2
8 (2013)
VOR VANGT VERMINDERING VAN SUBSIDIE ZELF OP
Op AV van links naar rechts: Henk Hoekstra, portefeuillehouder communicatie; voorzitter Theo Aarsen; de vertrekkende secretaris René Westenberg; Betty Bosboom, de nieuwe secretaris en portefeuillehouder commissie evenementen en activiteiten; Regitse Hoogewerff, portefeuillehouder commissie sociaal; en Michel Goppel, portefeuillehouder commissie kenniskring.
Tegen de honderd VOR-leden betraden 13 februari voorzichtig rondkijkend het RWSgebouw Westraven voor de Algemene Ledenvergadering van hun vereniging. Was het er echt zo veilig als het was verklaard, nadat de trillingen van het gebouw waren toegeschreven aan de reinigingsinstallatie aan de pui? Al die aardschokken in Groningen helpen niet mee het vertrouwen te behouden in de stabiliteit van Neerlands ondergrond. Maar we hebben de 13e overleefd.
Besturen is leuk
Sommigen vonden honderd belangstellenden op de 1.147 leden erg weinig, maar daarmee scoren we toch hoger dan menig andere algemene ledenvergadering. De beperkte groep bestond vooral uit actieve leden die elkaar kenden en dat verhoogde het plezier van de dag.
Voorzitter Theo Aarsen verklaarde zich een gelukkig en dankbaar man met zestig enthousiast werkende vrijwilligers, de vele activiteiten in het afgelopen jaar, een swingende website en VORbericht en een vol jaarprogramma van activiteiten voor dit jaar. Naast een paar traditionele bijeenkomsten, zoals voor de nieuwe leden, komen er weer een hobbydag, twee themabijeenkomsten en twee projectbezoeken. Aandacht voor de organisatie van regionale bijeenkomsten wordt versterkt. Woekeren met budget Er moest wel worden gewoekerd met het beschikbare budget. De subsidie van de DG RWS is voor 2013 teruggebracht van € 90.000 naar € 75.000. Dat wordt opgevangen door de meerdere ontvangst van contributies door het stijgend ledental, hogere bijdragen van leden bij de evenementen en zuinigheid. Zo staan er 115.000 euro baten tegenover 115.000 euro lasten. Er is geen voordelig en geen nadelig saldo. Dus het blijft oppassen om niet in de rode cijfers te raken. Strategie Het bestuur werd aangeraden een strategie te bepalen tegenover eventuele voornemens tot verdere verlagingen van de subsidie. Een vraag naar de toegevoegde waarde van de VOR voor de RWS wees al op
een ‘voor wat hoort wat’-verhouding die eigenlijk voor de VOR niet past. Een element van goed personeelsbeleid is dat een organisatie zijn gepensioneerden in ere houdt en blijft betrekken bij de organisatie, als het kan, ook in nuttige functies. In deze richting werden van verschillende kanten opmerkingen gebromd of uitgesproken vanuit de zaal (het auditorium van LEF, genoemd naar de founding father van de VOR, ir. Bert Keijts). Tot mijn vreugde zag ik tijdens de borrel de twee voorgaande VOR-voorzitters, Lips Nijborg en Jur Teders, in gesprek met Theo Aarsen en ik hoopte maar dat ze met elkaar spraken over de dreigingen van de bezuinigingswoede voor de VOR. Eigen kascontrole Om de eigen verantwoordelijkheid van de VOR voor financiële zaken te accentueren, hechtte de ledenvergadering er aan de eigen kascontrole te behouden en deze niet over te laten aan de voor RWS werkende accountant. De kascontrolecommissie 2013 bestaat uit de heren E. Woudenberg en R. van Dijk, met de heer M. Lemmen als reservelid. OP verzoek van de voorzitter herdachten de leden staand in één minuut stilte de met naam genoemde VOR-leden die in 2012 waren overleden. (Dick Seip)
RECTIFICATIE: OUD NIEUWS IN NR 1 In VORbericht nummer 2013-1 staat op pagina 2 een stukje over de matige waardering van de VORwebsite. Die bijdrage was gebaseerd op een enquête uit 2010. Mede op grond van de uitslag van die enquête uit 2010 is er in 2011 een nieuwe website gebouwd. Over hoe de nieuwe site wordt gewaardeerd valt nog niets te zeggen omdat daar geen onderzoek naar is gedaan. Vergeleken met 2011 steeg het aantal bezoekers in 2012 met 30%.
EERSTE VOR-WIJN CADEAU GEGEVEN De VOR-wijn is er. Tijdens de VOR-bestuursvergadering direct voorafgaande aan de Algemene Ledenvergadering, was er een kleine proeverij. Twee wijnen uit de wijngaarden van twee VOR-leden gingen rond. Beiden hadden gereageerd op de oproep van portefeuillehouder communicatie Henk Hoekstra een zelf gemaakte wijn beschikbaar te stellen als VORwijn. De ene wijn was zoet, de andere droog. Als ervaren wijndrinkers koos het bestuur na uitvoerig en zorgvuldig proeven ten slotte de droge variant van wijnboer Willem Behrens te Dordrecht.
Ideeënmanagement: VORwijn
Een fles met de uitverkoren drank, al voorzien van een speciaal VOR-etiket, kon de zelfde dag nog cadeau worden gegeven. Roel Salden, directeur van de RWS-dienst Wegverkeersmanagement, onderdeel van de nieuwe landelijke operationele dienst Verkeers- en Watermanagement (WVM), had de primeur. Het was zijn beloning voor zijn presentatie over zijn dienst (zie elders in het VORbericht). (Dick Seip)
Geen trillende hal of handen
MINDER VORBERICHT
KENNISINSTITUTEN BOUW FUSEREN
Bij het rijk wordt alles minder en steeds maar ‘slimmer’. Toch blijven informatiedrager en formaat van dit VORbericht (nog?) gelijk. De frequentie echter niet. Al wisten zelfs de portefeuillehouder en de ‘trekker’ van de CoCo er niks van: Geel! wordt ‘herdoopt’ en gaat van tien naar zeven keer per jaar. Minstens nummer 2013-1 (en vast ook nr 2) van Geel! zei het nog in de kleine lettertjes op p. 3: ‘Verschijnt tien keer per jaar’. Dit altijd meegezonden VORbericht gaat dus ook terug naar zeven keer. (Het op de AV vastgestelde VORjaarverslag 2012: ‘Aparte verzending van het VORbericht wordt niet overwogen, omdat dit extra portokosten zou opleveren.’) De verdeling over het jaar 2013 is zodoende nogal divers; nummer 3 verschijnt wel binnen een maand na nummer 2! De opvolger van Geel! lost dat op met vast ook een nieuwe nummering, maar dit VORbericht doet dat niet. De O van VOR blijft ook net zo geel als die kleur op weg en water dat blijft. (Adri den Boer)
De twee kennisinstituten voor de bouw SBR en CURNET hebben tot een fusie besloten. De activiteiten van beide organisaties worden integraal voortgezet in SBRCURNET. (Wie verzint een aantrekkelijker naam?) De nieuwe organisatie telt 75 medewerkers. Ze is gevestigd in het kantoor van SBR in het Groothandelsgebouw te Rotterdam. Curnet is dus verhuisd van Gouda naar Rotterdam. Op termijn zal SBRCURNET zich vestigen op de Bouwcampus, waarvan de twee oorspronkelijke organisaties initiatiefnemer en medeontwikkelaar zijn. De nieuwe organisatie heeft, zegt directeur Jack de Leeuw, de ambitie zich te vernieuwen. Het samengaan van de twee instituten vermindert al de versnippering in de kennisinfrastructuur. De uitdaging waarvoor de bouw nu staat, vraagt om een meer integrale aanpak en onconventionele oplossingen. De Bouwcampus moet een fysiek en virtueel knooppunt worden van organisaties, ideeën en initiatieven. De adresgegevens van SBRCURNET zijn: Bezoekadres: Stationsplein 45, A6.016 Groothandelsgebouw, 3013 AK Rotterdam Postadres: Postbus 1819, 3000 BV Rotterdam Telefoon 010 206 59 59 - Email:
[email protected] (Dick Seip)
BESTUUR VOR Koos Kamsteeg werd door de AV op voorstel van het bestuur in dat bestuur gekozen. In het verslagjaar 2012 heeft Koos gefunctioneerd als adviseur van het bestuur en heeft hij zich in het bijzonder bezig gehouden met het project “conserveren cultureel RWS erfgoed”. Het bestuur was van mening dat Koos met zijn ervaring als dienstkringhoofd (districtshoofd) en zijn bestuurlijke ervaring binnen de VIB (Vereniging van InfraBeheerders) de voormalige VWAR (Vereniging Waterstaatkundige Ambtenaren Rijkswaterstaat) en de GOR (Groeps OndernemingsRaad) een aanvulling is op de kwaliteiten die binnen het bestuur aanwezig zijn. Betty Bosboom is benoemd tot (waarnemend) secretaris van de VOR. Zij neemt voorlopig het secretarisschap over van René Westenberg, die een rustiger plekje verkiest in de Commissie Sociaal. Theo Aarsen dankte René voor al zijn inspanningen met een mooi boeket.
Koos Kamsteeg
VORLEDEN KRITISCH BIJ PRESENTATIE NIEUWE DIENST WEGVERKEERSMANAGEMENT Ingewikkeld organogram nieuwe RWS-dienst VWM
Roel Salden van VWM
Roel Salden, directeur van de nieuwe RWS-dienst Wegverkeersmanagement (onderdeel van de nieuwe landelijke operationele dienst Verkeers- en Watermanagement, VWM), een vrolijk en onbezorgd type, had gedacht die oudjes van de VOR wel plat te krijgen met een leuk filmpje, drie sheets en een vrolijke babbel. Maar dat bleek een misrekening. Bij de tweede sheet klonk er al een kritische opmerking, waartoe hij overigens ruimhartig had uitgenodigd. ‘Dat organogram van de VWM is veel te complex’ klonk er. Daar had Roel niet zo gauw een weerwoord op. Als doelstelling van VWM omschreef hij: veilig, leefbaar en bereikbaar. Dat was zijn gehoor te abstract. ‘Wat doen jullie nu eigenlijk precies?’ Ook daar had Roel geen kant-en-klare riedel voor paraat. Maar natuurlijk wist hij wel raad met die vraag. Actueel voor het wegverkeersmanagement: gladheidsbestrijding en sneeuwruimen op het hoofdwegennet en zorgen voor bruikbaar materiaal daarvoor, ook bij zeer lage temperaturen. De weg snel vrij maken na een ongeluk, het zogenaamde incidentmanagement. Maar al gauw werd het betoog weer abstract. Er moet worden samengewerkt, efficiënt en uniform worden gewerkt, en aan ideeënmanagement en innovatie worden gedaan. Dat werd weer heel concreet toen Roel trots Cartoon laat zien hoe omgevingsbewust medewerker een foto van zo’n nieuw WVM moet zijn ideetje liet zien: een plankje op wieltjes waarop een stapel wegkegels tegelijk kon worden meegevoerd bij het afzetten van een weg. De nieuwe dienst wordt meteen al getroffen door een bezuinigingsopdracht van 17,5 procent, verdeeld over het behalen van 10 procent efficiencyverbetering en 7,5 procent vermindering van taken. Dat maakt Roels werk nog spannender dan het al is. Hoe praktisch de nieuwe operationele dienst Weg(Dick Seip) verkeersmanagement ook werkt, iedere medewerker zal voortdurend attent moeten zijn op verbeteringen en vernieuwingen in het werk. Nieuwe ideeën zullen serieus worden bezien in een speciale procedure van ideeënmanagement.
Aandachtige zaal
WATERSNOODRAMP 3D IN DELFT Op woensdag 30 januari 2013 presenteerde de TU Delft in het Science Centre Delft een nieuwe opstelling waarin bezoekers virtueel over het in 1953 getroffen gebied kunnen vliegen, en zo van veraf of dichtbij kunnen zien hoe de ramp zich heeft voltrokken. Op 1 februari 2013 was het 60 jaar geleden dat op meer dan 400 plaatsen in Zeeland en ZuidHolland de dijken doorbraken. Hoe heeft die ramp eruit gezien? Dat is nu in detail zichtbaar te maken door een virtueel 3D landschap van Nederland te combineren met overstromingsmodellen. De in 3Di-verband ontwikkelde methoden bieden – onder andere bestuurders inzicht in het grillige en vaak onverwachte verloop van overstromingen, en daarmee lessen voor hoe om te gaan met dit soort rampen.
Oude Tonge zestig jaar geleden
3D-landschap met overstromingsmodellen 18
Zijn evacuatieplannen wel reëel; hoe zelfredzaam moeten mensen zijn in dit soort situaties? Een van de lessen die geleerd kunnen worden uit het combineren van de nieuwste visualisatie- en modelleringstechnieken, is dat er veel meer nadruk zou moeten komen te liggen op zelfredzaamheid tijdens rampen als overstromingen. De visualisaties laten zien dat er bij grote dijkdoorbraken veelal geen sprake is van een gesloten waterfront, maar dat het water ook onder andere via sloten veel sneller het achterland bereikt, waardoor mensen ingesloten kunnen worden. (www.tudelft.nl)
COLUMNS VAN DIRK-JAN:‘EN NU @NDERS’ Het is even blijven liggen, maar het is interessant genoeg om er alsnog aandacht aan te besteden: het verwonderboekje van Dirk-Jan de Bruijn ‘En nu@nders!’ Het boekje is begonnen als een leeg schrift dat hij, na twintig jaar ervaring als consultant, kreeg toen hij als kersverse directeur bedrijfsvoering bij RWS een interne cursus volgde. De toenmalige CFO, de helaas te plotseling en te vroeg overleden Ab Lambarts, zei met de pretoogjes achter zijn brillenglazen die ik als zijn souschef heb leren kennen: ‘Dat schrift moeten jullie zelf gaan vullen. Blijf je verbazen over wat je allemaal tegenkomt in deze omvangrijke dierentuin.’ Dirk-Jan volgde de raad op en vulde het schrift met wat hem in de komende jaren is blijven verwonderen in de organisatie. Als ervaren consultant maakte hij er een fraai boekje van, dat is uitgegeven bij Van Gorcum, Assen. Dirk-Jan heeft zijn verwonderingen gegoten in korte columns uit de alledaagse praktijk van RWS en hij verpakte er tevens een boodschap in. De columns laten zich los van elkaar lezen. De noties in het boekje komen -zij het soms in andere bewoordingen- terug in de zojuist gestarte leergang voor de operationele managers van RWS: benut het beschikbare talent; probeer echt iets te verbeteren, hoe gering ook; maak vloeiende ketens van de kritische bedrijfsprocessen; neem je gebruiker, je klant of je afnemer serieus; toon leiderschap door eigen authentiek gedrag. Dirk-Jan de Bruijn (53) is nu actief als Verkenner Informatievoorziening bij DG Uitvoering van EZ. ‘ En nu @nders ‘ leest lekker weg en inspireert. (Dick Seip)
De Bruijn mocht duizendste boekje overhandigen aan minister
VORLEDEN SPELEN HUN ERVARING UIT IN MANAGEMENTGAME VEERKRACHT Zes VORleden spelen letterlijk een rol in de lopende managementleergang van Rijkswaterstaat. In het managementgame Veerkracht acteren zij tegenover de nieuwe managers als projectmedewerker die wordt overlopen door belanghebbenden, die zijn planning niet haalt, die slapeloze nachten heeft over het vervullen van zijn taak, die schreeuwt om sturing en ondersteuning, kortom alle soorten van problemen bij zijn werk heeft. Voor de VORacteurs is dat soort spel niet moeilijk; zij hoeven slechts te putten uit eigen ervaringen. De (aankomende) operationele manager moet leren goed om te gaan met zo’n klagende medewerker. Hij moet de medewerker zich goed laten uitspreken en goed luisteren, herkenning geven aan het voorgelegde probleem, dan samen met de medewerker nagaan hoe de trubbels kunnen worden opgelost en ten slotte komen tot afspraken over wat de medewerker zelf gaat doen en in hoeverre de manager hem kan steunen. Het profiel van dit dienend leiderschap bestaat uit vier (theoretische) aandachtspunten: 1. overall opdracht is: denken en handelen vanuit interne en externe klantwaarde; 2. de manager vertoont voorbeeldgedrag in relatie tot de medewerker; 3. de manager is duidelijk over ieders bijdrage; 4. de manager faciliteert de medewerker zodanig dat hij succes behaalt. Samenvattend, de Veerkracht uit zich in voorbeeldgedrag, richting geven, ondersteunen, loslaten en rekenschap afleggen. Ik was een van de acteurs die de deelnemers aan de leergang Veerkracht volop tot wanhoop moesten brengen. Ik moet zeggen, ik was wel tevreden over mijn managers. Ik kreeg alle herkenning en alle medewerking om zelf mijn puinhoop weer tot een bewerkbare opdracht te maken. Bredere visie Het managementgame Veerkracht maakt onderdeel uit van een bredere visie op de manager van 2015, neergelegd in het programma KR8 (dubbele betekenis: 1.‘Kracht’ en 2. ‘Klantwaarde, Respect, 8 verspillingen tegengaan’). Ambitie: tegen minder kosten gewenste kwaliteit leveren aan alle belanghebbenden, het potentieel van de medewerkers beter benutten, standaardiseren van werkprocessen. Droom: continu verbeteren. Doel: klant staat centraal. De achterliggende managementfilosofie wordt aangeduid met Lean (slank en lenig). Die is afgeleid van het Toyota Productie Systeem (TPS). Kenmerken van TPS: verspillingen verwijderen uit processen, doorlooptijden versnellen en kwaliCartoon van tekenteam.nl teit verbeteren, tezamen het geheim van het succes van het Japanse Toyota. Voor de overheid en dienstverlenende organisaties is dat Lean vertaald naar aandacht voor de klant en kostenbeperking. Het geïdenLEAN LEXICON tificeerde rijtje van acht veel voorkomende verspillingen is leerzaam: corrigeren van eerder in het proces gemaakte Lean management is niet een bedenksel van een van tijd en talent van mefouten, onvolledig gebruik eenzame consultant, maar een geïnstitutionaliseerd dan minmaal nodig is (o.a. te dewerkers, meer gebruiken grote voorraden aanhouden), concept. Dit managementconcept is ontwikkeld door teveel of te snel produceren het Lean Enterprise Institute in Cambridge, MA, USA bewerkingen toepassen dan (beter: just in time), meer (www.lean.org). De behartiger in Nederland is het bewegen dan echt nodig is, nodig is, wachten, meer niet-noodzakelijke transporte- Lean Management Instituut in Driebergen (www.le- ren. Veel daarvan is al jarenaninstituut.nl. Voor de bij het RWS-traject KR8 be- bureaucratie’, of populairder lang bekend als ‘overbodige trokken managers is er een leerzaam Lean Lexicon ‘vet op de botten’. Al die mogelijke en gewenste beschikbaar. Daarin staan alle lean-begrippen in veranderingen kunnen niet worden bereikt in een eenma- alfabetische volgorde, soms voorzien van een ver- lige reorganisatie, zoals men helderend plaatje. Lean zelf wordt niet gedefinieerd, gaat KR8 er van uit dat er vroeger wel dacht. Terecht een constante verbetercultuur wel onderwerpen waarbij lean wordt toegepast, zoals moet ontstaan. Dat betekent: lean consumptie, lean logistiek en lean productie. Er verbeteringen. Goed om als iedere dag alert zijn op is zelfs een lijstje van gebruikte Japanse termen plus ‘geleden’ onder de onvolkoVORlid, dat jarenlang heeft menheden in een organisatie, Japanse uitspraakregels. Twee begrippen kennen we daaraan nu een bijdrage te al wat langer in kunnen leveren. managementland: Kaizen (spreek uit: kaai-zen) en (Dick Seip) Kanban. Bij elkaar 125 pagina’s A8 in ringband.
VO(O)RZOG 9: 0ogproblemen deel 2: groene staar In oogproblemen deel 1 werd grauwe staar (Cataract)behandeld. In de opsomming van oogziekten schreef ik over groene staar het volgende: • Groene staar (officieel: Glaucoom) is een verhoogde druk van het glasvocht binnen in het oog, die vaak samen gaat met een verstoorde doorbloeding en die uiteindelijk tot beschadiging van de oogzenuw leidt. Hierdoor ontstaat er steeds meer gezichtsveldverlies en dit kan zelfs tot blindheid leiden. Hoewel groene staar veel minder aandacht krijgt dan grauwe staar heeft in Nederland 10% van de personen van 40 jaar en ouder een verhoogde oogdruk, waardoor groene staar kan ontstaan. Bij glaucoom gaan de zenuwvezels van de oogzenuw geleidelijk aan verloren. Door het verloren gaan van de zenuwvezels ontstaan blinde vlekken (gezichtsvelddefecten). Deze zenuwvezels verbinden het netvlies met de hersenen. Oorzaak: Als de productie van vocht in het oog (zgn. Kamerwater) en de afvoer niet met elkaar in evenwicht zijn ontstaat er hoge druk in de oogbol. Stijgt die druk te sterk dan ontstaat glaucoom. De oorzaak van die verstoring van het evenwicht is niet echt bekend. Wel komen de klachten in sommige families vaker voor dan bij anderen, net als bij mensen van negroïde afkomst en bij personen die ernstig bijziend of verziend zijn, dan wel aan diabetes mellitus (suikerziekte) lijden. Ook eerdere beschadigingen aan oog of ogen, of langdurig gebruik van sommige soorten medicijnen (vooral corticosteroïden)kunnen de kans op glaucoom vergroten. Infecties, ontstekingen of een tumor kunnen ook de afvoer van het kamerwater belemmeren. Dan is de therapie uiteraard gericht op het bestrijden van die oorzaak. Symptomen: Er bestaan twee soorten glaucoom, waarbij het ene (Openkamerhoekglaucoom) heel langzaam ontstaat en het andere (Kamerhoekafsluitingsglaucoom) heel snel. Bij de soort die langzaam ontstaat wordt het zicht aan de buitenranden van het gezichtsveld steeds minder. Juist omdat het zich geleidelijk ontwikkelt merkt men het vaak pas laat op. Er ontstaat een soort koker-zien. Recht vooruit ziet men nog lang scherp, maar er omheen wordt het steeds minder. Regelmatige controle voorkomt dat er al veel (onomkeerbare) schade is voor het wordt ontdekt. Bij de snelle soort, die gelukkig maar weinig voor komt, zijn de symptomen heftig: hoofdpijn, pijn aan oog of ogen en vaak misselijkheid. In deze situatie is medische hulp snel vereist en zal er met spoed bepaald worden welke behandeling noodzakelijk is. Het inschakelen van de spoedeisende hulp is zeker geen overbodige “luxe”. Behandeling: De behandeling van glaucoom bestaat uit het verlagen van de oogdruk en controle en eventuele behandeling zal dan ook de rest van uw leven noodzakelijk blijven. In eerste instantie zal men proberen de druk te verlagen met behulp van medicijnen, meestal zijn dit oogdruppels, een enkele keer ook wel tabletten. Lukt dit onvoldoende of veroorzaken de oogdruppels te veel bijwerkingen dan kunnen met laserchirurgie de afvoerkanaaltjes worden geopend of kan er een opening in de iris worden gemaakt. De keuze hangt samen met het soort glaucoom. In beide gevallen wordt de afvoer van het vocht verbeterd. Een andere mogelijke chirurgische ingreep is een filteroperatie waarbij een nieuwe afvoer van het vocht wordt gemaakt waardoor het vocht via een nieuwe weg het oog kan verlaten. Beide operaties worden al langere tijd in Nederland uitgevoerd en vooral in de gespecialiseerde oogklinieken is men er zeer bedreven in. Wat kan ik zelf doen: Behandeling van glaucoom zal er altijd op gericht zijn de druk in de oogbol te laten afnemen om (verdere) beschadiging van de oogzenuw te voorkomen. Al ontstane beschadigingen kunnen niet worden verholpen. Vroege aanpak is dus van groot belang. Zeker als glaucoom in uw familie voorkomt of als u op een ander manier een verhoogd risico op glaucoom hebt (zie hierboven bij “oorzaak”)is het van groot belang om regelmatig uw oogdruk te laten meten en andere, op glaucoom gerichte, onderzoeken te ondergaan. Oogdrukmeting alleen is niet voldoende. Bij een aanzienlijk deel van personen met glaucoom wordt geen verhoogde druk gemeten. (Anke Vonk) Oog van Human Body Tour (www.huboto.com)
VOORSPELBARE CARTOON? ‘Cartoon, tekening, Voorspelbaar werken. Hallo met RWS! Wij gaan zo aan het werk!’ Dat is de omschrijving van de kennelijk tijdloze ‘Cartoon 23’ van een onbekende. (www.beeldbank.rws.nl)
Cartoon uit beeldbank RWS
INNOVATIES BIJ VERSTERKING VAN ZEEUWSE DIJKEN Goed nieuws bij de herdenking dit jaar van de watersnoodramp 1953 in Zuid-Holland en Zeeland. Rijkswaterstaat en het waterschap Scheldestromen gaan diverse innovatieve technieken toepassen bij de versteviging van 325 kilometer Zeeuwse dijken, zo meldt het nieuwsbulletin van De Club van Maarssen. De Club stimuleert innovaties. In plaats van de basaltblokken, die bij hevige stormen nogal eens worden weggeslagen waardoor de dijk verzwakt, worden speciaal ontworpen en gefabriceerde dijkstenen gebruikt. Deze op elkaar aansluitende ‘hillblocks’ van beton breken de golfslag beter dan de tot dusver gebruikte stenen, met minder gebruik van materiaal. Een tweede innovatie die na succesvolle proefnemingen nu wordt toegepast, is een radartechniek waarmee zwakke plekken onder de dijkstenen kunnen worden opgespoord. Met een zoutbestendig mobiel apparaat kan de gesteldheid van de gehele bodem onder de dijkbekleding in kaart worden gebracht. Dat is een vollediger monitoring dan mogelijk is met het tot dusver gebruikelijke nemen van steekproeven. Nieuw is ook een, met behoud van de bestaande bekleding, versteviging van de ondergrond met een cementmengsel.
Innovaties bij dijkversterking
Op een speciale locatie moet de bekleding namelijk intact worden gelaten wegens de bijzondere cultuurhistorische waarde. Door de innovaties kan een strakke planning van de versterkingen worden gehaald; in 2015 moeten de betrokken dijken aan de nieuwste veiligheidsnormen voldoen. De nieuwe technieken zullen ook elders worden toegepast. (Dick Seip)
THEEPOTTENMUSEUM GENOMINEERD VOR-lid Frits Lavell, oud-medewerker van RWS Limburg, heeft een theepottenmuseum in het dorpje Swartbroek, behorendbij de gemeente Weert. Het museum is door de ANWB genomineerd voor het leukste uitje van Nederland. Het museum staat al in de toptien van Limburg. Tot 10 februari kon men stemmen en op 25 maart wordt de winnaar bekend.
OOK NOG EMM-BOEKJE 2004 In nummer 2013-1 werd vragend verondersteld dat het eerste EMM-boekje zonder advertenties van 2003 ook de laatste editie was. Uit een aanbod van Clara Visser op de VORsite bleek dat ook 2004 nog verscheen. (Adri den Boer)
Ga sowieso eens naar theepottenmuseum.nl. (Adri den Boer)
COLUMN De Taal van Dieren Zelfs heel verstandige mensen kunnen het niet laten: praten met hun huisdier. Meestal is dat een hond of kat. Een cavia nodigt niet uit tot conversatie; die piept hoogstens zachtjes. Maar een waf, woef, kef of een miauw zijn niet met droge oren aan te horen. Ze drukken een directe nood uit. Er is honger of er moet buiten worden geplast. De bazin of het baasje begrijpen dat gauw. Ook al omdat het dier zich bij zijn lege etensbak of bij de buitendeur opstelt. Wie kan dan stom blijven? ‘Wil je al weer wat eten? Je hebt net gehad. Nou vooruit maar, hier, wat extra brokken.’ Of: ’Wil je naar buiten? Even wachten. Ik maak eerst dit af.’ Begrijpt zo’n dier dat? Sommigen hebben zelfs heel uitvoerige gesprekken met hun huisdier. Eigenlijk is dat niet meer dan een monoloog interieur, zoals een eenzame toneelspeler sprekend zijn gedachten uit. Bazinnen en bazen hebben vaak het gevoel dat er wel degelijk
sprake is van communicatie. Te bewijzen is dat niet. Maar ik geef toe dat er wel sprake kan zijn van een non-verbale verstandhouding. Dieren reageren op de toon van onze stem. Bars geroep als ze op het kleed hebben gepiest, maakt ze bang, maar denk niet dat ze iets van schuld voelen. Op liefdevolle kooswoordjes worden ze aanhankelijk en komen ze knuffelen. Misschien speelt er nog veel meer af tussen mens en dier die samenleven. Anky van Grunsven krijgt haar machtige rossen toch niet zo ver dat ze hun kittige danspasjes maken alleen met de zweep en suikerklontjes? Daar zal heel veel meer nodig voor zijn. Ik was daarom geïntrigeerd door een pas verschenen boek: De Taal van Dieren; een vertaling van een Engelse uitgave, uitgegeven door Ankh Hermes. Margrit Coates probeert in dit zesde boek van haar over de interactie tussen mens en dier te bewijzen dat dieren gedachten, gevoelens en zelfs meningen (!) hebben. Ze voegt daar aan toe: ‘Dieren zijn zich ook bewust van onze innerlijke wereld en van hoe wij denken en voelen. Omdat we fysiek verbonden zijn met alles in het universum, is het zinvol andere wezens te leren kennen op het diepst mogelijke niveau. Dat doen we door onze intuïtie te ontwikkelen.’ Dit klinkt nog aannemelijk, maar de humbug is niet ver. Onlangs nog hebben we op de televisie een vrouw gezien die met een per ongeluk gecastreerd hondje over dit voorval ‘communiceerde’. Zij meldde dat het hondje had begrepen dat hij als gevolg van een administratieve fout was gecastreerd en dat hij het niet erg vond. Je moet het maar geloven, want niemand kan controleren of hij dat werkelijk heeft laten weten. Mij lijkt het in ieder geval onwaarschijnlijk dat een hondje het niet erg zou vinden dat hij ten onrechte was gecastreerd. De castratie moet hem veel plezier kosten, evenals zijn baasje die bekende dat hij altijd graag met de balletjes van zijn hondje had gespeeld. De crux om de taal van dieren te leren verstaan, is het ontwikkelen van de eigen intuïtie, zo betoogt Margrit Coates. En dat helpt weer onszelf en andere wezens te begrijpen. Stap voor stap wijst Margrit op nuchtere wijze de weg bij het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden. Praten tegen dieren is belangrijk. Hert dier zal de betekenis achter de woorden oppakken. De auteur vat de belangrijkste punten bij het communiceren met dieren ten slotte samen in bijna twintig punten. Dat weer samengevat: wees geduldig en straal liefde uit naar het dier tijdens het communiceren, concentreer je, heb een open geest en besef dat je een leerproces doormaakt, dus communiceer vaker. Zo komt iemand in het stadium dat hij vragen kan gaan stellen aan een dier. Vraag duidelijk en zorgvuldig, raadt Margrit aan, en zij geeft vele voorbeelden van vragen: heb je ergens pijn, wil je iets veranderen, wat kan ik voor je doen? En ten slotte komen er de mededelingen van het dier. ‘Als we intuïtief informatie ontvangen, lijkt het op een flits van inspiratie, een moment van oplichtend inzicht en je weet gewoon wat het dier voelt en denkt. Aparte hoofdstukken zijn gewijd aan het spreken met paarden en met dieren in het wild. De ‘stem’ van het paard is heel gevarieerd. De auteur somt zo’n vijftig uitingen van lichaamstaal van het paard op die allemaal een verschillende betekenis hebben: schichtig opspringen, bokken, steigeren, lucht inslikken, agressie, problemen maken bij het bestijgen en afstijgen, ongelijkmatige gang, de hals omhoog of omlaag houden en -wat mensen al vroeg leren zien- de oren naar achteren steken, wat we als teken van dreiging interpreteren. Zo krijgen we bewondering voor Anky van Grunsven en al die andere ruiters die de taal van paarden moeten leren beheersen en met paarden moeten leren communiceren om tot bijzondere prestaties Verenigingsbulletin van de VOR te kunnen komen. Dank zij Margrit Coates weten we nu dat er naast deze onder redactie van de Commissie paardenfluisteraars ook vele honden- en kattenfluisteraars zijn. Communicatie VORmer
Colofon
VOR-AGENDA (ZIE OOK WWW.VORRWS.NL) 27 maart Lezing over pensioenen/belasting/notariële zaken c.a. (NB aanmelding was gepland tot 13 maart via de website.) 23 april Regiodag Noordwest Nederland te Edam 29 mei Regio Zuid Nederland etc. fietstocht Markdal 5 juni VOR-projectbezoek Zuid-Willemsvaart 13 augustus Regiodag Noord Nederland op Ketelmeer 21 augustus Regiodag Zuid Nederland etc. te Antwerpen 23 oktober Eindejaarsbijeenkomst
RWS-AGENDA 28 en 30 mei Gepensioneerdenreizen IJsselmeergebied
KOPIJ- EN VERSCHIJNINGSDATA Zaterdag 16 maart wordt voor nr 2013-3 als kopijdatum aangehouden. Bureau Karin de Lange plant als haar data voor de opvolger van Geel! verder in 2013 2/4, 28/5, 30/7, 24/9, 26/11 en 28/1 (2014). Dat zijn er minder per jaar: korte stukjes dus! Het laatste nummer van het VORbericht en Geel! cq haar opvolger staan op www.vorrws.nl; een stel oude nummers van Geel! uit 2011 staat nog op www.karindelange.nl.
Hoofdredacteur: Adri den Boer E:
[email protected] Lay-out: Lex van Gennip E:
[email protected] Ambtelijk secretariaat VOR: Willy Bouwmeester en Claudia van der Staaij, Antwoordnr. 10660, 2501 WB ’s-Gravenhage, E:
[email protected] (alle zakelijke aangelegenheden,gezamenlijke in-box).
[email protected] [email protected], T: 070 - 456 11 88 Helpdesk VOR T: 070-4568400 Rekeningnr. 1294276 t.n.v. Penningmeester VOR ’s-Gravenhage Website VOR: www.vorrws.nl