Vox Carolina is een uitgave van de Nijmeegse Studentenvereniging Carolus Magnus, Hertogstraat 141, 6511 RZ Nijmegen.
vox carolina lente 2010
Afscheidsrede Esther Appels
4
Voorwoord Theo Gerritsen Annuale! 2009 Het kiezen van een Olympische Stad Van het bestuur der NSV De rol van de traditionele studentenvereniging Regioborrels Stichting Pro Societate
3 7 8 11 12 14 16
Deze editie wordt uitgegeven ten behoeve van de Reünistenvereniging der NSV Carolus Magnus. Contact
[email protected] • www.carolusmagnus.nl/rv Ereleden Joep Brentjens Frans Molenaars Hans Simons Bestuur Reünistenvereniging Theo Gerritsen, voorzitter Wiebe Dijkstra, vice-voorziter Hans Nillesen, secretaris bestuur Bernhard Brinkmann, secretaris leden Jan Kasteel, penningmeester Louk Hermans-Brand, pr-functionaris Leden Susanne Beerens Marc Elshof Antoon Quaedvlieg Roderick Verstegen Secretariaat bestuur Hans Nillesen • Bakenbergseweg 112, 6914 ml Arnhem • t 026 443 43 68 Secretariaat leden en administratie Bernhard Brinkmann • Postbus 1173, 6511 ad Nijmegen Postbank 53 11 404 t.n.v. penningmeester rv cm te ’s-Gravenhage Regiocommissarissen Regio der Hollanden Hans Simons • Muzenplein 80 2511 wb Den Haag • e
[email protected] Regio Midden-Noord Vacature Regio Zuid Angélique Claassen • Paardekopweg 21, 5813 at IJsselstein • t (0493) 52 60 45 (voicemail aanwezig) • f (0493) 52 60 47 Redactie Paul Gillhaus
[email protected] Grafische Vormgeving MAGUSIN! Eimeren 40, 5235 dv ’s-Hertogenbosch t 073 851 89 02 • e
[email protected] www.magusin.nl Druk Hy-graphics bv, Nancy Jacobs Postbus 159, 6500 ad Nijmegen t (06) 212 253 83 • e
[email protected] Verzending Weus Nederland bv, Bernhard Brinkmann Celsiusstraat 22a, 6604 cw Nijmegen t 024 648 75 90 • f 024 648 75 91 www.weus.nl
WANTED Wij zoeken een nieuwe regiocommissaris voor de regio Midden-Noord. U kunt zich daarvoor opgeven bij Theo Gerritsen via
[email protected] of bellen met (06) 511 154 63.
WEBSITE De vernieuwde website van de Reünistenvereniging staat inmiddels online! Neem snel een kijkje op: www.carolusmagnus.nl/rv
ENQUÊTE Laat uw stem horen in de enquête van de Reünistenvereniging! Op www.carolusmagnus.nl/rv vindt u de link naar de enquête.
beste medereünist door Theo Gerritsen
Op 3 oktober hebben wij een levendige alv gehad. Die kenmerkte zich door een bestuurswisseling en een buitengewoon interessante lezing inzake het kiezen van een Olympische stad door Els van Breda Vriesman-Commandeur. Voor het nieuwe bestuur geldt nog steeds de doelstelling zoals geformuleerd ten tijde van de oprichting van de Reünistenvereniging Carolus Magnus. Het faciliteren dat alumni elkaar kunnen ontmoeten in combinatie met de Sociëteit Carolus Magnus, universiteit, studentenleven en de stad Nijmegen. Daarnaast mede bouwen aan de continuïteit van de nsv Carolus Magnus en het binden en activeren van meerdere generaties. Daartoe hebben de golftoernooien zeker bijgedragen. Daar lag het zwaartepunt op de reünisten van de jaren ’60 en ’70. Wat opvalt is dat vooral jongere reünisten in het algemeen niet aan activiteiten noch aan de alv deelnemen. Dat was onder meer voor mij een van de redenen om jonge reünisten in het bestuur op te nemen die tijdens hun studietijd erg actief waren binnen de nsv Carolus Magnus en die, na te zijn benaderd, hebben aangegeven ervoor te willen gaan. Met deze jonge garde zijn we aan het zoeken naar activiteiten waar ook jongere reünisten op afkomen en aan willen deelnemen. Voorts zijn we gestart om het bestand jonge reünisten te completeren en actualiseren, waarbij Hans Simons ons behulpzaam is. Daarbij zal ook aansluiting worden gezocht met de bestanden van de Sociëteit, de disputen en het nihilistenbestand. Tevens zijn wij voornemens om ook andere communicatiemiddelen in te gaan zetten zoals elektronische nieuwsbrieven. Ook zullen wij iedereen vervolgens via een questionnaire gaan benaderen
juist om te achterhalen welke activiteiten ook de jongere reünisten interesseren. Wellicht kan een oplossing eruit bestaan dat wij gelijktijdige meerdere activiteiten organiseren, gericht op de uiteenlopende generaties, en die af te sluiten met een gezamenlijke borrel en eten. De indeling in regio’s is onderwerp van gesprek. Daarnaast staan wij het bestuur van Carolus Magnus bij in hun onderhandelingen over de huurovereenkomst met het snuf. Het snuf wenst de huur te verhogen van ongeveer 22.000 naar 37.000 euro. Zij wenst de bestaande afspraken niet te continuëren en heeft mede om dat te bereiken de bestaande overeenkomst opgezegd. Over de opbouw van de kostenstijging en de achterliggende gegevens wil het snuf geen volledig inzicht geven. Ondanks herhaalde verzoeken daartoe krijgt men nul op het rekest. Het snuf heeft geld nodig en zoekt dat bij haar huurder onder het motto dat die toch kan betalen. De Sociëteit heeft echter volstrekte openheid van zaken gegeven en met herhaling aangegeven open te staan voor gesprekken. Tot op heden is daar negatief op gereageerd. De studentenadviesraad van het snuf en andere geledingen op de Universiteit zijn van alle informatie voorzien. Op korte termijn komt er een advies van de adviesraad studenten aan het snuf. Dat dienen wij af te wachten. Wij houden u op de hoogte. Op www.carolusmagnus.nl treft u hierover een persbericht aan. Afsluitend: op 24 februari 2010 is het dispuut Widukind toegetreden tot de nsv Carolus Magnus op welk heuglijk feit wij in de volgende Vox terug zullen komen. Met dank voor het in ons gestelde vertrouwen zien wij een verdere bloei van onze Vereniging tegemoet.
3
nog één keer: ‘geachte leden’ afscheidswoord van Esther Appels Dan zijn we nu toegekomen aan het pièce de resistance van deze vergadering. Vandaag nemen zes bestuursleden afscheid en er vindt een aantal mutaties plaats binnen het bestuur. Gelukkig komen er ook vijf nieuwe gezichten bij. Een aantal van ons neemt afscheid naar aanleiding van het besluit van onze ledenvergadering dat de bestuursleden maximaal twee keer vier jaar zitting in het bestuur kunnen hebben. Ikzelf ben inmiddels achttien jaar bestuurslid geweest van deze vereniging, waarvan de laatste vijf als voorzitter. Het is dus mooi geweest en tijd voor fris bloed... Toen ik vijf jaar geleden aantrad als voorzitter, als opvolger van Joep Brentjes, was ik me er nog niet van bewust welk een veranderingen deze vereniging zou ondergaan. Laat ik er twee noemen. Allereerst kondigde Hans Simons al vrij snel aan dat hij niet eeuwig in het bestuur zitting zou blijven nemen. U weet hoe belangrijk Hans was voor deze vereniging en als ik eerlijk ben, soms nog steeds is. Hans wás de vereniging en gaf ons gelukkig de tijd om de nodige aanpassingen te verrichten alvorens hij definitief uit het bestuur vertrok. In zijn plaats zijn bijvoorbeeld drie nieuwe bestuursleden aangetrokken. Vol trots memoreer ik hier nog één keer dat Hans erelid is geworden en dat hij ook nog de Waalbrugspeld uit handen van de burgemeester Thom de Graaf mocht ontvangen. De tweede verandering voltrok zich ook geleidelijk. Met het vertrek van Joep Brentjes als voorzitter verdween langzaam aan een hele generatie zeer actieve reünisten. Het werd al snel duidelijk dat er een nieuwe, jon-
4
gere groep reünisten moest worden geactiveerd. Dat is fantastisch gelukt. Dankzij de inspanningen van de golfcommissie onder leiding van de vice-voorzitter Joost Engel zijn er inmiddels drie goltoernooien georganiseerd op het terrein van de Golfbaan van het Rijk van Nijmegen. Deze activiteiten waren geweldig georganiseerd en zijn door een groot aantal reünisten bezocht. Daarnaast heeft uw bestuur de afgelopen jaren ook andere activiteiten georganiseerd waar helaas wat minder belangstelling voor bleek te zijn. Persoonlijk vind ik dat erg jammer aangezien ik bij mijn aantreden aankondigde dat ik er veel belang aan hecht om een aantrekkelijk en gevarieerd programma aan te reiken dat voor ieder wat wils te bieden heeft. Een paar dingen veranderden echter niet. Het belang van bij elkaar komen in een bijzondere sfeer met je vrienden van vroeger maar juist ook met andere generaties, moet niet worden onderschat. Van harte ben ik dan ook achttien jaar bestuurslid geweest van een vereniging die ervoor zorgt dat velen jaarlijks bij elkaar kunnen komen in een sfeer die herinneringen oproept aan een studententijd met een gouden randje. Ik ben altijd trots geweest op de sociale functie van een studentenvereniging als Carolus Magnus tijdens de studententijd. Helaas begrijpt een aantal leden van deze universiteit nog steeds niet welke rol een studentenvereniging voor een student kan spelen en hoe belangrijk vriendschappen zijn. Nog in 2007 stelt Jos van Hezewijk, netwerkdeskundige in het universiteitsblad Vox door een redacteur desgevraagd dat: ‘Het elitaire karakter uit het corps nooit is wegge-
weest. Je wordt lid omdat je opportunistisch bent. Je komt in een karrenspoor terecht want je krijgt allemaal opportunisten om je heen en de gedachte “mijn wereld is heel anders dan de buitenwereld” wordt steeds normaler. De buitenwereld moet geleid worden, onder controle gehouden worden. Dat is de taak die zij zich voor ogen houden. Het is erg gemakkelijk om de top te bereiken als je er oprecht van overtuigd bent dat je meer mag dan de rest van de wereld.’ Deze zinnen hebben me echt gegriefd. Na al die jaren van polariteit verwacht ik in 2009, een tijdperk waarin het netwerken als heel normaal wordt beschouwd, dat er begrip komt voor mensen die andere keuzes maken in het leven. Laat ik voor mezelf spreken door te zeggen dat ik lid ben geworden van Carolus Magnus omdat ik zin had in een gezellige studententijd met mensen die me erg aardig leken, waar ik veel heb geleerd en gedaan, een soort speeltuin voor mijn toekomstige leven met verantwoordelijkheden. Ik werd zeker geen lid omdat dat goed zou staan op mijn c.v.. Dat we enorm hebben genoten betekende voor mij in ieder geval dat ik goed was uitgerust om in mijn latere leven mijn verantwoordelijkheden te nemen. Misschien is dat wel de belangrijkste factor van het lidmaatschap van de traditionele studentenvereniging geweest. Ik vraag me dan ook af of de Universiteit de rol van een traditionele vereniging en het bijbehorend reünistenschap op waarde weet te schatten. Ik denk dat een bloeiend en divers verenigingsleven van enorme invloed kan zijn op de aantrekkingskracht van een universiteit. Het lijkt me zeker niet verstandig om de reünist alleen als geldschieter te zien voor de tekorten van de universiteit zelf. Dat brengt mij op een andere rol die de reünistenvereniging al die jaren heeft vervuld en is blijven vervullen. Dat is de steun die geboden wordt aan de continuïteit van de studentenvereniging. Veel inspanningen zijn de afgelopen jaren door reünisten verricht op het terrein van met name de huisvesting en de financiën. In het bijzonder wil ik daarvoor mijn opvolger Theo Gerritsen van harte bedanken.
mijn medebestuursgenoten en u - leden - voor het door u in mij gestelde vertrouwen. Er treden naast mij nog vijf bestuursleden af, te weten: Joost Engel, vice-voorzitter, Martijn Mantingh, ledensecretaris, Çoiriet Konig-van Overbeek, Martin Jan van Mourik en Anne Marie Vreman als bestuurslid. Ik dank jullie hartelijk voor jullie inbreng in de afgelopen gezellige bestuursjaren. Ik kan u nu een nieuw dagelijks bestuur voorstellen en presenteren onder leiding van de alom bekende Theo Gerritsen. Theo is al sinds 1983 actief als reünist bij de Rekenkamer. Naast de controle op de financiën heeft hij zich jarenlang ingezet voor de huisvesting van de nsv Carolus Magnus en voor de Stichting Pro Societate. Met Theo is de continuïteit van het bestuur van onze vereniging zeker gegarandeerd. Met hem en de andere nieuwe bestuursleden gaat het om personen die allen een zeer actieve bijdrage hebben geleverd voor de studentenvereniging Carolus Magnus danwel binnen onze reünistenvereniging. Kortom, ik durf u te verzekeren dat u een krachtig bestuur krijgt en dat we de komende jaren kunnen rekenen op een initiatiefrijk en dynamisch beleid. Ik draag hiermee de hamer over aan mijn opvolger, Theo Gerritsen.
Na 25 jaren, immers aangekomen in 1984, laat ik Carolus Magnus eindelijk los. Ik bedank al
5
6
annuale!
2009
Op 3 oktober 2009 vond in Huize Heyendaal te Nijmegen de Annuale! plaats. Velen waren naar het Nijmeegse afgereisd om oude bekenden te ontmoeten, bij te praten met dispuutsdan wel jaargenoten of andere sociëtaire vrienden en daarbij tevens te luisteren naar de bijzondere lezing van mevrouw Els van Breda Vriesman-Commandeur, oud-hockeyster en lid ioc. Voorafgaand aan de lezing vond tevens de jaarlijkse Algemene Ledenvergardering van de Reünistenvereniging plaats. Deze vergadering stond met name in het teken van afscheid en verwelkoming van leden van het bestuur. na een zeer geruime staat van dienst hebben Esther Appels, Çoiriet Konig-van Overbeek, Joost Engel, Martin-Jan van Mourik, AnneMarie Vreman en Martijn Mantingh het bestuurlijke stokje overgedragen aan een aantal enthousiaste leden. Nadat Esther Appls de voorzittershamer had overgedragen aan de nieuwe voorzitter, Theo Gerritsen, werden de overige nieuwe bestuursleden geïnstalleerd. Daartoe werden Bernhard Brinkmann, Jan Kasteel, Wiebe Dijkstra, Susanne Beerens, Roderick Verstegen en Marc Elshof verzocht achter de tafel plaats te nemen. Dit heeft aanzienlijke verjonging van het bestuur teweeg gebracht. De nieuwe voorzitter lichtte toe welke plannen het nieuwe bestuur heeft en wat de speerpunten voor de komende jaren zullen zijn. Daartoe behoort dat door middel van aansprekende activiteiten de jonge reünisten meer betrokken worden bij het wel en wee van de Reünistenvereniging.
Na het officiële gedeelte van de Algemene Ledenvergadering afgesloten te hebben, werd het woord verleend aan mevrouw E. van Breda Vriesman-Commandeur. Zij gaf een prachtig kijkje in de keuken van de organisatie van de Olympische Spelen en het ioc. Met name de keuze voor een stad/land als Olympische gaststad/gastland gaf aan hoe complex deze materie is en welke voorwaarden voor het ioc van belang zijn om tot zijn keuze voor een stad te geraken. Tevens werden door haar persoonlijke anekdotes en belevenissen met de toehoorders gedeeld, die op zijn minst opmerkelijk te noemen waren. Het is een aanwinst voor de Reünistenvereniging om mevrouw Van Breda Vriesman-Commandeur als spreker in haar midden te hebben gehad en de aanwezigen hebben dan ook erg genoten van haar bijzondere en indringende lezing. Nadat de voorzitter de spreekster had bedankt voor haar komst en haar mooie betoog, werd de vergadering door hem gesloten om, voorafgaand aan het buffet, met elkaar aan de borrel te gaan. Ook bij deze gelegenheden was het leuk en gezellig om oude bekenden weer eens te spreken, maar ook om nieuwe contacten te leggen. Bij deze bijdrage is daarom tevens een aantal foto’s van de dag bijgevoegd. Al met al dus een zeer geslaagde Annuale! Op naar het volgend jaar, waarbij het bestuur hoopt u in groten getale te mogen begroeten!
7
het kiezen van een olympische stad ‘Geef me een stuk grond waar ik stevig op kan staan en ik kan een aardverschuiving teweegbrengen.’ - Archimedes
door Els van Breda Vriesman-Commandeur
Voor een stad die de Olympische Spelen krijgt toegewezen kan dit hét solide platform zijn waardoor die stad de gelegenheid krijgt in zeven jaar tijd haar infrastructuur, telecommunicatie, veiligheidssystemen en transportvoorzieningen zeer grondig aan te pakken en duurzame oplossingen te vinden om haar ecologie en de omgeving van die stad zodanig te upgraden dat de kwaliteit van leven van de burgers aanmerkelijk zal verbeteren. De Spelen kunnen dus letterlijk en figuurlijk voor een stad een aardverschuiving teweegbrengen. De Spelen worden zeven jaar vóórdat ze plaatsvinden aan een stad toegewezen en in die zeven jaar kunnen grote veranderingen en aanpassingen tot stand worden gebracht waar normaal vele jaren over gedaan wordt. Want nu moet er rekening worden gehouden met een deadline waar de gehele wereld op let. Dit heeft zowel financiële als maatschappelijke voordelen, want waarom duren grote infrastructurele projecten zo lang en lopen ze daardoor vaak financieel uit de hand? Vooral omdat de planning niet goed is voorbereid en er geen sense of urgency is om op tijd klaar te zijn. De Spelen wachten echter niet tot de stad klaar is. Het grootste sportevenement ter wereld waar honderden miljoenen mensen naar kijken op de tv, meer dan één miljoen bezoekers op afkomen, elfduizend atleten zich optimaal op voorbereiden en samen met hun begeleiders een stad op zich vormen van zestienduizend mensen, het Olympische dorp, terwijl
8
zestigduizend persmensen klaarstaan om het evenement te kunnen verslaan die ook allemaal comfortabel ondergebracht moeten worden, dát evenement moet op tijd klaar zijn en het ioc zorgt ervoor dat een commissie van experts, de Coördinatorencommissie, de benodigde begeleiding geeft aan het organisatiecomité van de Olympische stad, opdat het tijdschema nauwgezet gevolgd wordt en alles wordt uitgevoerd zoals het contractueel vastligt. Allang zijn de dagen voorbij waarin de Spelen alleen een sportevenement waren van zestien dagen competitie in achtentwintig sporten en alleen maar een financiële belasting vormden voor een stad en een land. Het ioc is zich namelijk zeer bewust van zijn verantwoordelijkheid in dit opzicht. Natuurlijk gaat het om optimale voorzieningen voor de elfduizend atleten maar de positieve maatschappelijke en infrastructurele erfenis voor een Olympische stad is zeker zo belangrijk en daarom weegt de steun van de bewoners van de stad en van het land waar de Spelen eventueel worden gehouden zwaar tijdens het evalutatieproces van de verschillende kandidaatsteden. In Rio de Janeiro en Madrid was die steun bijvoorbeeld meer dan negentig procent. Het voorbeeld van China is aansprekend, ook al is China natuurlijk een speciaal voorbeeld door de grote afmetingen van het land en de omvang van de bevolking, maar toch... Daar hebben vierhonderd miljoen kinderen onderwijs gehad in Olympische waarden zoals respect, sportiviteit, fair play en het
belang van gezond bewegen. Honderdvijftigduizend vrijwilligers waren betrokken bij de organisatie van de Spelen en kwamen dus voortdurend in aanraking met hun gasten uit vele verschillende culturen. 2,8 miljard Amerikaanse dollar is geïnvesteerd om duurzame oplossingen te vinden voor de verbetering van de lucht en het milieu in Peking en omgeving. Een jaar na de Spelen is de lucht daar veertig procent schoner en wat nog belangrijker is, is dat de burgers van Peking van zich laten horen en dat ze duidelijk maken (en dat durven ze nu ook) dat ze dit erg belangrijk vinden en dat ze niet terug willen naar de oude situatie. Zes universiteiten hebben geprofiteerd van nieuwe sportfaciliteiten en een universiteit van Peking is al een stad op zich! De inwoners van Peking zijn zelfbewuster en keren zich meer naar de wereld toe dan voor de Spelen en vooral de jonge mensen hebben van de gelegenheid geprofiteerd om tijdens de Spelen zich goed over allerlei zaken te laten informeren. En niet moet worden vergeten dat na de zestien dagen Spelen ook de Paralympics in Peking plaatsvonden en dat er voor de gehandicapte atleten allerlei aanpassingen hebben plaatsgevonden en dat de gehandicapte mens in Peking en in China nu anders wordt bekeken dan voor de Spelen. Tijdens de Paralympics waren alle stadions uitverkocht en werden de atleten uitbundig toegejuicht en gelukkig niet op commando! Op het ogenblik is er in Nederland een Olympisch plan in ontwikkeling, een plan dat de Nederlandse sportinfrastructuur en haar organisatie moet verbeteren zodanig dat Nederland sportiever, socialer, meer maatschappelijk betrokken en zelfbewuster gaat worden. Gaat dit plan slagen dan kan in 2016 het besluit vallen om een Nederlandse stad kandidaat te stellen voor de organisatie van de Spelen en de
Spelen voor gehandicapten in 2028. Dat besluit moet genomen worden met een grote mate van instemming van alle lagen van de overheid, gedragen worden door een groot deel van de Nederlandse bevolking, toegejuicht worden door de burgers van de stad die zal worden voorgesteld en gepassioneerd ondersteund worden door betrokken atleten en sportbestuurders. De atleten en vooral voormalige medaillewinnaars spelen een belangrijke rol in het welslagen van een kandidatuur en behoren een rol te zijn voor de jonge generatie atleten. Het is het noc dat uiteindelijk de kandidatuur officieel voorstelt bij het ioc. In het algemeen kan men zeggen dat de onjuiste indruk bestaat dat de organisatie van de Olympische Spelen een verlieslijdend project zou zijn. Sinds 1984, dus al zeven keer, is de organisatie van de Spelen winstgevend geweest voor het Organisatiecomité van het organiserend land. Waarom juist sinds 1984 in Los Angeles? Vanaf dat jaar is het ioc doelmatig zijn televisie- en marketingrechten gaan exploiteren en de inkomsten daarvan vormen de belangrijkste bron van inkomsten van het ioc. In één Olympiade, de periode van vier jaar van de ene Spelen naar de andere, bedragen de inkomsten van het ioc momenteel ongeveer 4,5 miljard Amerikaanse dollar, waarvan 1,2 miljard naar het ocog gaat. Dit bedrag gaat naar het operationele gedeelte van het budget (dat totaal ongeveer 2,5 miljard Amerikaanse dollar bedraagt) waar het ocog verantwoordelijk voor is. De bijdrage van het ioc is dus ongeveer de helft van het operationele gedeelte van het ocog’s budget. De andere helft wordt gegenereerd uit kaartverkoop, marketing en mercandising door het ocog. Verder is er een infrastructureel budget dat Olympisch gebonden behoort te zijn, waarin de duurzame verbeteringen en aanpassingen van de stad en omgeving zijn opgeno-
9
het kiezen van een olympische stad men en dat wordt in het algemeen door de overheid gefinancierd. De verleiding is groot voor de stad of het land om in dit budget allerlei infrastructurele projecten onder te brengen omdat er toch al een ‘aardverschuiving’ plaats heeft en tijdens de zeven jaar kan dit infrastructurele budget ongelimiteerd groeien als daar niet door de overheid nauwkeurig op toegezien wordt. Het is de taak van de Coördinatiecommissie, de begeleidingscommissie van het ioc voor de Spelen, om dit te signaleren en te waarschuwen dat geen budgetoverschrijdingen die niet Olympic related zijn op het conto geschreven worden van de Spelen, waardoor de Spelen gebrandmerkt gaan worden als te duur en over budget. Natuurlijk is de stad vrij om dit te doen, maar dit moet niet als budgetoverschrijding worden aangemerkt. Van de algemene inkomsten van het ioc gaat overigens maar acht procent naar administratiekosten van het ioc. De overige inkomsten gaan naar de 203 noc’s, de 35 if’s van de zomer- en wintersporten, de kosten van de strijd tegen doping, Olympic Solidarity (de organisatie die zorgt voor sportontwikkeling in alle vijf de continenten), educatie, nazorg voor atleten, etcetera. Dan zijn er natuurlijk de Winterspelen, waarvan het organisatiebudget aanmerkelijk minder is, maar waarvoor dezelfde regel geldt, de helft van het organisatiebudget wordt door het ioc gefinancierd. Procedure: transparant
Negen jaar vóór de datum van de Spelen is er informatieverstrekking door het ioc door middel van informatiesessies en kennisoverdracht van de voorgaande Organisatiecomités. Er is veel kennis beschikbaar op basis waarvan kandidaatsteden hun kandidatuur kunnen stellen. De informatie geeft aan wat de inhoud moet zijn van de bidboeken en behandelt de verschillende thema’s zoals: de steun van de overheid van het land, steun van de bevolking gemeten door neutrale instanties, financieel inzicht in nationaal inkomen en werkeloosheidscijfers, veiligheids-, transport-, en telecommunicatieinfrastructuur, informatie over duurzame oplossingen voor energievoorzieningen bij het bouwen van het Olympisch dorp en stadions en bij de aanleg van de nieuwe infrastructurele projecten in het algemeen,
10
over hotelaccommodaties en de steun van de sportorganisaties in het land. Een hele waslijst om tot een serieuze kandidatuur van een stad te kunnen komen. Acht jaar voor de Spelen: summiere bidboeken moeten naar het ioc gestuurd worden, waarin inzicht wordt gegeven in de kandidatuur. Het ioc maakt vervolgens een shortlist bekend. De beoordeling wordt gemaakt volgens vastgestelde criteria. Hiermee wordt voorkomen dat onnodige kosten worden gemaakt door steden die nog niet goed genoeg zijn voorbereid op een eventuele organisatie. Vervolgens bieden de uitgekozen kandidaatsteden een bidboek aan aan een ioc op basis waarvan de evaluatie gaat plaatsvinden door de door het ioc benoemde Evaluatiecommissie. Het is belangrijk dat er in dit bidboek duidelijk wordt: waarom wil deze stad, dit land, zo graag de Spelen organiseren. Wat is het uiteindelijke doel wat voor de organisatie van de Spelen bereikt zou moeten worden? Is er een plan voor hergebruik van de nieuwe accommodaties en wordt er voldoende gebruik gemaakt van tijdelijke accommodaties? Wat is de positieve legacy, de erfenis die er na de organisatie van de Spelen overblijft voor stad en land in de zin die ik al eerder genoemd heb, dus niet alleen in sportief opzicht, maar ook in maatschappelijk opzicht? Die positieve erfenis is ook belangrijk voor het ioc, waant daardoor behoudt en verbetert de Olympische beweging zijn positieve uitstraling en goede naam. Vervolgens krijgen die steden een bezoek van de Evaluatiecommissie, die nauwkeurig rapport uitbrengt, waarin een risicoanalyse wordt gemaakt. Zijn deze steden daadwerkelijk in staat tot het organiseren van dit complexe evenement? Wat zijn de risico’s die de organisatie van de Spelen kunnen lopen in een bepaalde stad? Op basis van dat Evaluatierapport moet de beslissing worden genomen door de Algemene vergadering van het ioc, bestaande uit de ioc-leden, welke stad zeven jaar later de Spelen mag organiseren. iocleden mogen gedurende het hele proces de kandidaatsteden niet bezoeken. Er zijn strikte lobbyregels die door een ethische commissie gecontroleerd worden. Het contract tussen ioc en de uitgekozen stad wordt nog dezelfde dag van de verkiezing getekend.
Waarde reünist, u kent het allemaal nog wel. Na een ‘avondje’ kelder huiswaarts keren als het zonnetje al (hart)verwarmend schijnt, de dag erna afschrijven als uitbraktermijn. Het overkomt iedereen van tijd tot tijd tijdens de studententijd (en daarna...). Wat grappig is, is dat veel leden nog steeds overtuigd zijn dat dit ook daadwerkelijk dagelijkse kost is als je het bestuur der nsv ingaat. Nu zal ik de laatste zijn die ontkent dat je als bestuur voldoende alcoholische versnaperingen nuttigt, maar als het elke avond raak zou zijn, zou er wel erg weinig gebeuren op de Kroeg en zou die hele toko überhaupt niet draaiende gehouden kunnen worden. En het fijne is, de dagen dat het onverhoopt wél raak is geweest de avond ervoor, kun je mooi besteden aan het filosoferen over de fundamenten en actualiteiten van ons Kroegje. Van actualiteiten dit jaar waar veel over nagedacht en gefilosofeerd is, zijn er flink wat. Om maar met het meest in het oog springende nieuwtje te beginnen: de Kroeg krijgt er een nieuw dispuut bij. Daartoe is tenminste de intentie van beide kanten uitgesproken en ook een daadwerkelijk begin mee gemaakt, en de zeer korte termijn zal uitwijzen hoe dit zich verder ontwikkelt. Een saillant detail is dat het hier geen compleet nieuw dispuut betreft, maar een oude bekende: dispuut Widukind. Het is alweer bijna dertig jaar geleden dat de Kroeg een nieuw dispuut mocht verwelkomen, en het is toevallig (?) ook ongeveer net zo lang geleden dat dispuut Widukind Roland vaarwel zei. Ondanks dat er in eerdere jaren al voorzichtige toenaderingspogingen waren, kwam het pas dit jaar in een stroomversnelling: Widukind zei de disputenfederatie Argus vaarwel en gaf aan te willen proberen dispuut der nsv Carolus Magnus te worden. Het bestuur is zeer blij met deze ontwikkeling. Natuurlijk weten alle leden hoe het er op de Kroeg aan toegaat, maar het is een goed teken dat niet-leden en andere disputen in Nijmegen dat ook goed kunnen zien, waarderen en zich zelfs willen inzetten om tot de Kroeg te gaan behoren. Een leuk extra is dat op activiteiten van het Allerheiligenconvent bleek, dat het mogelijk toetreden van dispuut Widukind ook bij onze grotere zusterverenigingen een ‘hot item’ is, ook in het buitenland
volgen ze de ontwikkelingen op de voet. Er zijn nog meer positieve ontwikkelingen die genoemd mogen worden. Nadat vorig jaar de teller van de Eigen Intro de magische grens van 100 klooien had getoucheerd, mag ik vol vreugde melden dat dit jaar 115 klooien aan de ontgroening beginnen. Op het moment van schrijven is nog niet bekend hoeveel klooien ook daadwerklijk tot lid gemaakt zullen worden, maar een geïnaugureerd jaar van meer dan 100 man lonkt. Ter illustratie: het jaar van de ondergetekende, en dat is slechts vier jaar geleden, is geïnaugureerd met 57 man. Helaas is het niet allemaal rozengeur en maneschijn geweest dit jaar. Het grootste ‘probleem’ waar het bestuur dit jaar tegenaan liep is onze verhuurder, Stichting Nijmeegs Universitair Fonds. Ik zal u niet vervelen met de details van de, zich inmiddels al een hele tijd voortslepende discussie tussen cm en snuf (indien u hierin geïnteresseerd bent, kunt u het best een bestuurslid aan zijn mouw trekken), maar het komt er op neer dat snuf een verdubbeling van de huur eist en cm het niet eens is met de (ontbrekende) gronden hiervoor. Na de actualiteiten komen uiteraard de fundamenten. Deze lijken zo vanzelfsprekend dat ik ze bijna niet zou noemen. Vooral deze vanzelfsprekendheid doet me aan de ene kant deugd, maar is aan de andere kant ook gevaarlijk. Een sociëteit, een mooi ledenaantal, een groot aantal activiteiten en genoeg enthousiaste leden in commissies, ik ken de Kroeg niet anders. Wat het des te belangrijker maakt om niet te vergeten dat dit zeker niet vanzelfsprekend is en er moeite in moet worden gestoken om dit te behouden. En ervoor te zorgen dat ook de komende generaties enthousiast worden voor de Kroeg. En dat ook zij op een dag wakker worden met hoofdpijn, gelukzalige glimlach en een filosofische bui. En ook zij dan nog de behoefte hebben om te filosoferen over óns Kroegje. Met sociëtaire hoogachting, O.W. van de Weijer Vice-Praeses rerum domesticarum i.t.
11
de rol van de traditionele studentenvereniging door David Klein Lenderink
Het monumentale pand aan de plantage kerklaan oogt wat grauwig op de grijze ochtend. Bij binnenkomst in de rijkversierde foyer, overheerst niet langer het deprimerende herfstgevoel. Het is nog rustig in studio De Plantage, technici lopen naarstig met allerhande apparatuur door het pand, redactieleden plegen nog overleg met de presentatrice, en voor ik het weet passeert staatssecretaris Timmermans mij. Ik ben aanwezig bij het televisieprogramma Buitenhof. In de redactiekamer bevinden zich op dat moment Geert Mak en minister Ab Klink, aan hun gebaren te zien druk in discussie. Met enig gevoel van inhibitie blijk ik nog enkele seconden kijken naar dit tafereel alvorens ik mijn blik afwend en mij richting de opnamestudio begeef. Met een dertigtal andere gasten neem ik plaats in de studio. Wat brengt deze groep mensen veelal van middelbare leeftijd - om op hun zondagochtend een uitzending bij te wonen? Zoals je zult verwachten is het weinig spannende antwoord maatschappelijk interesse. Buitenhof is een programma wat doorgaans tussen de twee- en drienhonderdduizend kijkers trekt per uitzending, waarbij de overgrote meerderheid van middelbare leeftijd is en wetenschappelijk opgeleid. Evenmin weinig spannend om te constateren is dat hoger opgeleiden brede interesses hebben op maatschappelijk, cultureel, politiek en filosofisch terrein. Binnen de Nijmeegse universitaire wereld worden jaarlijks vele culturele initiatieven van wisselende kwaliteit - ontplooid. Om in algemene termen te spreken van gebrek aan maatschappijkritische personen zou onhuist
12
zijn. De recente onrust in de studentenwereld over Plasterk’s plannen m.b.t. de financiering van de lerarensalarissen is eens te meer een bewijs dat wij nog steeds over een zekere mate van kritisch vermogen beschikken, zelfs al zou dit puur en alleen om eigengewin gaan. Waar het mij in dit stuk om gaat, is het gebrek aan maatschappelijke betrokkenheid van de traditionele studentenvereniging. Zoals u zult begrijpen, schrijf ik dit vanuit mijn beleving binnen Carolus Magnus. Overigens wil ik een onderscheid maken tussen de leden en de vereniging, het gaat mij om de vereniging. Ik zal in dit stuk beargumenteren waarom het genoemd gebrek mijns inzien een grove misvatting is binnen het bastion van de traditionele vereniging. Allereerst is de vraag of wij een uitzondering zijn - hierbij zij opgemerkt dat ik levensbeschouwelijke studentenverenigingen buiten de vraagstelling laat omdat deze mijns inziens een andere grondslag kennen dan de traditionele invulling die gegeven wordt aan de studentenvereniging binnen de studentenwereld - binnen de Nijmeegse studentenverenigingen. Met enige prudentie constateer ik dat de Carolus het op dit vlak beter heeft gedaan dan de verenigingen Argus en Ovum Novum. Onder het bestuur Gras zijn twee debatten georganiseerd. Het is des te schrijnender dat de twee eerder genoemde verenigingen geheel deze taak aan zich voorbij laten schieten. Dat Argus dergelijke activiteiten niet organiseert is mogelijk te verklaren uit de lossen verhoudingen binnen de federatie, Argus kent sim-
pelweg minder verenigingsbinding dan Carolus. Ovum Novum kent wel een soortgelijke verenigingsstructuur, maar wordt bevolkt met leden met minder begeisterung dan de onze. De voorlopige conclusie is dat wij in ieder geval onze naaste concurrenten de loef afsteken. Toch blijft het karig dat de laatste activiteiten waaraan de verenigingsnaam is verbonden, al weer een kleine twee jaar geleden hebben plaatsgevonden. Nu zal dit betoog opgevat kunnen worden als gejeremieer, niets is echter minder waar. Dat het tonen van maatschappelijke betrokkenheid binnen de wereld van de traditionele studentenvereniging wel degelijk zijn plek kent, toonde het asv/avsv vorig jaar. Ter ere van haar lustrum wilde Nederlands grootste corps demonstreren dat zij meer voor de maatschappij betekende dan men doorgaans aannam en wel degelijk over engagement beschikte. Uit zeven Amsterdamse studenten kwam het idee om een stichting op te richten met de doelstelling een ambachtsschool te realiseren in Burkina Faso. Dit heeft geresulteerd in Stichting m.o.e.t.. Een ander voorbeeld vormt Albertus Magnus. Zij wist afgelopen jaar premier Jan Peter Balkenende te strikken voor een lezing. Nu is het niet van belang dat het ene voorbeeld georganiseerd wordt vanuit een moreel oogpunt, waarbij de positief gegenereerde aandacht een mooie verdienste is en het tweede voorbeeld vooral een publiekstrekkende activiteit is. Van belang is dat de studentenvereniging zich realiseert dat de kerntaak die zij zichzelf van oudsher aanmeet, mogelijk enkele decennia geleden afdoende was om haar bestaansrecht te garanderen, maar momenteel in de sterk pluralistische samenleving niet langer afdoende is. Waar sprake van moet zijn is een kritische zin, culminerend in een zogenaamd handelen in de publieke ruimte. De publieke ruimte is een geestelijke ruimte, vita activa. Het belang van deze filosofie is dat net als het politieke iedereen aanbelangt. De verantwoordelijkheid die volgt uit dit handelen, is geen last en heeft niets te maken met enige morele imperatieven. Dit handelen moet voortvloeien uit de lust om dingen het openbare te laten betreden omdat wat in het duistere verkeert, te verhelderen. De beaming voor het publieke domein is uiteindelijk slechts het resultaat van de lust
voor licht en helderheid, metaforisch gevat in de verheldering van het bestaan. In een zekere zin is dit handelen te vergelijken met Nietzsche’s ervaring van de dood van God in Also Sprach Zarathustra. De ood van God betekent voor Nietzsche het nihilisme. De verdere gevolgen die hij hieruit trekt zijn voor dit stuk niet van belang. Waar het om gaat is het handelen van Nietzsche, in het bijzonder het handelen van Zarathustra in het gelijknamige boek. Dit is kort samengevat de al eerder genoemde verheldering van het bestaan. Deze abstractie van het handelen maakt niet dat zij praktische nut ontbeert voor hetgeen ik aanvoer in dit stuk. Er zou hooguit gesteld kunnen worden dat het filosofische kader misschien wel te verheven is. Het handelen, in sfeer verbonden met het maatschappelijke, blijft essentieel voor het menselijke. Deze korte bespiegeling brengt mij wederom aan het begin van het betoog: het in mijn ogen eendimensionale palet van activiteiten binnen de vereniging. Gesteld kan worden of de geopperde activiteiten eigenlijk wel binnen de vereniging horen, zijn het niet veelal en vooral uitgelezen taken voor studieverenigingen? Nu is het zo dat de studentenvereniging niet eenzelfde functie heeft als de studievereniging, in veel opzichten zijn het twee totaal verschillende werelden. Toch moet niet voorbij gegaan worden aan de meerwaarde die een studentenvereniging kan hebben als zij meer activiteiten zou ontplooien die we doorgaans zouden scharen onder de bezigheden van de studievereniging. Het is bijzonder jammer dat momenteel de onderlinge relaties met de verscheidene studieverenigingen verwaterd zijn. Laten we wel wezen, het genereren van positieve aandacht voor de vereniging zou niet verkeerd zijn. Iedereen zal erkennen dat het initiatief van het asc/avsv bijzonder nobel is, dit is echter maar een optie, er zijn vele manieren voor de vereniging om een actievere rol binnen de (studenten)gemeenschap te spelen. De politieke week Nijmegen zou zo’n initiatief kunnen zijn. Het is daarom ook bijzonder jammer dat zij tot nog toe niet het levenslicht heeft mogen zien. Mogelijk krijgt zij volgend jaar alsnog vorm. Dit zou een begin kunnen zijn van een vereniging die haar taken breder opvat.
regio De regioborrel Zuid die op 20 maart 2009 in de NWE Vorst in Tilburg werd gehouden, was niet erg druk bezocht. Maar we mogen het toch een prestatie noemen dat er buiten de Hollanden een opkomst is. De ervaring van de afgelopen jaren in Zuid leert dat het erg afhankelijk is van de stad waar de borrel gehouden wordt wie er komt en hoe druk het is. De bereidheid om enige kilometers te maken om de kroeggenoten te zien, is niet altijd groot. Gastheer Paul Gillhaus ontving Ger Chartigny en Baptist Bouwman van Omphalos en Happy de Lang van het Gilde. Nadat de heren enige biertjes hadden gedronken kwamen de sterke verhalen van vroeger ter tafel. De Rolandsfeer werd plots ‘‘verstoord” toen Marlyse Cremers (Nausikaä), vergezeld van haar partner Foppe Seekles, voor het gezelschap stond. ‘Ik ben op zoek naar de Nijmeegse reünie’, zei ze rondkijkend, zich afvragend of ze wel goed zat. ‘U bent er’, was het antwoord. Even zat het gezelschap er een tikkeltje gegeneerd bij, alsof de aanwezigen zich afvroegen waarin ze terecht gekomen waren, maar al snel brak het ijs en ontstond een levendige conversatie. De borrel ging over in een geanimeerd diner. Deze regioborrel was het bewijs dat het niet altijd druk hoeft te zijn en dat er niet altijd bekenden hoeven te zijn om een geslaagde activiteit te hebben. De gemeenschappelijke deler is altijd groot genoeg. Alle reden dus voor meer mensen om te komen de volgende keer ook langs te komen. Wordt het toch nog druk... Het gezegde ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’ is immers nog niet uit onze taal verdwenen.
14
borrels Regioborrel Hollanden op 20 maart 2009 | Zoals alle leden van de rv bekend is, worden de (vrijwel) jaarlijkse regioborrels op de derde vrijdag van maart gehouden. Niet alle leden komen... Van de potentieel 1200 gasten komt er in totaal zo’n 2%. Wellicht dat uitbreiding en intensivering van de jaarcommissariaten hierin verbetering kan brenge. In Den Haag waren aanwezig (in willekeurige volgorde): Hylke Tromp, Trees Smoor, Jan Bervoets, Piet van Berkel, Jacques Schuijren, Harry Bodifée, Eelco de Jong, René Broekhuizen, Maurice Schaepkens, Otto Thors, Hans Simons, Lothar de Ranitz, Katja Broecks, Thérèse Ariaans, Edwin Driessen U zie de foto’s! Trees Smoor heeft een aardige suggestie gedaan. Zij stelt voor dat de leden uit de regio Den Haag resp. uit Zuid-Holland uitgenodigd worden om elk jaar in juni gezamenlijk te dineren in een restaurant in Den Haag. Dat is een goed idee!
15
STICHTING PRO SOCIETATE Het lijfrenteplan; steun de N.S.V. Carolus Magnus!
Nijmegen, maart 2010
Geachte leden van de Reünistenvereniging der N.S.V. Carolus Magnus, De Stichting Pro Societate (SPS) is opgericht in 1996 en is een steunstichting van de N.S.V. Carolus Magnus. De Stichting behartigt de belangen van de N.S.V. Carolus Magnus door activiteiten te ondersteunen die in het teken staan van de groei en de bloei van de vereniging! De inkomsten van SPS komen voornamelijk uit bijdragen van reünisten. Het bedrag van de lijfrenteschenking is aftrekbaar van uw belastbaar inkomen. Het lijfrenteplan maakt het derhalve mogelijk om uw gift voor rekening van de fiscus te laten komen. Notariële akte met lijfrenteplan Deze manier van schenken houdt in dat u een gift doet vastgelegd in een notariële akte. De gift moet ten minste vijf vaste gelijkmatige jaarlijkse perioden betreffen. De hier genoemde notariële akte die opgemaakt dient te worden zal door SPS verzorgd worden. Met ingang van 2010 zijn de regels omtrent lijfrenteschenkingen gewijzigd. Zonder in detail te treden blijft het mogelijk om met behoud van het fiscale voordeel te schenken aan een vereniging van meer dan 25 leden indien de vereniging een ‘Sociaal Belang Behartigende Instelling’ is. Carolus Magnus valt onder deze definitie. Losse schenking Een losse schenking is ook een mogelijkheid. Bij losse schenkingen heeft u een drempel van 1% van het verzamelinkomen, dit voor toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Verder is er een minimum van € 60 en een maximum van 10% van uw verzamelinkomen. Raad van Toezicht Aanvragen vanuit de N.S.V. Carolus Magnus gaan altijd via de Raad van Toezicht bestaande uit een drietal actieve reünisten, te weten de heren R. van Mourik, J. Kasteel en W. Dijkstra. Dit geeft u de garantie dat de gelden verantwoord worden besteed. In de jaarlijkse vergadering van de reünistenvereniging vindt de financiële verantwoording plaats. Uiteraard zijn wij te allen tijde bereid informatie aan u te verstrekken. Mocht u interesse hebben dan kunt u uw contactgegevens mailen naar
[email protected]. Er zal dan contact met u worden opgenomen. Voor vragen kunt u mij per mail of telefonisch bereiken. Namens alle leden van de N.S.V. Carolus Magnus, Lianne van Keijsteren h.t. Praeses Societatis