Nieuwsbrief 7 –Juni 2013
Stilte Stilte creëert ruimte, stilte reinigt Op deze voorpagina van de 7e nieuwsbrief wil ik beginnen iets persoonlijks met u te delen. Ik kom net terug uit de woestijn. Tien dagen onder begeleiding van zes Bedoeïenen, die veertien kamelen onder hun hoede hadden. Twaalf westerlingen, waaronder ik, die hen volgden. Een stilteretraite heb ik gedaan. ’s Morgens en ’s middags in stilte lopen, een paar hele stiltedagen er tussen door. We waren met elkaar, maar wel in stilte. De kamelen was ik dankbaar. Zij droegen mijn eten, het water, alle bagage. Door hun aanwezigheid was ik binnen afzienbare tijd ook écht in de woestijn, niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk. Voor wat het Hospice betreft: zo’n stilte-ervaring zou verplicht moeten worden voor ieder, die aan het bed van de stervende medemens staat. Stilte zorgt voor ongemak, niet alleen dat ik opeens mijn lichaam ga voelen, ik voel ook datgene waar ik anders niet vanzelfsprekend de tijd voor neem. Gevoelens als onrust, rebellie, geraakt worden, ontroerd raken, in contact zijn of uit contact zijn, me terugtrekken in mijzelf of juist uitreiken naar de ander. Ik heb mogen ervaren, dat ik in die stilte - meer nog dan in een gesprek - met de ander in contact ben. Het komt, omdat ik vanuit stilte veel meer met mijzelf in contact
In dit nummer: • Hospice Haarlem e.o. speelt in op de toekomst • De open huizenroute van de Hospice • De mens achter de Hospice-vrijwilliger • Psychiatrie en terminale zorg • Brengen en halen • Als je hier eenmaal werkt wil je nooit meer weg • Hospice en diversiteit • Hospice Haarlem e.o. in 2014 een kwart eeuw oud! • Hoe kunt u ons helpen?
ben en van daaruit de ander zo intens kan ervaren. Iedere vrijwilliger kan het beamen: in stilte bij een gast aanwezig zijn is bijzonder. Hoe meer we aan die momenten toe kunnen geven, hoe intensiever de schoonheid van stilte wordt ervaren. Er zijn ook momenten bij de mensen thuis of in het Bijna Thuis Huis, waarop als van zelf de sfeer verandert. De atmosfeer lijkt te verstillen, de gesprekken worden een zacht gefluister, men beweegt op “ijle” lucht. Bijna altijd als een gast op sterven ligt, ervaar ik deze mystieke stilte. Alsof er iets bijzonders staat te gebeuren. Wat natuurlijk ook zo is. We doen van alles om maar niet in stilte terecht te komen, maar we zouden er eens vaker “bij stil moeten staan”. Stilte creëert ruimte, stilte reinigt. Daar waar men in stilte met elkaar aanwezig kan zijn, is liefde aanwezig. Het resulteert in werken met hart en ziel. In deze nieuwsbrief kunt u lezen wat er binnen de stichting allemaal op ons pad komt en waar we met hart en ziel mee bezig zijn. Van onze zoektocht naar een nieuwe locatie, de politieke ontwikkelingen door Rutte II die van invloed zijn op onze organisatie, een uniek verhaal van een vrijwilliger met een oranje tintje, onze aandacht voor psychiatrie in de terminale zorg, tot aan het vijfentwintig jarig jubileum van de stichting, een nieuw beleidsplan en de jaarrekening op onze website. Ik wens u veel leesplezier, in stilte. Gabriëlle Konings, directeur
“Daar waar men in stilte bij elkaar kan zijn, is liefde aanwezig.”
1
Hospice Haarlem e.o. speelt in op de toekomst Bezuinigingen in de zorg Niets is onveranderlijk en onze wereld verandert in een rap tempo. Wij spelen daar binnen het Hospice natuurlijk op in. We proberen vooruit te kijken naar hoe de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen zijn en wat zij betekenen voor ons werk en onze kerndoelstelling: mensen bijstaan in de laatste fase van het leven.
een enorme klus, alleen al doordat de overheveling naar gemeenten gepaard gaat met aanzienlijke bezuinigingen. Naar onze verwachting zal er daarom van de zijde van gemeenten ook een groot beroep gedaan worden op vrijwilligersorganisaties zoals de onze. Wij zijn daar uiteraard toe bereid. We doen dit werk tenslotte niet voor niets al bijna 25 jaar.
Wij hebben onze verwachtingen en onze voornemens voor de komende jaren in een document samengevat. U kunt het vinden op onze website onder het kopje beleidsplan. In dit beleidsplan speelt de versobering in de ouderenzorg, die het kabinet voornemens is om door te voeren, een belangrijke rol. Wij verwachten, dat dit grote invloed zal hebben op de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers. Dit geldt met name voor de thuissituatie en in de laatste periode van iemands leven. Als verzorgingshuizen grotendeels verdwijnen en er fiks bezuinigd wordt op de thuiszorg - en vooral op de huishoudelijke zorg - dan is het niet moeilijk om te voorspellen, dat de druk op de informele zorg zal toenemen. Wij gaan ons daarom nadrukkelijk voorbereiden op die situatie.
Ad van de Nes, voorzitter
Het is verder onze verwachting, dat de decentralisatie van verantwoordelijkheden naar lagere overheden gestaag verder gestalte zal krijgen. De gemeenten zullen daarom steeds belangrijker worden in de toewijzing en betaling van de inzet van beroepsmatige zorg voor burgers. Dat is
De open huizenroute van de Hospice Een zoektocht Dat het zoeken naar geschikte huisvesting voor onze unielocatie lijkt op een processie van Echternach, hebben wij al enkele malen duidelijk gemaakt in eerdere edities. Zit er dan géén vooruitgang in? Ja, toch vorderen wij met onze zoektocht. In de afgelopen periode hebben wij diverse panden bezocht en de plussen en de minnen op een rij gezet. Zoals een makelaar de huizen voor het voetlicht brengt, doen wij dit nu ook om een beeld te geven van het soort pand waar wij naar kijken. Eén eigenschap hebben de panden van onze open huizenroute gemeen. De panden die wij bezoeken hebben allemaal een naam. Het ene pand heeft een wat statiger naam dan het andere. Zo’n naam kan ook een vorm van vertrouwdheid en geborgenheid suggereren, die past bij de doelstelling van ons Hospice. In willekeurige volgorde zijn de namen van de panden van onze open huizenroute: Nijenhove, Vredenhof, Spaernhove en Berkenrode. Daar zijn er nu nog twee van in beeld. Wij denken, dat een van deze panden invulling kan geven aan de behoefte van ons Hospice. In de komende maanden hopen wij onze open huizenroute te kunnen afronden
2
met de voorkeur voor minimaal twee geschikte panden. Na deze keuze gaan wij kijken, of wij onze wensen kunnen realiseren binnen onze financiële mogelijkheden. Wordt ons jubileumjaar 2014 het jaar , waarin wij ook onze nieuwe huisvesting in gebruik kunnen gaan nemen? Om die vraag te kunnen beantwoorden gaan wij nog een aantal spannende maanden tegemoet! In de volgende editie verwachten wij meer duidelijkheid te kunnen geven. Ed van den Berg, bestuurslid
De mens achter de Hospice-vrijwilliger Een nieuwe rubriek Theo Plasschaert is lid van onze PR- groep, maar ook actief als vrijwillig secretaris van de regio Haarlem van de Landelijke Vereniging de Zonnebloem. In die hoedanigheid mocht hij op 30 april aanwezig zijn bij de inhuldiging van koning Willem Alexander in de Nieuwe Kerk. Hij vertelt over deze unieke belevenis. Ik werd zeer verrast door een telefoontje van de secretaresse van de Commissaris van de Koningin Remkes. De Provincie Noord Holland mocht 60 “gewone burgers” leveren en Remkes vond, dat het vrijwillige vertegenwoordigers moesten zijn van allerlei maatschappelijk nuttige organisaties zoals Rode Kruis, Leger des Heils en de Zonnebloem. Aan ons Hospice heeft hij kennelijk niet gedacht. Het is min of meer toevallig dat ze bij mij terecht kwamen, in principe komt ieder van de 4500 NoordHollandse vrijwilligers ervoor in aanmerking. Eerst kreeg ik de vraag of ik wilde meewerken aan screening door de politie, want je weet maar nooit. Een enkele bon voor een snelheidsovertreding vormde kennelijk geen belemmering, want na een aantal weken ontving ik de
felbegeerde toegangskaart en een infoboekje, mooi gedrukt op goudkleurig geschept papier. Daarnaast een kledingadvies, voor de mannen een jacquet of een donker pak. Ik voel me niet prettig in een jacquet, dus heb ik de kwakkelende economie maar een oppeppertje gegeven en een kostuum aangeschaft! Op de dag zelf moest ik vroeg op, om 07.30 uur was het vertrek vanaf het Provinciehuis met twee bussen. De heer Remkes had mij ook nog gevraagd, of ik die dag “reisleider” wilde zijn. Een taak die ik met plezier op mij heb genomen. We reden eerst naar IJburg, waar alle bussen uit het hele land samenkwamen en vandaar met politiebegeleiding naar de Passagiersterminal achter het Centraal Station reden. Iedereen werd daar opnieuw gecontroleerd - net als op Schiphol - en vervolgens begon het wachten tot we rond 11.30 uur weer in bussen met escorte naar de Nieuwe Kerk reden. Grappig was, dat de erewachten al stram in het gelid stonden,toen wij over de blauwe loper naar binnen gingen. Ik had een prima plaats, vlak bij een gangpad waarover alle gasten in- en uitliepen. Heel bijzonder was, dat ik daar mijn dochter ontmoette. Zij had als verslaggever het geluk dat haar aanvraag om een persaccreditatie was goedgekeurd. Hoewel eigenlijk verboden, konden we met de mobiele telefoons toch nog wat foto’s maken. De hele inhuldigingsplechtigheid hebben we opgesnoven en ondergaan als een unieke historische gebeurtenis, die sowieso indrukwekkend was, ongeacht de eventuele opvattingen over de monarchie. Na afloop reden we terug naar de Passagiersterminal om bij te praten en bij te komen, waarna we moe maar geheel voldaan om 17.30 uur terugwaren bij het provinciehuis. Theo Plasschaert, lid PR-groep
3
Psychiatrie en terminale zorg Hoog tijd om kennis te gaan delen
Vrijwilligers bezig in een training
Palliatieve zorg voor mensen met een psychiatrische stoornis is vaak niet goed geregeld. Een goede samenwerking van GGZ-instellingen met Hospices kan hier veel verbetering in brengen. Uit een grootschalig onderzoek van het Trimbos Instituut blijkt, dat vier van elke tien volwassenen tijdens hun leven te maken krijgen met psychiatrische problematiek. Een deel van de mensen met chronische psychiatrische aandoeningen verblijft in instellingen van de Geestelijke Gezondheids Zorg (GGZ), het gaat hierbij om ca. 27.000 cliënten. Het overgrote deel woont echter buiten een instelling en maakt gebruik van ambulante zorg, of ontvangt/wenst helemaal geen psychiatrische zorg. Sommigen van hen leiden een zwervend bestaan. Jaarlijks sterven ca. 400-500 mensen in psychiatrische instellingen. Het hier kunnen bieden van een goede palliatieve zorg is vaak een probleem. Veel psychiatrische instellingen hebben geen palliatief beleid, het ontbreekt in sommige woonvormen aan faciliteiten als een eenpersoonskamer of een aangepast bed en het ontbreekt de instellingen vaak aan financiële middelen om intensieve Palliatieve Terminale Zorg te kunnen bieden. Veel instellingen kiezen ervoor om mensen met psychiatrische aandoeningen in hun laatste levensfase over te plaatsen naar een verpleeg- of verzorgingshuis of een Hospice. Hoe goed en liefdevol de zorg daar ook is, het personeel kent de cliënt niet, heeft minder verstand van de psychiatrische problematiek en belangrijker nog: de cliënt wordt uit zijn vertrouwde omgeving gehaald. Juist die vertrouwde omgeving is zo belangrijk voor deze mensen. Voor mensen die al lange tijd in een psychiatrische instelling wonen, is sterven in de instelling als het ware “thuis sterven”. Helaas, dit is vaak niet mogelijk en voorlopig komt hier nog geen (financiële) oplossing voor. Tot die tijd krijgen zowel verpleeg- & verzorgingshuizen als de Bijna Thuis Huizen te maken met deze doelgroep. Een goede samenwerking tussen GGZ en Hospice is dus onmisbaar! Hoog tijd om kennis te gaan delen met elkaar. De hulpverleners van de GGZ-instelling hebben kennis
4
van de psychiatrie, kennen hun cliënten/bewoners vaak al jarenlang. Zij hebben een houding en manier van omgaan ontwikkeld, die bij deze mensen past. Hulpverleners zijn gewend “te doen”, terwijl wij als vrijwilligers van het Hospice gewend zijn er “te zijn”. Wat zou het geweldig zijn als wij, de vrijwilligers van het Hospice, deze mensen die door hun psychiatrische problematiek al een zwaar en moeilijk leven achter de rug hebben, zouden kunnen ondersteunen in hun laatste levensfase! Laten we de handen ineen slaan, om voor deze kwetsbare doelgroep een waardig levenseinde te realiseren. Door kennis van het Hospice met de GGZ te combineren, moet dit zeker gaan lukken! Thera van den Berg, vrijwilliger buitenzorg Hospice Haarlem en psychiatrisch verpleegkundige
“Laten we de handen ineen slaan voor deze kwetsbare groep mensen.”
Brengen en halen •
Bezoek aan een begrafenisonderneming en les in laatste verzorging overledene: Vlakbij het Hospice aan de Dreef is een uitvaartcentrum gekomen. Alle vrijwilligers die dit wilden konden het uitvaartcentrum bezoeken. Velen van ons zijn geweest en het bezoek is, naast aangenaam, ook nuttig besteed. Men kreeg meteen les in hoe de laatste zorg aan overledenen, die bij ons in een van de beide huizen zijn overleden, wordt gegeven.
•
Zorgverzekeraars traject: na een flinke tijdsinvestering is het ons gelukt. Steeds meer zorgverzekeraars vergoeden het verblijf in een Hospice als het onze. Dit betekent wel, dat er een hele grote administratieklus bij is gekomen. Maar zowel voor de naasten van de gast als voor het Hospice zelf is deze tijdsinvestering zeker de moeite waard. Het Hospice wordt meer financieel gedragen en de naasten krijgen hun eigen bijdrage terug. Zo snijdt het mes aan twee kanten.
•
Serviceboek in de maak: sinds een paar maanden is een kleine groep vrijwilligers, samen met een coördinator, bezig om een zeer informatief boekje samen te stellen. Doel van dit boekje is om de gasten die naar ons toe komen en hun naasten zo uitgebreid mogelijk te voorzien van informatie. Het gaat over alles wat ze mogen verwachten van het Hospice en dat wat we nog meer te bieden hebben. Ook komen alle randvoorwaarden aan bod, die gelden bij een verblijf in een Hospice . Nog dit jaar hopen we het boekje uit te kunnen reiken.
•
Nieuw bestuurslid per 01 juni 2013: per 01 juni is het Hospice een bestuurslid rijker. Marieke Dankbaar zal het bestuur van de stichting komen versterken. Zij is juriste van huis uit en gespecialiseerd in onroerend goed en vastgoed. Wat vooral belangrijk is, is dat ze affiniteit heeft met het werk van de vrijwilligers binnen de stichting. We zijn blij dat ze de gelederen komt versterken.
•
Onderhoud panden. Zolang de unielocatie nog geen realiteit is, is het belangrijk dat we de beide Bijna thuis Huizen goed blijven onderhouden. De Gierstraat heeft vorig jaar binnen een totale schilderbeurt gehad en eind 2012/begin 2013 was de Dreef aan de beurt. Het is altijd een hele onderneming om het noodzakelijke onderhoud zo te doen dat de aanwezige gasten er zo min mogelijk hinder van ondervinden. De schilders speelden hierin een belangrijke rol, naast de inzet van alle vrijwilligers en de welwillendheid van de gasten die er op dat moment waren. Twee fondsen hebben dit project gefinancierd. Al met al is het gelukt en het ziet er gelikt uit!
•
Scholing. Het hele jaar door is het mogelijk om als vrijwilliger bij het Hospice in aanmerking te komen voor scholing. Dit kan in de vorm van tweedaagse cursussen, workshops, lezingen, themamiddagen, bijscholing door een huisarts of praktische zorg door de wijkverpleging. In januari hebben we 14 vrijwilligers van onze stichting een “in company” training kunnen geven. Deze vond plaats in Noordwijk. De titel van de cursus was “afstemmen op de ander” en behelsde vele verschillende vormen van communicatie. Een fijne groep, een veilige sfeer en er werd weer veel geleerd.
5
Als je hier eenmaal werkt wil je nooit meer weg Interview met Sandra de Jong, huishoudelijk medewerkster in onze beide Bijna Thuis Huizen Op 23-jarige leeftijd kwam Sandra voor het eerst schoonmaken in het Bijna Thuis Huis in de Gierstraat. Dat is inmiddels eenentwintig jaar geleden. Via via had ze gehoord, dat daar een huishoudelijke hulp gevraagd werd. De toenmalige coördinator vond haar eigenlijk te jong, maar Sandra mocht het een maand proberen. Om vervolgens nooit meer weg te gaan. In het begin was het niet gemakkelijk: Sandra vond het “doodeng” om een kamer binnen te gaan, waar kort daarvoor iemand was gestorven. Hoe anders is dat nu voor haar. “De dood is helemaal niet eng. Het is heel gewoon. En het is mooi om hier in het hospice je laatste dagen te kunnen doorbrengen, omringd door zorg, liefde en aandacht. Je merkt dat als er een gast is overleden, er een serene, rustgevende sfeer ontstaat in het huis”.
“Ik heb het heel goed met hen, maar zodra ze overleden zijn, zijn ze weg uit mijn hoofd. Heel gek.” Als dat “niet binnen laten komen” niet lukt, omdat zij de persoon in kwestie kent of hem of haar beter leert kennen, wordt het moeilijker. Dan raakt het haar meer: “Lang geleden, ik was 24 jaar, was er een 18-jarige jongen in het Bijna Thuis Huis opgenomen. Hij had door een bloedtransfusie aids gekregen. Hij vertelde mij zijn verdrietige levensverhaal. Dat raakte me diep en is me altijd bijgebleven. Ook een zwerver die bij ons was, ben ik me altijd blijven herinneren. Hij was het meest ziek van allemaal, maar hij zorgde voor de andere gasten. Dat ontroerde me zo”. Op de vraag aan Sandra of zij uitziet naar de unielocatie, is het antwoord volmondig ja. Zij ziet het als een nieuwe uitdaging. Alles nieuw, daar houdt zij van. Voor de organisatie zal het ook een stuk eenvoudiger zijn, denkt Sandra. De lijnen zullen veel korter zijn. Weggaan? Geen denken aan!
Bij een gast, met wie Sandra een goed contact kreeg tijdens de momenten dat ze zijn kamer schoonmaakte, heeft ze samen met een van de vrijwilligers bij zijn bed gezeten tot het einde kwam. “Dat was zo mooi, zo rustig. De strijd was gestreden, er was overgave. Hij mocht gaan”. “Vaak geven gasten me hun vertrouwen. Ze vinden het fijn als ik er ben en dat geeft mij een heel prettig gevoel. Het werken hier levert me heel veel op. Je bent als team zo hecht met elkaar. Het is prachtig om samen alles in goede banen te leiden en het de gasten zo goed mogelijk naar hun zin te maken”. Tijdens hectische ogenblikken, als de vrijwilliger het druk heeft met allerlei zaken, wordt Sandra regelmatig aangesproken door familie van gasten. Kort geleden heeft ze daarom meegedaan aan de opleidingsmodule “afstemmen op de ander”. In september gaat zij de module over rouwverwerking volgen. In de loop van de jaren heeft Sandra onbewust een manier ontwikkeld om de gasten niet “binnen te laten komen”.
6
Anja Roelofs, lid PR groep
Hospice en diversiteit Twee (of meer) kanten aan dezelfde zaak Diversiteit is een woord dat pas eind jaren negentig van de vorige eeuw een begrip werd in de zorg. Bij mijn toenmalige werkgever werden er complete trainingen en groepssessies “op de hei” aan gewijd. Wij doen dat anders. Een jaar of twee terug hebben we een werkgroep opgestart, die onderzoekt welke groepen binnen onze samenleving wij nog niet of onvoldoende hebben bereikt, wat wij eventueel voor die groepen kunnen betekenen en wat we daarvoor aan kennis, kunde en inzet missen en al of niet in huis zouden moeten halen. In enkele van onze vorige nieuwsbrieven hebben wij u
verteld van onze contacten met Turkse en Marokkaanse vrouwen via de wijkcontactvrouwen. Op hun verzoek hebben we een verkorte folder over ons Hospice gemaakt in het Turks, Marokkaans en Engels. Maar voor ons gaat het begrip diversiteit verder. We zijn in gesprek met een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Waarin kunnen we elkaar aanvullen, als er bij ons een aanvraag binnenkomt waar wij de expertise voor missen? Kunnen we dan toch ondersteuning bieden in de thuissituatie en een beroep doen op de arts voor gehandicapten of een gedragswetenschapper? Of moeten we nee verkopen? Is opname in één van onze Bijna Thuis Huizen een optie of kunnen we dat niet waarmaken? Allemaal vragen waar we in theorie en ook al enkele malen in de praktijk mee te maken hebben gehad. We hebben regelmatig te maken met aanvragen voor ondersteuning aan mensen met een dementieel syndroom, zowel in de thuissituatie als in één van onze Bijna Thuis Huizen. Ook daarbij lopen we tegen allerlei problemen op. Het is een vak te weten hoe je omgaat met dementerende ouderen. Veel van onze vrijwilligers hebben daar privé met dementerende ouders ervaring mee opgedaan. Maar dat is niet genoeg om de verscheidenheid op dit gebied het hoofd te kunnen bieden. Dus gaan we ook het gesprek aan met deskundigen op dit gebied om met elkaar de laatste fase voor de mensen waardig en warm te laten verlopen. En dan de aanvragen van of ten behoeve van psychiatrische patiënten. Ook daar hebben we ervaring mee, zowel in de thuissituatie als in één van onze huizen. Niet altijd even gemakkelijk, en dat is nogal eufemistisch uitgedrukt. Een zware belasting voor onze vrijwilligers, maar die hebben zich voor meer dan 100% ingezet. Kunnen we dat wel aan in onze huizen, of moeten we ons op een andere manier van ondersteuning richten. Thera van den Berg gaat hier in haar eigen bijdrage over dit onderwerp nader op in. Onze missie is dat onze vrijwilligers aan een ieder in de laatste levensfase en diens naasten, –daar waar nodig en gewenst- tijd, aandacht en ondersteuning bieden. Willen we dat bovenstaande doelgroepen ook kunnen bieden, dan
moeten onze vrijwilligers daar op toegerust zijn. Nee, niet iedereen. De diversiteit in belangstelling, kennis en kunde zoeken we bij onze vrijwilligers en willen we met hulp van de instellingen - waarmee we in gesprek zijn – verder ontwikkelen door scholing en coaching door deskundigen. Tenslotte. Het is bekend, dat er in de zorg - en bij ons is dat niet anders – overwegend vrouwen werkzaam zijn. Wij zijn ondermeer in het kader van diversiteit meer dan blij met alle mannen, die bij ons als vrijwilliger werken in de buitenzorg en in de Bijna Thuis Huizen. Zegt het voort! Anne de Wit-Zuidema, lid werkgroep diversiteit
Hospice Haarlem e.o. in 2014 een kwart eeuw oud!
Zo waren we nog bezig om het twintigjarig bestaan voor te bereiden, zo is het alweer 4 ½ jaar later en staan we voor de blijde taak om het Zilveren jubileum van de stichting gestalte te geven. Vijfentwintig jaar lang al geven vrijwilligers ondersteuning aan mensen die in de laatste fase van hun leven gekomen zijn. Het betekent ook, dat bewoners van heel Zuid Kennemerland al vijfentwintig jaar lang hun vertrouwen schenken aan alle medewerkers van het Hospice. Want vergist u zich niet: het is een hele stap om in een zó kwetsbare fase van niet alleen de terminaal zieke mens maar ook zijn of haar naasten, een vreemde toe te laten voor ondersteuning. We zullen daarom niet alleen alle betrokkenen bij de stichting verwennen, we zullen ook iets gaan organiseren voor alle verwijzers én vooral ook voor het brede publiek van Kennemerland Zuid. Wat onze plannen zijn? U zult het lezen in de nieuwsbrief van december. Tot die tijd nemen we de gelegenheid om onze ideeën verder uit te werken!
7
Hoe kunt u ons helpen? Adres Stichting Hospice Groep Haarlem e.o. Telefoon (023) 532 00 30 of (023) 547 76 17 Beide nummers te bereiken onder kantoortijden. Na kantoortijden inspreken op het antwoordapparaat. U wordt zo snel mogelijk, ook ’s avonds en in het weekend, teruggebeld. Website www.hospicehaarlemeo.nl E-mail
[email protected] Bijna Thuis Huis Haarlem Gierstraat 14 2011 GD Haarlem Telefoon: (023) 532 99 17 ’t Tweede Huis Heemstede Heemsteedse Dreef 287 2101 KJ Heemstede Telefoon: (023) 547 41 99 De stichting heeft een ANBI status KvK nummer 41224742
Spreekt het werk van de Hospice Groep Haarlem e.o. u aan? En bent u bereid ons werk te ondersteunen? U kunt ons op twee manieren helpen: • U kunt ons eenmalig een bedrag schenken. Alle giften, schenkingen en legaten zijn van harte welkom op iban-nummer NL22ABNA0560199996 t.n.v. Steunfonds Hospice Groep Haarlem. • U kunt zich opgeven als vriend/donateur van Stichting Hospice Groep Haarlem e.o.. U kunt uw donatie (minimaal €25,- per jaar) overmaken op iban-nummer NL22ABNA0560199996 t.n.v. Steunfonds Hospice Groep Haarlem. Desgewenst sturen we u elk jaar in het voorjaar een acceptgiro kaart toe. Voor uw opgave kunt u gebruik maken van onderstaande antwoordkaart. Bij voorbaat hartelijk dank voor uw steun. De kosten van de stichting De stichting heeft de volgende kosten: • huur, vaste lasten en onderhoud van de Bijna Thuis Huizen • salarissen van de coördinatoren • opleiding van de vrijwilligers • reiskosten van de vrijwilligers • voedingskosten van de gasten in de huizen • kantoorbenodigdheden Ter bestrijding van deze kosten ontvangt de stichting een aantal vergoedingen. Zo vragen wij voor een verblijf in een Bijna Thuis Huis een wekelijkse vergoeding. Van het ministerie van VWS ontvangen wij een bijdrage in de salariskosten van de coördinatie en een tegemoetkoming in de huisvestingskosten. Dit is echter niet voldoende om al onze kosten te dekken. Vandaar dat wij een beroep doen op vrijwillige bijdragen van particulieren en bedrijven.
Colofon Redactie Gabriëlle Konings, Anja Roelofs, Anne de Wit Zuidema Beeld Gabriëlle Konings, United Photo's Toussaint Kluiters, Dan Kamminga, Anja Roelofs (schilderij) Vormgeving Annelot Storm, www.stormenvorm.nl Druk Damen Grafia, Haarlem
Ik wil graag de stichting Hospice Groep Haarlem e.o. steunen. Noteert u mij daarom als vriend/donateur van Stichting Hospice Groep Haarlem e.o. ❍ wilt u mij een acceptgirokaart sturen ❍ ik zal zelf mijn donatie overmaken Naam: Mevr/Dhr: Adres: Postcode: Plaats: Telefoon:
Deze kaart kan worden verstuurd naar
Stichting Hospice Groep Haarlem e.o. Heemsteedse Dreef 287 2101 KJ Heemstede