Wanna be a WE CAN Young changemaker? Handleiding voor begeleiders en docenten bij het werkboek WE CAN Young
Inhoud 1.
Leeswijzer ........................................................................................................................................ 3
2.
Wat is WE CAN Young? .................................................................................................................. 4
3.
Invulling WE CAN projecten ............................................................................................................. 6
4.
Voordat u begint ............................................................................................................................... 7
5.
Aan de slag .................................................................................................................................... 10 5.1 Fase 1: Peer Education ............................................................................................................... 10 5.2 Fase 2: Peer Activation ................................................................................................................ 41 5.3 Fase 3: Peer Mobilisation ............................................................................................................ 42
6.
Afronding ........................................................................................................................................ 44
1. Leeswijzer Deze handleiding helpt docenten en begeleiders van jongeren in Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) op weg om aan de slag te gaan met WE CAN Young. Hoe zit de handleiding in elkaar? In hoofdstuk 2 vindt u in een notendop alles wat u moet weten over WE CAN Young. Wat is het doel? Waarom is WE CAN Young opgezet? Hoe werkt het? En hoe kunnen leerlingen er mee aan de slag? In hoofdstuk 3 leest u in welke vormen u aan WE CAN Young kunt werken. In hoofdstuk 4 staat waar u aan moet denken voordat u begint. In het laatste hoofdstuk leest u hoe u in de praktijk aan de slag kunt. Hierbij staan diverse werkvormen beschreven die u kunt gebruiken.
Digitale toolkit, werkboek voor leerlingen en webpagina voor begeleiders Naast deze handleiding voor begeleiders zijn er ook een werkboek WE CAN Young een digitale toolkit (in het Nederlands) voor leerlingen, zie www.wecanyoung.nl. Webpagina voor begeleiders Op www.wecanyoung.nl/uitvoerderscn vindt u alle werkvormen en andere materialen om met changemakers aan de slag te gaan. Deze handleiding is bedoeld als hulpmiddel en als inspiratiebron. Het is geen blauwdruk, maar het geeft handvatten hoe met WCY aan het werk te gaan. De ervaring van de afgelopen jaren is dat de aanpak beter tot zijn recht komt als deze wordt aangepast aan de lokale situatie en de doelgroep van dat moment.
2. Wat is WE CAN Young? WE CAN Young heeft als doel de seksuele en relationele weerbaarheid van jongeren te vergroten. WE CAN Young staat niet op zich zelf, maar maakt deel uit van een internationale campagne om geweld tegen vrouwen te stoppen. Internationale campagne WE CAN De WE CAN campagne is een internationale campagne gericht op het stoppen van geweld tegen vrouwen en ongelijkheid tussen mannen en vrouwen (genderongelijkheid). Voluit heet de campagne WE CAN end all violence against women. Geweld tegen vrouwen is een wereldwijd probleem en is van alle tijden. Jaarlijks worden miljoenen vrouwen slachtoffer van lichamelijk, seksueel of psychisch geweld. De campagne werkt met individuele changemakers en organisaties (coalitiepartners) die zich uitspreken tegen gendergeweld en genderongelijkheid. Changemakers ondernemen in hun vriendenkring, hun buurt, op het werk of op school acties om een positieve houding tegenover vrouwen te stimuleren. Man, vrouw, alleen of in een groep, oud of jong: iedereen kan changemaker worden. De coalitiepartners maken binnen hun organisatie duidelijk dat geweld tegen vrouwen niet kan en mag én promoten als organisatie gelijke kansen voor vrouwen. WE CAN is in 2004 opgezet in Zuid oost Azië en in 2009 in Nederland van start gegaan
WE CAN Young Sinds 2011 is er in Europees Nederland een speciale campagne gericht op jongeren: WE CAN Young. Bij WE CAN Young is het specifieke doel: vergroten van de relationele en seksuele weerbaarheid van jongeren. We gaan ervan uit dat als jongeren seksueel en relationeel weerbaar zijn, ze beter hun grenzen kunnen bewaken (zowel die van zichzelf als van anderen) en daardoor het seksueel, fysiek en psychisch geweld tegen vrouwen en meisjes afneemt. Hierbij spelen het aanleren van zes vuistregels over grenzen bij seks en relaties een rol. Daarnaast gaat WE CAN Young over stereotyperingen en ongelijkheid tussen jongens en meisjes. Jongeren gaan (onder begeleiding) met elkaar in gesprek hierover, bedenken zelf acties en voeren deze ook uit. In Europees Nederland zijn15 gemeenten met WE CAN Young aan de slag gegaan. Kijk voor meer informatie op www.wecanyoung.nl/gemeenten
WE CAN Young op Caribisch Nederland Op verzoek van het ministerie van OCW is WE CAN Young uitgebreid naar Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Caribisch Nederland). Voor deze gemeenten is WE CAN Young een kans om met jongeren in gesprek te gaan over seksualiteit, relaties en grenzen en wensen daarin. Dit kan jongeren ook empoweren. Met WE CAN Young komen jongeren in beweging om zelf iets te doen aan het bespreekbaar maken van bovenstaande thema’s. Uiteindelijk kan dit leiden tot vergroten van de relationele en seksuele weerbaarheid van jongens en meisjes en het tegengaan van seksueel overschrijdend gedrag. Ook kan het leiden tot een groter bewustzijn van de stereotiepe denkbeelden over de rollen van jongens en meisjes. Doel Het doel van de WE CAN Young campagne in Caribisch Nederland is: “Het bespreekbaar maken van seksuele en relationele wensen en grenzen van jongens en meisjes om hun seksuele en relationele weerbaarheid te versterken.” Drie onderdelen van WE CAN Young WE CAN Young kent drie onderdelen: (peer)education, peer activation en peer mobilisation. Fase 1: (Peer) education - informatieoverdracht en bewustwording Met informatie over feiten, discussie en voorbeelden wordt een bewustwordingsproces op gang gebracht over seksuele en relationele weerbaarheid. Peer education gaat uit van leeftijdsgenoten die
andere jongeren kennis en een andere houding bij brengen. In Nederland zijn de begeleiders vaak (jong) volwassenen die samenwerken met jongeren. Jongeren geven aan meer van andere jongeren aan te nemen. Soms zijn begeleiders ook ervaringsdeskundigen. Fase 2: Peer activation – zelf bedenken en organiseren van acties voor leeftijdgenoten In deze fase bedenken jongeren eerst met welke subthema’s zij aan de slag willen: wat willen ze veranderen en waar willen zelf ze iets aan doen? Vervolgens leren ze dit te vertalen naar acties die zij als changemaker kunnen uitvoeren en uitdragen. Ze kiezen hun eigen woorden en vormen, maken gebruik van hun eigen talenten en netwerk en leren hoe ze leeftijdsgenoten aan het denken kunnen zetten met deze acties. Het gaat dus om acties die door en voor jongeren worden bedacht en uitgevoerd. Fase 3: Peer mobilisation – werven en mobiliseren van nieuwe changemakers In deze fase gaan de jongeren acties uitvoeren en in contact met anderen uitdragen wat zij anders zouden willen zien. De jongeren treden naar buiten toe en staan echt ergens voor. Ze proberen andere jongeren te mobiliseren ook changemaker te worden. In Europees Nederland is hiermee inmiddels veel ervaring opgedaan. De volgorde van deze drie onderdelen verschilt, blijkt uit de praktijk. Het lijkt logisch om te starten met deel 1 en dan 2 en 3 te doorlopen, maar het kan ook zinvol zijn om bijvoorbeeld op een groot evenement te starten met onderdeel 3: het prikkelen en werven van jongeren die changemaker willen worden. Daarna ga je de diepte in met onderdeel 1 en 2. Het hangt dus ook af van je doel: is je eerste doel een groot bereik en naamsbekendheid genereren, dan kun je bij peer mobilisation starten. Wil je eerst de diepte in met een kleine groep jongeren, dan start je bij (peer) education.
3. Invulling WE CAN projecten Er zijn duizenden manieren om tot mooie WE CAN Young-projecten te komen. U kiest zelf – samen met de jongeren – de vorm die het beste past. Dit hangt onder meer af van de tijd die jullie ter beschikking hebben. In dit hoofdstuk vindt u ter inspiratie drie mogelijke vormen 1. Aaneengesloten periode U gaat een aantal dagen of weken achter elkaar aan de slag met WE CAN Young, bijvoorbeeld in de vorm van een projectweek. Jongeren kunnen naar een activiteit toewerken, zoals een festival of evenement waar ze hun acties uitvoeren. 2. Periodieke/wekelijkse activiteit Jongeren komen verschillende keren bij elkaar en kunnen tussendoor (huiswerk)opdrachten maken. De praktijk wijst uit dat minimaal zes korte bijeenkomsten nodig zijn om de leerlingen goed te kunnen begeleiden. 3. Estafette-project Een projectvorm waarbij de jongeren een periode actief zijn als vrijwilliger en na een vast aantal uren of dagdelen het stokje overdragen aan anderen. Denk aan het geven van voorlichting over WE CAN Young. Een groepje jongeren kan voorlichting geven aan een klas. De geïnteresseerde leerlingen kunnen vervolgens door hen worden ‘opgeleid’ om daarna zelf in een andere klas diezelfde voorlichting te geven. Een mooie invulling van peer-to-peer education. Welke vorm u ook kiest: de kern van de methode is dat de drie onderdelen (peer) education, peer activation en peer mobilisation alle drie terugkomen, ongeacht de volgorde. De praktijk leert dat jongeren veel leren als ze ook zelf aan de slag gaan met hun acties en het mobiliseren van andere jongeren. Het is een hele activerende en motiverende aanpak. We adviseren dat u als begeleider hierbij een coachende rol heeft en zo veel mogelijk stimuleert dat de jongeren hun eigen talenten inzetten.
4. Voordat u begint Voordat u met WE CAN Young start, is het handig om over diverse onderwerpen na te denken. Over de werving van jongeren bijvoorbeeld en hoe u de groep zo goed mogelijk kunt motiveren. Werving Hoe werft u leerlingen? Hieronder vindt u verschillende tips. Zorg voor face-to-face werving De werving van jongeren kan op verschillende manieren: door flyers te verspreiden, posters op te hangen in scholen of door een presentatie op scholen te geven. Het blijkt dat deze laatste persoonlijke aanpak de meeste impact heeft. Als leerlingen na een presentatie voor deelname aan WE CAN Young kiezen, zijn ze vaak persoonlijk geraakt door het thema en weten ze wat ze kunnen verwachten. Een tip is om een publieke persoon een rol te geven in de werving. Sluit aan bij intrinsieke motivatie Als WE CAN Young is opgelegd aan jongeren, omdat het een project van school is dat ze ‘moeten’ doen, kan het zijn dat ze niet intrinsiek zijn gemotiveerd om changemaker te worden. Besteed daarom in het begin extra aandacht aan bewustwording: wat raakt hen persoonlijk? De ervaring is dat gaandeweg de intrinsieke motivatie daarmee ontstaat. ‘Tijdens een presentatie in de klas over WE CAN hoorde ik de cijfers en schrok daarvan: de hoeveelheid geweld en het verschil tussen mannen en vrouwen en daar wil ik verandering in aan brengen.’ - Changemaker uit Den Haag, Indra, 17 jaar Zet aansprekende begeleiders/sprekers in Zet begeleiders in die zelf jong zijn, jongeren aanspreken en/of goed met jongeren overweg kunnen. ‘Het helpt ook dat wij zelf jongeren zijn. Als je nou volwassenen laat vertellen denk je ook: “ja het zal wel, leuk, maar eigenlijk hebben we wel wat beters te doen.” Maar als je enthousiaste jongeren neerzet dan denken jongeren: “o ja dat is ook zo”.’ – Changemaker uit Zwolle, Mauro, 16 jaar Gebruik beeldmateriaal Met beeldmateriaal kan meer worden gezegd dan met woorden. Dat werkt goed omdat jongeren gewend zijn op die manier informatie tot zich te nemen, ze zich kunnen identificeren met jongeren in bijvoorbeeld filmpjes en het verschillende leerstijlen aanspreekt. Er zijn allerlei filmpjes en foto’s beschikbaar die u kunt gebruiken. Kijk eens op het youtubekanaal van WE CAN Young. Het kan ook één van de acties zijn van jongeren: beeldmateriaal maken dat kan worden gebruikt bij de werving van andere jongeren, zie het onderstaande voorbeeld. ‘Een changemaker heeft als actie een script geschreven, haar vrienden laten acteren en dat op foto’s vastgelegd. Bij de foto’s heeft ze wolkjes tekst geschreven. Zo ontstond een beeldverhaal met als thema ‘grenzen aangeven’. Dit materiaal is ook geschikt om bij de werving van andere changemakers te gebruiken. Op een bijeenkomst moesten 80 jongeren in een kort tijdsbestek iets over WCY weten. Dit beeldverhaal werkte daar heel ondersteunend bij. De jongeren kregen meteen een beeld van wat WCY inhoudt.’ – Begeleider uit Den Haag Samenwerken Het kan positief werken om met scholen samen te werken. Kijk of je hier een les kunt geven of dat jongeren een WCY-opdracht voor school mogen uitvoeren. WCY gaat dan ook meer bij de docenten en op school leven, en er kan een interessante uitwisseling ontstaan tussen leerlingen en docenten. ‘Een werkzaam element bij WE CAN Young was de goede samenwerking met de docenten. Zij waren erg betrokken en ook bij de meeste bijeenkomsten aanwezig. Een tip voor
changemakers is dan ook om hun docenten te vragen mee te komen/mee te werken. In de bijeenkomsten kreeg je ook uitwisseling tussen generaties, zoals wat er vroeger mogelijk was en nu. Door de samenwerking gaat het WCY thema ook op school leven. Jongeren hebben in de klas over WCY gepraat, docenten bouwen er een les omheen, er liggen aanknopingspunten bij maatschappijleer en de school kan coalitiepartner worden.’ - Een begeleider uit Den Haag Motiveren en vasthouden Motivatie is een belangrijke voorwaarde voor succes. Maar hoe kunt u jongeren motiveren, niet alleen bij de start, maar ook als ze bezig zijn? Hieronder een paar algemene tips over het motiveren van jongeren: - Zorg voor een mooie ruimte waar de bijeenkomsten met de changemakers gehouden kunnen worden. Daarmee geeft u ook status aan de campagne. Het liefst een vaste locatie waar de changemakers wekelijks kunnen komen en waar ook promotiemateriaal ligt van WE CAN Young. - Stimuleer jongeren als ze zelf met ideeën komen, ook al zou u het zelf anders doen. - Bel, sms of whatsapp jongeren voor een bijeenkomst als reminder. - Zorg ook voor gezellige momenten, zoals samen eten. - Laat u verbazen over de competenties die jongeren hebben! - Schakel uw netwerk in als jongeren bijvoorbeeld een actie willen doen die hulp van buitenaf vergt. Maak deze organisatie ook mede-eigenaar of partner van WE CAN Young - Tot slot: maak duidelijk afspraken met jongeren of aanwezigheid en bijvoorbeeld het maken van huiswerkopdrachten. Bedenk daarbij ook dat het de bedoeling is dat jongeren zelf hun aanpak bedenken. Dat betekent balanceren tussen sturen en loslaten. Check wel of hun aanpak uitvoerbaar is en geef tips om dit eventueel aan te passen. Rol en houding Het streven is om jongeren zelf na te laten denken, hen zelf hun mening te laten vormen. De discussie is op zich al een leermoment en het doel is niet om één conclusie te trekken. De persoonlijke mening van degene die de discussie leidt mag niet leidend zijn. Het gaat om het bespreekbaar maken van situaties rond sekse en intimiteit en het stimuleren van het bewustzijn over seks en relaties. Een positieve houding ten aanzien van het praten over seks en intimiteit is van belang. Daarbij is de begeleider zich bewust van eigen waarden en normen op dit gebied. Dit vraagt een open houding waarbij de jongeren aan het woord gelaten worden met oog voor de groepsprocessen en de verschillen tussen jongens en meisje in de beelden die zij over seks en relaties hebben. Dubbele moraal Jongeren zelf hanteren vaak een dubbele moraal. Bijvoorbeeld: vreemdgaan wordt bij jongens vaak minder negatief beoordeeld dan bij meiden, intieme handelingen tussen meiden onderling roepen vaak minder aversie op dan intimiteit tussen jongens. Ook vindt een aantal jongens het geen probleem voor seksuele handelingen geld of goederen aan een meisje te geven, terwijl ze het aannemen daarvan door een meisje als grensoverschrijdend zien. Het omgaan met grenzen verschilt ook: jongens herkennen over het algemeen grenzen van meiden minder goed en stellen ze ook minder voor zichzelf. Zowel jongens als meiden gaan ervan uit dat jongens altijd zin hebben in seks. Meiden worden daardoor verantwoordelijk gemaakt voor het stellen van grenzen zowel bij zichzelf als bij jongens (Handleiding je lijf je lief!). Door het dichtbij brengen van diverse situaties en bijvoorbeeld te vragen “Wat als je zus dit zou doen?” wordt het bewustzijn aangewakkerd. Het is belangrijk dat jongeren zich bewust worden van de dubbele moraal omdat die hen kwetsbaar maakt voor grensoverschrijdend gedrag (Janssens e,a, Seks; waar ligt de grens? Jongeren uit het Amsterdamse praktijk onderwijs aan het woord. Utrecht Movisie.) Homogene of heterogene groepen? In aparte groepen met jongens en meiden aan de slag gaan, kan als voordeel hebben dat er minder stoer gedrag is en meer eerlijkheid. Aan de andere kant weten we dat problemen op het gebied van
seks en intimiteit juist ontstaan doordat jongens en meiden er niet met elkaar over (kunnen, geleerd hebben te) communiceren. Dit pleit voor een benadering in gemende groepen. Als dit wordt begeleid door een man en een vrouw die op een gelijkwaardige manier met elkaar samenwerken, heeft dit een meerwaarde; zij fungeren als rolmodel en laten zien hoe je open een eerlijk met respect communiceert. Opvang Gevoelens van frustratie en onmacht kunnen oplaaien als jongeren zelf grensoverschrijdend gedrag hebben ervaren. Het is van belang dit van te voren te benoemen als een vanzelfsprekende reactie op een ontwrichtende gebeurtenis. En dat jongeren dit vaker meemaken, maar er niet over praten, omdat zij zich schuldig voelen. Het is goed de dingen te benoemen zoals ze zijn. Dit wordt vaak gewaardeerd door jongeren. Nodig de jongere uit bij de bespreking te blijven en eventueel een steuntje in de rug te vragen bij een andere jongere. Bouw ruimte in na afloop en nodig de jongere uit er dan over te praten. Richt je vooral op wie hem /haar kan steunen om het verhaal te vertellen als hij/zij dit wil.
5. Aan de slag In dit hoofdstuk vindt u per onderdeel leerdoelen, actiepunten en aandachtspunten. We beginnen met een korte uitleg over leerdoelen en actiepunten per onderdeel. Daarna volgen aandachtspunten: waar moet u op letten tijdens de uitvoering van WE CAN Young? Werkvormen en materialen staan aan het eind van elke onderdeel benoemd. U kunt zelf bepalen hoeveel tijd u per onderdeel besteedt en welke werkvormen u gebruikt. Richtlijn is dat u aan ieder onderdeel ongeveer evenveel tijd besteedt. In de praktijk zien we dat vaak onderschat wordt hoeveel begeleiding jongeren nodig hebben bij het verzinnen en uitwerken van acties.
Actie! Waak er voor om niet te lang in de (peer) education te blijven hangen. Jongeren moeten vooral zelf aan de slag! Duurt een project maar kort? Besteed dan relatief meer tijd aan peer activation en peer mobilisation, bijvoorbeeld aan de hand van 1 sub-thema (zoals stereotiepe beelden van jongens en meisjes).
5.1 Onderdeel 1: Peer Education In dit onderdeel leren de jongeren waar WE CAN Young over gaat. Leerdoelen en actiepunten - Jongeren maken kennis met de thematiek van seksuele en relationele weerbaarheid. Hoe bewaak je de grenzen van jezelf en die van anderen? - Ze leren wat genderongelijkheid is en dat dat een oorzaak is van geweld tegen vrouwen. - Ze leren hoe de WE CAN Young-campagne werkt en dat het de bedoeling is dat zij zelf weer andere jongeren aanzetten tot actie. - Ze melden zichzelf aan als changemaker op www.wecanyoung.nl en vullen hun profiel in. Werkvormen Dit onderdeel is gericht op bewustwording en overdragen van informatie. Hieronder vindt u ter inspiratie een overzicht van werkvormen. Deze werkvormen zijn op de volgende pagina’s uitgewerkt. Gebruik wat nuttig en handig is en pas het programma aan uw situatie en wensen aan. Kennismaking en introductie WE CAN Young 1. Kennismaking met elkaar 2. Presentatie: Wat is WE CAN Young? Omgaan met grenzen in relaties en seks 3. Presentatie ‘Over de grens’ 4. Omgaan met groepsdruk 5. Praten over grenzen in relaties en seks 6. Discussie aan de hand van stellingen 7. Stellingen plaatsen bij de juiste seksregels 8. Dilemma’s bespreken Genderongelijkheid en seksualisering 9. Presentatie ‘Gender en seksualisering’ 10. Hoe noem je jongens/mannen en meisjes/vrouwen? 11. De status van meisjes/vrouwen en jongens/mannen 12. Dubbele moraal 13. Discussie a.d.h.v. stellingen 14. Dilemma’s bespreken
Changemaker worden en zijn 15. Wat doet een changemaker? 16. Wat raakt jou? 17. Registreren als changemaker
1
Kennismaken met elkaar Hieronder vindt u drie werkvormen. Kies zelf een werkvorm die u aanspreekt.
Doel Materiaal Duur Werkvorm
De rode draad De deelnemers leren elkaar en elkaars namen kennen en benoemen hun verwachtingen. Een rode knot wol 10 tot 20 minuten De stoelen staan in een kring. In het midden van de kring ligt een rode knot wol op de grond. Pak de knot wol en geef de volgende instructie: “Hou de draad vast en noem je naam, wat je typeert en wat je verwachting is voor deze training. Wordt het voor jou een goede training? Gooi vervolgens de knot wol naar iemand van wie jij benieuwd bent wie hij/zij is, daarmee bouw je je eigen netwerk op. Hou daarbij zelf de draad vast. Netwerken ontstaan door communicatie.” Als iedereen geweest is, is er dus een web gespannen. Nu komt de clou: vraag of de laatste deelnemer de knot terug wil gooien naar de voorgaande en daarbij de naam wil noemen van de persoon aan wie hij/zij gooit. Hilariteit, want nu blijkt dat namen onthouden niet iets is waar iedereen zich bewust mee bezig houdt. Aan het eind heeft u de hele knot weer terug ontvangen.
Doel Materiaal: Duur: Werkvorm:
Doel Materiaal Duur Werkvorm
Associatiekaarten Bewustwording van de eigen motivatie om mee te doen aan WE CAN Young en kennismaken met de motivaties van anderen Associatiekaarten (klik hier voor voorbeelden) 30 minuten Pak een associatiekaart die uitbeeldt wat jouw motivatie is om mee te doen Ieder licht om de beurt de gekozen kaart toe
Kleur bekennen De jongeren maken kennis met elkaars mening over een aantal zaken. Stellingen 15 min. Voorbereiding: bedenk een aantal prikkelende stellingen om voor te leggen aan de jongeren. Voorbeelden zijn: Wie is nu al enthousiast om mee te doen aan WE CAN Young en wie denkt “Vertel me eerst meer” Wie vindt seks een moeilijk onderwerp om over te praten? Instructie Wijs van tevoren twee hoeken aan: ‘ja’ en ‘nee’ Leg uit dat u een aantal stellingen voor gaat lezen. Vraag of de deelnemers per
stelling kleur willen bekennen door naar de juiste hoek te lopen. Vraag daarna bij een paar personen door. U kunt ook de jongeren vragen een stelling voor te leggen.
2
Presentatie: Wat is WE CAN Young?
Doel
De jongeren kunnen uitleggen wat de campagnes WE CAN en WE CAN Young inhouden. 15-30 min. Interactieve presentatie Klik hier voor de Powerpoint presentatie. Geef uitleg over WE CAN en WE CAN Young m.b.v. de powerpointpresentatie Laat het filmpje van changemakers zien Stel vragen tussendoor: zorg voor een interactieve en actieve houding van de deelnemers Pas de presentatie aan de kenmerken van de groep aan (jongens/meisjes, leeftijd, opleidingsniveau) Zie ook de websites www.wecan.nl, www.wecanyoung.nl en www.wecanyoung.nl/cn
Tijdsduur Groepsgrootte Werkvorm Middelen Werkwijze
Aandachtspunten Bronnen
3
Presentatie: Over de grens
Doel
De jongeren: Kunnen het belang benoemen van respect voor grenzen van jezelf en die van anderen; Vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag benoemen; Kennen de zes seksregels (toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, passend bij de leeftijd, passend bij de context, zelfrespect) 30-60 min. Interactieve presentatie Klik hier voor de Powerpoint presentatie. Geef uitleg over seksueel grensoverschrijdend gedrag en de zes seksregels m.b.v. de powerpointpresentatie Stel veel vragen tussendoor: hebben ze voorbeelden en herkennen ze situaties? Stel je open en neutraal op als begeleider. Zet de jongeren aan het denken door vragen te stellen. Illustreer de seksregels met voorbeelden. Flyer Over de grens Flyer Vlammende vlaggen Handout Seksueel grensoverschrijdend gedrag Handout Ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag Handout Vormen van geweld De handouts zijn ook als bijlagen aan deze handleiding toegevoegd
Tijdsduur Groepsgrootte Werkvorm Middelen Werkwijze
Aandachtspunten
Bronnen
4.
Omgaan met groepsdruk
Tijdsduur Leerdoel
10 - 20 minuten De jongeren weten wat groepsdruk is en dat dit verschillende vormen kan aannemen. Beantwoorden van vragen en groepsdiscussie. Vragen Pen en papier voor elke jongere Vertel de groep dat je ze drie vragen gaat voorleggen. De vragen kunnen ze met ja of nee beantwoorden door dat op een papiertje op te schrijven (vraag 1: ja/nee, vraag 2: ja/nee, vraag 3: ja/nee). Leg de volgende vragen voor (en geef per vraag de gelegenheid er even over na te denken): o Je bent in een groep en iedereen houdt zijn/haar jas aan. Jij hebt het warm. Trek je als enige je jas uit? o Op een feestje zijn een paar jongens met meisjes aan het schuren. Jij hebt geen zin, maar wordt door ze naar een meisje geduwd. Ga jij het ook doen? o Je bent in het park met vrienden en een paar jongens/meisjes die je niet goed kent. Er gaat een jonko (joint) rond. Van je ouders mag je niet. Doe je mee? Inventariseer per vraag wie er wat heeft geantwoord. ‘Ja’ invullen betekent dat je (goed) weerstand kunt bieden aan groepsdruk. Vraag hoe ze dat doen. Hoe voelen ze zich als ze als enige iets doen? Geef aan wat we onder groepsdruk verstaan: onder druk van de groep iets wel/niet doen om zich aan te passen aan de groep. Geef een paar voorbeelden. Bijvoorbeeld: iedereen neemt koffie, jij wilt thee (of andersom), wat zeg je?
Werkvorm Middelen Werkwijze
Aandachtspunten
Let op stoer gedrag. Zeggen dat je je eigen weg kiest, terwijl duidelijk is dat de groep je beïnvloedt. Let aan de andere kant ook op sociaal wenselijke antwoorden.
Bron
Deze werkvorm is gebaseerd op een van de werkvormen uit de Toolkit ‘Be A Man!’ (zie ook www.movisie.nl/beaman).
5.
Praten over grenzen in relaties en seks
Introductie
Voor jongeren is het vaak moeilijk om erachter te komen wat nu wel en niet kan in seks en relaties. Vaak kunnen ze niet met vragen bij hun ouders terecht en contacten met leeftijdsgenoten spelen zich vaak af in de sfeer van "stoerdoenerij”. Jongeren gaan op zoek naar voorbeelden van hoe je je zou kunnen gedragen, bijvoorbeeld via de sociale media. Daar vinden ze gedragsmodellen in onder andere seksualiserende beelden, waaronder pornografie. Dit zoek gedrag gebeurt vaak stiekem (bron: handleiding ‘Je lijf, je lief!’)
Doel
Het doel is het ondersteunen van jongeren om de eigen grenzen en die van een ander op het gebied van seks en intimiteit beter te herkennen en te respecteren en impliciete waarden en normen over relaties te bespreken.
Tijdsduur
Per casus 20 min.
Groepsgrootte
Maximaal 12 jongeren.
Werkvorm
Groepsdiscussie aan de hand van striptekeningen.
Middelen
Striptekeningen Hand-outs met seksregels
Werkwijze
Leg uit wat de bedoeling is: aan de hand van strips worden verschillende situaties die met seks en relaties te maken hebben, besproken. In het kopje over de principes en criteria kan de casus besproken worden zowel met behulp van de seksregels (zie onder) als ook gericht op het bespreken van meningen die te maken hebben met de dubbele moraal, homo-erotische gevoelens en de beelden over jongens en meisje als het gaat om seks en relaties.
Aandachtspunten
Per casus kunnen een aantal vragen gesteld worden. Soms wordt gevraagd naar eigen ervaringen van jongeren. Dit vraagt een open sfeer met respect voor grenzen maar ook een uitnodigende houding waarbij de jongeren zich niet veroordeeld voelen als ze eerlijk zijn over ervaringen met seks en relaties. Jongeren zelf hanteren vaak een dubbele moraal. Bijvoorbeeld: vreemdgaan wordt bij jongens vaak minder negatief beoordeeld dan bij meiden, intieme handelingen tussen meiden onderling roepen vaak minder aversie op dan intimiteit tussen jongens. Signaleer dit en maak het bespreekbaar. Let op dat niet 1 jongere aan het woord is: probeer ook anderen te laten praten met oog voor het feit dat iemand aarzelt een antwoord te geven en een steuntje in de rug nodig heeft. Gevoelens van frustratie en onmacht kunnen oplaaien als jongeren zelf grensoverschrijdend gedrag hebben ervaren. Het is goed de dingen te benoemen zoals ze zijn. Nodig de jongere uit bij de bespreking te blijven en eventueel een steuntje in de rug te vragen bij een andere jonge-
Bronnen
re. Bouw ruimte in na afloop en nodig de jongere uit er dan over te praten. Richt je vooral op wie hem /haar kan steunen om het verhaal te vertellen als hij/zij dit wil. Het Vlaggensysteem en de Handleiding Je lijf, je lief! zijn de inspiratiebronnen. Binnen WCY worden de seksregels gehanteerd die hieronder kort beschreven staan.
Toestemming Wil je het allebei?
Vrijwillig Is er geen sprake van dwang?
Gelijkwaardigheid Is niemand de baas?
Leeftijdsadequaat Past het bij de leeftijd?
Contextadequaat Stoort, choqueert of beledigt het niemand?
Zelfrespect Wat je doet schaadt jou niet (fysiek en/of psychisch)
Casussen Ga naar www.wecanyoung.nl/uitvoerders om de tekeningen in hoge resolutie te downloaden.
1. “Meisje in kort rokje” Scenes 1.
2. 3.
Een meisje loopt in de keuken thuis rond in een kort rokje. Haar moeder waarschuwt haar: je ziet er te uitdagend uit! Het meisje haalt haar schouders op. Ze straalt uit dat ze trots is op haar mooie benen! Ze loopt in een kort rokje op straat met haar vriendin. Haar rokje is iets langer. Jongens fluiten hen na en komen dichterbij. De jongens komen steeds dichterbij en sluiten zich in een kring om de 2 meisjes heen.
Leerdoel
Vragen
Deze beelden helpen om te bespreken of jongeren gedrag uitlokkend vinden of dat iedereen het recht heeft er zo bij te lopen als zij wil en dat anderen dit moeten laten, ook als ze dit als uitdagend ervaren. Wat vind je van het gedrag van de jongens? Wat vind je van het gedrag van het meisje? Wat zou je het meisje aanraden? Wat zou je de jongens aanraden?
Discussie
Zorg dat de discussie gaat over; lok je gedrag uit als je er zo bij loopt? Mag dit meisje zelf bepalen hoe ze eruit ziet, ook al vinden de jongens dit uitdagen. “Mijn lichaam is van mij” wat vind je van deze uitspraak?
Principe/Criteria
Zelfbeschikking uit zich ook in je kledingkeuze; het is een recht ongeacht de gevoelens die het bij anderen oproept. Het is aan het meisje om af te wegen wat haar gedrag en de lengte van haar rokje bepaalt: de reacties van haar omgeving of haar behoefte dit zelf te bepalen.
2. “Schuren op een feestje” Scenes
Een feestje: 1. Een meisje en een jongen van 15 jaar schuren tegen elkaar aan; haar billen tegen zijn geslacht. Ze zien er opgewonden uit.
Leerdoel
Vragen
Discussie Principe/Criteria
Om hen heen dansen andere jongeren ook uitdagend maar niet zo. 2. Een man van 30 jaar komt op het meisje af en vraagt haar te dansen. Zij stemt toe. 3. De man pakt haar bij haar heupen en danst op dezelfde manier met haar. Deze beelden helpen om onderscheid te maken tussen gedrag tussen jongeren onderling en gedrag tussen een jongere en een volwassene. Zij helpen het begrip toestemming te nuanceren. Wat vind je van het gedrag van de jongen en het meisje? Wat maakt dat je dit ok vindt? Wat maakt dat je dit niet ok vindt? Wat vind je van het gedrag van de oudere man? Het meisje geeft haar toestemming; dus is het vrijwillig toch? Hoe pak jij deze situatie aan als je dit ziet? Als je dit zelf mee maakt? Zorg dat de discussie gaat over: mogen jongeren experimenteren? Het meisje geeft toestemming aan de oudere man. Dan maakt dit toch niet uit? Experimenteer gedrag tussen jongeren van dezelfde leeftijd in deze situatie kan, omdat er sprake is van gelijkwaardigheid en vrijwilligheid. Hetzelfde gedrag tussen een jongere en een volwassene is ongelijkwaardig. Ook al geeft het meisje toestemming; dit is betrekkelijk, omdat ze de situatie niet kan overzien op deze leeftijd. Er is niet echt sprake van toestemming en de gelijkwaardigheid ontbreekt door het leeftijdsverschil.
3. “Vrijen in het toilet op school” Scenes
1. 2. 3.
Leerdoel Vragen
Discussie
Principe/Criteria
Een meisje van 16 jaar sluipt het toilet binnen op school. Een jongen klopt voorzichtig/op zijn hoede op de deur van de douche. De jongen en het meisje staan tegen elkaar aan, strelen elkaar en genieten ervan.
Deze beelden stimuleren jongeren om zich af te vragen of de omgeving waar seksueel gedrag zich voordoet van belang is. Wat vind je van het gedrag van de jongeren? Kan dit op deze plek? Wat maakt dat je vindt dat dit op school kan? Wat maakt dat je vindt dat dit niet op school kan? Zorg ervoor dat de discussie gaat over: Genieten mag als anderen er geen last van hebben, maar is het verstandig dit op school te doen? Vervolgens kun je ingaan op welke plekken jongeren experimenteren als ze willen vrijen. Experimenteer gedrag tussen jongeren van dezelfde leeftijd kan, omdat er in dit voorbeeld sprake is van gelijkwaardigheid, vrijwilligheid en leeftijdsadequaat gedrag. Maar hou rekening met de context ook al maakt juist de omgeving het spannend!
4. “Sexting” Scenes
Leerdoel
Vragen
Discussie
1.
Een jongen stuurt een naaktfoto met erectie naar zijn vriendin ( zijn hoofd staat er niet op) 2. Zijn vriendin laat de foto aan een groep vriendinnen zien, ze lachen erom 3. De andere meisjes staan gniffelend bij elkaar in een groep je met op hun eigen mobiele telefoons de foto. Deze plaat dient om te bespreken wat de voor- en nadelen zijn van het verspreiden van gevoelige/intieme informatie. Trots zijn op je lichaam is prima maar loop er niet digitaal mee te koop! 1. Wat vind je van het gedrag van de jongen, zijn vriendin en de andere meiden? 2. Ken je situaties zoals deze? 3. Gebeurt dit vooral bij jongens of vooral bij meisjes? 4. Wat vind je ervan dat het meisje de foto doorspeelt naar haar vriendinnen 5. Zou je zelf zo’n foto naar je vriend(in) sturen? 6. Wanneer wel? 7. Wanneer niet? 8. Wat is het risico voor jezelf als je dit doet? Zorg dat de discussie gaat over de voor en nadelen van dit gedrag. Wat levert het op? (spanning) Wat kost het? ( je imago)
Principe/Criteria
Dit hoort bij experimenteer gedrag van jongeren maar wees je bewust van de risico’s vanwege de verspreiding en onuitwisbaarheid op het internet. In deze situatie heeft de jongen geen toestemming gegeven voor het verspreiden van zijn foto. Het kan hem ook schaden omdat hij het nu leuk vindt maar er mogelijk op de lange termijn spijt van heeft. Dan is dit niet goed voor zijn zelfrespect.
5. “Lesbo’s ( jargon) op straat” Scenes
Leerdoel
Vragen
Discussie
1. Twee meiden lopen hand in hand op straat. 2. Ze gaan zo in elkaar op dat ze tegen 2 andere meiden op botsen. 3. Deze deinzen terug en roepen “he lesbo’s!” Deze platen helpen om intimiteit tussen meiden te bespreken en de waarden en normen over intimiteit tussen jongeren van hetzelfde geslacht te bespreken. 1. Wat vind je van deze situatie? 2. Herken je deze situatie? 3. In welk groepje meiden kun je je het beste verplaatsen? 4. Waar heeft dit mee te maken? 5. Wat vind je van meiden die verliefd zijn? 6. Hoe zou het voor je zijn als dit 2 jongens waren? 7. Maakt dit verschil? Zorg dat de discussie gaat over: Mogen anderen hun gevoelens tonen in deze context (het openbaar) ook al past dit niet bij de gebruikelijke waarden
Principe/Criteria
en normen? Is er een verschil in het beoordelen van dit gedrag bij meiden of jongens? Nadenken over intimiteit tussen meiden maakt eigen waarden en normen. Is er een verschil als jongens hetzelfde gedrag vertonen? Is er sprake van een dubbele moraal?. De meiden willen het allebei, er is geen sprake van dwang en ze zijn gelijkwaardig. Toch kan de omgeving zich storen aan dit gedrag en dit kan het individu schaden ( zelfrespect) Hoe belangrijk is dit of is het vrijelijk uiten van gevoelens belangrijker?
6. “Onder druk gezet” Scenes
1.
2. 3.
Leerdoel Vragen
Twee vriendinnen staan op straat. Het ene meisje zegt tegen haar vriendin dat ze verliefd is, maar nog geen seks wil eigenlijk. Haar vriendin zegt dat ze dit toch maar moet doen, want anders wil haar vriend haar niet meer. Het meisje zit in de auto met haar vriend. Hij zegt dat hij seks wil. Zij vrijen en hebben seks.( hierna stop zie discussie) In de volgende scene staan het meisje en de jongen voor de auto. Hij zegt dat hij graag seks met haar wil. Zij zegt dat ze hiermee nog wil wachten.
Deze scenes helpen om groepsdruk te bespreken. Na het vrijen in de auto vraagt de discussieleider: 1. Wil het meisje seks met haar vriendje? Wat maakt dat ze dit toch doet denk je?
2. 3. 4. 5.
Wat zullen de vriendinnen van het meisje zeggen als ze vertelt dat ze seks heeft gehad? Hoe zou het meisje zich voelen na het hebben van seks terwijl ze het eigenlijk nog niet wil? Wat kan het meisje zeggen om duidelijk te maken dat ze nog geen seks wil? Wat zou jij zelf zeggen?
Vragen nav het zeggen geen seks te willen: 1. Hoe zal het meisje zich voelen als ze zegt dat ze niet wil? 2. Wat zal de jongen denken en hoe voelt hij zich? 3. Wat zullen haar vriendinnen denken? 4. Kun je je voorstellen dat een meisje geen seks wil? 5. Kun je je voorstellen dat een jongen geen seks wil? 6. Hoe ga jij hiermee om? Discussie Principe/Criteria
Zorg dat de discussie verschillende vormen van groepsdruk belicht; het kan zowel in een 1 op 1 situatie spelen als in een groep. Besteed aandacht aan de gevoelens en bekrachtig het positieve van een meisje dat haar eigen wensen en verlangens volgt en hier uitdrukking aan weet te geven. We weten dat iets doen, terwijl je er nog niet aan toe bent vaak nare gevoelens geeft. Je zou dit kunnen zien als een vorm van zelfbeschadigend gedrag.
7. “Wisselende contacten” Scenes
Leerdoel
Vragen
1. Een jongen zoent met een meisje. Ze loopt weg. 2. Een jongen zoent met een ander meisje. 3. Stop na scene 2 4. Een meisje zoent met een jongen. 5. Een meisje zoent met een andere jongen Het speelt zich buiten op straat af in een steegje of op het strand Deze scenes helpen om te beseffen dat jongens en meiden verschillend kunnen denken over elkaars rollen in seks. Ze leren beseffen dat de verschillende behandeling van jongens en meiden vaak voorkomt en in wezen niet eerlijk is. Na scene 2: Wat vind je van het gedrag van de jongen? Na scene 4: Wat vind je van het gedrag van het meisje?
Discussie
Jongen en meisje vertonen hetzelfde gedrag. Zorg dat de discussie gaat of er een verschil is in de beoordeling. Maakt het uit dat het meisje dit doet?
Principe/Criteria
Wat is de gebruikelijke gedachte over een meisje en over een jongen? (meisje met verschillende jongens is een slet en jongens met verschillende meiden is stoer.) Vind je hier wel iets in zitten? Hoe eerlijk is dit?
8. “Seks in ruil voor …..” Scenes
1. 2.
3. Leerdoel Vragen
Een meid van 17 jaar loopt op straat in uitdagende kleding. Het is schemerig. Verderop lopen meer jonge vrouwen. Er rijdt een auto langzaam langs met een jongen die ze vaag kent erin die naar haar kijkt. Hij vraagt haar: “Kom je met me mee? Als je mij wat aandacht geeft, dan heb ik iets voor je.” Ze stapt bij hem in de auto.
Jongeren leren het criterium vrijwilligheid te nuanceren en denken na over zelf beschadigend gedrag. 1. Herken je deze situatie? 2. Komt dit voor? 3. Zo ja, vooral met bekenden of onbekenden? Noem eens voorbeelden. 4. Wat vind je van het gedrag van deze meid? 5. Wat vind je van de opmerking: “Deze meid doet dit vrijwillig? Niks mis mee….” 6. Wat levert dit haar op? 7. Welk risico loopt zij?
Discussie
Zorg dat de discussie gaat over de zogenaamde vrijwilligheid en de zelfbeschadigende kanten van deze vorm van seks.
Principe/criteria
Dit is een vorm van ruil seks. Bij ruil seks wordt vaak gezegd dat het een deal is en vrijwillig. Met het oog op de seksregels is hier sprake van ogenschijnlijke vrijwilligheid en zelfbeschadigend gedrag. Vrijwilligheid is ogenschijnlijke vrijwilligheid omdat diverse motieven waar een noodzaak of dwanggedachten aan ten grondslag liggen: zoals erbij willen horen, geldnood/armoede,verslaving,thrillseeking. Het gedrag is zelfbeschadigend omdat de meid een SOA kan oplopen of in een onveilige situatie terecht kan komen omdat de jongen het stuur in handen heeft en ze overal terecht kan komen.
6.
Stellingen koppelen aan de seksregels
Tijdsduur Doel
20 minuten Deelnemers leren eigen mening te vormen over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Discussie aan de hand van de zes criteria en stellingen. Handouts met stellingen (zet een aantal stellingen op een handout, zonder de kopjes/seksregels) Handout met de seksregels.
Werkvorm Middelen
Werkwijze
Licht de zes seksregels toe (Zie powerpointpresentatie “over de grens”). Deel de groep op in groepjes van 4 a 5 personen Vraag hen stellingen op de handout te koppelen aan de juiste seksregel. Laat de groepjes aan elkaar presenteren welke stelling ze aan welke seksregel hebben gekoppeld. Vergelijk en ga in op de verschillen en overeenkomsten. Vraag aan een aantal deelnemers waar zij door deze oefening over na zijn gaan denken. Zijn zij van mening veranderd?
Handout Bij welke seksregels horen onderstaande stellingen? De Seksregels Toestemming Vrijwillig Gelijkwaardigheid Leeftijdsadequaat Contextadequaat Zelfrespect
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Wil je het allebei? Is er geen sprake van dwang? Is niemand de baas? Past het bij de leeftijd? Stoort, choqueert of beledigt het niemand? Wat je doet schaadt jou niet (fysiek en/of psychisch)
Stelling Wie A zegt, moet ook B zeggen Leeftijdsverschil? Ach daar voel je toch niets van! Porno kijken kan geen kwaad, het maakt niet uit hoe oud je bent. Als ik een drankje aanneem moet ik eigenlijk wel met hem zoenen Als een willekeurig jongen graag gepijpt wil worden, heb ik daar niet zoveel problemen mee Als ik (13 jaar) wil vrijen met mijn vriendje (17 jaar) moet ik dat zelf weten Op mijn kamer heb ik posters van blote vrouwen/mannen. Dat moet ik toch zelf weten? Zeuren om seks moet kunnen Giechelen is een teken dat een meisje het leuk vindt Ik geloof in de liefde, als het uit is doe ik alles om die persoon terug te krijgen Mijn buurjongen van 6 loopt in een t-shirt met de afbeelding van play boy erop Ik heb onze vrijpartij opgenomen op video, zonder dat hij/zij dat weet. Wat niet weet wat niet deert. Ik wil voor mijn 15e ontmaagd zijn, anders loop ik achter op de rest Het is toch juist leuk als een jongen door een volwassen vrouw verleid en ontmaagd wordt? Foto’s waar ik zoenend opsta zet ik op facebook Als ik nou zwanger van hem wordt, of net doe alsof ik zwanger ben, dan blijft hij vast bij mij Ik (14 jaar) droom van jong moeder/vader worden, een baby’tje lijkt me zo leuk Een striptease voor de webcam kan geen kwaad
Seksregel
Antwoorden bij handout Bij welke seksregels horen onderstaande stellingen? De Seksregels Toestemming Vrijwillig Gelijkwaardigheid Leeftijdsadequaat Contextadequaat Zelfrespect
19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.
Wil je het allebei? Is er geen sprake van dwang? Is niemand de baas? Past het bij de leeftijd? Stoort, choqueert of beledigt het niemand? Wat je doet schaadt jou niet (fysiek en/of psychisch)
Stelling Wie A zegt, moet ook B zeggen Leeftijdsverschil? Ach daar voel je toch niets van! Porno kijken kan geen kwaad, het maakt niet uit hoe oud je bent. Als ik een drankje aanneem moet ik eigenlijk wel met hem zoenen Als een willekeurig jongen graag gepijpt wil worden, heb ik daar niet zoveel problemen mee Als ik (13 jaar) wil vrijen met mijn vriendje (17 jaar) moet ik dat zelf weten Op mijn kamer heb ik posters van blote vrouwen/mannen. Dat moet ik toch zelf weten? Zeuren om seks moet kunnen Giechelen is een teken dat een meisje het leuk vindt Ik geloof in de liefde, als het uit is doe ik alles om die persoon terug te krijgen Mijn buurjongen van 6 loopt in een t-shirt met de afbeelding van play boy erop Ik heb onze vrijpartij opgenomen op video, zonder dat hij/zij dat weet. Wat niet weet wat niet deert. Ik wil voor mijn 15e ontmaagd zijn, anders loop ik achter op de rest Het is toch juist leuk als een jongen door een volwassen vrouw verleid en ontmaagd wordt? Foto’s waar ik zoenend opsta zet ik op facebook Als ik nou zwanger van hem wordt, of net doe alsof ik zwanger ben, dan blijft hij vast bij mij Ik (14 jaar) droom van jong moeder/vader worden, een baby’tje lijkt me zo leuk Een striptease voor de webcam kan geen kwaad
Seksregel Toestemming Gelijkwaardigheid Leeftijdsadequaat Vrijwillig Zelfrespect Gelijkwaardigheid Contextadequaat Vrijwillig Toestemming Zelfrespect Contextadequaat Toestemming Leeftijdsadequaat Gelijkwaardigheid Contextadequaat Vrijwillig Leeftijdsadequaat Zelfrespect
7.
Dilemma’s bespreken
Doel
Jongeren worden zich bewust van dilemma’s en wegen en kiezen bewust hoe ze hiermee om zouden gaan. 45 minuten 6 tot 10 mensen, of meer als je het plenair doet Werkopdracht Post-its, stiften, dilemma’s ‘Over de grens’ (zie handout op de volgende pagina) Selecteer een aantal dilemma’s (zie handout op de volgende pagina) Laat iedere deelnemer 1 of meer tips of oplossingen op post-its noteren. Laat de deelnemers de post-its op een flap/muur plakken. Laat de deelnemers samen vervolgens minstens 10 tips kiezen die interessant zijn voor de discussie. Discussieer over de haalbaarheid van iedere tip. Vragen wat de discussie heeft opgeleverd. Houd er rekening mee dat er bij beginnende deelnemers en bij onbekendheid met het onderwerp minder ideeën komen. Bij deelnemers met veel ervaring en bij grotere groepen is er meer tijd nodig voor discussie.
Tijdsduur Groepsgrootte Werkvorm Middelen Voorbereiding Werkwijze
Aandachtspunten
Dilemma’s ‘over de grens’ Je ziet een meisje van school (14 jaar) slenteren met een volwassen man. Wat doe je? Je bent op een verjaardagsfeestje en je speelt: ”Durven en doen”. Je wordt uitgedaagd om een meisje/jongen in haar kruis te pakken. Jij doet dat voorzichtig maar iedereen om je heen roept dat je steviger moet beetpakken. Wat doe je? 10 jongens kijken elke dag vanaf de straat naar een vrouw die zich omkleed in haar huis. Zij heeft dit niet in de gaten. Er word over gekletst ook. Wat doe je? Jouw broertje van 7 jaar heeft gezien dat jullie ouders seks hebben. Later zie je dat hij zijn ouders nadoet door met zijn buurmeisje van 6 op elkaar te liggen en bewegingen te maken. Wat doe je? Op het schoolplein sta je bij een groepje die een vriend belachelijk zit te maken omdat ie nog geen seks heeft gehad op zijn 16e. Hoe reageer je? Je klasgenoot van 19 vertelt je dat hij/zij naar bed is geweest heeft met de buurman/vrouw van 32. Hoe reageer je? Een vriend van je (14 jaar) zegt dat hij seks heeft gehad met zijn buurjongetje van 6 jaar. Wat doe je? Een klasgenoot van 13 zegt tegen jou dat ze seks heeft met haar vader en niet weet wat te doen. Wat doe je?
8.
Presentatie: Gender en seksualisering
Doel
De jongeren kunnen: o benoemen wat genderongelijkheid is o dit illustreren met voorbeelden uit de eigen omgeving o de gevolgen van genderongerlijkheid benoemen, 15-30 min. Interactieve presentatie Klik hier voor de Powerpoint presentatie. Geef de presentatie over genderongelijkheid Stel veel vragen: wat is genderongelijkheid volgens de jongeren, kennen ze voorbeelden uit de eigen omgeving, etc.?
Tijdsduur Groepsgrootte Werkvorm Middelen Werkwijze
9.
Hoe noem je jongens en hoe meisjes?
Doel Tijdsduur
Bewustwording van associaties over vrouwelijkheid en mannelijkheid Min. 20 minuten Niet meer dan 30 Groepsgesprek onder leiding van begeleider Papier en pennen/stiften Maak kleine groepen van 4-5 deelnemers per groep. (2 varianten)
Groepsgrootte Werkvorm Middelen Werkwijze
1) Vraag de groep om alle verschillende woorden voor ‘jongens en mannen’ te bedenken en deze meteen op te schrijven. 2) OF gebruik het vel hierachter en laat jongeren woorden onderstrepen die ze met jongens associëren, en omcirkelen die ze met meisjes associeren. Gebruik voor elke sekse een apart papier. Denk ook aan woorden voor mannen en vrouwen die zich anders gedragen dan de norm. Wissel uit over de woorden, bijvoorbeeld door de volgende vragen te stellen:
Nabespreking
Aandachtspunten Bron
Wanneer worden jongens/mannen zo genoemd en waarom? Wat betekenen de woorden? Worden de woorden heel verschillend gebruikt? Als dat zo is, waarom is dat zo denk je? Hoe reageer jij wanneer je zo (als één van deze woorden) wordt genoemd en waarom reageer je zo? Wie gebruikt deze woorden? Hoe wil jij worden genoemd en hoe niet? Bijvoorbeeld over het verschil tussen benamingen over ‘echte’ jongens/ mannen en meisjes/vrouwen of het verschil tussen ‘goede/slechte’ jongens/mannen en meisjes/vrouwen. Wat impliceren deze eventuele verschillen. Je kunt ze eventueel ook vragen om gebaren met handen te laten zien. Deze werkvorm is gebaseerd op een van de werkvormen uit de Toolkit ‘Be A Man!’ www.movisie.nl/beaman
Jongens zijn…, meisjes zijn… Omcirkel de woorden die je bij meisjes vindt passen, onderstreep de woorden die je bij jongens vindt passen. Stoer
Brutaal Verlegen Bang Mooi De baas zijn Over seks praten Sexy Naar jongens kijken Verliefd Opgewonden Leuk gekleed Voetballen Sterk Naar meisjes kijken
Uitdagen Gek op scooters Bescheiden Huilen Roddelen Niet te vertrouwen Wil seks
Deze werkvorm is gebaseerd op een van de werkvormen uit de Toolkit ‘Be A Man!’ www.movisie.nl/beaman
10.
Discussie aan de hand van stellingen
Tijdsduur Doel
20 a 30 minuten Jongeren leren een eigen mening te vormen over seksueel grensoverschrijdend gedrag, genderongelijkheid en sekse. Discussie aan de hand van stellingen (zie voor stellingen laatste bladen) Een ruimte waarin de deelnemers kunnen rondlopen 1. De zaal wordt ingedeeld in twee delen, eens en oneens. 2. Lees stelling voor en vraag de deelnemers een antwoord te kiezen door naar een kant van de zaal te lopen. 3. Vraag aan een aantal deelnemers waarom zij voor een bepaalde hoek kiezen. Daag vervolgens de deelnemers uit om met elkaar in discussie te gaan en uit te leggen waarom ze een andere mening hebben. 4. Maak na iedere vraag een korte samenvatting van wat er zoal gezegd is en of deelnemers van mening zijn veranderd. 5. Maak op het einde van de discussie een grotere samenvatting. Vraag aan een aantal deelnemers waar zij door deze oefening over na zijn gaan denken. Zijn zij van mening veranderd? Kies een paar stellingen die passen bij wat u wilt bereiken, of verzin zelf nieuwe stellingen. Houd de tijd in de gaten. Zorg dat de deelnemers elkaar laten uitspreken. Geef iedereen evenveel gelegenheid om zijn zegje te doen. Laat verschillende zienswijzen aan het woord. Ook al je het er zelf niet mee eens bent! Toon waardering voor de inbreng van de deelnemers. Probeer vooroordelen niet weg te nemen maar vraag vooral door. Waarom heeft deze deelnemer deze mening? Wat is zijn/haar motivatie? Vraag door als de bedoeling van een uitleg van een deelnemers niet duidelijk is. Bijvoorbeeld: o “Kun je uitleggen wat je daarmee bedoeld?” of: o “Ik begrijp het niet helemaal”. “Kun je het nog een keer proberen uit te leggen?” Vat de discussie samen als die dreigt te stokken. Wanneer deelnemers over geheel andere thema’s gaan praten, is het belangrijk hen er op te wijzen dat dit niet bij de discussie hoort.
Werkvorm Middelen Werkwijze
Nabespreking Aandachtspunten
Stellingen genderverschillen en geseksualiseerde samenleving In relatie tot dagelijks leven 1. Het is vervelend als je wordt nagefloten op straat. 2. Seksistische grapjes op verjaardagen moet je niet al te serieus nemen. 3. Met zo’n rokje vraagt ze er om! In relatie tot (fysiek) geweld 1. In iedere relatie valt wel eens een klap. 2. “Hij/zij houdt gewoon van ruwe seks” (iemand heeft wel erg veel blauwe plekken na een vrijpartij) 3. Een jongen die zich laat misbruiken is een lozer! Dat laat je je toch niet gebeuren! In relatie tot seksualiteit 1. Meisjes willen liefde, jongens seks. 2. Jongens hebben geen grenzen, meisjes wel. 3. Meisjes die andere meisjes zoenen, doen dat om jongens op te geilen. 4. Homo’s zijn geen echte mannen. In relatie tot media 1. Ik vind het raar als een onbekende op internet een foto vraagt. 2. Het verboden moet worden dat rappers in hun clips vrouwen denigrerend neerzetten. 3. Mijn profielfoto moet wel sexy zijn. In relatie tot rolverdeling van mannen en vrouwen 1. Om meer vrouwen aan de top te krijgen (bedrijfsleven en politiek) zou een quotum ingesteld moeten worden. 2. Het wordt tijd dat mannen zich meer inzetten in huishouden en zorg voor kinderen. 3. Moeders kunnen van nature beter voor de kinderen zorgen dan vaders. In relatie tot relaties 1. Als ik maar niet zo word als mijn eigen moeder/vader. 2. Ik mag thuiskomen met wie ik wil. 3. Romantiek vind ik belangrijk. 4. Seks hoort bij een relatie.
11.
Dilemma’s bespreken
Doel
Jongeren worden zich bewust van dilemma’s en wegen en kiezen bewust hoe ze hiermee om zouden gaan. 45 minuten 8-12 Werkopdracht Post-its, stiften, dilemma’s ‘Over de grens’ (zie handout op de volgende pagina) Selecteer een aantal dilemma’s (zie handout op de volgende pagina) Laat iedere deelnemer 1 of meer tips of oplossingen op post-its noteren. Laat de deelnemers de post-its op een flap/muur plakken. Laat de deelnemers samen vervolgens minstens 10 tips kiezen die interessant zijn voor de discussie. Discussieer over de haalbaarheid van iedere tip. Vragen wat de discussie heeft opgeleverd. Houd er rekening mee dat er bij beginnende deelnemers en bij onbekendheid met het onderwerp minder ideeën komen. Bij deelnemers met veel ervaring en bij grotere groepen is er meer tijd nodig voor discussie.
Tijdsduur Groepsgrootte Werkvorm Middelen Voorbereiding Werkwijze
Aandachtspunten
Dilemma’s “Genderongelijkheid en geseksualiseerde samenleving” Een groepje van jongens van 6/7 jaar scheldt elk meisje en vrouw die voorbij komt uit voor slet en hoer. Jij staat op een afstandje te kijken. Wat doe je? Je hebt het gevoel dat je docent meisjes voortrekt omdat hij denkt dat meisjes slimmer zijn en harder werken. Hij maakt daar af en toe ook opmerkingen over. Wat doe je? Je beste vriend/vriendin vertelt je dat hij op jongens/zij op meisjes valt en verliefd is op iemand anders uit jullie vriendengroepje. Hoe reageer je? Je vriend wil dat je vaker sexy kleding draagt als jullie uitgaan, hij vindt het mooi zoals vrouwen er uit zien in videoclips van rappers. Wat doe je? Je vriendin wil graag dat je je meer gedraagt als een man, als een echt macho. Bijvoorbeeld de deur voor je open houden, maar ook andere jongens op afstand houden als jullie uit zijn en al het initiatief nemen bij zoenen en vrijen. Wat vind je daarvan? Je bent verliefd en gaat trouwen en je partner wil dat je de traditional rol vervult. Wat doe je? Twee mannen zijn in een bar aan het opscheppen dat ze meerdere vriendinnen hebben. Jij kent deze meisjes. Wat doe je?
12.
Changemaker worden en zijn
Doel
De jongeren weten wat het inhoudt een changemaker te zijn, wat hen zelf raakt als changemaker en ze registeren zich als changemaker op de webite 45-60 minuten 8-10 Uitleg met beelden, individuele opdracht met plenaire nabespreking, registratie als changemakers Laptops, computers
Tijdsduur Groepsgrootte Werkvorm Middelen Werkwijze
Voer een gesprek over wat het inhoudt changemaker te zijn en geef voorbeelden hoe anderen dit invullen: o Laat het filmpje zien waarin changemakers vertellen wat het voor hen betekent changemaker te zijn en hoe ze dit vormgeven o Op pagina 10 van het werkboek voor jongeren staan voorbeelden van wat changemakers doen o Op de website www.wecanyoung.nl en op de verschillende facebookpagina’s van de deelnemende gemeenten zijn veel filmpjes en foto’s te zien van acties van changemakers
Als jongeren meedoen aan de WE CAN Young-campagne is het belangrijk om te weten wat hen persoonlijk raakt, waar ze zich druk om maken en waar ze hun acties op willen richten om dingen te veranderen. Doe de oefening
Aandachtspunten
‘Wat raakt jou?’ op pagina 14 in het werkboek om concreter te maken wat hen persoonlijk triggert. Deel dit indien gewenst plenair met elkaar. Vraag de jongeren of ze zich wil registreren als changemaker. Op we-
canyoung.nl loopt een teller. Zo houden we bij hoeveel jongeren changemaker worden. Ze kunnen de campagne een gezicht door hun eigen foto up te loaden en hun WCY boodschap voor de wereld achter te laten. Zo inspireren zij weer andere mensen! Zorg voor meerdere laptops/computers zodat jongeren zich tegelijkertijd kunnen aanmelden, anders gaat het veel tijd in beslag nemen.
5.2 Onderdeel 2: Peer Activation Tijd voor onderdeel 2: Jongeren weten nu waar WE CAN Young over gaat en komen in actie. Ze gaan zelf acties verzinnen om bij te dragen aan dat wat zij willen veranderen of waar zij verschil in willen maken. Met hun acties bereiken ze weer andere jongeren die misschien ook changemaker gaan worden. Als begeleider of docent heeft u hierin vooral de rol van procesbegeleider. U helpt jongeren bij het brainstormen, denkt mee met het formuleren van de boodschap die ze willen overdragen met hun acties, bewaakt de uitvoerbaarheid van hun plannen en geeft ze tips. Het is de bedoeling dat er aan het eind van deze fase een uitvoerbaar projectplan ligt. Leerdoelen en actiepunten - Jongeren weten welke mogelijke acties er zijn voor changemakers - Jongeren leren hoe ze zelf acties kunnen verzinnen en hoe ze daar hun eigen talenten voor kunnen gebruiken - Jongeren stellen een uitvoerbaar projectplan op Aandachtspunten Benut de talenten van jongeren Vraag de jongeren naar hun talenten: wat kunnen ze goed, wat doen ze graag? Laat ze groeien in dat wat ze leuk vinden, en benoem die groei ook. Door hun talenten in te zetten en deze zo ook verder te ontwikkelen, vergroot je hun motivatie en de kans op succes. Als begeleider heb je meer een coachende rol en probeer je de jongeren zoveel mogelijk te laten participeren en verantwoordelijkheid te geven. ‘We dachten: we kunnen onze ervaring met het maken van films misschien wel gebruiken voor WE CAN Young. Het allermooist vond ik dat ze ons vrij lieten. De begeleiders vroegen ons: wat willen jullie doen om dit bespreekbaar te maken? Wat zijn jullie ideeën? Waar zijn jullie goed in? Dat is zo mooi!’ – Changemaker uit Zwolle, Laura, 17 jaar Balanceer tussen sturen en loslaten De jongeren kiezen met hun acties zelf de invulling van hun stage. Als begeleider kunt u natuurlijk wel tips en adviezen geven. Het verschilt nogal per jongere hoeveel sturing ze nodig hebben en wenselijk vinden. Bij veel jongeren blijkt het nodig ze bij te sturen in het kleiner en realistischer maken van hun plannen. Voor deze jongeren is het belangrijk regelmatig contact te houden, door te bellen, sms-en en te twitteren. Maar er zijn ook zeer zelfstandige jongeren die het juist heerlijk vinden als ze veel ruimte en verantwoordelijkheid krijgen om zelf hun acties uit te voeren. ‘Ik wil graag aan de volwassenen meegeven: geef de jongeren de kans om het te doen. Geef ze het vertrouwen en laat zien dat er je bent voor vragen, maar laat ze hun weg gaan. Laat ze doen wat ze in hun hoofd hebben. Steun ze daar ook in. Want dan zie je pas echt dat het ook gaat groeien en dat je als organisatie daar ook heel veel profijt van hebt. We hebben zelf de materialen moeten regelen, zelf de scripts gemaakt, we hebben alles zelf gedaan. Het is niet verplicht, je doet het vanuit jezelf. Alles wat je neerzet komt uit jou. Dus het wordt veel persoonlijker, en daardoor kun je het ook veel beter verspreiden. - Changemaker uit Zwolle, Laura, 17 jaar Beoordeel de plannen op haalbaarheid Bij het bedenken van acties is het belangrijk dat jongeren eerst vrij uit kunnen brainstormen. Alles kan en alles mag in die fase. Als er ideeën zijn geselecteerd volgt de stap om dit te vertalen naar een haalbaar plan. Hierbij kunnen de jongeren kritisch op elkaars plannen reageren. Mochten de plannen dan nog steeds onrealistisch zijn in uw ogen, dan kunt u doorvragen hoe ze het denken te realiseren en wat er voor nodig is. In het werkboek voor leerlingen staat een lijstje checkvragen dat leerlingen kunnen gebruiken om hun plannen op haalbaarheid te controleren (zie werkblad 6 Van idee naar plan).
‘Bij de brainstormsessie maakten ze elkaar enthousiast, zodat ideeën opeens niet gek meer waren. Doordat ze losser werden kon alles. In groepjes van vier gingen ze elkaar bevragen en gaven ze elkaar kritische feedback: ‘bereik je hiermee wel jongeren?’ Uiteindelijk kozen ze zelf een idee uit, wat ze aan elkaar gingen presenteren en onderbouwen. Het gekste idee wat ik heb gehoord is graffiti spuiten in de nacht. We hebben toen teruggegeven dat we naar de gemeente moeten gaan met de vraag of zij een muur beschikbaar willen stellen. En de jongeren moeten dan op graffiti les, want het is niet makkelijk. Zo probeer je een idee haalbaar te maken. De jongeren zagen toen zelf in dat het iets te moeilijk was.’ – Begeleider uit Den Haag Materialen In het werkboek voor jongeren staat het hele proces beschreven om van brainstormen over ideeën naar een concreet projectplan te komen. De instructies bij de werkvormen in dit boekje spreken voor zich.
5.3 Onderdeel 3: Peer Mobilisation Hoe betrek ik anderen en werf ik meer changemakers? Die vragen staan centraal in het derde onderdeel. Jongeren moeten andere jongeren ook echt in beweging gaan brengen. Ze werven jongeren om changemaker te worden en proberen andere jongeren te betrekken bij het uitvoeren van hun acties. Als begeleider of docent speelt u ook hierin weer vooral een faciliterende rol. U helpt jongeren bij de uitvoering van hun plan, helpt ze bij hun planning, toetst regelmatig bij ze of ze op schema liggen en geeft tips en handreikingen om de uitvoering van hun plan te laten slagen. Leerdoel - Jongeren leren hoe ze andere jongeren kunnen betrekken bij WE CAN Young en andere changemakers kunnen werven en mobiliseren Aandachtspunten Stimuleer onderlinge samenwerking Soms is het fijner om dingen samen te doen, zeker voor jongeren. Dan staan ze sterker en durven ze meer. En als jongeren samen acties bedenken motiveren en inspireren ze elkaar. Jongeren borduren voort op elkaars ideeën. Bij de uitwerking van de acties werkt groepjes van 2 a 3 jongeren goed. ‘Ik ben altijd iemand van het samenwerken. Als je lekker met mensen kunt samenwerken, dan bereik je ook iets heel moois. Samen maak je je echt hard ervoor, door ervoor te strijden om het meer bespreekbaar te maken en om er wat aan te doen.’ – changemaker uit Zwolle, Mauro Casarini, 16 jaar Werk naar een evenement toe Het blijkt heel stimulerend om naar een grootschalig evenement of festival toe te werken. Er is een concrete deadline om naar toe te werken, en de changemakers kunnen veel jongeren in korte tijd bereiken. ‘Het werkt heel erg leuk om naar een festival toe te werken, bijvoorbeeld het bevrijdingsfestival, de Vredesloop of een muziekfestival. Je bereikt veel mensen en kunt echt iets gaan doen met z’n allen. Het is soms nodig dat je ergens naar toe moet werken met z’n allen. De changemakers kunnen dan ook heel concreet andere jongeren vragen mee te helpen.’ – Begeleider uit Zwolle Betrek het jongerennetwerk Tijdens de fase ‘peer-mobilisation’ werven de changemakers nieuwe changemakers. Uit ervaring blijkt dat werven in het eigen netwerk het beste werkt. De jongeren hebben nieuwe actieve changemakers vooral uit het eigen netwerk geworven: broertjes, zusjes, vrienden en vriendinnen die meehielpen op bijvoorbeeld het bevrijdingsfestival of met het maken van de filmpjes. Zoek de media op
Met de campagne moet de bekendheid en zichtbaarheid van WE CAN Young een grote impuls krijgen. Hierin spelen mediapartners en social media een belangrijke factor. Ga op zoek naar nieuwsbladen of radio- of televisiezenders die aandacht aan WE CAN Young willen besteden.
Materialen De onderstaande materialen kunnen helpen bij dit onderdeel: - Netwerk in kaart: Door hun netwerk systematisch in kaart brengen kunnen jongeren zien wie er eigenlijk allemaal in hun netwerk zitten, en wat zij misschien voor hen kunnen betekenen. Om jongeren te helpen bij het in kaart brengen van hun netwerk kunnen zij deze werkvorm gebruiken. - Intekenlijst: Jongeren gaan op pad en vertellen anderen over WE CAN Young, die mensen vinden het interessant en willen ook wel changemaker worden. Zij vullen dan hun gegevens invullen op de lijst, die de jongeren dan later invullen op de website.
6. Afronding Tot slot geven we enkele tips mee voor een goede afronding van het WE CAN Young project over de evaluatie, borging, en waardering en afsluiting. 6.1 Evaluatie Bij de uitvoering van een WE CAN Young project hoort ook een evaluatie. Laat jongeren op het eind een verantwoording inleveren van het proces en het resultaat van hun acties. Dit kan zowel schriftelijk als mondeling. ‘De vragen uit het verslag pasten niet bij mij. Een interview met mij zou beter zijn, dan kan ik het beter duidelijk maken.’ – Changemaker uit Arnhem, Joppe, 14 jaar. Het helpt jongeren om een logboek bij te houden, zodat ze onthouden wat ze allemaal hebben gedaan. Als je dat pas aan het einde vraagt, zijn ze veel alweer vergeten. 6.2 Zorg voor borging Vraag de jongeren tijdens de laatste bijeenkomst hoe zij zich in blijven zetten als changemaker en laat ze dit zwart op wit op papier zetten. Ook kunt u tijdens een laatste bijeenkomst naar ieders plannen vragen en dit aan elkaar laten presenteren. Stimuleer ook hierbij dat ze samen gaan werken en samen concrete afspraken maken. Eventueel kunt u na drie of zes maanden nog een terugkombijeenkomst plannen, om uit te wisselen hoe iedereen nog actief als changemaker is. Ik blijf promotiemateriaal uitdelen, daar komen mensen op af. En ga een filmpje maken. Daar kun je veel mensen mee werven. – Changemaker uit Den Haag, Okay Mert, 16 jaar Changemakers kunnen natuurlijk ook ongepland, tijdens het leven van alledag, actief zijn en het verschil maken. Het is goed om daarover uit te wisselen. Een vraag om dit te achterhalen kan zijn: “Wat doe je ander voor je changeaker werd en erna?” ‘Ik ben er elke dag wel mee bezig. Bijvoorbeeld, als ik een film kijk met vrienden en er komt vrouwonvriendelijk gedrag in voor, dan zeg ik daar wat van. Sommigen reageren dan met: “Het is maar een film”. Dan leg ik uit dat het in het echt ook gebeurt, dat het werkelijkheid is. En dan geven ze wel vaak toe dat het inderdaad ook wel iets anders had gemogen. – Changemaker uit Zwolle, Mauro Casarini, 16 jaar
6.3 Toon waardering en sluit feestelijk af Bij de afronding van het project hoort ook een feestelijke afsluiting. Reik een certificaat uit, zodat de changemakers een tastbaar bewijs hebben van het voltooien van hun project. Zorg voor lekker eten en drinken. U kunt ervoor kiezen ieder persoonlijk toe te spreken: wat viel op, hoe heeft iemand actie gevoerd, welke talenten vielen op, en hoe is deze persoon eventueel gegroeid? Daarnaast kunt u de leerlingen nog bedanken voor hun inzet met een persoonlijk bedankkaartje of een cadeautje. Materialen Op http://www.wecanyoung.nl/uitvoerderscn vindt u een certificaat dat u uit kunt reiken na afronding van een project. Werkboek WE CAN Young voor leerlingen In het werkboek WE CAN Young staan handige werkbladen die leerlingen kunnen gebruiken bij de afronding van de stage. Zie werkbladen 8 ‘In beweging blijven’ en 9 ‘Evaluatie’.
Netwerkkaart Welke mensen ken jij die iets voor je kunnen doen? Voor WE CAN Young kan het heel erg handig zijn om gebruik te maken van je netwerk. Er zijn altijd mensen die je kent, bijvoorbeeld via je sport, vrienden, familie, buren of school, die je kunnen helpen bij je acties. Door je netwerk systematisch in kaart brengen kun je zien wie er eigenlijk allemaal in je netwerk zitten, en wat zij misschien voor je kunnen betekenen. Om je te helpen bij het in kaart brengen van je netwerk kun je deze werkvorm gebruiken. In 20 minuutjes weet je wie jou kan helpen! In vier makkelijke stappen kun je jouw netwerk overzichtelijk in kaart brengen en ook nog duidelijk maken waar je bepaalde mensen voor kunt vragen. Stap 1 Vul het figuur in op de volgende bladzijde. In de cirkel om ‘IK’ vul je de mensen in die het dichtst bij je staan. Dit noemen we ‘warm netwerk”. In de buitenste cirkel zet je de namen van de mensen die je iets minder goed kent. Kijk bijvoorbeeld in de contacten van je mobiel, je volgers op Twitter of je Facebook-vrienden. Ook kun je je klassenlijst of docentenlijst bekijken. Stap 2 Bekijk aan de hand van de ingevulde namen wie je wil vragen om changemaker te worden. Omcirkel deze mensen. Stap 3 Bedenk wie van deze mensen je wil vragen om zich in te zetten voor WCY en jou te helpen met je acties. Kijk bijvoorbeeld naar waar iemand goed in is of enthousiast voor is. Stap 4 Zet de namen van deze mensen in de onderste lijst en noteer daarachter waar je ze voor wilt vragen.
Mijn netwerkkaart Familie
School/klasgenoten/docenten
IK
Vrienden
Naam
Overig/sport
Inzetten voor:
Intekenlijst Neem mee en laat mensen hun gegevens invullen Een intekenlijst kun je heel makkelijk meenemen als je op pad gaat om acties uit te voeren. Ga je bijvoorbeeld kaarten uitdelen, geef je een spreekbeurt op school of ben je op een markt om mensen over WE CAN Young te vertellen? Neem de lijst mee! Het werkt heel simpel: jij vertelt mensen over WE CAN Young, die mensen vinden het interessant en willen ook wel changemaker worden. Laat ze dan hun gegevens invullen op de lijst. Jij kunt die dan later (bijvoorbeeld de volgende dag) invullen op www.wecanyoung.nl.
Twee handige tips: 1. Print de lijst een paar keer uit. Jongeren in Den Haag hebben een keer op één dag meer dan 100 changemaker geworven! 2. Controleer goed of alle gegevens zijn ingevuld. Als dat niet het geval is, kun je de mensen niet aanmelden als changemaker. En dat zou zonde zijn… De intekenlijst staat op de volgende pagina.
Naam
Mailadres
Geboortedatum Eiland (niet zichtbaar op de website)
Naam zichtbaar op site? Ja/Nee
Wil je op de hoogte gehouden worden? Ja/Nee