Gezongen Votum en Amen. Lied 434:3,4,5. Hooglied 2:2,3. 4:1-5 6:4-7 8:5-12 Ps. 45:4,5 Tekst: Hooglied 8:5b-12 Preek Amenlied: Ps. 148:4,5 Geloofsbelijdenis Lied 481 :1,4 Gebed Kollekte Slotlied: Ps. 118:1 Zegen
Gehouden op zondagmiddag 5-3-2006 te Nieuwleusen, door, Ds. J. van de Wetering. Wanneer u deze preek gebruikt in een kerkdienst, wilt u dit dan even melden aan:
[email protected]
Gemeente van de Here Jezus Christus.
1. Ik val met de deur in huis: wat is er nou tegen samen wonen van 2 jonge mensen, die een tijd verkering hebben en van elkaar houden? Waarom mag je na 2 à 3 jaar vaste verkering niet bij je vriend of vriendin op kamers overblijven en ‘s nachts het bed delen? Vind u, vindt jij het vreemd, dat jongelui / catechisanten daar vandaag vraagtekens bij zetten?! Ik niet. Vindt u het vreemd: al die spanningen op seksueel gebied bij mensen, die 10, 20, 30 jaar getrouwd zijn? De seksuele beleving is sowieso al een teer punt in het huwelijk; een kwetsbaar punt, omdat man en vrouw daarin nogal verschillend zijn. Maar vandaag zeker een kwetsbaar punt. - Ik las het schokkende verhaal over een puber. Die jongen had een PC op zijn kamer. Hij ging behoorlijk vroeg naar bed. Maar hij was op school vaak vermoeid en viel soms tijdens de lessen in slaap. Het bleek dat hij tot ’s avonds laat surfde op pornosites. Eén muisklik is de vunzige seks van je verwijderd. En 2 kanalen verder dan Nederland 3. En je bent zo verslaafd! En het beschadigt de gezonde seksuele ontwikkeling van jonge mensen en de seksuele beleving van getrouwde mensen. Internet- een prachtige technische ontwikkeling. Maar Satan heeft een campagne op internet opgezet. Hij vangt vele mensen in het pornoweb. En men weet niet meer wat normaal is. Waarom mag je nou niet …….? (fluistert Satan). Gelukkig (broeders en zusters jongens en meisjes) vertelt God ons iets beters over liefde en seksualiteit in de Bijbel: in Hooglied. Een prachtig gedicht! Mooi lied! Gedicht in de tijd van koning Salomo. Trouwens ook geen beste tijd: ook een tijd van seksuele revolutie. Het gaat over een verloofd stel; een bruid en een bruidegom, zo heet in de tijd van de Bijbel een verloofd stel in ondertrouw; vlak voor het huwelijk. Ze houden van elkaar. Ze kijken naar elkaar. Ze voelen zich sterk aangetrokken tot elkaar en ze blijven echt niet van elkaar af. Máár: dit stel in Hooglied beleeft de seksualiteit, zoals God het heeft bedoeld. Gemeente, in Hooglied zet God echte liefde en echte seksualiteit voor ons neer. En wij kunnen véél leren vandaag van Hooglied. Het liefdesgeluk van een jonge man en een jonge vrouw als geschenk van God. 1e Salomo’s liefde wijzen ze af. 2e Van echte liefde genieten ze. 1 2. Laat ik u / jullie het verloofde stel in Hooglied eerst even mogen voorstellen. (Hooglied 1) Het meisje is een plattelandsmeisje; met een donkere huid, verbruind door de zon. Ze werkt altijd buiten in de wijngaarden van haar broers, die ze moet bewaken. En de jongeman is een herdersknaap. Hij gaat met zijn kudden de steppen door naar de weiden. Ze leven in de tijd van Salomo. En in die tijd is Hooglied gedicht. (Waarschijnlijk niet door Salomo zelf. Dat staat wel in Hooglied 1:1. Maar ‘Hooglied van Salomo’ kun je ook vertalen met ‘Hooglied òp of òver Salomo’. In ieder geval wordt Salomo 3x genoemd. Onder andere in Hooglied 3: daar wordt zijn draagstoel genoemd. Dat was een geschenk van de dames van
Jeruzalem. Zoals de gouden koets een geschenk was van Amsterdam aan Koningin Wilhelmina. Een draagstoel. En in onze tekst wordt de wijngaard van Salomo genoemd.) We moeten in Hooglied Salomo steeds op de achtergrond denken en vooral Salomo’s liefdesleven. En dan dat liefdesleven vergelijken met de liefde van dat bruine plattelandsmeisje met die herdersknaap. Dat is de rode draad door het hele boek / het hele Hooglied. In onze tekst gaat het heel duidelijk over Salomo’s liefdesleven (vers 11). Salomo bezat een wijngaard “Baäl – Hamon”. Zo heette die wijngaard. En dat is beeldspraak. Met die wijngaard wordt zijn harem bedoeld: met een menigte vrouwen daarin. Hamon betekent: menigte. Baäl - Hamon betekent: Baäls-menigte. Baäl is de God van de vruchtbaarheid en de seksualiteit. Zo’n vrouwenharem is dus ( als het er op aan komt) pure afgodendienst / Baäldienst. Salomo had 1000 dames in zijn harem. Het bruine plattelandsmeisje noemt die haremvrouwen: ‘de dochters van Jeruzalem’. ‘Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem: waarom wilt ge de liefde opwekken, eer het haar behaagt’. Dat zegt ze wel 4x. Ja, dat was een statussymbool! Salomo was rijk en dat harem was een uitdrukking van zijn rijkdom. Zo was dat bij de oosterse vorsten toen. Hoe groter je harem, hoe groter je aanzien in de wereld toen. Zo’n harem met al die mooie kleren en schoonheidsmiddelen voor al die vrouwen was een kostbare aangelegenheid: kostte duizenden zilverstukken. Salomo stelde dan ook bewakers aan. En ook zelf heeft hij veel aandacht besteed aan de haremvrouwen en hun goden. In 1 Kon. 11 staat: dat harem nam zijn hart in beslag. Dat had zijn hart. U begrijpt (broeders en zusters, jongens en meisjes): wat voor liefdesleven Salomo had met zoveel vrouwen. Dat was natuurlijk geen echte liefde, zoals bij dat verbruinde plattelandsmeisje en die herdersknaap. Die haremliefde was geen liefde die gééft, maar liefde die néémt! en de ander gebruikt! Pure egoïstische liefde, die de begeerten en de lusten bevredigt. En dan zegt: dank je wel; ik heb je voor eerst niet nodig. Nu eerst maar weer een andere vrouw (of man). Dit is seksualiteit als puur genotmiddel; als consumptieartikel. Als je zin hebt aan een reep chocola, dan neem je die. Heb je dorst, dan pak je een glas water. Heb je behoefte aan seks, dan neem je dat even. De haremliefde van Salomo is instinctmatig; gekunsteld; enkel erotisch; geforceerd, met ontrouw. Salomo weet niet wat echte natuurlijke liefde is als geschenk van God. 3. Gemeente, dat is de achtergrond van Hooglied. En Hooglied is een protest tegen dit onkuise, perverse liefdesleven in de hoofdstad, Jeruzalem, aan het Koninklijk paleis. En de verkeringsliefde van het verbruinde meisje met die herdersknaap is daartegen óók een protest. En de beide gezinnen / de beide ouderlijke huizen, waaruit die jongen en dat meisje komen, protesteren ook. Die moeten niks van deze vunzige seks hebben. Ze komen uit goede kerkgezinnen die jongen en dat meisje. Dat lezen we in vers 8. Dat meisje had broers; en dat waren beste broers voor haar. Ja, ze moest wel eens in hun tuinen en wijngaarden meewerken. Van: ‘steek jij de handen ook maar uit de mouwen zusje! Jij kunt ook wel wat doen!’ Ze waren ook wel eens hard tegen haar ( Hooglied 1:6). Maar die broers waren ook zuinig op hun enigste en jongste zusje. Toen ze nog jong was, toen ze nog geen borsten had, dus vóór de verkeringstijd, maakten de broers zich al zorgen over haar; in zo’n tijd met veel seks en met veel onkuise, salomonitische liefde in de maatschappij. De broers wisten niet of hun zusje zich straks – als ze met jongens in
aanraking komt - als een muur zou gedragen of als een deur. Als ze een muur is, (dat begrijpt u) dan is ze ontoegankelijk voor onkuise jongens en voor salomonische liefde. Dan redt ze zich wel! Dan hebben haar broers hoge achting voor haar! Dan zullen ze haar belonen met zilveren tinnen, met mooie kantelen op de muur! Als zij een deur is, die open kan en dicht kan, - ja dan is hun zusje een onstandvastig iemand. Dan verongelukt ze (volgens de broers) in die tijd en in die maatschappij. Dan geeft ze aan zwakheden in het seksuele veel te gauw toe! Dan vervalt ze zo maar in seksuele avontuurtjes. Maar dan nemen de broers maatregelen: dan zullen ze haar beschermen tegen eigen zwakheden en tegen de sekscultuur van die tijd. Dit meisje komt uit een goed kerkelijk gezin; (deze hoofdfiguur in Hooglied). Daar wijst men de onkuise, erotische cultuur af. De broers zijn godvrezende jongens, die hun zusje niet misbruiken. Want dat beschadigt haar leven heel lang. En die over haar waken; want ze mag niet verongelukken in een onkuise samenleving. Zo hoort het in de gezinnen van de kerk. En de jongen van het meisje (de herdersknaap) komt ook uit een goed kerkelijk gezin. Hooglied 8:5b: “onder de appelboom wekte ik ( = meisje) U ( = jongen )”. Ja! Hij zat onder de appelboom bij zijn huis en toen kwam zij voorbij. En toen sloeg de vonk over! Dat was het onvergetelijke moment. En daarop volgde de verkering. Ze kwam bij hem thuis. En nu bemerkt het meisje, dat er tussen de vader en de moeder van haar jongen echte liefde is. Haar jongen is uit liefde geboren. Niet uit hartstocht; niet uit een vergissing; niet uit verkrachting binnen het huwelijk. Uit liefde. Tussen die a.s. schoonouders van haar (zo bemerkt het meisje) is een liefde die even sterk is als de dood. (Hooglied 8:6) De dood is sterk. Als de dood je vastgrijpt, laat hij je nooit weer los! Maar de liefde van haar a.s. schoonouders is even sterk. Die 2 mensen laten elkaar nooit weer los; ze zijn trouw aan elkaar. Dit gaat nooit stuk. De liefde tussen die schoonouders is een vuurgloed des Heren, zo ontdekt ze. Het is liefde, die van God komt. Niet: uit het harem van Salomo; niet: uit de cultuur (of van internet). Maar van God! Geen genotmiddel / geen egoïstische liefde, maar gèvende liefde! Haar a.s. schoonouders hebben alles voor elkaar over! Zoeken elkaar’s belang! Vuurgloed des Heren, dat is de liefde die van God komt! Het liefdesleven in het ouderlijke huis van haar verloofde is ook een protest tegen de ontaarde liefde in Jeruzalem en aan het hof van Salomo. Trouwens dit plattelandsmeisje is zelf ook (als ze wat ouder is) tegen onkuise liefde. Ze kritiseert wel 4x in dit boek Hooglied de liefde van de harem-vrouwen. “Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, wek de liefde niet op!” Dat doen ze in een harem: liefde opwekken, forceren, kunstmatig opwekken. Daar moet dit meisje niets van hebben. En: “Ik ben een muur,” zegt ze tegen haar broers (Hooglied 8:10). Geen deur, geen meisje, dat de deur opent voor iedereen, maar een muur, die ontoegankelijk is voor onkuisheid en onreinheid (onkuise jongens). En ze zegt: ‘mijn borsten zijn torens op die muur’. Dat is beeldspraak natuurlijk. In een toren op een muur kun je je verdedigen tegen vijanden: daar ben je strijdvaardig. Van een toren op een vestingmuur wordt de vijand weggedreven! Zo is dit meisje! Ze verdedigt zich tegen onkuise liefde; en ze houdt jongens, die seks met haar willen van zich af! Die drijft ze bij zich weg! Daarvoor heeft ze haar mooie lichaam niet van de Here gekregen. Aan één jongen geeft ze zich over; die mag aan haar komen; aan die herdersknaap; en de rest moet met de vingers van haar afblijven. En ze pasten ook bij elkaar! Want die jongen, die herdersknaap is ook tegen onkuise liefde! Hij roept in vers 12 tegen koning Salomo: “Koning, ik heb ook een wijngaard. Maar daar zit maar 1 meisje in!” “U mag er 1000 hebben in uw wijngaard; en de bewakers 200 ervan! Dat laat mij koud! Ik heb aan één lief meisje genoeg. Daar ben ik gelukkig mee”. “Wij met z’n
tweeën zijn dol op elkaar; verlangen naar elkaar; staan in vuur en vlam voor elkaar. En we willen er geen derde bij”! “Salomo, ik ben met dat ene nog gelukkiger dan u met die 1000. Maar daar snapt u niets van! Geef mij mijn wijngaard maar (mijn enigste meisje); dan mag u de uwe ( uw 1000 dames).” Gemeente, het verbruinde plattelandsmeisje en de herdersknaap komen uit goede gezinnen. Ze weten, wat echte, door God gegeven liefde is tussen 1 man en 1 vrouw; en 1 jongen en 1 meisje. Ze protesteren tegen de liefde in Jeruzalem, aan het hof van de Koning. 4. Gemeente, dat is vandaag nog actueel: om te protesteren tegen het haremleven, tegen het liefdesleven van Salomo. Bigamisten zijn we in Nederland niet. Dat is bij de wet verboden: meer vrouwen of mannen tegelijk. Je mag geen groot of klein harem hebben. Maar we herkennen het wel in onze maatschappij. Het is er wel! Er zijn tal van losse relaties mogelijk vandaag; alternatieve relaties die je afspreekt met elkaar. Een jongen en meisje, een man en vrouw ontmoeten elkaar en ze spreken af: om samen te wonen. Alle dagen van de week of alleen in de weekenden bij elkaar wonen, bij elkaar leven en slapen. Ze hebben gemeenschap met elkaar zoals in een huwelijk. Maar dat samen wonen is altijd tijdelijk bedoeld! ‘Ik heb je lief, zolang ik je leuk vind!’ Dat kan jaren duren! Maar ook heel kort: een weekend na een ontmoeting in het uitgaansleven. Je spreekt met elkaar af, wat je beide uitkomt en bevalt. Zolang! Dat moet kunnen vandaag. Dat doet iedereen! Je zult maar als student of verpleegster op kamers wonen, en je vriend of vriendin ’s avonds naar huis sturen of naar een kennis i.p.v. hem / haar je bed aan te bieden!! Dat verkoop je vandaag toch niet meer. Kijk maar in een meidenblad. Daar gaan meisjes van 14/15 jaar met een jongen naar bed. Arme kinderen! Jongelui op vroege leeftijd doen al een heleboel ervaring op. Ja, je trekt 20 à 25 uur per week met je collega op. ’t Klikt. Je kunt best met elkaar opschieten. Je praat nog meer met hem of haar dan met je echtgenoot. In plaats van met die baan te breken gebeurt er wat anders. En anders is er nog een 09- nummer. Zo zitten we aardig in de richting van de haremliefde. En dat is allemaal normaal vandaag. Broeders en zusters, jongens en meisjes, Hooglied is ook een protest tegen dit moderne haremleven. Dit is pure erosliefde in onze cultuur (zoals in Salomo’s tijd) en niks anders. Erosliefde = lichamelijke liefde, hartstocht, lichamelijke begeerte, bevrediging van lustgevoelens; lós van persoonlijke binding. Dus: genotmiddel, consumptiemiddel, evenals aan het hof van Salomo. Dit is de grootste macht in het leven van veel mensen. Dat is niet het geloof; dat is niet God liefhebben boven alles en je naaste als je zelf. Maar dat is erosliefde. Dit beheerst onze cultuur, het taalgebruik, het leven van velen. En dit is gevaarlijk, broeders en zusters, jongens en meisjes. We leven in een gevaarlijke cultuur. Een cultuur, die ons het menselijk geluk, het geluk van echte liefde wil ontnemen en ons met frustraties en beschadigingen wil opzadelen. God heeft seks niet geschapen als genotmiddel, maar als overgave van je persoon aan een ander. Eén vlees, zegt Gods Woord. En dat wil zeggen: 2 personen worden in heel hun wezen één! Seksualiteit is een intense en diepe verbintenis met een ander. De man geeft zichzelf helemaal aan zijn vrouw, en de vrouw helemaal aan haar man. God schiep seksualiteit, opdat de mens zichzelf radicaal en totaal zou kunnen overgeven aan zijn levenspartner. Daarom mag je niet lichamelijk één zijn met een ander zonder ook geestelijk één te zijn. Geef jezelf dus niet lichamelijk bloot, als je nog niet je hele ziel bloot gelegd hebt. Als je elkaar’s ziel, hart, innerlijk niet kent; dan ook niet elkaar’s lichaam.
Bij seksualiteit gaat het om lichamelijke en geestelijke eenheid. (Je vermengt je innerlijk, je emotie met die van een ander) Je wordt als het ware één mens. Is die innerlijke eenheid er niet, dan ga je niet met seksualiteit om zoals God het geschapen heeft. Dan is er beschadiging. Dat is wel te genezen. Maar verkeerd omgaan met seks laat voorlopig sporen na! Echte liefde heeft dan ook 2 à 3 aspecten, broeders en zusters. En alle 3 moeten we in ons liefdespakket hebben. Dan word je gelukkig. Er is niet alleen erosliefde (de lichamelijke liefde), maar ook Phileo-liefde of hartsliefde (innerlijke liefde). En die moet voorop gaan. Phileo-liefde. Dan voelen 2 mensen zich goede kameraden. Ze delen alles. Deze Phileo-liefde kunnen ook 2 vrienden / vriendinnen hebben. Let wel: Homofile broeders en zusters gaat het ook allereerst daarom: Phileo-liefde! Ook tussen ouders en kinderen. Maar zeker is die er tussen 2 echtelieden. Huwelijkspartners zijn allereerst vrienden van elkaar. Ze delen alles samen. Er is een goede communicatie. Ze delen elkaar’s gedachten, gevoelens (prettige gevoelens / nare gevoelens), plannen, houdingen. Ze laten elkaar in het hart kijken. De meest intieme dingen delen ze. Ze delen tijd en interesse. Man en vrouw kennen elkaar’s hart. Phileo-liefde. Kijk! Als je die 2 aan elkaar verbindt (Erosliefde aan Phileo-liefde), - dat mag in het Huwelijk; en in de verkering tot op zekere hoogte- dan word je gelukkig. Dan geniet je van elkaar; dan geniet je van wat God geschapen heeft. En ’t is waar (jongens en meisjes broeders en zusters): Erosliefde is gemakkelijker dan Phileo-liefde. Vrijen is gemakkelijker dan praten, dan communiceren (van hart tot hart). Maar niet communiceren is gevaarlijk; beschadigend; maakt niet gelukkig; dan loopt alles vast. Deel de dingen, broeders en zusters in het huwelijk. Verberg geen gevoelens voor elkaar. Jongens / jongemannen hier in de kerk: verdiep je in het innerlijk van je meisje; in haar persoonlijkheid; hoe zij de dingen beleeft. En niet alleen in haar uiterlijk. Dat leer je niet op de vloer van de disco; ook niet achter de buis of internet. Dat draagt God jullie op! Leer elkaar kennen! (innerlijk) En meisjes hier in de kerk; wees net als dat verbruinde plattelandsmeisje, een muur (geen deur). Ontoegankelijk voor seksuele avontuurtjes. Zulke meisjes dwingen respect af! Dan vinden jullie het echte geluk in verkeringstijd. Zoals die jongen en dat meisje in Hooglied het echte geluk vonden. (Dan is seksualiteit geen genotmiddel /consumptieartikel.) 2 5. Want ze combineren innerlijk contact (harstliefde) en lichamelijk contact (erosliefde) binnen de grenzen van de verloving / de verkering. Die jongen heeft zijn ogen bepaald niet in zijn zak zitten. Hij bekijkt zijn meisje uiterlijk; haar hele figuur. Wat heeft ze prachtig haar: als een kudde zwarte geiten, die neergolven van Gileads gebergte.(Hooglied 4) U moet zo’n kudde zwarte geiten de bergen zien afdalen. Dat golft. Dan zie je een golvende beweging. Het meisje heeft dus lang zwart haar met neergolvende lokken. Prachtig mooi vindt die jongen dat. Terecht. En hij omschrijft haar tanden (mooi wit), haar lippen, haar slapen, haar hals, haar borsten. Hij bewondert haar hele figuur. Maar hij let ook op het innerlijk daarachter. Hij kijkt haar in de ogen. Wat heeft ze mooie ogen. (Hooglied 4) Ogen zijn de spiegels van de ziel. In de ogen lees je iemands karakter, iemands innerlijk, iemands levenshouding.(emoties). Als je een mens in de ogen kijkt, kun je soms al veel zien. De jongen doet het ook. Hij zegt: je ogen zijn als duiven; letterlijk: tortelduiven. Tortelduiven zijn elkaar toegedaan en trouw. Dat ziet de jongeman in de ogen van zijn meisje: genegenheid, trouw. Hij ziet in de ogen: wat haar frustreert, wat haar bang maakt; ook wat haar blij maakt; haar emoties. Hij vindt haar mooi. Haar ogen mooi; haar ziel, hart, innerlijk is mooi. (Phileo-liefde)
En ze waarderen elkaar. Zij (het meisje) zegt: je bent een appelboom onder de bomen van het woud. (Hooglied 2) Een appelboom in een woud heeft een meerwaarde boven de andere bomen. Dus: zij heeft waardering, respect voor haar vriend en zegt dat. Hij ook voor haar: jij bent een lelie onder de distels. Een lelie (onder distels) heeft een meerwaarde. Dus: ze vertellen elkaar, waarin ze elkaar waarderen. Ze verdiepen zich in elkaar, in elkaar’s persoonlijkheid. Broeders en zusters, jongens en meisjes: dit verloofde stel in Hooglied combineren Phileoliefde (hartsliefde) en Erosliefde (lichamelijke liefde). En dat binnen de grenzen van de verloving/de verkering. Die jongen bekijkt zijn meisje van top tot teen. Hij noemt vele lichaamsdelen van haar op. Maar nooit noemt hij de intieme zone. En: hij bekijkt haar door de sluier heen(Hooglied 4:3) Dus hij trekt haar de kleren niet uit. Hier zegt de Here dus precies in de Bijbel, hoever je mag gaan in verkeringstijd. En hij noemt zijn meisje: een verzegelde bron, een afgesloten wel! (Hooglied 4:12) Door God zelf verzegeld: zij is maagd en hij laat dat zo! Hij kan wachten! En het meisje doet (Hooglied 5) een keer de deur nièt open! Het is al laat op de avond. Haar vriend tikt aan. Ze zegt: ‘ik doe niet meer open. Ik heb mijn onderkleed al uit’. Een lief, innerlijk sterk meisje, dit bruine meisje uit Hooglied.(zij is een muur met torens) En beide nemen ze de grenzen in acht: ze mogen nog niet één vlees zijn. Broeders en zusters jongens en meisjes, dit stel in Hooglied geniet volop van elkaar. Ze zijn gek van elkaar. Ze zijn zeer gelukkig. Gelukkig: omdat ze in hun veerkering innerlijke liefde (Phileo) en lichamelijke verlangens (Eros) combineren. Dit is echt een stukje vernieuwd (door God vernieuwd) liefdesleven in de tijd van Salomo. Zo heeft de Schepper het bedoeld. Geen egoïstische liefde in de harten van deze 2 jonge mensen; geen lustgevoelens ten koste van de ander. (Geen genotmiddel). Dit wordt een goed, gelukkig stel. Het wordt net zo’n paar als die ouders van de jongen. Tussen wie een liefde is even sterk als de dood: gevende liefde, die alles voor de ander overheeft; die de minste kan zijn. Ja, dat is het 3e soort liefde in het liefdespakket: gevende of agapè-liefde. Daar begin je een relatie, een verkering niet mee. Maar wil die innerlijke liefde (Phileo) gecombineerd met lichamelijke liefde (Eros) blijven en groeien; dan is de gevende liefde onmisbaar. Die komt je niet aanvliegen. Daar moet je veel en altijd door om bidden. Voor het hele liefdespakket, voor alle 3 soorten moeten we bidden. Maar vooral om gevende liefde. Want gevende liefde houdt de combinatie innerlijke liefde – lichamelijke liefde in stand; doet die groeien, levenslang! Gevende liefde is de beste van de 3. Die zit in het hart van God en van de Here Jezus! Op het gebed stort de Heilige Geest die uit in onze harten. Dan wordt ons liefdesleven zuiver, nieuw, gelukkig! Geprèzen zij God de Vader: die het liefdesleven schiep! Geprèzen zij God de Zoon: die het liefdesleven verlost! Geprèzen zij de Heilige Geest: die ons liefdesleven nieuw maakt! Amen.