Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur
R.J.Schimmelpennincklaan 3 Postbus 61243 2506 AE Den Haag Telefoon +31(0)70 310 66 86 Fax +31(0)70 361 47 27 e-mail
[email protected] www.cultuur.nl
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw M. van Bijsterveldt - Vliegenthart Postbus 16375 2500 BD Den Haag
datum: 02 september 2010 uw kenmerk: 205794 uw brief van: 25 mei 2010 ons kenmerk: med-2010.05822/4
onderwerp: Advies beleidsplan 2011-2015 Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
Geachte mevrouw Van Bijsterveldt, In uw brief van 25 mei 2010 verzoekt u de Raad voor Cultuur te adviseren over het beleidsplan 2011-2015 van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. 1 U verneemt graag het advies van de Raad over de ambities van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (hierna: Beeld en Geluid) in het algemeen, de rol van Beeld en Geluid als audiovisueel kennisinstituut en zijn relatie met de filmsector. Op uitnodiging van de Raad heeft Beeld en Geluid in een gesprek op 7 juni 2010 zijn beleidsplan toegelicht. Algemeen Beeld en Geluid beschrijft in zijn beleidsplan goed de overgang van de huidige activiteiten naar de toekomstige, met de daarbij veranderende technologische ontwikkelingen. De algemene beschrijvingen geven blijk van een helder beeld van (het functioneren van het instituut in) de toekomst. Naar de mening van de Raad maakt Beeld en Geluid de juiste keuzes, vooral met betrekking tot de samenwerkingsplannen en de ambitie een knooppunt te willen zijn binnen de nationale infrastructuur voor digitaal erfgoed. Met Beeld en Geluid is de Raad van mening dat het instituut erin is geslaagd het audiovisueel erfgoed op de culturele kaart te zetten. Dit is niet alleen te danken aan de zeer succesvolle Beeld en Geluid Experience, maar ook aan de resultaten die geboekt zijn met Teleblik en Beelden voor de Toekomst.
1
Deze brief is bijgevoegd.
Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur
pagina: 2 med-2010.05822/4
Prioriteiten De activiteiten van Beeld en Geluid zijn divers: zo heeft het instituut een bezoekerscentrum, beheert het een archief, maakt het tentoonstellingen en levert het audiovisueel materiaal aan onder andere scholen, omroepen en particulieren. In het beleidsplan van Beeld en Geluid zijn de volgende ambities (‘strategische prioriteiten’) met betrekking tot deze activiteiten geformuleerd: -
-
-
Beeld en Geluid verrijkt, verbindt en geeft betekenis aan zijn collecties, en vergroot daarmee de waarde van het audiovisueel erfgoed voor alle doelgroepen; Beeld en Geluid brengt zoveel mogelijk mensen in contact met het audiovisueel erfgoed en bouwt aan een interactieve relatie met de doelgroepen; Beeld en Geluid zorgt ervoor dat onze collectie recht doet aan de Nederlandse geschiedenis door het verleden, heden en de toekomst van de audiovisuele- en muziekcultuur te verzamelen; Beeld en Geluid slaat de collectie digitaal op en houdt haar duurzaam toegankelijk. Handmatige metadatering wordt aangevuld met automatische beschrijvingstechnieken; Beeld en Geluid draagt actief bij aan de duurzaamheid en de toegankelijkheid van de Audiovisuele Collectie Nederland en wordt knooppunt binnen de nationale infrastructuur voor digitaal erfgoed. 2
Hoewel de ambities op zich goed zijn, maakt de Raad er een kanttekening bij. Naar zijn mening zijn zij, ook met de toelichting erbij, te algemeen omschreven en daardoor onvoldoende toetsbaar. Uit het plan wordt niet helder hoe Beeld en Geluid de volgende stap, naar de verwezenlijking van de ambities, gaat zetten. Zo wil Beeld en Geluid bijvoorbeeld het audiovisuele kennis- en archiefinstituut zijn. Het is echter onduidelijk hoe het instituut dit denkt te worden. In het gesprek dat de Raad met Beeld en Geluid had, werd duidelijk dat het instituut in de jaarlijkse subsidieaanvraag en bijbehorend werkplan wel details en achtergrondinformatie bij de verschillende activiteiten en doelen beschrijft. De Raad mist dus de achtergronden bij de ambities, die voor een beoordeling ervan van belang zijn. Hij heeft zich dan ook de vraag gesteld of Beeld en Geluid op basis van alleen het beleidsplan 2011-2015 over vijf jaar beoordeeld zou kunnen worden. De Raad concludeert dat daarvoor in het beleidsplan te weinig onderbouwing is van ambities, getallen en de urgentie voor meer geld. Samenwerking De Raad ondersteunt de opvatting van Beeld en Geluid dat samenwerking en verdere ontwikkeling van digitalisering onontbeerlijk zijn voor de verwezenlijking van de verschillende ambities. Hoewel Beeld en Geluid samenwerking veelvuldig noemt in het beleidsplan, wordt niet duidelijk hoe die samenwerking tussen Beeld en Geluid en andere instellingen er uit zal zien. Ook is niet altijd helder welke partner Beeld en Geluid bij een (mogelijke) samenwerking voor ogen heeft.
2
Deze vijf prioriteiten heeft de Raad letterlijk uit het beleidsplan overgenomen.
Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur
pagina: 3 med-2010.05822/4
Zo schrijft Beeld en Geluid bijvoorbeeld dat kennis over de collectie ook ‘buiten het instituut’ te vinden is. De Raad vraagt zich af waar die kennis precies te vinden is en hoe Beeld en Geluid die binnen het instituut wil krijgen. De Raad mist ook achtergrondinformatie bij de belangrijke ambitie van Beeld en Geluid om het knooppunt binnen de nationale infrastructuur voor digitaal erfgoed te worden. Het beleidsplan zou (meer) informatie moeten bevatten over de stand van zaken met betrekking tot samenwerking en afstemming met andere partijen die in verband staan met het knooppunt. Dan zou wellicht ook de definitie van ‘knooppunt’ duidelijker zijn geworden. Kortom: met wie wil Beeld en Geluid samenwerken, hoe ziet die samenwerking er precies uit en wat vinden die (toekomstige) partners ervan? Beeld en Geluid heeft een belangrijke rol in het samenwerkingsverband Filmotech.3 De Raad verbaast zich erover dat dit niet wordt genoemd in het beleidsplan. Hoe verhoudt het eigen portal van Beeld en Geluid, waarover in het plan wordt geschreven, zich tot Filmotech? De Raad wil ook meer informatie over de samenwerking met EYE Filminstituut Nederland.4 EYE digitaliseert tenslotte ook. Als materiaal eigendom is van Beeld en Geluid maar ook van cinematografisch belang, zou het wenselijk kunnen zijn dat EYE de digitalisering voor zijn rekening neemt, omdat de eisen daar hoger liggen. Wat betreft de ontsluiting van (film)materiaal is, onder andere ter voorkoming van overlap, eveneens afstemming met EYE wenselijk. Ook voor wat betreft het thema mediawijsheid is de samenwerking die Beeld en Geluid voorstaat niet helder. Zo worden, net als bij de overige projecten, de (mogelijke) partners niet genoemd, en is niet duidelijk hoe Beeld en Geluid daarmee samenwerkt. Hoewel inmiddels meerdere partijen en instellingen zich geheel of gedeeltelijk bezighouden met mediawijsheid, wordt – ten onrechte – de suggestie gewekt dat Beeld en Geluid er geheel alleen voor verantwoordelijk zou zijn. Archivering en toegankelijkheid Zoals gezegd, de Raad ondersteunt de ambitie van Beeld en Geluid een knooppunt te worden binnen de infrastructuur voor digitaal erfgoed, en vanuit die taak onder andere al het belangrijke audiovisuele materiaal op te slaan. De archivering van dit materiaal vraagt wel om een visie op het selectiebeleid, in ieder geval van zowel de rijksoverheid als Beeld en Geluid. Een kwestie die bijvoorbeeld speelt - en door Beeld en Geluid wordt genoemd in het beleidsplan - is de opslag van materiaal van commerciële omroepen.5 Ook door de 3
Filmotech heeft als doel het gehele Nederlandse filmaanbod digitaal toegankelijk te maken voor de consument. Andere partijen hierin zijn: de Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten en het EYE Film Instituut Nederland. Filmotech wordt mede ondersteund door het Nederlands Fonds voor de Film, het Nederlands Filmfestival, het International Filmfestival Rotterdam, the Dutch Directors Guild, het Netwerk Scenarioschrijvers, het International Documentary Film Festival Amsterdam en het ministerie van OCW. 4 EYE is de organisatie waarin Holland Film, het Nederlands Instituut voor Filmeducatie, Filmbank en het Filmmuseum zich hebben verenigd. 5 In het beleidsplan valt dit onderwerp onder de derde prioriteit: ‘Beeld en Geluid zorgt ervoor dat onze collectie recht doet aan de Nederlandse geschiedenis door het verleden, heden en de toekomst van de audiovisuele- en muziekcultuur te verzamelen.’
Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur
pagina: 4 med-2010.05822/4
commerciële omroepen wordt materiaal geproduceerd dat van cultureel belang kan zijn. Volgens Beeld en Geluid is er momenteel te weinig geld voor de acquisitie van commerciële programma’s om voor een representatieve afspiegeling van de televisie- en radiocultuur te zorgen. De Raad is eveneens van mening dat collecties van commerciële omroepen van zodanig maatschappelijk en cultureel belang kunnen zijn dat ze door Beeld en Geluid opgeslagen en ontsloten kunnen worden. Tegelijkertijd vindt hij dat, wanneer hiertoe besloten wordt, dit niet ten koste mag gaan van de huidige (archiverings)activiteiten. Met de archivering en het toegankelijk maken van (publiek en commercieel) audiovisueel materiaal zullen zich niet alleen financiële, maar ook auteursrechtelijke problemen voordoen. De Raad neemt het standpunt in dat in ieder geval wat met publieke middelen is gefinancierd publiek toegankelijk is. Dit betekent overigens niet per se: gratis. In het beleidsplan wordt de oprichting van satellietvestigingen van Beeld en Geluid genoemd. De Raad vindt dat op zich een goed initiatief, maar Beeld en Geluid maakt niet duidelijk hoe het instituut dat wil vormgeven. In hoeverre komt het materiaal bijvoorbeeld beschikbaar voor andere partijen? Te denken valt onder meer aan filmtheaters, regionale en lokale omroepen, onderwijsinstellingen en bibliotheken. Conclusie Het staat voor de Raad buiten kijf dat Beeld en Geluid professioneel en succesvol opereert. Het instituut verwerkt, ordent en duidt duizenden uren audiovisueel materiaal voor gebruikers van verschillende aard. Daarnaast zijn de bezoekersaantallen voor de Experience zeer hoog. De Raad ondersteunt de ambities en prioriteiten van het instituut, vooral op het terrein van het bewaren van audiovisueel cultureel erfgoed. Volgens de Raad moet dit op één plek te vinden zijn. Als de rijksoverheid het ook belangrijk vindt dat Beeld en Geluid een knooppunt wordt en belangrijk audiovisueel materiaal opslaat, dan dient het instituut daarvoor de middelen te krijgen. De Raad is van mening dat de rijksoverheid de functie - dan wel taakopdracht - van Beeld en Geluid moet formuleren, met name met betrekking tot de archieffunctie. Een visie op het selectiebeleid, van zowel de rijksoverheid als Beeld en Geluid, is hierbij onontbeerlijk. In het gesprek met de Raad werd duidelijk dat Beeld en Geluid de onderbouwing van de doelstellingen niet in het meerjarige beleidsplan verwerkt, maar in de jaarlijkse subsidieaanvraag en het bijbehorende werkplan. De Raad heeft er op zich begrip voor dat niet alle plannen even concreet uitgewerkt kunnen worden in een meerjarig beleidsplan, maar vanwege dit gebrek aan houvast betekent het wel dat hij nu niet een uitgebreide en volwaardige beoordeling van de ambities en prioriteiten van Beeld en Geluid voor de toekomst kan geven. Hiervoor heeft de Raad meer details nodig. Bovendien is de Raad van mening dat Beeld en Geluid, gezien de voorbereidingstijd die dergelijke activiteiten vergen, met name over de samenwerkingsverbanden die het ambieert meer duidelijkheid had kunnen geven.
Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur
pagina: 5 med-2010.05822/4
Kortom, voor een goede beoordeling is het voor de Raad van belang dat Beeld en Geluid in het vervolg de verschillende ambities concreter in het beleidsplan opschrijft. In een volgend beleidsplan dient Beeld en Geluid eveneens duidelijk te maken hoe het instituut garandeert dat met publiek geld gefinancierd en gearchiveerd audiovisueel materiaal toegankelijk blijft voor het publiek. Mocht het instituut in de toekomst samenwerken met een derde (commerciële) partij, dan dient die toegankelijkheid niet uit het oog verloren te worden. Hoogachtend,
Els H. Swaab Voorzitter
Kees Weeda Algemeen secretaris