Werkvorm 6: voor de opleider (1) Anne Frank in groep 5 en 6
Voor d-e pabo r opleide
De bezoekers van het Anne Frank Huis worden steeds jonger. In 2009 kwamen er 13.000 kinderen tussen de 5 en 10 jaar naar het museum, in 2013 waren dat er ruim 26.000. Ook op school wordt steeds eerder aandacht besteed aan de Tweede Wereldoorlog, soms al in groep 5 of 6. Sommige kinderen willen een spreekbeurt over Anne Frank houden. Tegelijkertijd is bekend dat kinderen van deze leeftijd over het algemeen het meest bang zijn voor ‘oorlog’, ‘de dood’, maar ook voor ‘spinnen’. Als je lesgeeft over Anne Frank aan jonge kinderen, waar moet je dan rekening mee houden? Is er een ondergrens in de leeftijd voor onderwijs over de Holocaust? In deze werkvorm verdiepen pabostudenten zich in deze vragen. De hele werkvorm is in ongeveer 40 minuten uit te voeren.
De werkvorm De onderdelen zijn bij voorkeur in groepen van ongeveer vier studenten uit te voeren. Het geheel duurt ongeveer 40 minuten. > Oriëntatie op het onderwerp: Mindmap maken, discussiëren en lesdoelen opstellen; > Rekening houden met emoties: Welke emoties en gedrag roept het verhaal van Anne op bij kinderen? Studenten bespreken aan de hand van kaarten de meest voorkomende emoties en bedenken hoe ze hiermee zouden omgaan; > Stel je staat voor de klas - praktijkvoorbeelden: Studenten lezen de vier casussen in de groep en bedenken een reactie; > Creatieve verwerkingsopdracht bedenken: Studenten bedenken ter verwerking voor de leerlingen een creatieve opdracht. Wat is er leerzaam en leuk om te doen met kinderen in groep 5, ter afsluiting van een les over Anne Frank en de Tweede Wereldoorlog?
Inhoud Bij deze werkvorm hoort het volgende materiaal: > een werkblad voor de studenten met de verschillende vragen en casussen; > een werkblad met tips voor lessen over Anne Frank aan jonge kinderen.
© Anne Frank Stichting/Guus Dubbelman
Hoe kun je lesgeven over Anne Frank in groep 5 en 6?
Jonge kinderen bekijken in het Anne Frank Huis het rood-wit geruite dagboek van Anne Frank.
Doelen De studenten… > oefenen in het vertellen over Anne Frank aan kinderen van 8 jaar;
> oefenen in het toepassen van de tips over lessen over Anne Frank aan jonge kinderen;
> denken na over de emoties en vragen van kinderen over dit verhaal;
> leren reageren op lessituaties.
Werkvorm 6: voor de studenten (1) Anne Frank in groep 5 en 6
Voor d-e pabo en student
De bezoekers van het Anne Frank Huis worden steeds jonger. In 2009 kwamen er 13.000 kinderen tussen de 5 en 10 jaar naar het museum, in 2013 waren dat er ruim 26.000. Ook op school wordt steeds eerder aandacht besteed aan de Tweede Wereldoorlog, soms al in groep 5 of 6. Tegelijkertijd is bekend dat kinderen over het algemeen het meest bang zijn voor ‘oorlog’ en ‘de dood’, maar ook voor ‘spinnen’. Stel, je staat als docent voor groep 5 en kinderen stellen je allerlei vragen over Anne Frank en de Tweede Wereldoorlog, waar moet je dan rekening mee houden? Hoe beantwoord je de vragen en hoe begeleid je het gesprek? In deze werkvorm denk je hierover na aan de hand van een aantal praktische werkvormen en voorbeelden.
© Anne Frank Stichting/Guus Dubbelman
Hoe kun je lesgeven over Anne Frank in groep 5 en 6?
Een meisje bekijkt met haar moeder in het Anne Frank Huis het persoons bewijs van Victor Kugler, een van de helpers van de familie Frank.
Inhoud Bij deze werkvorm hoort het volgende materiaal: > werkbladen met de verschillende vragen en casussen; > tips voor lessen over Anne Frank aan jonge kinderen.
Vragen en casussen uit de praktijk Oriëntatie op het onderwerp
> Maak in de groep een mindmap over een kind van 8 jaar. Hoe ziet hun wereld eruit en hoe zien zij de wereld? Waar zijn ze mee bezig? Wat is belangrijk voor ze? Tip: kijk voor meer informatie over de sociaal-emotionele ontwikkelingsfase van kinderen in groep 5 en 6 op www.sociaalemotioneel.slo.nl > Discussieer over de stelling: Je kunt op school het beste al vanaf groep 5 beginnen met het vertellen van het verhaal van Anne Frank. Zet voor en tegens op papier. > Bedenk welke doelen belangrijk zijn bij een les over Anne aan jonge kinderen. Welke vijf feiten zouden jonge kinderen (groep 5) moeten leren kennen over Anne Frank?
Doelen Door deze werkvorm: > oefen je in het vertellen over Anne Frank aan kinderen van 8 jaar;
> denk je na over het begeleiden van jonge kinderen bij lessen over Anne Frank;
> leer je meer over de emoties en vragen van kinderen over dit verhaal;
> leer je reageren op praktijksituaties.
Werkvorm 6: voor de studenten (2) Anne Frank in groep 5 en 6 Rekening houden met emoties
Welke emoties en welk gedrag roept het verhaal van Anne op bij kinderen? Jonge kinderen die het museum hebben bezocht, voelen vooral boosheid en verontwaardiging, blijkt uit onderzoek. Wat betekent dit voor lessen over Anne aan jonge kinderen? Waar moet je rekening mee houden? Bekijk de lijst met emoties en bespreek: © Anne Frank Stichting/Prospektor
> waarom een kind zich waarschijnlijk zo voelt, bij het horen van het verhaal van Anne Frank. Neem een kind van 8 jaar als uitgangspunt. > wat jullie zouden doen als je deze emotie zou zien bij een kind.
Juf Rafaëla leest voor uit Buiten is het Oorlog, het verhaal van Anne Frank voor jonge kinderen.
Boosheid
Opluchting
Desinteresse
Angst
Verontwaardiging
Ongeloof
Nervositeit
Blijdschap
Verdriet
Fascinatie (met gruwelijkheid)
Geslotenheid
Bewondering
Meer doen? > Wil je oefenen in het vertellen van een verhaal over de oorlog, dat geschikt is voor kinderen van 8 jaar? Luister dan bijvoorbeeld naar het verhaal van Anne Frank dat zij schreef over het tafeltje dat zij moest delen met Fritz Pfeffer. Bewerk het verhaaltje totdat het geschikt is voor kinderen van 8 jaar. Het verhaal is te beluisteren in de kamer van Anne Frank in Het Achterhuis Online: www.annefrank.org/achterhuis
> Gebruik het boek Buiten is het oorlog (ISBN 9789021670447) over het leven van Anne Frank en dat speciaal geschreven is voor jonge kinderen. De Anne Frank Stichting heeft bij dit boek een leeswijzer en een werkboekje gemaakt: www.annefrank.org/docenten We horen graag hoe je ermee gewerkt hebt! Stuur een reactie naar:
[email protected]
> Wil je meer weten over de vragen die leerlingen in groep 7 en 8 vaak stellen over Anne en de oorlog en oefenen met de antwoorden? Bekijk de filmpjes en antwoorden op: www.annefrank.org/pabo
Werkvorm 6: voor de studenten (3) Anne Frank in groep 5 en 6 Stel je staat voor de klas…
Voor d-e pabo en student
Als je bezig bent met een les over Anne Frank aan jonge kinderen, kun je voor de volgende situaties komen te staan. Bespreek per geval hoe jullie zouden reageren op deze situatie. Lees hiervoor de tips van de Anne Frank Stichting door.
Je hebt net aan groep 5 verteld over Anne Frank. Een jongen zit al een poos met zijn vinger in de lucht. Als je hem de beurt geeft zegt hij: ‘Maar zij is toch vergast?’ Leerlingen kijken vragend naar jou. ‘Dan kwam er gas uit de douche en ging je dood’, voegt de jongen toe. Hierop schiet een ander meisje vol en begint te huilen. Wat doe jij? > Leg je de les stil? > Wat zeg je inhoudelijk? > Hoe ga je om met de genoemde emoties?
© Anne Frank Stichting/Guus Dubbelman
Casus 1
Jonge kinderen onderaan de trap in het Achterhuis.
Casus 2 Je bent midden in een verhaal over hoe de oorlog is geëindigd. Een meisje kijkt bedrukt. Je vraagt wat er scheelt. ‘Alle mensen zijn heel slecht’, zegt ze. ‘Want anders was dit toch nooit gebeurd?’ Wat doe jij? > Wat zeg je inhoudelijk, in welke richting kun je het gesprek leiden? > Hoe ga je om met de genoemde emoties? > In hoeverre betrek je de klas hierbij?
Casus 3 Je begint vol goede moed aan je verhaal: ‘Anne Frank was een joods meisje…’ Meteen de eerste vraag: ‘Wat is dat… joods?’. Wat zeg jij? > Wat zeg je inhoudelijk? > Wat doe je als je het antwoord niet weet?
Casus 4 In jouw klas zit een meisje dat gevlucht is uit een land waar oorlog is. Je begint te vertellen dat Anne Frank moest onderduiken omdat het oorlog was. Een leerling roept: ‘Bij jou was het toch ook oorlog?’ tegen het meisje, waarop het meisje zichtbaar dichtslaat. Hoe reageer jij? > Wat zeg je inhoudelijk, in welke richting kun je het gesprek leiden? > In hoeverre betrek je het meisje er verder bij?
Bedenk een creatieve verwerkingsopdracht voor leerlingen
Wat is er leerzaam en leuk om te doen met kinderen in groep 5, ter afsluiting van een les over Anne Frank en de Tweede Wereldoorlog? Bedenk een creatieve verwerkingsopdracht en presenteer die aan elkaar. Houd rekening met de lesdoelen, emoties en tips die je eerder bent tegengekomen in deze werkvorm.
Werkvorm 6: voor de studenten (4) Anne Frank in groep 5 en 6 Tips voor lessen over Anne Frank aan jonge kinderen: 1. Het is lang geleden
© Anne Frank Stichting/Fotografie Charlotte Bogaert
Teken een tijdlijn en plaats het verhaal in de tijd. Reken met de klas uit hoe lang het geleden is. Die afstand in de tijd is van belang. Vraag of leerlingen nog iemand kennen die de oorlog heeft meegemaakt.
2. Maak het persoonlijk Vertel over mensen die de oorlog hebben meegemaakt zoals Anne Frank en haar familie. In het dagboek van Anne Frank staan veel geschikte anekdotes, lees een stukje voor dat niet te moeilijk is.
3. Geef uitleg in kindertaal Bedenk hoe je in kindertaal uitlegt wat oorlog inhoudt en gebruik geen moeilijke begrippen. Een voorbeeld van een uitleg in kindertaal over de oorzaken voor het uitbreken van de oorlog is: Het ging niet goed met Duitsland. Veel Duitsers hadden geen werk. Adolf Hitler zei dat hij van Duitsland een groot land zou maken en beloofde aan iedereen werk. Veel Duitsers geloofden hem. Duitsland moest van Hitler en zijn partij ook machtig worden en moest een sterk leger krijgen. Hitler en zijn partij gaven de joden de schuld van alle problemen. Zij vonden dat er in Duitsland geen joden meer mochten wonen. En voor dat grote en machtige Duitsland begon Hitler een oorlog.
4. Moet je de concentratiekampen wel of niet noemen? Ook al wil je het er zelf niet over hebben, een leerling kan er wel een vraag over stellen. Als dit gebeurt dan kun je die vraag het beste eerlijk beantwoorden, maar ga er niet te diep op in. Vertel bijvoorbeeld dat het grote gevangenenkampen waren met strenge bewakers, hoge hekken en prikkeldraad en dat er duizenden mensen gevangen zaten. Later als leerlingen ouder zijn, hebben zij nog ruim de tijd om hier veel over te leren. Gebruik in ieder geval geen foto’s van de concentratiekampen in de les. Bedenk ook dat je niet alle vragen klassikaal hoeft te behandelen, soms kun je een vraag beter later individueel beantwoorden.
5. Er waren veel dappere mensen Laat zien dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog ook veel dappere mensen waren, die zich inzetten voor anderen. Vertel bijvoorbeeld over de helpers (Miep en Jan Gies, Johannes Kleiman, Victor Kugler en Bep Voskuijl), die Anne en haar familie hielpen tijdens het onderduiken.
Pabo-studenten discussiëren over verschillende casussen tijdens een workshop op de Fontys Hogeschool in Tilburg.
6. Emoties benoemen Benoem de emoties die je ziet bij leerlingen tijdens de les, bijvoorbeeld: boosheid, verontwaardiging, verdriet, maar ook opluchting, bewondering. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je boos bent, kun je vertellen waarom dit zo is?’ Vertel ook iets over je eigen emoties.
7. Hoopvol afsluiten Zorg voor een hoopvolle afsluiting door bijvoorbeeld te vertellen over Otto Frank, die de oorlog overleefde en het dagboek van Anne uitgaf. Voor Otto was het dagboek een troost en hij hoopte dat dit ook voor de lezers van Annes dagboek zou gelden. Vertel ook dat de grootste misdadigers zijn bestraft na de oorlog.
8. Ruimte voor verwerking Geef creatieve opdrachten tussendoor, vraag leerlingen bijvoorbeeld om een tekening te maken over Anne Frank of over een ander onderwerp. Die tekeningen kun je later bespreken.
9. Leg het verband met het nu Vraag ook wat de oorlog eigenlijk nog met vandaag te maken heeft. Waarom praten we er nog steeds over? Denk bijvoorbeeld aan: > wat er toen gebeurd is, is zo erg dat veel mensen willen voorkomen dat het nog een keer gebeurt; > mensen hebben nu nog steeds verdriet over wat er toen gebeurd is.