06
eil eV
ei i gh
dsr e g
io
s
w
e i 20
Zee u
30 m
Verslag van drie bijeenkomsten voor (nieuwe) college- en raadsleden over de vorming van de Veiligheidsregio Zeeland. 8 mei Kapelle 9 mei IJzendijke 15 mei Serooskerke
Veiligheidsregio’s en raadsleden Wat heeft u er aan gedaan? Stel er is een ramp of een crisis geweest. Dan zullen ook politieke partijen vertegenwoordigd in de gemeenteraad geheid de vraag krijgen: ‘Wat heeft u er aan gedaan?’ Wat antwoord je dan? De Veiligheidsregio Zeeland in oprichting liet zien wat de partners in de veiligheidsketen er al aan doen en wat gemeentebestuurders kunnen bijdragen. Verspreid over de provincie organiseerde de projectorganisatie achter de Veiligheidsregio Zeeland speciale bijeenkomsten voor nieuwe college- en raadsleden. Bedoeld om aan het begin van de (nieuwe) raadsperiode kennis te maken met elkaar en kennis te nemen van waar de veiligheidsregio voor staat. De drie bijeenkomsten trokken zo’n tachtig bestuurders; een opmerkelijk hoge opkomst.
Iets nieuws
Zee u
w
s
e eV
h ilig
e i ds
r e g io
Frans Captijn is projectleider Zeeuwse Veiligheidsregio (ZeeV). Hij liet er tegenover de raadsleden geen misverstand over bestaan dat er ‘iets nieuws’ op hen afkomt en dat ze het onderwerp veiligheid de komende jaren regelmatig op de raadsagenda zullen aantreffen. Op dit moment buigen de gemeenteraden zich over de finesses van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland. Als het goed is stáát het samenwerkingsverband er per 1 juli. Maar minstens zo interessant als de juridische kaders is de thematiek waar het feitelijk om gaat. Om maar een voorbeeld te noemen: ‘Wij houden onze 400.000 inwoners
voor dat als de sirene gaat, zij naar binnen moeten gaan en dat ze in afwachting van de berichten ramen en deuren gesloten moeten houden. Maar wat moeten onze 700.000 gasten in de zomer, behalve de rits van hun tent naar beneden trekken?’, zo hield Captijn de lichting nieuwe raadsleden vragenderwijs voor.
Risicoprofiel Zeeland is na Rotterdam-Rijnmond het gebied met het grootste risicoprofiel van Nederland. Daarnaast bepalen overal in het land ook nieuwe risico’s, waaronder de dreiging van aanslagen, het veiligheidsbeeld. Volgens Captijn is het mede aan de raadsleden om vast te stellen wat een realistisch niveau van veiligheid is. Tot dit realisme behoort trouwens ook het nadenken over de gemeente als operationele dienst: ‘Je moet met elkaar weten hoe je ’s nachts het gemeentehuis open krijgt en hoe je alle inwoners uit een wijk uit de bevolkingsadministratie kunt halen als het hoofd burgerzaken er niet is.’ Daarnaast, aldus Captijn, moet de gemeentelijke organisatie ook slagvaardig blijven als het gewone leven weer zijn aanvang neemt, terwijl tegelijk merkbaar wordt wat de gevolgen van de crisis zijn.
Netwerkorganisatie
Zee u
w
s
e eV
h ilig
e i ds
r e g io
Captijn ziet de gemeenschappelijke hulpverlening als een echte netwerkorganisatie. Met vier stevige partners (de politie, brandweer, geneeskundige hulpverlening en de gemeenten) als vier poten van een tafel met daarboven een dunne toplaag van veiligheidsbestuur en -directie. In zo’n netwerkorganisatie doen huisartsen, om een voorbeeld te noemen, gewoon hun werk in hun praktijk maar maken ze, als dat nodig is, nadrukkelijk deel uit van de geneeskundige hulpverlening bij crises. Op andere terreinen grijpen de veranderingen dieper in. Zo gaat de
Operationeel getraind Naast de introductie voor nieuwe raadsleden heeft de Zeeuwse veiligheidsregio ook op andere manieren van zich laten horen. Zo heeft het projectbureau in alle gemeenten een veiligheidsparagraaf voor de nieuwe collegeprogramma’s aangeleverd en organiseerde het recentelijk een operationele training voor nieuwe wethouders annex loco-burgemeesters. Dat laatste is gebeurd om ook de nieuwe wethouders ervan bewust te laten zijn dat zij in hun rol als loco-burgemeester en mogelijk zelfs als voorzitter van het gemeentelijke beleidsteam zware bestuurlijke verantwoordelijkheid dragen als de burgemeester er niet is. Projectleider Frans Captijn praatte de wethouders in drie uren bij. Veel te kort misschien, maar het was dan ook een eerste training om de ingewikkelde rol van voorzitter onder crisisbeheersomstandigheden te kunnen vervullen. Anders dan anderen vindt Captijn dat bestuurders naast alle benodigde kennis, kunde en vaardigheden wel degelijk ook hun intuïtie mogen laten meewegen.
Zee u
w
s
e eV
h ilig
e i ds
r e g io
brandweer van elf gemeentelijke korpsen, één intergemeentelijk korps en één regiobureau stapsgewijs over naar één Zeeuwse brandweerorganisatie van dertien gemeenten. Verder krijgt het veiligheidsbestuur doorzettingsmacht, met voor de betrokken burgemeesters (in het bijzonder de voorzitter van het regionaal beleidsteam) vergaande bevoegdheden in tijden van rampen en crises.
Gemeentesecretaris Caro van der Lijcke is binnen de Veiligheidsregio Zeeland Coördinator Veiligheid Gemeenten. Feitelijk vervult zij daarmee de rol van coördinerend gemeentesecretaris. ‘Burgemeesters hebben veiligheid in portefeuille. Zij zijn bestuurlijk verantwoordelijk. Maar de gemeentesecretaris is directeur van de organisatie’, zegt Van der Lijcke. Met de kring van gemeentesecretarissen wil zij proberen gemeenten uiteindelijk zo toe te rusten dat zij ook als een operationele dienst gaan werken. Daarbij fungeert de gemeentesecretaris min of meer als commandant. Voor de noodzakelijke kwaliteitsverbetering ligt een visiedocument ter tafel waarin de inzet van pools – bijvoorbeeld van voorlichters – verder wordt uitgewerkt. Zowel ten tijde van crisis als daarna komt het erop aan dat mensen onder grote stress goed blijven functioneren. De confrontatie met een grote calamiteit duurt immers al gauw langer dan 24 uur.
Betrokkenheid De betrokkenheid van de Zeeuwse gemeentesecretarissen en ambtelijke organisaties is al groot, stelt Van der Lijcke. Bovendien is elke gemeentesecretaris zich er goed van bewust dat Van der Lijcke geen ‘excuus-Truus’ is voor wat in eigen huis op het vlak van de veiligheid moet worden geregeld.
Voor raadsleden ligt vooral een kaderstellende en controlerende rol weggelegd. Niemand hoopt dat er iets gebeurt, maar voor de juiste werkwijze zou elke gemeente eigenlijk eens in de vijf jaar een flink incident moeten hebben, stelt Van der Lijcke. Zij hield de raadsleden voor dat we in Nederland heel goed zijn in evaluaties achteraf. ‘Dan gaat het er ook om dat je als volksvertegenwoordigers aan de verantwoordelijke bestuurders de vragen hebt gesteld die gesteld moesten worden.’
Kosten Een belangrijk onderwerp tijdens het gesprek dat de raadsleden met de inleiders aangingen was hoe de financiering van de veiligheidsregio is geregeld. Bij verschillende gemeenten leeft de vrees dat de gemeenten nog voor onbekend hoge kosten komen te staan. Gerard Geelhoed, zelf afkomstig uit een brandweerfamilie en al langer raadslid voor het CDA in Noord-Beveland, stelde ‘dat er nogal wat van de gemeenteraden wordt verwacht, maar tegen welke prijs?’ Net als andere raadsleden vindt hij het onderwerp van groot belang. Maar tegelijkertijd is hij beducht dat gemeenteraden de zeggenschap dreigen kwijt te raken nu duidelijk wordt dat het bij de veiligheidsregio om heel veel regionaal geld gaat.
Gemeentefonds
Zee u
w
s
e eV
h ilig
e i ds
r e g io
Burgemeester Lonink van Terneuzen is voorzitter van het Veiligheidscollege. In die hoedanigheid zit hij regelmatig met de minister om tafel. Lonink kon de Zeeuwse raadsleden vertellen dat BZK van plan is om het gemeentefonds de
Meteen betrokken De Zeeuwse bijeenkomsten zijn door de genodigden als interessant en nuttig ervaren. Onder de raadsleden is vooral waardering voor het feit dat zij als nieuwe bestuurders zo vroegtijdig worden betrokken bij de veiligheidsproblematiek en de vorming van de Veiligheidsregio Zeeland. Raadslid Anton Bliek (CDA) zit sinds dit voorjaar in de gemeenteraad van Veere. Hij zei voor de bijeenkomst: ‘Ik ben me aan het oriënteren omdat ik veiligheid belangrijk vind. Maar ik ben eerlijk gezegd niet goed bekend op dit terrein.’ Na afloop reageerde hij: ‘Het was voor mij echt een heel informatieve bijeenkomst. Ik heb een beetje een idee gekregen van wat er gaande is. En ik zie nu ook hoe belangrijk het is om over lokale emoties heen te stappen en juist de regiogedachte gestalte te geven.’
Zee u
w
s
e eV
h ilig
e i ds
r e g io
komende drie jaar met in totaal 220 miljoen euro te verhogen. Het ministerie zal er wel op toezien dat het geld ook echt wordt gebruikt voor de verdere invulling van de veiligheidsregio’s. Voor Zeeland zou het aanbod neerkomen op een extra bedrag van tussen de vijf en zeven miljoen gedurende drie jaar. Burgemeester Lonink sprak in dit verband van een eerste aanzet. Hij hoopt dat het volgende kabinet er nog een schepje bovenop doet. Lonink voelt ook zeker voor de gedachte, die in Den Haag wordt bestudeerd, om bij de verdeling extra gelden te laten vloeien naar de regio met de grootste risico’s. Wat hem betreft hoort Zeeland daar zeker bij. Overigens is de voorzitter van het Zeeuwse veiligheidscollege het met de minister eens dat er ook vanuit de regio zelf geld bij zal moeten komen. Lonink gaf die tip nog graag even mee aan de nieuwe raadsleden die net als hun voorgangers bij de opstelling van de begroting zullen merken hoe snel geld wegslibt. Oftewel: ‘Als we afspreken dat we veiligheid zo belangrijk vinden, laten we het geld dat hiervoor beschikbaar is daar dan ook aan besteden.’
Vragen die gesteld zijn tijdens de drie bijeenkomsten Hoe kunnen we als raad onze risico’s goed afwegen tegen de kosten, waar ligt de grens? Voor Zeeland wordt, in het kader van een onderzoek over rampenbestrijding op de Westerschelde, voor het eerst uitgegaan van zogenaamde realistische scenario’s. Een realistische scenario wordt gebaseerd op incidenten die in de westerse wereld zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. De organisatie van de Veiligheidsregio moet straks in staat zijn dergelijke scenario’s te behappen. Ook hiervoor moeten nog investeringen worden gedaan. Hierbij speelt niet alleen geld een rol maar ook de schaal van Zeeland beperkt de mogelijkheden om invulling te geven aan de Veiligheidsregio. Zo zijn mensen en middelen in onze regio niet zo voorhanden als in de randstad. Met een realistisch scenario worden niet alle risico’s afgedekt die er in Zeeland zijn en landelijke normen voor rampenbestrijding en crisisbeheersing liggen nu nog vele malen hoger. Voor de Veiligheidsregio Zeeland betekent het echter dat een realistisch scenario een basisniveau bepaald. Van hieruit kan de opbouw va de verdere organisatie ter hand worden genomen. Er zijn trainingen in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing voor collegeleden geweest, kan zoiets ook voor raadsleden worden gerealiseerd? Trainingen in het kader van crisisbeheersing en rampenbestrijding zijn bedoeld voor de locoburgemeester. Als raadsleden behoefte hebben aan verdere informatie, denk maar eens aan doorpraten over gemeentespecifieke problematiek, dan kan dit altijd. De directeur Veiligheidsregio bezoekt regelmatig raadscommissies of gemeenteraden. Ook is het altijd mogelijk om eens langs te komen met de raadsfractie of –commissie bij de gezamenlijk meldcentrale en het regionaal coördinatie centrum om zo zelf te ervaren wat er allemaal ‘achter de schermen’ gebeurt als er een incident is.
Zee u
w
s
e eV
h ilig
e i ds
r e g io
Er komt nu drie jaar lang 220 miljoen extra beschikbaar voor openbare orde en veiligheid in het gemeentefonds. Hoe wordt hiermee omgegaan? In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie wordt een onderzoek uitgevoerd naar de benodigde financiële middelen in Nederland op het terrein van met name fysieke veiligheid. De bijdrage is een eerste aanzet. Hoe dit straks structureel wordt weggezet is nog niet duidelijk. Vooralsnog is het een bijdrage die via het gemeentefonds komt. Mogelijk is dat, als de bijdrage straks structureel wordt, het ministerie deze rechtstreeks aan de Veiligheidsregio ter beschikking stelt. Naast de landelijke financiering zal echter een gemeentelijke financiering blijven bestaan. De vraag of deze extra middelen worden ingezet voor de veiligheidsregiovorming ligt bij de gemeenteraden. De vorming van de veiligheidsregio is een complex project. Kan inzicht worden gegeven in de fases die doorlopen moeten worden en wat er van de gemeenteraad wordt verwacht? Op dit moment wordt gewerkt aan verschillende deelprojectplannen waaronder de Vorming van de Brandweer Zeeland en de financieringssystematiek. Met name deze deelprojecten zijn relevant voor de gemeenteraden vanwege de impact die het heeft op de huidige gemeentelijke organisatie en op de sturing van de Veiligheidsregio. De deelprojectplannen zullen inzicht geven in de fasering. De verwachting is dat in juni deze informatie beschikbaar komt. Via de burgemeester is inzage in openbare stukken altijd mogelijk. Wordt er voldoende prioriteit gegeven aan opleiden en oefenen in de oranje kolom?
Zee u
w
s
e eV
h ilig
e i ds
r e g io
Ook de oranje kolom oefent regelmatig. Met name de ambtenaren die uitvoering moeten geven aan taken als voorlichting, openbare orde en veiligheid weten elkaar te vinden. Met de discussie over veiligheidsregio vorming die nu wordt gevoerd zijn ook de gemeentesecretarissen actief bezig met het onderwerp veiligheid. Inmiddels is doorgedrongen dat de gemeenten in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing zeer veel taken moeten uitvoeren en dat de inzet van de ‘zwaailichtensector’ maar een klein deel behelst van het totale proces wat speelt als zich een groot incident voordoet. Het opleiden van deskundigen (vanuit de te vormen pools) en het regelmatig trainen en oefenen zal de nodige investeringen vergen. Hiernaast moet worden geoefend met de andere onderdelen van de veiligheidsregio.
Colofon Dit verslag is een eenmalige uitgave van het projectbureau Zeeuwse Veiligheidsregio Redactie:
Klaas Salverda, Marcel Matthijsse
Eindredactie:
Nicolien Luitwieler
Fotografie:
Dianne Deurloo
Vormgeving:
Styl voor Vormgeving
Reacties:
[email protected]
Internet:
www.zeev.nl
Zee u
w
s
e eV
h ilig
e i ds
r e g io