Wat is nieuw op 1 september? Algemeen Mentoren begeleiden starters Alle beginnende leraren krijgen aanvangsbegeleiding door een mentor. Sinds 1 januari 2006 is dat al het geval voor startende leraren in het secundair onderwijs. Nu komen daar de leerkrachten die nog een diploma moeten halen bij. Die mentoren begeleiden ook alle stages van studenten of cursisten uit de lerarenopleiding. Oorspronkelijk was voor deze begeleiding 7,9 miljoen euro ter beschikking. Met deze middelen kan voor een gewone stagiair 1 uur begeleiding per 2 weken voorzien worden, voor een leerkracht in opleiding 1 uur per week en voor een starter 1 uur per drie weken. De vorm van de ondersteuning is niet bepaald (hier worden ook navorming over georganiseerd), maar wellicht zal het vaak gaan om coachingsgesprekken. De mentor is ook betrokken bij de evaluatie van de stagiair en het assessment van de leerkrachten in opleiding. Het ontwerp van cao VIII voorziet 5 miljoen euro extra voor mentoruren. Het bovenstaande aantal uur per beginnende leerkracht zal dus ongeveer verdubbelen. De precieze verdeling van de extra uren hangt af van de scholen. Time-out voor moeilijke leerlingen uitgebreid Tweehonderd leerlingen die in de klas voor grote problemen zorgen of helemaal gedemotiveerd zijn, kunnen tijdelijk van school gehaald worden en afzonderlijk begeleid door een gespecialiseerde organisatie. De financiering voor deze 'lange time out' wordt verlengd en de doelgroep uitgebreid. Daarnaast komt er een extra budget van 600 000 euro voor 'korte time out', waarbij jongeren binnen de school specifieke begeleiding krijgen. Deze begeleiding kan ook 'herstelgerichte acties' bevatten. Zo kan een bepaald voorval in groep besproken worden door de leerling z el f ,kl asgenot en,ouder s,l er ar en… HetCLBbepaalt of een leerling in aanmerking komt voor de korte of lange time out. Extra centen voor leerlingen met autisme Er wordt jaarlijks 2,6 miljoen euro extra uitgetrokken om leerlingen met autisme te begeleiden in het gewoon onderwijs. Dat is een aanvulling op de ondersteuning via het geïntegreerd onderwijs (Gon). Om meer leerlingen te bereiken, krijgen alle 'nieuwe' aanvragers twee uur basisondersteuning gedurende twee jaar per onderwijsniveau. Het vroegere onderscheid ernstig/matig wordt niet meer gebruikt. Honderd acties rond evenwichtige voeding en beweging Honderd scholen die dit schooljaar samen met leraren, leerlingen en ouders de handen in elkaar slaan om een gezonde leer- en leefomgeving te creëren, krijgen een subsidie van 1 000 euro. Onderwijsminister Vandenbroucke wil praktijkvoorbeelden bekendmaken van scholen die via een actie de gezondheid van hun leerlingen bevorderen. De focus ligt op evenwichtige voeding en beweging.
1
Minstens veertig leerlingen in internaat De programmatienorm voor internaten - de norm om een oprichting toe te laten wordt opgetrokken van 30 naar 40 leerlingen. Die schaalgrootte moet er borg voor staan dat internaten alleen ontstaan waar er voldoende vraag is. De rationalisatienorm - de norm om bestaande internaten te blijven financieren - blijft 30 interne leerlingen. Meer tolken voor dove leerlingen Vanaf 1 september 2006 kunnen dove leerlingen meer beroep doen op een tolk. Daar is een budget van ongeveer 80 000 euro voor uitgetrokken. Het aantal schrijftolkuren stijgt van 4700 naar 6800. Voor gebarentaal stijgt het aantal uur van 9350 naar 1060. Het aantal uur dat er bijkomt per leerling, hangt af van de onderwijsvorm. De grootste vooruitgang per leerling vindt plaats in het hoger onderwijs: gebarentaal gaat er van 124 naar 160 uur per jaar, schrijftolk van 70 naar 130 uur. Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers Vanaf 1 september 2006 wordt het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers (okan) aanzienlijk uitgebreid. Er komen meer kinderen in aanmerking en ze kunnen ook begeleid worden na het onthaaljaar. Deze aanpassingen moeten zoveel mogelijk nieuwkomers de kans bieden op een succesvolle schoolloopbaan. Er is een budget van ruim 5 miljoen euro per schooljaar voorzien. 200 nieuwe jojo's bouwen aan warme school Er gaan dit schooljaar 200 extra jojo's aan de slag in scholen. Dat zijn jongeren die via een startbaan in het project 'Scholen voor JOngeren, JOngeren voor scholen' werken. Via die startbaan doen ze werkervaring op en krijgen ze de mogelijkheid zich bij te scholen, om zo hun kansen op de arbeidsmarkt te versterken. De startbaners zijn een extra ondersteuning voor de school, bovenop het bestaande personeelsbestand. Ze worden volledig gefinancierd door de overheid. In het huidige jojo-project zetten jongeren zich in om antisociaal gedrag te voorkomen. De uitbreiding van het startbanenproject voorziet dat er ook tewerkstelling mogelijk is als onderhoudsmedewerker (zowel voor laaggeschoolden als voor leerlingen DBSO). Een aantal jongeren start op 1/9, de anderen worden in de loop van het schooljaar aangeworven. Parket buigt zich over spijbelaars In september treden 26 criminologen in dienst bij het parket. Zij zullen zich onder andere met spijbeldossiers bezig houden. Daar wordt nu nauwelijks gevolg aan gegeven. Gok-dvd Aan alle scholen uit het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs is een dvd bezorgd die hen kan inspireren bij het uitstippelen van een eigen beleid rond gelijke onderwijskansen. Deze dvd is gebaseerd op de ervaringen van enkele basisen secundaire scholen bij de uitvoering van het gelijkeonderwijskansendecreet. Ze vertellen hoe ze te werk gaan, welke knelpunten ze moeten overwinnen en op welke vlakken ze succes boeken. In de film komen ook beleidsmensen en onderzoekers aan het woord. Zij bieden duiding bij de praktijkvoorbeelden en geven hun visie op de uitdagingen waar het Vlaamse onderwijsbeleid de komende jaren voor staat.
2
Brede school Vanaf volgend schooljaar starten 15 projecten rond brede school (het uitbouwen van een netwerk rond de school en het betrekken van andere sectoren). Tegelijk is een overzichtelijke structuur uitgewerkt om samen met de beleidsdomeinen Welzijn, Cultuur en Sport deze projecten te begeleiden en het concept uit te breiden.
Basisonderwijs Netoverschrijdend leerlingenvervoer in pilootgemeentes Negen pilootgemeentes starten met gratis leerlingenvervoer voor het basisonderwijs. Ze leveren ook extra inspanningen voor veilige schoolroutes en -omgevingen. Daarvoor krijgen ze een budget van in totaal 840 000 euro. Bekkevoort start op 1 september, Herentals, Hemiksem, Mechelen, Asse, Rotselaar, Waasmunster, Blankenberge en Oostende volgen later dit schooljaar. Doel is dat leerlingen daar zo veel mogelijk te voet of met de fiets naar school gaan. In deze zone haalt de schoolbus in principe geen leerlingen op. Daarnaast experimenteren de gemeentes in samenwerking met de scholen met gratis netoverschrijdend leerlingenvervoer. Aanvullende lestijden integratie anderstaligen voor brede Brusselse rand en taalgrensgemeenten Nederlandstalige basisscholen in de brede Rand rond Brussel en de taalgrensgemeenten met minstens 10 procent leerlingen van wie de thuistaal niet het Nederlands is, krijgen structurele ondersteuning voor de integratie van anderstalige leerlingen. Dit gaat gepaard met een uitbreiding van het aantal lestijden van 2073 naar 2288. Bovendien heeft de ervaring geleerd dat de eerstelijnsondersteuning gekoppeld moet zijn met een tweedelijnsondersteuning door de pedagogische begeleidingsdiensten. Daarom kr i j gtdev zw“ Samenwer ki ngsv er bandnet gebonden pedagogi s c hedi ens t en”eensubsi di eom act i v i t ei t eni ndeRandt eont wi kkel endi e leerkrachten en scholen moeten toelaten beter in te spelen op de diversiteit van hun publiek.
Secundair onderwijs School vraagt niet langer oprichting van nieuwe studierichting Of een totaal nieuwe opleiding in het secundair onderwijs zinvol is, wordt voortaan eerst onderzocht op Vlaams niveau. Er wordt vanuit gegaan dat koepels, beroepsfederaties … een overkoepelend dossier opstellen en niet een individuele school. Factoren zoals de opportuniteit van de opleiding binnen Vlaanderen of binnen een bepaalde sector, kansen op werk, mogelijk aan te trekken leerlingen, convenanten met de bedrijfssector … zijn belangrijk bij een beslissing van de onderwijsoverheid om een nieuwe studierichting toe te laten. Pas als op die manier een studierichting aan het globaal onderwijsaanbod in Vlaanderen wordt toegevoegd, kunnen scholen in een volgende stap een concrete programmatie indienen. Voor deze tweede stap moet geen overkoepelend dossier meer ingediend worden wat de administratieve lasten van de individuele school vermindert.
3
Stapje in afbouw planlast Een leerling die tijdens één schooljaar meer dan 91 lesdagen gewettigd afwezig is, verliest zijn statuut van regelmatige leerling. Als scholen hier een afwijking op willen geven, moeten ze daarvoor geen verzoek tot afwijking meer indienen bij de overheid. Door de afschaffing van deze administratieve procedure vermindert niet alleen de planlast, maar wordt ook de lokale autonomie van de scholen sterker. Integratie Buso-scholen in scholengemeenschap gewoon secundair Scholen voor buitengewoon secundair onderwijs kunnen zich makkelijker integreren in de bestaande scholengemeenschappen secundair onderwijs, omdat de vroegere personeelsgroepen (opvoedend en administratief personeel) vanaf 1 september 2006 omgevormd zijn tot één personeelscategorie ondersteunend personeel. Tot nu waren er immers andere personeelscategorieën in het buitengewoon onderwijs dan in het secundair onderwijs, hoewel het om dezelfde jobinhoud gaat (opvoeder of administratie). Door binnen het volledige secundair onderwijs één categorie ondersteunend personeel te voorzien, is meer samenwerking en onderlinge uitwisseling binnen de scholengemeenschap mogelijk. Het zal de expertiseoverdracht van BuSO-scholen naar gewone scholen vergemakkelijken. In BuSOscholen zijn er immers heel wat meer specifieke leerlingenproblematieken. Meer eenheid en uitwisselingsmogelijkheden onder het ondersteunend personeel binnen een scholengemeenschap zal de overdracht daarvan bevorderen. Geen lesopdracht voor directeur Buso-school? De directie van een Buso-school waarvan veel leerlingen in 'gewone' scholen GON (geïntegreerd onderwijs) krijgen, moet momenteel les geven als het aantal andere leerlingen te klein is. Een nieuwe bepaling houdt rekening met het totale aantal leerlingen, dus ook met de GON-leerlingen. Daardoor kan een lesopdracht vervullen eventueel wegvallen. Scholen melden langdurig uitgesloten jongeren Als jongeren die definitief uitgesloten zijn na verloop van tijd niet ingeschreven geraken in een andere instelling, moeten scholen dit melden aan het ministerie van Onderwijs en Vorming. Bij uitgesloten jongeren die niet op school worden opgevangen, wordt het principe van de regelmatige lesbijwoning geschonden, hoewel de leerlingen administratief gezien in orde zijn. Het ministerie van Onderwijs en Vorming wil dit probleem in kaart brengen om indien nodig maatregelen te kunnen nemen. Regels voor OV3 soepeler De regelgeving over de organisatie van de aanvullende beroepsopleiding in de onderwijsvorm 3 wordt versoepeld: het minimale aantal lesuren sociale vorming en beroepsgerichte vorming op jaarbasis wordt verlaagd van 500 tot 450. Het minimum aantal lesuren werkervaring in het werkervaringsbedrijf blijft 700, het totaal voor de integratiefase blijft minimaal 1 200 lesuren.
4
Volwassenenonderwijs 115 opleidingen worden modulair De centra voor volwassenenonderwijs moeten 115 opleidingen volgens centraal omschreven modules aanbieden. Cursisten met een deelcertificaat uit één school kunnen daardoor onmiddellijk voortstuderen in een andere school. De 115 opleidingen waarvoor nu modules zijn uitgewerkt, behoren tot de studiegebieden Algemene Vorming, Auto, Bijzondere Educatieve Noden, Handel, Huishoudelijk Onderwijs, Kant, Mechanica-Elektriciteit, Nederlands tweede taal, Talen en Textiel.
5