Vox Carolina is een uitgave van de Nijmeegse Studentenvereniging Carolus Magnus, Hertogstraat 141, 6511 rz Nijmegen.
vox carolina zomer 2006
Mode in de 20e eeuw
4
Sociëteit te koop, nog steeds! De nieuwe P In memoriam Regioborrels Rechten studeren in de jaren zestig Tweede Carolus Magnus Golffestijn
11 12 13 14 15 19
Deze speciale editie wordt uitgegeven ten behoeve van de Reünistenvereniging der nsv Carolus Magnus. Ereleden
Joep Brentjens Frans Molenaars Bestuur Reünistenvereniging
Esther Appels, voorzitter Joost Engel, vice-voorzitter Anne-Marie Vreman, secretaris Theo Gerritsen, penningmeester Hans Simons, assessor Çoiriet König-van Overbeek Martin-Jan van Mourik Antoon Quaedvlieg
registreer uzelf
Regiocommissarissen Regio der Hollanden
Edwin Bruys • Muzenplein 87, 2511 gd Den Haag • t 070 360 03 09 (antwoordapparaat aanwezig) • e
[email protected]• f 070 345 14 11
Van de ca 1500 leden hebben zich maar 266 geregistreerd; tevens zijn er slechts 300 geldige emailadressen. Dat kan VEEEEL beter!
Regio Midden en Noord
Martijn Venus • Nepveulaan 81, 3701 aa Zeist • t 06 526 138 00 • e
[email protected] Regio Zuid
Angelique Claassen • Paardekopweg 21, 5813 at IJsselsteyn • t 0493 52 60 45 (voicemail aanwezig), f 0493 52 60 47
DUS:
1 Ga naar www.carolusmagnus.nl 2 Ga naar Overig >> Reünisten
Administratie
Muzenstraat 80, 2511 wb 's-Gravenhage • e
[email protected] Postbank 53 11 404 t.n.v. penningmeester rv cm te 's-Gravenhage
3 Ga naar Registreer 4 Doorloop de stappen!
Redactie
Hans Simons Paul Klinkenbijl Muzenstraat 80, 2511 wb Den Haag Grafische vormgeving
MAGUSIN! Eimeren 40, 5235 dv ’s-Hertogenbosch • t (073) 644 20 44 • e
[email protected] • www.magusin.nl Druk
Hy-graphics bv, Nancy Jacobs Postbus 158, 6500 ad Nijmegen t (06) 212 253 83 • e
[email protected] Verzending
Weus Nederland bv, Bernhard Brinkmann Celsiusstraat 22a, 6604 cw Wijchen Postbus 6629, 6503 gc Nijmegen t 024 - 6487590 • f 024 - 6487591 www.weus.nl
Wijzig uw wachtwoord als u dat wilt. Heeft u zich al eerder geregistreerd en bent u het wachtwoord kwijt? Ga naar Ledenlijst en wijzig uw wachtwoord. Adreswijziging? Kunt u zelf veranderen! Uw inauguratiejaar invullen? Uw sociëtaire loopbaan vermelden? Kan allemaal! Neem even die moeite voor de eerste of tweede keer!
geachte leden door Esther Appels, voorzitter
Voor u ligt de Vox Carolina Zomer 2006. Deze Vox heeft een nieuwe vormgeving van de hand van Birgit Magusin gekregen, wordt gedrukt bij reüniste Nancy Jacobs en aan u geseald toegezonden via reünist Bernhard Brinkmann. Nadere informatie in het colofon. Graag vernemen wij uw reactie op deze veranderde vormgeving! Vanaf de volgende editie zal ook de redactie veranderen. De hoofdredacteur wordt Paul Gillhaus. In genoemde editie zijn profiel. Een paar weken geleden heeft het merendeel van de leden een mailing toegezonden gekregen met een verzoek om te participeren in de aankoop van het sociëteitsgebouw en om deel te nemen aan het Tweede Carolus Magnus Golffestijn tijdens de Annuale! op zaterdag 7 oktober 2006. Over de stand van zaken van beide aangelegenheden meer in deze Vox. Waarom het merendeel? Van 55 leden was het actuele adres onbekend. Inmiddels hebben we dankzij onze leden van 23 leden het juiste adres weer kunnen achterhalen. Dank voor de snelle reacties op onze oproep! Geeft u zich alstublieft zo snel mogelijk op voor het Golffestijn dan wel voor het Afrikaanse Culturele Programma van deze Annuale! Het aantal inschrijvingen is namelijk gelimiteerd. En participeer in de aankoop van het sociëteitsgebouw! Deze Vox gaat voornamelijk over tijdsbeelden. Tijdens de Annuale! van 2005 schetste Jan Wortmann aan de hand van de (dames)mode een treffend beeld van de ontwikkelingen in de (westerse) wereld in de periode van ca 19001980. Een gedeelte daaruit vindt u in deze Vox, met afbeeldingen van de prachtige tekeningen van de auteur. Een tweede tijdsbeeld gaat over studie- en studententijd in de jaren zestig van de
hand van Pia Lokin-Sassen, welk beeld mooi aansluit op wat Wortmann weergeeft. Uiteraard is er weer een interview met de praeses societatis van de studentenvereniging, worden nieuwe leden vermeld en overledenen gememoreerd en wordt aandacht geschonken aan de regioborrels. Op de vorige pagina treft u een oproep aan om u vooral te registreren in onze online-reünistenadministratie. Mag ik u daarop wijzen en u ook vanaf deze plaats vriendelijk doch dringend verzoeken om u in die administratie te registreren, ook, zo niet vooral, als u uw e-mailadres nog niet heeft ingevoerd? Uit welbekende bron is vernomen dat er plannen bestaan voor een heruitgave van het Groot, Nijmeegs Disputenboek met een cd van dispuutsliederen, ook van niet meer ledenwervende disputen. Als dat doorgaat verneemt u tijdig wanneer u de keel kunt smeren... Tot slot: de komende tijd zal in het teken staan van meer contactmogelijkheden. De website wordt ingrijpend aangepast, u zult met jaarcommissarissen te maken krijgen en u kunt meedoen aan de nieuwslijn van en voor ons blad: leden maken het blad mede door hun eigen nieuwsberichten. Graag nodig ik u uit om aan alle activiteiten deel te nemen, op de oproepen te reageren en aan de verzoeken gehoor te geven. Dan zien wij elkaar zeker op de Annuale! op zaterdag 7 oktober 2006 in Nijmegen!
3
mode in de 20e eeuw maatschappelijke omwentelingen weerspiegeld in kledingmetamorfoses Gedeelte van door Jan Wortmann (1954-1960) tijdens de Annuale op 1 oktober 2005 gehouden voordracht.
Het bestuur van uw vereniging wenste een luchtig onderwerp. Mijn thema leek in die wens te passen. Het klonk zelfs wat frivool en ook dat kwam goed uit. Ik waarschuw echter. Kleding en mode zijn niet zo luchthartig als u mocht denken. Door kleding wil men (mannen zowel als vrouwen, maar de voordracht gaat om wille van de tijd over vrouwen) tonen zichzelf én anders dan anderen te zijn, dan wel juist bij een bepaalde groep te behoren. Kleding kan steen des aanstoots zijn. Gaf, heel lang geleden, een edelvrouwe door een te lange sleep te kennen haar plaats in de maatschappelijke orde niet te weten en deklasseerde een lagergeplaatste burger zich door een goud-geborduurd vest zowel bij de aristocraat als bij zijn groepsgenoten, ook tegenwoordig kan niet alles, al zou men het soms wel denken: met minirok de St Pieter te Rome betreden? Met Lonsdale-outfit naar de disco? Met dreadlock/rasta-kapsel kans op promotie als winkelbediende? Kans op een baan na sollicitatie in burqa? En hoe zijn de reacties op een doorkijkblouse met Heilig Hart-afbeelding bij één van de Parijse shows? Hoe acceptabel is een couturejapon met Kor’an-teksten? Op al deze vragen, aan de realiteit ontleend, kan vrijwel steeds ontkennend dan wel negatief worden geantwoord. (...) Van plm. 1945 tot plm.1985 Na woii was er een hang naar mooi en nieuw op velerlei gebied. Mannen keken uit naar modern vormgegeven auto’s, vrouwen - voor wie tijdens de oorlog de broek gemeengoed was geworden (op zichzelf al een revolutie) -, wilden zich in 4
weelderige jurken hullen. Christian Dior begreep dit en verraste de wereld met zijn collectie La Corolle, die door de modejournalisten al gauw werd aangeduid als de New Look. De collectie was gekenmerkt door royale stoffenverwerking in ruime, wijde modellen. Men sprak ook wel van de Nieuwe Crinoline. Toegejuicht én verguisd: tegenstanders van deze ‘stoffenverspilling’ verbrandden een New Lookjurk in de Parijse straten. In de herfst van 1962 toonden de Parijse couturehuizen rokken onder de knie, maar vanuit Londen kwamen er berichten over een Ya-yaline, kleren voor de jonge meisjes, met rokken die niet verder reikten dan 5 cm boven de knie en in de jaren daarna nam de minirok bezit van de meeste jonge vrouwen, zij het niet zonder protest en verzet. In 1966 droeg de bruid van één der Beatles een jurk met een roklengte van 20 cm boven de knie. Nadat Claudia Cardinale in 1967 in minirok de Paus had bezocht verbood het Vaticaan de minirok voor audiënties. De deftige modezaak Hirsch & Co. wenste geen verkoopsters in mini. C&A in Engeland evenmin: er kwamen meer kijkers dan kopers. Van minirok kwam het tot Hot Pants en doorkijkblouse. Was het eerstgenoemde verschijnsel tot daar aan toe voor critici en de vondst van de eeuw voor zeer velen, het laatste leek te ver te gaan. Hoewel de modeontwerper Ruben Torres de vrouwen aanbeval haar borsten te tonen en Shubette of London in 1964 topless japonnen showde, ging er een steen door de ruit van modezaak La Rose d’or in de P.C. Hooftstraat te Amsterdam wegens het etaleren van een Shubette-jurk.
mode in de twintigste eeuw Ondanks kritiek, protest en verzet als hier beschreven is de modernisering van de kleding niettemin zonder brede ophef voortgeschreden. De invoering van de, zeer doorzichtige, nylonkousen (in Nederland plm. 1950) en van de jeans (met T-shirt) in de jaren ’60 is zelfs geruisloos verlopen. Geen overheid liet zich horen. In een ontzuilde maatschappij hebben mode-industrie en gretige consumenten het voor het zeggen. Zelfs zij, die de gevestigde orde niet konden waarderen, werden door de confectie op hun wenken bediend: Provo- en Punk-outfit was al spoedig in modemagazijnen en boetieks te koop. Over kapitalisme gesproken! Vivienne Westwood, afkomstig uit de Engelse Punk-cultuur, is trouwens al sedert jaren één van de meest talentvolle en in vloedrijke modeontwerpers in de westers wereld. (...) Er zou over de ontwikkelingen op kledinggebied vanaf de jaren 1960 tot heden nog heel veel te zeggen zijn, maar ik wil nu graag met u naar het begin van de 20e eeuw, of nog iets ruimer, de eerste helft van die eeuw. Een ongekende metamorfose Vergelijk eens een foto uit 1925, waarop uw (groot)moeder is afgebeeld en één uit 1900, waarop u uw (over)grootmoeder herkent. Het verschil is bijna niet te geloven. In die vrij korte periode is het kledingbeeld wezenlijk veranderd. Op de laatste foto vallen de voetlange rok, de geaccentueerde taille, de massale boezem, de vele versieringen en de stijve stoffen direct op. In 1925 is dit alles practisch verdwenen. Een veelheid aan invloeden heeft hiervoor gezorgd. Men denke aan gewijzigde opvattingen over gezondheid (tailleinsnoering door het corset), hygiène (de roksleep) en vrijheid voor vrouwen (thuis in salon en keuken). De groei van de techniek, die het mogelijk maakte kunststoffen te produceren, de massaproductie, maar ook de geleidelijke afbraak van de standenmaatschappij en de verandering in de rollen van mannen en vrouwen hebben sterk ingewerkt op de wijze waarop vrouwen zich naar buiten toe presenteerden. En natuurlijk waren er de in die tijd bekende modeontwerpers en -ontwerpsters, zoals Paul Poiret (1879-1944), die een einde maakte aan het knellende corset en de Reformjurk (Hobbezak genoemd) modieus acceptabel maakte. ‘Om een vrouw te kleden moet men haar niet bedekken met ornamenten, maar de gaven van haar lichaam onderstrepen’, aldus Poiret, die, behalve een lang en lenig sil-
houet, broeken, broekrokken en strakke rokken met lange zijsplitten invoerde. Hij was onmiskenbaar onder indruk van de Art Nouveau, het Kubisme en de nieuwigheden van de Ballets Russes. Een ontwerpster als Elsa Schiaparelli (18901973) experimenteerde met tot dusver ongebruikelijke stoffen en stoffencombinaties: wol, waar zijde ‘normaal’ was, beddetijk in plaats van linnen. Zij paste kunstzijde toe en liet cellofaan, gemengd met kunstzijde, verspinnen. Zij combineerde fluweel met satijn, tweed met luipaardbont. Ondenkbaar dit alles vóór 1910. Coco Chanel (1883-1971) introduceerde vanaf 1913 lichte, losse kleding, niet preuts en niet feministisch, maar nieuw en modern. Zij gebruikte stoffen als Jersey en Chiffon, die tot dan geen chique faam hadden. Juwelen mochten bij haar van glas en staal zijn. Haar silhouet van de vrouw was smal en plat, jongensachtig en toch vrouwelijk. En aldus maakten oude tijden plaats voor nieuwe. In de jaren ’20 rees de rok boven de knie. De gedachten, die achter de Wiener Werkstätte en Bauhaus zaten waren ook terug te vinden in de mode. Functioneel, geen overdaad. Het lichaam zelf is mooi genoeg. De gevoelige, introverte, innerlijk rijke, volgzame en broze, niet werkende vrouw, die, in haar gezin en huishouding opererende, het sieraad van haar echtgenoot was, - product van de 19e eeuw - verdween in de tijd van Tango en Charleston. (Om misverstanden te vermijden zij hier opgemerkt, dat het veranderingsproces reeds in de laatste decennia van de 19e eeuw was begonnen; op kledinggebied echter traden de veranderingen eerst goed aan het licht in de beginperiode van de 20e eeuw.) Vrouwen en meisjes waren in de loop der jaren zichtbaar geworden in het openbare leven. Sport en werk brachten dat mee. De insnoering van de taille en de sleep, ja de hele vormgeving van het ouderwetse costuum, zaten daarbij in de weg. De drang naar een vrijere dracht, een losser zittend tenue kreeg daardoor meer kansen, maar de vrouwen moesten er inmiddels op bedacht zijn, dat haar zelfstandig, ongechaperonneerd verschijnen op straat, op het sportveld, in het zwembad, aan het strand en op het werk door mannen als een uitdaging, een frivool signaal, kon worden opgevat. Een zichtbare enkel had deze uitwerking al, maar hoeveel temeer een japon, die de vrouwelijke vormen, - niet slechts symbolisch zoals voorheen - zonder meer 5
mode in de twintigste eeuw
1882
1902 Reformjurk of Hobbezak
deed raden, gezwegen natuurlijk van sport- en strandkleding. Bekend is het gescheiden zwemmen van mannen en vrouwen (nog tot na woii), de moeizame opmars van de bikini en de minimalisering van de sportkleding in de loop der tijd. Ook echter al het gemengd werkzaam zijn op kantoor werd in het begin van de eeuw niet als probleemloos gezien. In Engeland b.v. werden daarom typistes bij de Posterijen tezamen ondergebracht in eigen, afgesloten lokalen. Koffie en thee werden de meisjes via een loket aangereikt. Direct contact met mannen werd zo vermeden. (In eerdere tijd, - het begin van de Industriële Revolutie -, waren vrouwen en meisjes uit lagere stand buiten het gezinsverband in de fabrieken gaan werken. Dit werd door de kerken als ontwrichtend voor familie en gemeenschap aangemerkt.) De nieuwe maatschappij hield aldus zeker een gevaar in voor de zedelijkheid. Losbandigheid lag ook en juist in het begin van de 20e eeuw op de loer. De fatsoenlijke vrouw en moeder werd bedreigd. (noot redactie: hoe hier bij de Belastingdienst van het Ministerie van Financiën in 1922 tegen werd aangekeken toont bijgaand afschrift van een circulaire.) Een zekere losbandigheid lag ook in de steeds sterker opgekomen neiging bij de mensen om zich te ‘verbeteren’. Door te werken in bepaalde, deels nieuwe, functies kon men aan zijn of haar stand en rang ontsnappen en een beter niveau bereiken. De oude maatschappij was aan het derailleren en in haar uiterlijke verschijning gaf ook de vrouw hier blijk van. Geestelijke leidslieden, verantwoordelijk voor de instandhouding van de goede zeden, onderkenden dit wel degelijk. 6
1908 P. Poiret
Mode, vluchtige uiting van veranderzucht, staat in verband met de aantasting van het gezin, terrein van Echtgenote en Moeder. Wanneer deze niet meer op haar post blijft desintegreert de Hoeksteen en daarna het gehele gebouw van de maatschappij. Op de Katholiekendagen van 1907 werd afkeurend gesproken over: ‘frivole lectuur en pornografie, prostitutie, drankmisbruik, geboortenbeperking, toneel, café-chantantbezoek en modes van nu.’ (Interessante combinatie van onderwerpen!). In 1913 herinnerde de bisschop van Laibach (Dld) in een herderlijk schrijven aan ‘het Christelijk schaarntegevoel, dat van zekere modeontwikkelingen moet weerhouden.’ In r.k. kring bewogen zich twee verenigingen, genaamd: Voor eer en deugd en Vrouwenadel. In beider publicaties werd geageerd tegen uitsnijdingen aan de hals, blote armen en doorschijnende stoffen (b.v. voor kousen). Vleeskleurige stoffen, nauw aansluitende rokken en splitten konden niet door de beugel. Duidelijk is het, dat hiermee opgekomen werd tegen de zojuist, in 1910, ontwikkelde Kunstzijde en haar toepassingen, met name in dameskousen, tegen de nieuwe dunne stoffen en tegen de mode van het potloodsilhouette van plm. 1912. Schrijvers van protestantse huize zaten op hetzelfde spoor. Waar wereldse luxe al zonder meer taboe was, waren de moderne ontwikkelingen een scherpe doorn in het oog. Zo werd in 1915 geschreven: ‘Door de maatschappij zedelijk te bederven slaagen de boozen er in het gezin te ontwrichten en de Christelijke samenleving ten onder te laten gaan. De mode is een allerzekerst middel daartoe.’ En: ‘Toneel- en film-
mode in de twintigste eeuw
1910/1912
1912 Mariano Fortuny geplisseerde zijde
speelsters gaan daarin voorop.’ En: ‘Met makeup maakt de vrouw zich tot een hoer’. En ‘Er zijn echtgenooten, die dulden, dat hunne koninginnen aan iedere zinnelijke pummel tot prikkelende oogenlust worden aangeboden.’ Ook Burgerlijke overheden zagen toe op het kledingfatsoen. Zo werd in Illinois in 1910 een wet uitgevaardigd, die het de vrouwen verbood de rok meer dan 15 cm vanaf de grond te dragen. De taille mocht bovendien niet zo uitgevoerd worden, dat de lichaamsvormen duidelijk uitkwamen, de zgn. Peek-a-boo-taille. In Utah en Ohio stonden boetes op blote armen en diepe halsuitsnijdingen. Kritiek op en verzet tegen bepaalde modetendensen bleven jaren achtereen aanhouden, zelfs toen er op de provocerende roaring twenties al weer een reactionaire golf was gevolgd. Nog in 1944 (de periode tot plm 1950-1955 hoort in zekere zin inderdaad bij de tijd van tussen de wereldoorlogen) deed Kan. dr A. Janssen een boekje het licht zien, getiteld: Wat denkt ge van de mode?, uitgegeven door de Bond voor Openbare Zedelijkheid. Ik ontleen daaraan de volgende passages: ‘Een vrouw uit den hoogeren stand moet niet gekleed gaan als een dienstbode; het werkmeisje (...) moet er toch niet willen uitzien als een rijke dame. Het verschil van stand is door God en de natuur gewild en het is goed dat men den stand kan herkennen aan een uitwendig teeken.’ ‘Vroeger (...) (was) de vrouwelijke kleeding er op gericht om de natuurlijke roeping der vrouw in de hand te werken. Alles werkte mede om de huisvrouw op diskrete wijze naar den
1915 Spoorwegbeambte (Dld) Postbeambte (Gr.Br.)
haard en de moeder naar de wieg te richten. (... ) Kinderen? Met de huidige mode onmogelijk!’ ‘Het verkeer per tram, autobus en trein, de kantoor- en fabrieksarbeid der vrouw (...) maakten vanzelf een vermindering noodzakelijk van het gewicht, de lengte en den omvang der kleederen (...) echter hebben de vrouwen van den nood een ondeugd gemaakt: in plaats van te blijven bij den voetvrijen rok , hebben zij het kleed verkort tot aan de knie; (...)’ ‘Een korter kleed maakt gemakkelijk een ophitsenden indruk, vooral wanneer in zittende houding de beenen worden gekruist, de vrouw voorovergebogen staat bij den arbeid op het veld of bij het schoon maken van den vloer of de straat, alsook bij het fietsen. (...)’ ‘Waar het om gaat, dat is te weten of onze samenleving zal christen blijven, dan wel of zij zal terugkeeren tot de schandelijke toestanden van het heidendom; waar het om gaat, dat is te weten, of onze katholieke vrouwen den schat harer deugd en eerbaarheid zullen bewaren, dan wel of zij zich de wet zullen laten stellen door een verborgen macht, die het er op aanlegt de samenleving te ontchristenen en haar boos opzet wil verwezenlijken door te beginnen met de ontzedelijking der vrouw.’ Ondermijning Het voorgaande zal al duidelijk hebben gemaakt, dat de zorgen en bezwaren van vooral de geestelijke leiders niet slechts de uiterlijke produkten van couture en confectie betroffen. Zij zagen achter de nieuwe modeuitingen een sinistere hand, die, - inspelend op de wens van de vrouw om een rol als die van de man in de bui7
mode in de twintigste eeuw
1926 Patou
1926 Dior New Look
tenwereld te vervullen èn op haar gevoeligheid voor mooie en modieuze zaken -, de maatschappij uit haar verband wilde trekken en een revolutie tot stand wenste te brengen, die de Christelijke waarden en deugden zou uitbannen. Midden jaren ’60 verscheen een boek In de woestijn van de moraal, een overzicht van de katholieke opvattingen op het gebied van de moraal sedert 1945. Daarin vindt men, naast beschrijvingen van voor vrouwen en meisjes passende kleding (‘geen inkijk, geen doorkijk’) en protesten tegen ‘de schaamteloze tekijkstelling van de vrouw in etalages, kunsthandels en bioscopen’ de opmerking ‘dat de grote modehuizen onder invloed staan van vrijdenkers. (...) Zo zijn zij langzaam aan de ontkleding begonnen.’ Was al deze bezorgdheid onterecht? Was zij ingegeven louter door conservatisme, reactionaire angst of ouderwetse preutsheid van niet meer bij de tijd zijnde geestelijken? Hoewel de leken, de gewone mannen en vrouwen van die tijd, de zorgen veelal niet gedeeld zullen hebben, zou een ongenuanceerd bevestigend antwoord op de beide vragen onrecht doen aan de oprechtheid van de geestelijke schrijvers. Er was sprake van een botsing tussen oude en nieuwe opvattingen. Mede door de moderne kleding zouden geijkte waarden en normen teloor kunnen gaan. Aandoenlijk is de door kerkelijke leiders geuite vermaning om een voorbeeld te nemen aan de eenvoudige mens, zoals de boer en de boerin, die wars waren van ijdelheid en onzedigheid. De verwijzing naar de boerenstand als referentiekader is opmerkelijk, waar deze stand als verpersoonlijking van de oude statische 8
1957
maatschappij nu juist op retour was. Een aansprekend voorbeeld voor de moderne mens was het beslist niet. Toch was er reden tot bezorgdheid. Er gingen al sedert het einde- van de 19e eeuw, maar zeker in de beginjaren van de 20e eeuw vreeswekkende gedachten en ideeën rond. Het leek wel, of alles anders kon en moest. Dat was nu ook weer niet zo onbegrijpelijk, want er was inmiddels vanaf de 18e eeuw al heel wat aan het wankelen gebracht. Wetenschap met name had fors aan oude zekerheden gerukt. Men denke maar aan Darwin, Freud, Marx en Einstein. Al had lang niet iedereen ook maar iets van de nieuwerwetsigheden gelezen, men hoorde van alles (...) Nog angstaanjagender waren de provocerende geluiden vanuit de Avantgardistische hoeken. Zo schreef Marinetti, Italiaanse Futurist, in 1917: ‘De wereldgeschiedenis is nog niet ordeloos genoeg. De vrouwen moeten er zich zo snel mogelijk mee bemoeien, omdat de mannen van binnen werkelijk verrot zijn door 1000 jaar verstandig zijn. (...) Jullie moeten toegeven, dat de overwinning van het Feminisme en vooral de invloed van de vrouwen op de politiek uiteindelijk het principe van het gezin zullen vernietigen.’ Het Collectief Dada-manifest van 1918: ‘Dada scheurt alle leuzen over ethiek, cultuur en innerlijk leven, die slechts als dekmantel voor zwakke spieren dienen, aan flarden. Hier is eenieder voorzitter.’ Het Surrealistisch Manifest van 1924: ‘Om de wereld leefbaar te maken (...) moeten de pijlers van de maatschappij, - gezin, vaderland, godsdienst -, vervangen worden door l’Amour (...), la
mode in de twintigste eeuw
1963 Courrèges
1969 naar: Mary Quant (Londen)
Liberté (...) en la Poésie. Ouders, school, kerk, leger, fabriek en techniek zijn de veroorzakers van frustratie en agressie.’ Deze kleine selectie van stellingen mocht toch al werkelijk verontrustend worden genoemd. Het ging hier niet om onschuldige stappen in een proces van modernisering van de maatschappij Dit was opruiing tegen ‘de goede oude tijd’. Dit was het prediken van revolutie. Als dergelijke ideeën ook achter de modehervormingen zouden zitten, dan hadden de bezorgde schrijvers helemaal geen ongelijk. Wij weten intussen, hoe het verloop van zaken sindsdien is geweest. Mode is een artikel voor de massa geworden. Hoog en laag, oud en jong doen er aan mee. Industrialisatie, synthetica en reclame, dat zijn de steekwoorden, die aangeven waar het brede succes van het modefenomeen vandaan komt. Behoeften aan iets nieuws worden via een geraffineerde politiek van trendsetting en trendvolging gestimuleerd en bevredigd. Over ‘wufte vodden’, ‘prulleboel’ of ‘Fransche wind’, zoals de confectie rond 1900 nog werd aangeduid, heeft men het tegenwoordig niet meer. In de jaren ’60 van de vorige eeuw zei Koster van de Popmodeboetiek Kink: ‘We willen gewoon wat leuke kleren maken, weet je wel. Niet allemaal dat degelijke gedoe. Heel wild is ook een lange avondjapon met een halve rok en één lange broekspijp, die echt wel iets meer dan iets geks heeft.’ Dergelijke anti-burgerlijke, anti-couture uitlatingen zijn in de nieuwste tijd ook al weer gedateerd. In de mode leven we snel. Zo in de mode, zo er weer uit. Dat heeft de industrie
graag. De mode werd in de 19e eeuw niet voor niets ‘het liefste kind van het kapitalisme’ genoemd. Niet te veel van ‘aantrekken’. Ik dank u voor uw aandacht.
1971
9
mode in de twintigste eeuw
Ciculaire uit 1922 bij het Ministerie van Financiën
10
sociëteit te koop Ja, nog steeds! Natuurlijk hadden we niet verwacht dat er meteen miljoenen ter beschikking gesteld zouden worden, maar het saldo tot nu toe is ca 20.000 euro en dat is echt te weinig. Alles bij elkaar is er ca 1,3 miljoen euro nodig. Degenen die nog aan het overwegen waren of degenen die er nu over gaan denken wordt graag gelegenheid geboden voor een herkansing! Derhalve nogmaals de tekst van de brief die u eerder toegezonden is. Participeer ruim! Nijmegen, 16 mei 2006 Aan de leden van de Reünistenvereniging der nsv Carolus Magnus. Geachte heer/mevrouw, Al vaker is de aankoop van het sociëteitsgebouw van de nsv Carolus Magnus aan de orde gekomen. De laatste keer was dat in de Vox Carolina van begin september 2005. Daarin werd aangegeven dat mr Th.M.M. (Theo) Gerritsen (o.a. penningmeester rvcm) in onderhandeling is met de Stichting Nijmeegs UniversiteitsFonds (snuf) ter verwerving van het gebouw waar de sociëteit in is gehuisvest (huidig adres: Hertogstraat 141 te Nijmegen). Enkele overwegingen zijn de hoge kosten van de verplichte schoonmaak en de dreiging andere verenigingen in ons gebouw onder te brengen. Naast de verwerving van het pand op zichzelf is een goede beheerstructuur van belang. Daarmee zijn ondergetekenden druk doende, maar thans zijn we in de situatie dat we moeten weten of de aankoop via ons als Reünisten haalbaar is. Met de aankoop is een bedrag gemoeid van ca 1,3 miljoen euro. Met dit bericht willen wij peilen of en zo ja voor hoeveel de reünisten willen bijdragen. Uiteraard is daarbij sprake van een emotionele investering en niet van een in geld goed renderende investering. Wij hebben evenwel goede hoop dat het met hulp van u allen zal lukken. Op Annuales! en regioborrels horen we nogal eens: hou op met PRATEN over de aankoop, DOE dat nu eens! Welnu, het moment is daar! Denk aan het belang van onze studentenvereniging, laat de herinneringen aan de ssn Roland, de svn De Meisjesclub en/of aan de nsv Carolus Magnus weer in u opwellen, laat uw goede reünistenhart spreken en DOE MEE ! Graag vernemen wij op korte termijn of u middels een éénmalige schenking of een participatie in het onroerend goed als zodanig geïnteresseerd bent. U kunt dat aangeven door de antwoordstrook(zie omslag van dit blad) in te vullen en aan Theo Gerritsen te retourneren. U wordt gevraagd aan te geven de omvang van uw éénmalige gift waar u aan denkt dan wel het bedrag waarvoor u overweegt eventueel te willen participeren. Aan de hand van de totale uitkomst wordt duidelijk of aankoop een haalbare kaart is.Mocht dat zo zijn dan wordt de juridische en beheersopzet uitgewerkt en zal met u daarover gecorrespondeerd worden zodat u dan een definitief besluit kunt nemen omtrent de omvang van uw gift dan wel uw participatie. Vanzelfsprekend willen wij u niet onder druk zetten bij mogelijk substantiële bijdragen uwerzijds. Aan de andere kant moeten we snel weten waar we aan toe zijn, zodat we niet door tegenvallers in de werkelijkheid achterhaald worden. Het gaat om een redelijk inzicht, dat als richtsnoer gebruikt kan worden. Mocht u nadere vragen hebben: Theo Gerritsen is daarvoor telefonisch (’s avonds en in het weekeinde) bereikbaar op: (024) 324 49 57 dan wel per e-mail
[email protected] Bij voorbaat zeer veel dank namens het bestuur van de reünistenvereniging en vooral namens de studentenvereniging, Theo Gerritsen, penningmeester rvcm en Alexander Gras, praeses nsv Carolus Magnus h.t. 11
de nieuwe p Alexander, altijd al praeses willen worden? Het bestuur leek me wel wat, maar ik zag mezelf niet als praeses. Ik dacht dat andere mensen daar eerder voor in aanmerking kwamen en was dan ook behoorlijk verrast dat ik gevraagd werd.
14 september jl trad het bestuur Gras aan. Conform traditie belden we ter kennismaking met de kersverse praeses, student Nederlands recht Alexander Gras (22).
Aan de slag: wat zijn de prioriteiten voor dit jaar? Bovenaan staat de aankoop van de sociëteit. Dat zou moeten lukken. Als het meezit krijgen we deze week te horen wat de vraagprijs is. Maar aankoop is één, onderhoud en exploitatie is iets anders. Om de exploitatie rond te krijgen, zullen we meer leden moeten krijgen. Tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat die leden vaker naar de sociëteit komen.
Nooit te vroeg om met je netwerk te beginnen… v.l.n.r. Burgemeester Guusje Ter Horst, Gemeente Nijmegen, praeses Caroli Magni Alexander Gras, Burgemeester Ellen Hanselaar-van Loevezijn, Gemeente Mook-Middelaar, Burgemeester Anton Aelberts, Gemeente Druten (5 juni 2006)
12
Meer leden, hoe gaan jullie dat aanpakken? Dat begint bij de open introductie. Ik zelf had mentoren die de kroeg meden, daardoor kwam ik pas in de loop van mijn eerste jaar in aanraking met de vereniging. Dat is niet goed. Een mentor moet weten: het hoeft niets voor mij te zijn, maar je moet eerstejaars de kans geven om zelf een afweging te maken. Langsgaan dus, nieuwe studenten laten proeven aan de vereniging. Dat zijn ook zaken waar we via het Bestuurlijk Overleg Studentenverenigingen (bos) over praten met het College van Bestuur van de universiteit. Ook stimuleren we onze leden om zelf mentor te worden. Daarnaast is de duur van de Eigen Introductie (ei) voor veel eerstejaars die erover denken om lid te worden een drempel. Die drempel willen we wegnemen: het plan is om die introductie terug te brengen tot een week. In samenspraak met de vice-praesides die de introductie de afgelopen vier jaar hebben geleid, zijn we aan het kijken hoe we het programma zo kunnen aanpassen dat die afgelopen is voordat het nieuwe collegejaar begint. Wanneer de Open Introductie van de universiteit met twee dagen verkort wordt, kunnen wij op maandag beginnen en als we dan een ei van 7 dagen houden kunnen we voor het eerste college van nieuwe eerstejaars klaar zijn. De ei lijkt dan korter, maar is ook effectiever, omdat dan niet steeds de helft weg is naar colleges. Dit werkt natuurlijk alleen wanneer de oi daadwerkelijk korter wordt en daarover praten we met het college en met ander verenigingen. Een nieuwe sociëteit kopen, kunnen de reünisten daarin ook nog wat betekenen? (lachend) Geld overmaken! Ons bestuur doet er alles aan om meer mensen naar de kroeg te trekken en in de kosten te snijden. Maar (financiële) hulp van oud-leden is nooit weg. Duidelijk. Tot slot: wat wil je persoonlijk uit dit jaar halen? Als praeses krijg je van veel mensen advies. Ik merk dat ik dat fijn vind, maar tegelijkertijd ook lastig: want op welk moment neem je een beslissing? In de loop van dit bestuursjaar hoop ik een goede balans te vinden tussen luisteren naar de mensen om me heen en op een gegeven moment de knoop doorhakken en zeggen: ‘Zo gaan we het doen.’
in memoriam Verenigingen als de onze kennen naast de aanwas door nieuwe leden het ontvallen van leden door overlijden. Hoewel het bestuur zich ervan bewust is, dat vermelding van hen die verscheiden zijn ook bij onze vereniging nimmer volledig zal zijn, meent het toch dat daaraan geheel voorbijgaan ook al is soms het feit al wat langer geleden of is kort geleden van het lidmaatschap afgezien - minder juist is dan geen aandacht aan de gestorvenen besteden.
In de afgelopen periode is het bestuur bekend geworden dat de volgende leden zijn heengegaan: • J.J.A.M. van Keulen, Utrecht • Mw W.T.M. Leenders, Enschede • P.J.M. Oosterwaal, Venlo • J.B.M. Rensing, Heilig Landstichting • C.L. Brenninkmeijer, Nijmegen • P.J.A. van Dijck, Dongen • H.I. Prinsen, Veldhoven • P.J.J.M. Gubbels, Tilburg • G.N. Vollebregt, Heeswijk Dinther • Mw P. Frequin-Peters, Nijmegen • Mw A. Dukkers-Balfoort, Heemstede • A.J.M. Vester, Baak • E.M. Michiels van Kessenich • Ch.M.J.A. Moons, ’s-Gravenhage • R.M.J. Breukers, Wassenaar • M.M.C. Hazen, Breda • S.M.Th. van der Werf, ’s-Gravenhage 13
regio borrels
In november 2005 en in mei 2006 zijn er weer regioborrels gehouden. 2005 4 november te Maastricht 18 november in Amsterdam 25 november in Utrecht. 2006 19 mei te Den Haag 26 mei in Den Bosch.
14
rechten studeren in de jaren zestig door Mw mr. P.E.M.S. Lokin-Sassen
eerder verschenen in....
Tot dan toe werd de Juridische Faculteit In 1964 schreef ik mij in Nijmegen in als stugeleid door een gering aantal hoogleraren, dat dente in de Rechtsgeleerdheid, samen met een groot aanzien en vrijwel alle macht bezat op kleine 125 anderen. Het aantal meisjes dat rechonderwijs- en onderzoeksgebied. Het verten ging doen was dat jaar meer dan verdubbeld. schijnsel wetenschappelijk medewerker was Voor sommige hoogleraren was dat een verontgloednieuw en trof men slechts hier en daar nog rustende ontwikkeling. Zo herinner ik mij dat aan. De hoogleraren gaven ieder één hoorcolleprof. W.C.L. van der Grinten op zijn eerste colge per week van oktober tot mei en - maar dat lege ons, meisjes, voorhield dat het moederwas nog uitzondering - hier en daar werd een schap in concurrentie zou treden met het ondersteunend werkcollege gegeven, waarvoor meesterschap en dat voor de vrouw het moedermen kon intekenen. De latere hoogleraar prof. schap verre de voorkeur verdiende boven het meesterschap. Wij konden ‘voor de vrouw verdiende het moederschap verre de voorkeur boven het meesterschap’ toen weinig waardering opStruycken trachtte ons als wetenschappelijk brengen voor deze uitspraak, maar met het medewerker in zo’n werkcollege de beginselen klimmen der jaren ben ik de wijsheid ervan van het privaatrecht bij te brengen. Je zorgde er gaan inzien, hoewel het voor sommigen mogewel voor dat je de stof had bestudeerd, want lijk is om het een met het ander te combineren, ieder kreeg een beurt en als je het antwoord niet zonder dat de rechtspraktijk of het gezin daarwist een uitbrander. De hoorcolleges waren niet onder lijdt. verplicht, men kon alles immers uit de boeken Niet alleen het aantal meisjesstudenten was halen. Er waren twee hoofdmomenten, waarop verdubbeld, het totaal aantal ingeschreven eerde student werd geëxamineerd, uiteraard alleen stejaars was met zevenmijlslaarzen gestegen, maar mondeling: tijdens het kandidaatsexamen sinds het begin van de zestiger jaren. Want en tijdens het doctoraalexamen. Voor een enkel behalve de na-oorlogse baby- boom - een golf die vak kon men vooraf, ook weer uitsluitend monmen jaren lang al aan had kunnen zien komen deling, een ontlastend tentamen afleggen, maar zorgde in Nijmegen de emancipatie van de voor het overige werd de student geacht zelfkatholieken, die op het gebied van het middelstandig te studeren en te beoordelen wanneer hij baar en hoger onderwijs na de Tweede Wereldof zij zich aan de twee grote examens wilde oorlog in een stroomversnelling was geraakt, onderwerpen. Bleek men deze niet gehaald te ervoor dat er in het begin van de jaren zestig hebben, dan kreeg men drie, zes, negen of twaalf voor het eerst op vrij grote schaal (ongeveer 40% maanden de tijd om deze opnieuw af te leggen. van de studentenpopulatie in Nijmegen) jonge In de periferie van de faculteit zwermden enige mensen kwamen studeren, waarvan de ouders repetitoren, die tegen vergoeding studenten niet hadden gestudeerd en die zich moesten privé-onderwijs gaven en klaarstoomden voor bedruipen met een over het algemeen vrij krapde examina. pe beurs, althans een beurs die geen overvloedig lk ben blij, dat ik het laatste staartje van de gezelligheidsleven toeliet. Zo ontstond er een ‘oude’ faculteit nog heb meegemaakt. Mijn eerdubbele druk op de bestaande voorzieningen. 15
rechten studeren in de jaren zestig versiteit aangepast te worden aan de grote toestroom studenten, waarvan iets minder dan de helft de universitaire traditie niet van huis uit kende. Deze nieuwe groep had geen boodschap aan het corpslidmaatschap, kon zich geen repetitor veroorloven en werd gehuisvest in flats buiten het centrum van de stad. Zij zagen zich niet zozeer als ‘heren (en dames) studenten’, als wel als werkende jongeren die hun studie als een soort baan beschouwden. In plaats van in corpora organiseerden deze nieuwkomers zich in een studentenvakbond, in plaats van gezelligheid en het zo lang mogelijk uitstellen van de datum van afstuderen, verlangden ze de middelen te verkrijgen om zo snel en effectief mogelijk af te studeren op een zo goedkoop mogelijke manier. De studentencorpora zagen deze nieuwe groep als een gevaar. Zij reageerden daarop door ze te negeren en voor zover dat niet mogelijk was, door ze te denigreren: mensen die geen lid van een gezelligheidsvereniging waren werden als ‘knorren’ afgedaan. Ieder begrip voor de behoeften en noden van deze groep studenten ontbrak. Geen wonder dat ze in ‘mensen die geen lid van een gezelligheidsvereniging waren werden als knorren afgedaan’ opstand kwamen. De Universiteit, en in haar kielzog de faculdit eerste voortentamen het kandidaatsexarnen teiten, moest wel rekening gaan houden met af te leggen; anders zou het tentamen Romeins deze nieuw opgekomen groep studenten. AanRecht komen te vervallen. En zo kwam het dat vankelijk verkeerde men in de veronderstelik na anderhalf jaar studeren mij in het gelukling, dat de bestaande structuur hiervoor niet kige bezit wist van de fel begeerde titel van fundamenteel gewijzigd hoefde te worden, jur.cand. maar dat men met een paar aanpassingen kon Daarna had ik een half jaar vrij, waarin ik volstaan, onder meer door de oprichting van een onder meer als lid van het bestuur van de faculjuridische studentenvertegenwoordiging, een teitsvereniging goede herinneringen bewaar meer systematische instelling van werkgroepen aan de gastvrije ontvangsten bij verschillende naast de hoorcolleges, waarin hard gewerkt hoogleraren thuis, zoals bij prof. Maeijer en werd en die een - door de faculteit bekostigde prof. Van Agt. vervanging beoogden te zijn van de repetitor. Iets later trad ik toe tot de redactie van het Menig repetitor werd opgenomen in het wetenNijmeegs juridisch Studentenblad Morgen schappelijk corps. Steeds meer ontlastende, Meester. Ook de deelname aan het studentenschriftelijke voortentamina werden ingevoerd, parlement, waarbij studenten uit heel Nederwaardoor de stof in steeds kleinere parten werd land voor één dag zitting mochten nemen in de verdeeld. banken van de Tweede Kamer en het gehele Door de zo snelle toename van het aantal stuNederlandse volk vertegenwoordigden - de denten barstte de structuur echter uit haar voeNijmegenaren vulden vanzelfsprekend de bangen en een algehele reorganisatie werd tenslotte ken van de KVP - staat mij nog levendig voor de nodig geacht. De tentamens konden niet langer geest. Inmiddels namen de aantallen studenten alleen maar mondeling worden afgenomen, de onrustbarend toe. De universiteit, en ook de hoogleraar verloor zijn almacht en moest deze juridische faculteit, barstte uit haar voegen. in toenemende mate delen met de opkomende Collegezalen, die tot voor kort nauwelijks groep van wetenschappelijke medewerkers. gevuld waren - de hoorcolleges waren im- mers Maar ook de studenten zelf wensten betrokniet verplicht - puilden uit, er ontstond kamerken te worden bij de reorganisatie en begonnen nood in de stad, docenten raakten overwerkt hardop eisen te stellen en deze kracht bij te zetdoor de mondelinge tentamendruk, enz. In ten door demonstraties en bezettingen. korte tijd diende de structuur van de hele uniste jaar en dat van mijn vader vertonen meer overeenkomst met elkaar dan mijn eerste jaar en mijn laatste. De vrijheid in mijn eerste jaren heb ik als een weelde ervaren. Hoewel wij als eerstejaars volop genoten van het gebrek aan ouderlijke controle en de bloemetjes flink buiten zetten, heeft de studie daar niet onder geleden. Dat dankten wij overigens aan prof. B.H. Hermesdorf, hoogleraar Romeins Recht. Deze zou namelijk in 1965 met emeritaat gaan. Hij stond bekend als een strenge hoogleraar, maar wij, de studenten, wisten wat zijn stokpaardjes waren en over welke stukken van de stof hij de vragen stelde. Van zijn eventuele opvolger was niets bekend en zo besloten we met een groepje om het - ontlastende - mondelinge tentamen nog bij Hermesdorf af te leggen. Ongetwijfeld is het aan de, voor zijn doen, ongekende mildheid van de hoogleraar te danken geweest, dat ik voor het tentamen geslaagd ben. Pas daarna hoorde ik, dat men verplicht was om binnen negen maanden na het behalen van
16
rechten studeren in de jaren zestig ters van het Maagdenhuis in Amsterdam, die Prof. Van Wijnbergen was toen rector magmet strafvervolging werden bedreigd. Het nificus en sprak de ongebreidelde menigte toe thema ‘klassenjustitie’ werd naar aanleiding zonder ook maar éénmaal te haperen. Hij vervan die vervolging aan de orde gesteld, evenals geleek het stampvoeten van de muitende stude (on)mogelijkheid van een revolutionaire denten met het laarzengedreun van de Duitse beroepspraktijk. bezetter, hetgeen aan de studenten weer een Toen de werkgroep anoniem getipt werd, dat storm van protest ontlok te. Prof. Duynstee was ondanks het formeel genomen besluit om vooreen van de zeer weinige hoogleraren, die naar de bezette aula stapte ‘Prof. Van Wijnbergen vergeleek het stampvoeten van de muitende studenten met het laarzenom met de studengedreun van de Duitse bezetter’ ten te discussiëren taan in het openbaar te vergaderen, het hoogleover wat hen bewoog. Hij was allerminst bang rarencorps in een geheime zitting zonder een om zijn mening tegenover die van de studenten studentendelegatie daarbij te betrekken, beslote plaatsen in een open debat. Ik heb mij wel eens ten had om de heer Leijten tot hoogleraar in drie afgevraagd in welke richting de studentenbejuridische leerstoelen (Inleiding in het Nederweging zich zou hebben bewogen als wij door lands recht, rechtssociologie en rechts-theorie) een aantal professoren zouden zijn opgevangen, te benoemen, ondanks het feit dat hij niet was in plaats van door een handvol trotskisten uit gepromoveerd en zonder dat hij op deze gebieAmsterdam die de beweging al spoedig in poliden veel wetenschappelijke artikelen had geputiek en marxistisch vaarwater deden belanden. bliceerd - ‘hij zou het wel goed doen bij de stuIn het begin verbonden ‘knorren’ en ‘corpsdenten’, leek de doorslaggevende kwalificatie studenten’ zich nog in deze gemeenschappevoor deze meervoudige benoeming -, greep de lijke strijd voor openbaarheid en medezeggenwerkgroep rechten deze benoeming aan om tot schap met betrekking tot de herstructurering actie over te gaan. Ze verspreidde een tegen de van de universiteit. Later echter werd deze eerpersoon van Leijten gericht pamflet als protest ste ‘herstructureringsgolf’ opgevolgd door een tegen deze benoeming in een poging deze ongegroep links georiënteerde studenten die meer en daan te maken. De werkgroep belegde voorts meer algemene politieke eisen ging stellen, een bijeenkomst, waarop, behalve een kleine geïnspireerd op het marxistische gedachtegoed. honderd juridische studenten, ook de genomiDe meeste corpsstudenten haakten daarbij af, neerde hoogleraar persoonlijk verscheen. Hij zodat de algemene beweging al spoedig sektariverweerde zich weisprekend en vakkundig sche trekken aannam om tenslotte uiteen te valtegen de aantijgingen in het pamflet aan zijn len in elkaar op leven en dood bestrijdende adres geuit. Een ruime meerderheid keurde de groepjes en afsplitsingen van groepjes. venijnige persoonlijke toon van het pamflet in Binnen het wetenschappelijk corps waren de een motie af, maar veroordeelde tegelijkertijd meningen ernstig verdeeld over de vraag hoever deze benoeming, omdat zij ondanks de uitde herstructurering zou moeten gaan. Onder drukkelijke belofte van de senaat, zonder druk van de grootscheepse acties van de studeninspraak van studenten tot stand was gekomen. ten, kracht bijgezet door de bezetting van de Pas veel later heb ik prof. Leijten, - want hij aula, besloten de hoogleraren van de univeris natuurlijk wel hoogleraar geworden, zij het siteit, in geheime vergadering bijeen, na lange niet in alle drie de vakken - als medeveranten felle debatten in meerderheid tot het openwoordelijke voor het pamflet, mijn oprechte baar maken van hun vergaderingen en tot het excuses aangeboden voor de op de persoon verlenen van medezeggenschap van een studengerichte aanval, terwijl wij toch eigenlijk voortenvertegenwoordiging in geval van benoeminal het in het geheim genomen benoemingsbegen van universitair personeel. sluit wilden laken. Gaarne neem ik deze geleOp de meeste faculteiten verrezen actiegroegenheid te baat om nu ook in het openbaar mijn pen, die uiteenlopende activiteiten entameerexcuses nog eens uit te spreken. Wij zijn toen den. Zo ontstond er ook op de juridische faculduidelijk over de schreef gegaan en hebben hem teit een werkgroep rechten, die zich onder meer en de zijnen onnodig gekwetst en dat spijt mij bezighield met het bestuderen van theoretische tot op de dag van vandaag ten zeerste! werken over de staat en de democratie, die Ook de ‘werkgroep rechten’ raakte na enige debatteerde over het parlementarisme, maar tijd meer en meer in politiek vaarwater en stierf daarnaast ook huuracties ondernam en juridiuiteindelijk een zachte dood in vruchteloze en sche bijstand trachtte te verlenen aan de bezet17
rechten studeren in de jaren zestig eindeloze discussies over marxistische adagia. De redactie van Morgen Meester, waarvan ik lid was, kreeg aan het eind van de jaren zestig het verzoek van de redactie van Ars Aequi om mee te werken aan een speciaal nummer over de advocatuur. Wij waren daartoe wel bereid en na enige jaren van plezierige samenwerking zag in 1972 het ‘zwarte’ Ars Aequi-nummer het licht: ‘De balie, een leemte in de rechtshulp?’ Wij hadden niet voorzien dat dit nummer zoveel stof zou doen opwaaien. Het nummer heeft het punt gemarkeerd, waarop de commerciële en de sociale advocatuur definitief uiteen zijn gegaan en gescheiden voortgingen. Het zou zinvol zijn om in onze tijd opnieuw aandacht te schenken aan de grote concentraties van de rechtsbijstand, vaak nog gefuseerd met notarissen, belastingconsulenten en wat niet al, en de gevolgen daarvan voor de rechtsbedeling en vooral voor de eerzaamheid van dit ‘officium nobile’. Door al deze perifere bezigheden was ik ernstig achterop geraakt met mijn studie. Een heel nieuw curriculum was achter mijn rug inmiddels ingevoerd en de eerste studenten van het nieuwe leerprogramma hadden hun bul reeds uitgereikt gekregen. De faculteit wilde van mij en het restant van de oude generatie af en voorzag - overigens na een ruime periode van overgangsrecht - in een laatste bezemjaar, waarna
alle vooraf behaalde tentamina in de oude stijl zou vervallen. Daar ben ik de faculteit nog dankbaar voor, anders zou ik waarschijnlijk de eindstreep niet hebben gehaald. Nu moest ik beslissen: afstuderen en stoppen met al die andere activiteiten of nooit meer afstuderen. Ik koos voor het eerste en vond een paar medegestranden, die om veel geldiger redenen dan ik, bijvoorbeeld door huwelijk, moederschap, etc. studievertraging hadden opgelopen. Daarnaast blijven de repeteeravonden bij Harrie Beekman thuis, wetenschappelijk hoofdmedewerker staatsrecht, in mijn geheugen gegrift. Hij heeft mij en zovele anderen de liefde voor het staatsrecht bijgebracht onder het genot van een verfijnd glas wijn. Met vereende krachten haalden we net binnen de tijdslimiet ons doctoraal examen. Zover als Martin-Jan van Mourik, die, toen hij hoorde dat hij meester in de rechten was geworden, spontaan in huilen uitbarstte, ben ik niet gegaan, maar met weemoed heb ik afscheid genomen van een bewogen studentenleven: ik kijk erop terug; niet als de meest gelukkige tijd van mijn leven, maar wel als de meest zorgeloze.
Mw mr. P.E.M.S, Lokin-Sassen is universitair docent staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en uitgever.
Langs de flank! Het nieuwe Afrika Museum is open! Op 27 mei jl. is het Afrika museum officieel heropend door mevrouw Maria van der Hoeven, minister van oc &w . 2006 is een bijzonder jaar voor het Afrika Museum. Niet alleen is het museumgebouw ingrijpend verbouwd en uitgebreid, ook bestaat het Afrika Museum 50 jaar. De reünistenvereniging biedt u op 7 oktober tijdens de Annuale! een unieke kans om (hernieuwd) kennis te maken met dit bijzondere museum. Proef de energie en sfeer van het mooie continent Afrika. Degenen die meegaan verzamelen om 13.00 uur bij de Golfbaan en vertrekken om 13.45 uur per bus naar het Afrika museum. Daar krijgt u een rondleiding door het nieuwe museum en kunt u tijdens een workshop Afrikaanse muziek maken. Om 16.00 uur keert de bus terug naar de Golfbaan. Op de golfbaan volgt u de rest van het Annuale!-programma. De kosten voor dit programma bedragen voor leden 25 euro per persoon, inclusief het welkomstdrankje bij de golfbaan. Voor niet-leden bedragen de kosten 50 euro per persoon. U wordt dan automatisch een jaar lang lid van de Reünistenvereniging van Carolus Magnus. Maakt u het totaalbedrag over op postrekening 5311404 t.n.v. rv Carolus Magnus te ’s-Gravenhage o.v.v. deelname Afrikaans cultureel programma. U kunt zich tot 15 augustus voor dit programma opgeven. Dat kan door uw naam, adres, woonplaats, telefoonnummer, wel of geen lid van de Reünistenvereniging en emailadres te vermelden en het aantal personen inclusief uzelf dat aan het Afrikaans Cultureel programma deelneemt en dat te zenden aan
[email protected] dan wel het strookje op de achterflap in te vullen, uit te knippen en toe te zenden aan: Esther Appels, Groesbeekseweg 428, 6523 pp te Nijmegen. 18
Tweede Carolus Magnus Golffestijn Tijdens de lustrumviering in 2003 is het Eerste Carolus Magnus Golffestijn gehouden. Getuige de uitbundige deelname, een succes van jewelste! Tijdens de eerstvolgende Annuale! wordt het Tweede Carolus Magnus Golffestijn gehouden. Dit zal ongetwijfeld het eerste evenaren, zo niet overtreffen. U kunt zich nog daarvoor inschrijven door middel van onderstaand formulier, maar let wel: het aantal beschikbare deelnamemogelijkheden is beperkt.Vult u a.u.b. het formulier volledig in (kopieer het dan of knip het uit) en maakt u het bijpassende totaalbedrag over naar onderstaand rekeningnummer.
zaterdag 7 oktober 2006 Na(a)m(en): Jaar: Dispu(u)t(en), indien van toepassing: Adres: Postcode, woonplaats: Telefoonnummer: EGA-handicap/GVB: Graag schrijf ik mij in voor onderstaande activiteiten op zaterdag 7 oktober 2006 door mijn keuze in te vullen: Golffestijn:
wedstrijd (incl. lunch en buffet) clinic (incl. lunch en buffet) indien geen lid rvcm per persoon
€ 75,- x (... personen) = € 65,- x (... personen) = € 25,- x (... personen) = Totaal:
IK (WE) WORD(EN) LID VAN DE RV CAROLUS MAGNUS:
JA, GRAAG!
Voor registratie gelieve u dit formulier ingevuld toe te zenden aan Mevrouw L. Hermans-Brand, Kwakkenbergweg 59 te 6523 ml Nijmegen of het relevante tesktgedeelte over te nemen en te mailen naar:
[email protected]. Overmakingen op bankrekeningnummer 22.52.22.868 t.a.v. de heer H.A.M. Marres te Wijchen o.v.v. CM-golffestijn. Bij voorbaat dank voor uw belangstelling en deelname. Het wordt weer een fantastische Annuale!
19
Naam Adres Woonplaats Telefoonnummer personen, tober 2006 met …. ok 7 ag rd te za op E-mail: a mm Flankerend Progra neemt deel aan het lf. ze etekende inclusief de onderg Datum: weg 428 te ppels, Groesbeekse A er th Es : ar na Handtekening n opsture rend Programma Inschrijving Flanke . 6523 PP Nijmegen
* * * * * * * * * * *
Marlou Leenders 1999 bedrijfscommunicatie M.A.R.I.K.E.N. Wytze Buitenrust Hettema 1980 Nederlands en notarieel recht Baldr Janet Deyber-Sevens 1970 rechten Circe Eelco de Jong 1998 bedrijfskunde Joost Dekkers 1995 Nederlands recht en geschiedenis A.V.I.S. Daisy de Beijer 1999 Nederlands recht Cathelijne Franken 1998 neuro- en revalidatiepsychologie Taboe J.A. de Vreeze Het G.I.L.D.E. Lily Rutges 1965 sociologie Iris Boode 1998 Nederlands recht/bedrijfswetenschappen Circe Michiel van Dordt 1995 Olifant
Deze strook uitknippen en toezenden aan: Mr Th.M.M. Gerritsen, Rijksstraatweg 16 te 6574 ad Ubbergen dan wel tekst overnemen en per e-mail zenden aan
[email protected]. Ondergetekende, (naam, adres, woonplaats)
verklaart hierbij bereid te zijn tot een éénmalige schenking dan wel tot participatie in het onroerend goed ten behoeve van aankoop en beheer van het sociëteitsgebouw voor de nsv Carolus Magnus ten bedrage van:
€ Datum:
Handtekening: