ZORGPLAN
Vrijeschool RIDDERSPOOR
Alphen aan den Rijn, schooljaar 2010 – 2011 Per 1 – 07 – 2011 aangepast aan schooljaar 2011-2012 Corrie van Zonneveld IB-er 1
Inhoudsopgave 1
2
3
4 5
6
Beleid en uitgangspunten Vrijeschool Ridderspoor ten aanzien van de zorg............. 3 1.1 De uitgangspunten van het onderwijs ....................................................................... 3 1.2 Combinatieklassen ........................................................................................................ 3 1.3 Differentiatie .................................................................................................................. 3 Extra Zorg .............................................................................................................................. 5 2.1 Zorgleerling .................................................................................................................... 5 2.2 Toetsen en opbrengsten ................................................................................................ 6 2.3 Individuele leerlijn ........................................................................................................ 7 2.4 Dyslexieprotocol ............................................................................................................ 8 2.5 Zorgtraject Vrije School Ridderspoor ....................................................................... 11 2.6 zorgperiodes................................................................................................................. 12 2.7 onderwijsassistente ..................................................................................................... 12 2.8 Beleid omtrent Remedial Teaching / Therapieën .................................................. 12 2.9 De hoogbegaafde of zeer intelligente leerling......................................................... 13 Toetsen ................................................................................................................................. 14 3.1 Planning toetsen .......................................................................................................... 14 3.2 Oefentijd ....................................................................................................................... 15 3.3 De kinderbespreking................................................................................................... 16 Studie .................................................................................................................................... 17 4.1 Onderwerpen studie ................................................................................................... 17 Functie van de intern begeleider / remedial teacher ..................................................... 18 5.1 De Intern begeleider is belast met; ............................................................................ 18 5.2 De Remedial Teacher is belast met ........................................................................... 20 Jaarplanner........................................................................................................................... 21
2
1
Beleid en uitgangspunten Vrijeschool Ridderspoor ten aanzien van de zorg
1.1 De uitgangspunten van het onderwijs
Essentieel in het vrijeschoolonderwijs is de brede en evenwichtige ontwikkeling van kinderen. Leren met hoofd, hart en handen. Vanuit dit idee is het leerplan gebaseerd op de antroposofische menskunde en pedagogiek, geheel afgestemd op de ontwikkelingsfasen van het kind. De lesstof wordt op een creatieve manier benaderd; begeleid door verhalen, beelden, klanken en ritme, beweging en een onderzoekende houding. Ons streven is om het gehele kind hierdoor aan te spreken. Zo kan het zijn eigen denken, voelen en willen ontwikkelen waardoor het uiteindelijk als volwassen mens een authentiek leven kan leiden. Zelfstandig denken en het vormen van een eigen oordeel helpt het kind bij het vinden van een eigen weg in het leven. 1.2 Combinatieklassen
Vrije School Ridderspoor heeft wat de klassen 1 t/m 6 (groep 3 t/m 8) betreft, in verband met het leerlingenaantal gecombineerde klassen. Dat betekent dat kinderen van verschillende leeftijdsfasen met elkaar in één klas zitten. Momenteel is de indeling als volgt: klas 1 / 2, klas 3 / 4 en klas 5 / 6. Voor het onderwijs betekent dit inventief met het leerplan omgaan, naar wegen zoeken om de kinderen uit beide klassen op het juiste moment in hun ontwikkeling aan te spreken, om zodoende ook de voortgang in het leerproces op zinvolle wijze te kunnen ondersteunen en te kunnen waarborgen. De lesstof wordt afgestemd op de groep waarin de leerlingen zitten. Zo kunnen kinderen binnen een gemengde groep veel van en aan elkaar leren, zowel in de leerstof als in sociaal opzicht. Er wordt in een combinatieklas een flink appèl gedaan op het zelfstandig kunnen werken. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van een goede werkhouding en aan de sociale ontwikkeling van de kinderen. 1.3 Differentiatie
Om de doelstellingen van onze school ten aanzien van het ontwikkelen van kinderen te kunnen realiseren, is uiteraard een krachtige visie op didactiek nodig. Er wordt steeds aandacht geschonken aan differentiatie binnen de lessen door middel van het aanbieden van verschillende opdrachten, verschillende samenwerkingsvormen en een verschillende wijze van aanbieden. Het is ons streven om zodoende de meeste leerlingen binnen deze benadering dusdanig aan te spreken, dat zij goed kunnen fuctioneren en tot goede resultaten kunnen komen. In de praktijk betekent dit, dat basaal gewerkt wordt met drie richtingen in de didactische aanpak en de verwerking van de leerstof: 1. Het homogeen aanbieden van leerstof.
3
Het kind kan geholpen worden in de juiste stemming te komen om leerstof op te nemen. Dit betekent niet alleen enthousiasme voor de leerinhouden maar ook het krijgen van een innerlijk beeld. Het opbouwen van een innerlijk beeld is niet direct verbonden met het niveau van vaardigheden van een kind. Uiteraard moet de leerkracht wel rekening houden dat het ene kind dit beeld op de ene manier opneemt en het andere kind het weer op een andere. 2. Het divergerend aanbieden van leerstof. Met divergerende didactische werkvormen bedoelen wij die werkvormen waarbij het kind op zijn/haar eigen niveau aangesproken wordt (onder andere het werken in niveaugroepen). Het kind voelt zich sneller competent bij deze werkvorm, omdat het meer opdrachten krijgt die dichter bij het niveau van het kind liggen en waar het zich verder aan kan ontwikkelen. • Het kind mag zelf een makkelijker of moeilijker opdracht uitkiezen. • De leerkracht zelf geeft een bepaald type opdracht aan een bepaald kind. • De klas is verdeeld in enkele groepen. 3. Het meer convergerend aanbieden van leerstof door samen te werken o Peer tutoring (kinderen op verschillende niveaus helpen elkaar) o Tandemleren (samen leren). o Vraag gestuurd leren (ontdekkend leren). o Groepsleren
4
2
Extra Zorg
2.1 Zorgleerling
De leerlingen die buiten de gemiddelde aanpak vallen door ontwikkelings-, gedragsleerproblemen of door bovengemiddelde begaafdheid, bieden we extra zorg. Een leerling is een zorgleerling als de scores bij de CITO toetsen stilstand of achteruitgang laten zien op D of E niveau, als de leerling ver vooruit loopt , te weten minimaal 5 DLE´s, als de leerkracht in overleg met de IB-er extra zorg nodig acht i.v.m. gedrags- of emotionele problemen. Wij kennen op Vrijeschool Ridderspoor 5 niveau’s van zorg: 1.Zorg binnen de klas extra aandacht voor een groep of individueel
verantwoordelijk
2.Extra zorg binnen de klas groepen of individueel
verantwoordelijk
de leerkracht
ondersteuning
Intern begeleider / eventueel remedial teacher/ onderwijsassistent leerkracht maakt handelingsplan voor de groep of individueel bij onvoldoende resultaat: naar niveau 3
3.Zorg op schoolniveau
de leerkracht bij onvoldoende resultaat: naar niveau 2
verantwoordelijk ondersteuning
Intern begeleider / remedial teacher onderwijsassistent de kunstzinnig therapeut en de euritmist kunnen op dit niveau eventueel hulp verlenen leerkracht maakt samen/ in overleg met RT -er handelingsplan bij onvoldoende resultaat: meerdere RT periodes onderzoek door de IB-er / RT-er, 5
eventueel Kinderbespreking, naar niveau 4 Ouders worden schriftelijk of tijdens het 15 minutengesprek op de hoogte gesteld van het verloop. 4.Inschakelen externe deskundigen op schoolniveau
verantwoordelijk
5.SBO / rugzak verantwoordelijk
onderzoek (SBD) PAB-er Intern begeleider Individuele leerlijn met aangepaste doelen het externe onderzoek leidt tot: individuele leerlijn of niveau 5 aanvraag voor Rugzak / verwijzing SBO Intern begeleider doorgaan op de weg van de individuele leerling. Plannen van verwijzingstraject
De zorg op Vrije school Ridderspoor wordt verleend door: 1. Klassenleerkrachten, verantwoordelijk voor het onderwijs aan- en zorg voor de leerlingen in de klas 2. Intern begeleider die alle zorgprocessen coördineert t.a.v. de leerlingen , zie 5.1 3. Remedial teacher werkt met kinderen, zie 5.2 4. Onderwijsassistent, zie 2..7 5. Kunstzinnig therapeut, zie 2.8 6. Euritmist, zie 2.8
2.2 Toetsen en opbrengsten
Om de leerlingen goed te kunnen volgen maken we gebruik van de volgende toetsingsmomenten: o het CITO leerlingvolgsysteem: rekenen, spelling, lezen DMT en AVI, begrijpend lezen, de grafemen en auditieve-synthese toets o periode gebonden toetsen o document dat de ontwikkeling van het denken, voelen en willen registreert in mei o het schoolrijpheidsonderzoek bij de oudste kleuters o het eerste klas onderzoek in februari o het NIO onderzoek in januari in klas 6
6
Ouders krijgen gedurende het schooljaar regelmatig te horen hoe het staat met de ontwikkeling en vorderingen van hun kind d.m.v.: o een tussenrapportage in februari o het getuigschrift met de vorderingen van de leerlingen aan het eind van het schooljaar o in oktober en maart ’15 minuten gesprekken’ met de leerkracht o mogelijkheid tot tussentijds gesprek met de leerkracht Daarnaast houdt de school aan het begin van het jaar een algemene ouderavond en houdt de leerkracht gedurende het schooljaar 2 klassikale ouderavonden, waarbij achtergrondinformatie gegeven wordt over de leerstof en de ontwikkelingsfasen van de kinderen.
2.3 Individuele leerlijn
Definitie Wat is een individuele leerlijn en wanneer wordt deze aangeboden? Een individuele leerlijn wil zeggen dat het eindniveau 6e klas (groep 8) voor één of meerdere vakken moet worden bijgesteld. Deze bijstellingen worden vastgelegd in een protocol. Dit protocol noemen we de individuele leerlijn. De ouders participeren in het overleg samen met de leerkracht en de IB-er en moeten schriftelijk hun toestemming verlenen hieraan. Als een kind structureel onvoldoende scoort (CITO-E) op periode- en methodeonafhankelijke toetsen, dan wordt er een handelingsplan voor in de klas gemaakt. Mocht dit handelingsplan onvoldoende resultaat hebben dan komt het kind in aanmerking voor op het individu gerichte remediëring (individueel of in een groepje). Indien meerdere periodes op het individu gerichte remediëring of handelingsplannen in de klas onvoldoende opleveren wordt er een individuele leerlijn ontwikkeld voor in de klas. Afhankelijk van de problematiek wordt extern onderzoek gedaan door deskundigen. De individuele leerlijn wordt in de klas ingezet op de volgende momenten: Oefenuren: Tijdens de oefentijd die dagelijks plaatsvindt. Het kind kan op eigen niveau werken, indien nodig m.b.v. daartoe samengesteld materiaal. Instructiemomenten en/of evaluaties (methode gebonden toetsen)worden door de leerkracht verzorgd tijdens deze oefenuren. De leerkracht bespreekt het verloop van de leerlijnplanning met de Intern begeleider. Periodeonderwijs:
7
De leerling doet mee met het klassikale aanbod van het periodeonderwijs. Reden hiervoor is dat het kind ermee moet kennismaken, tegelijkertijd is deze lesstof op de Vrijeschool ontwikkelingsstof die past bij de leeftijdsfase van het kind, het is daarom belangrijk het kind mee te blijven nemen in deze ontwikkeling. In de verwerking van de periodes wordt zo nodig extra oefenstof aangeboden of stof die nog onvoldoende beheerst is. Leerdoelen voor de nieuw aangeboden periodestof worden vastgelegd in de eigen individuele leerlijn. Aanpassingen aan het onderwijs tijdens de verwerking: De leerling werkt waar nodig met concreet materiaal, remediërende oefenmethodes, individueel of in een groepje. Waar de leerling de periodestof niet meer kan volgen, werkt het verder aan de eigen oefenstof vastgelegd in de leerlijn. 2.4 Dyslexieprotocol
De school is in de loop van schooljaar 2009-2010 gestart om het “up to date” dyslexieprotocol van de begeleidingsdienst voor Vrije Scholen te implementeren in groep 3 en 4, waarna het stapsgewijs verder zal worden ingevoerd. Door vroegtijdig te signaleren kan men al direct hulp bieden en mogelijke lees- en spellingsproblemen voorkomen en genoeg materiaal verzamelen om echte dyslexie aantoonbaar te maken. Dyslexie laat zich in de praktijk herkennen door een hardnekkige en ernstige lees- en / of spellingsachterstand en is weinig beïnvloedbaar door didactische maatregelen of door inspanningen van de remedial teacher. Binnen dit protocol ligt de nadruk op een onvermogen bij een kind, namelijk op het onvermogen om zich het lezen gemakkelijk eigen te maken. Vanuit de Vrijeschool gedachte blijven wij elk kind, dus ook het kind met eventuele dyslexie, als totaal mens zien en richten wij ons op de mogelijkheden en talenten die het heeft en kan ontwikkelen. Sinds 1 januari 2009 zit diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie in het basispakket van de zorgverzekering voor leerlingen die in dat jaar 9 jaar worden. De regeling wordt per jaar uitgebreid, zodat in 2013 alle leerlingen van de basisschool in aanmerking komen voor vergoeding van onderzoek en behandeling Voor wie is deze regeling? -Voor kinderen met ernstige enkelvoudige dyslexie. Dat wil zeggen dat er bij deze leerlingen geen sprake is van een of meer andere (leer)stoornissen.
8
Welke kosten worden vergoed? De kosten worden vergoed van het onderzoek naar ernstige dyslexie en voor de behandeling. Stel dat uit het onderzoek komt dat er geen sprake is van ernstige dyslexie dan vergoedt de verzekeraar dat onderzoek wel, maar de behandelingen niet. Welke onderzoeker/behandelaar wordt vergoed? Diagnostiek en behandeling moeten plaats vinden onder eindverantwoordelijkheid van een gekwalificeerd gedragswetenschapper. Dit is een gekwalificeerde Gezondheidszorgpsycholoog (Wet BIG), Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) of Orthopedagoog-Generalist (NVO). Deze professionals zijn in staat en bekwaam om conform het protocol vast te stellen of er sprake is van ernstige, enkelvoudige dyslexie zoals bedoeld in deze vergoedingsregeling. Het kan zijn dat zorgverzekeraars in hun polisvoorwaarden nadere voorwaarden stellen. Deze kunnen voortvloeien uit, of samenhangen met de contracten die zorgverzekeraars met zorgaanbieders hebben afgesloten. Soms vraagt een zorgverzekeraar ook om toestemming vooraf. Het is voor ouders daarom van belang de polisvoorwaarden van hun zorgverzekering hierop goed na te kijken. De Vrijeschool adviseert de ouders om een gecertificeerde schoolpsycholoog van de Begeleidingsdienst van Vrijescholen het onderzoek uit te laten voeren. Deze Begeleidingdienst kent de wijze waarop in de Vrijeschool het taalonderwijs wordt aangeboden. Als de dyslexieverklaring wordt toegekend, wordt het kind onder schooltijd behandeld door een speciaal opgeleide Remedial Teacher van de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen. Wat houdt het onderzoek in? De school volgt de leerlingen vanaf de kleuterklas en signaleert dyslexie zo vroeg mogelijk. Wanneer het vermoeden van dyslexie ontstaat dan wordt dit met de ouders besproken en wordt extra hulp geboden bij het leren lezen. In de derde klas kan een dyslexie onderzoek aangevraagd worden. De ouders melden na overleg met school het kind aan bij de onderzoeker. De school levert een dossier aan dat aan gestelde voorwaarden moet voldoen. Daarin staat wat het probleem is van het kind en wat de school gedaan heeft en welke extra hulp, gedurende een bepaalde periode, is geboden en wat het resultaat daarvan was. Van de ouders wordt gevraagd een vragenlijst over de taalontwikkeling van hun kind in te vullen. Op grond van dit onderzoek kan het kind een dyslexieverklaring krijgen en als de dyslexie inderdaad ernstig is, ontvangen de ouders van de onderzoeker een verklaring voor de verzekeraar en kan de behandeling vergoed worden. De gezondheidszorg beslist op basis van de schoolgegevens en onderzoek of de leerling voor de vergoede dyslexiebehandeling in aanmerking komt.
9
Wat houdt de behandeling in? Het kind komt na toekenning van een dyslexieverklaring in aanmerking voor een aantal behandelingen afhankelijk van de ernst van de dyslexie. Maximaal kan er voor 1 tot 1 ½ jaar zorg verleend worden. Ook voor de ouders is er binnen deze zorg een rol weggelegd. Van hen wordt verwacht dat het kind gemiddeld 4 x per week met het extra oefenwerk thuis door hen begeleid wordt. Het voortraject op school: Ouders: In verband met vroegtijdige signalering is het voor de school van belang dat ouders de kleuterjuf of de leerkracht informeren over eventuele (erfelijke) aanleg voor dyslexie bij hun kind. De school kan dan in een vroeg stadium dit proces volgen en op basis van waarnemingen eventuele noodzakelijke acties ondernemen en starten met het maken van een (lees) schooldossier omdat dit aan strikte voorwaarden moet voldoen. De school: Bij het volgen van de taalontwikkeling van leerlingen hanteert de school, als onderdeel van het Leerling Volgsysteem, een dyslexieprotocol vanaf de kleuterklas. Hierdoor kan dyslexie worden gesignaleerd en met extra hulp worden begeleid. Als er een vermoeden is van dyslexie wordt in overleg met de ouders, gestart met gerichte aanpak: gedurende een aantal maanden individuele remedial teaching, eventueel werk voor in de klas en indien nodig opdrachten voor thuis. Hieraan vooraf gaat het geven extra zorg, gerichte hulp in en buiten de klas, gegeven door de leerkracht, onderwijsassistent onder begeleiding van de IB-er. De samenwerking/afstemming tussen school en thuis is belangrijk omdat de aanpak van ernstige dyslexie een zaak van lange adem is.
10
2.5 Zorgtraject Vrije School Ridderspoor
Het traject van signaleren tot planmatige aanpak ziet er binnen onze school, schematisch, als volgt uit Signalering door: Ouders Klassenleerkracht Vakleerkracht Ondersteunend personeel Leerlingvolgsysteem Schooltesten 2e klas onderzoek instaptoets 6e klas schoolrijpheidsonderzoek GGD Logopedisch onderzoek
De leerkracht ‘zeeft’ IB-er ‘zeeft’
terugkoppeling naar ouders en leerkracht (eerste opzet handelingsplan)
Kinderbespreking
Intern: Remedial teaching
Extern(meestal n.a.v. kinderbesp.): Schoolpsycholoog P.A.B.er Consulent begeleidingsdienst Maatschappelijk Werk Doorverwijzing:
Pedagogische adviezen Voor in de klas Voor thuis
Terugkoppeling naar ouders (door leerkracht, IB-er en/of arts) (zicht op) plan evaluatie, vervolg IB-er Implementatie van de adviezen
Terugkoppeling naar ouders
11
2.6 zorgperiodes
Op Vrijeschool Ridderspoor kennen we gemiddeld 2 tot 3 zorgperiodes van gemiddeld 6 tot 8 weken, waarbij de extra ondersteuning gegeven wordt door de RT-er en onderwijsassistente. Handelingsplannen worden voor de zorgperiode opgesteld. In de OV (onderbouwvergadering) worden de leerlingen die zorg nodig hebben besproken door de IB-er en de leerkrachten. De evaluatie van de uitgevoerde handelingsplannen vindt plaats tussen de IB-er en de onderwijsassistente. Hiervan wordt verslag gemaakt en overgedragen aan de leerkrachten. De ouders worden schriftelijk door de IB-er op de hoogte gesteld van de extra zorg: De data van de periode van extra zorg Welke dag de zorg plaats vindt Wordt de zorg in de klas, buiten de klas, in een groep of individueel gegeven. Hoeveel tijd wordt er per keer aan besteed. Door wie de ondersteuning wordt gegeven ( onderwijsassistent of remedial teacher) Hoe de ouders op de hoogte gesteld zullen worden van de evaluatie. 2.7 onderwijsassistente
De activiteiten van de onderwijsassistente overstijgen de RT-perioden. Ondersteunt: o de leerkracht tijdens oefentijd, zodat deze extra de aandacht op één van beide klassen kan richten. o de leerkracht enkele keren tijdens het hoofdonderwijs of anderszins, indien dit gewenst is ten behoeve van zorgleerlingen. o op de maandag- en donderdagmiddag de leerlingen tijdens het werken in de geclusterde oefentijd.
2.8 Beleid omtrent Remedial Teaching / Therapieën
De leerlingen die buiten de gemiddelde aanpak vallen door ontwikkelings-, gedrags- , leerproblemen of door bovengemiddelde begaafdheid, bieden we extra zorg. Op de Vrijeschool kunnen we behalve remedial teaching voor leerproblemen of bovengemiddelde begaafdheid, ook therapieën inzetten bij ontwikkelings- en/ of gedragsproblemen. De Kunstzinnige therapie en de extra euritmie zijn niet gebonden aan de zorgperiodes en lopen het hele jaar door. In de Onderbouwvergadering of n.a.v. het bespreken van
12
een leerling in de Kinderbespreking kan de volgend genoemde extra zorg geadviseerd worden : Extra euritmie of Kunstzinnige therapie. De kunstzinnige therapie hanteert een periode van ongeveer 12 weken. Er wordt dan gemiddeld 1 uur per week individueel met de leerling gewerkt. De IB-er verzorgt de aanmelding en toestemming van de ouders. De kunstzinnig therapeut stelt de ouders en de IB-er op de hoogte van het resultaat en verzorgt het verslag voor het leerling dossier. De kosten verbonden aan de therapie worden door de kunstzinnig therapeut (gecertificeerd) bij de ouders/verzorgers in rekening gebracht. De euritmie gaat uit van een periode van gemiddeld 6 a 7 weken, afhankelijk van het resultaat kan deze periode worden verlengd. Er wordt in een klein groepje 1x per week gedurende 10 a 15 minuten gewerkt. Het is de bedoeling dat 5x per week de opgegeven oefeningen thuis herhaald worden. De leerkracht bespreekt de aanmelding met de euritmist. De euritmist spreekt met een van de ouders en meldt aan de IB-er wanneer er begonnen wordt met de leerling. Na afloop stelt de euritmist de ouders en de IB-er op de hoogte van het resultaat en verzorgt het verslag voor het leerling dossier. Aan deze vorm van extra zorg zijn geen kosten verbonden. 2.9 De hoogbegaafde of zeer intelligente leerling
Dit schooljaar zullen we verder gaan met het aandacht besteden aan een goede afstemming op de hoogbegaafde of zeer intelligente leerling. We gaan ons verdiepen in het compacten en verrijken van de stof. Compacten houdt in dat voor de leerling een deel van de herhalingsstof en oefenstof weggelaten wordt. Dit kan door bijvoorbeeld van tevoren te toetsen wat de kennis van de leerling is. Alleen de onderdelen die nog onvoldoende zijn, worden geoefend. Verrijking is noodzakelijk omdat het kind anders te snel door de stof heengaat. Maar ook omdat de opdrachten , waarbij het om wezenlijk andere leerstof gaat, moeilijker zijn. Ze ontwikkelen hierdoor een betere werkhouding en motivatie. Ook kunnen er ander soort opdrachten aan het kind gegeven worden o.a. in de vorm van het maken van een werkstuk over een bepaald onderwerp. Om dit proces te kunnen ondersteunen heeft de IB-er een dagcursus over hoogbegaafdheid gevolgd bij de Begeleidingsdienst voor Vrije scholen.
13
3
Toetsen
3.1 Planning toetsen
Het werken met de toetsen van het CITO leerlingvolgsysteem is volledig opgenomen in het jaarrooster. o De klassikale toetsen worden door de leerkracht zelf afgenomen. De materialen hiervoor worden door de IB-er verzorgd. De leerkracht kijkt de toetsen zelf na, de resultaten worden door de IB-er in het geautomatiseerde leerlingvolgsysteem van Cito ingevoerd. De leerkrachten krijgen een uitdraai, waarbij ook de resultaten van de vorige keer opgenomen worden. Zo wordt vooruitgang, achteruitgang of stilstand inzichtelijk. Toets o Rekentoets
aantal 2x per jaar
Spelling
2x per jaar
Begrijpend lezen
1x per jaar
DMT
3x per jaar
AVI Grafemen en Auditieve-synthese 2x per jaar
maandag januari mei januari maart mei / juni februari mei oktober, jan / febr. juni januari mei
groep groep 3/8 groep 3/7 groep 4/8 groep 6 groep 3/7 groep 4/8 groep 4 groep 4/8 groep 3/7 groep 4/8 groep 3/7
november, januari groep 3
wie leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht IB-er IB-er IB-er IB-er IB-er
o Omdat we op de vrijeschool het lees- en spellingonderwijs langzamer opstarten, hebben we na uitvoerig overleg besloten om de DMT- en de Spellingtoets aan het eind van de eerste klas voor het eerst af te nemen, zoals op meer vrijescholen gebruikelijk is. spelling klas 1 de M3 klas 2 de E3 en de M4 klas 3 de E4 en de M5 klas 4 de E5 en de M6 en E6 klas 5 de M7 en de E7 klas 6 de M8 o De begrijpend lezen toets wordt niet in groep 3 afgenomen. 14
o In de kleuterklas wordt in de maanden februari en maart het Schoolrijpheidsonderzoek uitgevoerd door de kleuterjuffen en de IB-er. Bij bijzonderheden / twijfel worden een aantal zaken in mei opnieuw bekeken. De uitkomsten van alle oudste kleuters worden met de Intern begeleider besproken. o Het Eerste Klas onderzoek (voorheen Tweede Klasonderzoek) wordt in de maand maart door de RT-er in groep 3 afgenomen eventueel m.b.v. de onderwijsassistent. Dit onderzoek meet o.a. de motorische ontwikkeling, de auditieve synthese/analyse en het getalsinzicht van het kind. De resultaten worden door de IB-er met de leerkracht besproken. De ouders worden door de leerkracht geïnformeerd over de bevindingen. o De NIO toets vindt plaats in januari. Deze wordt afgenomen in groep 8 en meet de intelligentie. Het is een objectief advies, dat meeweegt in het geven van het definitief advies voor het vervolgonderwijs van de leerlingen. o Het zorgregister voor zorgleerlingen wordt dit jaar ingevoerd. Het betreft het invullen van een zorgformulier voor leerlingen die extra zorg krijgen. Het heeft vooral ten doel om de zorg op schoolniveau goed te kunnen bekijken. 3.2 Oefentijd
De school geeft extra aandacht aan het oefenen van het reken- en taalonderwijs, met name op gebied van spelling. We willen werken aan een stevige basis. We doen dit door de volgende zaken te initiëren. o Binnen de school worden de oefenuren taal en rekenen van groep 5 t/m 8 op de maandag- en donderdagmiddag geclusterd. Als oefenmateriaal hebben we voor het rekenen boeken aangeschaft van de methode “Wis en Reken”. Aan de RT-er biedt het de gelegenheid om groepjes van leerlingen te ondersteunen die hetzelfde onderwerp nog niet voldoende beheersen. Dat kan ook klassendoorbrekend plaats vinden. De IB-er voert met alle leerlingen een gesprek om een balans op te maken van zijn/haar sterke en zwakke kanten - de hulpvraag, waarbij de uitslagen van de CITO toetsen mede leidraad zijn. Vervolgens gaat de leerling zelfstandig of in een groepje van gelijkgestemden aan één van zijn onderwerpen werken die oefening behoeven en gaat zo met sprongen het boek door. o Voor de taaloefentijd dient “Woordbouw” van Kees de Baar als basis. Bij taal zetten we het werken met een Tutor in. Leerlingen uit groep 7 en 8 zijn de Tutors van de leerlingen uit groep 5 en 6. De selectie vindt plaats m.b.v. de DMTen spellingtoets. Het zwaartepunt ligt bij de open en gesloten lettergrepen. Op maandag wordt met het Tutor systeem gewerkt, op donderdag in de eigen groep.
15
Ook wordt er op deze middagen tijdens de taaloefentijd gewerkt met TUTORlezen. o Buiten deze oefenmiddagen staan er voor elke klas nog minimaal 2 oefenmomenten ingeroosterd. o Voordat we op dinsdag t/m vrijdag starten met het Hoofdonderwijs, gaan we eerst 15 minuten aan de slag met taal en rekenen. Dinsdag en donderdag wordt voor taal het woordpakket aangeboden en geoefend, woensdag en vrijdag wordt er gehoofdrekend, waarbij rekenstrategieën centraal staan. 3.3 De kinderbespreking
De kinderbespreking bestaat uit twee delen. De eerste keer circa 35 minuten en een week later, weer 35 minuten. De eerste keer o Een leerling wordt uitgebreid besproken. De leerkracht zet een beeld neer van het totale kind, de ontwikkeling, fysiek, gedrag, sociaal-emotioneel en werkhouding. De andere collegeleden kunnen kort hun indruk geven ter aanvulling. Ieder neemt het kind in de komende periode mee. De tweede keer staat in het teken van oordeelsvorming een besluitvorming. • Eerst wordt het beeld opgehaald van de vorige bespreking. 10 minuten Door een korte bijdrage van alle aanwezigen tijdens de vergadering wordt het kind als het ware “in het midden” geplaatst. • Vervolgens wordt gekeken wat er uit het "huiswerk" naar 5 minuten voren gekomen is. • Dan wordt overgestapt naar de oordeelsvorming: je zou dit 10 minuten ook de diagnostische fase is kunnen noemen. De centrale vraag hierbij is: wat heeft dit kind nodig? • De laatste fase is de besluitvorming: wat wordt er de 10 minuten komende tijd voor dit kind gedaan? − Tijdens de les − Op remediërend vlak (RT, schilderen, etc.) − Vanuit de thuissituatie − Medisch − Eventuele doorverwijzing Het geheel wordt afgesloten met de afspraak dat er m.b.v. de adviezen een handelingsplan wordt gemaakt. Tevens wordt er een evaluatiemoment afgesproken om de effecten van de extra begeleiding te kunnen volgen.
16
Vervolgens is er gelegenheid om korte mededelingen over andere kinderen te doen.
4
Studie
4.1 Onderwerpen studie
Inleiding Het volgende blijft onze aandacht hebben: Komend schooljaar zullen er met betrekking tot de schoolontwikkeling enkele belangrijke stappen genomen moeten worden. De school heeft zich weliswaar in de afgelopen jaren verder ontwikkeld, maar het inzichtelijk maken hiervan en de schoolbrede afstemming vraagt onze aandacht. Dit laatste wordt mede veroorzaakt door wisselingen van leerkrachten. Verdere schoolontwikkeling met betrekking tot differentiatie. Veel is de afgelopen jaren behandeld en in praktijk gebracht. Nieuwe elementen die binnen het toezicht kader van de inspectie er bijgekomen zijn, zijn onder andere: • eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen stimuleren, • werken met aparte leerlijnen, • maken van een prognose van het eindniveau van een leerling, • leerstof aanbieden afgestemd op de onderwijsbehoefte van de leerling. Begeleiding bij het werken met Volglijn Er is gestart in het schooljaar 2010-2011 met het implementeren van een digitaal leerlingvolgsysteem de “Volglijn”. De mogelijkheden om hierin gegevens te verwerken zal langzaam worden uitgebreid. Een medewerker zal opgeleid worden als beheerder (applicatiebeheer, zorggroep, doelenbeheer en administratie). Verder zullen de nieuwe leerkrachten van tijd tot tijd geholpen moeten worden om het systeem te leren kennen. Bijwerken handboek De verdere ontwikkeling van het handboek (vademecum) heeft de afgelopen jaren stilgelegen. Dit zal bijgewerkt moeten worden. Handelingsgericht werken In het kader van Passend Onderwijs is het belangrijk handelingsgericht werken te ontwikkelen. Hiertoe worden verder stappen ondernomen in het schooljaar 2011-2012.
17
Een start is door de leerkrachten gemaakt met het opstellen van een klassenoverzicht van alle klassen op belemmerende en positieve factoren, de instructiebehoefte, zelfstandigheid, welbevinden en betrokkenheid. Kwaliteitsmanagement, School zelfevaluatie en schoolplan In het schooljaar 2011-2012 moet er een nieuw schoolplan gemaakt worden. Hiertoe zullen de benodigde stappen ondernomen worden.
5
Functie van de intern begeleider / remedial teacher
De werkzaamheden worden verricht binnen de stichting Vrijescholen Rijnland met name de Vrijeschool Ridderspoor te Alphen aan den Rijn. Op Vrijeschool Ridderspoor is de functie van Intern Begeleider en Remedial Teacher gecombineerd. De taken overlappen, of sluiten aan op elkaar. Het schooljaar 2010 – 2011 waren de verantwoordelijkheden t.a.v. de algehele leiding en de inhoud - kwaliteit van het onderwijs tijdelijk gesplitst. Dat betekende dat de schoolleiding eindverantwoordelijk was voor de algehele leiding en de Intern Begeleider eindverantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van het onderwijs. Er vond overleg en uitwisseling plaats met de schoolleiding t.a.v. de taken die worden uitgevoerd en het te voeren beleid. Schooljaar 2011-2012 valt de eindverantwoordelijkheid voor de algehele leiding en de inhoud / kwaliteit van het onderwijs weer onder de schoolleider.
5.1 De Intern begeleider is belast met;
o het begeleiden van leerkrachten, ouders en leerlingen in een zorgtraject o het geven van sturing van de RT en de vakinhoudelijke begeleiding op dit gebied aan de klassen/ onderwijsassistent en leerkrachten o het verzorgen van externe contacten zoals met WSNS project ( IB – overleg met het samenwerkingsverband), Vrije school- begeleidingsdienst, hulpverleners o.a. GGD, GGZ, , Jeugdzorg – Horizon, externe onderzoekers. o het coachen, adviseren, ondersteunen en samenwerken met leerkrachten op het gebied van; a. pedagogisch didactische verdieping van het onderwijs, mede gericht op de zorgleerlingen; b. doorgaande leerstoflijnen c. leerlingenzorg - klassenbezoek, leerlingen volgsysteem – dossiervorming en beheer d. biedt faciliterende ondersteuning aan leerkrachten bij toetsen, zoals coördineren en verwerken CITO - toetsen
18
o het aansturen van de Onderbouw Vergadering, de behandeling van onderwerpen op pedagogisch-didactisch terrein. o verdieping van het IB-schap en uitwisseling tussen zowel intern begeleiders van bij de stichting aangesloten scholen als Intern Begeleiders van Vrije scholen. o zorgdragen voor inzichtelijke en overdraagbare werkprocessen o mede zorg dragen voor de zorgbegroting o gegevens aanleveren die relevant zijn voor het opstellen van het schoolplan, zorgplan, schoolgids, jaarverslag, inspectie enquête. o vormgeven en verantwoordelijk voor het cyclisch kwaliteitsproces betreffende de zorg o het maken van een jaaroverzicht betreffende de zorg middels een jaarplanner. o bijdragen aan het maken van het lesrooster o het aanname beleid van alle leerlingen die aangemeld worden op vrijeschool Ridderspoor. o het geven van inhoudelijke informatie aan nieuwe ouders, o.a. door middel van gesprekken en lezing. o Kerngebruiker van het digitaal leerling volgsysteem “Volglijn”. Het ontwikkelen van leerling specifieke leerlijnen door: o de CITO toetsresultaten van de leerlingen samen met de leerkrachten af te zetten tegen de resultaten in de klas en de bevindingen van de leerkracht. Daaraan conclusies te verbinden middels eventuele handelingsplannen die de leerkracht schrijft, of voorstel tot bespreking van het kind in de kinderbespreking, aanvraag voor een bezoek van de ambulant begeleider of aanmelding voor een onderzoek bij de Vrijeschool begeleidingsdienst. o een duidelijke procedure met elkaar afspreken, wanneer een lln. in aanmerking komt voor remediëring en de duur van de RT, hierover afspraken maken zodat de lijn, zowel voor leerkrachten als voor ouders duidelijk is. waar vindt de remediëring plaats, buiten- of ingepast in de klas o schoolbreed worden met elkaar de toetsresultaten door gesproken en bijstellingsplannen opgesteld o onder de aandacht brengen en actueel houden van ontwikkelingen en protocollen op het gebied van dyslexie, dyscalculi en hoogbegaafdheid. o de orthotheek beheren en in overleg met het team verzorgen Initieert in overleg met leerkrachten pedagogisch didactische ontwikkelingen door: o in overleg met het team bepaalde onderwerpen uit te diepen op studiedagen of / en tijdens het studiemoment in de pedagogische vergadering, o de leerkrachten medeverantwoordelijk te laten zijn
19
o hierbij gebruik te maken van expertise van mensen in de school, of van buiten af iemand daarvoor uit te nodigen 5.2 De Remedial Teacher is belast met
o Handelingsplannen opstellen en evalueren in overleg met de onderwijsassistente en leerkracht o het uitvoeren van het opgesteld handelingsplan o het doorspreken van zorgleerlingen met de klassenleerkracht o doen van nader diagnostisch onderzoek
20
6 Jaarplanner JAARPLANNER BASISSCHOOL RIDDERSPOOR W
Toets
R T T L
33 34 35
AUGUSTUS
32
37 38 39
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATER DAG
ZON DAG
8
9
10
11
12 Vergaderdag
13
14
15 Opening Schooljaar 22
16
17
18 pv
19
20
21
23
24
26
27
28
29
30 Vergadering Onderbouw 6 Ouderavond Klas 1 / 2 13 Vergadering Onderbouw 20 Ouderavond Klas 3 / 4 27 Ouderavond Klas 5 / 6 4 Studiedag
31
25 Algemene Ouderavond 1 pv IB-er bezoekt klas 1/2 8 pv IB-er bezoekt klas 3/4 15 pv
2
4
9
3 GrondSteen W. 10
16
17
18
23
24
25
30
1
2
7
8
9
12 13.30-15.00 Open Middag Kleuter - Peuter 19
22 pv IB-er bezoekt klas 1/2 29 Michaëslfeest pv 6 pv IB-er Bezoekt klas 3/4 13 pv IB-er bezoekt klas 5/6
14 Kleuter Oogstfeest
15
16
20
21
22
23
27 pv IB-er bezoekt klas kleuters 3 pv 15 min Gesprek 1-5 10 pv Kleuter
28
29
30
4
5
6
11 Sint Maarten
12
13
5
SEPTEMBER
36
VRIJESCHOOL ALPHEN 2011 – 2012
12 Kleuter Ouderavond 19 26
7 14 21 Jaarmarkt 28
3
41
10
11 Vergadering Onderbouw
42
17
18
43
24
26
31 15 min Gesprek 1-5
25 Lkr.6 – IB-er Voorlopig Advies VO 1 15 min Gesprek 1-5
7 15 min Gesprek 1-5
8 15 min Gesprek 1-5
9 15 min Gesprek 1-5
45
N O
44
OKTOBER
40
5
2 15 min Gesprek 1-5
11
21
Pompoen hollen 46
47 IB
14 Studiedag Stichting Graf. S klas 1
DECEMBER
49
51 52
3
4 5
Klas 1 dyslexie P Grafemen DMT AVI Spelling 2-6 DMT AVI Rekenen Rekenen 1-6
JANUARI
1 2
16 Kleuters t/m Klas 4 Knutselavond 23
17 pv IB-er bezoekt klas 1/2
18
19
20
24 pv IB-er bezoekt klas 3/4
25
26
27
30
1 pv
2
3
4
7
8 pv
9
10
11
13
14
15 pv
16
17
18
19 4de Advent
20
21
23
24
25
26
27
28
22 tot 13.05 Kerstspel 29
39
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 Vergadering onderbouw
11
12 pv Driekoningen
13
14
15
16 studiemiddag
17
18
19 pv IB-er bezoekt klas 1/2
20
21
22
23 NIO indien mogelijk 30
24
25
27
28
29
31 Lkr.6 – IB-er Definitief Advies VO
1
26 pv IB-er bezoekt klas 3/4 2 pv Klas 1 – 6 Tussen Rapportage Maria Lichtmis
3
4
5
21 Klas 6 Voorlopig Advies VO 28 1ste Advent
48
50
15 Klas 6 Voorlopig Advies VO 22 Klas 6 Voorlopig Advies VO 29 Vergadering Onderbouw 6
5 tot 13.05 Sintviering 12 3de Advent
Corrie van Zonneveld Pagina 22
4-9-2011
22
JAARPLANNER BASISSCHOOL RIDDERSPOOR Toets
6
Begrijpen d lezen 2-6
7
Begrijpen d lezen 2-6
8 9
10
Start Oudste Kleutero nderzoek 1ste klas onderzoe k
R T T L
FEBRUARI
W
12
Spelling klas 4
13
Denken Voelen Willen
MAART
11
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZON DAG
10
ZATE R DAG 11
6 15 min Gesprek 1-5 Start Gesprek oudste kleuter 13 15 min Gesprek 1-5 Definitief advies klas 6 20
7 15 min Gesprek 1-5
8 15 min Gesprek 1-5
9 pv 15 min Gesprek 1-5
14 15 min Gesprek 1-5 Definitief advies klas 6 21
15 15 min Gesprek 1-5 Definitief advies klas 6 22
16 pv
17
18
19
23
24
25
26
27 studiedag
28
29
1 pv
2
3
4
5
6 Vergadering onderbouw
7 Klas 1 / 2 Ouderavond
8 pv IB-er Bezoekt klas 5/6
9
10
11
12
13 Kleuter Ouderavond
14
15 pv
16
18
19
20 Klas 5 / 6 Ouderavond
21
23
26
27 IB-er + kleuterjuffen gesprek oudste kl 3 Onderbouw Vergadering 10 Studiedag Stichting
28 Klas 3/4 ouderavond
22 pv IB-er Bezoekt klas kleuters 29
17 Open dag 24
30 Palmpasen
31
1
5 pv paasfeest 12 pv IB-er Bezoekt klas 1/2 Infoavond 19 pv IB-er bezoekt klas 3/4 26 pv
6 Goede Vrijdag 13
7
8 Pasen 15
20
21 Bazaar 28
2
15
9
16
16
17
18
23
24
25
APRIL
2011 –2012
MAANDAG
14
17
VRIJESCHOOL ALPHEN
4 11
27
14
12
25
22 29
23
18
20 21 22 23
24
Begr. L. klas 2 DMT 1-5 AVI Spelling 1-5 Rekenen 1-5
MEI
19
2
3
4
5
6
8
9
10
11
12
13
14 oudste kleutermiddag 21 oudste kleutermiddag 28 pinksteren
15
16
17 hemelvaart
18
19
20
22
23
24 pv
26
29 studiemiddag 5
30
31 pv
25 Meiboomfeest 1
2
27 Pink steren 3
6
7 pv
8
9
10
12
13
14 pv
15
16
17
19
20
21 studiedag
22
24
25 oudste kleutermiddag 2 tot 13.05
26
28 studiemiddag
29 Feest Klas 5 / 6 6 tot 12.00 uur Afscheid Klas 6
7
8
9
10
27 Toneel Klas 5 / 6 4 tot 13.05 oudste kleuterfeest 11
23 Sint Jan 30
14
15
11 oudste kleutermiddag 18 oudste kleutermiddag
JUNI
25
JULI
27
28
1
4 oudste kleutermiddag
Klas 1 DP gsa lezen Rekenen 1-5
26
30 Koninginnedag 7
3 tot 13.05
5 tot 13.05
12
13
Corrie van Zonneveld Pagina 2
1
4-9-2011
Toelichting In het komende schooljaar vinden er 2 perioden van 8 weken RT plaats. In de toetsperiode is de inzetbaarheid van de RT-er en onderwijsassistente nodig. Daarnaast zijn er 3 perioden ingepland van Tutor-lezen.
24