VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
LAND- EN TUINBOUW Beroepsvoorbereidend leerjaar
Licap - Brussel D/1999/0279/106
september 1999
INHOUD
LESSENTABEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
TV AGRARISCHE TECHNIEKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
PV
REALISATIETECHNIEKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
3
Land- en tuinbouw BVL
LESSENTABEL
LAND- EN TUINBOUW
14
PV
Realisatietechnieken Agrarische technieken
6
TV
Agrarische technieken Dier- en leefmilieu Plant- en groeimilieu
8 3 5
Aanbeveling voor het keuzegedeelte: TV
Agrarische technieken Plant- en groeimilieu Technisch tekenen
2 1 1
4
Land- en tuinbouw BVL
INLEIDING Na een eerste verkennend jaar, komen de leerlingen in een scharnierjaar terecht. Dit jaar zou hen enigszins moeten stimuleren in hun motivatie tot een beroep in de sector van land- of tuinbouw. Ze krijgen zowel een overzicht van, als een inzicht in de belangrijkste componenten van hun later beroep. Dit beroep is de laatste jaren aan sterke veranderingen onderhevig. Vooral de technologie heeft zich de laatste decennia sterk ontwikkeld. Denken we maar aan de informatica en de automatisering die onmisbaar geworden zijn om te komen tot een gepaste begeleiding in de groei en ontwikkeling van plant en dier. De wetmatigheden die leiden tot een gepaste begeleiding van plant en dier ontdekken, verklaren en gebruiken zijn de belangrijkste drijfveer voor onze leerlingen om hun activiteiten zinvol en met vreugde te kunnen verrichten. Onze leerlingen zien echter op tegen een overdreven theoretische bagage. Ze willen in de eerste plaats handelen en resultaat zien van hun werk. We moeten deze instelling respecteren, zo niet riskeren we volledige desinteresse en demotivatie. Om het tegendeel te bereiken, starten we van in het begin met een concrete aanpak. Zelf bekijken en zelf handelen nemen we als uitgangspunt naar een verdere analyse en verdieping. Bovendien speelt bij deze jongeren succeservaring en -beleving een uitermate grote rol. Wanneer ze door zelf te handelen zichzelf leren ontdekken en vreugde beleven aan de activiteiten, dan is de verdere motivatie en ontplooiing verzekerd en hebben we ons doel bereikt. BEGINSITUATIE De leerlingen komen uit een eerste leerjaar B of een eerste leerjaar A. Bij de start kan de klassituatie daarom wat heterogeen zijn. Toch zijn we ervan overtuigd, dat door een concrete aanpak en een geleidelijke opbouw, een snelle integratie mogelijk zal zijn tussen alle leerlingen, en vooral ook tussen de leraar en de leerlingen. Om dezelfde redenen pleiten we ook voor een beperking van het aantal leraren. Tevens moeten ze onderling tot concrete afspraken komen om hun werkvelden op elkaar af te stemmen.
5
Land- en tuinbouw BVL
LAND- EN TUINBOUW Beroepsvoorbereidend leerjaar TV Agrarische technieken Plant- en groeimilieu: 5 (+ 1) uur/week Dier- en leefmilieu: 3 uur/week Technisch tekenen: 0 (+ 1) uur/week In voege vanaf 1 september 1999
D/1999/0279/106
TV Agrarische technieken
6
Land- en tuinbouw BVL
INHOUD
1
ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
3 3.1 3.2 3.3
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plant- en groeimilieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Dier- en leefmilieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Technisch tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
5
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
6
BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
TV Agrarische technieken
7
10 10 17 20
Land- en tuinbouw BVL
1
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
De leerlingen moeten hun ontluikende interesse voor plant en dier duidelijk leren structureren. Daartoe moet zowel kennisgemaakt worden met al wat er leeft in de natuur, als met de manier waarop de mens de levende planten en dieren begeleidt in hun ontstaan, groei en ontwikkeling. De veiligheid, de zorg voor de natuur en het milieu moeten hierbij steeds centraal staan. Om in te spelen op de processen van ontstaan, groei en ontwikkeling, volgen we enkele voorbeelddieren en -planten in hun cyclus. Omwille van de geaardheid van de leerlingen, waarbij succeservaring centraal staat, wordt enerzijds zoveel mogelijk rekening gehouden met de eigen leefwereld van de leerlingen en anderzijds moet de klas zoveel als mogelijk verlaten worden om contact te zoeken met een bedrijf, de natuur, het milieu en om hen zo vlug als mogelijk de eerste praktische ingrepen te laten uitvoeren. Kennis verzamelen gebeurt door observatie, uitvoeren als het kan en noteren. Om tot inzicht te komen in het ganse gebeuren moeten we: - het belangrijke en het minder belangrijke onderscheiden; - gemeenschappelijke kenmerken en verschillen opzoeken; - onderliggende wetmatigheden opsporen. Het structureel aanbrengen van al deze kennis is zeer belangrijk om de doelstellingen te halen. 2
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Om de leerstof aan te brengen kan de leraar gebruikmaken van dia’s, transparanten, videofilms, door hemzelf meegebracht materiaal .. De lessen zullen zo praktijkgericht mogelijk zijn. Dit betekent ook dat men, zoveel als mogelijk, praktijkoefeningen (vaardigheden) zal inlassen. Enkele didactische uitstappen kunnen een meerwaarde betekenen. Bij de toepassing van technieken en hulpmiddelen volgen we, waar het kan, het ritme van de seizoenen. Dit sluit het meest aan bij de leefwereld van de jongeren en het geeft ons de beste gelegenheid om het natuurlijk verloop te volgen en specifieke verzorgingsmomenten te verduidelijken.
TV Agrarische technieken
8
Land- en tuinbouw BVL
Om de leraar behulpzaam te zijn bij het opstellen van de jaarplanning stellen wij volgende urenverdeling voor:
PLANT- EN GROEIMILIEU (5 uur/week + 1 uur/week keuzegedeelte) 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Planten in onze leefwereld Tuingereedschap Voortplanting Snoeien Maken van een bloemstuk De bodem Groeiomstandigheden Aanleggen van een teelt Onderhoud borders en percelen
25 10 25 10 10 15 20 20 15
DIER- EN LEEFMILIEU (3 uur/week) 1 2 2.1 2.2
2.3 2.4 3
aantal uren
Dieren in onze leefwereld Bespreking enkele diersoorten lichaamsbouw milieufactoren - omgeving - voeding - verzorging en gezondheid voortplanting levenscyclus De dieren in de vrije natuur
10 40 6 10 7 7 5 5 25
TECHNISCH TEKENEN (1 uur/week keuzegedeelte) 1 2 3 4 5
Tekenmateriaal Normschrift Meetkundige constructies Schets/tekening van een werkstuk Tekening lezen
TV Agrarische technieken
aantal uren
aantal uren 2 4 12 4 3
9
Land- en tuinbouw BVL
3
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN
De doelstellingen en leerinhouden worden eerst, naast elkaar, weergegeven. Deze worden gevolgd door de pedagogisch-didactische wenken. Een (U) staat voor uitbreiding.
3.1
Plant- en groeimilieu
LEERPLANDOELSTELLINGEN 1 1.1 1.1.1 1.1.2
1.1.3 1.1.4
1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3
LEERINHOUDEN
Planten in onze leefwereld Van een aantal courante planten de verschillende delen die de uitwendige bouw uitmaken correct opnoemen. Van een aantal courante planten e n kel e belangrijke morfologische kenmerken aanduiden die belangrijk zijn bij de observatie en de herkenning. Van enkele courante planten de (Nederlandse) namen kennen. Onder begeleiding een verzameling aan leggen van - planten, - bladeren, - vruchten en zaden. Van enkele courante planten aanduiden en benoemen welke delen belangrijk zijn voor de land- en tuinbouw. Voorbeelden opgeven van verwerking. Het belang van de plant in het kader van natuur en milieu aantonen aan de hand van enkele voorbeelden
TV Agrarische technieken
10
Planten - observatie - uitwendige bouw - herkennen - benaming
Belang voor land- en tuinbouw en milieu - als voedingsstof @ welke delen zijn belangrijk @ hoe worden ze verwerkt - als sierelement @ welke delen zijn belangrijk @ hoe worden ze verwerkt - als bron van natuurbehoud en ecologisch evenwicht
Land- en tuinbouw BVL
1.3 1.3.1
1.3.2
1.4 1.4.1
De courante planten kunnen rangschikken binnen bepaalde categorieën en dit volgens verschillende benaderingswijzen. Van iedere categorie een voorbeeld kunnen opnoemen.
Enkele courante planten situeren binnen het plantenrijk vertrekkende van de eigenschappen die aan de basis liggen van de indeling.
Inventarisatie van de geobserveerde planten volgens verschillende benaderingswijzen - tuinbouwgewassen - groenten - eetbare, niet-eetbare gewassen - siergewassen - bomen en sierheesters - serregewassen - fruit - landbouwgewassen - akkerbouwgewassen - ruwvoedergewassen - vruchten en zaden - onkruiden - groeiplaats - bloeiwijze - ... Indeling van het plantenrijk (schematisch overzicht)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Zoveel mogelijk de klas verlaten en de planten verkennen in hun verschillende groeifasen. Aandacht hebben voor de verschillende sectoren: akkerbouwteelt, groenteteelt, bloementeelt, sierboomteelt, fruitteelt, boomteelt ... De leerlingen leren observeren, de typische kenmerken van sommige planten aangeven, de planten benoemen. De belangrijkste plantendelen benoemen en het belang aangeven naar verbruik en verwerking door de mens. 2
Tuingereedschap
2.1
De correcte naam van de verschillende tuingereedschappen gebruiken. Verwoorden wanneer en waarvoor de verschillende tuingereedschappen gebruikt worden. Het tuingereedschap correct gebruiken. Het tuingereedschap na gebruik goed onderhouden en terugplaatsen. De veiligheidsaspecten in acht nemen.
2.2 2.2 2.3 2.4
TV Agrarische technieken
Spade, hark, schop, plantschop, plantkoord, plantstok, tuingieter, aanaardploeg, handcultivator, ploeg ... - beschrijving - functies - correct gebruik (houding) - onderhoud - veiligheid - ...
11
Land- en tuinbouw BVL
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Een documentatiemap aanleggen met tekeningen, kenmerken en de juiste naam van het tuingereedschap. Aandacht voor veiligheid en de prijs-kwaliteit van het gereedschap. 3
Voortplanting
3.1
Verwoorden waarom planten vooral in het najaar overgaan tot zaadvorming.
Invloed van voortplanting
3.2
De groei- en voortplantingscyclus in functie van de seizoenen weergeven.
Aanpassing van de plant en overleving
3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.4 3.4.1
3.4.2
3.4.3 3.4.4 3.4.5
Voorbeelden opnoemen van geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Het verschil omschrijven tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Op een bloem of op een schema de verschillende delen van een bloem opnoemen. Mannelijke en vrouwelijke delen van de bloem onderscheiden. Enkele voorbeelden van vruchten kunnen onderscheiden en opnoemen. Zaadplanten en sporen kunnen definiëren en aantonen hoe ze zich verspreiden. Het verschil verklaren tussen natuurlijke en kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting. Enkele voorbeelden kunnen geven. Bollen van knollen onderscheiden ten velde. Enkele voorbeelden kunnen opnoemen. De verschillende vormen van ongeslachtelijke voortplanting beschrijven. Onder begeleiding de verschillende handelingen uitvoeren. Telkens uitleggen wat er gaande is. De bewerkingen op papier weergeven.
TV Agrarische technieken
12
klimaat en seizoen op de
Geslachtelijke voortplanting - delen van de plant - bloem - bestuiving - bevruchting - vrucht - soorten vrucht - zaadplanten - sporen verspreiding proeven
Ongeslachtelijke voortplanting - natuurlijk: bol, knol, uitloper - kunstmatig: @ scheuren @ stekken @ afleggen @ aanaarden @ enten
Land- en tuinbouw BVL
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De leerlingen zelf zoveel mogelijk laten ontdekken welke methoden er zijn om planten te vermenigvuldigen. Transparanten, diareeksen en videofilms gebruiken in verband met bloemdelen, zaadvorming en zaadverspreiding. Een bol en knol onderzoeken en verschilpunten ontdekken en noteren. Herhaalde praktijkoefeningen zijn aangewezen om de vaardigheden van kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting in te oefenen. 4
Snoeien
4.1
Een definitie van snoeien kunnen formuleren. Ten velde aantonen waarom bepaalde planten dienen gesnoeid te worden. Het belangrijkste snoeigereedschap opnoemen. Onder begeleiding eenvoudig snoeiwerk uitvoeren. Het gereedschap op een correcte wijze hanteren. Rekening houden met de veiligheidsvoorschriften. Het speciale belang van snoeien in de fruitteelt verklaren.
4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
-
Wat is snoeien ? Vorm en evenwicht van de plant Verband snoeien en vermeerdering Snoeigereedschap: tuinzaag, snoeimes, snoeizaag, snoeischaar @ beschrijving @ kenmerken @ houding @ gebruik @ onderhoud @ veiligheid - Belang van snoeien in fruitteelt
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De leraar legt uit hoe het gereedschap moet gehanteerd worden en voert enkele voorbeelden van snoeiwerk uit. Hij legt vooral de nadruk op het veilig en juist gebruik. De leerlingen voeren enkele eenvoudige snoeiwerken uit. 5
Maken van een bloemstuk
5.1
Onder begeleiding een kerstbloemstukje maken. Onder begeleiding een lentebloemstukje maken. Verklaren waarom een bloemstuk afhangt van seizoen en omstandigheid. Zelfstandig enkele materialen en planten passend combineren. Enkele voorbeelden van kleurencombinatie kunnen samenstellen. Enkele voorbeelden van vormgeving opnoemen.
5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
TV Agrarische technieken
13
- Bloemstuk in functie van @ seizoen @ gelegenheid (feest ...) - Gebruikte planten, bloemen @ keuze @ eigenschappen - Gebruikte materialen @ keuze @ eigenschappen - Combinatie van kleuren - Vormgeving
Land- en tuinbouw BVL
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Onder begeleiding de leerlingen het materiaal laten verzamelen, dit benoemen en iedere schakel in de opbouw voordoen en de nodige uitleg geven. De leerlingen zoveel mogelijk aan het werk zetten: succeservaring laten opdoen. Aandacht hebben voor verschillende kleurencombinaties. 6
Bodem
6.1 6.2
De bodembestanddelen opnoemen. De definitie, de vorming en het belang van humus kennen. Vertrekkende van een gegeven schema het onderscheid kennen tussen een bodem met goede en een bodem met slechte structuur. Een tweetal manieren geven van verbetering of verslechtering van bodemstructuur. Op een gegeven schema het bodemprofiel kunnen aanduiden. Bodembewerking toelichten. Het verband uitleggen tussen de bodem en de ontwikkeling van een plant. Beseffen dat zorg voor de bodem natuuren milieubehoud bevorderen.
6.3
6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
- Bodembestanddelen @ lucht @ water @ bodemdeeltjes (soorten grond) - Humus - Bodemstructuur - Bodembewerkingen - Bodemprofiel - Bodemtemperatuur - De bodem en de ontwikkeling van de plant - De bodem en natuurbehoud Via proefjes kunnen een aantal van deze eigenschappen aangetoond worden
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Verschillende soorten grond meebrengen. Proefjes doen in verband met capillariteit en doorlaatbaarheid. Een put maken en de verschillende bodemlagen bespreken. De kwaliteit en structuur van een bodem ook bespreken bij het aanleggen van een teelt. 7 7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.1.5
Groeiomstandigheden Onder begeleiding een documentatiemap aanleggen. De rol van water in de plant kunnen aangeven. De drie belangrijkste voedingselementen kennen bij naam en bij afkorting. De belangrijkste invloed van deze drie basiselementen op de planten kennen. Van ieder basiselement een voorbeeldmeststof kunnen opnoemen.
TV Agrarische technieken
14
Opzetten van proefjes voor het opvolgen van de groeiomstandigheden De voeding - water als voedings- en transportmiddel - voedingsstoffen NPK - opname van voedingsstoffen @ ondergronds @ boven de grond
Land- en tuinbouw BVL
7.1.6
7.2 7.2.1 7.2.2 7.3 7.3.1 7.3.2
Aantonen dat onoordeelkundig gebruik van voedingsstoffen het milieu kan schaden. Eenvoudige temperatuurwaarnemingen correct uitvoeren en registreren. De invloed van de temperatuur op de groei (kieming) vaststellen en verklaren.
- vorming en rol van zetmeelreservestoffen - voeding en milieu De temperatuur - temperatuur en seizoenen - invloed van de temperatuur op groei en gedrag - overwinteren van planten Het licht - invloed op groei - invloed op de voortplanting - bladgroenwerking - korte dagplanten - lange dagplanten
In een serre het belang van een verduisteringsdoek, fotosyntheselampen, lichtinval uitleggen. De betekenis kennen van bladgroenwerking.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Regelmatig een bedrijf of serre bezoeken om de verschillende groeiomstandigheden te onderkennen en te beoordelen. Verzameling aanleggen van soorten meststoffen: documentatie opzoeken, wat staat er op de verpakking, welke is de prijs ... ? Aanleggen van kiem- en groeiproeven in verschillende omstandigheden: soorten grond, water, temperatuur, licht ... 8 8.1 8.1.1 8.1.2 8.1.3
8.1.4
8.1.5 8.1.6
Aanleggen van een teelt In groep een rechthoekig perceel correct opmeten en uittekenen. De omrekeningen maken van m² naar ha, a, ca. Onder begeleiding de volgende berekeningen uitvoeren: - benodigde hoeveelheid zaad, - het aantal planten. Onder begeleiding de verschillende bewerkingen van aanleg tot oogsten uitvoeren. De verschillende gereedschappen dienen op een correcte wijze gebruikt te worden. Het nut van de verschillende bewerkingen in een paar woorden uitleggen. Zich over de kwaliteit van de verschillende bewerkingen uitspreken.
TV Agrarische technieken
15
Aanleggen van een teelt - winterteelt - zomerteelt - observatie, uitvoering, opvolging en beschrijving van werkzaamheden en cultuurmaatregelen Werkzaamheden van aanleg tot oogsten - opmeten van oppervlakte/omrekeningen - grondvoorbereiding - zaai- en plantklaar leggen - zaaien of planten - dunnen, uitplanten, verspenen, verpotten - oogsten
Land- en tuinbouw BVL
8.2 8.2.1 8.2.2 8.2.3 8.2.4 8.2.5 8.2.6
8.3
8.4 8.4.1 8.4.2
Via waarnemingen zich een idee vormen van de groeivoorwaarden en ze eventueel bevorderen. De weerkundige meetinstrumenten hanteren, aflezen en registreren. Weten welke eventuele maatregelen kunnen genomen worden. Onder begeleiding berekenen van de benodigde hoeveelheid meststoffen. Waarnemen van de invloed van de voeding op het verloop van de teelt. Enkele belangrijke bedreigingen van de plant kennen en opzoeken welke maatregelen kunnen genomen worden.
Uitleggen met een paar voorbeelden waarom bepaalde planten zullen bewaard worden. Onder begeleiding de observatiegegevens in verband met de teelt noteren. Formuleren van eigen conclusies na het beëindigen van de teelt.
Opvolgen en bevorderen van groeiomstandigheden - behoeften van de bestudeerde teelt @ water @ temperatuur @ voeding @ licht - meten en beoordelen van de weerkundige elementen, te nemen maatregelen @ pluviometer @ anemometer @ thermometer - toedienen van voeding - bedreiging voor de plant @ onkruiden, ziekten @ voorkomen @ bestrijden Bewaren (zaden, groenten, fruit)
vruchten,
planten,
Bespreking, verwerking en evaluatie van de opgezette teelt
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Als uitgangspunt het stuk grond gaan bekijken waarop zal geteeld worden. De toestand van de grond bespreken. Door leer- en groepsgesprekken de aandacht vestigen bij de keuze van gereedschap en de beoordeling van de verschillende werkzaamheden die door de leerlingen worden uitgevoerd. De leraar toont voor, de leerlingen volgen en na bespreking worden de nodige correcties aangebracht. Regelmatige teeltopvolging is belangrijk en vooral aandacht hebben voor specifieke verzorgingsmomenten. Steeds veel belang hechten aan werkveiligheid, gebruik en onderhoud van het gereedschap. Overzichtelijke notities vormen de basis, daarnaast het werk en de teelt regelmatig evalueren. 9
Onderhoud borders en percelen
9.1
Enkele basistechnieken zelfstandig uitvoeren. Enkele technieken onder begeleiding uitvoeren.
9.2
TV Agrarische technieken
16
- Basistechnieken - Gereedschap @ beschrijving @ correct gebruik
Land- en tuinbouw BVL
9.3 9.4 9.5 9.6
Basisonderhoudsregels uitvoeren. Het gereedschap correct gebruiken en onderhouden. Veiligheidsaspecten worden voldoende in acht genomen. Tuinafval deskundig sorteren.
@ @ @ -
juiste houding onderhoud veiligheid Aandacht voor het milieu
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Basisvaardigheden onder begeleiding laten uitvoeren. Aandacht voor veilig gebruik en het onderhoud van machines en gereedschap. Werkresultaten in groep evalueren.
3.2
Dier- en leefmilieu
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1
Dieren in onze leefwereld
1.1
Van de bestudeerde dieren in de vrije natuur of in gevangenschap: - ze kunnen observeren; - de uitwendige bouw kunnen beschrijven; - het dier herkennen; - de naam van het dier kennen; vertrekkende van een levend dier of van een schets.
Dieren - observatie - uitwendige bouw - herkennen van dieren - benaming van dieren
1.2.1
Van de bestudeerde dieren aanduiden welke van belang zijn voor land- en tuinbouw. Dit belang correct specificeren.
Belang voor land- en tuinbouw - produceren van voedsel - transport - hobby, tuin, landschap - grondverbeteraar - ecologisch evenwicht - biologische bestrijding - ...
De bestudeerde diersoorten kunnen rangschikken volgens verschillende kenmerken.
Inventarisatie van de diersoorten volgens verschillende kenmerken - lichaamsbouw - voortplanting - voeding
1.2.2
1.3
TV Agrarische technieken
17
Land- en tuinbouw BVL
1.4.1 1.4.2 1.4.3
De grove indeling van het dierenrijk begrijpen. De klassen opnoemen. De bestudeerde dieren in deze indeling kunnen situeren.
tam, wild nuttig, schadelijk hobby, kweek ... gevleugeld, vierpotig ... ...
Indeling van de dieren in het dierenrijk (schematisch overzicht)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Observatie van de dieren op een bedrijf, in de vrije natuur, via een tentoonstelling, bezoek aan een zoo, wandeling in een natuurgebied, diareeksen, videoreportages ... De dieren benoemen en de belangrijkste kenmerken noteren. Vragen naar de belangstelling van de leerlingen. Welke dieren zijn voor wie en voor wat belangrijk. Documentatiemap aanleggen: vakbladen en tijdschriften raadplegen. De dieren rangschikken volgens gemeenschappelijke kenmerken, om zo te komen tot een schematische indeling van het dierenrijk. 2
Bespreking van een aantal diersoorten
2.1
Van de gekozen diersoorten, op een schema of op het dier zelf, de belangrijkste uitwendige en inwendige delen aanduiden en benoemen.
2.2 2.2.1.1 Invloed van klimaat en klimaatfactoren op de gekozen diersoorten aantonen met voorbeelden. 2.2.1.2 Een comfortabele leefruimte voor de diersoorten beschrijven in de verschillende ontwikkelingsstadia van de gekozen diersoorten. 2.2.1.3 Voorbeelden geven van kunstmatige en natuurlijke leefruimteconstructies. 2.2.1.4 Voorwaarden opnoemen waaraan een leefruimte moet voldoen.
TV Agrarische technieken
18
De lichaamsbouw - uitwendig - inwendig Milieufactoren De omgeving waarin het dier leeft - buitenklimaat, binnenklimaat - invloed op het gedrag en het uiterlijke van @ temperatuur @ vochtigheid @ lucht - constructie van een leefruimte
Land- en tuinbouw BVL
2.2.2.1 Het verschil kennen tussen voedermiddelen en voedende bestanddelen. 2.2.2.2 Praktijkvoorbeelden van beide geven. 2.2.2.3 Voor de gekozen diersoorten een aangepaste voeding kennen voor zowel de zomer als de winter.
De voeding - de voedermiddelen - de voedende bestanddelen - zomer- en wintervoeding
2.2.3.1 Enkele ziektekenmerken en gezondheidskenmerken opgeven voor de gekozen diersoorten. 2.2.3.2 Inzien dat voeding, huisvesting en verzorging essentieel zijn voor een goede gezondheid. 2.2.3.3 De voornaamste gevaren die de dieren bedreigen opnoemen. 2.2.3.4 De te treffen maatregelen opnoemen.
Verzorging en gezondheid - kenmerken gezondheid - ziekte - gevaren die de dieren bedreigen @ oorzaken @ ziekte - voorkomen - genezen
2.3.1
De betekenis verwoorden van de begrippen die van toepassing zijn bij de voortplanting. Van de gekozen diersoorten het verloop van de voortplanting verklaren.
De voortplanting - geslachtsrijpheid - eigenlijke voortplanting - nestbouw - broedzorg
De verschillende stadia in de groei van het jonge dier tot volwassenheid herkennen en benoemen. Van de gekozen diersoorten enkele typische verzorgings- en voedingsnoden opnoemen.
De levenscyclus: de verschillende stadia van ... - geboorte - eerste levensweken - speenleeftijd - geslachtsrijpheid - volwassenheid
2.3.2 2.4.1 2.4.2
2.5.1 2.5.2
Onder begeleiding een documentatiemap aanleggen over de diersoorten. De documentatie ordenen. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Afspraken maken met de collega’s van het eerste leerjaar B om andere diersoorten in de bespreking op te nemen. Zoveel als mogelijk de eigen leefwereld van de leerlingen betrekken bij de bespreking van de diersoorten. Een verzameling aanleggen van voedermiddelen. Zoveel als mogelijk de klas verlaten en op een bedrijf zelf de verschillende milieufactoren bespreken. Hierbij aansluitend de gezondheids- en ziektekenmerken bij de dieren aangeven en leren beoordelen. Video’s of een bedrijfsbezoek inschakelen om de levenscyclus op te volgen en specifieke verzorgingsmomenten te verklaren.
TV Agrarische technieken
19
Land- en tuinbouw BVL
3
De dieren in de vrije natuur
3.1
Vertrekkend vanuit de eigen leefwereld de dieren in de vrije natuur met hun specifieken kenmerken, eigenschappen, gedragingen en levensomstandigheden beter leren kennen. Inzicht verwerven in de levenswijze van een aantal dieren in de vrije natuur. Invloed van de seizoenen op levenswijze, leefplaats, voortplanting verklaren. De bijzondere plaats inzien van een dier in de voedingscyclus en biologische kringloop. Het belang inschatten van bepaalde dieren in de land- en tuinbouwproductie. Enkele diersoorten opnoemen die naargelang de omstandigheden ofwel nuttig ofwel schadelijk kunnen zijn. Aan de hand van voorbeelden het belang van bepaalde dieren in functie van het milieu verklaren.
3.2 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
- Omgeving, leefplaats - Trek en overwintering - Voortplanting @ paringsgedrag @ nestbouw @ ei- en broedzorg - Voeding en voedselketen - Belang voor land- en tuinbouw @ schade: rupsen, kevers @ nut: ecologisch bestuiving biologische bestrijding grondverbetering
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Door observatie en het gebruik van videofilms (documentaires) de aandacht aanscherpen over hoe de dieren leven in de vrije natuur. Vergelijkingen maken tussen in het wild levende dieren en tamme dieren. Waarnemen welke dieren waar en in welk seizoen voorkomen. Typische leefplaatsen opzoeken. Leren luisteren naar de geluiden van de dieren. De belangrijkheid aantonen van sommige dieren voor de mens, de natuur, het milieu ... Eigen inbreng van de leerlingen stimuleren, documentatie verzamelen en leren ordenen.
3.3
Technisch tekenen
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN 1
Het tekenmateriaal
1.1
Het tekenmateriaal herkennen en de correcte naam geven. Het juiste materiaal kiezen bij een opdracht.
1.2
TV Agrarische technieken
20
-
Potlood Gradenboog Redispen (U) Lat
Land- en tuinbouw BVL
1.3
Het tekenmateriaal goed gebruiken.
2
Normschrift
2.1
Het voorgestelde normschrift op oefenbladen vervolledigen. Oefeningen maken met letters, cijfers, lijnsoorten.
2.2
3
Meetkundige constructies
3.1
Een loodlijn construeren vanuit een punt op een rechte en vanuit een punt buiten de rechte. Tekenen van evenwijdige lijnen. Een lijnstuk in gelijke delen verdelen. De definitie kennen van een hoek. Een hoek correct meten met een gradenboog. Een gegeven hoek tekenen met een gradenboog. Een gegeven hoek verdelen.
3.2 3.3 3.4 3.4 3.5 3.6
4
Schets - tekening van een werkstuk
4.1
In functie van de lessen realisatietechnieken bouw en elektriciteit een schets en een tekening maken van bv. naschetsen meetkundige tekeningen - een elektrische kringloop - een huis, stal, serre.
TV Agrarische technieken
21
-
passer rotring (U) tekendriehoeken gom hellingplaatje ...
-
Loodlijn Evenwijdige lijnen Verdelen van een lijnstuk in gelijke delen @ verdelen in 2 en veelvouden van 2 @ verdelen in een oneven aantal delen Hoeken @ wat is een hoek @ hoekgrootte @ rechte hoeken verdelen @ verdelen van hoeken uitgaande van een lijn en een punt @ hoeken uitzetten op tekening
-
Land- en tuinbouw BVL
5
Tekening lezen
5.1
In functie van de lessen realisatietechnieken bouw een eenvoudig plan en tekening lezen en de delen erop aanduiden.
6
Het maken van een maquette (U)
6.1
In functie van de lessen realisatietechnieken bouw en agrarische technieken plant en groeimilieu een maquette maken onder begeleiding bv. huis en tuin, hofplaats met gebouwen.
-
Maataanduiding Perspectief Aanduiding @ vlakken @ ribben @ hoeken @ hoekpunten
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Veel belang hechten aan een goede werkhouding en het juiste gebruik van het tekenmateriaal. Basisvaardigheden aanleren. Door herhaling een steeds grotere nauwkeurigheid nastreven. De volgorde van de oefeningen kunnen vrij gekozen worden, wanneer verschillende doelstellingen geïntegreerd worden in een grotere oefening of werkstuk. Indien nodig voor het maken van bepaalde oefeningen, afspraken maken met de collega’s PV Realisatietechnieken. 4
EVALUATIE
De permanente evaluatie laat toe te zien of de doelstellingen gehaald worden. Dit kan door observatie van de leerlingen tijdens het lesgebeuren, via een leergesprek en tijdens het maken van oefeningen en werkstukjes. Een tussentijdse evaluatie geschiedt via huistaken en opdrachten, de afwerking van de documentatiemap, toetsen en proefwerken. De permanente en de tussentijdse evaluaties laten toe om, indien nodig, te remediëren tijdens het schooljaar. De globale evaluatie laat toe om op het einde van het schooljaar na te gaan of de doelstellingen gehaald worden en adviezen te geven in verband met de oriëntering van de leerlingen. 5
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN
5.1
Plant- en groeimilieu
@ Tuingereedschap: - verschillende modellen en types als didactisch materiaal en voldoende in aantal om de vaardigheden aan te leren.
TV Agrarische technieken
22
Land- en tuinbouw BVL
@ Voortplanting: - werkruimte om de verschillende methoden toe te passen, - serre- of kweekruimte om de proefjes in een gepast klimaat te laten evolueren. @ Snoeien: - verschillende gereedschappen als didactisch materiaal en voldoende in aantal om de basisvaardigheden van het snoeien aan te leren. @ Maken van een bloemstuk: - verschillende materialen en gereedschappen als didactisch materiaal, - per leerling voldoende materiaal en gereedschap om verschillende bloemstukjes te maken. @ Bodem: - documentatie over bodembestanddelen, soorten grond en bodemprofiel, - materiaal om de proefjes in verband met de soorten grond te kunnen uitvoeren. @ Groeiomstandigheden: - materiaal en kweekruimte voor het aanleggen van zaai- en kiemproeven. @ Aanleggen van een teelt: - beschikken over voldoende grondoppervlakte, - zaden en planten, - per leerling: voldoende gereedschappen om de werkzaamheden uit te voeren.
5.2
Dier- en leefmilieu
@ Het visueel aspect is hier zeer belangrijk. We hechten veel belang aan de didactische middelen zoals transparanten, afbeeldingen, video ... @ Documentatieplaten: vergrote afbeeldingen met duidelijke aanduidingen van de lichaamsdelen en organen van de dieren. @ Schaalmodellen met uitneembare organen en lichaamsdelen. @ Dissectie: een aangepast lokaal, bij voorkeur labo, en de nodige toebehoren zoals handschoenen, ontleedmessen, bakjes ...
5.3
Technisch tekenen
@ Voor de leraar: - voldoende ruimte met voldoende grote tafels, retroprojector en scherm, - gradenboog, - grote meetlat, - grote tekendriehoek, - bordpasser.
TV Agrarische technieken
23
Land- en tuinbouw BVL
@ Voor de leerlingen: Het tekengerief wordt door de school ter beschikking gesteld of moet door de leerlingen worden aangekocht. Dit betreft onder andere tekenpapier, potlood, gom, meetlat, passer, gradenboog ... 6
BIBLIOGRAFIE
Naar de specifieke studierichtingen toe, zijn er een aantal handboeken voorhanden die de noodzakelijke leerinhouden bevatten. Hiervoor verwijzen we naar de catalogi van de uitgeverijen.
6.1
Basiswerken
- BEYER, D., Groenboekerij stap-voor-stapgids Tuinwerk, Zomer & Keuning Boeken BV, Ede. - DE RUITER, G., Gardening step-by-step, Ned. vertaling, Market Books BV, Baarn. - DE SCHUTTER, P., NEELS, L., ROYMANS, G., Bioskoop 1 (voor plant en dier ), De Sikkel, 1997, ISBN 90 28923 18 7. - DUVERGER, J.M., Leren tekenen voor beroepsklassen, De Sikkel, 1996. - HEARNE, T., Zorg zelf voor je konijnen, Helmond-Helmond, 1994. - M en P Uitgeverij BV, De Encyclopedie van de planten en dieren, Postbus 466 6000 A L Weert, ISBN 90 6590 576 6. - OREEL, M., VAN BASTELAERE, F., Van nature uit 1 (voor plant en dier), Wolters-Plantyn 1997, ISBN 90 301 6282 1. - Technisch tekenen in het beroepsvoorbereidend jaar, Desguinlei 214, 2018 Antwerpen. - WEGMAN, F., H., Bloemschikken en droogboeketten, Lekturama BV.
6.2
Naslagwerken
- ARDLEY, N., Geillustreerde gidsen vogels en vogelwaarneming, uitg. Helmond - standaard uitgeverij Antwerpen, ISBN 90 25271 46 4 - BINK, FA., Cologische atlas van de dagvlinders van N.W. Europa, uitg. Schuyt & co, Haarlem ISBN 90 60973 18 6. - CHINERY, M., De nieuwe insektengids, uitgeverij Thieme-Zuphen, ISBN 90 03901 98 8. - FELIX, J., Het grote vogelboek in kleur, uitgeverij Holland-Haarlem:ISBN 90 25103 80 4. - HARDE, KW., SEVERA, F., Thieme’s kevergids, uitgeverij Thieme-Zuphen, ISBN 90 03975 85 X. - HELSEN, F., DE BRECKER, H., Inzicht in Technisch Tekenen, uitgeverij Plantyn. - NOVAK, I., SEVERA, F., Thieme’s vlindergids, uitg. Thieme-Zuphen, ISBN 90 03965 85 4. - VERSLUYS, W., Geïllustreerde flora van Nederland , B.V. Amsterdam - Kleine Winkler Prins, Dierenencyclopedie, uitg. Elsevier Amsterdam - VERBERGT, W., Genormaliseerd schrift, Standaard Educatieve uitgeverij
6.3
Tijdschriften (voor plant en dier)
- Grasduinen, Postbus 497 1000 Amsterdam. - Wapiti Postbus 76, 8500 Kortrijk . - Natuurreservaten Kon St. Mariastraat 105, 1030 Brussel . TV Agrarische technieken
24
Land- en tuinbouw BVL
LAND - EN TUINBOUW Beroepsvoorbereidend leerjaar PV Realisatietechnieken Agrarische technieken: 6 uur/week In voege vanaf 1 september 1999
D/1999/0279/106
PV Realisatietechnieken
25
Land- en tuinbouw BVL
INHOUD
1
ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
2
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
3 3.1 3.2 3.3 3.4
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hout . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Metaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Elektriciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
5
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
6
BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
PV Realisatietechnieken
26
28 28 29 31 33
Land- en tuinbouw BVL
1
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Het verkennen van de vier vaardigheden: bouw, hout, metaal en elektriciteit, moet plaatsvinden in het kader van de opleiding Land- en tuinbouw. De leerlingen moeten de opeenvolgende stappen van een werkproces leren inzien en inoefenen, waarbij de aandacht voor nauwkeurigheid steeds belangrijker wordt. Materialen leren kennen, herkennen en er mee leren omgaan behoort tot de basisdoelstellingen. Vanuit een eenvoudig werkstuk moeten de leerlingen stap voor stap naar meer zelfstandigheid evolueren. Telkens opnieuw, rekening houdend met de sfeer in de groep en de capaciteiten van de leerlingen, moet dit gestimuleerd worden. Onze leerlingen hebben nood aan succeservaring. De kansen die we hen kunnen geven in Realisatietechnieken zijn bijzonder groot. We suggereren daarom, de basisvaardigheden zoveel als mogelijk te integreren in oefeningen en werkstukjes. De vooropgestelde doelstellingen in verband met afwerking en nauwkeurigheid kunnen op die manier steeds hoger gesteld worden. Gezien de beperkte tijd, is het soms aangewezen om te vertrekken van reeds halfafgewerkte producten. 2
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Een voldoend uitgerust lokaal of werkplaats is noodzakelijk. Het materiaal kan ter plaatse blijven en de integratie tussen de vakken kan hierdoor gestimuleerd worden. Het soort werkstuk of oefening wordt bepaald door de verworven kennis van de vaardigheden. Deze keuze vertrekt vanuit: . de moeilijkheidsgraad van de oefening; . het tempo van de leerlingen; . de sector land- en tuinbouw. Daar de leerlingen verschillen in capaciteit en werkritme, is het belangrijk te beschikken over enkele tempo-opvangoefeningen. Deze kunnen verschillen in moeilijkheidsgraad en kunnen een extra stimulans betekenen voor de leerlingen. Om de doelstellingen te halen, stellen we een urenverdeling voor waarbij de vier onderdelen bouw, hout, metaal en elektriciteit, evenveel aan bod komen. Op jaarbasis betekent dit ongeveer 35 tot 40 uur per onderdeel.
PV Realisatietechnieken
27
Land- en tuinbouw BVL
3
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN
De doelstellingen en leerinhouden worden eerst, naast elkaar, weergegeven. Deze worden gevolgd door de pedagogisch-didactische wenken. Een (U) staat voor uitbreiding.
3.1
Bouw
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN 1
Bouwen en wonen
1
De oorsprong en de evolutie van het wonen uitleggen. Eigenschappen opnoemen waaraan een goede woning moet voldoen. Verbanden leggen tussen de woonbehoeften en de woonfuncties. De grondstoffen van mortel opnoemen en hun verhouding aangeven. Mortel maken. Grondstoffen van baksteen opnoemen. Productie van baksteen kort uitleggen. Enkele soorten baksteen onderscheiden naar gebruik. De samenstelling van beton verklaren. Enkele soorten beton met eigenschappen opnoemen.
1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10
2
Metselgereedschap
2.1
De correcte namen noemen van het metselgereedschap. Het gereedschap op een juiste wijze kunnen hanteren. Het gereedschap onderhouden en opbergen.
2.2 2.3 3
Evolutie van het wonen Woonbehoeften en functies Materiaalkeuze - mortel: soorten, bestanddelen, verhoudingen - baksteen - beton: soorten - hulpmiddelen: granulaten, bindmiddelen, bewapening
-
Truweel Waterpas Paslat Metselkoord Priemen
Horizontaal metselen Onder begeleiding horizontaal metselen.
PV Realisatietechnieken
28
Land- en tuinbouw BVL
4
Verticaal metselen Onder begeleiding verticaal metselen.
5
Metselverbanden Onder begeleiding metselen in halfsteenverband.
6
Documentatiemap
6.1
Onder begeleiding een documentatiemap aanleggen over - bouwen, - metselen, - materialen, - prijs en kwaliteit, - veiligheid op het werk. De documentatie ordenen.
6.2
Halfsteenverband
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De eigen inbreng van de leerlingen stimuleren wat betreft het wonen en de kwaliteit van een woning. Een steenbakkerij bezoeken. Belang hechten aan de kwaliteit van de grondstoffen om te komen tot goede bouwstoffen. Basisvaardigheden bij het metselen zijn zeer belangrijk. De juiste houding aannemen en steeds het juiste materiaal gebruiken. Basishandelingen bij het metselen voldoende inoefenen. Door leer- en groepsgesprekken de verschillende oefeningen die door de leerlingen zijn uitgevoerd beoordelen. Succeservaring is bij deze leerlingen zeer belangrijk.
3.2
Hout LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1
Houtsoorten
1.1.1 1.1.2
De belangrijkste houtsoorten herkennen. De belangrijkste houtsoorten rangschikken.
PV Realisatietechnieken
29
Soorten hout - massief hout @ naaldhout @ loofhout - houtplaatmateriaal @ fineer, triplex, multiplex
Land- en tuinbouw BVL
@ meubelplaten: bv. MDF 1.2.1 1.2.2
Van de belangrijkste houtsoorten de belangrijkste eigenschappen opgeven. Van de belangrijkste houtsoorten een mogelijkheid van bewerking (verwerking) opgeven.
2
Houtgereedschap
2.1 2.2 2.3 2.4
Het gereedschap correct benoemen. De soorten gereedschap onderscheiden. Het juiste gebruik verklaren. Het gereedschap veilig hanteren.
3
Gebruik van houtgereedschap: maken van werkstukjes
3.1
Nauwkeurig uitvoeren van eenvoudige werkstukjes . Gebruikmaken van het juiste gereedschap. Overzichtelijk noteren van de werkzaamheden in een verslagboek.
3.2 3.3
-
4
Snijvlakken
4.1
Met behulp van tekening of afbeelding de verschillende snijvlakken herkennen. Zelfstandig zagen volgens de verschillende snijvlakken.
4.2 5
Documentatiemap
5.1
Onder begeleiding een documentatiemap aanleggen in verband met - houtsoorten,
PV Realisatietechnieken
Houtkenmerken - de weefsels in de houtstructuur - bewerkbaarheid - eigenschappen en gebruik
30
Houtzaag Winkelhaak Een kruishout Een krasnaald Een meter Beitels Houtvijlen Raspen Houtschaaf Hamers Schroevendraaiers Nagels Schroeven ...
- Het zagen van rechte stukken - Het maken van @ inkepingen @ uitkappingen @ houtverbindingen (kruis-, halfhouts- en T-verbinding)
- Dwars - Overlangs - Naast het merg
Land- en tuinbouw BVL
5.2
- houtgereedschap, - houtverwerking, - kwaliteit en prijs. De documentatie ordenen PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Om de soorten hout en de eigenschappen ervan aan te tonen moeten in de werkplaats enkele belangrijke houtsoorten aanwezig zijn. Het duidelijk en herhaaldelijk voordoen door de leraar van de basisvaardigheden is essentieel. De leerlingen doen dit na. Daarna wordt er individueel of in groep geëvalueerd. De verschillende vaardigheden worden best geïntegreerd ingeoefend door het maken van enkele eenvoudige werkstukjes. Daar de handigheid en het werkritme van de leerlingen sterk kunnen variëren, bestaat de mogelijkheid, door de moeilijkheidsgraad van de werkstukjes te verhogen, de leerlingen meer individueel te laten werken
3.3
Metaal
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN 1
Soorten metalen
1.1
De verschillende metalen herkennen en benoemen. Weten tot welke categorie metalen behoren. De belangrijkste eigenschappen van de metalen kennen. Van ieder metaal een voorbeeld van toepassing kunnen geven.
1.2 1.3 1.4
- Ferrometalen (ruw ijzer, gietijzer, staal) - Non-ferrometalen (zink, lood, koper, aluminium) - Legeringen (brons, messing)
2
Metaalgereedschap: maken van werkstukjes
2.0.1 2.0.2 2.0.3
Correct uitvoeren van enkele werkstukjes. Het juiste gereedschap gebruiken. Notities nemen in een verslagboek.
2.1.1 2.1.2 2.1.3
De onderdelen benoemen. Een ijzerzaag correct hanteren. Een zaagblad correct monteren.
PV Realisatietechnieken
De ijzerzaag - onderdelen - soorten - monteren zaagblad
31
Land- en tuinbouw BVL
2.2.1 2.2.2 2.2.3
Soorten boren herkennen. Eenvoudige boringen uitvoeren. Het juiste toerental kunnen kiezen en instellen.
De boor - bepaling toerental - soorten boren naar gebruik, lengte en dikte
2.3.1 2.3.2
Het nut van een puntslag uitleggen. Een puntslag correct hanteren.
De puntslag
2.4.1 2.4.2
Soorten vijlen herkennen. Correct vijlen.
De vijlen - soorten: vorm - juist gebruik
2.5.1 2.5.2
Schuifpasser correct hanteren. Juiste gegevens aflezen.
De schuifpasser
3
Metaalverbindingen
3.1
De verschillende metaalverbindingen onderscheiden. De metaalverbindingen in werkstukjes toepassen.
3.2
4
Documentatiemap
4.1
Onder begeleiding een documentatiemap aanleggen over - soorten metaal, - gereedschappen, - kwaliteit en prijs. De documentatie ordenen.
4.2
- Bouten en moeren - Klinken (popnageltang, blindniettang) - Solderen - Lassen (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Om de soorten metaal en de eigenschappen ervan aan te tonen moeten in de werkplaats enkele belangrijke metaalsoorten aanwezig zijn. De veiligheidsvoorschriften moeten aangeleerd worden en steeds worden toegepast. Voldoende tijd nemen om het veilige en juiste gebruik van het metaalgereedschap aan te leren. Het maken van werkstukjes waarbij de vaardigheden worden ingeoefend zijn belangrijk als succeservaring voor de leerlingen.
PV Realisatietechnieken
32
Land- en tuinbouw BVL
3.4
Elektriciteit
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN 1
Inleidende begrippen
1.1
Het belang van energie en van elektrische energie in het bijzonder eenvoudig omschrijven. De gevaren van elektriciteit kennen. Bewust zijn van het belang van de veiligheidszorg.
1.2 1.3
2
Gereedschap
2.1 2.2 2.3 2.4
Het gereedschap juist benoemen. Het gereedschap correct gebruiken. Het juiste gereedschap gebruiken. Het gereedschap veilig gebruiken.
3
De elektrische kringloop: stroomkring
3.1
De verschillende onderdelen van een kringloop kunnen onderscheiden op een schema. Onder begeleiding een eenvoudige kringloop uitvoeren (gelijkstroom).
3.2 4
Schakelingen en schakelaars
4.1
Op een schema de verschillende schakelingen kunnen aanduiden en benoemen. De betekenis en de kenmerken van de verschillende schakelingen aangeven.
4.2
PV Realisatietechnieken
33
- Energie @ definitie @ vormen @ omzettingen - Elektriciteit @ productie @ vervoer @ verbruik - Veiligheid en elektriciteit
-
Schroevendraaier Striptang Bektang Platte tang Draadsoorten Schakelaars Lampen ...
-
Bron Geleider Verbruiker Schakelaar
- Schakelingen @ serie @ parallel - Schakelaars @ enkelpolige schakelaar
Land- en tuinbouw BVL
4.3 4.4
5
Het maken van eenvoudige werkstukjes
5.1 5.2 5.3
De juiste materiaalkeuze maken. Het juiste gereedschap kiezen. Enkele basisvaardigheden onder de knie hebben, rekening houdend met geldende veiligheidsvoorschriften.
6
Symbolen en aanduidingen
6.1
Van de onderdelen de meest gangbare symbolen en kleuren verklaren.
7
Gevaren van elektriciteit
7.1
De drie belangrijkste gevaren kunnen opnoemen. De belangrijkste oorzaken die aan de basis liggen van die gevaren kennen.
7.2
8
Smeltveiligheid
8.1
De juiste betekenis kennen van een smeltveiligheid in een kringloop.
9
Documentatiemap
9.1
Onder begeleiding een documentatiemap aanleggen over - energie - elektriciteit, - gereedschap en symbolen, - kwaliteit en prijs. De documentatie ordenen.
9.2
@ dubbelpolige schakelaar @ wisselschakelaar (U) @ kruisschakelaar (U)
Een schema van een lichtschakeling tekenen. Een enkelpolige lichtschakeling uitvoeren.
PV Realisatietechnieken
34
- Oogjes van een geleider - Een verlengsnoer @ stekker, verlengdraad, stopcontact @ materiaalkeuze en veiligheid
-
Elektrische apparaten Gereedschap Elektrisch materiaal Zekeringkast
- Elektrocutie - Kortsluiting - Overbelasting
- Soorten - Toepassingen
Land- en tuinbouw BVL
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Zoveel als mogelijk de eigen leefwereld van de leerlingen bij de lessen betrekken om het belang en de veiligheid van elektriciteit te beklemtonen. Veilig gereedschap en goedgekeurde materialen op veilige en goede manier leren hanteren. Verschillende doelstellingen kunnen geïntegreerd worden bij het maken van oefeningen. Veel belang hechten aan duidelijke schema’s bij de aanleg van elektrische kringlopen en schakelingen. 4
EVALUATIE
De permanente evaluatie laat toe te zien of de doelstellingen gehaald worden. Dit kan door observatie van de leerlingen tijdens het lesgebeuren, tijdens een leergesprek bij het maken van oefeningen en werkstukjes. Een tussentijdse evaluatie geschiedt via beoordeling van de oefeningen en werkstukjes, de afwerking van de documentatiemap en toetsen. De globale evaluatie laat toe om op het einde van het schooljaar na te gaan of de doelstellingen gehaald worden en adviezen te geven in verband met de oriëntering van de leerlingen. 5
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN
Men moet beschikken over de nodige werkruimte. Door de grote diversiteit aan oefeningen en werkstukken is een gedetailleerde opgave van de gereedschappen overbodig. Hier is de algemene regel: iedere leerling beschikt over het nodige materiaal en gereedschap om de opgelegde oefeningen op een juiste en veilige manier te kunnen uitvoeren. 6
BIBLIOGRAFIE
De leraar zal de catalogi van educatieve uitgeverijen raadplegen.
6.1 -
Basiswerken
CLARYSSE J., Technologie Houtbewerking Deel 1 en deel 2, Oudenaardsesteenweg 261, 8500 Kortrijk. de JONG, A., Simply fix it, ned. vertaling, Zomer en Keuning Boeken BV, Ede. DEPECKER, A., VANDENBERGHE, A., WAUTERS, W., Leer- werk- en documentatieboek ( voor hout- bouw- metaal en elektriciteit). De Sikkel, Kortrijk.
PV Realisatietechnieken
35
Land- en tuinbouw BVL
6.2 -
Naslagwerken
DEVURGER, J.M., Elektriciteit BSO 1, De Sikkel. HEILIG, A., Technisch handboek metaalbewerking, Standaard, Amsterdam. HEILIG, A., Mechanische techniek: gereedschapsleer deel 1 + deel 2, Educaboek, Stam Technische Boeken. LAMMERS, F., Praktische doe-het-zelfgids, Het Spectrum, Antwerpen. OTT, M., Leren metselen, De Sikkel, 1996. PRIEMERSA, S.G.A., Timmeren, deel 1: materialenleer, Ten Brink, Meppel BV. VAN LIENEN, H.J., SPRONKERS, J.V., Materialen en gereedschappen voor handenarbeid en hobby, Muusses Purmerend. VANDEVIJVERE, J., Realisatietechnieken, elektriciteit: eerste graad, Standaard Educatieve uitgeverij. WIELEMANS, W., CLAEYS, C., Mens en Technologie: De elektrische kringloop, Plantyn. Het fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid: diverse werkboeken. Gaselwest - Electrabel: Elektriciteit, Kortrijk. Wonen - Technologische opvoeding Plantyn, Antwerpen.
PV Realisatietechnieken
36
Land- en tuinbouw BVL