Raad voor Cultuur
Aan
de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a Rijksdienst voor de Monumentenzorg Postbus 1001
3700 BA Zeist
Onderwerp
R.J. Schimmelpennincklaan 3
nadere advisering MSP
postbus61243
provincie Noord Brabant
2506 AE Den Haag/2
gemeente Helmond
relefoon oro -3106686 Telefax o7o - 361 47 27
E-mail
[email protected]
Mijnheer de Staatssecretaris,
Datum
In het kader van het in 1991 gestarte Monumenten Selectie Project (MSP) is inmiddels van een groot aantal van alle Nederlandse gemeenten de selectie te beschermen monumenten ter advisering aan de Raad voorgelegd. Op het leeuwendeel van deze adviesaanvragen is zonder het maken van nadere opmerkingen positief geadviseerd. De voorganger van de Raad voor Cultuur, de Raad voor het Cultuurbeheer en meer specifiek de subcommissie Registratiecommissie van de Rijkscommissie voor de Monumenten, heeft immers enige jaren geleden in overleg met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) gekozen voor het achterwege laten van een inhoudelijke adviserende rol van de commissie bij adviesaanvragen die voortvloeiden uit het MSP. Voorwaarde hierbij was dat consensus moest bestaan tussen gemeente en provincie over de beschermwaardigheid van de desbetreffende objecten. Indien deze consensus niet bestond, zou de commissie de arbiterrol op zich nemen. Aanleiding voor deze aanpak vormde enerzijds het vertrouwen dat bestond in het project -mede vanwege de betrokkenheid van de Raad bij het opstellen van de toetsingscriteria- en anderzijds de onvoldoende capaciteit bij zowel de Raad als de RDMZ om de grote hoeveelheid extra werk die gepaard zou gaan met een objectgerichte inhoudelijke toets, binnen een redelijk tijdsbestek te verwerken. In november 1995 heeft de Raad voor het Cultuurbeheer u geïnformeerd over zijn teleurstellende constatering dat een groot deel van de op dat moment in het kader van het MSP ter bescherming voorgedragen objecten niet voldeed aan de selectiecriteria zoals opgenomen in de handleidingen "Inventarisatie jongere bouwkunst en stedebouw (1850-1940)" (1987) en "Selectie en Registratie jongere stedebouw en bouwkunst (1850-1940)" (1991) en zoals verfijnd in de "Circulaire inzake Monumenten Selectie Project (MSP) en Monumenten Registratie Procedure (MRP)" (1994). De aanbeveling van de Raad voor het Cultuurbeheer dat alsnog een inhoudelijke toets per object voor alle MSP-objecten uitgevoerd zou moeten worden is vanwege de buitensporige werkdruk die dit tot gevolg zou hebben voor diens opvolger, de Raad voor Cultuur, en de RDMZ niet overgenomen. In plaats hiervan zou volstaan worden met een
onskenmerk mon-2000.1360/1
Raad voor Cukuur
steekproefsgewijze evaluatie van het MSP waarbij circa twintig middelgrote steden en provinciehoofdsteden betrokken zouden worden. Deze evaluatie is nog niet afgerond. In april 1998 is de Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie (toen nog Uitvoeringscommissie geheten) van de Raad geïnformeerd over het feit dat er volgens de RDMZ in het zuiden van het land een 'ondergrensproblematiek' zou bestaan. Bij de afrondende procedures van het MSP en MRP werd door de dienst namelijk geconstateerd dat een onaanvaardbaar aantal objecten voor rijksbescherming geselecteerd bleek te zijn terwijl de monumentwaarde hiervoor niet voldoende was. Vervolgens werd vastgesteld dat het ruimhartige selectiebeleid met name in het zuiden van Limburg en het oosten van Noord-Brabant was toegepast. Omdat in veel gevallen de ruimhartige selectie door zowel de provincie als de desbetreffende gemeente vrijwel in haar geheel positief werd beoordeeld, heeft het kunnen gebeuren dat de Raad voor Cultuur positief heeft geadviseerd over selecties waarin zich objecten bevinden waaraan qua beschermwaardigheid op rijksniveau getwijfeld werd, zonder hiervan op de hoogte te zijn.
Zo ook in de gemeente Helmond. Op 4 november 1997 heeft de Raad voor Cultuur u geadviseerd alle in het kader van het MSP voorgedragen objecten in het rijksmonumentenregister in te schrijven, met uitzondering van een viertal objecten waarover tussen gemeente en provincie verschillende zienswijzen bestonden. Naar onlangs is gebleken, bevinden zich in deze geaccordeerde selectie nog eens 47 objecten die naar het oordeel van de RDMZ niet voor rijksbescherming in aanmerking komen. In eerste instantie is in overleg met de dienst besloten dat een voorgestelde reductie op een MSP-selectie op een gelijke manier als een MSP adviesaanvraag in een consensusgemeente behandeld kon worden. De Raad heeft dan ook op 15 juli 1999 ingestemd met de reductie van de MSP-selectie van de gemeente Helmond. Binnen de Raad is kort daarop twijfel gerezen over de juridische houdbaarheid van dit advies indien de negatieve beschikking aanleiding zou geven voor een bezwaarprocedure. Dezelfde twijfel is bij de RDMZ ontstaan, wat geresulteerd heeft in alsnog een objectgerichte advisering van alle ter rijksbescherming voorgedragen monumenten in onder andere de gemeente Helmond. De aanvullende advisering heeft overigens alleen betrekking op die geselecteerde objecten waarbij de RDMZ vraagtekens heeft gezet inzake het rijksbelang van de monumentwaarde van elk van die monumenten.
Na afweging van al het ter beschikking gestelde materiaal, heeft de Raad per object het volgende geconcludeerd, waarbij wordt opgemerkt dat de korte verantwoording per object geen recht doet aan de uitvoerige discussies die zijn gevoerd. De opgenomen conclusies zijn dan ook beknopte weergaven hiervan. Willem Beringsplein 76-78 en 88-96: Een complex woonhuizen dat wordt gekarakteriseerd door een kleine uitkragende ronde erker. Het ensemble is duidelijk herkenbaar als volkswoningbouw. De architectuurhistorische waarde van het complex is gering. Bovendien is het complex door enkele
Pagina 2 onskenmerk mon-2000.1360/1
RaadvoorCultuur
verbouwingen aangetast. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen op het beschermingsvoorstel. Binnendoor 1-2: Het betreft hier een hoekpand waarin twee woningen zijn opgenomen. Het object wordt gekenmerkt door een oprijzende rechthoekige toren. Dit vormt echter onvoldoende aanleiding om het pand als rijksmonument aan te merken, de architectuurhistorische waarde is hiervoor te gering. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen over bescherming op rijksniveau. Caroluslaan 2 en Mierloseweg 8: Een dubbelvilla (villa Joseph en villa Jeanne) vormgegeven in een aan Jugendstil verwante stijl en voorzien van chaletstijl-kenmerken. Zowel typologisch als architectuurhistorisch beschouwd is het pand niet van voldoende waarde om het als rijksmonument aan te merken. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen met betrekking tot rijksbescherming van bedoelde woningen. Opgemerkt wordt dat de monumentwaarde op lokaal niveau
wél hoog ingeschaald kan worden. Dasstraat 25-26 en Hindestraat 58-60: Twee zeer vergelijkbare poortwoningen met een klein torentje op het dak. De vormgeving suggereert een doorgang naar een interessante stedenbouwkundige opzet. Dit is echter niet het geval. De objecten onderscheiden zich op landelijk niveau niet van vergelijkbare objecten en zijn zeker niet te kenmerken als markante stedenbouwkundige ankerpunten. Typologisch en architectuuren cultuurhistorisch beschouwd, zijn de poortwoningen onvoldoende waardevol om ze onder de bescherming van de Monumentenwet te brengen. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen ten aanzien van het voorstel tot rijksbescherming van beide woongebouwen. Eihendreef2: Een curieus pand met een opvallend twee verdiepingen hoog dak met leibedekking op een éénlaagse bakstenen onderbouw. De architectuur- en cultuurhistorische waarden geven geen aanleiding tot rijksbescherming over te gaan, mede omdat de beeldbepalende dakbedekking gewijzigd is. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Havenweg 2-12 / Veestraat 46: Een groot complex met een symmetrische opzet. De symmetrie komt echter niet in de detaillering tot uitdrukking. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het hybride complex interessant te noemen, doch niet van voldoende waarde om het voor rijksbescherming in aanmerking te kunnen laten komen. De Raad voor Cultuur adviseert u dan ook negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Hoofdstraat 157: Het betreft hier een eenvoudig, laat 19°-eeuws woonhuis dat vervolgens verbouwd is tot pastorie. Het object heeft neoclassicistische kenmerken maar kan niet als een representatief voorbeeld van deze stijl worden beschouwd. Gelet op de architectuur- en cultuurhistorische waarde adviseert de Raad voor Cultuur u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Hoogeindsestraat 49: Een kantoor met bedrijfsruimte. Op grond van de (geringe) beschikbare informatie, ziet de Raad geen aanleiding om het object voor rijksbescherming in aanmerking te laten komen. De monumentwaarde is hiervoor te bescheiden. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot
rijksbescherming.
Pagna 3 onskenmerk mon-2000.1360/1
Raad voor Cultuur
Kanaaldijk Noord-Oost 80-82: Het betreft hier een kantoorpand met een symmetrische structuur en verschijningsvorm. Het pand is ingrijpend gewijzigd, wat onder andere tot uitdrukking komt in de nieuwe ramen. Voorts is de oorspronkelijke entree dichtgezet. Hoewel de Raad waardering heeft voor de evenwichtige architectuur en het verfijnde metselwerk en ondanks het feit dat de uitwendige structuur relatief gaaf behouden is gebleven, is de monumentwaarde niet langer van een dusdanig niveau dat rijksbescherming overwogen kan worden. Het gebouw is hiervoor in té ernstige mate aangetast. In plaats hiervan zou bescherming op gemeentelijk niveau gestimuleerd moeten worden. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Kanaaldijk Noord-West 41 / Steenwee 2-4: Het betreft hier een bankgebouw. Afgezien van een opvallende toren met koepeldak wordt het hoekpand niet gekenmerkt door een bijzondere of zeldzame detaillering en/of materialisering. Evenmin vertegenwoordigt het pand een bijzonder type of specifieke architectuurstijl. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming van het bankgebouw. Kanaaldijk Noord-West 43-43: Het betreft hier eveneens een bankgebouw, behorende bij het hiervoor genoemde hoekpand. Het is een solide en eenvoudig harmonieus vormgegeven object. Er is geen sprake van zeldzaamheid. Zowel de architectuur- als de cultuurhistorische waarden zijn van onvoldoende niveau om het pand voor rijksbescherming in aanmerking te laten komen. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming.
Kanaaldi jk Noord-West 121-123: Het betreft hier een woonhuis uit 1825 dat vervolgens in 1886 is verbouwd tot textielfabriek. Cultuurhistorisch beschouwd is dit een interessante ontwikkeling die echter niet representatief is voor de typologie van de textielfabriek. Vanuit industrieel- en architectuurhistorisch oogpunt bestaat er onvoldoende aanleiding om tot rijksbescherming van het complex over te gaan. De monumentwaarde is van lokaal belang. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming van de textielfabriek. Prins Karelstraat 98a / Bunzingstraat 1: Een schoolgebouw uit 1930 met een paviljoenachtige opzet. De toegepaste architectuur is tijdseigen maar niet zeldzaam en bovendien niet specifiek voor de scholenbouw. Typologisch beschouwd is er geen sprake van een zeldzaam of bijzonder gebouw. Evenmin vormen de architectuur- en cultuurhistorische waarden voldoende aanleiding om te adviseren tot rijksbescherming over te gaan. De Raad voor Cultuur adviseert daarom negatief ten aanzien van inschrijving in het rijksmonumentenregister van het onderhavige schoolgebouw. Keristraat 17: Dit herenhuis wordt niet gekenmerkt door een bijzondere of zeldzame detaillering en/of materialisering. Evenmin vertegenwoordigt het woonhuis een zeldzame categorie of bijzondere architectuurstijl. Er bestaat daarom geen aanleiding het pand als rijksmonument aan te merken. De Raad voor Cultuur adviseert negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming.
Pagna 4 onskenmerk mon-2000.1360/1
Klaverhof 1-43, Willem Prinzenstraat 162-168 en 170-174 en Zonnehofstraat 9-11: Het betreft hier een eenvoudig woningbouwcomplex dat gekarakteriseerd wordt door een opmerkelijke hoge en smalle toren met zadeldak. Verder zijn er vanuit de architectuur- en cultuurhistorie beschouwd geen bijzondere of waardevolle kenmerken. Derhalve is er onvoldoende aanleiding om tot rijksbescherming van het complex over te gaan. De Raad voor Cultuur adviseert negatief te beslissen inzake het voorstel tot bescherming op rijksniveau. Kromme Steenweg 4: Het voorstel heeft betrekking op een herenhuis dat onder een zeer gangbare en weinig opmerkelijke architectuur gebouwd is. Het woonhuis wordt evenmin gekenmerkt door een bijzondere of zeldzame detaillering en/of materialisering. Bovendien is het interieur ingrijpend gewijzigd. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Kromme Steenweg 5-7: Een dubbel herenhuis dat gekenmerkt wordt door een veelvoud aan elementen, waaronder een trapgevel en een torent je. Door de onevenwichtige verdeling van de bijeen geplaatste accenten, ontstaat er een geforceerde en weinig harmonieuze verschijningsvorm. Architectuurhistorisch beschouwd bestaat er dan ook geen aanleiding om het object onder de bescherming van de Monumentenwet te brengen. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Kromme Steenwee 1F17: H et betreft hier een woonblok bestaande uit drie woonhuizen. Het gebouw wordt gekenmerkt door de toepassing van een vakwerkverdeling en speklagen in de gevels. Zowel de architectuurhistorische als de bouwhistorische waarden kunnen niet op rijksniveau ingeschaald worden. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Kromme Steenweg 19: De villa wordt niet gekenmerkt door een bijzondere of zeldzame detaillering en/of materialisering. Evenmin vertegenwoordigt de villa een bijzonder of zeldzaam type of een specifieke architectuurstijl. Stedenbouwkundig beschouwd kan aan de villa en haar directe omgeving enige waarde worden toegekend. Dit is echter onvoldoende aanleiding om tot bescherming op rijksniveau over te gaan. De Raad voor Cultuur adviseert negatief te beslissen inzake het voorstel tot inschrijving in het rijksmonumentenregister. Markt 5: Het betreft hier een woon-/winkelpand dat gekarakteriseerd wordt door een trapgevel en de aanwezigheid van luiken. Het pand is in 1931 gebouwd in een laat-neogotische stijl. Hoewel voorbeelden van deze bouwstijl en uit deze bouwperiode langzaamaan zeldzaam dreigen te worden, wordt het onderhavige object niet voldoende representatief geacht om het voor rijksbescherming in aanmerking te laten komen. Dit met name vanwege het feit dat de winkelpui ingrijpend is gewijzigd, wat als een ernstige aantasting van het geheel is te beschouwen. De raad voor Cultuur adviseert daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Marterstraat 2 / Hermeli|nstraat 5a: Een poortgebouw met woningen. De monumentwaarde van dit object wordt van onvoldoende niveau geacht om inschrijving in het rijksmonumentenregister te kunnen rechtvaardigen. De Raad voor Cultuur adviseert daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming.
Pagna 5 onskenmerk mon-2000.1360/1
Raad voor Cultuur
Mierloseweg 2c: Het betreft hier een redelijk grote witte villa die gekenmerkt wordt door een hoektorentje. Voor het overige heeft de villa geen bijzondere of zeldzame elementen die rijksbescherming zouden kunnen rechtvaardigen. De Raad voor Cultuur adviseert daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Mierloseweg 7: Het betreft hier een zorgvuldig ontworpen en gedetailleerd schoolgebouw. Een opvallend kenmerk is de 'loggia'-verdieping. Dit fenomeen is echter niet dusdanig bijzonder of waardevol dat hieraan rijksbescherming ontleend kan worden. De typologische en architectuurhistorische waarden geven evenmin hiertoe aanleiding. De Raad voor Cultuur adviseert daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Mierloseweg 1b: Het betreft hier een villa, gebouwd onder een zeer gangbare en weinig bijzondere architectuur. Zowel architectuur- als cultuurhistorisch beschouwd bestaat er geen aanleiding tot inschrijving in het rijksmonumentenregister over te gaan. De Raad voor Cultuur adviseert u dan ook negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Mierloseweg 130-130a: Het betreft hier een villa uit 1889. De oorspronkelijke woonfunctie is komen te vervallen en heeft plaats gemaakt voor een horeca- en kantoorbestemming. De villa is in een eclectische stijl gebouwd en voornamelijk in de top voorzien van Hollandse neorenaissance en maniëristische kenmerken. De bouwmassa staat niet in verhouding tot de wilde topbeëindiging. De verschijningsvorm van de villa is dan ook als weinig verfijnd en niet harmonieus te typeren. Gelet op de geringe monumentwaarde, adviseert de Raad voor Cultuur u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Molenstraat 78-84: Een woonblok van vier woningen uit circa 1870. Het bouwvolume wordt gekenmerkt door twee risalerende topgevels. Dit is echter niet dusdanig bijzonder of waardevol dat hieraan rijksbescherming ontleend zou kunnen worden. De detaillering en materialisering geven evenmin aanleiding om tot rijksbescherming over te gaan. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Molenstraat 146-148: Een schijnbaar symmetrisch dubbel woonhuis, gebouwd onder een gangbare, verzorgde architectuur. Het bouwblok wordt niet gekenmerkt door een bijzondere of zeldzame materialisering en/of detaillering. Evenmin vertegenwoordigt het object een bijzonder of
zeldzaam type of een specifieke architectuurstijl. De monumentwaarde geeft dan ook geen aanleiding voor bescherming op rijksniveau. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Molenstraat 150: Het betreft hier een herenhuis van een zeer gangbaar type en met een weinig opmerkelijke vormgeving. Zowel architectuur- als bouwhistorisch beschouwd is rijksbescherming niet te rechtvaardigen. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Pistoriusstraat 9-19: Het betreft hier een bouwblok van zes eenvoudige woonhuizen. De arbeiderswoningen zijn in het laatste kwart van de 19' eeuw gebouwd. Typologisch beschouwd zijn de woningen interessant doch niet zeldzaam. De cultuurhistorische waarde is voornamelijk van
Pagina 6 ons kenmerk mon-2000.1360/1
Raad voor Cultuur
lokaal belang. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. President Rooseveltlaan 4: Het betreft hier een opmerkelijke villa, Villa Tilly Home genaamd, met een ongewone verschijningsvorm. De opvallende massa wordt gekenmerkt door een torentje met koepeldak en gebogen gootlijsten. Hoewel de plattegrondstructuur van de villa als relatief zeldzaam kan worden beschouwd, is de monumentwaarde vanwege de magere uitwerking en detaillering, niet van voldoende niveau om de villa voor rijksbescherming in aanmerking te kunnen laten komen. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot inschrijving in het rijksmonumentenregister. Prins Bernhardlaan 7-9: Het voorstel heeft betrekking op een schilderachtige dubbelvilla met rieten dak. De villa is gebouwd naar ontwerp van architect W.A. Dille in een aan het werk van Van Loghem verwante bouwstijl. De architectonische kwaliteit is niet van dien aard dat hieraan rijksbescherming ontleend zou kunnen worden. Het feit dat het object in een opmerkelijk gave staat verkeert (de glas-in-lood-ramen en authentieke kleurstelling zijn gehandhaafd), heeft hierop geen invloed. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen op het voorstel de dubbelvilla onder de bescherming van de Monumentenwet te brengen.
Steenweg 1: Een erg 'verweesd' gesitueerd hotel. De architectuur van het hotel is zeer gangbaar en weinig opmerkelijk van aard. Het gebouw is in het recente verleden met een derde bouwlaag verhoogd. De architectuurhistorische waarde is van onvoldoende niveau om het pand voor rijksbescherming in aanmerking te kunnen laten komen. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Steenweg 35: Het betreft hier een horeca-pand uit 1926 in laat-neogotische stijl. De monumentwaarde kan op lokaal niveau bijzonder hoog ingeschaald worden maar is op rijksniveau onvoldoende om voor rijksbescherming in aanmerking te komen. De Raad voor Cultuur adviseert u dan ook negatief te beslissen inzake het voorstel tot inschrijving in het rijksmonumentenregister. Steenweg 45-67: Het betreft hier een aantal zorgvuldig ontworpen middenstandswoningen waarbij met name het expressieve spel van de kappen opvalt. Verder is de architectuur vrij vlak en niet zeldzaam of bijzonder. De monumentwaarde rechtvaardigt rijksbescherming niet. De Raad voor Cultuur adviseert dan ook negatief te beslissen inzake het voorstel tot bescherming op rijksniveau. Steenweg 62: Het betreft hier een villa met een zeer gangbare vormgeving. De villa is in het laatste kwart van de 19° eeuw gebouwd en wordt gekarakteriseerd door een veranda-achtig overdekt balkon. Voor het overige wordt de villa niet gekenmerkt door een bijzondere of zeldzame detaillering en/of materialisering. Evenmin vertegenwoordigt de villa een bijzonder of zeldzaam type of een specifieke architectuurstijl. De Raad
voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Veestraat 1 / Kamstraat 49: Een woon-/winkelpand uit 1934, gebouwd in een zakelijke stijl. Opmerkelijk aan het pand is de gebogen wand met dun rechthoekig overstek bij het terras aan de achterzijde. Dit is echter onvoldoende aanleiding om tot bescherming op rijksniveau over te gaan.
Pagina 7 ons kenmerk mon-2000.1360/1
Bovendien is de zijgevel in ernstige mate aangetast door de toepassing van nieuwe driehoekige erkers. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Warandalaan 114: Een schijnbaar symmetrische villa, gebouwd onder een gangbare, weinig opmerkelijke architectuur. De villa wordt niet gekenmerkt door een bijzondere of zeldzame materialisering en/of detaillering. Evenmin vertegenwoordigt het object een bijzonder of zeldzaam type of een specifieke architectuurstijl. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Watermolenwal 2-7: Het betreft hier een eenvoudig, weinig monumentaal uitgewerkt woningbouwblok uit 1853. De woningen zijn destijds gebouwd voor de 'hogere' arbeiders van een textielfabriek. Alle woningen zijn inmiddels aan de achterzijde uitgebreid. Het interieur is in de loop der jaren ingrijpend gewijzigd zodat de oorspronkelijke structuur niet meer aanwezig is. De constructie is nog authentiek. Hieraan kan echter niet voldoende waarde toegekend worden om rijksbescherming van het complex te kunnen rechtvaardigen. De monumentwaarde is van lokaal belang. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen op het voorstel tot rijksbescherming.
Wesselmanlaan 7-9: Het betreft hier een dubbelvilla uit 1934. De villa wordt gekenmerkt door een hoekerker en balkon met 'toren'-dak. Voorts is het silhouet van het traditioneel gebouwde pand opmerkelijk. Hoewel het pand enige allure niet ontzegd kan worden, is bescherming op rijksniveau niet gerechtvaardigd. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Wesselmanlaan 17-19: Een traditioneel vormgegeven dubbelvilla met rieten dak. De villa wordt niet gekenmerkt door een bijzondere of zeldzame materialisering en/of detaillering. Evenmin vertegenwoordigt het object een bijzonder of zeldzaam type of een specifieke architectuurstijl. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming. Wilhelminalaan 2-4: Het betreft hier een dubbel woonhuis dat onder Duitse invloeden tot stand is gekomen. Het pand is overwegend wit gepleisterd en voorzien van rode bakstenen hoekkettingen. De architectuur is vrij vlak en niet geraffineerd. De monumentwaarde is van onvoldoende niveau om voor rijksbescherming in aanmerking te komen. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot ri jksbescherming. Wilhelminalaan 6: Het betreft hier een villa die wordt gekenmerkt door een steenachtige begane grond en een gestucte verdieping. Opvallend is verder de toepassing van baksteenmotieven in de topgevel. Gelet op de architectuur- en cultuurhistorische waarden, wordt het pand van lokaal belang geacht. De Raad voor Cultuur adviseert u daarom negatief te beslissen inzake het voorstel tot riiksbeschermina. Wilhelminalaan 1-3: Het betreft hier een herenhuis van een zeer gangbaar en weinig bijzonder type. Evenmin wordt het woonhuis gekenmerkt door een bijzondere of zeldzame materialisering en/of detaillering. De Raad voor Cultuur adviseert u negatief te beslissen inzake het voorstel tot rijksbescherming.
Papna 8 onskenmerk mon-2000.1360/1
RaadvoorCultuur
Voor alle overige in het kader van het MSP geselecteerde adressen c.q. objecten geldt dat de Raad instemt met de bescherming van de bedoelde objecten, tenzij deze bij een eerdere advisering al negatief zijn beoordeeld. Ter voorkoming van misverstanden wordt in dit kader opgemerkt dat de Raad meent dat de panden Aarle-Rixtelweg 2 en Keristraat 47 wél voor rijksbescherming in aanmerking dienen te komen. Het eerstgenoemde pand betreft de markante villa Den Zwaluw uit 1935. De villa wordt gekenmerkt door de toepassing van daktegels en door een aantal karakteristieke en waardevolle details. Het pand is voorts voorzien van een opmerkelijke raamindeling en verkeert in een relatief gave staat. De architectuurhistorische waarde rechtvaardigt rijksbescherming. Het tweede pand betreft een opmerkelijk woon-/winkelpand met drie getrapte topgevels. Met name het bovenste deel van de gevel is rijk en zorgvuldig gedetailleerd en geprofileerd. De zorgvuldige architectuur wordt gekarakteriseerd door de verzelfstandiging van de drie trapgevels en het pand kan als een relatief zeldzaam voorbeeld van de Brabantse variant van Hollandse neorenaissance beschouwd worden. Dit advies werd voorbereid door de Bijzondere Commissie Monumenten en Archeologie van de Raad voor Cultuur, onder voorzitterschap van mw drs. A.G. Giltaij-Lansink, secretaris ir. A.W. Mol.
Hooga htend,
mr. W. Sorgdrager Voorzitter
dr .A.'Brandenbarg Algemeen secretaris
Pagina 9 onskenmerk mon-2000.1360/1