwijs heeft aangegeven hierop te willen aansluiten en is voornemens om de kanjertrainingen ook in hun scholen in te voeren. Doel: De Kanjertraining is bedoeld voor kinderen om beter voor zichzelf op te komen en/of beter met anderen om te gaan. De kinderen leren hoe ze op een juiste manier kunnen reageren in conflictsituaties. Dit gebeurt vooral met behulp van rollenspelen en vertrouwensoefeningen. De kanjertraining heeft als doel dat een kind positief over zichzelf en anderen leert denken. Overige doelen van de kanjertraining zijn, dat kinderen: • • • • • • •
zichzelf goed kunnen voorstellen; kunnen zeggen: er zijn mensen die van mij houden; kunnen zeggen: niet iedereen is een vriendin of een vriend van mij, en dat hoort zo; zich kunnen voornemen te luisteren naar kritiek; zich kunnen voornemen in vervelende situaties te vertellen; wat hun dwars zit en hoe dat kan veranderen; hun schouders kunnen ophalen als iemand met opzet blijft doorgaan met het vertonen van ongewenst gedrag; bij pestgedrag kunnen denken: die is niet wijzer, daar heb je weer zo’n pestkop;
Omgangsprotocol/kanjerprotocol PCBS Stadkswartier
• •
maatregelen kunnen nemen als ze worden lastig gevallen: dan ga ik het nooit alleen oplossen. weten dat ze altijd steun kunnen zoeken, bij vrienden,ouders of een leerkracht.
Inhoud kanjertraining De kanjertraining bestaat uit 10 thema’s per schooljaar. Elke maand komt er een ander thema aan bod. De thema’s zijn: 1. Jezelf voorstellen 2. Iets aardigs zeggen 3. Weet jij hoe je je voelt? 4. Kun jij nee zeggen? 5. Luisteren en vertellen 6. Luisteren en samenwerken 7. Vriendschap 8. Vragen stellen 9. Je mening vertellen, maar… niet altijd 10. De laatste les… Naast de ingeplande kanjerlessen, komt de kanjertraining ook tijdens andere lessen regelmatig aan de orde.
Regels Bij de kanjerlessen horen een aantal regels. Deze regels worden elke keer aan het begin van de les besproken. • We vertrouwen elkaar • Niemand speelt de baas • Niemand doet zielig • We lachen elkaar niet uit • We helpen elkaar In elke klas hangt een poster van de kanjertraining en (als symbool) de verschillende petten. Door het handhaven van de regels wordt ernaar gestreefd dat ieder kind zich veilig voelt in de groep. Ieder kind krijgt tenminste 2 keer per jaar een compliment in de vorm van een ‘Kanjerkaart’. Wat doen we bij conflicten: Bij de kanjertraining horen een aantal afspraken die we gebruiken bij conflictsituaties: * We leren de kinderen dat ze in eerste instantie bij een vervelende situatie zelf een oplossing zoeken. * Wordt een leerling geconfronteerd met ongewenst gedrag van een ander (b.v. een pester), dan kan hij/zij op de volgende manier reageren: Het kind steekt zijn hand
Omgangsprotocol/kanjerprotocol PCBS Stadkswartier
naar voren en roept “Stop Hou op! Ik vind het niet leuk dat je…….”(benoemen van het gedrag). * Wordt er niet geluisterd door ‘de pestvogel’, dan wordt er een beroep gedaan op de leerkracht. * Blijft ‘de pestvogel’ vervolgens toch doorgaan, dan wordt er een passende maatregel getroffen door de groepsleerkracht. * Indien nodig worden ouders hierbij betrokken. Uitleg petten/gedrag In de Kanjertraining staan vier dierfiguren centraal, die ieder gekoppeld worden aan een kleur pet. De pestvogel vindt zichzelf heel wat en wil altijd de baas spelen. Andere kinderen zijn in de ogen van de pestvogel niets waard en ze kunnen maar beter naar hem of haar luisteren. Bij dit gedrag hoort de zwarte pet. De aap doet overal lacherig over en neemt niets of niemand serieus. Hij probeert de lachers op zijn hand te krijgen en vrienden te worden met de pestvogel om zo niet zelf gepest te worden. Bij het gedrag van de aap hoort de rode pet. Het konijn is vaak bang en valt het liefst zo min mogelijk op. Het komt bijna niet voor zichzelf op en wordt vaak gepest. Het konijn kruipt vaak weg in een hoekje. Bij het gedrag van het konijn hoort de gele pet.
De tijger doet normaal en gedraagt zich als een kanjer. Hij komt voor zichzelf op zonder anderen bang te maken. De tijger geeft zijn mening, komt uit voor zijn gevoel en neemt anderen en zichzelf serieus. Het gedrag van de tijger wordt gekoppeld aan de witte pet.
Omgangsprotocol/kanjerprotocol PCBS Stadkswartier
Werkwijze kanjerafspraken. Het is belangrijk om op een eenduidige wijze invulling te geven aan het begrip “ongewenst gedrag”. D.m.v. dit protocol willen we deze uniformiteit bereiken. Uitgangspunt bij het beoordelen van ongewenst gedrag is de conflictpiramide. Hoogste alarmfase: Er is geen uitweg, alle oplossingen van de lagere niveaus helpen niet, mogelijk is je leven in gevaar/wordt bedreigd. Alarmfase C: Je wordt voortdurend vals beschuldigd, geduwd, geschopt, geslagen, achteruit gesteld, bedreigd. Kortom: je bent blijvend slachtoffer. Alarmfase B: Valse beschuldigingen, duwen, schoppen, slaan, spullen afpakken, bedreigen, de baas spelen. Alarmfase A: Uitschelden, voordringen,
Om een werkbare situatie te creëren voor alle leerlingen gaan we uit van de volgende basishouding: “De leerlingen luisteren naar en voeren uit wat de leerkracht (of andere functionaris van de school) aangeeft” Kernpunt in de aanpak van de kanjertraining is het kind verantwoordelijk stellen voor het gedrag en de gevolgen ervan, voor zover een kind dat kan begrijpen. 1. Indien een leerling ervoor kiest om ongewenst gedrag te laten zien (alarmfase A en B) zal deze daar direct op worden aangesproken door de leerkracht. Zo nodig zal een passende sanctie worden opgelegd, waarbij het isoleren van de leerling het meest voor de hand ligt. Hierbij maken we onderscheid tussen groepen 1-2 en 3 t/m 8 en het buiten- en binnenspelen. Voor de kleuters geldt dat zij tijdens het buitenspelen “even bij de leerkracht moeten blijven”. Voor de overige kinderen geldt dat zij naar een kleutergroep gestuurd worden. Na afloop van de pauze of bij aanvang van de lessen haalt de pleinwacht het geïsoleerde kind weer op en begeleidt hem/haar naar zijn/haar eigen groep. De groepsleerkracht wordt van het gebeurde op de hoogte gebracht. Tijdens het werken in het eigen leslokaal wordt een leerling apart geplaatst. Leidt dit niet tot gewenst gedrag dan wordt de leerling naar een andere groep gebracht. Waarbij een lagere groep meer effect heeft. Indien een leerling weigert om naar de aangewezen plek te gaan dan wordt een collega ingeschakeld. Met de overige leerlingen van de groep gaat de leerkracht (indien mogelijk) weg uit de situatie. De leerling met het ongewenste gedrag krijgt de gelegenheid om alsnog voor gewenst gedrag te kiezen. Omgangsprotocol/kanjerprotocol PCBS Stadkswartier
2. Er wordt contact opgenomen met de ouders van een leerling indien: • het ongewenste gedrag zich herhaalt of verergert (alarmfase B) binnen een aantal weken, • de leerling de basishouding overtreedt. Dit gesprek dient binnen 24 uur, maar in ieder geval voordat de leerling de volgende dag op school komt, plaats te vinden. Doel van dit gesprek is informatie overdracht over het gedrag van de leerling. Tevens wordt hierbij aan de ouders gevraagd of zij het gedrag van hun kind ondersteunen of afkeuren. In deze fase wordt het gedrag en ondernomen actie vastgelegd op het kanjerregistratieformulier. 3. Als een leerling geen verantwoording wil of kan nemen voor zijn eigen gedrag en de gevolgen daarvan dan wordt de leerling niet toegelaten tot de groep. In dit stadium wordt de intern begeleider en (een lid van) de directie eveneens van de situatie op de hoogte gebracht. Zo nodig wordt een gedragshandelingplan opgesteld. 4. Als bovenstaande maatregelen niet leiden tot gedragsverandering (tot gewenst gedrag) zal worden overgegaan tot schorsing en verwijdering van een leerling (zie hiervoor het protocol schorsen en verwijderen).
Omgangsprotocol/kanjerprotocol PCBS Stadkswartier