DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
Vrije software en open broncode : een uitdaging voor het onderwijs
Tim Hoebeek Adviseur informatica, ICT en Onderwijsvernieuwing, Erasmushogeschool Brussel Onderzoeker, vakgroep Architectuur, Vrije Universiteit Brussel
1. Vrije software en open broncode 1.1. Vrije software 1.1.1. Wat is vrij ? 1.1.2. Vrije Software 1.1.3. De Free Software Foundation 1.2. Open broncode 1.2.1. Wat is open ? 1.2.2. Open source 1.2.3. Het Open Source Initiative 1.2.4. Open standaarden 2. Free/open source software (FOSS) en intellectuele eigendom 2.1. Intellectuele eigendomsrechten en softwareoctrooien 2.2. Meer dan software : het initiatief Creative Commons 3. FOSS versus commercie¨le software 3.1. Open broncode versus gesloten broncode 3.1.1. Lock-in 3.1.2. Bugs 3.1.3. Kwaliteit 3.1.4. Prijs 3.1.5. Problematiek van de ondersteuning 3.2. Wat kiezen bedrijven en waarom ? 3.3. De SCO-zaak 4. De gemeenschapsgedreven aanpak, ideaal voor het onderwijs ? 4.1. Het FOSS-model 4.2. FOSS in onderwijsinstellingen 4.3. De mogelijkheden van het FOSS-model voor het onderwijs 5. Besluit 6. Literatuur
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
25
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
Krachtlijnen De aandacht voor vrije software en open broncode vindt zijn vroegste oorsprong in de jaren tachtig en wordt gekenmerkt door verschillende bewegingen die deels naast en deels met elkaar ijveren voor het tot gemeenschappelijk bezit maken van de programma’s die het gebruik van computers en het internet aansturen. In deze bijdrage schetsen we kort de geschiedenis van de meest bekende initiatieven en van de doelstellingen die daarbij worden nagestreefd. Impliciet krijgt de lezer op die manier ook een begrippenkader aangereikt. Waarin verschillen freeware, crippleware, adware en spyware van elkaar ? Waarop legt de Free Software Foundation zich toe en waarin verschilt dit van de acties van het Open Source Initiative ? Wat verstaan we onder open, halfopen en gesloten standaarden ? Hoe moet er omgesprongen worden met intellectuele eigendomsrechten en octrooien als het om software gaat ? In een afrondend gedeelte wordt dieper ingegaan op de bijzondere betekenis van de Free/Open Source Software (FOSS) gemeenschapsbenadering voor het onderwijs. Benadrukt wordt dat samen sleutelen aan softwareoplossingen die optimaler inspelen op de behoeften en de verwachtingen waarmee onderwijsinstellingen geconfronteerd worden, de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. Het uitwerken van generieke oplossingen helpt ervoor te zorgen dat er ook aan meer eigentijdse vormen van onderwijs en leren gesleuteld kan worden, zonder het risico te lopen dat onderwijsinstellingen opleidingscentra worden voor commercie¨le leveranciers van gesloten softwareproducten die af te nemen zijn voor wat ze zijn.
26
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
1. Vrije software en open broncode
&
1.1. Vrije software 1.1.1.
Wat is vrij ? _____________________________________________________
De Engelse term ‘free software’ is redelijk ambigu. Het Engelse free kan na-
begripsverwarring
melijk zowel ‘gratis’ als ‘vrij’ betekenen. Deze dubbelzinnigheid is er in de meeste andere talen niet, maar gezien het belang van het Engels in de softwarewereld, speelt dit een grote rol. Richard M. Stallman gebruikte de term ‘free software’ als eerste en maakte het onderscheid tussen de twee verschillende betekenissen met de uitspraak : ‘‘Free as in freedom, not as in beer’’ (Stallman, 2002). Hoewel deze uitspraak weinig aan de verbeelding overlaat, blijft er verwarring bestaan, omdat vrije software in de praktijk vaak ook gratis is. Dit zorgt niet zelden voor heel wat vooroordelen, die niet altijd terecht zijn. 1.1.2.
Vrije Software ____________________________________________________
1) Vrijheid GNU General Public
De Free Software Foundation (FSF) en het concept van vrije software (free
Licence
software) ontstonden in de jaren tachtig als reactie op het veranderende gebruik van auteursrechten in de westerse wereld, waarbij het gebruik en het aanpassen van software steeds meer beperkt werden. Tot op dat ogenblik werd software meestal in de academische wereld ontwikkeld en was die software in de praktijk vrij. Academici gebruikten elkaars software en ze wijzigden die om aan hun specifieke wensen te voldoen. Om het voortbestaan van die vrije software te garanderen, cree¨erden Richard M.
Open cursussen,
Stallman en Eben Moglen de GNU General Public License (GPL). GNU is een
p. 93
recursief acroniem dat staat voor ‘GNU is not Unix’. De ‘Unix’ waarnaar dit acroniem verwijst, is het eerste grote commercie¨le besturingssysteem ooit en ook de inspiratiebron voor Stallman en Linus Torvalds toen die een vrij besturingssysteem ontwikkelden met dezelfde functionaliteit. Intussen hebben de meeste Unix-varianten verscheidene GNU-programma’s in hun aanbod opgenomen. Aan de basis van de ideologie van de FSF liggen vier basisvrijheden. Vrije
basisvrijheden
software biedt de vrijheid om : 1
het programma voor elk doel te gebruiken;
2
de manier waarop het programma werkt, te bestuderen en het aan de
3
eigen behoeften aan te passen; het programma te verspreiden;
4
het programma te verbeteren en te verspreiden, zodat de hele gemeenschap er voordeel uit kan halen.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
27
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
Deze vier praktische vrijheden moeten voor vrije software de volgende vrijheden garanderen : n
de vrijheid om te leren;
n
de vrijheid om les te geven;
n
de vrijheid van concurrentie;
n
de vrijheid van meningsuiting;
n
de vrijheid van keuze.
De FSF past dezelfde principes ook toe op andere producten, zoals documentatie (GFDL of GNU Free Documentation License). 2) Prijs vrije software
Vrije software is totaal verschillend van de meeste soorten gratis software,
versus freeware
zoals freeware. Vrij en gratis lijken dicht bij elkaar te liggen en vrije software is vaak ook gratis, maar daar houden de parallellen op. Freeware heeft niet dezelfde ideologie als vrije software, omdat de producent ervan de eindgebruiker meer beperkingen wenst op te leggen. De licentieovereenkomst van freeware verschilt sterk van die van vrije software. Bij freeware wordt enkel een (beperkt) gebruiksrecht verleend, terwijl de gebruiker van vrije software onder andere ook het recht heeft om die aan te passen. Er bestaan verschillende soorten freeware, die vaak om commercie¨le redenen gratis beschikbaar worden gemaakt. Bij crippleware biedt de producent een uitgebreide versie van hetzelfde programma te koop aan en dient de freewarevariant om het product naambekendheid te geven. In het geval van loss leader pricing gebruikt de producent de programmatuur om andere, lucratieve diensten bij de klant te introduceren. Het gebeurt bovendien steeds meer dat het bedrijf de opbrengsten niet langer haalt uit de verkoop van hun software. De consument krijgt de software immers gratis, terwijl de adverteerders betalen om adware of spyware in de freeware te incorporeren. Bij adware betalen investeerders om reclameboodschappen aan de softwaregebruikers te tonen, terwijl spyware gegevens over de gebruiker verzamelt en die doorstuurt naar het bedrijf dat voor deze marketinggegevens betaalt. Dit kan erg ver gaan en juridisch gezien zitten deze praktijken in de meeste landen in een grijze zone (o.a. de wet op de privacy). 1.1.3.
De Free Software Foundation ______________________________________
De FSF is een non-profitorganisatie die in 1985 door Stallman werd opgericht ter ondersteuning van de beweging rond vrije software en ter promotie van de GNU-software. juridisch kader
Tijdens de beginjaren van de FSF werd vooral gewerkt aan de GNU-software, maar sinds 1991 ligt de nadruk veeleer op juridisch werk. De FSF heeft met de GPL een juridisch kader geschetst dat iedereen die vrije software ontwikkelt, kan gebruiken. De FSF wil op deze manier het gebruiken, bestuderen, kopie¨-
28
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
ren, aanpassen en distribueren van software promoten. Deze rechten, zoals beschreven in hun basisvrijheden, gebruikt de FSF om het gebruik van vrije software te stimuleren en mensen te motiveren om eraan mee te ontwikkelen. Op juridisch vlak verdedigen ze deze basisvrijheden door ervoor te zorgen dat de GPL wordt nageleefd. Het grootste probleem hierbij is dat stukken GPL-software soms in commercie¨le software gebruikt worden. Daarnaast heeft de FSF ook een uitgesproken mening over vrijheid bij het gebruik van software op het ethische en politieke vlak en proberen ze het bewustzijn van de mensen hierover te veranderen. 1.2. Open broncode 1.2.1.
Wat is ‘open’ ? ___________________________________________________
voor iedereen
De term open wordt volgens Van Dale gebruikt voor dingen die voor iedereen
beschikbaar
toegankelijk zijn, die openbaar zijn. In het geval van open source software gaat het erom dat de broncode open en dus voor iedereen beschikbaar is. De openheid in open standaarden duidt dan weer op het beschikbaar zijn van de specificaties van die standaarden, zodat iedereen die het wenst, er gebruik kan van maken (bijvoorbeeld de technische beschrijving van een bestandsformaat, zoals PDF). Dit is erg belangrijk om softwarepakketten van verschillende fabrikanten in staat te stellen gegevens uit te wisselen, bijvoorbeeld door elkaars bestanden te kunnen aanpassen.
ontstaan Open
1.2.2. Open source ______________________________________________________ Toen in 1998 het nieuws bekend werd dat Netscape plande om de broncode
Source Initiative
voor Navigator, de Netscape-browser, weg te geven, werd een strategische vergadering belegd tussen enkele tenoren uit de vrije software wereld. Onder andere John ‘Maddog’ Hall, Bruce Perens, Eric S. Raymond en Chris Peterson waren van de partij. Zij waren van mening dat de ambiguı¨teit van de term ‘free software’ enerzijds en de ethische en politieke activiteiten van de FSF anderzijds, een rem waren op de verspreiding van vrije software in het bedrijfsleven. Daarom stelde Peterson van het Foresight Institute voor om de term ‘open source’ te gebruiken, aangezien die term weerspiegelde wat het belangrijkste was voor de aanwezigen op de vergadering : het beschikbaar zijn van de broncode. Toen Raymond en Perens bij Richard Stallman, de drijvende kracht achter de FSF, met het ‘open source idee’ kwamen aanzetten, was Stallman in eerste instantie vrij enthousiast. Het verschil in ideologie zorgde er evenwel uiteindelijk voor dat de ideee¨n van Raymond, Perens en de anderen niet in de Free Software Foundation werden opgenomen. Daarom werd in februari 1998 het Open Source Initiative (OSI) opgericht.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
29
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
open source versus
1.2.3. Het Open Source Initiative _________________________________________ De reden om de naam ‘open source software’ te gebruiken in plaats van ‘vrije
vrije software
software’, was gedeeltelijk toe te schrijven aan de ambigue Engelse term ‘free software’. Een andere reden om de term ‘open source software’ te gebruiken in plaats van free software, was te wijten aan de filosofie die aan de basis ligt van de FSF. Het OSI wilde de bedrijven en openbare instellingen niet tegen de borst stoten door te radicaal de kaart van vrijheid als economisch principe te trekken, wat de FSF wel deed. Voor de FSF gaat het om ethische principes, terwijl de nadruk voor het OSI in de eerste plaats op de ontwikkelmethodologie ligt. Daar komt nog bij dat veel programmeurs die vrije software cree¨ren hun brood verdienen met het programmeren van commercie¨le software. Voor de Free Software Foundation is vrije software de enige goede weg, wat voor het OSI en zeker voor de bedrijfswereld te ver gaat. De definities van vrije software en open source software liggen in de praktijk erg dicht bij elkaar, waarbij die van vrije software iets strikter is dan die van open source software. Alle vrije software is bijgevolg open source software, maar het omgekeerde geldt niet noodzakelijk. De Free Software Foundation (FSF) en het Open Source Initiative (OSI) werken in de praktijk ook erg veel samen, maar het verschil in filosofie blijft. Het OSI legt de nadruk op computerprogrammatuur waarvan de broncode vrij beschikbaar is en waarbij het toegelaten is de software vrijwel onbeperkt te gebruiken, aan te passen en te verspreiden. De openheid waarvan sprake is bij open source software gaat dus verder dan het beschikbaar zijn van de broncode. Het hele concept gaat om de openheid naar anderen en is op die manier ook een ambigue term, zoals ‘free software’. Het zwaartepunt ligt voor het OSI bij de technische superioriteit van open source software, zoals door Raymond beschreven werd in zijn essay van 1997, The Cathedral and the Bazaar (De kathedraal en de bazaar), waar hij het softwareontwikkelingsmodel voor open source software vergelijkt met dat voor commercie¨le software (Raymond, 2001).
standaardiseren
1.2.4. Open standaarden ________________________________________________ Ook in de computerwereld is het belangrijk om zoveel mogelijk te standaardiseren. Standaarden vereenvoudigen de communicatie tussen verschillende systemen aanzienlijk. Een standaard kan worden beschouwd als een gemeenschappelijke taal, die ervoor zorgt dat verschillende applicaties rechttoe rechtaan elkaars data kunnen aanspreken.
open standaarden
De openheid bij open standaarden moet op dezelfde manier geı¨nterpreteerd worden als bij open source software. Het eigendomsrecht van de standaard en het recht de inhoud te bepalen, zijn gedecentraliseerd om te voorkomen dat e´e´n enkele partij beslissingen kan treffen die voor een andere partij nadelig zijn. Voor de standaarden die aan het internet gerelateerd zijn, is
30
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
het World Wide Web Consortium (W3C) opgericht. Tim Berners-Lee, die aan de wieg stond van het World Wide Web, leidt dit consortium. Meer dan 350 bedrijven uit verscheidene sectoren hebben een afgevaardigde in het W3C, waaronder Agfa-Gevaert, Alcatel, Apple Computer, Centre Europe´enne pour la Recherche Nucle´aire (CERN, waar het originele WWW ontwikkeld werd), Creative Commons, Google, HP, IBM, Lockheed Martin, Microsoft, Nokia, Siemens en de Vrije Universiteit in Nederland. Naast open standaarden kan men ook halfopen en gesloten standaarden onderscheiden. Hierna wordt een voorbeeld gegeven van de drie types om
halfopen en gesloten standaarden
het onderscheid duidelijk te maken. Een voorbeeld van een open standaard is de eXtensible HyperText Markup Language (XHTML), die gebruikt wordt om webpagina’s te cree¨ren. Deze standaard wordt beheerd door het W3C, waar niemand een eigen agenda kan doordrukken. Er moet steeds consensus bereikt worden en iedereen moet die standaarden volgen, zeker de leden van het W3C. Dit bleek in het verleden evenwel een probleem voor Microsoft (vooral de CSS-ondersteuning, die de grafische voorstelling definieert). Volgens de laatste berichten over Vista en de nieuwe Microsoft Internet Explorer (versie 7), zou Internet Explorer nog altijd de standaarden niet volledig ondersteunen. Aangezien Microsoft Internet Explorer over het grootste marktaandeel beschikt, ondermijnen ze zo de bruikbaarheid en geloofwaardigheid van open standaarden. Vanuit een commercieel oogpunt is dit een logische keuze van Microsoft, aangezien enerzijds alle webmasters (degenen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van websites) zullen zorgen dat hun site ook in Internet Explorer werkt en anderzijds de sites die met Microsoft-software (zoals Frontpage) gemaakt zijn, enkel met zekerheid goed zullen werken in Internet Explorer. Het is natuurlijk wel zo dat Microsoft ook deel uitmaakt van het W3C en daardoor enerzijds de standaarden mee vorm geeft en anderzijds zich ertoe verbindt die in hun software te implementeren. Door dit niet volledig te doen, gaan ze in tegen de basisgedachte van het W3C. Een voorbeeld van een halfopen standaard is Java, een programmeertaal om programma’s te maken die op verschillende platformen gebruikt kunnen worden, zoals Linux, Windows en MacOS. Daarvoor wordt een laag tussen de programmacode en het besturingssysteem ingebouwd. Deze laag noemt men de Java Virtual Machine (JVM) en die staat in voor de vertaling van een Java-programma naar programmacode die door het onderliggende besturingssysteem wordt begrepen. Deze programmeertaal is erg populair en wordt vaak gebruikt. Hoewel de specificaties publiek gemaakt zijn, blijven ze eigendom van Sun Microsystems. Er bestaan ook andere implementaties van de JVM, maar wanneer Sun Microsystems zou beslissen om de specificaties ingrijpend te wijzigen, werken nieuwe programma’s misschien niet langer op de oude Java Virtual Machines. Op deze manier kan Sun Micro-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
31
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
systems de eigen competitieve voorsprong behouden, wat natuurlijk in Sun’s voordeel is, maar niet noodzakelijk in dat van de eindgebruiker, wiens software misschien niet langer werkt. Dit probleem kan worden vermeden door een Java Virtual Machine van een ander bedrijf te gebruiken, zoals de JVM van IBM of het vrije Kaffe, maar de nieuwigheden zijn dan niet beschikbaar. Er zijn verschillende redenen om voor een halfopen standaard te kiezen. Je behoudt als moederbedrijf nog altijd de volledige controle over de specificaties, waardoor je ten minste je autonomie kunt vrijwaren als je het wilt wijzigen. Je hebt ook de voordelen van een open standaard, aangezien iedereen de specificaties kan inzien en de verspreiding van je ontwikkelingen kan bespoedigen door er gebruik van te maken. Daardoor wordt de markt groter en kan het moederbedrijf haar invloed uitbreiden. Het moederbedrijf is op die manier ook de partner bij uitstek om van die halfopen standaard gebruik te maken, aangezien zij zich bij de bron bevinden. In het geval van Sun Microsystems wil dit zeggen dat zij de ideale partner zijn om Java software te ontwikkelen of consultancydiensten aan te bieden. Het Portable Document Format (PDF) was ook een halfopen standaard die eigendom was van Adobe Systems. Die is intussen evenwel door het ISO (International Standards Organization) erkend en dus een open standaard geworden, aangezien de specificaties niet langer eenzijdig gewijzigd kunnen worden. Ten slotte is er nog het gesloten bestandsformaat, dat Microsoft Word gebruikt. Het is een de facto standaard voor tekstverwerking binnen de Windows-omgeving, maar enkel Microsoft kent de interne structuur van het bestandsformaat en kan die wijzigen. Men heeft dus enkel zekerheid over compatibiliteit met het bestandsformaat als men Microsoft Word gebruikt. Andere leveranciers van kantoorsoftware doen natuurlijk hun uiterste best om compatibiliteit met Microsoft Word te garanderen, maar dit is niet zo makkelijk. Er zijn geen specificaties die ze kunnen interpreteren en men moet dus onderzoeken hoe de dingen in het Microsoft Word-bestandsformaat worden opgeslagen. Dit staat bekend als reverse engineering, waarbij software onderzocht wordt in de hoop te achterhalen aan welke eisen het programma voldoet, vaak om een concurrerend product te ontwikkelen. Intussen is er in de Verenigde Staten evenwel een wet goedgekeurd die reverse engineering in de VS strafbaar maakt. Omdat Microsoft Word een gesloten bestandsformaat gebruikt, hebben andere kantoorsoftware, zoals OpenOffice Writer, vaak problemen om de geavanceerde eigenschappen van een Worddocument te converteren, waardoor soms wat lay-out verloren gaat. Vanuit het oogpunt van de consument zijn open standaarden vanzelfsprekend te verkiezen. Dit geldt trouwens ook voor veel bedrijven, aangezien de potentie¨le samenwerking met andere software vaak een troef is.
32
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
2. Free/open source software (FOSS) en intellectuele eigendom
&
2.1. Intellectuele eigendomsrechten en softwareoctrooien intellectueel
Auteursrechten en octrooien (patent in het Engels) worden doorgaans sa-
eigendomsrecht
mengenomen tot intellectuele eigendom en spelen ook in de softwarewereld een belangrijke rol. De juridische kant van softwareontwikkeling, zoals intellectuele eigendom en licentieovereenkomsten, wordt wereldwijd verschillend ingevuld. Hoewel het intellectuele eigendomsrecht tot doel heeft innovatie te stimuleren door uitvinders bescherming te bieden, stuit het toch op weerstand. Bill Gates wees erop dat er in 1991 geen vooruitgang in de software-industrie geweest zou zijn, mochten octrooien in die tijd op dezelfde wijze toegekend zijn als nu het geval is. Momenteel kan in de Verenigde Staten (bijna) alles gepatenteerd worden, waardoor bedrijven nu octrooien moeten kopen of uitwisselen, wat nieuwe initiatieven bemoeilijkt.
tegenstand
Thomas Jefferson vergeleek het hebben van een idee met een brandende
softwareoctrooien
fakkel. Als iemand zijn fakkel aansteekt door die tegen die van iemand anders te houden dan neemt hij niets weg, maar voegt slechts zijn eigen licht toe aan de wereld. Bij intellectuele eigendom gaat het immers hoofdzakelijk om ideee¨n en niet om goederen. De overdracht van een goed betekent daarentegen dat de originele eigenaar het goed niet langer bezit. Intellectuele eigendom beschermt uitvindingen en stimuleert innovatie door de eigenaar de kans te geven om dure investeringen terug te verdienen en winst te maken. In de Verenigde Staten is hetzelfde systeem ook toegepast op software, hoewel vernieuwingen in softwareprogramma’s amper investering vereisen. In Europa is de implementatie van een vergelijkbare regeling voorlopig tegengehouden, onder andere door fel protest van de FOSS-gemeenschap (aanhangers van free/open source software, waaronder de Free Software Foundation en het Open Source Initiative), die geen software meer kan ontwikkelen als ze dure licenties op octrooien moet betalen, waardoor octrooien innovatie doden in plaats van te beschermen. Deze tegenstanders van softwareoctrooien argumenteren dat er geen investeringen te beschermen zijn. Bovendien blijkt uit de praktijk dat softwareoctrooien vernieuwingen veeleer hinderen dan stimuleren. Softwareoctrooien, zoals ze momenteel in de Verenigde Staten worden toegekend, maken het immers onmogelijk om software te ontwikkelen die dezelfde functionaliteit heeft als reeds bestaande software en dit komt de concurrentie niet ten goede. Een derde bezwaar komt voort uit de manier waarop softwareoctrooien in de Verenigde Staten in de praktijk gebruikt worden. Een bekend voorbeeld hiervan is het ‘One Click Shopping’-octrooi waarmee Amazon erin slaagde Barnes & Noble te dwingen om een extra
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
33
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
click in te voeren bij een aankoop van een klant in hun online winkel. Dit voorbeeld toont aan dat niet alleen innovatieve ideee¨n beschermd kunnen worden, maar ook triviale. Dit wordt als innovatiedodend beschouwd. Dit laatste argument wordt ondersteund door het onderzoek van James Bessen en Eric Maskin, professoren economie aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Zij toonden aan dat de introductie van softwareoctrooien maar een economisch nut heeft als een monopolie de nuttigste vorm van softwareproductie is. Software is beschermd door copyright. In vergelijking met octrooien biedt dit een beter evenwicht tussen de bescherming van de auteur enerzijds en technologische innovatie anderzijds. Men kan dit vergelijken met boeken, waarbij het auteursrecht geldt op de verwoording, maar de auteur de verhaallijn (bijvoorbeeld een passionele moord) niet als zijn eigendom kan beschermen. Open cursussen,
Naast open softwarelicenties zijn er ook open licenties voor de informatie
p. 98
zelf, zoals die gebruikt worden door het MIT in haar ‘Open Courseware’initiatief (OCW). Met het OCW wil het MIT alle cursusinhouden voor het brede publiek beschikbaar maken. 2.2. Meer dan software : het initiatief Creative Commons
afgeleide werken
Het internet heeft het makkelijker gemaakt om wereldwijd bronnen te raad-
publiceren
plegen en eventueel te gebruiken om daarmee een eigen, afgeleid werk te cree¨ren. Het is evenwel moeilijk om dit afgeleide werk te publiceren. In de meeste landen wordt elke creatie automatisch beschermd door het auteursrecht. Op deze manier worden de intellectuele rechten van een auteur gevrijwaard, maar deze bescherming gaat vaak verder dan de auteur zelf nodig acht. Zo kan de auteur van mening zijn dat zijn idee door anderen gebruikt mag worden, dat zijn muziek gekopieerd mag worden als men er geen geld mee verdient, enzovoort. Tot voor kort was het enige alternatief het werk in het publieke domein onder te brengen. Wanneer de auteur dat niet expliciet doet, is het werk wel door de auteurswetgeving beschermd. Alle rechten op het eigen werk afstaan, gaat voor veel auteurs evenwel te ver. Daarom ont-
Vrije toegang tot
stond er een nieuw initiatief : Creative Commons. Hiermee willen de initia-
informatie ... p. 75
tiefnemers een raamwerk geven om op een eenvoudige manier afstand te
Open cursussen,
doen van sommige van de auteursrechten. In tegenstelling tot standaard
p. 93
auteursrechtelijk beschermd materiaal, waar ‘all rights reserved’ geldt, zijn bij de Creative Commons ‘some rights reserved’. Over de volgende zaken moet de auteur een beslissing nemen wanneer die onder een Creative Commons-licentie een werk wil beschikbaar maken :
34
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
n
n
n
n
‘attribution’ : moet de gebruiker vermelden wie de auteur is ? ‘noncommercial’ : mag het materiaal voor commercie¨le doeleinden gebruikt worden ? ‘no derivative works’ : mag de gebruiker een afgeleid werk cree¨ren ? ‘share alike’ : moet het afgeleide werk onder dezelfde licentie beschikbaar gemaakt worden ?
n
‘public domain’ : geen rechten voorbehouden !
Op de Creative Commons-website (8 creativecommons.org) zijn specifieke secties voor muziek, beeldmateriaal, foto’s, tekst en onderwijs, en heeft men onder andere een zoekmachine voor dat specifieke deelsegment. De Creative Commons-website voor Belgie¨ kan men vinden op 8 creativecommons. org/worldwide/be, maar sinds de licentie volledig is afgewerkt, is ze geı¨ntegreerd in de overkoepelende Creative Commons-licentie. Deze licentie geldt voor een aantal landen (21 intussen) en is door juristen uit die landen opgesteld.
3. FOSS versus commercie¨le software
&
3.1. Open broncode versus gesloten broncode open source versus
De praktische verschillen tussen open source software en commercie¨le soft-
commercie¨le
ware (‘proprietary software’ in het Engels) concentreren zich rond het al dan
software
niet beschikbaar zijn van de broncode en de eigendomsrechten op de software. De gebruiksrechten die een gebruiker van commercie¨le software heeft, verschillen ook sterk van het ene softwarepakket tot het andere. Bij FOSS is de variatie veel kleiner, onder andere door de populariteit van de GPL.
over GNU/Linux,
Tijdens de LinuxWorld Conference in augustus 2005 in San Francisco sprak
zie ook :
Chris DiBona, de open source program manager van Google Inc., over enkele
Extremadura :
van de redenen waarom Google GNU/Linux gebruikt in plaats van een ander
Vrije software in
besturingssysteem, zoals Microsoft Windows. Hij haalde ontevredenheid
onderwijs en ... p. 50
met de commercie¨le aanbiedingen aan als een van de redenen, hoewel dit vroeger nooit als drijfveer genoemd was. Aangezien Google aanpassingen doet aan het besturingssysteem om hun zoekmachine te optimaliseren, is er een groot verschil tussen Windows en GNU/Linux. Bij Windows, of gelijk welk commercieel product, zou Google verplicht zijn om aan Microsoft toelating te vragen en dit was volgens DiBona geen optie. Hij haalde verder ook de modulariteit van Linux aan en het feit dat je bij commercie¨le aanbiedingen ook betaalt voor de dingen die je niet wilt.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
35
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
De verschillen tussen commercie¨le licentieovereenkomsten en die voor vrije software zorgen voor heel wat praktische verschillen, die we verder in detail zullen bespreken. 3.1.1.
Lock-in __________________________________________________________
waarom gesloten
Wie met de verkoop van software geld wil verdienen, zal de broncode niet
software ?
vrijgeven. Concurrenten kunnen dan immers de code inkijken en eventueel onderdelen overnemen, terwijl eindgebruikers de broncode opnieuw kunnen compileren en de software kunnen gebruiken zonder ervoor te betalen. Wanneer er systemen zijn ingebouwd om te voorkomen dat de software door niet-geregistreerde gebruikers wordt gebruikt, is het makkelijk om die te omzeilen als men de broncode heeft. Een andere reden waarom een softwareontwikkelaar zijn software als gesloten software beschikbaar zou maken, is de mogelijke lock-in. Als we terugdenken aan het voorbeeld over het Microsoft Word-bestandsformaat, weten we dat het moeilijk wordt om over te schakelen naar andere pakketten als daarmee de vroeger geproduceerde data niet langer toegankelijk zijn. Dit is in een bedrijfsomgeving een regelrechte ramp. Deze manier is erg lucratief wanneer het bedrijf binnen een bepaald marktsegment over een (quasi)monopolie beschikt, maar wanneer dat niet het geval is, is een halfopen formaat een betere keuze. De openheid maakt ruimte voor concurrentie door andere vergelijkbare producten te laten ontwikkelen. Toch kan men het competitieve voordeel altijd verzilveren door de specificaties lichtjes aan te passen, wat eenzijdig kan worden gedaan. Deze redenering geldt natuurlijk enkel voor software die gecommercialiseerd wordt. Heel wat software wordt voor intern gebruik ontwikkeld, om behoeften binnen het bedrijf de lenigen. Onderzoek heeft uitgewezen dat aan het begin van de eenentwintigste eeuw ten minste 90 % van de programmeurs in loondienst geen software produceerden om te verkopen, maar software ontwikkelden of aanpasten voor andere toepassingen, zoals intern gebruik. Aangezien het leeuwendeel van de software niet ontwikkeld wordt om een product voor verkoop af te leveren, is er weinig reden om die software niet openbaar te maken. Soms zijn er wel goede redenen, zoals geheimhouding, maar vaak is dit gewoon een reflex. Wanneer het al ontwikkelde facturatieprogramma bijvoorbeeld onder een vrije licentie wordt vrijgegeven, kunnen anderen ook verder aan de software ontwikkelen, wat de toekomstige ontwikkelingskosten aanzienlijk kan reduceren. Wanneer dit facturatieprogramma niet wordt vrijgegeven uit vrees de concurrenten hiermee te helpen, moet er ook rekening mee gehouden worden dat de volledige ontwikkelings- en onderhoudskost door de eigen onderneming gedragen moet worden, wat zelden goedkoper is.
36
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
3.1.2. Bugs ____________________________________________________________ Als men zich van de kwaliteit van een programma wil vergewissen, is toe-
beveiliging
gang tot de broncode erg belangrijk. Men kan de broncode onderzoeken op potentie¨le beveiligingslekken of andere fouten in de software. Een gewone eindgebruiker heeft daarvoor meestal de middelen niet, maar een instelling zoals de Belgische Staatsveiligheid wel. Bij software waarvan de broncode niet beschikbaar is, moet er afgegaan worden op het woord van de producent, die sowieso partijdig is. De openheid van de broncode zorgt ervoor dat iedereen de software onder de loep kan nemen, iets wat bij gesloten software moeilijker ligt. Vaak gaat het dan om mensen met slechte bedoelingen (crackers, script kiddies, ...). Bij gesloten software rekent men tot op zekere hoogte op de tests van de fabrikant, aangezien black-boxtesting minder efficie¨nt is. Naast de beveiliging, is ook de stabiliteit erg belangrijk. Wanneer een bedrijf
stabiliteit
investeert om een softwarepakket te evalueren, kan iedereen daarvan meegenieten. De eventuele problemen die aan het licht gekomen zijn, worden dan immers verholpen. De persoon die de fout ontdekt heeft, kan die zelf verhelpen of ze rapporteren, zodat iemand uit het team van ontwikkelaars het probleem kan oplossen. Analyse van het werk van collega’s bestaat ook in de academische wereld. Wetenschappelijke artikels worden meestal door peer review beoordeeld, waarbij collega’s uit hetzelfde vakgebied de ideee¨n en resultaten analyseren. 3.1.3. Kwaliteit ________________________________________________________ Kwaliteit is natuurlijk erg belangrijk voor software die bepaalde problemen
kwaliteitsverschil ?
oplost of in bepaalde behoeften voorziet. De prijs speelt meestal ook een rol, maar een product dat niet voldoet, wordt niet in overweging genomen. De vraag rijst of er een verschil in kwaliteit is tussen commercieel ontwikkelde software en software volgens het open source gemeenschapsmodel. Zoals te verwachten is, zijn de meningen verdeeld. De traditionele softwarehuizen vinden dat het gesloten model dat zij gebruiken het enige is dat garant kan staan voor kwaliteit, aangezien het ontwikkelingsproces via vaste, beproefde procedures verloopt. De mening van de open source gemeenschap staat daar lijnrecht tegenover. Zoals door Eric S. Raymond beschreven werd in The Cathedral and the Bazaar, vindt de open source gemeenschap het open karakter onontbeerlijk voor het ontwikkelen van goede software. De software wordt op deze manier door veel meer mensen gecontroleerd dan commercie¨le software. Wat beveiliging betreft, is het open source model superieur, omdat in de beveiligingswereld algemeen geweten is dat ‘security by obscurity’ niet werkt. Dat valt te vergelijken met de sleutel van de voordeur onder de deurmat te leggen. Dit werkt zolang niemand de sleutel weet liggen, maar je mag
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
37
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
hier nooit op vertrouwen. Volgens het open source model wordt aan iedereen meteen verteld dat de sleutel daar ligt en wordt er een nieuwe versie gemaakt met een ander slot, waar die sleutel niet meer op past. Het voordeel is dat ook de mensen die de software gebruiken, op de hoogte zijn en niet enkel degenen die er misbruik van zouden maken. Welk van de twee paradigma’s de kwalitatief beste software oplevert, hangt van verschillende factoren af. Open source software die stabiel is en een zekere gebruikersbasis heeft, is gewoonlijk kwalitatief ten minste evenwaardig aan het gemiddelde commercie¨le softwarepakket (ook daar zijn variaties in geleverde kwaliteit). Voor de kleinere projecten ligt dat vaak anders, omdat de kritische massa die de software test en bugs kan melden, nogal klein is. Het voordeel is dan weer dat de gevonden bugs ve´e´l sneller opgelost worden bij open source software dan bij commercie¨le software. Bedrijven zullen enkel stabiele software gebruiken. Als die niet voorhanden is, zullen ze zelf de nodige investeringen doen om de software stabiel te maken. Een voorbeeld hiervan zijn de film- en animatiestudio’s in Hollywood. De meeste studio’s zijn al geruime tijd op GNU/Linux overgeschakeld, zodat ze zelf de code kunnen aanpassen als dat nodig zou zijn om een deadline te halen. Veel animatiestudio’s gebruiken Adobe Photoshop, de de facto standaard voor professionele beeldbewerking, maar daar bestaat momenteel geen GNU/Linux-versie van. Daarom heeft onder andere Disney wat geld geschonken aan het WINE-team (‘Wine Is Not an Emulator’, opnieuw een recursief acronym) om WINE compatibel te maken met Adobe Photoshop. WINE is een vrij programma dat het mogelijk maakt om Windows-programma’s op het GNU/Linux-platform te gebruiken. 3.1.4. de kosten
Prijs ____________________________________________________________
Prijs is een complex gegeven. Vrije en open source software zijn meestal gratis, wat bij commercie¨le software zelden het geval is. De aankoopprijs is evenwel niet het enige aspect dat de totaalprijs van een product bepaalt. Men moet immers ook rekening houden met het feit dat gebruikers die gewoon zijn met een bepaald product te werken, mogelijk een opleiding nodig
getuigenissen van
zullen hebben wanneer men op andere software overschakelt. Bovendien zal de overgangsperiode sowieso door productiviteitsverlies gekenmerkt
Deel 4 : Twee de migratie van
worden. Ook wat het onderhoud betreft, zijn er verschillen. Het is best mo-
gesloten naar open
gelijk dat beide producten op een andere manier onderhouden moeten wor-
software-
den. De ene methode kan daarbij goedkoper zijn dan de andere. Bovendien is
toepassingen, p. 187
het waarschijnlijk dat het ene product een andere technische kennis vereist dan het andere. De verantwoordelijke moet over deze technische kennis beschikken of daarvoor opgeleid worden. Deze factoren worden gewoonlijk onder de noemer Total Cost of Ownership gegroepeerd.
38
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
In de praktijk moet er vooral rekening gehouden worden met de omschakeling van de gebruikers. De introductie van elk product, ongeacht de technische superioriteit, staat of valt met hoe de eindgebruikers het ervaren en dus hoe ze daarin begeleid worden. 3.1.5.
Problematiek van de ondersteuning _________________________________
klanten-
Er wordt vaak gezegd dat een nadeel van FOSS de beschikbare klanten-
ondersteuning
ondersteuning is. Commercie¨le producten zouden veel beter ondersteund worden, omdat de producent onder andere met deze ondersteuning zijn brood verdient. Dit blijkt niet altijd waar te zijn. Traditioneel gezien is het ondersteuningsmodel van FOSS altijd erg verschillend geweest van dat van commercie¨le software. De hele aanpak van de FOSS-gemeenschap is gemeenschapsgedreven. Er is geen vast aanspreekpunt en men kan dus ook niemand verantwoordelijk stellen, indien eventuele problemen niet opgelost raken. Rond de grote FOSS-projecten heeft zich intussen ook al een commercie¨le dienstverlening gevormd. Red Hat, SuSE en andere leveranciers van GNU/ Linux-distributies bieden onder andere ondersteuning aan hun klanten aan. Rond de erg populaire Zope-applicatieserver en de even populaire Plone content management server (CMS) die op Zope verder bouwt, bestaan er erg veel bedrijven die extra functionaliteit ontwikkelen op maat, bij de klant de software installeren en onderhouden, support leveren, etc. Het bovenstaande verwijst in eerste instantie naar de grote FOSS-projecten. Het is immers belangrijk om een zekere kritische massa (minimumaantal gebruikers) te bereiken voordat zich rond een project economische activiteit zal ontwikkelen. Dat geldt evenwel ook voor commercie¨le projecten. Een project dat economisch niet rendabel is, zal door een commercieel bedrijf niet opgestart worden of stopgezet worden. Bij een FOSS-project is dit wel mogelijk, aangezien men niet verplicht is om alle randactiviteiten te ontplooien. De kritische massa is met andere woorden erg belangrijk en ook bepalend voor de continuı¨teit van software, hoewel er hier een groot verschil is tussen FOSS- en commercie¨le software. Wanneer het bedrijf dat de gesloten software ontwikkeld heeft, deze software wil stopzetten, moet de klant op zoek gaan naar een alternatief. Intussen blijven de gegevens vaak in een onbekend formaat gegijzeld. Bij open software is dit gevaar er niet. Indien men dit zou willen, kan men het product zelf verder ontwikkelen; zo niet, dan kan men nog altijd aan de eigen gegevens, aangezien de broncode beschikbaar is en dus nagegaan kan worden hoe het bestandsformaat precies in elkaar zit. Bovendien dreigt goede software verloren te gaan, wanneer het moederbedrijf in financie¨le problemen raakt. Een voorbeeld daarvan is Blender, een erg krachtig FOSS 3D rendering pakket. Dit pakket was eerst eigendom van het Nederlandse bedrijf Not a Number (NaN), maar in 2002 trok de financierder zich uit NaN terug en ging het failliet. De oorspronkelijke stichter van
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
39
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
NaN, Ton Roosendaal, en enkele van de vroegere werknemers, wilden niet dat de software verloren zou gaan. Roosendaal ging daarop met de curator en schuldeisers praten, in de hoop de Blendersoftware onder een vrije licentie beschikbaar te maken. Uiteindelijk gingen de schuldeisers akkoord om de rechten voor 100.000 euro te verkopen. Het geld om dit te financieren, moest van de FOSS-gemeenschap komen. In amper zeven weken tijd werd het bedrag verzameld, waardoor Blender nu vrije software is. Dergelijk (bijna) rampscenario kan zich natuurlijk niet afspelen bij software, die al bij het aanvangen van de ontwikkeling vrije software is, aangezien niemand over exclusieve rechten beschikt. Dit biedt de gebruiker van de software meer garantie voor de continuı¨teit. 3.2. Wat kiezen bedrijven en waarom ? voordelen open
Devoordelenvangeslotensoftwarevoorhetbedrijfdatontwikkelt,ligtvoorde
software
hand. Toch heeft vrije en open software ook haar voordelen. Het bedrijf dat de ontwikkeling start, hoeft de ontwikkelingskosten niet meer alleen te dragen enbehoudttochvooreengrootstukdecontroleoverhetproject,aangeziendat bedrijf vaak het sterkst vertegenwoordigd is. Dit principe geldt specifiek voor software die binnen de onderneming geen strategische rol speelt. Kleinere bedrijven die de slagkracht ontbreken om grote softwareprojecten te dragen, zijn dankzij het ontwikkelingsmodel van open source in staat om toch van dergelijke projecten deel uit te maken. Zo kunnen ze hun klanten complexere softwareoplossingen aanbieden, waarbij ze nog altijd in staat zijn om het pakket aan de wensen van de klant aan te passen. Het voordeel voor de klanten is dat zij enkel de ontwikkelkosten moeten dragen van de uitbreidingen die specifiek voor hen werden geı¨mplementeerd. 3.3. De SCO-zaak
rechtszaken
De SCO-zaak is een verzamelnaam voor alle rechtszaken tussen enerzijds de SCO Group en anderzijds onder andere IBM, Novell, Red Hat en DaimlerChrysler. Naast de hoge entertainmentwaarde van dit juridische steekspel, zijn er ook enkele belangrijke gevolgen voor de Linux-gemeenschap. De zaak is gestart door de SCO Group, omdat er volgens hen code in Linux gebruikt was, waarvan zij het copyright zouden bezitten. Dit heeft ertoe geleid dat sommige bedrijven een fonds startten om de juridische kosten te dekken van Linux-gebruikers. Deze vrijwaring tegen juridische vervolging (indemnification) was al langer gebruikelijk voor commercie¨le software. Dit is een duidelijk signaal dat het de grote marktspelers menens is wat Linux betreft, wat het vrije besturingssysteem meer slagkracht geeft. Meer info over deze zaak is te vinden bij Groklaw (8 www.groklaw.net).
40
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
4. De gemeenschapsgedreven aanpak, ideaal voor het onderwijs ?
&
4.1. Het FOSS-model gemeenschaps-
Het FOSS-softwareontwikkelingsmodel wordt niet centraal geleid, in tegen-
model
stelling tot softwareontwikkeling bij commercie¨le bedrijven. Om de beeldspraak van Eric S. Raymond te gebruiken, worden commercie¨le bedrijven geleid zoals een kathedraal, terwijl de FOSS-wereld veeleer als een bazaar geleid wordt, wat volgens Raymond geen slecht punt is. De gemeenschapsgedreven (‘community driven’) aanpak is een grote troef voor de FOSSgemeenschap, aangezien men zo een netwerk uitbouwt van mensen met soortgelijke interesses. Ook al kent men elkaar niet persoonlijk, men kan binnen het kader van het netwerk op elkaar rekenen. Dit gemeenschapsmodel geldt natuurlijk niet alleen voor de ontwikkeling van software, maar ook voor de beslissingsprocessen en de onderlinge samenwerking. Alles wordt in overleg beslist en voor alles wordt er samengewerkt. Deze manier van werken heeft als voordeel dat men niet afhankelijk is van e´e´n bepaalde persoon die alles centraal leidt. Het nadeel is dan weer dat het beslissingsproces langer duurt naargelang meer mensen beslissingsrecht hebben. Uiteindelijk draait alles om de samenwerking tussen de verschillende partijen. Een mooi voorbeeld zijn de bedrijven die zich rond de applicatieserver Zope en het CMS Plone gevormd hebben. Er is een reeds bestaande codebase (programmacode die de basis vormt) en wanneer klanten specifieke eisen hebben, kunnen die bedrijven dat ontwikkelen en ook weer voor de rest van de gemeenschap beschikbaar maken, inclusief hun concurrenten. Hoewel de GPL toelaat om bepaalde uitbreidingen voor een klant te ontwikkelen, zonder die vrij te geven, dringen alle ontwikkelaars erop aan dit toch te doen. Zo ontstaat er een symbiose, aangezien alle bedrijven een bijdrage leveren, waarbij de bedrijven die het meeste werk voor klanten uitvoeren, ook het meeste aan de gemeenschap teruggeven. Op deze manier komt er een samenwerkingsverband tot stand, waarbij een product gecree¨erd wordt met een vergelijkbare of betere kwaliteit en vergelijkbare of betere mogelijkheden dan de grote marktspelers, die over veel grotere (centrale) budgetten voor onderzoek en ontwikkeling beschikken. 4.2. FOSS in onderwijsinstellingen
informatisering in
Free/open source software heeft vooral in het onderwijs nog een groot po-
het onderwijs
tentieel. Door de toenemende informatisering wordt de computer steeds belangrijker in onze maatschappij en ook binnen het onderwijs. Dit vergroot de financie¨le druk voor instituten en studenten alleen maar. Het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap publiceerde onlangs Vrije soft-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
41
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
ware in het onderwijs, waarin een overzicht gegeven wordt van de belangrijkste FOSS-pakketten die in het onderwijs van nut kunnen zijn (De Craemer, 2005). Wanneer een bepaald softwarepakket binnen een opleiding gebruikt wordt, is de student vaak verplicht om dezelfde software aan te schaffen of er illegale kopiee¨n van te gebruiken. Het eerste is voor sommige studenten niet mogelijk en het tweede kan vanzelfsprekend niet gestimuleerd worden. kritiek op monopolie Microsoft
Als een docent bijvoorbeeld Microsoft Word gebruikt en in de elektronische leeromgeving documenten in het Wordformaat inbrengt, is de student verplicht een pakket te gebruiken dat het Wordformaat kan lezen. Omdat het Microsoft Wordformaat een gesloten bestandsformaat is, ligt het niet voor de hand om deze bestanden met andere software dan Microsoft Word te openen. Ofwel moet het formaat geconverteerd worden, waarbij de student niet met zekerheid weet in hoeverre het resultaat van de conversie overeenstemt met het origineel, ofwel wordt de student gedwongen om zich Microsoft Word aan te schaffen. Aangezien het Microsoft Word-formaat een gesloten standaard is, is er ook geen enkele garantie dat het mogelijk blijft om dit formaat te lezen. Dit kan voor problemen zorgen bij automatische indexatie in een leeromgeving (om de tekst in Microsoft Word-documenten te doorzoeken), bij het voorlezen van de teksten of het beschikbaar maken van de inhoud via een braillelezer, enzovoort. Een ander voorbeeld is dat men de studenten al te vaak met Microsoft Word leert werken als hun het gebruik van een tekstverwerker wordt bijgebracht. De studenten hebben die software dan ook nodig om thuis te kunnen oefenen. Ten slotte wordt vaak gevraagd om opdrachten die digitaal moeten worden ingediend, in Microsoft Word-formaat in te dienen. PDF is een formaat dat hiervoor beter geschikt zou zijn. Intussen gaan er ook steeds meer stemmen op die vinden dat het niet kan dat de meeste onderwijsinstellingen gratis opleidingscentra voor hoofdzakelijk Microsoft zijn, terwijl het onderwijs door de verschillende overheden
Deel 4 : Twee
gesubsidieerd wordt. Enkele onderwijsinstellingen, zoals de Associatie Universiteit Gent (Univer-
getuigenissen van
siteit Gent, Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool en Hogeschool West-
de migratie van
Vlaanderen) en de Universitaire Associatie Brussel (Vrije Universiteit Brus-
gesloten naar open
sel en Erasmushogeschool Brussel), gebruiken frequent vrije software, bij-
software-
voorbeeld Dokeos als elektronische leeromgeving. In het bijzonder de Vrije
toepassingen, p. 187
Universiteit Brussel draagt de FOSS-wereld een warm hart toe. Richard M. Stallman ontving in november 2004 een eredoctoraat en in februari 2005 werd het boek How open is the future ? gepubliceerd door de VUB Press, dat onder andere dieper ingaat op de kerngedachte van de FOSS-beweging (Wynants en Cornelis, 2005).
42
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
Verschillende softwareoplossingen voor educatiedoeleinden zijn onder een
alternatieven
vrije licentie beschikbaar. Freeduc (8 ofset.sourceforge.net/freeduc) is een catalogus van vrije educatiesoftware. Dit is een initiatief van de Open Source Education Foundation (8 www.osef.org). Knosciences (8 gistlabs.homeli nux.net/Knosciences) is een soortgelijk initiatief. Knoppix for Kids is ook een initiatief van de Open Source Education Foundation (OSEF), die met dit project een cd-rom gecree¨erd heeft met educatieve software voor kinderen. De gebruiker kan rechtstreeks van de cd-rom opstarten en zo alle software uitproberen. Een ander initiatief is Quantian (8 dirk.eddelbuettel.com/quantian.html), dat een cd-rom met wetenschappelijke software biedt. KNOWIMS (8 wims.unice.fr/knowims/index-nl.html) is een initiatief dat zich specifiek op wiskunde toespitst en het actieterrein van Bioknoppix (8 bioknoppix.hpcf.upr.edu) is de moleculaire biologie. 4.3. De mogelijkheden van het FOSS-model voor het onderwijs De kernactiviteit van een onderwijsinstelling is het verschaffen van onderwijs en niet het ontwikkelen van software. Daarom is het FOSS-model erg
softwareprojecten in het onderwijs
geschikt voor onderwijsinstellingen, aangezien het samenwerking in de hand werkt. Een betere samenwerking laat toe om de beschikbare financie¨le middelen beter in te zetten, waarbij alle partijen met de verhoogde efficie¨ntie hun voordeel kunnen doen. De softwareprojecten binnen het onderwijs zijn in twee categoriee¨n op te splitsen : ondersteunende software en software die rechtstreeks betrekking heeft op het onderwijs. samenwerking
Voor sommige administratieve taken bestaat er geen software die volledig
tussen scholen
voldoet aan de behoeften van de instelling, maar vaak is het ook niet haalbaar om die te laten ontwikkelen. Dit kan wel als er samengewerkt wordt. Wanneer verschillende scholen besluiten om een programma te laten ontwikkelen voor bijvoorbeeld het reserveren van klaslokalen, dan kunnen de kosten gedeeld worden. Omdat het in zo’n geval software-op-maat betreft, ligt de prijs mogelijk hoger dan die van vergelijkbare standaardsoftware (als die bestaat). Samenwerken was vroeger ook al mogelijk, maar er konden zich altijd problemen voordoen. Het softwarebedrijf dat het programma ontwikkeld had, was vaak de eigenaar van de broncode, wat voor een lockin zorgde. Het bedrijf kon voor latere aanpassingen monsterbedragen vragen, aangezien het het enige bedrijf was dat de uitbreiding kon maken. Een ander potentieel probleem bestond erin dat de betrokken partijen voor de verdere ontwikkeling van de software niet tot een overeenkomst konden komen, omdat hun wensen niet overeenstemden.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
43
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
Wanneer men zelf over de auteursrechten beschikt, kan men altijd naar een ander softwarebedrijf stappen om de gewenste aanpassingen te laten uitvoeren. Wanneer men de software dan ook nog eens onder een vrije licentie zou uitbrengen, kan iedereen de software gebruiken en aanpassen. Dat anderen dat ook kunnen gebruiken, heeft geen voordelen op korte termijn, maar als de gebruikersgroep groeit, groeit ook de groep ontwikkelaars. Het feit dat anderen de software ook kunnen aanpassen en uitbreiden, heeft als voordeel dat andere ontwikkelaars, zoals andere geı¨nteresseerde onderwijsinstellingen, sneller die software volgens hun wensen zullen gebruiken en uitbreiden. Zo slaagt men er makkelijker in om de kritische massa te bereiken en beschikt men over goede software voor een fractie van de kostprijs van vergelijkbare gesloten software. De onderwijswereld is een nichemarkt en het is dus moeilijker om voor educatieve software de nodige kritische massa te bereiken. Toch kan het FOSS-model voor educatieve software toegepast worden, ter ondersteuning van het onderwijs. In zekere zin concurreren scholen met elkaar op basis van het onderwijs dat ze verlenen, waarbij de software die ze gebruiken een grote rol speelt. Deze concurrentie wordt vaak aangehaald als de reden bij uitstek om niet samen te werken, maar in feite is dat een drogreden. Het alternatief voor de samenwerking bestaat erin een pakket aan te kopen of te laten maken. De hoge kostprijs van dit laatste zorgt er meestal voor dat scholen overgaan tot de aankoop van een bestaand softwarepakket. Aanvankelijk gebruikten de meeste hogescholen Blackboard als elektronische leeromgeving. Hierdoor was er toch geen differentiatie en lag de gezamengetuigenissen van
lijke kostprijs een stuk hoger. Intussen zijn heel wat universiteiten en hogescholen hun Blackboard-leeromgevingen aan het vervangen door de vrije
Deel 4 : Twee de migratie van
software Dokeos. De Dokeos-gemeenschap illustreert dat universiteiten en
gesloten naar open
hogescholen goed kunnen samenwerken. De Dokeos-leeromgeving wordt
software-
gezamenlijk ontwikkeld door onder andere de Universiteit Gent, de Vrije
toepassingen, p.187
Universiteit Brussel, de Hogeschool Gent, de Arteveldehogeschool en het bedrijf Dokeos, dat de commercie¨le activiteiten rondom Dokeos ontwikkelt. Deze aanpak is voor de universiteiten en hogescholen die Dokeos ontwikkelen, niet goedkoper dan de aankoop van een leeromgeving, zoals bij voorbeeld Blackboard. Toch kiezen ze ervoor om Dokeos te gebruiken, aangezien eigen ontwikkeling garant staat voor een grotere vrijheid en flexibiliteit en hun toelaat in te spelen op de specifieke behoeften van de onderwijsinstellingen. De werkwijze van universiteiten en hogescholen kan niet zomaar door primaire en secundaire scholen overgenomen worden. Zij beschikken vaak niet over de nodige financie¨le middelen om eigen personeel te betalen voor de ontwikkeling van software. Dit kan nochtans vrij eenvoudig opgelost worden door de samenwerking nog verder door te drijven dan in het voorbeeld van het Dokeos-team. De verschillende scholen moeten dan samen de
44
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 1
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
kosten van de ontwikkeling dragen en overeenkomen over de eigenschappen van het eindproduct. Ze kunnen dan nog kiezen of ze zelf programmeurs in dienst nemen of de ontwikkeling uitbesteden, waarbij vanzelfsprekend ook de broncode en haar eigendomsrechten moeten overgedragen worden.
5. Besluit
&
Het FOSS-model is historisch gegroeid uit de idealen van mensen zoals Richard M. Stallman. Hoewel niet iedereen even idealistisch was, kan men vandaag de dag niet meer om FOSS heen. Ook in bedrijven wordt FOSS steeds meer gebruikt, waarbij de nadruk vooral op technische superioriteit ligt. De gemeenschapsgedreven aanpak van FOSS wint ook aan belang; in de bedrijfswereld is dit vaak vanwege het kostenplaatje, maar in andere sectoren is de betrokkenheid die met zo’n gemeenschapsmodel gepaard gaat, erg belangrijk. Het onderwijs hinkt evenwel nog altijd een beetje achterop. Hoewel de onderwijswereld makkelijk op het FOSS-model te enten is, is dat voorlopig te weinig gebeurd. Onderwijsinstellingen hebben gemeenschappelijke doelen, maar toch blijft de samenwerking vaak uit. De universitaire associaties en de scholengemeenschappen zijn een eerste stap in de goede richting, maar er is geen enkele reden om deze samenwerking tot de universitaire associatie of de scholengemeenschap te beperken. De banden tussen verschillende instellingen moeten worden aangehaald om zo de samenwerking te versterken, ook over de netten heen. De schaalvergroting zorgt voor lagere kosten en een betere kwaliteit, wat met beide handen aangegrepen moet worden. De Dokeos-gemeenschap is een goed voorbeeld dat dit model werkt. Universiteiten en hogescholen uit verschillende associaties werken samen om de Dokeos-leeromgeving verder te verbeteren.
6. Literatuur
&
De Craemer, J., Vrije software in het onderwijs. Een praktische gids voor het gebruik van open source software en open leermiddelen, Brussel, Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, 2005, 68 p., http ://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/ database/publicatie.asp ?nr=220. MIT OpenCourseWare, Massachusetts Institute for Technology, http ://ocw.mit.edu. Raymond, E.S., The Cathedral and the Bazaar, O’Reilly, 2001, 256 p., http ://www.catb.org/ ~esr/writings/cathedral-bazaar. Raymond, E.S., De kathedraal en de bazaar, 1997, http ://www.opensource.nl/ba zaar.html. Stallman, R.M., Free software, free society : selected essays of Richard M. Stallman, GNU Press, 2002, 224 p. Wynants, M. en Cornelis, J., How open is the future ? Economic, social and cultural scenarios inspired by free and open source software, Brussel, VUB University Press, 2005, 534 p.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
45
DEEL 1
46
&
&
INTERNATIONALE EVOLUTIES NAAR OPEN BRON SOFTWARE
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING