Wilt u voorlezing van deze preek in uw gemeente even melden via
[email protected]? ______________________________
VAN GAVEN LEVEN Het achtste gebod
[1] Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Vandaag komen we toe aan het achtste gebod: ,,Niet stelen!´´[2.1] Dit gebod is heel wat populairder dan het zevende: ,,Niet echtbreken´´. En het is ook populairder dan het vijfde gebod: ,,Eer je ouders´´. Het zevende gebod lijkt ons soms verstikkend op te sluiten in een moeilijk huwelijk. En het vijfde gebod lijkt op een bepaalde leeftijd wel het onmogelijke van je te vragen. Maar nu zijn we toe aan het achtste gebod. En dit lijkt nu juist een heel gunstig gebod voor onszelf. Is het niet als een hek om alles wat van óns is?! [2.2] Weinig geboden worden in het dagelijks leven opgeschreven. Maar vroeger schreven heel wat mensen dit achtste gebod op de eerste bladzijde van hun boeken. Je opende het geleende boek en las daar de woorden ,,Gij zult niet stelen´´. Je begreep het direct: Wie boeken leent moet ze terugbrengen! Het achtste gebod ziet toe op je leengedrag! Ook kinderen kunnen het achtste gebod gemakkelijk in stelling brengen. Het gebeurt al snel wanneer ze aan het spelen zijn. Er ontstaat ruzie, er wordt gehuild en getrokken. En al gauw wordt er geroepen tegen de toesnellende vader of moeder: ,,Ze moet daar afblijven, want dat is van mij: dat is míjn Duplo, mijn Lego, mijn Playstation.´´ Handig, zo´n achtste gebod! Als een bordje ,,Eigen Weg´´ aan het begin van een oprit. Hier mag je niet verder. Hier sta jij buiten. Afblijven! * Op deze manier wordt het gebod vaak gebruikt om je van de naaste af te maken.[2.3] Toen de arme Lazarus voor de deur van de rijke man lag, was het hem verboden verder te komen om iets mee te eten of iets te pakken wat hem van pas kwam. De rijke man was beschermd door het achtste gebod.
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
1 of 8
Maar wat deed hij met die bescherming? Hij sloot zich op achter het bordje ,,Eigen weg, eigen pand´´. En achter dat bord bij de voordeur at en dronk hij daarbinnen overvloedig. En op de drempel van het achtste gebod bleef de arme liggen. Onverzorgd! En daar likten de honden zijn zweren. Dit is een kleinbeeld van wat er mis kan gaan wanneer je het achtste gebod beschermend om jezelf heen trekt en de ander buitensluit. Je vergeet dan dat je het achtste gebod hebt verminkt. Je doet alsof het achtste gebod aan jou in de mond wordt gelegd. Om het te zeggen tegen de ánder: ,,Hij/zij mag niet stelen!´´ Maar dat staat er helemaal niet. Het gebod wordt ons niet gegeven als een stok in ónze hand. Het is een gebod in de mond van de HEER, de almachtige en het wordt tot óns gesproken, niet tot onze buurman. Er staat: ,,U mag niet stelen´´. Het gaat dus niet over je zusje, de straatjeugd, de insluiper, maar over uzelf. Kind van God, jijzelf mag niet stelen![2.4] * De HERE zegt dit tegen het hele volk. Het is niet beperkt tot de rijken, het geldt ook de armen. Wanneer je rijk bent zoals die man die vele kudden had, wordt het je heel kwalijk genomen wanneer je het ooilam van de arme weghaalt om het te slachten voor je vrienden. Maar als je honger hebt, wordt het wel begrepen dat je steelt om aan brood te komen. Toch word je ook dan gestraft wanneer ze je betrappen. De HERE zegt nu in het achtste gebod tot zijn héle volk, rijken én armen: ,,Niet stelen!´´[3.1] Hij zegt dat tegen de rijke Salomo, maar ook tegen de arme Lazarus. Hij zegt het tegen de mensen die zo rijk zijn als Job ooit wás en later weer mócht worden. Maar Hij zegt het ook tegen de mensen die zo arm zijn als Job en die ook zo arm zijn gebléven in al de jaren dat ze hier op aarde waren. * En nu wordt het achtste gebod opeens spannend. Gods geboden worden altijd het meest spannend in de grenssituaties. Zo´n grenssituatie heb je wanneer iemand heel arm is, geen cent meer heeft en ook van niemand iets kan verwachten. Dan is er toch een grote aandrang om te gaan stelen. Hoe moet je anders immers overleven? Wanneer je geen geld hebt, dan moet je toch wel inbreken? Wanneer je in een arm land woont, dan zit er toch niet veel anders op dan zakkenroller te worden in de toeristenplaatsen?
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
2 of 8
Het is wel makkelijk om niet te stelen wanneer je elke maand geld krijgt bijgeschreven op je rekening. Het is wel makkelijk om geen bolletjesslikker te worden wanneer je in een verzorgingsstaat woont, maar hoe moet het wanneer je in een land woont waarin je pensioen gewoon nooit meer wordt uitbetaald en geen rechter zich daar druk om maakt? Het wordt pas echt moeilijk wanneer niemand aan je denkt en de armoede je aangrijnst. * Toch geeft God zijn gebod niet alleen voor de westerse wereld, maar ook voor de derde wereld. Er is beschamend veel mis en verdrietig veel scheefgegroeid, maar stelen is de oplossing niet! Waarom niet? Het opschrift van de wet geeft het antwoord: ,,Stelen hoeft niet, want Ik ben de HEER uw God die u heb uitgeleid uit Egypteland´´.[3.2] Kortweg: ,,Steel niet, maar geloof alleen!´´ Het achtste gebod leert ons niet om op eigen bezit te gaan zitten en daarop te vertrouwen. Integendeel. Het leert ons, bezittend of niet-bezittend, te vertrouwen op onze hemelse Vader. Niet stelen, maar bidden: ,,Onze Vader, geef ons heden ons dagelijks brood´´ Hij is de Almachtige. Hij kan wonderen doen. Hij doet ze ook elk seizoen wanneer de tarwe groeit en de rijst rijpt. Hij voedt miljoenen en miljoenen mensen en nog veel meer vogels, landdieren en vissen. Hij wil dat u Hem erkent, van Hem uw leven verwacht, uit zijn hand leeft. Daarom zegt Hij: ,,Ik ben er toch: niet stelen!´´ * Hier ziet u dat we niet klaar zijn wanneer we nooit stelen. De vraag is of we wel bidden. Of we wel afhankelijk zijn van de HERE in alle dingen.[3.3] Wij worden op dit punt in Nederland niet zo erg op de proef gesteld. Maar wat zou u doen wanneer u een arme christen was in Sudan of een bezitsloze in India? Wanneer het heel moeilijk is en je niet weet wat je morgen nog aan je kinderen zou kunnen geven. Wat doe je dan? Heb je dan zo´n sterk geloof dat je opziet naar boven en alles van zijn hulp verwacht? * Wij zien tot beschaming van het rijke Westen dat er vele christenen in derde wereld landen zijn die zo leven. Zij geloven en stelen niet. Zij blijven arm en leven van de ene dag in de andere. Zij danken God voor een extra vondst in de afval van de rijken. Wij zelf leven in een welvarend land: zijn wij ook zo gelovig? Bezitten wij als niet-bezittend? Kennen wij boven onze bankrekening het gebed: ,,Heer zegen dit saldo?´´ Leven wij met brood en spelen uit de hand van de HERE? Of accepteren we het als ,,rechten´´ en ,,bezit´´?
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
3 of 8
* Maar dan ontstelen wij het aan God onze Vader. We doen alsof we heer en meester zijn over wat alleen maar tijdelijk aan ons geleend is. Zonder van de mensen te stelen, kun je stelen van God. Dat is zelfs de grote zonde van ons Nederlandse volk. Er is vandaag veel zorg over diefstal. Mensen die proletarisch gaan winkelen: de winkels weten niet hoeveel geld ze moeten uitgeven aan beveiliging en dat in een welvarend land! Jongeren die stelen om aan geld te komen voor hun nieuwe mobieltje. Maar ook mensen die een CDtje pikken voor de sport. Jongeren die jongeren bestelen op straat. Soms nog heel jonge kinderen die hun ouders en grootouders bestelen om drugs te kunnen kopen. Hoe kan het zo scheefgroeien in ons land? Vanwaar deze groeiende plaag in onze samenleving? Heeft deze toenemende diefstal onder mensen niet veel te maken met de diefstal die daaraan collectief voorafgaat in ons land: de diefstal van God![3.4] Nederland eet en drinkt, maar dankt niet en bidt niet rond het eten. Nederland verdient en geeft uit alsof het ons eigendom was. Nederland koopt en verkoopt alsof alles het onze is. Nederland luistert jaarlijks naar een troonrede waarin alleen mensen hun plannen maken zonder een woord van dank aan de Allerhoogste. Alsof wij zelf zomaar over dit land kunnen beschikken. Maar in werkelijkheid is dit een nationale diefstal: aan God wordt ontvreemd wat Hem toebehoort en dat we alleen te leen kunnen krijgen. Hij is de God en Schepper van Nederland, van akkers en water, van graan en vis, van staal en beton. Maar wanneer staat ons volk stil om naar boven te kijken en vanuit de polders God de eer te geven? Waar is de nationale dankdag gebleven? Een volk dat steelt van God wordt gestraft met stelende kinderen. Wie steelt wordt bestolen. Wie niet meer dankt, belandt in een cultuur van grijpen en graaien. * Het achtste gebod met het opschrift ,,Ik ben de HEER´´ vraagt bekering van een volk. Bekering van onze eigengerechtigheid in het omgaan met geld en goed, huis en tuin. De rijke man die we als Nederland zijn, verliest straks alles en slaat zijn ogen op in de pijn. Dat is de dreigende toekomst! Hier ligt dan ook een grote taak voor ons als christenen. Dat wij het voorleven in Nederland: dat we bezitten als niet bezittend. Dat we openlijk God de Heer danken voor wat zo eenvoudig lijkt als eten en drinken. Laat ons volk het maar merken in cafetaria en restaurants dat er nog mensen zijn die hun eten niet aan God ontfutselen maar het uit zijn hand met dankzegging ontvangen. Laten ze het merken dat u een ander vertrouwen hebt dan de welvaartsstaat en de uitkeringen en de pensioenfondsen. Niet stelen, maar danken en vertrouwen!
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
4 of 8
Dat te laten merken is onze opdracht als kinderen van God in een van God vervreemd Nederland. * Het kernwoord van zondag 42 zijn de twee laatste woorden van antwoord 110: ,,God verbiedt alle misbruik en verkwisting van zijn gaven!´´ Het is allemaal kado gekregen! Het is niet het mijne dat door God wordt beschermd tegen die ander. Het is het zijne waar ikzelf dankbaar mee mag omgaan. Dankbaar en liefdevol en vertrouwend. God de eer gevend en zorgend voor mijn naaste. Want alles wat God ons geeft aan eigendom en bezit, aan kapitaal of aan zakgeld, is slechts materiaal voor de liefde. Geschenk en kado! * Wat maken wij er dan van? Laten we zondag 42 eens samen doorlezen.[4.1] Eerst lezen we in antwoord 110: ,,God verbiedt het stelen en roven dat de overheid straft´´. Inbraak, beroving, fraude: ieder veroordeelt het. De overheid straft het. Laat het onder christenen geen plaats (meer) hebben. De apostel Petrus zegt tegen pasbekeerden: ,,Laat dus niemand van u moeten lijden als moordenaar, of dief of boosdoener´´ (1 Petrus 4:15). Sommige pasbekeerden waren gewend aan diefstal of zakkenrollen. Nu ze tot geloof komen, moeten ze leven als goede burgers die zich niet schuldig maken aan vandalisme en geweld en inbraak.[4.2] Laat er van de goede naam van Christus die over ons is uitgeroepen geen kwaad worden gesproken. Een vroom christen moet een betrouwbaar burger en een eerlijke buurman of buurvrouw zijn. Een christenjongere moet niet proberen in de schoolgarderobe iets te stelen uit de jaszakken. * De catechismus kijkt echter dieper dan de oppervlakte van de burgerlijke gehoorzaamheid. We lezen in antwoord 110 ook het volgende: ,,God noemt ook diefstal alle boze plannen en kwade praktijken waardoor wij trachten ons meester te maken van het bezit van onze naaste. Dit kan gebeuren door geweld of met schijn van recht zoals bedrog met gewicht, maat, waar en munt, verder door woeker of door welk middel ook maar dat Hij verboden heeft´´. Voor een gedeelte gaat deze formulering van antwoord 110 aan ons voorbij omdat wij tegenwoordig nauwelijks kans hebben om te bedriegen met gewicht, maat, waar en munt. In de tijd van de catechismus was het veel gemakkelijker dan vandaag om de gewichtjes waarmee de produkten werden afgewogen wat af te slijpen zodat een kilo maar 9,5 ons werd en een pond slechts 4,5 ons. En het was gemakkelijker om een ellestok te maken die wel 69 centimeter afmat maar die in werkelijkheid slechts 67 centimeter lang was. Vandaag lukt dat niet zo snel, want er is een ijkwet. Het bestaan van zo´n ijkwet is echter geen reden tot trots: blijkbaar is zo´n wet en de controle erop nodig om diefstal met vals gewicht tegen te gaan. Wij zijn dus niet beter dan vroeger, maar de controle is verfijnder. Dit geldt ook voor valse waar omdat er een keuringsdienst voor waren is ingesteld: Nederland is niet
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
5 of 8
beter dan derde wereld landen waar je op de markt bedrogen kunt worden, maar in Nederland is de controle verfijnder. In Nederland word je niet zo gauw ziek van het eten dat je kocht. Niet omdat Nederlandse handelaars beter zijn, maar omdat het toezicht heel scherp is. En dit geldt ook voor valse munt. Het was vroeger gemakkelijker om van goudstukjes en zilverstukjes een randje af te snijden of ze te imiteren. Dat lukt je niet zo goed met de eurobiljetten. Kent u alle kenmerken van echtheid die in onze eurobiljetten zitten? Die verfijnde watermerken en die draad van boven naar beneden? Knap gedaan, maar kijk er eens goed naar: het zijn ook de tralies van onze gevangenis. Blijkbaar moet de bank zich elke dag tegen ons beschermen. Het is niet zo eervol voor jezelf wanneer je je geld bekijkt. Bankbiljetten laten zien hoe onbetrouwbaar de mensheid is. * Is antwoord 110 dan door alle wetten en door alle camera´s op straat wat uit de tijd geraakt? Helaas niet. Andere tijden kennen weer andere vormen van diefstal. Het is bekend dat honderdduizenden studenten frauderen met hun studiebeurzen. Opgeven dat je uitwonend bent, terwijl je inwonend bent. Studiejaren laten uitbetalen terwijl je in feite een baantje hebt in dat jaar. Het gebeurt. Maar God verbiedt dit stelen van de overheid. En hoe oordelen we over illegaal kopiëren, over gefingeerde aftrekposten, over opgeklopte onkostendeclaraties? Misschien wordt het niet opgemerkt en spaart het mooi geld uit. Maar hoe zou de HERE er over oordelen, die zegt: ,,Niet stelen!´´ Hoe verhoudt het zich tot een vertrouwend leven uit de hand van onze Vader? Wanneer je studerend of werkend kind van rond de twintig jaar een autootje koopt, zet u het dan op uw naam als uw tweede auto omdat je op die manier de extra verzekeringspremie voor jongeren ontduikt? Zetten ook christenen dan een handtekening onder het formulier waarin ze verklaren deze auto voornamelijk voor eigen gebruik te hebben, terwijl vaststaat dat zoonlief er altijd in zal rijden? Het is zo gewoon om dit zo te doen, zegt men. Maar een christen zou zich moeten schamen dat hij op deze wijze steelt. * Het is opvallend dat in christelijke kring overspel vaak veel opzien baart, maar dat verhalen over ontduiking van kosten visitepraat kunnen zijn. Toch zegt de bijbel niet dat overspel de wortel van alle kwaad is, maar de bijbel noemt als wortel van alle kwaad heel onverwacht de geldzucht. Daarom eindigt antwoord 110 met deze woorden: ,,Ook verbiedt Hij alle hebzucht´´. [4.3] Hebzucht is veel breder dan de lust om de andere man of vrouw te bezitten. Het breidt zich uit tot de begeerte naar rijkdom, huis, auto, vacantie, nieuwe tegels in de badkamer enz. Maar wat is dan hebzucht? Je mag toch dingen hebben. Je mag toch dankbaar zijn voor mogelijkheden? Een christen hoeft toch niet bang te zijn voor een huis of een auto of een vacantie? Dat is ook zo. Bezit is niet hetzelfde als hebzucht. Wanneer u wilt weten of u het slachtoffer dreigt te worden van hebzucht, bestaat daarvoor een goede test.[4.4] _
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
6 of 8
Die vinden we in antwoord 111a: ,,Dat ik het welzijn van mijn naaste, waar ik kan en mag, bevorder en zo met hem doe, als ik wil dat men met mij doet´´. Hebzucht gaat altijd ten koste van de ander. Zij haalt het weg bij die ander. Zij bezuinigt het op die ander. Dan wordt de kerkelijke bijdrage wegbezuinigd. Geld voor ouders is er eigenlijk niet. Organisaties voor hulpverlening worden afgescheept met een euro in de collectebus en of er wel eens iets van belang wordt overgeboekt kan toch niemand controleren. Dit is de beste meetlat: begin ik met uitgeven bij de ander of bij mezelf? Geef ik eerst waar nodig is en kom ik dan aan eigen wensen toe voorzover dat nog kan? Laten we onszelf de maat nemen. Heb uw naaste lief als uzelf. Ook de Verre Naaste. Steel niet van de armen, van de blinden, van de doven, van de hongerenden, van de gebieden waar aardbevingen waren, van de ontheemden, van de daklozen, van de lepra-patiënten. De zegenende ziel wórdt gezegend. Door te geven neemt je `zucht´ af, je hebzucht. Je wordt vrij van de macht van de Mammon. En je kunt iedere dag beter danken voor je dagelijks brood. * Het slot van antwoord 111 luidt: ,,Bovendien dat ik mijn arbeid trouw verricht, om ook de behoeftige te kunnen helpen´´.[4.5] Wij leven in een land dat zelfs niet harder wil werken of soberder wil leven wanneer het om eigenbelang gaat (bijvoorbeeld de handhaving van de oudedagsvoorziening, de handhaving van de uitkeringen). Het gekerm hierover beheerst vaak het nieuws. Stel je voor dat we weer zes dagen zouden moeten werken. Dat is toch uit de tijd! We willen niet meer dan 28 of 32 of 36 uren werken. Dat moet genoeg zijn voor de overheid om ons te helpen van de wieg tot het graf. Ondertussen komen wij echter in Nederland helemaal niet meer toe aan de vraag of wij zouden moeten inleveren voor het kwijtschelden van schulden aan arme landen en voor het slechten van handelsbarrières. Nederlanders zijn blij wanneer de suiker goedkoper wordt, maar schamen we ons ook dat we al jaren lang de arme landen nog armer hebben laten worden door de suiker met subsidie op de wereldmarkt te goedkoop aan te bieden? Zouden de profeten niet zeggen dat de suikerprijs op de wereldmarkt naar omhoog schreeuwt en dat het geroep tegen de europese markt wordt gehoord in de hemel? Wij leven hier in het Westen helaas in een hebzuchtige samenleving die de wereldarmoede uit eigenbelang in stand houdt. De HERE wil u door het achtste gebod mobiliseren om in zo´n hebzuchtige samenleving toonbeelden te zijn van belangeloosheid, hoop op de hemel en liefde voor de naaste. * U hebt de wereld toch al gewonnen: de gelovigen zullen de aarde beërven.[5] Het kan er wel af dat wij ons drukker maken om onze naaste dan om onszelf. Wees niet te benauwd om te werken in plaats van te stelen.
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
7 of 8
En werk dan ook om te kunnen delen. We kunnen de schande van de wereld niet zomaar wegnemen. We kunnen wel een klein heilig offer van ons eigen leven maken. Een offer der dankbaarheid. Misschien kunnen we niet zo heel veel euro´s overmaken voor de armen daarginds. Maar de liefde wordt gewogen en niet geteld. Het muntje van de weduwe was meer dan de grote fondsen van de rijken. * Broeders en zusters, leef voor het aangezicht van God die u redt. Denk dagelijks aan Hem. Heb uw schat in de hemel. Dank Hem in alles en vergeet uw naaste niet. Dan zullen de engelen u dragen in Abrahams schoot! Want God geeft het achtste gebod omdat Hij onze Vader wil zijn. Stelen hoeft niet, zegt Hij! Geven kán, want Ik ben er voor u! Bij God word je de rijkste mens ter wereld. En zo mogen we ons dan ook gedragen in een arme wereld. Zalig de zachtmoedigen: zij zullen de aarde beërven!
AMEN.[6]
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
8 of 8