Kerstavonddienst in de Doopsgezinde kerk in Borne 24 december 2015, aanvang 19.30 uur Thema: Er is iets nieuws begonnen…zie je het? Voorganger: ds. Carla Borgers Organist en leiding cantorij: Henk Oosterveen m.m.v. de cantorij Orgelspel voor aanvang van de dienst Zingen
Stille Nacht (gewijzigde tekst)
Woord van welkom Ontsteken van het licht Zingen
Zuivere vlam (Liedboek 458)
Openingswoorden Vg: Stilte nu, stilte nu, stilte nu… Allen: Dit samenzijn moge ons geven: kracht en vreugde, dat wij niet wanhopen aan ooit vrede op aarde. Vg: Stilte nu, stilte nu, stilte nu… Cantorij
‘Nacht zonder uren’ (Uit: Als appelbloesem in de winter, koorversie p. 7)
Meditatieve tekst (René van Loenen) Dit is de nacht die ons zal dagen, nacht waarin het licht zich schuilhoudt tot het wonder is voldragen: een kind dat ons tot brood zal zijn. een kind dat ons om brood zal vragen. Nacht die ons zal dagen… Zingen ‘In de diepste wereldnacht’ (uit: Zangen van zoeken en zin) Een blijde boodschap vlgs. Jesaja Jes. 43, 18-20 Denk niet aan wat vroeger was, laat het verleden rusten. Zie, ik ga iets nieuws beginnen heb je het nog niet gemerkt? Ik maak zelfs een weg in de wildernis, rivieren zullen stromen in de woestijn. Zingen ‘Weggeborgen, weg van licht’ (Uit: Als appelbloesem, koorversie p. 12) Een blijde boodschap vlgs. Lucas Lucas 2, 1-7
21 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2 Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië.3 Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. 4 Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Bethlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was.6 Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. Zingen (allen) ‘Vol stille vreugde’ (Uit: Als appelbloesem, koorversie p. 15) Gesproken tekst: Er is iets nieuws begonnen… zie je het? Lucas vertelt verder…. Lucas, 8-20 8
Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. 9 Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. 10 De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: 11 vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer.12 Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een kribbe ligt.’ 13 En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 14 ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’ 15 Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Bethlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ 16 Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de kribbe lag. 17 Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. 18 Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden,19 maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. 20 De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. Cantorij
‘Nacht zonder uren’ (Uit: Als appelbloesem, koorversie p. 21)
Zingen (allen)
‘Wij staan aan een kribbe’ (Liedboek 503)
Overdenking Er is iets nieuws begonnen, zie je het? Iets nieuws…. De winkels liggen er vol mee, zeker in deze dagen. Nieuwe ditjes en datjes, nieuwe soorten speelgoed, nieuwe smaken, nieuwe onbekende soorten fruit uit verre landen, nieuwe kant-en-klare kerstschotels. Allemaal nieuw, allemaal anders dan gewoon. Onze economieën moeten het hébben van telkens weer iets nieuws. Niet voor niets gaan veel oude warenhuisketens nu ten onder omdat ze staande proberen te blijven door het oppoetsen van oude concepten. Iets nieuws, iets nieuws, dát is wat kijkers en kopers willen, altijd weer iets nieuws. Wie achterblijft, wie niet langer de aandacht van het publiek weet te trekken legt onverbiddelijk het loodje.
De profeet Jesaja spreekt Gods woorden (of is het andersom?): “Zie, ik ga iets nieuws beginnen, heb je het nog niet gemerkt?” Voor deze kerstavond heb ik van deze profetie een voldongen feit gemaakt: Er is iets nieuws begonnen, zie je het? Het is eigenlijk heel vreemd dat we in winkels altijd weer iets nieuws zoeken, want eigenlijk is de mens een zeer behoudend wezen. Alles wat vreemd is, is eng. Vreemde mensen, vreemde volken…, je weet maar nooit wat er gebeurt als ze binnen je grenzen komen. Vreemde kleuren, geuren en smaken, vreemde kleding, vreemde gebruiken, een vreemde godsdienst…Nee, sommigen gaan desnoods de straat op om hun ongenoegen te uiten. Enkelingen worden zelfs gewelddadig als ze menen lokale besturen daarmee hun wil te kunnen opleggen en maken zo onze democratische beginselen ondergeschikt aan hun angst voor het anders zijn van mensen. Want vreemd is eng en daar moet je zo snel mogelijk van af. Als het goedschiks niet wil, dan moet het maar kwaadschiks. Nieuw en anders is eng, het past niet in ons wereldbeeld. Nieuw en vreemd geeft ons te denken en dat willen we vaak niet. Oneliners zijn ín en de nuance in het debat is vaak ver te zoeken. De schreeuwers hebben de straat, althans dat dénken we als we de beeldverslagen zien. En toch…Er is iets nieuws begonnen, zie je het? Ruim tweeduizend jaar begón er iets nieuws. De evangelist Lucas heeft het op zijn eigen manier opgetekend. Hij begint zijn blijde boodschap met het noemen van de heersende macht: Augustus, keizer van het machtige Romeinse rijk en Quirinius, stadhouder van Syrië. Hoewel de jaartallen niet allemaal kloppen en er in dat opzicht niet te overbruggen verschillen zijn tussen de evangelisten Matteüs en Lucas, is de setting van het verhaal duidelijk genoeg. In een wereld waarin grote mannen aan de macht zijn, veroveraars die met hun legers steeds meer gebieden inlijven in hun rijk, wordt ergens op het platteland van Galilea een jongetje geboren, net buiten het stadje Bethlehem. Mét dit kind, zo vertelt Lucas, is iets nieuws geboren. Niet dat het er niet eerder is geweest, maar telkens weer werd het weggevaagd, onder de voet gelopen, uitgelachen, als lastig bestempeld of door machthebbers als bedreigend ervaren. Mét dat kleine manneke in die kribbe begon iets nieuws. Deze Jezus werd als een vlam die nooit meer dooft, een vlam van hoop, een lopend vuur dat mensen aanstak en nog steeds aansteekt. Hij zette de wereld op zijn kop: klein gaat bij hem voorop, zoals de herders die als eersten van hem hoorden; wie haantje de voorste speelt kan achter aansluiten. Grote monden leggen het uiteindelijk af tegen zachte woorden. Mededogen wint het van straf, begrip van veroordeling. Praten werkt, schieten of bommen gooien uiteindelijk niet. Regeringsleiders kiezen nóg steeds voor de oude en inmiddels versleten concepten. Ze beantwoorden geweld nóg altijd met geweld in plaats van bescherming te bieden aan de slachtoffers. Zíj hebben in elk geval niet gezien dat er al heel lang geleden iets nieuws is begonnen. Maar… zien wij het wél? Of gaan ook wij mee in dat oude denken? Laten we ons nog steeds wijsmaken dat die Jezus het misschien mooi kon zeggen, maar dat zijn voorbeeld ‘niet van deze wereld’ was en dat wij moderne mensen beter zouden moeten weten? Laten we ons nog steeds een rad voor ogen draaien door mensen die belang hebben bij gewapende conflicten? Zíen we dat nieuwe dat met de komst van die kleine in de wereld kwam? Wíllen we het zien? Dúrven we het te zien? Of vinden we het doodeng? Bespot en uitgelachen? Ja natuurlijk werd hij dat! Dwars gezeten en bedreigd? Nou en óf! Gemarteld en vermoord? Ja, we weten maar al te goed dat hij het er niet levend van af bracht. Dat zijn nu eenmaal de standaard antwoorden die machtige mensen hebben op een mens of op een beweging die vreemd is, ánders. Eerst de motieven van die mens of van die beweging in een kwaad daglicht stellen of belachelijk maken, dan de mensen het leven zuur maken en bedreigen en tenslotte laten
verdwijnen óf juist als afschrikwekkend voorbeeld stellen voor wie ook anders is en anders wil. En toch…Wereldwijd zien we dat het gedachtengoed van dat kind van Bethlehem nog steeds mensen inspireert. Zowel gelovigen als niet- of anders gelovigen nemen hem als voorbeeld voor hun geweldloze verzet tegen onrecht, voor hun protesten tegen moorddadig geweld door overheden. Zelfs in tijden dat de kerk –menend namens hem te spreken- zich verbond met de machthebbers en hun manieren ging overnemen, waren er mensen die dat ánders zijn van dit mensenkind serieus namen en hem gingen volgen. Nét als hij werden velen gehoond, vervolgd, vermoord. Maar de vlam bleef branden en werd doorgegeven. Want het was de vlam van de hoop, de vlam van ‘en tóch...’ Laten we toch alsjeblieft onze ogen open houden voor die ándere beweging die óók gaande is onder de mensen, ook vandaag de dag. Die beweging die ruim tweeduizend jaar geleden in gang is gezet door dat schijnbaar machteloze mensenkind. Want als we daar niet meer in geloven, als we dat niet meer willen of durven zien, als wij geen hoop meer koesteren, wat moeten de mensen dan die het juist van onze hoop, van ons vertrouwen, van ons geloof moeten hebben? We hébben het niet verkeerd gezien. Er ís toen –tweeduizend jaar geleden- iets nieuws begonnen. We hoeven het alleen maar te omarmen. Amen. Orgelspel, daarna zingen allen:
‘Prijs de Heer die herders prijzen’ (Liedboek 468): 1, 2 en 3
Gebeden We hebben samen gevierd, gezongen, gebeden. We hebben lichtjes ontstoken. We hebben hier vriendschap gedeeld, vreugde beleefd. We zijn hier even bij elkaar thuis geweest. Laten we dan ook niet voorbij gaan, God, aan al die mensen die nergens thuis zijn, die vrienden en familie hebben moeten achterlaten. Laten we niet voorbij gaan, God, aan alle slachtoffers van terreur en oorlog, van menselijke nalatigheid, van natuurgeweld, maar ook van klein huiselijk geweld. Laten we niet voorbij gaan, God, aan mensen die geen hoop meer hebben, die bang zijn dat onze wereld het niet redt, dat het vreemde ons zal overspoelen. Laten we niet voorbij gaan, God, aan al die mensen die geen kerst kunnen vieren omdat het hun verboden is door hun regeringen, of omdat ze geen geld hebben voor iets feestelijks, of omdat ze eenzaam zijn of ziek. Geef ons de moed om te zien wat er is aan leed, maar ook om het nieuwe te zien,
dat ons is voorgeleefd door Jezus, dat kind van Bethlehem. Amen. Woorden van hoop om mee te nemen Warmte, liefde, licht en toekomst die verdwenen, kunnen ongedacht weer opstaan in een tijd van tegentij, als appelbloesem in de winter. Zegenbede Vragen we dan voor onderweg om Gods zegen: Behoed ons zegen ons bewaar ons Gij die ons hebt toegekeerd naar elkaar, om elkaar te zegenen te bewaren te behoeden Slotlied
‘Aan onszelf teruggegeven’ (Uit: Als appelbloesem, koorversie p. 17)
Doven van de kaars Orgelspel na de dienst Collecte bij de uitgang, bestemd voor de Stichting Noodopvang Asielzoekers Borne