VERSLAG STREEKDEBAT Naam organisatie: Naam contactpersoon: Functie: E-mail contactpersoon:
Unizo Axel Ronse Directeur Unizo Zuid-West-Vlaanderen
[email protected]
Datum streekdebat:
I.
Algemene indruk tijdens het debat
De tekst die op het streekcongres van 19 december zal voorliggen moet zeer concreet geformuleerde streekgebonden uitdagingen bevatten. Per uitdaging moeten een aantal eerste, voorzichtig geformuleerde aanzetten gegeven worden die een collectieve (gemeentebesturen, provincie en sociale partners) aanpak op die uitdaging formuleren. Idealiter worden op het streekcongres geen keuzes gemaakt tot manier van actie maar wordt een debat ten gronde gevoerd over de uitdagingen waar onze streek voor staat en de actieradius van dit collectief om ze aan te pakken. Dat is ook de finaliteit van onderstaande beschouwingen.
II.
Beoordeling van de uitdagingen
Het is van belang op te merken dat diverse uitdagingen provinciaal van aard zijn en dat een rechtstreeks gekozen bestuur de meest gerede partij is om de regie en aanpak van die uitdagingen op zich te nemen. Dit uiteraard op periodieke basis afgestemd en gestuurd door het collectief aan sociale partners en lokale beleidsmakers verenigd in het RESOC.
1
III.
Beoordeling van de ambities
Één voor één lovenswaardige ambities maar de vraag is in welke mate dergelijke ambities ons onderscheiden van andere regio’s in Vlaanderen. Deze moeten worden gespecificeerd en ‘verzuidwestvlaamst’. Het moet gaan om waarin we willen excelleren. Hierbij een eerste aanzet. 1. Wervende regio • Voor hoger opgeleiden en ondernemers die excelleren in de ‘maakeconomie’. Zuid-WestVlaanderen moet de ambitie hebben om op mondiaal niveau te worden erkend als de ‘valley of creation’. • Een intelligente regio die realistisch is wanneer het gaat om uitbesteding van productieprocessen maar dermate interessant is als vestigingsplaats voor assemblage (in het bijzonder hoogtechnologische) en productontwikkeling. • Maar ook een wervende regio voor jonge creatieve en ondernemende mensen die betaalbaarheid en economische kansen opzoeken ingebed in een eigentijdse leefbare en centraal gelegen omgeving. 2. Duurzame regio. Duurzaamheid is terecht een modewoord geworden dat wellicht in elk streekpact zal worden opgenomen. Maar zonder concrete streekeigen invulling wordt het een holle term die op basis van organisch gegroeide acties tot quasi onmeetbare resultaten leidt. Ook hier moet concreet worden aangegeven op welk vlak we inzake duurzaamheid willen excelleren. Het moet gaan over de omgang met menselijk kapitaal, over mobiliteit, ruimte en energiebeleid. • Wat mobiliteit betreft zit reeds een goeie aanzet in de ontwerp tekst vervat inzake het watertransport, ook de klassieke angels moeten onderwerp worden van een breed regionaal mobiliteitsdebat (op –en afritten complex Waregem, ring Anzegem, Hoog Kortrijk, problematiek vrachtverkeer op zondag naar Noord-Frankrijk, luchthaven Wevelgem, leefbaarheid Bissegem,...) • Wat energie betreft moeten we de beschikbare ruimte voor initiatieven rond hernieuwbare energie concreet identificeren en maximaal benutten. De private sector moet hier maximaal kansen krijgen. Naast enge visie op energie moet ook ruimer kader met onder meer waterzuivering (vlakwa) verder worden uitgebouwd. • Wat betreft ruimte moeten we inzake industrie inzetten op reconversie en intelligent (met aandacht voor context mobiliteit) aansnijden van nieuwe terreinen. Inzake reconversie moet Vlaanderen de bestaande steunmaatregelen op maat van familiale ondernemingen uitwerken. Vaak komen ze niet in aanmerking voor middelen zoals bijvoorbeeld uit het Brownfield convenant terwijl ze gezamenlijk instaan voor het overgrote deel van tewerkstelling en fiscale inkomsten. Deze aanpak moet over ganse levenscyclus onderneming worden doorgetrokken. Maar evenzeer moeten de historische fouten rond distributiebeleid worden erkend en rechtgezet waar dat nog mogelijk is. • En wat menselijk kapitaal betreft moet maximaal worden ingezet op het begeleiden en doorstromen van kansengroepen. Telkens vanuit een specifieke Zuid-West-Vlaamse insteek. Ook duurzaamheid inzake economisch weefsel is van cruciaal belang. De kracht van onze streek is het uitgesproken familiaal karakter van ons economisch weefsel, dat moet we waarborgen en het aspect overname is daarin cruciaal.
2
3. Een warme regio. Wellicht heeft elke regio de ambitie om warm een zorgzaam te zijn. Ook hier moet concreter worden uitgedrukt waarin Zuid-West-Vlaanderen wil en kan excelleren. • De regio kent een groot aantal faillissementen. Armoede bij ondernemers is en blijft een taboe dat moet worden doorbroken. • Een warme regio betekent ook een aangename regio. De markten en pleinen in onze steden en gemeenten liggen er na 19u. te vaak doods en verlaten bij. Dat komt door de systematische delokalisering van diensten en detailhandel uit de kernen. Dit fenomeen moet enerzijds worden gestopt en anderzijds moeten de effecten ervan gecoördineerd worden aangepakt.
IV.
Beoordeling van de doelstellingen
Hierbij beperken we ons voorlopig tot een lijst aanvullende punten en overtuigingen die zeker moeten worden toegevoegd. We herhalen de terechte punten zoals bijvoorbeeld fabrieken voor toekomst, samenwerking kennisinstellingen, versterking onderwijs & onderzoek, sensibilisering basisonderwijs, en nood aan samenwerking met kunstwereld niet. Wat ons betreft zijn dit inderdaad één voor één heel terechte actiepunten. 1. Veiligheid: Chronische en bijzonder gewelddadige grenscriminaliteit moet worden aangepakt. • Dat vereist een grondige uitbreiding van de akkoorden van Doornik. Eventuele unilaterale ‘nons’ van Franse kant mag onze beleidsmakers niet ontslaan om hun verantwoordelijkheid in deze te blijven nemen. • een grensoverschrijdend (en ook politie zone overschrijdend) veiligheidsplan: gecoördineerde inzet van camera’s,uitbreiding hold up knop, versterken BIN netwerken . Veel meer dan de gefragmenteerde aanpak die de laatste jaren wordt gevoerd (cf. acties in Menen) • Daarnaast moeten ondernemers maximaal en heel pro-actief worden ondersteund met allerlei maatregelen ter preventie van. • Ook PPS formules waarbij lokale besturen tussenkomen in kosten voor erkende bewakingfirma’s die worden ingezet in handelszones en op bedrijventerreinen moeten worden opgestart.
3
2. Talent: De context is onze uiterst krappe arbeidsmarkt. • Er moet verder worden ingezet op de kansen die de Waalse en Franse arbeidsmarkt bieden. • Meer bepaald moeten ondernemers zich kunnen bedienen van steunmaatregelen zoals IBO bij het tewerkstellen van Franse en Waalse arbeidskrachten. • Het job-aanbod in onze streek moet gericht worden gepromoot in die regio’s en voortaan ook daarbuiten (aantrekken van hoger opgeleiden en technische profielen uit bv. Spanje en Portugal) . • Eigen potentieel aan werknemers moet maximaal worden klaargestoomd via sociale economie voor reguliere arbeidsmarkt.
3. Ruimte: • Gezonder evenwicht tussen enerzijds plan-economische doelstellingen en anderzijds concrete korte termijn economische behoeften moet worden gerealiseerd. Daarom is het van cruciaal belang dat ondernemersorganisaties structureel betrokken worden bij de keuze van ontwikkeling van terreinen alsook bij het opstellen van vestigingscriteria. • Regio moet ook realistisch zijn. Competitiviteit naar grondprijzen met Frankrijk en Wallonië zit niet goed en zal ook niet goed worden. Er mag geen verloren strijd worden gevoerd. • Inzetten op vooral assemblage en toejuichen indien productie zich wil komen vestigen door flexibele vestigingscriteria. • Momenteel helemaal geen klantvriendelijk onthaalbeleid voor ondernemers die zich in regio willen vestigen. Gemeenten en steden moeten zich hierin herpakken en inschrijven in provinciaal geregisseerde initiatieven. • Logistieke ruimte mag niet worden afgeschreven. Alleen inzetten op productie of assemblage zonder logistieke ruimte te voorzien is onverstandig. Bedrijven hebben ruimte nodig om grondstoffen en afgewerkte producten op te slaan. Het één gaat gepaard met het ander. Eventueel wat logistiek betreft nabijgelegen beschikbare ruimte in andere regio’s inventariseren.
4
4. Starters: • Regionaal pact rond starters sluiten en inschrijven in provinciaal geregisseerde strategie tot aantrekken en ondersteunen van starters. • Starters zouden kunnen worden vrijgesteld van opcentiemen onroerende voorheffing gedurende eerste 5 jaar. • Gericht actieplan rond overname van familiebedrijven opzetten en hiaten registreren rond detailhandel/aantrekken van detailhandelaars 5. Dienstverlening ondernemers: Maximaal de regie voorzien vanuit rechtstreeks verkozen entiteiten en waar mogelijk de uitvoering ‘détacheren’ naar de gepaste actoren (VOKA, UNIZO, Syntra West, hogescholen..). Geen kansen verliezen is de boodschap. 6. Sterke Besturen : Strategisch beleid en gezamenlijke acties worden best maximaal gevoerd vanuit rechtstreeks verkozen entiteiten. Nu zit echte beslissingskracht te vaak bij getrapt gekozen entiteiten. WestVlaanderen en zeker Zuid-West-Vlaanderen kennen geen grootsteden. Rechtstreeks verkozen provinciaal bestuur is daarom meest gerede regisseur inzake samenwerkingen. 7. Eurometropool: Politiek niveau: Noodzakelijk dat er een formeel vehikel is omtrent grensoverschrijdende actieradius. Finaliteit: Hindernissen die grenzen impliceren zoveel als mogelijk wegwerken. Agentschap: is idealiter een voor de buitenwereld onzichtbare structuur die faciliteert en in contact brengt op niveau van de diverse actoren. Finaliteit: valoriseren van het aanwezig potentieel uit de ganse grensregio in elke regio cf. branding. Via de diverse partners (actoren) moet het netwerk dat door het agentschap wordt onderhouden en opgebouwd ook ontsloten worden voor individuele ondernemers. Forum: noodzakelijk dat er periodiek overleg is tussen sociale actoren. Moet echter gericht en concreet worden gerealiseerd met duidelijk onderscheid tussen prioriteiten op korte termijn (Quick Wins) en prioriteiten op lange termijn. Finaliteit: elkaar kennen en gezamenlijke acties ondernemen op niveau van de leden zelf
V.
Conclusies bij dit ontwerp Streekpact: /
__________________________________________________________________________________
5