Raad voor Raad netwerk van (nieuwe) raadsleden “Ondernemerschap & Integratie” Datum: Tijd: Locatie:
vrijdag 29 februari 2008 12:00 – 16:00 Raadzaal Stadhuis Rotterdam
Het Servicecentrum Integratie van FORUM, instituut voor multiculturele ontwikkeling organiseert elk kwartaal een netwerkbijeenkomst voor (nieuwe) gemeenteraadsleden. Raadsleden en deskundigen spreken tijdens deze bijeenkomsten met elkaar over actuele thema’s die van belang zijn voor integratie op lokaal niveau. Het thema van deze ‘Raad’ is: ondernemerschap & integratie. Zelfstandig ondernemerschap onder allochtonen heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen en beperkt zich niet alleen tot de horeca en/of detailhandel. Deze omwenteling heeft te maken met enerzijds stimulerend overheidsbeleid, en anderzijds de kansen die mensen aangrijpen om op de arbeidsmarkt te participeren. Er zijn echter op dit gebeid ook barrières. De weg naar verschillende instanties zoals de Kamer van Koophandel, Belastingdienst en gemeenten zijn niet voor iedereen duidelijk. Is ondernemen een goed middel om deel te nemen aan de maatschappij? Is ondernemerschap een goed alternatief voor loondienst? Tijdens deze bijeenkomst worden ervaringen vanuit verschillende hoeken met elkaar gedeeld. De dagvoorzitter Sadik Harchaoui, voorzitter Raad van bestuur FORUM heet iedereen van harte welkom. FORUM hecht een grote waarde aan de input die voortkomt uit deze bijeenkomsten en grijpt de kans om eens in het kwartaal bijeen te komen dan ook met beide handen aan. Deze keer vindt de bijeenkomst plaats in een van de grootste havensteden ter wereld: Rotterdam. Dhr. Harchaoui heeft een speciale binding met Rotterdam, hij heeft deel uitgemaakt van de Economic Development Board Rotterdam en daarbij specifiek aandacht besteedt aan stimulerend ondernemerschap en het verbeteren van het vestigingsklimaat van buitenlandse ondernemers en migranten. Rotterdam ontplooit reeds vele kansen om onderwerpen als ondernemerschap en integratie op de agenda te krijgen en maakt zich mede hierdoor bijzonder geschikt voor deze bijeenkomst. Ivo Opstelten, burgemeester Rotterdam dankt Sadik voor deze inleiding. Hij zal vervolgens in het welkomstwoord de nadruk leggen op het thema stadsburgerschap. Rotterdam telt 174 nationaliteiten en 46% van de inwoners is niet-Nederlands. Deze enorme etnische diversiteit is een belangrijk bezit. Binnen diversiteit vindt je kernwoorden terug als identiteit, trots, wederkerigheid, normbesef en participatie. Dit zijn ook de vijf kernwoorden voor stadsburgerschap. In gewoon rotterdams wil dat zeggen dat je bent trots op de stad, je voelt je er verantwoordelijk voor, je zet je ervoor in, je houdt je aan de regels want je bent Rotterdammer. Identiteit staat voor het naast elkaar wonen, een gezamenlijke identiteit door gedeelde ervaringen. Veelkleurigheid is een goed ding, iedereen heeft zijn eigen talenten om te benutten. Trots is terug te vinden in de geschiedenis van Rotterdam, de havens, de architectuur en sport, die alle Rotterdammers met elkaar verbindt. Wederkerigheid staat voor de rechten en plichten die iedereen heeft.
1
Vrijheid van meningsuiting is een verworvenheid, geen vanzelfsprekendheid. Dit kan onder druk komen te staan door integratie. Stadsburgerschap vraagt daarom om tolerantie, om normbesef. Normbesef wil zeggen dat je wordt beoordeeld op gedrag. Regels staan boven wetten. Vroeger kon je het stadsburgerschap van Rotterdam kopen. Daarvoor moest je 3000 stenen bijdragen aan de bouw van de Laurenskerk. Stadsburgerschap betekende dat je dus letterlijk een aandeel had in de stad. Dat is nog steeds de kern van stadsburgerschap: participatie, je steentje bijdragen. Een essentieel onderdeel hiervan is ondernemen. In Rotterdam zorgt dit voor vitaliteit en dynamiek. Ondernemen bevordert de integratie. Daarom is dit onderwerp van groot belang en is deze bijeenkomst een zeer goed initiatief. Het woord is nu aan Jan Vegter, voorzitter MKB Haarlem. Hij zal dieper ingaan op wat het ondernemerschap betekent voor integratie. Dhr. Vegter is zelf gemeenteraadslid in Bennebroek en Haarlem geweest en sinds een paar jaar ondernemer. Veiligheid is een grote issue voor het vestigen van ondernemingen in een gebied. Daarnaast zijn voldoende bedrijfsterreinen van groot belang en daarbij is ook regionale bereikbaarheid cruciaal. In Nederland krijg je te maken met enorme regelgevingen omtrent het starten van een onderneming. In deze redenering van koers, moet in de toekomst een andere koers worden gevaren. De wereld globaliseert en binnenlandse grenzen zullen vervagen. In binnen- en buitensteden moeten creatieve ondernemers de ruimte krijgen. De nieuwe koers zal dus meer gericht zijn op mensen en minder op ondernemerschap. Daarbij wil hij benadrukken dat er geen allochtone ondernemerschap is, er is ondernemerschap. Ondernemers hebben veelal dezelfde behoeften. Minster Vogelaar heeft onlangs een convenant ondertekend over inburgering en ondernemerschap in Haarlem. In navolging hierop is stichting MEER opgericht. Stichting MEER is een bureau voor maatschappelijke ontwikkeling op het brede terrein van Wonen, Welzijn en Zorg. Meer informatie hierover is te vinden op de website www.stichtingmeer.nl. Over de resultaten van het convenant dat is ondertekend kan dhr. Vegter op dit moment nog niet veel vertellen. Met de ondertekening hiervan is het startschot gegeven voor een project waarin inburgeraars worden gestimuleerd om als zelfstandig ondernemer aan de slag te gaan. Er is op dit moment nog sprake van ‘best practice’. Over een paar jaar hoopt hij de eerste resultaten te zien. Iemand in de zaal vraagt of dhr. Vegter meer kan vertellen over de eerste resultaten naar aanleiding van het convenant. Antwoord: Het is pas een half jaar bezig, het convenant is net ondertekend. Het loopt al wel storm. Het ziet er na uit dat de doelstellingen binnen twee jaar worden gehaald. Het proces is gestart. Kan iedereen zomaar ondernemer worden? Ja, iedereen die over de juiste capaciteiten beschikt kan ondernemer worden. Er vindt geen selectie plaats, antwoordt dhr. Vegter. Wat wordt er gedaan om de drempels (vinden van kapitaal en accommodatie) te verlagen bij het starten van een onderneming? Hier wordt niks aan gedaan door de MKB, aldus dhr. Vegter. Ondernemers moeten zelf initiatief nemen. De MKB streeft wel naar een goed accommodatiebeheer bij gemeenten, maar de MKB houdt zich alleen bezig met de daartoe betreffende instellingen. Wat is de grens? Iedereen kan ondernemer worden, waarom zou iemand nog voor een baas werken? Er is geen grens, antwoordt dhr. Vegter nogmaals. Het enige wat de ondernemer moet doen is contributie betalen aan de MKB. Er zal een verandering plaatsvinden van de focus op bedrijven naar de focus op personen, vertelde dhr. Vegter. Hoe wordt dit in het programma van de MKB opgenomen? Antwoord: Dit is zeer nadrukkelijk een open initiatief. Een ondernemer zal sterker gestimuleerd worden om een (milieuvriendelijk) kleermakersbedrijf te starten dan een autospuiterij. Er moet wel gelet worden op een balans hierin. Vakmanschap wordt weggedrukt door kantoren, dat is jammer, maar het initiatief hierbij ligt bij gemeentes. De volgende spreker is Celal Oruc, oprichter/directeur Ortel Telecoms. Hij zal vertellen over ervaringen die hij in de praktijk heeft opgedaan en obstakels tijdens de opstartfase van zijn bedrijf. Dhr. Oruc is afkomstig uit Turkije en is reeds twintig jaar in Nederland.
2
Hij ging in het voor hem onbekende Nederland op zoek naar een plek in het bedrijfsleven en richtte een telecomwinkel op, gericht op allochtonen. Ondernemen is iets van onder optillen en daarna blijven geloven in dit product. Belangrijke kernwoorden hierbij zijn teamwork, doorzetten en altijd het doel voor ogen blijven houden. Daarnaast moet je ruimdenkend zijn en de harten van- en deuren voor andere culturen openen. Wanneer je zegt dat integratie niet geslaagd is, ontken je de successen van multiculturele ondernemers. Klanten worden door dhr. Oruc behandeld zoals hij zelf behandeld zou willen worden. Het ondernemersklimaat in Nederland is niet slecht, dhr. Oruc vindt dan ook dat hij zijn succes heeft te danken aan zichzelf én aan Nederland. Het vertrouwen in andere ondernemers moet nog groeien, ondernemers moeten daarom nooit de moed verliezen. Voor banken ligt een verbeterpunt. Inmiddels is Ortel Telecom een gevestigde naam binnen de telecombranche in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Daarnaast verkoopt Ortel Mobile nu ook in België en Duitsland prepaidkaarten. In 2007 heeft Ortel een omzet gemaakt van 100 miljoen euro en de doelstellingen voor 2008 is een verdubbeling hiervan. Verder is het bedrijf hoofdsponsor van het Nelson Mandela festival, het Zomercarnaval en het Dunya festival. Dhr. Oruc ziet zichzelf als een wereldburger en de wereld is zijn land. Vragen uit de zaal: in een eerder interview zei dhr. Oruc: “Als ik een boek met teleurstellingen zou schrijven zou dat een boek van duizend bladzijden zijn.” Over welke teleurstellingen gaat dit? Antwoord: Je kunt nooit 100% alles goed doen. Het ligt aan het bedrijf en aan de mensen. Begin om elkaar te vertrouwen daarna zullen de belemmeringen vanzelf minder worden. Mocht men nog meer willen weten dan kunnen zij hierover lezen in het interview op de website van VNO-NCW. Waarom is er gekozen voor de sponsoring van het Nelson Mandela festival, het Zomercarnaval en het Dunya festival? Hierbij is vooral gekeken naar de klanten van Ortel. Het past daarnaast bij de strategie en spreekt hem persoonlijk aan. Multiculturele festiviteiten zorgen voor harmonie en hier wil hij graag in delen, aldus dhr. Oruc. Bij de banken ligt een verbeterpunt? Antwoord: om het vertrouwen van een bank te winnen heb je veel tijd en energie nodig. Eens werden alle kredieten stopgezet aan dhr. Oruc omdat de bank geen vertrouwen meer had in hem. Dit zorgde voor meer motivatie om te bewijzen dat de bank ongelijk had, en met succes. De laatste jaren is het vertrouwen in migranten wel verbeterd. Toevoeging vanuit de zaal: ondernemen is abstract; je kan ook kapper of groenteboer zijn en klein beginnen zonder lening van de bank. Hoe verloopt de samenwerking met gemeenteraadsleden? Antwoord: alles heeft hij vanuit zichzelf gedaan. Eerst was dhr. Oruc groenteboer, toen slager en nu directeur van een telecombedrijf. Kunnen we in de toekomst een Ortel universiteit verwachten? Antwoord: sponsoring vindt niet alleen plaats op het gebied van festiviteiten maar ook sponsort hij mensen en goede doelen. Dit zou hij graag wereldwijd doen. Het is een kwestie van ondernemen. Als er ooit ruimte is voor een dergelijk initiatief dan komt dit er zeker. Waarin verschilt Nederland van andere landen? Antwoord: Nederland heeft een goed ondernemingsklimaat. Wanneer dhr. Oruc in een ander land is, mist hij Nederland. De laatste spreker is Ahmet Taskan, raadslid CDA in Utrecht, Algemeen SecretarisDirecteur Federatie Jonge Ondernemers Nederland, HOGIAF die meer zal vertellen over de functie van etnische ondernemersverenigingen. HOGIAF is een federatie die 1,5 jaar geleden is opgericht door negen ondernemers op lokaal niveau. Bij de overweldigende start waren 700 ondernemers aanwezig. Uit ervaring bleek dat er vaak geen goede communicatie met allochtone ondernemers plaatsvond en er behoefte was aan een etnische ondernemingsvereniging. Op dit moment heeft HOGIAF rond de 600 leden. HOGIAF krijgt geen subsidie van de overheid maar hier ligt ook niet de prioriteit. HOGIAF speelt op het juiste moment in op bestaande problemen in Nederland.
3
Deze problemen zijn o.a. traagheid in besluitvorming, teveel met elkaar strijdige regelgevingen, vergrijzing en een dalend geboortecijfer, onvoldoende synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven, een stijgende emigratie (vooral rijken), de concurrentiepositie van Nederland verslechterd op productiegebied en er is teveel verdeeldheid onder het volk van Nederland. Allochtonen zien de link niet tussen ondernemen en ondernemingsverenigingen. De universiteiten Utrecht en Amsterdam zijn bezig met het creëren van een leerstoel om kenniskunde door te sturen bij ondernemers. Ook zou internationale handel bevorderd moeten worden. Vaak zit er in vluchtelingen een enorme potentie die niet wordt benut door Nederland. HOGIAF organiseert handelsmissies naar het buitenland voor het bevorderen van de internationale handel. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is ook van groot belang. Belangenbehartiging is de peiler voor ondernemerschap. HOGIAF besteedt veel aandacht aan samenwerking met partners, zodat uiteindelijk de gestelde doelen op een effectieve en efficiënte manier kunnen worden bereikt. De belangrijkste samenwerkingspartners van HOGIAF zijn: Rabobank; Achmea Interpolis; Deloitte; CMS Derks Star Busmann; Kamers van Koophandel; MKB-Nederland; Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Nederland en TUSKON. Ook is er door HOGIAF een comité van aanbeveling in het leven geroepen om optimaal doelstellingen te behalen. Vragen uit de zaal: er is geen financiële dekking van overheden, hoe komt het dat de leden zo trouw betalen? Antwoord: de leden betalen contributie van 50 euro per maand. Er zijn 600 betalende klanten en hier wordt de financiële dekking uitgehaald. Tevens dient voor alle geleverde diensten betaald te worden. Jan Vegter van het MKB wil hier nog een toevoeging aan doen: niet alle ondernemers betalen contributie, de ondernemer bepaalt zelf of ze wel of niet betalen. Het gaat ook om andere belangen. Dhr. Vegter ziet het nut niet in van een allochtone ondernemersvereniging. Waarom zijn er twee verschillende verenigingen? Er is sprake van dezelfde belangen, elke ondernemer heeft bijvoorbeeld parkeerplaatsen nodig. Er moet een goede mix gevonden worden voor de benadering van zowel allochtoon als autochtoon. Sadik Harchaoui is het hier niet mee eens. Blijkbaar is er behoefte aan een etnische ondernemingsvereniging. Allochtonen worden niet snel lid van de MKB, de drempel is te hoog. Iemand is het niet eens met de opmerking die dhr. Taskan maakte over een gebrek aan synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven. Zelf is zij regioadviseur MKB hogeschool Rotterdam en zij ondervindt geen enkel probleem bij het plaatsen van allochtone leerlingen, er is zelfs plek over. Antwoord: zelf spreekt de heer Taskan vaak mensen die emigreren omdat ze in Nederland moeilijk aan een baan komen. Het gaat wel de goede kant op maar dit zijn gegevens van dit moment. Waarom is er tegenwoordig zoveel diversiteit ion ondernemerschap. Wat is de definitie van “etnisch”? Er zou geen gebruik meer moeten worden gemaakt van het woord allochtoon of autochtoon, maar het woord “Nederburger”. Antwoord: specifieke problemen vragen om specifieke aandacht. De intenties van het bestaande ondernemerschap zijn goed, maar er is een verschil van rendement. Het verstrekken van een VISA en vergunningen aan kennismigranten is bijvoorbeeld een specifiek probleem die vraagt om speciale aandacht. HOGIAF heeft reeds 600 leden, hoeveel diversiteit zit er tussen de leden? HOGIAF is 1,5 jaar geleden opgericht en sindsdien hebben voornamelijk Turkse ondernemers zich aangesloten, aldus dhr. Taskan. Dit is niet bevorderlijk voor ondernemerschap en integratie, aldus een aanwezige in de zaal. Een samenwerking zou beter zijn.
4
Verslag workshop Workshop A Microfinanciering FORUM/ projectdirectie microfinanciering van het ministerie van EZ. De aftrap van de workshop vindt plaats door Silvia Bunt van FORUM. Uit eerdere bijeenkomsten is gebleken dat er behoefte is aan een centraal punt voor informatie over begeleiding en voor het verstrekken van financiële ondersteuning. Dit centrale punt is het kenniscentrum microfinanciering (www.microfinanciering.com). Deze workshop gaat over microfinanciering en ondernemerschap onder allochtone bevolkingsgroepen. De begrippen microfinanciering en microkrediet worden vaak door elkaar gebruikt. Dit kan verwarring veroorzaken, hierbij een korte uitleg. Microfinanciering is de verzamelnaam voor alle financiële en aanvullende diensten, die tot doel hebben de financiering van kleine (bedrijfs)activiteiten te vergemakkelijken. Het microkrediet, ook wel microlening, is een onderdeel van microfinanciering. Een microkrediet is een kleine lening aan de ondernemer (tot ongeveer EUR 25.000,- ), die voor een bank een te hoog risico kent of te kostbaar is. Vandaar dat de overheid in bepaalde gevallen garant kan staan voor een (groot) deel van het krediet. Ondernemerschap in Nederland groeit gestaag, ook onder allochtonen. Vooral Chinezen en Turken zijn de niet-westerse groeifactoren. Ongeveer eenderde van deze groep is vrouw. Vraag uit de zaal: waarom worden Pakistanen en Hindoestanen niet genoemd? Hoe zit het met ondernemerschap onder deze groepen? Alleen de grootste groepen worden in de literatuur genoemd, aldus mevr. Bunt. Allochtone ondernemers zijn voornamelijk terug te vinden in de grote steden én in het westen van Nederland. De overlevingskansen van de allochtone ondernemer worden groter door de jaren heen, maar zijn nog steeds kleiner dan gemiddeld. De oorzaken van de knelpunten zijn vaak overlappend met de knelpunten van autochtonen, maar meer allochtonen dan autochtonen ervaren deze problemen. De problemen die zich voordoen zijn: - Te laag opleidingsniveau - Eenzijdige branchekeuze - Gebrekkige voorbereiding en weinig contact met officiële instellingen - Informele bedrijfsvoering - Boekhouding en verzekeringen zijn vaak knelpunten - Gebrek aan (betaalbare) bedrijfsruimte - Moeite met het vinden van financiering (o.a. door gebrek aan een goed onderbouwt ondernemingsplan, minder goede voorbereiding op bezoek bij de bank, banken zijn minder geïnteresseerd bij kleine leningen) Dit is opsomming van knelpunten maar dit hoeven niet altijd knelpunten te zijn. In zijn algemeenheid is dit wel het geval, vooral de Kamers van Koophandel zijn over het algemeen bijv. vrij slecht in het bereiken van allochtonen. Dit ligt zowel aan het zoekgedrag van allochtonen, maar ook aan de manier waarop de Kamer van Koophandel haar informatie verspreidt. Het woord is nu aan Georgie Friederichs, projectdirectie microfinanciering van het ministerie van EZ. Microfinanciering is gericht op zowel allochtone als autochtone ondernemers. Begeleiding en financiële middelen zijn hierbij knelpunten. In Nederland gaat alles via officiële regels en wetgeving, en vooral allochtonen hebben hier moeite mee. Mensen met een BKR registratie kunnen helemaal geen lening afsluiten en ook zijn er
5
ondernemers zonder bankrekening. Verschillende partijen in het land ondernemen initiatieven om ondernemers te stimuleren maar kunnen elkaar niet vinden. Daarom heeft de Raad voor Microfinanciering een advies uitgebracht over de manier waarop de rijksoverheid microfinanciering kan stimuleren. De inhoud van dit advies was: er is ruimte voor ondernemerschap en microfinanciering is het middel hierbij. Van de drie miljoen mensen die een bedrijfsstart overwegen, begint momenteel maar 3% daadwerkelijk. De doelgroep voor microfinanciering zijn 1,5 miljoen mensen in Nederland. De rijksoverheid richt zich tot nu toe vooral op mensen in de bijstand en de WW, terwijl de focus ook zou moeten liggen op laag opgeleiden, etnische minderheden en achterstandswijken. Vanuit het ministerie SZW is een pilot Tijdelijke Borgstellingregeling gestart met als doelgroep de WWB, Wajong, WIA en WW om dezelfde condities te krijgen als onder de BBZ voor de WWB groep. Naar aanleiding van een vraag in de zaal verteld mevr. Friederichs dat banken geïnteresseerd zijn in het trackrecord van een onderneming zodat zij kunnen zien hoe een bank met een rekening omgaat, dit is niet te zien aan een BKR-registratie. Op dit moment zijn er nog 15 tot 20 andere microfinancieringsprojecten, naast de Bbzregeling en de pilot Tijdelijke Borgstellingsregeling. Hierin zit grote diversiteit. Het is voor alle projecten moeilijk om een bepaalde doelgroep goed te bereiken want kleine initiatieven kunnen geen grote communicatietrajecten opzetten. Vraag uit de zaal: hoe zit het met de samenwerking met banken? Bij bijna elk initiatief van microfinanciering is een bank aangesloten. Over de rol van de banken valt nog wel te discussiëren. De rol van een bank zou moeten zijn om te verwijzen naar de juiste instanties (microfinancieringsinitiatieven), maar dit gebeurt in praktijk vaak niet. Sommige mensen worden bij de eerste screening al weggestuurd. Hier ligt een kans voor microfinanciering. Risicoperceptie van banken zorgen voor een gat. Bizner Bank verleent krediet op basis van persoonlijke zaken. Over het algemeen kan een bank weinig verdienen aan etnische minderheden. De Raad van Microfinanciering adviseert microfinanciering in Nederland te stimuleren door middel van een franchisemodel dat fungeert als een soort van kwaliteitslabel dat door de rijksoverheid wordt uitgegeven. Dit kan leiden tot significant meer ondernemerschap. Vraag uit de zaal: wie bepaald dit kwaliteitslabel? Microfinancieringsorganisaties krijgen dit label vanuit de rijksoverheid. Een microfinancieringsinitiatief kan worden opgericht door gemeenten of door stichtingen. Wat is het bedrag dat geleend kan worden bij microfinanciering? Antwoord: in Europa gaat dit tot 25.000 euro. De Raad voor Microfinanciering gaat door middel van een communicatiecampagne meer bekendheid geven aan de huidige microfinancieringsinitiatieven. Tot slot wordt er ook gedacht aan een soort landelijke garantiestelling door de rijksoverheid, waardoor de risico’s voor de betrokken banken voor het uitgeven van de microkredieten minder worden. Voor meer informatie (ook over het advies van de Raad voor Microfinanciering) kunt u terecht op www.microfinanciering.com.
6
Workshop B Partners in Nieuw Ondernemerschap Ondernemers ondersteunen bij hun dagelijkse activiteiten dat is het doel van het samenwerkingsverband Partners in Nieuw Ondernemerschap (PiNO), zo vertelt Rob Mes van PiNO. Dit samenwerkingsverband is specifiek voor startende en bestaande ondernemers in de gemeente Den Haag, waarbij extra aandacht wordt besteed aan etnische ondernemers. Tijdens de gratis bijeenkomsten over bijvoorbeeld belastingen, vergunningen en financiering worden uiteenlopende onderwerpen aan de hand van stellingen en discussies besproken. Het PiNO project is opgestart in 2006 omdat er problemen waren met het bereik van ondernemers met name in de Vogelaarwijken. In die wijken bleek dat veel ondernemingen weliswaar succesvol in de start waren, maar minder succesvol in doorstarten. Instellingen zoals de gemeente Den Haag, de Belastingdienst, Kamer van Koophandel en de Rabobank wilden een ondernemersplein creëren. Ten eerste voor meer bereik, ten tweede voor meer en beter ondernemerschap (de overlevingskansen vergroten). Voor een goede werking van het plan waren intermediairen nodig. Intermediairen met een focus op etnisch ondernemerschap. Tegenwoordig gebeurt dienstverlening steeds meer digitaal, maar daar bereik je niet iedereen mee. Juist allochtone starters zijn afwezig bij de dienstverlening en hebben een slechter aangifte- en betaalgedrag. Belastingdienst wil het uit zichzelf doen van aangifte (compliance) bevorderen en starters zijn daarvoor een goede doelgroep. Aan de hand van een actieplan werd PiNO geboren. De partners die samenwerken aan dit project hebben een gedeeld belang, namelijk het beter bereiken van allochtone starters. Klanten kunnen op het ondernemersplein allerlei zaken regelen. Het ondernemersplein is in de wijk geplaatst. Het specifieke belang van de belastingdienst is ook het creëren van wederzijds vertrouwen. Vertrouwen moet je verdienen. Dit betekent dat je vaker fysiek aanwezig moet zijn en het kweken van vertrouwen duurt langer dan bij autochtone ondernemers. Ook samenwerking met anderen is van belang bijv. boekhouders of corporaties in verband met huisvesting. Lokale samenwerking is heel belangrijk. PiNO is een stichting en werkt gratis, ze werft leden. De effecten zijn gemeten: 180 Ondernemers zijn klaar, het eerste jaar is voorbij en zij nemen nieuwe ondernemers aan de hand. De klanten van PiNO worden gevolgd in hun ondernemerschap. Dit wordt mede gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken. Ontwikkelpunten: Den Haag is een leuk pilot, maar we willen naar meer steden. De regering wil startende ondernemers steunen dus hier zit kans. Vragen uit de zaal: kunt u inzoomen op de rol van de gemeente en wat is de rol van de gemeenteraad? Wat is precies de meerwaarde? De gemeente heeft toch al een bedrijvenloket. Mensen weten de gemeenteloketten niet te vinden, men gaat niet naar de gevestigde loketten. Men vraagt in eigen kring daarom werden niet alle ondernemers bereikt. Men gaat er vanuit dat iedereen digitaal denkt en dat is niet zo. In Haaglanden zijn er 85000 ondernemers, waar van 18000 etnisch ondernemers. Voor wat betreft de vraag wat gemeenten kunnen doen het volgende. Gemeenten kunnen economische
7
achterstandskredieten proberen te verwerven in van de Europese Unie. Grote gemeenten hebben zelfs lobbyisten in Brussel. Met dit geld kunnen gemeenten een fonds oprichten. Vraag uit de zaal: u Pact op Zuid in Rotterdam is een project om wijkeconomie te stimuleren, maar heeft een heel andere structuur en insteek. Wat kunnen Rotterdamse deelgemeenten doen om PiNO binnen te halen? Pact op Zuid gaat om meer economie in de wijken waardoor de wijken kansrijker worden. In Den Haag is PiNO middels het wijkactieplan bestuurlijk ingebed. Bestuurlijke inbedding is belangrijk. Nu is ook de gemeente Den Helder geïnteresseerd in een PiNO project maar dan voor Antillianen. Vraag uit de zaal: zijn de ketenpartners vaste personen? Ja. Vraag uit de zaal: maken jullie gebruik van doelgroepenorganisaties en wat is jullie ervaring? PiNO is multicultureel. Als er een beurs georganiseerd wordt is 90% autochtoon en als het gaat om een themabijeenkomst dan is dat slechts 10%. De belastingdienst zet ook allochtoon personeel in. Een grote stad heeft die diversiteit dus moet je daarnaar handelen. Voor de partners die meedoen geldt: er moet een meerwaarde voor allochtone ondernemers in zitten. Vraag uit de zaal: zijn de activiteiten voor alle ondernemers? Ja, voor alle ondernemers maar omdat we opereren binnen bepaalde wijken ligt de focus op allochtone ondernemers. Vraag uit de zaal: wat doen jullie om kennis te vergroten? We hebben Centenovem en Universiteit Delft om het niveau te verhogen, zeker voor technostarters en innovatieve starters. Het gaat erom dat ondernemers starten en dat ze doorstarten. Middels themabijeenkomsten waar 25-30 mensen aanwezig zijn besteden wij aandacht aan vele onderwerpen. Vraag uit de zaal: hoe maakt u gebruik van allochtone netwerken? Wij willen graag partners die iets voor ondernemers kunnen betekenen. Iedere ondernemersvereniging is welkom. Vraag uit de zaal: hoeveel klanten heeft u gehad? Als een ondernemer is geholpen zien we hem vaak nog terug voor andere onderwerpen: uitbreiding, milieu, aftrekposten etc. Een ondernemer bepaalt zelf welke ondersteuning hij nog nodig heeft. Voor meer informatie kunt u terecht op: www.pinodenhaag.nl. Plenaire Sluiting In de plenaire sluiting volgt een korte samenvatting van de twee workshops: Workshop A, Microfinanciering: er is positief nieuws voor startende ondernemers; overlevingskansen worden beter en knelpunten zijn bij allochtonen en autochtonen vaak overlappend. Microfinanciering is de verzamelnaam voor financiële en aanvullende diensten, zoals coaching en begeleiding, die een startende onderneming vooruit kunnen helpen. Door de Raad van Microfinanciering is een advies uitgebracht betreffende een franchisesysteem dat de herkenbaarheid van een microfinancieringsorganisatie verduidelijkt. Microfinanciering gaat tot 125.000 euro.
8
Workshop B, Nieuw ondernemerschap: om partnerschap te sluiten moet men vooral de wijk ingaan, verlaag drempels en werk integraal samen. Met name de belastingdienst is een erg gesloten instantie, dit wordt nu aangepakt. Er wordt gewerkt aan één loket die centrale antwoorden doorsluist naar de betreffende instanties. Mohamed Mahdi geeft het woord van afsluiting aan Jan Vegter: “kruip in de huid van de ondernemer en denk regionaal, wanneer je dit meeneemt dan wordt ondernemerschap een groot succes.” Mohamed Mahdi dankt de workshopleiders voor hun inbreng en dankt de aanwezigen voor hun komst en deelname. Input voor onderwerpen voor een volgende bijeenkomst worden zeer gewaardeerd.
9