Vogelkrant 41e jaargang nr. 2 Maart 2012
In dit nummer: Uitnodiging jaarvergadering Scotch fancy, Vuurvink Tamboerijnduifje, Witte dovenetel Verslag vorige vergadering Jaarverslag,ringenbestelformulieren Vogels in de winter.
©jmz
Aangesloten bij de N.B.v.V. te Bergen op Zoom. Opgericht 24 oktober 1961
W17
Vogelliefhebbers “Wieringermeer”
W17
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer maart 2012 TAMBOERIJNDUIFJE
Dit mooie duifje - met de wetenschappelijke naam Turtur tympanistria - bewoont de bossen en galerijwouden van Sierra Leone tot Ethiopië en Tanzania en vervolgens zuidwaarts tot Zuid-Afrika. Ontbreekt echter in ZuidwestAfika en het westen van Zuid-Afrika.
Het tamboerijnduifje meet 20-21 cm en heeft een korte staart De doffer heeft een donkerbruin rugdek met metaalblauwzwarte vlekken op de vleugels. Het voorhoofd, de wenkbrauwstreep, wangen, keel, borst en het gehele onderlichaam zijn wit. De snavel is roodbruin, de poten donkerrood. De ogen zijn bruin. De duivin heeft een grijs voorhoofd en grijze wangen. Ook ontbreekt de metaalachtige glans van de blauwzwarte vleugelvlekken.
Het tamboerijnduifjes is een aangename volièrevogel, die de laatste jaren helaas steeds minder wordt gezien. Pas ingevoerde vogels zijn aanvankelijk erg schuw en schrikachtig, worden echter na verloop van tijd rustiger en kalmer, maar echt tam worden ze nooit. Ze houden van een licht en zonnig verblijf en koesteren zich vaak gedurende langere tijd in de zon. Van tijd tot tijd zoeken ze de schaduw op. Men moet dus zorgen voor een passende beplanting in de volière
Als voedsel heeft een zaadmengsel van oliehoudende zaden aangevuld met een extra gift hennepzaad en wat grove gierst de voorkeur. Ook gehakte zonnebloempitten, gehakte aardnoten en fijngemaakte zaden van naaldbomen wordt graag gegeten. Eivoer, vruchtenpaté af en toe een meelworm en in het seizoen wat bessen maken hun voedsel compleet.
Voor het nest maken ze gebruik van een schapje of open nestkast. Als ondergrond voor het nest nemen ze graag droog beukenblad, droge thujatakjes en halmen van de akkerwinde. Er worden twee eieren gelegd, die in dertien dagen worden uitgebroed. De jongen worden de eerste dagen door beide ouders warm gehouden. Pas uitgekomen jongen hebben een zwarte huid, grijs dons en zwarte pootjes. Op de vijfde dag gaan de ogen open. De jongen verlaten na twee weken het nest. Een week later zijn de jongen zelfstandig. De ringmaat voor dit duifje is 4 mm.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012
Tuinvogels helpen in de winter
Tijdens een strenge vorstperiode met temperaturen die langdurig dalen tot onder het vriespunt kunnen vogels het zwaar te verduren krijgen. Normaal gezien sterven vogels in onze streken niet van de kou, maar een langdurige voedselschaarste verzwakt hen en verstoort de stofwisseling. Zij lopen dan meer kans op allerlei ziekten. Dit is vooral tijdens langdurige vorstperiodes en sneeuwval. De dagen zijn kort en daardoor ook de beschikbare tijd om het nodige voedsel bijeen te zoeken. Bovendien hebben vogels ook nog een hoger calorieverbruik, zodat hun vetreserves sneller uitgeput geraken. De vogels moeten genoeg energiereserve hebben om gedurende de koude nachten hun temperatuur op peil te houden.
Zo omstreeks de Kerst begint de tijd voor de wintervoedering van de vogels. Tot die tijd zijn er nog genoeg bessen, insecten, larven enz. in de vrije natuur te vinden voor de vogels, en het is juist wel goed dat veel schadelijke insecten op die manier worden opgeruimd. Na die tijd, en vooral bij strenge vorst, moet er gevoederd worden. Gooi geen massa's voedsel tegelijk neer, het trekt muizen, ratten en katten aan, precies datgene wat we nu juist niet willen. Te vroeg voeren heeft dus geen zin, ook al omdat de vogels verleid worden om niet naar het zuiden te trekken! Dat in dierenwinkels en tuincentra zes maanden per jaar voedertafels en alle mogelijke vetbollen, pindaslingers te koop zijn is alleen maar commercie en zeker niet in het belang van de vogels, integendeel.
Voor de winter hebben de (meeste) vogels een vetreserve opgebouwd door extra veel te eten. Echter raken de vogels bij strenge winters al gauw door deze vetreserve heen. Bij hevige sneeuwval wanneer een groot deel van het voedsel onbereikbaar wordt kan er voor de vogels een gevaarlijke situatie ontstaan. Het zoeken naar voedsel is immers veruit de belangrijkste bezigheid van vogels om te overleven. Met een lichaamstemperatuur van meer dan 40° C hebben ze veel calorieën nodig, vooral de kleinere vogelsoorten. Een koolmees bijvoorbeeld verorbert elke dag ongeveer haar eigen gewicht aan voedsel.
Het landschap is in grote delen van het land en de steden zodanig dat hulp van de mens geen overbodige luxe is. Naast het genoegen om een in moeilijkheden verkerende vogels te helpen, is het een deugd om diverse vogelsoorten te observeren en te herkennen wanneer ze de voedertafel bezoeken en allerlei capriolen uithalen om her en der een zaadje mee te pikken.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012
Enkele voedertips:
Voederen mag op bescheiden schaal vanaf november (bijvoorbeeld met zaden), maar het is pas echt nodig als het langdurig vriest en/of sneeuwt Voer niet meer in Maart (bouw het voeren wel gelijkmatig af) Haal pinda's pindabollen en zaden tijdig weg. U voorkomt zo dat vogelouders dit aan hun jongen voeren: de jongen zullen pinda's en zaden niet kunnen verteren en daardoor overlijden. Ook zal dit voer voor jonge vogels te eenzijdig uitpakken Strooi het voer op een voedertafel maar strooi ook op de grond voor vogels als mus, winterkoning en roodborst. Voeder niet teveel tegelijk en liefst 's ochtends (na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt) en tegen het einde van de middag (zo kunnen ze de nacht doorkomen). Overdadig voederen kan muizen en ratten aantrekken. Probeer als het vriest ook water aan te bieden (is even belangrijk als voedsel !), maar zorg er voor dat u het regelmatig ververst. Wanneer het gesneeuwd heeft, is het niet nodig voor water te zorgen. De vogels komen dan aan vocht door van de sneeuw te pikken. LET OP dat vogels niet in het drinkbakje kunnen badderen, hun natte verenpak zal bevriezen en de vogel sterft aan onderkoeling/bevriezing. Geef geen lauw water en voeg geen suiker of zout toe! Voorkom bevriezing van vogels in drinkwater door: Drinkbakjes af te dekken met gaas. Drinken te verstrekken door met een hamer vergruisde ijsblokjes te serveren. Het water NIET verstrekken in metalen of ijzeren drinkbakjes : vogels vriezen daaraan vast!! Het drinkbakje op een windvrije plek neer te zetten.
Voeder geen margarine of boter, die werken als laxeermiddel Geef nooit zoutjes, voer met smaakstoffen, ongekookte rijst, spekrandjes of droge kokosnoot. Dit kan gevaarlijk zijn voor vogels. Plaats het voer ver genoeg van plaatsen waar katten kunnen opduiken. Voedsel dat makkelijk bevriest, zoals appels, voedert u best als geheel en niet in kleine stukjes. Voeder vooral "natuurlijk" met zonnebloempitten, zaadjes, noten en dergelijke. Vermijd "chemische" producten zoals margarine.
Vogelvoer: In de meeste stadstuinen zullen we geen roofvogels, watervogels, reigers e.d. aantreffen. Hier gaat dus voornamelijk om zaad- en insecteneters zoals mussen, vinken, mezen, merels, zanglijsters e.d.
Sommige mensen leggen een pakje margarine op de voedertafel, dit is echter fout!, de vogels pikken het graag op maar, te veel vet werkt laxerend en is dus heel slecht.
Blauwe reiger Vlees, vis (afval) Boomkruiper Beetje vet of pindakaas op boomstammen, maar verkiest indien mogelijk zijn eigen natuurlijk dieet.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012 Buizerd Vlees (afval, slachtafval), Karkassen van kip, konijn… Duif Tarwe, kippenvoer, maïs, onkruidzaden, ongekookte havermout Eenden / Ganzen Tarwe, kippenvoer, maïs, gekookte aardappelen, bruin brood, gesneden sla, boerenkool............. Ekster Karkassen van kip, konijn......,slachtafval, gekookte aardappelen, bruin brood, stukjes kaas. Heggenmus Gerst, onkruidzaden, vogelvoer, meelwormen en ongekookte havermout. Plaats: zeer beschut onder heggen en struiken. Koperwiek Gewelde rozijnen, oud fruit, klokhuizen en bessen. Plaats: open, sneeuwvrije plek op de grond. Kraai Karkassen van kip, konijn......,slachtafval, gekookte aardappelen, bruin brood, stukjes kaas. Kramsvogel Gewelde rozijnen, oud fruit, klokhuizen en bessen. Plaats: open, sneeuwvrije plek op de grond. Lijster Meelwormen, bruin brood, plantaardig vet, ongezouten spekzwoerd, vetbollen kaasresten (zonder korst), oud fruit Meerkoet Tarwe, kippenvoer, maïs, overrijpe peren en appelen, rozijnen, bessen, krenten, bruin brood, gesneden sla, boerenkool............. Mees Vetbollen, (halve) kokosnoten, ongebrande pinda's, vogelzaad, kaasresten (niet de plastic korst) en zonnepitten. Plaats: voedertafel of - huisje in bomen. Meeuwen Vers vleesafval, vis, visafval, gekookte aardappelen, bruin brood, stukjes kaas. Merel Meelwormen, bruin brood, plantaardig vet, ongezouten spekzwoerd, vetbollen kaasresten (zonder korst), gewelde rozijnen, oud fruit, klokhuizen, en bessen. Plaats: open, sneeuwvrije plek op de grond.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012 Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012 Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012 Mezen Zonnebloempitten, kokosnootpulp, ongebrande pinda's, meelwormen, insectenpastei, plantaardig vet, ongezouten spekzwoerd, vetbollen, bruin brood, stukjes kaas (zonder korst) Mussen Tarwe, kippenvoer, maïs, onkruidzaden, ongekookte havermout, gekookte aardappelen, bruin brood, stukjes kaas. Roodborst Gerst, hele fijne zaden, meelwormen, vetbollen, ongekookte havermout, beschuitkruimels, fijne broodkruimels. Plaats: zeer beschut onder heggen of struiken. Specht Kokosnootpulp, ongebrande pinda's, meelwormen, insectenpastei, plantaardig vet, ongezouten spekzwoerd, vetbollen Spreeuw Meelwormen, bruin brood, plantaardig vet, ongezouten spekzwoerd, vetbollen kaasresten (zonder korst), oud fruit aardappelen, rozijnen, bessen, krenten. Plaats: open sneeuwvrije plek op de grond. Turkse tortel Gemengd (strooi)zaad en maïskorrels. Plaats: grond of open voedertafel. Vink Onkruidzaden, gerst, ongekookte havermouth, gemengd (strooi)zaad en zonnepitten. Plaats: op de grond of op de voedertafel. Vlaamse gaai Karkassen van kip, konijn......,slachtafval, gekookte aardappelen, bruin brood, stukjes kaas. Waterhoen Tarwe, kippenvoer, maïs, overrijpe peren en appelen, rozijnen, bessen, krenten, bruin brood, gesneden sla, boerenkool............. Winterkoning Gerst, onkruidzaden, vogelvoer, meelwormen, maden, larven en ongekookte havermout. Plaats: zeer beschut onder heggen of struiken (op meerdere plaatsen). Zwanen Tarwe, kippenvoer, mais, gekookte aardappelen, bruin brood, gesneden sla, boerenkool…….
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012 Zaadeters Over het algemeen kan je zaadeters (huismus, ringmus, vink, keep, groenling, putter, goudvink, appelvink: forse kegelvormige snavel) verwennen met: granen, maïs, zonnepitten, onkruidzaden, bruin brood, etensresten (pas op met zout!). Plaats: op de grond of op de voedertafel.
Insecteneters Over het algemeen kan je insecteneters (heggenmus, roodborst, winterkoning, boomkruiper: fijne priemsnavel) verwennen met: fijn vogelvoer, meelwormen, maden, larven en ongekookte havermout. Voer regelmatig, met kleine beetjes tegelijk. Plaats: beschut onder heggen en struiken of op een ruime open plek waar ze een eventuele kat kunnnen zien aankomen! Recept Vetbollen
Smelt drie pond ongezouten rundvet in een pan. Wacht tot het warm is, maar niet heet! Voeg daar al roerend een mengsel van 6 ons gebroken hennepzaad en maanzaad en 3 ons zonnepitten aan toe. Giet de warme brij in een vorm, bijvoorbeeld een blikje, een melkkarton of een theeglas. Leg daarin, voordat de brij stolt, een stevige katoenen draad die ruim uitsteekt. Zodra de massa hard is geworden, kunnen de bollen buiten aan de draad worden opgehangen. Soms is de vetbol moeilijk uit de vorm los te krijgen. Een melkkarton kan rondom worden afgescheurd; houd een theeglas of blik even in heet water, de vetbol komt dan gemakkelijk los. Uiteraard kunnen naar eigen inzicht ook kleinere hoeveelheden worden gebruikt.
Tips voor Nestkastje - voedertafel:
In een rustige tuin hangen we nestkasten op ooghoogte: 1,50 - 1,80 meter boven de grond. Waar er meer kans op verstoring is, bevelen we een hoogte van 2,50 - 3,50 meter aan. Hang een nestkast nooit pal in de zon of op de regenzijde. De vliegopening moet steeds naar het licht gericht zijn,(zuidoosten) Hang de nestkast in het late najaar of de vroege winter (november -februari) op. Het aantal nestkasten is afhankelijk van het landschap en het voedselaanbod in de omgeving. We mogen stellen dat in één op de twee alleenstaande bomen een nestkast kan worden aangebracht. Tussen twee nestkasten van hetzelfde type kan best een minimumafstand van ca. 10 meter gehanteerd worden. Tussen twee nestkasten van verschillende typen in deze minimumafstand minder belangrijk. Voederplanken kunnen het best worden overdekt zodat het voer droog blijft, de bodem voorzien van een opstaande rand, zodat het voer er niet af kan waaien met gaten op de hoeken, zodat eventueel regenwater weg kan stromen. Voer met mate en borstel regelmatig de voederplank met heet water schoon. Als u een vogelhuisje of voederplank gebruikt, bedenk dan dat vogels in hun uitwerpselen schadelijke bacillen kunnen dragen. Een groot aantal vogels op één voederplaats veroorzaakt al snel een kweekplaats van bacillen. U moet dus de voedertafel of het vogelhuisje (met heet water) en voederplek regelmatig schoon maken. Oude voedselresten en uitwerpselen kunnen de vogels ziek maken (o.a. salmonella)
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012
VUURVINK (Lagonosticta senegala)
Inleiding: Vuurvinkjes zijn ideale vogels voor volières met gemengde vinken. Als hij eenmaal is geacclimatiseerd, is hij vrij gehard. Toch leeft hij niet lang, en hij zorgt ook niet voor een groot nageslacht. Wel is hij vreedzaam en hij zal een slordig nest bouwen op allerlei plaatsen. Vuurvinken worden als pleegouders gebruikt door Wida's.
Geslachtsonderscheid Beide geslachten zijn gemakkelijk te herkennen. De mannetjes zijn dieprood terwijl de vrouwtjes een veel onopvallender uiterlijk hebben. Ze gaan, afhankelijk van het ras, met een grijsbeige tot bruin verenpakje door het leven.
Sociale eigenschappen Vuurvinkjes zijn erg geschikte vogels voor een voliere met een gemengde samenstelling, maar passen ook bij uitstek in een voliere met andere prachtvinken. Ze gaan hun eigen gang, waarbij ze de andere vogels doorgaans met rust laten. Alleen tijdens de kweekperiode kunnen de mannetjes wat onhebbelijker worden ten opzichte van soortgenoten van het zelfde geslacht. Activiteiten Vuurvinken zijn levendige vogeltjes die zich in alle lagen van de voliere ophouden. Ze begeven zich graag in het groen, maar vliegen ook op open plekken. Ze scharrelen zo nu en dan op de bodem van de voliere rond, op zoek naar voedsel. Het is niet aanbevelingswaardig om geïmporteerde dieren aan te schaffen; verse importen zijn niet alleen erg schuw, ze zijn vaak ook zwak en extreem gevoelig voor ziekten. U bespaart uzelf en de vogels problemen door uitsluitend na-kweekdieren aan te kopen.
Huisvesting Vuurvinkjes kunnen zowel in een gedeeltelijk met stuiken beplante en bij voorkeur overkapte buitenvolière als in een kamervolière en ruime broedkooi gehouden worden. Voor het welzijn van de dieren staat de voliere op een beschutte plek waar wind en regen weinig invloed hebben.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012
Omgevingstemperatuur Vuurvinken zijn niet goed opgewassen tegen guur weer, veel neerslag en kou. Tijdens koudere jaargetijden kunt u deze vogels beter binnenshuis houden of het nachthok verwarmen. Voeding Als basis voer kunt u deze populaire Afrikaanse vogeltjes een zaadmengsel voor kleine tropische vogels geven. Daarnaast worden trosgierst, (verse) graszaden en onkruidzaden en gekiemd zaad graag opgenomen. Geef de dieren zo nu en dan kleine beetjes vogelmuur. Vuurvinken kunnen doorgaans leven op een plantaardig menu, zo nu en dan aangevuld met kleine beetjes insectenpaté . Klein levend voer es wel van levens belang tijdens de eerste levensweek van deze soort. Zijn de ouderdieren niet gewend aan dit soort voeding, dan is de kans groot dat ze het levend voer weigeren op te nemen en aan hun jongen aan te bieden, met desastreuze gevolgen. Wilt u graag nageslacht van uw vuurvinken, dan geeft u de aankomende ouderdieren regelmatig levend voer, zodat ze eraan kunnen wennen. Geschikte dierlijke eiwitbronnen zijn ondermeer fruitvliegjes, bladluis en buffalowormpjes. Grit en maagkiezel behoren altijd in voldoende mate aanwezig te zijn, zodat de dieren er naar behoefte van kunnen opnemen. Kweken
Deze vogels broeden zowel in een broedkooi als in de voliere. Voor hun nestbouw zijn deze vogels niet kieskeurig. Er zijn zowel kweekresultaten bereikt met gesloten nestkastjes als met halfopen nestkastjes, en ook in nestkorfjes nestelen de vogels goed. Er zijn er daarnaast ook die een vrijstaand nest bouwen in een dichte struik. Bij gesloten kastjes is een invlieggat van 4 cm doorsnede toereikend. Als nestmateriaal komen kokosvezel, kleine stukjes sisaltouw, dierenhaar, kleine donsveertjes en grashalmen in aanmerking. Een legsel bevat ongeveer 3 tot 4 eitjes. Zowel het mannetje als het vrouwtje bebroedt afwisselend de eitjes. Na ongeveer 11 tot 12 dagen komen de jongen uit het ei. Ze worden door beide ouders gevoerd. In hun eerste levensweek bestaat het menu van de kleine vuurvinkjes vrijwel uitsluitend uit levend voer zoals buffalowormpjes . Een tekort aan levend voer leidt onherroepelijk tot een spoedige dood van de jongen. De jongen vliegen na 17 tot 21 dagen uit. Ze kunnen dan nog niet goed voor zichzelf zorgen en worden daarom nog een week of langer door beide ouderdieren gevoerd en begeleid. Een paar dat in goede conditie is, kan meerdere legsels per jaar grootbrengen, maar het is beter ze niet meer dan twee legsels per seizoen te laten grootbrengen, aangezien meerdere legsels een aanslag plegen op de conditie en gezondheid van de ouderdieren. De jongen uit een eerder nest worden normaliter nagejaagd door de ouders.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
DE WITTE DOVENETEL (Lamium album)
De witte dovenetel dankt zijn naam Lamium aan zijn bloemen in de vorm van een geopende muil. Lamium is in de Griekse mythologie een vriendinnetje van Zeus, wiens onwettig kind door de godin Hera - de gemalin van Zeus - uit woede en jaloezie om het leven werd gebracht. Lamia werd toen zo afgunstig op gelukkige moeders dat zij er toe overging hun kinderen te stelen en op te eten. Ondanks deze legende blijft de witte dovenetel een zeer onschuldig gewas. De witte dovenetel is een lid uit de familie der lipbloemige (Labiatae). De witte dovenetel is een oude medicinale plant. Meestal worden de bloemen verzameld, hetgeen moeilijk werk is. Wat gedroogd moet worden zijn de witte bloemkronen (Flos Lamiï) en die moeten bij het plukken gescheiden worden van de kelkbladeren. Hierbij mogen de bloemblaadjes niet gekneusd worden anders worden ze snel bruin. De bloem moet goed gedroogd worden. Dat kan het beste met een kunstmatige warmtebron op ongeveer 40 gr. C. en wel zo snel mogelijk. De te drogen bloemkronen dienen in een goed afgesloten bus of fles bewaard te worden omdat vochtige lucht de bloesem bruin kleurt en zo zijn werkzaamheid verliest. Hij heeft een honingachtige geur. Van de gedroogde blaadjes kan thee worden gezet, maar ook met andere kruiden kan een theemengsel worden gemaakt. In de volksgeneeskunde geldt de thee als bloedzuiverend middel. Ook wordt het aangewend bij prostaataandoeningen. Afkooksel van de bloemen en bladeren worden gebruikt voor het baden en koelen van wonden die slecht genezen. De scherp gezaagde bladeren van deze soort vertonen een zekere gelijkenis met die van de brandnetel. Omdat hij echter de brandharen mist kreeg hij de naam dovenetel. Bloeiend zijn de planten gemakkelijk uit elkaar te houden. De witte tweelippige bloemen zijn zeer in trek bij hommels en bijen vanwege de onder in de kroonbuis verborgen nectar. De onderlip dient als landingsplaats. Onder de bovenlip bevinden zich de helmknoppen en de stempels. Wanneer een bij of een hommel zich in de bloem wringt strijkt de bovenkant van haar achterlijf onherroepelijk langs de helmknoppen en wordt met stuifmeel bedekt. Bij het bezoek aan een volgende bloem blijft dit dan weer aan de kleverige stempels zitten. De zaadjes worden bij de dovenetel door mieren versleept. Dat doen ze om de wittige olie-achtige aanhangsels onder aan de zaadjes; die eten ze graag op. Dit ontstaat uit delen van de bloemas en de vruchtwand. De zaadjes worden meestal rechtstreeks uit de kelk gehaald en naar plaatsen gebracht waar de betrekkelijk zware zaadvruchten door de wind niet naar toe kunnen waaien, bijvoorbeeld op muren of bomen.
De standplaats Deze geneeskrachtige plant is een zeer algemeen voorkomende soort die we aantreffen in Nederland en België, bijna overal langs wegen, muren en hekken, in onkruidgezelschappen en op ruige plaatsen. De plant houdt van stikstof en groeit tot op een hoogte van 2.200 m.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
De bloeitijd De witte dovenetel bloeit met witte tweelippige bloemen van april tot diep in de herfst vaak tot oktober. De bloem is wit. De donkerbruine helmknoppen liggen onder de helmvormige bovenlip. De onderlip heeft twee kleine zijlobben en een grote diep uitgerande middelste lob. De kelkbladeren zijn tot een vijftandige buis vergroeid. De buis is iets langer dan de vier nootjes waaruit de vrucht bestaat.
Wat te voeren? In de natuur zijn er vele vogels die de zaden eten maar ook de jonge spruiten worden door fazanten en patrijzen gegeten. In de volière kunnen wij onze parkietachtige ook de jonge scheutjes als groenvoer geven. De vierdelige afgeplatte splitvruchten worden door vele grote en kleine parkieten graag gegeten. Voor lorriekwekers heeft de witte dovenetel een extra. De nectar vinden de lorries heerlijk. Leg maar een bosje van die bloemen in de volière en u zult zien: ze eten er het laatste bloempje van op.
Werkzame bestanddelen Zijn geneeskrachtige werking heeft de witte dovenetel te danken aan slijm, looistoffen, glucocide, saponine, vluchtige olie, suikers en kalium. De medische eigenschappen zijn: bloedstelpend, bloedzuiverend, ontstekingsremmend, samentrekkend, wondhelend en zwellingverminderend.
Welke vogels eten deze zaden? Voor alle volièrevogels is er wel wat bij. Zoals gezegd zijn de lorries gek op nectar en bloemen. De wildzangvogels en de kromsnavels houden van jonge scheuten en zaden. De meeste vogels geven er de voorkeur aan om de zaden in halfrijpe toestand te verorberen, maar de droge zaden kunnen in de winter ook goed gevoerd worden. Als de zaden rijp zijn laat u de bloemtoppen goed drogen in de zon. Doe ze vervolgens in een plastic zak en trap de zaden eruit.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012
De Scotch Fancy
De eerste ontwikkeling van de Scotch Fancy kan gezocht worden aan de Westkust van Schotland. Reeds voor 1820 werden deze vogels reeds gekweekt rond het Schotse havenplaatsje Girvan, ten zuiden van Glasgow. Waarschijnlijk werd door zeelieden uit Belgie de Belgische Bultkanarie naar dit havenplaatsje gebracht. Vanuit deze vogels en de plaatselijk aanwezig Lancashire of Yorkshire werd het nieuwe ras ontwikkeld, wat eerst The Girvans werd genoemd. Toen kwekers rond Glasgow de vogel in hun bezit kregen gaven ze hem een eigen naam, namelijk de Glasgow Fancy of The Glasgow Don. De vogel werd enorm populair en in de verschillende regios werden veel kwekers gevonden, die echter onderling nogal van mening verschilden hoe de vogel er precies uit zou moeten zien. Men ging allerlei kweekrichtingen op. Ver doorgevoerde kweek met de Belgische Bultkanarie maar ook kruisingen met de Hollandse kanarie werden toegepast. Op een bepaald moment waren er wel negen verschillende types in omloop. Door de geweldige belangstelling in heel Schotland hield de naam Glasgow Fancy of Don geen stand en werden de vogels vanaf 1890 Scotch Fancy genoemd. Door de grote verscheidenheid in types en de beide wereldoorlogen liep de belangstelling sterk terug en op een gegeven moment dreigde de vogels zelfs uit te sterven. Slechts enkele kwekers wisten dit te voorkomen. Het ras kreeg weer meer liefhebbers toen in 1970 de Old Varieties Association werd opgericht. Tijdens een congres in december 1971 werd een standaard voor de Scotch Fancy aangenomen. Deze standaard was geënt op de oude Glasgow Don. Vanuit deze richtlijnen hebben de vele liefhebbers selectief gekweekt en is dit ras in diverse landen weer een ingeburgde en populaire vogel geworden.
De orginele showkooi
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Maart 2012
Beschrijving De Scotch Fancy is een houding vogel met een werkhouding die een halve maanvormige lijn veroorzaakt. Deze lijn vertrekt vanaf de kop, over de nek naar de rug en zet zich door tot het uiteinde van de staart. De kop, een gedeelte van de nek maar ook het uiteinde van de staart bevinden zich dan voor de zitstok. Deze houding kan ook door een goed getrainde vogel niet langdurig worden aangenomen. De kopvorm is klein en ovaal. De hals en nek zijn lang en slank. De schouders zijn smal en goed afgerond. Tussen de beide schouders mag geen inzinking aanwezig zijn. Het lichaam is lang, slank en wat cilindervormig. De vleugels zijn in verhouding lang en liggen goed aangesloten aan het lichaam. Tijdens het aannemen van de werkhouding zullen de vleugels niet op de staart kunnen rusten en zal daar enige tussenruimte ontstaan De staart zelf is ook lang en smal en loopt in een lijn door vanuit de rug. De pootjes zijn lang en licht gebogen, waarbij het bovenbeen iets zichtbaar is. De grootte is minimaal 17 centimeter en vereist van de kwekers veel aandacht. Het ras heeft de neiging snel te klein te worden, waardoor er nauwelijks enige onderscheid ontstaat met een te grote Japan Hoso. Vogels die de neiging hebben kleiner te worden dan 17 centimeter moeten niet voor de verdere kweek worden gebruikt. De bevedering moet glad en goed aansluitend zijn. Tijdens het aannemen van de werkhouding kan het voorkomen dat de borstbevedering over elkaar schuift; dit is toegestaan. Bortsfrisering is niet toegestaan. In de bevedering zijn alle kleuren toegestaan, behalve rood. Ondanks de grootte van deze vogel wordt hij toch geringd met de standaard kanariering van 2,9 mm