Vervoersbeleid Laterna Magica Brengen en halen/vervoeren van kinderen Algemeen Als kinderen door anderen dan de vaste verzorger(s) opgehaald worden dient de ouder/verzorger dit van tevoren duidelijk aan te geven. Ook al kent de medewerker de andere persoon wel (bijvoorbeeld omdat het een familielid is van het kind), zij weet niet wat de afspraken zijn. Er wordt telefonisch contact opgenomen met de verzorgers, om te vragen of het akkoord is. Indien de verzorgers niet bereikbaar zijn, blijft het kind op Laterna Magica. Kinderen kunnen niet worden opgehaald door kinderen onder de 12 jaar. Indien verzorgers dit toch graag willen, dienen zij hier voor een schriftelijke verklaring te ondertekenen bij de unit. Dit wordt in het intakegesprek met de ouders/verzorgers besproken. Calamiteit: een kind dat niet opgehaald wordt. Indien een kind niet wordt opgehaald, worden de volgende stappen ondernomen: 1. Bel de ouders/verzorgers thuis en op het werk. 2. Indien de ouders/verzorgers niet bereikbaar zijn: het noodnummer bellen. 3. Indien niemand van de opgegeven ‘noodnummers’ bereikbaar is, wordt het MT op de hoogte gesteld. 4. Zorg indien nodig voor eten voor het kind. 5. Informeer bij politie/huisarts of er informatie bekend is over de ouders. 6. Na sluitingstijd van LM altijd met twee vaste medewerkers in het gebouw blijven. 7. Het MT stelt de leiding op de hoogte en er wordt bekeken welke stappen er verder worden ondernomen. Als de ouders gescheiden zijn Bij kinderen van wie de ouders gescheiden zijn kan het kind door beide ouders gehaald worden. Wanneer er echter door een gerechtelijke uitspraak aan één van de ouders een omgangsverbod met het kind is opgelegd mag de medewerker weigeren het kind mee te geven. Een kopie van het gerechtelijk bevel dient dan wel op LM aanwezig te zijn en bevindt zich bij de kindgegevens/parnassys en administratie. Beide ouders hebben altijd recht op informatie, ook als één van de ouders het kind niet mag ophalen en/of geen gezag (meer) heeft. De betreffende ouder moet hier wel zelf om vragen. Beide ouders hebben bijvoorbeeld recht op inzage in het portfolio, recht op
informatie met betrekking tot het welbevinden van het kind. Kind check voor nieuwe medewerkers en invalkrachten Op unit 0 ligt op elke stamgroep een overzicht met foto’s van ouders. Invalkrachten of nieuwe medewerkers kunnen dit overzicht controleren als er kinderen worden opgehaald. Een invalkracht sluit nooit de unit alleen af. In unit 1 t/m 6 wordt er niet afgesloten door een invaller. De vaste medewerkers doet ten alle tijden de overdracht naar de verzorgers. Vervoer van kinderen per auto/(lease) bus Wanneer kinderen vervoerd worden in de auto, dan dient dit veilig te gebeuren volgens de regels die door de overheid gesteld zijn en gelden vanaf 1 maart 2006. Deze regelgeving is te vinden op www.kinderzitjes.nl of www.veiligheid.nl. De folder kan gedownload worden. Als kinderen in de auto van een medewerker vervoerd worden, dan dient de medewerker een inzittende verzekering te hebben. Ook hier gelden de vervoersregels gesteld door de overheid per 1 maart 2006. Calamiteiten bij brengen en halen/vervoeren van kinderen Wanneer een calamiteit/risicovolle situatie zich voordoet wordt te allen tijde registratieformulier ongeval/calamiteit/incident ingevuld. Een persoon die onrechtmatig een kind ophaalt/ opeist. 1. Geef nooit een kind aan een ander mee wanneer je hier niet van tevoren van op de hoogte bent gesteld. 2. Leg de betreffende persoon de regels uit en neem telefonisch contact op met de verzorgers 3. Stel de de unitleider/MT op de hoogte dat ‘een onbekende’ het kind op wil komen halen. 4. Bij kinderen van wie de ouders gescheiden zijn, en er een 'omgangsverbod' met één van de ouders is, zit een kopie van het ouderschapsplan met hierin vermeld deze afspraak of een kopie van de uitspraak van de rechter hierover bij de kindgegevens. Dit geeft extra ondersteuning bij het geen toestemming verlenen van het meegeven van het kind. Als een ouder zonder gezag een kind onrechtmatig ophaalt wijzen we ouders op de regels en geven een kind niet mee. We bellen we eventueel direct de politie of 112 indien nodig.
Uitstapjes Toestemming van ouders Tijdens het intakegesprek worden de ouders op de hoogte gebracht inzake de gang van zaken omtrent uitstapjes. Toestemming voor deelname aan uitstapjes wordt aan de ouders gevraagd door middel van het kindgegevensformulier c.q. uitstapjesformulier. Ouders kunnen de toestemming ten alle tijden weer wijzigen in geen toestemming. Geen toestemming van de ouders Voor die kinderen, waarvoor geen toestemming is verleend door de ouders om deel te nemen aan een bepaald soort uitstapje, zal, in overleg met de ouders, een alternatief worden gezocht voor de dag waarop het uitstapje plaatsvindt. Kleine uitstapjes Dit zijn de buurtgerichte uitstapjes: een wandeling met of zonder de bolderkar, boodschappen doen, een bezoek aan de speeltuin etc. Het gaat hierbij om uitstapjes die spontaan georganiseerd worden door de medewerkers en die door henzelf begeleid worden. Ouders worden hier niet altijd van tevoren over geïnformeerd. Bij het maken van een uitstapje, waarbij onbevoegde medewerkers zijn ingeschakeld, blijft de (bevoegde) medewerker altijd verantwoordelijk voor de kinderen. Met de onbevoegde begeleid(st)er worden vooraf de gemaakte afspraken doorgenomen. * onbevoegde medewerkers zijn niet gediplomeerde medewerkers. Bijvoorbeeld ouders die helpen. Algemene richtlijnen bij uitjes •
• • • • •
Ouders krijgen van te voren het bericht over het programma, vervoer, tijdsindeling, begeleiding en advies over hetgeen hun kind mee moet brengen of aan moet trekken Stel de meest veilige looproute vast. Onbevoegde medewerkers mogen niet alleen met kinderen over straat (er is altijd een verantwoordelijke medewerker bij). Bij 1 bolderkar met daarin maximaal 6 kinderen gaan er minimaal 2 medewerkers mee, waarvan 1 bevoegd. Bij 2 bolderkarren gaan er minimaal 3 medewerkers mee, waarvan 1 bevoegd. Lopend met kinderen: -‐ kinderen tot 4 jaar: 3 kinderen per medewerker -‐ kinderen vanaf 4 jaar: maximaal 10 kinderen per medewerker . Tussen 08.30-‐14.30 uur (in schoolweken) gelden er andere richtlijnen. Ouders
•
of andere vrijwilligers kunnen ondersteunen en er kan worden afgeweken van het aantal kind per medewerker/vrijwilliger. Neem de jongste kinderen bij de hand (eventueel een looplint)
Grote uitstapjes Dit zijn de uitstapjes waar veel kinderen aan deelnemen en/of uitstapjes waar vervoer (auto, openbaar vervoer, fiets) voor noodzakelijk is. Ouders worden hier van tevoren schriftelijk op de hoogte gesteld door middel van een brief, vakantieprogramma o.i.d. Deze uitstapjes vergen een grotere organisatie. Voor een dergelijk uitstapje wordt een ‘draaiboek’ gemaakt, waarin in ieder geval is opgenomen: programma van de dag en tijdsindeling wijze van vervoer nummer van de mobiele telefoon, waarop men gedurende het uitstapje bereikbaar is • hoe de begeleiding is geregeld • wat in ieder geval meegenomen wordt (EHBO spullen, kindgegevens etc.) • wijze van herkenbaarheid van de kinderen • Een exemplaar van het ‘draaiboek’ is, op de dag van het uitstapje, ook op locatie aanwezig. Bij uitstapjes wordt (soms) door LM een beroep gedaan op de ouders in verband met de begeleiding van de kinderen en eventueel vervoer. Bij het maken van een uitstapje, waarbij onbevoegde medewerkers zijn ingeschakeld, blijft de (bevoegde) medewerker altijd verantwoordelijk voor de kinderen. Met de onbevoegde medewerker worden vooraf de gemaakte afspraken (‘draaiboek’) doorgenomen. • • •
Algemene richtlijnen • • • •
•
Zie algemene richtlijnen bij kleine uitstapjes Een onbevoegd medewerker mag maximaal 3 kinderen in de leeftijd tot 4 jaar begeleiden. Een onbevoegd medewerker mag maximaal 4 kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar begeleiden Bij vervoer van kinderen in de auto: -‐ De bestuurder heeft een inzittendenverzekering volgens de vervoersregels gesteld door de overheid per 1 maart 2006 -‐ Het vervoer dient veilig te gebeuren volgens de regels die door de overheid gesteld zijn en gelden vanaf 1 maart 2006. Deze regelgeving is te vinden op www.kinderzitjes.nl of www.veiligheid.nl. Bij vervoer met openbaar vervoer: -‐ De groep blijft onderweg als groep bij elkaar . -‐ Bij het in-‐/uitstappen van bus, trein stapt een medewerker als eerste in of uit, dan volgen de kinderen en de rij wordt gesloten door
wederom een medewerker. • Bij vervoer met de fiets: -‐ Met kinderen vanaf 7 jaar. -‐ toestemming van de ouders. -‐ 1 (bevoegd) medewerker, per 4 kinderen. -‐ Geen kinderen bij elkaar achterop de fiets. Uitstapje naar een zwembad/zwemgelegenheid Ouders worden hiervan tevoren schriftelijk op de hoogte gesteld door middel van een brief, vakantieprogramma o.i.d. Tevens worden bij dergelijke uitstapjes de ouders per keer om toestemming gevraagd en wordt dit genoteerd. Algemene richtlijnen Medewerker-‐kind ratio • Kinderen zonder zwemdiploma 1 medewerker op 1 kind. Kinderen zonder zwemdiploma dragen de zogenaamde vlinder-‐zwemarmbandjes. • Kinderen met zwemdiploma (A diploma of hoger)*. Als een kind diploma A heeft, wordt er een medewerker-‐kind ratio gehanteerd afhankelijk van de leeftijd van het kind: Tot 6 jaar 1 medewerker op 2 kinderen 6 tot 8 jaar 1 medewerker op 3 kinderen 8 tot 12 jaar 1 medewerker op 5 kinderen * Een kind met zwemdiploma is nog niet per definitie ‘zwemveilig’. Kinderen met alleen een A diploma mogen alleen in ondiep water zwemmen. Wanneer een kind het zwem-‐ABC heeft, heeft het zoveel zwemervaring opgedaan dat het onder normale omstandigheden “zwemveilig” is. • Er gaan minimaal 3medewerkers mee, waarvan 2 bevoegd. • De groep bestaat uit maximaal 20 kinderen. • De medewerker(s) die de kinderen begeleiden zijn zelf in het bezit van een zwemdiploma. • De medewerker(s) die de kinderen begeleiden houden te allen tijde toezicht op de kinderen. Onderstaande afspraken zorgen ervoor dat een kind nooit achter kan blijven tijdens het maken van een uitstapje
1. Bij elk uitje wordt een medewerker aangewezen die eindverantwoordelijk is voor het checken van de lijst met namen van de kinderen die mee zijn. In afstemming met een andere medewerker doet zij dit op verschillende momenten. Een check wordt gedaan door middel van tellen, namen noemen en het afvinken op een lijst. 2. Bij elk uitje/uitstapje wordt van tevoren afgesproken welke kinderen bij welke medewerker horen (mentorschap). De leidster-‐kind-‐ratio wordt gevolgd die in het kwaliteitshandboek staat vermeld. 3. De kinderen gaan herkenbaar op stap waardoor meteen duidelijk is dat zij bij de groep horen, Per leeftijdsgroep en uitstapje wordt gekeken wat passend is. (hesjes, bandjes, shirtjes, zonnecape, enz.) 4. Mobiele telefoon gaat altijd mee en dit nummer is bekend bij alle medewerkers