Werkvorm 9: voor de opleider (1) Reageren op discriminatie
Voor d-e pabo r opleide
Hoe kun je reageren op discriminatie op school?
Doelen
© Anne Frank Stichting/Fotografie Charlotte Bogaert
Iedereen in het onderwijs krijgt er vroeg of laat mee te maken: vooroordelen en discriminatie. Het is zaak om hier goed mee om te gaan, want voor alle leerlingen is een veilige leeromgeving belangrijk. Stap één is om als docent altijd te reageren op discriminatie en het bespreekbaar te maken in de klas. In deze werkvorm oefenen studenten om te reageren op situaties op school. Hiervoor gebruiken ze drie praktijkcasussen en tips van de Anne Frank Stichting. De casussen zijn gebaseerd op concrete ervaringen van docenten en op onderzoek. De werkvorm is in ongeveer 30-40 minuten uit te voeren. Pabo-studenten van de Fontys Hogeschool in Tilburg tijdens een workshop over stereotypen, vooroordelen en discriminatie.
De studenten… > oefenen met praktijksituaties waarin vooroordelen en discriminatie voorkomen; > kunnen de situaties analyseren en geven elkaar constructieve feedback; > denken na over een eigen aanpak van vooroordelen en discriminatie in de les of op school.
Inhoud > drie praktijkcasussen met een uitleg van de werkvorm; > een korte beschrijving van stereotypen, vooroordelen en discriminatie; > tips voor omgaan met vooroordelen en discriminatie in de les; > een formulier om de feedback op te noteren tijdens de presentaties.
De werkvorm Aan de hand van concrete vragen werken studenten in groepen een aantal casussen uit. Tijdsduur: 30-40 minuten. Vervolgens presenteren zij hun casussen aan elkaar, bijvoorbeeld met behulp van een poster. Er is een feedbackformulier met een aantal belangrijke aandachtspunten voor studenten voor tijdens de presentaties.
Tip: Laat studenten als aanvulling ook aan de slag gaan met de werkvorm ‘Snel oordelen’. Deze werkvorm vormt samen met ‘Reageren op discriminatie’ een tweeluik. De thema’s snel oordelen, vooroordelen en discriminatie zijn dan vanuit twee perspectieven aan bod gekomen: ‘Omgaan met vooroordelen en discriminatie’ en ‘Lesgeven over stereotypen en vooroordelen’.
Voor d-e pabo r opleide
© Anne Frank Stichting/Fotografie Charlotte Bogaert
Werkvorm 9: voor de opleider (2) Reageren op discriminatie
Leerlingen van Kunstmagneetschool De Kraal in Amsterdam zijn aan het werk met opdrachten bij stripverhaal Nieuwe vrienden over vooroordelen en discriminatie.
Wat zijn stereotypen, vooroordelen en discriminatie?
Stereotypen: Stereotypen zijn generalisaties. Het zijn de algemene beelden en ideeën over mensen en groepen die wij in ons achterhoofd hebben opgeslagen. Ze zijn een vast onderdeel van ons denkpatroon en iedereen gebruikt ze. Bijvoorbeeld: Bejaarden zijn vergeetachtig, Duitsers drinken bier en kappers praten veel. Vooroordelen: Vooroordelen zijn emotioneel geladen oordelen vooraf. Iedereen heeft vooroordelen, geen mens gaat geheel onbevooroordeeld door het leven. Bijvoorbeeld: Je hebt een keer een film met George Clooney gezien en op grond daarvan ben je er nu vast van overtuigd dat alles waarin hij meespeelt waardeloze rommel is. Daar ga je nooit meer naartoe! Discriminatie: Discriminatie is onterechte ongelijke behandeling. De gronden waarop je geen direct onderscheid mag maken, staan in de wet: godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid en burgerlijke staat. Bijvoorbeeld: Het is discriminatie als een sollicitant geweigerd wordt voor een baan op school vanwege zijn of haar seksuele gerichtheid. Meer weten? Lees verder over deze thema’s in de online publicatie Begin bij jezelf! Kleine uiteenzetting over Stereotypen en Vooroordelen. Dit leerzame handboek bevat naast basisinformatie, veel foto’s en filmmateriaal. Er hoort een online module bij met oefeningen en tips voor docenten voor het omgaan met praktijksituaties. Het handboek en de online module zijn te vinden op www.annefrank.org/docenten
Werkvorm 9: voor de studenten (1) Reageren op discriminatie
Voor d-e pabo en student
Hoe kun je reageren op discriminatie op school?
© Anne Frank Stichting/Fotografie Charlotte Bogaert
Iedereen in het onderwijs krijgt er vroeg of laat mee te maken; vooroordelen en discriminatie. Het is zaak hier goed mee om te gaan, want voor alle leerlingen is een veilige leeromgeving belangrijk. Stap één is om als docent altijd te reageren op discriminatie en het bespreekbaar te maken in de klas.
Wat gaan jullie doen? In deze werkvorm oefenen je om te reageren op situaties op school. Hiervoor gebruik je drie praktijkcasussen en tips van de Anne Frank Stichting. De casussen zijn gebaseerd op concrete ervaringen van docenten en op onderzoek. De werkvorm is in ongeveer 30 tot 40 minuten uit te voeren. Voor elke casus is een stappenplan.
Pabo-studenten van de Fontys Hogeschool in Tilburg zijn met een gastdocent van de Anne Frank Stichting in gesprek over stereotypen, vooroordelen en discriminatie.
Doelen Door deze werkvorm te doen: > oefen je met praktijksituaties waarin vooroordelen en discriminatie voorkomen op school; > leer je de situaties te analyseren en elkaar feedback te geven; > denk je na over een eigen aanpak over goed omgaan met vooroordelen en discriminatie in de les.
Wat zijn stereotypen, vooroordelen en discriminatie?
Stereotypen: Stereotypen zijn generalisaties. Het zijn de algemene beelden en ideeën over mensen en groepen die wij in ons achterhoofd hebben opgeslagen. Ze zijn een vast onderdeel van ons denkpatroon en iedereen gebruikt ze. Bijvoorbeeld: Bejaarden zijn vergeetachtig, Duitsers drinken bier en kappers praten veel. Vooroordelen: Vooroordelen zijn emotioneel geladen oordelen vooraf. Iedereen heeft vooroordelen, geen mens gaat geheel onbevooroordeeld door het leven. Bijvoorbeeld: Je hebt een keer een film met George Clooney gezien en op grond daarvan ben je er nu vast van overtuigd dat alles waarin hij meespeelt waardeloze rommel is. Daar ga je nooit meer naartoe! Discriminatie: Discriminatie in onterechte ongelijke behandeling. De gronden waarop je geen direct onderscheid mag maken, staan in de wet: godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid en burgerlijke staat. Bijvoorbeeld: Het is discriminatie als een sollicitant geweigerd wordt voor een baan op school vanwege zijn of haar seksuele gerichtheid. Lees verder over deze thema’s in de online publicatie Begin bij jezelf! Kleine uiteenzetting over Stereotypen en Vooroordelen op www.annefrank.org/docenten
Werkvorm 9: voor de studenten (2) Reageren op discriminatie
Tips om te reageren op vooroordelen en discriminatie
> Reageer altijd op opmerkingen die je over de grens vindt gaan. Als jij niet reageert, dan kunnen leerlingen dit interpreteren als ‘dit mag hier blijkbaar gezegd worden’;
> Als je geraakt wordt door een opmerking, dan mag je dit best laten zien. Hierdoor draag je bij aan een open sfeer waarin je opmerkingen kunt bespreken. Maar ga niet schelden en wordt niet enorm kwaad, want dit doet afbreuk aan de open sfeer;
> Wijs het gedrag van een leerling af, maar niet de leerling zelf; > Probeer de LSD-methode uit: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. Op die manier kun je erachter komen waarom de opmerking gemaakt is. Wijs dan bijvoorbeeld op de schoolregels en andere omgangsvormen;
© Barbara Stok
Stereotype beelden worden vaak gebruikt in cartoons.
> Stel met jouw klas gedragsregels op en gebruik deze als houvast. Hang de gedragsregels bijvoorbeeld op in de klas en doe er echt iets mee, zodat de regels betekenis krijgen;
Meer doen?
> Besteed er gedurende het schooljaar aandacht aan, want zo werk je aan een veilig klimaat;
> Bedenk welke andere tools er zijn om het probleem aan te pakken. Bijvoorbeeld gesprekken met ouders, met collega’s of de directie.
1. Gebruik het educatieve stripboek Nieuwe vrienden. Alex verhuist zeer tegen zijn zin naar Amsterdam. Hij vraagt zich af of hij op zijn nieuwe school en in de buurt wel vrienden zal krijgen… Met de strip Nieuwe vrienden, de opdrachten en animaties maak je de thema’s identiteit, vriendschap, pesten, vooroordelen en discriminatie bespreekbaar in de klas. Kijk voor meer informatie op www.annefrank.org/nieuwevrienden 2. Kijk voor meer lesmateriaal over omgaan met vooroordelen en discriminatie op www.artikel1.nl 3. Lees verder over deze thema’s in de online publicatie Begin bij jezelf! Kleine uiteenzetting over Stereotypen en Vooroordelen. Dit leerzame handboek bevat naast basisinformatie, veel foto’s en filmmateriaal. Er hoort een online module bij met oefeningen en tips voor docenten voor het omgaan met praktijksituaties. Het handboek en de online module zijn te vinden op www.annefrank.org/docenten
Werkvorm 9: voor de studenten (3) Reageren op discriminatie
Voor d-e pabo en student
Casus 1: ‘Ik ben een Marokkaan en stelen is mijn baan’ ‘Ik ben een Marokkaan en stelen is mijn baan’. Dit liedje wordt op de gang gezongen door een aantal leerlingen uit jouw klas (groep 7) terwijl jij langsloopt. De meeste leerlingen lachen, gieren en brullen en vinden het reuze geestig. Er zitten Marokkaanse leerlingen in jouw klas. Eentje hoort het en wordt heel kwaad. Bron: “Discrimineren is pesten met wie je echt bént!” Discriminatie in het primair onderwijs in Amsterdam. Stand van zaken, ervaringen en aanbevelingen juli 2010. Eduquality.
Aan de slag met deze casus Stap 1: Bespreek en beantwoord de vragen in het kader. Stap 2: Bereid een korte presentatie voor over deze casus. Maak hiervoor een poster. Leg uit hoe jullie de situatie willen aanpakken. Lees de tips van de Anne Frank Stichting ook door. Stap 3: Luister naar de presentaties en geef feedback. Gebruik hiervoor het feedbackformulier (werkblad 5), hier staat waar jullie op moeten letten.
Is hier sprake van vooroordelen of discriminatie?
Welk effect heeft dit liedje op de leerlingen in de klas?
Welk gevoel roept het liedje bij jullie op en hoe beïnvloedt dit jullie reactie?
Hoe reageren jullie direct en waarom?
Welk signaal gaat er uit van jullie aanpak naar de klas toe?
Wat doen jullie op langere termijn? Welke tools gebruik je en waarom? Denk aan: gesprekken met ouders, collega’s, directie, werkvormen in de klas.
Tip: Ben je geïnteresseerd geraakt in het thema stereotypen, vooroordelen en discriminatie? Doe dan ook de werkvorm ‘Snel oordelen’. Deze werkvorm vormt samen met ‘Reageren op discriminatie’ een tweeluik. De thema’s stereotypen, vooroordelen en discriminatie zijn dan vanuit twee perspectieven aan bod gekomen: ‘Omgaan met vooroordelen en discriminatie’ en ‘Lesgeven over stereotypen en vooroordelen’.
Werkvorm 9: voor de studenten (4) Reageren op discriminatie Casus 2: ‘Baviaan’ Op school wordt een jongen uit groep 7 vaak uitgescholden voor ‘baviaan’ en gepest met zijn huidskleur. Kinderen vertellen dat ze dit discriminatie vinden, maar doen er toch aan mee. Jij staat voor de klas als het weer gebeurt; wat doe jij? Bron: “Discrimineren is pesten met wie je echt bént!” Discriminatie in het primair onderwijs in Amsterdam. Stand van zaken, ervaringen en aanbevelingen juli 2010. Eduquality.
Aan de slag met deze casus Stap 1: Bespreek en beantwoord de vragen in het kader. Stap 2: Bereid een korte presentatie voor over deze casus. Maak hiervoor een poster. Leg uit hoe jullie de situatie willen aanpakken. Lees de tips van de Anne Frank Stichting ook even door. Stap 3: Luister naar de presentaties en geef feedback. Gebruik hiervoor het feedbackformulier (werkblad 5), hier staat waar jullie op moeten letten.
Is hier sprake van vooroordelen of discriminatie?
Hoe voelt het voor de jongen die wordt uitgescholden? Wat betekent dit voor zijn zelfbeeld en zelfvertrouwen?
Wat is precies het probleem in deze klas, volgens jullie?
Hoe reageren jullie direct?
Welk signaal geeft jullie aanpak aan de klas?
Wat doen jullie op langere termijn? Welke tools gebruik je en waarom? Denk aan: gesprekken met ouders, collega’s, directie, werkvormen in de klas.
Tip: Ben je geïnteresseerd geraakt in het thema stereotypen, vooroordelen en discriminatie? Doe dan ook de werkvorm ‘Snel oordelen’. Deze werkvorm vormt samen met ‘Reageren op discriminatie’ een tweeluik. De thema’s stereotypen, vooroordelen en discriminatie zijn dan vanuit twee perspectieven aan bod gekomen: ‘Omgaan met vooroordelen en discriminatie’ en ‘Lesgeven over stereotypen en vooroordelen’.
Werkvorm 9: voor de studenten (5) Reageren op discriminatie
Voor d-e pabo en student
Casus 3: ‘Geen hoofddoek toegestaan’ Een studente zoekt een stageplaats. Gedurende haar opleiding draagt ze al een hoofddoek. Dit is geen probleem, tot een van de stagescholen haar weigert. De school wil geen juf met een hoofddoek voor de klas. Jij zit in het team, werkt al op school en hoort dit tijdens een teamvergadering. Hoe reageer jij? Bron: onderzoek door pabo-studenten in opdracht van de Anne Frank Stichting 2013.
Aan de slag met deze casus Stap 1: Bespreek en beantwoord de vragen in het kader. Stap 2: Bereid een korte presentatie voor over deze casus. Maak hiervoor een poster. Leg uit hoe jullie de situatie willen aanpakken. Lees de tips van de Anne Frank Stichting ook even door. Stap 3: Luister naar de presentaties en geef feedback. Gebruik hiervoor het feedbackformulier (werkblad 5), hier staat waar jullie op moeten letten.
Is hier sprake van vooroordelen of discriminatie?
Wat zegt dit over de school en welk gevoel roept het bij jullie op?
Is er nog contact nodig met de stagiaire en wat is jullie rol daarin?
Hoe reageren jullie direct?
Waar moeten jullie in de reactie allemaal rekening mee houden?
Wat doen jullie op langere termijn? Welke tools gebruik je en waarom? Denk aan: gesprekken met ouders, collega’s en of directie.
Tip: Ben je geïnteresseerd geraakt in het thema stereotypen, vooroordelen en discriminatie? Doe dan ook de werkvorm ‘Snel oordelen’. Deze werkvorm vormt samen met ‘Reageren op discriminatie’ een tweeluik. De thema’s stereotypen, vooroordelen en discriminatie zijn dan vanuit twee perspectieven aan bod gekomen: ‘Omgaan met vooroordelen en discriminatie’ en ‘Lesgeven over stereotypen en vooroordelen’.
Werkvorm 9: voor de studenten (6) Reageren op discriminatie feedbackformulier Feedback geven Hoe komen de volgende onderdelen terug in de aanpak? 1: niet – 5: in grote mate Onderdeel Is er een goede analyse van de situatie gemaakt? Wordt er direct gereageerd? Zit in de aanpak de methode van LSD: Luisteren, samenvatten en doorvragen? Worden er consequenties aangegeven? Is er een aanpak op langere termijn bedacht? (gesprekken, werkvormen, beleid, anders) Is er nagedacht over de omgang met emoties (slachtoffer, docent zelf, anderen)?
Heb je een tip?
Wat vond je top?
1
2
3
4
5