VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE ADVIESCOMMISSIE VAN 12 juni 2007 340. DORDRECHT WEST OP STOOM 2; PRESENTATIES WIJKVISIES Gespreksleider: mw. L.D.H. Arlman- Rosier Verslag: mw. E. Verveer (vanaf tape) Aanwezig: Mw. S.M. Wemmers- Wanrooy (VSP) Mw. V.I. Versluis (PvdA) Dhr. W. van der Spoel Dhr. C. van Verk (PvdA) Mw. J. Heijmans (PvdA) Mw. N. de Smoker- van Andel (ECO-Dordt) Mw. C. R..Janse- Marseille (ECO-Dordt) Dhr. D.E. Vermeulen (VVD) Dhr. M.P.P.M.Merx (VVD) Dhr. S. Tasgin (CDA) Mw. I.E. Stevens (GroenLinks) Dhr. B. Staat (ChristenUnie/SGP) Mw. N.E. Witsen Elias- Kool (B.V.DORDT) Mw. D. Koppens- van Leeuwen (B.V.DORDT) Dhr. J.J.W. van Dongen (D66) Namens het college: wethouder A.T. Kamsteeg Verder aanwezig de dames H. Pries en J. Gommans en de heren J. Robberegt, A. van der Stelt en M.A.M. Vintges Mevrouw Arlman heet iedereen van harte welkom, in het bijzonder de bewoners van Wielwijk, Crabbehof en Krispijn die bijgedragen hebben aan de totstandkoming van de visies. Er volgt een aantal presentaties; deze zijn als hand-out beschikbaar en worden ook op het RIS geplaatst. Wethouder Kamsteeg leidt de presentaties in. De presentaties worden verzorgd door professionals; voor de toelichting zijn ook bewoners uitgenodigd. Bij de totstandkoming van de wijkvisies zijn heel veel bewoners betrokken geweest. Daar is grote waardering voor. Zij weten bij uitstek wat er in de wijk speelt en wat er belangrijk is. Hij spreekt zijn waardering uit richting de burgers voor hun hulp en hun onmisbare bijdragen. De heer Robberegt geeft een algemene inleiding over de herstructurering van Dordt West. Hij merkt op dat met name in Dordt West het proces van uitstroom van hogere inkomens en instroom van lagere inkomens zichtbaar was. Daar is een visie op ontwikkeld nadat er eerst een convenant is gesloten tussen de gemeente en de drie corporaties. Daarbij is afgesproken dat de selectieve in- en uitstroom van hoge en lage inkomens tegengegaan zou worden en dat de leefbaarheid in elke wijk op peil zou zijn. Ook de huidige bewoners met lage inkomens moesten mee kunnen profiteren van de herstructurering. De sociale voorraad moest afnemen met 3.000 woningen en de koop- en markt huur moest met 3.000 woningen toenemen. De ambitie qua inkomens was om in 2015 het aandeel lage inkomens met 10% te verlagen en het aantal midden- en hoge inkomens met 10% te verhogen ten opzichte van 2003. Verder moest de leefbaarheid verbeteren, de sociale samenhang moest worden vergroot, de werkloosheid moest omlaag en er moesten voldoende voorzieningen komen. Daartoe zijn lange termijnvisies ontwikkeld voor Wielwijk, Crabbehof en Nieuw Krispijn door werkgroepen. Hij geeft een toelichting op oud Krispijn waar het aantal sociale huurwoningen in 2013 vrijwel is gehalveerd in 2013; het totale aantal woningen neemt met 600 af en die moeten elders terugkomen. In oktober wordt de multifunctionele accommodatie in Krispijn opgeleverd.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
1
Vervolgens geeft mevrouw Pries, projectleider Wielwijk, een presentatie. Wielwijk heeft 2850, vooral sociale huurwoningen, merendeels portiekflats die eind jaren vijftig zijn gebouwd. Er wonen relatief veel jongeren en veel ouderen; veel allochtonen, veel eenoudergezinnen, veel lage inkomens en er is een hoge werkloosheid. Dit past in het beeld waarom Wielwijk één van de 40 aandachtswijken is. De bewoners willen niet van een achterstandswijk spreken, maar er is wel het nodige aan de hand. Na het verfraaien van het Admiraalsplein was er behoefte aan een totale visie voor de wijk. Ook de luchtkwaliteit langs de A16 was een hot item. Aan de visie hebben een projectgroep en inhoudelijke werkgroepen gewerkt. De start was een inloopbijeenkomst, geïnitieerd door Woonactief en begeleid door Jan Ottevanger. Zo’n 40 Wielwijkbewoners hebben actief meegedacht via een klankbordgroep. Allerlei professionals hebben samen met de bewoners in workshops de voor- en nadelen van de ideeën met elkaar besproken. Ook de lastig te bereiken groepen zijn benaderd. Er is een kookworkshop voor allochtone vrouwen georganiseerd waarbij gepraat werd over de buurt; jongeren zijn op pad gegaan met fototoestellen om aan te geven wat zij belangrijk vonden. Kinderen vonden vooral belangrijk dat de patat goedkoper werd. Er is meer gedaan dan vergaderen om te horen wat er leeft. Alle wensen zijn in kaart gebracht en gewogen en vervolgens uitgewerkt. Wielwijk moet weer voor eeuwen sterk en weerbaar worden door duurzaamheid. Het ambitieniveau is hoog. De drie partijen zijn essentieel. Het vertrekpunt zijn de huidige bewoners. De Energievisie onderzoekt hoe het milieu minder kan worden belast. Ze licht de strategie toe. Fysiek is het behoorlijk ingrijpend, sociaal gaat het behoedzaam. Dat moet, anders gaat het mis. De sociale speerpunten zijn in januari vastgesteld en konden daarmee profiteren van rijksgeld (sociale heroveringsgelden). Ze noemt de speerpunten. Mevrouw Gommans vertelt dat de werkmakelaar vanaf januari aan de slag is gegaan; hij is hard op weg om mensen aan het werk te helpen. Scholieren kunnen bij wijze van stage Woonbron helpen bij de sloopwerkzaamheden. Bruikbare spullen worden uit de woning gehaald, opgeslagen en opgeknapt. Na de zomer komt er een bouwmarkt waar de spullen, ook weer door leerlingen, verkocht gaan worden. Alle 250 woningen zijn voor de eerste keer bezocht in het kader van “Achter de voordeur”. Niet iedereen was thuis, dus die woningen worden opnieuw bezocht. Heel veel punten lopen dus al goed. Mevrouw Pries gaat in op de stedenbouwkundige visie. Wielwijk is gebouwd in een tijd van grote woningnood, met licht, lucht en ruimte. Voor die tijd waren het luxe woningen, maar tegenwoordig worden te ervaren als te klein en slecht te onderhouden. Ze beveelt het cultuurhistorisch onderzoek van harte aan. Het groene karakter van de wijk moet blijven. De sociale veiligheid van het park is veel genoemd door bewoners. Eigenlijk wil je van alles dat ruimte kost, maar het gebied wordt uiteraard niet groter. In 1950 waren op 1.000 inwoners 14 auto’s; in 2000 waren dat er 408 op 1.000 inwoners. Daar kan een wijk zich uiteraard niet zomaar aan aanpassen. Van allerlei stedenbouwkundige varianten zijn de voor- en nadelen besproken; dat heeft geleid tot de voorliggende stedenbouwkundige visie waarbij de M.H. Trompweg verandert in een groene zone. Voordeel is dat er een groen lint door de wijk komt dat past bij de manier waarop mensen tegenwoordig recreëren. Ook langs de A16 komt een gebied waar je straks aangenaam kunt wandelen. De verkeersstructuur M.H. Trompweg is opgeschoven richting de A16. De sociale veiligheid van het park wordt verhoogd door het toevoegen van wat bebouwing. Er is voor gekozen om water toe te voegen zodat de leefbaarheid van de wijk toeneemt. Er wordt een uitleg gegeven van de kleuren van de maquette. De heer Van der Stelt presenteert de plannen voor Nieuw Krispijn. Hij merkt op dat de opgave voor Nieuw Krispijn op die van Wielwijk lijkt. Het creëren van een woon/servicezone is een expliciete opgave geweest. De Nassauweg heeft een centrale positie in de wijk en is een belangrijke kwaliteitsdrager. Verder is de woontypologie bekeken. Aan de hand van een Powerpoint presentatie wordt uitgelegd waar wat gaat gebeuren met de bebouwing. Nieuw Krispijn is een relatief rustige, groene wijk, vlakbij de binnenstad en het station. De bewoners vormen een divers gezelschap. Binnen de wijk kun je een volledige wooncarrière maken. Bepaalde kwaliteiten en het specifieke karakter van subbuurtjes zullen behouden blijven in de nieuwe situatie. Er is ook gekeken naar wat zich om de wijk heen afspeelt, zoals het Maasterras, het
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
2
station en de parkeerdruk van buiten de wijk. Het leerpark wordt ontwikkeld; de Laan der Verenigde Naties kan als de tunnel er is, veel meer verkeer gaan verwerken. Er zijn vijf modellen bedacht voor de Nassauweg. Groen en water was een mogelijke invulling; een nieuw hart is een ander, heel actief model dat wel ten koste zou gaan van het park. De Nassauweg zou een sport- en spel as kunnen worden, of een stads allee, of een zorgboulevard. De vijf modellen zijn intensief besproken en de bewoners hebben hun mening gegeven tijdens inloopbijeenkomsten. Men wil enerzijds een verbeterde relatie naar de binnenstad; er is bedacht om de loopbrug over de rails door te trekken en zo een bovengrondse verbeterde doorsteek te maken. De bewoners zagen dat wel zitten, maar vreesden overlast vanuit het centrum. Het groen/waterconcept in combinatie met zorgonderdelen heeft uiteindelijk een soort totaalinvulling opgeleverd voor de Nassauweg. De bewoners schrokken niet van het idee om wat hoger te bouwen langs de Nassauweg. Een heel sterk kwaliteitselement is het park, de groene Nassauweg en de begraafplaats; dat zijn grote groene concentraties met een hoogwaardige singel als verbinding. Qua verkeer ontstaat de grootste verandering als de Nassauweg teuggegeven zou worden aan de bewoners en het recreatieve karakter sterk zou toenemen. De Laan der Verenigde Naties doet het leeuwendeel qua verkeer, met de Krispijnseweg als nummer twee. Ook is voorgesteld om de Nassauweg asymmetrisch te maken, waarbij de winkels en de begraafplaats bereikbaar blijven. Dan ontstaat een recreatief gebied. De haalbaarheid van dit idee moet worden bekeken. In de zuidwesthoek, omgeving Waldeck Pyrmontweg is een soortgelijk onderzoek gedaan. Daar is stedenbouwkundig gezien wat meer ruimte. Je zou het water de wijk in kunnen halen als trekker voor de wat duurdere woonmilieus. Transformatie van de Waldeck Pyrmontweg moet er voor zorgen dat het verkeer er nog wel kan komen, maar niet meer in twee richtingen, ook weer ten gunste van een veilige fietsroute dwars door de wijk. Wil je duurzame stedenbouw plegen, dan moet je ervoor zorgen dat je ruimte maakt voor het toenemende autobezit en het opheffen van het tekort aan speelvoorzieningen. Creëren van ruimte is een belangrijke kwaliteitsslag die je hier zou willen maken. De achterkant van het station kan veiliger als je de struiken weghaalt en de bomen laat staan. Dit onderdeel is losgekoppeld van de plannen in Nieuw Krispijn, omdat het Maasterras hier aan gekoppeld is. De corporatiewoningen halveren in aantal; het aantal eigenaren zal verdubbelen in de nieuwe situatie. Herstructureren is niet alleen fysiek investeren; minstens zo belangrijk is sociaal investeren. Er zijn activiteiten op een rij gezet die beogen om de sociale investering en de verbeterslag te gaan maken, feitelijk identiek aan die in Wielwijk. De heer Vintges vervangt Anita van Hezik, projectleider van Crabbehof. Kansen voor Crabbehof: de vier woontypologieën zijn beschreven. De ontwikkelingen richten zich op het aantrekken van de middeninkomens; dat is een zware opgave. Er wonen 7.000 mensen in Crabbehof die zeer op zichzelf leven, naar binnen toe gekeerd; er is weinig sprake van sociale cohesie. Het gemiddelde inkomen is fors gedaald; dat heeft ongetwijfeld ook te maken met de komst van jongeren in de wijk. Er is veel groen, een winkelcentrum, leefbaarheidprojecten, maar er is ook een zekere eentonigheid. De wijk scoort laag qua leefbaarheid volgens de monitor. Er zijn heel veel portieketageflats, weinig eengezinswoningen en veel huurwoningen, verdeeld over de drie corporaties. Er is een woonwensen- en woonbeleving onderzoek gehouden. De samenhang blijkt slecht te zijn. Er is een sterke/zwakteanalyse gemaakt. Er is een grote gehechtheid aan de wijk, zeker van de oorspronkelijke bewoners. De leefstijlen sluiten niet op elkaar aan; dat is een bedreiging. De portieketageflats voorzien wel in een behoefte; er is veel vraag naar. Desondanks zijn ze kwetsbaar qua leefstijlen, qua leefbaarheid en trekken lage inkomens aan. Er is weinig animo om de woningen te kopen, slechts 15% heeft interesse. Vanuit andere wijken (Wielwijk en Oud Krispijn) is er druk op de woningen in Crabbehof vanwege de herstructurering; dat is een extra bedreiging. Woonbron is bezig met de Foyer; dat is weliswaar gericht op jongeren, maar om er te kunnen wonen is wonen en werken aan elkaar gekoppeld en er is begeleiding.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
3
Het deel van verpleeghuis Crabbehof moet zich gaan richten op senioren met levensloopbestendige woningen. Aan de zuidkant moet het geheel zich richten op eengezinswoningen; daar vindt verkoop van woningen plaats. In dat deel kunnen de middeninkomens behouden blijven. Langs de Zuidendijk lijkt een aantrekkelijk woonmilieu voor de toekomst voor midden- en hoge inkomens; het biedt kansen voor herontwikkeling. Voor de korte termijn zijn beheermaatregelen heel belangrijk, waarbij wordt geprobeerd de sociale cohesie te verhogen. Nieuwe bewoners moeten weten wat de regels van de wijk zijn; zij worden begeleid vanaf het moment dat ze een woning krijgen aangeboden in Crabbehof. Ze worden wegwijs gemaakt en ze worden voorgesteld aan de buren. De corporatie is aanwezig in de wijk met buurtbeheerders en heel veel woonmaatschappelijk werk. Hij noemt de projecten Kennen en gekend worden en Achter de voordeur. Gelet op de problematiek is er een discussie gevoerd, ook in de stuurgroep, of de fysieke herstructurering al dan niet zou moeten worden versneld. Besloten is om dat niet te doen. Dat betekent dat vooral de komende jaren, tot 2015, de leefbaarheid veel nadruk zal krijgen. In een stad als Dordrecht kun je niet alles tegelijk en dat moet je ook niet willen. Grootschalige herstructurering komt pas na 2015. Jan Robberegt sluit af met enkele algemene opmerkingen. Hij merkt op dat alle plannen zijn doorgerekend. De sociale huurwoningen moesten met 3.000 afnemen en het aantal koopwoningen moest met 3.000 stijgen rond 2015. De conclusie is dat er 4.000 sociale huurwoningen zullen verdwijnen; er komen wel 3.000 koopwoningen bij. Uiteindelijk zijn er 700 woningen in 2017 in aanbouw die niet zijn meegeteld in de cijfers. Er komen uiteindelijk 300 woningen minder terug als gevolg van verdunning. Dat komt ook omdat er van uitgegaan wordt dat er in een strook van 80 meter langs de A16 geen woningen teruggebouwd kunnen worden; dat leidt tot verlies van een aantal woningen. Een en ander moet ook nog meegenomen worden in de prestatieafspraken op regionaal niveau. De verschuiving van 10% in de inkomens is volgens het SGB te realiseren. De leefbaarheid zal in de komende tien jaar behoorlijk vergroot kunnen worden door de inzet van de sociale programma’s, zo is de verwachting. De resultaten zijn in Oud krispijn al zichtbaar; daar stijgt het leefbaarheidcijfer nog steeds. De vraag aan de raad is of die in kan stemmen met de conclusie dat de visies voldoende aanknopingspunten vinden om de doelstellingen zoals die in Dordt West zijn geformuleerd, te realiseren. Aansluitend aan de presentaties vindt de wijkencarrousel plaats.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
4
Begrotingen Gemeenschappelijke Regeling Gevudo 2007 en 2008 en eerste begrotingswijziging 2007-06-15
354.
Gelegenheid om opiniërend met elkaar en de portefeuillehouder van gedachten te wisselen over de jaarrekeningen 2005 en 2006 (ontbreken), begroting en begrotingswijziging 2007, begroting 2008 en het advies van het college daarover. Voorzitter: mw J. Van den Bergh Secretaris: mw M.J.W.T. Hendrickx Verslag: Erna Verveer, notulistenbureau Getikt P.M. Krauwinkel, CU/SGP W.J.M. Nederpelt, GroenLinks J.C. Rakhorst, VVD A.G. van Zanten, PvdA P.J.T. Tiebosch, ECO-Dordt D. van den Eijkel, CDA O. Soy, Beter Voor Dordt E. Linnert, D66 Namens het college: wethouder D.A. van Steensel Namens de ambtelijke organisatie: de heer R. Weeda JAARSTUKKEN GEVUDO De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. De voorzitter constateert dat de jaarrekeningen 2005 en 2006 niet zijn ontvangen. Wethouder Van Steensel merkt op dat de jaarrekening 2006 nog niet binnen is bij de gemeente. Voor de jaarrekening 2005 is geen goede verklaring te geven; die is gewoon niet naar de raad gezonden en dat is een omissie. De jaarrekening 2005 is er wel. De wethouder stelt voor deze naar de raad te sturen zodra ook de jaarrekening over 2006 binnen is. Ook de accountantsverklaring zal worden toegestuurd. De heer Tiebosch merkt op dat op 24 februari 2005 de ontwerpbegroting 2006 is besproken met de toenmalige wethouder Veldhuijzen in de commissie Bestuur en Middelen; daarbij is expliciet gevraagd naar het afkopen van Heijmans. Hij vraagt naar het bedrag en waarom hier geen melding over is gedaan aan de raad. Wethouder Van Steensel antwoordt dat dit terugkomt in de jaarrekening 2006. De heer Tiebosch merkt op dat het in 2005 als risico opgenomen had moeten zijn. De heer Rakhorst merkt op dat de afspraken met Heijmans over de risico's dateren van eind 2006. Wethouder Van Steensel antwoordt ontkennend. Dat is niet met Heijmans, maar met HVC gedaan. Er speelden twee zaken, de stortplaats en de 33% aandelen ZAVIN waar de gemeente van af wilde. Gevudo moest daartoe af van het stortcontract met Heijmans. HVC wil de stortplaats afdekken en sluiten omdat de overgebleven grond voor hen veel nuttiger is in het kader van uitbreiding van de centrale. Vandaar dat de verplichtingen met Heijmans zijn afgekocht. Hij laat uitzoeken hoe dat precies is gegaan; er mocht overigens al niet meer gestort worden. Hij komt er op terug, want het lijkt hem een terechte vraag. De heer Linnert merkt op dat er later weer gestort mocht worden. Wethouder Van Steensel antwoordt dat dat niet meer is gebeurd. Dan moeten de afvalstromen weer op gang gebracht worden, er moet personeel naartoe, enzovoort en dat vergt tijd. De druk voor de omgeving was er natuurlijk ook. Begroting De heer Van Zanten vindt het een helder verhaal. Er loopt een dispuut met de belastingdienst over de afvalstoffenheffing en de vennootschapsbelasting. Er moet goed worden nagedacht over de structuur van de gemeenschappelijke regeling in de toekomst; hij vraagt of daar een notitie van kan verschijnen zodat de adviescommissie de vinger aan de pols kan houden. De heer Krauwinkel merkt op dat het college de raad in overweging geeft om de gemeenschappelijke regeling in de toekomst op te heffen; daar zou hij graag een nadere
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
5
toelichting op hebben. De heer Soy vraagt hoe de andere deelnemende gemeenten daar tegenover staan. De heer Linnert merkt op dat wordt gesproken over een risico van 8 miljoen; hij vraagt naar de onderbouwing. Hij vraagt hoe de waardebepaling van ZAVIN en van de grond tot stand is gekomen. Het lijkt alsof het ontwerpbesluit geen besluit is, maar meer een informatieuitwisseling over allerlei intenties. Voor een goed besluit heeft hij te weinig informatie om een goede afweging te maken. De heer Tiebosch merkt op richting de heer Linnert dat er nog een stuk aan de raad is gezonden van het DB van Gevudo waarin die 8 miljoen wordt uitgelegd. De heer Nederpelt merkt op dat het vierde besluit nogal cryptisch is. Er wordt ten aanzien van de toekomstige structuur besloten om onderzoek te doen; zijn fractie wil dat onderzoek terugzien in de raad en wil weten welke afwegingen er gemaakt kunnen worden. De heer Van den Eijkel vraagt naar de stand van zaken van de stortplaats. Gevudo is een regeling waar, zo heeft hij gezien, veel geld in zit. De heer Rakhorst merkt op dat als er geen resultaat is van het jaar daarvoor, je weinig kunt met de begroting 2008. De risico's moeten een keer goed op een rijtje worden gezet, op basis waarvan je een goede beslissing kunt nemen over het afstoten van de stortplaats en de overgang naar de HVC. Hij vindt de aangeleverde informatie zeer beperkt. De heer Tiebosch sluit zich daar bij aan. Als de gemeenschappelijke regeling anders wordt, wil zijn fractie graag zien hoe Dordrecht de toekomst ziet, zonder bemoeienis van de gemeenteraden. Wethouder Van Steensel schetst de ontwikkelingen. In 2005 is de stortplaats stilgelegd. In 2006 is Gevudo verkocht aan HVC Alkmaar, en hun maatschappelijke manier van werken, gericht op het milieu, levert alom veel enthousiasme op. Zij willen de installatie moderniseren en uitbreiden en dus wordt er sinds 2005 geen afval meer gestort. De recente activiteiten, waar enige commotie over is ontstaan, betroffen het breken en opruimen van het puin dat daar lag op het voorterrein in het kader van de oplevering aan HVC. Er vonden nog maar minimaal activiteiten plaats en daarom heeft het Gevudo bestuur besloten om overal van af te willen, met uitzondering van het aandeelhouderschap van HVC. De grond van de stortplaats en het voorterrein zijn van de gemeente Dordrecht. Het risico van afdekken en de nazorgverplichtingen gaat straks over naar de HVC. Concreet gaat het om 3,7 miljoen als de hele transactie is afgewikkeld; dat bedrag blijft achter op de rekening van Gevudo. HVC krijgt de stortplaats met het voorterrein en de grond en het aandelenpakket in ZAVIN. De heer Linnert merkt op dat er dan eigenlijk geen sprake is van een risico, maar van kosten die contant gemaakt zijn. Wethouder Van Steensel antwoordt dat dat klopt, maar het blijft wel een stortplaats. De manier waarop HVC acquisities pleegt is indrukwekkend; de waarde is heel precies bepaald. Er komt nog een wensen- en bedenkingenprocedure richting de raad; de stukken zijn als het goed is aangeleverd bij de griffie door wethouder Van den Oever. Aan de ondergrond is een waarde toegekend van 3 miljoen euro; die opbrengst zie je volgend jaar terug bij de prognose van het Grondbedrijf. Op de vraag wat de waarde is van de begrotingen die zijn aangeleverd, is het antwoord: feitelijk nihil. Dat geldt niet voor het jaarverslag 2005, maar toen was de stortplaats nog in bedrijf. De begroting 2008 wordt een begroting Gevudo nieuwe stijl, zonder stortplaats en zonder personeel, behoudens een secretaris. Het is dan alleen nog een aandeelhouderscommissie. Dordrecht heeft 40% van de aandelen van de 20% gemeenschappelijke regeling-aandelen in HVC. Er is wel vaker gevraagd naar de dubbele petten. Hij is voorzitter van Gevudo en tevens commissaris bij HVC. De heer Akkerman, vice-voorzitter en wethouder van Gorinchem heeft om die reden de deals begeleid en binnen de gemeente Dordrecht heeft wethouder Van den Oever de belangen van de gemeente behartigd, zoals de taxatie van de grond en de geschilpunten met Gevudo. De deal zou begin dit jaar worden gesloten, maar omdat het onderzoekstraject van de zijde van HVC zo lang heeft geduurd, lopen er nog wat verplichtingen door in dit jaar. Het is straks niet meer en niet minder dan een aandeelhouderscommissie; de jaarstukken en de benoemingsvoorstellen voor commissarissen gaan naar de afzonderlijke gemeenten en die bepalen hun gezamenlijke standpunt. HVC verzorgt als service een soort road show langs alle deelnemende gemeenten waarbij uitleg wordt gegeven over de ontwikkelingen en de plannen. Er zijn 16 gemeenten bij betrokken. Met HVC is afgesproken dat de gemeenten gezamenlijk via een gemeenschappelijke regeling aandeelhouder zijn. Iedere gemeente als afzonderlijke
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
6
aandeelhouder zou heel inefficiënt zijn. Samen vertegenwoordigt de gemeenschappelijke regeling 20% en dus heb je ook wat in te brengen. Twintig procent is het maximum dat een gemeenschappelijke regeling aan aandelen HVC kan hebben. HVC is de op één na goedkoopste afvalverwerker van Nederland en dus willen veel gemeenten graag overstappoen naar HVC. Hij is er erg vóór om iets in stand te houden waarmee je gezamenlijk die 20% vertegenwoordigt. Een variant is om de Gevudo gemeenschappelijke regeling in stand te houden en dan de statuten aanpassen/vereenvoudigen. Een tweede variant is de gemeenschappelijke regeling opheffen en het aandelenpakket onderbrengen bij de gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid. Hij heeft geen principiële voorkeur in deze. Sommige gemeenten zijn tegen het opnieuw optuigen van ZuidHolland Zuid; dat zijn sentimenten, maar die spelen wel. Het heeft praktische voordelen. Er is alleen een secretaris voor tien uren in de maand en er is ook een archief nodig. Dan is het praktisch om gebruik te maken van de infrastructuur en de organisatie van Zuid-Holland Zuid. Nadeel is wel dat een aantal Hoeksche Waardse gemeenten niet in HVC zitten, maar dit wel ZuidHolland Zuid binnen zien komen. De huidige secretaris van de Gedvudo is de oud-gemeentesecretaris van Papendrecht, de heer van der Zedde. Als zakelijk directeur van bureau Drechtsteden moet hij stoppen met zijn werkzaamheden voor Gevudo per eind 2007. Zijn laatste klus is het in beeld brengen van de voor- en nadelen van de alternatieven met betrekking tot de gemeenschappelijke regeling. In de tweede helft van het jaar wordt een besluit verwacht. Wat de procedure betreft qua wijzigen of opheffen van de gemeenschappelijke regeling: het duurt lang en het gaat langs alle gemeenteraden. Hij vraagt of er heldere voorkeuren zijn voor de ene of de andere variant; dan kunnen die nu meegegeven worden. Hem lijkt het gewoon praktischer om de gemeenschappelijke regeling onder te brengen bij Zuid-Holland Zuid; financieel is het iets goedkoper omdat het in het reguliere werk meegenomen wordt. De heer Nederpelt vraagt of het ook binnen het Shared Service Center Drechtsteden kan komen. Wethouder Van Steensel antwoordt ontkennend. Het SSC is bestemd voor ondersteunde diensten en dit betreft ook beleid. Het zou ook geen recht doen aan de Alblasserwaardse gemeenten. De heer Rakhorst vraagt of er nog borgstellingen spelen. Wethouder Van Steensel antwoordt bevestigend. De gemeenten staan garant voor de leningen van de HVC. Dat is qua omvang een geweldig bedrag, maar als risico is het buitengewoon gering. Als zich een ramp zou voordoen, groter dan 85 miljoen euro, die bovendien niet te verzekeren was, dan kunnen de afzonderlijke gemeenten aansprakelijk worden gesteld. Er wordt trouwens een rente ad 1% vergoed over de borgstelling; ook dat is vermeld in de jaarrekening van de gemeente Dordrecht. Het kan hooguit een punt van discussie zijn met ZuidHolland Zuid, maar hij verwacht dat het wel goed zal komen. De heer Rakhorst merkt op dat de invloed van de Gemeenteraad wel afneemt als het gaat om het aanpakken van bijvoorbeeld stankoverlast. Wethouder Van Steensel antwoordt dat HVC veel meer gevoel voor de omgeving heeft dan het oude Gevudo. De omwonenden zien dan ook graag dat de stortplaats zo spoedig mogelijk in beheer komt bij HVC. De heer Soy vraagt of de grond al is overgedragen. Wethouder Van Steensel antwoordt dat dit voorstel nog apart langs de raad komt, omdat de grond van Dordrecht is. Gevudo heeft de grond nodig als onderdeel van het contract met HVC. Hij herhaalt dat als de raad de behoefte heeft om te sturen, er alle vrijheid is om dat mee te geven. De heer Soy merkt op dat zijn fractie blij is met HVC omdat het een duurzame en milieubewuste manier van werken betreft; hij hoort wel graag de vervolgstappen en de nieuwe afspraken. Voor kennisgeving aangenomen, met de aantekening dat de waarde van de begrotingen 2007 feitelijk nihil is. De jaarrekeningen 2005 en 2006 komen alsnog naar de raad, evenals de informatie met betrekking tot de financiële afwikkeling van de overdracht aan HVC.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
7
126a/b. DORDRECHT MARKETING EN INTREE DORDRECHT Voorzitter: Dhr. A.G. Hoogerduijn Griffier: Dhr. J.G.A. Paans Verslag: Erna Verveer, notulistenbureau Getikt, af tape -Mw K.J. Schellekens-van der Meijde, ECO-Dordt Dhr. W.J.M. Nederpelt, GroenLinks Dhr. D. van den Eijkel, CDA Dhr. C.A. Beem, VVD Dhr. J. Borsten, D66 Mw L.J. Kuhlemeier-Booij, B.V. DORDT Dhr. P. Verhoeve, CU/SGP Mw K. Rusinovic, PvdA Namens het college: wethouder F. van den Oever Namens de ambtelijke organisatie: ? De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. De heer Borsten heeft de wethouder schriftelijk zijn vragen al doen toekomen. Hij noemt ze voor de commissie nog eens op. Hij vraagt de wethouder om voor medio 2008 prestatie-indicatoren te geven, bijvoorbeeld op basis van de doelstelling van de considerans van de contracten, op basis waarvan beoordeeld kan worden of het eerste jaar een succes is geweest. Intree moet de toegangspoort zijn voor stad en regio. Hij vraagt hoe bezoekers weten waar ze moeten zijn en hoe ze er moeten komen als ze ergens in Dordrecht aankomen. In Intree komen prikkelende presentaties; hij vraagt of bezoekers nu al voldoende worden geprikkeld en uitgedaagd, of dat dit nog wat beter kan. Hij vraagt wat er in de komende tijd nog op het programma staat qua presentaties. Intree moet de hotellobby voor de binnenstad zijn; hij vraagt of er al spontane reacties binnen zijn van de hotelsector en van de projectontwikkelaars, die er ook baat bij hebben. De heer Van den Eijkel merkt op dat Intree een felicitatie waard is; daar mag Dordrecht heel trots op zijn. Het is een nieuw concept; de interactie tussen de gebruikers moet nog voor een groot deel op gang komen. Het jaar 2008 is veel belangrijker dan 2007. Er moeten duidelijk meer inkomsten komen vanuit andere activiteiten; hij gaat er van uit dat er volop uitnodigingen verstuurd worden aan het bedrijfsleven en de organisaties. De eerste signalen zijn erg positief. Mevrouw Rusinovic sluit zich aan bij de felicitaties; het is een prachtig portaal. Los van het feit dat ook haar fractie benieuwd is naar de indicatoren voor 2008 is ze ook benieuwd naar de eerste ervaringen sinds de opening. Met betrekking tot het exploitatieoverzicht is er gekozen voor inbesteden in plaats van aanbesteden. Daarmee zou medefinanciering mogelijk zijn door derden. De gemeente blijkt helaas vrijwel alle kosten op zich te nemen; ze vraagt in hoeverre de uitnodigingen aan het bedrijfsleven al vruchten afwerpen. Het vinden van een geschikte kandidaat voor de functie van directeur blijkt niet gemakkelijk. Kijkend naar het functieprofiel en de beslissingsbevoegdheid lijkt dit een cruciale rol voor het slagen van de Intree; ze vraagt of er al een verwachting is wanneer deze vacature kan worden vervuld. De heer Verhoeve geeft eveneens complimenten voor de Intree, waarmee Dordrecht nog beter op de kaart kan worden gezet. Er wordt uitgegaan van een redelijk ambitieus bezoekersaantal; hij vraagt hoe het daar mee gaat. De zondagsopenstelling is sober; uiteraard had zijn fractie liever gezien dat Intree op zondagen gesloten zou zijn. Ten aanzien van de directiestructuur is er de directeur van de VVV, een floormanager en de directeur die nog zal worden benoemd. Hij vraagt of de aansturing van de verschillende medewerkers straks wel goed loopt als er drie kapiteins lijken te varen op het Intreeschip. Mevrouw Schellekens merkt op dat zij voor ECO-Dordt spreekt en in dit geval ook namens de AOV/Ouderenunie. Ze heeft de opening bijgewoond en dat zag er schitterend uit. Ze vraagt naar de investeringskosten die achteraf hoger uitpakken dan was geraamd. Er zijn overeenkomsten gesloten met De Reiziger. Het resultaat van de horeca zal worden verdeeld op een basis van 50/50; ze vraagt wat er gebeurt als er geen winst, maar verlies wordt gedraaid. De horecaexploitant voert zelf zijn administratie; ze vraagt hoe controle plaatsvindt. Haar fractie vindt het
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
8
wel een probleem dat Dordrecht Marketing ook eigen producten gaat uitlenen of gaat leveren in concessie; ze vraagt of er dan geen sprake is van een concurrentiebeding tussen de producten van de VVV en Dordrecht Marketing. De heer Nederpelt merkt op dat de Intree meer is dan een gebouw. Zijn fractie beschouwt dit nog steeds een beetje als een blind date. Het is een proefjaar; hij vraagt wat over een jaar de keuze is om wel of niet door te gaan. Iedereen lijkt er een goed gevoel bij te hebben, maar hij zou graag willen weten waar Intree op kan worden afgerekend. De heer Beem geeft namens de VVD een compliment; het ziet er goed uit. Alle overeenkomsten lijken nu rond te zijn; dat is ook belangrijk. Hij sluit zich aan bij de vraag van D66 hoe wordt gemeten in 2008. Gezien het unieke concept van Intree verdient het wellicht aanbeveling om in de toekomst stagiaires aan te trekken van MBO en HBO en misschien nog hogere onderwijsinstellingen. Mevrouw Kuhlemeier merkt op dat BETER VOOR DORDT het nog steeds jammer vindt dat de raad op een zijspoor is gezet door de oprichting van de stichting, waardoor de raad nog maar weinig medezeggenschap heeft. Ze vraagt of er al een eerste indruk gegeven kan worden van de stand van zaken, na de eerste weken, bijvoorbeeld het aantal bezoekers. Ze vraagt of aan bezoekers wordt gevraagd hoe zij de bereikbaarheid ervaren. Zelf woont ze er vlakbij en wordt regelmatig gevraagd om uit te leggen waar het VVV gevestigd is. Dat gebeurt niet alleen bij het postkantoor, maar ook bij de waterbus, in het centrum, bij het museum enzovoort. Ze heeft dan ook de indruk dat daar nog wel een slag te maken is. Ze zou ook graag willen weten welke indruk de bezoekers hebben van de horeca. De omzet van het VVV zou minder dan eenderde lager zijn; dat kan gebeuren na de opening, maar inmiddels ziet de balie er goed uit. Zelf heeft ze het gevoel dat je niet achter de balie mag komen omdat het op een kantoor lijkt en dus zou ze daar niets kopen; ze vraagt of de gemeente die signalen ook hoort. Het profiel van een medewerker in de horeca lijkt haal heel anders dan het profiel van een medewerker van de VVV; ze vraagt hoe daar mee om wordt gegaan als die mensen worden ingezet. Ze vraagt waarom een bijdrage exploitatie aan het Zeepaert wordt genoemd in de exploitatie. Twee jaar geleden is een afrekening beloofd van de inrichting van het Zeepaert; enkele maanden geleden is haar dat weer toegezegd door de heer Dick Verheijen. Die afrekening is er nog steeds niet. Ze vraagt om uitleg. Wethouder Van den Oever dankt voor de complimenten; die heeft hij al vaker gehoord over de Intree Dordrecht. Niet alleen tijdens de opening, maar ook tijdens de dagen daarna zijn de mensen enorm enthousiast over de manier waarop dit wordt neergezet. Op dit moment wordt hard gewerkt aan het ontvangen van stakeholders om er met name voor te zorgen dat de Intree echt van de stad wordt. Zo zijn de Maatschappij voor Nijverheid en Handel en de DOV op bezoek geweest, en verschillende projectontwikkelaars. Die investeren al; zij kijken nu naar de bijdrage die zij deden in de Stichting Woonpromotie Dordrecht om die in Intree opnieuw gestand te doen. Het stuk woonpromotie binnen intree moet uitvoeringsprogramma to date worden gehouden, en dat zal worden gefinancierd vanuit de oude stichting Woonpromotie. Er volgen nog meer bijeenkomsten waaronder voor de ambassadeurs van de stad. Morgen zal de ambassadeur van het jaar 2007 worden gehuldigd. De Werkgevers Drechtsteden komen nog op bezoek. Hij probeert zo veel mogelijk bij die bijeenkomsten aanwezig te zijn om de sfeer te proeven. Intree Dordrecht wordt echt iets van de stad, en dat is heel erg goed. Marketing kan niet alleen vanuit het stadskantoor gebeuren. Als je de stad wilt vermarkten kan dat alleen als je tal van ambassadeurs hebt. In Intree worden promotieactiviteiten die er al waren, zoals de woonpromotie in de hal van de stadhuis, promotie rond de projecten in de binnenstad en de VVV gebundeld. Niet op basis van cijfers, of feiten, maar puur op basis van reacties en geluiden lijkt het of Dordrecht daar nog meer in is geslaagd dan verwacht; dat is zijn indruk. Qua bezoekers zijn er ijkpunten neergezet. De VVV trekt jaarlijks ongeveer 80.000 bezoekers; daarop is de verwachting gebaseerd dat het realistisch is om nog dit jaar door te groeien naar 100.000 bezoekers. Er wordt een stijgende lijn verwacht. Het bezoekersaantal van de VVV is gebaseerd op aannames en op het aantal transacties. Hij wil dat echt meetbaar maken door een teller op de deur. Het jaar 2007 wordt echt gezien als een proefjaar. Er is al eerder gevraagd naar het ontwikkelen van prestatieindicatoren; de heer Nederpelt spreekt van een go – no go. Er is integraal de roep vanuit ondernemers en het toeristische bedrijfsleven om één loket, danwel een betere bundeling van activiteiten om de sta d te promoten. Dat is vervat in Intree. Natuurlijk is het de bedoeling om door synergie meerwaarde te behalen. Naast het bezoekersaantal gaat het ook om het gebruik en
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
9
de wijze waarop wordt geparticipeerd. Projectontwikkelaars doen dat dus bijvoorbeeld door het ontwikkelen van ideeën om de woonpromotie steeds actueel te houden. Er werd een koppeling gemaakt door D66 van de contracten met de VVV en de Reiziger in relatie tot de prestatiecontracten. Er zijn overeenkomsten gesloten met onder andere de VVV en een horeca-exploitant om het ook voor de toekomst goed geregeld te hebben. Dat geldt ook voor opbrengsten en delingen. Er is geprobeerd om de ruimte te verhuren tegen een redelijke huursom; daar bij is ook gekeken naar de draagkracht van de VVV. De controle gebeurt op basis van accountantsrapporten. Als de winkel of de horeca een bepaalde winst komt, vloeit een deel daarvan terug naar de exploitatie. Als er geen winst wordt gemaakt is dat nul; het eventuele verlies komt voor rekening van de ondernemer. Dat geldt voor zowel de VVV als de horecaexploitant. Dat is contractueel vastgelegd. Hij is blij met de inzet van de directeur van de VVV en de VVV medewerkers; zij hebben tussendoor nog een verhuizing meegemaakt. Wat de drie kapiteins op één schip betreft kan hij zich het beeld voorstellen, maar het gaat om de gedrevenheid van alle participanten om er een succes van te maken. De rolverdeling is klip en klaar. Erik Zindel is directeur van de regionale VVV en is verantwoordelijk voor de Dordtse promotie en de baliemedewerkers. Het totaalconcept van alles wat er binnen Intree gebeurt, vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de directeur van de Stichting Dordrecht Marketing. Onder hem zal straks een floor manager ressorteren. Tot die tijd is een medewerkster van het evenementenbureau ingezet voor hand- en spandiensten voor het floor management. De vorige kandidaten werden door de Raad van Toezicht te licht bevonden, maar met ingang van 1 september zal de vacature van directeur naar alle waarschijnlijkheid vervuld zijn. Die is verantwoordelijk voor Dordrecht Marketing waaronder het evenementenbureau valt, maar ook de exploitatie van Intree Dordrecht. Wat de overschrijding van het afgesproken investeringsbudget betreft kan hij die opmerking niet plaatsen; hij weet ook niet waar dat vandaan komt. Volgens hem is de gemeente keurig binnen het budget gebleven ad 1,75 miljoen. Er is een investering en er is een exploitatie. Als het gaat om het totaalbudget van de exploitatie binnen het product Toerisme en Marketing is dat budget overgeheveld naar Dordrecht Marketing, met uitzondering van een bepaalde hoeveelheid geld. Het volledige budget is dus niet overgeheveld, ook ten behoeve van de meetbaarheid van de marketingactiviteiten. Hij verwijst naar de uitleg van de eerste bullet. De geschiedenis van de stad is niet ondergebracht bij de stichting Marketing Dordrecht, maar waar wel samen met Cultuur een bijdrage ook gelabeld was. In het verleden is afgesproken om de exploitatie van het Zeepaert vooralsnog onder te brengen in dit productblad. De reden dat dit nog niet is afgesloten, is gelegen in het feit dat de tuin nog niet is aangelegd. Daar is een behoorlijke bijdrage voor gekregen. Daarna volgt de afsluiting; wat hem betreft kan daarna ook het Zeepaert worden overgedragen aan de reguliere club die het Stadskantoor en het bezit beheert. Hij kent geen toezegging van de heer Verheijen en kan daar dus geen antwoord op geven. Mevrouw Kuhlemeier merkt op dat dit al meer dan twee jaar geleden is; ze begrijpt niet dat dit wordt losgekoppeld. Naar haar idee staat de inrichting van de tuin totaal los van de inrichting van het Zeepaert. Wethouder Van den Oever antwoordt dat hij de heer Verheijen zal vragen naar die toezegging. Hem is bekend dat er in de vorige periode is besloten om rond het Zeepaert alles wat te maken had met de totale inrichting onder te brengen binnen dit product. Op dit moment wordt de tuin nog aangelegd. De exploitatie is heel succesvol; dat is voor een deel terug te vinden in de rekening. Hij zegt toe er via de collegecarrousel op terug te komen. Stageaires worden nu al ingezet; gegeven dit concept is er sprake van een extra aantrekkingskracht. Bij uitwisseling van producten gaat het om een samenspel van producten die je samen zou kunnen ontwikkelen, of dat die ontwikkeling door derden zou kunnen gebeuren. Er is op dit moment een particulier initiatief om een Monopolyspel voor de stad te maken; vanuit de VVV kant en vanuit de marketingkant wordt gekeken of dit een product is dat breder kan worden ingezet. Tevens wordt bekeken of dit product in de winkel van de VVV kan worden aangeboden. De winkel kan wel een update gebruiken. Hij deelt de mening dat er te veel kantoorbalie zichtbaar is en dat het te weinig een winkel is, maar een aantal dingen moet ook werkendeweg ontstaan. Het college heeft een voorstel geaccordeerd voor de verwijzing en de bewegwijzering in de binnenstad. Wat in ieder geval wel loopt is de restyling van de Rondje Dordt-borden en daarin wordt Intree prominent meegenomen. Daarnaast is er al een zuil op het station met informatie over Intree. In het kaartje dat de ambassadeurs gebruiken is Intree verwerkt; dat kaartje wordt ook gebruikt voor
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
10
verschillende plattegronden in de binnenstad. Intree Dordrecht wordt verder meegenomen in de totale bewegwijzering van de stad. De gedachte is om de VVV en de internationale I van Intree in één beeldkwaliteit mee te nemen in de verwijzing. Hij heeft inderdaad het woord hotellobby gebruikt in de zin van een ontvangstruimte voor de stad. Tweede termijn. Mevrouw Kuhlemeier herhaalt haar vraag hoe het horecapersoneel gaat inspringen, en haar opmerking dat het profiel van horecapersoneel anders is. De heer Nederpelt vraagt nogmaals waar de Intree Dordrecht op zal worden afgerekend over een jaar. Er wordt wel een toename van het aantal bezoekers verwacht, maar hij weet nog steeds niet waar hij Intree over een jaar op kan afrekenen. Het gaat niet om aantallen, maar om waardering, of om het feit dat er wellicht meer huizen worden verkocht in Dordrecht. Mevrouw Rusinovic sluit zich daar bij aan. Het is te vaag; dat vraagt om prestatie-indicatoren. De heer Verhoeve vraagt nogmaals of er een getal bekend is qua bezoekers. Hij vraagt naar de aansturing van de mensen. De heer Borsten merkt op op zoek te zijn geweest naar de tien verborgen schatten; die heeft hij niet gevonden. Deze blijken in de kelder te zijn verstopt. De heer Van den Eijkel is benieuwd naar de bezoekers, maar vooral naar wat ze gaan doen na hun bezoek aan Intree. Wethouder Van den Oever merkt op dat er nooit harde prestatie indicatoren zijn vastgesteld; daar is ook geen afspraak over gemaakt met de raad. Dat was geen doelstelling van Intree Dordrecht. Hij heeft uitgelegd dat het hele verstandig is om na te denken, los van bezoekersaantallen, of je daar iets anders op los zou kunnen laten. Er zijn geen voorbeelden van in Nederland. De doelstelling was: promotie bundelen, krachtiger neerzetten, meer bezoekers op één plek genereren, prikkelen. Hoe je dat verder moet meten zou hij niet weten. Er komen ontzettend vele mensen, want het is nieuw. Het jaar 2008 is wat hem betreft een jaar om echt te tellen. De heer Van den Eijkel merkt op dat je dan het concept tekort doet. Het gaat om meer dan “meer bezoekers trekken dan de VVV”. Wethouder Van den Oever merkt op dat de doelstellingen rond het vermarkten van de stad in het meerjarenbeleidsprogramma zijn verwoord. Eén van de middelen om die doelstellingen te halen is Intree Dordrecht; dat is althans de verwachting. Maar dat zijn wel twee verschillende dingen. Het is belangrijk dat er veel bezoekers kunnen worden doorverwezen in Intree Dordrecht, maar de effecten van het beter op de kaart zetten van de stad en een betere spin-off moeten van marketing komen. Wat de rolverdeling betreft: de directeur Dordrecht Marketing is verantwoordelijk voor datgene wat er op de vloer gebeurt. Op de vloer lopen in principe geen medewerkers van de VVV en geen medewerkers van de horeca. Hooguit zal er bij topdrukte ook een bijdrage worden gevraagd van de medewerkers van het VVV of medewerkers van de horeca. De voorzitter constateert dat de vragen zijn beantwoord en dat de wethouder zijn toezegging gestand zal doen in de Collegecarrousel van 19 juni 2007. De Raadsinformatiebrief wordt voorgedragen voor agendering als ter kennisnamestuk in de raad.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
11
RAPPORT VAN BEVINDINGEN 2007 Voorzitter: Dhr. J.C.C. Bruggeman Secretaris: Mw W.V.E. Verboom Verslag: Erna Verveer, Getikt! H.J. Tazelaar, AOV O. Soy, BETER VOOR DORDT W. van der Kruijff, CDA P.M. Krauwinkel, ChristenUnie/SGP P.J.T Tiebosch, ECO-Dordt Mw M.C. Ruisch, GroenLinks H.S. Weidema, PvdA J.C. Rakhorst, VVD Namens het college: wethouder D. Van Steensel Namens Deloitte Touche Tohmatsu: de heren Dany Vermaas en Robin van Vliet De heer Vermaas verzorgt een presentatie. De heer Rakhorst spreekt zijn waardering uit richting de ambtelijke organisatie voor het behalen van de goedkeurende accountantsverklaring, in het bijzonder de rechtmatigheidsverklaring. Op blz. 6 staat bij subsidie breedtesport een bedrag ad € 635.000 terwijl er een veel lager risico is opgenomen. Op blz. 10 staat dat er “forse risico's” worden gelopen bij Achterom/Bagijnhof. De heer Krauwinkel vraagt naar de gebruikte methodiek; hij vraagt of 99% van alle facturen gecontroleerd is of dat er een waarschijnlijkheidsfactor is toegepast. Op blz. 9 staat dat de juistheid van de overzichten en de status met betrekking tot de ISV gelden niet duidelijk is. Hij vraagt of hier een advies op gegeven is. De heer Tiebosch vraagt inzake Achterom/Bagijnhof waarom Deloitte heeft voorgesteld een voorziening te treffen voor de tien miljoen. Beheersing beschikbare ISV gelden wordt vrij neutraal aangezet, maar in zijn beleving zit daar wel een behoorlijk zorgpunt. Hij vraagt of de accountant wil toelichten of de risico's inmiddels voldoende worden erkend. De heer Van der Kruijff merkt op ten aanzien van de rechtmatigheidscontrole dat bij subsidieverstrekkingen soms de termen “niet voldoen aan formele bepalingen” en “procedurele fouten” worden gebruikt. Hij vraagt of er politiek inhoudelijk zaken mis zijn gegaan. De heer Weidema merkt op met betrekking tot de rechtmatigheid dat er verbeteringen nodig zijn in verschillende nog niet afgeronde processen. Hij vraagt wat de meest essentiële verbeteringen zijn in de komende jaren. Mevrouw Ruisch vraagt inzake de bedrijventerreinen (blz. 9) naar de ontbrekende onderbouwing van de taxaties. Ze vraagt of dit een indicatie is van een zekere mogelijkheid tot willekeur. De heer Soy stelt zijn politieke vragen op 26 juni. De jaarrekening ziet er technisch gezien heel goed uit. Er is een fout gemaakt bij een Europese aanbesteding; hij vraagt wat de consequenties daarvan kunnen zijn voor de gemeente. De heer Van Vliet gaat in op de gestelde vragen. Breedtesport: bij de controle is gekeken of bepaalde kostensoorten voldoen aan de subsidievoorwaarden. De manier waarop de tarieven zijn berekend en verantwoord sloot niet aan op de subsidie-eisen; dat is achteraf niet meer herstelbaar. Het is aan de subsidiegever hoe daar mee om te gaan. Het is een algemeen risico omdat in de praktijk vaak gekeken wordt naar wat er echt met het geld is gebeurd. Het kan zijn dat er acceptatie plaatsvindt, het kan ook zijn dat de gemeente zich formeel op het standpunt stelt dat er niet is voldaan aan de subsidievoorwaarden. Vanuit de optiek van de accountant is dat een onzekerheid. Bij het project Achterom / Bagijnhof speelde onduidelijkheid op welk bedrag de grondexploitatie uit zou moeten komen. Aan de hand van dat bedrag moet je al dan niet een voorziening opnemen in de jaarrekening, vastgesteld door de raad. Daar is later alsnog duidelijkheid over verkregen en de besluitvorming bleek nog te moeten plaatsvinden in 2007. Voor de jaarrekening 2006 is er niet zoveel aan de hand, maar het is wel een risico dat de accountant nu wel moet aangeven
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
12
voor 2007. Formeel moet je een voorziening pas vormen als de raad dit heeft vastgesteld en niet eerder. Als er over zulke bedragen en zulke grote projecten onduidelijkheid bestaat wordt de term “fors” gebruikt. Er is een discrepantie geconstateerd qua financiële aansturing op één niveau; dat had kunnen leiden tot verkeerde uitkomsten. Wethouder Van Steensel merkt op dat in Dordrecht het systeem van reserveringen wordt gehanteerd. Er is ooit besloten om een bedrag van 20 miljoen plus PM uit te trekken voor het Achterom/Bagijnhof. Materieel is gestuurd op 30 miljoen terwijl slechts 20 miljoen gereserveerd was. Lange tijd is er niets gebeurd; nu kan het plan weer opgepakt worden. Intussen is er sprake van inflatie. Hij hoopt de plannen in de tweede helft 2007 te kunnen presenteren. Dat er geld bij moet, bovenop de gereserveerde 20 miljoen, is evident; vandaar dat de passage in de Kadernota vergelijkbaar is gebleven met die van vorig jaar. Dat is een financieel risico als je de ambities wilt realiseren, en in algemene zin is dat geld er ook. De heer Van Vliet vervolgt zijn uitleg. Wat de methodiek betreft: er wordt gewerkt met statistische steekproeven en niet met een 99% controle. In 2007 is intern al het nodige voorbereid om de ISV gelden inzichtelijk te krijgen. Er wordt naar verwezen dat dit intern is opgepakt. Er moet voldoende duidelijkheid komen over rijksgelden en gemeentegelden; gemeentelijk geld is eerder geoormerkt als in te zetten op een project dan rijksgeld. Wethouder Van Steensel merkt op dat er op grote schaal veel te weinig gebruik is gemaakt van rijksgeld. De correcties daarop zijn nog wel te maken. De heer Soy vraagt naar het overzicht dat is opgesteld met betrekking tot welke gelden zijn ingezet. Hij vraagt hoe het komt dat er eerst gemeentegeld wordt uitgegeven. Wethouder Van Steensel antwoordt dat dit te maken heeft met de keus die de uitvoerend persoon heeft gemaakt; daar zit geen strategie of beleid achter, maar daar moet veel alerter op worden ingezet. Er zijn nog geen overzichten; momenteel wordt alles op alles gezet om dat inzicht te krijgen. De heer Van Vliet gaat in op de rechtmatigheid en de formele bepalingen: Dat is een inhoudelijk politieke vraag. Rechtmatigheid betreft een vrij zwart/witte controle. De heer Vermaas merkt op dat het om puur formele punten gaat. Verordeningen worden heel vaak aangepast om de zaak wat praktischer te maken. De heer Van Vliet merkt op dat de verbeterpunten betrekking hebben op de grote processen met betrekking tot inkoop en subsidies. Een aantal processen was niet foutloos; daar moet nog werk verzet worden. Bij de subsidies nemen die verbeteringen een aantal jaren in beslag om zichtbaar te worden. Interne onderzoeken worden opgepakt en daar moet ook wat mee gebeuren. Volgend jaar wordt dan de stand van zaken beoordeeld. Met betrekking tot de taxatie van de grond en aankoop van panden, blz. 9, is het van belang dat de onderliggende organisatie een voldoende niveau heeft. Je wilt graag zien hoe een bepaald bedrag tot stand is gekomen. Dat is soms niet mogelijk; dan vergt het al dan niet intern meer werk om dit uit te zoeken. Dat betekent dat het proces op dat moment niet goed heeft gewerkt en voor verbetering vatbaar is om te voorkomen dat fouten niet worden opgemerkt bij de interne controle. De fout die is gemaakt inzake de Europese aanbesteding betreft een verkeerd drempelbedrag. Of dat financiële gevolgen heeft is lastig in te schatten. Daar wordt geen voorziening voor getroffen. Het draait er om of partijen een juridische zaak aan willen spannen omdat ze niet mee mochten doen in een aanbesteding; dan moeten ze aantonen dat ze schade hebben geleden. Voor werk ligt de grens op 5,9 miljoen en voor diensten is dat 211.000 euro. De heer Van Vliet merkt op dat de processen goed waren doorlopen, maar het was onduidelijk waar deze aanbesteding onder zou moeten vallen. Pas na diepgaand onderzoek was er duidelijkheid over hoe het had moeten gebeuren. Het was wel een op zichzelf staande fout. De heer Rakhorst vraagt naar aanleiding van blz. 11, overschotten en restantkredieten of dit een gebruikelijke gang van zaken is. De heer Tiebosch merkt op dat in vorige jaarverslagen werd gesproken over het ingenieursbureau; dat bureau is per 1 januari uit de gemeentelijke organisatie. Hij vraagt of dit goed is afgewikkeld. De heer Soy merkt op dat er aanbevelingen worden gedaan; normaliter wordt voor de controle van de jaarrekening een interim controle gehouden. Hij vraagt of bij die interim controle kan
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
13
worden geconstateerd of de aanbevelingen opgevolgd zijn in 2007 en of dat besproken kan worden. Wethouder Van Steensel antwoordt ontkennend; de management letter is echt voor het college. De heer Vermaas merkt op dat de accountant dat wel volgt. Als belangrijke zaken open blijven staan, wordt dit vermeld in het rapport van bevindingen. De heer van Vliet antwoordt met betrekking tot de overschotten en restantkredieten dat het bij alle gemeenten zo gebeurt. De opmerking is puur als toelichting gemaakt, voor de beeldvorming en niet als kritische kanttekening. Het ingenieursbureau is per 1/1/2007 vertrokken en dat is dus nog niet zichtbaar. Tijdens de controle wordt gekeken of er voldoende aandacht voor is. Zouden er onduidelijkheden zijn met dit soort processen, dan wordt dat meteen opgepakt. Er zijn in ieder geval geen cijfermatige bevindingen gedaan op dit gebied tot nu toe. Destijds is het saldo onderhanden werk besproken; dat is inmiddels opgepakt. Het komt volgend jaar terug. Wethouder Van Steensel dankt voor de complimenten richting de ambtelijke organisatie.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
14
93.a. ANTILLIANENPROGRAMMA 2007-2008 Voorzitter: dhr. A.G. van Zanten Secretaris: Mw. M.J.W.T. Hendrickx Verslag: Erna Verveer, notulistenbureau Getikt, af tape Mw T.I.V. Bonnema, D66 Mw S.M. Wemmers, VSP Mw D.A. Kensenhuis, Beter Voor Dordt Dhr. J.C.C. Bruggeman, CDA Dhr. P.M. Krauwinkel, CU/SGP Dhr. C.A. Beem, VVD Mw I.E. Stevens, GroenLinks Mw G. Yanik, PvdA Namens het college: wethouder J.W. Spigt Namens de ambtelijke organisatie: mevrouw T. M.J. van Biemen De heer Bruggeman merkt op dat hij heel blij is met de concrete tabellen in de raadsinformatiebrief. Zijn beeld is dat er wel degelijk resultaten worden geboekt. De belangstelling voor de verschillende activiteiten, of het nu gaat om coachingstraningen of een moederproject, ligt op of zelfs boven de lijn der verwachtingen. De vraag is wat precies de effecten zijn; dat is lastig te bepalen. Hij vraagt de wethouder om een reactie. De heer Beem merkt op dat Dordrecht een voorbeeldfunctie vervult als het gaat om het Antillianenbeleid, waarvoor in het land veel waardering is. In de commissie is wel eens kritiek geuit op het doelgroepenbeleid. De rijksfinanciering zal na 2008 worden beëindigd. Er wordt gesteld dat er wordt gewerkt aan het terugdringen van de oververtegenwoordiging van de groep op de terreinen (jeugd) werkloosheid, criminaliteit en schooluitval. Er staat dat er weinig wordt geregistreerd op etniciteit. Hij vraagt hoe dan gemeten kan worden of de doelstelling gehaald is. In de raadsinformatiebrief staan twee projecten die zijn vervallen: RTV Dordrecht en de samenwerking met Verslavingszorg Curaçao, maar in het jaarverslag Dordrecht 2006 staan op blz. 45 vier projecten vermeld die niet zijn doorgegaan. Hij vraagt om een toelichting. Zijn indruk is dat vaak dezelfde mensen deelnemen aan de verschillende projecten. Hij vraagt of er een totaal aantal deelnemers kan worden genoemd. In de raadsinformatiebrief staat dat gepoogd wordt om de doelstelling te halen door de betrokkenheid van de Antilliaanse Dordtenaren met de stad te vergroten; dat betekent dus dat de stad een aantal faciliteiten biedt en dat de Antilliaanse Dordtenaren daar gebruik van maken. Maar in het boekje “Antilliaanse Dordtenaren doen mee” staat dat ingezet moet worden op de vergroting van de betrokkenheid van de stad; dat betekent dus dat de stad méér moet geven. Hij denkt dat het een kwestie is van twee kanten: zowel van de stad als met de stad. De heer Bruggeman vraagt op grond waarvan wordt verwacht dat op de drie keiharde indicatoren (jeugdwerkloosheid, schooluitval, criminaliteit) vooruitgang wordt geboekt door hetzelfde beleid voort te zetten dat in de afgelopen jaren niet tot aantoonbaar resultaat heeft geleid op die drie indicatoren. De heer Krauwinkel merkt op dat Dordrecht relatief gezien veel nieuwe instroom kent; hij vraagt naar de oorzaak. Binnen de regio is een spreidingsbeleid; hij vraagt of er maatregelen kunnen worden getroffen om deze stad minder aantrekkelijk te maken voor Antillianen. Mevrouw Stevens merkt op bij interruptie dat Dordrecht voor dat feit extra geld krijgt van het rijk. De aantrekkingskracht is er door allerlei maatregelen niet meer; daar is vorig jaar ook al uitgebreid over gesproken. De heer Krauwinkel dankt voor de toelichting. Er wordt een verklaring gegeven, te weten de relatief korte verblijfsduur, voor het hoge aantal Antillianen dat in de bijstand zit. Hij vindt die verklaring enigszins verbloemend; volgens hem moeten er meer verklaringen zijn. Het is hem bekend dat er hard aan wordt gewerkt. Op termijn, rond 2009, zal het beleid worden opgeheven en dan moet de doelgroep geïntegreerd zijn in de Dordtse samenleving. Zijn fractie vraagt zich af of dat niet erg optimistisch is. Het blijkt dat een aantal projecten niet financieel is verantwoord; hij vraagt naar de reden.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
15
Mevrouw Bonnema vraagt evenals de heer Bruggeman of het ingezette beleid wel het juiste is om de doelen te realiseren; je kunt je afvragen of je niet beter zou moeten investeren in ondersteunende en begeleidende activiteiten zoals bijvoorbeeld het Huiswerkhuis, of een verlengde schooldag. Mevrouw Stevens merkt op dat er in de vorige periode veel beleid is ingezet; je ziet dat het gewenste resultaat nog niet helemaal is bereikt. Bij haar fractie leeft dan ook de vraag of de verwachting is dat het met de voorgestelde projecten wel gaat lukken. Er is gezegd dat een doelgroepenbeleid niet wenselijk is. Er moet ook vanuit de instellingen bekeken worden hoe je het Antillianenbeleid daar kunt integreren; zij krijgen nu extra subsidie voor het Antillianenbeleid. In de doelstelling kan zij niet terugvinden op welke termijn en op welke manier dat bereikt zou moeten worden. Ze vraagt of er ook eisen worden gesteld aan de organisaties met betrekking tot die subsidies. De heer Bruggeman merkt op dat hij graag nog uitgelegd krijgt waarom doelgroepenbeleid ook al weer ongewenst is. Mevrouw Yanik merkt op dat de fractie van de PvdA blij is dat Dordrecht hierin een voorbeeldgemeente is; toch geeft het rapport naar haar idee niet alles weer wat er op dit terrein gebeurt. Ze vraagt of er een effectenmeting gehouden kan worden. Bepaalde projecten sluiten niet zo goed op elkaar aan. Bij een aantal projecten is niet zichtbaar of de deelnemers de projecten ook succesvol afronden na aanmelding. Er is vaak sprake van overbewoning, hetgeen effect heeft op de sociale samenhang in de wijken. Woningen worden vaak als doorgangswoning gebruikt, en er is een actieve verhuisbeweging waarneembaar binnen deze doelgroep. Ze vraagt of deze punten ook als aandachtspunt meegenomen kunnen worden. Het is belangrijk dat er over deze groep ook positief wordt bericht naar buiten toe. De andere inwoners van Dordrecht zijn niet betrokken bij de activiteiten; die zijn vooral gericht op contacten tussen de Antillianen onderling. Ze vraagt of hier in de toekomst in zal worden geïnvesteerd. De heer Bruggeman vraagt waar de PvdA dan aan denkt. Mevrouw Yanik antwoordt dat ze geen kant en klaar project kan benoemen, maar het is belangrijk dat Antillianen in contact worden gebracht met andere doelgroepen. Ondanks dat ze de Nederlandse taal wel spreken, zijn ze heel sterk gericht op de eigen gemeenschap. Als je spreekt over sociale cohesie in buurten is het belangrijk dat je daar in investeert. Dat geldt uiteraard voor meer doelgroepen, maar vanavond gaat het om de Antillianen. Ze vraagt of er over twee jaar een rapportage kan komen met een weergave van de meting van de effecten van het Antillianenprogramma. Mevrouw Kensenhuis vraagt met betrekking tot de tienermoeders (blz. 44 jaarverslag) waarom zij slecht zijn bereikt en waarom de voorgenomen evaluatie is verschoven naar 2007. Met betrekking tot de rapportage van Deloitte merkt zij op dat de accountant niet heeft kunnen vaststellen of de onderverdeling in categorieën juist is. Er is sprake van een geconstateerde onzekerheid inzake Antilliaanse jongeren. Beter Voor Dordt wil graag weten wanneer zal worden voldaan aan de rapporteringsplicht en hoort ook graag waarom daar in eerste instantie niet aan is voldaan. Per eind 2008 wordt de rijksbijdrage beëindigd. Het is de bedoeling dat de oververtegenwoordiging van Antilliaanse kwetsbare groepen dan zodanig is weggewerkt dat de hulpverlening vanuit de reguliere dienstverlening in de wijken kan plaatsvinden. Haar fractie vraagt hoe realistisch deze doelstelling is, mede gezien het feit dat er niet handhavend wordt opgetreden met betrekking tot voogdij en opleidingscriteria. Ze vraagt of het voornemen is om in de toekomst consequenter op te treden. Met betrekking tot blz. 46, de Foyer vraagt ze waarom de verwachte rijksbijdrage niet is ontvangen en wanneer die alsnog komt. Mevrouw Wemmers vindt dat er heel wat bereikt is. Het is wel erg gericht op jongeren. De scheidslijn tussen groepen die zichtbaar zijn en invloed hebben op de economische en sociale ontwikkeling wordt volgens haar fractie kunstmatig in stand gehouden door de ene groep meer aandacht te geven dan de andere groep, met andere woorden het doelgroepenbeleid. Wethouder Spigt merkt op dat er altijd is gekozen voor zoveel mogelijk algemeen beleid. Het kan zijn dat sommige groepen in de stad een grotere achterstand hebben dan andere. Dan is het verstandig om daar specifiek beleid op te formuleren. Om die reden is op sommige onderdelen toch gekozen voor doelgroepenbeleid, zolang algemeen beleid niet het gewenste effect heeft. Voor het Antillianenbeleid is een specifieke doelstelling geformuleerd. Voorheen was er heel weinig bekend over de doelgroep, in ieder geval onvoldoende om goed in te kunnen grijpen toen het in de zomer van 1999 in Krispijn geweldig uit de hand liep. Er is veel energie gestoken in het leggen van contacten met die groep en er is een zero tolerance beleid geïntroduceerd; daarnaast
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
16
zijn er kansen geboden voor scholing, werk en woonbegeleiding (Foyer). De vrouwengroep rond Sentro di Mamma blijkt in staat om tienermoeders te helpen bij de opvoeding van hun kinderen. Je ziet dat het effect heeft, maar het zijn inderdaad lange ademprojecten. Hier is vaak sprake van niet opgeleide, ongeletterde analfabeten. Ze spreken wel Nederlands, maar de vraag is of zij het Nederlands dat Nederlanders spreken, wel goed begrijpen. De leesvaardigheid is vaak minimaal. De achterstand qua taal en opleiding is zo groot dat deze groep enorm kwetsbaar is. Het hoge aantal mensen in de bijstand wordt mede verklaard door die grote achterstand. Dat zie je ook bij Route 23 terugkomen. Een groot deel van de Antillianen komt in de jongerenwerkplaats. Gelukkig is Dordtmij zeer gespecialiseerd in het omgaan met Antillianen. Het Buurt Serviceteam heeft aparte projecten voor Antillianen, omdat de wijze van begeleiden een andere manier van werken vereist. In het jaarplan is afgesproken dat op een aantal onderdelen de effecten zichtbaar zullen worden gemaakt. Met betrekking tot de speerpunten spreekt hij af dat over twee jaar een rapportage volgt met betrekking tot de doelstellingen. De heer Bruggeman vraagt hoe je weet dat het beleid dat effect zal sorteren. Wethouder Spigt antwoordt dat op een aantal onderdelen extra middelen zullen worden ingezet. De Sociale Dienst gaat extra inzet plegen op het uitstroomgericht werken ten behoeve van de Antilliaanse doelgroep. Misschien worden er extra mensen bij de Sociale Dienst aangetrokken om deze groep te gaan begeleiden. Die afspraken moeten worden omgezet in een resultaatverplichting naar de Sociale Dienst toe. Hetzelfde geldt voor de leerplichtambtenaren. Daar waar schoolverlaters worden gesignaleerd moet er snel ingegrepen worden. De scholen zullen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid om deze leerlingen terug te nemen op school, om te voorkomen dat ze vroegtijdig het onderwijs verlaten. Dat is in eerste instantie een probleem dat zich op de school ontwikkelt. Over criminaliteit zijn afspraken gemaakt met de politie. Er vindt een grotere registratie plaats van crimineel gedrag of bij verdenkingen; er is dus beter dan elders in beeld om welke groepen het precies gaat. Dordrecht scoort heel hoog omdat er veel wordt geregistreerd. Hij hoopt dat met de Verwijsindex Antillianen die zal worden geïntroduceerd met de 21 Antillianengemeenten er een betere grip ontstaat op de zwervende groep Antillianen die zich van de ene naar de andere stad beweegt. Twee Antilliaanse belangenorganisaties hebben een procedure aangespannen tegen de komst van die verwijsindex; de uitspraak wordt afgewacht. Het is belangrijk om meer inzicht te krijgen zodat de aanpak daar op aangepast kan worden. De heer Beem vraagt of dit concreet betekent dat er door de politie wordt geregistreerd op etniciteit. Wethouder Spigt antwoordt bevestigend; er wordt op Antilliaanse afkomst geregistreerd. Dat is aangevraagd conform de wet Kohnstamm; de toestemming is verkregen onder de strikte voorwaarden dat dit geldt voor de duur van twee jaren, dat er goed gemonitord wordt hoe met gegevens omgegaan wordt, dat er per gemeente iemand aanspreekbaar is op het beheer van het systeem, dat de resultaten na twee jaar in beeld worden gebracht en dat aan de groep zelf kenbaar gemaakt wordt dat er sprake is van registratie. De rijksfinanciering houdt inderdaad op per 2008. Afgelopen maandag heeft hij een gesprek gehad met mevrouw Vogelaar; het kabinet overweegt om de bestuursakkoorden die in 2008 aflopen en waarbij extra middelen beschikbaar kwamen, te verlengen omdat blijkt dat deze groep nog steeds een achterstand heeft. Dat geldt voor alle Antillianengemeenten. De rijksverhoudingen zijn gewijzigd; Bonaire, Eustachius en Saba zijn Nederlandse gemeenten geworden. Je komt daardoor met de Antillen in een wat andere verhouding terecht. Het aantal investeringen in Bonaire door Nederlandse bedrijven neemt enorm toe. Curaçao blijft een heel lastig verhaal. De stichting PAN is in 2005 failliet gegaan; dat komt terug in het jaarverslag. De Stichting Kansen is opgeheven; vandaar dat er geen activiteiten op zijn gezet. De middelen zijn besteed aan andere vergelijkbare projecten. RTV Dordrecht is niet doorgegaan omdat men een hoge verzekering vroeg over het uitlenen van apparatuur en de gemeente was niet bereid om die te betalen gezien de hoogte van het bedrag. Bij Sportstimulering is hij er zeker van dat er heel veel activiteiten zijn ontwikkeld, bijvoorbeeld om in Krispijn activiteiten van de grond te trekken, zoals volleybal en softbal. Het zaalvoetbalteam is zelfs kampioen geworden en doet gewoon mee in de Nederlandse competitie. Het project Verslavingszorg in Curaçao is niet doorgegaan. Dordrecht had alles in gereedheid gebracht om mensen te laten afkicken op Curaçao, maar er was geen overeenstemming te krijgen met Justitie op Curaçao en Justitie hier. Justitie wilde wel meewerken aan het uitzitten van de straf in Curaçao, maar op Curaçao wilde Justitie niet garanderen dat de strafmaat zou worden overgenomen. Daarmee viel de bodem onder het verhaal weg en heeft Justitie in
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
17
Nederland besloten om niet mee te werken. Afkicken in familiekring gaat daar iets anders dan hier. Wellicht kan het in een volgende fase alsnog worden gerealiseerd. Er is geen zicht op hoeveel verschillende deelnemers er zijn; het kan zijn dat mensen aan twee of drie verschillende activiteiten hebben deelgenomen. Het is zeker niet zo dat iedereen steeds aan dezelfde activiteiten heeft deelgenomen. Betrokkenheid geldt inderdaad voor twee kanten. Apart beleid blijft echt nodig om deze doelgroep de achterstand te laten inlopen. Alle organisaties die met Antillianen werken zijn gevraagd om het beleid voor deze doelgroep te integreren in het algemeen beleid; er zullen afspraken worden gemaakt over de manier waarop de organisaties denken te gaan investeren in die doelgroep. Dat geldt voor zowel jeugdzorg als de DWO als de woningbouwcorporaties, want het is heel belangrijk dat de mensen in die organisaties begrip hebben voor deze doelgroep. Bepaalde projecten worden afgerond omdat de doelstelling behaald is, andere projecten zijn zó succesvol dat ze doorlopen, zoals de empowerment projecten. Het is heel erg nodig om een aantal Antillianen die training te geven, want het vergroot hun zelfvertrouwen en dat is weer voordelig voor hun gedrag bij reïntegratie. Het lijkt hem een goede zaak om een keer met de corporaties te praten over woongedrag en overbewoning; hij gaat er van uit dat de corporaties redelijk goed op de hoogte zijn van situaties in woningen die niet kloppen. Daar waar sprake is van registratie is wel bekend hoeveel mensen op een adres staan ingeschreven. Daar zijn afspraken over met de corporaties. Particulier verhuurde woningen kunnen alleen bekend worden als er klachten zijn; zonder klachten kun je moeilijk signaleren of er mensen wonen die daar niet staan ingeschreven. Via wijkbeheer wordt het vaak al heel snel gesignaleerd. Het project Tienermoeders gaat via Route 23 lopen; daar worden nu ook extra mensen voor ingezet. Er zijn heel veel tienermoeders in deze doelgroep, die vaak in de Foyer wonen. Het voorkómen van tienerzwangerschappen is een belangrijke doelstelling van het beleid, maar in de praktijk blijkt dat dit lastig te bespreken is met zowel de mannen als de vrouwen in die groep. Er wordt geprobeerd voorlichting te geven via de GGD en Sentro di Mamma. Een deel van de tienermoeders laat zich niet registreren, vraagt geen uitkering aan en komt ook niet op een andere wijze in beeld; die zie je niet. Via het consultatiebureau wordt geprobeerd uit te vinden wie zich in Dordrecht vestigt met een kind. Door de opvang goed te organiseren zie je dat er veel meer wordt bereikt met de tienermoeders. Sommige staan in een andere gemeente geregistreerd, maar trekken bij een ander in, en de gemeente gaat niet de deuren langs om te controleren wie er woont. In de Foyer kan wel alleen gewoond worden als je je registreert, maar andere tienermoeders kom je pas tegen als er problemen ontstaan, bijvoorbeeld omdat de man weggaat of omdat de huisvesting niet meer kan worden betaald. Dan merk je dat die aanpak van tienermoeders specifiek moet zijn. De Foyer is bedoeld voor tienermoeders, maar niet alle tienermoeders in Dordrecht wonen in de Foyer. In oktober/november verschijnt een rapportage. Deloitte heeft geconstateerd dat de gemeente niet rechtmatig is geweest in het verstrekken van subsidies, in die zin dat bepaalde initiatieven zijn gestopt en dat de middelen zijn gebruikt op een andere plek voor andere initiatieven. Het administreren van de overboeking van middelen is in het afgelopen jaar, 2006, niet zorgvuldig genoeg gedaan; dat moet beter op orde worden gebracht en dat zal ook gebeuren in het jaar 2007. De rijksbijdrage van de Foyer is niet ontvangen omdat de gemeente niet voldeed aan de gestelde eisen, en die komt ook niet meer; dat had onder andere te maken met het op tijd organiseren van het voorzieningenniveau in de Foyer. Daar was extra geld voor gereserveerd vanuit het rijk. Als dat niet op tijd is gerealiseerd moet je het rijk dat geld terugbetalen. Dat lag niet aan de gemeente, maar aan de corporatie Woonbron die het voorzieningencluster moest realiseren. Woonbron realiseert het nu wel, maar zonder rijksgeld. De doelstelling is realistisch en de instroom van Antilliaanse en Arubaanse jongeren neemt af, in die zin dat er veel minder migratie plaatsvindt in Dordrecht dan voorheen. Dat betekent dat er zo langzamerhand grip ontstaat op die gemeenschap. Er worden eisen gesteld aan voogdij en opleidingscriteria. Als mensen zich melden en in Dordrecht willen wonen zijn ze van harte welkom, máár: bij aanvraag van een uitkering worden eisen gesteld, je moet aan het werk. Je kunt scholing krijgen via bepaalde trajecten, als je in de Foyer wilt wonen is het de bedoeling dat je een dagbesteding hebt en dat je onder begeleiding activiteiten onderneemt, en heb je zorg nodig, dan wordt die geboden, maar altijd gericht op het nemen van eigen verantwoordelijkheid en het vergroten van de zelfstandigheid.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
18
De voorzitter concludeert dat er een effectenrapportage is toegezegd met betrekking tot de drie speerpunten van beleid. De raadsinformatiebrief gaat ter kennisgeving naar de raad. Hij sluit de vergadering.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
19
342. TAAKSTELLINGEN 2007 Voorzitter: mw. K. Rusinovic Secretaris: mw. M. Verboom Verslag: Erna Verveer, notulistenbureau Getikt, af tape Dhr. P.J.T. Tiebosch, ECO-Dordt Dhr. O. Soy, B.V. DORDT Dhr. W. Van der Kruijff, CDA Dhr. H. Mostert, CU/SGP Dhr. H.S. Weidema, PvdA Mw P.M. van Loon, GroenLinks Dhr. J.C.C. Rakhorst, VVD Namens het college: wethouder D. van Steensel Namens de ambtelijke organisatie: dhr. R. Groen 342. TAAKSTELLINGEN 2007 De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. De heer Mostert .Er wordt 15.000 euro bezuinigd op beheer water; het is een gering bedrag, maar hij vraagt zich af of het verantwoord is. Op het budget leerlingenvervoer wordt ook bezuinigd; hij vraagt of dit gehandicaptenvervoer betreft. Hij vraagt of dit niet structureel zou moeten zijn. In veel gevallen is sprake van inzet van onderbestedingen. Op blz. 5 staat “dubbele raming budget personeelskostenprogramma in de begroting van één ton; hij vraagt hoe dat komt. De taakstelling wordt volgens blz. 6 nog niet volledig ingevuld, maar hij heeft begrepen dat de verwachting is dat het in orde komt. De heer Weidema merkt op dat de taakstellingen voor een groot deel worden ingevuld door zaken als afbouw van formatie, het zoeken van andere dekking, inzet van vacatureruimte; het gevoel heerst dat er geen echte pijnpunten in zitten. Als dat toch zo is hoort hij dat graag van de portefeuillehouder. Ook het feit dat de griffie een aandeel levert lijkt hem niet meer dan normaal. Wat hij heeft gemist is in hoeverre ook de Rekenkamer al deelneemt aan de taakstelling. De griffie levert een groter deel dan eerder was ingecalculeerd; voor de Rekenkamer ziet hij daar niets van terug. Er is enerzijds een besparingsvoordeel op de taakstelling van de organisatie ad € 50.000 en er is een besparingsverlies op de algemene taakstelling van € 182.000; zijn fractie stemt in met het voorstel om het totale besparingsverlies ad ca. € 131.000 te dekken via de Interimnota 2007 en is het ook eens met het meerjarig handhaven van de taakstelling. Hij vraagt of er in de komende jaren geprobeerd wordt om de inhuur van externen terug te dringen. Een aantal innovatietrajecten zou tot besparingen leiden; daar kan hij niets van vinden. Hij vraagt of dit meegenomen wordt in de Interimnota. De fractie stemt in met het voorstel. De heer Van der Kruijff merkt op dat hij begrijpt dat er taakstellingen zijn dat dit tot een beplaad bedrag leidt, maar als je het stuk door een politieke bril bekijkt vindt hij het onmogelijk om te beoordelen of die bezuinigingen goed gekozen zijn. De bedragen zullen wel kloppen, maar als er staat “nader te bepalen besparing projectmanagement” of dat er minder geld gaat naar Aquapulca of dat er wordt bespaard op meubilair, heeft hij geen flauw idee wat de consequentie zal zijn. Hij kan dus niet beoordelen of het voorstel goed is. De vraag is of dit is wat je wilt, behalve dan dat je uiteraard op het gewenste bezuinigingsbedrag uitkomt. De heer Soy sluit zich aan bij de woorden van de heer Van der Kruijff. Cijfermatig kan zijn fractie instemmen, maar politiek gezien heb je er niet veel aan. Hij kan er geen onderbouwde conclusie uit trekken. De heer Tiebosch merkt op dat taakstellingen helder zijn, maar het gaat ook om de manier waarop. In het jaarverslag spreekt het college zijn zorg uit over het percentage Dordtenaren dat deelneemt aan sport. Het budget voor sportondersteuning en de subsidie voor kleedlokalen gaan omlaag. Van alle verenigingen hoor je dat er exploitatieproblemen zijn en juist daar wordt dan bezuinigd. Nut en noodzaak van bezuinigingen op dergelijke kleine onderdelen wordt niet echt uitgelegd; het zijn relatief kleine bedragen die voor die sector echter grote gevolgen hebben, zo is zijn verwachting. Een ingenieursbureau wordt uitbesteed; die krijgt ook een taakstelling, maar
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
20
volgens hem was afgesproken dat positieve resultaten naar rato zouden worden verdeeld over de gemeente Zwijndrecht en Dordrecht. Binnen het bestaande werkpakket van hetgeen in de Kadernota 2008 al bedacht is, zou je een veronderstelling kunnen maken van wat de omzet ongeveer zou kunnen zijn. In die branche mag je een rendement verwachten van een procent of 6; dan heb je iets waar je mee kunt leven. Hij heeft nu het idee dat het Ingenieursbureau een relatief kleine bezuiniging krijgt ten opzichte van het sportgebeuren. De heer Rakhorst merkt op dat de taakstelling is doorgevoerd. De hoofdthema’s, flexibilisering, centralisatie en standaardisatie, kan hij niet rijmen met de voorstellen die er liggen. Voorstellen gaan veelal uit van onderbesteding en afbouwen van formatie. Dat er geen consequenties zijn voor de beleidsvoering vindt hij een belangrijk punt, maar hij verwacht niet dat het een groot issue zal zijn voor de organisatie om dit te halen. De heer Tiebosch merkt op bij interruptie dat uit dit stuk niet blijkt waarom die onderbesteding er is. De heer Rakhorst merkt op dat de voorstellen uit de organisatie komen. De heer Van der Kruijff merkt op bij interruptie dat er wel degelijk punten tussen staan die betrekking hebben op structureel exploitatievoordeel, behaald door een andere manier van werken. Er is dus gekeken naar hoe het slimmer en goedkoper kon; dat is prima. De heer Rakhorst herhaalt dat hij er van uitgaat dat de afdelingen zelf met voorstellen komen. Dat wil dus zeggen dat het mogelijk is. Er staan geen schokkende dingen in; de VVD stemt in met het voorstel. Mevrouw van Loon sluit zich aan bij het betoog van ECO-Dordt met betrekking tot de kleine verenigingen. Kleine bedragen kunnen een enorme impact hebben. Je zou als overheid met name deze clubs, waar vrijwilligers actief zijn, moeten kijken hoe je hen tegemoet komt, zeker nu ook de Wmo in werking is getreden. Als er ergens aan de civil society wordt gebouwd, is het wel in de sport. Ze heeft nu te weinig beeld van welke consequenties een bezuiniging kan hebben voor een vereniging. Wethouder Van Steensel merkt op dat je bijna zou denken dat de adviescommissie de voorkeur had gegeven aan een spannend voorstel, in die zin dat het voorstel consequenties zou hebben waar je politiek op kunt bedrijven. Het is nu een saai stuk. De raad zal van het college later niet te horen krijgen dat, door akkoord te zijn gegaan met deze bezuinigingen, doelstellingen en effecten die worden nagestreefd niet worden gehaald als gevolg van deze bezuinigingen. In die zin heeft dat politiek wel degelijk betekenis. In geval van onderbesteding kun je geld weghalen zonder dat je daar in de stad iets van merkt. ECO-Dordt en GroenLinks hebben gesproken over de verenigingshallen. Vandaag is er een stuk in het college besproken; dat is aangehouden om de nieuwe wethouder van Sport in de gelegenheid te stellen hier naar te kijken. In de Kadernota wordt voorgesteld om 50.000 euro structureel extra in de verenigingshallen te steken. Daar wordt dus aan tegemoet gekomen. In de Kadernota staan sowieso een aantal maatregelen die van geld zijn voorzien. Hij gaat er van uit dat de raad akkoord gaat met dit “saaie”voorstel. De heer Tiebosch merkt op dat het voorstel dus is om op de post binnensportaccommodaties € 22.500 structureel in te leveren, en dat vanuit de Kadernota geld wordt gehaald uit een reservepotje. Wethouder Van Steensel merkt op dat het om eenmalig geld gaat. De heer Tiebosch spreekt dit tegen; er staat op blz. 5 een “S” bij van structureel. Wethouder Van Steensel geeft hem daarin gelijk, maar dit is het voorstel voor 2007. De “s” en komen weer terug in de Kadernota als structurele invulling voor volgend jaar. Daarnaast zal voor de bedragen waar nu een “I” voor staat, ook een structurele invulling worden geboekt. De twee miljoen geldt niet alleen voor 2007, maar voor de hele periode tot 2010. Ook bij de Kadernota zit een lijst met bezuinigingen waar de “s” jes natuurlijk zijn overgenomen. I staat voor incidenteel. Maar dit betreft een begrotingswijziging voor het jaar 2007. Voor 2007 wordt dus volgens de heer Tiebosch € 22.500 afgehaald. Die komt weer terug in de bezuinigingen voor de volgende jaren. De heer Tiebosch vraagt of het klopt dat vanuit de nieuwe nota er € 50.000 bij komt. Wethouder Van Steensel antwoordt dat er € 50.000 netto bij de verenigingshallen komt. Dat bedrag was ook gevonden door € 22.500 van de post binnensportaccommodaties over te hevelen, maar daar is niet voor gekozen. De opmerking dat je als raadslid niet in kunt schatten wat dit voorstel politiek betekent en zijn reactie daarop beschouwt hij als een compliment, in die zin dat de raad niets spannends heeft kunnen vinden in het voorstel; dat was ook de opzet. De heer Van der Kruijff merkt op dat het college denkt dat de doelen nog steeds gehaald gaan worden. Hij vraagt of er mensen piepen,
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
21
bijvoorbeeld bij Aquapulca. Wethouder Van Steensel antwoordt dat de leiding van Aquapulca heeft ingestemd, al houdt iedereen natuurlijk het liefst het geld onder zich. In dit geval gaat het om onderhoudsbudgetten. Die zijn niet meer nodig vanwege de sloop. De Sociale Dienst krijgt geen rust en zal de komende tijd ook qua organisatie heftig in beweging blijven. De formatie is ingesteld op de omvang van het cliëntenbestand, terwijl het aantal uitkeringsgerechtigden daalt. Dat betekent minder formatie. Er wordt veel minder een beroep gedaan op middelen om armoede te bestrijden. Het kan betekenen dat je als gemeente beter je best moet doen om het uit te geven, of dat er minder sprake is van armoede, zeker gezien het feit dat de omvang van het bestand zo drastisch aan het dalen is. Het peilbeheer ad € 15.000: daar zal Dordrecht niet van onder water lopen. Bij het leerlingenvervoer wordt feitelijk een wat groter risico geaccepteerd. De afgelopen jaren is het structurele budget verlaagd; de gemeente probeert scholen waarvoor kinderen nu nog buiten de stad moeten, binnen de stad te krijgen. Hij verwijst naar de Evangelische School. Maar het is een open eind regeling. Als ouders er een beroep op doen wordt er betaald, en als dat gebeurt ontstaat er een minpost. Het bijzonder onderwijs is verzelfstandigd en daardoor kan er een reservering vrij vallen. In die zin is het een incidenteel voordeel. Dubbele raming personeelskosten heeft volgens hem met de programma’s te maken. Er was personeel geraamd in de reguliere organisatie en ook bij de programma’s en dat is dubbelop, dus die zijn er uitgehaald. De raad gaat over de Rekenkamer; hij zal zich onthouden van een oordeel. Het college zou niet tegen de richting zijn die de raad opzoekt. De heer Weidema merkt op dat de raad ook over de griffie gaat en die levert ook een bijdrage. Wethouder Van Steensel antwoordt dat de griffie dat in het verleden inderdaad heeft gedaan. Nu is het voorstel om de taakstelling voor deze ronde te laten vallen. Als de raad niet wil dat de Rekenkamer bezuinigt, gebeurt dat ook niet. Wat inhuur externe betreft is daar altijd wat aan te doen. In zijn algemeenheid is het college blij met de externen die de organisatie verrijken; het draagt bij aan een goede, flexibele en wendbare organisatie. Het is natuurlijk wel zo dat wanneer mensen structureel nodig zijn, er geprobeerd wordt om hen in dienst te nemen. Met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt wordt dat wel steeds lastiger en dan moet je al snel extern inhuren. Er wordt scherp ingekocht; er wordt waar mogelijk gewerkt met raamcontracten, maar er loopt geen apart programma om de inhuur van externen af te bouwen. Sectoren hebben personeelsbudgetten en daar moeten ze het mee doen. Vorig jaar is al gerapporteerd over innovatieve trajecten; een voorbeeld is het Service Centrum Drechtsteden of het meer uniform maken van de verschillende huisstijlen binnen de gemeente. De heer Soy merkt op dat er een verschuiving te zien is van vast personeel naar inhuur; hij vraagt hoe die afbouw van personeel verloopt met mensen die een vast contract hebben. Wethouder Van Steensel antwoordt dat er natuurlijk sprake is van verloop onder het personeel; er gaan mensen weg en dat creëert ook weer ruimte. Dat zit een zekere dynamiek in. De heer Van der Kruijff merkt op dat hij het belangrijk vindt dat het college stelt dat er vanwege deze bezuinigingsvoorstellen geen consequenties voor de uitvoering zullen zijn. Wethouder Van Steensel beaamt dit. Het betekent overigens niet dat dit betekent dat alle prestaties en doelstellingen zullen worden gerealiseerd; er kunnen veel redenen zijn waarom dat op onderdelen lukt. Daar komt het college later op terug. Hij deelt de opvatting dat deze 2,7 miljoen door de gemeentelijke organisatie prima op te hoesten moet zijn. De voorzitter concludeert dat het voorstel als hamerstuk kan worden doorgeleid naar de raad.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
22
171b. EVALUATIE FUNDERINGEN Voorzitter: mw. K.J. Schellekens- van der Meijde Secretaris: mw. L.D.H. Arlman-Rosier Verslag: mw. E. Verveer Dhr. J.F.M. Borsten (D66) Dhr. H.J. Tazelaar (VSP) Dhr. D.F.M. Schalken- den Hartog (B.V. DORDT) Mw. L.J. Kuhlemeijer- Booij (B.V.DORDT) Dhr. S. Tasgin (CDA) Dhr. B. Staat (ChristenUnie/SGP) Mw. N de Smoker- van Andel (ECO-Dordt) Mw. I. Koene (VVD) Mw. M.C. Ruisch (GroenLinks) Dhr. W.J.M. Nederpelt (GroenLinks) Mw. J. Heijmans (PvdA) Namens het college: wethouder A.T. Kamsteeg Namens de ambtelijke organisatie: de heren R. Weeda en W. Bellaart SPREKERSPLEIN De heer A. van Wensen spreekt in namens de BVFP. Zijn brief met kenmerk 2007- 0356 wordt uitgedeeld. De heer Tazelaar vraagt hoe de heer van Wensen de voortvarendheid ziet en wat daarvoor allemaal moet gebeuren. De heer van Wensen antwoordt dat een hogere subsidie het herstel zou vergemakkelijken. Die is nu slechts 10 – 15% van de totale kosten en dat was oorspronkelijk 40%. Op blz. 2 doet hij ook suggesties in het kader van indexering en dergelijke. De heer Schalken merkt op te hebben begrepen dat de handhavingstermijn van verschillende woningen wordt bijgesteld. Hij vraagt of de BVFP een reden kent. De heer van Wensen antwoordt dat dit zich vooral voordoet in deelgebied A; fouten uit eerdere rapportages van Ingenieursbureau Rotterdam worden daarbij hersteld, waarbij 25 jaar regelmatig naar 15 jaar wordt teruggeschroefd. Dat aantal loopt op, op dit moment. De heer Schalken vraagt hoe makelaars omgaan met de rapportages bij verkoop. De heer van Wensen antwoordt dat het probleem is dat de informatie niet helder is. Er staat bijvoorbeeld “mits de grondwaterstand”. Daardoor begaan mensen een miskoop en realiseren zich later pas wat er aan de hand is. De koop wordt gedaan op een bepaalde rapportage met een bepaalde handhavingtermijn en die wordt dan in een eindrapportage soms doorgehaald en gehalveerd. Dat levert heel vervelende situaties op. De heer Staat vraagt of de heer van Wensen een indruk kan geven van de kosten van monitoring. De heer van Wensen antwoordt dat een meting 15 euro per maand per woning kost. Het aantal metingen weet hij niet. Mevrouw Ruisch merkt op dat er gesproken is over verruiming van het budget voor begeleiding van de mensen. Zij had steeds de indruk dat het budget toereikend was. De heer van Wensen antwoordt dat het intussen zes jaar later is; het budget is hetzelfde gebleven. Kleinere bouwblokken (minder dan 8 woningen) moeten steeds meer bij gaan betalen. De begeleidingsbureaus berekenen wel 2000 euro per woning die moet worden bijbetaald. Er is eigenlijk een stukje rechtsongelijkheid ontstaan op dit onderdeel. HALFJAARLIJKSE EVALUATIE FUNDERINGEN 2006 De heer Staat merkt op dat in het jaarverslag 2006 stond dat het herstel sneller verloopt dan verwacht. Maar als je naar de evaluatie kijkt en naar het aantal gereed gemelde blokken in fase 2, dan vindt hij dat toch wel een optimistische omschrijving. Je ziet gelukkig wel dat er op alle terreinen wel vorderingen worden gemaakt. Op blz. 4, herstel cascoschade, staat iets over het gereed melden van een blok. Hij vraagt om een uitleg. Op blz. 7 staan redenen van stagnatie
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
23
genoemd. De categorie “overig” wil hij graag toegelicht zien. Bij de bouwblokken waar het grondwater nog niet op het juiste peil is gebracht wordt verzocht door de BVFP om de monitoring langer voort te zetten. Hij vraagt de wethouder om een reactie daarop en wat de consequenties zouden zijn. Mevrouw Ruisch merkt op naar aanleiding van blz. 4 dat ze een toelichting wil op “gereedmelding als casco hersteld is”; daar lijkt sprake van een tegenstelling. Op blz. 6 wordt de prijsontwikkeling in de jaren aangegeven; daar is een opvallende daling zichtbaar. Ze vraagt om een verklaring. Mevrouw de Smoker merkt op dat op de laatste pagina wordt voorgesteld om de projectstatus nog het hele jaar te handhaven en dan over te hevelen naar de reguliere organisatie; dat lijkt haar fractie nogal vroeg, want er moet nog heel wat hersteld worden en de Grondwaterwet zit er aan te komen. Ze vraagt of de wethouder de garantie kan geven dat de organisatie die nu is opgetuigd, behouden blijft opdat er geen kennis verloren gaat. Over de gedachte over een kleine stadsvernieuwingachtige aanpak is enkele keren gezegd dat daar op wordt gestudeerd; ze vraagt naar de stand van zaken. Onlangs is gesproken over het pand aan de M. Steijnstraat en er is gesproken over de Rotterdamwet; ze vraagt of hier toepassingsmogelijkheden zijn. Mevrouw Heijmans merkt op dat de projectstatus nog even gehandhaafd zal worden; gelet op het feit dat de problematiek nog wel even zal voortduren, lijkt het haar fractie verstandig om het niveau van de projectorganisatie misschien nog wel 20 jaar te handhaven. Voorlopig zijn de problemen nog niet opgelost. De kennis die er nu is, wordt dan gewaarborgd. Het lijkt haar beter om de begeleiding juist te versterken om meer mensen over de streep te trekken in de gebieden met veel weigerachtige eigenaren. Anders wordt 31 december 2009 niet eens gehaald. Ze vraagt of het klopt dat het beleid van de gemeente afwijkt van de verordening ten aanzien van de leningen na verkoop. Ze vraagt in hoeverre de eigenaren die betrokken zijn bij het Grondwaterherstelplan begeleiding krijgen. Vooruitlopend op de wet verankering en bekostiging, vraagt of er vast gestart kan worden met het uitvoeren van robuuste maatregelen op het gebied van grondwaterherstel. De heer Borsten vraagt eveneens naar de duur van het aanblijven van het projectbureau. Er zijn altijd schrijnende gevallen; hij vraagt hoe daar mee omgegaan wordt en wat de aard daarvan is. Mevrouw Koene merkt op dat er gemonitord zou worden, maar er zijn mensen die niets meer hebben gehoord; zijzelf ontvangt overigens wel regelmatig rapportages. Ze vraagt hoe het komt dat dat niet consequent bij iedereen gebeurt. In de Muys van Holystraat wordt niet meer gemonitord, maar daar hebben de mensen geen schriftelijk bericht van ontvangen. Dat zou bij eventuele verkoop wel nuttig zijn richting de koper. Er moet nagedacht worden over de voortzetting van de huidige regeling, opdat optimaal resultaat behaald kan worden. De heer Schalken mist in de evaluatie de begeleidingsbureaus; daar hoor je de meest wisselende berichten over betreffende nakoming van afspraken, verkeerde rapportages, het tegen elkaar opzetten van bewoners et cetera. Hij vraagt of die bureaus in de volgende evaluatie kunnen worden meegenomen. Hij sluit zich aan bij de vragen met betrekking tot de projectstatus, zeker nu vooral de moeilijkere gevallen over de streep moeten worden getrokken. Er komen steeds meer panden op staal waar in de loop der jaren ook aandacht voor moet komen. Het verlenen van een bouwvergunning schijnt nogal eens stagnerend te werken; dat kan reden zijn voor vertraging. Hij vraagt de wethouder om een verklaring. De heer Tazelaar vraagt waarom de subsidieregeling nog maar 10% van de kosten dekt. Hij vraagt waarom het zo moeilijk is om een herziening van de regeling van de compensatie en begeleidingskosten op één lijn te krijgen. Het blijkt dus dat niet iedereen dezelfde kosten heeft. Er wordt gesproken over schrijnende gevallen; die zijn er zat. Hij stelt voor om de legeskosten bij funderingsherstel te schrappen voor iedereen, dus niet alleen voor de schrijnende gevallen. Wethouder Kamsteeg antwoordt dat het aantal herstelmeldingen niet sneller is gegaan dan verwacht, maar in de afgelopen twee jaar zijn wel veel bouwvergunningen afgegeven. Dan ben je er nog niet, maar de verruiming van de subsidieregeling heeft wel geholpen. Het overgrote merendeel kan nu het gehele bedrag lenen. Het gaat anderzijds nooit snel genoeg, maar het is een lastig proces. De heer Staat merkt op dat het voor het ministerie om gereed gemelde huizen gaat.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
24
Wethouder Kamsteeg antwoordt dat dit tot 2010 kan lopen, en als dat niet haalbaar is ontvangt de gemeente de subsidie niet. De subsidieregeling is al een paar keer verlengd. Met betrekking tot de cascoschade merkt hij op dat gereedmelden verplicht is gesteld in de verordening. Dat is een subsidievoorwaarde, en als dat niet gebeurt kun je overwegen een korting toe te passen. Dat heeft overigens nog niet plaatsgevonden. Een aantal mensen laat dat om allerlei redenen na, en de gemeente wil dat wel graag weten. Bij cascoherstel gaat er vaak een poos overheen en dan wordt het wel eens vergeten. Het is een kwestie van voorlichting; de gemeente is er niet op uit om subsidie te korten. Categorie overig, 81 woningen bestaat uit 37 overige redenen en 44 herstelkosten. De reden van stagnatie is vaak een financieel probleem, maar dit is toch een aparte categorie. Monitoring kan uiteraard langer doorgaan, maar of het zinvol is moet een bewoner zich afvragen. Als iemand vindt dat hij als eigenaar van de woning langer bij wil houden hoe het staat met het pand staat hem dat vrij, maar niet op kosten van de gemeente. Gedurende drie tot vijf jaar betaalt de gemeente die kosten. De kosten bleven de afgelopen drie jaar onder de 50.000 euro. In 2003/2004 werd nog gedacht dat de kosten naar 70.000 euro of hoger zouden gaan; op dat moment zijn de leningsmogelijkheden verruimd. Mevrouw Ruisch verwijst naar de tekst op blz. 6 waarop de opmerking is gebaseerd. Wethouder Kamsteeg spreekt zijn twijfels daarover uit. In 2004 gaat het om een beperkt aantal woningen; daar is de berekening misschien wel gedaan op basis van de ramingen en daarna op basis van de werkelijke kosten, en dat veroorzaakt soms ook verschillen. De kosten zijn gemiddeld op dit niveau gebleven. De cascoherstelkosten zijn volgens hem gemiddeld niet zo hoog; die blijven rond de 50.000 euro. Maar als je er mee te maken krijgt is het natuurlijk heel veel geld. De heer Schalken merkt op dat nu ook grotere blokken worden hersteld, die daardoor gemiddeld misschien wat goedkoper uitvallen. Wethouder Kamsteeg merkt op dat de omvang en de zwaarte van de woningen in Dordrecht hoger is dan in andere funderingsherstelgemeenten. Als de projectstatus zou worden opgeheven of versmald, wordt dat vooraf aan de raad voorgesteld. Er wordt gewaarschuwd om geen kennis verloren te laten gaan. Het grondwaterproject wordt een apart plan; dat is ook een andere tak van sport. De meeste onderzoeken in dit project zijn gedaan, en dan gaat het enkel nog om subsidieverstrekking. De bemoeienis van de gemeente is gering geworden en dat was ook de afspraak. De ambtelijke kosten zijn veel hoger uitgevallen dan de bedoeling was, die hadden nu al lang op nul moeten staan. Ook aan begeleiding zit een grens. Soms heeft de gemeente aanvullend wat gedaan en soms moeten mensen zelf wat bijbetalen; het hangt er ook van af hoe snel het gaat. Er is een genormeerd bedrag per woning voor vastgesteld en daar moet het wat hem betreft voor gedaan worden. Het belang wordt echt bij de eigenaren van de woningen gelegd. Wanneer de projectstatus kan worden opgeheven staat nu op een laag pitje, maar hij denkt dat die op een gegeven moment wel kan worden bestendigd, maar dan in de sfeer van subsidieverstrekking. Op blz 8 staat iets over stadsvernieuwing, zij het in beperkte mate. Op de Sint Jorisweg wordt nog steeds aan het verkenningsproces gewerkt van sloop en nieuwbouw. De Rotterdamwet is niet van toepassing in Dordrecht, zo is hem gebleken. De insteek daarvan is een sociaal-economische in wijken van een substantiële omvang, van minimaal 5.000 tot maximaal 15.000 woningen, met een x aantal mensen met een uitkering, niet zijnde van corporaties. Dan kun je zo'n wijk voor een bepaalde periode aanwijzen tot een “bijzondere aanpak gebied”. Dordrecht kan die wet dus niet gebruiken. Hij hoopt dat de Sint Jorisweg uiteindelijk een succes wordt, zodat er een positief voorbeeld ontstaat. De begeleiding wordt dus wat het college betreft niet versterkt. Hij verwijst naar de brief van het college aan de BVFP. Grondwaterherstel. De raad heeft besloten tot een pilotproject; of dat robuust is, weet hij niet, maar er wordt een project gestart waarbij de gemeente de verantwoordelijkheid voor het publieke deel neemt. Schrijnende gevallen zijn er absoluut, zowel financieel als sociaal. Soms kun je met vangnetachtige constructies iets doen, maar als het gaat om afwijken van de reguliere kredietverstrekking mag dat uiteindelijk niet leiden tot een groot risico voor de gemeente. Het is wel de bedoeling dat de lening wordt terugbetaald. Soms kun je er gewoon niets aan doen. Wat bewoners die in de monitoring zitten en niets meer horen betreft: dat hoort niet. Volgens hem wordt de fase afgesloten met een rapport; hij adviseert de betreffende bewoners om aan de bel te trekken als het fout is gegaan. Met betrekking tot de
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
25
regeling in de toekomst weet hij nog niets; het financiële overzicht komt nog. De raad had 30 miljoen beschikbaar gesteld; tweederde daarvan is inmiddels uitgegeven. Omdat meer mensen gaan lenen, wordt dat bedrag overschreden. De subsidieregeling is eindig en loopt af in de volgende raadsperiode; dan wordt de balans opgemaakt van tien jaar funderingsherstel en zal duidelijk worden hoe het staat met eigenaren die niet tot herstel zijn overgegaan. Dat bewoners tegen elkaar opgezet worden door begeleidingsbureaus is hem niet zo geworden. Er wordt regelmatig met de bureaus overlegd. Klachten moeten worden gemeld. Ze doen goed hun best, bij zijn weten. De heer Schalken geeft nogmaals aan dat zijn fractie wil weten hoe het loopt; hij wil er iets over teruglezen in de volgende evaluatie. Wethouder Kamsteeg bekijkt of enige daar aandacht aan kan worden besteed. Panden op staal worden niet in de monitoring opgenomen, tenzij in een blok met houten funderingen. De gemeente gaat zich voorlopig niet bezighouden met problemen van andere aard. Dat geldt ook voor de nieuwere wijken; die worden in dit project niet meegenomen. Vertraging bij bouwen en wonen zit niet in capaciteit, maar soms wordt er een nieuwe herstelmethode gepresenteerd en dat vergt onderzoek. Soms moet je het experiment aangaan; er wordt heel innovatief gewerkt in deze stad. Soms moet je het gewoon proberen, als het constructief gezien maar deugdelijk lijkt. De raad heeft er totnogtoe in meerderheid er niet voor gekozen om de subsidie te verhogen of anderszins; het college doet daar ook geen voorstel toe. De heer Schalken vraagt of de begeleidingsbureaus de panden niet gereed moeten melden. Wethouder Kamsteeg antwoordt dat de vergunninghouder dat moet doen. Per blok wordt vaak 1 vergunning aangevraagd, meestal door de aannemer, maar gereedmelden gebeurt dan niet. Het is onvoldoende in beeld bij iedereen. De heer van Wensen merkt op dat de meeste mensen een financieel probleem hebben. Herstel wordt af en toe met de grootste wanhoop gerealiseerd, en daardoor komen ze financieel in problemen. Ze moeten andere dingen laten om de lening af te kunnen lossen; eigenlijk kan dat niet. De gemeente moet terug naar 40% subsidie van de totale kosten; dat is een noodzaak. Het ontwerpbesluit kan ter kennisgeving naar de raad. De voorzitter sluit de vergadering.
Verslag Adviescommissie 12 juni 2007
26