VMBO entiteit Jaarverslag 2010

t i e t i t n e O B VM 0 1 0 2 g a l s r e v r a a J

Voorwoord Het jaarverslag 2010 is het wederom gebaseerd op het toetsingkader van de inspectie en is dit jaar aangevuld met gegevens uit Vensters voor Verantwoording. De elf VMBO scholen van ROC West-Brabant hebben dit jaar allemaal de Vensters van Verantwoording van de VO-raad gevuld en op hun websites gepubliceerd. Daarmee is de horizontale verantwoording weer een stap verder en bieden de scholen aan een ieder die hier interesse in heeft een inkijkje in hun bedrijfsvoering. Elk jaarverslag voldoet aan de richtlijnen van het jaarverslag en aan de afspraken binnen ROC-West-Brabant. De scholen werken volgens het bedrijfsproces VMBO dat gebaseerd is op het INK-model. De PDCA-cyclus is hierin leidend. In 2010 is per school een INK finishfoto gemaakt waarin het meerjarenbeleid is opgenomen. tevens is een nieuw schoolplan opgeleverd. Beide documenten zijn gebaseerd op het strategisch meerjarenplan "Onderwijs met Passie 2010-2015" van ROC West-Brabant. Naast het Zelfevaluatiekader (ZEK) is in 2010 een begin gemaakt met de ontwikkeling van een auditstructuur, deze moet in 2011 geïmplementeerd worden. De PDCA-cyclus wordt hiermee gecompleteerd. De scholen hebben in 2010 vooral aandacht besteed aan de implementatie van opbrengstgericht werken en aan onderdelen van de kwaliteitsagenda VO. U zult in de jaarverslagen deze onderwerpen dan ook regelmatig terug vinden. De basiskwaliteit op orde brengen is vooral van belang voor de scholen die een zwakke of zeer zwakke beoordeling hebben gekregen in 2010. Deze hebben de primaire opdracht om in 2012 de kwaliteit van hun onderwijs weer op een voldoende niveau te hebben. Ook op de andere scholen zijn directie en medewerkers bewust bezig met de opbrengsten en de basiskwaliteit. Op deze scholen is men echter ook hard aan het werk om de positionering van de school te verstevigen. Deze scholen doen het fantastisch en hebben een stabiele instroom van leerlingen. Hun aanpak dient als voorbeeld en ter inspiratie van de overige scholen in de entiteit. De druk op het VMBO onderwijs blijft (landelijk) bestaan en de demografische terugloop van het aantal twaalfjarigen is een gegeven waar wij met name bij de scholen in het westen van West-Brabant de gevolgen van gaan ondervinden. De directie van het VMBO en de Raad van Bestuur van ROC West-Brabant onderzoeken alle ontwikkelingen en zijn in overleg met collega bestuurders over de toekomst van het VMBO. Uiteindelijk zal het beroepsonderwijs een nieuwe duidelijke weg inslaan waar alle medewerkers van onze scholen in de komende jaren het fundament voor gaan leggen, zodat het VMBO ook in de toekomst bestaansrecht heeft. Er is in 2010 heel hard gewerkt door alle medewerkers van onze scholen. De resultaten hiervan zullen in de komende jaren zichtbaar worden. In de verschillende jaarverslagen brengen wij u op de hoogte van de ontwikkelingen op iedere school. Uiteraard gaan wij graag met u in gesprek hierover. Breda, mei 2011 Ton Flink Algemeen directeur ROC West-Brabant VMBO

Inhoudsopgave Jaarverslag 2010 De Rotonde Jaarverslag 2010 Effent Jaarverslag 2010 Praktijkschool Breda Jaarverslag 2010 Prinsentuin Andel Jaarverslag 2010 Prinsentuin Breda Jaarverslag 2010 Prinsentuin Halsteren Jaarverslag 2010 Prinsentuin Oudenbosch Jaarverslag 2010 Scala Jaarverslag 2010 't Bergse VMBO Jaarverslag 2010 Van Cooth Jaarverslag 2010 Westerpoort

Jaarverslag 2010

Jaarverslag De Rotonde 2010

0

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord

pagina 2

Hoofdstuk 1:

Directieverslag

pagina 3

Hoofdstuk 2:

Onderwijsprestaties

pagina 4

Hoofdstuk 3:

Bedrijfsvoering

pagina 8

Hoofdstuk 4:

Personeel

pagina 9

Hoofdstuk 5:

Arbo

pagina 10

Hoofdstuk 6:

Verantwoording inzet geoormerkte gelden

pagina 10

Bijlage:

Plan van aanpak over opbrengstenoordeel

pagina 11


1

Voorwoord. De Rotonde heeft het afgelopen jaar daadwerkelijk aan de missie “samen een eigenwijze weg vinden” vorm gegeven. Naar leerlingen, ouders en personeel onderling en naar externe partijen is dit altijd leidend geweest in onze acties. Dit houdt in dat we als school onderweg zijn op een rotonde die onderhevig is aan wegwerkzaamheden en veranderende verkeersregels en aan behoorlijke verkeersdrukte. Het personeel slaagt er goed in alle verkeersdeelnemers hierin goed op de weg te houden. Door het opstarten van een observatieklas heeft de school het signaal afgegeven dat ze de handschoen op wil pakken voor probleemleerlingen in de regio. Herstart en Op de Railsleerlingen zijn welkom op De Rotonde en hierdoor is er ook een brug naar Rec 4 en passend onderwijs geslagen. Er is ook sprake van eventuele opvang reboundleerlingen. Inzet van ons personeel bij andere partners heeft de school ook uitgebouwd. Te denken valt aan orthopedagogen die werkzaam zijn op andere scholen, het bureau, transfercoaches, verzorgen van trainingen, geven van presentaties en klaar staan voor vragen van allerlei aard tot opnemen van leerlingen binnen De Rotonde setting. Al met al ook door de geplande verbouwing van het pand aan het Groene Woud 2 hopen we de ambities van ons onderwijs waar te kunnen maken. Veel tijd is geïnvesteerd in het onderzoek daarna en het creëren van nog meer betrokkenheid van het personeel bij de komende ontwikkelingen. Tot slot als in het leerlingenverkeer behoefte is aan goede toeleiding en zorg dan willen we dat De Rotonde gebruikt wordt om uiteindelijk de juiste afslag te vinden naar de juiste plaats of zorg voor ieder kind.

Hans Derks Vestigingsdirecteur


2

Hoofdstuk 1 Directieverslag Zoals blijkt uit dit jaarverslag wil De Rotonde deelgenoot zijn van de kernwaarden van het ROC WB. Onderwijs met passie zou zo maar als missie voor onze school kunnen gelden. Ook van ik naar wij probeert de school op alle niveaus waar te maken. We hebben het afgelopen jaar veel geïnvesteerd bij het betrekken van het personeel bij de te volgen koers van de school. D.m.v. studiedagen is de finishfoto iets eigens gaan worden van het personeel en dit willen we zo houden. Ook met de leerlingen is door zaken als bv het ontwikkeluur een slag geslagen in betrokkenheid. Wat betreft de finishfoto zijn we er echter nog niet. We willen daadwerkelijk onderwijsontwikkeling doorvoeren, laten landen en uiteindelijk uitdragen naar andere scholen. De inzet van ICT en de noodzakelijke professionalisering van ons personeel speelt daarbij een rol. Dit gaat betekenen dat onze finishfoto ook jaarlijks opnieuw ontwikkeld wordt. De communicatie met ons personeel is dit jaar nadrukkelijker aanwezig dan ooit. Waar willen we naartoe? Wat zijn de verwachtingen? En wat is jouw rol hierin? Er is een goede gespreksstructuur neergezet door de directie. Ook binnen de directie wordt gezocht naar een goede balans tussen leidinggeven en aanwezigheid op de werkvloer. Het is duidelijk dat onze school er één is die niet op zich staat maar zich erg naar buiten toe moet richten. 2010 is een jaar geweest om te zaaien en we verwachten in de toekomst op allerlei terreinen te kunnen gaan oogsten.


3

Hoofdstuk 2 Onderwijsprestaties 2.1

Prestatie-indicatoren

Ambities In het jaarplan 2010 beschrijven we de ambities die moeten leiden tot de invulling van de finishfoto. De Rotonde is ambities aan het verwezenlijken van een tweetal zaken: het laten plaatsvinden van een daadwerkelijke onderwijsvernieuwing en het zich profileren als een school die voorziet in het bieden van zorg in en rondom Breda. Door de aanstaande verbouwing zijn wij genoodzaakt om helder te formuleren hoe we om willen gaan met de onderwijsontwikkeling waarbij zaken als implementatie ICT, praktijkgericht leren, eigenaarschap van de leerling en cultuurverandering een grote rol spelen. Het is belangrijk personeel te scholen en dit gefaseerd, met reële verwachtingen, in te voeren. Komende jaren gaan we ervoor om dit te verwezenlijken. Burgerschap Binnen onze school wordt erg gezocht naar maatschappelijke relevantie. Dit jaar hebben de jaargroepen 1v en onderbouw met het project Globaland aangetoond dat praktijkgerichte projecten zeer wel passen binnen onze school. Onze leerlingen zijn goed in staat de slag te maken met maatschappelijke relevante zaken. Onze meesterproef en gezellenproef in de bovenbouw tonen aan dat van basisschool tot bejaardenhuis onze leerlingen profijt trekken van de projecten die ze daar hebben opgezet. Rekenen en taal In ons rekenonderwijs zijn we voorlopers. In het differentiëren en aanbieden van een gestructureerde op de leerling gerichte leerlijn voor de onderbouw. Hierin worden leerachterstanden weggewerkt. Alle leerlingen ervaren eigenaarschap en worden hierdoor gemotiveerd. Afgelopen jaar is er gewerkt aan borging van deze leerlijn. Investeren in tijd om de zelfontwikkelende methode duurzaam te maken en het uit te dragen naar onze collega scholen. In ons taalonderwijs wordt op dit moment gezocht naar een passende methode. Naast het extra leesonderwijs is er veel ingezet afgelopen jaar op de coaching rondom de dyslectische leerlingen. Ook wordt er ondersteuning door de rt-ers gegeven tijdens de uren Nederlands. Eigenaarschap In het afgelopen jaar hebben we in de lessentabel het ontwikkeluur opgenomen. In de klassen 1v, 1 en 2 staat dit wekelijks op het rooster. In dit uur worden de leerlingen eigenaar van hun hulpvraag. Ze zoeken informatie over de reden van aanmelding op een zorglocatie, presenteren dit aan de klas, presenteren IHP met mentor aan hun ouders, gaan daarna uiteen in jaargroepdoorbroken modules waarin er gewerkt wordt aan competenties of inzichten om zich te ontwikkelen rondom hun hulpvraag. In de toekomst zou dit onderdeel moeten worden van hun portfolio. In de vensters der verantwoording zien we qua tevredenheid bij de leerlingen een 5,8.


4

Door de leerlingen op deze manier te betrekken bij hun schoolloopbaan verwachten we dit cijfer te verhogen. Ook zal er een campagne gestart gaan worden rondom het thema samen. Het oudercijfer daarentegen is een 7,5. Door het voorgaande verwachten we ook hier vooruitgang.

Slaagpercentage [bron vensters der verantwoording]

M@zl Een project dat met ingang van het schooljaar 2010-2011 is opgestart in het kader van voortijdig schoolverlaten is het M@ZL-project. De financiële bijdrage wordt betaald uit de prestatiegelden VSV. M@ZL staat voor: medische advisering ziek gemelde leerlingen. Een onderliggend convenant zorgt ervoor dat de school, de schoolarts en de leerplichtambtenaar hun werk beter kunnen doen door leerlingen en ouders op een “bedrijfsartsmatige” wijze te begeleiden met als doel de afwezigheid van de leerling zoveel mogelijk te beperken.


5

2.2

Interne en externe kwaliteitszorg

N.a.v. het zek rapport 2009 zijn een aantal zaken in gang gezet. Na eerder genoemde acties rondom eigenaarschap is er afgelopen jaar een leerlingenraad opgericht en zijn er gesprekken gevoerd met ouders om invulling te geven aan een ouderraad. 2011 wordt deze formeel binnen De Rotonde geïnstalleerd. De inspectie beoordeelt de kwaliteit op de opbrengsten: Opbrengstenoordeel Inspectie 2010 [bron: Inspectie onderwijs] Gedurende drie schooljaren worden een viertal indicatoren bepaald: -

de leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht de leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding de leerlingen van de opleiding behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau

De resultaten van een school worden vergeleken met het landelijke gemiddelde en uitgedrukt op een vijf-puntsschaal: 1 2 3 4 5

ruim onder het gemiddelde onder het gemiddelde gemiddeld boven het gemiddelde ruim boven het gemiddelde

Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen

2008 2009 2010 4 4 4 2 3 3 2 1 3 Gering verschil

Opbrengstenoordeel 2010 Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstenoordeel 2010


2008 – 2010 Voldoende Voldoende Onvoldoende Voldoende Voldoende

2008 2009 2010 4 4 4 4 4 5 3 2 4 Groot verschil

2008 – 2010 Voldoende Voldoende Voldoende Onvoldoende Voldoende

6

Theoretische leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstenoordeel 2010

2008 2009 2010 4 4 4 5 4 5 5 4 3 Groot verschil

2008 – 2010 Voldoende Voldoende Voldoende Onvoldoende Voldoende

De opbrengstenoordelen van De Rotonde zijn niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Na het opbrengstenoordeel is een plan van aanpak toegevoegd dat door De Rotonde is ontwikkeld om hierin een verbeterslag te maken. Zie bijlage. In het masterplan VO Breda wordt gekeken naar het beschrijven van de gewenste situatie als het gaat om het VMBO-onderwijsaanbod in de stad Breda, het aantal VMBOscholen en de rol en positie van de zorglocaties. Binnen een zorglocatie is het van belang de kwaliteit van de zorg steeds kritisch te blijven bekijken en aan te passen waar nodig. Met name het ZAT overleg heeft een belangrijke spilfunctie binnen de zorgstructuur van De Rotonde. Afgelopen jaar is er deelgenomen aan de pilot Zat online, waar uiteindelijk door het RSV Breda van afgezien is. Binnen De Rotonde is gewerkt aan professionalisering en anonimiseren van de agenda, notulen en uitwisselen van gegevens met derden. Op dit moment nemen de vestigingsdirecteur en zorgcoördinator ook deel aan een werkgroep om een plan op te stellen voor een nog professionelere ZAT structuur binnen de school waarnaar dit uitgedragen kan worden naar het gehele samenwerkingsverband. 2.3. Ontwikkelingen bij samenwerkende partijen Afgelopen jaar heeft De Rotonde geprobeerd van ik naar wij op allerlei niveaus te laten landen. Van een school die in het verleden wat protectionistisch opereerde heeft de directie zich op het standpunt gesteld om zich nadrukkelijk in het Bredase coöperatief neer te zetten. Er wordt veel gebruik gemaakt van expertise van De Rotonde. En de school is klaar om de zorg van Breda op te vangen. In het samenwerkingsverband neemt de school door participatie van directie, zorgcoördinator en projectleider passend onderwijs een centrale rol in. Wat betreft het masterplan Breda ziet De Rotonde voor zichzelf in het ontwikkelen van het zorgaanbod de leidende rol. Deze hebben we en dienen we te behouden. Afgelopen jaar hebben we hier op geïnvesteerd door het opzetten van een observatieklas ten behoeve van alle scholen in de regio. Het bieden van een ihp scholing, het geven van presentaties rondom Dyslexie, Dyscalculie en ons rekenonderwijs op aanvraag zijn binnen de entiteit en de andere scholen goed ontvangen. Daarnaast heeft de school de coördinatie van het project Playing for Success op zich genomen waarbij veel externen betrokken zijn.


7

Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering 3.1 Huisvesting Het afgelopen jaar hebben zaken betreffende onze huisvesting op een laag pitje gestaan omdat we verwachten in 2011 een grootschalige verbouwing van het gebouw door te voeren. Er is wel werk gemaakt van het inrichting van de observatieklas. 3.2 Prestatie-indicatoren m.b.t. bedrijfsvoering De geprogrammeerde onderwijstijd in het schooljaar 2009-2010 lag ruim boven het wettelijk vereiste. Geen enkel leerjaar in de gerealiseerde onderwijstijd lag onder de wettelijke norm !

!

!

"

"

(

#

%*+./

.0%(

!"

#$

%&

#'

"

%&

13-

%01(

#

!$

'

%!&

( )

!$

'

%!&

$

'!'

'$'

%&

( )

'!'

'$'

%&

1/+

1,.

%01(

#

!!

#

%&

( )

!!

#

%&

$

'**

'!

%"&

( )

'**

'!

%"&

1./

1+.

.0/(

#

$#

#% &

+,

$#

#% &

$

'

" #

%&

+,

'

" #

%&


%&'

)

%*+,-

12/

$

8

Hoofdstuk 4 Personeel 4.1

Personeelsamenstelling / formatie

Zie schema’s verhouding personeel en personele leeftijdsopbouw. Verhouding formatie Vast Tijdelijk

50,2765 FTE 11,2914 FTE

81% 18%

DIR OP OOP

1,0000 FTE 46,0267 FTE 14,9412 FTE

2% 74% 24%

Totale formatie

61,9679 FTE

100%

Ons team heeft een redelijke gemiddelde opbouw qua leeftijd. Verwachting is wel gezien het aantal jonge vrouwen dat we hebben we veel vervangingen tegemoet gaan zien. 4.2 Professionele ontwikkeling personeel Zoals al eerder beschreven wordt het personeel meegenomen in de ontwikkelingen die binnen De Rotonde gaande zijn. Ook het hierin eigenaar maken speelt een belangrijke rol niet alleen bij de leerlingen, maar ook bij het personeel. In de nieuwe gespreksstructuur van afgelopen jaar is hier een eerste aanzet aan gegeven. Afgelopen jaar zijn er intervisiegroepen opgestart waarin OP en OOP jaargroepdoorbroken door elkaar zitten. Deze bijeenkomsten staan met regelmaat op het programma. Daarnaast wordt een coachingscursus aangeboden aan alle werknemers om ze al kennis te laten maken met de mogelijke nieuwe rol die aangenomen gaat worden in de toekomst. 4.3 Arbo Het ziekteverzuim binnen De Rotonde is aan de lage kant. We blijven procentueel onder de norm, alleen bij frequentie van verzuim zitten we iets hoger. Dit is verklaarbaar omdat Jaarverslag De Rotonde 2010

9

mensen betrokken zijn bij de doelgroep en onderlinge verbinding voelen. De Rotonde heeft daarom wat betreft verzuimbeleid weinig actie ondernomen vanwege deze lage cijfers. Wat betreft vitaliteit zijn er onderzoeken gaande naar projecten zoals stoelmassage, gezond leven en het creëren van rustmomenten. Verzuimpercentage:

0 ju ni -1 0 ju liau 10 gu st us se -1 pt 0 em be r-1 ok 0 to be r-1 no ve 0 m be de r-1 ce 0 m be r-1 0 ja nu ar i-1 1

ei -1

m

il10

ap r

t-1 0

aa r

m

fe br u

ar i-

10

8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%

Voortschrijdend verzuimpercentage

Normpercentage

Hoofdstuk 5 Arbo Het schoolveiligheidsplan ligt er voor 2011 – 2014. Afgelopen schooljaar zijn daar al enkele acties uit opgepakt zoals een ontruimingsoefening met een positieve evaluatie, opstellen en hanteren actieplan, in kaart brengen afwezigheid en aanwezigheid BHVers, cursussen gevolgd zoals ploegleider BHV, herhaling BHV en EHBO voor het personeel. Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden In 2010 zijn de volgende geoormerkte subsidies ontvangen: 100.000 10.250 48.012

VSV projectsubsidie Observatieklas VSV projectsubsidie Eet en beweegweek / lekker in je vel VSV projectsubsidie Transfercoaching

Resultaten observatieklas: voorbereiding inrichting observatieklas en opstart vanaf sep. Resultaten eet- en beweegweek: bewustwording leerlingen gezonde leefwijze, projectmatig onderwijs. Resultaten lekker in je vel: leerlingen die " lekker in hun vel zitten" gaan beter presteren en zijn meer gemotiveerd om hun leerdoelen te realiseren. Leerlingen worden bewuster van hun eigen invloed op een gezonde leefwijze. Resultaten transfercoaching: doel minder dan 20% uitval gerealiseerd : 12, 7 %


10

Bijlage: plan van aanpak Opbrengstenoordeel 2010 1. Inleiding Volgens de Inspectie van het Onderwijs is bij het ‘Opbrengstenoordeel 2010’ voor de drie leerwegen op De Rotonde een ‘voldoende’ afgegeven. Ook de prognose voor het ‘Opbrengstenoordeel 2011’ is voor de drie leerwegen een voldoende. 2. Wettelijk kader Examenpakket basisberoepsgerichte leerweg: Gemeenschappelijk deel: Nederlands, Engels, CKV, LO en Maatschappijleer Sectordeel: Wiskunde en Economie Beroepsgerichte deel: Sport, Dienstverlening en Veiligheid (SDV) Examenpakket kaderberoepsgerichte leerweg: Gemeenschappelijk deel: Nederlands, Engels, CKV, LO en Maatschappijleer Sectordeel: Wiskunde en Economie Beroepsgerichte deel: Sport, Dienstverlening en Veiligheid (SDV) Examenpakket theoretische leerweg: Gemeenschappelijk deel: Nederlands, Engels, CKV, LO en Maatschappijleer Sectordeel: Wiskunde en Economie Vrije deel: Duits, Nask1 en Biologie* *Diplomering theoretische leerweg: Leerlingen volgen een ‘zevende’ vak. Dit vak kan eventueel komen te vervallen. Zie ook eind van dit verslag. 3. Opbrengstenbeoordeling Bij het samenstellen van de opbrengstenkaart kijkt de Inspectie naar vier criteria: 1. de doorstroom in de onderbouw (het aantal zittenblijvers); 2. het rendement in de bovenbouw (het aantal leerlingen dat rechtstreeks

doorstroomt naar het examen);

3. de score van de leerlingen bij de examens; 4. het gemiddelde verschil tussen het schoolexamencijfer (se) en het cijfer voor het

centraal examen (ce).

De Inspectie van het Onderwijs kent op basis van de opbrengsten (gemiddeld over 3 jaar) een waardering toe aan de school, per schoolsoort: • • •

onvoldoende: tenminste 2 van de 4 criteria zijn onvoldoende voldoende: alle criteria zijn voldoende; excellent: alle criteria zijn minimaal ruim voldoende.


11

3.1. Rendement onderbouw Het rendement onderbouw is opgebouwd uit twee onderdelen. Het onderwijskundig advies van de basisschool in vergelijking met de onderwijspositie in klas 3. En het al dan niet blijven zitten in leerjaar 1 en 2. In het Opbrengstenoordeel is de score voor De Rotonde ruim voldoende aangaande ‘rendement onderbouw’. Op te merken valt dat het advies vanuit de basisschool niet altijd conform het niveau van de leerling is. Soms ontbreekt het ook. De oorzaak hiervan is dat de ‘zorgleerling’ niet altijd een Cito-toets maakt. Ook kan de Cito-score te veel beïnvloed zijn door de leeren/of gedragsproblematiek van de leerling. Om een reëler beeld te krijgen van het schooladvies zouden we liever gebruik maken van de uitkomsten van het toelatingsonderzoek van de school. Zodra dit toelatingsonderzoek sterk afwijkt van het advies van de basisschool zal de toelatingscommissie in overleg treden met de toeleverende basisschool om het advies bij te stellen. In de onderbouw worden de leerlingen ingedeeld in een bbL-klas of een kader/theoretische-klas. Het uiteindelijke advies voor klas 3, basis, kader of theoretisch, volgt pas aan het eind van klas 2. Bij deze keuze worden onderstaande onderdelen meegenomen: • Advisering basisonderwijs • Dossieronderzoek • Ontwikkeling op didactisch en pedagogisch gebied • Differentiële Aanleg Test • Eindverslag klas 1 • Schoolprestaties. Verbeteractie: Advisering met toeleverende basisschool afstemmen 3.2. Rendement bovenbouw Bij het rendement bovenbouw gaat het om de onvertraagde doorstroom van het leerjaar 3 naar het diploma. Bij alle drie de leerwegen is de score ‘voldoende’. Verbeteractie: géén 3.3 Score van de leerlingen bij de examens Gemiddeld cijfer van het centraal examen van alle leerlingen van alle vakken exclusief de beroepsgerichte vakken. Het oordeel van de relatieve score is bij de basis onvoldoende, kader en theoretisch is voldoende. De gemiddelde cijfers van zowel basis, kader als theoretisch liggen rond het cijfer 6,3.


12

Doordat gewerkt wordt met een relatieve score, komt de basisberoepsgerichte leerweg uit op een onvoldoende. Bij een relatieve score wordt rekening gehouden met een LWOO-indicatie, apcgleerlingen en instroomleerlingen in klas 3. Drie factoren waar we als school geen enkele invloed op uit kunnen oefenen. LWOO-indicatie. Leerlingen die géén lwoo-indicatie hebben, hebben een rec-indicatie of een pcl-beschikking. Deze indicaties worden niet meegenomen in de weging, terwijl de problematiek gelijkwaardig of mogelijk zwaarder is dan bij een lwoo-leerling. Dit wordt bepaald door het aantal plaatsen die er nog vrij zijn. Maximaal aantal leerlingen in klas 3 is 80. Verbeteractie: géén 3.4. Examinering Er is een groot verschil tussen de cijfers voor de schoolexamens en de centrale examens bij vmbo-k. Bij vmbo-b en vmbo-t is er een gering verschil. Het gemiddeld CEcijfer-absoluut is bij alle drie de leerwegen ‘boven de norm’ beoordeeld. Verbeteracties: a. Verhouding van schoolexamencijfer klas 3 : klas 4 bijgesteld. Verhouding wordt nu bij alle vakken 25 % : 75 % b. Eén herkansing per periode in klas 3 c. PTA economie aangepast. Mondelinge toets gewijzigd in schriftelijke toets. Groot werkstuk gewijzigd in deeltoetsen Beoogd resultaat: a. Eindcijfer van SE zal sterker beïnvloed worden door prestaties in klas 4. SE klas 4 en CE liggen dichter bij elkaar. b. Leerling wordt geleerd zich beter voor te bereiden op een SE. c. CE is ook schriftelijk, waardoor de discrepantie SE-CE kleiner wordt. Géén werkstuk maken levert meer tijd op tijdens de lessen, hierdoor kan de leerling beter voorbereid worden op het CE. Cijfers in kaart brengen. Is er een structurele discrepantie bij een bepaald vak? Bij Nederlands K, Nederlands T en Nask1 T zien we over de laatste drie jaren een hogere discrepantie tussen SE en CE Verbeteractie: In overleg treden met de betreffende vaksecties. Zevende vak bij TL Het 7e vak zorgt mogelijk voor een negatieve beïnvloeding van het gemiddelde examencijfer bij de TL. Dit weegt echter niet op tegen de voordelen die de keuze van een 7e vak voor de leerling met zich meebrengt: O.a. meer kans op slagen en betere uitstroommogelijkheden.


13

!

"

#

%$"

& !

'

# -

#

(

# ) ** #

*+ , "

" . #

#

-

'

"/

"

#

"

,

0

"

1! $" "

&

-

"

"

1

"

,

3

0

"

"

1

, "

"

1

"

! " 1

#

4 6 #

#

" 1 7 ! #

! 9 " ! ""

,

* 0

# ! # !

. #

5

"

#

#

-

#

0 #

#

2 8

# 0

!

#

#

! " 8,

#

#

"

':; "

" !

1 4, = >

2%

# "

1 !

0

< 7

1

#

1

"

# 2

!

-

# !

,

# # 6

-

, "

"

5 "

, !

#

#

"

# " ,

## "

#

,

1!

.

#

2

0 # !

4, = >

$,

"

# 0 " ' "" ! " #

# 6 #" "

"

#

"

@! !

"

# $"

B

#

#

"

# > 1

#

#! '

,

A

#

B E !

" -

"

1! "

"

2

# 6

#

1

% "

" 3

"

2

# ##

8> , , 2

## 2

&)

/$-

1

!

B # "

"

$-

&

* ! #

1

#

" "

D

! "

7

%

B

# 6

# " $

-

&

2

3

B #

"

0

#

F

F9

# !

# &

" #

" "

"

1

#

"

!

/0 ! "

@ A

# "

D

1 "

!

! "

" 1

%

;

1!

# "

#

& $

!

"

:

>

C C 0 9 "

1

#

# " # 0

" # "

" ? "

0

! *

& "

#

# # !

"

/

" "

2%

-

# 2 # " "

*

2 ! # 4 # : ," # " A "" # " #

/$),

#

1

1 "

" G"

"

""

:

B

2 #

," 2 #

#

CC

#

#

1! " E :

&!

/

!

"

"

(

B 0 ! 4 #

! 2

:

+

# #

-

"

#

" ! 9 "

" ) #8

"

# ,

## " ! # " B ':; " "

! #

9 " #

- #

0 # #

" ##

# " H

% 0 7 %

# 6 1

# 2

#

" /$8

# 7

"

"

4

7 * -

"

# 6 #

! # #

" #

# "

(

"

"

! #

!

, "I ! 8

! " #

" 2 "

" !

0 # #

8 ! #!

1#

##

G" " # 6 # &0 . 5

+

??0 2

! "

!

! #

# 0

! "

!

)

" "

"

" 1< 1< 1< *

1 " " #

1!

/ # 1< 1< 1< ! "

" 1< 1< 1<

1< 1< 22 #

3

, #

)

9 "

#

" 1 #

,

)

#/

!

#

!

/ " " " "

< < < < <

" !

! #

B

/ # " #

# "

9 "

"

9 " 6- " 9 "

"

-

=-

D 1

3

3

3

3 1 1 1 1

3 1 1 1 1

3 1 1 1 1

"

"

-

J

)

#

#

!

# 0

"

"

2 " ! ! #

# ""

1 !

" &+ *

!

!

#

##

&) "

"

/$-

1

1

!

-

"

! #"

" # ! $-

2 (

!

: 0 " ; J % 8 = , 0 ' - 0 5 6 ? % B ' * , .0

6 6

6 8

! 1 1

# "

1 ! 2

E

D "

!

-

J "

# )

##

6 ,

"

1

1 ! D-J

#

1 1

" 1

7

!

0 9

#

"

0 )

2

),

6

*

"

-

2 %

"

" ""

# "

,

"

! "

#

0

" ""

; "

#

"

, :)

*

" 7

5

#

=

! -

7 5= 3

0 (

+

-

0 "

"

!

*

" ## "

K

2

0 )

*

#

# "

!

"

/ 2

, 0 ? ! ? 0 "" %

! # "

#

)

,

2

< 1 1 1 1 1

4

" * #

9 "

;

2 " "

3

;

< 1 1 1 1 1

1 2

-

2 ;

1

1

1 1

" -

1 !

!

<

) #L

;

0 ! #

!

-

0

1

#

#

"

!

0

!

# B

1

1 #

-

7 #

"

4 "

# <

"

#

0 #

61-65 jaar 55-60 jaar 51-55 jaar 46-50 jaar 41-45 jaar 36-40 jaar 31-35 jaar 25-30 jaar jonger dan 25 0

,

2

$

M N ! # ! #"

#

4

& !

#

" ! "

8

4, = > 2% ! # ! " " # "

10

12

14

! , 1

"

-1 0

1

" # ! "

10

# ! "

6

# #

,

#

!

st us -1 se 0 pt em be r-1 0 ok to be r-1 no 0 ve m be r-1 de 0 ce m be r-1 0

li10

au gu

ju

-1 0 ju ni

0 -1 m ei

ap r il

aa r t-

m

r i10

0

br ua

ar i- 1

ja nu

fe

de

ce m

be

r-0

9

8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%


Normpercentage

7 -

#

" "

/ !

1 '

" #

0

#

#

# "

B 5

#

! "

"

# 0

! #

## '

#

K

-

"

1

#

#

" #

#

! "

!

"

"

*

O

" # "

!

"

(

0 # #

"

" #

!

"

-

H

),

" )

1 !

J

+

#

#

#

0 #

!

0 "

# *

#

#

# #

0

#

"

# ,

"

"

#

#

! "

# " # 1!

*

#

# "

-

#

0

" "

#

! # "

0

# : -

! -

#

# 1

1!

4*P B

##

,

O" ! #

" 1" %B ) 2

%B ) 2

A -A 2

"

#

# " -

"

! "

! "

)

*

+

)

"

"

,

!" # $

"

#

$

)

"

%

#

$

%

&'

$

('

$

)

%& "

School

96,24% 95,72%

100,0%

100,0%

97,37%

95,38%

100,0%

100,0%

95,83%

96,87%

94,74%

95,27%

99,44%

97,72%

100,0% 85,42%

90,0%

Techniek (TE)

80,0%

100,0%

Zorg en Welzijn (ZW)

80,0%

85,71%

92,31%

100,0%

95,31%

100,0%

Combinatie (COM)

100,0%

Economie (EC)

100,0%

VMBO-T (MAVO)

100,0%

100,0%

100,0%

96,97%

97,56%

89,13%

100,0%

89,8%

73,33%

91,43%

93,35%

94,38%

89,29%

91,03%

92,96%

100,0%

92,86%

94,29%

100,0%

88,14%

95,36%

96,92%

93,96%

94,69%

95,59%

90,91% 100,0%

100,0% 88,89%

100,0%

Landbouw (LA)

Landbouw (LA)

98,24% 100,0%

90,0%

100,0%


100,0% 100,0%

100,0%

Economie (EC)

Techniek (TE)

96,97%

90,0%

Landbouw (LA)

vmbo-(g)t

100,0%

100,0%

Combinatie (COM) vmbo-k

100,0%

Effent

100,0%

Scala

92,31%

Prinsentuin Halsteren

100,0% 100,0%

Prinsentuin Andel

Prinsentuin Breda

100,0% 100,0%

Prinsentuin Oudenbosch

De Rotonde

93,55%

Van Cooth

Techniek (TE) Zorg en Welzijn (ZW)

96,15% 100,0%

't Bergse VMBO Pomonalaan

Economie (EC)

Westerpoort

't Bergse VMBO Nobellaan

vmbo-b

31107

Instelling

Landelijk gemiddelde

Bestuur

94,74%

93,75%

100,0% 97,56%

89,13%

100,0%

89,8%

93,18%

87,18%

100,0%

85,19%

90,63%

93,16%

86,67% 93,75% 81,82%

100,0%

100,0%

100,0%

87,76%

94,74%

50,0% 62,5%

85,71%

100,0%

60,0%

92,42%

93,16%

90,81%

93,7%

87,1%

92,52%

92,48%

93,83%

90,0%

94,35%

50,0%

93,12%

80,0%

93,1%

- $$

$

'

.

-

(

#

! "

/0

)

"

"

#

%

$

*

1'

$

+(

(2234(225

(2254(226

(2264(2&2

-

-

-

)

( (

$

-

7

,*

"

$

$

! "

-

"

"

-

! "

#

,*

"

"

#

$

%

%

$

-

,

$

&& ,

8

$

9' -

&('

$

# /

! "

/$

"

"

.

#

%

$

&3'

$

,

"

* ( ,

)

)

&;2&8

5

5 6 5 1 5

2=5:

/0

/ 01

234

/0

/ 01

234

/0

/ 31

2-4

/0

/ 31

2-4

/ 01

/ 37

274

/ 01

/ 37

274

-0

-1

264

-0

-1

264

(2&2

,

!

"

$

*

-

'

# /

8 ,*

,

*

*

*

,* (

9

, ,

( , ,

) (

+

&;22<

$

'

:

)

)

*

(

*

)

*

,

,

)

8 ,

6 1 3

, * ) ! ! # ) % >

(225 6 6 6

,* ,* ( ( )

:

(226 6 6 6

(2&2 6 6 6

(225 4 (2&2

(

(2&2 +))

) 9

* 9

9

/

)

Jaarverslag 2010

Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................................4 Hoofdstuk 1

Directieverslag ..................................................................................................5

Hoofdstuk 2

Onderwijsprestaties ..........................................................................................6

Hoofdstuk 3

Bedrijfsvoering ................................................................................................10

Hoofdstuk 4

Personeel........................................................................................................11

Hoofdstuk 5

Arbo ................................................................................................................14

Hoofdstuk 6

Verantwoording inzet geoormerkte gelden .....................................................15

Voorwoord Praktijkschool Breda heeft in 2010 veel tijd geïnvesteerd in het meerjarenplan 2011-2015, waarin een aantal verbeteringsprocessen is geformuleerd en waaraan de komende jaren zal worden gewerkt. Daarnaast heeft het team ingezet op het maximaliseren van de leerprestaties, het bieden van meer maatwerk en het vergroten van de ouderbetrokkenheid. 2010 was ook een jaar met veel onrust in het gebouw. Door het vertrek uit de Montessorischool en de plaatsing van 6 noodlokalen op het schoolplein moesten de leerlingen hun draai weer vinden. Door de groei van het aantal leerlingen werd het drukker in de gangen, in de aula en op het kleinere schoolplein. Ook het grotere aantal leerlingen met complexe problemen heeft er mede toe geleid dat we 2010 hebben afgesloten met de introductie van het project “Respect” dat vanaf januari 2011 schoolbreed wordt uitgevoerd.

Praktijkschool Breda

Jaarverslag 2010

4

Hoofdstuk 1 Directieverslag In 2010 werkte het team aan verschillende projecten (zie hoofdstuk 2) die hun vervolg hebben in 2011. Deze projecten zijn onderdeel geworden van het meerjarenplan 2011-2015 en zijn in het jaarplan 2011 verder geconcretiseerd. Met trots hebben we de nieuwe huisstijl van de school gepresenteerd, een huisstijl die uitblinkt door zijn eenvoud met de kleuren rood (warm, passie, betrokkenheid en kracht) en geel (samen, gezellig en geborgenheid) en als grafisch element een rode draad door het leven van de leerlingen en een stijgende lijn naar de toekomst met de nodige dynamiek. Ook is in 2010 een ESF aanvraag voorbereid en is in september het project “Maatwerk” gestart, dat doorloopt tot augustus 2011. Praktijkschool Breda wil met dit project alle ingrediënten van de trajecten naar Sociale Werkvoorziening, werken in het vrije bedrijf en vervolgonderwijs op elkaar afstemmen. Eind 2010 is de ESF aanvraag voor het project “Transitie van school naar werk en/of beroepsonderwijs” voorbereid. Dit zal in het schooljaar 2011-2012 worden uitgevoerd. Beide ESF projecten passen integraal in en zijn onderdeel van het meerjarenplan 2011-2015.


Jaarverslag 2010

5

Hoofdstuk 2 Onderwijsprestaties 2.1 Onderwijskundige ontwikkelingen Aan de volgende projecten is gewerkt: Maat voor het leven; oriëntatie en visieontwikkeling op een brede en lange Praktijkschool Breda. Van school naar werk; vorming van een netwerk dat zich richt op het toeleiden naar werk en maatschappelijke participatie van leerlingen en oud-leerlingen. Nederlands en rekenen; verbeteren van het taal en rekenniveau bij de leerlingen. Activerend leren, portfolio en ouderbetrokkenheid; leerlingen en ouders inzicht geven in en actief betrekken bij het onderwijsproces. Werken in en om het huis (WIOH); ontwikkelen van de leergang WIOH en uitwerken van de onderdelen koken, zorg in huis, huisadministratie, technisch onderhoud en plant en dier. Oriëntatie Vrije Tijd; leerlingen laten kennismaken met verschillende vormen van vrije tijdsbesteding. Hun mogelijkheden uitbreiden en zinvolle invulling voor de vrije tijd bieden. 2.2 Maatschappelijke stage De maatschappelijke stage wordt in 2 varianten ingevuld. De jaarlijkse actie van de onderbouw was in 2010 gericht op het d.m.v. allerlei activiteiten inzamelen van geld voor Hotel Happy. Alle 3e klassers van de school hebben een dag meegedaan aan een van de 6 maatschappelijke activiteiten georganiseerd en begeleid door de schoolverticale MaS, georganiseerd en begeleid door MBO studenten. 2.3 Beknopt overzicht prestatie-indicatoren Behaalde certificaten en diploma’s in schooljaar 2009-2010 (branche-erkende) certificaten (totaal 66) Onderwijssoort Plus

Aantal

Percentage

Schoonmaak in de groothuishouding

23

35

Winkelmedewerker

9

14

Werken in de Zorg

8

12

Werken in de keuken

3

5

Beheren van het schoolmagazijn

10

15

Onderhoud plantsoen

2

3

FOCWA autoruithersteller

1

2

VCA

6

9

Tractorrijbewijs

4

6


Jaarverslag 2010

6

Deelkwalificatie MBO niveau 1 (totaal 3) Onderwijssoort Plus

Aantal

Percentage

3

100%

Aantal

Percentage

assistent medewerker voedsel en leefomgeving

2

17%

aankomend verkoopmedewerker

10

83%

Aantal

Percentage

2

3%

19

31%

13

21%

3

5%

Sociale werkvoorziening

8

13%

Plaatsing in een regionaal expertisecentrum (REC)

3

5%

2

3%

11

18%

1

2%

Basisvaardigheden metaal

Volledig MBO diploma niveau 1 (totaal 12)

Uitstroom en plaatsing leerlingen Naar Reguliere arbeidsplaats Vervolgopleiding ROC/AOC nivo 1/AKA-opleiding (ingeschreven op ROC) Vervolgopleiding ROC/AOC nadat leerlingen in de beschermde omgeving van het PrO (onderdelen van) een nivo 1/AKA-opleiding hebben afgerond. Andere vervolgopleiding, al dan niet gekoppeld aan werk

Geen plaatsing/thuis zitten/wachtlijst sociale werkvoorziening Anders, namelijk:

internaat

1

naar buitenland

3

verhuizing PrO-school

7

Onbekend


Jaarverslag 2010

7

2.4 Interne en externe kwaliteitszorg In april 2010 is ProZO wederom afgenomen. Deze keer hebben 195 leerlingen, 50 ouders, 10 stagebedrijven en 33 personeelsleden de enquête ingevuld. (Norm: score ≥ 2,9 is o.k.) TEVREDENHEID (BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –

INDICATOREN

11

EN

12)

Tevredenheid leerlingen 2009-2010

Tevredenheid ouders 2009-2010

Aandachtspunten Behoefte aan eigen regie van leerlingen; Coaching; Werken met Individuele Ontwikkelingsplannen (IOP) en Portfolio zijn in het meerjarenplan 2011-2015 opgenomen.


Jaarverslag 2010

8

2.5 Ontwikkelingen bij samenwerkende partijen UWV, regio zuidwest Brabant en Praktijkschool Breda hebben (in navolging van UWV en LWV) eind 2009 een convenant gesloten met het doel samen te gaan werken om de arbeidsen/of maatschappelijke participatie van PrO leerlingen te verhogen. Dit is door interne reorganisaties bij het UWV in 2010 niet van de grond gekomen. In het meerjarenplan 2011– 2015 is de vorming van een netwerk arbeidstoeleiding in een van de clusters opgenomen.


Jaarverslag 2010

9

Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering 3.1 Huisvesting Vanaf september kon de school geen gebruik meer maken van de lokalen van de naastgelegen Montessorischool. Daarom zijn in de zomervakantie op het schoolplein 6 noodlokalen geplaatst. De school beschikt daarmee inmiddels naast de 2 dislocaties over 10 noodlokalen. 3.2 Prestatie-indicatoren m.b.t. bedrijfsvoering AANTAL

LEERLINGEN PER SCHOOLSOORT

Aantal leerlingen 2010-2011

ONDERWIJSTIJD (BRON: VENSTERS

(BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –

Trend totaal aantal leerlingen

VOOR

VERANTWOORDING –

1)

Drie meest recente schooljaren

INDICATOR

Ingeroosterde en gerealiseerde lessen (in klokuren) 20092010

INDICATOR

17)

Onderwijstijd 2009-2010 (exclusief examenjaar)

Ingeroosterde Gerealiseerde % lesuitval lessen lessen PrO

1.079

1.042

3,4%

1

1.071

1.015

5,2%

2

1.064

1.020

4,1%

3

1.047

1.032

1,4%

4

1.142

1.135

0,6%

5

1.069

1.010

5,5%


Jaarverslag 2010

10

Hoofdstuk 4 Personeel 4.1 Personeelsamenstelling Praktijkschool Breda kent een totale formatie van 48,4578 FTE (peildatum 1 oktober 2010). De personeelsamenstelling is daarbij als volgt onderverdeeld:

Tijdelijk 6,9429 FTE (14%)

OBP 19,9197 FTE (41%)

OP 28,5381 FTE (59%)

Vast 41,5149 FTE (86%)

7%

60-65 jaar

24%

55-60 jaar

18%

50-55 jaar

11%

45-50 jaar

15%

40-45 jaar 35-40 jaar

7%

30-35 jaar

7%

25-30 jaar

7% 4%

jonger dan 25 0

2

4

6

8

10

12

14

De gemiddelde leeftijd van het personeel is 44 jaar en de gemiddelde werktijdfactor (WTF) bedraagt 0,8597 FTE. In het OBP (41%) zijn o.a. de volgende functies: lerarenondersteuners (6), onderwijsassistenten (5), stagebegeleider, leerwerkmeester, schoolmaatschappelijk werkende, orthopedagoog, logopedist en pedagogisch psychologisch assistent.


Jaarverslag 2010

11

4.2 Professionele ontwikkeling In teamverband is dit jaar voornamelijk gewerkt aan “pedagogisch handelen” en “schoolveiligheid”. Wat betreft het pedagogisch handelen zijn 2 studiemiddagen gewijd aan het onderwerp: leerlingen met een specifieke hulpvraag. Ook zijn er 2 middagen besteed aan het onderwerp schoolveiligheid. Uitgangspunt hierbij is geweest een notitie met de Veiligheidskaart van het Nederlands JeugdInstituut (NJI). Diverse teamleden hebben opleidingen gevolgd; de opleiding zorgcoördinator, 2e graad omgangskunde, forumtheater/sociale vaardigheden en de opleiding klassenassistent. Ook bijscholing in de vorm van studiedagen voor de docenten LO en voor begeleiders van branchegerichte cursussen. 4.3 Project vitaliteit & verzuim In het najaar van 2010 is binnen de school een onderzoek uitgevoerd met als doel het in kaart brengen van de factoren die de grootste invloed hebben op de verzuimnoodzaak en de verzuimdrempel. Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat er sprake is van evenwicht tussen belasting en draagkracht. De verzuimnoodzaak kan echter verlaagd worden door aandacht te besteden aan de belasting van de medewerkers waar het gaat om het arbeidsperspectief. Op basis van de resultaten van het onderzoek en de aanbevelingen die gedaan zijn is een plan van aanpak opgesteld voor het jaar 2011. 4.4 Verzuimcijfers

10

50

9

45

8

40

7

35

6

30

5

25

4

20

3

15

2

10

1

5

0

dec 2010

nov 2010

okt 2010

sep 2010

aug 2010

jul 2010

jun 2010

mei 2010

apr 2010

mrt 2010

feb 2010

jan 2010

Verzuim%

5,1

7,5

6,3

6,6

4,1

5,1

8,1

8,2

7,3

9,1

6,4

7,7

Melding frequentie

1,44

2,23

1,44

1,99

0

0

1,74

1,68

0,74

2,4

1,86

2,88

Gemiddelde verzuimduur

39,2

12,5

3,4

5,4

0

43

6,5

18,3

24,7

4,3

46,6

5,3


Jaarverslag 2010

0

12

ROC West-Brabant heeft een norm gesteld voor het verzuimpercentage (4%) en voor de verzuimfrequentie (1,3). De verzuimcijfers voor Praktijkschool Breda liggen ruim boven die normen (resp. 6,8% en 1,53). In het plan van aanpak is als doelstelling opgenomen: het verlagen van het verzuimpercentage naar 5% en het verlagen van de verzuimfrequentie naar 1,4.


Jaarverslag 2010

13

Hoofdstuk 5 Arbo De arbostructuur is vastgesteld door de arbocommissie en de DMR en is op de portal geplaatst. Er is een overzicht opgesteld van alle taken op arbogebied. Daarbij is aangegeven wie voor welke taak verantwoordelijk is, de school of het Centraal Kantoor. Praktijkschool Breda beschikt over een goedgekeurd calamiteiten- en ontruimingsplan en de geplande ontruimingsoefening heeft plaatsgevonden, inclusief evaluatie (zie portal). De school heeft voldoende opgeleide BHV’ers en inmiddels een oproepsysteem aangeschaft en geïmplementeerd. In het kader van fysieke en sociale veiligheid is in 2010 begonnen met het opstellen van onderhoudsplanningen en logboeken (o.a. brandveiligheid, onderhoud machines, gereedschap en keukeninrichtingen, legionellabeheer). Dit wordt in 2011 verder uitgewerkt. Het arbobeleidsplan, schoolveiligheidsplan en arbo-actieplan zijn i.v.m. andere prioriteiten doorgeschoven naar 2011.


Jaarverslag 2010

14

Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden De subsidie “Doorontwikkeling PrO“ is aangewend voor de volgende gebieden/activiteiten: Het omwerken van een methode “zorghulp” niveau 1 voor PrO leerlingen. Externe begeleiding bij het toeleiden van leerlingen naar het examen zorghulp niveau 1, aankomend verkoopmedewerker niveau 1 en horeca assistent niveau 1. Begeleiding bij het implementeren van het werken met IOP’s. Ontwikkelen van de leergang “Werken In en Om het Huis” voor de klassen 1 en 2. Professionalisering van docenten d.m.v. deelname aan congressen en studiedagen. Materialen voor verschillende opleidingen.


Jaarverslag 2010

15

Jaarverslag 2010

Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................................4 Hoofdstuk 1 Directieverslag .....................................................................................................5 Hoofdstuk 2 Onderwijsprestaties..............................................................................................7 2.1 Prestatie-indicatoren.....................................................................................................7 2.2 Interne en externe kwaliteitszorg..................................................................................9 2.3 Ontwikkelingen bij samenwerkende partijen ..............................................................10 Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering ..................................................................................................11 3.1 Huisvesting .................................................................................................................11 3.2 Prestatie-indicatoren m.b.t. bedrijfsvoering ................................................................11 Hoofdstuk 4 Personeel ...........................................................................................................13 4.1 Personeelssamenstelling............................................................................................13 4.2 Professionele ontwikkeling personeel ........................................................................13 4.3 Arbo ............................................................................................................................14 Hoofdstuk 5 Arbo....................................................................................................................15 Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden ........................................................15

Jaarverslag Prinsentuin Andel 2010

3

Voorwoord

Bij aanvang van het schooljaar 2010-2011: wordt “Prinsentuin College” “Prinsentuin Andel”, is er een nieuwe huisstijl, krijgt de entree een facelift, zijn oude praktijklokalen omgebouwd tot leerpleinen met verschillende moderne faciliteiten. De positieve inzet van een ieder heeft geresulteerd in goede examenresultaten, een goede aanmelding en een voldoende beoordeling op de kwaliteitskaart van het ministerie. We starten vanuit een stabiele situatie, zowel wat het aantal leerlingen als de personele bezetting betreft. In 2010 is het meerjarenplan voor de periode 2010-2015 tot stand gekomen. Deze periode loopt gelijk met de nieuwe beleidsperiode van ROC West-Brabant (Onderwijs met Passie, van ik naar wij). In dit jaarverslag kijken we terug op 2010. Het schetst een zo volledig mogelijk beeld van de gang van zaken gedurende het verslagjaar en beschrijft alle daarbij van invloed zijnde interne en externe ontwikkelingen.

Ellen Messing Vestigingsdirecteur


4

Hoofdstuk 1 Directieverslag Onderwijs krijgt volgens Prinsentuin pas echt betekenis als het verbonden is aan de natuur. Daarmee is het méér dan het leren van een vak en het aanleren van vaardigheden. Het gaat om het diepere besef van de relatie tussen natuur en leven en de invloed die je daar op kunt hebben. We zorgen dat onze leerlingen groeien. We zien ze uit hun schulp kruipen en tot leven komen. Nog waardevoller is het als leerlingen ook tot bloei komen! Het maximale uit zichzelf halen. Je eigen natuur is immers een onuitputtelijke bron! Iedereen kan ecologisch intelligent zijn. Dat is méér dan cognitie! Er zijn meerdere manieren om betekenisvol te zijn voor de natuur, wat je achtergrond of studieadvies ook is. Aandacht, ofwel aandachtig is voor Prinsentuin Andel een van de kernwaarden: het fundament waarop het merkhuis gebouwd is. Aandachtig is daarmee de eigenwaarde. De opbouw, de pijlers zijn geborgen en gestructureerd. Dit zijn de ankerwaarden. Het fundament en deze pijlers vormen een stevige basis die het dak, de aspiratiewaarden: ontdekkend en ondernemend kunnen dragen. In 2010 is een nieuwe huisstijl doorgevoerd met de slogan “Ontdek je natuur!”. Hierin kunnen we onze merkbelofte als volgt beschrijven: Wij geloven in een persoonlijke benadering. Elke leerling krijgt de aandacht die hij vraagt. Respect voor elkaar en de omgeving is hierbij erg belangrijk. Alleen zo kan sprake zijn van een veilige omgeving waarin kinderen en medewerkers met plezier kunnen en willen werken. Als kernwaarden (van alle vier Prinsentuin-vmbo-vestigingen) zijn benoemd: persoonlijk, welbevinden, plezier en toekomstgericht. Het meer op maat bieden van onderwijs aan onze leerlingen wordt op de leerpleinen, bij Techna en landbouwbreed verder vormgegeven. Hierdoor kunnen de leerlingen, afhankelijk van hun capaciteiten voor de verschillende vakken, hun inzet over deze vakken verdelen. Door de integratie en koppeling van vakken is de samenhang tussen de verschillende vakken en tussen school en de maatschappij beter zichtbaar. De ervaringen van dit jaar geven ook aan dat het een proces is dat zich met vallen en opstaan voltrekt om zodoende weer verder te komen. Samen met de Agrarische Natuurvereniging Streekproducten heeft de school in oktober 2010 een Oogstfeest georganiseerd. De leerlingen hebben de bedrijven uit de regio leren kennen en hier opdrachten van gekregen. Een ander doel hierbij is de profilering van de school in de regio. Het ligt in de bedoeling dit Oogstfeest jaarlijks te laten terugkeren. We hebben helder welk type school (zorgprofiel) we kunnen zijn binnen “Passend Onderwijs”. Dit wordt vanuit het SWV, samen met het AVS, ondersteund. Op 1 oktober 2010 telde de school 728 VMBO en 90 MBO leerlingen en is daarmee opnieuw licht gegroeid. Er is een verschuiving gaande ten aanzien van de herkomst van onze leerlingen vanuit het zuidoosten naar het noordoosten en westen. De verdeling tussen het aantal leerlingen in de Basisberoepsgerichte, de Kaderberoepsgerichte en de Gemengde Leerweg ongeveer gelijk. De laatste jaren trekt het aantal GLleerlingen wat aan.


5

AANTAL



(BRON: VENSTERS

VOOR


VERANTWOORDING –

INDICATOR

1)


Bij de BB-leerlingen is 75% LWOO geïndiceerd, bij KB is dit 50% en bij GL is dit 25%. Er zijn 33 leerlingen met een “rugzakje” (LGF). De 90 leerlingen in het MBO zijn BBL-deelnemers van de afdeling Plantenteelt en Groen, Grond & Infra. De school wordt bezocht door leerlingen uit een groot gebied rond Andel, er zijn 160 aanleverende basisscholen, 500 leerlingen komen met de bus met een speciale busregeling. Dit heeft nogal wat organisatorische consequenties.


6



Keuzeprocessen in het kader van studie en beroepskeuze Prinsentuin Andel participeert (vanaf december) samen met een aantal andere VMBO en MBO scholen in dit kader in het project Keuzeprocessen, waarvoor subsidie is toegekend vanuit de provincie Noord-Brabant. Verbeteren van het taal- en rekenniveau Taal- en Rekenbeleid is gezamenlijk met de andere Prinsentuinvestigingen opgepakt. In 2010 zijn uitgangspunten geformuleerd en is een plan van aanpak gemaakt. Er wordt gebruik gemaakt van de gegevens van de basisschool, Cito-Vas (ingevoerd in 2010-2011) en eigen toetsresultaten. Maatschappelijke Stage Door onze bijzondere ligging, zowel om aansluiting te vinden bij initiatieven van verschillende gemeentes als de bereikbaarheid, hebben we voor een eigen, onafhankelijke, pragmatische aanpak gekozen. MAS is ingevoerd bij Praktische Sector Oriëntatie en samenwerking met verschillende organisaties in de omgeving van de school. Vooralsnog wordt het merendeel als school- of collectieve activiteit uitgevoerd. In leerjaar 3 zal een deel ook individueel ingezet worden. De ervaringen met de bijdrage die de Maatschappelijke Stage geeft over het beeld van de VMBO-leerlingen in de maatschappij zijn zeer positief. Terugdringen van Voortijdig School Verlaters Prinsentuin Andel maakt onderdeel uit van het Lentorenproject in het Land van Heusden en Altena samen met de vier VO-scholen en twee ROC’s, waaronder MBO-Prinsentuin. Lentoren-mbo kunnen vmbo-lln. na aanmelding mee laten lopen en ze ‘warm’ houden om daadwerkelijk aan de opleiding te beginnen. Tevens is er dan in het eerste jaar een peermediation-systeem op het mbo in werking, waardoor de nieuwe leerling zich sneller thuis voelt en het gevaar van uitval kleiner wordt. Zowel in de overstap als in het eerste jaar wordt ingestoken op begeleiding en tegengaan van uitval Slaagpercentages SLAAGPERCENTAGES (BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –

INDICATOR

Slaagpercentage 2009-2010

Benchmark

Aantal deelnemers

Aantal geslaagden

Percentage geslaagden

vmbo-b

53

53

100,0 %

vmbo-k

71

71

100,0 %

vmbo-(g)t

46

46

100,0 %

Onderwijssoort Plus

2)

Benchmark binnen ROC West-Brabant VMBO

Het slaagpercentage van alle niveaus is 100% en ligt boven het landelijk gemiddelde. Alle leerlingen in de Gemengde Leerweg hebben een extra theoretisch vak gevolgd en hebben hierin examen gedaan. Van de 46 leerlingen in de Gemengde Leerweg zijn er 45 met een diploma van de Theoretische Leerweg geslaagd. Natuurlijk zijn we trots op al onze leerlingen dat ze dit resultaat behaald hebben.


7

Gemiddelde examencijfers GEMIDDELD

EXAMENCIJFER

(BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –

Gemiddeld examencijfer per leerweg

INDICATOR

3)

Examencijfer 2009-2010

Gemiddeld examencijfer vmbo-b 2007-2008

2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,5

6,5

6,5

6,4

6,5

6,5

School examen

6,8

6,5

6,6

6,5

6,8

6,5

Gemiddeld examencijfer vmbo-k 2007-2008

2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,5

6,3

6,4

6,2

6,5

6,2

School examen

6,6

6,5

6,6

6,5

6,8

6,5

Gemiddeld examencijfer vmbo-(g)t 2007-2008

2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,4

6,3

6,3

6,3

6,6

6,3

School examen

6,8

6,6

6,9

6,6

7,0

6,5

De gemiddelde examencijfers laten over de afgelopen drie jaar een stabiel beeld zien, waarbij de resultaten op of iets boven het landelijk gemiddelde liggen. Het verschil tussen CE en SE is voldoende. Neemt niet weg dat voor de Gemengde Leerweg het verschil rond de 0,5 is en dus extra aandacht vraagt. Cohort rendement en Ongediplomeerd schoolverlaten DOORSTROOM

EN UITSTROOM

(BRON: VENSTERS

Doorstroom onderbouw 2008-2009

VOOR

VERANTWOORDING –

Doorstroom bovenbouw 2008-2009

INDICATOREN

4

EN

5)

Tussentijds van school 2008-2009

De doorstroom in de onderbouw is in alle afdelingen maximaal. De doorstroom in de bovenbouw is goed. Jaarverslag Prinsentuin Andel 2010

8

Tussentijdse uitstroom is gering. Dit betreft leerlingen die naar een andere sector overstappen of speciale hulp behoeven. 2.2

Interne en externe kwaliteitszorg Tevredenheid leerlingen en ouders

TEVREDENHEID (BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –


INDICATOREN

11

EN

12)


De hier weergegeven scores komen uit het ZelfEvaluatieKader (ZEK) dat afgenomen is in 2009. Voor alle leerwegen zijn dezelfde resultaten ingevoerd omdat het op dit moment in Vensters voor verantwoording nog niet mogelijk is onderscheid te maken tussen de diverse leerwegen. Er wordt op dit moment gewerkt aan een koppeling tussen Vensters voor Verantwoording en het ZelfEvaluatieKader (ZEK). Vanaf 2011 wordt jaarlijks het ZEK afgenomen bij ouders en leerlingen van leerjaar 3. Zowel de tevredenheid van leerlingen als van ouders scoort voldoende.

Opbrengstenoordeel inspectie OPBRENGSTENOORDELEN 2010 (BRON: INSPECTIE

VAN HET

ONDERWIJS)

Gedurende drie schooljaren wordt een viertal indicatoren bepaald: - de leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht - de leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding - de leerlingen van de opleiding behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht - bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau De resultaten van een school worden vergeleken met het landelijke gemiddelde en uitgedrukt op een vijf-puntsschaal: 1 ruim onder het gemiddelde 2 onder het gemiddelde 3 gemiddeld 4 boven het gemiddelde 5 ruim boven het gemiddelde


9


2008 2009 2010 4 4 3 3 4 4 3 3 3 gering verschil

Opbrengstenoordeel 2010 Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen

voldoende

2008 2009 2010 4 4 3 4 4 4 4 4 5 gering verschil

Opbrengstenoordeel 2010 Gemengde leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen

2008 - 2010 voldoende voldoende voldoende voldoende

2008 – 2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende

2008 2009 2010 4 4 3 3 3 5 4 3 4 gering verschil

Opbrengstenoordeel 2010

2008 - 2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende

De opbrengstenoordelen van Prinsentuin Andel zijn niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.

2.3

Ontwikkelingen bij samenwerkende partijen

Vanaf 2009 zijn de nieuw aangemelde leerlingen met LGF bij hetzelfde REC geplaatst, zodat het aantal ambulante begeleiders beperkt wordt. In 2010 zijn vrijwel alle leerlingen ondergebracht bij hetzelfde REC. De AB-er komt voor meerdere leerlingen naar school, waardoor de effectiviteit toeneemt (tijd die leerlingen ten goede komt). Het ZAT komt regelmatig bijeen om over uitzonderlijke gevallen overleg te voeren. Vanuit het SamenWerkingsVerband zijn alle ZAT gescreend, zijn verbeterpunten aangegeven en wordt gezamenlijke scholing voor zorgcoördinatoren ingezet. In 2010 hebben alle partners uit het SWV, ondersteund door het AVS, onderzoek gedaan naar het zorgprofiel van de school. We hebben helder welk type school (zorgprofiel) we kunnen zijn binnen “Passend Onderwijs”.


10

Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering 3.1

Huisvesting

De oude, vrijgekomen praktijkruimtes behoefden een nieuwe bestemming en nieuwe inrichting. Met een werkgroep hebben we al onze wensen ten aanzien van het gebouw geïnventariseerd en is bekeken wat er mogelijk was in de vrij gekomen ruimtes. Er is een wensenpakket opgesteld dat door een architect en een binnenhuisarchitect uitgewerkt is. De verbouwing tot drie leerpleinen (twee theoriepleinen en een Technaplein) heeft plaats gevonden in 2010.Tevens heeft de entree van de school, grenzend aan deze ruimte, een nieuwe frisse uitstraling gekregen. Bij de nieuwe praktijklokalen is een Open Leercentrum gekomen. Hiermee is het ruimtegebrek van de praktijklokalen gedeeltelijk opgelost. Met name voor het vak Landbouwbreed, waarbij én praktijklessen én de integratie van Nederlands en economie een rol spelen, is deze ruimte essentieel. Met deze nieuwe ruimtes en onderwijskundige mogelijkheden is ook de uitbreiding van het aantal leerlingencomputers noodzakelijk. Het aantal leerlingencomputers is uitgebreid van 68 naar 126, zodat er per 6 leerlingen een computer beschikbaar is. Er hangen in 4 lokalen digiborden, dit wordt per jaar met enkele uitgebreid. Ondanks de investeringen in 2010 is er nog steeds te weinig lesruimte en worden er lessen gegeven in de kas, het dierenverblijf, het Dorpshuis en de Sporthal in Giessen. Bijzonder voor de situatie in Andel is de speciale busregeling. Er zijn 7 bussen die 4 keer per dag leerlingen komen brengen en halen. De omgeving van de school ervaart hier hinder van. Ondanks dat de Grondmij in een rapport aangeeft dat het niet als overlast betiteld kan worden, is de Gemeente Woudrichem in overleg met ROC-West Brabant tot een oplossing gekomen. De bussen draaien over de parkeerplaats en hoeven zodoende niet meer door het dorp te rijden. De aanpassing hiervoor heeft in de zomervakantie plaatsgevonden. De aanpassing voor het langsparkeren aan de Buitenlaan wordt nog gehinderd doordat de Gemeente niet over de grond beschikt.

3.2

Prestatie-indicatoren m.b.t. bedrijfsvoering


VOOR

VERANTWOORDING –

INDICATOR

Ingeroosterde en gerealiseerde lessen (in klokuren) 2009-2010 Ingeroosterde lessen

Gerealiseerde lessen

% lesuitval

1.046

1.042

0,4%

1

1.037

1.033

0,4%

2

1.054

1.050

0,4%

1.014

1.013

0,1%

3

1.140

1.140

0,0%

4

888

887

0,1%

965

964

0,1%

3

1.058

1.057

0,1%

4

872

871

0,1%

966

964

0,2%

3

1.063

1.061

0,2%

4

869

866

0,3%

vmbo

vmbo-b

vmbo-k

vmbo-(g)t


17)


11

Zowel de geprogrammeerde als gerealiseerde onderwijstijd ligt in 2010 ruim boven de wettelijke norm (1000 klokuren in leerjaar 1,2 en 3 en 700 klokuren in de 4e klas). Dit heeft naast een onderwijskundige behoefte ook een organisatorische reden. Veel leerlingen komen met de bus (een speciale regeling) naar school. De leerlingen kunnen tussen het 3e tot en met het 6e lesuur niet vervoerd worden. Middels opvanglessen en leerstofplanners vinden vrijwel alle lessen doorgang.


12


Personeelssamenstelling

Aantallen In december 2010 is de bruto inzet aan personeel 69,5 fte. Dit is inclusief: - Bapo-verlof en seniorenverlof (2,7 fte), - ouderschapsverlof en onbetaald verlof (0,8 fte), - ziektevervanging ( 1,7 fte), - interne detachering (0,8 fte) - DMR (0,05 fte). De feitelijke inzetbaarheid komt daarmee op ruim 63 fte. Verhouding OP/OBP Onder OP valt de functie van docent (LB, LC en LD), opleider en instructeur. Dit zijn 74 personen met 56,7 fte (81,6%). De overige functies vallen onder het OBP. Dit zijn 20 medewerkers met 12,8 fte (18,4%). Leeftijdsopbouw De leeftijd van het personeel is als volgt verdeeld: Leeftijdscategorie

Aantal

Percentage

jonger dan 25 jaar

4

4%

25 tot 30 jaar

8

9%

30 tot 35 jaar

9

10%

35 tot 40 jaar

12

13%

40 tot 45 jaar

11

12%

45 tot 50 jaar

11

12%

50 tot 55 jaar

21

22%

55 tot 60 jaar

9

10%

60 tot 65 jaar

7

7%

ouder dan 65 jaar

2

2%

94

100%

TOTAAL

De gemiddelde leeftijd is 44 jaar. LC / LB Van de 74 OP-ers zijn 6 LB-docenten en 68 LC-docenten, waarvan 30 LC-docenten in een schaal zit die groter is dan het maximum van LB. Bijna alle 30 zitten al in het einde van schaal LC. Het feit dat docenten overwegend in LC zitten legt een grote druk op de te besteden formatie. Met ingang van augustus 2010 is voor het hele ROC het functiebouwwerk aangepast met de docent LB en instructeur. Het zal nog geruime tijd duren tot de bekostiging in overeenstemming is gekomen met de uitgaven. 4.2

Professionele ontwikkeling personeel

In 2010 hebben we met het hele team verder gewerkt aan onderwijskundige en organisatorische ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen zijn met elkaar gecombineerd door in verschillende werkgroepen aan onderwijskundige ontwikkelingen te werken. Tijdens dit proces zijn zowel de resultaten van de werkgroepen als de werkwijze gevolgd en geëvalueerd. De onderwijskundige projecten hebben betrekking op zorg, afstemmen van Jaarverslag Prinsentuin Andel 2010

13

vakken, competenties, veiligheid, ICT, maatschappelijke stage, toetsing en beoordeling en didactische werkvormen. Regelmatig is door intervisie informatie en ervaring met elkaar gedeeld. De Prinsentuin vestigingen hebben een gezamenlijke scholingsmiddag georganiseerd. Individuele scholing heeft plaatsgevonden op het gebied van vakinhoudelijke zaken (4 personen), begeleidende activiteiten (SOVA 4 personen, MRT 1 persoon), lerarenbeurs (Master 2 personen). Verder worden mensen geïnformeerd en gestimuleerd over vacatures buiten de eigen school die bijdragen aan hun eigen ontwikkeling en aan de deskundigheidsbevordering binnen de school (Innovatie Centrum, Service Bureau, Rebound) 4.3

Arbo

Onder de titel “Goed voor elkaar” heeft de dienst P&O van ROC West-Brabant een concept ontwikkeld dat alle aspecten van veiligheid, gezondheid en welzijn bevat. Medio 2009 is een start gemaakt met het project “Vitale Medewerkers, Bevlogen Onderwijs” bij alle VMBO-scholen van ROC West-Brabant. De doelstelling van dit project is: De vitaliteit en duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers van het VMBO optimaliseren. De verzuimcijfers van Prinsentuin Andel zijn over het algemeen onder de norm van ROC West-Brabant, maar stijgen licht. In okober 2010 is de “verzuimenquête” afgenomen onder de medewerkers van Prinsentuin Andel. Het hieraan gekoppelde plan van traject A wordt verder uitgewerkt. Onderstaande grafiek geeft overzicht in het ziekteverzuim in 2010.

'10 au gu st us '1 se 0 pt em be r' 10 ok to be r- 1 0 no ve m be r-1 0 de ce m be r-1 0

ju li

0 ju ni '1

ei '10 m

10 ap ril '

ja nu ar i-1

0 fe br ua ri10 m aa r t10

8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%


Normpercentage

Vastgestelde norm verzuimpercentage: 4%

Voortschreidend verzuimpercentage dec’10 Andel: 3,82%

Vastgestelde norm verzuimfrequentie: 1,5

Verzuimfrequentie dec’10 Andel: 1,35

Richtlijn nulverzuim: > 40%

Nulverzuim dec’10 Andel: 39,39%


14

Hoofdstuk 5 Arbo In 2010 zijn door een gecertificeerd bedrijf alle elektrische machines en gereedschappen gekeurd. Daar waar nodig zijn reparaties uitgevoerd. Dit alles volgens de keuring NEN 3140. Alle noodzakelijke keuringen zijn in 2010 uitgevoerd en vastgelegd in een logboek. Er is een legionella beheersplan opgesteld. De BHV-organisatie is op orde en er is een ontruimingsoefening gehouden. BHV-bijeenkomsten met doelgerichte praktische invulling en verslag hebben in 2010 onvoldoende aandacht gekregen. Door wijziging in de norm van het aantal BHV-ers voldoen we niet aan het aantal geschoolde BHV-ers. Hiervoor is opnieuw een wervingsactie ingezet. Het schoolveiligheidsplan, dat gebaseerd is op een door de arbocommissie en DMR goedgekeurd format, is in ontwikkeling. In 2010 is geëxperimenteerd met het plaatsen van het incidentenformulier bij het absentenregistratieformulier.

Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden Over 2010 heeft Prinsentuin Andel geen geoormerkte subsidies ontvangen die verantwoord moeten worden.


15

Jaarverslag 2010

Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 1 Directieverslag..................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 2 Onderwijsprestaties............................................................................................................. 6 2.1.

Overzicht prestatie-indicatoren .............................................................................................. 6

2.2.

Interne en externe kwaliteitszorg ........................................................................................... 9

2.3.

Ontwikkelingen bij samenwerkende partijen........................................................................ 10

Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering .................................................................................................................. 11 3.1.

Huisvesting........................................................................................................................... 11

3.2.

Prestatie-indicatoren met betrekking tot de bedrijfsvoering................................................. 11

Hoofdstuk 4 Personeel .......................................................................................................................... 12 4.1.

Personeelssamenstelling ..................................................................................................... 12

4.2.

Goed voor elkaar.................................................................................................................. 12

4.3.

Professionele ontwikkeling personeel.................................................................................. 12

Hoofdstuk 5 Arbo................................................................................................................................... 13 Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden ....................................................................... 13

Jaarverslag Prinsentuin Breda 2010

3

Voorwoord Niets is vanzelfsprekend…. Toch leek het daar de laatste jaren op bij Prinsentuin Breda. Er werd gewerkt met veel inzet, enthousiasme en plezier. Prinsentuin Breda doet het toch goed? De basisscholen spreken vol lof over de school en over de zorg voor de leerlingen. De Raad van Bestuur besluit zelfs tot uitbreiding van het gebouw door het toenemende aantal leerlingen. Maart 2010: de inspectie bezoekt Prinsentuin Breda. De gemengde leerweg wordt zwak bevonden: het verschil tussen de schoolexamencijfers en de cijfers van het centraal examen is te groot. Ook het gemiddelde van het centraal examen is te laag. Mei 2010: de nieuwbouw is gerealiseerd. Prinsentuin Breda heeft de beschikking over twee geheel nieuwe lesblokken met diverse theorie- en praktijklokalen en drie computerpleinen. Verder is nog een tweede aula aangebouwd die tevens ingezet kan worden als instructieruimte voor WPS. Er is een tweede gymzaal gekomen en een nieuw dierenverblijf. De nieuwe lokalen zijn voorzien van schuifwanden, waardoor het mogelijk is leerpleinen te creëren. Het onderwijsconcept kan verder uitgewerkt worden met als slogan: ‘ontdek je natuur’, waarbij de persoonlijke benadering voorop staat. Respect voor elkaar en de omgeving zijn hierbij erg belangrijk. Juni 2010: directeur Frank Hessels gaat zich bezig houden met het Masterplan VMBO Breda. Interim directeur André van Veen stelt zich voor. Voortvarend, als een wervelwind gaat hij aan de slag. Nee, niets is meer vanzelfsprekend!! Prinsentuin Breda stelt de loep zuiver, inventariseert wat te doen staat en steekt in op een integrale benadering. Gezamenlijke verantwoordelijkheid, gedragen door het team. Zoeken naar samenhang. Prinsentuin Breda heeft een meerjarenplan gemaakt met een finishfoto in 2015. Inhoudelijk is het plan gevoed door: Het inspectierapport Verbeterplan gemengde leerweg Plan van aanpak gemengde leerweg AOC-Raad Het ZEK (zelf evaluatie kader) INK (instituut Nederlandse kwaliteit) Ontwikkelagenda’s platform onderbouw en platform bovenbouw Prinsentuin-breed Wet- en regelgeving omtrent o Maatschappelijke stage, actief burgerschap en sociale integratie o Reken- en taalbeleid. Er zijn acht actieclusters geformeerd. Alle teamleden zijn verdeeld over de clusters: 1. onderwijs/zorg: - groen/duurzaam - sport en bewegen 2. onderwijs/zorg: het kind centraal 3. onderwijs/zorg: maatwerk(trajecten) 4. onderwijs/zorg: uitstromende leerlingen - LOB/keuzeprocessen - competenties - rekenen/taal 5. organisatie: transparante basisstructuur 6. organisatie: kernteams 7. organisatie: inspectieproof 8. medewerkers Nee, Prinsentuin Breda beschouwt niets meer als vanzelfsprekend…..


4

Hoofdstuk 1 Directieverslag Het brein van de puber is nog lang niet klaar. De hersenen zijn nog bezig met rijpen. Een puber kan niet altijd overzien dat je op de rem moet staan in bepaalde sociale situaties: het onderdrukken van impulsen is nog volop in ontwikkeling. Dopamine laat zich in het puberbrein gelden: een kind wordt alerter en actiever, maar neemt ook meer risico’s. In de merkbelofte van Prinsentuin staat: ‘ontdek je natuur’. Prinsentuin Breda wil graag voorwaarden scheppen om kinderen hun eigen natuur te laten ontdekken. Prinsentuin Breda draagt zorg voor een veilige leeren leefomgeving die duurzaam is en stelt het kind centraal. Dit komt tot uiting in de ontwikkelagenda van de school die uitgevoerd wordt binnen de actieclusters. De volgende speerpunten zijn uitgevoerd of in gang gezet: de school profileert zich met een eigen gezicht: duurzaam, breed maatschappelijk georiënteerd, ‘gezond maakt slim’ de school stelt de leerling als KIND centraal: de school stimuleert, begeleidt talenten in hun ontwikkeling waardoor leerlingen zich meer betrokken voelen bij het onderwijsleerproces; de leerlingenraad krijgt hierin een belangrijke rol de school richt zich meer op maatwerk de school richt zich op internationalisering de uitstromende leerlingen worden voorbereid op: o het functioneren in een (multiculturele) samenleving o het (competentiegerichte MBO o het gewenste rekenen taalniveau de school richt zich op een transparante basisstructuur: o de school neemt deel aan het project m@zl o de school werkt samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin o de school heeft een ouderbestuur in oprichting de school is ‘inspectieproof’: er is een plan van aanpak gemaakt om het predicaat ‘zwakke school’ voor de gemengde leerweg te laten verdwijnen door: o het verbeteren van de toetskwaliteit o het aanpassen van het PTA o een verbetering van de aansluiting tussen onderbouw en bovenbouw o het intensiveren van de contacten met basisscholen o het aanscherpen van toelatingscriteria en overgangsnormen de school richt zich op persoonlijke competentie ontwikkeling voor medewerkers middels het vergroten van verantwoordelijkheden en scholing de school richt zich op kwaliteitszorg. In hoofdstuk 2 van dit jaarverslag worden bovenstaande punten nader toegelicht.


5

Hoofdstuk 2 Onderwijsprestaties 2.1.

Overzicht prestatie-indicatoren

Project ‘gezond maakt slim’ In samenwerking met de universiteit van Utrecht is het project ‘gezond maakt slim’ opgestart. Dit project gaat uit van het principe: 1+1 is meer dan 2: er wordt gekeken naar de zeven leefstijlen van jongeren. De leerlingen hebben meegedaan aan een wetenschappelijk onderzoek middels een digitale vragenlijst. De resultaten van dit onderzoek waren eind 2010 nog niet bekend. Verder is onderzocht hoe de school aandacht besteedt aan de zeven leefstijlen en hoe die in samenhang is gebracht. In 2011 zullen de resultaten verwerkt worden en het lesprogramma daarop aangepast. VMBO in beweging Bij leerlingen is het beweegpatroon in kaart gebracht. Daar waar leerlingen (te) weinig bewegen worden extra lessen bewegingsonderwijs gegeven. Dit gebeurt buiten reguliere lestijd. Betrokkenheid van de leerlingen is vergroot De leerlingenraad vergadert frequent en praat behalve over buitenschoolse zaken ook over onderwijskundige onderwerpen. In 2011 staat een cursus van LAKS gepland om de leerlingen te leren hoe te vergaderen en hoe een goed werk/ actieplan op te stellen. Internationalisering Een aantal docenten heeft via e-twinning (www.etwinning.net) contacten gelegd met een Deense school. Via internet zijn projecten tussen de leerlingen van Prinsentuin Breda en de leerlingen van de Biersted Skole uitgewisseld. Duurzame mailcontacten tussen leerlingen van beide scholen zijn gelegd. Er is ook een uitwisseling geweest met een Italiaanse school over koken en gezonde voeding, met als eindresultaat een website over duurzaamheid. Verder zijn contacten gestart met een Franse school, met als doel een werkbezoek van leerlingen aan de Franse school in het voorjaar van 2011. Competentiegericht onderwijs: oriëntering op ‘Groen proeven’ De docenten beroepsgerichte vakken hebben zich georiënteerd op de SHL-competenties. Het project 'Groen Proeven' ontwikkelt competentie-gerichte schoolexamens. Deze schoolexamens worden ook wel PvB’s genoemd en zijn geschikt voor alle ‘groene’ beroepsgerichte programma’s. ‘Groen Proeven’ stimuleert en ondersteunt de implementatie ervan binnen het vmbo groen. De school heeft zich aangemeld voor een pilot. Waar de voorbereidingen in 2010 zijn gedaan, worden de eerste proeven in 2011 uitgevoerd. Keuzeprocessen/ LOB/ VMBO on stage Prinsentuin Breda participeert samen met een aantal andere VMBO-scholen in het project ‘Keuzeprocessen’, waarvoor subsidie is toegekend vanuit de provincie Noord-Brabant. In 2010 heeft zeer succesvol de eerste editie plaats gevonden van VMBO Breda on Stage, een activiteit waarbij leerlingen op school worden voorbereid op het ontmoeten van beroepsbeoefenaren, deze beroepsbeoefenaren ontmoeten tijdens een beursdag en vervolgens een dag mee op stap mogen en kennis kunnen maken met het beroep tijdens de doe-dag. Op deze wijze maken leerlingen kennis met arbeid, krijgen een beter beroepsbeeld door ervaring en reflectie en komen daardoor tot een meer gemotiveerde keuze voor een bij hen passende vervolgopleiding. De tweede helft van 2010 is gestart met een inventarisatie van alle activiteiten die op Prinsentuin Breda plaatsvinden in het kader van loopbaanoriëntatie met als doel na te gaan of we, verspreid over de leerjaren, de goede dingen doen (is het een logisch, doorlopend en samenhangend geheel?) en of we deze ook goed doen. Met name zullen elementen van reflectie moeten worden toegevoegd. Mentoren hebben een cursus gevolgd van de lector keuzeprocessen van ROC West-Brabant: Peter den Boer. Maatschappelijke stage In het invoeringsplan Maatschappelijke stage dat in 2010 is opgeleverd staat beschreven op welke wijze maatschappelijke stage op Prinsentuin Breda in het curriculum wordt opgenomen.


6

Prinsentuin Breda kiest er voor de maatschappelijke stage op 3 manieren in te vullen: als schoolactiviteit, als collectieve groepsactiviteit en als individuele activiteit. De in 2009 gestarte pilot waarbij een klas VMBO-leerlingen o.l.v. MBO-leerlingen van het Prinsentuin College en van het Vitalis College 2 dagen diverse projecten heeft uitgevoerd is in 2010 verder uitgebreid. Beide projecten zijn ‘geadopteerd’. De activiteiten worden structureel voortgezet in de komende jaren. M@zl In samenwerking met de GGD en afdeling Leerplicht is Prinsentuin Breda gestart met het ziekteverzuimproject m@zl (medische advisering ziekgemelde leerlingen). Ziekteverzuim wordt bijgehouden in het digitale systeem PARS. Leerlingen die langer dan zes achtereenvolgende werkdagen ziek zijn of leerlingen die vier keer binnen twaalf weken ziek zijn gemeld, krijgen een oproep van de schoolarts. Deze oproep is niet vrijblijvend. Op deze manier krijgt de school zicht op het ziekteverzuim en kunnen acties ondernomen worden om het verzuim terug te dringen. Ouderbetrokkenheid Prinsentuin Breda heeft een ouderraad. Er is gestart om met de ouders die hierin zitting hebben behalve buitenschoolse zaken ook onderwijskundige zaken te bespreken. De actieclusters zijn met hen besproken. Het plan van aanpak ter verbetering van de gemengde leerweg is toegelicht. De ouders hebben inzage gekregen in de meest voorkomende beleidsstukken en hebben zelf onderwerpen aangedragen die zijn besproken willen hebben. Ook nemen zijn deel aan een aantal teambijeenkomsten. Naast de ouders van de ouderraad zijn nog andere ouders benaderd om een volwaardig ouderbestuur te vormen. In 2010 is een ouderbestuur in oprichting samengesteld. Centrum voor Jeugd en Gezin Tijdens alle ouderavonden heeft het CJG een loketfunctie. Ouders kunnen terecht met opvoedingsvraagstukken. Uitwerken concept huiswerkklas Doel en inhoud van huiswerkklas zijn geformuleerd. Er is contact gezocht met het PAL-project, waarbij HBO en WO-studenten ondersteuning bieden in het voortgezet onderwijs. Studenten zullen vanaf voorjaar 2011 worden ingezet bij de uitvoering van de huiswerkklas. Inspectieproof In het inspectierapport n.a.v. het bezoek op 29 maart heeft de inspectie haar bevindingen neergeschreven. De indicatoren waarop onvoldoende werd gescoord zijn vertaald naar actiepunten die zijn opgepakt binnen de actieclusters. Ook zijn deze punten opgenomen in het plan van aanpak ter verbetering van de gemengde leerweg. In 2010 is het volgende gerealiseerd: o de communicatie met de basisscholen is geoptimaliseerd: docenten groep 8 zijn uitgenodigd op Prinsentuin Breda. Toelatingscriteria en LWOO-criteria zijn verduidelijkt. Het informatiemateriaal is aangepast. De resultaten van de leerlingen in leerjaar 1 worden gerapporteerd naar de basisscholen waar ze vandaan komen. Alle basisscholen zijn bezocht. De internetsite is aangepast o de toelatingscriteria zijn aangescherpt en worden strikter gehanteerd. Daar waar Prinsentuin Breda in een andere leerweg plaatst dan de afleverende school adviseert, vraagt Prinsentuin Breda het advies aan te passen. o Onderbouwrendement: er is een aparte klas voor leerlingen met een GL-advies geformeerd. Resultaten worden één keer in de zes weken besproken. Inhoud en toetsing worden aangepast aan het GL-niveau o Determinatie: er is geen sprake meer van een ‘advies’ naar ouders toe, maar een bindend besluit van de docentenvergadering. Hiermee wordt voorkomen dat leerlingen met een te laag niveau, door de nadrukkelijke wens van ouders, in de GL komen. o Bovenbouwrendement: de normeringstabel is aangepast en opgenomen in de schoolgids. Het aantal keuzevakken is beperkt: alleen GL-leerlingen hebben de mogelijkheid tot keuzevakken. PTA’s zijn aangepast. Er is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen GL en K. o Examinering: de schoolexamens worden samengesteld en geëvalueerd aan de hand van de ‘handleiding toetsconstructie’ en de ‘kwaliteitscheck toetsen’. De lessen in leerjaar vier gaan door tot het centraal examen om zo het rendement te vergroten.


7

Reken- en taalbeleid Er is een taalbeleidsplan opgesteld en een invoeringsplan. Prinsentuin Breda steekt in op een drieslag: aanleren, remediëren en onderhouden: zowel in speciale lessen als in de reguliere vaklessen. Er is een aanzet gemaakt voor het aanpassen van de lessentabel voor leerjaar 2011-2012, waarin ruimte komt voor lessen rekenen en taal. Docenten hebben toetsen en materiaal verzameld voor analyse en diagnose van achterstanden en remediëring. Een van de signaleringsinstrumenten zal in het voorjaar 2011 worden gedigitaliseerd. Slaagpercentage Slaagpercentage 2009-2010

Benchmark

Aantal deelnemers

Aantal geslaagden


vmbo-b

55

55

100,0 %

vmbo-k

41

40

97,6 %

vmbo-(g)t

44

41

93,2 %

Onderwijssoort Plus

Het slaagpercentage van de basis beroepsgerichte leerweg en van de kader beroepsgerichte leerweg ligt boven het landelijk gemiddelde. Dat van de gemengde leerweg ligt iets onder dat gemiddelde. Gemiddelde examencijfers Gemiddeld examencijfer per leerweg Gemiddeld examencijfer vmbo-b 2007-2008

Examencijfer 2009-2010 2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,6

6,5

6,5

6,4

6,6

6,5

School examen

6,6

6,5

6,5

6,5

6,6

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,3

6,3

6,1

6,2

6,4

6,2

School examen

6,3

6,5

6,4

6,5

6,4

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

5,9

6,3

5,8

6,3

6,0

6,3

School examen

6,6

6,6

6,6

6,6

6,6

6,5

De gemiddelde examencijfers van de basis beroepsgerichte leerweg laten een stabiel beeld zien. Ook bij de kader beroepsgerichte leerweg geen verontrustend beeld. Beide leerwegen scoren boven het landelijk gemiddelde. Dit in tegenstelling tot de gemengde leerweg, die lager scoort dan het landelijk gemiddelde. Hier zien we een te groot verschil tussen het schoolexamencijfer en het cijfer voor het centaal examen. Zoals eerder genoemd, zijn hier reeds acties op ondernomen ter verbetering van de resultaten. Jaarverslag Prinsentuin Breda 2010

8

Cohortrendement en ongediplomeerd schoolverlaten Doorstroom onderbouw 2008-2009



De doorstroom onderbouw en bovenbouw zijn ruim voldoende. Er gaan relatief weinig leerlingen tussentijds van school. Tevredenheid leerlingen en ouders Tevredenheid leerlingen 2009-2010


De hier weergegeven scores komen uit het ZelfEvaluatieKader (ZEK) dat afgenomen is in 2009. Voor alle leerwegen zijn dezelfde resultaten ingevoerd omdat het op dit moment in Vensters voor verantwoording nog niet mogelijk is onderscheid te maken tussen de diverse leerwegen. Er wordt op dit moment gewerkt aan een koppeling tussen Vensters voor Verantwoording en het ZelfEvaluatieKader (ZEK). Vanaf 2011 wordt jaarlijks het ZEK afgenomen bij ouders en leerlingen van leerjaar 3. Zowel de tevredenheid van leerlingen als van ouders scoort voldoende.

2.2.


Prinsentuin Breda streeft naar het werken volgens de PDCA-cyclus. Op deze manier wordt de kwaliteit systematisch bewaakt. Deze werkwijze moet Prinsentuin nog verder eigen maken. Voorts beoordeelt de inspectie de kwaliteit van Prinsentuin Breda op de volgende opbrengsten: Gedurende drie schooljaren worden een viertal indicatoren bepaald: de leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht de leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding de leerlingen van de opleiding behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau


9




2008 2009 2010 3 3 3 3 2 3 4 4 4 gering verschil


voldoende 2008 2009 2010 3 3 3 1 3 2 3 3 4 gering verschil

Opbrengstenoordeel 2010 Gemengde leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen


2008 - 2010 voldoende onvoldoende voldoende voldoende voldoende

2008 2009 2010 3 3 3 3 3 3 1 1 2 groot verschil


2008 – 2010 voldoende voldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende

In de kaderberoepsgerichte leerweg is het rendement bovenbouw onvoldoende geworden. In de gemengde leerweg zijn 2 indicatoren verbeterd. De opbrengstenoordelen van Prinsentuin Breda zijn niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.

2.3.


Het VMBO staat landelijk en in de regio onder grote druk. Ging landelijk tot voor kort nog 60% van de leerlingen naar VMBO en 40% naar HAVO/VWO, de laatste peilingen hebben laten zien dat dit nu in de stad Breda 50%-50% is. Er zijn regio’s in Nederland waar de verhouding 40%-60% is. Demografisch gezien loopt het aantal 12-jarigen in het voedingsgebied tussen nu en 2020 met een aantal procenten terug. De gevolgen hiervan hebben ook consequenties voor Prinsentuin. In het licht van het Masterplan VO Breda zijn ROC West-Brabant en SKVOB in het voorjaar van 2010 gestart met een onderzoek in het kader van de doorontwikkeling VMBO in de stad Breda. Het onderzoek richt zich op het beschrijven van de gewenste situatie als het gaat om het VMBOonderwijsaanbod in de stad Breda, het aantal VMBO-scholen en de rol en positie van de scholen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs.


10

Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering 3.1.

Huisvesting

Prinsentuin Breda heeft sinds de oplevering van de nieuwbouw in mei 2010 een modern gebouw met capaciteit voor ongeveer 700 leerlingen. Het gebouw voldoet in alle opzichten aan de eisen van een eigentijdse leeromgeving. Alle lokalen zijn voorzien van een digitaal bord en computers met internet. Daarnaast zijn op drie strategische plaatsen een drietal computerpleinen gesitueerd. Door het open karakter van het gebouw is altijd toezicht op de pleinen, waardoor leerlingen veelvuldig gebruik kunnen maken van de computers tijdens de les.

3.2.

Prestatie-indicatoren met betrekking tot de bedrijfsvoering



% lesuitval

1.020

1.005

1,5%

1

1.015

1.007

0,8%

2

1.026

1.003

2,2%

944

924

3

1.033

1.007

2,5%

LA

1.033

1.007

2,5%

4

856

841

1,8%

LA

856

841

1,8%

vmbo

vmbo-b

vmbo-k

2,1%

936

914

3

1.034

1.006

2,7%

LA

1.034

1.006

2,7%

4

837

821

1,9%

LA

837

821

1,9%

vmbo-(g)t


2,4%

1.009

990

1,9%

3

1.028

1.001

2,6%

LA

1.028

1.001

2,6%

4

990

978

1,2%

LA

990

978

1,2%

De geprogrammeerde onderwijstijd in schooljaar 2009-2010 lag op Prinsentuin net boven de wettelijk eis.


11

Hoofdstuk 4 Personeel 4.1.


De inzet aan personeel op Prinsentuin Breda is 43 fte. In totaal zijn er 65 medewerkers. Het team veroudert sterk. De gemiddelde leeftijd is 50 jaar. 43 Medewerkers zijn ouder dan 50 jaar, waarvan 9 ouder dan 60 jaar. 13 Medewerkers zijn tussen de 40 en 50 jaar. 9 Medewerkers zijn jonger dan 40 jaar.

4.2.

Goed voor elkaar

Medio 2009 is een start gemaakt met het project “Vitale Medewerkers, Bevlogen Onderwijs” bij alle VMBO-scholen van ROC West-Brabant. De doelstelling van dit project is de vitaliteit en duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers van het VMBO optimaliseren. ROC West-Brabant heeft een norm gesteld voor het verzuimpercentage, deze is 4%. Ook voor de verzuimfrequentie en het nulverzuim zijn normen gesteld, respectievelijk 1,3 en 45%. De verzuimcijfers van Prinsentuin VMBO Breda van september 2010 laten zien dat het voortschrijdend verzuimpercentage rond de norm ligt, namelijk 4,07%. De verzuimfrequentie ligt echter boven de norm, die is namelijk 1,58 en ook het nulverzuim voldoet niet aan de gestelde norm, deze is 25%. Bij nader onderzoek is gebleken dat het voortschrijdende verzuimpercentage binnen een jaar meer dan 3% is gestegen (1,05% in oktober 2009) en het nulverzuimpercentage in dezelfde periode van 39,4% naar 25% is gegaan. Het doel van het traject bij Prinsentuin VMBO Breda luidt als volgt: Het terugbrengen van het verzuimpercentage onder de norm van 4%, het verlagen van de verzuimfrequentie naar 1,3 en het verhogen van het nulverzuim naar 35%. Op basis van de Verzuimwijzer is binnen Prinsentuin VMBO Breda een onderzoek uitgevoerd. Het doel van het onderzoek was het in kaart brengen van de factoren die de grootste invloed hebben op de verzuimnoodzaak en de verzuimdrempel. De resultaten zijn te vinden in het plan van aanpak.

4.3.


De docent wordt nog steeds gezien als de voornaamste bron van goed onderwijs. Individuele voorkeuren en kwaliteiten worden nog onvoldoende vertaald naar loopbaanontwikkeling. 2010 Stond in het teken van ‘mensen de ruimte geven zich te ontwikkelen’. Door het samenstellen van actieclusters ligt de verantwoordelijkheid meer bij de docenten. Elk actiecluster is verantwoordelijk voor een specifiek onderdeel. Een aantal collega’s heeft zich sterk geprofileerd. Zij vervullen een belangrijke voortrekkersrol en krijgen hierin ook de ruimte om zich te ontwikkelen. De scholingsbehoeften zijn geïnventariseerd en zullen in 2011 uitgevoerd worden. Een grote uitdaging ten aanzien van Passend Onderwijs ligt voor ons. Het referentiekader Passend Onderwijs legt nadruk op de rol van de leraar bij het realiseren van Passend Onderwijs. De leraar signaleert en biedt tijdige, adequate, onderwijseigen interventies bij signalen. RSV Breda e.o. heeft in afstemming met de schooldirecties het scholingsprogramma Leraren Leren samengesteld om die rol te versterken. Het RSV gebruikt daarbij de aanwezige expertise binnen de eigen scholen en het Driespan. De in het CJG samenwerkende jeugdzorginstellingen en GGz hebben in de beweging Jeugdzorg Dichter bij Onderwijs met hun expertise het programma verrijkt.


12

Hoofdstuk 5 Arbo In 2010 zijn alle elektrische apparaten door een gecertificeerd bedrijf gecontroleerd en goedgekeurd. Daar waar nodig zijn reparaties verricht en zijn apparaten of gereedschappen vervangen. Dit alles volgens de keuring NEN 3140. Alle noodzakelijke keuringen zijn 2010 uitgevoerd en in een logboek vastgelegd. Er is een legionella beheersplan opgesteld en uitgevoerd. Een ontruimingsoefening stond gepland maar is bij toeval op een ander moment uitgevoerd: per toeval drukte een leerling een alarm in, waarna het ontruimingsalarm afging. De hilariteit was groot omdat het in een schoolexamenperiode was, maar ondanks dat is de school probleemloos ontruimd. De ‘onbedoelde’ ontruiming is later geëvalueerd als zijnde een reguliere, onaangekondigde oefening. De school beschikt over voldoende BHV-ers. De communicatiemiddelen bij calamiteiten zijn geoptimaliseerd. Het aantal EHBO-ers dient op peil gebracht te worden, aangezien een aantal van hen niet meer elke werkdag aanwezig is in verband met BAPO.

Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden Prinsentuin Breda heeft over het jaar 2010 geen geoormerkte subsidies ontvangen die verantwoord dienen te worden.


13

Jaarverslag 2010

Inhoudsopgave

Voorwoord ........................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 1 Directieverslag ................................................................................................ 5 Hoofdstuk 2 Onderwijsprestaties......................................................................................... 7 2.1

Prestatie-indicatoren............................................................................................ 7

2.2

Interne en externe kwaliteitszorg ......................................................................... 9

2.3.

Ontwikkelingen bij samenwerkende partijen...................................................... 11

Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering .............................................................................................. 12 3.1

Huisvesting ........................................................................................................ 12

3.2

Prestatie-indicatoren m.b.t. bedrijfsvoering ....................................................... 12

Hoofdstuk 4 Personeel ...................................................................................................... 13 4.1

Personeelsamenstelling .................................................................................... 13

4.2

Professionele ontwikkeling personeel ............................................................... 14

4.3

Arbo ................................................................................................................... 14

Hoofdstuk 5 Arbo............................................................................................................... 15 Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden ................................................... 15

Jaarverslag Prinsentuin Halsteren 2010

3

Voorwoord Het belangrijkste onderwerp in 2010 is het inspectiebezoek geweest. Op 1 april 2010 heeft er een inspectie bezoek plaatsgevonden. Op 29 september 2010 is het definitieve onderzoeksrapport van de Inspectie van het Onderwijs vastgesteld. Hierin staat dat de kwaliteit van de gemengde en theoretische leerweg zwak is vanwege onvoldoende opbrengsten en samen met de onvoldoende kwaliteit van de gehele school op het gebied van de overige onderwerpen van het toetsingskader geeft dit de school de status zeer zwak. Dit resulteert in een verscherpt toezicht van de inspectie. Zij zal de komende twee jaar frequenter en diepgaander de kwaliteitsverbetering van de school monitoren. Hiermee is ook de focus van de directie voor de komende schooljaren bepaald. De uitkomst van het inspectierapport bevestigt de directie in het beeld dat er een omslag nodig is. Een omslag waarbij de organisatiecultuur en managementstructuur duidelijk onder de loep genomen moeten worden om de kwaliteit op het vereiste peil te brengen. In 2010 is het verbeterplan naar aanleiding van het inspectie bezoek vastgesteld en het verbeterplan zal de komende twee jaar de leidraad zijn voor de vestiging.

April van Loenen Vestigingsdirecteur Prinsentuin Halsteren


4

Hoofdstuk 1 Directieverslag In het “Schoolplan VMBO-scholen ROC West-Brabant 2011-2015” en “Onderwijs met passie 2010-2015” van ROC West-Brabant wordt de basiskwaliteit genoemd als één van de speerpunten. Er worden een kwaliteitsdoelstelling genoemd die de basiskwaliteit moet garanderen. Voor Prinsentuin Halsteren heeft hier in 2010 de focus gelegen en zal zeker de komende twee jaar de focus ook nog liggen. 2010 was het jaar van de inspectie en de bewustwording dat er hard gewerkt moet worden aan de kwaliteit van het onderwijs. Van januari tot 1 april 2010 heeft de focus gelegen op het voorbereiden van het inspectiebezoek. Na 1 april zijn er naar aanleiding van het gesprek met de inspectie een aantal verbeteracties ingezet er is erg ingestoken op toetskwaliteit. Van september tot en met december 2010 heeft de focus gelegen op de bewustwording onder het personeel, het verbeterplan en de start van de verbeterprojecten. In september 2010 een analyse plaatsgevonden aan de hand van de uitkomsten van het INK onderzoek en het inspectierapport. Er is gekozen om in oktober 2010 een aanscherping te doen van het jaarplan, het jaarplan is met toestemming van de bestuursraad omgeschreven naar een verbeterplan. In het verbeterplan zijn uiteraard de doelstellingen meegenomen van het jaarplan 2009 en het meerjarenplan. Het verbeterplan van Prinsentuin Halsteren is sturend voor de komende twee jaar. Het biedt inzicht in de grote lijnen van de geplande verbeteractiviteiten en de korte termijn activiteiten die tot de eerste resultaten zullen leiden. Eveneens biedt het inzicht aan de inspectie welke resultaten op welke momenten beschikbaar zijn om met hen te bespreken. De hoofddoelstelling van dit verbetertraject is kwaliteitsverbetering en het realiseren van een omslag in de organisatiecultuur. De directie heeft er voor gekozen om in projectvorm te werken met projectteams. Het succes van de door medewerkers en management gedragen verbeterprojecten is noodzakelijk. Noodzaak is immers een duurzame verbetering bewerkstellingen en draagvlak voor de cultuuromslag van de school creëren. Het belang van slagen weegt mee in de keuze voor de samenstelling van projectteams. Een projectteam kan bestaan uit aangewezen medewerkers van de school op basis van kennis, expertise en/of betrokkenheid in de huidige uitvoering van een proces. Medewerkers kunnen zich daarnaast vrijwillig aanmelden voor een projectteam. De directeur benoemt een projectleider en bepaald de grootte en samenstelling van het projectteam. Een projectteam wordt gedurende het project ondersteund door een externe facilitator. De facilitator informeert over kwaliteitszorggericht werken en denken, is onafhankelijk gesprekspartner maar is ook iemand die knelpunten signaleert en de aansluiting en overlap tussen de verschillende verbeterprojecten bewaakt. De procesbegeleider van de Taskforce ZZS van de VO-raad zal de voortgang van het gehele verbetertraject van de school monitoren.


5

De populatie van Prinsentuin Halsteren bestaat uit 471 leerlingen als het schooljaar begint in 2010. Leerjaar

Aantal leerlingen

leerjaar 1

93

leerjaar 2

106

leerjaar 3

127

leerjaar 4

145 TOTAAL

471

Waarvan in totaal 225 Jongens en 246 Meisjes overwegend uit de omgeving Bergen op Zoom, Halsteren, Tholen, Steenbergen, Nieuw Vossemeer en Wouwse plantage. Leerweg

Aantal leerlingen

basisberoepsgerichte leerweg

109

kaderberoepsgerichte leerweg

187

gemengde/theoretische leerweg

175 TOTAAL

AANTAL



471

(BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –


INDICATOR

1)


Waarvan 150 leerlingen met leerwegondersteund onderwijs en 321 zonder leerwegondersteunend onderwijs. Verhoudingsgewijs hebben wij een klein percentage allochtone leerlingen. Binnen het groene onderwijs vormen wij hiermee geen uitzondering.


6



Kwaliteitsagenda Vanuit de kwaliteitsagenda van het ministerie van OC en W is er binnen Prinsentuin Halsteren gekozen om de nadruk te leggen op de verbetercultuur. Vanuit het speerpunt verbetercultuur uit de kwaliteitsagenda is er binnen school een verbeterplan gemaakt en hebben de onderwerpen van de kwaliteitsagenda een plek gekregen in het verbeterplan. De projecten in het verbeterplan zijn hieronder weergegeven. Organisatie van de school Taken, functies en verantwoordelijkheden [1] Verantwoording [1] Management van medewerkers [2] Beleid en uitvoering; meerjarenplan, jaarplan, teamplannen, vakgebiedplannen [3] Resultaten van de school Analyse van resultaten, sturen met resultaten [1] Plan van aanpak voor het verbeteren van opbrengsten [1] Toetsing en examinering [1] Toelatingsbeleid [2] Determinatie [2] Versterken van het zorgsysteem Handelingsplannen [1] Taalplan [1] Cognitieve zorg [2] Rekenplan [2] Leerlingvolgsysteem [2] Zorgplan [3] Invoeren van een cyclisch kwaliteitszorgsysteem Cyclus van planning en control [1] Besef van kwaliteitszorg onder medewerkers [1] Meetinstrumenten [2] Kwaliteitshandboek [3] Data en processen van de school [3] Onderwijsvisie- en verbetering Visie op onderwijs, criteria van het onderwijsontwerp [1] Onderwijsaanbod [2] Onderwijsorganisatie [2] Besef en uitvoering van onderwijsontwerp onder medewerkers [2] Verbeteren van het didactisch klimaat Basale didactische vaardigheden van docenten [1] Complexe didactische vaardigheden van docenten [3] Inzet van hulpmiddelen voor (individuele) leerlingen [3] Verbetering per direct Begeleiding individuele leerlingen in leerjaar 4 [1] De projecten met het nummer [1] (prioritering 1) zijn in het schooljaar 2010 opgestart en zullen afgerond worden in het jaar 2011. De projecten met het nummer [2] en [3] starten in het jaar 2011.


7

Slaagpercentages SLAAGPERCENTAGES (BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –

INDICATOR


Benchmark

Aantal deelnemers

Aantal geslaagden


vmbo-b

33

32

97,0 %

vmbo-k

49

44

89,8 %

vmbo-(g)t

54

46

85,2 %

Onderwijssoort Plus

2)

Het slaagpercentage voor de basisberoepsgerichte leerweg ligt iets boven het landelijke gemiddelde, voor de kaderberoepsgerichte en gemengd/theoretische leerweg liggen de resultaten onder het landelijke gemiddelde. Gemiddelde examencijfers GEMIDDELD

EXAMENCIJFER

(BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –

Gemiddeld examencijfer per leerweg Gemiddeld examencijfer vmbo-b 2007-2008

INDICATOR

3)


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,4

6,5

6,5

6,4

6,5

6,5

School examen

6,6

6,5

6,8

6,5

6,7

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,1

6,3

6,2

6,2

6,1

6,2

School examen

6,4

6,5

6,4

6,5

6,4

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

5,9

6,3

5,8

6,3

5,9

6,3

School examen

6,5

6,6

6,6

6,6

6,5

6,5

De gemiddelde examencijfers van de basisberoepsgerichte leerweg over de afgelopen 3 jaar laten een stabiel beeld zien, waarbij de resultaten steeds net boven of op het landelijke gemiddelde liggen.


8

De gemiddelde examencijfers van de kaderberoepsgerichte leerweg over de afgelopen 3 jaar laten een stabiel beeld zien, waarbij de resultaten steeds net onder het landelijke gemiddelde liggen. De gemiddelde examencijfers van de gemengde- en theoretische leerweg over de afgelopen 3 jaar laten een verontrustend beeld zien, waarbij de resultaten van de schoolexamens steeds net onder of op het landelijke gemiddelde liggen. Bij de Centraal examens scoren wij lager dan het landelijke gemiddelde. Cohort rendement en ongediplomeerd schoolverlaten DOORSTROOM

EN UITSTROOM

(BRON: VENSTERS


VOOR

VERANTWOORDING –

Doorstroom bovenbouw 20082009

INDICATOREN

4

EN

5)


De doorstoomrendementen onderbouw en bovenbouw zijn voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg voldoende en komen in de buurt of gaan zelfs over het landelijke gemiddelde heen. Ook de tussentijdse schoolverlaters van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg laten geen verontrustend beeld zien. De basisberoepsgerichte leerweg zit onder het landelijke gemiddelde. Het doorstoomrendement van de onderbouw is bij de gemengde- en theoretische leerweg voldoende. Het doorstoomrendement in de bovenbouw daarin tegen wijkt te ver af van het landelijke gemiddelde. De tussentijdse schoolverlaters is voor de gemende- en theoretische leerweg ver boven het landelijke gemiddelde. De meeste leerlingen stromen hier door naar de omliggende MAVO scholen waar zij een MAVO diploma halen.

2.2

Interne en externe kwaliteitszorg Tevredenheid leerlingen en ouders

TEVREDENHEID (BRON: VENSTERS

VOOR



VERANTWOORDING –

INDICATOREN

11

EN

12)


9

De hier weergegeven scores komen uit het Zelf Evaluatie Kader (ZEK) dat afgenomen is in 2009. Deze score is een afspiegeling van alle leerlingen en ouders van alle leerwegen door elkaar heen. Helaas is hier geen onderscheid tussen basis-, kader of gemengde en theoretische leerweg. In de toekomst zal onderscheid tussen de diverse leerwegen wel mogelijk zijn. Voor Prinsentuin Halsteren erg interessant aangezien de scores van de diverse leerwegen erg verschillend zijn. Het is opvallend om te zien dat de score van de leerlingen lager ligt dan die van de ouders. Dit wordt in 2011 besproken met de leerlingenraad en de ouderraad om een goed beeld te krijgen waar de ontevredenheid zit. Opbrengstenoordeel inspectie OPBRENGSTENOORDELEN 2010 (BRON: INSPECTIE

VAN HET

ONDERWIJS)

Gedurende drie schooljaren worden een viertal indicatoren bepaald:

-

de leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht de leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding de leerlingen van de opleiding behalen voor het centrale examen de cijfers die mogen worden verwacht bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centrale examen van een aanvaardbaar niveau

De resultaten van een school worden vergeleken met het landelijke gemiddelde en uitgedrukt op een vijfpuntsschaal: 1 2 3 4 5



2008 2009 2010 3 3 3 3 3 4 3 3 3 gering verschil



Opbrengstenoordeel 2010 Gemengde en theoretische leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstenoordeel 2010


2008 - 2010 voldoende onvoldoende voldoende voldoende voldoende

2008 2009 2010 3 3 3 1 2 1 1 1 1 groot verschil

2008 – 2010 voldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende

In de kaderberoepsgerichte leerweg is het rendement bovenbouw gedaald. De opbrengstenoordelen van Prinsentuin Halsteren zijn niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.


10

Verbeterplan Er is een verbeterplan gemaakt waar elementen inzitten van het meerjarenplan, toezichtkader van de inspectie, Zelf Evaluatie Kader (ZEK) uit 2010, analyse in 2010 aan de hand van het inspectie rapport. Het verbeterplan is tot stand gekomen met ondersteuning vanuit het Task Force Zeer Zwakke Scholen geïnitieerd door de VO raad. Het verbeterplan bestaat uit projecten, deze projecten zijn vastgelegd in het verbeterplan in de verbeteragenda zijn de data aangeven wanneer er producten afgeleverd moeten worden vanuit de projectgroepen. Er is in 2010 ingestoken op het trainen van docenten om projectmatig te werken. 2011 zal in het kader staan van de uitvoering en borging van de producten aan de hand van de Plan Do Check Act Cyclus die opgenomen wordt in de jaaragenda’s. In 2012 staat er een interne audit gepland. Deze interne audit zal plaatsvinden voor het gesprek met de inspectie. 2.3.


In 2010 is er na aanleiding van het inspectie rapport aansluiting gezocht met het Task Forse Zeer Zwakke Scholen geïnitieerd vanuit de VO raad. Er is een projectleider aangesteld die Prinsentuin Halsteren ondersteunt in het verbeterproces. Kijkend naar de leerlingen aantal in de regio zal er in 2011 ingestoken worden op de samenwerking tussen de omliggende scholen vanuit de VMBO entiteit.


11


Huisvesting

Prinsentuin Halsteren is gehuisvest in één van de nieuwbouw gebouwen van het ROC West-Brabant. Het gebouw is van alle gemakken voorzien en er is ingespeeld op de wensen die voortvloeien uit het onderwijsaanbod. 3.2



VOOR

VERANTWOORDING –

INDICATOR



% lesuitval

1.036

999

3,6%

1

1.051

1.015

3,4%

2

1.021

983

3,7%

977

940

3,8%

3

1.070

1.024

4,3%

LA

1.070

1.024

4,3%

4

930

898

3,4%

LA

930

898

3,4%

vmbo

vmbo-b

vmbo-k

1.021

1.003

1,8%

3

1.061

1.035

2,5%

LA

1.061

1.035

2,5%

4

981

971

1,0%

LA

981

971

1,0%

vmbo-(g)t

982

959

2,3%

3

1.009

980

2,9%

LA

1.008

982

2,6%

TL

1.010

977

3,3%

4

956

938

1,9%

LA

956

938

1,9%

TL

956

938

1,9%

17)


De geprogrammeerde onderwijstijd in het schooljaar 2009-2010 was niet evenredig verdeeld. Leerjaar 2 heeft de wettelijke norm niet gehaald ook klas 3 (g)t is onder de wettelijke norm geschoten van 1000 uur. Klas 4 heeft voor alle leerjaren ruim voldoende gescoord ver boven de wettelijke norm van 700 uur.


12


Personeelsamenstelling Aantallen

Prinsentuin Halsteren kent een totale formatie van 40,5795 FTE (peildatum 1 oktober 2010) verdeeld over 52 medewerkers. De gemiddelde werktijdfactor bedroeg 0,7804 FTE

Leeftijdsopbouw De grafiek hieronder toont de leeftijdsopbouw van de medewerkers van Prinsentuin Halsteren op peildatum 1 oktober 2010. De leeftijdsopbouw van het team is redelijk verdeeld over de verschillende leeftijdscategorieën, maar waarbij 74% van de medewerkers ouder is dan 40 jaar. De gemiddelde leeftijd bedraagt 46 jaar. Personeelssamenstelling Prinsentuin Halsteren Leeftijdscategorie

ouder dan 65 jar 60-65 jaar 55-60 jaar 50-55 jaar 45-50 jaar 40-45 jaar 35-40 jaar 30-35 jaar 25-30 jaar jonger dan 25 jaar 0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Aantal medewerkers

Verhouding formatie De formatie van Prinsentuin Halsteren was op peildatum 1 oktober 2010 als volgt onderverdeeld: OBP

Tijdelijk

3,6 FTE

6,9786 FTE

(9%)

(17%)

Vast

OP

32,8701 FTE

33,1718 FTE

(81%)

(82%)


13

4.2


De collega’s van de bovenbouw hebben onder leiding van een medewerker van CITO een training toetsconstructie gevolgd om de eerste aanzet te geven tot kwaliteitsverbetering van de toetsing. 4.3

Arbo

Onder de titel “Goed voor elkaar” heeft de dienst P&O van ROC West-Brabant een concept ontwikkeld dat alle aspecten van veiligheid, gezondheid en welzijn bevat. Medio 2009 is een start gemaakt met het project “Vitale Medewerkers, Bevlogen Onderwijs” bij alle VMBO-scholen van ROC West-Brabant. De doelstelling van dit project is: De vitaliteit en duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers van het VMBO optimaliseren. Onderstaande grafiek geeft een overzicht van het (voortschrijdend) ziekteverzuim van Prinsentuin Halsteren over het kalenderjaar 2010.

ok to be no ve r-09 m de berce 09 m be r ja -09 nu ar i-1 fe 0 br ua ri10 m aa rt10 ap ril -1 0 m ei -1 0 ju ni -1 0 ju liau gu 10 st us se pt em 10 be ok r-10 to be r-1 0

8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%


Normpercentage

De verzuimcijfers van Prinsentuin Halsteren liggen boven de norm van ROC WestBrabant.


14

Hoofdstuk 5 Arbo De arbostructuur Pinsentuin Halsteren is opgesteld en vastgesteld door de arbocommissie en DMR en op de portal geplaatst. Tevens is een overzicht opgesteld van alle taken op Arbo-gebied, per taak is hierin aangegeven wie ervoor verantwoordelijk is. Prinsentuin Halsteren is in het bezit van een goedgekeurd calamiteiten en – ontruimingsplan, deze zijn bekend onder de BHV’ers en op de portal geplaatst. Prinsentuin Halsteren heeft een schoolveiligheidsplan, gebaseerd op het format (vastgesteld door arbocommissie en DMR) en toegespitst op de eigen situatie. In 2010 zijn logboeken brandveiligheid, onderhoud machines, gereedschap en keukeninrichtingen uitgereikt vanuit ROC West-Brabant. Begin 2011 worden de organisatie rondom en het bijhouden van de logboeken uitgelegd aan de verantwoordelijken (arbo-contactpersonen) op de vestigingen.

Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden Prinsentuin Halsteren heeft geen geoormerkte gelden ingezet die verantwoord moeten worden.


15

Jaarverslag 2010

Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 1 Directieverslag..................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 2 Onderwijsprestaties............................................................................................................. 6 2.1

Overzicht van de prestatie-indicatoren .................................................................................. 6

Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering .................................................................................................................. 10 3.1

Huisvesting........................................................................................................................... 10

3.2

Prestatie-indicatoren m.b.t. bedrijfsvoering.......................................................................... 10

Hoofdstuk 4 Personeel .......................................................................................................................... 12 4.1

Personeelssamenstelling ..................................................................................................... 12

4.2

Professionele ontwikkeling personeel.................................................................................. 12

4.3

Arbo...................................................................................................................................... 13

Hoofdstuk 5 Arbo................................................................................................................................... 13 Hoofdstuk 6 Verantwoording geoormerkte gelden................................................................................ 13

Jaarverslag Prinsentuin Oudenbosch 2010

3

Voorwoord

Wat je aandacht geeft, dat groeit. Een uitspraak ontleend aan Robert Coppenhagen, de schrijver van de Belofte van Laagland. En Robert heeft deze spreuk ook weer ergens opgedaan. De spreuk past uitstekend bij de kernwaarde van Prinsentuin Oudenbosch. Naast alle zakelijke en bedrijfsmatige verbeterprocessen die in Oudenbosch moeten plaatsvinden is het deze kernwaarde die de school maakt tot wat ie is. Het is deze waarde waarmee de school bekendheid geniet in de verre omtrek. Het is deze waarde die we derhalve nooit uit het oog mogen verliezen want anders verliezen we onze identiteit. De schoolresultaten in Oudenbosch zijn over het algemeen al jaren goed geweest. In 2010 is er een duidelijk signaal gekomen dat dit (met name op de Gemengde Leerweg) veranderd is. In de metingen is er een waarschuwing gekomen. Een waarschuwing die we ter harte moeten nemen. Vandaar dat een begin is gemaakt met een analyse, een verbeterplan en een verbeterproces. In 2010 zijn daar de eerste stappen in gezet. In de volgende jaren zal dat tot gevolg moeten hebben dat Prinsentuin Oudenbosch naast een aantrekkelijke en fijne school ook een school is met een goede kwaliteit.

Peter Stadhouders, Vestigingsdirecteur


4

Hoofdstuk 1 Directieverslag Prinsentuin Oudenbosch profileert zich vooral met de kernwaarde “aandacht”. Deze kernwaarde is voortgekomen uit het reeds lang bestaande karakter van de school. Zo staat de school dan ook al lang bekend in de wijde regio. Een sterk punt dat we willen uitbuiten. Als ankerwaarden hanteert Oudenbosch “geborgenheid” en “gestructureerdheid” die heel goed passen bij de populatie die traditioneel kiest voor de school. Er valt nog wel het een en ander te winnen op het gebied van organisatie. Ook in de scholing van onze medewerkers willen we dit de juiste aandacht geven. De aspiratiewaarden zijn “ontdekkend” en “ondernemend”. Deze zijn betrekkelijk nieuw in de wat traditionele organisatie van Prinsentuin Oudenbosch. Het betekent onder andere ruimte geven aan initiatieven op het gebied van onderwijs. Met de komst van nieuwe docenten en de contacten die ontstaan binnen de nieuwe entiteit VMBO beginnen die initiatieven herkenbaar te worden. In 2010 is het meerjarenplan 2011-2015 tot stand gekomen. Daaruit is voor 2011 een jaarplan samengesteld. Daarin zijn een aantal speerpunten benoemd in de categorieën Onderwijs en Begeleiding, Medewerkers en Organisatie. Deze plannen berusten voor een groot deel op de ingeslagen weg in 2010. Daarover is dan ook nader gerapporteerd bij de prestatie-indicatoren verderop in Hoofdstuk 2. In 2010 is de aandacht vooral gevestigd op de basiskwaliteit. De (tegenvallende) examenresultaten in de gemengde leerweg en het hoge ziekteverzuim zijn daarbij in het oogspringend. Vakgroepen zijn gereactiveerd om dit mee aan te pakken.


5


Overzicht van de prestatie-indicatoren Jaarplanonderdelen

Voor Onderwijs en Begeleiding is de aandacht gericht op de begeleidingsstructuur, de ouderbetrokkenheid, vakgroepactiviteiten, rekenen taalbeleid en maatschappelijke stage. De begeleidingsstructuur is uitgewerkt in een systematische bespreekcyclus zodat kennis en informatie wordt gedeeld. Daarmee wordt een consequente aanpak bevorderd en leren we van elkaar. Op het gebied van ouderbetrokkenheid is met veel enthousiasme een R en D – traject van het APS gevolgd. Dit zal in 2011 een vervolg krijgen. Doel daarvan is om met ouders een bongenootschap aan te gaan zodat de ontwikkeling van hun kind/onze leerling wordt bevorderd. De vakgroepen krijgen opdracht om een aantal zaken (terug) op orde te krijgen. De examenresultaten van 2010 geven hier duidelijk aanleiding toe. In september 2010 zijn de vakgroepen hiermee aan de slag gegaan. Reken- en taalbeleid is op twee manieren aangepakt. Twee collega’s zijn de uitdaging aangegaan en zorgen voor de ontwikkeling en invulling van lessen RTS (Rekenen, Taal en Studievaardigheden) in leerjaar 1 (1 lesuur per week). Daarnaast hebben die zelfde collega’s een systematiek ontwikkeld met behulp van Reken- en Taalkisten om plotselinge lesuitval in de onderbouw in te vullen met oefenlessen rekenen en taal. Maatschappelijke Stage vindt zijn invulling in gezamenlijke projecten die deels met de regionale coördinator worden opgezet en deels zelf. Daarnaast voeren leerlingen maatschappelijke stageactiviteiten uit die ze zelf genereren. De Medewerkers worden sterk gestimuleerd zich te ontwikkelen. In combinatie met de plannen voor onderwijs en begeleiding en de vakgroepen wordt ingezoomd op de eigen competenties. Dit komt met name ook aan de orde in de functioneringsgesprekken. Daartoe worden in 2011 de competentieprofielen geformuleerd voor de school en wordt een volgsysteem ingericht zodat de scholingsbehoefte in beeld komt. Vooruitlopend daarop zal in 2011 alvast een scholingsaanbod volgen op docent/mentor-vaardigheden, het voeren van reflectiegesprekken en ouderbetrokkenheid. Het onderdeel Organisatie krijgt in het kader van basiskwaliteit sterke aandacht. Er wordt gewerkt aan een uitputtende jaarkalender waarin alle (administratieve) activiteiten worden opgenomen. Tevens worden daar de benodigde protocollen omheen gebouwd. Verder is er voordurend aandacht voor de ontwikkeling in de richting van een professionele cultuur.

Slaagpercentage SLAAGPERCENTAGES (BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –

INDICATOR


Benchmark

Aantal deelnemers

Aantal geslaagden


vmbo-b

38

38

100,0 %

vmbo-k

46

41

89,1 %

vmbo-(g)t

39

34

87,2 %

Onderwijssoort Plus

2)


6


Effent

Scala

96,97%

100,0%

98,24%

96,24%

100,0%

100,0%

95,72%

100,0%

100,0%

100,0%

97,37%

95,38%

90,0%

100,0%

100,0%

95,83%

96,87%

92,31%

Landbouw (LA) 85,42%

90,0%

100,0%

100,0%

95,31%

100,0%

80,0%

100,0%


80,0%

85,71%

100,0%

Combinatie (COM)

Economie (EC)

100,0%

VMBO-T (MAVO)

100,0%

Techniek (TE)

100,0%

100,0%

96,97%

97,56%

89,13%

100,0%

89,8%

73,33%

97,72%

93,35%

94,38%

91,03%

92,96%

100,0%

92,86%

94,29%

100,0%

88,14%

95,36%

96,92%

93,96%

94,69%

95,59%

90,91%

100,0%

94,74%

93,75% 93,75%


95,27%

99,44% 91,43%

100,0% 97,56%

89,13%

100,0%

89,8%

93,18%

87,18%

100,0%

85,19%

90,63%

93,16%

86,67% 81,82%

94,74%

89,29%

Landbouw (LA) 100,0%

100,0% 88,89%

Techniek (TE)

vmbo-(g)t

100,0%

90,0%

100,0%

Economie (EC)

100,0%

100,0%

Combinatie (COM) vmbo-k

100,0%

Prinsentuin Halsteren

92,31%

Prinsentuin Andel

100,0% 100,0%

Prinsentuin Oudenbosch

100,0% 100,0%

Prinsentuin Breda


De Rotonde

Techniek (TE)

Van Cooth

93,55%

100,0%

't Bergse VMBO Pomonalaan

96,15%

Economie (EC)

Westerpoort

't Bergse VMBO Nobellaan

vmbo-b

31107

School

Landelijk gemiddelde

Bestuur Instelling

100,0%

100,0%

100,0%

87,76%

92,42%

93,16%

94,74%

50,0%

Landbouw (LA)

62,5%

85,71%

100,0%

60,0%

90,81%

93,7%

87,1%

92,52%

92,48%

93,83%

90,0%

94,35%

50,0%

93,12%

80,0%

93,1%

Gemiddeld examencijfer GEMIDDELD

EXAMENCIJFER

(BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –

Gemiddeld examencijfer per leerweg Gemiddeld examencijfer vmbo-b

INDICATOR

3)


2007-2008

2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,4

6,5

6,6

6,4

6,3

6,5

School examen

6,6

6,5

6,8

6,5

6,7

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,5

6,3

6,3

6,2

5,9

6,2

School examen

6,4

6,5

6,4

6,5

6,2

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,6

6,3

6,1

6,3

5,8

6,3

School examen

6,9

6,6

6,8

6,6

6,6

6,5

Cohortrendement (incl ongediplomeerd schoolverlaten) Jaarverslag Prinsentuin Oudenbosch 2010

7

DOORSTROOM

EN UITSTROOM

(BRON: VENSTERS


VOOR

VERANTWOORDING –


INDICATOREN

4

EN

5)


Tevredenheid Leerlingen en Ouders

In het jaarverslag van 2009 waren resultaten opgenomen van de ZEK-rapportage en met name het consentgesprek van de ZEK-rapportage heeft toen een aantal indicaties opgeleverd die we serieus nemen. Zo bleek uit de cijfers dat 75% van de leerlingen wederzijds vertrouwen ervaren in de relatie tussen leerkrachten en leerlingen. Dit betekent dat 25% daar anders over denkt. Een ander gegeven levert op dat 50% van de leerlingen vindt dat leerkrachten problemen snel herkennen en er naar handelen, 50% dus niet. Zo’n 59% van de leerlingen vindt de sfeer leuk, 41% dus niet. Kan de school hierover tevreden zijn of niet? Dat is een belangrijke vraag. Vandaar dat we ons mede daardoor hebben gericht op zowel fysieke maatregelen in de school (gebouwelijke aanpassingen) als ook op de deskundigheidsbevordering van alle collega’s om het gevoel van veiligheid te bevorderen. Zoals gemeld stammen de ZEK-gegevens al uit een eerder kalenderjaar. Het besluit is genomen om periodiek (elke twee jaar) een dergelijk onderzoek te gaan uitvoeren. Daarbij zal de koppeling worden gemaakt met Vensters voor Verantwoording (V.v.V.). Hieronder de gegevens zoals die momenteel te vinden zijn in V.v.V. TEVREDENHEID (BRON: VENSTERS

VOOR



VERANTWOORDING –

INDICATOREN

11

EN

12)


8

Rendementskaart OPBRENGSTENOORDELEN 2010 (BRON: INSPECTIE

VAN HET

ONDERWIJS)


-





2008 2009 2010 3 3 4 3 4 3 3 3 2 gering verschil



Opbrengstenoordeel 2010 Gemengde leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstenoordeel 2010

2008 – 2010 voldoende voldoende voldoende voldoende

2008 – 2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende

2008 2009 2010 3 3 4 4 4 3 5 2 1 groot verschil

2008 - 2010 voldoende voldoende voldoende onvoldoende voldoende

In de gemengde leerweg zijn twee indicatoren verder verslechterd. In de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg zijn de cijfers centraal examen gedaald. De opbrengstenoordelen van Prinsentuin Oudenbosch zijn niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.


9


Huisvesting

In het gebouw zijn een aantal aanpassingen verricht. Er is meer bergruimte gecreëerd. Het aantal spreekkamers is vergroot en de i.c.t.-apparatuur is anders ingedeeld. Het laatste is vooral gedaan om op deze wijze in (vrijwel) elk lokaal de mogelijkheid te hebben om de afwezigheid van leerlingen onmiddellijk in het registratiesysteem in te kunnen voeren. Verder is er een grote verbouwing uitgevoerd in de omgeving van de vaklokalen voor Biologie en Nask. Daar is nu een moderne leeromgeving ontstaan waarin leerlingen vanuit realistische opdrachten de leerdoelen bereiken. In de tuinomgeving is de composthoop en de opslagvoorziening voor materialen verbeterd door keerwanden te plaatsen en te bestraten. Er ligt een plan om in de tuin een helofytenfilter aan te leggen. Dat moet gaan zorgen voor natuurlijke reiniging van zowel oppervlaktewater (de vijver) alsook het afvalwater van het bijgebouw. Begin 2011 wordt de aanleg gepland. In aansluiting hierop zal educatief een en ander worden ontwikkeld in combinatie met moderne technologie. 3.2

Prestatie-indicatoren m.b.t. bedrijfsvoering Marktaandeel

Prinsentuin Oudenbosch neemt een redelijk deel van de markt voor haar rekening. In een periode van teruglopend aantal leerlingen in de cohorten beleeft de school een record aanmelding van 135 leerlingen voor leerjaar 1. Daarmee weet de school zich te handhaven in een gelijkblijvend (zelfs licht stijgend) aantal leerlingen. De trend voor de komende jaren is dat in West Brabant het aanbod significant daalt. Met een 4e leerjaar van 88 leerlingen in schooljaar 2010-2011 heeft de school een kleine uitstroom t.o.v. de andere leerjaren. Voor de korte termijn geeft dit lucht. Op langere termijn moet de school een groter marktaandeel verwerven om stabiel te blijven. Daartoe zijn er lijnen uitgezet die de naamsbekendheid en aantrekkelijkheid van de school vergroten. Daarbij wordt met name ingezet op de kernwaarde, de ankerwaarden en de aspiratiewaarden van de school. AANTAL



(BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –



INDICATOR

1)


10

Onderwijstijd en lesuitval

De onderwijstijd is naar behoren gerealiseerd. Toch valt op dat het bij sommige lesgroepen niet ruim uitvalt of zelfs enigszins te kort schiet. Dit signaal wordt opgepikt en zal leiden in het schooljaar 2010-2011 tot meer geplande lestijd zodat er een ruimere marge ontstaat. ONDERWIJSTIJD (BRON: VENSTERS

VOOR

VERANTWOORDING –

INDICATOR



% lesuitval

1.022

996

2,5%

1

1.011

990

2,1%

2

1.032

1.002

2,9%

850

840

3

1.030

1.012

1,7%

LA

1.030

1.012

1,7%

4

760

754

0,8%

LA

760

754

0,8%

vmbo

vmbo-b

vmbo-k

868

2,3%

3

1.026

996

2,9%

LA

1.026

996

2,9%

4

751

741

1,3%

LA

751

741

1,3%

888

867

2,4%

3

1.026

996

2,9%

LA

1.026

996

2,9%

4

750

738

1,6%

LA

750

738

1,6%



1,2%

888

vmbo-(g)t

17)

11



Het personeelsbestand van Prinsentuin beslaat ruim 46 FTE. Als daarvan ouderschapsverlof, Bapo. en dergelijke zaken worden afgetrokken blijft er netto bijna 40 FTE over. De directie bestaat uit 2 FTE, ongeveer 5 FTE is besteed aan ondersteunende taken. Ruim 30 FTE is beschikbaar voor onderwijskundige taken. De leeftijdsopbouw van het team is redelijk verdeeld hoewel er een duidelijke accent ligt bij de oudere leeftijdscategorie (48% is ouder dan 50). Aangezien er in de oudere categorie ook veel van de belangrijke taken liggen, is op Prinsentuin Oudenbosch begonnen met een geleidelijke verschuiving van taken naar jongere medewerkers. Leeftijdsopbouw Prinsentuin Oudenbosch Leeftijdscategorie

60-65

50-55

40-45

30-35

<25 0

2

4

6

8

10

12

14

Aantal medewerkers

4.2


In 2010 is er samen met het team gewerkt aan een goed beeld van de scholingsbehoefte. Als onderdeel van die inventarisatie heeft het team (OP) deelgenomen ook een simulatie “Leerling bij de les”. Daarin is onder andere tot uiting gekomen waar een deel van de scholingsbehoefte ligt. Als resultaat daarvan zal een aantal collega’s in 2011 deelnemen aan een scholing mentorvaardigheden. Verder is daaruit gebleken dat er behoefte is aan scholing op het gebied van persoonlijkheidsstoornissen (zoals ADHD, PDD-NOS e.d.) en aan scholing op het gebied van dyslectische afwijkingen. Het team wil zich graag op die terreinen bekwamen. Daarmee loopt het team vooruit op de ontwikkelingen in het kader van Passend Onderwijs. De juiste handelingsbekwaamheid wordt nagestreefd. Er is een workshop voor het team georganiseerd die inzicht geeft in de begeleidingsmogelijkheden van (School-)Maatschappelijk Werk. Twee collega’s zijn gestart met een opleiding bij Fontys die gericht is op het begeleiden van (nieuwe) collega’s. In 2010 heeft een klein aantal collega’s deelgenomen aan een Research en Development traject van het APS. Dit traject is gericht op het opstellen van een ontwikkelkompas voor leerlingen. Daarbij werken ouders en docenten/mentoren samen om tot een gemeenschappelijke spreektaal en aanpak te komen in het kader van begeleiding van de leerling. Dit traject is als zeer waardevol ervaren. In 2011 zal samen met APS worden gezocht naar een praktisch uitvoerbare werkwijze van deze aanpak en naar een manier om teamleden hierin te bekwamen.


12

4.3

Arbo

De verzuimcijfers in Oudenbosch liggen momenteel nog op een te hoog niveau. Met behulp van het project “goed voor elkaar” is een inventarisatie gemaakt van de verzuimcijfers en is er een enquête gehouden onder het personeel. Er zijn in Oudenbosch meer langdurig zieken te melden dan gemiddeld op de andere scholen uit de organisatie. Daarvoor bestaat deels een verklaring vanuit de individuele gevallen. Voor een ander deel wordt de situatie nauw gevolgd van uit Centraal Kantoor en is er intensieve samenwerking.

-0 9

ve m

no

de

9

be r

r- 0

to

be

ok

em pt se

be ce r- 0 9 m be ja r- 0 9 nu a f e r i- 1 br ua 0 r im 10 aa r t1 ap 0 ril -1 0 m ei -1 0 ju ni -1 0 a u ju li -1 gu 0 s se tu s pt em - 10 be o k r- 1 0 to n o be r -1 ve 0 m be r- 1 0

10% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%


Normpercentage

Hoofdstuk 5 Arbo Op Prinsentuin staat Arbo hoog in het vaandel. Sinds 2009 is er een nieuwe Arbocoördinator en deze doet voortvarend zijn werk. Samen met de centrale ondersteuning zijn er goede resultaten geboekt. Waar eerst er een achterstand bestond is er nu sprake van dat Prinsentuin Oudenbosch binnen de entiteit mee voorop loopt waar het de ontwikkeling betreft. Het aantal BHV’ers is nagenoeg op peil. De RI&E is uitgevoerd en de aanbevelingen zijn grotendeels opgevolgd. De ontruimingen worden gepland, uitgevoerd en geëvalueerd. Daarbij is te merken dat de teamontwikkeling van de BHV-ploeg goed vooruit gaat. De voorgeschreven plannen die moeten worden gemaakt en vastgelegd zijn op tijd geleverd en zijn op orde.

Hoofdstuk 6 Verantwoording geoormerkte gelden Prinsentuin Oudenbosch heeft in het jaar 2010 geen geoormerkte gelden ontvangen die verantwoord dienen te worden.


13

Jaarverslag 2010

Inhoudsopgave

Voorwoord............................................................................................................................................ 4 Hoofdstuk 1

Directieverslag .......................................................................................................... 5

Hoofdstuk 2

Onderwijsprestaties.................................................................................................. 6

Hoofdstuk 3

Bedrijfsvoering.........................................................................................................11

Hoofdstuk 4

Personeel .................................................................................................................12

Hoofdstuk 5

Arbo ..........................................................................................................................14

Hoofdstuk 6

Verantwoording inzet geoormerkte gelden.....................................................15

Voorwoord. Scala telde op 1 oktober 2010 884 leerlingen. Ten opzichte van 2009 laat dit (nog) een stabiel beeld zien. Scala is een VMBO-school voor Mavo en Beroepsgerichte leerwegen in de economische sector. Bovendien profileert Scala zich met Theater, Vormgeving en Bewegen en Sport en doet daarmee een breed beroep op de talenten van de leerlingen. Na de vorming van de entiteit VMBO binnen ROC West-Brabant is in 2009 door de algemeen directeur van de entiteit aan alle VMBO-scholen de opdracht gegeven om een meerjarenplan te maken voor de periode 2010-2015. Deze periode loopt gelijk met de nieuwe beleidsperiode van ROC West-Brabant (Onderwijs met Passie, van ik naar wij). Aangezien Scala, in tegenstelling tot de meeste andere VMBO-scholen, al eerder een meerjaren beleidsagenda had opgesteld en met de uitvoering daarvan aan de slag is, betekent dit voor onze school dat ons beleidsplan 2008-2012 een update heeft gekregen naar 2010-2015. In dit jaarverslag kijken we terug op 2010. Het schetst een zo volledig mogelijk beeld van de gang van zaken gedurende het verslagjaar en beschrijft alle daarbij van invloed zijnde interne en externe ontwikkelingen.

Kees van Steen Vestigingsdirecteur

Jaarverslag Scala 2010

4

Hoofdstuk 1

Directieverslag

Van je 12de tot je 18e is een belangrijke periode van ontdekken. Wie ben ik, wat wil ik en wat kan ik? Op Scala helpen we jongeren bij het zoeken naar antwoorden op deze vragen die ze zich stellen. Expressief, eigenzinnig en inspiratie zijn de kernwaarden die wij gebruiken om aan te geven hoe we dit doen. De leerling is hierbij altijd het uitgangspunt. Wij verwachten dat leerlingen zich actief opstellen en hetgeen ze ontdekken, gebruiken voor zichzelf en hun omgeving. Wij dagen hen daartoe maximaal uit, maken hierover afspraken en scheppen duidelijke kaders die een houvast zijn in het leven van onze leerlingen. Zo ontdekken ze dat meer kunnen dan ze denken. We zijn ook in 2010 bewust bezig geweest met onze identiteit met als doel elkaar maximaal te versterken en aan te vullen in ons streven de verandering in onze leerlingen vorm te geven. De essentie van onze identiteit is verwoord in onze visie, missie en kernwaarden. Deze zijn het fundament waarop we ons onderwijs op Scala vormgeven. In de beleidsagenda op het terrein van onderwijs zijn zowel acties en actieclusters benoemd vanuit weten regelgeving, als vanuit de verdere uitbouw en vormgeving van onze profilering. In 2010 zijn de volgende speerpunten van beleid uitgevoerd of in gang gezet. Deze worden nader toegelicht in hoofdstuk 2 van dit jaarverslag. Keuzeprocessen in het kader van studie en beroepskeuze Terugdringen van het voortijdig schoolverlaten Het verbeteren van het taal en rekenniveau Maatschappelijke stage Bewegen en Sport Verkeersonderwijs Internationalisering Ook in 2010 lag er voor alle medewerkers de uitdaging om een bijdrage te leveren aan onze beleidsagenda. We willen onze leerlingen “Ruimte” geven: Ruimte om zichzelf te zijn Ruimte voor sfeer en gezelligheid Ruimte voor creativiteit Ruimte om met en van elkaar te leren Ruimte om van “buiten” te leren Ruimte om te ontdekken dat je meer kunt dan je denkt Hetzelfde geldt onverkort voor al onze medewerkers, onderwijsgevend en onderwijsondersteunend. Op hun schouders rust de opdracht om kinderen tot leren te brengen. Een mooie en soms ook zware opdracht, want leren kun je nu eenmaal niet afdwingen. Wat wij wel kunnen, zijn de omstandigheden creëren waarbinnen leerlingen tot leren komen.


5

Hoofdstuk 2 2.1

Onderwijsprestaties


Keuzeprocessen in het kader van studie en beroepskeuze Scala participeert samen met een aantal andere VMBO en MBO scholen in dit kader in het project Keuzeprocessen, waarvoor subsidie is toegekend vanuit de provincie NoordBrabant. In 2010 heeft zeer succesvol de eerste editie plaats gevonden van VMBO Breda on Stage, een activiteit waarbij leerlingen op school worden voorbereid op het ontmoeten van beroepsbeoefenaren, deze beroepsbeoefenaren ontmoeten tijdens een beursdag en vervolgens een dag mee op stap mogen en kennis kunnen maken met het beroep tijdens de doe-dag. Op deze wijze maken leerlingen kennis met arbeid, krijgen een beter beroepsbeeld door ervaring en reflectie en komen daardoor tot een meer gemotiveerde keuze voor een bij hen passende vervolgopleiding. De tweede helft van 2010 is gestart met een inventarisatie van alle activiteiten die op Scala plaatsvinden in het kader van loopbaanoriëntatie met als doel na te gaan of we, verspreid over de leerjaren, de goede dingen doen (is het een logisch, doorlopend en samenhangend geheel?) en of we deze ook goed doen (met name zullen elementen van reflectie moeten worden toegevoegd). Terugdringen van het voortijdig schoolverlaten Is een van de belangrijke punten op de kwaliteitsagenda VO van het Ministerie van OC&W en ook op onze beleidsagenda. Onze school heeft in dit kader een VSVprojectplan ingediend. Met de goedkeuring hiervan zijn ook de financiële middelen beschikbaar gekomen om hier gedurende 2 schooljaar extra aandacht aan te kunnen besteden. In augustus 2009 is gestart met dit project onder de titel: StudieBegeleidingsIntermediair. Door een specifieke doelgroep leerlingen intensiever te begeleiden kan er beter in kaart worden gebracht wat de problematiek is van de leerling, waardoor er adequaat gereageerd wordt op de problematiek. Daarnaast worden er samen met externen concrete afspraken gemaakt omtrent begeleiding, toekomst en schooltraject. Doelstelling is steeds: behalen van een diploma op Scala, kansrijker overstappen naar een andere VMBO-school, of ambulant begeleiden op Havo of MBO. Een ander project dat met ingang van het schooljaar 2010-2011 is opgestart in het kader van voortijdig schoolverlaten is het M@ZL-project. De financiële bijdrage van Scala wordt betaald uit de prestatiegelden VSV (zie hoofdstuk 6). M@ZL staat voor: medische advisering ziek gemelde leerlingen. Een onderliggend convenant zorgt ervoor dat de school, de schoolarts en de leerplichtambtenaar hun werk beter kunnen doen door leerlingen en ouders op een “bedrijfsartsmatige” wijze te begeleiden met als doel de afwezigheid van de leerling zoveel mogelijk te beperken. Het verbeteren van het taal en rekenniveau Uit de kwaliteitsagenda VO heeft Scala met name gekozen voor het taal en rekenbeleid. De afgelopen 2 jaar is taalbeleid ontwikkeld en is gestart met de implementatie middels “nieuwsbegrip” en het “posterproject”. In het schooljaar 20102011 wordt een 10-tal docenten geschoold in het verzorgen van taalgericht vakonderwijs. Via het train de trainerprincipe leidt dit ertoe dat binnen 4 jaar alle docenten hun vak geven vanuit de principes van het taalgericht vakonderwijs. Het rekenonderwijs wordt de komend jaren op Scala zodanig ingericht dat de leerlingen op 01-08-2014 succesvol kunnen deelnemen aan de verplichte rekentoets. Om de vorderingen van de leerlingen op het gebied van taalvaardigheid, rekenvaardigheid en studievaardigheden objectief te kunnen meten was dringend behoefte aan


6

leerstofonafhankelijke toetsen. Vanaf het schooljaar 2010-2011 wordt hiertoe gebruik gemaakt van CITO-VAS. Maatschappelijke stage In het invoeringsplan Maatschappelijke stage dat in 2010 is opgeleverd staat beschreven op welke wijze maatschappelijke stage op Scala in het curriculum wordt opgenomen. Scala kiest ervoor de maatschappelijke stage op 3 manieren in te vullen: als schoolactiviteit als collectieve verticale activiteit als individuele activiteit De in 2009 gestarte pilot waarbij een klas VMBO-leerlingen o.l.v. MBO-leerlingen van het Prinsentuin College 2 dagen diverse projecten heeft uitgevoerd is in 2010 verder uitgebreid. Bewegen en Sport Bewegen en Sport is een van de profileringvakken op Scala. In de komende jaren bouwen we dit uit tot een volwaardig examenvak. Gedurende het schooljaar 2010-2011 wordt geëxperimenteerd met een pilot in de afdeling beroepsgerichte leerwegen. Vanaf 01-08-2011 wordt dit doorgetrokken naar de afdeling mavo. Verkeersonderwijs In 2010 is het Brabants Veiligheidslabel toegekend aan Scala vanwege het feit dat op Scala structureel in het curriculum aandacht is voor verkeerseducatie. Scala is de eerste school voor VO in Breda die dit label behaalde. Docenten van Scala hebben meegewerkt aan de ontwikkeling van lesmodules die vanaf 2011 onder de naam Totaly Traffic door de provincie worden aangeboden aan scholen voor VO. Internationalisering Op basis van het geformuleerde internationaliseringbeleid van ROC West-Brabant: “…internationalisering begint in huis…” is Scala in 2010 gestart met de implementatie van ELOS. Ter ondersteuning hiervan is voor het schooljaar 2010-2011 een startsubsidie van het Europees Platform toegekend. Slaagpercentage Slaagpercentage 2009-2010

Benchmark

Aantal deelnemers

Aantal geslaagden


vmbo-b

13

13

100,0 %

vmbo-k

70

64

91,4 %

vmbo-(g)t

96

87

90,6 %

Onderwijssoort Plus

Het slaagpercentage voor de basisberoepsgerichte leerweg ligt boven het landelijk gemiddelde, voor de kaderberoepsgerichte en gemengd/theoretische leerweg liggen de resultaten iets onder het landelijk gemiddelde.


7

Gemiddeld examencijfer Gemiddeld examencijfer per leerweg Gemiddeld examencijfer vmbo-b 2007-2008

Examencijfer 2009-2010 2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

5,9

6,5

6,3

6,4

6,5

6,5

School examen

6,2

6,5

6,3

6,5

6,2

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,3

6,3

6,1

6,2

6,0

6,2

School examen

6,4

6,5

6,5

6,5

6,5

6,5


2009-2010

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,4

6,3

6,2

6,3

School examen

6,7

6,6

6,6

6,5

De gemiddelde examencijfers van de verschillende leerwegen over de afgelopen 3 jaar laten een stabiel beeld zien, waarbij de resultaten steeds op of net onder het landelijk gemiddelde liggen. Cohort rendement en ongediplomeerd schoolverlaten DOORSTROOM

EN UITSTROOM

(BRON: VENSTERS


VOOR

VERANTWOORDING –

Doorstroom bovenbouw 20082009

INDICATOREN

4

EN

5)


De doorstroom onderbouw en bovenbouw zijn ruim voldoende en kunnen zich meten met het landelijk gemiddelde. De meeste leerlingen die tussentijds de school verlaten gaan kansrijk door op een andere school waar sectoren worden aangeboden die Scala niet heeft.


8

Tevredenheid leerlingen en ouders Tevredenheid leerlingen 2009-2010


De hier weergegeven scores komen uit het ZelfEvaluatieKader (ZEK) dat afgenomen is in 2009. Voor alle leerwegen zijn dezelfde resultaten ingevoerd omdat het op dit moment in Vensters voor verantwoording nog niet mogelijk is onderscheid te maken tussen de diverse leerwegen. Er wordt op dit moment gewerkt aan een koppeling tussen Vensters voor Verantwoording en het ZelfEvaluatieKader (ZEK). Vanaf 2011 wordt jaarlijks het ZEK afgenomen bij ouders en leerlingen van leerjaar 3. Zowel de tevredenheid van leerlingen als van ouders scoort voldoende. 2.2 Interne en externe kwaliteitszorg PDCA in processen, projecten en op schoolniveau (het cyclisch werken) waardoor systematisch de kwaliteit van het onderwijs wordt bewaakt en tijdig en proactief maatregelen genomen kunnen worden om de kwaliteit te behouden of te verbeteren, blijft de komende jaren om aandacht vragen. Alle lopende acties en projecten worden geconcretiseerd in een standaard format dat voor alle medewerkers benaderbaar is op de portal. Daarnaast beoordeelt de inspectie de kwaliteit van Scala op de opbrengsten: OPBRENGSTENOORDELEN 2010 (BRON: INSPECTIE

VAN HET

ONDERWIJS)


-





9


2008 2009 2010 3 3 3 5 3 3 4 gering verschil



Opbrengstenoordeel 2010 Gemengde en theoretische leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen



2008 2009 2010 3 3 3 3 3 3 3 4 3 gering verschil



De opbrengstenoordelen van Scala zijn niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.

2.3


Het VMBO staat landelijk en in de regio onder grote druk. Ging landelijk tot voor kort nog 60% van de leerlingen naar VMBO en 40% naar HAVO/VWO, de laatste peilingen hebben laten zien dat dit nu in de stad Breda 50%-50% is. Er zijn regio’s in Nederland waar de verhouding 40%-60% is. Demografisch gezien loopt het aantal 12-jarigen in het voedingsgebied tussen nu en 2020 met een aantal procenten terug. De gevolgen hiervan hebben ook consequenties voor Scala. In het licht van het Masterplan VO Breda zijn ROC West-Brabant en SKVOB in het voorjaar van 2010 gestart met een onderzoek in het kader van de doorontwikkeling VMBO in de stad Breda. Het onderzoek richt zich op het beschrijven van de gewenste situatie als het gaat om het VMBO-onderwijsaanbod in de stad Breda, het aantal VMBO-scholen en de rol en positie van de scholen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs.


10

Hoofdstuk 3

Bedrijfsvoering

3.1 Huisvesting Scala is gehuisvest in een ruim en modern schoolgebouw met een capaciteit van ca. 1000 leerlingen. De lesgebouwen zijn in 2007 in gebruik genomen en voldoen in alle opzichten aan de eisen die gesteld worden aan een eigentijdse leeromgeving. Alle lokalen zijn voorzien van gevarieerd meubilair, digitaal schoolbord, internet en voldoende computers. De sportaccommodatie is in 2009 opgeleverd en bevat naast een grote hal die verdeeld kan worden in 2 zalen, een danszaal, judozaal en fitnesscentrum.

3.2




% lesuitval

1.080

1.029

4,7%

1

1.097

1.043

4,9%

2

1.062

1.015

4,4%

929

898

3

1.065

1.022

4,0%

EC

1.065

1.022

4,0%

4

793

774

2,4%

EC

793

774

2,4%

vmbo

vmbo-b

vmbo-k

3,3%

929

899

3

1.065

1.021

4,1%

EC

1.065

1.021

4,1%

4

793

777

2,0%

EC

793

777

2,0%

vmbo-(g)t


3,2%

908

876

3,5%

3

1.094

1.047

4,3%

EC

1.094

1.047

4,3%

TL

1.094

1.047

4,3%

4

721

706

2,1%

EC

721

706

2,1%

TL

721

706

2,1%

De geprogrammeerde onderwijstijd in het schooljaar 2009-2010 lag op Scala ruim boven het wettelijk vereiste. Ondanks de lesuitval gedurende het schooljaar komt geen enkel leerjaar in de gerealiseerde onderwijstijd onder de wettelijke norm (1000 uur in leerjaar 12-3 en 700 uur in leerjaar 4).


11

Hoofdstuk 4 4.1

Personeel

Personeelsamenstelling

De bruto inzet aan personeel op Scala is in december 2010 ruim 71 fte. Dit is inclusief Bapo-verlof en seniorenverlof (bijna 4,5 fte), ouderschapsverlof en onbetaald verlof (0,6 fte), ziektevervanging (bijna 1,5 fte), interne detachering (0,8 fte) en DMR en te werkstelling Centraal Kantoor (0,4 fte). De feitelijke inzetbaarheid op Scala komt daarmee op ruim 63 fte. De 88 medewerkers op Scala hebben samen een gemiddelde leeftijd van 45 jaar. 47% van de medewerkers is 50 jaar of ouder, waarvan 26% ouder is dan 55 jaar. 23% van de medewerkers heeft een leeftijd tussen de 40 en 50 jaar. 18% van de medewerkers heeft een leeftijd tussen de 30 en 40 jaar 12% van de medewerkers heeft een leeftijd lager dan 30 jaar 4.2


In de beleidsagenda op het terrein van medewerkers zijn kennisdeling en competentieontwikkeling de belangrijkste aandachtspunten voor de komende 5 jaar. Onze samenleving verandert snel, en kinderen kunnen in die veranderende samenleving veel averij oplopen. Hierdoor neemt de zorgvraag op school toe, zowel qua omvang als qua complexiteit van de problematiek. Tegelijkertijd wil de overheid de komende jaren kinderen zoveel als mogelijk bedienen in het regulier onderwijs en ziet het er naar uit dat de zorgbudgetten voor het onderwijs bevroren gaan worden. Dit alles levert de grootste uitdaging op voor de komende 5 jaar. De leraar is dé voornaamste bron van goed onderwijs (of het ontbreken daarvan). Onderzoek (CPB 2006) heeft aangetoond dat een verhoging van de kwaliteit van leraren kan leiden tot een substantiële verbetering van 20% tot 25% in de leerprestaties van leerlingen. In 2010 zijn 10 docenten geschoold in het verzorgen van taalgericht vakonderwijs. Via het train de trainerprincipe maken zij hun collega’s deelgenoot van de opgedane kennis. Twee docenten volgen via de lerarenbeurs een opleiding en vier docenten volgen een opleiding om hun bevoegdheid te behalen of uit te breiden. 4.3

Goed voor elkaar

Onder de titel “Goed voor elkaar” heeft de dienst P&O van ROC West-Brabant een concept ontwikkeld dat alle aspecten van veiligheid, gezondheid en welzijn bevat. Medio 2009 is een start gemaakt met het project “Vitale Medewerkers, Bevlogen Onderwijs” bij alle VMBO-scholen van ROC West-Brabant. De doelstelling van dit project is: De vitaliteit en duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers van het VMBO optimaliseren. De verzuimcijfers van Scala zijn over het algemeen onder de norm van ROC WestBrabant, maar stijgen licht. Ondanks de relatief goede verzuimcijfers heeft Scala ervoor gekozen zich te willen richten op verzuim.Het doel van Traject A bij Scala luidt als volgt: Het behouden van het verzuimpercentage op 3,7%, het terugbrengen van de verzuimfrequentie naar 1,3 en het verhogen van het nulverzuim naar 45%. Bovengenoemde doelstelling dient bereikt te zijn aan het einde van het schooljaar 2010/2011.


12

Onderstaande grafiek geeft overzicht in het ziekteverzuim op Scala in 2010.

au juli gu -10 st se us pt em 10 be r10 ok to be no r10 ve m b er de -1 ce 0 m be r-1 0

se pt em be r09 ok to be no r09 ve m b er de -0 ce 9 m be r-0 9 ja nu ar i-1 fe 0 br ua ri10 m aa rt10 ap ril -1 0 m ei -1 0 ju ni -1 0

8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%



Normpercentage

13

Hoofdstuk 5

Arbo

In 2010 zijn door een gecertificeerd bedrijf alle elektrische machines en gereedschappen gekeurd. Daar waar nodig zijn reparaties uitgevoerd. Dit alles volgens de keuring NEN 3140. Alle noodzakelijke keuringen zijn in 2010 uitgevoerd en vastgelegd in een logboek. Er is een legionella beheersplan opgesteld en installatie aanpassingen zijn uitgevoerd. De BHV-organisatie is op orde en er is een ontruimingsoefening gehouden in het bijzijn van observatoren. BHV-bijeenkomsten met doelgerichte praktische invulling en verslag hebben in 2010 onvoldoende aandacht gekregen. Scala heeft een schoolveiligheidsplan in ontwikkeling dat gebaseerd is op een door de arbocommissie en DMR goedgekeurd format.


14

Hoofdstuk 6

Verantwoording inzet geoormerkte gelden

In 2010 heeft Scala de volgende geoormerkte subsidies ontvangen: € 25.383 VSV projectsubsidie J School’s Cool School’s Cool Breda is een vrijwilligers mentorproject in Breda voor leerlingen in de eerste en tweede klas van de middelbare school. Doelstelling van het programma is om de daartoe geïndiceerde basisschoolleerlingen door positieve aandacht van een thuismentor een steuntje in de rug te geven bij de eerste twee jaren op de middelbare school om daarmee schooluitval te voorkomen en te bevorderen dat leerlingen (en hun gezinsleden) vanuit een goede start een positieve ontwikkeling doormaken die de samenleving ten goede zal komen. Het gaat in dit project om een een-op-een begeleiding bij de leerling thuis, eenmaal per week, gedurende (gemiddeld) anderhalf jaar, tot maximaal twee jaar. Op deze manier vergroot het project de ontwikkelingskansen van deze leerlingen. Het totaal aantal lopende mentoraten in 2010 was 50. 27 daarvan zijn in 2010 nieuw opgestart, 11 zijn succesvol afgerond en 1 is er voortijdig beëindigd. € 12.600 VSV prestatiesubsidie J M@ZL-project Dit project (zie ook hoofdstuk 2, paragraaf 1) wordt deels gesubsidieerd via het Regionaal Samenwerkingsverband Breda e.o. De bijdrage die Scala verschuldigd is, is betaald deze met deze subsidie.


15

Jaarverslag 2010

Inhoudsopgave

Voorwoord ................................................................................................................................4 Hoofdstuk 1 Directieverslag .....................................................................................................5 Hoofdstuk 2 Onderwijsprestaties..............................................................................................6 2.1

Prestatie-indicatoren.................................................................................................6

2.2

Interne en externe kwaliteitszorg ............................................................................10

2.3

Ontwikkelingen bij samenwerkende partijen...........................................................11

Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering ...................................................................................................12 3.1

Huisvesting .............................................................................................................12

3.2

Prestatie-indicatoren m.b.t. bedrijfsvoering ............................................................12

Hoofdstuk 4 Personeel ...........................................................................................................15 4.1

Personeelsamenstelling..........................................................................................15

4.2

Professionele ontwikkeling personeel.....................................................................15

4.3

Goed voor elkaar ....................................................................................................16

Hoofdstuk 5 Arbo....................................................................................................................17 Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden ........................................................17

Jaarverslag ’t Bergse VMBO 2010

3

Voorwoord

Voor ’t Bergse VMBO was 2010 een turbulent jaar. In de eerste helft voor de zomervakantie lag het zwaartepunt bij concretiseren van de plannen, die in de diverse ontwikkeldocumenten zoals “Talent van Bergen, Bergen van Talent” in de jaren 2007 – 2009 waren geformuleerd. Ontwikkelgroepen waren aan de slag met implementatievoorstellen. In februari 2010 kregen de twee vestigingen van de school, te weten Pomonalaan en Nobellaan van de Inspectie Onderwijs een basisarrangement. Dit op basis van een aangeleverd verbeterplan. In mei 2010 haalde ’t Bergse VMBO een substantiële subsidie binnen van het HPBO (Het Platform Beroepsonderwijs) voor de verdere ontwikkeling van een vernieuwend schoolconcept op basis van: het gedachtegoed van onder meer de Amerikaanse psycholoog Howard Gardner met betrekking tot het aanwenden van meervoudige intelligentie bij leerlingen in het leerproces, gecombineerd met een visie om in het VMBO de beroepscommunity en daarmee de samenwerking met bedrijfsleven en het Middelbaar Beroepsonderwijs te versterken. Het verwerven van deze subsidie was een opsteker voor het team; het werd ervaren als een blijk van erkenning voor de in gang gezette ontwikkelingen binnen onze school. Op 1 oktober 2010 telde de Nobellaan 194 leerlingen en de Pomonalaan 140 leerlingen. De Pomonalaan bleef qua leerlingenaantal stabiel, de Nobellaan liet wederom een (lichte) daling zien. Deze daling was het gevolg van het vertrek van een relatief grote groep vierde jaars leerlingen, die het examen haalden en doorstroomden naar het MBO. Meer dan de helft van deze leerlingen stroomde overigens in het MBO op niveau 3 of 4. Positief was ook, dat de aanmeldingen in het eerste leerjaar na een jaar van zeer lage instroom (39 leerlingen) weer klom naar bijna 50 eerste jaars. Naar aanleiding van de tegenvallende resultaten bij het Centraal Examen bij de kaderberoepsgerichte leerweg op de Nobellaan kondigde de Onderwijsinspectie een inspectiebezoek aan. Vooruitlopend op dit bezoek trok het bestuur van ROC West Brabant en de algemene directeur van de VMBO – entiteit de conclusie dat de gerichtheid op onderwijsvernieuwing ondergeschikt moest worden gemaakt aan hert realiseren van basiskwaliteit en toereikende leeropbrengsten voor leerlingen van ’t Bergse VMBO. Hoewel begrijpelijk en noodzakelijk, had deze omslag aanvankelijk toch een behoorlijke impact op het team. Het HPBO project werd in dit verband overgedragen aan het MBO. Er werd met grote inzet van de docenten in het najaar van 2010 intensief ingezet op het ontwikkelen van een concreet en praktisch verbeterplan met als inzet, dat basiskwaliteit en de leeropbrengsten binnen school in korte tijd aanzienlijk te verbeteren. Tevens werd een interim manager aangezocht om de directie van het Bergse VMBO te ondersteunen bij deze taak en deze omslag in werken. Het verbeterplan werd eind december 2010 aangeboden aan de onderwijsinspectie. De waarnemend directeur bleef in deze functie de verantwoordelijke voor hetgeen in dit jaarverslag wordt verantwoord.

Chris Wessels Waarnemend vestigingsdirecteur


4

Hoofdstuk 1 Directieverslag ’t Bergse VMBO is hard op weg een nieuwe entiteit te vormen. De 2 locaties vormen steeds meer een team. Dit is goed te merken op de teambijeenkomsten waarin beide locaties elkaar aanvullen en ondersteunen. Het fysiek toevoegen van de bovenbouw van de locatie Pomonalaan heeft hier een grote bijdrage aangehad. We hebben flink geïnvesteerd om de collega’s te betrekken bij de uitgezette koers. Het gezamenlijk ontwikkelen door de beide teams van de kennismakingsfase heeft geleid tot het wederzijds respect voor de collega en de doegroep waar voor hij/zij werkt. Ook heeft het de talenten en kwaliteiten van de docent zichtbaar gemaakt. Het gezamenlijk bepreken van de referentie kaders en de leerdoelen heeft de focus op de onderwijsleerprestaties gezet. In maart 2010 is het besluit genomen om de Gemengde leerweg afdeling te sluiten. De afdeling was te klein en de kwetsbaar. Ook de opbrengsten waren 2 jaar op een rij onvoldoende. De 4e jaars leerlingen hebben de opleiding met een diploma afgesloten en de 3e jaars leerlingen zijn in overleg met de ouders en de leerlingen ingeschreven op de TL richting van het Mollerlyceum. Het stilleggen van de ontwikkeling van de meervoudige intelligentie en de beroepscommunity heeft een flinke impact gehad op het team. Toen bleek ook dat school al een steeds meer een team was geworden. De locatie Pomonalaan kwam op voor de locatie Nobellaan men voelde zich mede verantwoordelijk. Na het aanstellen van de interim manager, Hein Gubbels heeft het team heeft zijn veerkracht laten zien in de aanloop fase naar het inspectie bezoek. De team bijeenkomsten brachten een grote inbreng van het team. Waardevol voor de zelfanalyse en de gewenste aanpak. In de bevindingen, zwak, van de inspectie konden we ons goed vinden. De basis waarmee je de Nobellaan het plan van aanpak tot een succes kan maken is aanwezig. De docenten krijgen het oordeel excellent voor taakgerichtheid. De locatie Pomonalaan heeft een stabiele organisatie die momenteel meer een verdikking van de problematiek ervaart door de instroom van leerlingen in het 2e en 3e leerjaar. Er is er hierbij sprake van leerlingen die diverse scholen hebben bezocht en vaak zijn afgestroomd. Aangezien de Pomonalaan een belangrijke functie heeft in het SWV Bergen op Zoom neemt zij de verantwoordelijkheid voor de leerlingen die op andere scholen vastlopen. Steeds vaker blijken het leerlingen te zijn met hogere capaciteiten. Hier is de school niet op ingericht. Samen met het SWV zoekt de school naar een oplossing hiervoor. De locatie biedt ook mogelijkheden voor REC geïndiceerde leerlingen, 1 op de 4 leerlingen heeft een REC indicatie.


5



Het verbeteren van het taal en rekenniveau Uit de kwaliteitsagenda VO heeft ‘t Bergse in het bijzonder gekozen voor het taal en rekenbeleid. Sinds 2008-2009 maakt ’t Bergse VMBO gebruik van de CITO- VAS. Het instrument wordt gebruikt voor het volgen en zo nodig bijsturen van de ontwikkelingen van de leerling. Door de mentoren worden deze uitslagen in klas 1 t/m 3 besproken. Op het lessentabel staat voor taal en rekenen een extra lesuur. Deze blijken niet voldoende opbrengsten te leveren. Uit onze analyse blijkt dat dit meer een extra Nederlands en wiskunde les te zijn. Voor het volgende schooljaar. Staan deze les los van het vakgebied. Een werkgroep taal en rekenbeleid maakt een afzonderlijk programma voor de 2 gebieden. Alle docenten worden hierin betrokken. Maatschappelijke stage In het invoeringsplan Maatschappelijke stage dat in 2010 is opgeleverd staat beschreven op welke wijze maatschappelijke stage op ’t Bergse VMBO in het curriculum wordt opgenomen. ’t Bergse VMBO kiest ervoor de maatschappelijke stage alleen in de onderbouw te laten plaats vinden. Wij adopteren de wijken in Bergen op Zoom. In overleg met de wijktafels spelen we in op bestaande en nieuwe activiteiten in de wijk. Voornamelijk in de wijken waar de leerlingen zelf wonen. Met het als doel zich bewust maken van hun eigen leefomgeving en de, positieve, invloed die ze daar op uit kunnen oefenen. De school is door gegaan met de activiteiten die al plaatsvonden voordat er sprake was van maatschappelijke stage. Zoals het begeleiden en assisteren bij de zwem- en wandelvierdaagse voor cliënten met een geestelijke beperking. Spelletjesmiddag in een verzorgings tehuis. En een nieuw project fietsvaardigheidsbewijs in wijk het ’t Fort. Internationalisering Op basis van het geformuleerde internationaliseringbeleid van ROC West-Brabant: “…internationalisering begint in huis…” heeft ’t Bergse VMBO sinds 3 jaar een uitwisseling programma met het Instituut de Pélichy uit Izegem (België). In november gaan de 4e jaars leerlingen verzorging een week de school in Izegem bezoeken en vervolgens komen in maart de leerlingen uit Izegem een week in Bergen op Zoom op bezoek. Doel uitwisseling van ervaringen in het onderwijs, de beroepsopleiding, werkveld en de culturele verschillen. Slaagpercentages Locatie Nobellaan


Benchmark Aantal deelnemers

Aantal geslaagden


vmbo-b

26

25

96,2 %

vmbo-k

48

41

85,4 %

vmbo-(g)t

7

7

100,0 %

Onderwijssoort Plus


Het slagingspercentage VMBO basisberoeps ligt op het landelijk gemiddelde. VMBO kaderberoeps ligt daar ver onder. Dit is ook reden voor het plan van aanpak. VMBO gemengde leerweg ligt ver boven het landelijk gemiddelde. Verontrustende waren de hoge SE cijfers die de CE cijfers compenseerden. Aangezien dat dit het 3e jaar op een rij zou zijn


6

is in maart het besluit genomen de GL afdeling te sluiten, ook mede het feit dat het aantal leerlingen te klein was om kwalitatief/representatief onderwijs te verlenen. Locatie Pomonalaan


Benchmark Aantal deelnemers

Aantal geslaagden


vmbo-b

23

23

100,0 %

vmbo-k

<5

<5

100,0 %

Onderwijssoort Plus

Het slagingspercentage van de Pomonalaan was voor beide afdelingen uitstekend. Honderd procent geslaagd is uniek, zeker gezien de doelgroep waarmee men werkt. Men moet wel rekening houden dat door het te werken met een kleine groep leerlingen de opbrengsten ook gelijk kwetsbaar zijn. Het uitvallen van 1 of 2 leerlingen heeft gelijk grote effect op de opbrengsten. Gemiddeld examencijfers Locatie Nobellaan


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,4

6,5

6,1

6,4

6,2

6,5

School examen

6,4

6,5

6,4

6,5

6,5

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,0

6,3

5,7

6,2

5,7

6,2

School examen

6,7

6,5

6,5

6,5

6,5

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,1

6,3

5,0

6,3

5,6

6,3

School examen

6,7

6,6

6,9

6,6

7,1

6,5

Het verschil tussen het gemiddelde SE en CE cijfer op de afdeling kader en gemengd is te groot. Ook de afdeling basis laat een verkeerde ontwikkeling zien. Het plan van aanpak is er opgericht deze verschillen te verkleinen.


7

Locatie Pomonalaan


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,5

6,5

6,2

6,4

6,5

6,5

School examen

6,5

6,5

6,4

6,5

6,6

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,6

6,3

7,0

6,2

6,5

6,2

School examen

7,0

6,5

7,0

6,5

6,4

6,5

De gemiddelde examencijfers van de verschillende leerwegen over de afgelopen 3 jaar laten een stabiel beeld zien, waarbij de resultaten steeds op of net onder het landelijk gemiddelde liggen. Cohort rendement en ongediplomeerd schoolverlaten Locatie Nobellaan




De doorstroom onderbouw en bovenbouw zijn ruim voldoende en kunnen zich meten met het landelijk gemiddelde. De meeste leerlingen die tussentijds de school verlaten gaan kansrijk door op een andere school waar sectoren worden aangeboden die de Nobellaan niet heeft. Locatie Pomonalaan




De doorstroom in de bovenbouw en de onderbouw is alleen voor vmbo b in kaart te brengen De groep vmbo-k is te klein om te meten. In de onderbouw schakelen ieder jaar een paar leerlingen door naar het ’regulier’ onderwijs. Dit zijn vooral de kader en de tl leerlingen.


8

Vanuit de zorglocatie stromen deze leerlingen na een schakel periode succesvol in het 2e of het 3e jaar van een school in het samenwerkingsverband. Tevredenheid leerlingen en ouders Locatie Nobellaan



Met waardering van de tevredenheid van de leerlingen zijn wij niet tevreden. We zijn ons ook bewust dat aandacht behoeft. Inmiddels betreken we de leerlingen bij het samen vormgeven van activiteiten. De ouder tevredenheid is ook een aandachtspunt. Sinds 2009 zijn er minimaal 3 gesprekken per jaar met de ouders. Ook is er gestart met intake gesprekken. Naast communicatie per brieven nodigen we ook de ouders uit voor een persoonlijk gesprek. Dit heeft meer effect gezien ons specifieke groep leerlingen.

Locatie Pomonalaan



De tevredenheid van ouders en leerlingen is mag je ook verwachten van de locatie Pomonalaan gezien de intensieve samenwerking tussen de docent, leerling en ouder. De overzichtelijke en duidelijke structuur met het gebruik van de leerlingenkaart, de mentor gesprekken en de wekelijkse contacten met de ouders dragen hier toe bij. Ondanks dat we niet in staat zijn om iedere leerling de hulp te bieden die hij/zij nodig heeft waardeert men wel de inspanningen en openheid van de school. De hier weergegeven scores komen uit het ZelfEvaluatieKader (ZEK) dat afgenomen is in 2009. Voor alle leerwegen zijn dezelfde resultaten ingevoerd omdat het op dit moment in Vensters voor verantwoording nog niet mogelijk is onderscheid te maken tussen de diverse leerwegen. Er wordt op dit moment gewerkt aan een koppeling tussen Vensters voor Verantwoording en het ZelfEvaluatieKader (ZEK). Vanaf 2011 wordt jaarlijks het ZEK afgenomen bij ouders en leerlingen van leerjaar 3.


9

2.2


PDCA in processen, projecten en op schoolniveau (het cyclisch werken) waardoor systematisch de kwaliteit van het onderwijs wordt bewaakt en tijdig en proactieve maatregelen genomen kunnen worden om de kwaliteit te behouden of te verbeteren, blijft de komende jaren om aandacht vragen. Alle lopende acties en projecten zijn geconcretiseerd in het plan van aanpak een standaard format dat voor alle medewerkers benaderbaar is op de portal. Het plan van aanpak is voornamelijk gericht op de afdelingen basis en kader op de Nobellaan maar ook de Pomonalaan zal in verscheidende onderdelen hierin participeren. Daarnaast beoordeelt de inspectie de kwaliteit van ’t Bergse VMBO op de opbrengsten: Locatie Nobellaan Gedurende drie schooljaren worden een viertal indicatoren bepaald:

-





2008 2009 2010 4 3 4 3 3 3 3 1 1 gering verschil


voldoende 2008 2009 2010 4 3 4 5 3 2 1 1 1 groot verschil

Opbrengstenoordeel 2010 Gemengde leerweg N.V.T. Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstenoordeel 2010

2008 – 2010 voldoende voldoende onvoldoende voldoende

2008 - 2010 voldoende voldoende onvoldoende onvoldoende voldoende

2008 -

2009 -

2010 -

2008 – 2010 -

De opbrengstenoordelen van 't Bergse VMBO Nobellaan zijn niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.


10

Locatie Pomonalaan Gedurende drie schooljaren worden een viertal indicatoren bepaald: de leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht de leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding de leerlingen van de opleiding behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau

-




2008 2009 2010 1 1 3 2 3 3 4 1 3 gering verschil


2008 – 2010 onvoldoende voldoende voldoende voldoende voldoende

2008 4


2009 -

2010 -

2008 – 2010 -

In de kaderberoepsgerichte leerweg zitten te weinig leerlingen om een oordeel te geven. De opbrengstenoordelen van 't Bergse VMBO Pomonalaan zijn niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.

2.3


Het VMBO staat landelijk en in de regio onder grote druk. Ging landelijk tot voor kort nog 60% van de leerlingen naar VMBO en 40% naar HAVO/VWO, de laatste peilingen hebben laten zien dat dit nu in de regio Bergen op Zoom en omgeving 43%-47% is. Er zijn regio’s in Nederland waar de verhouding 40%-60% is. Demografisch gezien loopt het aantal 12jarigen in het voedingsgebied tussen nu en 2020 met 20 % terug. De gevolgen hiervan hebben ook consequenties voor ’t Bergse VMBO. In de regio Bergen op Zoom en omstreken bieden 5 scholen op 7 locaties onderwijs aan de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg. Gezien de demografische ontwikkelingen en de advisering van richtingen staan de 2 besturen, ROC West Brabant en OMO die dit type onderwijs verzorgen, voor een belangrijke beslissing. De besturen zijn momenteel in een oriënterende fase om mogelijk tot een soort gelijk Masterplan VO als in Breda te komen. Uitgaande van een gewenste situatie als het gaat om het VMBO-onderwijsaanbod in de regio Bergen op Zoom.


11


Huisvesting

‘t Bergse VMBO is gehuisvest op 2 locaties. De locatie Pomonalaan biedt onderdak aan de onderbouw van de zorglocatie. Dit gebouw biedt capaciteit aan 70 leerlingen. De locatie Nobellaan biedt plaats aan de reguliere VMBO 194 leerlingen en aan de bovenbouw van de zorglocatie 70 leerlingen. Het gebouw aan de Nobellaan drukt flink op de begroting. Het heeft te maken met grote energie kosten, achterstallig onderhoud en beheersmatige lasten. De aanblik van het gebouw is somber maar binnen in de school vergeet je het snel. Naast het vmbo biedt het ook onderdak aan een leerbedrijf (Innovam) en de afdeling kabeltechniek van het MBO. De geplande nieuwbouw locatie op de ‘Markiezaten’ is afgelast. Gezien de regionale ontwikkeling en de bezuinigingen is gekozen om de nieuwbouw samen met het Markiezaat College aan de techniekboulevard te plaatsen. Door een samenwerking het Markiezaat College en de opleidingsinstituten aan de Nobellaan kan het vmbo gebruik maken van de praktijklokalen en de opleiders/docenten. Met als gevolg dat de beroepscommunitty (verticaliteit) een feit wordt. Gezien de regionale ontwikkelingen is er nog geen definitief besluit genomen voor het bouwen van de nieuwe school.

3.2


Op de navolgende pagina’s treft u twee tabellen aan met daarin de verantwoording ten aanzien van de onderwijstijd van ’t Bergse vmbo. Er is een onderscheid gemaakt tussen de realisatie van de onderwijstijd op de locatie Nobellaan en Pomonalaan.


12

Locatie Nobellaan



% lesuitval

1.122

1.059

5,6%

1

1.119

1.067

4,6%

2

1.126

1.051

6,7%

934

878

3

1.084

1.020

5,9%

EC

1.070

1.004

6,2%

TE

1.068

1.008

5,6%

ZW

1.114

1.048

5,9%

4

785

737

6,1%

EC

775

729

5,9%

TE

774

737

4,8%

ZW

805

744

7,6%

vmbo

vmbo-b

vmbo-k

6,0%

934

878

3

1.084

1.020

5,9%

EC

1.070

1.004

6,2%

TE

1.068

1.008

5,6%

ZW

1.114

1.048

5,9%

4

785

735

6,4%

EC

774

723

6,6%

TE

775

738

4,8%

ZW

805

744

7,6%

vmbo-(g)t

6,0%

833

777

3

1.064

1.000

6,0%

COM

1.064

1.000

6,0%

4

775

721

7,0%

EC

775

721

7,0%

TE

775

721

7,0%

TL

775

721

7,0%

ZW

775

721

7,0%



6,7%

13

Locatie Pomonalaan



% lesuitval

1.056

1.031

2,4%

1

1.054

1.029

2,4%

2

1.057

1.033

2,3%

896

884

3

1.063

1.044

1,8%

EC

1.065

1.039

2,4%

TE

1.059

1.040

1,8%

ZW

1.065

1.053

1,1%

4

796

787

1,1%

EC

809

797

1,5%

TE

794

788

0,8%

ZW

790

782

1,0%

vmbo

vmbo-b

vmbo-k


1,3%

935

920

1,6%

3

1.059

1.045

1,3%

EC

1.059

1.043

1,5%

TE

1.059

1.040

1,8%

ZW

1.059

1.053

0,6%

4

811

794

2,1%

EC

811

794

2,1%

TE

811

801

1,2%

ZW

811

787

3,0%

De geprogrammeerde onderwijstijd in het schooljaar 2009-2010 lag op ’t Bergse VMBO ruim boven het wettelijk vereiste. Ondanks de lesuitval gedurende het schooljaar komt geen enkel leerjaar in de gerealiseerde onderwijstijd onder de wettelijke norm (1000 uur in leerjaar 1-2-3 en 700 uur in leerjaar 4).


14


Personeelsamenstelling

De bruto inzet aan personeel op ’t Bergse VMBO is in december 2010 ruim 48 fte. Dit is inclusief Bapo-verlof en seniorenverlof (bijna 4 fte), ouderschapsverlof en onbetaald verlof (0,330 fte). De feitelijke inzetbaarheid komt daarmee op ruim 42 fte. Locatie Nobellaan

leeftijdscategorie jonger dan 25 jaar 25 – 30 jaar 30 – 35 jaar 35 – 40 jaar 40 – 45 jaar 45 – 50 jaar 50 – 55 jaar 55 – 60 jaar 60 – 65 jaar ouder dan 65 jaar

Totaal

aantal 0 4 2 3 1 3 7 8 9 0

percentage 0% 11% 5% 8% 3% 8% 19% 22% 24% 0%

37

100 %

Gemiddelde leeftijd 48 jaar 4.2

Locatie Pomonalaan

leeftijdscategorie jonger dan 25 jaar 25 – 30 jaar 30 – 35 jaar 35 – 40 jaar 40 – 45 jaar 45 – 50 jaar 50 – 55 jaar 55 – 60 jaar 60 – 65 jaar ouder dan 65 jaar

aantal 0 0 4 4 2 5 5 10 0 0

percentage 0% 0% 13% 13% 7% 17% 17% 33% 0% 0%

30

100 %

Totaal

Gemiddelde leeftijd 46 jaar


In 2010 zijn de medewerkers zich gaan oriënteren en bekwamen in de meervoudige intelligentie. 3 collega’s zijn een vakstudie gaan volgen en 1 collega heeft haar studie muziek en drama afgerond. In de beleidsagenda op het terrein van medewerkers zijn kennisdeling en competentieontwikkeling de belangrijkste aandachtspunten voor de komende 5 jaar. Onze samenleving verandert snel, en kinderen kunnen in die veranderende samenleving veel averij oplopen. Hierdoor neemt de zorgvraag op school toe, zowel qua omvang als qua complexiteit van de problematiek. Tegelijkertijd wil de overheid de komende jaren kinderen zoveel als mogelijk bedienen in het regulier onderwijs en ziet het er naar uit dat de zorgbudgetten voor het onderwijs bevroren gaan worden. Dit alles levert de grootste uitdaging op voor de komende 5 jaar. Op de locatie Pomonalaan is al duidelijk een verschuiving in de problematiek merkbaar. Op de beide locatie zal in het komende jaar meer aandacht beteed worden aan het mentorschap. Daarnaast gaan we met kijkwijzers bij elkaar in de klas kijken. De leraar is dé voornaamste bron van goed onderwijs (of het ontbreken daarvan). Onderzoek (CPB 2006) heeft aangetoond dat een verhoging van de kwaliteit van leraren kan leiden tot een substantiële verbetering van 20% tot 25% in de leerprestaties van leerlingen.


15

4.3

Goed voor elkaar

Onder de titel “Goed voor elkaar” heeft de dienst P&O van ROC West-Brabant een concept ontwikkeld dat alle aspecten van veiligheid, gezondheid en welzijn bevat. Medio 2009 is een start gemaakt met het project “Vitale Medewerkers, Bevlogen Onderwijs” bij alle VMBO-scholen van ROC West-Brabant. De doelstelling van dit project is: De vitaliteit en duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers van het VMBO optimaliseren. De verzuimcijfers van ’t Bergse VMBO Nobelaan zijn over het algemeen onder de norm van ROC West-Brabant. De verzuim cijfers van de locatie Pomonalaan liggen boven de norm. Samen met de projectleider “Goed voor elkaar” is er gekeken voor een aanvullend onderzoek. Dit is voorgelegd aan de stuurgroep voor de bekostiging. Locatie Nobellaan

be

er

r-

10

-1 0

10 se

pt

ok

to

em

st gu

V o o r t s c h r i j d e n d v e rz u i m p e r c e n t a g e

b

u

li ju

ni ju

s-

10

0 -1

-1 0 ei m

au

de

fe

m

a

aa

pr

rt

il 1

-1

0

0

0 ri 1

br

ja n

ce

ua

r i-

be m

m ve

no

10

09 r-

rbe

er ob kt

o

ua

9 -0

9 r0 be m e se

pt

09

8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%

N o r m p e r c e n ta g e

Locatie Pomonalaan

Vo orts chr ijde nd verz uim perc en tag e


0 c. 1

0 de

v. -1

no

10

ok

to

be

r-

10 r-

0 te

m

be

s1

0

se p

gu

st u

i -1

0 ju l

au

i- 1

-1 0

ju n

ei m

ri l ap

aa

10

10 r t-

10 r im

ua

br

fe

ja n

ua

r -0 be

m ce

ri10

9

9 r- 0

be de

no

ve m

be

ok

to

be em pt se

r-

r- 0

9

09

8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%

N orm pe rce nta ge

16

Hoofdstuk 5 Arbo In 2010 zijn door een gecertificeerd bedrijf alle elektrische machines en gereedschappen gekeurd. Daar waar nodig zijn reparaties uitgevoerd. Dit alles volgens de keuring NEN 3140. Alle noodzakelijke keuringen zijn in 2010 uitgevoerd en vastgelegd in een logboek. Er is een legionella beheersplan opgesteld en installatie aanpassingen zijn uitgevoerd. De BHVorganisatie is op orde en er is een ontruimingsoefening gehouden in het bijzijn van observatoren. Er hebben in 2010 twee BHV-bijeenkomsten met doelgerichte praktische invulling en verslaggeving plaatsgevonden. Vanuit deze bijeenkomsten is de wens naar voren gekomen om de herhalingscursus op de locatie met eigen team te organiseren. Op de locatie Pomonalaan zijn er onvoldoende BHV ers op de locatie door intene verplaatsing van docenten. Naar aanleiding van een incident op de locatie Pomonalaan is is het handelingsprotocol ‘De veilige school’ in een stroomversnelling gekomen. In dit protocol is beschreven hoe de verschillende VO scholen, Politie,Veiligheidshuis omgaan met verschillende incidenten.

Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden Over 2010 heeft ’t Bergse VMBO heeft geen geoormerkte subsidies ontvangen die verantwoord dienen te worden.


17

Jaarverslag 2010

Inhoudsopgave

Voorwoord ................................................................................................................................4 Hoofdstuk 1

Directieverslag. .................................................................................................5

Hoofdstuk 2

Onderwijsprestaties. .........................................................................................6

Hoofdstuk 3

Bedrijfsvoering ................................................................................................11

Hoofdstuk 4

Personeel........................................................................................................13

Hoofdstuk 5

Arbo ................................................................................................................15

Hoofdstuk 6

Verantwoording inzet geoormerkte gelden .....................................................15

Jaarverslag Van Cooth 2010

3

Voorwoord In dit jaarverslag kijken we terug op 2010. Het schetst een zo volledig mogelijk beeld van de gang van zaken gedurende het verslagjaar. Een jaar waarin Van Cooth geconfronteerd is met het overlijden van mevr. Maya de Windt. In mei is zij onverwacht overleden na een kort ziekbed. Van Cooth telde op 1 oktober 2010 424 leerlingen waarvan er een klein aantal via detacheringen op Van Cooth geplaatst zijn. Daarmee loopt het aantal leerlingen gestaag terug, ondanks de groeiende aanwas in de onderbouw. Van Cooth is een school die beroepsgerichte leerwegen aanbiedt in de techniek, zorg & welzijn, consumptief en SDV. Het intersectorale programma Innovatieve Techniek wordt op GL – niveau aangeboden. Van Cooth profileert zich als een school waar de termen “Gezond en Sportief” steeds terugkomen. Leerlingen kunnen kiezen uit een SDM pakket, een onderwijsaanbod op donderdagmiddag voor klas 1 en 2 waarbij gekozen kan worden voor Sportklassen, Dansklassen of een Multimediaklas. Hiermee kunnen de leerlingen uiting geven aan hun interesses en talenten.

Ruud Engelse Vestigingsdirecteur


4

Hoofdstuk 1 Directieverslag. Van Cooth is een VMBO school in zwaar weer. Het inspectieoordeel over de laatste jaren is op de kaderberoepsgerichte leerweg en de theoretische leerweg onvoldoende. Daarnaast kampt de school met licht teruglopende leerlingenaantallen en is het gebouw afgeschreven en voor het huidige onderwijs onvoldoende uitgerust. Geen geruststellende gedachte. Daartegenover staat een team dat met veel inzet en passie het onderwijs verzorgt en een gezamenlijk besef heeft ontwikkeld dat het anders zal moeten. Dit uit zich met name in de ontwikkelingen die de school doormaakt op het gebied van het Leerplein, de zorgstructuur, het van binnen naar buiten gericht handelen bij de maatschappelijke stages en de sterk verbeterde resultaten behaald tijdens het Centraal Examen 2010. Voor de leerlingen is Van Cooth een veilige en vertrouwde omgeving waarin ze zich vrij kunnen ontwikkelen. Ouders en leerlingen ervaren die veiligheid en zorg en kiezen daarom bewust voor Van Cooth. Het Plan van Aanpak 2010 zoals dat gepresenteerd is aan de Inspectie heeft zijn eerste vruchten afgeworpen en vormt een sterke basis voor het doorontwikkelen van een aantal fundamentele zaken. Extra inzet op leerlingen met achterstanden, examentrainingen, vakgerichte trainingen en plusuren in de onderbouw maken het onderwijs veel meer gericht op de individuele leerling. De resultaten van deze manier van werken worden omarmd en verder uitgebouwd. Onder het motto: data gestuurd en opbrengst gericht werken streven we in mei 2011 naar een volledig “groene” school op de opbrengstenkaart. In juni 2010 heeft Andre van Veen zijn interim taak aan Van Cooth beëindigd, en is de fakkel overgenomen door Ruud Engelse. Duidelijk is dat het ingezette beleid wordt doorgezet, en dat de focus ligt op het op orde brengen van de opbrengsten. De kwaliteit van onderwijs wordt systematisch gecheckt, en er wordt meer dan voorheen met de collega’s en vaksecties gesproken over de te bereiken doelen en de weg daarnaar toe. Bovendien is er een start gemaakt met het coachen van een groep beginnende en tijdelijke docenten. De eerste resultaten daarvan zijn erg bemoedigend. Collega’s scholen zich bewust om beter om te kunnen gaan met de problematiek van onze leerlingen. Van Cooth is een VMBO school in zwaar weer, maar de resultaten over 2010 brengt de school in wat rustiger vaarwater. Wat de toekomst brengt is wel onzeker.


5

Hoofdstuk 2 Onderwijsprestaties. 2.1

Prestatie-indicatoren.

Keuzeprocessen in het kader van studie en beroepskeuze Van Cooth neemt samen met een aantal andere VMBO en MBO scholen deel aan het project Keuzeprocessen, waarvoor subsidie is toegekend vanuit de provincie Noord-Brabant. Van Cooth is in het schooljaar 2010-2011 gestart met dit project wat zal resulteren in deelname aan “VMBO Breda on Stage”, een activiteit waarbij leerlingen op school worden voorbereid op het ontmoeten van beroepsbeoefenaren, deze beroepsbeoefenaren ontmoeten tijdens een beursdag en vervolgens een dag mee op stap mogen en kennis kunnen maken met het beroep tijdens de doe-dag. Op deze wijze maken leerlingen kennis met arbeid, krijgen een beter beroepsbeeld door ervaring en reflectie en komen daardoor tot een meer gemotiveerde keuze voor een bij hen passende vervolgopleiding. De tweede helft van 2010 is gestart met een inventarisatie van alle activiteiten die op Van Cooth plaatsvinden in het kader van loopbaanoriëntatie met als doel een samenhangend loopbaanoriëntatie traject op te zetten. Een medewerker neemt daartoe deel aan een ontwikkelingstraject voor loopbaanleren vanuit de VO-raad.. Terugdringen van het voortijdig schoolverlaten Op Van Cooth loopt het project met de stichting Cope, waarin we samen met coaches uit het bedrijfsleven proberen om jongeren die dreigen uit te vallen te begeleiden naar stages of vervolgopleidingen. Dit project Jongerencoaching is gestart in leerjaar 3 en 4 en zal worden uitgebreid naar de overige leerjaren. De uitstroom van leerlingen is beter in kaart gebracht en het proces om leerlingen na de uitstroom te blijven volgen is ingezet. Het verbeteren van het taal en rekenniveau. Op basis van leerstof onafhankelijke toetsing ( CITO-Vas) zijn we steeds beter in staat om hiaten bij leerlingen op te sporen en daar vervolgens acties op uit te zetten. Dit heeft voor het taal- en rekenniveau van de leerlingen tot gevolg gehad dat er extra trainingen zijn ontwikkeld voor leerlingen met achterstanden en dat er een breder basisaanbod is ontwikkeld voor de vakken Nederlands, wiskunde en Engels. Tijdens de plusuren worden leerlingen extra ondergedompeld in begrijpend lezen en rekenen. Deze vorm van data gestuurd en opbrengstgericht werken zal met het oog op de toekomstige Taal- en Rekentoets ook een vervolg krijgen in klas 3 en 4. Maatschappelijke stage In het invoeringsplan Maatschappelijke stage dat in 2010 is opgeleverd staat beschreven op welke wijze maatschappelijke stage op Van Cooth in het curriculum wordt opgenomen. Van Cooth kiest ervoor de maatschappelijke stage op 3 manieren in te vullen: als schoolactiviteit als collectieve verticale activiteit als individuele activiteit De in 2009 gestarte pilot waarbij een klas VMBO-leerlingen o.l.v. MBO-leerlingen diverse projecten heeft uitgevoerd is in 2010 verder uitgebreid. Van Cooth kiest er bewust voor de maatschappelijke stage zoveel mogelijk binnen de directe omgeving van de school te laten uitvoeren. Dit wijkgericht werken heeft tot een aanzienlijk aantal activiteiten in de wijk geleid en heeft de contacten met organisaties en instellingen in de wijk verder verbeterd. De gezonde school. Na het verdwijnen van de snoepautomaten in 2009, zijn in 2010 ook de frisdrankautomaten uit de school verdwenen. Het aanbieden van gezonde snacks en broodjes heeft een enorme vlucht genomen. Daarnaast bieden we extra sportlessen en danslessen aan zodat de


6

leerlingen alle mogelijkheden krijgen om in beweging te zijn. Door de plaatsing van 2 ActivCorners worden die mogelijkheden nog eens extra uitgebreid.

De schoolprestaties en opbrengsten. Het slaagpercentage 2009 – 2010 Slaagpercentage 2009-2010

Benchmark

Aantal deelnemers

Aantal geslaagden


vmbo-b

42

42

100,0 %

vmbo-k

64

61

95,3 %

vmbo-(g)t

19

18

94,7 %

Onderwijssoort Plus

Het slaagpercentage voor de basisberoepsgerichte leerweg ligt ruim boven het landelijk gemiddelde, voor de kaderberoepsgerichte en gemengd/theoretische leerweg liggen de resultaten gelijk aan of iets boven het landelijk gemiddelde. Gemiddeld examencijfer per leerweg Gemiddeld examencijfer per leerweg Gemiddeld examencijfer vmbo-b 2007-2008

Examencijfer 2009-2010 2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,4

6,5

6,4

6,4

7,0

6,5

School examen

6,4

6,5

6,3

6,5

6,6

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

5,8

6,3

5,7

6,2

6,3

6,2

School examen

6,6

6,5

6,5

6,5

6,4

6,5


2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

5,6

6,3

5,4

6,3

6,3

6,3

School examen

6,5

6,6

6,4

6,6

6,7

6,5

De gemiddelde examencijfers van de verschillende leerwegen over de afgelopen 3 jaar laten in het schooljaar 2009-2010 een stijgende lijn zien. Bij het Centraal Examen ligt het schoolcijfer hoger of gelijk aan het landelijk gemiddelde. Bij het schoolexamen blijven we alleen bij de Kaderberoepsgerichte leerweg nog iets onder het landelijk gemiddelde.


7

Cohort rendement en ongediplomeerd schoolverlaten Doorstroom onderbouw 2008-2009



De doorstroom onderbouw is ruim voldoende en kan zich meten met het landelijk gemiddelde. De doorstroom bovenbouw ligt met name op kaderberoepsgerichte leerweg en de theoretische leerweg onder het landelijk gemiddelde. De meeste leerlingen die tussentijds de school verlaten gaan kansrijk door op een andere school waar sectoren worden aangeboden die Van Cooth niet heeft. Tevredenheid leerlingen en ouders Tevredenheid leerlingen 2009-2010

Van Cooth vmbo Tevredenheid Domeinen A. Kwaliteitszorg B. Leerstofaanbod C. Onderwijstijd D. Pedagogisch handelen E. Didactisch handelen F. Schoolklimaat G. Begeleiding H. Passende zorg I. Opbrengsten J. Doorlopende leeren zorglijnen


Score school 2,9 2,9 3,0 3,2 2,9 2,9 3,0 2,9 2,8 2,6

2009 Score Ouders 3,0 2,7 2,9 3,0 3,0 3,0 3,1 3,1 3,0

Score Leerlingen 2,7 2,7 2,8 2,8 2,5 2,8 2,8 2,9 2,8

De hier weergegeven scores komen uit het ZelfEvaluatieKader (ZEK) dat afgenomen is in 2009. Bij de scores is geen onderscheid gemaakt tussen de diverse leerwegen. Vanaf 2011 wordt jaarlijks het ZEK afgenomen bij ouders en leerlingen van leerjaar 3. Zowel de tevredenheid van leerlingen als van ouders scoort voldoende. 2.2 Interne en externe kwaliteitszorg Binnen de VMBO-entiteit van het ROC West-Brabant en daarmee ook binnen Van Cooth is het werken vanuit het PDCA - principe omarmd, maar daarmee nog onvoldoende geïmplementeerd. Van Cooth heeft als gevolg van het bezoek van de Onderwijsinspectie het Jaarverslag Van Cooth 2010

8

plan van aanpak doorontwikkeld aan de hand van het PDCA principe. Als gevolg daarvan kunnen we systematisch de kwaliteit van het onderwijs goed bewaken en tijdig en proactief maatregelen nemen om de kwaliteit te behouden of te verbeteren. Dit proces blijft de komende jaren om aandacht vragen, met name ook bij het onderwijsgevende personeel. De inspectie beoordeelt de kwaliteit en de opbrengsten van Van Cooth als volgt: OPBRENGSTENOORDELEN 2010 (BRON: INSPECTIE

VAN HET

ONDERWIJS)


-





2008 2009 2010 3 3 3 3 5 5 3 3 5 gering verschil


voldoende 2008 2009 2010 3 3 3 3 2 3 1 1 3 groot verschil

Opbrengstenoordeel 2010 Gemengde en theoretische leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstenoordeel 2010


2008 - 2010 voldoende voldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende

2008 2009 2010 3 3 3 1 1 3 1 1 3 groot verschil

2008 - 2010 voldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende

In de kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengde leerweg zijn alle indicatoren verbeterd. De opbrengstenoordelen zijn nog niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.


9

2.3


Het VMBO staat landelijk en in de regio onder grote druk. Ging landelijk tot voor kort nog 60% van de leerlingen naar VMBO en 40% naar HAVO/VWO, de laatste peilingen hebben laten zien dat dit nu in de stad Breda 50%-50% is. Demografisch gezien loopt het aantal 12jarigen in het voedingsgebied tussen nu en 2020 met een aantal procenten terug. De gevolgen hiervan hebben ook consequenties voor Van Cooth. In het licht van het Masterplan VO Breda zijn ROC West-Brabant en SKVOB in het voorjaar van 2010 gestart met een onderzoek in het kader van de doorontwikkeling VMBO in de stad Breda. Het onderzoek richt zich op het beschrijven van de gewenste situatie als het gaat om het VMBO-onderwijsaanbod in de stad Breda, het aantal VMBO-scholen en de rol en positie van de scholen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs.


10


Huisvesting

Van Cooth is gehuisvest in een oud maar wel ruim schoolgebouw met een capaciteit van ca. 1000 leerlingen. Het lesgebouw is de afgelopen jaren regelmatig aangepast, maar voldoet slechts in geringe mate aan de gewenste situatie. De beroepsgerichte lokalen zijn verouderd en zijn onvoldoende ingericht om aan de eisen die gesteld worden aan een eigentijdse leeromgeving te voldoen. Een aantal lokalen zijn voorzien van een digitaal schoolbord. De kosten voor onderhoud, gas en elektra liggen aan de hoge kant. 3.2




% lesuitval

1.077

1.056

1,9%

1

1.079

1.058

1,9%

2

1.075

1.054

2,0%

931

909

3

1.048

1.023

2,4%

COM

1.059

1.033

2,5%

EC

1.035

1.012

2,2%

TE

1.048

1.025

2,2%

ZW

1.051

1.023

2,7%

4

813

796

2,1%

COM

775

753

2,8%

EC

857

846

1,3%

TE

808

789

2,4%

ZW

813

794

2,3%

vmbo

vmbo-b

vmbo-k

2,4%

945

920

3

1.054

1.028

2,5%

COM

1.061

1.030

2,9%

EC

1.054

1.034

1,9%

TE

1.047

1.023

2,3%

ZW

1.052

1.026

2,5%

4

837

812

3,0%

COM

848

822

3,1%

EC

862

839

2,7%

TE

846

823

2,7%

ZW

791

764

3,4%

vmbo-(g)t

2,6%

983

958

3

1.056

1.031

2,4%

COM

1.056

1.031

2,4%

4

910

885

2,7%

COM

910

885

2,7%



2,5%

11

De geprogrammeerde onderwijstijd in het schooljaar 2009-2010 lag op Van Cooth ruim boven het wettelijk vereiste. De lesuitval is gedurende het schooljaar zeer beperkt gebleven. Hierdoor komt geen enkel leerjaar in de gerealiseerde onderwijstijd onder de wettelijke norm (1000 uur in leerjaar 1-2-3 en 700 uur in leerjaar 4).


12

Hoofdstuk 4 Personeel 4.1 Personeelsamenstelling De bruto inzet aan personeel op Van Cooth is in december 2010 ruim 57 fte. Daarvan is 46 fte in vaste dienst en 11 fte in tijdelijke dienst. Dit is inclusief Bapo-verlof en seniorenverlof (bijna 4,4 fte), ouderschapsverlof en onbetaald verlof (1,25 fte), ziektevervanging (bijna 0,3 fte), lerarenbeurs (bijna 0,2 fte) en interne detachering (ongeveer 1,0 fte) De feitelijke inzetbaarheid op Van Cooth komt daarmee op ruim 47,5 fte. De 78 medewerkers op Van Cooth hebben samen een gemiddelde leeftijd van 47 jaar. 19 % van de medewerkers heeft een leeftijd boven de 60 jaar. 30 % van de medewerkers heeft een leeftijd tussen de 50 en 60 jaar 22 % van de medewerkers heeft een leeftijd tussen de 40 en 50 jaar. 19 % van de medewerkers heeft een leeftijd tussen de 30 en 40 jaar 10 % van de medewerkers heeft een leeftijd lager dan 30 jaar

4.2


Van Cooth heeft in 2010 verder ingezet op de competentieontwikkeling van de medewerkers. De zorgvraag op school neemt toe, zowel qua omvang als qua complexiteit van de problematiek. Tegelijkertijd wil de overheid de komende jaren kinderen zoveel als mogelijk bedienen in het regulier onderwijs. Naast de zorgcoördinator volgt nog een tweede medewerker de opleiding tot zorgcoördinator om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen. De leraar is primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Verhoging van de kwaliteit van leraren kan leiden tot een substantiële verbetering de leerprestaties van leerlingen. In 2010 zijn we gestart met een coachingstraject voor alle nieuwe en tijdelijke docenten. Bij deze 12 docenten worden regelmatig lessen bezocht en nabesproken. Vervolgens komt er voor elke docent een individueel coachingstraject. Drie docenten volgen via de lerarenbeurs een opleiding en vier docenten volgen een opleiding om hun bevoegdheid te behalen of uit te breiden.

4.3 Goed voor elkaar Onder de titel “Goed voor elkaar” heeft de dienst P&O van ROC West-Brabant een concept ontwikkeld dat alle aspecten van veiligheid, gezondheid en welzijn bevat. Medio 2009 is een start gemaakt met het project “Vitale Medewerkers, Bevlogen Onderwijs” bij alle VMBO-scholen van ROC West-Brabant. De doelstelling van dit project is: De vitaliteit en duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers van het VMBO optimaliseren. De verzuimcijfers van Van Cooth ligt boven de norm van ROC West-Brabant, maar vertoont een dalende lijn. In het Plan van Aanpak Vitale Medewerkers, Bevlogen Onderwijs is de volgende doelstelling geformuleerd voor Van Cooth: Het terugdringen van het verzuimpercentage naar 5%, het terugbrengen van de verzuimfrequentie naar 1,4 en het verhogen van het nulverzuim naar 45%. Bovengenoemde doelstelling dient bereikt te zijn aan het einde van het schooljaar 2010/2011.


13

Onderstaande grafiek geeft overzicht in het ziekteverzuim op Van Cooth in 2010.

0

em d

ec

m ve

be

er b

be no

to ok

r1

0 -1

10 r-

-1 er b m

se

p

te

gu au

V o o rt s c h ri j d e n d v e rz u i m p e rc e n t a g e


0

0 us st

ju

li 1

-1

0

0 -1 ni ju

ei

-1

0

0 ap

ri

l- 1

-1 rt aa m

ar ru b

m

0 i- 1

0 i- 1 ar fe

nu ja

0

8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%

N o r m p e r c e n ta g e

14

Hoofdstuk 5 Arbo In 2010 zijn door een gecertificeerd bedrijf alle elektrische machines en gereedschappen gekeurd, en waar nodig zijn reparaties uitgevoerd. Dit alles volgens de keuring NEN 3140. Alle noodzakelijke keuringen zijn in 2010 uitgevoerd en vastgelegd in een logboek. Er is een legionella beheersplan opgesteld en installatie aanpassingen zijn uitgevoerd. De BHV-organisatie is hersteld en er zijn een tweetal ontruimingsoefening gehouden in het bijzijn van observatoren. De BHV bijeenkomsten zijn door de collega’s bezocht, en hebben voldoende aandacht gekregen. Van Cooth ontwikkelt een schoolveiligheidsplan gebaseerd op een format van de facilitaire dient van het ROC WB.

Hoofdstuk 6 Verantwoording inzet geoormerkte gelden In 2010 heeft Van Cooth voor een drietal projecten de volgende geoormerkte subsidies ontvangen:

€

37.500 voor een VSV projectsubsidie genaamd: van Cooth Personal Coaching Dit is een project dat Van Cooth samen organiseert met de stichting Cope. De doelstelling van het project is het leggen van contacten tussen leerlingen die dreigen uit te vallen met vrijwillige coaches uit het bedrijfsleven. Deze coaches proberen de leerlingen met name buiten schooltijd te helpen met het structureren van hun leven, het duidelijk krijgen van het beroepsbeeld en het ondersteunen van het zoeken naar stages en / of vervolgtrajecten.

€ 16.500 voor een VSV projectsubsidie bedoeld om de zorgstructuur binnen de school verder uit te breiden en de contacten met het CJG en organisaties als School’s Cool verder uit te bouwen. Doelstelling van het programma is om de daartoe geïndiceerde basisschoolleerlingen door positieve aandacht van een thuismentor een steuntje in de rug te geven bij de eerste twee jaren op de middelbare school om daarmee schooluitval te voorkomen en te bevorderen dat leerlingen (en hun gezinsleden) vanuit een goede start een positieve ontwikkeling doormaken die de samenleving ten goede zal komen. Het gaat in dit project om een een-op-een begeleiding bij de leerling thuis, eenmaal per week, gedurende (gemiddeld) anderhalf jaar, tot maximaal twee jaar. Op deze manier vergroot het project de ontwikkelingskansen van deze leerlingen. In 2010 hebben 8 leerlingen deelgenomen aan dit project.

€ 11.635 voor de lerarenbeurs. In 2010 hebben een drietal docenten gebruik gemaakt van de mogelijkheden van een Lerarenbeurs.


15

Onderdeel van ROC West-Brabant

......................................................................................................................2 .............................................................................................................................3 .......................................................................................................................4 ...............................................................................................................5 ...........................................................................................7 ! " .......................................................................................................................9 # .............................................................................................................................11 $ % .....................................................................................................................................12 & .........................................................................12

Westerpoort Tholen telde op 1 oktober 2010 in totaal 341 leerlingen. Ten opzichte van 2009 is dit een lichte stijging. Westerpoort is een Vmbo-school op het eiland Tholen, die sinds de verhuizing vanuit Sint-Maartensdijk naar Tholen meer een regio functie heeft gekregen. Zo is een groeiend percentage van de leerlingen afkomstig vanuit West-Brabantse gemeenten zoals Bergen op Zoom, Halsteren, Lepelstraat en Steenbergen. Het Westerpoort geeft leerlingen in de bovenbouw basis en kader de keuze uit Verzorging, Sport&Veiligheid, Metaaltechniek en Bouwtechniek. Leerlingen in de bovenbouw Gemengde Leerweg hebben in het beroepsgerichte vak de keuze uit Technologie Techniek of Technologie Verzorging. Na de vorming van de entiteit VMBO binnen ROC West-Brabant is in 2009 door de algemeen directeur van de entiteit aan alle Vmbo-scholen de opdracht gegeven om een meerjarenplan te maken voor de periode 2010-2015. Deze periode loopt gelijk met de nieuwe beleidsperiode van ROC West-Brabant (Onderwijs met Passie, van ik naar wij). In dit jaarverslag kijken we terug op 2010. Aangezien ik in augustus 2010 ben gestart als vestigingsdirecteur en de vorige vestigingsdirecteur met pensioen is, schetst het verslag een zo volledig mogelijk beeld van de gang van zaken gedurende het verslagjaar. Dit natuurlijk voor zover dit mogelijk is. Het verslag beschrijft daarbij alle van invloed zijnde interne en externe ontwikkelingen.

Jack den Hollander Vestigingsdirecteur

'

Westerpoort is vanaf het schooljaar 2007-2008 gehuisvest in een nieuw gebouw aan de Abraham Beeckmanlaan 6 Tholen. De inrichting van het gebouw is gericht op onze doelgroep; leerlingen in de leeftijd van 12 tot ongeveer 17 jaar. Vanaf de vestiging in de stad Tholen is het leerlingenaantal ieder jaar gegroeid. Een flink deel van deze groei betreft leerlingen uit West-Brabant (plm. 30% van onze leerlingen) Onze missie geeft duidelijk weer waar wij voor staan; namelijk: “Het Westerpoort College belooft voor jongeren met een Vmbo -advies de beste brug naar het Mbo te zijn. Dit bereiken we door leerlingen leren te durven doen”. Dit is ook terug te vinden in onze kernwaarden: - vooraanstaand - ondernemend - betrouwbaar - de mens centraal - ontwikkeling en groei Die kunnen worden samengevat in onze slogan:

Durf te doen!

Het Westerpoort College hecht veel waarde aan goede contacten met de “buitenwereld”. Voorbeelden hiervan zijn: Jaarlijks: - een VO-dag voor de leerlingen van groep 8 van de basisscholen van Tholen. Doel: basisschoolleerlingen kennis laten maken met de manier van werken in het voortgezet onderwijs. - een workshopdag voor de 1e jaars leerlingen in samenwerking met het Calvijn College en de gemeente Tholen. Doel: leerlingen van scholen met verschillende grondslag leren elkaar kennen en respecteren. - de Thoolse Techniek Dag in samenwerking met Thoolse bedrijven en het Calvijn College. Doel: basisschoolleerlingen kennis laten maken met het werken in de techniek - Engelandweek 4e jaars leerlingen. De opzet is dat de 4e jaars leerlingen een deel van hun examen in Engeland afleggen door middel van opdrachten die ter plaatse uitgevoerd moeten worden, of waarvoor de informatie ter plaatse vergaard dient te worden. Doel: leerlingen kennis laten maken met andere culturen / mensen Samenwerking: - Technet Tholen. Een samenwerkingsverband, waarin dezelfde partners die samenwerken in de Thoolse Techniek Dag participeren. Doel: het bevorderen van techniekonderwijs op de basisschool. Het jaar 2010 was ook het jaar van het inspectiebezoek. De uitkomsten van dit onderzoek zijn terug te vinden in het hoofdstuk Onderwijsprestaties en in het onderzoeksrapport dat is opgesteld door de inspectie. De uitslag is van dien aard dat de gemengde leerweg het predicaat zeer zwak van de inspectie heeft gekregen. Dit heeft geresulteerd in een verscherpt toezicht en het opstellen van een verbeterplan.

(

- Prestatie-indicatoren De inspectie heeft op 30 maart 2010 een onderzoek verricht naar de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Op 29 september is het definitieve onderzoeksrapport van de Inspectie van het Onderwijs vastgesteld. Hierin staat dat de kwaliteit van de gemengde leerweg van Westerpoort als zeer zwak wordt beoordeeld. Daarnaast meldt de Inspectie dat zij kritisch is over sommige aspecten van het onderwijsleerproces van de basisberoepsgerichte leerweg. Dit resulteert in een verscherpt toezicht van de inspectie ten aanzien van de gemengde leerweg. De inspectie heeft met het bevoegd gezag afgesproken dat de gemengde leerweg van Westerpoort in mei 2012 weer van voldoende niveau is. De inspectie zal in mei 2012 opnieuw onderzoek uitvoeren om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. In aanvulling hierop maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en eventueel tussentijdse onderzoeken naar bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan. Hoewel de basisberoepsgerichte leerweg van Westerpoort als voldoende werd beoordeeld vanwege voldoende behaalde resultaten heeft zij, op grond van de kritiek op delen van het onderwijsleerproces binnen deze leerweg, met het bevoegd gezag afgesproken dat er ook voor deze leerweg een plan ter verbetering zal gelden. Hierop is een verbeterplan voor het Westerpoort samengesteld dat zich richt op het tot stand brengen van verbeteringen in de gehele school in de periode 2010 – 2012. Hierbij wordt specifieke aandacht besteed aan de kritische kanttekeningen van de inspectie zoals verwoord in het inspectierapport van 28 september 2010.

- Slaagpercentage 2009-2010 Aantal deelnemers

Aantal geslaagden


Vmbo-b

31

29

93,5 %

Vmbo-k

30

27

90,0 %

Vmbo-(g)t

15

11

73,3 %

Benchmark

)

Van de 76 examenkandidaten behaalde er 57 een diploma. Bij de Basis en Kader leerlingen was het slagingspercentage boven de 90 procent. Van de GL leerlingen slaagden 11 van de 15 leerlingen, dat uitkomt op 73,3 procent. - Gemiddeld examencijfer per leerweg Examencijfer 2009-2010

Gemiddeld examencijfer Vmbo-b 2007-2008

2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,4

6,5

7,0

6,4

6,6

6,5

School examen

6,1

6,5

6,4

6,5

6,3

6,5

Gemiddeld examencijfer Vmbo-k 2007-2008

2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

S

BM

Centraal examen

6,3

6,3

6,2

6,2

6,5

6,2

School examen

6,2

6,5

6,2

6,5

6,2

6,5

Gemiddeld examencijfer Vmbo-(g)t 2008-2009

2009-2010

S

BM

S

BM

Centraal examen

5,9

6,3

6,0

6,3

School examen

6,5

6,6

6,3

6,5

De gemiddelde centraal examencijfers van de verschillende leerwegen t.o.v. de schoolexamencijfers van over de afgelopen 3 jaar laten een wisselend beeld zien, met als oordeel “gering verschil”. Het cijfer centraal examen absoluut heeft als oordeel voor de Basis en Kader: “boven de norm” en voor GL: onder de norm”.

*

Het opbrengstenoordeel 2011 van de inspectie geeft het volgende beeld: Cohort rendement en ongediplomeerd schoolverlaten DOORSTROOM

EN U IT ST R OO M


(BRON: VENST ERS

VOOR

VE R AN T WO O R D IN G –


I N D I C AT O R E N

4

EN

5)


Het rendement onderbouw is onvoldoende ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit heeft zijn oorzaak in het niet aanbieden van de vakrichtingen Techniek en Verzorging in de GL, waardoor leerlingen die een bewuste keuze maken voor een van deze richtingen vanuit de GL “afstromen” naar de Kader. Het Westerpoort heeft in de Basis en Kader opleidingen relatief minder leerlingen die tussentijds de school verlaten dan landelijk. Bij de GL is dit bijna gelijk aan het landelijk gemiddelde.

-

Tevredenheid leerlingen en ouders

De hier weergegeven scores komen uit het Zelf Evaluatie Kader (ZEK) dat afgenomen is in 2009. Voor alle leerwegen zijn dezelfde resultaten ingevoerd omdat het op dit moment in Vensters voor verantwoording nog niet mogelijk is onderscheid te maken tussen de diverse leerwegen. Er wordt op dit moment gewerkt aan een koppeling tussen Vensters voor Verantwoording en het Zelf Evaluatie Kader (ZEK). Vanaf 2011 wordt jaarlijks het ZEK afgenomen bij ouders en leerlingen van leerjaar 3. De tevredenheid van ouders scoort een voldoende, die van leerlingen afgerond een matige voldoende.



+

PDCA in processen, projecten en op schoolniveau (het cyclisch werken) waardoor systematisch de kwaliteit van het onderwijs wordt bewaakt en tijdig en proactief maatregelen genomen kunnen worden om de kwaliteit te behouden of te verbeteren, blijft de komende jaren om aandacht vragen. Alle lopende acties en projecten zijn geconcretiseerd in het plan van aanpak dat voor alle medewerkers benaderbaar is op de portal. Daarnaast beoordeelt de inspectie de kwaliteit van Westerpoort op de opbrengsten: O P B R E N G S T E N O O R D E L E N 2 010 ( B R O N : I N S P E C T I E V A N H E T O N D E R W I J S )

Gedurende drie schooljaren worden een viertal indicatoren bepaald: de leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht de leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding de leerlingen van de opleiding behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau

-



asisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen

2008 2009 2010 2 1 3 1 3 2 3 5 4 gering verschil


onvoldoende

2008 2009 2010 2 1 3 2 2 3 3 3 5 gering verschil


Gemengde leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstenoordeel 2010

2008 - 2010 onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende

2008 - 2010 onvoldoende voldoende voldoende voldoende voldoende

2008 2009 2010 2 1 3 1 1 1 1 gering verschil

2008 - 2010 onvoldoende onvoldoende onvoldoende voldoende onvoldoende

Het opbrengstenoordeel van de basisberoepsgerichte leerweg is onvoldoende geworden als gevolg van de onvoldoende rendementen in de onderbouw en de bovenbouw.

,

-


Het VMBO staat landelijk en in de regio onder grote druk. Ging landelijk tot voor kort nog 60% van de leerlingen naar VMBO en 40% naar HAVO/VWO, de laatste landelijke peilingen geven een omgekeerd beeld weer van 40% Vmbo en 60% Havo/Vwo. Demografisch gezien loopt het aantal 12-jarigen in ons voedingsgebied tussen nu en 2020 met een aantal procenten terug. De gevolgen hiervan hebben ook consequenties voor Westerpoort. In het kader hiervan vinden er op verschillende niveaus strategische overleggen plaats in het kader van het doorontwikkeling van het Vmbo in de regio Bergen op Zoom e.o. Het onderzoek richt zich op het beschrijven van de gewenste situatie als het gaat om het Vmbo-onderwijsaanbod in de regio Bergen op Zoom, het aantal Vmbo-scholen en de rol en positie van de scholen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs. Ook de basisscholen in de regio Tholen spreken van een terugloop in leerlingen en een hoger basisschool advies. Samen met de gemeente Tholen en vertegenwoordigers uit het gehele onderwijsveld , worden de mogelijke gevolgen besproken in het LEA (Lokaal Educatieve Agenda) overleg.

-

Huisvesting

Westerpoort is gehuisvest in een ruim en modern schoolgebouw met een capaciteit van ca. 380 leerlingen. De lesgebouwen zijn in 2007 in gebruik genomen en voldoen in alle opzichten aan de eisen die gesteld worden aan een eigentijdse leeromgeving. Alle lokalen zijn voorzien van gevarieerd meubilair, digitaal schoolbord, internet en computers. Tevens zit in het zelfde gebouw de openbare bibliotheek van Tholen.

-


De Vensters voor Verantwoording geeft scholen inzicht in hun populatie. Westerpoort haalt de afgelopen jaren een steeds groter deel van haar leerlingen uit de randgemeenten en dan met name uit de gemeente Bergen op Zoom : Trend voedingsgebied

2008-2009

2009-2010

2010-2011

Tholen

85,9 %

80,4 %

76,5 %

Bergen op Zoom

7,5 %

12,3 %

16,4 %

Steenbergen

5,6 %

6,6 %

7,0 %

Overige gemeenten

0,9 %

0,6 %

Trend marktaandeel

2008-2009

2009-2010

2010-2011

Tholen

16,9 %

16,3 %

15,8 %

Steenbergen

1,3 %

1,6 %

1,8 %

Bergen op Zoom

0,6 %

1,1 %

1,5 %

-

In het schooljaar 2009-2010 heeft Westerpoort de volgende onderwijstijd gerealiseerd. O N D E R WIJ S T IJ D ( BR O N : VE N S T E R S

VOOR

V E R AN T W O O R D I N G –

Ingeroosterde en gerealiseerde lessen 2009-2010 (in klokuren) Gerealiseerde lessen

% lesuitval

992

938

5,4%

1

1.000

944

5,6%

2

985

932

5,4%

956

940

3

1.096

1.082

1,3%

TE

1.094

1.079

1,4%

ZW

1.097

1.084

1,2%

4

816

800

2,0%

TE

817

798

2,3%

ZW

816

801

1,8%

vmbo-b

vmbo-k

1,7%

908

892

3

1.105

1.086

1,7%

TE

1.105

1.086

1,7%

4

809

794

1,9%

TE

820

801

2,3%

ZW

798

788

1,3%

vmbo-(g)t

1 7)


Ingeroosterde lessen vmbo

I N D I C AT O R

1,8%

880

857

2,6%

3

1.011

972

3,9%

COM

1.011

972

3,9%

4

815

800

1,8%

TE

815

800

1,8%

ZW

815

800

1,8%

De geprogrammeerde onderwijstijd in het schooljaar 2009-2010 lag op Westerpoort voor de Basis en Kader leerlingen boven het wettelijk vereiste. Door omstandigheden (lesuitval door langdurige ziekte) is de GL opleiding gedurende het schooljaar, in het 3e leerjaar, onder de wettelijke gerealiseerde onderwijstijd norm (1000 uur in leerjaar 1-2-3 en 700 uur in leerjaar 4) uitgekomen.

-


De bruto inzet aan personeel op het Westerpoort is in december 2010 ruim 30 fte. Dit is inclusief Bapo-verlof en seniorenverlof, ziektevervanging, interne detachering en DMR. De feitelijke inzetbaarheid op het Westerpoort komt na aftrek hiervan uit op 26,8 fte. Het personeelsbestand op het Westerpoort bestaat uit de volgende leeftijdscategorieën:

Leeftijdscategorieën <25

1

3%

25-30

3

9%

30-35

0

0%

35-40

2

6%

40-45

1

3%

45-50

7

20%

50-55

4

11%

55-60

12

34%

60-65

5

14%

>65

0

0%

Totaal

-

35


In het plan van aanpak zijn het pedagogisch- en didactisch klimaat als belangrijkste aandachtspunten aangemerkt. Dit is dan ook een speerpunt bij het verder ontwikkelingen van professioneel personeel. Onze samenleving verandert snel, en kinderen kunnen in die veranderende samenleving veel averij oplopen. Hierdoor neemt de zorgvraag op school toe, zowel qua omvang als qua complexiteit van de problematiek. Tegelijkertijd wil de overheid de komende jaren kinderen zoveel als mogelijk bedienen in het regulier onderwijs en ziet het er naar uit dat de zorgbudgetten voor het onderwijs bevroren gaan worden. Dit alles levert de grootste uitdaging op voor de komende 5 jaar. De leraar is dé voornaamste bron van goed onderwijs (of het ontbreken daarvan). Onderzoek (CPB 2006) heeft aangetoond dat een verhoging van de kwaliteit van leraren kan leiden tot een substantiële verbetering van 20% tot 25% in de leerprestaties van leerlingen. In 2010 zijn 3 docenten betrokken bij het verder vormgeven van taal en rekenonderwijs en zijn hiervoor naar verschillende bijeenkomsten geweest om hun kennis hierover te verhogen. Vier docenten volgen een opleiding om hun bevoegdheid te behalen of uit te breiden.

-

Goed voor elkaar

Onder de titel “Goed voor elkaar” heeft de dienst P&O van ROC West-Brabant een concept ontwikkeld dat alle aspecten van veiligheid, gezondheid en welzijn bevat. Medio 2009 is een start gemaakt met het project “Vitale Medewerkers, Bevlogen Onderwijs” bij alle Vmbo-scholen van ROC West-Brabant. De doelstelling van dit project is: De vitaliteit en duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers van het VMBO optimaliseren. De verzuimcijfers van Westerpoort zijn het eerste half jaar van 2010 met maximaal een procent boven de algemene norm van ROC West-Brabant uit gekomen, maar liggen vanaf juli weer onder de norm. Ondanks de relatief goede verzuimcijfers heeft het Westerpoort ervoor gekozen zich te willen richten op verzuim. Dit mede door het introduceren van een verzuimpas voor het personeel. Het doel van het traject bij Westerpoort luidt als volgt: Het behouden van het verzuimpercentage onder de norm van 4%, het verlagen van de verzuimfrequentie naar 1,5 en het verhogen van het nulverzuim naar 40%. Onderstaande grafiek geeft overzicht in het ziekteverzuim op het Westerpoort in 2010. Trend Verzuimpercentage


ju liau 10 gu st us se -1 0 pt em be r10 ok to be rno 10 ve m be r-1 0

ju ni -1 0

m ei -1 0

ap ril -1 0

no ve m be r-0 de 9 ce m be r-0 9 ja nu ar i-1 0 fe br ua ri10 m aa rt10

8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%

Normpercentage

In 2010 zijn door een gecertificeerd bedrijf alle elektrische machines en gereedschappen gekeurd. Daar waar nodig zijn reparaties uitgevoerd. Dit alles volgens de keuring NEN 3140. Alle noodzakelijke keuringen zijn in 2010 uitgevoerd en vastgelegd in een logboek. Er is een legionella beheersplan opgesteld en installatie aanpassingen zijn uitgevoerd. De BHVorganisatie is op orde en er is een ontruimingsoefening gehouden. BHV-bijeenkomsten met doelgerichte praktische invulling en verslag hebben in 2010 onvoldoende aandacht gekregen. Westerpoort heeft een schoolveiligheidsplan in ontwikkeling dat gebaseerd is op een door de arbocommissie en DMR goedgekeurd format.

In 2010 heeft Westerpoort geen geoormerkte subsidies ontvangen.

VMBO entiteit Jaarverslag 2010

Recommend Documents