VERSLAG VAN DEN STAAT
DER
MIDDELBARE EN MERE SOREN IN HET
HI M 44 94)
44
OVER
1870 1871.
Etk
INLEIDING. Evenmin als de beide vorige heeft dit verslag aanleiding gegeven tot algemeene beschouwingen. Vorm en indeeling hebben slechts geringe verandering ondergaan : bij n Middelbaar onderwijs " is hetgeen aangaande de n Middelbare scholen voor meisjes" viol to vermelden , in een afzonderlijk onderdeel , sub letter e, opgenomen ; uit de rubriek » Onderwijs bij de zee= en landmagt " is § 8 van het vorig verslag Opleiding van kadets bij het corps mariniers to Amster darn " weggevallen , aangezien die inrigting, krachtens Koninklijk besluit van 22 Julij 1871 , n°. 27, werd opgeheven , met bepaling dat de kadets voortaan , als adelborsten der 3de klasse zouden worden geplaatst bij het Koninklijk Instituut voor de marine to Willemsoord om aldaar voor de betrekking van officier bij het corps mariniers to worden opgeleid. Dit verslag sluit zich overigens geheel bij het voorgaande aan. Wat betreft het lager en de meeste inrigtingen van middelbaar onderwijs loopt het over het burger4jk jaar 1670 ; wat het hooger onderwijs en de overige inrigtingen aangaat over het studiejaar 1 September 1870 tot 31 Augustus 1871.
Van derustende hoogleeraren is den 6den Februarij op 91jarigen leeftijd overladen dr. W. A. VAN HENGEL, nadat hij , tot in zijne laatste ziekte , rusteloos werkzaam was gebleven voor de theologische wetenschap. Aan den hoogleeraar J. H. STUFFKEN viel op 14 Maart on aan den hoogleeraar C. G. COBET op 20 Junij 1871 het voorregt to beurt, hunne vijf en twintigjarige ambtsvervulling to mogen herdenken. Met het elude van den cursus verkreeg de hoogleeraar J. H. STUFFKEN wegens 70jarigen leeftijd het emeritaat. Bij Koninklijk besluit van 30 December 1870 werd tot buitengewoon hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde aan de hoogeschool to Utrecht benoemd dr. TH. W. ENGELMANN. Hij aanvaardde zijne betrekking op 20 Maart 1871 ,na het uitspreken eener redevoering over » de ont-
wikkeling der leer van den bouw en het leven der organisrnen". Op 23 Januarij 1871 Teed daze hoogeschool een treffend verlies door het overlijden van dr. F. A. W. MIQUEL hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuurkunde. In zijne plaats werd bij Koninklijk besluit van 13 Februarij 1871 benoemd dr. N. W. P. RAUWENHOFF, vroeger lector aan de klinische school to Rotterdam , die zijne betrekking op 21 April 1871 aanvaardde , na het uitspreken eener redevoering over » de tegenwoordige rigting en beteekenis der
plantenphysiologie, uit hare geschiedenis toegelicht".
HOOGER ONDERWIJS. § 1. HOOGESCHOLEN TE LEIDEN , UTRECHT EN GRONINGEN. a. Collegien van curatoren. Het collegie van curatoren aan de hoogeschool to Leiden onderging een gevoelig verlies door het overlijden, in October 1870, van zijnen voorzitter , mr. J. A. baron VAN DER HEIM VAN DUIVENDIJKE. De hoogeschool verloor in hem een bekwaam bestuurder, die hare belangen met de hem eigene naauwgezetheid behartigde. In zijne plaats werd , bid Koninklijk besluit van 24 January 1871 , tot curator benoemd mr. E. J. A. graaf VAN BYLANDT , die ook vroeger doze betrekking had bekleed , doch haar in 1862 heeft nedergelegd , ten gevolge van zijne benoeming tot de daarmode onvereenigbare betrekking van lid van den Raad van State. In het personeel der curatoren van de hoogescholen .te Utrecht en to Groningen is geene verandering gekomen. b. Personeel der hoogleeraren. De hoogleeraar aan de hoogeschool te Leiden , J. DE WAL verkreeg op zijn verzoek , gegrond op den min gunstigen toestand zijner gezondheid, eervol ontslag. In zijne plaats werd tot hoogleeraar in de faculteit der regtsgeleerdheid benoemd mr. A. E. J. MODDERMAN, professor aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam. Daze aanvaardde zijne betrekking op 18 Maart 1871 , na, eene redoveering over n de methode der wetenschap van het strafregt".
Aan de hoogeschool to Groningen overleed op 29 Mei 1871 de hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde F. Z. ERMERINS, en bij Koninklijk besluit van 13 Junij 1871 werd aan den hoogleeraar in de faculteit der wis- on natuurkunde H. C. VAN HALL , op zijn verzoek, eervol ontslag verleend , op grond van 70jarigen leeftijd. Bij Koninklijk besluit van 5 Mei 1871 word dr. P. DE BOER , leeraar aan do hoogere burgerschool to Amsterdam , benoemd ter vervanging van den hoogleeraar VAN HALL; de plaats van den hoogleeraar ERMERINS werd vervuld door de benoeming van dr. H. W. MIDDENDORP , lector in de faculteit der geneeskunde aan daze hoogeschool, bij Koninklijk besluit van 15 Julij 1871. Van de aanvaarding hunner betrekking, in het studiejaar 1871/72, zal in het verslag over dat tUdvak melding worden gemaakt. C. Beschouwingen over het onderwys. Als bijlage A is bij dit verslag gevoegd eene tabel , aanwijzende de collegien , gedurende den cursus 1870/71 door de verschillende hoogleeraren gegeven , alsmede het getal toehoorders. Bovendien volgen hier nog eenige bijzonderheden , de onderscheiden faculteiten betreffende. Faculteit der godgeleerdheid.
Leiden. De hoogleeraar J. H. SCHOLTEN zette ditmaal de collegien over de geschiedenis der godsdienst en wijsbegeerte, gedurende den cursus 1868/69 gehouden , voort en behandelde verder de dogmatiek. Behalve over de algemeene kerkgeschiedenis gaf de hoogleeraar L. W. E. RAUWENHOFF collegien over de encyclopaedie en methodologie der godsdienstwetenschap. Even als in den vorigen cursus behandelde de hoogleeraar A. KUENEN de Christelijke zedekunde ; voorts do geschiedenis van de Israelitische godsdienst en de bijbelsche•geschiedenis. De hoog ♦
ieeraar PRINS vervolgde de behandeling der exegese en kritiek van het Nieuwe Testament en de praktische godgeleerdheid , bestaande in de behandeling van de homiletiek en liturgiek en in praktische oefeningen , zoowel catechetische als homiletische. Hij hield bovendien een privatissimum , dat door een tiental studenten werd bijgewoond. Al de lessen werden in de nederlandsche taal gegeven. Gerespondeerd werd op de collegien van den hoogleeraar PRINS, nu en dan ook op die van den hoogleeraar SCHOLTEN. Utrecht. De collegien bleven bijkans onveranderd. De hoogleeraar DOEDES verwisselde dat over de hermeneutiek met een collegie over tekstkritiek van het Nieuwe Testament. Het collegie over de inleiding in het Oude Testament , gedurende den cursus 1869/70 door den hoogleeraar DE JONG gegeven, bleef ditmaal achterwege. Op de collegien van de hoogleeraren VAN OOSTERZEE en DE JONG werd gerespondeerd. Door den hoogleeraar TER HEAR werden oratorische , door den hoogleeraar DOEDES catechetische Defeningen gehouden. De hoogleeraar VAN OOSTERZEE hield , behalve responsien , ook homiletische oefeningen. Bij al de lessen werd de nederlandsche taal gebruikt. Groningen. De eenige verandering, bier to vermelden , is dat de hoogleeraar DIEST LORGION de exegese en de hermeneutiek van het Oude Testament , in den vorigen cursus vereenigd , ditrnaal in twee afzonderlijke collegien heeft behandeld. Al de collegien werden in de nederlandsche taal gegeven , en op alle werd gerespondeerd.
Faculteit der regtsgeleerdheid. Leiden. De collegien waren dezelfde als in den vorigen cursus. Die van den hoogleeraar DE WAL werden , sedert 22 Maart 1871 , door zijn opvolger , den hoogleeraar MODDERMAN voortgezet. Op alle collegien werd de nederlandsche taal gebezigd ; op alle hadden responsien plaats behalve op die van de hoogleeraren BUYS en VISSERING en op dat over de encyclopaedie van het regt door den hoogleeraar MODDERMAN gegeven. Voor het door den hoogleeraar VAN BONEVAL FAURE aangekondigde pleitcollegie ontbrak voldoende deelneming. Utrecht. In de collegien kwam weinig verandering. Voor dat over burgerlijke regtsvordering van den hoogleeraar FRUIN werd een collegie over de nederlandsche regterlijke inrigting en burgerlijke regtspleging in de plaats gesteld. Het collegie over staats- en administratief regt en volkenregt werd in tweeen gesplitst. De nederlandsche taal werd door alto hoogleeraren bij hunne lessen gebruikt. Responsien hadden Diet plaats. Op de collegien van den hoogleeraar VREEDE werden schriftelijke oplossingen van regtsvragen gegeven. De hoogleeraar QUACK leidde met de hoogleeraren DE GEER en FRUIN disputatien op de juristen debating-club. Groningen. Het collegie over het volkenregt van den hoogleeraar TELLEGEN trad weder in de plaats van dat over de statistiek. Overigens was er geene verandering in de lessen , die alle in de nederlandsche taal werden gegeven. Op alle word gerespondeerd ; doch bij die over burgerlijke regtsvordering weinig. De dispuutcollegien , onder do leiding van den hoogleeraar GRATAMA, werden Diet zoo geregeld gehouden als in vorige jaren. Na de Paaschvacantie werd onder praesidium van den hoogleeraar TELLEGEN een debating-club opgerigt, bestaande uit studenten van alle faculteiten , waar om de veertien dagen stellingon worden verdedigd.
Faculteit der geneeskunde. Leiden. In de lessen van de hoogleeraren BOOGAARD en SURINGAR is geen verandering gebragt. Het collegie over de ontleedkunde van den mensch van den hoogleeraar ZAAIJER werd vervangen door dat over beschrijvende ontleedkunde on ontwikkelingsgeschiedenis. De hoogleeraar
voegde aan zijn collegie over physiologie , praktische oefeningen in physiologie en rnikroskopische anatomie toe. De lessen over kliniek polikliniek en pharmacodynamiek van den hoogleeraar EVERS vervingen het collegie over bijzondere therapie. De afzonderlijke collegien over theoretische en praktische chirurgie van den hoogleeraar ?OLANO werden vereenigd tot ddn collegie. De hoogleeraar DOIJER zette het in den vorigen cursus aangevangen collegie over oogheelkunde voort. De hoogleeraar SIMON THOMAS breidde het getal zijner collegien uit met een over de praktische verloskunde; daarentegen verviel dat over genees- en heelkundige polikliniek. 14 studenten volgden ook nu weder de geneeskundige vrouwenkliniek van den hoogleeraar SURINGAR. Alle lessen werden in de nederlandsche taal gegeven. Bij alto werd gerespondeerd, behalve bij die van den hoogleeraar SURINGAR over de algemeene geneesleer. HEYNSIUS
Utrecht. De collegien van de hoogleeraren VAN
GOUDOEVER
dezelfde. De hoogleeraar DONDERS kon zijne aangekondigde collegien in weefselleer en physiologie , wegens overmaat van arbeid niet geven. Het collegie over pathologische'ontleedkunde van den hoogleeraar KOSTER bleef dit jaar achterwege. De hoogleeraar LONCQ breidde zijne collegien van den vorigen cursus uit met een over de geneeskundige kliniek en polikliniek. Het collegie over gynaekologie van den hoogleeraar HALBERTSMA werd gesplitst in een praktisch en een theoretisch ; dat over de verloskundige diagnostiek werd vervangen door een collegie over de leer der verloskundige operation. Behalve de ook in den vorigen cursus gehouden oefeningen in experimentele physiologie gaf de hoogleeraar ENGELMANN collegien in histologic en physiologische scheikunde. De lector BRONDGEEST verwisselde het collegie over dierlijke warmte met een over de electrotherapie. De oefeningen in voedingsleer werden door den hoogleeraar DONDERS in vereeniging met den hoogleeraar ENGELMANN geleid. Onder de leiding van den hoogleeraar KOSTER bleef het studentengezelschap: » Medici naturae studiosi" , dat 20 laden telt , aan zijne bestemming beantwoorden. Bij alle lessen werd van de nederlandsche taal gebruik gemaakt. Bij alle werd gerespondeerd, behalve bij die over de leer der zintuigen van den hoogleeraar DONDERS. en VAN DER LITH bleven
Groningen. De hoogleeraar ERMERINS gaf gedurende het grootste gedeelte van dozen cursus lessen over inwendige kliniek en over pathologische anatomie. Na zijn overlijden verwisselde zijn opvolger , do hoer MIDDENDORP, eerstgenoemde les met ontleedkundige oefeningen op het l ijk. Het collegie over histologic werd dit jaar gegeven door den hoogleeraar HUIZINGA , die overigens dezelfde lessen gaf. De hoogleeraar JANSEN bepaalde zich ditmaal tot heelkundige kliniek ; zijne vroegere lessen bleven onveranderd. De collegien van den hoogleeraar ROSENSTEIN werden uitgebreid met die over inwendige kliniek , geregtelijke geneeskunde en over de werking der geneesmiddelen bij zieken die van den hoogleeraar SANGER met een over geneeskundige politie. De nederlandsche taal werd bij alle lessen gebezigd , met uitzondering van die over de geregtelijke geneeskunde, waarbij de hoogleeraar ROSENSTEIN gebruik maakte van de hoogduitsche taal. Aileen .bij het klinisch onderwijs werd gerespondeerd. De hoogleeraar HUIZINGA. leidde nog oefeningen in praktische physiologisehe scheikunde en mikroskopie.
Faculteit der wis- en natuurkundige wetenschappen. Leiden. De hoogleeraar BIERENS DE HAAN verving zijn collegie over goniometrie en vlakke driehoeksmeting on dat over waarschijnlijkheidsrekening door lessen over planimetrie en over differentiaal-vergelijkingen ; de hoogleeraar VAN GEER dat over theoretische, door een over analytische mechanica ; de hoogleeraar RIJKE het afzonderlijk collegie over de optica d'oor een over de warmte. Het collegie over pharmacie van den hoogleeraar VAN DER BOON MESCH bleef achterwege-. De vroeger door den hoogleeraar KAISER afzonderlijk ge-. geven collegien over theoretische en praktische sterrekunde
3 waren ditmaal vereenigd. 'De loogleeraar SELENKA breidde zijn collegie uit met een over anthropologic. De hoogleeraar KAISER leidde dagelijksche oefeningen in sterrekundige waarnemingen ; de hoogleeraar SELENKA. zobtomische en vergelijkend anatomische oefeningen ; de hoogleeraar SUROTGAR praktische oefeningen in de mikroskopie. De hoogleeraar 4%, AN DER BOON MESCH gaf nu weder aan studenten gelegenheid om zich to oefenen in qualitative en quantitaiive chemische onderzoekingen , waarvan door 6 studenten en 4 , pharmaceuten werd gebruik gemaakt. Het door dezen hoogleeraar gegeven industrie-collegie word door 276, zijn ondorwijs in de landhuishoudkunde door 200 belangstellenden gevolgd. Al de lesSen werden in de nederlandsche taal gegeven , met uitzondering van die van den hoogleeraar SELENKA., die daarmede wel was begonnen , maar ze, op eenstemmig verlailgen zij ner toehoorders, in de hoogduitsche taal heeft voortgezet. Eti de meeste lessen werden responsien gehouden. Utrecht. De hoogleeraar HOEK verving het collegie over populaire sterrekunde door een over wiskunde; de hoogleeraar MULDER die over physiologische scheikunde en pharmacie door collegien over organische scheikunde en elementen der scheikunde. De collegien over integraal- on difff rentiaal -vergelijkingen van den hoogleeraar GRIMM, over analytische mechanics en theoretische scheikunde van den hoogleeraar BUYS BALLOT, over de leer der medicinale en vergiftige planten , over geologie en over de beginseIen der mineralogie van wijlen den hoogleeraar Mom, bleven achterwege , even als dat van den emeritushoogleeraar VAN REES over da undulatie-theorie van het licht. Bij al de lessen word van de nederlandsche taal gebruik gemaakt. De hoogleeraar BUYS BALLOT hield van tijd tot tijd , de hoogleeraar VAN KERCKHOFF Op al zijne collegien responsien. De hoogleeraar HARTING hield praktische oefeningen met studenten in het laboratorium voor vergelijkende ontleedkunde, en deed met laden van Natura dux Nobis et auspex" natuur-historische excursion. De hoogleeraar RAUWENROFF leidde praktische oefeningen in den hortus ; de hoogleeraar MULDER oefeningen in het scheikundig laboratorium.
RUTGERS over hebreeuwsche taalkunde en hebreeuwsche oudheden en het cursorisch collegie over het Oude Testament, welke in de latijnsche teal werden gegeven. Gorespondeerd werd op alle collegien behalve op die van de hoogleeraren DOZY en FRUIN en op dat over vergelijkende taalstudie van den hoogleeraar KERN.
Utrecht. In de verschillende collegien had weinig ,verandering plaats. Die over het chaldeeuwsch en syrisch van den hoogleeraar DR JONG en over de geschiedenis der wijsbegeerte van den hoogleeraar OPZOOMER werden dit jaar niet gegeven. Ook is het aangekondigd collegie over romeinsche historiographie van den hoogleeraar ROVERS niet gehouden wegens het goring getal candidaten in de letteren. De hoogleeraar DE JONG voegde aan zijne colle' gien over hebreeuwsche en arabische taal de behandeling der letterkunde toe. De hoogleeraar ROVERS behandelde de oude geschiedenis en antiquiteiten in het lagjn ; bij alle overige lessen werd van de nederlandsche taalgebruik gemaakt. De hoogleeraren BRILL en OPZOOMER lieten op hunne collegien niet responderen ; de hoogleeraar ROVERS alleen op dat over de romeinsche antiquiteiten. Op de collegien der hoogleeraren VAN HERWERDEN en DE JONG werd gerespondeerd , behalve op die over grieksche en hebreeuwsche oudheden. Onder de leiding van den hoogleeraar BRILL, in vereeniging met den hoogleeraar QUACK, werden in de vereeniging n Arti et litteris " discussien gehouden.
,
Groningen. De collegien over krigtallographie en beginselen der delfstofkunde van den hoogleeraar SALVERDA en over hoogere botanic van den hoogleeraar VA! HALL werden niet gegeven. De hoogleeraar MODDERMAN gaf een nieuw collegie over mineralogie. Bij alle lessen werd de nederlandsche taal gebezigd. Op de collegien van den. hoogleeraar MEES werd zelden gerespondeerd ; de hoogleeraar VAN HALL bestemde daarvoor elke week don uur. De hoogleeraar MODDERMAN leidde dagelijks praktische oefeningen in het scheikundig laboratorium , en eons in de veertien dagen eon dispuutcollegie over scheikunde. De hoogleeraar VAN HALL deed , van April tot Junij*, elks week botanische excursion met de studenten. De hoogleeraar ENSCHEDE gaf gelegenheid tot oplossing van vraagstukken ; de hoogleeraar MEES hield gedurende twee uren 's weeks praktische oefeningen in physica. Voor de door den hoogleeraar VAN HALL aangekondigde lessen in de landhuishoudkunde aan de hoogeschool hadden zich geene hoorders aangemeld. Ike openbare, gratis gegeven , lessen over de landhuishoudkunde voor niet-studerenden zijn geregeld gehouden voor 20 tot 25 toehoorders.
Faculteit der bespiegelende wijsbegeerte en letteren. Leiden. De collegien over Grieksche oudheden van den hoogleeraar PLUYGERS en over paedagogiek van den hoogleeraar CORET werden dit jitar niet gegeven. De hoogleeraar DE VRIES breidde zijne collegien uit met een over de letterkunde der 17de eeuw; de hoogleeraar DOZY met een over de geschiedenis en den tegenwoordigen toestand der Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Het collegie over palaeographie van den hoogleeraar PLUYGERS word vervangen door oefeningen in latijnschen stijl. Alle collegion werden in de nederlandsche taal gegeven, behalve die van den hoogleeraar COBET en die van den hoogleeraar
.
Groningen. Ilet collegie over paedagogiek van den hoogleeraar FRANCKEN word niet gegeven , omdat de aanwezige candidaten in de letteren dat collegie reeds vroeger hadden gehouden. Zijn collegie over metriek , ten vorigen jare gehouden , bleef, even als de verklaring van Hosea en 'Tod door den hoogleeraar VALETON , achterwege. De collegien over semitische taaltakken van den hoogleeraar VALETON en over Shakespeare van den hoogleeraar MOLTZER werden , wegens gemis van toehoorders , niet gehouden. Do hoogleeraar HECKER breidde het getal zijner collegien uit met eon over grieksche oudheden , de hoogleeraar VAN DER WIJCK met een over de geschiedenis der oude wijsbegeerte. De hoogleeraar FRANCKEN behandelde op zijne lessen over latijnsche en grieksche taal ook do letterkunde; de hoogleeraar MOLTZER de vaderlandsche geschiedenis zonder de geschiedenis onzer staatsinstellingen , die gedurende den cursus 1868/69 in dit collegie waren begrepen. Alle lessen werden in de nederlandsche taal gegeven ; bij de meeste werd gerespondeerd. De hoogleeraar FRANCKEN leidde eenige malen latiainsche dispuut en stijloefeningen, ten behoove van de philologen ; de hoogleeraar VAN DER WIJCK hield lezingen en verklaringen van het organon van Baco.
Het gedrag en de belangstelling der studenten aan de hoogescholen to Leiden en to Groningen gaven alle reden tot tevredenheid. Nagenoeg eenstemmig roemden de hoogleeraren den ijver hunner toehoorders. Dit geldt ook voor de faculteit der geneeskunde aan de hoogeschool to Utrecht. Daarentegen klaagden de hoogleeraren in de godgeleerdheld aan die hoogeschool over de onregelmatigheid in het volgen der collegien ; die in de faculteit der *is- en natuurkunde spraken ditmaal over geringer vlijt on trager voortgang in de studien. Nogtans acht de Leidsche rector-magnificus de studio der akademieburgers nog verre van hetgeen zij wozen moest en kon , indien de voorbereidende opleidina maar aan haar doel beantwoordde. Die van de Utrechtsche hoogeschool schrijft eveneens de hiervoren gemaakte minder gunstige opmerkingen toe aan de mindere ontwikkeling bij de komst aan de hoogeschool ; maar wil to gelijk niet voorbijzien dat , bij later° studien , in vele faculteiten de zucht om grondige kennis to verkitgen toeneemt. d. Studenten. Het getal studenten op 31 December 1870 is in het volgend overzigt aangewezen
4 _
LEIDEN.
Aldaar
F A C U L T E I T E N.
Elders
49 322 116
.•
GRONINGEN.
UTRECHT.
Elders
Aldaar
Aldaar
studerende.
studerende. Godgeleerdheid Regtsgeleerdheid Geneeskunde
Elders
TOTAAL.
studerende. » »
283 540
n
243
17 6
1) n
152 121
142
”
1339
23 39 6
171 135
4 I)
36 44
73
9
39
Wis- en natuurkunde
81
2
51
Letteren
81
13
19
1 2
649
83
449
16
.
Totaal.
.
.
.
Algemeen totaal.
.
.
.
732
465
142
1339
In 1869.
.
.
.
730
488
146
1364
Vermeerdering.
.
.
.
2
— 23
---- 4
— 25
r Eene vergelijking tusschen de jaren 1869 en 1870 geeft de volgende uitkomsten. Leiden. Het getal studenten vermeerderde met 2. Dat der alhier studerenden verminderde met 12 , der elders studerenden vermeerderde met 14. Van de in Leiden studerenden verminderde het getal bij de faculteit der godgeleerdheid met 6 , der regtsgeleerdheid met 7 , der geneeskunde met 3 , der wis- en natuurkunde met 2 ; het vermeerderde bij die der letteren met 6. Het getal elders studerenden vermeerderde bij de faculteit der godgeleerdheid met 3, der regtsgeleerdheid met 9 , der geneeskunde met 2 , der wis- en natuurkunde met 1 en verminderde bij die der letteren met 1. Utrecht Het getal studenten verminderde met 23: 17 hier en 6 elders studerende. Die vermindering trof, voor de alhier studerenden , de faculteit der godgeleerdheid met 11, der regtsgeleerdheid met 10, der wis- en natuurkunde met 6; daarentegen was er vermeerdering van het getal studenten bij de faculteit der geneeskunde met 10 , terwijl dat bij de faculteit der letteren onveranderd bleef. Voor de elders studerenden was er vermindering bij de faculteit der godgeleerdheid met 5 , der regtsgeleerdheid met 3 ; daarentegen vermeerdering bij de faculteiten der wis- en natuurkunde en der letteren met 1 en geen verandering in het getal studenten bij die der geneeskunde. Groningen. Het getal studenten verminderde met 4 ; bovendien hadden nog 19 studenten de recensie verzuimd tegen 20 in het vorige jaar. Vermeerdering in de godgeleerdheid en in de geneeskunde met 2, in de wis- on natuurkunde met 1; vermindering in de regtsgeleerdheid met 7 on in do letteren met 2. Aati de drie hoogescholen to zamen waren 1339 studenten, zijnde,. 25 minder dan in het vorige jaar. De werkelijk aan de hoogeschool studerenden verminderden met 33 ; de aldaar ingeschrevenen doch elders studerenden waren 8 meer in getal. Toegenomen is het getal studenten in de geneeskunde met 11 on in de letteren met 4; daarentegen verminderd dat der studenten in de godgeleerdheid met 17, in de regtsgeleerdheid met 18 en in de wis- en natuurkunde net 5.
De uitkomsten der examens , vergeleken met die van den vorigen cursus , zijn vervat in de als bijlage B bij dit verslag gevoegde tabel. Het overzigt , bijlage C vermeldt de onderwerpen, in de dissertation behandeld , en de namen der schrijvers. De 15 rijksbeurzen en de vicarie-inkomsten , door het Rijk to begeven , zijn in 1871 genoten door 7 studenten to Leiden , 7 to Utrecht , 5 to Groningen en 1 te Amsterdam. Van hen studeerden 9 in de godgeleerdheid , 7 in de wis- on natuurkunde, 4 in de letteren. Op 27 Maart 1871 werden voor de beste antwoorden op de prijsvraffen , door de onderscheidene faculteiten aan de Utrechtsch:hoogeschool uitgeschreven , de volgende door den Koning uitgeloofde eerepenningen en loffelijke vermeldingen toegekend: 1°. eene gouden medaille aan den student in de wiskunde to Groningen , H. KAMERLINGH ONNES voor de beantwoording der vraag, door de wis- en natuurkundige faculteit uitgeschreven ; 2°. eene zilveren medaille aan den student in de godgeleerdheid te Groningen , J. M. J. VALETON voor de beantwoording der eerste vraag , door de letterkundige faculteit uitgeschreven ; S e . eene gouden medaille aan den candidaat in de geneeskunde to Utrecht , S. TALMA, voor de beantwoording der vraag, door de geneeskundige faculteit uitgeschreven;
4°. eene zilveren medaille aan den candidaat in de godgeleerdheid J. C. GEELHUIZEN to Amsterdam , kweekeling van het Luthersch seminarium , voor de beantwoording der vraag , door de godgeleerde faculteit uitgeschreven ; 5*. cone gouden medaille aan den candidaat in de regten to Leiden , M. TH. GOUDSMIT en een eervol Aetuigschrift aan den candidaat in de regten to Amsterdam T. J. NOYON voor de beantwoording der tweede vraag, door de regtsgeleerde faculteit uitgeschreven. e. Iluipmiddelen voor het onderwijs. De bibliotheek der hoogeschool to Leiden vermeerderde met eon viertal handschriften en met 690 nommers , uit-
5 makende 1000 boekdeelen , behalve de vervolgwerken. Daarvan zijn 300 geschenken. Onder deze verdient bijzondere vermelding een volledig exemplaar der Leidsche Courant van 1719 af, door mr. K. J. F. C. KNEPPELHOUT VAN STERKENBURG alt zijne boekerij afgestaan. Met de bibliotheek van het India Office to Londen is eene railing van dubbelden aangegaan , waardoor eene belangrijke aanwinst van boeken , in verschillende talon van Indie geschreven , is verkregen. Het gebruik der bibliotheek verminderde niet; 85 handschriften werden buiten de bibliotheek uitgegeven ; buitendien werden vele aanvragen van buitenlandsche geleerden naar inlichtingen omtrent handschriften beantwoord. De conservator DU LIEU zette het vervaardigen van den nieuwen catalogus der handschriften voort ; even als de conservator TIELE de nieuwe beschrijving der geheele verzameling van boekwerken. De verzameling Oostersche boekwerken is zeer uitgebreid, ook door geschenken maar vooral door het overbrengen van al de Maleische en Javaansche handschriften der Rijksinstelling van onderwijs in Indische taal-, land- en volkenkunde to Leiden naar de akademische bibliotheek. In dit jaar is de druk van het tweeds deel der fragmenta historicorum arabicorum begonnen on tot op de helft gevorderd. Ook werd een begin gemaakt met het drukken van het vijfde deel van den catalogus. Het getal der boekdeelen, waarmede de bibliotheek der Utrechtsche hoogeschool werd vermeerderd, beliep ruim 1900, waarvan ongeveer 750 ten geschenke. Aan 2342 personen werden 5313 boekdeelen afgegeven. Het gebruik, Tangs dozen weg van de bibliotheek gemaakt , is dus eenigzins minder dan -gedurende den cursus 1869-1870 toen 2710 personen 6220 boeken leenden ; misschien is dit gedeeltelijk veroorzaakt, door de algemeene belangstelling in de gewigtige buitenlandsche gebeurtenissen. Het getal personen , dat de boekerij op hare leeskarner bezocht be lisp 3423 , zijnde dus slechts 31 minder dan gedurende den cursus 1869-1870. De toenemende uitbreidino der c' bibliotheek doet het gebrek aan ruimte voor eene doelm.atige plaatsing meer en meer gevoelen. De Groningsche bibliotheek word , door geschenken , met 847 boekdeelen vergroot. Met erkentelijkheid wordt bovendien in het verslag van curatoren vermeld het aanvaarden der door wijlen den hoer dr. II. RIEDEL nagelaten Bibliotheca Horatiana, aan do akademische bibliotheek geschonken door de familie VAN HARINXMA THOE SLOOTEN onder voorwaarde dat , bij opheffing der Groninger hoogeschool , die verzameling zal moeten overgaan naar de provinciale bibliotheek to Leeuwarden. Volgens den inventaris bevat doze met uitstekende zaakkennis en groote zorg bijeenvergaarde letterkundige schat , 1090 werken en brochures , alien tot Horatius betrekking hebbende. Er werden 4449 boekdeelen uitgeleend ; om van het fegt dier ter loon verstrekking gebruik to mogen waken werden voor het eerst ingeschreven 101 personen , waaronder 36 studenten. In het akademisch ziekenhuis to Leiden werden , onder de leiding van den hoogleeraar SURINGAR , op de vrouwenziekenzaal 59 patienten verpleegd. Hiervan herstelden 27 , werden 26 verbeterd ontslagen , en overleden 6. Op de mannen-ziekenzaal , onder leiding van den hoogleeraar EVERS , werden 110 personen verpleegd. Van deze herstelden 47, werden 43 verbeterd , en 5 niet-verbeterd ontslagen overleden er 11 en werden er '2 naar de chirurgische kliniek en 2 naar hot Ceciliagasthuis verwezen. Op de heelkundige kliniek , onder leiding van den hoogleeraar POLANO , werden 131 patienten verpleegd : 105 genazen , 12 werden verbeterd , 6 niet-verbeterd ontslagen , on 8 overleden ; 47 groote of zeldzame operation werden verrigt. De ophthalmologische kliniek , loopende over 21 patienten, onder leiding van den hoogleeraar DOWER, is onder de polikliniek opgenomen. De verloskundige kliniek, onder leiding van den hoogleeraar SIMON THOMAS , lisp over 63 ingeschreven zwangere vrouwen ; in het geheel hadden 49 verlossingen in de kraamzaal plaats. De gezondheidstoestand der kraamvrouwen was zeer voldoende; Been enkele erleed in het kraambed , of onderging eenige ziekte van beteekenis. Op de inwendigo polikliniek , onder leiding van den hoogleeraar EVERS , werd hulp verleend aan 1245 patienten , waarvan 487 mannen , 513 vrouwen en 215 kinderon .
.
van 2 tot 12 jaar. Van deze overleden 22. Bij 12 der overledenen werd de lijkopening in tegenwoordigheid der candidaten in de geneeskunde verrigt. Op de heelkundige polikliniek , onder leiding van den hoogleeraar POLANO werden 748 patienten verpleegd : 212 mannen , 347 vrouwen en 189 kinderen. Op de ophthalmologische polikliniek van den hoogleeraar DOIJER, tevens omvattende de ophthalmologische kliniek , werden in het geheel 517 patienten behandeld : 219 mannen , 186 vrouwen , M jongens on 58 meisjes beneden 12 jaren. Verreweg de meesten herstelden of ondervonden .belangrijke verbetering. De kunstbewerkingen geschiedden in tegenwoordigheid der candidaten in de geneeskunde, en verliepen zonder onderscheid gunstig. Voor de verloskundige polikliniek , onder leiding van den hoogleeraar. SIMON THOMAS , werden 117 zwangere vrouwen ingeschreven. De kunstbewerkingen werden meestendeels, onder toezigt van den hoogleeraar in de verloskunde of van een ander deskundige, door de candidaten in de geneeskunde verrigt. In de polikliniek voor ziekten van vrouwen en zuigelingen werd aan 27 vrouwen . en 88 kinderen hulp verleend. Bij gelegenheid der pokken-epidemie werd doze inrigting ook dienstbaar gemaakt aan het vaccineren en revaccineren van kinderen en volwassenen , welke kunstbewerking to zamen 80 maal , en zonder uitzondering met good gevolg, werd verrigt. Het nieuw akademisch ziekenhuis zou vermoedelijk in het najaar van 1872 kunnen worden geopend. Van het physiologisch laboratorium is door de studenten in de geneeskunde een ruim gebruik gemaakt. Door eene verandering in het- inwendige van het gebouw, kon een
vertrek doolmatig worden ingerigt voor het verrigten van gasometrische onderzoekingen. De ontleedkundige verzameling onderging gedurende dozen cursus geene andere uitbreiding dan door hetgeen de in dien tijd verrigte lijkopeningen opleverden ; het heeft editor veel in bruikbaarheid gewonnen • door eene allengs verbeterde rangschikking der praeparaten. Voor het pathologischanatomisch onderwijs werden 125 lijkopeningen verrigt. • Voor anatomische demonstration en ontleedkundige oefeningen kon , van het begin van den cursus tot aan de paaschvacantie , slechts over 12 lijken worden beschikt ; de na dien tijd voor het onderwijs beschikbaar gestelde lijken werden , als gewoonlijk , voor chirurgische oefeningen gebezigd. De dr. B. J. WINKELMAN benoemd tot bij de geneeskundige kliniek , werd vervangen adsistent bij door dr. C K. HOFFMANN. Te Utrecht kwam door de zorg en op kosten der gemeente met behulp der provincie en van de hoogeschool een nieuw ziekenhuis tevens dienstbaar aan het akademisch onderwijs, tot stand ; het is bestemd voor 250 a 300 zieken en met September 1871 in gebruik gesteld. Er is een gebouw aan verbonden, gedeeltelijk dienende tot pathologisch instituut , onder de leiding van den hoogleeraar KOSTER. Voor het onderwijs in de inwendige kliniek, chirurgie , obstetrie en vrouwenziekten , alsmede voor de poliklinieken zijn de noodige zalen aanwezig in verband met collegiekamers der hoogleeraren en vertrekkon voor inwonende adsistenten en ander personeel. Op de geneeskundige kliniek van den hoogleeraar LONCQ werden 94 patienten behandeld , waarvan or' 14 Ain overleden ; op de polikliniek zijn 611 personen behandeld. De patienten , die to ziek vitaren om terug to komen , werden , onder het toezigt van dien hoogleeraar, in hunne woning door de studenten waargenomen en verzorgd. Op de heelkundige kliniek van den hoogleeraar VAN GOUDOEVER werden 148 personen behandeld , van welke 8 overladen ; op de polikliniek ongeveer 1400 zieken ; onder de uitgevoerde operation kwamen verschillende zeer belangrijke voor. In de verloskundige kliniek van den hoogleeraar HALBERTSMA. hadden 85 verlossingen plaats , waaronder 11 kunstmatige. In de kliniek voor vrouwenziekten werden behandeld 8 , in de polikliniek 53 vrouwen. De aan het onderwijs in de geneesmiddelen dienstbare pharmacognostische verzameling word, even als de chirurgische en obstetrische verzameling, goad onderhouden on naar de behoefte vermeerderd. Het physiologisch laboratorium voldoet aan able billijke eischen ; het stelt tot elk nieuw onderzoek in staat , in verband waarmede de ver,
eisehte hulpmiddelen verder worden aangeschaft en het 2
6 materieel zich uitbreidt. De ,iphysi( ►logisehe onderzoekingen" onder dezen titel door den hoogkeraar DoNuns en den buitengewonen hoogleeraar ENGELMANN met medewerking van anderen gedaan en uitgegeven , maken daze instelling meer algemeen bekend en werken mode om , door ruiling van geschriften op dit gebied , de boekenverzameling to vermeerderen en de kennis dezer wetenschap te bevorderen en uit te breiden. In het akademisch ziekenhuis to Groningen werden , gedurende dezen cursus , 879 personen verpleegd , waaronder 44 kraamvrouwen. Op de geneeskundige kliniek van de hoogleeraren ROSENSTEIN en ERMERINS werden daarvan behandeld 643 , meer dan het dubbele van het getal patienten gedurende den cursus 1869/70 verpleegd 't Been aan de geheerscht hebbende pokken-epidemie is toe te schrijven. De hoogleeraar JANSEN had voor zijne heelkundige kliniek 173 patienten onder behandeling. De vereeniging der polikliniek met een deel der gerneentelijke armenverpleging werkte gunstig. Voor het ontleedkundig onderwijs waren 14 lijken beschikbaar. De natuuikundige kabinetten aan de hoogescholen to Leiden en Utrecht werden door aanschaffing van instrumenten eenigzins uitgebreid. Met de verbetering van het scheikundig laboratorium to Utrecht is voortgegaan ; ook werden tot aankoop van de noodige chemicalien en instrumenten de vereischte fondsen beschikbaar gesteld. Dat to Groningen verkeert in bevredigenden toestand. Aan de sterrewacht to Leiden werd dr. E. BECKER , in den vorigen cursus tot observator benoemd, op zijn verzoek eervol ontslagen. Bij die gelegenheid werden de twee observatorsposten docir de benarningen van eersten en tweeden en door eenigzins verschillende jaarwedden van elkander onderscheiden. Tot eersten observator is benoemd dr W VALENTINER, tot tweeden observator de candidaat in de wiskunde E. F. VAN DE SANDE BAKHUIZEN. Het tweede deel van de jaarboeken der sterrewacht werd omstreeks het einde van 1870 uitgegeven; de bouwstoffen voor het derde deel werden verzameld. Uitkomsten van plaatsbepalingen van planeten , kometen en vergelijkingssterren , aan de sterrewacht to Leiden verkregen , zijn , met eenige aidaar volbragte waarnemingen in den afgeloopen jaarkring , bekend gemaakt in het tijdschrift Astronomische Nachrichten. ' Door eene bedenkelijke ziekte zag de hoogletn aar KAISER zich genoodzaakt , zijne akademische lessen gedurende vier weken to staken ; overigens gingen de workzaamheden geregeld voort. De verzamelinc van werktuigen werd weder uitgebreid. Ook de bibliotheek ontving weder een aantal , waaronder zeer belangrijke , boekgesAenken. 9 candidaten in de wis- en natuurkunde hebben onder biding van den hoogleeraar gebruik gemaakt van de werktuigen der sterrewacht voor oefeningen in de kunst van waarnemen. Aan het Rijksmuseum an natuurlijke historie to Leiden werd de praeparateur J. N. KROPFF , in April 1871 overladen , opgevolgd door A. VAN DAM. De klagt over gebrek aan ruimte werd ook nu weder herhaald; dit bezwaar doet zich duidelijker gevoelen naar mate de verschillende verzamelingen grooter worden. Het geheele magazijn is op nieuw gerangschikt , en in de verzamelingen zelve zijn ook omvanglke verplaatsingen ten uitvoer gebragt. Vele geschenken vielen ook ditmaal aan het museum ten deel. Die van den heer D. C. VAN DAM was rijk aan fraaije en vreemde voorwerpen en bevatte groote serien van dezeltde diersoort , doch van verschillenden leeftijd en geslacht; hierdoor wordt een behoorlijk overzigt verkregen van de fauna van Madagascar. De expeditie van den reiziger C. H. B. baron VAN ROSENBERG is tot in de binnenlanden van Nieuw Guinea doorgedrongen ; door bora werd eene verzameling van. ongeveer 250 vogels overgezonden , waaronder hoogst merkwaardige , nog slechts ten deele of in het geheel niet bekende. Van den heer J. RIEDEL to Menado op Celebes , ontving het museum eene verzameling van ongeveer 100 vogelhuiden ten geschenke , alle van dat eiland afkomstig van den hoer J. F. R. S. VAN DEN BOSSCHE Raad van Nederlandsch Indie to Batavia, een tapir. Door den direc tour , den conservator SNELLEN VAN VOLLENHOVEN en den eersten athistent W. MARSHALL werden ook in dezen cursus eenige geschriften uitgegeven. De werkzaarnheden in het' zoOtomisch laboratorium te ,
Leiden werden op denzelfden voet voortgezet. 7 studenten (do riiimte liet niet toe er meer op to nemen) hielden zich met praktische oefeningen bezig , en 3 hunner, , die zich meer bepaald op de studio der zoologie toelegden werkten geregeld in het laboratorium. De verzameling is weder verrijkt door nieuwe praeparaten on het laboratorium is ook aan het collegie in alle opzigten bevorderlijk geweest. • Het museum van natuurlijke historie to Utrecht is wederom verrijkt met verscheidene voorwerpen en praeparaten. Het nieuwe locaal van het laboratorium van vergelijkende anatomie voldoet goed aan zijne bestemming. Voor de praktische oefeningen der studenten, waarvan veal gebruik wordt gemaakt , is nu op uitnemende wijze zorg gedragen. Omtrent het kabinet voor natuurlijke historie to Gronincren zijn geene bijzonderheden medegedeeld. De akademische kruidtuin to Leiden werd door geschenken on door ruiling aanmerkelijk uitgebreid. De kas voor tropische waterplanten, met den aanbouw waarvan in 1870 etm begin werd gernaakt, zal in eene langgevoelde behoefte voorzien. De hoer KOUWELS ging voort met teekeningen to maken , die voor het onderwijs van groote waarde zijn. Do plannen tot partiele verbetering der localen voor het onderwijs, die in den loop van 1870 werden vastgesteld , zullen wegens technische bezwaren 'eerst later worden uitgevoerd. De akademische kruidtuin to Utrecht met de daarbij gevoegde verzamelingen en het herbarium zijn, na het overlijden van den hoogleeraar MIQUEL, in beheer overgegaan aan den hoogleeraar RAUWENHOFF. Ten behoove der praktische oefeningen van de studenten had eene kleine verbouwing der localen' plaats. De akademische kruidtuin, de landhuishoudkundige tuin en de verzamelino. van don landbouw to Groningen zijn L' over het geheel dezelfde gebleven. Voor den kruidtuin werd eon aantal mikroskopische bereidingen aangekocht. De door het overlijden van den Utrechtschen hoogleeraar dr. F. A. W. MIQUEL opgengevallen betrekking van dineteur van 'sRijks herbarium to Leiden word, btj Koninklijk beslgir van 4 Maart 1871, n°. 8 , opgedragen aan den Leidschen hoogleeraar W. F. R. SURINGAR. Met binnenen buitenlandsche personen zijn de be-taande betrekkingen aangehouden on nieuwe aangeknoopt. Aan verschillende buitenlandsche geleerden werd op hun verzoek materiaal tot onderzoek verstrekt. Door plantenruil en geschenk werden belangrijke aanwinsten verkregen. Zoo zond dr. LUERSSEN eene verzameling varens van de Viti-eilanden , van de Samoa-eilanden , van de Cooks-eilanden en van Nieuw-Holland ; de hoogleeraar BUCHENAN to Bremen een aantal plantensoorten uit de flora van Oost-Friesland ; dr. FOCKE een 40tal vormen van het moeijelijke geslacht Rubus. Van het » Verein liir die Deutsche Nordpoltahrt" word eveneens eene collectie aan het herbarium medegedeeld. De gezagvoerder BOTTERAIAN hood eenige planten aan , door hem bij en op Groenland verzameld. Eindelijk werd. eene prachtige en uitgebreide verzameling Algen , inzonderheid diatomeen en desmideen , geschonken door den beer DE BREBESSON to Falaise, van hooge waarde , omdat zij talrijke authentieke exemplaren bevat van door daze specialiteit het eerst beschreven soorten. Door den overladen directeur was nog bewerkt eene aflevering der » illustrations de la Flora de l'Archipel Indian", die door zijn opvolger in druk werd bezorgd. na van een algemeenen index op het geheel to zijn voorzien. Doze bewerkte ook nog het eerste stuk van zijn vervolg der uitgaven , onder den algemeenen titel » Musee botanique de Leide", welk eerste vervolg sluit aan de vroeger door hem uitgegeven » Algae japonicae musei Lugdune-Batavi". Ook de verzameling boekwerken werd, hoofdzakelijk door aankoop uit de bibliotheek van wijlen den hoogleeraar MIQUEL , eenigzins uitgebreid. Het Rijksmuseum van oudheden to Leiden onderging ook bij de afdeelingen der Egyptische , Javaansche , Romeinsche on Frankische oudheden eenige uitbreiding.. De belargrijkste aanwinst werd echter voor de afdeeling der Noordsche oudheden verkregen ; het museum , waar het zoogenaamde bronstijdperk , uit de Scandinavische landen afkomstig , slechts in enkele voorwerpen was vertegenwoordigd , is daardoor thans ook in dit opzigt volledig voorzien.. Eene verzameling namelijk van 288 voorwerpen .
7 in metaal , bestaando uit een reeks van in Denemarken gevonden bronzen wapenen , werktujgen enz. door den hoer E. SCHMIDT te Kopenhagen bijeengebragt , beneVens nog een viertal voorwerpen in been of steen , werden voor Rijksrekening aangekocht. Ook de afdeeling bOek-'en'pliat werken erlangdo eenige aanwinsten. De toestand van het gebouw, dat geene genoegzame ruimte aanbiedt , blijft gebrekkig. Hetzelfde bezwaar geldt nopens het gebouw van het Rijks- ethnographisch museum te Leiden, waar voor het inschikken en tentoonstellen der voorwerpen geen gelegenheld meer bestaat: Dr. G. J. WIENECKE zond weder een aantal voorwerpen uit Java; dr. J. SEMMELINK eene zevende bezending , inhoudende photogrammen van Alfoeren van Ceram . en afdrukken van zegelstempels van inlandsche vorsten en hoofden op Borneo , Zuid- en Oosterafdeeling; de reiziger C. B. H baron VON ROSENBERG , eene vijfde bezending voorwerpen afkomstig van Arfak on Hattam op Nieuw Guinea. Bovendien werden nog eenige geschenken ontvangen , atkornstig uit Sumatra , uit Ceram , van de Minahase op Celebes en uit Makassar. . Het munt- en penningkabinet der Leidsche hoogeschool onderging eenige uitbreiding door aankoopen en geschenken. Voor den nieuwen beschnjvenden catalogus , wiens vervaardiging veel tijd en nasporing zal kosten , is de directear begonnen met de afdeeling Portugal , de meest volledige van het kabinet. Dat gedeelte van den catalogus is gereed. Meer ruimte , om de munten en medailles behoorlijk ten toon to stollen , zou zeer wenschelijk zijn , doch daarvoor bestond voor alsnog geen gelegenheid. Het kabinet van platen en pleisterbeelden te Leiden word door aankoopen on geschenken vermeerderd. .
§ 2. ATHENAEUM TE AMSTERDAM. Jhr. mr. C. H. BACKER , die aan de beurt van iftreding was , werd op nieuw tot lid van het collegie van curatoren benoemd. Ter vervanging van dr. H. TAN BEECK. VOLLENHOVEN, den 1sten Augustus 1871 overleden , werd den 12den September 1871 tot curator benoemd dr. J. PENN. Do hoogleeraar A. E. J. MODDERMAN werd op zijn verzoek , ten gevolge zijner benoeming tot hoogleeraar aan de hoogeschoot to Leiden , met ingang van 1 Januarij 1871 eervol ontslagen. Bij besluit van 17 Mei 1871 benoemde de gemeenteraad tot zijn opvolger mr. C. M. J. WILLEUMIER, advokaat to Amsterdam. Aan den hoogleeraar W. benoemd tot hoogl9eraar in de physiologic te Heidelberg, werd op zijn verzoek met ingang van 1 Augustus 1871 eervol ontslag verleen d ; in zijne plaats benoemde de gemeenteraa,d den 15den junij 1871 dr. T. PLACE, adsistent van den hoogle eraar HEYNSIUS aan de hoogeschool to Leiden. Den 17den Augustus 1871 overleed de buitengewone hoogleeraar dr. G. E. VOORHELM SCHNEEVOOGT, lector in psychiatric en neuropathologie. Het onderwijs in genoemda vakken werd daarna voorloopig gegeven door den hoogleeraar HERTZ. De in 1868 voor twee jaren aangestelde privaatdocenten dr. A. A. GUIJE en dr. H. SANDERS Ez., werden weder voor twee jaren in hunne betrekking bevestigd Met het begin van den cursus nam dr. W. FLEMMING, 2de adsistent van den hoogleeraar KiiHNE, zijn ontslag. Zijne plaats werd niet aangevuld , zoodat dr. SANDERS eenige adsistent werd. Ook deze nam, bij het begin van September 1871, ontslag in beide hoedanigheden van adsistent en van privaat docent. De voorwaarden , verbonden aan de aanstelling van privaat-docenten , door curatoren vastgesteld den 2den Maart 1868, werden in hunne vergadering van 1 Mei 1871 in dier voege gewijzigd , dat de termijn van aanstelling werd verlengd van twee tot vijf jaren , en dat den privaat-docenten vergund werd voor elk vak, waarin zij onderwijs geven , belooning in geld te heffen. De overige bepalingen bleven onveranderd. Dr. A. ADRIAANSZ praeparateur bij den hoogleeraar GUNNING , fungeerde ook thans als adsistent bij de hygienische lessen van den lector ISRAELS. Tot prosector bij het onderwijs in de ontleedkunde werd , met ingang van 1 September 1871, benoemd E. ZUCKERKANDE. .
-
Deze betrekking stond sedert het eerste kwartaal van 1870 open. .• • • a• lessen, voor den cur'sug.:1'870/71 aAnk 4=Cinclig414i RyerMeld in het OVeitigt als iji.j1 ar ge' )11 bij dit Verslag gevoegd. Aangekondigd doch niet gehouden werden het collegie over dogmatiek van den hoogleeraar Mom,, over oude gsschiedenis van den hoogleeraar JORISSEN 1 OVer.,110t,limirgfOiljk Wetboek van den hoogleeraar ASSER, en na 1 Januarij 1871 over de ziekten der pasgeborenen van den lector BARNOUW en voor de speciele beoefening der electro therapie van den privaat docent MEURSINGE alien omdat zich daarvoor geene hoorders hadden aangemeld. Behalve de aangekondigde lessen gaf de hoogleeraar VAN GEUNS kliniek voor meergevorderden ;. de 11,o,ogiqvaar LEHMANN een collegie over embryologic, de' hoogleeraar LEHM BERLIN een zoOlogischen cursus , hoofdzakelijk door studentpn BERLIN in de natuurphilosophie bijgewoond. De beide'tiatsteeiiiii de collegian werden ook na 1 Januarij 1871 gegeven. Sedert gaf de hoogleeraar VAN TIENHOVEN, boron de aangekondigde , nog een collegie over de instituten , en na de Paaschvcanatie over encyclopaedic van het regt en regtsphilosophie ; de hoogleeraar GUNNING hield repetitielessen voor pharmaceuten; dr. JACOBSON , adsistent van, den hoogleeraar HERTZ , hield een praktischen cursus over algemeene pathologische histologic. De hoogleeraar TILANUS hield , behalve de aangekondigde propaedeutische of diaanostische kliniek , ndektiiiiek voor de oudere studenten ; de lector BARNOUW een collegie over de misgeboorten. De stadsbibliotheek word bezocht door 3901 personen tegen 3107 in het tijdvak van 1 October 1869-1870; 3709 boekwerken werden buiten hot gebouw uitgeleend ; 1075 ineer . dan gedurende den cursus 1869 —1870. Ook nu vielen aan de bibliotheek belangrijke geschenken ten deal. Door curatoren van het Evangelisch-Luthersch seminarium werden aan het einde van 1870 onderhandelingen geopend tot afstand der bibliotheek van het serninarium .in brtlikleen aan de stadsbibliotheek , voor den'tUd. van 50 jaren.....Deze onderhandelingen kregen in het begin an 1871 haar betilag; doch de eatalogisering dier bibliotheek, Welke . voor den 'overgang behoorde to worden volbragt; ITereisebte.zooveel dat. de overgang moest worden uitgesteld tot het begin van den volgenden cursus. Het chemisch laboratorium verkeert in uitmuntenden toestand, en is • volkomen op de hoogte des tijds. Het physisch kabinet word verrUlst met onderscheidene toestellen. Ook het physiologisch laboratorium 'Nat niots to wenschen over : er kan achier geene proeve verlangd worden , welke de inrigting niet in staat is te leveren , *tan het amigovtitagde onderzoek . kan_ zij in den rtigel V014Oen. 00-4naiizinifsch laboratorium verkeerOn goed9n:Staat ; het museum word, cloth. aankoopenen gpschenkén door.-aatiehaffing van ni.Owe instrumen ten , belangrijk ultkel)reid. De overdragt van het museum VROLix - naar het gebOuw voor anatomic en physiologic , waarin het anatomischphysiologisch kabinet zich bevindt , had den 24sten October 1870 plaats. De hortus ondervond door uitbouwing der palmenkas eene groote verbetering. Behalve de massa's bloemen leverde hij ook ruimschoots de voorwerpen , noodig om het bij de lessen over morphologic on physiologic gesprokene op to helderen. De localen , voor hot pathologisch anatomisch instituut afgestaan , blijken meer on meer voor het doel ongeschikt to zijn. Van het pathologisch klinisch laboratorium werd hoofdzakelijk voor onderzoekingen ten dienste van het klinisch onderwijs partij getrokken. Ruim on nuttig gebruik werd gemaakt van het pharmaceutisch laboratorium en de apotheek in het binnengasthuis. Het chirurgisch pathologisch anatomisch museum , bestemd voor het onderwijs in heel- en verloskunde, werd weder met een aantal nieuwe praeparateu verrijkt. De hulpmiddelen voor het onderwijs in de obstetric verkeeren in middelmatigen toestand ; enkele instrumenten , bij onderwijs en kunstbewerkingen noodzakelijk , werden aangeschaft. Het locaal voor de polikliniek van ooglijders van den lector GUNNING onderging verbetering; de toestand der hulpmiddelen voor zijn onderwijs is minder gunstig. De polikliniek voor oorlijders van den privaat docent GUIDE , die voor keelziekten van den privaat docent TER MATEN , voor electrotherapie van den privaat docent 1%1EuusINGt werden geregeld gehouden,
De
.
.
.
.
-
.
.
.
.
8 liangaande belangstelling en ijver der studenten luiden
belangstellenden zoowel de collegien als de klinieken on poliklinieken. Het aantal ingeschreven studenten bij het begin van den cursus 1870/71 is even groot als bij het begin van den daaraan voorafgaanden cursus , on verdeelt zich als volgt :
de ontvangen berigten vrij algemeen zeer gunstig.
Behalve de studenten volgden ook nog verscheidene doctoren en artsen offlciereu van gezondheid en andere
Godgeleerdheid . Regtsgeleerdheid .
•
•
•
•
•
•
••
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Gen'eeskunde. .
•
•
•
recensie.
Voor het eerst.
Te zamen.
29
11
40
25
7
32
98
22
• 120
8
13
21
•
(pharmacie.) Letteren
•
•
5
•
Wijsbegeerte
2
8 Totaal
.
173
8 55
228
Qok nu weder hadden vele studenten de recensie verzuimd , want het getal is inderdaad grooter. Voor het wis- , natuur- en geneeskundig onderwijs hebben zich in 1870 in het geheel aangemeld 197 toehoorders : 133 voor dat onderwijs in het algemeen, 22 voor de artsenijbereidkunde en 42 voor de afzonderlijke collegien. Onder de 133 voor het onderwijs in het algemeen waren 94 kweekelingen van de school voor militaire geneeskundigen.
den vootbereidenden cursus (het gymnasium) 38, 8 meer dan bij het einde van den cursus 1870. De lessen werden geregeld voortgezet. De bibliotheek is ook 'nu weder met belangrijke werken verrijkt , zoo door aankoop als door geschenken van binnen- en buitenlandsche geleerde genOotschappen. Een derde deel van den catalogus is bijna voltooid. Van de bibliotheek wordt bij voortduring ruim gebruik gemaakt.
§ 3. ATHENAEUM TE DEVgNTER.
§ 4. LATIINSCHE SCHOLEN EN GYMNASIEN.
In het collegie van curatoren kwam geen verandering. Bij het einde van den cursus bestond het onderwUzend personeel uit vijf hoogleeraren on drie leeraren. Geen inschrijvingen van ,studenten hadden plaats. Bij het einde van den cursus bedroeg het getal leerlingen op
De gemeenten , waar op 1 Januarij 1871 latijnsche scholen on gymnasien waren gevestigd , het getal on de rang der daaraan verbonden leeraren , alsmede het getal leerlingen aan elke inrigting , zijn in het volgend tabellarisch overzigt vermeld.
~
25878 9869 .
Bergen op Zoom. Uden.
·
~
NOORDlIRABANT.
···
7219
· · ·
5553
··· Eindhoven. ·· Grave · ·· · Gemert.
Boxmeer
Hensden.
··· ··
· Ra venstein • I
,
" " "
"
"
"
" " "
"
JJ
II
"
" " "
" " " " " " " " " " "
"
"
"
"
2835
1
2075
"
1
2083
"
" " "
"
"
"
"
II
"
"
"
" " "
" "
2
"
!I.
" "
1
1
2'
2
"
2
2
2
"
1
"
II'
"
"
" "
··· Zaltbommel .•
" "
" " "
"
"
" "
1
1
" "
Elburg
·
··· ·· ··· ··
4698
2
3724
1
3769
"
" " " "
2545
1
2472
1
2451
1
2461
1
"
· · 123097
4
" "
~ Doetinchem(Stad)
"
"
1
" " "
"
" " " " "
"
"
II
"
"
I Rotterdam. '8
Gravenhage.
···· Dordrecht • ·· ZUIDIIOLLAND .• Delft. ···· Schiedam ··· Gouda ···· Gorinchem. ·· Brielle · ·· \ Leiden
<
" " "
2
1
1 {)
2
"
3
"
"
2
1
"
2
" " "
"
1
"
1
1
" "
Ii
4
"
10
25359
1
1
22909
2
"
)1
20231
1
"
1
"
."
16608
1
9361' 4259
2
" "
"
1
" " "
"
10
2
3
4
1
14
" "
"
4:
"
6
1
" "
3
1
"
2
"
"
1
"
4
" " "
" "
" 1
TOTAAI..
2de afdeeling.
Iste afdeeling (oude talen).
42 12
" "
13
"
8
" "
"
5 11 2 3 13
"
1
13
"
"
3
15 .
13
"
39959.
"
7
"
"
/}
n
7
1 3
"
"
18
" "
" "
"
3
6
1
5
"
14
"
93083
1
"
4
3
" "
2G
9
8614
··
" " " "
" "
15818
"
9
2·
3
2
"
2
"
1
1
"
"
5938
2
1
"
6388
28
"
" "
" " " " " "
2
3
8 13
28
1
23805
n'
" "
1
5
8 18
19
1
1
lI.
"
3
1
1(')
10
":
"
II
957
". " "
19
2
"
Groenlo.
Voorbereidende afdeeling.
"
2
Lochem.
.
"
33081
Zevenaar
-,,,~
TOTAAL.
Zonder graad of acte.
Bezitter eener acte voor 1\.et lager of mid del baa I' ondel·wijs.
Candidaat in de wis- en natuurkunde.
"
1
·· Nijm6gen · · Zutphen. ··· Tiel. ···· Harderwijk ·· Wageningen Doesburg
GELDERLAND •
3218
II'
· · ·
·
" Arnhem.
,
4890
l'
1735
Megen
-
-
.
's Hertogenbosch. Helmond
Candidaat in de letteren.
gevestigd zijn.
Doctor in de godgeleerdheid of in de regten.
latijnsche scholen
Doctor in de wis- en natuurkunde.
waar gymnasien of P,R0VINCIEN.
l/EERLINGEN. .
Doetor in de letteren.
Gemeenten,
ON D E R W IJ Z E R S.
cember 1870.
Bevolking der gemeenten op 31 De-
9
2
" "
18 9 26 7 7 15
" "
14
" "
42
13 12
"
13
"
5
"
8
" " " " " "
11 2
3 13 13 30
"
30
" "
34
"
39
"
89
29
"
29
"
84
8
8
lJ
" "
20
" "
20
"
15
" "
15
"
14
"
5
"
7
2
12
5 7
-- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -Transporteren
.
.
42
4
2·
6
4
42
10
110
2
498
" 8
500
•
Tier transport 281 805 31 719 11 553
Amsterdam Haarlem C Alkmaar
NOORDHOLLAND
ZEELAND . . • •
TJTRECHT . . . .
OvEnussEL .
•
2
5
1
1) 1)
2
60 587 13.494
5 2
Leeuwarden
26 105 9 628
2
4 979 4 607
1
. . 21 147 Zwolle . • 18.516 Deventer 16 033 Kampen. 4 194 Almelo (Stad 3 496 Oldenzaal . • 1 821 Ootmarssum ).
.
. Veendam . Winschoten .
DRENTHE .
Assen . •
LIMBURG
Maastricht . .
Totaal. .
2 1
)),
2
1
1
1
)1
1 ))
1)
11
1)
1
1)
3 5 2 2 I)
1)
2 1
)1 1)
1
1
1)
2
11
6 945
1
9
1
1
128 840
3
))
2 1
8
•
86
3
)1
15 1
6
81
3 6 14 3 4
•
13
11
TOTAAL
2de afdeeling.
18 17 1 23
•
24 38
9
12
•
3 14 )
8 1 5
1)
9
54 19 5 3 1 2
212
•
/1 I
)
500 104 19 S
19
19 3
)1
1
3
)1
8
1
))
1
38 258 9 853 5 888
(1) 8 leerlingen volgden de lessen aan beide afdeelingen..
•
4
11 ))
.
2
2 1
))
;
)1
))
)1
lste afdeeling (oude taIen).
104
))
1
3 4
afdeeling. 11
))
3)
1)
Voorbereidcnd~
5
1)
1
z
2 498
10
1)
1
TOTAAL.
Zonder graad of acte.
tuurkunde.
Candidaat in de wis- en na-
letteren~
Bezitter eener acte voor het lager of middelbaar onderwijs.
110
42
2
Utrecht . . Amersfoort.
Bolsward Dokkum.
4
1
1
Groningen . . GRONINGEN,. . .
4
16 350 Middelburg • 8 155 Zierikzee .
Sneek FRIESLAND . • •
42
Candidaat .in de
gevestigd zijn.
Doctor in de wis- en natuurk.unde. Doctor in de godgeleerdheid of in de regten.
latijnsche scholen
~
waar gymnasien of PRO VINQIEN.
LEERLINGEN.
ONDERWIJZERS.
Doctor in de- letteren.
Gemeenten ,
Bovolking der gemeenten op 81 December 1870..
10
19 3 54 19
1)
18 17
1)
1)
11 •
24 38 12 42
39 21 (1) 27 If
46 10 20
51
46 10 71
23
))
23
1)
a
50
2 11023
50
111
1128
•• •
1.1 Het getal der gymnasien en latijnsche scholen was dusin 1871 gelijk aan dat in het daaraan voorafgaande jaar , en zij waren in dezelfde gemeenten gevestigd. Het rectoraat aan de latijnsche- school to Ootmarssum bleef ook in 1871 onvervuld. Het gezamenlijk aantal. leeraren was 1 minder dan in 1870. Het was minder te:
grooter te: 1
Wageningen . . Doesburg
1
•
1
Rotterdam .. Gorinchem
1
Dordrecht .
.1
Dokkum .
1
Kampen
2
Maastricht
2
3
Deventer .
Het geheel aantal leerlingen was 49 hooger dan het vorige j aar. Aan de voorbereidende afdeeling to Brielle waren 2 — in 1870 4 — leerlingen; op de eerste en tweede afdeelingen respectivelijk 1023 en 111 , tegen 978 on 104 op 1 Januarij 1870. .
De eerste afdeelingen telden dit jaar weer leerlingen te :
minder leerlingen te : 4 Bergen op Zoom .
's Hertogenbosch.. .
1
Helmond
1 Gemert
Uden
4 Grave . ••
1
Eindhoven
1 Boxmeer .
8
Heusden .
2 Nijmegen
1
. 3 Zevenaar
1
3 Lochem
2
Zutphen . • • . .
6 Elburg .
2
Tiel . .
1 Leiden
6
2 Alkmaar
4
Ravenstein •
..
Arnhem
Doesburg. Zaltbommel .
3
7 Amersfoort .
•
Groenlo. .
.. 4 Sneek
Dbetinchem .
. 4 Bolsward .
Rotterdam
'4 12 1
3 Almelo (Stad) .
's Gravenhage . . .
10 Groningen .
.. 2 .
6
Op de- tweede afdeelingen waren tneer leerlingen to.: . 5
Almelo (Stad) .
Oldenzaal .
. 1
Winschoten . . Van de 55 inrigtingen telden er 2 respectivelijk 1 en 2 leerlingen , 12 van 3.-9 , 21 van 10— 19, 8 van. 20-29, 4 van 30 —39, 2 hadden respectivelijk 46', 50, 54., 71 en 104 leerlingen. 14- inrigtingen telden 1 leeraar , 13 twee , 7 drie , 5 vier , 3 vijf, zes , 1 acht, 2 negen, 2 tien , 1 elf , 1. dertien , 2 veertien. Hier volgen de bijzonderheden aan de verslagen omtrent de gymnasien en latijnsche scholen ontleend. Voor het gymnasium te 's Hertogenbosch is eene betere. regeling der lessen tot stand gebragt, die, met den cursus 1871--1872' zou in werking komen. Het onderwijs aan de latijnsche school to Bergen op Zoom , bepaalde zich , bij gebreke van eenen rector , conrector of praeceptor , ook nu weder tot de wiskunde. Even als gedurende den cursus 1869-1870 werd bij het gymnasium to Wageningen , het onderwijs in de wiskunde en de nieuwe talen ook in dozen cursus aan de. hoogere burgerschool gegeven. Het onderwijs aan de latijnsche school to Doetinchem , dat gedurende dezen cursus door den rector alleen werd gegeven , zou vow- den volgen den cursus op beteren voet worden ingerigt , waartoe de benoeming van. een conrector het middel heeft aan de hand gegeven. TOt leeraren aan het gymnasium te Leiden- werden benoemd G. A. BREULEUX onderwijzer in de fransche taal to 's Gravenhage, G. C. STEYNIS student in de godgeleerdheid to Leiden en A. W. KROON JR., candidaat in de wis- en natuurkunde te Leiden , in plaats van C. S. H. LAMBERT en dr. J. VAN DEN BERGH aan wie eervol ontslag was verleend , en van H. BRONGERSMA dusver leeraar in de wiskunde , die benoemd werd tot leeraar in de natuurkunde , ter vervanging van dr. C. J. E. BRUTEL DE LA. RIVIERE eervol ontslagen. Het onderwijs in de geschiedenis word tijdelijk opgedragen aan den candidaat in de letterer W. G. C. BIJVANCK in plaats van dr. P. L. RULLER , eervol ontslagen. Deze tijdelijke opdragt werd achtervolgd door zijne definitive benoeming tot leeraar in. de geschiedenis en aardrijkskunde. Tot rector bij de latijnsche school to Schiedam , in plaats van wijlen mr. G. C. BRILLENBURG werd benoemd dr. K. W. M. MONTIJN die 5 September • 1870 zijne betrekking heeft aanvaard. Bij het gymnasium to Brielle word ter vervanging van W. VISSER eervol ontslagen , tot leeraar in de wiskunde benoemd dr. A. RUTGERS, die zijne betrekking den 19den September 1870 aanvaardde. Ter vervanging van dr. E. MEHLER, word tat rector bij de latijnsche school te Sneek benoemd dr. A. G. KOK , dusverre conrector bij- het gymnasium to Assen. Dr. E. MEHLER verving als rector bij het gymnasium to Zwolle dr. S. A. NABER-, benoemd tot hoogleeraar aan .het athenaeum to Amsterdam. De tijdelijke leeraren aan het gymnasium to Groningen W. DE JONGE en H. HERMANS werden definitief aangesteld. Tot leeraar in de staatshuishoudkunde word benoemd J. OPPENHEIM doctorandus in de regten , in plaats van A. J. W. VAN ROUEN. Te Assen word de conrector dr.A. G. KoK vervangen door G. VAN HELBERGEN. ,
,
,
.
Delft Schiedam . Gouda. .
. .
2 Veendam
4
1 Assen . .
. .. 1
1 Maastricht
Brielle
1
Amsterdam .. .
5.
Haarlem . . . .
1
Middelburg . .
3
Utrecht
10 1
Leeuwarden. Dokkum Zwolle
.
§ 5, Kosten van het hooger onderwijs.
11
Deventer:.
K ampen . .
2
3
8 .
1
Oldenzaal
3
Winschoten .
2
De uitgaven in 1870 door het Rijk voor het hooger onderwijs gedaan , verdeelen zich als volgt :
12 I. 4.
Collegie van curatoren ,
.
HOO-GZSCHOOL TE ,LEIDEN.
1'086,92
.. .. ..
. •
b. Personeel:
1. Jaarwedden *en verdere belooningen der hoogleeraren van de onderseheiden • .. ..... . • • , .. • • • • • • • • . 2. Jaarwedden en verdere belooningen der overige ambtenaren en bedienden
f
faculteiten . . • •
91 525,00 26 661,57 118 186,57
c. Materieel, huippiddelen poor het ond.erwtys-:
1. Subsidien voor de bibliotheek , de ontleed-, heel- ten verloskundige verzamelingen .en lessen , het akademiseh gasthuis , de natuurknndige versamelingen en lessen , de aterrekundige verzameling en lessen , .de prentenverzameling, het ehemisch laboratorium, het industrie-onderwts , den kruidtuin , de . . f 29 140,82 . . ..... . . . .. . . . .. . . landhuishoudkunde, enz. 2. Aanbouw,, onderhoud en lasten der gebouwen , alsmede aankoop on onderhoud 102 308,84 6 van meubelen . 1 510,94 „ . . . • . 3. Administrative , huishoudeliake en andere uitgaven Totaal .
132 960,60 5
. . f 252234,09
'
II. HOOGESCHOOL TE UTRECHT.
a.
Collegie van curatoren .
.,
•
• A
.
.
a a
1019,87
b. Personeel:
1. Jaarwedden en verdere belooningen der hoogleeraren van de onderscheiden . . f 54 487,46 faculteiten . . • • • • • 2. Jaarwedden en verdere belooningen der overige ambtenaren en • • • 13 788,00 bedienden . . 68 275,46 c. Material, hulpmiddelen voor het onderwijs:
1. Subsidien voor de bibliotheek , de ontleed- en verloskundige verzamelingen en lessen , het akademiseh gasthuis , de natuur- en sterrekundige verzamelingen en lessen , het cllemisch laboratorium , het kabinet van natuurlijke historie, den kruidtuin , enz f 19 278,25 2. Aanbouw , onderhoud en lasten der gebouwen, alsmede aankoop 16 350,38 en onderhoud van meubelen .. • 997,22 3. Administrative, huishoudelijke en andere uitgaven . • . • 4. Toelage aan regenten van het krankzinnigengesticht to Utrecht voor het onderwijs in de psyohiatrie
1 000,00 37 625,85 5 Totaal . . •
III. a.
Collegie van curatoren
106 921,18 5
HOOGESCHOOL TE GRONINGEN.
f
969,81
b. .Personeel:
1. Jaarwedden en verdere belooningen der hoogleeraren van de onderscheiden 51 868,51 • • f • faculteiten 9 587,27 5 2. Jaarwedden en verdere belooningen der overige ambtenaren . 61 455,78 5 c. Materieel, hulpmiddelen voor het onderwijs:
1. Subsidien voor do bibliotheek , de ontleed-, heel- en verloskundige verzamelingen en lessen , het akademisch . gasthuis , de natuur- en sterrekundige verzamelingen en lessen , het chemisch laboratorhim , het kabinet van natuurljjke historie , den kruidtuin , de landhuishoudkunde, enz. f 14 083,31 5 2. Aanbouw , onderhoud en lasten der gebouwen alsmede aankoop en onderhoUd van meubelen 11 289,86 3. Administrative, huishoudelijke, en andere nitgaven 608,12 25 981,30 Totaal .
88 406,89 5
Totaal der uitgaven voor de drie hoogescholen .
is 447 562,17
Transportereil f 447 562,17
5
13 f 447 562,17
Per transport
3 000,00
BEURZEN VOOR STUDERENDEN AAN DE INSTELLINGEN VAN HOOGER ONDERWIJS
IV.
BIJDRAGE IN DE KOSTEN VAN HET PRAKTISCH GENEESKUNDIG ONDERWIJS TE AMSTERDAM.
V.
VI.
3 000,00
•
39 989,62 s
SUBSIDIEN AAN LATIJNSCHE SCHOLEN EN GYMNASIEN
f 493 551,80
Totaal . .
In 1869 bedroegen deze uitgavan f 554 577,315. Daarvan kwam voor de drie hoogescholen f 507 954,085; namelijk voor Leiden f 318 069,25, voor Utrecht f 104 567,905 en voor Groningen f 85 316,93 ; de subsidien onder VI vermeld bedroegen f 40 721,96. Door het Rijk word in 1870 nog uitgegeven :
5
De inkomsten der gemeente van wege het athenaeum waren in 1870 : a. Inschrijvingsgelden .
. f
b. Subsidie van het Rijk
21 915,00 3 000,00
.
r. Voor het .Rjks museum van natuurlijke historie te Leiden. 1. Personeel . .
f 14 099,03
2. Onderhoud, aankoopen , enz..
.
c, Subsidie van de provincie Noord-
holland
10 000,00
d. Inkomsten van verschillenden aard
804,37
5 999,525 Totaal f
Totaal
f
35 749,37
20 098,55 5 tegenover f 34 817,575 in 1869.
b. Voor de musea van oudheden en land- en volkenkunde
te Leiden.
1. Personeel. . . . .• • 2.
. . .
f
Onderhoud, aankoopen , enz..
5 600,00 1 592,536
Totaal f
7192,53 5
c. Voor het Rijks herbarium te Leiden.
f
1. Personeel 2. Onderhoud , aankoopen , enz. .
I 200,00
2 640,25
Doze inrigtingen staan echter niet in regstreeksch verband met het hooger onderwijs ; zoodat de ten behoove daarvan gedane uitgaven niet kunnen worden gerangschikt onder die van het onderwijs. In 1869 werd uitbetaald voor de inrigting vermeld onder : b.
•
f 20 276,675
•
.
6 745,035
c . .
2 309,47 De gemeente Amsterdam deed in 1870 de volgende uitgaven ten behoove van het athenaeum aldaar: a. Jaarwedden .
Door de gemeente Deventer worden in 1870 voor het athenaeum aldaar de volgende uitgaven gedaan : a. Toelage aan curatoren 50,00 f
b. Personeel .
f 63 550,00
b. Uitkeering aan de hoogleeraren , enz. van een deal der inschrijvingsgelden .
c. Inrigtingen voor het onderwijs . onderhoud van gebouwen , enz. .
14 630,00 12 030,09 5
2 995,78
Totaal f 93 205,875
Doze uitgaaf bedroeg in 1869 f 130 853,036.
2 225,00
c. Hulpmiddelen voor het onderwijs
600,00
d. Praebenden
175,00
1 440,25
Totaal f
a•
Het zuiver bedrag der uitgaven voor de gemeente beliep dus f 57 456,505. In 1869 bedroeg dit cijfer f 96 035,46.
Totaal f
3 050,00
De ontvangst bedroeg f 210 aan collegiegelden ; de zuivere uitgaaf alzoo f 2840. In 1869 beliep doze uitgaaf f 3775 en hadden Beene ontvangsten plaats. Uit het vorenstaande blijkt , dat voor de hoogescholen en athenaea in 1870 word uitgegeven : a.
door het Rijk
b. door de provincie. . . .
. f 453 562,175
• c. door de gemeenten Amsterdam en Deventer . . . . ..
10 000,00 83 255,875
Totaal f 546 818,05 In 1869 bedroegen deze kosten : a. f513 854,355, b. f10000, c. f 121 728,036, totaal f 645 482,39. Buiten de subsidien van Rijk en provincie, die reeds van de uitgaven der gemeenten zijn afgetrokken , werd door deze van wege de athenaea ontvangen f 22 959,37, tegenover f 21 817,575 in 1869. Het zuiver bedrag der uitgaven van Rijk , provincie en
gemeenten voor de hoogescholen en athenaea, bedroeg dus in 1870 f 523 858,68 , tegenover f 623 664,815 in 1869. De uitgaven der gemeenten voor de gymnasia en latijnsche scholen over het Saar 1870 , en de inkomsten daarvan verkregen , zijr aangewezen in de volgende tabel : '
4
14
15
Gymnasien en Latijnsche
,
seholen 4870.
VITGAVEN.
INKODISTEN. Zuiier bedrag
GEMEENTEN.
Commissie van Materieel.
Eersoneel.,
Subsidie
Subsidie.
Schoolgelden.
TOTAAL.
toezigt.
der
Bijzondere 70TAAL.
van het Rijk. -
uitgaven.
inkomsten.
Noordbrabant.
3erzen op Zoom
)).
ft
3 3_50,00
3oxmeer
f
950,00
r-4:indhoven . emert
308,00
f 3 658,00,
20,00
970,00' 67,60
1)
;rave
920,00
Elelmond
800,00
s Hertogenbosch
•
4 043,33
14,90.
.
150,00
2
250,00
Eleusden . .
.
Nlegen . [Rion
)1
200,00
20,73
888,96
15,885
f
))
3 000,00
f
800,00
67,50,
,)
934,90
800,00
800,00
800,00
44193,33 950,00 250,00
250,00
f)
220,73
200,00
I)
904,84.5
3 900,00
658;00
800,00
170,00 67,50
)1
134,90
800,00' 800,00
11
f
240,00
1003,33
s) 3 190,00 250,00
23,00 890,00
890,00
810,84
». 810,84
326,25
1 S23,75
223,00
"
14,845
Gelderland.
168,68
krnhem ..
4,762 f84
Doesburg. .
1891,46
Doetinchem .
7,37,00
100,00
594,00
12,21
roenlo . •
17,535
4,931,52 f.
Lochem .
500,00
Nijmegen
5 550,00
Tie'
1 400,00
Wageningen
1 500,00
6altbommel .
2 176,96 5
12,00
606,21
450,00
3 000,00
3 000,00
3 000,00
512,00
500,00
500,00
12,00
775,00
4 775,00
», 100,00
1668,14
144,00
))
1 768,14
100,00
47,79 5
))
1 547,79 5
600,00
8,50
))
2.185,465
)1
357,50
295,00
8 940,86
3 401,32
2 310,00
1 600,00 .
732,50
8 430,00
435,86
Brielle
4 282,92
373,88
))
4!656,80
Delft
7 118,94
287,50
))
7 406,44
Dordrecht
3_ 050,00
109,26 5
Gorinchetn
1 475,00
16,54
Gouda
3 000,00
212,68
's Gravenhage
14 019,84
1 421,71
Leiden
11 046,86
1 311,92
Rotterdam
20 900,00
1 123,00
6utphen .
75,00
)
)•
435,245
360,00
5 550,00
368,14
4 120,68
837,00
)/
357,50
7,evenaar
))
))
n
1197,50
1958,99 5
»
3 000,00
Elarderwijk
50,00-
775,00
360,00
477,00
694,00
12,21 If
280,00
880,00
667,796
348,61
348,61
L836,855
295,00
62,50
5 711,32
3 229,54
2 332,50
2 324,30
4'038,94
3 367,50
Zuldhollands
1 055,00
Schiedam
Transporteren
f , 108 280,615
1-63,30 3)
50,00 50,00
))
6 556,73
))
f
388,30 .
1420,00 182,00
182,00
3 140,56 5
1 491,54
370,00
370,00
1 n1,54
1 940,00
1 322,68
3 317,33
12 154,22
3 125,00
9 283,78
3 250,00
18 773,00
3 262,68
775,00 3 317,33
U
12 408,78
3 125,00
))
22 023,00
3 250,00
67,50
2 618,94:
3 322,565
15:471,55
))
f
1 055,00
f 115 293,145
1 165,00
11
218,415
f
21 193,82
f
18 647,945
218,415
f
3,783,94
f 43 625,705
836,585
f
71 669,71
16
17 UITGAVEN.
INKOMSTEN. Zuiver bedrag
4EMEENTEN.
Commissie van Personeel.
Subsidie
Subsidie.
Materieel.
der
Bijzondere Schoolgelden.
toezigt.
TOTAAL.
van het Rijk.
uitgaven.
inkomsten.
, sompommurrammummiprimorwm.............mwrommomemmarrimenriaik
Per transport
f 108 280,61 5
6 556,73
f
67,50
388,30
ll 193,82
. 115 293,14 6 f
f
18 647,94 5 I
3 783,94
Jf
43 625,705 1 f
71 669,71
Noordholland. Alkmaar .
1 750,00
78,31
Amsterdam
21 050,00
1908,28
2 580,71
248,49
. •
Enkhnizen .
25,00
I)
22 958,28
»
2 829,20
1)
3 400,00
Haarlem .
1853,31
266,666
3 400,00
470,00
»
470,00
1 383,31
11 940,00
”
11 940,00
11 018,28
785,08
n
1 051,746
1 777,45 6
1 440,00
Po
1 440,00
1 960,00
Zeeland. Middelburg .
. . . . • •
Zierikzee
••
5 009,99
308,95
1 530,00
60,00
3 085,00
110,16
13 242,70
828,57
5 818,94
))
1750,00
1)
1 750,00
3 568,94
1 590,00
,,
228,00
»
228,00
1 362,00
30,00
3 225,16
0
760,00
,,
760,00
2 465,16
100,00.
14.171,27
7)
5 427,00
»
5 427,00
8 744,27
p
Utrecht. Amersfoort Utrecht .
•
•
•
•
•
Friesland. 950,00
, • • •
Bolsward. .
950,00
300,00
»
»
300,00
650,00
1 104;65
425,00
»
»
425,00
679,65
992,25
»
992,25
6 054,04
835,31
1)
2 035,31
2 811,65 5
1 787,50
»
1 787,50
2 157,93
2 170,00
77
2 170,00
11 561,64
330,00
7,
330,00
4 670,00
740,00
7)
2 797,64
68,65
1 000,00
104,65
6 525,00
391,29
130,00
7 046,29 '
4 500,00
276,965
70,00
4 846,96 5
3 577,00
358,43
10,00
3 945,43
Deventer
13 357,50
374,14
Kampen
5 000,00
Oldenzaal
2 562,95
••
Dokkum . . •
••
Leeuwarden. Sneek
1200,00
Overijssel. Stad Almelo • •
13 731,64 5 000,00
303,34
2 866,29
)7
Ootmarssum 4 430,00
Zwolle
»
))
269,92
4 699,92
2‘057,61 300,00
o
300,00
1 225,00
»
1 225,00
3 474,02
3 372,50
0
8 619,00
5 032,82
960,00
0
960,00
390,00
2 183,125
7)
3 683,125
2 479,475
»
»
77
Groningen 100,00
13 012,88 5 538,935 Groningen » 1 Veendath 350,00 Winschoten
5 800,00
220,00
6 800,00
294.63
800,00
1 135,74
13 . 651,82
))
1 350,00
142,60
8
5 246,50 »
162,60
1 500,00
. 7 094,63
500,00
1 975,00
”
2 475,00
4 619,03
10 935,74
6 600,00
1 432,50
»
8 032,50
2 903,24
Drenthe. Assen Limburg.
9 Maastricht . Roermond
1 249,59
1 219,59
n
0
0
0
1 249,59
813,93
813,93
»
»
»
»
813,93
•
Weert Totaal . • • In 1869 . Vermeerdering . .
f 238 594,35 227 472,276 11 122,075
f 14 367,53
f
995,90
f
13 374,39 5 940,415 993,135
f
55,485
f
2 131,02
39 589,625
2 842,60 5
40 322,96
711,585
11 459,11 N°. 15. '2.
f - 733,335
f
59 451,21
f
57 831,60 f
1 619,61
f
3 783,94
102 824,775
3 485,85
101 640,41
298,09
f
1 184,365
f
153 566,295 142 989,28
f
10 577,015 5
18 vermeerdering van uitgaven , bij vergelijking met die over 1869 ter zake gedaan , ontstaat hoofdzakelijh hieruit dat de uitgaven voor personeel aan het gymnasium te Leiden ditmaal hier konden worden vermeld terwijl zij in het verslag over 1869/70 , om de daarvoor aangevoerde redenen, werden opgenomen onder de kosten van het middelbaar onderwijs. Onder de uitgaven voor het gymnasium te, Stad Almelo zijn mode begrepen die voor de teekenschool ; ''t geen echter, vergeleken met de opgave in het vorig verslag , geen belangrijk verschil veroorzaakt. De subsidien , door de gemeenten Roermond en Weert uitbetaald , werden verleend aan -de bisschoppelijke collegien aldaar voor het onderwijs in de oude talon en hare letterkunde, dat door de gemeente 'Gernert aan de bijzondere latijnsche school aldaar, die van het Rijk eon subsidie van f 400 genoot. Het subsidie, ten behoeve der latijnsche school to Enkhuizen verleend werd met ingang van 1 September 1870 ingetrokken in verband met het verleenen van eon aijkssubsidie voor de hoogere burgerschool aldaar. Bij sommige inrigtingen moesten de kosten van materieel on vermeld blijven , omdat zij ten laste komen van den rector of omdat zij reeds zijn begrepen ender -de uitgaven voor andere scholen gedaan. De bijzondere . ontvangsten , door de gemeente Delft gedaan , spruiten voort .uit de inkomsten van het voormalig Fraterhuis, oudtijds ingesteld tot opleiding in de godgeleerdheid ; die van de gemeente Gouda zijn de renten van een kapitaal groot f 46 600 op het grootbook der nationale schuld ingeschreven tten name van de scholarchie. Door de gemeente 's Hertogenbosch word nog eene som van f 330 aan het Rijk uitbetaald voor leerlingen van hot ,
,
Derhalve werd in 1870 voor het geheele hooger onderwijs (hoogescholen , athenaea , latijnsche scholen en gymnanasien) uitgegeven : 49 551,80 f • . • . . • door het Rijk . 10 000,00
door de provincie Noordholland . door de gemeenten. • •
• • •
Totaal. .
300 485,05
•f 804 036,85
tegenover f 891 360,08 in 1869. De inkomsten der gemeenten , behalve de subsidien , bedroegen in 1870 f 86 194;52. Het zuiver bedrag der uitgaven was alzoo f 717 842,33 tegenover f 808 225,055 in 1869. ,
.
;
gymnasium , die enkele lessen aan de Rijks- hoogere burgerscholen bijwoonden ; door de gemeente Meppel eene som vanl 400 wegens wachtgeld . aan den vroegeren rector van het in 1865 opgeheven gymnasium. Het geheele bedrag der uitgaven , voor gymnasien en latijnsche scholen in 1870 gedaan , is : door het Rijk (subsidien)
f . 39 989,62 5 217 229,175
door de ,gemeenten. . Totaal. .
. f 257 218,80
tegenover f 245 877,69 in 1869. De inkomsten der gemeenten beliepen f 63 235,15 , na aftrek . der subsidien , waarmede het bedrag der gemeentelijke uitgaven reeds is verminderd. Het zuiver bedrag der uitgaven beliep alzoo f 193 983,65 , tegenover f 184 560,24 in '1869.
MIDDELBAAR ONDERWIJS. § 1. BURG'ERSCHOLEN.
In den loop van 1870 werd de burgeravondsctool te Tilburg geopend en kwam , onverpligt , soortgelijke school ook to Enkhuizen tot stand. De lessen aan de ambachtsschool to Rotterdam — welke , met de akademie van beeldonde kunsten en teehnische wetenschappen , in de behoefte aan eene burgerschool aldaar voorziet werden in het voorjaar van 1870 begonnen. Aan de gemeente Zaandam werd op nieuw,, voor 5
jaren , ontheffing verleend van de verpligting tot het oprigten eener burgerdagschool: aan de gemeente Amersfoort , weder voor een jaar, van de verpligting tot het oprigten eener burgersohool: Do behoorlijke regeling der burgeravondschool in Schoterland bleef ook in 1870 wachten op de opening der hoogere burgerschool to Heerenveen , t gem in den loop van dat jaar heeft plaats gehad. De burgeravondschool to 's Gravenhage is , bij gebnek aan leerlingen nog niet in working gekomen. Het bier volgend overzigt, sluitende aan dat op bladzz.
19 en 20 van het vorig verslag voorkomende , wijst de gemeenten aan , in welke aan bet einde van 1870 inrigtingen als Kier bedoeld waren gevestigd , met opgave van het schoolgeld voor iederen leerling, van het getal der leeraren en eindelijk van dat der leerlingen , die in December 1870 gebruik maakten van het onderwijs. Van de burgeravondscholen to 's Gravenhage en in Schoterla,nd wordt, om de bovenvermelde redenen , in dat overzigt geen gewag gemaakt.
19 BEDRAG ♦AN HET SCHOOLGELD.
GEMEENTEN.
AARD
DER
SCHOOL.
voor
voor
het volledig onderwijs.
's Gravenhage , Amsterdam ,
burgerdagschool , Hem ,
enkele lessen.
GETAL DER LEERAREN.
niet tevens aan de aan de hoogere hoogere burgerburgerschool school werkzaam. werkzaam.
f 12,00
1
4
12,00
2
8
5 10
46
39
Utrecht,
idem ,
12,00
1
15
16
Leeuwarden ,
idem ,
8,00
3
5
Groningen ,
idem ,
8,00
1
8
8 9
5
6
's Hertogenbosch ,
Burgeravondschool ,
1
kosteloos f 1,50 per week
4
4
47
39 37
97
8
Tilburg ,
idem ,
f 5,00
Breda ,
Hem ,
6,00
f 0,50 per uur 's weeks
7
7
Arnhem,
idem ,
6,00
f 1,00 tot f 6,00
10
10 fi
49
Nijmegen,
idem ,
8,00
f 1,00 pe; uur 's weeks
11
•
11l
62
Zutphen,
idem ,
4,00
6
5
11
122
Dordrecht,
idem ,
3,00
4
3
7
106
Delft ,
idem ,
kosteloos
6
2
8
112
Schiedam ,
Hem ,
f 4,00
8
1
9
65
Gouda ,
idem ,
f 2,00 tot f 3,00
4
2
6
100
Amsterdam,
idem
f 2,50
2
8
10
86
4
9
79
4
9
48
))
I)
83 14
idem ,
4,00
5
Zaandam ,
Hem ,
5,00
5
Alkmaar,
idem ,
kosteloos
5
31
Enkhuizen ,
idem ,
f 6,00
5
•
5
30
Middelburg ,
idem ,
3,00
4
4
8
58
Vlissingen ,
Hem ,
4,00
3
3
55
Zierik zee ,
idem ,
4,00
4)
5
45
Goes ,
idem ,
4,00
5
3
8
21
Utrecht ,
idem ,
2,00
1
15
16
251
3
5
Haarlem ,
))
5
)1 4)
))
5
Leeuwarden ,
idem ,
8
11
Harlingen ,
idem ,
• f 5,00
6
6
34
Zwolle,
Hem ,
6,00
1
6
24
voorbereidingschool ,
4,00
f 0,50 tot f 2,50 per uur 's weeks
74
burgeravon dschool ,
6,00
f 0,70 tot f 2,00 per uur 's weeks
22
voortgezet onderwijs,
2,50
f 0,60 tot f 2,00 per uur 's weeks
Deventer,
f 2,00 tot f 5,00
69 9
10 1 19
volksteekenschool ,
8,00
f 4,00
97
lijnteekenschool ,
2,00
1,00
29
handteeken school ,
8,00
69
bouwkundig teekenen,
8,00
31
Transporteren
125
123 1 248
2182
20
BEDRAG VAN HET SCHOOLGELD.
GETAL DER LEERAREN.
CD •
bO 0 CD
•GEMEENTEN.
voor
AARD DER SCHOOL.
voor
het volledig onderwijs.
Per transport
125 Kampen, Groningen, Assen , Maastricht, Rotterdam,
enkele lessen.
kosteloos
burgevavondschool,
f 5,00
idem,
))
ambachtsschool,
2,00
burgeravondschool,
8,00
CD
as E-4
CI
123
248
2182
7
3
10
32
1
8
9
4 7
1
10
8
79 182
f 1,50 tot f 5,00
2
29
31
burgeravond- en ambachtsschool, industrieschool,
244 262
f 5,00
19
19
101
f 3,00 tot f 16,00
16
21
212
5
5
ambachtsschool, Helder,
38
4
afd. voor technische wetenschappen, Leiden,
)
voorbereidende cursus, afd. voor beeldende kunsten,
70'
53 f 4,00
4,00
idem,
tevens niet aan de aan de hoogere hoogere burger- burgerschool school werkzaam. werkzaam.
5
f 3,00
teeken school ,
Totaal
Ten aanzien van hot getal leeraren valt op te merken: -dat dezelfde personen werkzaam waren aan de burger dag- en aan de burgeravondscholen to Amsterdam, Utrecht , Leeuwarden en Groningen ; dat ddn leeraar aan de burgerschool to Amsterdam tevens onderwijs gaf aan de burgeravondschool to Zaandam. Onder de 204, in de tweeds kolom vermeld , komen drie leeraren insgelijks tweemaal voor, namelijk 2 die onderwijs gaven aan de akademie en aan de ambachtsschool te Rotterdam , en ddn, die onderwijs gaf aan de eerstgenoemde inrigting en aan de burgeravondschool to Schiedam. Het getal der aan het einde van 1870 dienstdoende leeraren bedraagt dus eigenlijk 308 (daaronder begrepen 12 leeraren , die aan de ambachtsschool to Rotterdam ambachtsondorwijs gaven). Daarvan waren 143 tevens on 165 niet aan de hoogere burgerschool werkzaam. In 1869 bedroeg het totadder leeraren 266, dus 42 minder. De vermeerdering , in 1870 ontstaan, spruit hoofdzakelijk voort uit de openstelling der burgeravondscholen to Tilburg en Enkhuizen en van de ambachtsschool to Rotterdam , waar een gezamenlijk getal van 32 leeraren werkzaam waren , en uit de uitbreiding van het onderwijzers-personeel aan de burgerdag- en avondscholen te Utrecht met 5 leeraren. Bij vergelijking van het getal leerlingen aan het einde van 1869 en 1870, blijkt dat het in laatstgenoemd jaar met 205 is tnegenomen. Hierbj moot echter in het oog worden gehouden , dat 112 leerlingen te Deventer de lessen van verschillende der bovengenoemde inrigtingen to gelijk bijwoonden , en dat de101 leerlingen der ambachtssehool to Rotterdam insgelijks voorkomen onder de leerlingen aan de akademie aldaar. Trekt men het gezamenlijk bedrag van 213 der aldus dubbel vermelde leerlingen af, dan wordt bun totaalcijfsr teruggebragt tot 3275 , tegenover 3118 in het jaar 1869. Aangaande elk dier inrigtingen valt het volgende to vermelden. ' s Gravenhage. Het onderwijs aan de burgerdagschool wordt geprezen. Om de hiervoren reeds vermelde roden bleof de burgeravondschool ook in 1870 buiten working.
70 23
151
204
355
3488
5 leerlingen der hoogste klasse namen deal aan het eindexamen volgens artt. 55 en 56 der wet; 3 huuner verkregen het getuigschrift. Het schoollocaal is eenigzins uitgebreid door het in gebruik nemen van eenige vertrekken , vroeger voor de normaallessen bestemd. Amsterdam. Het getal leerlingen is sedert de vorige opgave achteruit gegaan , on wel voor de dagschool met 4 en voor de avondschool met 19 leerlingen; on zulks niettegenstaande beide scholen geacht worden uitmuntend te zijn ingerigt en het onderwijs aan bekwame handen toevertrouwd. In het najaar van 1870 ward daze zaak in den gemeenteraad ter sprake gebragt ; 't geen aanleiding gaf tot de benoeming van eene raadscommissie, om aangaande den toestand der school onderzoek to doen en verslag nit to brengen. Daarop gevolgde besprekingen van dit onderwerp in den raad , hebben geleid tot de uitnoodiging aan burgemeester on wethouders om nadere voorstellen to doen , die in den toestand verbetering kunnen brengen. Aan het einde van 1870 was dit nog niet geschied. Utrecht. Door de benoeming van een directeur en door de voltooijing van het nieuwe schoolgebouw, , kwam doze inrigting op goeden voet. Beide oorzaken hadden terstond vooruitgang zoowel in het aantal leerlingen als in het gehalte van het onderwijs ten gevolge. Het getal leerlingen aan de dagschool nam met 11, dat aan de avondschool met 6 toe. Van de 12 leerlingen , die zich aan het eindexamen onderwierpen , verwierven er 8 het getuigschrift. Het onderwijzend personeel was , aan het einde van 1870, aldus zamengesteld: dr. H. WEFERS BETTINK , directeur, tevens leeraar in de scheikunde, de natuurlijke geschiedenis en het teekenen, jaarwedde f 2400. dr. O. J. DE HAART, natuur- en werktuigkunde, f 1500. J. E. FISCHER , wiskunde, f 1400. M. J. LENS, handteekenen , f 2400. G. C. J. VAN DER BIE nederlandsche en fransche taal aardrijkskunde on geschiedenis, f 1200. L. F. C. VAN ERP TAALMAN Kip boekhouden , f 200.
21 M. DAUVELLIER, schoonschrijven , f 100 (tevens werkzaam win de bier gevestigde RUks- hoogere burgerschool). J. D. HUIBERS handteekenen , f 500. J. N. BREEBAART bouwkundig teekenen , f 500. 0. A. GROTRE werktuigkundig teekenen , f 400. Bovendien waren nog, tijdelijk en zonder vaste aanstetting, aan de inrigting verbonden : J. HOLTAPPEL , B. J. STOFBERG OD S. GtiBEL voor'het onderwijs in de wiskunde; A. E. GROLMAN, voor het handteekenen on C. J. G. MIEREMET voor de gymnastiek. -
Leeuwarden. Het aantal leerlingen aan de dagschool is met 10 vernieerderd , dat der avondschool daarentegen met 19 verrainderd. BU de dagschool kondon slechts 19 van de 27 leerlingen die zich hadden aangegeven , worden toeplaten ; 2 leerlingen gingen van, de dagschool over naar de avondschool. Deze heeft nog steeds to strijden met de begeerte der ambachtslieden ora teekenonderwijs , en niets hoegenaamd meer , to ontvangen. Het onderwijzend personeel • werd nitgebreid door de aan stelling van den leeraar mr. S. J. COHEN , van de Rifts- hoogere burgerschool, voor de volkshuishoudkunde efo. het boekhouden , op. eene jaarwedde van f 400: -
Groningen. Ook Mer had men voortdurend te kampen met de ongeneigdheid van vele onders en werkbazen om hunne kinderen of leerlingen meer dan teekenen te doen onderwij zen. Het getal leerlingen der burgerdagschool verminderde met 6, dat der avondschool nam toe met 1.. De ambachtsschool tilde 53 leerlingen tegenover 36 in. 1869. Drie leerlingen legden met zeer goed gevolg het eindexamen af; twee hunner hadden gedurende vier jaren de lessen gevolgd en waren daarvoor dagelijks van Aduard , op eon uur afstand van Groningen gelegen ,.komen wandelen ofit des avonds, na tien uur , huiswaarts to keeren. In plaats van dr. HUIZINGA. werd tijdelijk tot leeraar in de .sehei- en natuurkunde en technologic benoemd G. POST op eene jaarwedde van f 1400;. in plaats van J-KoRs, voor wiskunde en gesehiedenis „ J. H. JENNES, f 700 ; terwa J. B. JAGER.. werd aangesteld tot leeraar voor ltjnteekenen op eene. jaarwedde van f 600.. IteK4enbosch.. Het aanmerkelijk getal leerlingen , waarmede de cursus 1869/70 geopend werd , had ten gevolge , dot de Iaagste of voorbereidende Masse moest gesplitst warden , zoodat bij het begin van 1870 de klasseh verdeeld waren in afdeeling A on B der voorbereidende klasse met 25 en 40 leerlingen. Eerstgenoemden waren tevens leerlingen der lioninkliike Teekensehool. Om ook de leerlingen der afdeeling B. in de gelegenheid te stellen het onderwijs der teekensehool to genieten , werd door het gemeentebeatuur in overleg met den direetenr der burgeravondschool bepiald, dot hun door een der leeraren van de teekenitchool onderwijs zou worden verstrekt op de twee dagen der week , 's avonds van 6 tot 9 nut , waarop anders geen teekenles wordt gegeven. Het was to verwachten dat tegen het voor] oar , wanneer de lessen der teekenschool gestaakt worden, het aantal schoolgaande ledrlingen voor de burgeravondschool merkelijk zou verminderen ; vele leerlingen tech hadden den leeftijd van 16. tot 18 jaren bereikt , on reeds beneden dien leeftijd zijn de meesten in een. ambacht werkzaam waarin hunne diensten worden gedischt , zoolang er bij daglicht kan gewerkt worden. Om deze aanleiding tot schoolverzuim zooveel mogelijk weg to nemen werden de lessen voor de zomermaanden gesteld van 7 tot 9 uur 's avonds. Deze maatregel had het gelukkig gevolg , dat de inrigting gedurende den ganschen zomer door ruim 60 leerlingen werd bezocht. De uitslag van het toelatings-examen was gunstiger dan in 1.869. Van de 36:candidaten die zich aanmeldden , werden er 28 toegelaten. Vlijt en gedrag der leerlingen gaven alba reden tot tevredenheid.. De localen der school voldoen uitnemend ; zoo ook de schoolmeubelen. Aan de verzameling leermiddelen en werktuigen van allerlei aard wordt veel zorg besteed, waartoe de inderdaad onbekrompen subsidien van de gemeente in staat stellen. In het onderwijzend personeel kwam eenige verandering. Bij besluit van den raad van 15 Maart 1870 werden tot .
leeraren op eene jaarwedde van f 100 , benoemd L. J. W. SMIT staatshuishoudkunde , E. A. H. VAN DER VEN en P. M. &MIER, handteekenen , en werd aan den leeraar in do wiskunde , J. HOUTMAN , op zijn verzoek eervol ontslag verleend , met tijdelijke opdragt zijner functien aan den hulpleeraar voor de wiskunde E. GOYERS. Tilburg. De burgeravondschool werd den 21'sten Maart 187ageopend, een tijdstify, waarop bijna overal de leerlingen zoodanige inrigting verzuimen of verlaten. Desniettemin werden de lessen met 43 leerlingen aangevangen , welk cjfer met den nieuwen cursus aanmerkelijk toenam on tot 83 klom. Terreweg het grootste gedeelte volgde slechts enkele lessen : niet minder dan 50 enkel het onderwijs in het teekenen. Hieruit blijkt wader dat het onderwijs in de andere voor den ambachtsman zoo noodige vakken , zoo als rekenkunde en meetkunde , nog weinig gewaardeerd worth. De school is gevestigd in de localen der Rijks- hoogere burgerschool,. daartoe door de Regering voor de avonduren in gebruik afgestaan. Het personeel der school word in Januarij 1870 be• noemd en wel de heeren : dr. W. H. FENGER tot directeur en leeraar in de natuuren werktuigkunde en technologic , jaarwedde f 500; dr. F. VAN CALKER, scheikunde en scheikundige technologie , f 250 ; C. C. HUYSMANS handteekenen , f 500; M. REYNS 3 wiskunde, f 150: L. H. VERSCHUUREN , nederlandsche geschiedenis en aardrijk skunde, f 150 ; C. H. GOIJARTS, liinteekenen-, f 15:0; B. VAN. DEN MEYDENBERG N handteekenen, f 150; H. PFAFF, gymnastiek , f 200. De hoer W. H. FENGER is tevens direoteur , de heeren VAN- CAIIKER, HUYSMA.N• en PFAFF tevens leeraren der hoogere burgerschool. Breda._ De burgeravondschool verkeert steeds- in onvoldoenden toestand. Het schooljaar 1869-70 word: geopend met 18 leerlingen , waarvan 9 in de voorbereidende klasse waren geplaatst. Onder gedurige afwisseling was het eerste dier cijfers na enkele maanden tot de helft versmolten , en nadat het onderwijs, bij gebrek aan leerlingen, van Mei tot September geheel had stilgestaan , meldden zich bij het begin van- den nieuwen cursus slechts 9 leerlingen aan , waaronder 3 die tamelijk goed konden lezen en niet geheel vreemd waren aan de beginselen der rekenkunde. Onder daze omstandigheden heeft men voorgesteld , bij wijze van proefneming , de burgeravondschool naar 'het teekeninstituut over to brengen en met de afdeeling van het bouwkundig teekenen to vereenigen ; in de hoop aldus , door betere aansluiting met de teekenschool, ook racer belangstelling voor het theoretisch onderwijs op to wekken. Doze regeling is eerst bij het begin van 1871 in. werking getreden , en de uitslag daarvan zal dus in het volgende verslag kunnen worden vermeld. Bij raadsbesluit van 27 Augustus 1870 werd R. T. MODDERMAN benoemd tot leeraar in de aardrijkskunde op eene jaarwedde van f 250 , ter vervanging van den leeraar J. H. DE BEER, op verzoek eervol ontslagen. Het aantal leerlingen aan het teekeninstituut bedrdeg bij het begin van den cursus 1869/70 voor het handteekenen 144 , voor het bouwkundig teekenen ongeveer 20. Het onderwijs in handteekenen bleef goede , dat in bouwkundig teekenen geringe vruchten dragen. Dit laatste wordt toegesehreven aan het lage peil van ontwikkeling der leerHagen , waardoor zij niet in staat zijn van dit onderwijs lets meer to vatten dan het werktuigelijk nateekenen van voorbeelden. .
.
Arnhem,. Ten elude aan knapen nit den ambachtsstand , die meestal tegen het voorjaar de avondschool moeten verlaten , het volgen- van een geregelden cursus en eene opklimming tot hoogere klassen mogelijk to maken , werd het reglement der school in dier voege gewijzigd , dat de overgangs- en eindexamens in April zouden worden afgenomen. Deze regeling heeft reeds terstond goode vruchten gedragen. Aan de examens werd door een grooter aantal leerlingen. deel genomen ,, en de zornercursus, die in April. 6
22 aanving 'heeft in vergelijking met vro?gere jaren er niet onder geleden. De school word van Januarij tot de Paaschvacantie bezocht door 42 leerlingen , •waarvan 24 tot de voorbereidingsklasse behoorden. Van de 7 leerlingen der hoogste klasse hebben 6 het eindexamen afgelegd ; aan 4 hunner word het diploma uitgereikt. De nieuwe cursus word in September geopend met 52 leerlingen , en niet alleen het getal maar ook het gehalte der leerlingen was aanmerkelijk beter clan in vorige jaren. In de teekenschool van het genootschap n kunstoefening " werden de onderscheidene lessen door 286 leerlingen gevolgd., waaronder 114 kosteloos onderwijs genoten. of leeraar in de staatshuishoudkunde , op eene jaarwedde van 600 , werd den 16 April 1870 benoemd de heer H.. G. BeRGESIUS, in plaats van mr. E. STAR BUSMAN, wien den 19 Maart i87 0 op zijn verzoek eervol ontslag is verleend Nijmegen. Doze school bleef in vrij gunstigen toestand verkeeren. Met den nieuwen cursus meldden zich 26 leerlingen aan, waarvan 9 wegens onvoldoende kundigheden afgewezen en 15 in de voorbereidende klasse opgenomen moesten worden. Hot aantal leerlingen klom van 58 tot 62. Vitt en gedrag der leerlingen waren loffelijk, hunne vorderingen voldoend©. dr. P. H. SCHOUTE werd den 16 December 1870 benoemd tot leeraar in de wis- en dierkunde , in plaats van den leeraar R. E. DE HAAN , bij raadsbesluit van 28 October 1870 op verzoek eervol ontslagen. De vacature van leeraar in de geschiedenis en de Nederlandsche taal , ontstaan door het bij 't zelfde raadsbesluit op zijn verzoek verleend eervol ontslag aan den leeraar E. ZUIDEMA , was aan het einde van 1870 nog niet vervuld. Zutphen. Bij het einde van 1869 telde deze schoOl 106 leerlingen , bij het einde van 1870 was dit getal tot 122 geklommen. Met den nieuwen cursus word de laagste Masse zelfs z66 stark bezet , ,dat zij in twee afdeelingen moest worden gesplitst. Eenige wijzigingen in het reglement der school hebben reeds aanvankelijk eon gunstigen invloed uitgeoefend op het gehalte der leerlingen en van het onderwijs. Op het voorstel der Commissie van toezigt hoeft namelijk de gemeenteraad bepaald : dat voortaan de leerlingen , die kosteloos onderwijs wenschen to ontvangen , zich zullen moeten onderwerpen aan eon admissie-examen , waarbij zal moeten blijken van genoegzame vorderingen in het lezen , schrijven en rekenen ; dat het onderwijs in het regtlijnig teekenen in de eerste Masse zal vervangen worden door dat in handteekenen ; dat tot de vierde klasse, welke eon voortgezetten cursus in het teekenen vormt, alleen worden toegelaten de leerlingen , die den tweejarigen cursus der eigenlijke burgeravondschool hebben afgeloopen , benevens zij , die den ouderdom van 18 jaren bereikt hebben en blijken geven , genoegzaam in het teekenen gevorderd to zijn ; — dat het onderwijs in het model maken in de rnaanden November , December en Januarij van 5 tot 9 ure zal gegeven worden , maar na de Paaschvacantie gestaakt ; en dat de overgangs- en eindexamens in de week v66r Paschen zullen plaats grijpen. De laatste bepaling had , even ale ten aanzien .der burgeravondschool to Arnhem werd vermeld , ten doel geregelde opklimming tot eene hoogere klasse mogelijk to maken , ook voor die leerlingen , welke , wegens de eischen van hun ambacht , niet meer in de gelegenheid zijn de avondschool to bezoeken. Nog werd het schoolgeld met i/, verminderd en alzoo op f 4 gebragt. Aan het einde van den cursus 1869/70 waren in de hoogste klasse 5 leerlingen aanwezig, die alien met go.ed gevolg het eindexamen aflegden. De toestand der school mag, door eene gelukkige zamenworking van het gemeentebestuur, de commissie van toezigt en directeur en leeraren , gunstig genoemd worden. Dordrecht. Hoewel het teekenonderwijs nog to wenschen overlaat , wordt deze inrigting toch onder de bests der burgeravondscholen gerangschikt. In het getal der leerlingen is geene noemenswaardige verandering gekomen.
Detft. In den toestand dezer school kwam aanmerkelijke verbetering door uitbreiding van het onderwijzend personeel. Bij raadsbesluit van 12 Julij 1870 , werden als teekenleeraren aangesteld J. C. D'ARNAUD GERKENS en C. MUYSKEN, elk op eene jaarwedde van f 600, en werd het onderwijs in de werktuigkunde, waarmede dusver de heer KOREVkAR belast was, opgedragen aan den leeraar dr. P. KNOTTEN• BELT, tegen eene jaarwedde van f 350. Het aantal leerlingen klom van 91 tot 112. Schiedam. Het gunstig berigt , in bet vorig verslag opgenomen kan ditmaal worden herhaald. Het onderwijs in regtlijnig teekenen wordt uitmuntend genoemd ; dat in het handteekenen naar de natuur laat to wenschen over. Tot leeraar in de wiskunde word bij raadsbesluit van 3 September 1870 benoemd heer J. VAN DER BRUIJN op eene jaarwedde van f 200. Gouda. Het onderwijs in de werktuigkunde is definitief opgedragen aan den directeur K. MARS en diens jaarwedde, met inbegrip eener toelage van f 75 voor den zomercursus , verhoogd tot f 1025. Gelijke toelagen van f 75 voor den zomercursus zijn verleend aan de leeraren A. ROOZEBOOM en J. J. BERTELMAN f 100 aan den leeraar H. W. KRAMERS en f 50 aan den leeraar J. D. DIJK. Het getal leerlingen vermeerderde met 5. Met uitzondering van dat in het handteekenen bleef het onderwijs aan doze school zeer good. Van 7 leerlingen die zich aan het eindexamen onderwierpen , verkregen 5 het diploma. '
Haarlem. De reorganisatie der school en de benoeming van den directeur, dr.' E. VAN DER VEN beiden in het vorig verslag vermeld, zijn niet zonder gunstigen invloed gebleven op de regeling en rigting van het onderwijs aan deze school. Het onderwijzend personeel heeft zich met lust en ijver van zijne taak gekweten. Zaandam. Het getal leerlingen bleefnagenoeg op dezelfde hoogte. In het teekenonderwijs is nog geene verbetering gebragt. Alkmaar. De directeur en leeraar , dr. A. T. VAN AKIN', werd op zijn verzoek eervol -ontslagen en , bij raadsbesluit van 16 November 1870 , vervangen door den leeraar A. LANGERHUIZEN VAN UVEN Op eene jaarwedde van f 500. Tot leeraar in de wiskunde word bij hetzelfde raadsbesluit benoemd de heer H. DE VRIES, op eene jaarwedde van f 300. Aan den heer mr. A. P. DE LANGE werd, in Julij 1870, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als leeraar der staatshuishoudkunde ; bij het einde van 1870 was in de vacature nog niet voorzien. Het onderwijs, geheel gegeven door leeraren der hoogere burgerschool, wordt geprezen. Het sehoollocaal word verbeterd , en voor het teekenonderwijs een gedeelte der tusscbenschool ingerigt. Enkhuizen. In Mei en Junif 1870 word het onderwijzend personeel aan deze burgeravondschool aldus zamengesteld : A. J. TEN BRINK , directeur tevens leeraar; L. DortDORFF R. SINIA, W. P. VAN VLISSINGEN on J. REEKERS. Deze leeraren , tevens alien werkzaam bij de hoogere burgerschool, genieten geene afzonderlijke belooning voor hnnne diensten aan de burgeravondschool. De localen der burgeravondschool, dezelfde als die der hoogere burgerscbool , zijn voldoende; ook het onderwijs over 't algemeen , behalve dat in teekenen. De school telde , aan het einde van 1870, 30 leerlingen. Middelburg. Doze school is eene goede schrede vooruit gegaan door de benoeming , op 30 November 1870 , van den heer J. C. VAN DER MEER MOHR , leeraar in het teekenen bij de hoogere burgerschool , tot leeraar in het handteekenen (jaarwedde f 500) , in plaats van den hoer J. W. GERSTENHAUER ZIMMERMAN , die om redenen van gezondheid zijn eervol ontslag verzocht en verkreeg. Ofschoon de nieuwe titularis nog slechts weinige maanden in functie is geweest , is toch reeds belangrijke verbetering in het handteekenonderwijs merkbaar. De leeraar in het regtlijnig teekenen ,
23 mede op zijn verzoek eervol ontslagen , was aan het einde van 1870 nog niet vervangen; 7 leerlingen hadden zich voor het eindexamen aangemeld , waarvan in zich v66r den aanvang terug trok. De overigen voldeden alien en verkregen het getuigschrift.
VAN SORGE
,
Vlissingen. Aan den heer C. M. DROOGLEEVER FORTUYN werd, op zijn verzoek , eervol ontslag verleend als leeraar in het regtlijnig teekenen. Daar zich voor de vacature geen enkel bevoegd candidaat opdeed, is .de tijdelijke waarneming voor den .cursus 1870/71 opgedragen aan den leeraar L. A. TERWIEL. Het teekenonderwijs aan deze school is voldoende ; daarentegen lieten de uitkomsten van het wiskundig onderwijs to wenschen over. Het getal leerlingen bedroeg , aan het einde van 1870 , 55 tegenover 47 aan het einde van 1869. Zierikzee. Veer de burgeravondschool word thans gebruik gemaakt van de nieuwe uitmuntend ingerigte localen der hoogere burgerscholen. Aangaande deze school valt niets bijzonders mede to deelen dan dat zij, wat het onderwijs betreft , in gunstigen toestand verkeert. •Goes. Het onderwijzend personeel onderging eenige verendowing. Bij raadsbesluit van 26 Julii 1870 word de leeraar S. C. L. MESCH tot directeur benoemd , in plaats van den beer M. LEOPOLD naar elders vertrokken. Bij raadsbesluit van 9 Augustus 1870 werd dr. P. J. F. VERMEULEN benoemd tot leeraar in de scheikunde, ter vervanging van dr. WALIG, insgelijks naar elders vertrokken. Het onderwijs , ook dat in het teekenen , word over het algemeen good genoemd. Harlingen. Het getal leerlingen bleef nagenoeg op dezelfde boogte — 34 tegen 32 in 1869 -- zoodat ook hier niet op toenemende belangstelling valt te wijzen. De naar elders vertrokken leeraren VAN DE WALL , GORI en SNI3DER werden vervangen door de nieuwe keraren der hoogere burgerschool: dr. S. R. VAN DER LEY, voor de werktuigkunde, technologie, natuur- en scheikunde; 'G. J. LANDEVVEEn Az., voor aardrijkskunde, geschiedenis en Nederlandsche taal , en mr. F. H. DE VELTE voor staatshuishoudkunde. 2wolle. Het aantal leerlingen daalde , in weifirwil van de deugdelijkheid der inrigting, van 39, in 1869, tot 24. Klaarblijkelijk bleef de burgeravondschool overheerscht door de teekenschool en de in wier minder strenge (Aachen meer beantwoordden aan de geneigdheid der leerlingen. De industrieschool is thans teruggebragt tot het lager onderwijs , en zal dus voortaan geen nadeeligen invloed op den toestand der burgeravondschool meer uitoefenen. Intusschen is vermeld, dat de 11 leerlingen , die de inrigting nit de tweede klasse verlieten , voldoende .ontwikkeld waren. Deventer. De verschillende inrigtingen voor middelbaar onderwijs ten behoove van ambachtslieden werden door 391 leerlingen bezocht. 112 woonden echter de lessen van verschillende scholen to gelijk bij zoodat hun eigenlijk getal niet meer dan 279 bedroeg. Het getal leerlingen der burgeravondschool daalde van 31 tot 22, aan de voorbereidingsschool van 76 tot 74, aan de volksteekenschool van 116 tot 97, aan de lijnteekenschool van 56 tot 29, doch vermeerderde aan den cursus voor voortgezet onderwijs van 51 tot 69 en aan de handteekenschool van 34 tot 69. De burgeravondschool wordt ook hier dus weinig bezocht on slechts bij uitzondering door de klasse van jongelieden, waarvoor zij bestemd is. Ernstig wordt gedacht aan hervorming, in de hoop van daardoor verbetering to verkrijgen. In het personeel der leeraren is geene verandering gekomen , behalve de vervanging van den hulponderwijzer SCHEPERS bij de voorbereidingsschool door den hulponderwijzer J. F. BERK. De nieuwe localen voor de hoogere burgerschool zijn -
thans , tot groot voordeel voor het onderwijs , ook bij deze inrigting in gebruik. Kampen. In het getal der leerlingen kwam geen veranBU den nieuwen cursus werden 18 leerlingen toegelaten. Het onderwijs wordt geroemd ; ook de hulpmiddelen en de toestand der localen laten niets to wenschen over. Behalve de 7 leeraren van de hoogere burgerschool, die hier de lessen waarnemen , zijn de overige opgedragen aan de heeren G. H. LEIGNES BAKROVEN voor de scheikunde, R. VAN PUTTEN VOOT do wiskunde, en J. DE GRUYTER voor de gymnastiek. Assen. De in het vorige jaar geopende burgeravondschool ondervond geene verandering, dan dat het aantal leerlingen daalde van 23 op 1'0. Het baatte niet , dat het aanvangen der lessen uitgesteld en het eindigen vervroegd word, nosh dat bijzondere personen de schoolgelden voor een aantal leerlingen voldeden. Ongoneigdheid om van de ttitmuntende gelegenkeid tot leeren gebruik to maken moot alzoo worden aangenomen ale oorzaak van het kwijnen der inrigting. Maastricht. Het aantal leerlingen klom van 55 to 79. Voor den nieuwen cursus meldden zich 83 leerlingen aan , waarvan 66 konden worden toegelaten. Van de 79 leerlingen , in December 1870 aanwezig., woonden slechts 31 al de lessen bij. Ook hier neemt in het voorjaar , het schoolverzuitn toe en scheen , om het kwaad to keeren , tot nog toe op weinig medewerking to rekenen van . de zijde der fabrikanten en werkbazen. De inrigting der school en het onderwijs mogen zeer voldoende worden geacht. Rotterdam. De akademie van beeldende kunsten en technische wetenschappen bleef haar roem handhaven ; in 1870 besloot de gemeenteraad een nieuw locaal voor deze inrigting to stichten , 't geen ongetwijfeld een gunstigen invloed zou uitoefenen , daar de gebrekkige hulplocalen wel eons be lemmerend werkten. Aan dr. Tit. VAN DOESBURGII werd op zijn verzoek eervol ontslag .verleend als directeur der akademie; de functien werden , voor den cursus 1870/71, tijdelijk opgedragen aan dr. M. C. MENSING, De ambachtsschool , in April 1870 geopend , wordt geacht uitmuntend ingerigt to zijn ; vooral ook , omdat het eigenlijk ambachtsonderwijs vergezeld gaat van op ruime schwa in gerigt theoretisch onderwijs in de wis- en natuurkundige wetenschappen, herhaling van lager onderwijs en teekenen. De localen der ambachtsschool , waar , aan het einde van 1870, 101 leerlingen onderwijs genoten , door 19 leeraren gegeven, voldoen uitmuntend. Tot directeur word, bij de opening der school , benoemd de beer D. DE VRIES. ,
Leiden. De beide scholen van het genootschap Mathesis Scientiarum Genetrix werden gereorganiseerd in dier voege dat de burgeravondschool on do ambachtsschool nu een aaneensluitend geheel vormen ; verder is voor de beida laagste klassen het onderwijs in alle vakken verpligtend gesteld. Een en ander heeft aanvankelijk reeds eon gunstigen invloed uitgeoefend. Helder. Het getal der leerlingen aan de industrieschool vermeerderde met 7, de teekenschool verloor daarentegen een gelijk aantal leerlingen. Het onderwijs aan deze school werd over het algemeen goad genoemd ; alleen dat in regtlijnig teekenen laat to wenschen over. Even als vroeger zijn ook thans in het vorenstaand overzigt nog niet opgenomen de burgeravondschool in Schoterland en de handwerkschool to Amersfoort, die voorloopig de plaats eener burgerschool innam. In Schoterland bleef de inrigting der burgeravondschool nog altijd eene voorloopige, in verband met de in 1870 geopende hoogere burgerschool te Heerenveen. Van het onderwijs aan de burgeravondschool werd door 18 leerlingen gebruik gemaakt, van welke de helft kosteloos onderwijs ontvingen. Het onderwijs werd door 4 personen gegeven. Aan de gemeente Amersfoort werd , bij Koninklijk besluit
24 van 28 Juni.; 1870 , weder voor een jaar ontheffing verloend van de verpligting tot oprigting eerier burgerschool,, op grond dat de bestaande handwerksschool voldoende in de behoefte voorzag. Onder de inrigtingen , waar of dergelijk onderwijs wordt gegeven als aan de burgerscholen of bovendien professionneel onderwijs, behooren de beide scholen der Maatschappij van den werkenden stand. to Amsterdam. Aan de eene, die aan de Weteringschans , wordt ambachtsonderwijs gegeven ;: het getal der leerlingen bedroeg 113, dat der onderwijzers 13. Het °ordeal over het onderwijs in ambachten en teekenen is. gunstig , dat in de zuiver theoretische vakken is weinig uitgebreid. en laat ook wel wat to wenschen over. Aan de andere school van dezelfde Maatschappij — ten onregte ambachtsschoolgenoemd, daar er geen professioneel 'onderwijs. wordt gegeven zijn 10 leeraren werkzaam, die aan 72 leerlingen . onderwijs gaven. Ook hier is het onder wijs goad , maar de localen zijn hoogst gebrekkig. De industrieschool voor vrouwelijke jeugd to Amsterdam bleef op 1Offelijlie wi,jze aan h4re bestemming voldeen. In December 1870 genoten er 1.52 meisjes onderwijs:, waarvan 39 tusschen twaalf en veertien jaren , 71 tussehen veertien en zestien j area en 42 boven zestien j aren. Het onderwijzend personeel bestaat , behalve den directeur , uit 3 onderwijzers en 1; onderwijzer in de theoretische vakken. en het' teekenen 4 onderwijzers en 5 onderwijzeressen in de professionele leervakken. In 1870 hebben 5 leerlingen, dozer school mot gunstigon uitslag examen als leerLing-apotheker afgelegd.
lieden , voor zoo ver zij reeds aan den arbeid zijn , des avouch vrij, to geven tot het bezoeken der scholen , en vooral de nog aanwezige teekenscholen, wier voortbestaan de jongelieden in de meening versterkt, dat teekenen allden hun genoegzaam is. Wat betreft het onderwijs in het algemeen aan de burgerdag- on avondscholen , blijkt nit de verslagen ,. dat langzamerhand verbetering komt in het onderwijs in natuurwetenschappen , door dat de docenten meer en meer in eene praktische rigting werkzaam zijn ; en dat het teekenonderwijs , vooral dat in het hindteekenen , nog veel to wenschen overlaat. Uitzondering hierop treft men aan in die scholen waar dit onderwijs aan bekwame , jeugdige en degelTie onderwijzers is toevertrouwd. § 2, HOOGERE BURGERSCHOLEN. a. Getal der scholen en der leerlingen.
:
Is in het_ getal leerlingen , die de burgerdag- on avondschool. bezochten , eenige zij, 't ook weinig belangrijke breiding merkbaar, 't valt niet to ontkennen , dat ,de reeds vroeger opgegeven oorzaken ook in het jaar 1870 haren schadelbken invloed, hebben uitgeoefend op het schoolbezoek. DuidelWc blijkt, dat de verzorgers van de jongelieden nit den ambachtsstand nog niet. genoegzaam genegenzijn, om dezen.gebruik. to doen waken van dit onderwijs. Btjkoraende redenen,, waarora. het onderwijs niet volledig aan de verwachting beantwoordde , zijn, ook nu de veelal lags trap van ontwikkeling , waarop de leerlingen die de- lagere school verlaten, staan , waardoor zij veelal niet of minder geschikt zijn., om de lessen. der burgerscholen to volgen ; de noodzakelijkheid, voor de werkbazen , om den jongen
In het jaar 1870 kwamén in working twee Rijks- hoogere burgerscholen met driejarigen cursuS', to Wintersvdjk on to Heerenveen, en twee gemeenteltike hoogere burgerscholen, de eerste to Tiel met vijfjarigen•, de andere te Enk huizen met driejarigen cursus. Jan de hoogere burgerschool. to Schiedam, in 1869 opgerigt met. drie klassen, gelijkstaande met de 2de , 3de en 4de klassen eener hoogere burgerschool van vijfjarigen cursus, werd eene laagste klasse toegevoegd. De Rijks hoogere- burgerschool van driejarigen cursus to Alkmaar werd uitgebreid tot eerie van vijfiarigen eursus. Bij het, einde van. 1870, bestonden or alzoo 44 hoogere burgerscholen en Gene handelschool. Van de hoogere .burgerscholen waren:. 17 Rijksscholen , waarvan. 9 met vijfiarigen- en 8 met driejarigen cursus; 26 gemeentescholen, waarvan 19 met vijfjarigen- „ 4 met vierjarigen- en 3 met driejarigen cursus , en 1 gesubsidieerde bijzondere school met vijfjarigen Het volgend overzigt wijst de gemeenten aan , waar deze scholen zijn gevestigd, benevens het bedrag van het schoolgeld en het getal leerlingen in elke klasse in December 1870. waar de klasse, volgens de regeling der school, niet aanwezig -was, is zulks door het teeken aangeduid. Het teeken » geeft te kennen dat die klasse geen.leerlingen telde.
GETAL LEERLINGEN. SCHOOLGELD PER JAAR. VOLLEDIG ONDERWJJS. 0
GEM-EENTEb,T,
0
Volledig
0C) (DEto
onderwijs.
Enkele lessen.
a. Rijicsscholen. '0 Hertogenbosch . Tilburg ..
20
20
18
9
8
4
2
11
71
13
84
3 24
6 30
Helmond .
10
8 10
-
28
6 34
Zaltbommel
11
4
-
20
2 22
WinterswIlk.
21
3
24
4
28
Gouda.
28
11
7
46
4
50
Alkmaar .
27
8
5
5
45
19
64
Middelburg
27
20
18
8
79
9
40 32
23
18
23
11
6
Utrecht
••
Leeuwarden Transporteren
21
5
216 1351 l 011
48
• 6
9 122 4
65
24 524
f 30
f 7 tot f 14 per yak.
88
40
f 7 tot f 15 per vak.
9 131
60
10 tot 12 per yak.
84
50
7.50 tot 15 per vak.
19
91 615
25 1111111n1111.1.111r
,111111111111111111111111111MININIE•1111•111111NO
GETAL LEERLINGEN.
SCHOOLGELD PER JAAR. VOLLEDIG ONDERWIJS. Ce
GEMEENTEN.
0
volledig onderwijs.
0 0
CD
a)
Enkele lessen.
0
101
216 135
Per transport .
48
24
524 91 615 30
85
50
28 142
• 50
tot f 14 per vak. 15 per yak. 7.50 tot 15 per yak. 7.50 tot
30
7.— tot 14 per yak.
30
5.— tot 10 per 'yak.
1
1
68
17
9
114
24
6
Zwolle
29
20
13
45
38
16
Sappemeer
37
12
11
60
6
66
Warffum
15
12
6
33
3
36
Assen
15
16
7
38
10
48
64
6
70
•
• •
Groningen
19
14
7
24
12
2
75
14
89
24
27
17
8
11
87
30
117
Nijmegen
25
25
10
8
1
69
10
79
Zutphen
22
18
8
4
5
57
10
67
Tiel
35
11
4
50
15
65
4
5
4
13
5
Roermond
15
f
31 f
30
Heerenveen
b. Gemeentescholen. 3 7 Breda ••
Arnhem
Wageningen. • • • 's Gravenhage
. .
47
37
18
41
29
13
167
167
12
184
184
Rotterdam
63
56
42
11
Leiden .
26
34
18
17
10
105
22
127
Dordrecht
59
28
16
9
5
117
3
120
Delft
26
28
21
22
10
107
8
115
22
14
15
4
55
11
66
65
55
45
23
10
198
'2
200
24
16
7
47
28
38
21
14
8
122
12
-3
37
17
75 134 54
• •
Schiedam.
•
Amsterdam Idem (handelsschool) .
41
Haarlem
f 3 per uur 's weeks. 50 6 tot f 60 's jaars. 60 60 5 per uur 's weeks. even als volledig onderwijs. 40 50 f 5 tot f 12 per yak. 20 's jaars. 40 15 tot 60 60 f 10 tot f 25 per yak. 60 10 tot 15 per yak. f 54 tot f 72 10 tot 30 per yak. f 70
6 tot 15 per yak. 10 tot 25 per yak. Id. en f 30 voor avondcursus. f 10 tot f 25 per yak. 20 per yak.
45 90 180 60 60
Zaandam .
12
15
7
Hoorn ..
7
13
7
27
3
30 f 40 tot f 50
17
11
2
30
1
31
20 »
Zierikzee.
24
15
8
5
52
13
65
f 40
Goes
32
13
10
4
59
2
61 f 40 tot f 50
9
5
4
1
19
13
Sneek
23
17
9
7
5
61
17
Deventer
22
12
23
9
4
70
42
f 40 78 f 30 tot f 50 112 50 II 60
Kampen .
27
21
14
9
4
75
Veendam
17
18
9
4
.2
50
14
8
109
10
• • • •
Enkhuizen
Harlingen
Maastricht
39
27
21
Venlo • .
49
15
7
10
9
14
14
'
30
32
75
f 30
15 's jaars.
10 per yak. 5 tot f 12 per yak. 2 per uur 's weeks. 3 tot f 12 per vak. 3 per uur 's weeks. 10 per yak.
64 f 20 tot f 50 even als volledig onderwijs. 119
f 30
71 f 1,50 tot f 2
71
6 tot f 15 per yak.
's maands
f 5 tot f 10 per yak. 0,75 tot f 1 's maands per yak.
C. Bijzondere scholen. Enschedd
Totaal . .
9
1147 858 613 308
6
48
3
51
f
70
naar omstandighedon.
166 3092 467 3559
7
26 Tot toolichting dezer tabel dient nog het volgende ; de vier klassen te Breda waren gelijk aan de vier hoogste ; de drie klassen der handelschool te Amsterdam aan de drie hoogste eener school van vijfjarigen cursus de iste klasse te Tiel , te Alkmaar , te Middelburg en te Zwolle ; de lste en 2de klasse te Dordrecht , te Utrecht on te Groningen ; de 2de klasse te Leiden ; de 2de en 3de klasse to s Gravenhage; de 1ste , 2de en 3de klasse to Rotterdam en te Amsterdam waren in twee parallelafdeelingen gesplitst ; te Deventer zijn onder de leerlingen voor enkele lessen opgenomen die van het zoogenaamd zesde studiejaar , dat xneer bijzonder dient tot voorbereiding voor nijverheid en andere speciale studien de laagste klasse te Helmond , to Winterswijk , to Goes, to Sappemeer , to Roermond en te Venlo bestond uit eene voorbereidende afdeeling en eene eigenlijke eerste klasse ; de voorbereidende afdeeling telde te Helmond 6 , to Winterswijk 11 , te Goes 17, te Sappemeer 24 , to Roermond 4 en to Venlo 29 leerlingen ; de beide hoogste klassen te Rotterdam , te Dordrecht en to Groningen waren ook nu gesplitst in eene afdeeling A voor het gewoon volledig onderwijs en Gene afdeeling B meer bijzonder bestemd voor hen , die zich op den handel toeleggen. Tot die handelsafdeeling behoorden van de in do tabel vermelden : te Rotterdam iin de 4de klasse 4 en in de 5de klasse 2 ; to Dordrecht 1 in de 4de en 1 in de 5de klasse ; te Groningen waren voor den volledigen handelscursus geene leerlingen ingeschreven. De 28 leerlingen voor enkele lessen der handelsschool to Amsterdam zijn alien leerlingen van den avondcursus ; te 's Gravenhage on to Rotterdam werden nog geene leerlingen voor enkele lessen toegelaten ; al de hierboven vermelde klassen telden aan het einde van 1870 leerlingen , uitgezonderd de 3de of hoogste klasse to Winterswijk en to Heerenveen , de 4de klasse to Tilburg, de 4de of hoogste klasse to Hoorn , de 4de en 5de klasse to Tiel , de 5de of hoogste klasse to Alkmaar, to Zierikzee en to Goes. De meeste dozer scholen zijn echter nog to kort in working , om nu reeds to kunnen verwachten dat alle klassen bezet zouden zijn. De school to Kampen had, even als in 1869, geen leerlingen voor enkele lessen. Omtrent de middelbare scholen voor meisjes worden hierna onder letter e eenige bijzonderheden medegedeeld. Ook nu weder blijkt van toeneming van het getal leerlingen. Tegenover 2757 en 444 in 1869 , waren er in 1870 voor volledig onderwijs 8092 en voor enkele lessen 467 leerlingen. De vier scholen , in 1870 geopend , Diet medegeteld , bedraagt de vermeerdering , voor volledig onderwijs 201 leerlingen , voor enkele lessen '2 , totaal 203. Eon ganstig teeken is het , dat de toeneming bijkans uitsluitend betrekking heeft op hen , die van het volledig onderwijs gebruik maakten. Het schoolbezoek is, wat bet volledig onderwijs aangaat,
's Gravenhage Rotterdam Leiden Dordrecht Delft Schiedam Amsterdam
met
8
Enschede
met
16
38 24 27 10 19 6
Id. (handelsschool) » 9 Haarlein Zierikzee Goes Sneek Deventer Kampen Maastricht Venlo
7)
15 5 4 14 5 6 3 16 1
Ten aanzien van het aantal leerlingen voor enkele lessen ontstond Vermeerdering to
Zaltbommel
met
Vermindering to
1
's Hertogenbosch met
1
Zwolle
12
Helmond
1
Groningen
14
Middelburg
6
1
Utrecht
9
Warffum
1
Roermond
2
Assen
2
Breda
Sappemeer
n
Arnhem
10
10
Zutphen
1
2
Dordrecht
4
Wageningen
1
Schiedam
1
Leiden
3
Amsterdam
1
Delft
3
Haarlem
n
2
Harlingen
n
5
Nijmegen
n
Amsterdam Ilandelsschool) Zaandam
10 ff
3
Zierikzee
2
Deventer
1
Sneek
5
Veendam
4
Maastricht
a
9
Venlo
n
3
Verminderd te
Vermeerderd to
's Hertogenbosch met
7 Tilburg
Gouda
6 Helmond
met
8 2 13
Zaltbomrnel
Alkmaar
19
Middelburg
14 Zwolle
Utrecht
28 Groningen
22
Leeuwarden
9 Warffum
8
Sappemeer
4 Assen
1
Roermond
4 Nijmegen
5
Breda
7 Zaandam
Arnhem
Verminderd to
Vermeerderd to
5
4 12
16 Hoorn
Zutphen
8 Harlingen
Wageningen
1 Veendam
11 7,
16
Het bleef onveranderd te Tilburg , to Gouda , to Alkmaar, to Leeuwarden , to Hoorn , to Goes en to Enschede. De verhouding tusschen het getal der toehoorders voor enkele lessen en hun getal voor elk yak blijkt uit do volgende cijfers. Van de 467 leerlingen die in December 1870 enkele lessen volgden , namen deel aan het onderwijs in de wiskunde
178
werktuigkunde
23
natuurkunde scheikunde .
141 180
plant- en dierkunde
91
card- en delfstofkunde .
70
kosmographie
31
kennis der staatsinrigting van Nederland .
19
27 •
etaatshuishoudkunde
Het is niet zonder belang den leeftijd van de leerlingen der hoogere burgerscholen in bijzonderheden na te gaan. Eene tabel, waarin voor elke klasse van iedere school de leeftijd der leerlingen wordt aangewezen , schijnt voor dit duel minder noodzakelijk ; omdat het hier niet zoo zeer to doen is om het verschil op te sporen , dat welligt in dit, opzigt bij onderscheidene scholen bestaat , als wel om een goed overzigt van het geheel te verkrijgen. Daarora schoen het voldoende wile scholen in eene enkele tabel zamen to vatten , maar die zOOdanig in to rigten , dat daaruit voor elke klasse blijkt van welken leeftijd de zich daarin bevindende leerlingen zijn. Aan die eischen voldoet het volgende beknopt overzigt, hetwelk den leeftijd bij het begin van den cursus 1870/71 , d in September 1870, aanduidt voor alle leerlingen , die in December 1870 het volledig onderwijs of enkele lessen volgden.
66
aardrijkskunde
57
, •
geschiedenis
, 55
,
Nederlandsche taal en letterkunde Fransche
7)
Engelsche
7/
)7
t)
Duitsche
,)
»
)1
106
)1
»
. 171
. .
168
.
.
. 133
handelswetenschappen.
69
uitsluitend in boekhouden 40 , in schrijven
5
en in het teekenen 98. Van de lessen in wiskunde, natuurkunde , scheikunde en levende talen werd dus het meest gebruik gemaakt.
GETAL DER LEERLINGEN WIER LEEFTIJD IS
KLASSEN.
beneden 12 jaar.
12-13 jaar.
13-14 jaar.
14-15 jaar.
15-16 jaar.
16-17 jaar.
17-18 jaar.
boven 18 jaar.
TOTA
Volledig onderwijs 1ste klasse 2de
73
247
337
287
138
48
14
3
1147
1
• 31
182
228
221
119
52
21
858
5
20
105
174
175
84
50 613
14
59
94
77
64
308
12
23
59
69
166
539 I
637
607
459
286 I 207
3092
3de 4de
•
•
•
•
5de 3
74
283
Toehoorders (enkele lessen). .
7
6
7
21
35
81
87
223
467
A Igemeon totaal
81
289
546
658
642
540
373
430
3559
Totaal volledig onderwijs .
Aangaande den leeftijd , waarop de leerlingen tot de hoogere burgerscholen kunnen worden toegelaten bestaan geen algemeene voorschriften. Door enkele gemeentebesturen is de leeftijd van twaalf jaren als minimum gesteld ; ook in andere gemeenten zijn leerlingen beneden twaalf jaren eene uitzondering, behalve daar,, waar de laagste klasse nog eene voorbereidende afdeeling heeft. Dat men daarehtegen vele van hooger leeftijd in die klasse aantreft, blijkt duidelijk uit deze tabel, die tevens aantoont dat de
leeftijd der leerlingen, in verhouding tot hun geheele aantal, in de laatste jaren weinig verschil oplevert. b. Onderwijzend personeel. De volgende tabel wijst het aantal leeraren aan , die bij het einde van 1870 aan elke school werkzaam waren , met opgave van hunnen graad , acte of bevoegdheid volgens de wet.
28 GETAL DER LEERAREN r MET AANWIJZING RUNNER BEVOEGDHEID. 1
cr
,.
0 00
P. ti... cd 0
HOOGERE
8 C4 0 cc,
BURGERSCHOLEN.
PC,
s. d
an.
0 .
r...4 .,,. wW r.
r-, d 0 Pa) 0 a)
C:1 d rti 1
0 al CD pi .... 0
el)
be, 0 Cl.) 0
0 k D rb4
A
....;
1;3 ril
PI
TOTAAL.
I:10 P. rr3 tO
0a) cti D OD
PC4
a. Rijksscholen. 5
2
I)
3
2
1)
4
3
1)
2
1
I
)1
12
1
I)
4
1
4
))
I
1
11
3
1)
3
2
1
))
))
))
9
2
1)
1)
's Hertogenbosch
1
Tilburg ..
2
Helmond Zaltbommel.
••
Winterswijk
13
1
4
Gouda
3
1)
4
1
))
Alkmaar
3
1)
8
1
1)
Middelburg .
4
2
4
Utrecht
6
5
4
1)
Leeuwarden. , . Heerenveen •
5
3
3
))
))
12
2
1)
4
1
f)
1)
7
Zwolle
4
2
7
1
Groningen .
3
4
6
3
1
4
Warffum
1
)1
Assen .
3
1)
Roermond .
3
1
5
Breda
1)
so
4
Arnhem
5
1
Nijmegen
Sappemeer .
• • •
1
7 8 12
I)
1
1
I
1)
12 17
1)
15
1
1
17
2
1)
11
5
2
)1
8
4
2
1
9
))
1)
1)
3
1
13
2
1
2
1)
9
5
1)
1
1
2
1)
15
2
2
3
1
1
4
1)
13
Zutphen
2
1)
3
5
1
)1
/I
11
Tiel
2
1
2
2
1
1)
1)
8
Wageningen
1
1
3
)1
1
1
1
8
2
1
3
6
1
1)
1
14
4
6
2
1
4
2
))
1
1
15
4
1)
1
I)
15
2
)1
1
2
2
14
4
1)
1
b. Gemeentescholen.
•
s Gravenhage Rotterdam .
4
Leiden
3
Dordrecht
4
4
6
•
Delft . .
5
1
Schiedam .
2
1
3
Amsterdam
6
1)
4
3
1
6
Haarlem
4
1
3
4
Zaandam
1
2
4
1
Hoorn.
2
1
3
2
I)
95
25
137
80
12
Id. (handelsschool)
Transporteren
1
1)
1
11. 1
17
2
1
15
I)
1)
12
6 1
1
1)
18
2
22
22
10 )1
8
13
406
29 GETAL DER LEERAREN , MET AANWIJZING RUNNER BEVOEGDHEID.
HOOGERE BURGERSCHOL -EN.
0 k as 0 00 0 0 p. PP. rt, c4-4 ce PI ig
0 cl P.
MI
ca 03
F0
tO
0 ce n0 5 Pi 76 c/ xD p. 00 •'rcia e o pi I, 0 CD 0 Po O 17:3 crT' M
c: 03
11.3 'V
0 ',I P.
0 g 15 al) 03 C: cd .. -, ;.,
k
O 0 o 4 rts y:),
0
g co 0 ez, Uco
O cd P.
4
0 C, t3 PCS
.... ce
4
it cl)13 E a4 t5 a) Q ....9 00 0 WM, Ca , +1 .45 .t.i 0
0
+ar0 _, •,.,.,.c.0 co i a *--4
X
Per transport Enkhuizen • . •
• • •
Zierikzee. . ,Goes ,
••
Harlingen Snook ..
95 n
25 2
12
22
13
1
1
»
1
»
5
»
2
»
11
n
10
406
2
1
3
3
1
2
1
4
2
»
n
n
9
2
3
3
»
1
»
10
2
4
2
1
14
4
3
»
»
»
13
»
n
11
6
»
1
16
2
n
n
6
5
1
4
Venlo . .
22
80
137 5
Kampen . • -•
M
2
4
Maastricht
4., o 0 etA
1
Deventer Veendam.
00 co s4 4) gl
1
1 ),
••
TOTAAL.
n
3
3
» 1 »
3
1
1
3
»
»
2
2
2
2
1
3
120
36
166
108
1
C. Byzondere scholen. Ensehedd .. TOTAAL .
De leeraar in de staatswetenschappen te Tilburg is de2elfde als die te Breda , die to Rotterdam dezelfde als die to Schiedam , die to Groningen dezelfde als die to Assen, die aan de hoogere burgerschool to Amsterdam dezelfde als die aan de handelsschool. EVeneens zijn dezelfde leeraar in natuurlijke historie en dezelfde leeraar in gymnastiek aan de twee laatstgenoemde inrigtingen werkzaam. Dit is ook het geval met twee leeraren in gymnastiek , de een voor Veendam en Sappemeer y de ander voor Roermond en Venlo. Dien ten gevolge behooren de totalen .der lste en 3de kolom elk met 4 en het algemeen totaal met 8 to verminderen , zoodat het eigenlijk getal leeraren wordt teruggebragt tot 511. Van de 14 vaeatures, bij het einde van 1870 aan 12 scholen bestaande , waren er 6 aan scholen , die op dat tijdstip nog niet volledig in werking waren ; waarschijnlijk zouden deze eerst in eon volgenden cursus worden vervuld. Van de 15 leeraren zonder graad of acte waren 10 leeraren in het schoonschrijven , waarvoor de wet geen acte vordert; 4 gymnastiek-onderwijzers , die eigenlijk geene aanstelling aan de hoogere burgerschool hebben , maar aan het hoofd staan van gemeentelijke of bijzondere gymnastiek-scholen , aan welke ook de leerlingen der hoogere burgerschool geregeld onderwijs ontvangen , en 1 onderwijzer in de pharmakognosio (te Deventer.) In 1870 hadden aan de hoogere burgerseholen de volgende benoemingen plaats. De vakken van onderwijs en tie jaarwedden zijn daarbij vermeld. '8 Hertogenbosch. G. J. LEGEBEKE , wiskunde , f 2000, in de plaats van E. L. SCHAEFER ;
9
1
16
32
26 I
15
519
J. JURLING wiskunde , f 1200; C. VAN KEMPE VALK , nederlandsch en engelsch , f 1600 ; E. ZUIDEMA. , aardrijkskunde , gesehiedenis , f 1800; H. J. WANSINK , fransch , f 1200; J. W. SCHEPERS , hoogduitsch , schoonschrijven , f 1200; J. W. SCHUT gymnastiek , f 500; Alkmaar. Dr. J. D.
BOEKE , scheikunde , f 1800; H. DE VRIES , wiskunde , f 1800 ; J. G. SENNETT , engelsche taal en letterkunde , f 1500. Bij de uitbreiding van deze school tot eerie van vijfjarigen cursus werden ook de jaarwedden der overige leeraren verhoogd.
Middelburg. P. R. HOORWEG gesehiedenis en aardrijkskunde f 1800 , in plaats van K. J. KNIPHUISEN , overleden ; de jaarwedde van den leeraar J. BELLINGWOUT werd met f 200 verhoogd. Utrecht. N. L. VERLINT fransch , f 1200 , bij wiens benoeming de jaarwedde van den leeraar E. C. 3/IAIJAUD voor de fransche taal , tot f 1200 werd verminderd ; Heerenveen. Dr. H. J. NASSAU NOORDEWIER , direeteur , gesehiedenis en nederlandsch , f 2500 ; W. H. WISSELINK wiskunde , f 1800, dr. J. E. ENaLkArt , natuurkundige wetenschappen , f 1800 ; J. H. MULLER VAN DER HAAS , aardrijkskunde en hoogduitsch , f 1800; J. N. VALKHOFF, fransch en engelsch, 1800; J. BUBBERMAN , schoonschrijven en teekenen , f 1000; J. VAN DEN BERG, gymnastiek, f 500.
Helmond. E. L. SCHAEFER , wiskunde, f 1000, in de plaats van J. M. A. KRAMPS ;
Groningen. M. HESSELING, tijdelijk, kruid- en dierkunde, f 1000, in de plaats van dr. H. J. VAN ANKUM.
Winterswijk. R. E. DE HAAN , directeur , natuurkunde, seheikunde , natuurlijke historie en boekhouden , f 2400 ; N. 15. 2.
Sappemeer. B. VAN DER MEULEN natuurkundige wetenschappen , f 1800, in de plaats van dr. WEFERS BETTINK. 8
30 Warffum. M. W. GERRETSEN teekenen , f 1000, in de plaats van G. A. SCHOLTEN. Roermond. J. M, A. KRAMPS wiskunde , f 1800. Breda. R. T. MODDERMAN engelsch en aardrijkskunde, f 1250; G. N. SLUYMERS , fransch en hoogduitsch, in de plaats van J. H. DE BEER en J. N. VALKHOFF', f 1250 en f 250 voor de burgeravondschool. Arnhem. Mr. H. G. f 600, in de plaats van
BORGESIUS staatswetenschappen Mr. E. STAR BUSMAN.
Nijmegen. Dr. P. SCHOUTE wiskunde , natuurlijke historie, boekhouden en kosmographie, f 900, in de plaats van R. E. DE HAAN ; In de vacature , ontstaan door het op verzoek verleend eervol ontslag aan den leeraar E. ZUIDEMA., was aan het einde van 1870 nog niet voorzien. Tiel. Dr. N. VAN DE WALL , directeur, scheikunde en natuurlijke historie, f 2400; IL J. RINK , natuur- en werktuigkunde, kosmographie, f 1800; W. L. VAN HELTEN nederlandsche taal en geschiedenis, f 1600; J. SNIJDER, hoogduitsch, aardrijkskunde, f 1600; B. WIJNHOFF , fransch, engelsch, f 1600; Mr. W. VAN LITH DE JEUDE, staatswetenschappen, f 600 ; G. A. SCHOLTEN, hand- en lijnteekenen , f 800; B. H. HABBEMA, gymnastiek, f 400. ,
Enkhuizen. A. J. TEN BRINK , directeur, ondo talon; Nederlandsche taal , geschiedenis, f 1400 en f 200 toelage als directeur ; R. SINIA natuurkundige wetenschappen , f 1400: L. DONDORFF, wiskunde, f 1400; W. P. VAN VLISSINGEN , levende talon en aardrijkskunde „ f 1300; J. REEKERS teekenen, f 600 ; allen ender verpligting om ook aan de burgeravondschool onderwijs to geven. Goes. S. C. L. MESCH directeur, in de plaats van
M.
f 1800 en vrije woning; T. H. DE BEER, Hoogduitsch en Engelsch, f 1600 P. J. F. VERMEULEN natuurlijke geschiedenis en scheikunde, in de plaats van clr. C. WALIG. LEOPOLD ,
,Seek. H. J. GROENEVELD Jr., teekenen, f 1000, in de plaats van J. D. BELMER ; R. DIJKSTRA Nederlandsch en Hoogduitsch , f 1600, in de plaats van H. C. V. D. EERTWEGH; mr. J. C. MEIJER , volkshuishoudkunde en handelsregt, f 800. Harlingen. Dr. S. R. VAN DER LEY , natuur- on scheikunde, f 1400 , in de plaats van dr. VAN ROSSUM ; mr. F. H. DE VEYE volkshuishoudkunde en handelsregt, f 700, in de plaats van mr. G. T. N. GORI. ,
kunde, f 200.
Kampen. G. H. L. BAKHOVEN scheikunde. on natuurlijke historie , f 1400, in de plaats van dr. J. D. BOEKE ; dr. J. W. DE GROOT, aardrijkskunde, f 1800; R. TAN PUTTEN wiskunde, f 1400; J. D. BELMER teekenen, f 1100, in de plaats van de leeraars der teekenschool HEIN' on KOCH , aan wie dit onderwijs tijdelijk was opgedragen.
's Gravenhage. T. P. H. VAN AALST geschiedenis en aardrijkskunde, f 1600,; Van vijf leeraren werd de jaarwedde met f 200 verhoogd.
Veendam. A. J. TERWEN teekenen , f 800 , in de plaats van R. E. J. ROETERINK.
Wageningen. dr. K. M. G. DE MEIJIER , staatshuishoud-
Rotterdam. E. F. L. HAISTERT hoogduitsch, f 1500. Leiden. H. BRONGERSMA, wig- en natuurkunde in de hoogere klassen , in de plaats van dr. C. J. E. BRUTEL DE LA RIVERE ; A. W. KROON , wiskunde in de lagero klassen in de plaats van H. BRONGERSMA ; G. A. BREULEUX, fransche taal, in de plaats van J. L. LAMBERT ; W. G. C. BIJVANCK tijdelijk, geschiedenis en aardrijkskunde , in de plaats van dr. P. L. MULLER.
Maastricht. Mr. J. G. DE SAIN, aardrijkskunde, geschiedenis en Nederlandsch , in de plaats van dr. DE GROOT, f 1600; aan den leeraar dr. P. P. M. ALBERDINGH THYM word, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend. Venlo. De leeraar mr. J. G. DE SAIN word, op zijn verzoek , eervol ontslagen. In de vacature was aan het einde van 1870 nog niet voorzien. C. Leerplan van het onderwijs.
,
Dordrecht. dr. . B. J.
C.
HAZELHOFF ROELFZEMA, wis-
kunde, f 1400; J. STEVENS, geschiedenis, nederlandsche taal en aardrijkskunde , f 1600: J. C. BRAY fransch Len hoogduitsch , f 1600; A. J. TERWEN , hand- en regtlijnig teekenen, f 1000. (
Schiedam. J. VAN DER BRUYN wiskunde, f 1400. Amsterdam. (handelsschool) E. RuscHI, italiaansch, in de plaats van BIANCARDI, f 1000. Hoorn. Mr. J. VERWEY staats- en handelswetenschappen, f 1000.
In navolging van vroeger geeft onderstaande tabel eon overzigt van het aantal uren , aan de verschillende vakken besteed bij de hoogere burgerscholen , die sedert het vorige jaar in working zijn gekomen , of waarvan de cursus werd uitgebreid. De vakken worden ook thans in drie hoofdafdeelingen gesplitst:
1. de wis- en natuurkundige wetenschappen, namelijk wiskunde , werktuigkunde en technologie, natuurkunde, scheikunde , natuurlijke historie en kosmographie; 2. de letterkundige vakken, namelijk de nederlandsche, fransche hoogduitsche on engelsche talon en hare letterkunde , de geschiedenis , aardrijkskunde, .staatshuishoudkunde , kennis der staatsinrigting en handelswetenschappen ; '
3. teekenen en schrijvcn.
31 Wis- en natuurkundige wetenschappen.
Teekenen en schrijven.
Letterkundige vakken.
HOOG-ERE . BURGERSCHOLEN.
(13 rn rf) ce 0 PCS GNI
ce 0 E-4
cc
a. .Rijksscholen. Winterswijk .
• • •
Alkmaar Heerenveen
10 11 12 8 11 17 9 9 10 13
33 20 20 21
61
2
3
45 18 19 17 15
69
5
4
32 18 18 17
53
5
4
85
3
5
3
8
4 4
4
17 13
b. Gemeentescholen. Tiel Schiedam Enkhuizen
8 9
7 11 13 16 55 21 20 17 15 12
9 13 13 16 60 18 19 17 17 15 8 11 11 30 17 16 17
Aan dezo scholen werd derhalve het volgend aantal uren in de week onderwijs gegev en in de verschillende klassen 1°. kl. 2°. kl. 3°. kl. 4°. kl. 5°. kl. 011111•111111.111111111•1111111
Winterswijk
32 34 36
Alkmaar .
32
31
32
Heerenveen .
32
32
34
Tiel ..
32
32
32
32
Schiedam
32
32
34
34 34
Enkhuizen .
30 30 30
36 —
32
In al doze gemeenten werd gymnastiek onderwijs gegeven : te Winterswijk , Alkmaar , Tiel en Schiedam buiten de schooluren ; te Heerenveen ook in het exerceren elke klasse 3 uren per week , te Enkhuizen in de daarvoor bestaande inrigting. Bovendien werd buiten de schooluren gelegenheid aangeboden tot oefening in de behandeling der wapenen en tot praktische oefeningen in de scheikunde te Tiel, en tot praktische oefeningen in natuur- en scheikunde to Schiedam. d. Toestand van het onderwijs , localen en hulpmiddelen. 's Hertogenbosch. In den loop van het jaar kwamen de nieuwe localen voor het onderwijs in de scheikunde in gebruik en werd ook de verbouwing in het hoofdgebouw voltooid. Het geheel wordt thans , voor' eene school van vijfjarigen cursus , voldoen.de geacht. Aan de behoefte aan scheikundige toestellen en natuurkundige werktuigen , ontstaan door de uitbreiding van het onderwijs als een gevolg van de hervorming der school tot eene van vijfjarigen cursus, werd allengs voldaan. Het aantal leerlingen onderging met den nieuwen cursus weder vermeerdering. Er meldden zich 29 nieuwe leerlingen aan , 2 hunner trokken zich , op aanraden van den directeur , wegens onvoldoende kennis terug.
86
5
4
50
5
3
4 4 2
4 4
4 20
3 20 10
In het laatst van den cursus 1869/70 lieten ijver en gedrag van sommige leerlingen nog al to wenschen over ; op grond waarvan aan de ouders van 3 leerlingen de raad werd gegevep , hen van de school to verwijderen. Met den nieuwen cursus kwam hierin verbetering. Het gehalte van hot onderwijs aan doze school wordt geroemd ; tot verbetering daarvan heeft veel bijgedragen de vervanging van een der hulpleeraren door een ervaren leeraar eener andere Rijksschool. Tilburg. Niettegenstaande nimmer eenige klagt over de strekking en het gehalte van het onderwijs aan deze school ter kennis van den ‘directeur of van het schooltoezigt is gekomen , heeft do inrigting met steeds toenemende tegenwerking to worstelen. Het getal leerlingen is ten gevolge daarvan met 8 verminderd. Helmond. Deze school bleef in bevredigenden toestand ; het schoolbezoek onderging geen noemenswaardige verandering. Ook met den nieuwen cursus werd het voortgezet onderwijs in natuurwetenschappen aan eenige leerlingen gegeven , die reeds de drie klassen der school hadden doorloopen. Te gelijk met do onder letter b vermelde verandering
van personeel werd eene wijziging gebragt in de verdeeling der lessen in do aardrijkskunde en de fransche taal, welke ten doel had hetzelfde vak in alle klassen door denzelfden leeraar te doen onderwijzen. Zalt-Bommel. Het getal der leerlingen daalde van 33 tot 20. Nadeelig op de vorderingen in de laagste klasse werkt voortdurend de geringe ontwikkeling , waarvan de nieuw aankomende leerlingen bij hunne aanneming blijk geven. Aan 2 leerlingen , die zich aanmeldden moest , wegens ongenoegza.me vorderingen , het deal nemen aan de lessen worden ontraden. Het gedrag der leerlingen liet in den loop van 1870 to wenschen over. Toen 5 hunner weigerden zich to onderwerpen aan een maatregel , dien de directeur in het belang der orde in de school noodig achtte , zag deze zich genoodzaakt , hun het bezoek der school to ontzeggen. Dit voorbeeld heeft eene gunstige uitwerking gehad : den volgenden cursus was het gedrag der leerlingen aanmerkelijk beter. Winterswijle. De bouw der localen , in het begin van 1870 aanbesteed , word .met z66veel spoed voortgezet , dat
32 de inrigting op 13 October 1870 kon worden geopend. De vertrekken , waaraan een groote thin is verbonden , vormen een in alle opzigten voldoend geheel. Bij de opening der school meldden zich 26 leerlingen aan-; na keen voorloopig onderzoek werden er 3 in de tweede en 10 in de eerste klasse geplaatst , de overigen bleken nog niet in staat te zijn het onderwijs der laagste klasse te volgen. Hun werd de gelegenheid geopend om , in eene voorbereidingskiasse aan de hoogere burgerschool zelve , het noodige onderrigt to ontvangen waarvan alien gaarne gebriuik maakten.
Gouda. Hier was weder eenige vermeerdering in het getal leerlingen merkbaar. Omtrent den toestand van bet onderwijs gelden dezelfde opnaerkingen als in het vorig versIag; dat in het teekenen en het engelsch was namelijk minder voldoende.
Alkmaar. Het onderwijs der leeraren , die , ten gevolge van de uitbreiding dozer school tot eene van vijfjarigen cursus , werden benoemd , gaf even als dat van het reeds aanwezig personnel reden tot tevredenheid. Inzonderheid wordt van het teekenonderwijs met lof melding gemaakt. Het nieuwe gebouw voor scheikunde is tot stand gekomen en voldoet ten voile. .Middelburg. De leeraren hebben dit jaar niet zooveel met ongesteldheden to kampen gehad als he vorige jaar, toen hieruit nadeel voor het onderwijs ontstond. Het onderwijs in fransch en engelsch liet eenigzins te wensehen over. Utrecht. Doze school neemt steeds in bloei toe. Het aantal harer leerlingen zou aanmerkelijk grooter ,zijn, indien niet aan velen , die de lessen wenschen to volgen, de raad moest worden gegeven om zich eerst beter voor te bereiden. Het getal candidaten voor den nieuwen cursus bedroeg 57 , dus aanmerkelijk moor dan in 1869 ; van dozen trokken zich 14 terug. Met uitzondering van de teekenlessen wordt do orde in de school voortreffelijk genoemd. De leffaar in de fransche taal en letterkunde zag zich, door cone slepende ziekte verhinderd zijne lessen met do vereischte stiptheid en opgewektheid to goven ; hierin werd voorzien door de benoeming van den hulpleeraar N. L. VERLINT. Leeuward(n. Sian deze school is de proef gonomen om de grammaticale en oefeningslessen in de vreemde talon door de beide hoogste klassen vereenigd te laten bijwonen. De uitslag beantwoordde echter Diet aan de verwachting , zoodat men daarvan is terug gekomen. Aangaande den toestand van het onderwijs en de localen wordt gunstig berigt. Doze inrigting verkreeg , door geschenken van bijzondt re personen , belangrijke aanwinsten in hare verzamelingen voor natuurlijke historic en voor de waren-kennis. Heerenveen. De school word in September 1870 geopend ; 32 leerlingen meldden zich aan , waarvan 10 den raad ontvingen om zich terug ,te trekken. Bij het einde van 1870 telde de school 30 leerlingen voor volledig onderwijs en 1 voor enkele lessen. De nieuwe localen voldoen zeer geed. Zwolle. Het getal leerlingen voor volledig onderwijs verminderde met 5 , dat der leerlingen voor enkele lessen vermeerderde daarentegen met 12. Het onderwijs worth gunstig vermeld en , wat de hulpmiddelen betreft, bijzonder gewezen op de uitmuntend grcote teekeningen , die er vervaardigd zijn tot opheldering van de lessen in de zoologie. Groningen. Van de 69 jongelieden , die bij den aanvang van den cursus wenschten to worden toegelaten , werden er 34 onbekwaam bevonden om do lessen to volgen. Het getal leerlingen voor volledig onderwijs was 22 minder dan bij het einde van 1869, door toevallige omstandigheden en zonder dat bier aan terwrgang moot gedacht worden ;
dat voor enkele lessen nam daarentegen met 14 toe. De toestand van het onderwijs , evenzeer als van de localen , bleef voldoende.
Sappemeer. Eene hoewel kleine vermeerdering van het getal leerlingen valt hier weder waar te namen. Men is bedacht op verbetering van het meer uitgebreid lager onderwijs , als voorbereiding voor het middelbare ; ten elude den toevloed van te weinig ontwikkeldo leerlingen tegen to gaan. Warfum Het getal leerlingen voor volledig onderwijs verminderde met 8 , voor enkele lessen was er 1 meer. Slechts 1 leerling meldde zich aan voor het toelatingsexamen. Verdere bijzonderheden zijn niet medegedeeld. Assen. In het getal leerlingen ontstond geene noemenswaardige verandering. De localen voldeden goed. To vergeefs is getracht om ruimte beschikbaar to krijgen tot aanleg van een kleinen , kruidkundigen tuin. Roermond. Het schoolbozoek is eenigzins toegenomen en de resultaten van het onderwijs zijn allezins gunstig to noemen. 7 leerlingen der hoogste klasse namen aan het eindexamen deel en verwierven alien het getuigschrift. Breda. Bij de toelatings..examens meldden zich 20 leerlingen aan , waarvan 3 werden afgewezen, 12 in de laagste en 7 in hoogere klassen warden geplaatst. Dat het onderwijs aan doze school , vooral dat in natuurwetenschappen goed mag heeten, bleek bij de eindexamens van de hoogere burgerscholen , in Noordbrabant voor het eerst in 1870 afgenomen , waarbij 2 leerlingen dezer inrigting het getuigschrift verwierven. In de stremming van het onderwijs , door de langdurige ernstige ongesteldheid van den leeraar TEN BERGE , word voorzien door den hoer VAN DER KOLK aan wien de tijdelijke waarneming van de lessen in geschiedenis en nederlandsche taal werd opfzedragen.
Arnhem. Het toenemend aantal leerlingen , en de gunstige uitslag der overgangs- en eindexamens toonen ook
hier vooruitgang. Met uitzondering der lessen in het handteekenen worden de vorderingen der leerlingen met lof vermeld. Nijmegen. Het locaal der school onderging eene zeer wenschelUke verbetering en uitbreiding , door het in gebruik stellen van de nieuw aangebouvrde vertrekken , waardoor eene overdekte speelplaats , eene ruime zaal voor de laagste klasse en eene zeer doeltreffende gehoorzaal voor de natuurkundige lessen verkregen werden. De goede working der school verdient de belangstelling van het gemeentebestuur , dat op zoo onbekrompen wijze voor deze inrigting zorgt. 2 leerlingen der hoogste klasse verwierven met veel lof het getuigschrift van wel volbragt eindexamen. Zutphen, De wijziging in de regeling der wiskundige studien , in het vorig verslag vermeld , block van goede uitwerking to zijn. De ijver en vorderingen der leerlingen , wier aantal met 7 vermeerderde, werden loffelijk vermeld. 4 hunner namen aan hot eindexamen deel; eon die door ernstige ongesteldheid het onderwijs lang had moeten verzuimen , werd afgewezen. Door vermindering van het schoolgeld van f 60 tot f 40 en door het verstrekken van kosteloos onderwijs aan enkele leerlingen , toonde het gemeentebestuur bij vernieuwing zijne belangstelling in deze inrigting. Daarentegen wordt nog altijd to vergeefs uitgezien naar eon beter en aan de school verbonden locaal voor gymnastiek , daar het tegenwoordige onvoldoende , ongunstig gelegen en van de school verwijderd is. Tiel. Doze school werd op 24 September 1870 geopend. Het aantal leerlingen , die zich aanmeldden overtrof de verwachting ; het bedroeg 58 , to weten : 34 voor de eerste en 24 Your hoogere klassen , benevens 15 voor enkele lessen , waaronder 12 leerlingen van hot gymnasium. 7 van eerst-
33 genoemden moesten worden afgewezen ; enkele leerlingen, die zich voor hoogere klassen hadden aangemeld, werden daarvoor , na een voorluopig examen , niet geschikt geacht, 2 toegelatenen trokken zich terug; terwijl na het 'admissieexamen nog 1 werd toegelaten , en de lessen alzoo aanvingen met 65 leerlingen. Onder de 50 leerlingen voor gewoon onderwijs waren er 16 uit andere gemeenten. Wegens het groot aantal leerlingen werd de eerste klasse gespliti3t. De localen voldeden , nadat de gebrekkige yentilatie was verbeterd , zeer good ; alleen bleek de gymnastiekzaal voor de loop- on springoefeningen eenigzins beperkt te zijn. Het gedrag en de vorderingen der leerlingen gaven aanvankelijk alle reden van tevredenheid. Wageningen. Ofschoon het aantal leerlingen niet vermeerderde valt van doze school niets dan goods to berigten. . Onderwijs , gedrag en vorderingen der leerlingen werden met lof vermeld. Het nut, dat deze instelling in de gemeente sticht, is ook niet enkel bepaald tot het gewoon onderwijs der hoogere burgerschool, maar de leeraren beijveren zich om , door openbare lessen, aan hot verlangen der ingezetenen to voldoen. De inrigting der localen werd veel verbeter3 en het locaal voor gymnastiek voltooid. De verzameling van natnurkundige I ►erktuigen , pleistervoorbeelden voor het teekenonderwijs en andere leermiddelen werd gaandeweg aangerald on uitgebreid. Gravenhage. In den toestand dezer school is weinig of geen verandering ten goede gekomen. In de tweede helft van 1870 liet het onderwijs ook daardoor veel to wenschen over , dat de laagste klasse, hoewel 47 leerlingen tellende, .niet gesplitst was, waardoor de task , om daar orde to houden en de leerlingen van het onderwijs te doen genieten , voor do meeste leeraren te zwaar was. Forst in Februarij 1871 is men ; na de benoeming van den leeraar VAN AALST JR., nadat de leeraar VAN AALST Sr. uitsluitend aan de hoogere burgerschool verbonden was en voor bet gymnasium een afzonderlijke leeraar in wiskunde was aangesteld, tot splitsing der 1ste klasse kunnen overgaan. Over de leeraren wordt, bijkans zonder uitzondering, gunstig berigt. De toestand der localen is , naar de beschrijving to oordeelen , beneden het middelmatigo. Rotterdam. Over den geregelden gang van het onderwijs aan deze school is gunstig to berigten. Het getal leerlingen nam weder aanzienlijk toe. Ook in het teekenonderwijs , dat tot nog toe te wenschen overliet, was verbetering te wachten. Leiden. Hier is eene belangrijke toeneming von bet getal leerlingen op to merken. Splitsing der 2de klasse zoo vermoedelijk door splitsing van nog eene, misschien moor klassen moeten worden gevolgd. De verandering in het onderwijzend personeel gaf reden tot tevredenheid. Dordrecht. De kens van nieuwe leeraren wordt geprezen. Doelmatiger inrigting der teekenzaal to gelijk met de uitbreiding van andere localen werd voorbereid ; de aanzienlijke vermeerdering van het getal leerlingen maakto deze noodzakolijk. -
Delft. Do toestand van het onderwijs bleef voldoende , wanneer men het teekenonderwijs in . de lagere klassen uitzondert. De school telde 13 leerlingen moor dan aan het einde van 1869. De leeraar dr. BRESTER was , door ernstige ongesteldheid , eon geruimen tijd verhinderd de lessen in scheikunde en natuur4jko historie to geven. Merin werd zooveel doenlijk voorzien door dr. KOPPESCHAAR leeraar der hoogere burgerschool to 's Gravenhage. Schiedam. Door de toevoeging eener laagste klasse is de regeling dezer school veel verbeterd. filet onderwijs wordt gunstig genoemd , behalve dat in het handteekenen, hetwelk beter kon zijn. Het getal leerlingen vermeerderde niet onbolangrij k.
Amsterdam. De verstandhouding van den directeur met sommige leeraren , die wel eens to wenschen overliet, is eenigzins verbeterd. Omtrent den toestand van het onderwijs zijn geene bijzonderheden mode to deelen. Amsterdam. (Handelsschool.) Met uitzondering van het geschiedkundig gedeelte , wordt van het onderwijs met lof melding gemaakt. Het aantal leerlingen klom van 50 tot 75. De avondcursus 1870/71 omvatte de staatshuishonlkunde , Engelsche letterkunde , het handelsrekenen on bookhouden. Het locaal laat , wat ruimte en doelmatigheid betreft , nog veel to wenschen over ; de gemeente heeft een naastgelegen huffs aangekocht en gedeeltelijk voor de school in gebruik genomen. Hierdoor is echter niet volkomen aan de eischen van doelmatigheid voldaan. Haarlem. Ook nu luiden de mededeelingen aangaande doze school gunstig. Het onderwijzend personeel bled onveranderd ; het getal leerlingen vermeerderde met 3 en klom alzoo tot 134. Zaandam, In de regeling is in zooverre wijzigipg gebragt , dat de leeraar VAN HELBERGEN uitsluitend onderwijs gal' in de oude talon , het onderwijs in-de geschiedenis to gelijk met dat in de aardrijkskunde aan den leeraar FORTANIER on dat in 't Nederlandsch tijdelijk aan den hoer VAN DRUTEN was opgedragen. Het teekenonderwijs wordt nog steeds als onvoldoende vermeld. Hoorn Het gunstig getuigenis , vroeger omtrent het onderwijs aan deze school gegeven , wordt kerhaald, met uitzondering van dat in de fransche taal, hetwelk nog niet is wat het wezen kon on moest. Ten behoove van het onderwijs in de staats- en handelswetenschappen , waarin blijkons het vorig verslag nog niet was voorzien , word do leeraar mr. J. VERWET aangesteld. Enkhuizen. Doze op kleine schaal ingerigte school werd in Augustus 1870 geopend ; door het Rijk werd to Karen behoove een subsidie van f 4000 verleend. De localen zijn die van het vroeger gymnasium ; eene teekenzaal en, een locaal voor het onderwijs in natuurkundige wetenschappen zijn reeds vrij doelmatig ingerigt, en men ging voort met do andere schoolvertrekken to verbeteren. Voor zooveel daarover aan het einde van 1870 reeds kon worden geoordeeld , was de toestand van hot onder,wijs, met uitzondering van dat in het teekenen, vrij voldoende. Zierikzee. Het nieuwe gebouw ten behoove van doze school ingerigt , is voltooid en voldoet uitnemend. Omtrent het onderwijs worth gunstig getuigd ; het getal der leerlingen was niet onbelangrijk vooruitgegaan. Gbes. In het onderwijzend personeel dozer school is aanzienlijke verandering gekomen. Het onderwijs wordt in 't algemeen niet ongunstig genoemd ; het aantal leerlingen nam belangrijk toe. Ijarlingen. Het getal der leerlingen verminderde met 16 , door toevallige omstandigheden en zonder dat hier , evenmin als to Groningen , sprake zij van teruggang. Aangaande deze school werd vender alleen gewezen op den karigen inhoud der bibliotheek. Sneek. Het onderwijs wordt gunstig vermeld ; het totaalcijfer der leerlingen bleef onveranderd, De toestand der bibliotheek kon beter zijn. Deventer. De in 1870 geopende localen voldoen aar•alle billijke eischen , en de toeneming van het getal leerlingen is bevredigend. Kampen. Enkele localen dezer school missen de noodige ruimte ; , gebrek aan ruimte bij noodzakelijke splitsing van overbevolkte klassen heeft zich hier reeds doen gevoelen. De bibliotheek mist , behalve vele boekwerken, die noodig 9
•
34 zijn om de leeraren op de hoogte van hun vak to houden , ook nog boeken tot lectuur voor de leerlingen , gelijk die op andere scholen met goeden uitslag worden aangehouden en allengs vermeerderd. Daarentegen werden de verzamelingen voor warenkennis, door de vrijgevigheid der Nederlandsche Handelmaatschappij aanmerkelijk uitgebreid. Veendam. Vermindering van het getal leerlingen voor volledig onderwijs met 16 en van die voor enkele lessen met 4 , valt hier op to merken, zonder dat hiervoor bijzondere oorzaken zijn aan to wijzen. Aangaande de onvoldoende ruimte van sommigo leerkamers en den toestand van de bibliotheek, *geldt hetzelfde wat hierboven ten aanzien der school to Kampen is aangeteekend. Maastricht. "De toestand der localen en meubelen bleef even ongunstig ; er kwam in geen enkel opzigt verbetering. Het aantal leerlingen bleef nagerioeg op dezelfde hoogte. Vooral de zware taak om onderwijs to geven in ongeschikte localen met gebrekkige hulpmiddelen is oorzaak , dat de leeraren naar verplaatsing uitzien. De verandering van personeel, hiervoren vermeld , is daaraan het gevolg. Vol°. De gunstige toestand , waarin deze school in het vorige jam* geraakte door eene betere aansluiting van lager- en middelbaar onderwijs in deze'gemeente , word in 1870 bestendigd. De nieuwe cursts 1870/71 word weder met het betrekkelijk aanzienlijk getal van 70 leerlingen geopend. In verbonding tot de geringe hulpmiddelen werd bier werkelijk veel goods verrigt ; wat , volgens de ontvangen berigten , voornamelijk is toe to schrijven aan de veelzijdige kennis , do bekwaamheid en den ijver van den directeur. Ofschoon na het vertrek van den heer mr. DE SAIN het reeds kleine leeraarspersoneel onvoltallig was , word in de lessen steeds geregeld voorzien. Enschedd. Aan deze school heeft de directeur het onderwijs in de natuurlijke historie en de natuurkunde , bij de Brie eerste leerjaren , gebeel voor zijne rekening genomen en aanvankelijk met goeden uitslag. De minder gunstige toestand van de localen , bestemd voor gymnastiek en exercoren , werkt nadeelig op doze vakken; Ook nu gaven de resultaten van het onderwijs redenen van tevredenheid. Dat onderwijs toch wordt met elk jaar eenigzins beter. Het, althans in den aanvang, wel eens to zeer collegie geven vooral door de leeraren , die hunne be coegdheid aan een akademischen graad ontleenden , wordt allengs door behooylijk lesgeven vervangen. Het getuigenis omtrent de geschiktheid der leeraren is in het algemeen goed , met uitzondering , hier en daar , van hen , die vreemde talen en het teekenen onderwijzen. Bit wordt , wat het onderwijs in de levende talon betreft, hieraan toegeschreven dat de moesten hunner v66r 1858 hunne bevoegdheid verkregen en voortgaan op den weg , dien zij aan de zoogenaamde fransche school volgden , zonder de grondige kennis der taal en de algemeene ontwikkelin to bezitten , die in den leeraar der hoogere burgerschool een vereischte is. De vruchten van het onderwijs van hen , die onder de wet van 1863 eene acte voor taalonderwijs verkregen , onderscheiden zich in den regel gunstig. Dit is voornamelijk to danken aan de gestrengheid waarmede de examens ter. verkrijging van acten van bekwaamheid voor middelbaar onderwijs en vreemde talen zijn afgenomen. De vervanging van oudere leeraren door jongere , onder de wet van 1863 toegelaten , zal, na verloop van tijd , meer en meer verbetering , ook in het taalonderwijs, brengen. e. Middelbare scholen voor meisjes. Arnhem. In de eerste helft van 1870 besloot de raad dozer gemeent© tot oprigting eener middelbare school voor meisjes. Volgens de op 18 Junij 1870 vastgestelde verordening is zij van vijfjarigen cursus, en moeten de leerlingen die wenschen opgenomen to worden, minstens den leeftijd van 12 jaren bereikt hebben en blijken geven ,
dat zij voldoend lager onderwijs hebben genoten om de lessen der middelbare school to kunnen volgen. Het onderwijs omvat : de nederlandsche, fransche, engelsche en hoogduitsche taal en letterkunde , vaderlandsche en algemeene geschiedenis; staatkundige aardrijkskunde; rekenkunde, eigenschappen van figuren en ligchamen ; natuurkundige aardrijkskunde en wereldbeschrijving; natuurlijke historie , natuur- en scheikunde ; gronden van staatshuishoudkunde en staatsinrigting; boekhouden; teekenen ; handwerken en zang. Aan deze leervakken kunnen nog andere worden toegevoegd , als : kennis der klassieke oudheid , gymnastiek enz. Bij de verdeeling en vaststelling der lessen moet gezorgd worden om vermoeijende inspanning to vermijden. Het bestuur der school word opgedragen aan eene directrice , wie , als mededirecteur , eon persoon word ter zjde gesteld , die van nabij met den gang van het onderwijs der hoogere burgerscholen bekend was. Ofschoon de school eerst in 1871 zou in working treden, hadden enkele benoemingen reeds in 1870 plaats. Met ingang van 1 December 1870 word tot directrice benoemd mejufvrouw M. R. WESTERMAN HOLSTEYN op eene jaarwedde van f 1800 en vrije woning ; de volgende benoemingen geschiedden met ingang van 1 Januarij 1871 : ,
tot mededirecteur mr. J. M. VAN BEMMELEN directeur der hoogere burgerschool to Arnhem , op eene jaarwedde van f 500 ; tot leeraren : dr. H. VAN DE STADT leeraar der hoogere burgerschool , f 400 , en H. P. J. STENFERT KROESE f 1400 ; tot leerares : mejufvrouw A. E. VERDAM f 1000. Verdere bijzonderheden omtrent de inrigting der localen, de leermiddelen , de opening en working der school zullen eene plaats vinden in het verslag over 1871 , tot welk jaar zij behooren. _Haarlem. De berigten aangaande deze school luiden weder zeer gunstig. Ten gevolge van het toekennen van een Rijkssubsidie van f 2000 is het onderwijzend personeel vermeerderd , door de benoeming van mejufvrouw E. C. C. ESHUYS tot onderwijzeres in de engelsche taal on letterkunde en in de handwerken op eene jaarwedde van f 1000 en werden die van de directrice en de andere onderwijzeressen met f 2n0 verhoogd. Den hoer mr. F. A. DE GRA.AFF , vroeger reeds met het onderwijs in boekhouden belast , is thans ook dat in volkshuishoudkunde opgedragen tegen eene verhoogde toelage van f 300 's jaars. In 1870 waren voor het eerst alle vijf klassen bezet ; de 1ste met 30 , de 2de met 23 , de 3de met 19 , de Ode met 15, de hoogste met 5 leerlingen ; in het geheel dus 92. Neemt men in aanmerking dat , bij de opening in 1867 , het getal leerlingen bedroeg 34 , in 1868 53 en in 1869 73;,` dan is or alle reden tot tevredenheid. Van de 92 leerlingen waren : 6
Beneden 12 jaar .
•
Van 12-13
...
20
13-14 •
• •
. . 12
14-15 . •
15-16 » 16-17 n » 17-18 Boven 18
18
22 8
•
•
4 2
Bij do in 1870 gehouden overgangs-examens zijn van de 62 meisjes , die daaraan deel namen , 47 tot eene hoogere klasse bevorderd, terwijl 15 nog een jaar in dezelfdo klasse de lessen moesten bijwonen Van de 33 in Augustus toegelaten nieuwe leerlingen werden 26 geplaatst in de laagste klasse , 4 in de 2de en 3 in de 3de. Aan het onderwijs in gymnastiek namen 48 leerlingen deel. Het onderwijzend personeel geeft over het algemeen reden tot tevredenheid ; het teekenonderwijs is redelijk. Het gebouw is goed , maar meer ruimte ware wenschelijk; vooral nu alle klassen compleet zijn en het getal leerlingen toeneemt , is de behoefte daaraan duidelijk merkbaar•
35 f. Examens. De toelatings-examens aan de hoogere burgerscholen werden in 1870 afgelegd door 1343 jongelieden , zijnde 50 meer dan in 1869. Toegelaten werden 1129 , afgewezen 214. lets gunstiger is de vorhouding van het aantal toegelatenen en afgewezenen dan in 1869, toen 83 pct. werden toegelaten , tegen 84 pct. in 1870. Aan de overgangs-examens ward door 2284 leerlingen deel genomen ; van dezen werden , hetzij onmiddellijk , hetzij na eon nieuw examen terstond na de zonlervacantie i 1490 tot eene hoogere klasse bevorderd , dat is 65 pet., tegen 66 pet. in 1869. Er is dus gedurende de laatste twee Caren in dit opzigt weinig verandering geweest, althans geen verbetering. De volgende tabel wijst den uitslag aan der eind-examens voor elke hoogere burgerschool , waarvan leerlingen daaraan in 1870 deel namen.
achter dit verslag gevoegd. De uitslag dier examens mag zeer gunstig worden genoemd: 85 pct. der candidaten kon worden toegelaten , tegen 80 pet. in 1869 , toen de uitkomst reeds bevredigend was. Het ontwerp-reglement voor de eind-examens, dat reeds in 1869 ward toegepast, is, eenigzins gewijzigd , door den Koning bekrachtigd en opgenomen in het Staatsblad van 1870, onder n°. 49. Het volgt hierachter als bijlage F. g. Plannen tot oprigting van hoogere burgersch9len. Gorinehem. De plannen om hier eene hoogere burgerschool in 't leven to roepen zijn tot rijpheid gekomen. Na verkregen uitzigt op een Rijkssubsidie van f 7000 , besloot de gemeenteraad tot vestiging eener school met vijfjarigen cursus, en om daarvoor een nieuw gebouw to stichten. De bOuw vorderdo ze,•Ozeer , dat er hoop bestond om de school met den aanving van den cursus 1871/72 to kunnen openen. Amersfoort. Ook hier is , na toezegging van een Rijkssubsidie van f 7000 , het noodige voorbereid ern eene school van vijfjarigen cursus op to rigten.
SCHOLEN.
§ 3. LANDBOUWSCHOLEN.
a. Bps- hoogere burgerseholen. Middelburg
4
4
••
2
2'
Leeuwarden . • • • • • • • •
2
2
Zwolle
3
3
Groningen
7
6
Roermond. . ..
7
7
Utrecht .
)) 1
b. Gemeentescholen. Breda .
2
2
Arnhem .
4'
4
Nijmegen
2
2
Zutphen
4
3
9
9
Rotterdam
4
4
Leiden
6
3
Dordrecht.
2
2
Delft
9
7
2
Gravenhage
1
3
Amsterdam
15
11
4
Haarlem
13
11
2
Goes
3
2
1
Snook . .
4
4
Deventer
2
1
Veendam .
1
1
Maastricht
2
2
c. Andere inrigtingen dan hoogere burgerscholen. . .
1
•TOTAAL .
108
1
))
92
16
Een uittreksel van de verslagen der commission , met het afnemen van deze examens belast, is als bijlage E
De landhuishoudkundige school to Groningen heeft getracht , door eenige hervormingen en het benoemen van nieuwe onderwijzers, haar bestaan te rekken. Dat de school evenwel , ook na deze hervorming , niet in den geest viel van hetgeen de landbouw verlangt, bleek duidelijk uit bet zeer goring aantal leerlingen , dat van de reeds geopende lessen gebruik maakte. In den winter van 1869 1870 waron er 15 ; in den zomer van 1870 , toen men nog maar alleen voor de overgebleven leerlingen met het onderwijs , inaar nu in de stad en zonder boerderij , meende te moeten voortgaan niet meer dan 4. Voor het eindexamen bood zich geen en.kele candidaat aan. De ganiche inrigting word in het begin van 1871 ontbonden. In den loop van 1870 ward aan de Rijks hoogere burgerschool to Warffam eene gemeentelijke landbouwschool 'verbonden , waaraan het Rijk een jaarlijksch subsidie van f 4000 en de provincie een van f 700 verleende.. De lessen werden in Februarij 1871 aangevangen met 7 leerlingen. De school is ten naauwste met de hoogere burgerschool vereenigd , daar de leerlingen der landbouwschool , tevens leerlingen der hoogere burgerschool , eerst in den derden cursus dier school eenig meer bepaald voor hen ingerigt onderwijs ontvangen ; de vierde cursus echter is alleen voor landbouwonderwijs bestemd. Het gebouw is zoodanig vergroot en vertimmerd dat het voldoende plaats aanbiedt voor de drie klassen der hoogere burgerschool en de twee klassen der landbouwschool ; de to bekrompen aangelegde teekenzaal en woning van den concierge zijn door betere vervangen. Tevens is er ruimte voorhanden on de grondslag gelegd voor het, met der tijd onmisbare , locaal tot berging van werktuigen en modellen. De nieuwe inrigting van het gebouw geschiedde ten koste van het Rijk. In Februarij 1870 ward tot directeur benoemd , de directeur der Rijks- hoogere burgerschool R. RIJKENS ; in November daaraanvolgende tot leeraar in den landbouw 0. PITSCH doctor in de wijsbegeerte, volgens de acte B ' in art. 73 der wet bevoegd , op eene jaarwedde bedoeld van f 2000. Verdere benoemingen on bijzonderheden aangaande deze nieuwe inrigting zullen, als tot de geschiedenis van 1871 behoorende, in het verslag over dat jaar worden medegedeeld. De school van de Nederlandsche tuinbOuwmaatschappij Linnaeus to Watergraafsmeer telde in Septembei 1870 29 leerlingen , waarvan 6 van 14 — 16 jaar , de overige daarboven. 4 leerlingen verlieten de school zonder het derde studiejaar doorloopen en alzoo een eindexamen afgelegd to hebben ; 5 nieuwe werden aangenomen. Bij het vertrek naar elders van de onderwijzers J. A. SCALOGNE en G. C. BEKKER werden , in October 1870 , voor het onderwijs in do bloemisterij, aangesteld de directeur J. C. KROOK
36 f 1500 en voor het boekhouden J. STEYLING, f 300. Een der leerlingen, die de school verlaten heeft, wordt als een zeer bekwaam tuinman geprezen ; de verwachting dat aan deze inrigting goede tuinlieden kunnen gevormd worden , bleek alzoo niet ongegrond to zijn. De leeraar DE BEUCKER heeft gedurende 1870, als omgaande leeraar weder een groot aantal voordragten gehouden , en de impulsie voortgezet , die , voornamelijk door zijn toedoen , aan onzen ooft- en tuinbouw gegeven is. In Liraburg hield de heer J. HENNUX , van Tongeren, weder voordragten over de ooftboomteelt. De geneigdheid om zich door dergelijke openbare voordragten to doen onderrigten , komt bij onzen land- en tuinbouw ailengs duidelijker to voorschijn. § 4. POLYTECHNISCHE SCHOOL. De toename van het aantal leerlingen voor praktische scheikunde en het in gebruik stollen van het oude laboratorium gaven aanleiding tot de benoeming, bij Ministerieele beschikking van 12 September 1870, van een adsistent voor de scheikunde, Dr, H. Rose. De hoogleeraar VAN GOENS was in de laatst verloopen jaren meermalen en wel gedurende het grooter deel van den cursus 1869/70 door ziekte verhinderd geweest zijne lessen to gaven. De hoop , dat hij die met good gevolg zou kunnen hervatten , gegrond op verbetering van zijn gezondheidstoestand gedurende de laatste maanden van genoemden cursus en daarop gevolgde zomervacantie , word niet verwezenlijkt. Reeds in October 1870 sag hij zich genoodzaakt , wegens ziekte , zijne lessen to staken , en weldra achtte hij zich verpligt een verlof tot herstel van gezondheid te vragen, dat hem voor twee jaren werd verleend. Ter zijner vervanging werd, bij Koninklijk besluit van 31 December 1870, tot tijdelijk hoogleeraar benoemd de heer A. J. VAN PESCH buitengewoon hoogleeraar aan het Athenaeum te Deventer. Bij Koninklijk besluit van 16 Julij 1871 word ingetrokken dat van 21 Februarij 1868, waarbij de hoogleeraar DE BRUYN Kos , ten gevolge van het aanvaarden van het lidmaatschap der Tweede Kamer, tijdelijk van de waarneming van het hoogleeraarsambt werd ontheven ; tevens ingetrokken, onder dankbetuiging aan den hoer mr. J. VAN GIGCH voor de door hem bewezen diensten, het besluit van 6 Maart 1868 , waarbij aan dezen do lessen van den hoogleeraar DE BRUYN Kos waren opgedragen. Bij Koninklijk besluit van 30 Junij 1871, werd de beer C. MuYsKEN, andermaal voor den tijd van een jaar belast met bet verleenen van hulp bij het onderwijs in burgerlijke bouwkunde, en bij Koninklijk besluit van 15 Julij 1871, de heer A. C. VAN Loo, insgelijks bij vernieuwing voor den cursus 1871/72, met het onderwijs in scheepsteekenen. De raad droeg het secretariaat bij vernieuwing op aan den hoogleeraar OUDEMANS. De raad besteedde aan de hem toevertrouwde belangen zes vergaderingen. Het programma der lessen voor den cursus 1870/71, in eene algemeene vergadering van hoogleeraren en leers ren vastgesteld, werd door den Minister bekrachtigd, en in de Staatscourant van 15 Julij 1870, n°. 165 , opgenomen. De meest belangrijko punten van verschil met het programma voor 1869/70 zijn de volgende: Door eenige vermeerdering van het aantal uren voor den cursus over mechanica voor CI ; is nog een stap verder ,
gedaan op den reeds ingeslagen wog, waardoor de leerlingen zooveel mogelijk tijdig in het bezit komen van de kundigheden die.voor hunne eigenlijke vakstudie noodig zijn en zij tevens in staat worden gesteld, zich gedui•ende het laatste jaar meer onverdeeld aan dez© to wijden. De cursus over hydraulica is tot 1 uur na Kersmis uitgebreid. Een cursus over onderwerpen van toegepaste natuurkunde," die bijzonder voor technologen van belang moeten geacht worden, word in 't vooruitzigt gesteld. Voor de in 1869/70 ontbrekende , doch war to verwachten categorie mijn-ingenieurs C2 is een cursus over mijnontginning bestemd. De inleiding tot de werktuigbouwkunde heeft het karakter bekomen van een algemeen overzigt der voornaamste werktuigen tot hot voortbrengen overbrengen en aanwenden van arbeid. Under de mechanische technologie is , ten behoove der civile ingenieurs , een cursus over het bewerken van ijzer opgenomen ; voorts is de gelegenheid tot praktische oefening op het gebied van spinnen en woven geopend. ( De geschiedenis der bouwkunst, vroeger als ddnjarige cursus gegeven , is tot een tweejarigen cursus uitgebreid geworden. Het onderwijs, zoowel in de eigenlijke waterbouwkunde als in wegen en bruggen , is er op berekend om to geraken tot een toestand, waarin de voordragten zooveel mogelijk to gelijker tijd door de civile ingenieurs C1 en C2 zullen kunnen gevolgd worden, in dier voege dat de verschillen.de onderwerpen , verdeeld over twee jaren , slechts om het andere jaar aan de orde komen. De bij het programma gevoegde toelichting treedt eenigzins meer in bijzonderheden dan vroeger. Nuttig scheen het — onder 'herinnering er aan, dat bij het onderwijs aan de Polyteclinische school ondersteld wordt , dat alien , die daarvan gebruik maken , in het bezit zijn van de kundigheden , welke aan eene hoogere burgerschool met vijtjarigen cursus kunnen verkreaen worden , voor zooverre die kundigheden betrekking hebben op de vakken , waarop zij zich wenschen toe te leggen er op te wijzen, dat voor ben, die een diploma als tecbnoloog of ingenieur wenschen to verwerven , bet volbragt eindexamen der hoogere burgerschool alleen dan een waarborg.voor genoogzame voorbereiding oplevert , indien daarbij voor ieder der afdeelingen wis- en werktuigkunde , natuurkundige wetenschappen en hand- en regtlijnig teekenen, de vorderirgen allezins voldoende worden geoordeeld. Door plaatsing in eenige der meek gelezen dagbladen was aan het programma en de toelichting zooveel mogelijk bekendheid gegeven. De volgende staat geeft een beknopt overzigt van de bij het programma aangekondigde lessen. Voor de lessen, die geene bepaalde plaats in bet algemeene studieplan innemen , is alleen het daarvoor in bet geheel bestemdo aantal uren opgegeven ; voor de overige tevens het aantal , dat elk der to verwachten categorien van leerlingen daarbij betrokken is. Het opgegeven aantal uren oefening wijst den tijd aan, gedurende welken op de hulp van den docent kan gerekend. worden ; geenszins, dat de leerlingen aan die oefeningen niet meer tijd zouden kunnen wijden of behooren te besteden. In het bijzonder staan , als vroeger, de localen voor het bouwkundig , waterbouwkundig, scheepsbouwkundig en werktuigkundig teekenen dagelijks van 8 tot 4 uren voor de leerlingen open. -
37
OVERZIGT van de lessen , bij het programma aangekondigd.
10
"
"
"
"
3
"
"
"
2
8
II
"
2
"
3
6
9
"
"
2
4:
3
9
"
"
"
2
4:
2
9
"
" " ."
"
"
4:
"
(') 2
4
"
"
"
Tecbnoloog BI
"
1
"
"
Tecbnoloog B:t •
"
"
"
Technoloog BS .
"
" " "
"
Civiel en bouwkundig ingenieur Bl • • •.
2
2
Civiel en bouwkundig inge•• • nieur B'.
1
2
1
Civiel ingenieur CI
"
"
"
8
\
5
12 (1)
4:
(2.3) 8
11 (1.2) 3 (3) 2
"
"
"
"
"
"
"
II
,,-
.
"
"
"
"
II
"
" " "
"
3
2
8
"
3
3
2
8
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
" I,
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
It
"
"
" "
"
"
"
"
"
n
"
"
"
"
"
"
"
" "
"
"
Hand teokenen.
"
1
Administratief regt.
"
Moten en wegen.
"
2
2
9
"
"
12
6
a.enh.
a.enb.
" "
"
Situatie-teekenen.
Seheepsbouwkunde en teekenen.
Waterbouwkunde, wegen en bruggen.
W aterbou wkunde, eigenlijke waterbouwkunde en beginselen.
Burgerlijke bouwkunst. sehoone bouwkunst en projeetl:lren.
Burgerlijke bouwkunst • construetie, onderdeelen en beginselen.
Seheikundige teehnologie. 3
h.
Oefeningen met gereedscliap en draaibank.
2
2
(') 2
a.
Boetseren.
8
3
4:
h.
Handelsregt.
6
17
4:
a.
b.
a.
b.
Staatshuishoudkunde.
2
7
8
Meehanisehe teebnologie.
h.
7
Uren 'sweeks
a.
a.
b.
b.
Kennis van werktuigen.
___ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ - - -
a.
a.
Werktuigbouwkundig en werktuigkundig teekenen.
Mijnontginning.
__
Aardkunde.
Delfstofkunde.
_________
Scheikunde.
N'atuurkunde.
Theor. en toegepaste meehaniea.
Analyse.
__
Bolvormige driehoeksmeting.
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ !-_ _
Analytische rueetkunde.
Besehrijvende meetkunde.
V A K KEN.
r
Landmeten en geodesie.
39
38
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
2
6
"
"
"
"
"
"
"
"
3
1
2
"
II
"
"
"
.
"
2
6
."
"
1
2
"
"
"
"
(I) 5 (') 6
"
"
"
"
"
"
"
.
"
2
"
"
"
2
4
2
4:
2
4:
"
(1) 7 II') 5 (S) 2
"
"
"
"
"
"
"
"
2
"
»
"
4:
2
5
2
5
"
(1) 5
"
"
"
"
"
"
"
"
2
"
II
"
"
12
2
(') 6
"
"
"
(I) 5 (') 3
"
"
"
"
"
"
"
"
2
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
(3) 5
Civiel ingenieur C' •
"
"
"
II
"
Bouwkundig ingenieur CI
"
"
"
"
"
"
II
(1)
1
(2'1) 2
3
1
"
"
"
(S) 5
Bouwkundig ingenieur C' •
II
"
"
(I)
2,
"
(3) 1
Scbeepsbouwkundig nieur BI • • •
2
2
2
Scbeepsbouwkundig ingenieur B' . ' . '
1
2
1
"
"
"
"
"
(I) 5
"
"
"
"
"
(I) 7 (') 5
Werktuigkundig ingenieur BI
2
2
2
"
4:
Werktuigkundig ingenieur B'
1
2
1
(') 2
Werktuigkundig ingenieur C I
"
"
."
"
"
(I) 5 (') 6 (S) 5 (1)7 (') 6 (I) 8
"
"
"
"
"
"
3
3
6
8
"
"
8
1
6
3
Scbeepsbouwkundig nieur Cl ••
inge-
Scbeepsbouwkundig •• nieur C'
inge-
" (1
2
4:
"
3
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
If
"
"
"
"
"
II
5
"
"
"
"
"
"
."
4:
"
8
1
2
"
II
"
"
"
"
"
II
"
"
"
"
"
"
II
II -
5
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
2
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
5
"
"
"
"
II
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
2
II
"
"
"
"
"
2
"
"
"
5
"
"
"
"
"
II
"
"
8
"
"
"
6
"
"
"
."
"
"
"
"
"
"
"
II
6
"
II
"
"
"
" "
"
2
"
"
"
"
"
"
"
4:
8
2
"
"
"
"
" "
"
"
" " "
"
"
" "
"
2
" "
8
1
" " "
2
3
" "
"
"
" "
" "
"
4:
8
"
"
"
" "
"
"
(2) 6 (8) 5
(8) 1 II
"
Werktuigkundigingenieur C'
"
"
"
"
"
Mijnen ingenieur Bl
2
2
2
"
4.
Mijnen ingenieur B' •
2
2
1
(') 2
4:
Mijnen ingenieur Cl .
"
"
"
"
"
(I) 5 (2) 6 (3) 5
"
"
6
"
" "
Mijnen ingenieur C'
"
"
"
"
."
(1) 5 I') 6 (3) 5
"
"
6
"
"
8 8
"
2
8
"
2
"
"
2
8
"
"
" " "
"
"
"
"
" "
"
"
2
3
"
"
2
3
"
"
2
"
8
2
"
II
8
2
a. beteekent voordragt, •. oefeningen, (1) tot Kersmis, (') van Kersmis tot Paschen, (3) van Paschen tot bet
einde van den
CUl"Sus.
"
" "
"
"
"
"
" "
"
"
" "
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
II
II
"
"
"
"
"
"
"
"
"
" "
II
"
" " "
"
(I)
4: (,.1) 2
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
P) 4: (,") 2
"
"
"
"
"
"
"
(1)
2
,
"
"
"
"
"
"
"
"
".
40 De gelegenheid tot inschrijving werd met 1 September 1870 geopend. Het aantal der ingeschrevenen bedoeg 171 ; 146 voor alle , 25 voor enkele lessen. De gemiddelde leeftijd tijdens de inschrijving was 20,7 jaar. Onder de ingeschrevenen waren 8 leerlingen der voormalige Delftsche Akademie. In het bezit van het getuigschrift wegens afgelegd eindexamen der hoogere burgerschool , art. 57, of van dat van examen A, art 59, nog niet van B, artt. 61-65, waren 89. In het bezit van het getuigschrift wegens afgelegd eindexamen B waren 51 , waaronder 28 van dat voor civiel of bouwkundig ingenieur ; 1 van dat voor civiel of bouwkundig on tevens van dat voor scheepsbouwkundig ingenieur; 12 van dat voor civiel of bouwkundig en tevens van dat voor werktuigkundig ingenieur ; 1 van dat voor civiel of bouwkundig on tevens van die voor scheepsbouwkundig en werktuigkundig ingenieur ; 1 van die voor scheepsbouwkundig en werktuigkundig ingenieur ; 4 van dat voor werktuigkundig ingenieur ; 4 van dat voor mijnen-ingenieur ; 2 hunner zijn geheel vrijgesteld van examen A ; 6 gedeeltelijk ; 43 hebben het volledig afgelegd. Het aantal der nieuw aangekomenen bedroeg 54 , gemiddelde leeftijd 19,3 jaar ; 41 , gemiddelde leeftijd 19,0 jaar , waren in het bezit van het getuigschrift volgens art. 57. Voor den tweeden
35 ;
vierden
23 ;
vijfden
•
12;
zesden
3;
zevenden
4.
De niet geslaagden bij de jongste examens B lieten zich op 3 na , de niet geslaagden bij C allen op nieuw inschrijven. De volgende tabel geeft in de eerste kolom eon overzigt van de verschillende categorien , waaronder de ingeschrenen , met het oog op de lessen , voor welke zij zich aanmeldden , kunnen gebragt worden ; de tweede kolom geeft het aantal leerlingen in iedere categorie ; de derde dat der voor de eerste maal ingeschrevenen. Totaal.
Nieuw ingeschreven.
Technoloog B1
10
7
Idem B 2
16
1
.
3
Civic! on bouwkundig ingenieur B1 25 Idem B 2
25
24
Civiel ingenieur C 1
17
24 Idem C 2 Civic,' en bouwkundig ingenieur C 1 2
1
Civiel bouwkundig en scheepsbouwkundig ingenieur B 1 3 Idem B2 Civiel en werktuigkundig ingen. B1
1
1
Idem C1 Scheepsbouwkundig ingenieur C
1
2
2
2
Idem C 1
2
1
Mijnen ingenieur B2 Idem C 1 .
1 1
Idem C2
3
2
1
Akte voor het geven van midd el baar onderwijs
5
2
Bouwkundige
Verschillende enkele lessen .
18 10 Onder de in het overzigt in de laatste plaats voorkomende categorie bevonden zich 13 leerlingen der gemeenteAike installing voor onderwijs in de Indische taal- , land en volkenkunde to Delft , ingeschreven voor ddne _ les , meest handelsregt , om lid to kunnen worden van het studentencorps. Van het gegeven onderwijs volgt hier een meer volledig overzigt , met aanteekening van de meest meldenswaardige daarbij opgedane bevinding, Wiskunde.
a. Beschrijvende meetkunde. IIa. Ingenieurs B1, 2 uren 's weeks voordragt , 2 uren oefeningen. Daze lessen , aanvankelijk door den hoogleeraar VAN GOENS gegeven , werden tijdelijk door den hoogleeraar COHEN STUART en later door den hoogleeraar VAN PESCH overgenomen. De behandelde onderwerpen waren : de bol , de perspectief en schaduw van ligchamen door platte vlakken on . eenvoudige gebogen vlakken begrensd ; het eerste gedeelte van de theorie der kromme lijnen on gebogen oppervlakken. IIb. Hoogleeraar VAN DEN BERG. Ingenieurs B2 1 uur voordragt , 2 uren oefeningen. Voortzetting van de theorie der gebogen oppervlakken met toepassing op perspectief on schaduw. Aan de teekenoefeningen werd slechts door de minderheid der ingenieurs B2 geregeld deel genomen. Bij de ingenieurs B1 was de verhouding gunstiger. Eene wezenlijke leemte in het onderwijs werd aangevuld door een , door den hoogleeraar VAN PESCH gegeven , niet op het programma vermelden cursus, 2 uren 's weeks , gedeelteWk voordragt , gedeeltelijk oefeningen , ten behoove van de technologen , voor wie de beschrijvende meetkunde wel examen-vak is, maar die met de beginselen kunnen volstaan. Na eene korte herhaling van het vroeger geleerde werd gehandeld over het projecteren van ligchamen door platte vlakken begrensd , over den bol- on den regten cirkelvormigen cilinder on kegel ; daarna over de gewone perspectief on schaduwen dier ligchamen en over de axonometrische projectie. Doze lessen werden door de technologen B3 geregeld gevolgd.
IIa. VAN DEN BERG. Ingenieurs B1 2 uren. In het platte vlak. CoOrdinatenleer. Regte lijn on cirkel. Kromme lijnen van den tweeden graad. De opkomst 'jet , gedurende de eerste helft van den cursus , weinig to wenschen over. Later waren niet meer dan de helft der ingeschrevenen trouwe hoorders. Bij eene omstreeks de helft van den cursus gehouden responsie , gaven de daaraan deel nemenden van vrij voldoende vorderingen blijk. IIb. BAEHR. Ingenieurs B2 1 uur. In de ruimte. Regte lijn on platte vlak. Oppervlakken van den tweeden graad.
1
• Werktuigkundig ingenieur B1 Idem B2
Nieuw ingeschreven.
b. Analytische meetkunde.
2
Scheepsbouwkundig on werktuigkundig ingenieur B1 . Idem B2 Idem C 1
Idem C2
keer werden ingeschreven 40 ;
derden
Idem B3 . .
Totaal.
2
Beginselen. STAMKART.
tot half Mei.
Technologen B1 , 1 uur, van half November
41 Leerwijze der coardinaten. Vergelijking van regte lijn en cirkel. Kegelsneden. CoUrdinaten in de ruimte, platte vlak en regte lijn. c. Bolvorrnige driehoeksmeting. STAMKART. Ingenieurs B2. Voor deze lessen waren 2 uren 's weeks , van Kersmis tot Paschen , bestemd. Zij werden echter slechts enkele weken gegeven en bleven daarna, bij, gebreke van hoorders, achterwege. Voor de technologen B 3 behandelde de hoogleeraar VAN PESCH in eenige, op den bovenvermelden cursus over beschrijvende meetkunde uitgespaarde, uren kortelijk de ()Flossing van regthoekige driehoeken en van scheefhoekige door middel van regthoekige driehoeken.
d. Analyse. Ha. BAEHR. Ingenieurs B 1 4 uren. tilt de hoogere stelkunde : de theorie der hoogere magtsvergeljkingen. De differentiaal-rekening met betrekking tot function van ddne enkele onafhankelijke veranderlijke , mat de voornaamste analytische en meetkundige toepassingen. Het integreren van eenvoudige uitdrukkingen. IIb. Dezelfde. Ingenieurs B2 4 uren. Uit de hoogere stelkunde : de kettingbreuken , de permutatien en combinatien , de - rekenkunstige reeksen van hoogere orde, de convergentie en divergentie van reeksen , de wederkeerige reeksen. De differentiaal-rekening met betrekking tot functien van meer dan ddne onafhankelijke veranderlijke. De leer der bepaaldc integralen. Het integreren van differentiaal-vergelijkingen. Vooraf aangekondigde responsien vonden geen plaats ; wel , zooveel de tijd toeliet , ondervraging en zamenspreking gedurende de voordragt. De door de meerderheid der leerlingen B1 en B2 bij deze lessen betoonde ijver, ook in het uitwerken der hun gedane opgaven, gaf reden tot tevredenheid. echanica. a. Theoretische mechanica.. Aan de theoretische mechanica wordt een tweejarige cursus gewbd. Do eerste jaarcursus voor de ingenieurs C 1 , 2 uren, na Kersmis 3 uren , werd gedurende de eerste weken door den, hoogleeraar VAN GOENS gegeven ; daarna voorloopig, met tijdelijke staking wegens gebrek aan hoorders , doch hervatting later , door den hoogleeraar STAMKART, tot dat ook deze lessen door den hoogleeraar VAN PESCH werden overgenomen. De behandelde onderwerpen waren : de einematica , de beweging van een stoffelijk punt , het evenwigt van vaste ligchamen , bijzonder de leer der zwaartepunten en der wrijving. De cursus voor de ingenieurs C2 3 uren , na Kersmis 2 uren , werd gegeven door den hoogleeraar BAEHR, ten vervolge op den door hem in het vorige jaar gegeven cursus Cl. De onderwerpen waren : evenwigt van vaste ligchamen en beweegbare stelsels ; beweging van vaste ligchamen ; evenwigt en beweging van vloeistoffen. Bij de behandeling word bovenal getracht een goad inzigt to geven in de algemeene beginselen en theorema's 'der mechanica en die toe to passen op ongekunstelde voorbeelden, waarbij, wanneer de gelegenheid zich aanbood , ook onderwerpen uit de toegepaste mechanica ter sprake kwamen.
b. Wederstand van bouwstoffen. Ha. VAN DEN BERG. Ingenieurs Cl 3 uren , na Paschen 2 uren. Als inleiding , over de zamenstelling en het evenwigt van krachten en koppels in de ruimte. Voorts de leer der uitrekkinz , zamendrukking , doorbuiging, afschuiving on wringing van elastische prisma's en ligchamen van gelijken weérstand. Begin van de toepassing op eenvoudige bouwconstructien.
Aanvankelijk door de meerderheid , de laatste maanden van den cursus door omstreeks de heift der leerlingen geregeld gevolgd. IIb. Dezelfde. Ingenieurs C2 tot Kersmis 2 uren , van Kersmis tot Paschen 1 uur. Aansluitende aan den cursus van het vorige jaar: over de toepassing van de leer der veerkracht op de voornaamste hout- en ijzerconstructien ; voorts de theorie der gewelven , on bekleedingsmuren. c. Hydraulica. Dezelfde. Civiel-ingenieurs Cl 1 uur na Kersmis. Theorie der beweging van water in kanalen en rivieren. d. Moteurs. COHEN STUART. Civiel- en werktuigkundige ingenieurs C 2 tot Kersmis 2 uren , van Kersmis tot Paschen 1 uur.
De hoofdtrekken van de theorie der voornaamste waterraderen. De theorie der stoomwerktuigen volgens DE PAMBOUR. De algemeene theorie der calorische werktuigeu met toepassing op de stoomwerktuigen. Dezelfde. Werktuigkundige ingenieurs C2 2 uren na Kersmis. Uitbreiding , bijzonder van de theorie van het stoomwerktuig. e. Beginselen van theoretisehe en toegepaste mechanica. STAMKART. Technologen B2 en B 3 2 uren van half November tot half Mei. Als tweede deel van den tweejarigen gelijkelijk voor beide categorien bestemden cursus. Beweging van een stoffelijk punt. Beweging van vaste ligchamen. Evenwigt en beweging van onveerkrachtige en veerkrachtige vloeistoffen. Een on an der met de belangrijkste toepassingen , zonder gebruik van differentiaal- en integraalrekening.
atuurkunde. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. IIa. Ingenieurs B 1 , en technologen B 1 , 3 uren. Electriciteit en magnetisme. Statische electriciteit , bIiksemafleiders. Galvantsme: ontstaan der galvanische stroomen , bepaling van hunne sterkte , scheikundige werking , opwekking van warmte ; electrisch licht; working van stroomen op elkander. Inductie. Electromagnetisme, electrische telegraphen , uurwerken en registreertoestellen. Electrische lampen.
IIb. Ingenieurs B 2 en technologen 13 2 en 13 5 3 uren. Warmte. Meten van temperaturen. Specifieke warmte. Verandering van aggregatietoestand. Dampen. Opwekking van warmte door scheikundige on mechanische middelen. Mededeeling van warmte door straling on geleiding. Verwarming. Ventilatie. Licht. Terugkaatsing en breking. Kijkers on mikroskopen. kustverlichting. Photometrie. Photographic. Nadat een hoofdonderwerp afgehandeld was werden eenige uren bestemd tot nadere bespreking der punten , door de hoorders , als hun duister gebleven , opgegeven. Voor de- technologen B 2 en B 3 werd in 1 uur 's weeks na Kersmis meer uitvoerig, als voor hen van bijzonder belang, behandeld : het wegen en de bepaling van soortelijk gewigt ; de polarisatie en interferentie van het licht met toepassing op de bepalino. van de zamenstelling der vloeistoffen nit hun draaijendbvermogen. Aan de praktische oefeningen werd bij afwisseling door een 15tal leerlingen , meest technologen , deel genomen. Scheikunde. a. Theoretische scheikunde. OUDEMANS. Technologen Th., 2 uren do eerste drie maanden.
Over de verschijnselen bij erbin ding en ontleding, dis11
42 sociatie ; bepaling van atoomgewigten : isomerie en polymerit) , isomorphie , amorphie en dimorphie ; resultaten van het onderzoek omtrent soortelijk volumen , betrekking tusschen soortelijke warmte en atoomgewigten. Overzigt van de voornaamste chemisehe theorien. b. Anorganische scheikunde. II a. Technologen B 1 2 uren. in aansluiting aan de zooeven vermelde lessen — over niet-metalen en alkali-metalen. II b. Technologen B 2 1 uur. De overige metalen.
Aardkunde. In een vrijen cursus 1 uur 's weeks , door een achttal hoorders gevolgd , behandelde de hoogleeraar in het bijzonder de petrographic en wel eerst in het algemeen de wijze van voorkomen der gesteenten in de aardkorst ; daarna de systematiek en beschrijving der verschillende gesteenten , bijzonder de kristallijne silikaatgesteenten. Palaeontologie. Niet op het programma vermeld. Ten behoeve der mijnen-ingenieurs CI en C2 werden door den hoogleeraar een tweetal uren tot oefening in het kabin.et aangewezen.
c. Organische scheikunde. Technologen. 2 uren. d. Analytische scheikunde. Technologen Bi en ingenieurs B' 1 uur. De qualitative analyse; de maat-analyse en eenige voorname gedeelten der quantitative analyse. e. Scheikunde der bouwstoffen. LEVOIR. Ingenieurs B 2. 1 uur. IJzer en staal. Overige metalen. Verwstoffen. Houtconservatie. Mortels. Water.
Mijnontginning. In deze lessen , 2 uren 'a weeks, door dezelfde vier leerlingen candidaten voor het mijnwezen in Nederlandsch Indie gevolgd, werden de verschillende stelsels van ontginning van kolen en ertsen in de ertswasscherijen behandeld. Onder de hiding van den hoogleeraar VOGELSANG maakte de mijn-candidaat , die in 1870 in het examen B geslaagd was , eene studiereis door het Hartzgebergte , het SchwarzVrald en de Rhijnstreken ; aan deie reis werd ook deelgenomen door den mijncandidaat , die in datzelfde jaar het diploma van mijnen-ingenieur behaald had en het afgeloopen jaar tot voltooijing zijner studien in het buitenland doorgebragt had. De drie mljn-candidaten C 3 bragten de zomervacantie in verschillende mijnstreken met praktische studien door. Kennis van werktuigen.
f. Oefeningen. Onder leiding van bovengenoemden met hulp van dr. ROSE. Voor de oefeningen in de praktische scbeikunde der ingenieurs B 2 waren 2 uren 's weeks bestemd. Voor technologen , mijnen-ingenieurs en in het algemeen voor alien „ die zich met meer uitgebreide onderzoekingen wenschten bezig to houden , was het laboratorium dagelijks , uitgezonderd des Zaturdags , van 8 tot 4 ure opengesteld. De lessen over de theoretischo en anorganische scheikunde B 1 werden over het geheel slecht bezocht. Vooral was het to bejammeren dat eenige aankomende technologen , die blijkbaar zeer zwak in de scheikunde waren , er zelden werdep gezien. De cursus B 2 , anorganische scheikunde en de lessen over de organische scheikunde daarentegen , werden zeer getrouw gevolgd ; responsien vonden weinig bijval. De ondervinding, opgedaan bij de lessen in de quantitative analyse , bragt tot de overtuiging , dat het beter zal zijn die in het vervolg geheel achterwege to laten. Niet slechts werd de bedoeling dier lessen , to weten de eigen studie door het geven van een overzigt gemakkelijk to maken , verkeerd begrepen , en daarin veeleer een middel gezien om van het gebruik van uitvoerige handbooken ontslagen to zijn , maar bovendien wekte het weinig aantrekkelijk ,onderwerp blijkbaar slechts zeer geringe belangstelling. Van de gelegenheid tot praktische oefening werd slechts door de minderheid der ingenieurs B2, die de scheikunde in het algemeen als bijzaak beschouwen, een min of meer geregeld gebruik gemakt. Ook de mijnen-ingenieurs kwamen in dit opzigt to kort. Onder de technologen waren er onderscheidene, die zeer goede vorderingen maakten , velen echter ontbrak het aan de daartoe noodige volharding en zucht tot studie.
Delfstofkunde. VOGELSANG. Aan deze lessen , 3 uren 's weeks gegoven , werd door vier leerlingen deel genomen, waarvan drie niet voor mijnen-ingenieur studerende , terwijl de vierde reeds bet vorig jaar een cursus over delfstofkunde gevolgd had. tit aanmerking daarvan word het theoretisch gedeelto kristallographie en algemeene delfstofkunde — minder uit'voerig besproken en voornamelijk de praktische onderkenning der mineralen beoefend.
GROTHE. Ingenieurs CI en 02. Technologen B 2 en B 3 , 2 uren. Tweejarige beschrijvende cursus. In het afgeloopen jaar zijn behandeld do volgende onderwerpen W aterraderen en turbinen ; waterdrukmachinen. Windmolens. Worktuigen tot het opvoeren van water. Heiwerktuigen , bijzonder stoomheijen. Dynamometers. Stroomsnelheidmeters , compteurs. Gasmachinen. Locomotiven. De opkomst was , niettegenstaande het vroege uur , zeer geregeld.
Mechanische technologie. ,
GROTHE.
Ma. Technologen B1 en werktuigkundige
ingenieurs B 1 , 3 uren.
Bewerking der metalen. Het winnen en de natuurkundige eigenschappen der in de techniek gebruikeliike metalen ; de metaallegeringen ; het vormen en gieten ; het 6medens, walsen en draadtrekken ; het schaven , draaijen , viejlen en slijpen , vergulden , verzilveren en emailleren en guillocheren ; als toepassing : het maken van munten , spijkers , draadnagels en houtschroeven en de spelden- en naaldenfabrikage; de inrigtingen van sloten. opkomst , aanvankelijk zeer voldoende, was tegen het einde van den cursus tot op omstreeks de helft vermindeed. Mc. Technologen B2 en 13 3 . Werktuigkundige ingenieurs CI en C2. Het spinners van vlas en jute , van wol en zijde. De weverij in haar geheelen omvang en als toepassing de lakenfabricatie. De papierfabricatie : het maken van. gekleurd- , bont- en behangselpapier. Het book- , plaaten steendrukken. De meelfabricatie. Voor het eerst word gegeven een afzonderlijke cursus , 1 uur 's weeks tot Paschen , ten behoove van de civielingenieurs C' en C2 over de bewerking van het ijzer,, bijzunder het smeiten uit, do ertsen , het maken van staafijzer en staal en het gieten , smeden en walsen. Door een talrijk gehoor zeer geregeld gevolgd. Met de technologen werden een achttal fabrieken to Delft en in de omliggende gemeenten bezocht.
Scheikundige technologie. LEVOIR.
Technologen , 3 uren.
43 Organische stolen; gedeeltelijk met belangrijke uitbreiding bij vroeger. Vezelstoffen , zetmeel. Suikerfabricatie. Fabriekmatige bereiding, berustende op gistingsprocessen. Dierlijke stollen, looijerij. Verwerij. Drukkerij. Brandstoffen — in beter verband gebragt met den cursus in de natuurkunde. — Water: de fabriekmatige zuivering en keuring met het oog op het gebruik in stoomketels on verwerijea. De opkomst was , afhankelijk van het onderwerp, aan groote afwisseling onderhevig. Met de leerlingen werden de Rotterdamsche suikerraffinaderij en de beetwortelsuikerfabriek to .Halfweg bezocht. TVerktuigbouwkunde en werktuigkundig teekenen. Het onderwijs ten behoove van de werktuigkundige ingenieurs in dit vak , gegeven door den leeraar HUES' , was ingedeeld als volgt : a. Inleiding B 1 , 1 uur voordragt. Het lezen en verklaren van teekeningen. Een algemeen overzigt van de verschillende deelen van werktuigen. Verklaring van de meest gebruikelijke formules, ter berekening van den weerstand van materialen. b. . Onderdeelen van werktuigen , B2 , Cl en C2 , 2 uren. Als aan de orde in den driejarigen cursus werden behandeld : de schroefbouten , kettingen , kabels, touwen , istangen scharnieren leiders , parallelbewegingen drijfstangen , krukken , krukassen , assen. c. Stoonswerktuigen, Cl en C 2 . Ale aan de orde in den tweejarigen cursus , - 1 uur 's weeks: stoomschuifbeweging, zoo voor de gewone gevallen als voor expansie met d•Sn of meer schuiven ; vooruit- en achteruitgaande beweging en working met tegenstoom of tegendruk van lvcht ; 1 uur locomotiven. Bovendien werd gedurende het laatste halfjaar voor de ingenieurs C2 1 uur 's weeks repetitie gehouden. d. Oefeningen, 8 uren. Naar gelang van de vorderingen der leerlingen : opmeten , ineenzetten , uitwerken , on twerpen Met de leerlingen B1 werden de _ fabriek to Fijenoord en eenige stoomgemalen in den omtrek van Delft bezocht. Burgerlifke bouwkunde era bouwkundig teekenen. Dit onderwijs wordt gegeven gedeeltelijk door den leeraar MORRE gedeeltelijk door den hoogleeraar GU GEL. Door den leeraar MORRE.
De technologen B 2 en ingenieurs Ci , onderdeelen van gebouwen; de technologen B 3 en ingenieurs C 2 , het ,projecteren van eenvoudige gebouwen. Door den hoogleeraar GUGEL. C.
Projecteren.
Ha. Civile ingenieurs en architecten C' ,1 uur voordragt. Aanleg van gebouwen in het algemeen : grondvormen , situatie, afmetingen on distributie van gebouwen en van hunne afzonderlbke hoofddeelen , met het oog op de behoeften van den gewonen huisbouw. Verlichting , verwarming en ventilatie. Vormenleer : vormen der uitwendige ordonnantie en der in wendige inrigting. Hierbij 4 uren oefeningen in het ontweirpen van eenvoudige gebouwen en in de beginselen der achoone bouwkunst.. IIb. Civile ingenieurs en architecten C' 1 uur voordragt.
Special° beschouwingen over de beginselen van verschillende soorten van gebouwen voornamelijk van spoorweggebouwen : halten , tusschen- en hoofdstations , waterstations , goederen- , locomotiven-‘ en rijtuigloodsen , met behandeling tevens der daarbij in toepassing komende constructive details. 4 uren, na Kersmis 6 uren , oefening. De voordragten over hot projecteren werden door de ingenieurs C' slechts tamelijk getrouw gevolgd; aan de oefeningen word door naauwelijks de heltt deel genomen. ,
d. Geschiedenis der bouwkunst. Ira. Civile ingenieurs en architecten Cl, 1 uur. Grondbeginselen van de aesthetiek der bouwkunst. Bouwkunst der v6Orklassieke oudheid. Klassieke bouwkunst. IIb. Civile ingenieurs en architecten C', 1 uur na Kersmis. Middeleeuwsche bouwkunst. Renaissance en moderns bouwkunst.
Bovendien werden nog 2 uren besteed aan oefeningen in architectonische stylvormen en 2 uren aan oefeningen in de leer van het ornament. Aan de eerste werd ij verig deel genomen door een tweetal leerlingen , die zich bijzonder op architectuur toelegden ; aan de tweede bovendien door een tweetal , die zich voor het acte-examen in het handteekenen voorbereidden.
• Waterbouwkunde en waterbouwkundig teekenen.
a. Bouwstoffen en onderdeelen van gebouwen.
a. Beginselen.
Ida. Civile en bouwkundige ingenieurs Bl , technologen B 2 en werktuigkundige ingenieurs C' , 2 uren. Houtverbindingen. Steenverbindingen, Metaalverbindingen. Houten wanden. Balklagen. Vloeren. Koziejnen. Deuren. Ramon. Houten en steenen trappen. Houten kappen.
STEuEawm.n. Civile en bouwkundige ingenieurs B 2 , 1 uur voordragt , 2 uren teekenen. Beschoeijingen en bekleedingsmuren. Duikers. Vaste houten bruggen. Bouwstoffen bijzonder in de waterbouwkunde in gebruik.
IIb. Civile en bouwkundige ingenieurs B 2 , technologen B 2 en werktuigkundige ingenieurs C 2 , 2 uren. Dakbeciekkingen. Kroonlijsten. Maatregelen het bouwen y.00rafgaande ; funderingen. Metselwerken onder en boven den grond. Gewelven. IJzeren kappen , trappen en balklagen. Overzigt der overige ambachten bij den huisbouw voorkomende. Bouwstoffen. In verband met daze voordragten stonden voor elk der beide categorien civil° en bouwkundige ingenieurs 6 uren oefeningen ; voor de leerlingen Bl onder de leiding van dbn hoer MUYSKEN. De voordragten werden geregeld door een bij na voltallig gehoor gevolgd. Bij de oefeningen werd door de ingenieurs veel ijver betoond. Met betrekking tot de ingenieurs B 1 viel in dit opzigt , vergeleken met het vorig jaar , vooruitgang op to merken.
b. Beginselen van cons ructie en projecteren.
b. Eigenlijke waterbouwkunde. Dezelfde. In 2 uren 's weeks tot Kersmis voor de civile ingenieurs C'. Sluizen, 1ste gedeelte. Algemeene beschrijving der verschillende soorten van sluizen. Zamenstelling der ,onderdeelen. Voor de civile ingenieurs C 2 . Kanalen. Algemeene beschrijving der verschillende soorten. Aanleg van scheepvaartkanalen , grondwerken , kunstwerken. Uitwateringslianalen. Kanalen in Nederland. Na Kersmis in 2 uren, voor beide ca,tegorien gezamenlijk. Havens en maritime werken. Sluizen, 2de gedeelte. Algemeene beschrijving van do Polders en be2natingen. werken en inrigtingen , die bij havens voorkornen. Meer in bijzonderheden de aanleg en zamenstelling van hfisendammen en drooge dokken. — Polders en benzalingen. Algemeene beschouwingen omtrent de inrigting en drooghouding van polders. Beschrijving en bepaling van het vermogen van verschillende wateropvoeringswerktuigen. Toepassing op droogmakerijen.
--
,
Technologen B 2 en B 3 , werktuigkundige ingenieurs Cl on C 2 , mijnen-ingenieurs C 1 en . C 2 , 3 uren oefening.
44 Gedurende het geheele jaar oefeningen Ci 4 uren , C 2 5 uren. De opkomst liet over het algemeen veel to wenschen over. De oefeningen werden door onderscheidene leerlingen C2 en door de meerderheid der leerlingen Cl zeer verwaarloosd. c. Wegen.
Meetinstritmenten inrigting en gebruik ; uitvoerig theodol iet on sextant. Verschillende handelwijzen tot het opmeten van terreinen , bijzonder door triangulatie. Trigonometrische en baroraetrische hoogtemeting. Het gevione waterpassen. Praktische oefeningen vonden plaats onder leiding van den hoogleeraar HENKET : voor de cisile ingenieurs C2 de eerste week van den cursus in het landmeten ; voor Cl de twee laatste weken van den cursus in het waterpassen ; 15 der ingenieurs Cl 14 der ingenieurs C2 namen &taraan deel. i
HENKET. Civile ingenieurs -C1 en C2 , 2 uren. Het ontwerpen , de aanleg en het onderhoud der verschillende soorten van kunstwegen. Uitvoerig de aanleg van spoorwegen. Bovenbouw. Wissels. Kruisingen. Draaischtven en traverses. Station s-emplacementen. Waterbezorgingsmiddelen. 0 verwegen. Afsluitingen. Signalen. Grondtransport. Weèrstand op spoorwegen. Hellende vlakken. Tunnels. Buitengewone systethen van spoorwegen. Transportkabel. Begrooting en bestekken. Administratie.
Dezelfde. Civile ingenieurs C2, 1 uur. Uitbreiding van den bovenvermelden cursus tot groote opmetingen. Sterrekundige plaats- on azimuth-bepaling. Kortelijk over kaarten-projectien.
d. Bruggen.
Situatieteekenen.
Dezelfde. Civile ingenieurs C 2 , 1 uur tot Paschen. In aansluiting met het in het vorige jaar behandelde. Basculerende bruggen. Vijzelbruggen. Kraanbruggen. Rol .bruggen. Drijvende bruggen. Kettingbruggen. Gegoten vaste ijzeren bruggen. Steepen bruggen. Viaducten. Oefeningen Ci. Het teekenen van lengteprofillen , rails, wissels , draaischijven , stations-emplacementen enz. , 4 uren. C 2 , hoofdzakelijk het teekefien van ontwerpen your bruggen , 5 uren. Bij de voordragten was het gehoor veelmalen verre van voltallig. Bij de oefeningen der ingenieurs Cl waren gemiddeld slechts een vijftal dozer aanwezig. Onder de leiding van beide hoogleeraren maakten de leerlingen Cl eene excursie ter bezigtiging der werken aan het kanaal door Holland op zijn smalst en van de spoorwegwerken to Amsterdam , . en in het voorjaar van 1871 naar de omstreken van 's Hertogenbosch, Zaitbommel on Kuilenburg tot het in oogenschouw nemen der met ijs bezette rivieren bij hoogen waterstand , tevens ter bezigtiging der groote spoorwegbruggen in de lijn 's HertogenbosChUtrecht. Ook werden onder de leiding van den hoogleeraar HENKET de in aanbouw zijnde pijlers en landhoofden van de spoorwegbrug to Rotterdam bezocht.
Geodesic.
HENKET.
Civile ingenieurs Cl , 2 uren tot Kersmis. .Meten en wegen.
STAMKART. 2 uren voordragt , 4 uren oefeningen ,- van half November tot half Mei. In verband met den ijk der maten , gewigten en weegwerktuigen ; door eenige teamologen gevolgd. Staatshuishoudkunde. VAN GIGCH. 2 uren 's weeks. Onderwerpen van theoretische staatshuishoudkunde in verband met den oekonomischen toestand van Nederland. Vrije cursus, bij proefneming op een avonduur gesteld , slechts door weinige hoorders bijgewoond en tegen Paschen gestaakt.
Handelsregt.
De aangekondigde insgelijks vrije cursus is , wegens geu3is aan belangstellenden , niet gegeven.
S'eheepsbouwkunde en sch,eepsbouwkundig teekenen.
Hoofdingenieur TIDE'4AN : voor de ingenieurs B 1, 1 uur voordragt, de inrigting van scheepsteekeningen in verband tot het gebruik en de beschrijvende meetkunde van het vak. De materialen your den scheepsbouw in hout. De beschrijving der zamenstellende deelen van houten schepen. IJzeren schepen in het algemeen , plaat verbindin gen ; your B 2 , 1 uur tot Kersnsis. Het berekenen van waterverplaatsing en drukkingspunt , en van de stijfheid en het metacenter voor een bestaand scheepsplan ; voor C 1 , 1 uur. De theorie der beweging van het schip in zee. De tonnemeting. De sterkte van het schip; de teekenoOfeningen , 3 uren , met gelegenheid voor de leerlingen om daaraan moor uren to wijden , voor de beginnenden onder de leiding van den heer VAN Loo , bestonden : voor de ingenieurs B 1 in het copiEiren van verbandteekeningen op andere schaal on het teekenen van eon scheepsplan naar bestek ; voor B 2 in het maken van de teekeningen behoorende bij de berekening van waterverplaatsing in het perspunt , het maken van diverse scheeps; voor C 1 in het maken van de teen keningen behoorende tot de berekening van stabiliteit , enz.; het maken van diverse F cheeps-, tuig- en verbandteekeningen. Met de leerlingen C 1 werd een bezoek gebragt aan de fabriek to Feijenoord bij gelegenheid van het to water laten van een schip. Twee ingenieurs C 1 bragten het grooter deel der zomervacantie aan 's Rijks marinewerf to Amsterdam met praktische oefeningen door. Landmeten en waterpassen. COHEN STUART. Civile ingenieurs en architecten C 3 uren , na Kersmis 2 uren.
Administratief regt. Dezelfde. Ingenieurs C2 2 uren tot Kersmis. Algemeene beginselen. Civile ingenieurs C 2 , 1 uur na Kersmis. In betrekking tot waterstaat en openbare werken. Werktuigkundige ingenieurs C2, 1 uur na Kersmis. In betrekking tot fabrieken en werktuigen. Even als vroeger gaf de heer VAN GIGCH gedurende de laatste maand van den cursus eenige avonden repetitie van- en iamenspreking over de behandelde onderiverpen. Ilandteekenen. TETAR VAN ELVEN. Schetsteekenen naar versa:ala. lende voorwerpen , 2 uren tot Paschen ; na Paschen 6 uren.
b. Teekenen naar pleister , koppen , enz. 4 uren tot Paschen. c. Idem ornament , 4 uren. d. Landschapteekenen en oefeningen in het wasschen 2 uren. De gemiddelde opkomst bij doze lessen was bij a vddr Paschen 3 , na Paschen 8 leerlingen ; bij b 7 ; bij c 4 ; bij d 2. Drie meer gevorderde leerlingen teekenden naar het antiek. Boetseren. LACOMBLE. Aan
doze oefeningen , waarvoor 6 uren 's weeks
waren aangewezen , maar waartoe ook buitendien de gelegenheid bestond , werd dopr eon viertal leerlingen deel-
genomen.
•
45 Praktische oefeningen met gereedsch,ap en draaibank. REUVEKAMP. Voor deze oefeningen , waartoe vier ochtenden van 7-9 en drie namiddagen van 1-4 ure opengesteld waren , had zich een veertigtal leerlingen aangemeld. Door de meerderheid hunner werd daarvan een vrij geregeld gebruik gemaakt. ,Nog verdient bijzondere vermelding een door den heer T. J. STIELTJES, op verzoek der kweekelingen , gedurende de wintermaanden , in een van de localen der Polytechnische school, gegeven en door een belangstellend gehoor gevolgde avond-cursus over de versterkingskunst met toepassing op
*Nederland. De eindexamens hebben van 27 Junij tot 7 Julij 1871 plaats gehad. Aan de examens B art 61-65 werd deal genomen door 25 candidaten , alien leerlingen der Polytechnische school, met den volgenden uitslag : Deelgenomen, Geslaagd. Voor civiel- en bouwkundig ingenieur, art. 61 en 62 ..... . . 21
17
Voor civiel-, bouwkundig en scheepsbouw-kundig ingenieur, artt. 61, 62 en 63 2
1
Voor werktuigkundig ingenieur, art. 64 . . .....
1
.
2
Het examen -werd afgelegd voor de eerste man!. door 20 candidaten , waarvan 14 geslaagd ; voor de tweede maal door 5, alien geslaagd. Het getuigschrift der hoogere burgerschool was behaald: in 1867 door 2 candidaten , beiden geslaagd: in 1868 n 9 in 1869 n 14
waarvan 7 geslaagd ;
n
10
):
Aan de eindexamens voor technoloog B art. 60 en voor ingenieur C art. 61-65 , werd deel genomen door 28 candidaten. De uitslag was als volgt: Deelgenomen. Geslaagd. voor technoloog , art. GO . . 4 4 lf civiel-ingenieur, art. 61. 19 10 PI
• •
civiel-ingenieur en architect, art. 61 en 62.
1
werktuigkundig ingeflour, art, 64 . .
2
mijnen-ingenieur,, art. 65
2
1 voor art. 62. 2
0
Door dOn der candidaten art. 60 was het eindexamen der hoogere burgerschool voldoende afgelegd in 1867 , door twee in 1868, door 6(in in 1869 ; drie der candidaten art. 61 , thans alien geslaagd, bekwamen het getuigschrift B in 1.867; drie, waarvan edn geslaagd , in 1868 ; twaalf, waarvan zes geslaagd in 1869; &in niet geslaagd in 1870; de candidaten artt. 61 en 62 en ddn der candidaten art. 64 in 1868, de ander in 1869 ; de candidaten art. 65 in 1869. Door de vier candidaten voor examen B art. 60 werd dit voor de cersto maal afgelegd. Van de 24 voor C artt. 61-65 door 18, waarvan 7 slaagden , voor den eersten keer; 3 die alien slaagden , onderwierpen zich daaraan voor den tweeden keer; 3, insgelijks alien geslaagd, voor den derden keer. Ten aanzieL van deze examens wordt verder verwezen naar de verslagen der commissien , als bijlage G achter dit verslag opgenomen. Met de uitbreiding der bibliotheek is geregeld voortgegaan. In het geheel werd het aantal werken met 387 vermeerderd , waaronder zeer belangrijke. Het aantal tijdschriften of jaarboeken , die geregeld werden ontvangen, word met een zestal vermeerderd. De bibliotheek stond dagelijks van 1--4 uren on , behalve den Zaturdag, 's avonds van 7-10 uren open. Het aantal bezoekers der bibliotheek bedroeg gemiddeld
2 personen per namiddag- en 2 a 3 per avondzitting. Het aantal der aan de leerlingen op recu uitgeleende bookdeelen bedroeg 1052. De voornaamste aanwinsten van het natuurkundig kabinet waren : eon volumenometer van REGNAULT een stel areUmeters ; een toestel ter bepaling van. dampspanning ; een goudblad electroskoop met drooge znil ; een prismakijker van PORRO en een polaristrobometer volgens WILD door HOFFMANN. De wandplaten werden weder met een zestal vermeerderd. Wenschelijke uitbreiding van de oefeningen der leerlingen on menige nuttige wetenschappelijke onderzoeking , wordt nog altijd belemmerd door gemis van daarvoor geschikte localen. De afdeeling scheikunde werd weder aanzienlijk verrijkt door een kostbaar geschenk van dr. J. E. DE VRIJ, to 's Gravenhage , t. w. eene verzameling van aetherische olien , deals zoodanige die reeds bekend en onderzocht zijn , deals die nooit vroeger zijn afgezonderd on door den heer DE VRIJ tijdens zijn verblijf op Java , bereid werden. Aangeschaft werden , behalve glaswerk, porselein , chemicalien en andere dagelijksche benoodigdheden, een chemische balans van OLLAND, een oven voor het uitvoeren van organische analyse, een spectroskoop van DESAGA, een spectroskoop van REAROTH en een SchlOsingsche gasoven. Volgens de aanwijzing van den leeraar LEVOIR werden aan de locomobiel eenige inrigtingen verbondeu tot verdamping in het luchtledige en met goed gevolg twee groote Bunsensche hydro-aspiratoren in het work gesteld. De toestand der localen is ongunstig. Het oude laboratorium , waarvan reeds tijdens den bouw van het nieuwe de afbraak besloten was , en dat in de vorige zomervacantie slechts voor tijdelijk gebruik van de meest onmisbare inrigtingen voorzien werd , is hoogstens voor de oefeningen der eerstbeginnenden bruikbaar. Bij de aanzienlijke toename van het aantal technologen — van eenige weinigen , gedurende de eerste jaren , tot een dertigtal biedt voor de meer gevorderden het nieuwe laboratorium geen voldoende ruimte aan. De hoofdaanwinst voor het onderwijs in delfstof- en aardkunde bestond in een belangrijke en voor de studien der aankomende mijnen-ingenienrs heogst nuttige verzameling van 900 stuks mineralen , gesteenten en petrefacten nit Nederlandsch Indie, aldaar,, ten behoove der Polytechnisehe School , bijeengebragt do or den hoer P. VAN DIEST hoofdingenieur, chef van bet ndjnwezen. Aan de buitenlandsche rois, door den hoogleeraar VOGELSANG in de zomervacantie ondernomen , had de petrographisehe afdeeling de aanwinst van omstreeks 400 stuks rotssoorten , in de bezochte streken bijeenverzameld , to danken. Voorts woad de mineralen-verzameling door aankoop met verschillende zeldzame stukken vermeerderd on het palaeontologisch kabinet met ;i50 stuks petrefacten uit bet silurium van Boheme , Engeiand en Noord- Amerika. De vervaardiging van mikroskopische praeparaten word Joortgezet. Voor het scheikundig onderzoek der mineralen en het mikroskopisch onderzoek der gesteenten werden eenige nieuwe toestellon aangekocht. De verzameling voor mechanische technologie werd , onder meer, met eene reeks van voorwerpen betrekkelijk de boekdrukkerij en eene uitgebreide collectie van zinkfabrikaten , geschenk van den heer F. W. BRAAT to Delft , verrijkt. Daar tot berging der steeds aangroeijende verzameling de ruimte van het daarvoor bestemde locaal to kort schiet, werden in de collegiezaal twee kapitale kasten aangebragt. Ook de afdeeling scheikundige technologie deed menige gewensclite aanwinst , onder andere eene fraaije collectie monsters bereid leder , bijeengebragt door de heeren ADAMS en LANs to Delft. Ten belioeve van deze verzameling word, in de vestibule van het laboratorium — de eenige daarvoor beschikbare plants eene tweede groote kast aangebragt. De %oor de werktuigbonwkunde bestemde golden werden grootendeels aan wandtcekeningen en calques besteed. Ten behoove van het onderwijs in de bouwkunde werden niet alleen onderscheidene belangrijke book- en plaatwerken , die in de bibliotheek hunne plaats vonden , aangekocht , maar ouk de verzameling wandteekeningea on calques elk met den veertigtal vermeerderd; voorts volgens de aanwijzing -
12
46 van den hoogleeraar GuGEL, een vijftiental modellen van kapspanten en kappen aangemaakt. Bij gemis van betere localiteit werd een der zolders tot bergplaats ingerigt. Ter uitreiking aan de leerlingen bij het onderwijs in waterbouwkunde , werden eenige teekeningen betrekkelijk de constructie van ijzeren sluisdeuren in autographie bewerkt. De reeds uitgebrelde verzameling wandteekeningen , ten gebruike bij den cursus over wegen en bruggen , werd met nog een vijf en twintigtal vermeerderd. Het kabinet nevens de teekenzalen werd doelmatig gemeubileerd. De collectie scheepsbuuwkundige teekeningen werd met eene reeks uitmuntende detailteekeningen uitgebreid. Eene fraaije wandteekening — verbandteekening op groote schaal, van het schroefstoomschip » de Citadel" — was het work en geschenk van een der meergevorderde en ijverigste leerlingen. De verzameling landmeetkundige en geodesische instrumenten werd met een barometer , twee stroomsnelheidmeters — molentje van WOLTMANN en buis van PITOT — een pantograagh en een stel globes van NEWTON verrijkt. De afdeeling meten en wegen kwam in het bezit van de volgens de aanwijzing van den hoogleoaar STAMKART vervaardigde , in de Konst- en Letterbode van 1844 beschreyen , balans. De modelmakerij werd toegerust met eene Otto-Langensche gasmachine van een paardekracht, bestemd tot het drijven der reeds aanwezige en nog aan to schaffen werktuigen. § 5.
SCHOLEN VOOR DE ZEEVAART.
De school voor zeevaart to Rotterdam is zeer achteruitgegaan ; zij telde in 1870 niet meer dan 14 leerlingen. Men besloot dien ten gevolge tot reorganisatie op groote schaal, tot benoeming van een nieuwen directeur on tot uitbreiding van het personeel. Daar de nieuwe regeling eerst met den cursus 1b71/72 in working komt , zal daarvan in het volgend verslag melding worden gemaakt. Het verslag over den toestand van de kweekschool voor zeevaart to Leiden luidt zeer bevredigend. In den loop van het jaar gingen 56 kweekelingen eene verbindtenis aan als scheepsjongen bij 's Rijks zeemagt ; 4 kweekelingen werden bij de koopvaardij geplaatst. Gedurende het vijftienjarig bestaan an den inrigting erlangden 890 knapen eene bepaalde bestemming bij de marine of bij de koopvaardij. In bet onderwijzend personeel aan de kweekschool voor de zeevaart to Amsterdam is gedurende den cursus 1870/71 geen verandering gekomen. Bij den aanvang van dien cursus waren aan de kweekschool aanwezig 30 onbevaren kweekelingen en bevonden zich 15 kweekelingen op zee, waarvan 10 op hunne eerste on 5 op de tweede reis. Van de laatstgenoernden keerden er 3 in het gesticht terug, die eervol werden ontslagen. Van de 10 kweekelingen op hunne eerste reis keerden er 4 terug , waarvan 3, als den ouderdom van 19 jaren bereikt hebbende, werden ontslagen, de overigen tot bet doen eener tweede reis uitgerust. Van de kweekelingen, op 1 September 1871 ter school aanwezig, zijn er 9 tot het doen eener eerste reis uitgerust; 3 moesten wegens onvatbaarheid verwijderd worden. Gedurende den afgeloopen cursus hebben zich 6 kweekelingen voor het examen aangemeld ; aan alien is het diploma als derde stuurman uitgereikt , 4 na het doen hunner eerste , 2 na hunne tweed° reis. Bij het einde van den cursus werden van 18 jongelingen die zich aanmeldden , 10 tot kweekelingen aangenomen. In het verslag over 1869/70 werd , bladz. 45, ten aanzien van deze inrigting gezegd, dat de cursus door de bepalingen der rnilitiewet , tot 21/2 jaar is beperkt. Die voorstelling is nader gebleken minder juist to zijn. De cursus is een driejarige gebleven ; en daar de kweekelingen v6dr bet bereiken van den 15jarigen leeftijd worden toegelaten , kunnen zij den geheelen cursus doorloopen, vO6r dat zij aan hunne verpligting ten aanzien der militia behoeven to
voldoen.
De zeevaarthundige school in bet zeemanshuis to Amsterdam telde 13 leerlingen. Te beginnen met 1871 is aan die inrigting een subsidie van f 1000 uit de gemeentekas verleend , waardoor men verbetering hoopt to kunnen brengen in het onderwijs, dat, naar het oordeel der commissie van toezigt, to wenschen overlaat.
De school voor zeevaartkunde to Helder werd in den loop van 1870 door 15 leerlingen bezocht , waarvan leder gemiddeld drie maanden onderrigt ontving. 7 leerlingen namen deel aan het examen ; 4 verkregen het diploma van derden stuurman. De onderwijzer C. J. BLOB geniet een jaarlijksch subsidie van f 300 uit de gemeentekas. Aan de school to Vlieland genoten 12 leerlingen onder-
wijs van den hoer J. F. SCHNAAR. Volgens de cornmissie laat de toestand van het schoollocaal steeds to wenschen over , en zou dry belangrijke vermindering van het getat leerlingen , dat in 1869 nog 31 bedroeg, vooral zijn to wijten aan de beperkte ruimte , die dat locaal aanbiedt. De zeevaartschool to Harlingen telde 51 leerlingen. 15 legden met good gevolg het examen af als stuurman voor de groote vaart ; van deze verwierven hot diploma : 4 als eerste , 6 als tweede en 5 als derde stuurman. Bij gebrek aan onderwijzer kon er to Schiermonnikoog geen zeevaartkundig onderwijs worden gegeven. Pogingen werden aangewend om daarin to voorzien en eene behoorlijke zeevaartkundige school tot stand to brengen voor de bijna geheel zeevarende bevolking. Het aantal leerlingen aan de afdeeling zeevaartkunde van de akademie Minerva to Groningen beliep 33. Aan het examen als stuurman namen 10 leerlingen deel, alien met gunstigen uitslag ; 5 voor tweeden , 2 voor derden stuurman , beide voor de groote vaart , en 3 als tweeden stuurman voor de Atlantische vaart. Aan de zeevaartschool to Delfzijl werden 17 leerlingen onderwezen. 2 hunner legden examen af on verkregen het diploma als derden stuurman voor de groote vaart. De zeevaartschool to Veendam telde 29 leerlingen. Aan het examen namen 5 van hen deel ; 1 verkreeg het diploma als eersten , 1 als tweeden stuurman , beide voor de groote vaart , 1 als eersten on 2 als tweeden stuurman voor de Atlantische vaart. Ten aanzien van de bovengenoemde scholen to Harlingen , Groningen , DelfzijI en Veendam valt nog mode to deelen, dat aan pen' dier inrigtingen gedurende den cursus 1870/71 veranderino. in het personeel der leeraren heeft plaats gehad ; dat het getal leerlingen is vermeld zoo als het in het midden van den winter 1870/71 de scholen bezocht ; dat het verminderen der scheepvaart met zeilvaartuigen , voornamelijk met koffen en schoeners on het vervangen van doze door stoomvaartuigen , Diet zonder invloed is gebleven op het bezoek van deze inrigtingen , waarbij ook in rekening moet worden gebragt dat het doen voeren van kleine zeilschepen , van koffen on schooners, door geexamineerde stuurlieden verre van algemeen is en veeleer af- dan toeneemt. § 6.
GFSTICHTEN VOOR DOOFSTOMMEN EN BLINDEN.
Aan hot instituut voor doofstommen to Groningen werden , bij den aanvang van den cursus 1870/71, 21 nieuwe kweekelingen aangenbm.en ; 5 uit Groningen , 3 uit Noord-
holland , 3 uit Overijssel , 2 nit Friesland, 2 uit Utrecht, 2 uit Zeeland , 2 uit Gelderland , 1 uit Zuidholland on I uit Noordbrabant. In December daaraanvolgende werd nog 1 kweekeling geplaatst ; zoodat het totaal der gedurende dien cursus opgenomenen bedraagt 22. Daarvan moest er 1, wegens ziekte , tijdelijk naar huis teruggezonden worden ; terwijl een ander , niet doof maar tot de klasse der ligt krankzinnigen behoorende , als voor het onderwijs ongeschikt moest worden ontslagen. Al de kweekelingen bleven verschoond van de kinterpokken , die in 1870 zooveel siagtoffers eischten , en ook van andere epidemische ziekten.
Len ernstig ziektegeval van anderen aard en twee sterfgevallen deden zich voor. Bij het einde van den cursus werden 18 kweekelingen ontslagen ; 16 hunner hadden zoodanigen graad van bekwaamheid verkregen , dat zij in staat konden warden geacht , zich naar behooren in de maatschappij to bewegen. 2 korden wegens gebrek aan aanleg of leerlust geen vorderingen meer maken. Aan bet einde van den cursus telde deze inrigting 169 leerlingen : 89 jongens en 80 meisjes. Hun leeftijd op 31 December 1b70 was : 6 jalr »
8
9,
9,
7 jaar 9
»
15,
15,
47 10 jaar
19 ,
11 jaar . .
. . 21,
12
* . . . • 11,
13
I)
11
))
. 16,
15
)1
12,
16
a
12,
17
))
11,
18
') • • • • . 6.
.
• •
. 13,
Allen werden in het gesticht verpleegd , 165 geheel ten koste der inrigting ; 3 tegen betaling van het voile kostgeld van f 250 , 31 tegen gedeeltelijke vergoeding , uiteenloopende van f 15 tot f 150. Van de 169 kweekelingen waren 107 doof geboren ; 8 waren doof geworden in het lste , 22 in het 2de 11 in het 3de , 4 in het 4de , 9 in het 5de, 4 in het 6de , 2 in het 7de en 2 in het 9de levensjaar. 140 van hen werden voor eon ambacht of handwork opgeleid. Het gedrag on de leerlust der kweekelingen werden geprezen. De halfjaarlijksche examens aan de school en in ambachten en handwerken getuigden van gestadigen vooruitgang in het onderwijs. Het personeel der onderwijzers bleef onveranderd. Met het begin van het schooljaar , 1 September 1870, bedroeg het aantal leerlingen aan de inrigting van doofstommenonderwijs to Rotterdam 87. Er werden sedert dat ti.jdstip 11 nieuwe aangenomen , van wie er 1 overleed en 1 willekeurig de school verliet. Bij het sluiten van den cursus Dawn dus 96 leerlingen (52 jongens en 44 meisjes) deel aan het onderwijs , naar de provincien ingedeeld als volgt Zuidholland 58 , Noordholland 21 , Utrecht 3 , Gelderland 4 , Friesland 2, Zeeland 4 , Noordbrabant 4. Bij het op 24 Julij 1871 gehouden examen werden 9 leerlingen ontslagen , waarvan 5 met goede en 4 met tamelijk goede resultaten. Van de 96 leerlingen aan het einde van den cursus aanwezig werd *tan die inrigting betaald : voor 16 elk f 100 , voor 1 f 60 , voor 4 elk f 50, en voor 3 elk f 25 ; 72 genoten het onderwijs kosteloos en 46 van doze ontvingen bovendien nog geldelijken onderstand voor hunne verpleging uit de kas der inrigting. 17 leerlingen waren , tot het aanleeren van eon beroep , op .verschillende winkels geplaatst. De gerondheidstoestand der leerlingen was zeer gunstig , alle bleven , dank zij tijdig in het work gestelde revaccinatie , van de pokkenepidemie bevrijd. Slechts dcine leerling werd door den dood aan de inrigting ontnomen : zij bezweek aan eene borstziekte. In het onderwijzend personeel zijn enkele veranderingen ontstaan. Uo heer H. VAN BERNE , die eene betrekking had aangenomen aan de school van den hoer R. J. L. WEIJHENCKE to Meester-Cornelis , bij Batavia , werd vervangen door den hoer J. H. W. VAN DIJK. In de plaats van mejufvr. A. E. DE VRIES werd tot onderwijzeres in het wollennattijen enz. benoemd mejufvr. L. BIJLEVELD. Het godsdienstonderwijs der Room sch-katholieken , dusver opgedragen aan den heer BLOEM word , na diens vertrek naar Alkmaar, aanvaard door den kapellaan J. A. RENSEN. Het gesticht voor doofstommen to St. Michiels-Gestel telde , op 1 Januarij 1870 , 116 kweekelingen (63 jongens en 53 meisjes). In den loop van den cursus werden 11 jongens en 7 meisjes opgenomen en daarentegen 14 jongens on 4 meisjes ontslagen , terwijl 1 jongen overleed ; zoodat , op 31, December 1870, 115 kweekelingen (59 jongens en 56 meisjes) in het gesticht aanwezig waren. Voor 36 werd een gedeelte van het kostgeld betaald ; 79' kwamen geheel ten laste der inrigting. Van de 115 doofstommen waren or uit Noordbrabant 43, Gelderland 8, Zuidholland 10, Noordholland 12, Zeeland 3, Utrecht 4, Limburg 29, Overijssel 5 en Drenthe 1. Gedurende het schooljaar 1870/71 werden op bet instituut tot onderwijs van blinden to Amsterdam 48 kweekelingen (33 jongens en 15 meisjes) onderwezen. In den loop van den cursus werden 5 jongens en 4 meisjes opgenomen on bij het einde van het schooljaar — 1 Julij 1871 — verlieten 1 jongen en 1 meisje , na volbragten leertijd, de inrigting; 1 kweekeling overleed; overigens was de gezondheidstoestand voldoende. Het onderrigt omvat de vakken van gewoon lager onderwijs, muziek en handwerken. De handwerken , gedurende dit schooljaar onderwezen , waren voor de jongens : het mandenmaken ; het stoelenmatten;
het vlechten van koperdraad , riet en veterband ; het touwknoopen zoowel tot netten als tot sleutel- , boeken- on weitasschon ; het pantoffelmaken , mattemnaken , enz. De meisjes ontvingen onderrigt in het breijen, het vlechten van beurzen , het maken van lampenkleedjes , lampen- en andere sluijers, enz. Het onderwijs zoowel als het gedrag en de vlijt der kweekelingen gaven stof tot tevredenhei d In het gesticht voor volwassen blinden , aan het instituut tot onderwijs van blinden verbonden , bevonden zich , op 1 April 1870, 17 mannen en 26 vrouwen. Sedert dien tijd werden opgenomen 4 mannen en 7 vrouwen. De zoo zeer toegenomen bevolking strekt wel ten bewijze van de bestaande behoefte aan verpleging, waaraan thans in het nieuwe gebouw , dat zooveel meer ruimte aanbiedt, kan worden voldaan. Het gebouw beantwoordt in alien deele aan de verwachting ; ook do gezondheid der verpleegden list niets to wenschen over. Bij voortduring mogt ook doze inrigting voler belangstelling ondervinden, waardoor het bestuur in staat gesteld bleef de blinden nuttig bezig to houden. Grooter bezwaar blijft er nog altijd in gelegen om den ontslagen en wel onderwezen kweekeling eene behoorlijke plaatsing in de maatschappij to verschaffen. De school voor spraakgebrekkigen on doofstommen van den heer F. Y. KINGMA. to Amsterdam telde 50 leerlingen. Daarvan waren 15 doofstommen , 24 spraakgebrekkigen , 9 achterlijken en 2 idioten. § 7. ACTEN VAN BEKWAAMHEID TOT HET GEVEN VAN MIDDELBAAR ONDERWIJS.
Bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 23 April 1870, no. 171 , werd bepaald, dat de commissien voor het examineren van hen , die eene acte van bekwaamheid voor het middelbaar onderwijs wenschten to verkrijgen , zitting zouden houden to 's Gravenhage , en werden benoemd a. tot lid en voorzitter der commissie voor de examens in de wis- en natuurkundigo wetenschappen , zeevaartkunde , teekenen en boetseren , dr. J. BOSSCHA inspecteur van het middelbaar onderwijs ; tot laden dr. W. C. H. STARING , inspecteur van het middelbaar onderwijs ; dr. G. F. W. BAEHR, hoogleeraar aan de Polytechnische school ; F. J. VAN DEN BERG , hoogleeraar aan de Polytechnische school ; dr. A. C. OUDEMANS hoogleeraar aan de Polytechnische school ; dr. H. VOGELSANG , hoogleeraar aan de Polytechnische school ; dr. F. J. STAMKART hoogleeraar aan de Polytechnische school ; dr W. F. R. SuRINGAR hoogleeraar aan de hoogeschool to Leiden ; dr. M. SALVERDA hoogleeraar aan do 'hoogeschool to Groningen ; A. J. VAN PESCH , buitengewoon hoogleeraar aan het athenaeum to Deventer ; J. D. VAN DER WAALS leeraar aan de hoogere burgerschool to 's Gravenhage ; dr. F. W. C. KRECKE oud-directeur van het meteorologisch observatorium to Utrecht; mr. C. VOSMAER , to 's Gravenhage ; J. P. KOELMAN , directeur der Akademie van beeldende kunsten en technische wetenschappen to 's Gravenhage ; H. P. VOGEL , hoofdonderwijzer aan de Akademie van beeldende kunsten en technische wetenschappen to 's Graven h ago ; F. LACOMBLE leeraar aan de Polytechnische school ; b. tot lid en voorzitter der commissie voor de examens in de nederlandsche taal en letterkunde en de geschiedkundige wetenschappen , de staatshuishoudkunde , de handelswetenschappen , de levende talon on hare letter-
48 ring. Door de benoeming van den beer A. C. VREEDE , kunde , he schoonschrijven en de gymnastiek , dr. D. J. STEIN PARYi inspecteur van het middelbaar onderwijs; I candidaat in de letteren en ambtenaar ter beschikking van den Gouverneur. Generaal , tot privaat-docent aan genoemde instelling, werd in eene leemte voorzien. Deze benoeming tot leden had plaats met het doel , om door privaat-onderrigt in de talon hen , die aan de instelling studeren, ter hulpe te dr. M. P. LINDO inspecteur van het lager onderwijs komen , en tevens door het houden van eenen cursus het in Zuidholland ; spreken der Javaansche taal bij de studenten to bevorderen. mr. S. VISSERING hoogleeraar aan de hoogeschool te De lessen werden gedurende dezen cursus zonder eenige Leiden ; stoornis gegeven , hoofdzakelijk volgens het programma door dr. C. A, EN GELBREGT hoogleeraar-directeur der Rijksden Minister van Binnenlandsche Zaken bij schrijven. van hoogere burgerschool te Utrecht ; 20 Mei 1870 goedgekeurd. Zij bestonden wekelijks in : vier dr. J. H. H. HULSMANN directeur der hoogere burgeruren voor het Javaansch eerste studiejaar, en even zoo vele school to Breda ; uren tweede studiejaar , • en nog twee uren afzonderlijk voor dr. E. PIAGET leeraar aan de hoogere burgerschool to bet lezen van Javaansche wetten en eon compendium van het Rotterdam; Mohammedaansche regt, in het Javaansch opgesteld ; — vier mr. H. TER HAAR Bz.. leeraar aan de hoo here burgeruren Maleisch eerste en vier uren Maleisch tweede studioschool to Deventer; jaar; — vier urea land- en volkenkunde voor beide studiodr. E. VERWIJS to Leiden ; dr. H. VAN CAPPELLE referendaris aan het Departe- jaren ; drie uren godsdienstige wetten , vol ksinstellingen en gebruiken voor .beide studiejaren; drie uren geschiedenis znent van Binnenlandsche Zaken ; voor beide studiejaren en vier uren publiek regt en stelsel M. A. VAN DER EST , leeraar in de gymnastiek to van bestuur voor beide studiejaren. Bij deze lessen werden Amsterdam. echter gedurende den cursus nog eenige andere gevoegd. Doze examens werden in de maanden Mei en Junti In de eerste plaats word. door den nieuw benoemden privaatgebouden ; het versiag door de commission uitgebragt is docent, den hoer VREEDE eon collegie van twee uren als bijlage H hierachter gevoegd. 's weeks gewijd aan oefeningen in het spreken der Javaansche taal. De hoogleeraar VAN DER LITH opende in de maand Voorts werd bij beschikking van den Minister van 5 DeOctober eon collegie ter behaudeling van de Staatsinstellincember 1870 , no. 224 , bepa.ald , dat de commissie voor het gen van Nederlandsch Indie, bepaaldelijk met het oog op hen , oxamineren van hen , die eerie acte van bekwaamheid voor het die zich niet wilden bestemmen voor de burgerlijke dienst schoolonderwijs in de landbouwkunde wenschten to verkrijin de kolonien. Aan doze lessen , waaraan v66r de wintergen , zou zitting houden to Arnhem , en werd benoemd: vacantie ddn en later twee uren 's weeks gewijd werden , namen zestien studenten der Leidsche Hoogeschool deel. tot lid on voorzitter dr. W. C. H. STARING , inspecteur Eindelijk werd door gemelden hoogleeraar na de Kersvan het middelbaar onderwijs, vacantie aan het collegie van publiek regt en stelsel van bestuur edu uur responsie 's weeks toegevoegd , waarbij de tot laden in den loop van dit jaar uitgekomen Handleiding voor de Staatsinstellingen van Nederlandsch Indio als leiddraad dr. M. SALVERDA hoogleeraar aan de hoogeschool to gevolgd werd. Ook voor de geschiedenis werd na de winterGroningen ; vacantie ddn uur 's weeks als responsie-collegie afgezonderd. dr. J. M. VAN BEMMELEN , directeur der gemeentelijke Aan de lessen werd deel genomen door 53 ingeschrevehoogere burgerschool te Arnhem; nen met inbegrip der 16 studenten, die alleen voor het J. BOEKE oud-leeraar aan de landhuishoudkuudige school bovengenoemd collegie teekenden. Van de 37 overigen te Groningen. volgden er 14 alle lessen , en 23'slechts sommige, to weten: Tot het afleggen van 't examen had zich slechts 66n het Javaansch 11, het Maleisch 14, de land- on volkencandidaat aangemeld , 'dr. OTTO PITSCH voormalig leerling kunde 9, de godsdienstige wetten enz. 8, het publiek regt der landbonwschool to Poppelsdorf. Het examen werd op 1.7, de geschiedenis 6. Bijna al deze cijfers toonen voor19 en 20 December 1870 schriftelijk on mondeling geuitgang aan ; het totaal-cijfer wijst zelfs op eene verdubhouden en aan den candidaat het diploma uitgeteikt. beling van het getal der ingeschrevenen in de laatste 5 jaren , terwijl ook bij vergelijking met het vorige jaar, toen Aan ddn vreemdeling werd door den Koning vergunning er slechts 30 studerenden waren ingeschreven , aanmerkelijke vooruitgang wordt waargenomen. verleend tot het geven van middelbaar onderwijs, overeenVan de 37 ingeschrevenen waren 12 meesters, 3 candikomstig art. 4, alinea 2 , der wet. Art. 5 , alinea 2 , werd daten en 1 student in de regten , 1 candidaat in de' phiniet ioegepast. losophie on 1 candidaat in de letteren , on hadden er 17 het eindexamen der hoogere burgerschool , examen A, of § 8. TOEZIGT OP HET MIDDELBAAR ONDERWIJS. examen A voor ingianieurs afgelegd. Twee der ingeschrevenen, reeds vroeger in Oost-Indische dienst werkzaam Aangaande de belangstelling der plaatselijke commission en nu met verlof hier to lande , bereidden zich tevens voor van toezigt op het middelbaar onderwijs werd weder gunexamen A voor, on hadden de voldoening in Julij jl. stig getuigenis afgelegd. Hunne zamenwerking met de inzoowel voor dat examen als voor examen B to slagen. In specteurs liet, behoudens eene enkele uitzondering, niet to het geheel weird er aan laatstgenoemd examen door 22 wenschen over. kweekelingen der Installing on 2 oud4weekelingen deel De wijze waarop de inspecteurs hunne taak vervulden, genomen. Van de eersten slaagden er 17 ; ook de beide gaf. als vroeger allezins stof tot tevredenheid. Ook in dit laatstgemelden mogten naar wensch voldoen. jaar hadden onderscheidene bijeenkomsten der inspecteurs Ook dit jaar werden de, hulpmiddelen voor het onderwijs , onderling of onder de leiding van den Minister plaats ter deels door geschenken van het Departement van Kolonien, overweging on bevordering der belangen fan het middeldeems door aankoop van boeken en handschriften , aanbaar onderwijs. merkelijk vermeerderd. Voor het onderhoud van het gebouw werd de noodige zorg gedragen. § 9. ONDERWIJS IN TAAL-, LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH INDIE. b. Gemeentelyke instelling te Delft. a. Rijksinstelling to Leiden. Gedurende den cursus 1870/71 werden de lessen gegeven naar het volgende programma, door burgemeester en wetEven als in het vorige jaar werd ook gedurende den houders van Delft den 22sren July 1870 vastgesteld cursus 1870/71 het voorzitter.-chap van den raad van bestuur waargenomen door den hoogleeraar T. ROORDA on Eerste studiejaar. Javaansche taal 3 uren , maleische het secretariaat door den hoogleeraar P. A. VAN DER LITH. taal 3 uren , land• en volkenkunde 4 uren , geschiedenis In het personeel der hoogleeraren kwam geene verande-
49 2 uren , godsdienitige wetten 2 uren , staatsinstellingen 1 uur,, landmeten en waterpassen 2 uren. Tweede studiejaar. Javaansche taal 5 uren , maleische taal 5 uren , land- en volkenkunde 4 uren , geschiedenis 2 uren , godsdienstige wetten 2 uren , staatsinstellingen 3 uren , landmeten en waterpassen 3 uren. be vierjarige eursus , die meer en meer bleek niet to voldoen aan het doel waarvoor hij werd ingesteld, is bij besluit van den gemeenteraad van 30 September 1870 op- _ geheven. Gelijktijdig werd het bestuur der instelling dat sedert den dood van den hoogleeraar KEYZER steeds in voorloopigen toestand had erkeerd , op nieuw geregeld. Tot directeur werd benoemd de heer J. J. MEINSMA tot secretaris de heer J. R. P. F. GONGGRYP , tot bibliothecaris dr. A. W. T. JD YNBOLL. In het personeel der docenten kwamen geene veranderingen voor. De cursus 1870/71 werd op 5 September 1870 met een aanzienlijk getal ingeschrevenen geopend , dat achtereenvolgens tot 61 is geklommen ; 40 jongelieden werden voor het eerst ingeschreven. De afgeloopen cursus telde hooger getal ingeschrevenen dan vroeger nog het geval is geweest. Aan het ambtenaarsexamen A hebben in 't geheel voldaan 34, waarvan 1 to Batavia. Op 1 na waren deze alien hier ingeschreven. De lessen van het :Este studiejaar werden bezocht door 11, die van het 2de door 49 studenten ; de eenige , die nog voor den 4jarigen cursus was ingeschreven , volgde die van het 2de studiejaar. Volgens het antvangen verslag mogen de ijver en belangstelling , waarmede de collegien voortdurend werden bezocht en gevolgd , op prijs worden gesteld , hetgeen regt geeft op goede verwachtingen van het resultaat der studien. Daar , met het grooter getal ingeschrevenen , ook dat der bezoekers vermeerderde, werd het wenschelijk voor de bibliotheek een bijzonder locaal in to rigten. Hierdoor is eene groote verbetering aangebragt , terwij1 de verzameling zelve weder niet onbelangrijk is uitgebreid. De ethnologische collectie is van 20 tot 80 nommers vermeerderd , zoodat dit wenschelijk hulpmiddel bij het onderwijs allengs gewigtiger diensten kan bewijzen.
Per transport f 128 100,81 IV. Rijks- hoogere burgerscholen. a. Personeel : 's Hertogenbosch f 21 566,665 Tilburg . . 23 200,00 Helmond . .
16 000,00
Z altbomm el .
12 650,00
Winterswijk .
2 644,15
Gouda .
12 950,00
Alkmaar • •
16 683,33
Middelburg .
24 766,66 5
Utrecht . .
32 300,00
Leeuwarden .
23 000,00
Heerenveen .
4 670,82 5
Zwolle .
26 663,33
Groningen
27 858,325
Sappemeer
16 225,00
Warffum .
12 225,00
Assen . .
14 016,66
Roermond .
25 433,325 f 312 853,275
.
§ 10. KOSTEN VAN HET MIDDELBAAR ONDERWIJS. Overzigt der uitgaven voor middelbaar onderwijs in 1870 door het _Rift.
I. Rijksinstelling voor onderwijs in Indische taal- , land- en volkenkunde. a. Personeel
3 949,905
Zaltbommel .
3 569,975
Winterswijk . Gouda .
13 583,19 2,546,35
Utrecht . .
3 337,59
Leeuwarden .
5 881,815
Heerenveen
7 935,555
Zwolle . .
5 224,90
Groningen
10 727,50 5
f 9 000,00
Sappemeer
4 205,42 5
2 096,70
Warffum .
3 475,95
Assen .
3 417,82
Roermond
4 291,295
Verschillende uitgaven .
1 572,69
991,765 f 23 491,765
III. Polytechnische school.
b. Materieel
Helmond .
6 556,48
11 096,70
a. Personeel
5 079,075
4 334,50
II. Inspecteurs van het middelbaar onderwijs.
b. Reis- on verblijfkosten .
Tilburg .
Middelburg .
a. Jaarwedden
's Hertogenbosch f 15 652,06
Alkmaar • •
f 22 500,00
b. Materieel
b. Materieel:
f 69 570,00
•
f 105 342,08
23 942,345 93 512,345 Transporteren f 128 100,81
f 418 195,355
Transporteren f 546 296,16 5 13
50 Per transport f 546 296,165 V. Subsidien voor inrigtingen van middelbaar onderwijs.
Gemeentelijke
Breda .
f 7 250,00
Arnhem
7 000,00
Zutphen
7 000,00
Tiel . .
5 000,00
Nijmegen .
7 000,00
Wageningen .
5 000,00
Rotterdam.
7 000,00
Delft . .
7 000,00
Dordrecht .
7 000,00
Leiden .
7 000,00
Amsterdam . hoogere burgerscholen te
idem voor meisj es. Hoorn .
5 750,00
Enkhuizen.
1 333,33
Goes. .
8 500,00
Zierikzee .
7 000,00
Sneok . .
8 500,00
Harlingen .
5 000,00
Deventer .
7 000,00
Veendam
7 000,00
Maastricht Venlo . Twentsche industrie- en handelschool te Enschedd .
4 000,00
Idem aan het instituut veer doofstommen to Groningen .
6 000,00
Totaal der Rijks uitgaven . . f 771 756,67 5 Van daze uitgaven zijn de volgende sten of to trekken. opbrengst der schoolgelden aan de : Rijks-instelling voor Indisch f 5 300,00 onderwijs 29 940,00 Polytechnische school . . Rijks-hoogere burgerschool te:
Wis- en zeevaartkundige school te Harlingen . . .
500,00
953,25
Tilburg
7 000,00
2 225,00
's Hertogenbosch
7 000,00
Landhuishoudkundige school to Groningen
Idem to Delfzijl .
Idem aan het instituut voor doofstommen . to Rotterdam. .
14 450,20 5
5 000,00
3 000,00
5
Subsidie aan het in stituut voor doofstommen to St. MichielsGestel 2 000,00
10 000,00
Indastrieschool voor vrouwelijke jeugd • te Amsterdam.
Zeevaartkundige school te . Vlieland .
3 622,45
Kosten der prijs-medailles ten behoeve der teekenscholen 100,20
2 000,00
Zaandam .
VII. Idem , idem der acte-examens voor het middelbaar onderwijs
Idem aan de Akademie Minerva te Groningen ten behoeve van het onderwijs in de beetdende kunsten 1350,00
10 000,00
5 000,00
17 387,86 5
VIII. Subsidie aan de gemeente 's Hertogenbosch ten behoeve van de school voor nuttige en beeldende kunsten aldaar f 1 000,00
7 000,00
Haarlem .
polytechnische school , benevens verdere kosten van die examens
Totaal. . f 757 306,47 Voorts werd nog door het Rijk uitgegeven :
5 666,66
Schiedam .
Per transport f 736 296,15 5
Helmond
939,75
762,00
Zaltbommel
316,12 5
Winterswijk Gouda
1315,25
1 328,50
Alkmaar 200,00
Middelburg
3 146,00
500,00
Utrecht
7 127,50
Vereeniging ter bevordering van tuin- en landbouw to Maastricht ten behoove van het onderwijs in de ooftboomteelt. 500,00
3 456,25
Leeuwarden Heerenveen Zwolle
tuinbouwNederland sche maatschappij Linnaeus to Watergraafsmeer,, ten behoeve van het onderwijs in den tuinbouw. 3 000,00 • 7 300,00 Landbouwschool te Warffum.
Groningen Sappemeer
3 727,50
6 473,12 5
1 775,50
Warffum . 189 999,99
VI. Reis- en verblijfkosten en vacatiegelden der laden van de commission tot het afnemen der eindexamens voor de hoogere burgerscholen , de landbouwscholen en de Transporteren f 736 296,155
1 128,75
Assen . Roermond
481,00
1321,25
Batig slot der gelden, ontvangen voor de acten-examens. .
1 926,25 257,65 5 73 900,65 6
Zuiver bedrag der Rijksuitgaven in 1870. f 697 856,02
51 Even als in vorige jaren volgt hier eene opgave der uitgaven sedert het in werking treden der wet van 1863 door het Rijk ten behoeve van het middelbaar onderwijs gedaan : f
1863 1864 1865
. .
1866 1867
1868
1869
Totaal
1863
niets ;
1864
f
29 194,58
18 723,45
1865
36 160,14
38 411,38
139 506,455
1866
357 667,93 5
1867
500 855,125
1868
651 627,21
1869
680 014,835
1870
52 526,39
63 759,00
76 544,375 73 900.65.5
822 249,72 5 757 306,47
1870
De ontvangsteu van het Rijk waren in :
f 3 927 951,20 5
De uitgaven voor teeken-akademien. en inrigtingen voor doofstommen en idioten zijn hieronder niet begrepen.
Totaal f 370 496,52 Het zuiver bedrag der Rijksuitgaven sedert het in werking treden der wet tot ultimo December 1870 was alzoo f 3 557 454,685 . De volgende tabel vermeldt de uitgaven en ontvangsten der gemeenten voor hoogere burgerscholen en burgerscholen.
53
52
OVER Z I G T der uitgaven en ontvangsten door de gemeenten
voor het middelbaar onderwijs in 1870. ONTVA.NGSTEN.
UITGAVEN.
Zuiver bedrag MATERIEEL.
,PER SONEEL.
GEMEENTEN.
Hoogere burgerscholen.
Burgerscholen.
's Hertogenbosch
Hoogere burgerscholen.
Burgerscholen. 1 736,36
1 283,33 f
Breda
13 954,17
Tilburg
Commissien van toezigt. f
1557,40 5
100,00
1 000,07
1 672,12
Subsidien aan bijzondere inrigtingen.
Subsidien van bet Rijk.
TOTAAL.
f
50,00
SCHOOLGELDEN aan de
der TOTAAL.
aan de bur gerscholen.
gemeentelijke hoogere burgerscholen.
uitgaven.
f
3 069,69 f
7 250,00
50,00
15 661,575
10,71
2 682,90
I)
f
3 994,00
f
45,625 223,50
U
f
11 289,625 223,50
3 069,69 4 371,95 2 459,40
Arnhem
22 252,50
3 154,32
216,68b
25 623,50 5
7 000,00
Nijmegen
19 228,255
11 272,975
200,00
30 701,23
7 000,00
9 655,28
5 000,00
521,215
13 872,825
5 000,00
696,75
75,00
22 407,98 5
7 000,00
2 815,00
120,00
38 680,57
1)
9 390,00
54 075,175
7 000,00
9 540,00
29 705,05
7 000,00
7 262,00
))
26 053,59
7 000,00
5 905,00
3 300,00
20 127,51
7 000,00
6 142,50
1)
1)
189,50
189,50
4 385,06
17 861,80
5 666,66
1 821,50
205,00
7 693,16
10 168,64
10 000,00
17 437,50
702,00
28 139,50
31 833,405
Wageningen
7825,00
1 827,03
Tiel
3 975,33
9 897,49 5
Zutphen . .
13 550,00
3133,00
's Gravenhage
28 019,585
2 643,735
Rotterdam
33 850,00
Delft
19 400,00
2 668,10
Dordrecht
19 143,00
3 160,59
Leiden .
13 348,50
))
.3,25 1)
5 649,98 5 1 547,45
6 349,80 . 5 112,61 3 986,61
343,00 3 600,34
250,00
3 429,01
50,00 1 072,06
3 021,055
11 770,49 5 3 000,00
Schiedam Amsterdam
33 683,32
12 400,00
Alkmaar
10 206,88
15 700,00
Hoorn
11 033,33
Zaandam
12 000,00
Enkhuizen
3 424,995
50,00
))
70,25
1)
3 332,705
350,00
1 009,505
50,00
2 826,17
1)
1)
990,78
54,56 5
23 649,32 5
7 000,00
7 487,50
13 440,645
5 750,00
1 443,00
200,00
16 713,79 5
5 000,00
3 325,00
31,10
4 437,25
1 333,33
- 276,70
3 478,985 2 407,315
2 050,00
361,875
2 101,92 2 339,49
2 066,66
1 200,00
Helder Middelburg
4 758,40 5
2 922,56 5
50,00
16 650,56 5
300,00
13 378,00 13 975,00
Zierikzee .
11 377,675
100,00
25 452,675
100,00
1 791,33
Kampen
2 638,335
21 034,33
2 776,395
328,05
Enschedd
325,00
27 102,11 5 000,00
/I
7 906,90
Groningen
870,00 Assen 2 650,00 20 007,92 Maastricht 7 605,00
Venlo TOTAAL. .
f
3 375,63
110,00
1,65
204,795
67,80
90 017,37
f
134 530,51 5
63 944,33
25 790,715
f
3 488,085
24 269,56 5
240,00 11
8 829,825
7 193,00
6 247,645
8 565,00
8 148,79 5
1 610,03
2 827,22 1 200,00
1)
314,10
314,10
7 601,765
170,00
6 463,00
6 209,04 5
10 814,00
6 645,06 5
7 000,00
5 521,25 2 190,00
7 000,00
1 544,58
26 306,145
10 000,00
2 617,50
8 146,89
5 000,00
1 441,00
f 667 557,12
f 158 999,99
f
80,00
400,00
400,00
5 691,555
13 342,55
17,613,565
))
2 190,00
24 912,11
1)
1)
821,30
1)
5 000,00
593,00
8 377,24 5
8 544,58
6 380,845
118,00
118,00
118,75
12 736,25
13 569,895
6 441,00
1 705,89
11
f 275 881,85 5
116 881,86 5
104 062,5751
314,00
80,00
593,00
981,65
541,89
505 268,95 5
357 729,17
I)
))
14 819,50
14 055,70
5 000,00 14 925,425
59,075
332,00
934,00
8 970,245
109,00
1 716,35
13 150,00
Veendam
954,34 5
2 826,17
934,00
394,00 106,00
6 985,01
))
2 314,00
565,91
13 142,50
1)
1 677,33
8 500,00
2 884,646
12 951,59
114,00
17 459,06 5 6 091,555
13 102,00
197,00
114,00
80,00
30 956,115
15 443,05
16 225,175
1293,00
100,00
14 262,00
9 227,50
5 000,00
911,55 5
37 535,175
180,00
12 672,04 5
'3
16 540,00
))
2 047,50
15,00
5 080,00 Zwolle . 6 . . Deventer199,56 . 21 200,00
28 808,17
7 000,00
402,95 19,00
9 872,40
5 816,73 5
7 915,86 5
375,00
482,40
10 833,83
100,00
Schoterland
12 196,985
84,00
1 461,715 2 150,41
10 211,00
2 249,83
6 354,15 15 228,65 5
8 176,075
396,00
8 500,00
3 712,805
Sneek
4 134,06 5
5 696,75
4 665,40 5
11 276,89 5 1 680,20 5 1 701,355
5 521,215 )1
93,00
Utrecht 8 872,53 6
18 679,99
93,00
583,00
Harlingen
12 021,24
))
1 108,33
Leeuwarden
13 072,38
I)
Vlissingen.
14 989,70
234,99
12 551,12 5
))
1 200,00
50,00
1 885,44 5
2 822,(J6
Goes .
4 574,56
4 786,25
59 972,905
1766,66 6
Haarlem
6
50,00
3 500,00
3 452,50
Gouda
f 14 769,56
5 551,12 5
863,65
f 391 675,265
7 268,165 14
•
•
•
54 Hierbij moeton nog worden gevoegd : 10. do uitgaven ten behoeve der gemeentelijke instelling voor Indisch onderwijs to Delft , tot een bedrag van f 12 153,13 , waarvan f 9975 voor personeel en f 2178,13 voor materieel ; aan schoolgelden word ontvangen f 12 100 ; 2°. de kosten der school van middelbaar onderwijs voor meisjes to Haarlem , ad f 8376,50 5 , waarvan f 7436,03 6 voor personeel en f 940,47 voor materieel ; de opbiengst van het schoolgeld bedroeg f 3975 : 3°. die van de handelsschool to Amsterdam, ad f 29 667,32 , waarvan f 24 940 voor personeel en f 4727,32 voor materieel ; de schoolgelden beliepen f 7950. Ten aanzien van daze tabel dient het volgende tot toeHating. Het subsidie door de gemeente Enschedd uitbetaald „ werd verstrekt aan de Twentsche industrie- en handelsschool te Enschedd ; de overige gemeentelijke subsidien voor scholen , die do plaats innemen eener burgerschool en wel to Rotterdam aan de akademie van beeldende kunsten en technische wetenschappen , te Leiden aan het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix on to Helder aan de industrieschool. De hooge uitgaven voor materieel te Nijmegen , Tiel en Zierikzee warden veroorzaakt, door den aanbouw of door de inrigting van het schoollocaal. De uitgaven voor personeel en materieel konden te Arnhem , Nijmegen , Enkhuizen en Zierikzee niet afzonderlijk voor de hoogere burgerschool en de burgerschool , worden opgegeven , evenmin als die voor materieel to Zutphen , Dordrecht , Schiedam en Goes , en de inkomsten wegens schoolgelden to Arnhem. Het materieel der hoogere burgerschool te Haarlem is ook ten behoeve van het g ymnasium atdaar gebruikt. Do uitgaven voor de commission van toezigt zijn ook nu weder voor het geheel in de tabel opgenomen , ook al hadden zij , zoo als dikwijls het geval was , nog andere scholen onder haar beheer. Sedert het in working treden der wet zijn door de gemeent©n de volgende uitgaven gedaan voor hoogere burgerscholen en burgerscholen : niets 1863 204 447,84 5 . f 1864 610 573,17 1865 581 665,84 1866 661 495,34 1867 701 261,60 1868 675 671,33 1869 717 754,07 5 1870
gedaan , voor het middelbaar onderwijs volgens do wet van 1863. INDISCH ONDERWITS.
f 23 499,95 12 153,13 Gemeentelijke instelling te Delft . • •
Rtjksinstelling to Leiden . . .
•
Toezigt op het middelbaar onderwijs : Inspecteurs .. • • • Commission van toezigt . •
Polytechnische school en Rijkshoogere burgerscholen : Polytechnische school 's Hertogenbosch . . • Tilburg . . Helmond . . Zaltbommel Winterswijk
93 512,34 5 •
•
•
37 218,72 5
•
28 279,075 19 949,905 •
•
•
.
•
•
•
•
•
•
De ontvangsten waren In: 1863 . f 1864 1865 1866 1867 1868 1869 • • 1870
15 496,35
Gouda Alkmaar . .... . .. .
23 239,81
Middelburg
29 101,16 5
Utrecht . •
35 637,59
Leeuwarden Heerenveen wolle Groningen Sappemeer Warffum Assen Roermond Verschillende uitgaven .
28 881,815 •
•
12 606,38
•
31 888,23 38 585,83 20 430,42 5
15 700,95 17 434,48 29 724,62 .
1 572,69
•
Gemeentelijke hoogere burgerscholen : 15 511,57 5
. • • •
Breda . .
• • • •
Arnhem .
Tiel
9 652,03
niets 37 051,90
's Gravenhage
107 183,49
Rotterdam
177 880,03
Delft . .
207 167,675
Dordrecht.
226 489,215
Leiden
259 637,50
Schiedam .
19 199,98 6
Totaal. f 1 315 319,66
Het zuiver bedrag der gemeentelijke uitgaven sedert bet in werking treden der wet tot ultimo December 1870 was alzoo f 2 842 689,535. Even als in vorige verslaa en volgt hier eene zamen° en gemeenten in 1870 trekking der uitgaven door Rijk
• • • • •
. .
• • • • • •
34 369,385 38 962,61 23 386,61
• • • • •
22 643,00
• • • •
16 777,51
• • • •
• • • • • • •
•
14 791,55 43 890,20
Amsterdam . . • . •
Haarlem . 5
13 872,825
••
. • • •
Zutphen
25 406,82 30 501,23
Wageningen .
299 906,85 5
16 219,975 16 227,34
Nijmegen Totaal. f 4 158 09,20
11 096,70 3 488,08 5
19 178,985
Hoorn
13 440,645
Zaandam Enkhuizen
14 101,92 •
4 406,15Transporteren f 922 038,59 5
55 Per transport f 922 038,595 16 300,56 5 Goes , • 25 352,675 • . • • • Zierikzee . • • • • • • 10 578,89 Harlingen . 17 379,06 5 • . Snook . 24 084,64 5 Deventer 23 810,725 Kampen . • • • • 14 866,35 Veendam . • • • • 23 383,55 Maastricht • • • 8 146,89 Venlo . . • • Burgerscholen. Arnhem (niet afzonderlijk op to gevenl. . 's Hertogenbosch . . Breda . . • • • • . • • • • Tilburg. . . . • • • . Nijmegen (niet afzonderlijk op to geven). . Zutphen . . . . • • . 'sGravenhage . Delft . • • • • • • • • • • • • Dordrecht. . Gouda . . . . Schiedam . • • • • • • • • • Amsterdam . Alkmaar . . • . Haarlem . • • • Zaandam . . Enkhuizen (niet afzonderlijk op te geven) Middelburg Goes • • • Zierikzee (niet afzonderlijk op to geven). Vlissingen • • Utrecht .. Leeuwarden . • • • • • • • • • • - • • Harlingen, • • • Schoterland .
Per transport f 1 173 325,585 Zwolle . . . . . • . • • • • 5 991,555 Deventer . • • 6 765,47 Kampen . . . . 2 966,385 Groningen • • 8 861,245 • • Assen , . • 980,00 ., • Maastricht . . • • • • • 2 854,79 5 • • Handelsschool te Amsterdam . • • 29 667,32 School van middelbaar onderwijs voor meisjes to Haarlem. . .. 8 376,505 Subsidien aan bijzondere inrigtingen . 31 269,56 5 Examen-commissien . . 21 010,315 Totaal der uitgaven in 1870. . . f 1 292 068,74
8 019,69 100,00 2 672,19 3 133,00 4 191,185 6 268,44 3 160,59 4 524,56 3 000,00 15 732,70 5 2 776,17 4 415,775 2 411,875 4 708,405 300,00 1 691,33 14 989,70 7 815,865 2 083,15 5 394,00
Transporteren f 1 173 325,585
Hierbij valt nog op te merken , dat onder de uitgaven voor de hoogere burgerscholen te Breda, Arnhem , Nijmegen , Enkhuizen en to Zierikzee begrepen zijn de kosten der burgerscholen aldaar ; dat in de sommen voor de hoogere burgerscholen to Zutphen , to Dordrecht, to Schiedam, to Enkhuizen en to Goes opgegeven , het geheele bedrag der uitgaven voor materieel is opgenomen ; dat to Breda de leeraren der hoogere burgerschool ook aan de burgerschool werkzaam waren zonder afzonderlijke jaarwedde ; on dat de uitgaven voor de hoogere burgerschool to Haarlem vermeld , ook voor eon gedeelte ten behoove van het gymnasium aldaar strekten. De subsidien aan bijzondere inrigtingen zijn die , welke aan de Twentsche industrie- en handelsschool werden uitbetaald, en voorts die van de gemeenten Rotterdam , Leiden on Helder ten behoeve van scholen , die in de behoefte aan burgerscholen voorzien. Van bovengenoemde inrigtingen werden de volgende ontvangsten verkregen : Schoolgelden door het Rijk geheven. . f Schoolgelden door do gemeenten geheven Batig slot der golden ontvangen voor de acten-examens . .
73 643,00 140 906,86 5 257,65 5
Totaal bedrag der ontvangsten in 1870 f 214 807,52 Het zuiver bedrag der uitgaven van het Rijk en de gemeenten voor het middelbaar onderwijs ingerigt volgens de wet van 1863, was alzoo f 1 077 261,22. De uitgaven der gemeenten voor andere inrigtingen van middelbaar onderwijs, voor teeken- of industriescholen en dergelijke en de inkomsten daarvan verkregen, zijn in de volgende tabel vermeld.
56
57 Teeken- , industrieUITGA
scholen , enz. 1870. INKOMSTEN.
V E N.
Zuiver bedrag NAAM
GEMEENTEN.
DER
SUBSIDIE
Commissie
SCHOOL. Materieel.
Personeel.
van
Subsidie.
TOTAAL.
toezigt.
der
van het
van de
Rijk.•
provincie.
Schoolgelden.
TOTAAL.
uitgaven.
Noordbrabant. Teekenschool ,
700,00
Wiskundig onderwijs
100,00
Teekenschool ,
910,00
72,96
Gymnastiekschool ,
478,79 5
5,88
Eindhoven .
Teeken school ,
370,00
Helmond .
Teekenschool,
400,00
Bergen op Zoom Bergen op Zoom Breda •
Breda .
School voor nuttige en beeldende kunsten ,
's Hertogenbosch Raves tein •
Roosendaal .
•
•
•
2 460,00
Teekenschool ,
375,00
Teeken school ,
1)
f
225,206
f
f
925,205
200,00
f
100,00
f
25,00
)1 480,00
1 007,96 484,675
131,61 7)
1 950,00
3)
14'
208,49 5
f
725,205 100,00
480,00 f 587,50 587,50
- 527,96 102,825
501,61
200,00
200,00
301,61
400,00
200.00
200,00
200,00
800,00
1 800,00
2 610,00
1 0 00,00
4 410,00
f 560,00
583,49 6 2,50
200,00
560,00
23,49 5
484,30
486,80
486,80
1 200,00
1 200,00
1 200,00
))
350,00
350,00
350,00
))
200,00
200,00
200,00
227,50
227,50
187,33
187,33
634,11
634,11
6 100,00
6 100,00
Gelderland. Teekenschool ,
Anthem .
3)
Natuurkundig onderwijs
Arnhem .
1)
Tiel
Teekenschool
,
Zaltbommel .
Teekenschool
,
220,00
7,50
Teekenschool,
150,00
37,33
Teekenschool,
400,00
204,11
2 300,00
274,36
Zuidholland. Brielle . .
•
•
Gorinchem . • •
30,00
Akademie van beeldende kunsten ,
's Gravenhage Rotterdam .
Zeevaartkundige school ,
Rotterdam
Inrigting tot het examineren van varenslieden ,
Rotterdam
))
• • • • • •
6 100,00
36,00
2 574,36
Ambachtsschool
36,00
2 538,36
471,19
471,19
471,19
6 000,00
6 000,00
6 000,00
4 000,00
4 000,00
4 000,00
1 500,00
1 500,00
1 500,00
625,95
625,95
Noordholland. •
Amsterdam . Amsterdam . Hoorn. . Enkhuizen . •
•
•
9
/3
Teekenschool,
500,00
125,95 36,00 5
Teekenschool , I)
Zeevaartkundige school ,
Transporteren
)3
))
Industrieschool voor meisjes ,
Bijzondere school voor middelbaar onderwijs
Helder Helder
•
Ambachtsschool
9 363,79 5
36,005
36,005
3)
2 400,00
2 400,00
2 400,00
)1
300,00
300,00
300,00
3 279,40
f
57,50
23 005,49
f 35 706,19
f
f
3 440,00
1 000,00
f
1 880,00
f
623,50 I f
4 063,50
f 31 642,69
59
58 UITGA
INKOMS TEN.
V E N.
Zuiver bedrag
NAAM
GEMEENTEN.
DER
SUBSIDIE
Commissie
SCHOOL. Materieel.
Personeel.
van
Subsidie.
TOTAAL.
toezigt.
der Schoolgelden.
van het
van de
Rijk.
provincie.
TOTAAL.
uitgaven.
f 3 440,00
Per transport Helder Purmerend . Vlielan d Zaan dam .
Teekenschool , Teeken school , Zeevaartkundige school, Teekenschool ,
f
f 23 005,49
9 363,79 5 45,00 100,00
200,00 400,00 525,00
f 35 706,19
f
1 000,00
f
1 880,00
f
623,50
f
4 063,50 I f 31 642,69
245,00
245,00
500,00
500,00
.0"
525,00
200,00
200,00
400,00
125,00
100,00
100,00
100,00
110,67
110,67
110,67
34,20
34,20
200,00
200,00
650,00
650,00
650,00
528,67
528,67
528,67
250,00
250,00
50,00
50,00
Zeeland.
Teekenschool ,
Tholen
)
1
Utrecht.
9,20 I
Handwerksschool ,
Amersfoort Friesland.
Bolsward Harlingen Snook Sneek Schiermonnikoog
200,00
Industrieschool , School voor wis- en zeevaartkunde , Industrieschool , Gymnastiekschool, School voor zeevaartkunde ,
250,00 50,00
31'
Overijssel.
Deventer Zwolle
Gymnastiek- en schermschool , Industrieschool ,
1 060,625
1 060,625 1 0 0, 00
652,50
ft
652,50
408,12 5
100,00
NOP
505,125
505,12 5
Groningen.
505,125
School voor zeevaartkunde , Akademie Minerva ,
Delfzijl Groningen
2 000,00
2 000,00
2 000,00
Drenthe.
Meppel
161,455
Industrieschool
161,455
161,455
Limburg.
Roermond
Teeken school ,
500,00
4 863,42
4 363,42
4 863,42
f 3 840,00
Totaal .
f 12 049,42
f
7 787,825
f 27 670,61
f 47 590,355
1 200,00
f
2 080,00
f
1 276,00
f
5 116,00
f 42 474,35
5
60 Onder de uitgaven voor materieel voor de teekensehool to Roermond is eene som van f 4200 begrepen , wegens kosten van een nieuw locaal. Het subsidie bij de gemeente Ravestein vermeld , werd betaald uit een schoolfonds , waaruit ook de kosten der latijnsche school aldaar werden bestreden ; dat door de gemeente Amersfoort aan de handwerkschool betaald werd gegeven voor onvermogende jongelieden , die de school kosteloos bezoeken. Door de provincie Noordholland werd nog uitgegeven een subsidie van f 2000 aan de tuinbouwmaatschappij Linnaeus to Watergraafsmeer ; door de provincie Utrecht een subsidie van f 150 aan de handwerkschool to Amersfoort ; door de provincie Friesland een subsidie van f 100 aan de school voor zeevaartkunde to Schiermonnikoog ; door de provincie Groningen een subsidie van f 6000 aan de landhuishoudkundige school to Groningen en een van f 500 aan de akademie Minerva aldaar ; door de provincie Limburg een subsidie van f 300 aan do vereeniging ter bevordering van tuin- on landbouw to Maastricht , een van f 100 aau de landelijke vereeniging voor turn en landbouw to Heer en een van f 400 aan de maatschappij van landbouw in Limburg als tegemoetkoming in de bezoldiging van een door haar aangestelden • wandelleeraar.
Door provincien en gemeenten werden voorts nog de volgende uitgaven gedaan voor doofstommeninrigtingen : voor het instituut voor doofstommen to St. MichielsGestel word door de provincie Noordbrabant uitgegeven een subsidie van f 1000 ;
voor dat to Rotterdam door die gemeente en door de provincie Zuidholland , elk een subsidie van f 3500 ; voor dat to Groningen door de gemeente on de provincie Groningen elk een subsidie van f 500 , door de provincie Zeeland eene 'bijdrage van f 275 ; door de provincie Drenthe eene van f 297,40 , en door de gemeente Kampen eene van f 50. De uitgaven van het Rijk voor andere inrigtingen van middelbaar onderwijs dan burgerscholen on hoogere burgerscholen zijn reeds hierboven vermeld in het overzigt der uitgaven voor middelbaar onderwijs door het Rijk , en wel tot een bedrag van f 36 450,20 5 , waarvan f 12 000 voor doofstommen-instituter. 1:4 zawentrekking der uitgaven door het Rijk , de provincien en de , gemeenten voor daze inrigtingen gedaan , verkrijgt men de volgende uitkomsten ;
RIZK.
Voor teeken- , industriescholen on dergelijke
f
Voor inrigtingen .van onderwijs aan doofstommen
Totaal ..
24 450,20 6 1. 11 830,00 12 000,00
36 450,20 5 f
Aan schoolgelden werd door de gemeenten ontvangen f 1276. Het zuiver bedrag der uitgaven was alzoo f 100 376,96. Voegt men daze uitkomsten bij de vroeger verkregen cijfers der uitgaven voor de burgerscholen on hoogere burgerscholen , dan verkrijgt men als het totaal bedrag der uitgaven voor alle inrigtingen van middelbaar onderwijs door het Rijk , de provincien en de gemeenten in 1870 gedaan , eene som van f 1 393 721,70 ; waarvan f 771 756,67 5 door het Rijk , f 17 412,40 door de provincien en f 604 562,62 5 door de gemeenten. Het totaal bedrag der inkomsten was f 216 083,52 , namelijk voor het Rijk f 73 900,655, voor de gemeenten f 142 182,86 5 . Het zuiver bedrag dozer uitgaven was alzoo f 1 177 638,18. § 11. RIJKSKWEEKSCH0OL POOR VROEDVROUWEN. De tiende cursus der Rijkskweekschool voor vroedvrouwen , die op 1 October 1870 begonnen was , is op 14 Julij 1871 geeindigd. VOOr de sluiting werd, even als vroeger,, een vergelijkend examen over de leerlingen gehouden door den hoogleeraar LEHMANN in tegenwoordigheid van do commissie van toezigt en beheer en van de meesteressen-vroedvrouwen. Doze cursus werd bijgewoond door 8 leerlingen van het tweede on 14 *van het eerste jaar , waarvan 19 de lessen tot het einde toe hebben gevolgd. Een leerling heeft zich met ultimo Februarij 1871 van de school yenwijderd , twee anderen werden door ziekte verhinderd de lessen gedurende de laatste maanden bij to wonen. De theoretischo lessen werden 4 malen 's weeks geregeld gegeven en getrouw door de leerlingen gevolgd. De hubs,
selijke bezigheden der Rijksleerlingen , die meestal bestonden in het repeteren der lessen , het schriftelijk beantwoorden van opgegeven vragen en oefeningen op het fantOme , werden onder hot beheer van eene der meesteresse-
vroedvrouwen verrigt. Drie leerlingen woonden afzonderlijk ; alle overigen waren in de gemeensehappelijke woning gehuisvest.
GEMEENTEN.
PROVINCIEN.
f
4 050,00
5 572,40
17 402,40
43 750,35 5 f
f
TOTAAL.
80 030,56 21 622,40
47 800,355 f 101 652,96
. Met de praktische oefeningen op de kraarazaal van het Binnengasthuis werd door alle leerlingen van het 2de studiejaar terstond na het openen van den cursus , door edne van het eerste jaar jets later eon begin gemaakt. Gedurende elko week word bij afwisseling , even als vroeger , telkens door 2 leerlingen van 's morgens 10 tot 's avonds 11 uur in het binnengasthuis onder toezigt van den hoogleeraar LEHMANN of der aldaar inwonengle meesteressevroedvrouw , al hetgeen tot bijstand en verzorging van zwangere, barende , kraamvrouwen en jonggeborenen betrekking had , verrigt. Gedurende dien tijd werd door de gezamenlijke 9 leerlingen bij circa 125 zwangere vrouwen het verloskundig onderzoek in het work gesteld , aan ruim 200 barenden bijstand verleend en de verzorging van ruim 300 kraamvrouwen gadegealagen ; terwij1 ook nog aan allen op de gynaekologische afdeeling van hetzelfde gasthuis het vereischte onderrigt werd gegeven. Over den ijver en de vorderingen der leerlingen , zoo wel als over haar gedrag , is weder guAstig getuigenis afgelegd. Aan alle leerlingen van }het 2de studiejaar en aan ddne van het eerste, die zich met toestem iming der commissie voor het examen als vroedvrouw aanmeldden , werd door de commissie to Leeuwarden of to Utrecht, eene acte van bevoegdheid als vroedvrouw toegekend. Twaalf leerlingen van het eerste studiejaar , die vrij wel aan de verwachting voldaan hebben , zouden voor den nieuwen cursus, beginnende met 1° October , terugkoeren. Met den aanvang van Mei 1871 werd de betrekking
van huismeester opgedragen aan den heer J. A. GASE on zijne huisvrouw , ter vervanging van den heer TER HAAR , die op zijn verzoek werd ontslagen. De nieuw benQemde heeft die betrekking met lust aanvaard , en reeds in menig opzigt verbeteringen in het huishoudelijk bestuur gebragt , waarvan de commissie een gunstigen invloed verwacht. Gedurende den afgeloopen cursus word met good gevolg aan de leerlingen 2 maal 's weeks onderwijs gegeven in nederlandsche taal , schrijven , rekenen , enz. De gebrekkige algemeene ontwikkeling van sommige leerlingen
61 maakte zoodanig onderwijs zeer gewenscht, terwijl het ook voor de beter onderwezenen hoogst nuttig bleek , zoowel om zich verder te bekwamen als om zich op nuttige wijze gestadig bezig te houden. In 1870 werden door het Rijk de volgende uitgaven gedaan voor de kweekschool voor vroedvrouwen toelagen voor kost en inwoning aan aanstaande vroedvrouwen en voor het aanschaffen van boeken . 3 906,53 inschrijvingsgelden aan het athenaeum to Amsterdam en belooningen aan vroedvrouwenmeesteressen 1 115,00 huur van he gebouw, aankoop en onderhoud 1 700,00 van meubelen Totaal .
. 6 721,53
§ 12. RIJKSVEEARTSENIJSCROOL. De lessen werden gedurende den cursus 1870/71 , volgens het vastgestelde programma, geregeld gegeven. In het personeel der leeraren is geene verandering gekomen ; de inrigting heeft alleen , ten gevolge van overlij den , het verlies te betreuren van den hoer HISSINK die als opziener der kweekelingen en tevens met de leiding der apotheek en hot gereedmaken der recepten belast , sedert 1855 deze werkzaamheden getrouw had waargenomen. Tot nog toe is zijne plaats niet vervuld. Aan het onderwijs werd deel genomen door 32 kweekelingen ; in don loop van den cursus is een kweekeling overleden ; een ander heeft wegens den ongunstigen toestand zijner gezondheid de school vrijwillig verlaten. De vorderingen der kweekelingen waren over het algemeen meer voldoende dan in voorgaande jaren; ook word bij de meeste hunner meer vlijt waargenomen. De afloop der overgangsen diciplinaire examens was uit dien hoofde ook gunstiger, schoon daarbij dikwijls duidelijk block , dat de studio voor een groot gedeelte in van buiten leeren bestond. Na voldoend afgelegd eindexamen , in tegenwoordigheid der buitenwone commissie van examinatie afgelegd , werden de 6 kweekelingen van het 4de leerjaar tot veeartsen bevorderd ; aan geen hunner kon echter de bijvoeging I) met lof" toegekend worden. Van de 11 kweekelingen van het 1ste leerjaar werden 7 met algemeene on ddn met meerderheid van stemmen toegelaten. Drie hunner, waaronder de beide kweekelingen die voor rekening van bet Departement van Kolonien tot de militaire vdterinaire dienst in Nederlandsch Indio worden opgeleid , werden niet bevorderd. Aan het examen van bet 2de leerjaar is van de 9 kweekelingen slechts door 6 deel genomen , met gunstigen uitslag ; 3 hunner gevoelden zich to zwak om to kunnen slagen , en hebben zich gedurende het examen vrijwillig verwijderd. De 4 kweekelingen van het 3de leerjaar werden na een over het algemeen vrij goad afgelegd examen tot het volgende leerjaar bevorderd. Tot het afleggen van het toelatingsexamen hebben zich 22 adspiranten aangemeld ; 4 waren , als afkomstig van hoogere burgerscholen, van dit examen vrijgesteld , waaraan door 18 werd deel genomen. De uitkomst van dit examen , hetwelk door de aan de commissie van examinatie toegevoegde deskundigen op zeer doelmatige wijze werd afgenomen , gaf meer aanleiding tot tevredenheid dan vroeger in den regel het geval was. Van de adspiranten werden 2/ 3 bekwaam geoordeeld , slechts 1 / 3 is wegens ongenoegzame kennis , hoofdzakelijk in de wiskundige vakken , afgewezen. Aan het vergelijkend examen van hen , die in aanmerking wenschten to komen om als paarden-arts bij het leger bier to lande to worden opgeleid hebben zich 15 adspiranten onderworpen. De twee , die bij dit examen , hetwelk door eene door den Minister van Oorlog onder voorzitterschap van den directeur benoemde commissie werd afgenomen , de meeste punten hadden verkregen , werden voor de beide vacant° plaatsen aangewezen on benoemd. Het onderwijs zou derhalve gedurende het schooljaar 1871/72 door 44 kweekelingen worden bijgewoond , waarvan 42 aan de inrigting inwoning en verpleging genieten. Sedert 1830 is dit cijfer niet bereikt. De gunstiger vooruitzigten ,
aan de veeartsen door de wet op het veeartsenijkundig Staatstoezigt geopend , mogon als de voornaamste oorzaak dozer toeneming aangemerkt worden. Het gedrag der kweekelingen gedurende en buiten de lessen was in den regal gepast en heeft tot geene aanmerkingen aanleiding gegeven. Aan de ziekenstallen on buiten bet tertein der school , werden behandeld 732 dieren, alzoo 148 minder dan in het voorgaande leerjaar , — namelijk 245 paarden , 29 runderen , 27 schapen en geiten , 5 varkens , 359 honden , 43 katten en 24 stuks gevogelte. Van deze zijn 489 hersteld, 46 gestorven of afgemaakt, 12 niet behandeld ; van 185 is de uitslag der behandeling onbekend. Terwijl in de laatste jaren en ook nu wederom eene langzame vermindering in het aantal der ter behandeling aangeboden grootere huisdieren (paarden en runderen) wordt waargenomen , stijgt daarentegen dat der honden , maar vooral dat der katten , aanmerkelijk. De operatien werden zooveel mogelijk door kweekelingen van het 3de on 4de leerjaar verrigt, of zip waren daarbij tegenwoordig on behulpzaam. De praktische oefeningen in sommige meer belangrijke operation hadden plaats op daarvoor aangekochte dieren. Voor deze lessen , alsmede voor de dissectie-oefeningen , werden aangekocht 15 paarden tot laatstgenoemde lessen werden mode de aan de inrigting gestorven dieren gebezigd Ten behoeve der oefeningen in de vorloskunde zijn 9 kalveren gebruikt , die vooraf gedood waren. Overigens werd voor deze lessen een gepast gebruik gemaakt van de runderen , die aan de inrigting in eigendom toebehoorden. Het aantal der in de apotheek gereed gemaakte recepten bedraagt 1982. Het materieel werd beboorlijk onderhouden en , voor zoover de subsidien toelieten , door aankoop vermeerderd. De verzameling voor ziektekundige ontleedkunde is met 39 praeparaten verrijkt en bevat thans 1342 nommers. Het anatomisch on zoblogisch kabinet is vermeerderd met 31, grootendeels aangekochte , voorwerpen. Buitendien werden ten geschenke ontvangen 49 stuks opgezette meestal uitheemsche vogels; deze verzameling bestaat thans uit 4010 nommers. De bibliotheek ontving wader eenige belangrijke geschenken ; nieuwe werken werden aangekocht en de tijdschriften bijgehouden. Een goode catalogus blijft ontbreken. De gebouwon , zoo wat ruimte on distributie aangaat , laten te wenschen over. Ook de beperkte ruimte in het schoolgebouw is , nu het getal kweekelingen zoo zeer toeneemt , hinderlijk. In het dagelijksch onderhoud der gebouwon werd behoorlijk voorzien. In 1870 werden door het Rijk de volgende uitgaven gedaan ten behoeve der veeartsenijschool. a.
Personeel.
Jaarwedden van den directeur en de leeraren f 10 148,20 Jaarwedden der overige ambtenaren . . . 2 551,665 Schrijfloonen, loon der bedienden en arbeiders
2 308,345
b.
f 15 008,21
lilaterieel.
Kosten van voeding en verpleging der kweekelingen en bedienden .. f 6 837,02 Subsidien voor het onderwijs. 2 491,61 Onderhoud en lasten der gebouwen , onderhoud en aankoop van meubelen on gereedschappen , vuur on licht 3 389,905 Transporteren f 12 718,565 f 15 008,21 16
•
62 Per transport f 12 718,565 f 15 008,21 Schrijfbehoeften , drukloonen . . . . enz.
2 kadetten op verzoek eervol ontslagen ; 1 kadet eervol ontslagen; • ontslagen; overleden. 1
526,575
Voeding van zieke dieren. •
7 196,70
Aankoop en voeding van runderen • . • • • • • • •
679,90
Tot officier zijn bevorderd: 21 121,74
Totaal
f 36 129,95
•
Van deze school werden do volgende inkomsten verkregen: Bijdragen der kweekelingen f 4 400,00 Verkoop van melk, runderen , mest en afval. • • . Verpleging van zieke dieren • • en hoef beslag ... Huishuur .
911,545 52,00 7 905,315
Het zuiver bedrag der uitgaven in 1870 was f 28 224,635 • alzoo . • • • • • ... .. ONDERWIJS BIJ DE ZEE- EN LANDMAGT. § 1. KONINKLIJKE MILITAIRE AKADEMIE. In de inrigting, regeling en verdeeling van het onderwijs , hebben dit jaar geene noemenswaardige wijzigingen plaats gehad. Alleen dient to worden vermeld dat , vermits het in de bedoeling ligt, om de kadetten , die na het in werking t,eden der wet van 17 Julij 1869 (Staatsblad n°. 141) , aan de Akademie zullen komen, niet to doen zamen zijn met de jongelieden , die zich thans reeds aldaar bevinden , eensdeels dit jaar geen© kadetten zijn aangesteld en anderdeels is bepaald , dat de kadetten , die bij het einde van den loopenden cursus nor niet in aanmerking kunnen komen voor benoeming tot officier , hunne opleiding elders zullen voltooijen. Ten einde het laatste zooveel mogelijk to bevorderen en zoo min mogelijk ten nadeele van het onderwijs der kadetten to doen strekken , werd reeds in den afgeloopen cursus getracht het onderwijs zOOdanig to regelen, dat de vakken , welke hulpmiddelen bij het onderwijs vereischen, die aan de Akademie voorhanden doch elders moeijelijk verkrijgbaar zijn , voor alle kadetten in den loop van den cursus 1871/72 geheel worden afgehandeld. Van het personeel der officieren werd de Gouverneur , de kolonel ENGELYAART benoemd tot Minister van Oorlog, en de kommandant, de kolonel GERLACH op zijn verzoek op non-activiteit gesteld. De majoor van den generalen staf, VAN DER STAR, directeur der stafschool, werd met de tijdelijke waarneming der beide betrekkingen van Gouverneur en kommandant belast. Vier officieren verlieten door overplaatsing de Akademie; twee werden in hunne plaats bij de inrigting werkzaam gesteld. Deze vermindering van personeel kon gevoegelijk geschieden omdat dit jaar geen kadets zijn aangesteld. Op 1 September 1871 werden voorloopig reeds vier officieren bij de akademie gedetacheerd , bestemd om den lsten September 1872 als leeraar of repetitor op to treden ; langs dien weg is hun tijdig de gelegenheid verstrekt om zich naar behooren voor die taak voor to bereiden. Het aantal kadetten bedroeg bij den aanvang van het studiejaar (September 1870) 134. Van deze bevonden zich: 49 in hot 3de studiejaar, 50 » » 2do 35 » » 1st©
28 bij het leger bier to lande; » in Oost-Indie. 14 » n Het eindexamen van vijf kadetten was onvoldoende. Voorts zijn 71 kadetten in een hooger studiejaar overgegaan en moesten 10, wegens onvoldoende vorderingen, andermaal de lessen van hetzelfde studiejaar volgen ; to weten: 7 van het 2de studiejaar en » 1ste studiejaar. 3 »
2 541,77
,
In den loop van den cursus zijn:
De uitslag der eind- en overgangs-examens was derhalve over het algemeen niet ongunstig. Het gedrag der kadetten gaf geen reden tot bijzondere bemerking. De bibliotheek werd door aankoop en door geschenken ook nu weder uitgebreid; sommige werden , behoorende tot den leercursus der Akademie, werden herdrukt ; edn nieuw werk werd daaraan toegevoegd. De hulpmiddelen voor het onderwijs in natuur- on scheikunde werden in verband met de eischen der wetenschap uitgebreid. Op 15 November 1870 werd aan de Applicatieschool een officier der infanterie gedetacheerd. Met afwijking van hetgeen in vorige jaren was geschied, werd vastgesteld, dat het onderwijs aan de Applicatieschool zich voortaan zou bepalen tot ddn of enkele vakken naar de keuze der officieren , ten einde het onderwijs meer vruchten to doen dragen , en die officieren to kunnen opleiden tot degelijke instructeurs bij de Akademie of bij de corpsen. In verband daarmede werd aan bedoelden officier uitsluitend in de wiskunde onderwijs gegeven. Op 1 Junij 1871 is hij naar zijn corps teruggekeerd. § 2. STAFSCHOOL. Al de officieren , die reeds ten vorigen jare bij de stafschool waren gedetacheerd , hebben met vrucht den wintercursus bijgewoond en zijn derhalve tot het onderwijs in een volgenden cursus toegelaten. Aan het in Augustus 1871 gehouden toelatingsexamen word deel genomen door • 1 officier van het wapen der genie, 1 officier van het wapen der infanterie, die beide werden toegelaten. Op 1 -November 1871 werd het onderwijs bijgewoond: in den 4den wintercursus door 4 officieren , » 3 » » » 3den » 1 » n » 2den » 2 » » isten » De leiding van het onderwijs aan de stafschool was over het algemeen zeer doelmatig. Bij het onderrigt word zooveel mogelijk partij getrokken van de hulpmiddelen , die de Koninklijke Militaire Akademie aanbiedt. § 3. INSTRUCTIE-BATAILLON. Op 15 October 1871 bestond dit corps uit 31 officieren en 446 onderofficieren , korporaals en manschappen. Tot bet geven van onderwijs en ter opleiding tot den grand van onderofficier bier to lande, zoowel als tot dien van onderofficier en korporaal in Oost-Indie, alsmede ter voorziening in eenige bijzondere diensten , waren bovendien 91 onderofficieren , korporaals on soldaten gedetacheerd. Van 16 October 1870 tot 15 October 1871 werden bij het instructie-bataillon 336 jongelingen voor de dienst hie• to lande aangenomen.
• •
63 Uit de volgende tabel blijkt , hoeveel jongelingen van het bataillon met eenigen graad naar andere corpsen zijn vertrokken , de provincie waaruit de toegelatene herkom-
stig zijn de klasse van het schoolonderwijs waarbij zij werden ingedeeld en de maatschappelijke positie hunner ouders.
Klasse van het schoolonderwijs, waarbij zij op het
rd
re,
*stip hunner aanneming
0b 0
a) a)
-
0
a;
.2
• •nnn•
C)
waren ingedeeld.
.
0
O
0
E. 0
O
C.) milisaorassissormwarwaseasammsrs...maarmasessiaarewerar
Eerste. Tweede .
.
1. 7
Derde • .
16
3
20 33
9 24
3
3 11
4
9
19
29
27
7
7
17
42
78 I 60
14
21
3
3
7
1
Onderofficieren on soldaten
4
4
2
1
1
Hoofdbeambten. . . .
2
4
6
4
8
Mindere beambten, winkeliers en z
8
28
62
53
3
1
Totaal .
6
2 5
5
1 3
3
1
1
14
1
5 141
4
6
8
2
4 1
11
17
12
6
6
44
1
17
2
»
19 11
63
2 132
8 336
Maatschappelijke betrekking der vaders. Officieren ..
. .
Ambachtslieden
Totaal. .
»
1 17
42
»
3
5
»
)).
1
41
1
1
4
3
2
2
1
11
2
4
12
6
9
4
2
16
5 219
1
1
2
1
78 I 60
14
21
11
”
»
»
17
12
6
6
»
17 50
9
)7
44
I
8 336
NUMERIEKE OPGAVE van onderofficieren en korporaals , die aan het leger Kier to lande zoomede aan dat in de kolonien zijn verstrekt , van den 16den October 1870 tot den 15den October 1871.
Hier to lande.
5 Sergeanten
•
3 Korporaals i 01
. .
Fouriers, die dezen graad hebben verkregen nadat zij als korporaal bij het bataillon gedetacheerd zijn geweest . . .
Totaal .
De omvang van het onderwijs en de leiding en indeeling daarvan , hebben-geene belangrijke verandering ondergaan, zoodat ook nu weder kan worden verwezen naar het verslag over 1861. De uitkomsten van het wetenschappelijk onderwijs gedurende dit jaar zijn zeer bevredigend geweest, zoo als kan blijken uit het volgend aantal overgangen van de voorbereidendo klasse tot de 3de klasse van den cursus 14 ; van do 3de klasse naar de 2de klasse 16 ;
Oost-Indie.
6
It
30
TOTAAL.
301
336
1
7
31
343
van de voorbereidende klasse naar de 2de klasse van don cursus 2 ; van de 2de klasse naar do lste klasse , 2de afdeeling 15; van de lste klasse, 2de afdeeling, naar de lste klasse lste afdeeling 14. Voorts is op 1 October 1871 nog in working gebragt eene lste klasse van adspiranten-kwartiermeester en administrateur van kleeding en wapening. Daaraan nemen deel 2 onderofficieren van bet bataillon en 5 van de verschillende corpsen bij het bataillon gede. tacheerd.
64 § 4. ARTILLERIE INSTRUCTIE-COMPAGNIE.
Uit het volgende overzigt blijkt, in welke provincie van bet Rijk de jongelingen onderwijs hebben genoton , bij welke klasse van het schoolonderwijs zij na hunne aankomst bij de compagnie werden ingedeeld, de maatschappelijke betrekking der ouders en eindelijk hoeveel jongelingen als korporaal de compagnie hebben verlaten.
Do getalsterkte van de militairen , die op 1 November 1870 onderwijs ontvingen , bedroeg 124. Van dat tijdstip tot 1 November 1871 zijn bij de compagnie 91 jongelingen aangenomen.
- ----- Klasse van bet schoolonderwijs, ''' cl po
waarbij zij op het
a3
,
tdstip hunner aanneming waren ij
r-c C. 0
ingedeeld.
'8
apd C.
,.. ,
8
pg
41
mi ;-, 0
rl
.72
o
'8
-
im
—
»
nt
1:1
MS
0
•
r= 0
,--j
rt; s::I cis ;-
=
4
0 CD 11
Cd
co N
N
rt;
-,-:
ce al 0 ..
»
2
5
25
6
3
3
»
•••••.
2
2
12
6
1
4
i#
.
4
10
42
17
4
10
»
3
7
6
2
»
2
6
28
11
2
5
»
.
2
1
7
*
2
3
»
Totaal der aangenomen jongelingen.
4
10
42
17
4
10
n
»
»
»
»
»
Derde 000000
Totaal.
.
.
0
»
to
'''''b •..--• ;-,
3
5
Tweede
aa .
;-n 44
5
»
.
71.3
6
3
Eerste
_ ____
---
.4
o 6.4
0.) ,.a
Pa
1 1
I)
6
•= ,-;
1 »
•
2
e
;.;
. .-.
c3
7:ij
, ,Z)
A
a
0 0
»
»
»
17
»
47
»
27
» »
1
;...bb
).4 I .... al
1 »
E. 0 H
»
1
»
91
»
1
»
19
111aatschappely1 e betrektling der vaders. Officieren , ambtenaren of particulieren , daarmede gelijkstaande . . . . . Dnderofficieren staande
of
daarmede
»
»
»
»
gelij k-
Soldaten of daarmede gelijkstaande.
k.antal jongelingen , dat als korporaal de compagnie heeft verlaten . . .
»
Van de nieuw aangenomen jongelingen had een aantal de scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs bezocht ; anderen hadden de lessen aan hoogere burgerscholen bijgewoond. Vroegtijdige beoefening van een ambacht of verwaarloosde opvoeding, hadden sommigen in het lager onderwijs achterlijk doon blijven , ten gevolge waarvan zij moesten worden afgewezen. Met betrekking tot den omvang en de inrigting van het onderwijs kan naar vroegere verslagen worden verwezen. Ook nu waren de uitkomsten van het onderwijs bij de compagnie allezins bevredigend.
»
1
2 »
»
1
),
2
»
»
”
»
57
»
»
»
15
»
91
»
56
),
»
1
»
werden op 1 November 1870 respectivelijk door 33 en 31 onderofficieren bijgewoond; aan den centraal-cursus bij het 3de regement huzaren ward door 10, aan den 1ste klassecursus bij het lste regement vesting-artillerie door 12 onderofficieren deal genomen. Tot het afleggen van het officiers-examen in Maart 1871 word het volgend aantal onderofficieren toegelaten : infanterie: gewoon examen ligter
54
15
§ 5. WETENSCIIAPPELIJEE CURSUS BIJ DE CORPSEN.
De inrigting van het wetenschappelijk onderwijs bij de corpsen is gebleven gelijk zij in het vorig verslag meer uitvoerig ward omschreven. De hoofdcursussen te Maastricht en te 's Hertogenbosch
biervan voldeden aan de vereischten en werden tot 2den luitenant benoemd: gewoon examen ligter
32 8
65 Vermits ten vorigen jare , tijdens het buitengewoon bijeenzUn der militie , tot completering der verschillende leaders , de meest geschikte onderofficieren der lste klasse van den cursus , zonder voorafgaand examen , tot 2den luitenant warden bevorderd , waren ditmaal bij die wapens geene onderofficieren aanwezig , geschikt om , met hoop op good gevolg , het officiers-examen of to leggen. Aan de 2de klasse van den cursus werd bij de infanterie,
cavalerie en artillerie rospectivelijk door 183 , 6 en 7 onderofficieren deel genomen. § 6.
SCHOLEN BIJ BE CORPSEN.
De toestand der scholen gedurende den cursus 1870/1871 blijkt uit het volgende overzigt.
66
67
AANTAL ONDERWIJZERS. CORPSEN.
Zonder het radicaal.
Met het radicaal.
'TO TAAL.
AANTAL Onderofficieren en korporaals.
Soldaten (staande arm6e) , tamboers , enz.
LEERLINGEN.
Leerlingen , die bij hunne toelating niet of zeer gebrekkig konden
Miliciens.
TOTAAL.
AA.NMERKINGEN.
lezen of schrijven.
INFAN Rogement grenadiers en jagers . 5
5
1 ste regement infanterie
29
2de 3de 4de 5de
202
108
240
550
29
164
117
823
1104
14
14
195
90
321
606
17
17
136
55
464
655
225 niet of hoogst gebrekkig.
24
169
100
469
738
178 111 hoogst gebrekkig. 67 noch lezen noch schrijven.
17
157
85
783
1025
284
6
18
9)
17
)7
6de
))
9)
7de
n
n »
15
I
98 noch lezen noch schrijven. 308 I
185 slechts weinig. 31 alleen lezen. 92 noch lezen noch schrijven.
182 noch lezen noch schrijven.
S 160 hoogst gebrekkig. 124 noch lezen noch schrijven.
23
154
49
663
866
238
7 alleen lezen. 85 hoogst gebrekkig. 146 noch lezen noch schrijven.
2
17
149
84
529
762
107
43 hoogst gebrekkig. 22 alleen lezen. 42 noch lezen noch schrijven.
103
285
23
• 1
))
• • Algemeen depot van discipline .
21
1
22
156
544
))
5
»
5
26
76 a
96
))
.
1
»
1
35
44
79
9
174
1537
911
Este
Koloniaal werfdepOt . . Totaal .
165
I
CA.V A.
4577
de strengere tucht onderworpen.
7025
I 1620
LERIE.
lste regement huzaren •
9
9
18
132
100
250
55
27 gebrekkig. 28 noch lezen noch schrijven.
2de
9
10
27
60
109
196
115
51 noch lezen noch schrijven. 61 gebrekkig.
3de
6
7
32
42
6
80
13
5 gebrekkig. 8 noch lezen noch schrijven.
4de
2
3
17
50
4
71
26
29
94
284
219
597
183
188
205
93
65 gebrekkig. 28 noch lezen noch schrijvon.
105
116
46
34 gebrekkig. 12 noch lezen noch schrijven.
72
97
30
15 gebrekkig. 15 noch lezen noch schrijven.
92
63 gebrekkig. 29 noch lezen noch schrijven.
9)
'Totaal
.
AR TIL
LEIL IE.
Regement veld-artillerie
17
lste regement vesting-artillerie .
11
2de
25
3de
28
I
275
303
Regement rijdende artillerie .
3
1
6
9
Corps pontonniers
8
17
34
663
764
Totaal
92
.
3 5 Bataillon mineurs en sapeurs .
I
6
6
12 197 209 1 758 Algemeen totaal .
I
MINEURS EN 112
1970
cs Hieronder begrepen 70 manschappen aan
4 gebrekkig. 1)
265
SAPEURS; ' 147 4805
8533
))
2068
Bovendien worden bij dit corps nog • 8 sergeanten tot fortificatie-opzigter opgeleid.
•
68 Zoowel het groot aantal leerlingen in de verschillende klassen van het onderwijs als hunne vorderingan getuten van de groote belangstelling en de ijverige bemoeijingen der hoofd- en verdere officieren in daze gewigtige aangelegenheid. De populaire voordragten over onderwerpen aan de vaderlandsche en de krbgsgeschiedenis ontleend , meestal door luitenants , in verhalenden trant gehouden, brengen in het onderwijs eene gewenschte en nuttige afwisseling.• Wederom is hot gebleken dat , sedert de kosten van dat onderwijs door het Rijk en niet meer door de leerlingen worden gedragen , bet schoolonderwijs telken jare meer. leerlingen trekt. Godurende dozen cursus word toch aan 2068 volwassen personen , die n;.et of slechts hoogst gebrekkig lezen en schrijven kon don , on die vermoedelijk anders nimmer onderrigt zouden hebben genoten , onderwijs gegeven ; torwijl 6500 anderen , welke die kundigheden bij hunne aankomst reeds bezaten , verdere ontwikkeling hebben verkregen. Het gezamenlijk getal leerlingen bedroeg derhalve dit jaar ruim 8500 tegen 7100 in bet vorige jaar. 7. KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE MARINE WILLEMSOORD. Overeenkomstig de herzione on op nieuw vastgesteldo reglementen nam de cursus met 1'. September 1870 eon aanvang in hot nieuwe gebouw tot huisvesting en opvoeding der adelborsten. Het opperbevel over het instituut werd gevoerd door den directeur en kommandant der marine to Willemsoord , den schout-bij-nacht J. VAN DER MEERSCH terwij1 aan den kapitein-luitenant ter zee K. F. R. ANDRAU het kommandernent over het instituut on de betrekking van directeur van het onderwijs daarbij werd opgedragon. Do raad van bostuur,, die over de belangen van het instituut in den meest uitgebreiden zin waakt , was zamengesteld uit den kommandant , den kapitein-luitenant ter zee J. W. BINKES den luitenant ter zee lste klasse W. L. A. GERICKE den hoer dr. G. A. OSKAMP leeraar in de wis- en natuurkunde , en eon officier van administratie , tevens secretarii van den raad. De officieren , instructeurs on leeraren , welke bij het instituut waren geplaatst•blevon in hunne verschillende betrekkingen gedurende den loop van dit studiejaar werkzaam. Allen waren onvermoeid , om do aan hunno opleiding toevertrouwde leerlingen voor hunne bestemming geschikt to maken. Het personeel , belast met de dienst der politie on de geneeskundige dienst, onderging oenige verandering. Bij het personeel van minderon rang werd de betrekking van adjudant-onderofficior , die zonder nadeol vervallen kon , opgeheven. Het onderwijs in de gymnastiek word opgedragon aan den hoer A. G. T. NIEUWENIIUYZEN onderwijzer aan' de gemeente-gymnastiekschool to Helder. Het aantal adelborsten bedroeg bij den aanvang van het studiejaar 65 , waaronder 26 van de 2de klasse , en 39 van de 3de klasse ; 2 erlangdeu eervol ontslaa wegens ° to geringen lust voor het vak , dat zzijgekozen hadden. Aan het einde van Mei 1871 deed do eerste afdeeling bet theoretisch eind-examen voor adelborst der lste klasse, waarna gedurende de maanden Junij en Julij met het instructie-vaartuig Urania , onder de leiding van den kapitein-luitenant ter zee J. W. BINKES in de Zuiderzee gekraisd werd tot het doers van het praktisch eind-examen. De uitslag daarvan was z66 gunstig , en de adelborsten dozer afdeeling gaven zulke voldoende blijken van geschiktheid , dat do commissie van examinatie er geen bezwaar in zag alien ter bevordering tot adelborst der 1ste klasse voor to dragon. Aan de beide eersten in rangschikking werden de gebruikelijke geschenken 'door den Minister van Marine in persoon overhandigd. Van de 2de on 3de afdeeling konden er 16 zonder examen in eene hoogere afdeeling overgaan ; van de overige 23 deed er 1 onvoldoend overgangs-examen. 4 adelborsten der 3de klasse , beboorende tot het lste studiejaar , die wel een voldoend examen hadden afgelegd doch zich minder vlijtig betoond hadden , werden aan,
,
,
,
geschreven , dat wanneer zij tegen 1 Januarij 1872 Diet de noodige vorderingan gemaakt hadden , zij wegens gebrek aan aanleg van het Instituut zouden verwijderd worden. De uitkomsten van het vergelijkend examen voor adelborst der 3de klasse , in Julij 1870 gehouden , waren de volgende : Voor de 18 opengestelde plaatsen hadden zich 83 adspiranten aangemeld ; hiervan waren 3 niet opgekomen , zoodat 80 geneeskundig werden onderzocht ; 12 werden ongeschikt bevonden , 68 namen alzoo aan het examen deal. Aan de vereischton voor het examen hebben 38 volda,an. Van de 30 , die niet konden worden toegelaten , gaven geen blijk van genoegzame kennis: 34 pet. in de rekenkunde en de kennis der maten on gewigten ; 26
,,
If
» evenredigheden ;
37 n n n stelkunde ; 38 » » n meetkunde ; 12 » » » Nederlandsche taal ; 24 » n
,,
Fransche
14 » » » Engelsclie 26 » » » algemeene 22
))
7)
geschiedonis ;
vadorlandsche
20 » » » aardrjkskundc. Met betrekking tot het onderwijs kan vermeld worden , dat eon nieuw ontwerp door den raad van bestuur word zamengesteld , en door don Minister van Marine goedgekeurCI. Hoewel daarin geene nieuwe vakken van ondorwijs werden opgenomen , zoo eischte evenwel de snolle vooruitgang in sommigo technische vakken moor uitbreiding van hot daarin to ;even onderwijs. Dien ten gevolgo werden do beginselen der stoomwerktuigkunde , die antlers eerst in het laatste studiejaar aan de orde waren , thans reeds in het 2de studiejaar onderwezen. In het vak van scheepsbouw werd de bouw en de inwendige verdeeling van uzeren schepen met do pantseringen opgenomen , benevens de stabiliteit en waterverplaatsing met de eenvoudigste berekeningen; daartem enover stond eenicre beperking van het onderwijs in de ° zamenstellende °deelen van het houten schip , dat tegenwoordig meer is op den achtergrond geraakt door hot ijzeren schip. Om het voorstellingsvermogen zooveel mogelijk to bevorderen werd dit jaar onderwijs gegeven in de axonometrisehe perspectief, en het onderwijs in het handteekenen almede meer geleid naar voorwerpen in de natuur dan naar voorbeelden. In het vak der artillerie worden do nieuwste geschutsoorten hehandeld, (loch daarentegen minder work gemaakt van de in onbruik goraakto, zoodat hot aantal lesuren in dat vak gene uitbreiding vorderde. Ook werd meer zorg besteed aan het onderwijs van 's lands verdediging, en do inrigtingeu van de verschillendo torpedo-soorten nicer in het breed° besproken. D3 wijzo van opvoeding onderging geene verandering en gaf wedorom bevredigende resultaten ; zoo als blijkt uit het gedrag dat, op enkele uitzonderingon na, good mag worden genoomd , uit den tevreden , opgeruimd©n en goeden geest , die duidelijk spreekt uit het jaarboekje , dat de adelborsten voor het eerst zelf zamenstelden , als ook nit de zang- on schermvereeniging , die zij onderling oprigtten. Ook dit jaar word do boekerij verrijkt door bolangrijko gescheuken. Wanneer men twee ernstige ziektegevallen iuitzondert , dan was over het algemeen do gezondheidstoestand veel gunstiger dan in vroegere jaren. Dit mag voor een groot deel worden toegeschreven aan do uitnemende inrigting van het nieuwe gebouw , waarin voor goedo ventilatie, ruime localen , doelmatige badinrigtingen en zuivere waterleidingen op loffelijke wijze is zorg gedragen. Bij Koninklijk besluit van 22 Julij 1871 werd de inrig-
69 ting tot opleiding van kadets bij het corps mariniers te Amsterdam opgeheven , en tevens bepaald dat de kadets voortaan als adelborsten der 3de klasse zouden worden geplaatst bij het Koninklijk instituut voor de marine to Willemsoord , ten einde aldaar voor de betrekking van officier bij het corps mariniers to wor(len opgeleid.
§ 10. OPLEIDING VAN BOOTSMANSLEERLINGEN AAN BOORD VAN HET WACHTSCHIP TE WILLEMSOORD.
Blijkens het vorig jaarverslag waren op 12 November 1870 aan boord aanwezig 38 bootsmansleerlingen der 2de klasse;
§ 8. OPLEIDING VAN MACHINIST-LEERLINGEN, A AN BOORD VAN HET WACHTSCHIP TE HELLEVOETSLUIS.
2 matrozen der 3de klasse ; 24 ligtmatrozen en
Sedert bet vorig verslag is in de vvijze van opleiding of in het onderwijs niets veranderd. Na voldoend afgelegd examen werden , met ingang van 1 Julij 1871 , alle jongelieden , die aan de lessen van hot hoogste studiejaar hadden deel genomen , ten getale van 19, bevorderd tot machinist leerling 1ste klasse en aan boord van verschillende oorlogsbodems geplaatst. Een dor machinist-leerlingen van het jongste studiejaar was in December 1870 overleden ; bet getal der bij de opleiding blijvenden bedroeg 23. Voor het vergeliikend examen voor machinist-leerling 2de klasse hadden zich 57 adspiranten aangemeld ; 3 werden geneeskundig afgekeurd , de overige 54 namen aan het examen deel. De uitslag was dat 22 , die de meeste blijken van bekwaamheid gegeven hadden werden geplaatst. Aan twee machinist-leerlingen werd op verzoek een eervol ontslag uit de dienst verleend ; het aantal machinist-leerlingen aan doze inrigting bedraagt alzoo 43. Aan de lessen van het hoogste studiejaar werd door 18 , aan die van het tweede door 25 jongelieden deel genomen. IJver,, leerlust en gedrag lieten over het algemeen weinig • to wenschen over. Een nieuw reglernent voor de opleiding word in den loop van 1871 vastgesteld. § 9. OPLEIDING VAN STUURMANSLEERLINGEN, MGTMATROZEN EN JONGENS A.AN BOORD VAN HET WACHTSCHIP TE AMSTERDAM.
Stuurmansleerlingen. Op 26 September 1870 waren aan boord van het wachtschip to Amsterdam 12 stuurmansleerlingen. 4 hunner deden een zeer voldoend , 1 een voldoend examen als 4de stu urman. Met 1 October 1870 werden zij tot 4de stuurlieden bevorderd en op het wachtschip te Willemsoord. overgeplaatst. De 7 toen nog aan boord van het wachtschip to Amsterdam overblijvende stuurmansleerlingen werden achtereenvolgens op active kt chepen geplaatst.
1 jongen. De oefeningen hadden gedurende den loop des winters even als vroeger plaats. Het schrijven , lezen en rekenen , door de oudste leerlingen minder regelmatig beoefend , word aan de overige leerlingen , alsmede aan de ligtmatrozen en jongens , geregeld onderwezen. Ten gevolge van eenige bevorderingen en aanvulling gedurende de wintermaanden , was het getal der zich op 1 Mei 1871 aan boord bevindenden 45 leerlingen der 2de klasse ; 2 matrozen ,, 3de 29 ligtmatrozen on 3 jongens
,
zoodat de zomertogt een aanvang nam met 79 voor de opleiding bestemde jongelieden. 1 leerling, 6 ligtmatrozen en 1 jongen werden wegens onbevattelijkheid verwijderd ; 2 leerlingen verloren gedurende de zomertogten het Leven en 1 leerling werd wegens ligchaamsgebreken afgekeurd. Na afloop der zomertogten deden 22 leerlingen eon voldoend examen voor bootsmansleerling 1ste klasse, ten einde op active schepen te worden overgeplaatst. 4 leerlingen , 1 matroos der 3de Masse , 5 ligtmatrozen en 1 jongen , werden wegens ongeschiktheid verwijderd ; 1 matroos der 3de klasse en 11 ligtmatrozen werden tot bootsmansleerling 2de klasse bevorderd , 3 ligtmatrozen sedert Mei 1871 aan boord van de Ternate geplaatst, zoodat de wintercursus aanving met : 27 leerlingen der 2de klasse ; 10 ligtmatrozen en 1 jongen. Vermits het duidelijk bleek dat het lezen , schrijven on rekenen ook door de oudste leerlingen moest worden onderhouden , en het onderrigt in de gymnastiek gedurende het laatste jaar van hun verblijf aan boord niet mogt worden gemist , werd hierop bij de vaststelling van het nieuwe tableau voor den wintercursus gelet. Het onderwijzend personeel beantwoordde over het algemoon voldoende aan zijne verpligtingen. Gedrag en ijver der schepelingen gaven reden tot tevredenheid. ,
b. Ligtmatrozen en jongens. Van de 16 ligtmatrozen en 29 jongens aan boord van het wachtschip to Amsterdam , werden 3 ligtmatrozen en 9 jongens in de 1ste en de overigen in de 2de afdeeling van onderwijs geplaatst. Jongens , die van andere wachtschepen , nit de werving of van de kanonneerboot to Leiden bij de opleiding geplaatst werden , zij n vooraf geexamineerd en , naar mate van meerdere of mindere bekwaamheid en aanleg , aan de eerste of tweede afdeeling toegevoegd. In den loop van het jaar werden nog 4 ligtmatrozen en 3 jongens bij de opleiding geplaatst , die alien op 27 Mei 1871 een zeer voldoend examen voor stuurmansleerling aflegden. Drie hunner , 2 ligtmatrozen en 1 jongen , werden op 6 Junij 1871 tot stuurmansleerling bevorderd en in September daaraanvolgende op 't wachtschip to Willemsoord overgeplaatst ; de 4 overigen bevonden zich nog aan boord van het wachtschip to Amsterdam on volgden de de lessen der 1ste afdeeling ; zij ontvingen daarenboven onderwijs in de eerste beginselen der stelkunde. In de late afdeeling nemen thans 20 leerlingen , 11 ligtmatrozen en 9 jongens , aan het onderwijs deel ; onder de 27 leerlingen in de 2de afdeeling bevinden zich 11 ligtmatrozen en 16 jongens. Op enkele uitzonderingen na , was hun gedrag gunstig, en gavett aanleg en ijver van het meerendeel voor de toekomst goede verwachtingen.
§ 11. QPLEIDING VAN MILITAIRE GENEESKUNDIGEN.
Het onderwijs bleef op denzelfden voet ingerigt. De cursus sing aan met 93 studenten zijnde 8 meer dan in het voorgaande jaar. 5 werden op hun verzoek eervol ontslagen : 2 voor de landmagt en 3 voor Indio. 1 student , voor Indio bestemd , overleed. Aan 3 jongelieden werd gedurende den cursus 1870/71 , dispensatie verleend van het admissie-examen , bedoeld bij art. 10 van het voorschrift nopens de toelating enz. van militaire studenten ; zij werden , na overlegging van een bewijs dat aan de bepaling van alinea 1 , art. 4 der wet van 1 Junij 1865 (Staatsblad n°. 59) was voldaan , tot militair student benoemd , namelijk 2 bij de landmagt en 1 voor West-Indio. Bij het einde van den cursus bedroeg het getal studenten 90. De uitslag van het gehouden jaarlijksch onderzoek was vrij voldoende. De afloop derlaatstgehouden natuurkundige staatsexamens was gunstig , en bevestigt de in bet vorig Verslag 18
70 uitgesproken verwachting , dat de jongelieden , bij vlijtige studie en goede regeling van hun studieplan , het examen als arts met goed gevolg zullen afleggen. Drie studenten hebben aan het examen als arts voldaan, to weten :
De cursus 1871/72 begon dus met een getal van 101 studenten , verdeeld als volgt: voor de landmagt . . . 28 »
voor de landmagt 1 ; »
» zeemagt Oost-Indie
1.
voor de landmagt 9 ; zeemagt 1; Oost-Indie 25;
Het onderrigt in den wapenhandel heeft ook dit jaar geregeld plaats gehad ; de gunstige invloed van dit onderrigt op houding en voorkomen der militaire studenten valt niet to miskennen. Voor het toelatings-examen meldden zich ditmaal 33 adspiranten aan. 13 legden een voldoend examen af. Zij werden tot militair student aangesteld voor de volgende diensten
1,
terwiji vender aan 1 jongeling dispensatie ward verleend van het afleggen van het admissie-examen , bepaald bij art. 10 van bovengemeld voorschrift ; aangezien het diploma, bedoeld bij alinea 1 van art. 4 der wet, door hem ward overgelegd. Hij ward benoemd tot militair student, bestemd voor de dienst in Oust-Indie. Van de afgewezenen werden achterlijk bevonden 2 in de nederlandsche taal ; latijnsche 3 ))
2
2
hoogduitsche
4
engelsehe grieksche
17
9 »
4
voor het leger 11;er. to lande
2 officieren van gezondheid der 2de klasse voor de 1ste klasse , met goed gevolg; 7 officieren van gezondheid der 3de klasse voor de 2de klasse met goed, 1 met ongunstig gevolg ;
b. voor het leger in Oost-Indie: 1 persoon voor officier van gezondheid der 3de klasse;
))
§ 12. OPLEIDING VAN MILITAIRE APOTIIEKERS V0013, IIET LEGER IN OOST- EN WEST-INDIE. De kweekelingen , 12 in getal, waren gedurende den cursus 1870/71 gelijkelijk over de vier studieja,ren verdeeld. De emeritus-hoogleeraar G. J. MULDER leidde ook nu weder den cursus. De studie verliep van alle kweekelingen norma al , behoudens kleine stoornis door ongesteldheid. Over lien gedrag wordt een zeer gunstig getuigenis afgelegd ; de geest van velen wordt zelfs zeer geroemd. De kweekelingen van het 4de studiejaar werden — twee hunner na het afleggen van een nader examen in de prak-
tisehe vakken benoemd tot apotheker der 3de klasse bij de militaire genL eskundige dienst in Nederlandsch lndie. De hoogleeraar MUI,DER gaf in bet algemeen een gunstig getuigenis over de vorderingen der kweekelingen van de drie eerste studiejaren. ,
))
rekenkunde ; LAGER ONDERWIJS.
10 » » stelkunde ; 15
meetkunde;
6
» geschiedenis ;
7
.
beiden met goed gevolg.
5;
" fransche
,, West-India .
1 apothekei. der 3de klasse voor de 2de klasse ;
» zeemagt 4 ;
)1 West-Indie
. 52
c. voor het leger in West-Indie:
voor de landmagt 3;
Oost-Indie
» Oost-Indie . .
Voor het herhalingsonderwijs der militaire studenten werden weder instrumenten , boekwerken en tijdschriften , deels door aankoop , deels uit den aanwezigen voorraad van 's Rijks hospitaal to Utrecht , verstrekt. Gedurende den cursus 1870/71 zijn aan dat hospitaal de volgende examens afgenomen : a.
West-Indie 2.
»
. . 20
waaronder zich 3 artsen bevonden.
Voorts bezitten 37 studenten het diploma als candidaatarts. Zij bereiden zich voor op hot geneeskundig staatsexamen ; en wel:
•
» zeemagt . .
§ 1.
De volgende tahel vermeldt het aantal openbare en bijzondere scholen bij het einde van 1670.
aardrijkskunde.
Wegens ligehaamsgebreken werden wezen.
GEM!. EN AARD DER SCIIOLEN.
jongelieden afge-
•
Openbare scholen. ''cl
Gesubsidieerde bijzondere scholen.
u3
PROVINCIEN.
.5
aS 5 :,----), .-. 2
:Ci
F.5 •',-: -
;-i
f....
Niet gesubsidieerde bijzondere scholen. 71 ril
al
;.4
k; a) XI '- to & :,;; a) at rz ' .4 O C) (1) Id c/3 CID c) cd iy; tk bkrcs .-. •,-.. •,-, : tD7:3 """ :Pe .0 "' o g 0 P I 0 •'-' . P PI ''''' = 0 0 0 0 p. p.-: 0 ;4 O r., cd CD. r, ce 0 ro O a) 0 a, ;... r. r. Zi a) et cd a) a) 0 a Pt' -4-, ) c:D CD ttn 0 4-8 a) tO / I a) be ) = 0 h. cd 6.1 ,4 1,4 ce 0 ° E-4 0 ° "" E-4 a) tiD
cs 0
.TOTAAL.
:C$
rZ
:rz? Cu :rA, r. r. kt a) to
F 4:: ., ca 0
= 0 ;-n
'5 0 ;... .. a) 4)
• ad cd -...
0 ° \
43
E.-4
d WI
7 3 cd "
0 C.)
":I =
4
E
a) be
Noordbrabant
239
65
301
2
8
10
42
96
138
283
169
452
Gelderland
264
56
320
23
31
54
41
77
118
328
164
492
Zuidholland
271
56
327
'.
14
14
81
119
200
352
189
541
Noordholland
238
80
318
4
11
15
56
148
204
298
239
537
Zeeland
104
42
14G
3
1
4
10
18
28
117
61
178
Utrecht
74
7
81
»
17
17
3u
43
73
101
67
171
Friesland
325
28
353
*
9
9
36
12
48
361
49
410
Over iksel
194
13
207
10
19
29
27
18
45
231
50
281
Groningen
205
21
226
5
9
14
22
9
31
232
39
271
1 Drenthe19
2
151
»
4
4
7
2
9
156
8
161
120
55
175
*
6
6
8
41
49
128
102
230
Limburg.
Totaal .
2183
425 2C08
47
129
176
360
583
943 2590 1137 3727
In 1869 .
2179
417 2596
46
128
174
361
593
954 2586 1138 3724
1
1
Verneerdering . .
4
8
12
Het geheele aantal scholen vermeerderde derhalve met 3. De openbare scholen namen toe met 12, de gesubsidieerde bijzondere met 2 ; daarentegen verminderden de niet gesubsidieerde bijzondere met 11. Het aantal scholen werd in de verschillende provincien gewijzigd ale volgt :
Noordbrabant. Vermeerdering van het getal openbare scholen met 2, die aan den Sambeekschen hook (gemeente Sambeek) en die to Nieuw Borgvliet , zijnde een gemeenschappelijke school voor de gemeenten Bergen op Zoom en Woensdrecht. Het getal gesubsidieerde bijzondere scholen bleef onveranderd ; tegen de opheffing van eene to 's Hertogenbosch staat over , dat de niet gesubsidieerde bijzondere school voor meisjes to Wouw in eene gesubsidieerde werd veranderd. Ook bet getal niet gesubsidieerde bijzondere bleef hetzelfde , niettegenstaande menige school werd opgeheven en ook opgerigt. Opgeheven werd eene school to 's Hertogenbosch, to Breda, to Oosterhout, to Werkendam en to Almkerk. De scholen ander leiding van geestelijke zusters to Breda en Dongen ondergingen in z66ver wijziging, dat eene harer scholen in eene andere werd ingesmolten. In het geheel gingen dun 8 niet gesubsidieerde bijzondere seholen to niet ; daarentegen werd een gelijk getal opgerigt, ale : 3 door geestelijke zusters te Gilze, to Someren en to Stratum ; 1 door geestelijke broeders voor minvermogende jongens to 's Hertogenbosch ; 1 door de Roomsch-Katholijke gemeente to Fijnaart ; 1 to Werkendam ; 1 to Bergen op Zoom en 1 te,'s Hertogenbosch , de beide laatsten voor meisjes. Aileen de drie laatste scholen zijn ook voor meer uitgebreid. lager onderwijs bestemd en voor rekening van (len hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeres.
2 — 1 — 10 — 11 i
4 — 1
3
In alle gemeenten waren openbare scholen aanwezig. Met uitzondering van zeer enkele gevallen , waaromtrent door het schooltoezigt onderhandelingen zijn geopend, is, volgens het getuigenis van den inspecteur , niet gebleken van de noodzakelijkheid tot het vermeerderen van het getal scholen. Het getal gemeenschappelijke scholen bled' 11. Het 2de, 3de on 4de lid van art. 17 werd niet toegepast.
Gelderland. Bij het einde van 1870 bedroeg het getal openbare scholen 1 meer dan in 1869. Door de opening namelijk eener school te Hoog-Soeren (Apeldoorn) steeg het getal van 319 tot 320. Het getal gesubsidieerde bijzondere scholen verminderde met 1. Opgeheven werden de bijzondere avondschool to Heerden (Harderwijk) en eene to Tiel; door intrekking van het subsidie aan de meisjesschool to Bennecom (Ede) ging doze over tot de categoric der niet gesubsidieerde bijzondere scholen ; de gesubsidieerde bijzondere avondschool to Groesbeek was in het vorig verslag ten onregte afzonderlijk vermeld. Daarentegen werden in de gemeente Haaften (te Haaften , Hellouw en Tuil) gesubsidieerde bijzondere scholen geopend. Het getal niet gesubsidieerde bijzondere scholen vermeerderde met 2. Zij werden opgeheven to Velp (Rheden), to Putten , to Bemmel , to Elst 2 on to Huissen. Scholen werden opgerigt to Ermelo , to Oldebroek, to Warnsveld, to Silvolde (Wisch) , to Doesburg en to Lobith (Herwen on Aerdt). Eene gesubsidieerde bijzondere school to 'Tel werd, zoo als boven is gezegd, tot de niet gesubsidieerde bijzondere overgebragt. In alle gemeenten waren openbare scholen aanwezig , behalve in de gemeente Hemmen. Zij had met de gemeente Dodewaard eene gemeenschappelijke school, die te Dodewaard is gevestigd. Hot grootste deel der schoolpligtige
72 kinderen uit Hemmen maakte echter gebruik van de aldaar aanwezige bijzondere school. Er zijn 12 gemeenschappelijke scholen. Toepassing van art. 17 , 2de , 3de en 4de lid , vond geen plaats.
Zuidholland. Het getal openbare scholen klom van 325 tot 327 ; de gesubsidieerde bijzondere school te Noordwijkerhout werd weder in eene openbare veranderd ; te Dubbeldam werd ,eene -nieuwe openbare school gesticht. In het getal der gesubsidieerde en niet gesubsidieerde bijzondere scholen kwam geene verandering. Door de vereeniging der gemeenten Broek , Zuid• en Noord-Waddinxveen is het getal der gemeenschappelijke scholen van 9 tot 8 gedaald. De gemeente Vlaardingerambacht bezit geene openbare school ; de kinderen van daar ontvangen , ten koste der gemeente, onderwijs aan de openbare scholen to Vlaardingen , Schipluiden en Kethel. Door Gedeputeerde Staten werd , aanvankelijk met goed gevolg , aangedrongen op verrneerderiog van het aantal scholen in de gemeente Mijnsheerenland , ten behoeve van de kinderen in de buurtschap Stougjesdijk. .
Noordliolland. Te Amsterdam word eene to Haarlemmermeer 2 openbare scholen opgerigt, en Naar getal tot 3-18 verhoogd. Eene gesubsidieerde bijzondere school te Beverwijk werd opgeheven. Eene soortgelijke school aldaar was vroeger ten -onregte onder de niet gesubsidieerde bijzondere scholen gerangschikt. Van de niet gesubsidieerde bijzondere scholen werden er ,opgeheven : 3 to Alkmaar, 11 to Amsterdam, 1 te Enkhuizen , 2 to Haarlem , 1 to Muiden en 2 to Zaandijk. Van de niet gesubsidieerde bijzondere scholen moet verder,, gelijk boven is gezegd , eene tot de gesubsidieerde worden overgebragt. Daarentegen werden er opgerigt : 1 to Alk, 5 to Air. sterdam , 1 to Haarlem , 1 to Hoorn en 1 to Venlinizen. Aan het elude van 1b70 waren er 204 soortgelijke scholen. Elke gemeente had ton minste eene openbare school. De eeni,„ge gemeenschappelijke school in doze provincie is die to Obdam (aan den Spierdijk) , toebehoorendo aan de gemeenten Berkhout , Hensbroek , Obdam en Spanbroek. Art. 17 , alin. 2, 3 en 4 der wet word niet toegepast. Op enkele plaatsen , met name te Amsterdam , laat de behoefte aan uitbreiding van het getal scholen zich meer en meer ,gevoelen. Zeeland. In het getal der openbare en der gesubsidieerde bijzondere scholen kwam geene verandering. Van de niet gesubsidieerde bijzondere scholen werden er 2 , beide to Middelburg , opgeheven ; eene van doze was eene meisjesschool , waar ook meer uitgebreid lager onderwijs werd gegeven. Het geheele aantal scholen daalde derhalve van 180 tot 178. Even als in 1869 was enkel de gemeente Heille zonder openbare school , on gingen de kinderen van daar to Aardenburg en te Sluis ter school. Gemeerischappelijke scholen waren er ook in 1870 niet. Art. 17, 2de , 3de en 4de lid der wet wtrd niet toegepast. Door Gedeputeerde Staten was goedgekeurd dat art. 20 der wet zou worden toep.past op eene op to rigten openbare school to Kruisdijk (gemeente Groede). Dat besluit werd vernietigd bij Koninklijk besluit van 22 Januarij 1870, no. 12, onder n°. XLIV van bijlage I achter dit verslag medegedeeld.
{Utrecht. Het aantal openbare scholen is onveranderd •gebleven ; dat der -gesubsidieerde bijzondere met 2 vermeerderd , door de toe kenning van subsidie aan eerie dusver Diet gesubsidieerde bijzondere, en aan cone nieuw opgerigte school , beide to Baambrugge, 5 niet gesubsidieerde bijzendere scholen werden opgeheven te Utrecht , ook verviel de eerste der twee bovenbedoelde (scholen to Baarnbrugge. Daarentegen werden nienw opgerigt: one bijzondere Roomsch-kathoFteke school to Utvecht , to Houten en te Mijdrecht De 12 gemeenten , in het vorig v-erslag vernwld , bezaten -
ook in 1870 geen© openbare scholen ; zij voorzagen op dezelfde wijs als in 1869 in de behoefte aan onderwijs. Het getal gemeenschappelijke scholen bleef eveneens 7, op dezelfde plaatsen waar zij in 1869 gevestigd waren. Toepassing van art. 17 , 2de , 3de en 4de lid , vond geen plaats.
Friesland. Het geheele aantal scholen vermeerderde met 2 en klom alzoo tot 410. Opg,eheven werden de openbare school te Terwoude , ten gevolge der vereeniging met die van Gaast , en de niet gesubsidieerde bijzondere echelon voor meer uitgebreid lager onderwijs te Buitenpost en to Heerenveen. Daarentegen werden opgerigt eene gesubsidieerde bijzondere meisjesschool to Heerenveen , alsmede niet gesubsidieerde bijzondere scholen te Bergum , to St. Nicolaasga, te Wolvega en to Oosterend. Ofschoon alle gemeenten openbare scholen bezaten , waren er 70 dorpen in welke deze werden gemist. De in die dorpen woonachtige kinderen bezochten de scholen der in de nabijheid gelegen plaatsen. Te Oranjewoud (Schoterland) en to Nieuwe Bildtzijl. (Ferwerderadeel) word de oprigting eener openbare school, door Gedeputeerde Staten bevolen. Tegen dit bevel kwamen de gemeentebesturen bij den Koning in beroep , welk beroep , voor zooveel Schoterland betreft , word gegrond verklaard bij Koninklijk besluit van 18 December 1670 , n°. 5 , onder n°. XLV van bij lage I achter dit verslag medegedeeld. Omtrent het door het genaeentebestuur van Ferwerderadeel ingesteld beroep werd in 1870 nog geen beslissing genomen. De drie gemeenschappelijke scholen , in dit gewest aanwezig , waren gevestigd en strekten ten behoove van de gemeenten of dorpen in het vorig verslag vermeld. Overijssel. Het getal openbare scholen werd met eene vermeerderd : de bijzondere school van de Maatschappj van Weldadigheid to Willemsoord werd namelijk als Rijkslagere school overgenornen. In het getal der bijzondere scholen kwam geen© verandering. In alle gemeenten waren openbare scholen gevestigd ; gemeenschappelijke scholen waren bier niet. Door Gedeputeerde Staten was bevel gegeven tot stichting van eene openbare school in de buurtschap » de Krim , " gemeente Gramsbergen. De raad dier gemeente kwam biertegen in beroep bij den Koning , welk beroep werd ongegrond verklaard bij Koninklijk besluit van 11 October 1870 , n°. 13 (n°. XLVI van bijiage I achter dit verslag). Groningen. Terwijl hot getal der gesubsidieerde bijzondere scholen hetzelfde bleef, vermeerderde dat der openbare en dat der niet gesubsidieerde bijzondere met 2. Er waren dus aan het einde van 1870 in het geheel 271 scholen tegenover 267 in 1869. Openbare scholen werden geopend to Plaggenborg ,(Vlagtweddel en to Veendam ; niet gesubsidieerde bijzondere scholen to Doezum (Grootegast) en to Ulrum. Alle gemeenten dozer provincie. bezitten openbare scholen. Even als in 1869 waren er 4 gemeenschappelijke scholen ten behoove van de gemeenten in het vorig verslag verrneld. Art. 17, 2de, 3cte en 4de lid, werd niet toegepast. Drenthe. Het getal der openbare scholen vermeerderde met Une, die aan den Havelterberg (Ilavelte). Eerie Diet gesubsidieerde bijzondere school van nicer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes werd to Assen geopend. In het getal der gesubsidieerde bijzondere scholen kwam goon verandering. In alle gemeenten waren openbare scholen nanwezig. rddne gemeenschappelijke school. bestond to Altervecr , your de gemeenten Hooge%'eon en Zuidwolde. Toepassing van art. 17 , 2de , 3de en 4de lid , vond gem plaats. Limburg. Het getal der openbare en gesubsidieerde bijzondere scholen bleef onveranderd ; dat der niet gesubsidieerde bijzondere vertninderde m©t 2. De gemeente Rijckholt bezit geen© openbare school: de kinderen worden toegelaten op de school to Gronsfeld. Er
73 zijn 6 gemeenschappelijke scholen , namelijk to Schin op Geulle, voor ldie gemeente on Strucht ; to Grevenbicht , voor die gemeente en Obbicht en Papenhoven ; to Haelen , voor die gemeente en Nunhem • in de buurtschap Ell voor de gemeenten Hunsel en Grathem ; to Thorn voor die gemeente en Ittervoort; to Meijel voor die gemeente .en Deurne.
Toepassing van art. 17 , 2de, 3.4le en 4de lid , vond gen plaats. Gelijk in de beide vorige verslagen volgt bier een overzigt van den verschillenden aard der niet gesubsidieertle bijzondere .scholen.
19
74 DIAKONIE- EN WEESHUISSCHOLEN.
SCUOLEN VAN
VEREENIGINGEN.
Scholen voor Protestantsche. Protestantsche.
Roomsch-Katholieke.
Israelitische.
PROVINCIEN.
Gewoon L. 0. '2.. 1. 7 .
4.
3.
5.
6.
8.
7)
3
Zuidholland . ..' .
9
Noordholland .
»
3
4
3
1
4
14
7.)
1
7)
4
. .
Friesland.
•
9.
i,
4
2
30
60
1
13.
14.
15.
16.
7
13
8
21
6
6
12
13
10
4
2
8
7
1
5
3
-
6
3
7
3
6
4
4
7)
of de
rubrieken begrepen.
18.
1
10
7
niet in de vorige
TOTAAL.
hoofdonderwijzeres.
7
26
7)
12.
))
b o o fd onder wij z e r Overige.
12
2
/7
2
Overijssel. „
11.
2
Scholen
Meer Meer Meer Meer Meer Meer Gewoon Gewoon Gewoon Gewoon Gewoon uitgebreid uitgebreid uitgebreid uitgebreid uitgebreid uitgebreid. L. O. L. O. L. O. L. O. L. O. L. O. L. O. L. O. L. O. L. O. L. O.
1 0.
1
2
Zeeland .
Utrecht
rekening van den Israelitische.
Van geestelijke orden.
Overige.
Meer Meer Meer Meer Gewoon Meer Gewoon Gewoon Gewoon uitgebreid uitgebreid uitgebreid uitgebreid uitgebreid L. 0. .L. 0. L. 0. L. 0. L. 0. L. 0. L. 0. L. 0. L. 0.
Noordbrabiant .
Gelderland .
Van de Vereeniging voor Christelijk Nationaal schoolonderwijs.
Roomsch-Katholieke.
19.
20.
28
21.
'22.
23.
1
42
96
4
41
77
81
119
56
148
10
18
»
30
43
»
36
12
yt
27.
18
))
22
»
7
n
38
3
3
77
11 ..
1
120
5
5
1
»
2
31
1
3
3
1
2
3
2
9
1
»
7 r
Groningen . • •
10
2
2
Drenthe .
6 o
Limburg . .
Totaal in 1869
46
Vermeerdering
-- 6
2
»
»
.
.
7)
7)
Totaal in 1870
1
,)
11
14
10
17 f
5
3
1
4
33
81
38
50
37
63 I
140
34
78
38
43
21
64 I
128
25 I
7
16
1 I
12
6
9
20
21
6
4
2
1
5
1
36
315
28
12
360
583
57
353
21
15
I 361 1
593
— 21
-- 38
7
41
1
- 10
7G § 2.
hoofd- en hulponderwijzers , hoofd- en bulponderwijzeressen , benevens mannelijke en vrouwelijke kweekelingen, bij de lagere scholen in 1870.
ONTERWUZEND PERSONEEL.
In het _hiernavolgend overzigt vindt men het getal der
(•nahAnoIA) •no2aila)ieo enx
to r-4 ,"4
VD N
• UOSSAJOZrptileptIOdITIE
0")
•uassaiezpiaopuopjooll (•uannuic) •no2agovenix
0
oo
•xt4 •H's
C
'104
1CD 'It
*4
c
Cre
CD
C)
to CO
N.
CO
.T14
r-4
r-♦
r-4
1 ∎ 14
Cr, C.,
GO
( uouunci ) •tio2anova.m.x .
t0 Get
N C.S.,
3
CO
oCO0 CD
CO
1r: to
.
weD N
N
►i")
C.0
1fD
di
C7)
r-4
N
CO
.;1.4 r.44
N
CT) r-4
CO Cl;
CO w..1 NCO
CO
Cn
cn
•siazrp,liapuopjooll
,t4
CO L.
',V
CO
T-4
N
,t4
N14 r4
CI
to
CO
r-4
CO
GC)
N
N
CO
CO
0)
N
C,1 *-4
Cs,
CO co 0(X) CO • CO .14 in; CO CO
N
krZ CO
CO
C.- in
In
tp
v".`.
CO
CO
CO
r-4
r-4
,f4
.1;
tO
CO
7-4
GT)
CO di N
e.4r-4 11-CD
r-4
(•nanuuw)
CZ
CO 0 C.0
.44d4
CO 0 N
'11OSSOJOZ fi Al..19p110pj0011
,t4
r-i
tO
r-4
N
04
r-4
O
CD
tO
t'• 0
CO
Ca
to
r-4
C.N1
,r4
CO
tO
CrD
CS)
CO 0 cO ,t4 .T.t(
r-4
N
O
c/4
1CD
u'D CO
t+
•S.I9Z fpuopuodinll
•aessoaezfp&aopuodinll
00
•Tti
-
(•ueseino.TA) •uactllovaAIN
cr,
r.14
leD
CO
kO
r-4
'4
0
tO
-Tfq N
C",
CO
r-4
Cr)
trZ
N
r-4
CO
•Tt4
:14
vez
gittl
r-4
00
ICJ
• CO
•ues80.102rimaapuopiooll
0 a) bA C)
CT) N
CO CO N r-4
suassaiezfimiapuodinit
rc5 • a) 0 r4=1 0 •,••
C.0
N*,1
C,N
(•'uo.m.no.TA) •ua.ouipmaa46.31
0 N
11.M CVZ
.04
C'D
a) "ct
,14 r-4
r-1
."14 keD
'SJOZCIAUOpuopjooH
GO rug
tO
et4
r-4
t".
CO
•saezpuopuodinll
O
t, 1-4
r-4
1CD
CO t•
tt"
Cn1
•TIO.o L1 .1103100 CO
•saozbtaapuodinll
.0 , C",
C",
O
C)
rz:$
•siezpiiapiloppoll
(•neAtnoiA) •uo2uHaIaan&N
0
,r4
.7,11
co
o
N
r-4
I,
CO
CO
tCJ
C
C
,f 4 ej0
0
N
CO
O1
tO
CO
O
CO C) 0 ,1 C\1
1M
r-4
1-44 14-4
•tiesseiezp&aopuodinll
c.)
A
a. 0
ras
rs.
(•uouunv) • -uaalioNoatitx
C\I
•saazflAtiapuodinn
N
r-4
N
CO
•CO 11" C N IrD CO r-4 CO
c.0 r-i
CO CO N
CO to
N 4
CA
CO
CO
CO
t00
•saazfimaopuonjooll
CO 04
CO
r.
C",
tO C\1
GO
• LIOSSELTAZII.AiJOptiOpj001-1
CZ
CO
C
CT) N
.‘14
CT,
Gs,
r1
CO
A
ct a) a,
N
-4.:
CO
04
CT,
CO
C.0 O N N
,.=
A
,.5., c.) rn 0 © t-, • r.
+
:.4
cr.)
te"Z C\1
r-4
a) w
al
:,--, r•-. C) ›.
44 0
N
N
CrJ
N N
r-4
C) N tfJ
C 1,1 keD
Cne
CT)
to
rt:5 rci
tO
r-4
1-4
(2:)
CO
O CO
r.4
.C:
ry,
0
a)
at)
•- $21 0 U4 U
0 ,.A
tA
1...
r0
"5 0 E t. P 14 . -
77 flu nadere inzage der tabel ontdekt men ton aanzien van : bij 'het einde van 1870 bestaande , deels door opheffing van eenige niet gesubsidieerde bijzondere scholen. De vermina. de openbare scholen , dering der vrouwelijke kweekelingen doet zich enkel de bijzondere scholen voor. vermeerdering Opmerkelijk is de uitbreiding, die het getal der hulponderwijzers en hulponderwijzeressen in de laatste drie . 9 met . • der hoofdonderwijzes jaren onderging. In 1868 ging dat getal vooruit met. 103, in 1869 met 271, in 1870. met 192. Die uitbreiding is niet . 127 r • • • • • hulponderwijzers enkel het gevolg van de bepaling in art. 18 der wet, maar a . 18 . • • • » hulponderwijzeressen ook voor een deel toe te schrijven aan de vervanging van kweekelingen door hulponderwijzers en hulponderwijzeres2 » kweekelingen (vrouwen) sen , waartoe de gemeentebesturen allengs meer overhellen. Zoo werden to Sappemeer alle kweekelingen als docenten vermindering : afgeschaft en zijn daar thans een vijftal hulponderwijzers der kweekelingen (mannen) met 25 werkzaam. Inzonderheid in de provincien Noordholland, Friesland, Overijssel en Groningen is die vermeerdering b. de gesubsidieerde bijzondere scholen , zigtbaar. Algemeen is de klagt over gebrek aan geschikte•mannevermeerdering lijke kweekelingen. Hier en daar is, met goad gevolg, door 2 de aanstelling van vrouwelijke kweekelingen in die leemte met . der hulponderwijzers voorzien. De schaarschheid van kweekelingen is ten deele 1 • » hoofdonderwijzeressen If het gevolg van de vermeerdering van het hulponderwijzers5 personeel , doch ten deele ook toe to schrijven aan den » hulponderwijzeressen overgang van eenige jongelingon naar de scholen van middelbaar onderwijs. verntindering : Hoewel over het algemeen aan het voorschrift van art. 18 6 wordt voldaan , blijft het op vele plaatsen wenschelijk met der hoofdonderwijzers dat de gemeentebesturen konden besluiten tot uitbreiding • • kweekelingen (mannen) 5 van hot hulppersoneel, ook zonder dat het voorgeschreven 3 minimum van loerlingen bereikt is. Gunstige uitzonderin(vrouwen) » gen hierop waken de aanzienlijksto gemeenten in Overijssel, waar men zich niet tot dat minimum beperkt, maar meer c. de niet gesubsidieerde bijzondere scholen , met de belangen van het onderwijs to rade gaat. vermeerdering : In 1870 stonden er aan het hoofd van 245 openbare met 11 der hulponderwijzers scholen hulponderwijzers , overeenkomstig art. 20 der wet. Daarvan werden gevonden in : . . 38 • kweekelingen (mannen) 51 Noordbrabant ; . 29 • hulponderwijzeressen :
vermindering
met .
der hoofdonderwijzers • hoofdonderwijzeressen
•
•
•
•
•
•
15 •
•
7
1
» kweekelingen (vrouwen) voor alle lagere scholen te =men is er , vermeerdering : der hulponderwijzers •
kweekelingen (mannen)
•
hulponderwijzeressen
met
140
33
Zuidholland
2
der hoofdonderwijzers » hoofdonderwijzeressen kweekelingen (vrouwen)
met .
•
•
•
Zeeland .
• • • •
6 2
Friesland
11
Overijssel
31
Groningen
29
Drenthe Limburg
6
• • •
Utrecht .
52
12
8
Noordholland
8
vermindering :
•
Gelderland :
56 •
•
•
16
Scholen onder do toopassing van art. 51, derde lid , waren er 14: 1 in Gelderland en 13 in Drenthe. § 3. GETAL DER LEERLINGEN.
2
De vermindering van het getal hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen is veroorzaakt deels door vacatures
In do vier volgende tabellarische overzigten zijn opgenomen de leerlingen , die op 15 Januarij , 15 April , 15 Julij en 15 October tot de dagschool belroorden.
20
79
78
STAAT van het getal leerlingen, die in 1870 aan de
Beneden 6 jaar.
Op den 15den October.
Op den 15den Julij. •
Op den 15den April.
Op den 15den Januarij. PROVINCIEN.
openbare scholen de dagschool bezochten.
Beneden Van Van Boven Van Van Boven 6, 7 en 9 , 10 en 6 , 7 en 9 , 10 en 12 jaar. Totaal. Totaal. 6 jaar. 8 j aar. 11 jaar. 12 jaar. 8 jaar. 11 jaar.
Beneden 6 jaar.
JON
GEMS.
Van 6 , 7 en 8 jaar.
Van 9 , 10 en 11 jaar.
Boven
Beneden Totaal.
12 jaar.
6 jaar.
Van Van 6 , 7 en 9 , 10 en 11 jaar. 8 jaar.
Boven Totaal. 12 jaar.
Noordbrabant
1 198
9 353
8 998
4 057
23 606
1 178
9 323
7 783
1 978
20 2621
1 503
9 485
7 032
1 371
19 391
1 389
9 249
6 168
1 208
18 014
Gelderland
1 201
10 781
10 140
5 047
27 172
1 645
10 605
8 667
2 377
23 294
1 887
10 572
7 462
1 532
21 453
1 641
10 310
7 171
1 597
20 719
Zuidholland
1 009
13 989
12 678
4 344
32 020
1 036
14 322
12 378
3 415
31 181
1 236
14 825
11 954
2 782
30 797
1 093
14 767
12 066
2 878
30 804
3 153
27 282
1 201
11 499
11 293
3 308
27 304
26 939
1 462
11 625
11 042
10 373
839
4 805
3.123
789
9 556
737
4 623
2 905
739
9 004
459
6 793
287
3 341
2 680
351
6 659
234
3 277
2 744
416
6 671
5 998
2 039
19 006
2 782
8 557
5 746
1 615
18 700
2 631
8 645
5 940
1 741
18 957
6 673
5 157
1 362
14 864
1 839
6 638
4 786
1 058
14 321
1 681
6 559
4 625
980
13 845
2 181
6 049
5 194
1 706.
15 130
2 385
6 267
4 994
1 354
15 000
2 333
6 121
4 990
1 337
14 781
1 162
2 972
2 541
665
7 340
1 188
2 939
2 162
410
6 699
1 129
2 757
2 039
399
6 324 9 735
1 038
11 374
10 627
3 757
26 796
1 297
11 226
10 851
3 565
582
4 642
4 243
2 649
12 116
620
4 670
3 817
1 236
185
3 204
2 913
661
6 963
227
3 294
2 813
2 317
8 470
6 715
3 045
20 547
2 531
8 438
1 521
6 686
5, 931
2 233
16 371
1 672
Groningen.
2 149
6 147
5 479
2 186
15 961
Drenthe .
1 061
2 993
2 884
1 028
7 966
Noordholland. •
•
•
Zeeland. . Utrecht. .
.
Friesland . Overijssel .
• •
• •
5 112
1 431
12 4S8
772
4 915
4 428
1 023
11 138
670
4 573
3 651
841
30 985
202 851 14 189 82 827 70 341
20 263
187 620
16 180
83 969
65 409
15 438
180 996
14 742
82 380
63 592
15 444
176 158
75 341
30 509
197 912 14 549 79 687 68 113
19 494
181 843
16 582
81 569
62 174
14 868
175 193
15 225
80 447
60 567
15 228
171 467
975
476
4 939 — 360 3 140 2 228
769
5 777
— 402
2 400
3 235
570
5 803
— 483
1 933
3 025
216
4 691
610
5 037
5 708
1 978
Totaal in 1870 .
12 871
82 679
76 316
» 1869 .
.12 409
79 653
Vermeerdering .
462
3 026
Limburg .
.
13 333
640
5 255
PIEIS
J E S.
840
5 378
4 549
1348
12 115
897
5 263
3 852
720
10 7321
1 083
5 413
3 289
427
10 212
1 021
5 012
2 907
403
9 343
Gelderland
1 050
9 027
8 054
2 429
20 560
1 467
9 195
6 776
1 439
18 877 1
1 664
9 221
5 944
937
17 766
1 463
8 853
5 600
977
16 893
Zuidholland
8h9
13 008
11 080
2 591
27 568
934
13 253
10 910
2 211
27 308
1 204
13 796
10 570
1 827
27 397
1 060
13 625
10 783
1 947
27415
Noordholland.
958
10 128
8 950
2 000
22 036
1 268
10 263
9 169
2 131
22 831
1 472
10 760
9 197
1 866
23 295
1 184
10 726
9 646
1 869
23 425
421
4 169
3 508
1 328
9 426
462
3 987
3 215
859
8 523
693
4 238
2 906
567
8 404
605
4 023
2 764
598
7 990
147
2 887
2 312
392
5 768
221
2 917
2 373
336
5 847
269
3 045
2 264
248
5 826
241
3 022
2 227
276
5 766
16 819
2 527
8 112
5 356
• •
Noordbrabant
. • • •
Zeeland Utrecht.
2 136
Friesland
1 373
Overijssel .
7 844 6 138
5 711 4 951
1 544 927
17 235 13 389
2 364 1 . 525
8 040 6 244
5 381 4 482
1 218 659
2 616
7 969
5 247
987
1 049
17 044
12 910
1 778
6 204
4 133
505 12 620
1 593
5 893
4 129
504
12 119
6 032
4 512
756
13 691
2 326
5 890
4 531
828
13 575
17 003
Groningen
2 028
5 834
4 923
1 144
13 929
2 155
5 805
4 716
941
13 617
2 391
Drenthe
969
2 784
2 494
497
6 744
1 086
2 854
2 189
360
6 489
1 106
2 876
1 939
239
6 160
1 083
2 692
1 837
216
5 828
Limburg .
449
3 489
3 802
813
8 553
449
3 708
3 366
583
8 106
591
3 469
2 804
389
7 253
497
3 115
2 294
361
6 267
Totaal in 1870 .
11 260
70 686
60 361
15 013
157 323 12 828
71 529 56 429
11 457
152 243
14 867 - 73 023
52 805
8 748
149 443
13 600
70 963
52 074
9 028
145 665
1869 .
10 976
68 006
59 795
14 621
153 398 12 878
68 346 55 137
10 791
147 155
14 936
70 250
50 583
8 458
144 227
13 791
69 289
49 315
8 867
141 262
Vermel,rdering .
284
2 C80
569
392
3 925 — 50
663
5 088
69
2 773
2 222
290
5 216
— 191
1 674
2 759
161
4 403
3 183
1 292
81
80
sTA AT van het Oal leerlingen, die in 1870 aan de Op den 15den Januarij. PROVINCIEN,
Van Van Boven Beneden Van Van Boven 6 , 7 en 9, 10 en 6, 7 en 9 , 10 en Totaal. Totaal. 6 jaar. 8 jaar. 11 jaar. i2 jaar. 6 jaar. 8 jaar. 11 jaar. 12 jaar.
JON 14 40
Gelderland
107 250
104 435
147 517
372 1 242
12 31
108 253
101 388
Op den 15den October.
Op den 15den Julij.
Op den 15den April.
Beneden
Noordbrabant
gesubsidieerde bijzondere scholen de dagschool bezochten.
127 506
Beneden 6 jaar.
Van 6 , 7 en 8 jaar.
Van 9 , 10 en 11 jaar.
Boven
Beneden
Van 6, 7 en 8 jaar.
Totaal. 12 jaar.
6 jaar.
Van 9 , 10 en 11 jaar.
Bo ven -Totaal. 12 jaar.
GEN S.
348
11
115
99
95
323
11
132
96
90
329
1 178
34
257
361
511
1 163
27
249
357
420
1 053
10
42
121
176
14
50
126
190
109
359
14
112
Zuidholland
»
12
46
118
176
»
13
46
115
174
Noordholland
21
121
82
120
347
19
119
92
121
351
22
127
94
116
359
21
131
98
Zeeland
13
60
62
49
184
15
65
57
23
160
16
76
37
10
139
12
60
26
1 »
24 »
79
170
274
1
26
77
174
278
2
31
78
180
291
6
30
81
155
272
22
140
162
»
19
134
153
17
132
149
18
99
117
243
5
15
69
163
252
4
18
75
149
246
288
37
67
61
124
292
32
66
65
129
292
61
6
54
60
3
56
59
1
1
1
•
•
Utrecht Friesland . • •
5
Overijssel
26
Groningen
»
Drenthe . Limburg .
•
•
59
» 1869 . • • Vermeordering . .
67 64 13
,,
»
•
Totaal in 1870
10
112 131 50
»
194 280 63
1
1
1
3
120
647
975
1 555
3 297
101
655
945
1 593
3 294
19
8
30 — 38
3
3 29 »
15 63 »
71 69 8
154 127 53
1
1
1
3
110
663
929
1 535
3 237
130
698
113
635
930
1 480
3 158
125
639
28
1
55
79
5
59
»
3 I
PI E I
••
Zuidholland .
••
Overijssel .
870
1 347
3 030
862
1 385
3 011
110
673
934
1 362
3 079
6
124
194
3
27
64
15
49
E S.
57
51
74
189
7
70
53
46
176
8
73
53
42
176
22
203
284
218
727
18
205
235
202
660
20
227
210
196
653
17
191
202
206
616
4
26
56
111
197
27
53
122
205
3
30
59
117
209
3
34
63
120
220
344
16
125
91
107
339
18
115
109
111
353
125
12
74
43
7
136
9
67
34
10
120
29
49
111
189
24
41
145
210
30
30
6
33
39
109 66 27 » 10
2 31
Drenthe
»
50 »
49
Totaal in 1870
700
7
Groningen Limburg .
113
205
»
Friesland .
3 205
74
»
Utrecht
1 509
55
12
Zeeland
• 868
70
16
Noordholland.
1
6 Noordbrabant Gelderland .
.
142
» 1869 .
184
Vermeerdering .
— 42
105 49 48 7 44
104 20 119 38 327,
334 147 194 45
3 16 10 »
60 23
»
383
121
» 3
59
234
374
31
10
64
74
»
14 60 »
97 41 45 5 63
110 14 122 36 327
190 41 407
5
17
43
315
380
1
16
47
326
390
39
60
53
228
380
36
60
59
239
394
8
61
69
10
57
67
767
52
273
261
172
758
51
226
368
9
63
72
767
55
271
253
188
767
57
1 489
3 447 I
143
838
903
1 484
3 368
159
915
878
1 376 I
3 328
144
853
885
1 461
3 343
895
1 272
3 146
150
799
850
1 357
3 156
161
789
824
1 358 I
3 132
143
830
900
1 415
3 288
103
217
301
7 39
53
127
212
2
126
54
18 1
196
1
23
15
46
55
257
281
180
818
998
795
23
283
269
158
•••••••••
21
•
82
83
STAAT van het getal leerlinwen die in 1870 aan de niet Op den 15den Januarij. PROVINCIEN.
Beneden 6 jaar.
Op den 15den Julij.
Op den 15den April.
Van Boven Van Beneden Van Van Boven Totaal. 6, 7 en 0, 10 en 6, 7 en 9, 10 en Totaal. 8 jaar. 11 jaar. 12 jaar. 6 jaar. 8 jaar. 11 jaar. 12 jaar.
JON Noordbrabant . .
. . •
480 324
.
Gelderland . Zuidholland . . .
370
.
Noordholland
.
Zeeland . .
368
Overijssel . Groningen. . •
Drenthe
Totaal in 1870 . •
» 1869 .
Vermeerdering .
4 808 3 561
1 420 4 700
1 011 1 388 2 029
4 064 4 441 11 907
495 295 461
3 856
2 091
10 044
99
513
467
216
1 295
1 583
64
350
1 043
771
350
2 514
417
164
664
743
398
1 969
157
341
697
586
293
1 917
357
189
75
499
567
230
1 376
2 654 16 105 16 160
8 859
2 373 14 371 15 412
748
1 616
1 512
509
1 032
781
288
2 518
695
693
389
1 934
678
582
238
1 855
•
84
132
151
40
1 256
4 172
3 280
8 686
40 842
2 590 14 287 15 100
7 881
39 858
2 853
173
2 936
117
3 227
427
186
2 122
802
4 180
4 445
2 221
6 146
393
1 826
1 991
1 524
12 221 1 719 5 734 427
12 203
540 4 870 4 864
2 013
12 287
9876,
305
3 598
3 843
2 110
9 856
85
572
522
194
1 373
91
547
522
178
1 338
Utrecht. .
71
1 503
1 528
697
3 799
59
1 487
14. 62
638
3 646
Friesland .
374
892
628
168
2 062
388
951
669
161
2 169
1 807 162 Overijssel 39 892
485
2 346
813
848
511
2 311
135
1 727
•
» 1869 .
Vermeeraering .
144
1 778 436
799
3 600
225
3 675 20 366 21 198 110 894
56 083
3 952
1 257
179 1 391
52 762
3 610
457
3 321
342
426
1 614
824
828
394
100 81
159
21
1 280
1 314
792
3 611
20 404 20 634 10 304
55 291
4 851
517
.
18 465 19 794
1 939
840 I
12 jaar.
Van 9 , 10 en 11 jaar.
Van 6 , 7 en 8 jaar.
6 jaar.
Boven Totaal. 12 jaar.
933
4 120 r
621
1 331
1 324
863
4 139
1 410
1 263
909
3 944
316
1 368
1 299
909
3 892
5 180
4 761
1 828
12 387
612
5 195
4 695
1 841
12 343
3 933
3 953
2 005
10 257
380
3 972
4 101
1, 935
10 388
506
425
164
1 196
99
464
458
178
1 199
1 622
1 547
546
3 779
64
1 650
1 530
520
3 764
1 114
765
205
2 503
412
1 149
781
216
2 558
713
783
445
2 118
235
1 944
675
765
438
2 042
680
577
204
1 882
415
668
626
135
125
40
402
82
129
127
41
379
517
588
289
1 432
42
538
556
267
1 403
15 991
7 561
43 944
• 3 220
17 177
16 280
7 450
44 127
15 372
7 532
40 953
2 850
15 466
15 237
7 668
41 221
1 916
619
29
2 991
370
1 711
1 043
— 218
2 906
4 338
4 292
1 932
12 281
1 566
4 132
4 082
1 842
11 622
1 893
1 907
1 193
5 420
444
1 875
1 816
1 276
5 411
5 209
4 827
1 952
12 816
716
5 157
4 872
2 002
12 747
3 788
3 887
1 901
9 970
415
3 774
3 971
1 897
10 057
177
473
144
1311
85
606
502
133
1 326
1 563
1 489
627
3 760
88
1 606
1 530
625
3 849
1 024
632
141
2 194
383
1 061
663
147
2 254
752
870
487
2 255
177
820
870
520
2 387
725
489
112
1 761
415
679
557
126
1 777
151
142
24
410
76
147
148
21
392
1 275
1 211
830
3 547
217
1 199
1 287
777
3 480
20 219
9 343
55 725
4 582
21 056
20 298
9 366
55 302
19 885
9 261
52 771
4 117
19 760
19 476
9.313
52 666
594
153
61
3 249 18 752 20 324 10 437
394
699
Beneden
Totaal.
1 222
15 196
397 146 435 93 231
376
34
153
Totaal in 1870 .
521
1 375
2 215
E
12 464
3 815
Boven
1 340
17 112
2 388
3 525
Limburg
4 648
321
168
43 085
Noordholland
55
102
7 998
2 100
Drenthe
164 421
2 776 16 409 15 902
2 231
734
419
43 778
432 4 878 4 793
379
64
38
387
Groningen.
1 391
Zuidholland . • •
259
520
Gelderland .
Zeeland .
366 101
407
1 670
1 858
618
3 701
MEIS Noordbrabant
362
574
38 -
Op den 15den October.
GEN E.
11 992
3 788
3 793
1 734
1 919
Van 9 , 10 en 11 jaar.
Van 6 , 7 en 8 jaar.
6 jaar.
3 987
309
590
281
4 725
1 057
Beneden
3 961 625
1 423
499
539
4 887
1 311
992
9 875
1 559
168
1 324
1 250
2 184
524
67
1 224
3 762
61
40
Limburg . .
1 309
1 364
3 11
89
Utrecht Friesland .
1 209
gesubsidieerde bijzondere scholen de dagschool bezochten.
9 704
51 573
4 152
600
3 721
699
21 312
19 473
1 839
334
82
2 954
465
1 296
822
53
2 636
85
84
STAAT van bet getal leerlinaen, die in 1870 aan
Op den 15den Julij.
Op den 15den April.
Op den 15den Januarij. PROVINCIEN.
Boven Van Beneden Van Boven Van Van Totaal. Totaal. 6 , 7 en 9 , 10 en 6, 7 en 9 , 10 en 6 jaar. 8 jaar. 11 jaar. 12 jaar. 8 iaar. 11 jaar. 12 jaar.
Beneden 6 jaar.
J ON
3 Noordbrabant
-
•
Noordholland. . •
Zeeland
• .. Utrecht. 2 Friesland . Overijssel . Groningen.
•
•
1 971 12 182 10 366 44 103 1 497 19 222 17 149 6 491 1 379 18 809 17 421 37 018 1 625 15 133 14 799 6 061 1 427 15 059 14 471 734 5 248 13 723 4 371 3 009 5 226 4 804 681 292 11 030 4 936 4 402 1 421 4 811 4 551 247 • 9 470 23 223 2 948 461 6 798 9 513 3 535 7 508 2 667 2 743 5 921 18 534 1 832 7 383 7 360 6 741 1 690 • 2 610 18 158 2 567 6 790 5 845 6 903 6 129 2516 3 104 1 153 8 528 1 246 2 700 3 086 3 161 1 128 • 5 776 14 712 678 5 687 2 209 6 276 5 577 650 •
•
•
Drenthe . Limburg
6 952
32 855
:
. •
Totaal in 1870
11 995
15 645
» 1869 .
Vermeerdering . .
i
99 431
93 451
41 399
14 883
94 679
91 698
40 788
762
4 752
1 753
611
249 926 17 075 242 048 17 252
7 878
177
99 899 87 172 94 609 1 81 143
5 290
3 029
2 102
•
Zeeland 1 Utrecht. . • • Friesland . 1 Overijssel . Groningen . Drenthe Limburg
1 459 1 325 1 295 518 218 2 510 1 537 2 433 1 024 651
Totaal in 1870 .
15 077
» 1869 .
14 409
Vermeerdering
668
9 620
9 252
3 810
24 784
2 279
9 500
8 348
Van Van 6, 7 en 9 , 10 en 8 jaar. 11 jaar.
6 jaar.
Boven
12 jaar.
Beneden
Totaal,
Van Van 6, 7 en 9 , 10 en 8 jaar. 11 jaar.
6 jaar.
Boven Totaal. 12 jaar.
GENE. 10 940
8 353
2 399
23 831
2 021
10 712
7 588
2 161
22 482
3 910
28 459
2 283
12 239
9 086
2 952
26 560
1 984
11 927
8 827
2 926
25 661
5 479
43 317
1 854
20 015
16 757
4 734
43 360
1 705
19 976
16 811
4 845
43 337
5 777 1 475
37 334
1 850
15 685
15 089
5 274
37 898
1 605
15 602
15 492
5 352
38 051
11 828
936
5 387
3 585
963
10 891
848
5 147
3 389
931
10 315
10 772
353
4 994
4 305
1 077
10 729
304
4 957
4 355
1 091
10 707
21 677
3 201
9 671
6 528
1 952
21 352
3 043
9 794
6 739
2 056
21 632
1 905
17 041
2 008
7 328
5 620
1 659
16 615
1 862
7 290
5 483
1 574
16 209
2 071
17 273
2 843
7 014
5 635
1 682
17 174
2 780
6 855
5 681
1701
17 017
758
7 808
1 290
3 074
2 293
504
7 161
1 211
2 886
2 169
496
6 762
1 691
13 832
810
5 432 ,
5 017
1 312
12 571
712
5 111
4 208
1 108
11 139
29 796 233 912
19 590
101 779
82 268
24 508
228 145
18 075
100 257
80 742
24 241
223 315
78 408
23 785
219 157
18 185
96 586
76 738
24 258
215 767
3 860
723
8 988
110
3 671
4 004
17
7 548
1 142
941
3 015
19 560
97 404
30
4 375
23 142
2 809
9 821
7 634
2 405
22 669
2 595
9 217
7 012
2 287
21 141
11341
8 061
2 326
23 839
1 924
10 919
7 618
2 459
22 920
28 855 224 859
9 083
MEIS
Noordbrabant . • Gelderland . . • • Zuidholland . Noordholland. 4. • •
2 142
4
12 343
Beneden
Op den 15den October.
24 571
9 134 28 042 1 685 10 655 097 5 215 1 692 10 669 10 466 • 1 565
Gelderland . • • Zuidholland .
.
alle laaere scholen to zamen de dagschool bezochten.
E S.
11 088
10 569
4 317
27 433
1 878
11 226
9 002
3 165
25 271
2 111
17 912
15 929
4 802
39 968
1 477
18 150
15 827
4 346
39 800
2 035
19 035
15 456
3 896
40 422
1 779
18 816
15 718
4 069
40 382
13 762
12 870
4 319
32 246
13 982
13 109
4 351
33 031
1 882
14 673
13 175
3 874
33 604
1 617
14 615
13 726
3 877
33 835
4 807 4 417 8 736 6 955 6 618 2 952 5 003
4 079
1 542
10 946
4 594
3 778
1 051
9 986
805
4 906
3 422
718
9 851
699
4 696
3 300
741
9 436
3 918
1 208
9 761
1 589 563 280 2 752 1 667 2 562 1 147 729
4 427
3 880
096
9 683
350
4 637
3 802
986
9 775
329
4 652
3 798
1 046
9 825
19 213
3 013
8 993
5 879
1 158
19 043
2 910
9 173
6 025
1 229
19 337
15 628
1 929
6 973
5 046
1 307
15 255
1 771
6 729
5 046
1 350
14 896
15 712
2 865
6 817
5 054
1 096
15 832
2 777
6 629
5 147 •
1 193
15 746
3 027
2 089
324
6 639
1 159
2 839
1 995
294
6 287
5 027
4 284
1 377
11 567
766
4 587
3 842
1 310
10 505
95 250
73 902
19 467
208 496
18 326
92 872
73 257
19 855
204 310
90 512
71 292
19 077
200 130
18 051
89 879
69 691
19 595
197 216
6 316 5 887 5 503
1 750 1 739 1 522
19 342 16 118 16 081
2 683
595
7 254
5 474
1 792
12 920
91 870 82 510
27 396
87 553 81 014
26 330
1 496
1 066
4 317
216 8531 16 923 209 306 16 638
7 547
2E5
8 991 7 071 6 564
6 055 5 393 5 281
1 415 497 1 302
3 007
2 357
414
6 955
1 199
5 259
4 933
1 563
12 481
879
23 245 210 905
19 877
92 771 77 966 87 610 75 781
5 161
2 185
21 855 201 884
1 390
9 0211
19 249
628
4 738
2 610
390 f
8 366
275
2 993
3 566
260
7 091 22
86 Deze tabellen wijzen weder op eene niet onbelangrijke vermeerdering van het getal leerlingen. Bij de openbare scholen was het op elk der vier tijdperken doch het meest op 15 Julij zeer toegenomen ; en is vooral de vermeerdering van het getal leerlingen boven 12 jaar een bemoedigend verschijnsel. De leerlingen beneden 6 jaar waren , behalve op 15 Januarij , op elk tijdstip minder dan in 1869. Bij de gesubsidieerde bijzondere scholen is insgelijks vermeerdering van het getal leerlingen waar to nemen, met uitzondering van de jongens op 15 October. Bij deniet gesubsidieerde bijzondere scholen vermeerdering van leerlingen op elk tijdstip en voor iederen leeftijd , behalve op 15 October voor de jongens boven 12 jaar. Vergelijkt men de vier tijdstippen in 1870 underling dan treft men het grootst aantal jongens en meisjes aan in .Januarij en het kleinst in October.
Vergelijkt men de bevolking der dagschool van alle lagere scholen to zamen in 1870 bij die in 1869 , dan verkrikt men tot uitkomst dat op alle tijdstippen en leeftijden vermeerdering plaats had , zoowel voor de jongens als de meisjes, met uitzondering wat de eersten betreft , van die beneden 6 jaar in April en October en boven 12 jaar mede in October , waarbij eene niet noemenswaardige vermindering valt op to merken. Tegen deze vermindering staat gunstig over de aanzienlijke uitbreiding van het getal leerlingen boven 12 jaar op alle overige tijdstippen. Het total° schoolverzuim is bijgevolg niet zoo groot als in vorige jaren. Dit blijkt nader uit de onderstaande opgaven van het vermoedelijk aantal kinderen , van 6 tot 12 jaar op 31 December 1869, en dat van hen die op 15 Januarij 1870 niet bij de lager° scholen waren ingeschreven.
Limburg
· ··-
···· In 1869 • ···
Totaal.
-
6679
34852 9533
44385 -
2330
-
608 -
2233 -
Van 6, 7 en 8 jaar.
25451
18369
1578
361
1029
1245
7ll
662
642
4925 -
28743
23818
1916
448
1104
1013
1100
856
1078
5567
5039
360fJ 4617
2704
2993
I
1819
2100
60.1- 7082 -
3628468 120130 116296 114813 llO 182
7091
3286
1827053
6919
3462
7134
1801415
7155
3400
7562
7815
9444
9741 8118
5212
5716
18207
20860
13204
12020
5206
5678
18379
20915
13792
12636
3584,083 117800 115688 112580 109577
223995
110631
3522
7722
7968
8605 7932
983G
5273
5885
19329
22951
13792
12613
10224
5473
5868
19676
22414
14162
12769
1817520
105729
225660
51065
114474
254 262
Van 9, 10 en 11 jaar.
Van 9, 10 en 11 jaar. ,
Van Van 6, 7en 8 jaar. 9, 10 en 11 jaar.
Vermoedelijk getal kinderen die in Van de 100jongens (meisjes) hebben in Januarij 1870 van de dagschool Januarij 1870 van de dagschool geen gebruik gemaakt. geen gebruik hebbengemaakt.
3986 -
23115
.
2101
29168
27067
1205
815
19129
603
1631
1928
3098
1294
1637
5337
4931
2635
2768
376
1433
i377
2233
655
874
3908
3491
1797
2170
21
16
22
10
13
14
7
24
21
28
13
14
13
11
16
25 26
20
18
18
23
25
33
25
17
11
11
19
17
23
13
29 15 18
11 12
29
24 17 21
20
23 13
17
29
22
20
2!
24
16
13
16
Jongens. Meisjes. Jongens. l\Ieisjes. Jongens. Meisj es.! J on gens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes.
Van G, 7 en 8 jaar.
Vermoedelijkgetal kinderen.
1766563
113364
54 664
111186
124906
293111
147686
145425 129356
174142
88.935
177696
90437
87259 85207
578031
300302
277729
689290
359299
329991
···· ····
433005
214962
218043
429162
Totaal.
···· ····
214823
Vrouwen.
214,339
Mannen.
····
···· ··· · ······ ········ ······· · ······
Vermeerdering
·· ·
·
Groningen
Drenthe
·
Overijseel.
N oordbrabant
···· Gelderland ···· Zuidholland . ···· N oordholland ···· Zeeland ······ Utrecht ······ Friesland. ·····
PRO V INC I E N.
Werkelijke bevolking op 31 December 1869.
87
88 Irdlgens deze opgave bestaat er met opzigt tot het schoolverzuim , bij vergelijking met het jaar 1869 ,-eene niet onbelangrijke verbetering. Voor de leerlingen van 6 , 7 en .8 jaar is de verhouding het gunstigst in Friesland, Groningen , Utrecht , Noordbolland en Zeeland ; dan volgen .Zuidholland , Gelderland, Overijssel en Noordbrabant - ; in Drenthe verminderde het schoolverzuim , voor de jongens met 4, voor de meisjes met 1 per cent ; in Limburg, eindelijk , .voor de jongens met 2 per cent ; terwijl het (lair voor de meisjes met 1 per cent toenam. Voor de leerlingen van 9, 10 en 11 jaar was do verbetering het meest ,merlibaar in Utrecht, Noordholland, Drenthe, Noordbrabant en Overijssel ; vervolgens , ofschoon in mindere mate , in Zeeland , Gelderland , Zuidholland , (in iaatstgenoemde provincie alleen voor de jongens),; en in Limburg. In Groningen verbeterde de verhouding voor de jongens met 2 per cent, -loch verminderde voor de meisjes met 1 per cent ; in Friesland eindelijk, bleef zij voor de jongens gelijk on ging voor de meisjes met 1 per cent vooruit. Over het geheele Rijk waren op 15 Januarij 1870 ruim 19 per cent van hot vermoedelijk aantal kinderen niet op de schoollijsten ingeschreven , tegenover 25 en 23 per cent op hetzelfde tijdstip in 1868 en 1869. Boewel dus ten deze vooruitgang aanwezig is, blijft de kwaal van het schoolverzuim nog altijd bedenkelijk hoerschen , inzonderheid bij de meisjes, van welke in 1870 van 6 , 7 en 8jarigen leeftijd 23 818 of 21 per cent , en van -9., 10 en 11jarigen leeftijd 27 067 of 25 per cent niet op de schoollijsten waren ingeschreven. Ook al brengt men in rekening , dat sommige kinderen huisonderwjjs genieten -en dat Velen nog na hun 6de jaar in de bewaarscholen vertoeven , en dus niet van onderwijs verstoken zijn , dan kan het volstrekte of totale schoolverzuim zelfs onder de gunstige versehijnselen die zich , volgens de vorenstaande tabel, voordoen , niet ligt worden geacht ; inzonderheid wanneer men het totale in verband beschouwt met het betrekkelijke schoolverzuim : het ongeregeld en afgebroken schoolgaan en het to vroeg verlaten ider school. Eene vergelijking van het getal dagscholieren aan dile lagere scholen to zamen op 15 Januarij met dat op 15 Julij en 15 Octoster , wanneer de fabriek- en veldarbeid in vollen gang is , doet de kwaal van het ongeregeld en afgebroken schoolbezoek duidelijk uitkomen. Evenzoo blijkt nit die tabel, dat het getal leerlingen van 6 , 7 en 8 jaar aanzienlijk grooter is dan dat van 9 , 10 en 11 jaar, endat het cijfor der leerlingen van boven de 12 jaar nog altijd gering blijft. Omtrent de oorzaken der verschillende vormen van schoolverzuim kan moeijelijk iets nieuws worden gezegd. Dat daartegen bij voortduring wordt gestreden en , gelijk de vorenstaande tabel aanduidt, niet zonder vrucht , mag een verblijdend verschijnsel heeten ; omdat het getuigt van hoogere waardering van het onderwijs , zoowel bij hen die tot schoolbezoek opwekken , als bij de leerlingen zelve. Daartoe heeft ook het Nederlandsch Schoolverbond naar vermogen bUgedragen. Ofschoon in menige gemeente reeds pogingen tot wering of vermindering van het schoolverzuim aan de oprigting van dat verbond waren voorafgegaan , heeft het op veel plaatsen de belangstelling in de gewigtige zaak van het onderwijs levendig gemaakt of verhoogd , den stoot gegeven tot het nemen van verschillende maatregelen , bijv. de vorming van commission of andere zelfstandige vereenigingen , en er toe bijgedragen dat het onderwerp besproken werd , waarbij het verderfolijke van de kwaal moest in het oog vallen. De aanraking tusschen de afdeelingen van het schoolverbond , de gemeentebesturen en de onderwijzers , werkte mede heilzaam. Menige schoolbibliotheek of prijsuitdeeling heeft hieraan haar ontstaan to danken , en beide oefenen een gunstigen invloed nit op het geregeld schoolbezoek , gelijk de eerste het spoedig vervloqen van het geleerde tegengaat. Schoolverzuim en to kort schoolgaan komen , zelfs in gelijksoor.;, e uemPeet.n niet even stork voor. Zoo berigt de in-
specteur van Gelderland : Zelfs op de scholen van dezelfde gemeente vindt men daarin groot verschil. Veel draitgt daartoe bij het naauwlettend nagaan van den onderwUzer,, die, meer nog clan eenige afdeeling van het schoolverbond , kan toebrengen tot het geregeld schoolbezoek , wanneer hU zich in aanraking stelt met de ouders en bij hen belangstelling voor het onderwijs weet op to wekken." Zoo als in het vorig verslag is vermeld , hadden de Provinciale Staten van Zeeland f 2000 beschikbaar gesteld om , door tusschenkomst van het scbooltoezigt , to worden aangewend ter bevordering en aanmoediging van het schoolgaan en meer getrouw bezoek der openbare en bijzondere -scholen in dat gewest. » Na afloop van het jaar 1870" — aldus berigt de inspecteur, » werden uit die som boekgeschenken en sierlijke getuigschriften . en bier en daar ook kleine premien in gold of spaarbankboekjes verstrekt aan ‘de leerlingen der verschillende scholen , die zich in dat jaar boven andere door getrouw schoolbezoek hadden onderscheiden , met uitzondering eebter van enkele scholen , die alleen voor kinderen van meer gegoede ingezetenen zijn bestemd en van eenige bijzondere scholen , waar van de hoofdonderwijzers voor het hun aangeboden aandeel in de bedoelde som hebben bedankt. De uitreiking der bedoelde belooningen heeft in vele gemeenten op plegtige wijze , door de gemoentebesturen , plaatselijke schoolcommissien of door de onderwijzers, en in enkele door de afdeelingen van het schoolverbond of andere voor hetzelfde -doel ingestelde plaatselijke commission plaats gehad , en over het algemeen schijnt dit , zoowel bij de besturen als bij de ingezetenen , eon gunstigen indru- k to weeg to hebben gebragt. In onderscheidene gemeenten hebben de ingezetenen hunne ingenomenheid met deze zaak aan den dag zelegd, door het verstrekken van geldelijke bijdragen , hetzij ter verhooging van het tilt de toelage der provincie over de gemelde belooningen toegekende bedrag , hetzij ter bestrijding der kosten van een bij de uitreiking daárvan gehouden schoolfeest ; terwijl voor een on ander in sommige gemeenten door de besturen ook nog bijdragen uit de gemeentekas zijn verleend. Ofschoon eerst na verloop van eenigen tijd zal kunnen blijken, welken invloed de verleende provincials toelage op het vcrmeerderd en meer getrouw schoolbezoek heeft uitgeoefend , meenden de schoolopzienors daarvan , even als ik , toch zeer gunstige uitkomsten to mogen verwachten. De Provinciale Staten hebben dan ook , op ons advies , voor het jaar 1871 eene gelijke som voor hetzelfde doel toegekend. ' In de gemeente Baarn waar, gelijk mede in het vorig verslag werd vermeld , door den gemeenteraad eene commissie werd ingesteld, onder , voorzitterschap van den burgemeester,, die zich de bestrijding van het schoolverzuim, ook door middel van eenig© daartoe uit de gemeentekas verstrekte gelden ten doel stelt droeg die maatregel uitstekende vruchten. De inspecteur van Utrecht deelt daaromtrent het volgende mede. » De openbare school aldaar telt iets meer dan 300 leerlingen. Daarvan waren er, in het laatste halfjaar voor de invoering van dien maatregel, slechts 6 die geen van de 200 schooltijden verzuimd hadden , terwijl er 55 waren , die meer dan 1 /5 der schooltijden afwezig waren gebleven. Na de invoering daarentegen waren er 52, die van de 400 (dus het dubbel aantal) schooltijden geen enkele hadden gemist , tervq1 er slechts 18 waren , die meer dan 1 /5 hadden verzuimd." Ook van andere gemeenten zijn , hoewel dan ook niet zoo bepaald in cijfers uitgedrukt , bemoedigende mededeelingen ontvangen ; en de weinige bovenaangehaalde getallen spreken krachtig genoeg om to doen zien, dat ernstig gemeende pogingen van gemeentebesturen of andere belangstellenden den heilrijksten invloed kunnen uitoefenen. De volgende tabel wijst aan het getal der dagscholieren , die in 1870 tevens de avondschool hebben bezocht.
....
-
-
315
Vermeerdering
122
176 185 197-
8617 185
7392 267
8731 281
13257 320
,,1869.
23
Vermeerdering
"
217
HlO 150
179
8802
7659
9012
18
35
14
95
"
25 32 32
3
13577
"
" "
3 24 40 31 25
Totaal in 1870 •
-
"5
13 4 2 31 36
11 5 3 33 39 34
258 189 476 1567 196 593 2900 281 1895 435 12
30 19 61 6 4 5
30
279 154 463 1604 169 582 2287 214 1510 887 10
Noordbrabant . Gelderland. • ZuidhoUand. Noordholland Zeeland. Utrecht • Friesland Overijssel Groningen • • Drenthe. Limburg.
-
"8
"7
"7
65
Jlelsjes. 35 35 19 22
112
20 27
233 -
311 193 521 1610 254 545 2709 317 2053 482 17
205
221
119
215 .
523
16329
2568 2211 2304 2875
59
16852
2783 2330 2363
45
39 3096
686 717 L 282 2216 718 1458 4666 683 3547 . 812 67
212 203 547 286 34 754 354 155 170 34 34 240 226 181 286 41 813 296 36 146 23 42 249 182 191 315 37 799 305 53. 165 21 46 279 273 412 1 374 63 866 386 80 279
62
176 -
489
400
9779
11220 305
10 179
159
1000
Ii 525
25637 23083
495
11307
11802
500 411 1084 1859 234 1352 3257 461 2097 501 46
25796
24083
0
~
.... It:>
2634 1649 4168 3388 956 761 5411 2224 3634 808 163
554 399 644 1898 210 1,400 2586 274 1696 441 77
117
0
..;
0
3010 1470 3621 3038 1030 693 4622 2088 3556 791 164
0
~
~ It:> ....
:~
595 397 712 1932 304 1348 3016 401 2254 503 63 /
-
26075 5273
6370 39076 --571 394 759 6078
6804
1012
981
1202
1261
18255
25958
39647 6764
982
1046
1090
1028
18050
6032
6140
7293
"
"
"
"
1219 658 4975 2211 3958 952 193
8534
3831 5488 4665 2683 846 7618 2771 5827 1897 242
.3 779
2896 1621 3741
8-
~
0
....
It:>
-<
s:;I.o
....< . -1:
....
~ It:>
.,~
1064 604 1556 876 258 614 849 374 448 77 44
0
~
It:>
....
0
0
..;
1078 550 1133 665 263 586 804 334 486 85 48
Ci
....
~ It:>
'i3
:~
1123 528 1129 833 273 554 765 332 463 95 45
0
~
It:>
-< ....
~
~
:;:::
Aan aUe lagere scholen te zamen.
1118 834 1528 1089 . 308 628 756 367 506 110 49
0
~
....
~ It:>
~ o;j
Aan de niet gesnbsidieerde bijzondere scholen.
125 278 112 100 1 42 91 137 46 50
387 417 870 1835 644 587 4277 570 3229 739 22
67
18795
31011
,,1869
-
16829
18728
31326
Totaal in 1870
"
17005
1593 775 2545 2604 927 70 4081 1749 3434 802 148
Jon gens. 160 180 279 318 78 67 99 97 19 "33 34 135 129 137 130 68 61 57 55
0
2492 2683 3894 3476 2352 187 6774 2280 5264 1731 193
Noordbrabant . Gelderland . Zuidholland. N oordholland Zeeland . Utrecht . Friesland. Overijssel Groningen Drenthe • Limburg;
169 314 66 100 23 31 88 124 57 56
0
1445 767 2500 2412 6£17 105 4471 1713 3140 681 119
0
0
1772 641 2410 2274 767 74 3683 1617 3002 649 116
0
0
~
~
0
0
~
~
~
~
~
~
~
....
It:>
It:>
It:>
....
It:>
It:>
-<
0
0
..;
"'3
:~
....
....
....
~
~
:;:1 It:>
~
0
=
oS
0
..; It:>
''''3 ~
:~
It:>
-<
....
~
~
o;j
~
....< .....
I Aan de gesnbsidieerde bijzondere scholen.
....
PROVINCIEN.
~
Aan de openbare scholen.
Getal der scholieren ,die tevens de avondschool bezochten in 1870.
•
89
90 Wat de jongens betreft blijkt , voor de openbare scholen , van vermeerdering op 15 Januarij en , hoewel in geringe mate , op 15 Julij ; van vermindering daarentegen op 15 April en , eenigzins sterker , op 15 October. Voor de gesubsidieerde bijzondere scholen vermindering op alle tijdstippen met uitzondering van 15 Julij. Bij de niet gesubsidieerde bijzondere scholen integendeel betrekkelijk aanzionlijke toeneming , die het belangrijkst was op 15 Julij. Voor alle scholen to zamen ging het aantal mannelijke leerlingen vooruit op alle tijdstippen behalve op 15 April ; de vermeerdering was het grootst op 15 Julij , toen 1000 dagscholieren meer dan op hetzelfde tijdstip in 1869 de avondschool bezochten, Desniettemin bleef hun
getal in den zomer (15 Julij) het kleinst, en was het op 15 Januarij het grootst. Het belangrijk verschil tusschen het bezoek der avondscholen in den zomer en in den winter , worth evenzeer waargenomen bij de vrouwelijke leerlingen. Bedroeg haar getal op 15 Januarij 16 852 , op 15 Julij was het gedaald tot 10 179. Bij de openbare en niet gesubsidieerde bijzondere scholen valt vermeerdering van schoolbezoek op alle tijdstippen op to merken ; bij de gesubsidieerde bijzondere scholen alleen op 15 Julij en 15 October. Hoevele leerlingen in 1870 uitsluitend de avondscholen bezochten blijkt nit de navolgende tabel.
▪
91 • •
g I d0
N. N. CO r4 e..C) ..r! ".:P4 C1 M CS; 0 1CZ CC. tomri •4 GC) C74 CV
C
.4 CO C(
.4 CO . .414 .4
col cci
Ct" t, ifD •14 N ri ,t4 OD ,14 00 CO t• CA 00 oO ,t4 Got cot CD to
oo cC ,e krz cc cc
00(7)MC)C000011000C. r4 ..:1•( tn 'TN 10 'di 00
CC t o fn ).0 N N
cc cr) cr)
CC .4 CO "TN
In .4 0 00 .4 r-4 cfl "t4
'N ur I d o
O coto0dd CC
cgcO%ncCr.
00 .4
0 tC1n CS) CC) GV Got C∎ et". CC 00 In Cr, in ►n 0", 0", n14 eN N tn .4 kC
00 eN
ia tM CC CC Cr, CO ,r14 00 ,t4 N In cC N 'TN GO t'N CT, Tj.I r-4 kn "TN N N N ,t4 CC 1..4
C)
oo
Tidy cri d0
00 CZ M .4 cc CC CC
ez 00 Cr) 0 cc ∎t4
00
o
(;) 0 .1.4 cn CO 0 (N -TN CC 0 kn •TN kit CC 0 fn •TN ca cci
▪ Got
C\1 N
cd
•t1
-
to
.uvr Tr do
r-4 fn 00 0 ,-4 CC CS" N CC
0", 0 CC ••∎ Gol to GNI CO kn N
1 0 0 9T a0
.'"H 00 Q0 • tCA 00
∎44 r4
N 'TN CC
In v-4 CT,
GO b-n
N Lsn CC t.CD r-4 cci C C) `:14
.4 .4
cc CO cC)
in
.4 CC CfZ
0 1,, CV
CZ) CC V, e:,1 GO
CC
r".4 'TN 00 t•-n
N
.4
.4 'Pant' 9I dO
tg. C) Got CeD Cn
CO . CC .4
GI
CC 'TN N
00 CO
CO (1.0
'di
C•1
t.
CA C) cci Got
r-1
00 CO 'Zig ,714 • r.
di
..44
C; . C C
1
CO CC N
Cl) co vc":. o t••• CcJ r-4 c0 cO
Gcl krz
cci
cc
c0
kM CO
N
CV r(
4-4 cc CO 0 CO
CO
r.
r-4
X)
(
cc Ian tg) 'TN 0 C. In • n14 1-1 L"... CO CC trZ .4 00 "TN t".• .4 CC .4
• AIT 9T d0
0 CC .4zH CC d•4 .4
• N O N N n44 CC CO CO C.0 Infn N CC Cn CO N CO N C, CC .4
•Inie 9 j do
,t4 CC C.-
t. C ,t1 00
N
.4 .4 N
o
c
ci
00
0
ceJ
r..1
cC
CD
Cn
).-rZ OD Cn C4. C-
CO 111 U'D .04 IN. 00 Cra C•1 C•1
N 00
N
CO CO CC (n r-1 0 CO N v--4 Cra
a)
Cn
N
cqac r cci CC Ct *-.1 CO 0 0 CC 1,1 , 14 C4 v. CC 'i t• 00 = .4 N
cc
L'n t. .1 .1
).n
`PO 9T dO c fn CC 00 N N 00 v-4 ri
C.C)
CV C•1
'flirt"' 91 dO
11 tip
•lladv 9 1 d0
c7) ccJ
N
?-4
cr)
•_ C/0
0 CO CC) CO
CCOONN.4 r-4
00
col GV
.0.14
I2
4?
Cq 4,14
=
,0(
00 'TN
CC
rs, P.
GNI -ctf
-
t••Y Y-:t4 CO
CC CZ .44 NOOONMCC N -.1.4
*W6 11
C..1
=
Cn
%LC CC =
= =
N
C)
r-i
CV
91 dO
'WO 9I dO
0 0'5 .4 41\1 .04 , 14 tn C0000N0fn C•10Cn n;14 N Cr. CC Y-.1 keD
di*
0 ..,1•4 ""Zti N
Cr)
C C*) C t.di t.
00
t'. cC
CC .44
", O N CC 0 "TN N CC 0C N .4 CC .4 CO CC 1-4
C)
C cC r. 00 t••• CC 0-, CO c..0 CO CO X)CNCO•ti ..7t100C,±4cC
LN.
CC CO
O
,4
a) cd
N CO CC 00 CC .4 CC In CO Iktt 0') Cn CO c0 .14 in 0 "04 r4
g I d0
a)
O cD
'llidIT 9T dO
.4 .4 .4 .4
v.
.-4 .1
CC CC ri
CN1
C')
c0 N CO. r-.1
mezcrat..it"..M0C)Cr,NCO 0NCO1tJo N 00 CO CO NNCCN cC ,f4 .4 .4
cc
L--
ceJ
CC CO
CT, N
,44 .4 COt cc CS, CO co
COc0
.4 .4 v. .4
aeZ NH
N
0") CO CD
ts...
cci r4
GO
ri
N
rtZ
•uur gi do
wn cc r.♦ Cr) CO C7, 0", CT, "TN CO eD CD 00 t. r4 0 00 Cq 444 010 CD CC
.444
Cm CO CC t. CTa c C.
N CC* N
CD CO tn C) a, CC UND ▪ ,r4
Cn Cr) In .4,t4
CC , :t4
cez CC
0 m:14 .44 .,:t4 t.
M C.. CC C) 'ZS '44
,t4 ,t4 Cr) a0 C) N CT) CC
•
o
C
C)
r• CD 00 00
co cc 00
•
.4 .4 SZI
• J..,
• PC/ MS Ce ea • • • • p • 4:2 rei al Ace PCS 7131 0 ;-1 ttf) g a 0 4:1 ••• ,C:3 j.7.4 $.4 0 •
$.4 P CS P O
45. (I) - P. • - a)
n
° trs
5 0
ZCDSIZS1
it
0 0 a) CI
k
fr-ic.)0Aa -
cs 6 E-1
+1
7a +,1 • al
,Z2 0 Si
Pc: PCS
ce
•41 r,4
'7.1
S=1 cb CD
:
7 .,.F).
0
6
E-1
• • i=1
al el0 (1)
Or ) C P. 43 2 pD a3W C 71 2 . 6rj.
0 0 0 ;-4 ZCDNZNO44
Nn
2 T.4
0 CD 1-1
00
92 Het uitsluitend bezoek der avondscholen is ook in 1870 weder eenigzins afgenomen. Ten aanzien van de jongens is er alleen eenige vermeerdering op te merken op 15 October bij de openbare en de niet gesubsidieerde bijzondere scholen ; overigens is er aan alle lagere scholen en op alle tijdstippen vermindering waar to nemen. Deze was het sterkst (495) op 15 Januarij; de openbare scholen deelden daarin met 330, de gesubsidieerde bijzondere met 29 en de niet gesubsidieerde bijzondere scholen met 136. De vermeerdering op 15 October bedroeg voor alle lagere scholen te zamen slechts 221 leerlingen.
Jets gunstiger is do verhouding ten opzigte der vrouwelijke leerlingen. Van vermeerdering blijkt bij de openbare scholen op 15 Januarij met 18 ; bij de gesubsidieerde bijzondere scholen op 15 October met 1, bij de niet gesubsidieerde bijzondere scholen op 15 April met 148 en op 15 Julij met 62 leerlingen. Toch bestaat ook Kier een, zij ook geringere, achteruitgang. De volgende tabel wijst het getal dagscholieren aan, die in 1870 kosteloos werden onderwezen.
•
•
•
93 • N N 4-4 r. GO CC
'2 3
0 gT
c.0
d0
-44 1M
CT)
CC) CT) cO M c t.C, k
CO
4-4
E... CO 4-4 N ••-•
,C4 Ct'D
In
C N01-4
CY-J ∎14 C..
0 CO
'ClInf gT dO
00 CO
• CO C'5 ,14 In 00 .04 01, .44 to O CO 0 00 00 cO 4-4 crZ 0 Cn kn .04 t. 00 es1 .04 N
0 g4,14
.14 30.14 t, 4--iNCaCOCOt..4,14 • CO -44 N CO c.0 0 to N tO kr, CO N N 00 CO .4,14 r4 CI) co it'D `4, 3r) C'4 n44 N
x CO CO .44 CD 00 CO
. 04
et C CO •-1 a) 00 CO i4 COMM ,* N CO N
• O tO
4-4
in
gT do
4-4
to • auf
N. CO tn k N C5) .:14 to C) CO co ,1.1 OD CO N 00.04 ,f4 CD • (=> CO 30 00 C g I do c tO N. in in 00 Cra Vji
• CO
l o o gi* d 0
0 N Cr) CC 0, 4-4 tO cht`N--yNOd+t`00 sz N. CO C:n ri (X) r4 CO r4 .44 C'eD
I
d0 4-4
,-.4
CZ ...I tr.
•Judy g i do
1f:
1...4
1•.1
N CO CO C) .04 0 C r-4
=
N N
et'
co
CO Gr4
.4;14 'di
O CO CO
.44
CrON COO
•
CO 0
.14
N. 0 on .44 0
0 kit
cn
eZ
1,4
0 0
-N1 G to CO CC t. C) N N C:r) (X) -cf. 00 ct la 00 N N
•
Cl •.:14
CO NC) N 0 Cr)
,--40NCL•GcOt• CO CD en ,S4 .n ...4 a) at C) (N N cO 0,14N0c0-,C) C) CO c00 4-4NC)COututNt,OON'll ro 4-4 4-4 r-4 4-4
C)
CO t".
C 4-4
CO
.04 CO
Env g T do
C.74 `114 00 N. 'it, r.
0'4 VD C4D •4 -AD Cr) C. CD CO c.", 0•-4 P.0 C N 00 c.0 N 0 CO 1,1 4-4 O cy)CO O CNN N -4 4-4 ?-4 .04
0 .04 to
r.-4
"ID
r-4Nct000tat ,...4 0 ,14 Nef+ N[`cONO CM CI s CD itJN trz 0 .04 00 N cO cO .04 Git
10 0 gi d0
CO
N N cra CO O GO CO
'et C\I
CO CO r-4 r-4
Co oq C.) e0
tt, 00 r-1
CO
m
CO to
Cer) an tr.., a) co vD 0 c0 cs, a) I= X) 4-0 30 4.. 0, 1.4 .14 CO
C .41
Innf c
CD GO
GV
t•
C)
,f4 0 CA CO c.0 .04 Ct .44 1-1 VD 0^ C. giet4 .44 CO C
N
0 00 N • 14 N
N 0 VI! .44 0 CO CO 4-4 -4
CO N GO tO N Cl
1,1 t• .04 00 r.
CO 01 0
,44
.44
.44
CO
C) C) CD CO
• ,""'
.e14
G''414-41,-,N04OCONC,4Z GO CO N ut C) e..0 c.0 Cr) t• '1,14 CO CO NNC ,--4t-e-it. ,..4
co .44
r.4
in r-4 ...4 •:t4 1'4
7..1
cn CA
CO
CO
•
N. CO
4-.4
era In4
CD
4-4
t, OO ut CO h- N CO Cr) CO CO CO -14 CO 00 N CO 4.-4 L• 4-4 .4.4 CrJ r1 -4
CeD tC) GO 0 C) C
"eV hn
.-o cococo c•lin
0 .44 L.61 in in
CO
CO
0 GO -4 s CO cC, s N CO
• Cl in in
N Lc?
•
t: 01 C.C,
N
0 $•
O2
•••4 0 c7) •
00
C)
Illn r g i d 0
c.0 s
C4, .44 • get4 N
cO .44 t•
COO COL•
....I to ^
.0
ca
CO
4?
be
o
bO O 0 C CO cD PC, 0
Tidy gi do
en r4 CIO P.
04 4-4 4-.1 00
CO C) Cl Cl
r-4
•
CO
4)
t•Ctr),-4
P.
.14 00 N N r-4 CO N 00 s
:•.'•
NN
N.04 CO
C')
am a)
C)
N
z
: CC pC2 '44
gT d0
t• 0 CO to 4-4 .14 0 0) v. 4-4 cO -4
13 0 gi d 0
N Ot) 00 t• C to C) 4.-40c.GC)00C) ,:fiN.04 N • 00 CO Cr) • r4 tC, ic CO .1 4 C. GO
'MT
N
Cf3 CO CO
ut et GOCr)
CO 04
∎44 0
C-
N CO
t, .44 C)
04
tO r-4 t". In
CO
CO N .04 r-4 r-4 CO N CO Cl 0 to 0 to ►tt N N Ln C) 0 0 L• t• ..zt 4 OD CO CO UtC)Vt.igattiCtNe.OIC.N,-.4
in •
NOOMe.0000,-.4t•t•ut to N cC tr; 4e: cn CO
.94 00 CO • Cl .44
v..1 CO
tO CO
CO C)
tO
CO C.
O
0 cr)
•
rilnf CT dO
ad A 0 $:14 0
Tid y g l do
*0
c.0
t,
ut CO -04 .04
cC 0o N cSD C x C. to ct 0
.01 C 0 kit CO 00 .14 CO CO .04 C-4 N CO CO In CrJ CO t• 00 N CO to CO cO CO CC OD in ,t4 •O CO r-4 .14 CO CO •.:14 CO n44 ut N CO 01 c.(D CO N 0 et GO to e, CO .41 r4 r4 C) cO
ad
a:, CO ,C3 CO CO CO .04 .14 in Cr'4 N. 0 .04 Cra 0 CO 0 CO CO CO CC In CO C., CO '44
g T d0
.
N . N N C) to Cr) C)
CO
.04 C)
C r-4
CO
.44(
CT)
C)
In
N
In
.04
G,1 7...4 0
nP
CtNesDt,NN r-4
r-4 4-4
c 0 cn m t. t. 0 tID COu, m CO CO Gq
Cr)
C)
cn kez
CYJ t` N N r. CO CV LCZ N M
CO C)
tO C
km
d 4 ∎Zt4 GN
N
CO CO t.
•
N tO
o
co CO
CO
N r4 0 r4 in 'et. C) N ".}4 ., C.• C0--!4c-OC)muzNe000t•C) N co 4-4 a) cra .0( ...4 C) Cl CC In cONutetknetetc.00ONN -4 r-4 r-4 4-4
C te" ..;14 CO
C) CO
0 C)
N CO CO
731 ce .4.C5
u
0
`4ctS
E-4
-
r0
d A ce .1:Z
71 2,
75 a)
to
,Trij a3 . c0
"
.0
0'b rd rcl 0 7 t o 5 O 0 0.) $.4 c3.. ZONZN440(.7A1-4
cC 0
E-4
,
PC:1 cd Z1 0 .0 rtl 0 • • ** 13-71 ,... cd A ce •=1 MI ,3) a) I-4 cd = 0 ro ,,,,, pl cs2 bl) CD i:' r r: 2 . 1 76 .0 ,:: xi ,:e . cr.,_ r:1 A = .7:/ CD ,.0 17:5 d 0 704 . tn..' 7:41 lil ,,c) Pa PO n ' •-• 0 ca) 0 0 43) ;-4 •,.... 0 ,.... •-• 0 . ,0 -0 4...) 7., to V. ,-.. . '4111SriZN Pr-1 . .40C.P4
,
,
CO
CO
CO 00 0 'CZ
0 rt
CO
CO CO
.. 0 C) tO CO 00 r-t 4-4
CO
e
24
94 Deze tabel bewijst dat hot aantal kosteloos onderwezenen sedert het jaar 1869 weder is toegenomen. Die toeneming geldt hoofdzakelijk de openbare scholen , waar zij , voor alle tijdstippen en zoowel voor jongens als voor meisjes, zeer duidelijk in het oog valt. Eene geringe vermindering is op 15 April zigtbaar bij de leerlingen van beide geslachten aan de gesubsidieerde bijzondere scholen , en op 15 Januarij bij de vrouwelijke leerlingen aan de niet gesubsidieerde bijzondere scholen.
Het volgend overzigt wijst de reden aan van het getal dagscholieren , die kosteloos onderwijs genoten , tot de gPheele schoolbevolking der dagschool op den 15den Januarij van de jaren 1869 on 1870, toen de openbare en gesubsidieerde bijzondere scholen het drukst waren bezocht door de leerlingen der beide geslachten on ook , wat de niet gesubsidieerde bijzondere scholen betreft , door de vrouwelijke leerlingen. Vaii de 100 jongens (meisjes) ontvingen kosteloos onderwijs:
Aan de gesubsidieerde bijzondere scholen.
Aan de openbare scholen.
Aan de niet gesubsidieerde bijzondere scholen.
Aan alle lagere scholen to zamen.
Op 15 Januarij Jongens.
Meisj es.
1869 1870
55
55,6
57,1
Meisjes.
Jongens.
Meisjes.
Jongens.
Meisjes.
.....0n111.1n0111.001,
vimorowanrairlw
Jongens.
57,8
10
VIM
10,1
TerwijI zoowel voor jongens als voor meisjes het getal kosteloos onderwezenen aan de openbare scholen vermeerderde , daalde het cijfer der kosteloos onderwezen meisjes aan de gesubsidieerde bijzondere scholen tot 17 per cent. Nog belangrijker was de dating zoowel voor jongens als voor meisjes aan de niet gesubsidieerde bijzondere scholen. Bij alle lagere scholen to zamen was er voor de jongens
32
18 17
30,6
38
50,3
53,6
35,4
50,6
51,4
eene kleine percentsgewijze vermeerdering, voor de meisjes daarentegen eene niet onbelangqke vermindering. Eindelijk volgt hier een overzigt van de scholen voor volwassenen , het aantal onderwijzers aan die scholen verbonden en het getal leerlingen in 1870.
•
▪
• •
▪
•
•
•
95
'IWO 2 OLT,
•ae&noaA "Tti 'WM Ulla
M iL0 (n M
.-.I cn C 1.0
X ,h1 0 4.4
GN 0 0 r-1
rl CD '
M r... GO v-4
t... .04 CO
M .44 co
N CD 10
.-% 4..1 0
0 CM CZ "t4 V0 N O t".
N X
M
,-H CY) ,t4 .-4
tfD -,P4
tC)
c,
cz,
..a
Q--)
'
..11 10 N
17.4 is. N
0 Cr) r-1
Cr, CO
C) CO
00 .44
Cr) ce)
N
. 0 0 D. CD by CD tIO P. 0
•CD
,f4 VD
4..4 .44 r-4 4.-4
O
GNI
• 110SSO.I
-azpiaapuo pna9 •sicapiaapuo moo •aalogos yeleD
cc
CD 00 10 LC)
CO
"41 10
In N •
C
1eD CO • IRMOS,
0 0
•1tat.tnoik
N
(X)
11" CD t`.
-
,t4
CO
(7:, r-q
trD
Cr)
00 C
00
VD
04 r-4
r..4
CA
r-4
a
Gq r-4
00
GO
CO t"•
10
C..
10
1e'D
":ti CO
CX)
C)
VD ICJ.- .44
X T-4 4..4
N
N
C7)
0,1
ittauunc
MI 0
Go
CO CfDCO
crz
CD
6.4
CO N
X VD r-1
CD "ci4
CD "44
0-
2 u
c.)
•UOSSE).1
-aztimaapuo map
a) tti)
•saearp&aopuo p3we •aamos moo
CeD
G•1
r.4 r-4
cr) Cr)
00 ..44
CC)
= ctz
to
•
In C0
.04
00
0
.-.4
CD 0**J r.
.44
CD
al
,:t4 ) Cam
CYD
CP
• a) cfz
N cr) c0
N
.t4 r-4
a)
I
C)
neti
C51
N
r-4
C.. v.4 C..
.44
00
00 0
00
CO
.44
v-4 N. CO 00 CCTAO CC) r-4 00 Gv 0 N CO
C)
r-4
C*0
CO r.4 ▪
rs'
r4
1r4
00
"44
N 00 C)
00
C0
Cr)
N
CP
10 b. CO
M CO 10 N v-4
(X) N.
CeJ t.0
CCJ
01
CNI
.6:0 CO
CP
tr'D
n;14 CYD
N.
1-4
c:7) N
c N
CeJ
N.
0
N. aa
N r.4 04 04
„Es CD •
N. r-4 4 -4 1 eD
or.)
O
G\1
Eml
0 C,i 0 10
P.
teD v.4 v-4
1
c...
N.
(X)
0
0
In
2
tc.4
CD GN I
I
•uomnoiA
rt,
r.:
= ,-4 -.4
"-I
N. r.4
N. CO -
v -4 ,-4
.14
co
0
CO ,-,
St
r.
a
0 ;-4
0
.C)
e) (1)
n
10 71 .--4
•1:1011 11 13N
:.
0 CO
•-.1 0 04
t• CC) 2
v.
CO
::
1
)1'3 I
I
'8 rr4 CO
•uossoa -ozptiepao mop
4
0
4..4
...:
P.
::
CO
m
.--t
G•1
0
CYD
CYD
teD
v..4
CO
::
::
:-,
a
::
r.
04
4...I
.44
CO
v.4
.44
g
ig
CO CO
r .1 CO
...I
rta
'S.IGZfptiopuo julep
a)
:"..
N
N I
•acsiotios plee
1.-4
N :.
r's
r-4
r.I
di
"ett
xeD
ko
co
cq
N
"--i
In
:::
.04 10 N
CD e..4 r.4
O
00 GNI
0
N.
CO
sQ
.11
cs)
co
.--i
0
r.4
0
r.
p.
N
:-,
.-.1
•
'11 011.1 1:1 0 .I A
O
CO '
CD
ft./
4-4
O
•1101:1UUN
CO
I
g2
:
,4
CO
r.
CD
a) CO Gra
N
1
•":14 CD .-4
10 r.4
N.
00 v-4
CC)
7-4
a) ca 5:1 0
N
'IlOSSO.1
.44
N
-eztletuepao julep *SJOZpiaepuo
cyz
mop 00
• UOTOTIOS 113100GV
r-4
CO
.44
a)
N.
CO
CO
GV
00
CC
CO
0
r-4
v.(
• 1
oo • tzl "cd
• "Cri r-0 Z 0
7 .3 a)
N
-4-, .0 C.)
a) ;.• -.'
g Ce ,--n rn a) • ”4
;.n ;.T.
0 71 Q 11) ti) c°f:4 • ,4 : 7."? f-s F:a CD 0
t. 0
6
.
-5 S1) _
hi) T.-4 = .0 1E1
P'1
;.:1
Q ..0
4
I
00
O
•
CO
'et4
0 E-4
a) 00
96 §, 4. OMVANG EN TOESTAND VAN HET LAGER ONDERIVIJS. Mogt in bet Overzigt van den toestand van het lager onderwijs op ultimo December 1869 , vergeleken met dien a van 5 op ultimo December 1857" , onder dagteek . enin Maart 1872 door den toenmaligen Minister van e'Binnenlandsche Zaken aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend , kunnen worden gewezen op menige verbetering, die er in dat tijdvak in den toestand van het lager onderwijs heeft plaats gevonden , het ligt in den aard der zaak dat daaromtrent in het tegenwoordig verslag , hetwelk slechts 66n jaar omvat , niet zoo belangrijke feiten zijn to vermelden. Wat den omvang van het onderwijs betreft , werd ook in 1870 vrij algemeen aan de eischen der wet voldaan. Naar mate jeugdige onderwijzers optreden , die onder de tegenwoordige wet hunne opleiding , veelal bij de normaalinrigtingen en zoogenoemde opleidingsklassen , genoten hadden , vermindert het getal scholen , waarin het onderwijs nog steeds meer in naam dan in der daad dien wettelijken omvang ,had. Gedurende het jaar 1870 heeft de toestand van het onderwijs geen groote verandering ondergaan , ofschoon . er , N olge n s de verslagen van het schooltoezigt, wel teekenen van meer belangstelling, ook van de zijde der ingezetenen , merkbaar waren. Dit werd voornamelijk beschouwd als een gevolg van de verschillende pogingen tot bestrijding van het schoolverzuim aangewend , waaromtrent hiervoren enkele bijzonderheden werden medegedeeld ; terwijl de vrij aanzien4ike toeneming van het aautal leerlingen op de scholen eveneens als een bewijs dier vermeerderde belangstelling schijnt te kunnen worden aangemerkt. Dat een en ander een gunstigen invlood uitoefende op den ijver der onderwijzers, die in doze verhoogde belangstelling de zedelijke belooning zagen voor hunne buitengewone inspanning , behoeft geen betoog. Behoudens het verschil, dat ook gedurende 1870 bij de behandeling der onderscheiden leervakken viel op to merken en in de verschillende mate van kennis , praktische -geschiktheid en ijver der onderwijzers grootendeels zijno verklaring vindt , kan de toestand van het onderwijs over het algemeen gunstig worden genoemd; vooral wanneer men de beletselen van schoolverzuim , ongeregeld en kortstondig schoolbezoek bij de beoordeeling van dien toestand in aanmerking neemt. Bij het lezen werd meer en meer , zoowel op eene duidelijke en beschaafde uitspraak als op een natuurlijken leestoon gelet , en tevens , zooveel de tijd toeliet , de inhoud der leeslessen verklaard bij het bespreken van den taalkundigen vorm en het onderling verband der woorden. In sommige scholen kon de keuze der leerboeken beter zijn. Aan bet schrijven werd in vele scholen groote zorg besteed ; in andere scholen bestond het nog menigmaal in een teekenen van stijve , groote lettervormen ; elders geschiedde het nog to veel zonder leiding. Vooruitgang bij het schrijfonderwijs was bepaald to bespeuren , waar dit leervak methodisch behandeld werd en het werktuigelijk on aanhoudend zoogenaamd groot schrijven plaats maakte voor eene gepaste oefening zoowel in het loopend als in het staand klein schrift. Bij het rekenen gingen vele onderwijzers op den goeden weg Noort , dien zij reeds vroeger hadden ingeslagen , om hunne leerlingen niet slechts in het schriftelijk cijferen , bij eene juiste toepassing van vooraf verklaarde theoretische regels , maar ook in het oordeelkundig rekenen uit het hoofd to oefenen , daarbij , zooveel doenlijk on noodig , de getallenwaarde op eene aanschouwelijke wijze behandelende. In sommige scholen werd evenwel aan dat leervak nog to weinig tijd besteed , in andere was dit onderwijs nog to werktuigelijk. Ook word bier en daar verminderde belangstelling in het metriek stelsel opgemerkt. Aan sommige scholen werd de vormleer met veel lust en ijver beoefend en bleak dit leervak een zeer geschikt middel tot ontwikkeling van het denkvermogen der leerlingen ; aan vele andere scholen word bet echter nog op minder doelmatige wijze behandeld en droea het dan ook weinig vruchten. Dit laatste vial inzonderheid op to merken waar het eigenlijk doel der vormleer , als leervak der school , door den onderwijzer minder juist werd begrepen en daar-door nog niet de regte methods gevolgd.
Van let onderwijs in de Nederlandsche taal word meer en meer werk gemaakt ; het hoofddoel van dit onderwiji , de juiste uitdrukking der gedachte , werd echter nog niet allerwege in het oog gehouden en hier en daar was het resultaat ook meer geheugenwerk dan oordeelkundige toepassing der regels. Naar mate echter de onderwijzers , vooral bij de leeslessen , meer work maakten van zin- en woordverklaringen , waarbij de leerlingen werden bekend gemaakt met de hoofdregels voor de verschillende vormveranderingen der woorden , bleak het taalkundig onderwijs een gunstigeu invloed uit te oefenen op de verstandelijke ontwikkeling. De aardrijkskunde kon alleen meer systematisch worden onderwezen aan de scholen , waar de leerlingen geregeld on tot verderen leeftijd vertoeven , on dit geschiedt vooral aan de scholen van meer uitgebreid lager onderwijs , zoo openbare als bijzondere , met goed gevolg. Elders bepaalde het onderwijs zich , op enkele uitzonderingen na , bij het lezen en bespreken der bijzonderheden, die' betrekking hebben op de gesteldheid van de provincien , het vaderland en de andere landen van Europa. De meesteonderwijzers maakten , bij de behandeling van dit leervak , gebruik van geschikte landkaarten , enkelen zelfs van globen on andere leermiddelen. Van de geschiedenis kon , voornamelijk aan de scholen ten platten lande , nog altijd het vereischte work uiet worden gemaakt , om dezelfde reden die een meer volledig onderwijs der aardrijkskunde beletten. Van daar dat aan die scholen meestal enkel de vaderlandsche geschiedenis wordt behandeld. Het onderwijs in de kennis der natuur ging , in de groote gemeenten vooral , aan vele scholen vooruit : ook door aanschaffing en gebruik van physische instrumenten en natuurkundige platen. Sommige onderwijzers daarentegen gingen daarbij niet verder dan het bespreken en verklaren der leeslessen over belangrijke onderwerpen, tot het gebied der algemeene natuurkunde en der natuurlijke historie behoorende. Dit geldt inzonderheid voor het meerendeel der plattelandsscholen. Het zangonderwijs werd in bijna alle althans openbare scholen gegeven. In de bests scholen bepaalde het zich niet tot oefeningen in het nazingen van een- en meerstemmige stukken , maar strekte het zich ook uit tot eene meer of min opzettelijke behandeling van hetgeen tot de theorie der muziek behoort. Voor het zingen openbaarde zich aan de meeste scholen meer lust en ingenomenheid, dan voor de theorie. Van het meer uitgebreid lager onderwijs mag in bet algemeen gezegd worden dat het onderwijs in de beginselen der kennis van de levende talon goed is. De oprigting van scholen van middelbaar onderwijs met vijfjarigen cursus , waar leerlingen van 11 en 12 jaar worden opgenomen , schijnt dit leervak echter meer en meer van de lagere school to zullen verwijderen. De beginselen der wiskunde worden hoofdzakelijk onderwezen aan leerlingen , die zich voorbereiden voor den militairen stand. Overigens wordt eenig wiskundig onderwijs, als voortzetting van het rekenen , in de hoogste klasse van sommige avondscholen gegeven. Do beginselen der landbouwkunde werden nog nergens opzettelijk onderwezen. Aan sommige plattelandsscholen zijn leesboekjes in gebruik, waarin onderwerpen betrekkelijk het landbouwbedrijf worden behandeld , die de onderwijzer dan verklaart. Het onderwijs, in de gymnastiekscholen gegeven , was ook in 1870 goed ingerigt. De gelegenheid , om zich in dit leervak to oefenen , is echter , inzonderheid ten platten lande , nog altijd schaars. Het teekenonderwijs gaat steeds vooruit ; daarin is in den laatsten tijd meer eenheid gekomen. In vele gemeenten wordt evenwel nog met reden geklaagd over gemis aan gelegenheid tot het bekomen van onderrigt in dit vooral voor den toekomstigen handwerksman zoo hoogst nuttig leervak. Behalve aan cenige openbare en bijzondere meisjesscholen, stond ook nog hier en daar aan de openbare scholen de gelegenheid open tot het ontvangen van onderwijs in de vrouwelijke handwerken. Eene meer algemeene opname van dit onderwijs onder de leervakken der lagere school bleef , inzonderheid ook als middel tegen het schoolverzuim onder de meisjes , nog zeer wenachelijk. :
97 Op de naleving van het 2de lid van art. 23 werd zorgvuldig toegezien ; slechts enkele klagten daarover werden gehoord. Zij volgen hier. Een lid der plaatselijke schoolcommissie to Dinxperlo wendde zich tot den Koning, met verzoek dat het schoolbook » Oom Willem en zijne vriendjes " waarin zijns inziens het een en ander gevondenwerd , strijdig met den eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige begrippen van andersdenkenden , niet langer op de openbare school aldaar mogt worden gebruikt. Nadat een grondig onderzoek de onjuistheid van dit bezwaar had aangetoond, werd namens den Koning, door den Minister van Binnenlandsche Zaken aan den adressant to kennen gegeven , dat er goon reden was gevonden om van Regeringswege in doze zaak tusschenbeide to treden. Door het bestuur der school voor Christelijk nationaal schoolonderwijs in de gemeente Wissekerke werd bij den Minister van Binnenlandsche Zaken geklaagd over het laten lezen in den bijbel aan de openbare scbool aldaar. Na onderzoek werd door den Minister aan het bestuui to kennen gegeven , dat de klagt lets betrof dat aan de ' ge-
meenteschool geschiedde on het dus verzocht werd zich in de eerste plaats tot het gemeentebestuur of de plaatselijke schoolcommissie to wenden. Sedert is hiervan niets nader vernomen. Van het verlof, bij het 3de lid van art. 23 gegeven , om de schoollocalen ten behoove van do leerlingen der school voor het onderwijs in de godsdienst van wage de kerkgenootschappen beschikbaar to stellen , werd wader ruim gebruik gemaakt; en wel in 556 scholen , naar de provincien aldus verdeeld Noordbrabant 25 , Gelderland 53 , Zuidholland 52 , Noordholland 59, Zeeland 17 , Utrecht 13 , Friesland 99, Overijssel 30 , Groningen 120 , Drenthe 37 en Limburg 51. In 1869 waren voor dit doel 568 localen in gebruik. § 5. KOSTEN VAN HET OPENBIAR LAGER ONDERWIJS. De volgende tabel geeft een overzigt van de uitgaven en ontvangsten van het Rijk in 1870.
25
NoordGelderland. brabant.
Zuidholland. Noordholland.
•
"
"
5049,75
1015,70
2500,00
630,00
1015,775
5383,50
801,50
2500,00
495,00
12820,00
"
6.461,375
.985,10
2500,00
660,00
44635,82lJ
"
16015,41)5
94,995
2888,12 5
401,50
2000,00
330,00
4492,495
3370,00
"
50,00
"
4565,55 5
994,40
2300,00
495,00
9883,32 5
11045,83
" "
"
"
"
5663,355
150,00
"
"
" "
92,14
3620,75
652,40
2 300,00
440,00
312,72
3022,58
431,00
2 300,00
385,00
6843,985 34037,74
4.145,29
400,00
1461,15
5335,12
" "
7262,30 f 8794,10
"
2311,875
478,00
2000,00
275,00
4517,46
2183,455
"
3183,13
"
3425,62
"
446,90
301,70
3144,50
445,25
2300,00
440,00
6885,00
4158,24
"
n
"
"
8854,26
"
f 2345,50 f 5 235,00 f
1871,23
44710,63
7207,75
25200,00
5140,00
178946 . 35
85017,00 5
1030,00
464:4,28
5335,12
3425,62
8854:,26
73000,00
49 721,43
---------1--------1---------1--------1--------1--------1-----------
53,90
2000,00.
461,65
2000,00
275,00
6255,00
5663,67
" "
"
" "
664,00
"
TOTAAL.
Vermeerdering •
Totaal .
Vermeerdering. • • •
Zuiver bedrag der uitgaven in 1870 . " " " " ,,1869 •
59542,04 5
14368,915
f
12605,96 5
f 434561,63 4219;)5,66 5
89,66 -- f 80,69 f 675,71 5 f 4277,00 f 1591,18 -fl 079,59 -f5 426,24 f Van de uitgaven in 1870 af te trekken; Batig slot der examengelden in Noordbrabant, Gelderland, Noordholland, Friesland en Drenthe. • . f 590,89 5 Bijdragen der onderwijzers voor huD. pensioen . . . . . . . • •• .•••• 49941,20 Opbrengst der schoolgelden aan de Rijks- lagere scholen . . • •••••• • • 9009,95
. f 3395,475 f 4677,23 f 1960,175 f 4289,00 f
f 99873,51 f 45320,99 f 50267,085 f 88991,795 f 17 529,l1H 17704,22 f 32005,11 f 33781,465 f 55099,495 f 21166,94 f32363,1)5 f 494103,67 5 In 1869 • • • 96478,035 40643,76 48306,91 84702,79 5 17439,455 17784,91 31329,395 29504,465 53508,315 22246,53 37790,19 479734,76
N adeelig slot der examengelden .
5 662,62
2509,00
Jaarwedden der inspecteurs
Reis- en verblijfkosten der Iilchoolopzieners.
715,00
Onderwijzersgezelschappen .
10550,00
12771,11
"
"
"
"
845,00
150,00 f 2057.00 f 1 228,33
Limburg.
▪ ••
538,25
38025,52
Opleiding van onderwijzers.
" 9890,94
"
430,00
"
"
"
1 496,00 f 3 902,00
f
Friesland. Overijssel. Groningen. Drenthe.
•
Reis-, verblijf- en bureaukosten der inspecteurs. ••
10109,62
"
"
"
"
" "
"
"
2680,40
"
"
8481,80
"
Pensioenen aan onderwijzers .
Gratificatien aan onderwijzers.
Onderwijs in de gestichten Ommerschans en Veenhuizen. •
Rijks- lagere school te Steenwijkerwold.
Rijks- lagere scholen te Vledder.
"
38427,50
"
Utrecht.
•
Rijks- lagere school te Maastricht.
Bijdragen aan gemeenten, vervangende de vroegere rijks-jaarwedden
Zeeland.
Bijdragen aan gemeenten, krachtens art. 36 der wet. . ... • . . f 3895,00 f 7202,80 f 11369,80 f 16 238,00
ONDERWERPEN.
.
Uitgaven ten behoeve van het lager onderwijs m 1870, door het Rijk.
•
98
99 De uitgaven waren in 1870 f 14 368,91 5 hooger dan in 1869. Die vermeerdering is hoofdzakelijk toe to schrijven aan de overname der school van de Maatschappij van Weldadigheid to Willemsoord (Steenwijkerwold), waarvoor hoofd zakelijk ter verbetering van het locaal f5335 werd gevorderd ; aan het hooger bedrag van f 1600 , wegens bijdragen volgens art. 36 , en van f 5000 wegens pensioenen aan onderwijzers. Ook werd voor gratification aan onderwijzers f 725 , voor opleiding van onderwijzers f 1700 meer betaald dan in 1869 ; terwijl de uitgaven wegens reis- en verblijfkosten der schoolopzieners f 430 en die wegens de examens f 600 hooger waren dan in laatstgenoemd jaar. Daarentegen waren de kosten van het onderwijs in de gestichten Ommerschans en Veenhuizen ruim f 900, on die wegens reis- , verblijf- en bureaukosten der inspecteurs ongeveer f 470 minder dan in 1869. De inkomsten zijn f 1762,95 , het zuiver bedrag der uitgaven is f 12 605,855 hooger dan in 1869. Aileen in de provincien Utrecht , Drenthe on Limburg werd minder uitgegeven ; in al de overige provincien waren de uitgaven in 1870 hQoger dan in het daaraanvoorafgaande j aar. Voor de school to Maastricht werd betaald : aan personeel f 7225 , aan materieel f 1629,26 : voor de scholen to Vledder aan personeel f 2175 , aan materieel f 1250,62 ; voor de school to Willemsoord (Steenwijkerwold) aan personeel f 791,995, aan materieel f 4543,125 voor het onderwijs in de gestichten Ommerschans en Veenhuizen aan personeel respectivelijk f 1340,51 on f 2943,13 on aan materieel f 360,64. Behalve de bijdragen , krachtens art. 36 der wet, welke gelijk stonden met die door het Rijk verleend , warden ;
door de provincien nog de volgende uitgaven voor het lager onderwijs gedaan : Zuidholland. Subsidie aan de gemeenten Leiderdorp en Nieuwveen , voor pensioenen aan onderwijzers f 250. Zeeland. Toelage ter bevordering en aanmoediging van het schoolgaan en moor getrouw bezoek aan de openbare en bijzondere scholen , f 2000. Utrecht. Subsidie aan de kweekschool voor jeugdige onderwijzers to Utrecht f 600, aan die to Amersfoort f 300. Friesland. Subsidie aan het reservefonds der weduwenen weezenbeurs voor onderwijzers in Friesland f 300 , en bijdragen in de verhooging van jaarwedden der onderwijzers f 3746,50. Drenthe. Voor pensioenen aan onderwijzers f 25 , en nit de kas ad pros usus aan de gemeenten Kloosterveen en Hijkersmilde f 1000..
Doze provinciale uitgaven zijn voor zooveel Zuidholland , Utrecht en Drenthe betreft , gelijk aan die van het jaar 1869 ; de bijdrage in de verhooging van jaarwedden der onderwijzers in Friesland overtreft die van het vorige jaar met f 475 ; de uitgaaf door Zeeland gedaan is nieuw. Het thans volgend tabellarisch overzigt vermeldt de uitgaven en inkomsten der gemeenten voor het lager onderwijs.
• •
•
101
100
UTTGAVEN E N INKOMSTEN der gemeentett
Noordbrabant.
ONDERWERPEN.
Gelderland. I Zuidholland. Noordholland.
UIT€A. . f 242 804,99 f 278 770,22 5 f 616 637,545 f 521 96,8645
• •
OnderwVzend personeg . . . • • • .
Vergoeding v'oor vrijo woning en, huur van schoellocalen • • . . • . Nieuwe schoollocalen . . . .
Onderhoud van schoollocalen Scboolnlettbelen en schoolbehoeften
•
r
•
IF
•
• , • • •
Vuur en licht in de schoollocalen Schoolcontraissien. • • •
•
•
•
•
.
•
• •
•
2 943,84
10 246,435
79 238,915
54 359,17
19 692,86 5
27 621,17
31 903,10
38 274,49 5 63 759,51
64 475,97
9 425,44 5
10 679,77
24 629,47
19 492,03 5
811,91
1 464,22
3 862,09
3 945,15
16 284,155 104 450,15
332 580,17
73 045,925
. 5 849,49 5 7 053,46 5 & 237,91 • • • Ponsioenen aan onderwijzers. . 1 5 978,25 3 755,00 5 401,74 Subsidien aan bijzondere scholen . • . • . . . .
1 165,00
Opleiding van onderwijzers . . titkeeringen aan andere gemeenten . ..
..
Andere uitgaven ...........
1 800,50
3 272,74
• • • .
10,961,245
• ••
9 068,96
60 993,615
8 254,355 4 202,09 4 037,84 5
4 500,195
6 972,10 5 29 597,79
12 417,915
5
3 041,88 13 861,545
Totaal in 1870 . . . . If 410 047,99 f 453 180,835 f 958 291,00 f1 049 271,215 » 1869 .
358 562,75
Vermeerdering .
• I f 51 485,24
934 669,015
457 646,93 I 993 323,01
f - 4 466,09 Ci f- 35 032,01 f 114 602,20
INKOPI 58 881,075 f 85 358,88 f 222 939,49 f 161 738,985
• • •
Opbrengst der schoolgelden .
Bijdragen van het Rijk , vervangende de vroegere rijksjaarwedden
38 427,50
8 285,76
2 529,88
Bijdragen van andere gemeenten . • •
2 806,76
667,50
4 630,19
Subsidien krachtens art. 36 . . • • •
7 790,00
14 530,60
18 457,60
402,50
Opbrengst van bijzondeire fondsen
Totaal in 1870 .
•
Vermeerdering .
2 871,325
103 917,08
f
4 390,75 5 f
103 133,47 5
247 687,19
254 645,67
» 1869. .
Vermeerdering
745 635,82
Friesland.
la 930,99 5 710,31 717,10 2 072,50 985,72 134,70 615,30 3 212,62
13 450,02
27 980,89
TOTAAL.
3 462,09
15 925,31
392,10
72 033,37 790 620,085 287 403,01 334 984,67
6 947,18 5
10 792,39 5
2 708,42
4 981,55
114 753,98
2 563,73
1 015,565
132,46
197,65
16 332,67 5
3 069,80
6 017,91
2 834,15
1 230,70 3 302,09
1366,71
2 079,105
47 137,52
5 857,06
3 237,485
12 166,66 5
4 255,93
3 271,455
1 275,00
60 386,395
4 348,225
698,75
2 491,86
1 156,79
642,50
387,91
22 956,65
4 993,675
.7 219,735
3 332,805
8 888,87
271,985
1 045,845
90 358,225
420,00
21 124,32
50,00
14 876,50 5
f 239 997,86 5 f 167 080,825 f 438 349,85 f 286 100,04 f 283 088,355 f 130 233,33 251 871,595
f 2 762 254,70 5
15 536,51
155 635,22
420 088,12 5
256 064,65
254 169,63
f- 11 873,73 f 11 445,605 f 18 261,72 5 f 30 035,39 f 28 918,72
f 198 456,485
116 801,565
5
f 4 614 097,79 4 372 003,33
173 170,84
f 13 431,765 f
25 285,645 f 242 094;46
S T E N. 57 143,97 f 32 988,00 f 49 618,175 f 45 223,66 5 f 55 550,675 f 23 572,03 3 896,59
845,00
664,00
7 262,30
8 794,10
698,75
2 622,11
1 112,29
2 456,66
4 114,00
»
3 746,50
598,00
49 483,46
7)
f 47 094,48 5 f- 13 816,255 f-- 39 023,31 f 80 728,05
Limburg,
12 303,44
300,00
757 293,93
Drenthe.
26 245,42 5
”
177 375,08 5
Groningen.
f 164 142,515 f 98 732,52 5 f 303 367,315 f 178 426,62 f 177 996,455 f 73 144,405 f 106 263,465 5 741,955 2 460,18 6 509,06 5 8 350,835 2 448,62 2 772,87 1 857,50 20 612,17 5 24 047,96 33 588,565 31 219,37 25 008,115 27 567,36 5 57 888,13 31 241,095 9 252,975 21 762,965 12 686,19 5 18 110,665 6 051,72 6 943,82
41 320,00 3 668,72
Overijssel.
Y EN.
4 908,195
9 350,16 f 3 991,30 f 33 874,15
354 513,45 5
Utrecht.
615,30
f 301 740,155 f 340 697,20 f 706 612,51 f 838 021,98
Zuiver bedrag der uitgaven in 1870. . ?)
3 640,89 5
Zeeland.
3 025,53
f 108 307,835 f 112 483,635 f 251 678,49 f 211 249,235
1869 . • • •
3)
5
250,00
Andere subsidien van de provincien
•
1 496,00
ten behoeve van het lager onderwijs in 1870.
2 765,76
•
» 2 414,32
295,21 f
39 197,80
441 395 f
103 222,50 5
64 483,90 5
642,50
191 580,74 5
451,39
22 180,52
24 190,00
122 845,18
9 686,32
))
848,71
4 845,21
600,00
137,00
557,15 5 67 139,13
59 055,65
5 102,38 f - 4 504,85 f ' 7 001,41 5 f
316 865,62
72 648,03
»
195 113,98
- 12 168,94 f 11 004,21 f 13 159,345 f 34 540,24 f 21 917,31 !f
f
30 485,975
2 716,51
1 048 681,85
67 505,91
f
f 139 743,20 f 3 497 910,03
86 315,59
8 584,28
58 713,285 f 1 116 187,76 55 996,775
4 847,485 f
f 175 576,245 f 127 441,63 f 330 024,96 5 f 226 120,98 5 f 217 031,29 f 94 899,87 187 745,185 116 437,42
33 514,74 f 826 529,68 5
446,90
64 421,62 f 39 639,195 f 108 324,885 f 59 979,05 5 f 66 057,06 5 f 35 333,46 64 126,41
f
117 174,06 5 3 323 321,48
f
22 569,135 f 174 588,55
26
5
102 Bij vergelijking met de d ffers van 1869 valt eene beveer f 23 000. Daarentegen waren de uitgaven wegens langrijke vermeerdering zoowel der uitgaven als der ont- vergoeding voor vrije mooning en huur van schoollocalen vangsten in he oog. Voor de uitgaven bedraagt zij ruim f 1000 minder dan in 1869. f 242 094,46 ; voor de ontvangsten f 67 505,91. Het zuiver • De opbrengst der schoolgelden was toegenomen met bedrag der uitgaven was derhalve f 174 588,55 hooger ruim f 33 000, de subsidien krachtens art. 36 met ruim dan iu 1869. f 26 000 , de opbrengst der bijzondere fondsen met ruim f 6000. De vermeerdering der uitgaven betreft de volgende onVermindering der uitgaven valt alleen waar to nemen derwerpen : onderwijzend personeel met ongeveer f 86 000 ; in de provincien Gelderland, Zuidholland en Zeeland , der nieuwe schoollocalen met ongeveer f 72 000 ; onderhoud der inkomsten alleen in de provincie Overijssel. Het zuiver schoollocalen met ongeveer f 29 000 ; schoolmeubelen en bedrag der uitgaven was in alle provincien hooger dan in schoolbehoeften met ongeveer f 14 000 ; vuur en licht in 1869 , behalve in Gelderland , Zuidholland en Zeeland. de schoollocalen met ongeveer f 10 000 ; pensioenen aan onderwijzers met ongeveer f 2400 ; subsidien aan bijzonDe volgende tabel bevat de uitgaven door het Rijk , de dere scholen met ongeveer f 3600 ; opleiding van onderprovincien en de gemeenten gezamenlijk in 1870 gedaan wijzers met ongeveer f 1200 ; andere uitgaven met ongeton behoove van het lager onderwijs. i
103 .04 GO 0 ,..0 ts. C.2 t•• C.•
t•-••
an CO ' •tt4 Mil xi
...,14 0 co CO
•-n r4 to Cf3
CO
GO CC co 0 N L•••
0 ,...., c.0 0 Gra
I.
An
10
1
v..4
0
CraN
al ),.,-
as co_
Vi 0 ...1, I,. cO
N N in C... )0
C.0
)n GO N N
tn N v. N GO
-.:14
N
00 CO
CI
0 • mot{ Gra c0
ic) 0
0
-
t•7
)M. 00 i•-1
06'
GO 00 ti.
10 .3 CO
CO
ICJ ..44
in
= Cra
N
N
CO CO.'
. 44 01 c.0
0
O.
0 Wei' CO CO
0 C=7 ••t4 : '14
.:14
l'•:' CO GNI
N N
CO
,--4
CO
,3 e.0
in In
C.17)
tei.
".t4
,t4
-
7.4
N
CO O
0... 1C3 t 's N
. CO CZ
u-D c0 ...
,"N N..
7.0
ira
C N
0'3 0
N
CA
".11
7-4 Ca
ao .44 CX)
c.:
. L-:
tri'
CO CO
tO
GO Tt4 CO 0 7.4
t••n
CO
CC t•-• 'TN
.04
c0 C7) ••44
ILLt C41
10
co
t•••
CO
CO
aCZ 00
GO
CA
CO r.4 1r3 GNI
N la 0 N 0 N
00
-t4
,....
CO._ 1,..
C..• ,.4.-
G4'
0
.3 VD
I':
C
0 Ira
in GO CA
VC;
GNI
44.‘-
4--1
CN 03 di
'
CO c,".1
CA t•-•
t• GO
e.6 t,..
c6 co
0
G\ T
N'
CO
r...
CO
N
EN. N
tra
In 0
0 Ve3
Cft 10
1-'- GNI
CO
CO
CC
CC
7.4 IM di
1, GNI
t`. N 1n
10 10
cO
-,f4
0
CO
.7
di •-i
•-•I
r-i
10
t.0
0 0
10 0 • ci'D 7.4 tea
C..
10
in
ar) t's
...4
t..
CD
N
10
1-.• OR., in N 06
CO
iO CO
•Tt4
CO r-4
IA
in
... CO
,f4 ..,,
N
71(3 CO
.04
✓ - V C A tg.
06
•-.•
0
•,--, csec
CA
CO
aqs
I,: = ex,
tn. " icy
rz. to co cx,
0 t'•••
L---,x,
GNI 'eCt4
0 "14 Cf3
CA CO
'1,t4
0
CC
'44
0 le3
t". 7.4
N
N
N
N
' .til
•mf4 ws .
CA
C5) CO
CO
7-71
scli GNI
.
••••• c.;.
a)
co
:pia .„, ;4 CD I.. 0
Pci
t :1n : ; c.0 :
ry
•
:143 tea ;•;) CA 0 CO 7.1 an • ..4 CO
co
0 CO
CO 0
,3 CC
L'`.
GO
co...
6
cr)
in C.0
143 CeJ CO
.44 N
7-4 •-.4
,-♦
CO
GQ 1=1
an CO 0 .-.
an tO i0
*0 CA 0 ..
0
te3 CO
... GO (X)
If3 CO Cf3
.0,
t•
c0 5.
•••;14
oi*. exl
xfn CO
C;)
,--4 7-4
(X) CO
1s3 7..4
CO
1r3 0
CO
0
C. - co...
cr
G6
-
G\i'
• N
CC CO Aia CO
C.0
N
CSC
CO
4.-.1
CO CZ C•
CO CA GO
,t4
.04
.•:14 .:11
o0
Cr)
C.0 ' C) 7-4 CO
CO
N 7.4
C.C''.
1C3 t••••
Ar, GO
an N
an
00 cO
N
a) a)
r •
riD
teD Gq-
cez
N' CO
an 7.4 Itt
'Iti
O es
CO
7.4 6. co
n44 N
10
in
1`.•
N.
0
gtti
t•••..
n41
CO
0._
0
cs:)
t•-•
e.6 o
ceD, co
t..
c(5'
to
00°'
0
GO N
CO `TM
C.* ril
CO
CO GO C5'
C5' .,±f
osr
CO
0
0
r4
.
.‘,14 tO 0
N
in 110 CA
C)
Gq 10
N CT)
,-4 rf ci
t..• "ci4
7.4
co
C4
CT) CO
t• CO
••••4
an C.0 CA0 r 4 Ca., a°
-1-
0
0
trr t•••
..5'
1e3
GNI
CO 10
0
In .-;N .
. ,... CO
0
t-:
ifa
N 1,••
N "Tti 0 7-4
cn
,i0
t... "1,1
1",•
t•-•
IrD L"..
co
to
10
10
N
l'n
N
CC,
ce
cci-
••:t4
a)
CO
C0
CA
tn
-.44
di
-di
an CA
.
,-.4
0
0
N t...
0 N co co
Id IC: C7 CSS 16 e;I.' :1 ,, CD ,c14 "itt4 CO ••41 et1 00 Cl CO 0 7-4 7.4 a) C.7 ri t"• 0 c.0 CO "TS C73 CO CO 0 CO N -4( -44 la N tit IC'D di CO CO N c o N ...4 Gil
1-4 is) .44 CO 06. I n:3 I V = k a)
r..4
0 •-64 Z 4:1
r4
N
.:t4
.
Pi
co
ti. 1-1
r.:
c:5,-
00
CT)
'CH
ILID
a)
CO CO
CO
N
7.1
IA 1.f
10 . t:
7.4 4 .
C.0
CO
r
,, o W t...
10
__, N..
7-4 ' t'••n 0 rk
‘...)
r.•• CO C.•
N
CA ."C; .t4 at.
„ hr o %.:.) co N nzt( e..NI
CO
co Co
CO
in
CO
C>
N ••14
.
0 -get(
N
IN.
e.0 a)
CO
cc
••14
CO CA
C•1 CO
-.11
0-)
CO co
0 c0
74
,f4 i.Cb CO
CO CO
774
C.
..:14 Cn„
CO CA
i•di
CO
,•-n
(xi- 16. t, i.
o "
t:
••44
).0
in
0 ,
N
CO
CO
CO
C')
0 r-1
C.
00
10
10
CO "d4
t••••
C•.•
co
CO
CO.- .1.4
T7.4
ILO
`VIZ 0 1e3 'ef4
N 0
CO ..d4
c.0 1,,
0') GO "eV
an ....4 CA
an CO CO
c6 CO
cmcr)
..di
c)
10
t• )0 7.4
0
0
r4
CO
N 06 N' 0-4
0 id'
wn r4
ri r4
C.
0 0 c0
CZ k 0 N ........
8 .
k
• 5-
0 41 • 0
a) r0 O
;:i • co ,-., co •
0 0
r4 ..f..'i C.) x
0
0 a)
.,?, Cil 0 0
PLi
N , • ,,,
03 PI a) ,s,
.
GNT
7.41'
•- a2 s=I 4/ 4> 0 r-I
X
tra 1-4 CD N
L..^A
co
cou.D
N CO
Ctia
CO CA 0 r-4
10
CA )0
.04
0 t.... CO rf
CO
CI
St
r.
7.4
c e 0 E-I
-4-, A
tap s::
CD
0-4 CO
C3
•
a)
CO GO
.14
=
td)
104 CD 0 rti C.)
ci)
1C^
t•••
`Zt4
• ,f
a
CO ...;f4
o co ce, cx:r
a) PO
•;.;r.f
"tt4 CO
in .,1.4 N
d
cd
CO
.tt4 C.
tz.
CO
o 0
42. o
cs-'4".'
-41
CO t-- N-
O COA
1.4 a) Mt PI 0
?-4
C.0
GNI CO
• 0 0 • p=i
-..ti
N CO
1-4
t.•
I 0 74 . C.) CC 0
CT)
0 7-7
•...,1
CO
cn ..14
=
co
in
tf'D 7.1
1-1
CA
-
N
7.4
Go
1•••
CO
CO
0
Id
5 E . ,:,
N
10 ant N COO N CO CO ..
C;;)
a)
1-M
0
ui"
X/
4..4
GNI
0
t...•
IC)
.:14
7.4 CC..
CC
t••
),n
ra
7-4 0
CO GNI , CA 0
7-4 CO N'4.... 0 GNT CC 0 C••
CO
1-
CO co
C7; N 0 IC) CO ).CD if) CO
CO CA
10
la
0 0
.4 • "et,
cr,
.efl
0 N p.. )0
•-
0
0,-,
0') 0
)0 et' CO 10 )0 CO- t-•." N
N CO N CA 0) L', r.4
co
CO
0 0
,1
ri., N N't.
N
co a)
ci.. ii-T
IL')
In
ts'ft 77-4
-
01
c0
1-4 cz.
O CO -
M N..
CA
AO
otin
a) 1-4
O
CO
N
c.6
10
Cn
.itt4
-
C.0 CC
10
tt'S'
CO
,P4 CO
r4 7.4 10
21 ,
0
0 O.
7.
0
-di Ca
CO
C:: 7
.01
''.44 CA CO
tom•
).0 tCD
1-4
0
a,CyceS' 0
cr) CO
CA
CO
CO
an
an
In
0
ces.
di
rag
an 0
7-.4
N
CO
N
an
CO
10
AO
Pr;
if, ..4 Cr)
7-4 C.0
CC
An co
C(3 10
keZ
c
ceS'
IN.
CS)
10
c
N Ce3
Cr)
in CO
CO
Ce3
N
•-4 CO
e s :,
N
u•C L'•
.4.1 N
AO CO
t-.•
b.1) CI: • r. 0 ''CI
s.
C.
CD)
5 k
a)
104 Bij dat bedrag moet nog worden gevoegd : f 2000 door de provincie Zeeland verstrekt tot bevordering van ge-
trouw schoolbezoek ; f 300 door de provincie' Friesland bijgedragen aan het reservefonds voor onderwijzersweduwen en weezen , en- f 1280,33 5 wegens nadeelig. slot der examengelden. De kosten van het openbaar _lager onderwijs in 1870 be-. droegen due f 4 988 114,24, of f 256 830,89 5 nicer dan in 1870. Met uitzondering van Gelderland , Zuidholland en Zeeland viaren de uitgaven in alle provincien hooger. Voor de volgende onderwerpen waren de kosten gestegen : onderw*efid petsoueel , ruim f 87 000 ; nietiwe schoollocalen ruim f 71 000 ; onderhoud van schoollocalen bijna f 29 000; schoolmeubelen, schoolbehoeften, enz. ruim f 28 000 ; pensioenen van onderwijzers ruim f 7000 ; subsidien aan bijzondere scholen ruim f 3000 ; opleiding van onderwijzers ruim f 3000; andere uitgaven der gemeenten ruim f 23 000. De uitgaven wegens vergoeding voor vrije woning en huur" van schoollocalen waren daarentegen ruim f 1000 minder. Van de Mina 5 millioen , in 1870 voor het lager onder-
wijs uitgegeven , werd (ruim 2 3/4 a, besteed voor het onderwijzend personeel , ruim 16 ton gouds voor geboftwen , schoolmeubelen en schoolbehoeften , en bijna 6 ton' gouds voor de overige onderwerpen (opleiding en pensioet der onderwijzers , schooltoezigt enz.) De inkomsten van het openbaar lager onder s bedroegen f 974 800,49 , namelijk : schoolgelden f 835 5' 1 :,63 5 ; bijdragen der onderwijzers voor hun pensioen f 49 91,20 ; bijdragen van ander& gemeenten voor schoolgaandi kinderen f 22 180,52 , en opbrengst van bijzondere fiindsen f 67 139,13 5 . Het zuiver bedrag der uitgaven was alzoo f 4 013 313,75. In navolging van vroeger, volgt hier een kort oVerzigt van alle uitgaven en inkomsten van het Rijk , de prothincien en de gemeenten voor het hooger , middelbaar et' . lager onderwijs. Daarbij is buiten- aanmerking gelaten het onderwijs bij do land- on zeemagt , dat in de gevangdnissen en het onderrigt aan de bewaarscholen. De totalen , hierboven verkregen 'als bedrag der kosten van' het hooger , middelbaar on lager onderwijs , te' zamen gevat , geven het volgend overzigt :
Rijk.
Provincien.
f 453 562,175
Hoogescholen en athenaea Gymnasien en latijnsche scholen
10 000,00
39 989,626 17 402,40
771 756,67
Middelbaar onderwijs Veeartsen ij school
Totaal
f
TOTAAL.
83 255,87 5 f 546 818,05 213 445,23 5
253 434,86
604 562,62 5
1 393 721,70
36 129,95
36 129,95
6 721,53
6 /21,53
Kweekschool voor vroedVrouwen Lager onderwijs .
Gemeenten.
443 571,58
57 942,93
f 1 751 731,53 5 f
85 345,33
Van de uitgaven door het Rijk gedaan zijn , even als vroeger afgetrokken de bijdragen der onderwijzers voor hun pensioên , benevens het batig slot der examengelden ; van die der gemeenten : de subsidien door het Rijk en de
4 347,490,065
f 5 248 753,80
f 7 085 830,66 5
provincien verleend , de opbrengst van bijzondere fondsen en de uitkeetingen aan andere gemeenten. De volgende inkomsten werden van de verschillende takken van onderwijs verkregen
Rijk.
Atitenaea , (inschrijvingsgelden , enz.)
Yr
Gymnasien en latijnsche scholen (schoolgelden) Middelbaar onderwijs (schoolgelden , batig slot der acten-examens)
f 73 900,655
Gemeenten.
TOTAAL.
22 959,37
f 22 00,37
59 451,21
59 451,21
142 182,865
216 083,52
Veeartsenjjschool (bijdragen der leerlingen , enz )
7 905,31 5
Lager onderwijs (schoolgelden) . .
9 009,95
826 529,68 5
f 90 815,92
f 1 051 123,13
Totaal .
4 849 004,57 5
7 905,31 5 835 639,63 5
f 1 141 039,05
105 IIet zuiver bedrag der uitgaven van Rijk , provincien en gemeenten voor alle inrigtingen van onderwijs , met uitzondering van het militair onderwijs , van dat in de gevangenissen en van het onderrigt aan de bewaarscholen , bedroeg in 1870 alzoo f 5 943 891.61 tegenover f 5 878 516,71 5 in 1869.
Zeeland. De hefting van het schoolgeld word met ingang van 1 Januarij 1871 afgeschaft te Cadzand en verhoogd to Bruinisse. Zij werd voor de avondschool verhoogd to Kattendijke. Te Hontenisse werd voor het onderwijs in de vrouwelijke handwerken schoolgeld ingevoerd.
§ 6. SCHOOLGELDEN.
Utrecht. Wijziging der heffing vond plants to Utrecht voor het onderwijs in de Engelsche taal, voorts to Mijdrecht en to Wilnis.
Wijziging der schoolgeldheffing vond in 1870 plaats in de navolgende gemeenten : Noordbrabant. Schoolgeldheffing werd ingevoerd voor de gemeenschappelijke school to Nieuw Bergvliet , gemeenten Bergen op Zoom en Woensdrecht doch alleen voor de kinderen van eerstgenoemde gemeente , en te Asten waar zij vroeger was afgeschaft. Verhooging had plaats to Dussen en to Loon op Land. Verlaging te Tilburg. Gelderland. De heffing van schoolgeld werd afgeschaft to Ammerzoden en te Ewijk , met ingang van 1 Januarij 1871 ; met hetzelfde tijdstip werd zij ingevoerd te Steenderen. Te Harderwijk en to Maurik werd schoolgeldheffing toegepast op de aldaar opengestelde avondscholen. Verhooging van schoolgeld vond plaats to Herwen on Aerdt voor het gewoon, en eene nieuwe heffing werd ingevoerd voor het meer uitgebreid lager onderwijs. Te Nijkerk en Ophemert werd de heffing verminderd. Zuidholland. Schoolgeldheffing werd ingevoerd to Reeuwijk , Waddinxveen en to Wateringen ; to Rotterdam , voor , de school op Feijenoord ; to Voorschoten , voor bet teekenonderwijs ; to Oudewater , voor de avondschool. Het werd verhoogd to Hagestein verlaagd to Sliedrecht , afgeschaft to Sommelsdijk. Noordholland. De heffing van het schoolgeld werd afgeschaft to Andijk , to Brook op Langedijk , to Midwoud en to Oterleek , on verminderd to Nieuwendam. Het word verhoogd to Landsmeer en , ton gevolge der uitbreiding van het lager onderwijs , op nieuw geregeld to Oudkarspel.
Friesland. In Wonseradeel word de heffing van schoolgeld afgeschaft on to Bolsward gewijzigd. Overijssel. Ingevoerd werd schoolgeldheffing te AmbtAlmelo. Voor het onderwijs aan de dagschool werd zij afgeschaft to Stad Delden on to Lonneker. Het schoolgeld word verminderd voor de tusschenschool to Kampen tot op de helft ; voor de school to Holten van f 0,65 per kwartaal tot f 0,20 per maand. Groningen. Te Veendam werd schoolgeld ingevoerd voor het meer uitgebreid lager onderwijs. Te Noorddijk werd het schoolgeld verminderd. Drenthe. Schoolgeldheffing werd in de gemeente Odoorn ook toegepast op de avondschool. Limburg. Wijziging der heffing had plaats te Venlo. De heffing van schoolgeld werd derhalve in 1870 afgeschaft in 8 en ingevocrd in 6 gemeenten. Blijkens het vorig verslag werd zij ook nog met ingang van 1 Januarij 1870 in 3 gemeenten ingevoerd. Het getal der gemeenten , waar op 31 December 1870 in het geheel geen schoolgeld voor de dagschool werd geheven , verminderde dus weder met 66n, on bedroeg alzoo 237. Do boven vermelde afschaffing in 3 gemeenten en de invoering in 1 gemeente , met ingang van 1 Januarij 1871 , is hier buiten berekening gelaten , omdat zij op de cijfers van dit verslag geen invloed uitoefent. De opbrengst der schoolgelden in 1870 aan de openbare lagere scholen geheven is vermeld in de volgende tabel.
Opbrengst van het schoolgeld , in elke provincie , gedurende het jaar 1870. Bij de RijksPROVINCIEN.
Noordbrabant .
lagere scholen.
f
•
Bij de openbare
Door de onder-
gemeentescholen. wijzers geheven.
1 217,75 f
58 881,075 f
TOTAAL BEDRA G.
2 068,155 f
62 166,98
Gelderland .
85 358,88
1 569,36
86 928,24
Zuidholland.
222 939,49
7 161,82
230 101,31
161 738,985
2 648,70
166 308,485
1 920,80
Noordholland .
90,00
Zeeland .
57 143,97
Utrecht .
32 988,00
32 988,00
Friesland
49 618,175
49 618,175
Overijssel
45 223,665
1 586,60
46 810,265
55 550,675
3 169,025
59 861,85
Groningen
1 142,15
57 233,97
Drenthe
23 572,03
371,10
23 943,13
Limburg
33 514,74
2 114,10
40 358,09
4 729,25
Totaal in 1870 .
f
9 009,95
In 1869 .
8 434,80
Vermeerdering .
575,15
f 826 529,685 f 793 361,055
f
33 168,63
20 778,86 f 856 318,49 20 534,21
244,65 I f
5
822 330,06 5
33 988,43 27
106 De geheele opbrengst der schoolgelden bedroeg dus f 33 988,43 meer dan in 1869. De Rijks- lagere scholen deelden daarin met ruim V, per cent , de schoolgelden door de onderwijzers geheven waren ruim 1 per cent hooger ; loch verreweg het grootste gedeelte der vermeerdering kwam voor rekening der openbare gemeentescholen. In Noordbrabant , Utrecht , Friesland , Overijssel en Limburg verminderde de opbrengst gezamenlijk met f 3619,30. In de overige provincien nam zij toe met f 36 787,93. De vermeerdering was het aanzienlijkst in Noordholland (f 21 126,94) , in Zuidholland (f 6838,14) en in Groningen (f ,6542,96 5 ).
§ 7. SUBSIDIEN VAN HET RIJK EN DE PROVINCIEN KRACHTENS ART. 36 DER WET. De beide volgende overzigten bevatten de gewone en buitengewone subsidien, die , krachtens art. 36 der wet , over 1870 door het Rijk en de provincien werden verstrekt. De gewone subsidien werden verleend ter voorziening in de gewone kosten van het openbaar lager onderwijs ; de buitengewone subsidien moesten helpen voorzien in de kosten van den bouw van schoollocalen en onderwijzerswoningen.
GEWONE SUBSIDIEN. Noordbrabant. • .
Besoijen .
.
75,00
. •
Drongelen
100,00
Geldrop .
.
Gernert .
Grave • • Putten . . Zes gehuchten
.
150,00
. .
.
.
150,00
.
Spaarn dam
225,00
Terschelling
250,00
Urk . .
467,50
Vlieland .
475,00
400,00
. .
87,50 •
-•
Zuidholland. . . . .
Hardinxveld .
f
• .
Herkingen
• • .
de Lier . • • • . • Maasdam Maassluis Melissant Nootdorp Rhijnsburg . Rozenburg . Reeuwijk
. . . ••
Stad aan 't Haringvliet Zwartewaal
Ameland
200,00
Hindelopen . . , Stavoren. .
500,00
IJ1st . .
f
811,00 496,00 200,00 350,00 200,00
• • •
f
2 057,00
f
400,00
f
400,00
f
90,00 225,00 95,00 50,00 25,00 100,00 150,00
f
735,00
f
13 479,50
• • •
Overijssel.
400,00 450,00
Wanneperveen.
150,00 125,00
• •
300,00 3 627,50
Limburg. Bingelrade Jabeek . Mesch
580,00
Schimmert .
Huizen
550,00
Spaubeek •
Krommenie ••
1 000,00
Swalmen .. . . ...... .
1 150,00
Urmond
400,00
Petten
• • Transporteren .
150,00
137,50
Egmond aan Zee
Ransdorp
f
Schiermonnikoog . • • . . • . .
330,00
Noordholland.
•
25,00 75,00 50,00
• • •
250,00
f
Oostzaan
f
Friesland.
150,00 85,00
5 397,50
. • .
100,00 250,00
Heerjansdam Kethel en Spaland .
Achttienhoven Jaarsveld . Westbroek .
200,00
. .
f Utrecht.
150,00
•
1 112,50
Groote Lindt . . . . .
3 980,00
Per transport . • •
300,00 f
3 980,00
Totaal der gewone subsidien in 1870 .
107 BUITENGEWONE SUBSIDIEN.
GEMEENTEN.
PROVINCIEN.
Noordbrabant
Noordholland . Overijssel Drenthe
Subsidie
Subsidie
bedrag der
van
van
kosten.
het Rijk.
de provincie.
330,00
f
Besoijen
Gelderland Zuidholland . .
Totaal
115,00
f
115,00
100,00
Sprang
10 670,00
2 667,50
2 667,50
5 335,00
Driel
21 608,50
7 202,80
7 202,80
7 202,90
Asperen
5 297,00
I 398,50
1 398,50
2 500,00
Katwijk
10 950,00
4 863,80
4 863,80
1 222,40
Krimpen aid IJssel
3 250,00
875,00
875,00
1 500,00
Lier (de)
1 210,00
605,00
605,00
Land smeer
11 587,00
4 793,50
4 793,50
Spaarn dam
12 094,00
6 047,00
6 047,00
Borne
2 484,00
828,33
828,33
Coevorden
5 065,35 5
1 899,50
1 899,50
1 784,00
446,00
446,00
892,00
11 615,00
4 500,00
4 500,00
2 615,00
Ruinen
Limburg
f
Bedrag van hetgeen . ten laste der gemeente is gebleven.
Hoensbroek
Totaal der buitengewone subsidien in 1870.
36 241,93
Totaal der gewone subsidien .
13 479,50 f
Algemeen totaal
VERZAMELING DER GEWONE EN BUITENGEWONE SUBSIDIEN.
Noordbrabant
f
Gelderland
7 202,80
Zuidholland
16 238,00
Utrecht .
150,00
Friesland
2 057,00
Overijssel
1 228,33
Drenthe .
2 345,50
Limburg
Algemeen totaal .
5 235,00 f
49 721,43
Sedert het vorige jaar werden nieuwe subsidien voor de gewone kosten verleend aan de volgende gemeenten : Zuidholland. Nootdorp f 137,50.
827,34 1 266,355
36 241,93 13 479,50
f
49 721,43
De subsidien werden verminderd in de volgende gemeenten : Noordbrabant. Besoijen f 50, Drongelen f 100, Geldrop f 50, Gemert f 100 , Grave f 100 , Putten f 212,50 , ZesGehuchten f 50.
11 369,80
Noordholland
8 895,00
49 721,43
f
2 000,00
Zuidholland. Reeuwijk (waarmede de vroegere gemeente Sluipwijk is vereenigd) f 150. Noordholland. Ransdorp f 75 , Terschelling f 200. Limburg. Mesch f 5 , Schimmert f 25 , Spaubeek f 50. Zij vervielen in de volgende gemeenten der provincie Limburg. Amstenrade f 95 , Bemelen f 110 , Elsloo f 125 , Merkelbeek f 60 , Nieuwstadt f 100, Oirsbeek f 125, Rimburg f 50 , Roggel f 30 ; Schinnen f 125 , Slenaken f 125 en Stein f 100. Het bedrag van idle subsidien van hot Rijk en der provincien , elk in het bijzonder,, over 1870 , was f 1590,93 5 hooger dan in 1869. Aan buitengewone subsidien werd f 3140,935 meer,, aan gewone subsidien f 1550 minder nitbetaald.
.
§ 8.
INKOMSTEN VAN ONDERWIJZERS.
Limburg. Jabeek f 225.
Verhooging van subsidie had plaats in de gemeente: Noordholland. Huizen f 300.
De volgende tabel bevat een overzigt vanhetgeen door het Rijk , de gemeenten en de leerlingen in 1870 werd betaald tot bezoldiging der onderwijzers aan de openbare lagere scholen.
109
108 Inkomsten \ran
ONDERWERPE N.
Noordbrabant. Gelderland.
Zuidholland. Noordholland.
Zeeland.
onderwijzers in 1870.
Overijssel.
Friesland.
Utrecht.
Groningen.
Limburg.
Drenthe.
Totaal.
a. Van- het Rijk: Jaarwedden bij de Rijks- lagere scholen. • . Jaarwedden bij de Rijks-kweekscholen en daaraan verbonden leerscholen . ..
)1
I?
f 17 024,99
f 15 657,265
5
Toelagen voor normaallessen .
1 230,40
f 1 700,00
f 1450,00
2 125,00
Toelagen voor opleiding volgens art. 12 , 2de lid .
1000,00
1 200,00
2 000,00
950,00
2 200,00
500,00
500,00
Toelagen voor opleiding van onderwijzeressen.
f
750,00
300,00
380,00
450,00
f 19 255,39 5 f 5 100,00
f 4 380,00
f 19 232,26 5 f 1 180,00
f 169 455,65
f 173 875,91
f 303 280,20
f 264 444,73
Veranderlijke jaarwedden der hoofdonderwijzers.
15 325,06
14 431,92
/23 379,39
13 740,89 5
6 978,87
2 288,08 5
Vaste jaarwedden der hulponderwijzers .
50 970,88 5
81 546,57
256 215,14 5
222 119,545
51 940,51
37 465,825
151,90
2 151,96 5
323,25
34,98
19 717,60
2 698,66
1 581,00
955,41
300,50
Totaal in 1870. .
750,00
1 800,00
1 968,275
300,00
950,00
700,00
900,00
f
5 118,13 f
»
f
»
))
50,00
2 132,50 6
))
500,00
430,00
Gratificatien
f
f
400,00
3 200,00 f
5 450,78 f
15 100,00
g
m
7 225,00 f
14 475,6E0
»
47 782,26
850,00
1 510,00
• 13 983,67'
400,00
600,00
9 530,00-
175,00
3 875,00
»
150,00
))
16 250,00 I f
6 368,13
f
55 626,865
f
))
1 030,0E'
.
9 510,00 f f
90 676,57
b. Van de gemeenten Vaste jaarwedden der hoofdonderwijzers .
Veranderlijke jaarwedden der hulponderwijzers
963,6 I
Toelagen aan kweekelingen
4 028,635
6 006,23
27 942,65 5
Gratificatien
2 061,12
2 757,69 5
3 668,19
Totaal in 1870. .
C. Opbrengst der schoolgelden, door de onderwijzers geheven in 1870
f 242 804,99
f 278 770,22
f 2 068,155 f 1 569,36
Algemeen totaal in 1870. .
f 264 128,54
In 1869. .
258 919,09
Vermeerdering. .
f 5 209,45
1 622,625
f 616 637,54 5 f 521 968,645 f 164 142,51 5
f 7161,82
f 2 648,70
f 285 439,58 5 f 628 179,365 f 543 849,61 280 772,41
f 101 534,08
611 060,17
509 273,06 5
f
57 097,11 5 f 203 045,445 f 102 620,89 5 f 115 921,67 f
)
1
16 116,315 76 246,81
164 387,69
f 4 667,17 6 f 17 119,195 f 34 576,545 f 1 024,82 5
62 882;015
45,50
, 54 730,24 6
241,025 204,61
6 102,025
3 474,115
4 972,00
1811,22
2 190,545
410,00
98 732,525 f 303 367,315 f 178 426,62 f 177 996,45 5j f
f
90,00
f 165 412,516
7 018,02 5 1757,93
1 586,60 f
3 169,02 5I f
. 411,10 15 789,945 n 1272,51 43,98 5
73 144,40 5
S71,10
76 688,865 f 1 623 591,42 5 1 446,27
102 893,86
24 891,47
934 798,965 .4 186,87
70,00
80 851,175
3 055,74
15 932,41
1.11,12
106 263,465 f 2 762 254,79
2 114,10
f
20 778,86
99 482,525 f 306 567,315 f 186 464,00 f 197 415,48 f
79 883,635
117 887,565
f 2 873 710,135
98 853,82
79 362,245
118 522,23
2 784 Q37,27
628,70 5I f
298 161,815
8 405,50
176 119,76
f
9 344,24 f
188 604,975
8 810,505 f
521,39
f - 634,66 5
f
89 672,86 5 28
110 Door de provincie Friesland werd dit jaar eene som van f 3746,50 uitbetaald aan de gemeenten Aengwirden , Baarderided , Gaasterland., Leeuwarderadeel , Oostdo-ngeradeel, Opsterland, Wonseradeel, Idaarderadeel, Menaldumadeel , Westdongeradeel , Haskerland , Franekeradeel , Weststelli ngwerf en Rauwerderhem, als altera tanta in de verhoogiKkg der jaarwedden van openbare onderwijzers. Blijkens de vorenstaande tabel vermeerderde het . totaal -der inkomsten in 1870 met f 89 672,86 3. Deze vermeerd.ering bedroeg voor de inkomsten van het Rijk f 3307,77, van de gemeenten f 86 120,44 3 , on wegens opbrengst der sehoolgelden , door de onderwijzers geheven, f 244,65. Met uitzon.dering van Limburg ontstond er voor alle provincien vermeerdering , die in Noordholland het aanzienlijk cijfer van f 34 576,54 3 beliep, en ook in de provincien Zuidholland , Overijssel, Groningen, Friesland, Noordbrabant en Gelderland zeer belangrijk was. Voor de volgende onderwerpen werd in 1870 meer uitbetaald : jaarwedden bij de Rijks- lagere scholen (ruim f 500) -en bij de Rijks-kweekscholen en daaraan verbonden leerscholen (ruim f 3300) ; gratificatien (ruim f 700) ; vaste jaarwedden der hoofdonderwijzers (ruim f 28 000) on die der hulponderwijzers (ruim f 53 000) ; veranderlijke jaarwedde der hoofdonderwijzers (ruim f 100) en der hulponderwijzers (ruim f 700) ; toelagen aan kweekelingen (ruim f 1100) en gratificatien (ruim f 2100). Daarentegen ver•inderde het bedrag der toelagen voor normaallessen met bijna f 1200 en dat der toelagen voor opleiding van onderwlizeressen met ruim f 130. In 1870 bekleedden 1335 openbare onderwijzers boven dien andere betrekkingen , waarvan 1200 van kerkelijken aard. Naar de provincien waren zij aldus verdeeld.
BETREKKINGEN VAN
Kerkelijken aard.
Anderen aard.
Door Gedeputeerde Staten van Zuidholland werd aan een hoofdonderwijzer vergunning geweigerd tot gelOktijdige waarneming der betrekking van doodgraver. Met vernietiging der afwiajzende beschikkingen werd die vergunning alsnog verleend bij Koninklijk besluit van 1 November 1870, no. 4, onder n°. XLVII van bijlage I achter dit verslag medegedeeld. § 9. PENSIOENEN !UN ONDERWIJZERS. In 1870 werd aan 43 hoofdonderwijzers en 9 hulponderwijzers pensioen verleend. Van deze waren 7 uit Noordbrabant, 5 uit Gelderland , 3 uit Zuidholland , 4 nit Noordholland , 2 uit Zeeland , 3 uit Utrecht , 9 uit Friesland , 3 nit Overijssel , 9 uit Groningen, 4 uit Drenthe , 3 nit Limburg. Bovendien warden de pensioenen , aan 3 hoofdonderwijzers vroeger verleend , respectivelijk verhoogd van f 136 tot f 156, van f 334 tot f 431 en van f 119 tot f 137 ; terwiejl het wachtgeld van f 563 , in 1862 verleend aan een gewezen hoofdonderwijzer der Rijks- lagore school to Roermond, werd veranderd in pensioen. Het bedrag der pensioenen in 1870 toegekend was : 6 beneden 7 tusschen .
14
Gelderland .
168
22
Zuidholland . • .
184
7
Noordholland
153
17
90
11
39
23
247
17
. •
Zeeland . Utrecht .
. .
Friesland.
. .
Overijssel
. • • • .
61
4
177
13
47
2
•
11
5
Totaal in 1870 .
1 200
135
» 1869. .
1 225
102
Groningen
. . • •
Drenthe .
•
Limburg .
. •
. f 100 100 on f 200
19
200
I
300
12
300 v
409
5
400 »
500
2
500 »
600
2
600 »
700
700 v
800
3 23
Noordbrabant . .
.•»
De volgende tabel bevat een overzigt van de in 1870 uitbetaalde pensioenen , zoowel van die na de invoering der wet toegekend, ale van die, welke' reeds v643r 1858 door de provincien of gemeenten waren verleend. De opbrengst der bijdragen van de onderwijzers voor hun pensioen wordt tevena in die tabel '4vermeld.
1 11
Pensioenen aan onderwijzers uitbetaald in 1870 , benevens het bedrag hunner bijdragen. Pensioenen v6Or 1858 verleend.
Pensioenen volgens de wet. PROVINC1EN.
Noordbrabant
TO TAAL.
Aandeel
Aandeel van
Van de
Van de
van het Rijk.
de gemeenten.
provincien.
gemeenten.
f
f
10109,62 9 890,94
Gelderland .
5 114,795
»
4 957,575
»
f
Opbrengst van de bijdragen der onderwijzers voor hun pensioen.
270,69 f
15 495,106 f
4 313,42
900,00
15 748,51 5
5 080,676
965,665
20 372,33 5
11 054,696
Zuidholland
12 771,11
6 385,56
Noordholland.
16 015,495
8 056,255
»
24 071,75
8 925,02
Zeeland
3 370,00
1 685,00
»
387,50
5 442,50
3 105,936
Utrecht. .
5 663,67
2 831,83
»
184,00
8 679,50
1 854,64 5
Friesland .
11 045,83
5 522,91
»
495,00
17 063,74
5 548,63
Overijssel .
4 145,29
2 072,65
»
761,50
6 979,44
3 307,85 5
2 842,92 5
»
8 506,28
3 327,10
3 654,83
1 413,61
6 237,33 t-
2 009,58 5
Groningen.
5 663,35
Drenthe. .
2 183,455
1 091,71
Limburg .
4 158,24
2 079,09 5
Totaal in 1870 » 1869
Vermeerdering
f
»
» 354,665
25,00
n
,,
85 017,005 f
42 640,305 f
275,00
4 319,02
80 062,26
40 03 1 , 0 95
275,00
4 470,61 r)
4 954,74 5 f
2 609,21
Het totaal 'bedrag der pensioenen is sedert 1869 toegenomen met f 7412,36. De pensioenen , v6Or 1858 verleend , verminderden met f 151,59 5 ; voor pensioenen , na de invoering der wet toegekend, werd f 7563,955 meer uitbetaald , dan in 1869. De onderwijzers droegen f 1146,15 5 meer bij voor hun pensioen dan in het vorige jaar. Aileen in Zuidholland is voor dit onderwerp door het Rijk en de gemeenten lets minder uitgegeven , dan in 1869. § l0.
250,00
SCHOOLLOCALEN SCHOOLMEUBELEN , ENZ.
.Noordbrabant. Voor openbare scholen werden 7 nieuwe localen gebouwd ; 4 zijn er aanbesteed of in aanbouw ; 12 localen werden aanmerkelijk verbeterd ; uitzigt op vernieuwing van nog 5 localen werd geopend. 7 nieuwe onderwijzerswoningen werden gesticht; 3 zijn er aanbesteed of in aanbouw, 5 ondergingen verbetering. Door de stichting der nieuwe school to Sambeekschen hook is de school to Oploo*gedeeltelijk ontvolkt, zoodat doze thans genoegzame ruimte aanbiedt en de reden van afkeuring, waarvan in bet vorig verslag melding werd gemaakt , heeft opgehouden. Niettegenstaande Gedeputeerde Staten de afkeuring van het locaal der openbare school to Waalwijk, mode in het vorig verslag vermeld, hadden bevestigd, was aan het einde van 1870 door het gemeentebestuur nog niets tot verbetering gedaan. De bijzondere scholen deelden insgelijks in de verbetering. Enkele nieuwe localen werden gebouwd of daarmede althans aangevangen ; onderscheidene andere ondergingen verbetering. Van den toestand der localen , waarin bijzondere scholen zijn gevestigd , wordt , behoudens enkele uitzonderingen , met lof gewaagd. Gelderland. De in het vorig verslag vermelde afkeuring der localen voor openbare scholen to Elst, to Gooi en Velswijk , to Lienden en to Zutphen , heeft ten gevolge
f
151,59 5
f
132 251,33
f
124 838,97
7 412,36 f
49 941,20 48 795,045
1 146,155
gehad, dat in eerstgenoemde gemeente eon nieuw lodaal werd gebouwd, terwijl to Lienden en Zutphen alles voor de vernieuwing werd voorbereid. Te Gooi en Velswijk waren de onderhandelingen tot voorziening aan het einde van 1870 nog niet afgeloopen. Het in 1869 afgekeurd locaal der bijzondere school to Elst werd aanzienlijk vergroot en verbeterd ; het insgelijks afgekeurd locaal der soortgelijke school to Hemmen bleef in denzelfden toestand ; alleen waren maatregelen genomen tegen overbevolking. 4 nieuwe schoollocalen werden voltooid waarvan 1 voor bijzonder onderwijs : sommige andere werden vergroot of verbeterd ; 7 nieuwe schoollocalen voor openbaar onderwijs waren aan het einde van 1870 bovendien nog aanbesteed of in aanbouw. In 1870 werden afgekeurd 6 localen voor openbare scholen to Barneveld , to Ermelo, to Bergh, to Gent, to Geldermalsen en to Vuren. Te Ermelo , to Bergh en to Geldermalsen werd reeds in datzelfde jaar het bouwen van nieuwe localen aanbesteed , terwijl to Gent tot schoolvernieuveing werd besloten. Zuidholland. 14 schoollocalen voor openbaar onderwijs, alle met mooning voor den onderwUzer, werden vernieuwd of verbeterd. Plannen tot nieuwe stichting , vergrooting of herstel der schoollocalen , blevea in 11 gemeenten aanhanaig. Toepassing van art. 4 vond goon plaats. Noordholland. 5 nieuwe localen voor operibaar onderwijs werden voltooid , 2 belangrijk vergroot en verbeterd , 5 bleven er aan het eind van 1870 in aanbouw. Een locaal voor Njzonder onderwijs onderging made belangrtjke verbetering. Het in 1869 afgekeurd schoollocaal voor openbaar onderwijs to Egmond aan den Hoef (gemeente Egmond binneri) bleef in denzelfden toestand.
112 ,
Tiet locaal der openbare school te Huizen werd wegens onvoldoende ruimte afgekeurd. Door het gemeentebestuur werden middelen in het werk gesteld om nieuwe localen te bekomen. Zeeland. 1 schoollocaal werd gebouwd , 2 werden aanmerkelijk vergroot , 2 andere veel verbeterd , alle voor openbaar onderwijs. Plannen tot vernieuwing van 3 schoollocalen bleven in overweging. Eene onderwijzerswoning werd verbeterd en vergroot. Art. 4 werd niet toegepast.
Utrecht. 4 nieuwe schoollocalen voor openbaar onderwijs werden gesticht , even zoovele vergroot of verbeterd ; tot den bouw van 2 andere localen werd besloten , terwijl nog in eene gemeente het vooruitzigt bestond dat schoollocaal en onderwijzerswoning zullen worden vernieuwd. Te Kockengen ward het schoollocaal afgekeurd. Een beroep , door eenige ingezetenen van die beslissing ingesteld bij Gedeputeerde Staten , was nog aanhangig. Friesland. Ten behoove van het openbaar onderwijs werden 3 nieuwe localen gebouwd ; eon gelijk getal nieuwe localen werden voor het bijzonder onderwijs in gebruik gesteld. 4 nieuwe onderw ijz erswoningen werden gebouwd. 17 localen , zoowel voor openbaar als bijzonder onderwijs , werden vergroot of verbeterd. Afkeuring van localen vond niet plaats. Overijssel. 4 localen voor openbaar onderwijs werden ‘dit jaar voltooid ; 3 werden belangrijk vergroot of verbeterd ; aan het einde van 1870 was de vernieuwing of vergrooting van 5 andere localennog niet voleindigd. Met den bouw van 1 locaal voor bUzonder onderwijs werd in 1870 mode aangevangen. Eene onderwijzerswoning word veel vergroot en verbeterd. — Art. 4 werd niet toegepast. Groningen. Geheel nieuw gesticht of geheel vernieuwd werden 7 localen , waarvan 1 voor bijzonder onderwijs ; aanmerkelijk vergroot of verbeterd werden insgelijks 7 localen , alle voor openbaar onderwijs.
GEMEENTEN
Getal
of
der
afdeelingen van gemeenten, vergelijkende examens
candidaten.
pliats hadden.
§ 1. BENOEMING SCHORSING EN ONTSLAG VAN ONDERWINZERS.
Het getal vacatures ale hoofdonderwijzer of hoofdonderwijzeres en dat der daarop gevolgde examens bedroeg 141. Het volgend overzigt wijst de gemeenten aan , waar vergelijkende examens werden gehouden , het getal der daarbij opgekomen candidaten en het volgnommer op de ranglijst van den benoemde.
GEMEENTEN
nommer
of
op
afdeelingen van gemeenten, waar de
van don
vergelijkende examens
benoemde.
plaats hadden.
2
3 1 2 2 1 2 1 1 1 1
2
2
Hoogeloon
1
1 1
Macharen (Megen)
15
2
Mierlo ..
4
1
Raamsdonk's veer (Raamsdonk
3
2
Riethoven
1
1
Sambeekschen hook (Sambeek).
7 2 1 5 2 3
2
1
Westerhoven . .
1
1
Oventje (Zeeland)
•
6
2
Achtmaal (Zundert) . .
••
7
3
1
1
8 3
• •
• •
20
Lith .
Erp . • • .
Volgnommer der op opgekometi de ranglijst van den candidaten. benoemde. Getal
1
1
Breda Dinther Eersel Engelen
Grootlinden (Linden)
In den toestand der schoollocalen is derhalve in 1870 eene niet onbelangrijke verbetering gekomen , en het aantal nieuwe of meer doelmatig ingerigte localen niet weinig vermeerderd. Toch blijft op dat gebied nog veel to doen over , on lijden de pogingen van het schooltoezigt , om hier en daar eene dringend noodzakelijke of hoogstwenschelijke verbetering aan to brengen , nog dikwijls schipbreuk op finantiele bezwaren van de zijde der gemeentebesturen. Intusschen is gestadige vooruitgang in doze , ook wat betreft de bijzondere scholen niet to miskennen. De schoolmeubelen laten op sommige plaatsen nog meer of min to wenschen over. In de inrigting der schoolbanken komt langzamerhand verbetering. Het stel maten en gewigten ontbreekt nog in menige school ; wegens den hoogen prUs behelpt men zich in vele met de afbeeldingen daarvan. De zorg voor goede wandkaarten neemt toe.
Genderen (Heesbeen) .
Aarle Rixtel. . Almkerk . . Nieuw Borgvliet (Bergen op Zoom)
Calder (Ginneken)
Limburg, 1 nieuw schoollocaal werd voltooid , 4 waren in aanbouw , 1 werd aanbesteed , alle voor openbaar onderwijs en met onderwijzerswoningen. Plannen tot het bouwen van nieuwe of tot het vergrooten of herstellen van bestaande localen bleven in 6 gemeenten aanhangig. Art. 4 word niet toegepast.
Volg-
Noordbrabant, 23.
Goldrop . .
Drenthe. Voltooid werd 1 locaal ; in aanbouw waren aan het einde van 1870 niet minder dan 8 localen , alle voor openbaar onderwijs. Afkeuring van localen vond niet plaats.
opgekomen de ranglijst
waar de
Gassel •
Toepassing van art..4 der wet was dit jaar nergens noodzakelijk.
.
1
• •
•
Gelderland , 19.
Heurne (Aalten). .
3
113
GEMEENTEN
Getal
of
der
afdeelingen van gemeenten, waar de
Volg-
GEMEENTEN
nommer
of
plaats hadden.
Arnhem
40
waar de plaats hadden.
1
Koog (Texel). .
1
Uitgeest
24
1
1
Zaandam
8
3
4
Kleine Sluis (Zijpe)
16
2
4
2
3
1
1
1
Sas van Gent.
3
3
Vlissingen . .
13
1
3
Deest (Druten)
1
Ochten (Echteld)
4 30
1
31
4
Ulft (Gendringen)
4
1
Aagtekerke
Gent
3
2
St. Annaland
Hierden (Harderwijk)
16
1
Ouwerkerk
Lochem
31
1
Maurik
12
2
Nijkerk
16
2
Ophemert
18
1
1
1
Overlangbroek (Langbroek) .
Kekerdom (Ubbergen) .
4
2
Nederlangbroek
Nijbroek (Voorst) ..
12
3
Leusden
Winterswijk .
11
1
Willige Langerak
Zelhem
21
1
• •
•
Elburg
Rossum
•
op
opgekomen de ranglijst van den candidaten. benoemde.
vergelijkende examens
Zeddam (Bergh)
Bennekom (Ede) .
Volgnommer
der
afdeelingen van gemeenten,
op
opgekomen de ranglijst van den candidaten. benoemde.
vergelijkende examens
Getal
Zuidholland , 8.
Zeeland, 5.
Utrecht , 4.
id.
7
2
18
2
16
6
8
i
Friesland, 14. Almenum (Barradeel) .
27
Birdaard (Dantumadeel) .
11 12
1
7
2
9
2
Delfshaven .
57
1
Delft . .
74
1
Hemelum (Hemelumer c. a.) .
1
Hindeloopen
1
Oostrum (Oostdongeradeel) . .
3
Morra
1
Haulerwijk (Ooststellingwerf) .
18
3
19
2
15
1
22
6
10
1
Schenkeldijk ('s Gravendeel) .
29
's Gravenhage
48
Krimpen aid Lek
19
Leiden
43
id.
17
Noorden (Nieuwkoop) • .
21
2
Siegerswoud (Opsterland) . .
Sommelsdijk
16
1
Sybrandaburen (Rauwerderhem) Sloten ..
Noordholland , 15
•
Oenkerk ('rietjerksteradeel) . . id.
3
Garijp
23
2
41
1
Oldelamer (Weststellingwerf) .
22
6
19
1
Makkum (Wonseradeel) . . •
2
1
8
1
53
1
Callantsoog
4
1
Bathmen
5
2
Enkhuizen
12
2
Zenderen (Borne)
2
1
12
1
Grafhorst . .
.
16
1
Haarlemmermeer .
25
1
Baalder (Ambt Hardenberg) .
1
1
de Up (Ilpendam)
10
3
16'
1
16
2
Alkmaar
8
Amsterdam .
Grootebroek
Hoorn (Terschelling)
.
6
1
OwertJssel, 14.
Hasselt ..
. .
. .
29
114 GEMEENTEN of ,afdeelingen van gemeenten , waar de vergelijkende examens plaats hadden.
Volg-
Getal
nommer der op opgekomen de ranglijst van den candidaten. benoemde.
Hellendoorn Kampen Kamperveen • . • • . Kallenkote (SteenwUkerwold). . . Tubbergen . . . IJsselmuiden . . . . Zwartsluis . . . . Zwolle .
19
1 1 4 1 1 2 6 1
30
1
26
2 1 2 6 2 1 1 2 2 1 1 2 1 2 6 3
1 35 16 11 1 10 10
Groningen , 20.
Wetsinghe (Adore) Baflo . ..
•
•
6
.Delfzi,j1 •
14 6
. .
23
Stroobos (Grootegast) . Visvliet (Grijpskerk) . • • • • Hoogkerk . . . . • • • . . • • Rottum (Kantens) • ••• Oostwold (Leek) . •• Nieuwolda .
10
Pieterburen (Eenrum) .
Noordbroek •• Onstwedde . Oude Pekela • • • • • • • . Heiligerlee (Scheemda) . • • • • Borgsweer (Termunten) . • . •
30 38 9
11 6 39 13 35 14 18
zamenvatting blijkt , dat er waren bij: 21 examens 1 candidaat , 2 candidaten , 3 9 4 n 12 5 n 3 6 6 IP 7 n 5 8 5 9 n 2 5 n 11 4 n 12 5 13 2
GEMEENTEN of afdeelingen van gemeenten , waar de vergelijkende examens plaats hadden.
Volgnommer der op opgekomen de ranglijst van den candidaten. benoemde. Getal
Veendam Plaggenburg (Vlagtwedde) . .
4 28 5
1 2 1
14 4 33 3 7 21 19 1 1 1
1 1 2 1 1 2 3 1 1 1
4 1 4 4 1 1 1
2 1 1 2 1 1 1
Drenthe , 10.
Annen (Anlo). . Spier (Beilen). . . . Gieten . • . • • • • Havelterberg (Havelte) • . Wapser veen (Havelte) • • • Odoorn . . • • • Exlo (Odoorn) Valthe id Echtea (Ruinen) . • • • • id. . Ansen Limburg,
'Hokum (Born) Bingelrade• . Kessel . .. Swolgen (Meerlo) •• Munstergeleen Schin op Geulle. • • . Steyl (Tegelen) . • . , Venlo . . . . . . . Venray
1 4
3 examens 14 candidaten , ), n 15 2 » n 16 9
1
n n n n n n n n
1
D
1
D
1
D
1 4 5 1 3 2 2
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
n
n n n n n I/
n ft
It
0
1
115 1 examen 28 candidaten , 1
”
29
”
3
»
30
n
2
,)
31
”
1
))
33
»
2
n
35
n
1
»
38
»
1
1)
39
”
1
”
40
”
1
),
41
,)
1
),
43
),
1
),
48
»
1
n
53
n
1
),
57
*
74
I,
1
”
Behalve bij de 21 keeren , dat slechts (Sdn candidaat zich aanmeldde en het examen dus niet vergelijkend zijn kon , werd 63 malen de eerste der voordragt benoemd. 36 malen was de benoemde de tweede , 12 malen de derde, 3 malen de vierde en. 6 malen de zesde van de voordragt. De raad der gemeente Woerden benoemde eon hulponderwijzer aan een der openbare lagere scholen aldaar , zonder dat de voordragt was opgemaakt in overleg met den districts-schoolopziener,, gelijk art. 22 der wet voorschrijft. Op dien grond droegen Gedeputeerdo Staten van Zuidholland het besluit van benoeming voor ter vernietiging. Aan doze voordragt werd gevolg gegeven bij Koninklijk besluit van 16 Junij 1870 , no. 6, onder n°. XLVIII van bijlage I achter dit verslag medegedeeld. In Gelderland en Zuidholland werden twee, in Drenthe een hulponderwijzer niet eervol ontslagen. In Noordbrabant werd een hoofdonderwijzer voor 14, in Noordholland een hulponderwijzer voor 8 dagen geschorst. Twee hoofdonderwijzers in Friesland werden geschorst , de een voor 3 maanden , de ander voor 6 weken ; de laatste schorsing werd na verloop van 3 weken weder opgeheven. Door Gedeputeerde Staten van Utrecht werd aan een hoofdonderwijzer eervol ontslag verleend wegens ouderdom , waardoor de titularis ongeschikt was voor het verder behoorlijk vervullen zijner betrekking ; de gemeenteraad had geweigerd het eervol ontslag to verleenen. Door Gedeputeerde Staten van Zuidholland werd , op grond van art. 39 , laatste lid , der wet , aan den hoofdonderwijzer eener btjzondere school de bevoegdheid tot het geven van onderwijs ontnomen. Aan 9 hoofdonderwijzers werden door den Koning zilveren medailles toegekond op grond van trouwe en ijverige vervulling der betrekking van onderwijzer gedurende 50 jaren , namelijk aan : F. DE ZWILIOT to Vierpolders , P. MOKKEN to Kamperveen , L. VAN OOSTEN to Haren , J. J. DONCK to Hummel° en Keppel , J. VAN VARIK, to 's Graveland, A. J. SISSINGH to Delfzijl , L. NIEMEIJER to Noordbroek , W. J. COOPMANS to Doniawerstal en W. MOLL , to Patten , Voorts werden aan 6 hoofdonderwijzers gratification van Rijkswege verleend.
benoeming als openbaar hoofdonderwijzer to Amsterdam ontving. Aan de kweekschool to Haarlem werd de tuinman J. D. BOERKOEL belast met het geven van onderwijs in den tuinbouw. Aan de leerschool werd de hulponderwilzer J. D. GERRITSEN PLAGGERT , tot hoofdonderwijzer to Kamperveen benoemd , opgevolgd door A. H. HOFICAMP , die , na eervol ontslag op zijn verzoek , werd vervangen door G. VAN DAALEN. Aan de kweekschool to Groningen on de daaraan verbonden leerschool bleef het onderwtzend personeel onveranderd. Het getal kweekelingen bedroeg bij den aanvang van het jaar 1870 aan elk der kweekscholen 40 , dat der hulponderwijzers-kweekelingen to Haarlem 8 en te Groningen 15. Bovendien werd het onderwijs aan de kweekschool te 's Hertogenbosch geregeld bijgewoond door een jongeling aldaar. 27 hulponderwijzers, en buiten 's Hertogenbosch werkzaam , namen dee. aan de zaturdaglessen. 18 hulponderwijzers bezochten den hulpcursus to Haarlem; to Groningen werd daarvan gebruik gemaakt door 26 hulponderwijzers voor de zaturdaglessen ; en door 13 to Groningen wonende hulponderwijzers voor de avondlessen Bij de voorjaars-actenexamens hebben alle kweekelingen van het hoogste studiej aar den hulponderwijzersrang verkregen , namelijk to 's Hertogenbosch en to Groningen elk 10 , to Haarlem 8. Van de 27 hulponderwijzers , die van de lessen aan de kweekschool to 's Hertogenbosch gebruik maakten , hebben 7 de acte van hoofdonderwijzer verkregen : 4 bij het voorjaars- en 3 bij het najaars-examen. Van de 7 hulponderwijzers-kweekelingen aan de kweekschool to Haarlem slaagden 4 bij het examen als hoofdonderwijzer ; in het voor- on najaar van 1870 telkens 2. Van de hulponderwijzers-kweekelingen aan de kweekschool to Groningen verkregen 2 de acte van hoofdonderwijzer ; bij het vooren najaars-examen telkens 1. Bovendien verkregen van
de 28 tot hulponderwijzers bevorderde kweekelingen 6 van de kweekschool to 's Hertogenbosch , 7 van die te Haarlem on 7 van die to Groningen de acte voor wiskunde; 8 van die to 's Hertogenbosch , 2 van die to Haarlem en 6 van die to Groningen de acte voor het teekenen ; 7 van die to 's Hertogenbosch , 7 van die to Haarlem en 10 van die to Groningen de acte voor gymnastiek. Voor het vergelijkend examen ter plaatsing als kweekeling bij de Rijkskweekscholen meldden zich voor 's Hertogenbosch 33 , voor Haarlem 44 en voor Groningen 51 sollicitanten aan , naar de provincien waaruit zij afkomstig waren , aldus verdeeld : -
's HertoPROVINCIEN.
a. Rijkskweekscholen Aan de kweekschool to 's Hertogenbosch werd dr. L. TH. POMPE als tijdelijk leeraar in de anatomie , physiologie en gezondheidsleer , vervangen door dr. W. L. STRIJBOSCH. Aan de leerschool werd tot hulponderwijzer aangesteld A. DE HAAS , ter vervanging van PH. RANK , die eene
Gronin-
lem.
gen.
Totaal.
bosch. AIIIMININIMININIMM1111011111111M101111111,
Noordbrabant . Gelderland
16
2
18
1
Zuidholland .
1
3 2
Noordholland Zeeland . . .
6
Utrecht .
15
18
22
24
2
8
1
1
17
17
1
4
6
1
25
26
Friesland. • • • Overijssel
12. OPLEIDING VAN ONDERWIJZERS.
Haar-
gen-
••
1
'
Groningen
)1
Drenthe .
• .
Limburg .
••
Totaal .
5 4 33
5
4• 44
51
128
116 Na afloop der vergelijkende examens werden toegelaten
an de kweekschool te 's Hertogenbosch en te Groningen elk 10 en aan die te Haarlem 12 candidaten , die het best hadden voldaan. Van die te 's Hertogenbosch genoten 9 eene toelage van f 250, en 1 eene van f 125; to Groningen 9 eene toelage van f 250 , terwijl al de 12 toegelatenen to Haarlem eene toelage van f 280 genoten. Te 's Hertogenbosch werd nog een leerling zonder rijkstoelage tot de lessen van het 1 ste studiejaar toegelaten ; gelijke vergunning werd to (ironingen verleend aan ddn leerling, die bij het vergelijkend examen n°. 11 had behaald. De cursus 1870/71 begon in September 1870 aan de kweekschool to 's Hertogenbosch met 40 Rijkskweekelingen, 2 kweekelingen , die zonder toelage tot de kweekschool zijn toegelaten on 29 hulponderwijzers binnen en buiten de gemeente ; aan die to Haarlem met 41 Rijkskweekelingen on 1 kweekeling zonder toelage ; aan die to Groningen met 41 kweekelingen , waarvan 5 zonder toelage , on 12 hulponderwijzers-kweekelingen , waarvan 4 op eigen kosten.
Ter vervanging der hulponderwijzers-kweekelingen , die den 15den Julij 1870 den cursus aan de kweekschool te Haarlem hadden gedindigd , werden geene nieuwe toegelaten. Daze cursus moest , even als in 1869 die to 's Hertogenbosch , worden opgeheven ten gevolge van de weinige deelneming, welke hij bij de belanghebbenden vond. Het leerplan van het onderwijs onderging to 's Hertogenbosch en to Groningen geene noemenswaardige verandering. Te Haarlem was wijziging daarvan noodig na het vertrek der hulponderwijzers-kweekelingen. Bij het openen van den cursus 1870/71 bezochten de kweekelingen van het 3de en 4de studiejaar om beurten , telkens gedurende eene week en 20 uren per week , de leerschool; de gang van daze bezoeken werd in overeenstemming gebragt met de lessen aan do kweekschool. De uren , die gedurende den cursus 1870/71 aan de verschillende vakken werden besteed , zijn aangewezen in de volgende tabel.
GETAL UREN 'S WEEKS , VOOR IEDER LEERVAK BESTEMD. Kweekschool to Groningen.
Kweekschool to Haarlem.
Kweekschool te 's Hertogenbosch. LEERVAKKEN.
C.4
4 • ••••,
0
cra
0 0 G\1
2
21
2
Rekenen .
5
5I
3
Vormleer
1
1
Nederlandsche taal (lezen , taalkunde , stij1 , letterkunde) . .
7
61
6
Aardrijkskunde (wis- , natuur- on staatkundige , kaartschetsen)
3
31
Vaderlandsche geschiedenis
2
21
Algemeene geschiedenis
1
1
2 1 2
Kennis der natuur (natuurlijke historie, natuurkunde , scheikundej .
2
2
2
Zang
6
6
6
Toonkunst Opvoeding en onderwijs
1
1
Gymnastiek
3
3
2
4
Teekenen
6
6
4
Wiskunde (stel- en meetkunst)
2
4
3
31
Fransche taal Hoogduitsche taal Engelsche taal . .
2 2
2
2
1
41
4
4
4
1
1
1
1
3
8
8
7
71
6
2
3
3
4
4
4
1
11
1
1
1
2
2
2
2
3
2
2
2
3
3
3
3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
1
2
1
2
2
2
1
1
3
3
1
1
1
4
2
2
2
1
1
1
1
6
6
2
2
2
2
1
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
3
4
5
3
2
2
3
3
3
3
2
2
4
2
2
2
3
3
2
2
2
3
1
3
3
4
6
6
5
7
2
2
2
4
4
4
4
4
2
2
2
4
4
6
2
1
1
2
2
2
2
2
2
1
1
1 .n ••••••
. . 2
Tuinbouw Anatomic , physiologic , gezondheidsleer
0 Co
2
6
cr)
a
"Fa CO
'Schrijven
•
11
1
De lessen werden geregeld gegeven. Omtrent het gedrag , den aanleg, de vlijt , de vorderingen en de praktische bekwaamheid der kweekelingen geven de ontvangen berigten over het algemeen ruime stof tot tevredenheid. Ook hun gezondheidstoestand was behoudens enkele uitzonderingen zeer gunstig. De schoolmeubelen en hulpmiddelen voor het onderwijs
2 1
2
1
1
1
1
1
verkeeren in goeden toestand on worden steeds naar eisch aangevuld. De kweekschool to 's Hertogenbosch werd in de tweede helft van December 1870 verplaatst naar een ruim en doelmatig ingerigt gebouw , tot dus verre bestemd voor openbare school van kosteloos onderwijs voor jongens en meisjes , dat door het Rijk voor een tijdvak van 10 jaren
117 Op 1 November 1870 kon , wegens de beperkte ruimte der leerschool , to Groningen aan 103 aanvragen om plaatsing geen gevolg worden gegeven. De leerscholen voldeden in elk opzigt aan h&re bestemming. Voor de kweekelingen der kweekschool zijn zij model-inrigtingen , waar eene uitmuntende gelegenheid wordt aangeboden voor hunne praktische opleiding. Voor de kinderen der gemeente waar de leersehool is gevestigd , is zij eene flinke school, waar een allezins vruehtbaar onderwijs ontwikkelend en vormend, grondig on degelijk wordt gegeven ; en dat blijkens de bovengenoemde cijfers ook ale zoodanig wordt gewaardeerd. In de volgende tabel zijn de kosten zamengevat van elks der kweekscholen gedurende het jaar 1870.
tegen eene jaarlijksche huur van f 2000 is overgenomen van de gemeente , die daarin de noodzakelijke veranderingen en verbeteringen heeft gebragt. De huur van de localen der kweekschool to Haarlem , met 30 April 1870 geeindigd , werd tot 30 April 1882 verlengd en aan de vroeger gebruikte panden ook toegevoegd een stuk tuingrond , on een locaal om to dienen voor uitspannings- en muziekzaal. De vergrooting van den tuin was noodig voor het geven van onderwijs in den tuinbouw. De localen der kweekschool to Groningen verkeeren in volkomen goeden staat en zijn , ook ten gevolge der in 1870 aangebragte verbeteringen , zeer doelmatig ingerigt. Het gemiddelde getal leerlingen aan de leerscholen bedroeg to : dagschool avondschool 's Hertogenbosch . . 219 125 Haarlem . . . . 326 _ 206 121 Groningen :
KOSTEN DER RIJKSKWEEKSCHOLEN IN 1870.
RIJKSKWEEKSCHOOL TE
TOTAAL. Haarlem.
's Hertogenbosch.
Onderw ijzers .
•
•
•
.
•
f
17 024,99 b
Kweekelingen . Verdere uitgaven
9 583,29 6 •
•
Totaal in 1870 .
f
In 1869 .
Vermeerdering
15 100,00
11 903,03
11 308,33
32 794,655
4 729,41
15 928,12
31 374,295 f
33 993,00
30 992,775
32 562,71 5
f
b. .Normaallessen. lY oordbrabant. Over het geheel leverde de uitkomst der
normaallessen to Breda on to Eindhoven stof tot tevredenheid. Van de kweekelingen , die zich voor het examen aanmeldden , verkregen 3 uit Breda en 6 uit Eindhoven de thulponderwijzersacte. Het gedrag der kweekelingen was goad en hun ijver over het geheel prUzenswaardig ; diSn hunner to Eindhoven moest in den loop van 1870 worden weggezonden. Te Breda verzocht de onderwijzer in den zang met 1 September 1870 eervol ontslag ; hij werd den 'sten November daaraanvolgende vervangen. De hulponderwijzer bij de lessen to Eindhoven moest wegens vertrek uit de gemeente worden vervangen. Aan het einde van 1870 volgden 15 kweekelingen on 5 toehoorders de normaallessen to Breda en 22 kweekelingen die to Eindhoven. Op 1 December 1870 werd aan de inrigting te Eindhoven een eursus verbonden ter opleiding van hulponderwijzers tot hoofdonderwijzers ; niet minder dan 27 hulponderwijzers woonden dien eursus bij on hun ijver list aanvankelijk niets to wenschen over. De nieuw aangestelde onderwijzers kweten zich loffelijk van de hun toevertrouwde taak. In December 1870 werd ook to Bergen op Zoom een normaalcursus ter opleiding tot hoofdonderwijzer geopend , die al aanstonds door 13 hulponderwijzers gevolgd , on waardoor voor dat gedeelte van het Rijk in eene Binds lang gevoelde behoefte werd voorzien.
381,52
f
15 657,26 6 f
6 432 705
4 766,00 5
•
J Groningen.
f
31 137,74 30 315,37
f 1 430,28 5I f 822,37
f
47 782,26
96 505,03 5 93 870,86
2 634,175
Gelderland. Bij den aanvang van 1870 namen 24 kweekelingen deal aan de normaallessen to Arnhem. 2 legden met gunstig gevolg examen of als hulponderwijzer, 1 verliet in Julij het onderwijs. Daarentegen werden in den loop van het jaar 10 nieuwe kweekelingen toegelaten , zoodat het jaar 1870 met 31 kweekelingen werd geeindigd. De normaallessen to Zutphen werden bijgewoond door 47 kweekelingen , waaronder 11 die alleen de Zaturdagslessen" volgden. Aangenomen werden 14 kweekelingen , waaronder 7 voor de Zaturdagslessen. 10 kweekelingen slaagden in bun examen ale hulponderwijzer ; 1 kweekeling verkreeg een Rijksbeurs bij de normaallessen te Arnhem , 5 andere verlieten om verschillende redenen het onderwijzersvak. Zuidholland. De normaallessen to 's Gravenhage werden bezocht door 58 kweekelingen on 20 hulponderwijzers. 7 kweekelingen legden met goad gevolg het examen ale hulponderwijzer of , on 3 hulponderwijzers behaalden de hoofdonderwijzersacte. De vormschool to Rotterdam telde , even als in het vorig jaar , 96 kweekelingen , van walks 8 de acte van hulponderwijzer erlangden en 1 werd afgewezen on 77 hulponderwijzers. Van de laatsten deden 8 met goad gevolg het examen als hoofdonderwijzer ; 2 werden afgewezen. De normaallessen to Dordrecht werden door 26 kweekelingen bezocht , 9 hunner namen deel aan het examen voor de hulponderwijzersacte , alien met goad gevolg. De normaallessen to Gouda telden 13 kweekelingen , 3 30
118 van hen dongen met gunstig gevolg naar de hulponderwijzersacte.
c. Opleiding aan de lagere scholen , volgens art. 12 ,
Noordholltind. Aan de normaallessen te Amsterdam werd deel genomen door 18 , to Helder door 7 en te Hoorn door 11 kweekelingen. Met goed gevolg werd het examen als hulponderwijzer afgelegd : van die to Amsterdam door 1 kweekeling , van die to Helder door 5 en van die to Hoorn door 4 kweekelingen.
Do volgende tabel geeft een overzigt van de onderscheidone scholen aan welke, ter voldoening aan art. 12 , 2de lid , der wet , opleidingsklassen waren verbonden en van hot getal leerlingen , die daar werden opgeleid in 1870.
2de lid, der wet.
Getal leerlingen in elke
Zeeland. De normaallessen to Middelburg werden door
45 kweekelingen bezocht ; 8 hunner , in ander° gemeenten verblijfhoudende , woonden het onderwijs alleen des Woensdags on Zaturdags bij. Door 12 kweekelingen werd met gunstig gevolg examen als hoofdonderwijzer afgelegd ; 2 kweekelingen hebben een ander beroep gekozen. Aan de lessen der oefenscholen to Zierikzee , Goes en Tholen , welke alleen des Woensdags en Zaturdags telkens gedurende 4 uren worden gegeven , werd deel genomen door 20 , 11 en 3 kweekelingen. Van de kweekelingen der oefenschool to Zierikzee bekwam er 1 de hulponderwijzersacte en werd er 1 bij de Rijkskweekschool to Haarlem geplaatst. Van L die to Goes verkregen er 2 de acte als hulponderwijzer.
PROVINCIE.
school. Noordbrabant Tilburg .
Limburg. Van de normaallessen to Maastricht word in
1870 door 16 kweekelingen gebruik gemaakt.
Blijkens hetgeen hier voorafgaat werden de normaallessen uitgebreid met eene to Bergen op Zoom. Het aantal kweekelingen, dat van dit onderwijs gebruik maakte , bedroeg 659 , dat der hulponderwijzers 198 , to zamen 857 , tegenover 703 kweekelingen en 128 hulponderwijzers (te zamen 831) in 1869.
11 10 13 51
Gelderland
Wageningen.
12
Harderwijk .
20
Borculo . .
7
Dodewaard . . .
8
Culemborg • • . Beesd . • • • Druten
••
11 7
15
Ubbergen.
10 90
Zuidholland
Leidschendam . 's Gravesande
7 6
4
Charlois . • . • Dirksland
14
. .
6
Krimpen a/d Lek.
15
Oudshoorn
Piershil .
••
6
. • •
16
12
Gorinchem .
•
86 Noordholland Noord-Scharwoude Enkhuizen . • • Brook in Waterland Purmerend .
Drenthe. Te Assen volgden gemiddeld 13 kweekelingen
de normaallessen ; van 6 tot 10 leerlingen de Zaturdagslessen. Van de eerste slaagden 8 in het examen als hulp onderwijzer. Te Meppel bedroeg het getal kweekelingen 11; 2 legden met good gevolg examen of als hulponderwijzer.
Besoijen . .
1870 gevolgd door 19 kweekelingen , die to Leeuwarden door 27 , die to Sneek door 23. Van de kweekelingen te Franeker deden 4 met goed gevolg examen als hulponderwijzer , 3 werden afgewezen ; van die to Leeuwarden 5 van de 8 , van die to Sneak 8 van de 13 kweekelingen , die zich voor dat examen aanmeldden.
Groningen. De hulponderwijzer aan de normaallessen to Beerta J. HAMMINGA tot hoofdonderwijzer to Odoorn benoemd , werd vervangen door H. WIERENGA. Aan de lessen werd geregeld deel genomen door 24 kweekelingen , van welke 6 de hulponderwijzersacte verkregen. Bovendien volgden 11 kweekelingen on 10 hulponderwijzers de Zaturdagslessen ; van de eersten deden 4 met gunstig gevolg het examen ale hulponderwijzer.
5
Cuyk en Beugen Helmond . .
Friesland. De normaallessen to Franeker werd6n in
Overijssel. Aan de normaallessen te Deventer werd bij het einde van 1870 deel genomen door 17 , aan die to Zwolle door 17 , aan die to Kampen door 9 kweekelingen. Bij het examen verwierven van de kweekelingen to Deventer 3 en van die to Zwolle 4 de aete als hulponderwijzer. Te Zwolle moest een kweekeling wegens laakbare handelingen worden verwijderd en werd een der onderwijzers op zijn verzoek eervol ontslagen. Te Kampen overleed de verdienstelijke eerste onderwijzer D. J. KRUYTBOSCH ; hij werd opgevolgd door J. ALLIROL , wiens betrekking , bij de normaallessen werd opgedragen aan den onderwijzer J. REYNDERS..
provincie.
12
Berchem . .
,
Utrecht. De oefenschool to Utrecht telde in heeiaatste kwartaal van 1870 35 hulponderwijzers* en 37 kweekelingen ; die to Amersfoort 13 kweekelingen. De directeur der eerste , de heer P. R. HOORWEG , die gedurende verscheidene jaren door zijne goede leiding veal had bijgedragen tot de gunstige resultaten, werd in den loop van 1870 tot een anderen werkkring geroepen en in zijne plaats tot directeur benoemizI .* de heer F. J. HEERIS.
School to
6 8
7 7
Zaandam .
8
Wormerveer. • •
5 41
Zeeland .
Oostburg . .
9
Axel . .
11 20
Transporteren
288
119 MEW
Getal leerlingen in elke PROVINCIE.
School to school.
De opleidingsklasse van Koog aan de Zaan werd verplaatst naar Zaandam. Het aantal kweekelingen verminderde met 4. 63 kweekelingen verkregen in 1870 de acts als hulponderwijzer , tegenover 49 in 1869.
provincie. d. Inrigtingen van bijzonderen aard.
Per transport Utrecht . . I Maarssen
6
Vreeswijk
3
Doorn . . •
5
Heerenveen .
15
Buiten post
16
Dokkum .
14
Dragten .
10
Friesland. .
7
Joure
'Overijssel • Zwartsluis .
8
Oldenzaal .
9
Hardenberg .
13
Steenwijk .
14
Almelo . .
15
Groningen .
Grijpskerk . . Hoogezand en Sapmeer . • • .
7
288 Gelderland. Te Nijmegen. werden de Zaturdagslessen door de heeren P. VAN DER BURG en dr. J. B. KAN op denzelfden voet als vroeger voortgezet en door gemiddeld 40 toehoorders van beiderlei geslacht bijgewoond. Ook de heeren R. E. DE HAAN en T. H. J. A. ABELEVEN bleven zich geheel belangeloos wijden aan de opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen , voor zoover de beginselen der 14 dierkunde en die der plantenkunde betreft. De benoeming van den beer DE HAAN tot directeur der hoogere burgerschool to Winterswijk , verpligtte dezen zijne lessen to staken. Om aan dit gemis zooveel doenlijk to gemoet to komen , zonderde de heer ABELEVEN elke week nog een paar uren of om aan een 9tal hulponderwijzers eenige lessen in de plantenkunde to kunnen geven. Hetzelfde deed de heer KAN die 's Woensdags van elke week. eenige onderwijzeressen taalkundige oefeningen list houden , en daarbij sprak over taal en still en over onderwerpen van staatshuishoud62 kundigen en geschiedkundigen aard. De ;) Christelijke normaalschool" to Nijmegen gaf in 1870 weder zeer voldoende resultaten. 30 kweekelingen volgden het onderwijs ; 5 slaagden in het examen als hulponderwijzer , 3 verkregen eene aanteekening voor de Fransche taal , 1 eene aanteekening voor de wiskunde. Ook in 1870 gaven eenige schoolopzieners in de provincie Gelderland des Zaturdags onderrigt in een of meer vakken aan hulponderwijzers , die zich voor het examen van hoofdonderwijzer voorbereidden. Te Arnhem werd de school59 opziener in het. 1ste district daarin belangeloos bijgestaan door dr. H. VAN DE START en dr. G. J. HOFS leeraren aan de hoogere burgerschool aldaar. Te Wageningen maakten zich insgelijks eenige leeraren der hoogere burgerschool verdienstelijk , door geheel belangeloos onderrigt to geven aan de hulponderwijzers aldaar. .
11
.
Veendam. 't Zandt .
7 ••
2 4
Holwierde
31 Drenthe .
•
Diev er
7
Hoogeveen . .
9
Coevorden en Dalen
10 26
Limburg . .
Gulpen .
7
Meerssen".
9
Blerick .
4
Horst . .
5 25
Totaal in 1870
505
1869
509
Vermindering
4
Tot opleiding van kweekelingen bestond in 1870 gelegenheid aan 55 scholen , zijnde 1 minder dan in 1869. De opleidingsklasse to Rhijnsburg on die to Onderdendam werden wegens onvoldoende deelneming , opgeheven ; daarentegen werd eene nieuwe klasse to Borculo ingesteld.
Zuidholland. De vormschool to Leiden levert steeds de bests uitkomsten op. Zij werd bezocht door 31 kweekelingen on 68 hulponderwijzers. 5 kweekelingen verkregen de hulp- , 2 hulponderwijzers de hoofdonderwijzersacte. De vormschool to Schiedam , wier on eveneens met lof wordt vermeld , telde 33 kweekelingen , van welke 2 met gunstig gevolg het examen als hulponderwijzer aflegden. In September 1870 werd ook to Delft eene vormschool geopend , aanvankelijk met 14 kweekelingen. Deze school is in twee afdeelingen gesplitst. Het onderrigt omvat al' de vakken van het lager onderwijsen wordt 5 dagen per Week gemiddeld telkens 2 uren buiten den gewonen schooltijd , gegeven door vijf hoofdonderwijzers to Delft. 1V oordholland. Voor de lessen aan kweekelingen en hulponderwijzers der openbare armen- en tussehenscholen to Amsterdam werd door de schoolopzieners, op uitnoodiging van het gemeentebestuur,, eene nieuwe organisatie ontworpen. Deze is nog to kort in werking om daar over een bepaald oordeel to vellen. De oefenscholen der Amsterdamsche afdeeling van het Nederlandsch onderwijzersgenootschap , waar ook de kweekelingen der normaallessen , zoowel mannelijke als vrouwe • lijke , theoretische opleiding ontvangen , waren voortdurend stark bezocht on leverden goede vruchten. Het plan eener gewijzigde inrigting tot opleiding van hulp- en hoofdonderwijzers kon , uit hoofde van gebrek aan de daarvoor gevorderde fondsen , tot nog toe niet worden verwezenlijkt. De oefenschool tot opleiding van kweekelingen to Haarlem onderging , door tusschenkomst van den districts-schoolopziener , eene belangrijke wijziging, doordat aan het onderwijs der kweekelingen boven de 15 jaren eenige leeraars der Rijkskweekschool voor onderwijzers werden verbonden. Aan de kweekelingen, die de oefenschool nog niet kunnen bezoeken , is de verpligting opgelegd om het onderwijs to
120 volgen aan de burger-avondschool van middelbaar onderwijs , welk onderwijs hun kosteloos wordt verstrekt. De gemeentelijke opleidingsklasse to Alkmaar werkte ook in 1870 gunstig: 3 der aldaar onderwezen kweekelingen legden met goed gevolg het examen als hulponderwijzer af. De onderwijzer WICHERS op Westerschelling bevorderde de opleiding van een 6tal kweekelingen. Zeeland. Te Zierikzee werden door den schoolopziener in het 2de district , den gewezen hoofdonderwijzer ToP en eenige leeraren der hoogere burgerschool kostelocis lessen in eenige leery akken gegeven aan hulponderwijzers uit dat district. Overijssel. Enkele hoofdonderwijzers to Zwolle en to Deventer hebben ook in 1870 lessen gegeven aan hulponderwijzers die zich voorbereidden voor het hoofdonderwijzers-examen , en daardoor in eene wezenlijke behoefte voor die provincie voorzien. Groningen. Aan de » Brugsma-stichting ., to Groningen, door het Departement Groningen der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen opgerigt en bestemd om mannelijke vrouwelijke kweekelingen op to leiden tot hulponderwtjzer en hulponderwijzeres , bevonden zich 32 kweekelingen, van welke 9 vrouwelijke. 6 onderwkizers waren aan daze inrigting werkzaam. Vele thoofdonderwijzers hevorderden bovendien de opleidirg der aan hunne scholen werkzame hulponderwijzers en kweekelingen. Sommigen strekten dat onderwijs zelfs , geheel belangeloos , uit tot hulponderwijzers en kweekelingen nit naburige gemeenten. .e. Opleiding van onderwijzeresssn. .Noordbrabant. Aan de Rijkskweekschool to 's Hertogenbosch ward met het begin van het schooljaar 1870/71 een cursus geopend voor dienstdoende hulponderwijzeressen on kweekelingen uit 's Hertogenbosch. Daarvoor meldden zich 7 leerlingen (5 hulponderwijzeressen en 2 kweekelingen) aan. De normaalcursus, in December 1870 to Bergen op Zoom. geopend (zie ander b hiervoren) ward ook door drie hulponderwijzeressen gevolgd. Gelderland. De kweekschool voor onderwijzeressen to Arnhem bleef ook in 1870 op uitstekende wijze aan hare bestemming beantwoorden. Zij word gemiddeld door 70 kweekelingen bezocht , van welke 50 inwonende. Van daze slaagden er 3 in haar examen als hoofdonderwijzeres , 6 in dat als hulponderwijzeres ; 18 verkregen eene acte of aanteekening voor de fransche , 7 voor de engelsche , 10 voor de hoogduitsche taal en 7 voor de vrouwelijke handwerken. De directrice , mejufvrouw 31. H. BREM, verzoeht en verkreog eervol ontslag, en ward vervangen door mejufvrouw C. MALLINCKRODT, die zich als onderwijzeres en onderdirectrice der school aunstig had onderscheiden. Reeds lang en naar mate de school meer uitbreiding ontving had zich de behoefte doen gevoelen , dat aan het hoofd der geheele inrigting een bekwaam en ervaren paedagoog ward geplaatst. In 1870 word daartoe benoemd de hoer M. LEOPOLD laatstelijk directeur der hoogere burgerschool to
Goes..
De inrigting ter opleiding van meisjes tot onderwijzeres to Lefton (gemeente Valburg) werkte , als vroeger,, met gunstigen uitslag. Twee kweekelingen verkregen eene acte als hulponderwijzeres ; 3 eene aanteekening voor de fransche , 2 voor ,de hoogduitsche , 1 voor de engelsche taal on 1 voor de handwerken. Nog 3 andere slaagden in haar examen als huisonderwUzeres in de vrouwelijke handwerken. De lessen van de heeren VAN DER BURG , KAN , DE HAAN on ABELEVEN , reeds hierboven onder d vermeld , werden vok door onderwijzeressen gevolgd.
Zuidholland. De vormschool voor onderwijzeressen to Rotterdam telde 33 kweekelingen , van wclke 8 de acie als hulponderwijzeres erlangden , en 21 hulponderwijzeressen van wie 1 met goed gevolg examen aflegde ale hoofdonderwijzeres. De vormschool voor onderwijzeressen to 's Gravenhage beantwoordt ten voile aan haar doel. Van de kvveekelingen behaalden 5 de acte als hulpOnderwijzeres. De lessen werden bovendien door een 7tal hulponderwijzeressen gevolgd. Bij de vormschool to Delft , onder d hiervoren vermeld , namen ook 4 vrouwelijke leerlingen aan de lessen deal , van welke 2 de acte als hulponderwijzeres bezaten. Te Gouda bezochten 15 vrouwelijke kweekelingen de normaallessen , van welke 7 de acte als hulponderwijzeres erlangden. De gemeentelijke vormschool to Leiden wend bezocht door 19 vrouwelijke kweekelingen en 25 hulponderwijzeressen. Van de kweekelingen verwierven 3 de acte als hulponderwijzeres , van de hulponderwijzeressen 2 de acte als hoofdonderwijzeres. De normaallessen to Dordrecht werden door 3 vrouwelijke kweekelingen gevolgd. .
Noordkolland. De vrouwelijke kweekelingen der normaallessen to Amsterdam waren 11 in getal. Vijf van. haar , to Amsterdam woonachtig, legden met zunsitig gevolg examen af als hulponderwijzeres. Zeeland. De lessen aan de districtsoefenscholen to Goes on to Tholen werden respectivelijk door 8 en 3 vrouwelijke kweekelingen bijgewoond. Van die to Goes legden er 2 met gunstig gevolg het examen af als hulponderwijzeres. Utrecht. De kweekschool voor hulponderwijzeressen heeft zich eenigermate uit haren vroegeren kwijnenden toestand opgeheven. In den loop van ] 870 telde zij 7 kweekelingen , die later tot 9 zijn vermeerderd. • Friesland. • De normaalinrigting voor vrouwelijke kweekelingen to Leeuwarden telde in 1870 21 leerlingen. Van daze legden 2 met goed gevolg examen af als hulponderwijzeres. Overijssel. Bij het einde van 1870 maakten van de normaallessen to Deventer 3 , van die to Zwolle I vrouwelijke kweekeling gebruik. Groningen. Aan het onderwijs der » Brugsma-stichting " to Groningen ward , gelijk reeds onder d hiervoren is gezegd , door 9 vrouwelijke kweekelingen deel genomen. Limburg. De norma ikursus voor vrouwelijke kweekelingen to Maastricht ward in 1870 door 8 leerlingen gevolgd. Eene , die onbekwaam was het onderwijs to blijven volgen , zag in het laatst van dat jaar daarvan af, zoodat de cursus met 7 kweekelingen word gesloten. Enkele opleidingsklassen , naar art. 12 , alinea 2, werden ook in 1870 dienstbaar gemaakt aan de opleiding can vrouwelijke kweekelingen. Volgens de ont vangen berigt namen het volgend getal vrouwelijke kweekelingen aan dat onderwijs deel: to Dodewaard 1, to Druten 2, to Ubbergen 3 , to Oostburg 1, to Axel 1 , to Dokkum 2 en te Hardenberg 1. Van de vrouwelijke kweekelingen to -Ubbergen slaagde er eene in het examen als hulponderwijzeres. f. Onderwfizersgezelschappen. Het getal der gezelschappen en dat dtr leden in 1670 wordt in het volgend overzigt aangewezen.
121
Aantal
Aantal
gezelschappen.
leden.
PROVINCIEN.
Noordbrabant
23
458
Gelderland .
31
415
Zuidholland .
35
634
Noordholland.
30
415
Zeeland
19
247
Utrecht
8
129
Friesland
36
556
Overijssel
23
384
Groningen
25
339
Drenthe
11
146
Limburg
12
227
To tual. .
253
3950
In 1869 .
247
3834
Vermeerdering.
6
116
In Gelderland in Zuidholland , in Friesland en in Groningen werden 2 nieuwe gezelschappen opgerigt; daarentegen werd er in Noordholland en in Zeeland edn opgeheven. De vergaderingen werden geregeld gehouden en aan de gewone werkzaamheden besteed. Lezingen , voordragten , gedachtenwisseling en mededeelingen over verschillende onder vverpen , in verband staande met hot onderwijs , waren het doel der bijeenkomsten , die venial zeer getrouw werden bijgewoond en een geschikt middel van aanraking tusschen dikwijls ver van elkaax verwijderd wonende onderwijzers opleveren. Vele gezelschappen blijven bij voortduring dienstbaar aan de opleiding van hulponderwijzers ; bij alle strekken de Rijkstoelagen grootendeels tot aankoop van boekwerken. g. Algerneen overzigt der kosten. De volgende tabel geeft een overzigt van hetgeen in 1870 door • het Rijk , de provincien en de gemeenten is uitgegeven ten behoeve der opleiding van het onderwijzend personeel.
·
Overijssel •
"
0
0
·
;
· 0
1869.
· f
62276,42
2634,17 5 f-1015,10 5 f
93870,86
75,00
12305,00
f 96505,03 5 f 61261,31 5 f 12380,00
800,00
600,00
f
f
6885,00
4517,46
1721,58 6
1'17 224,76 5
f 178946,35
27,510 f
8772,48 5
8800,00
600,00
"
f
"
900,00
900,00
"
"
"
"
"
900,00
f
6885,00
4517,46
34037,74
6893,98 5
9883,32 5
7575,00
4627,19 5
48673,67
21888,96
11 715,00
2907,21
191815,64 5
f 194 722,85 5
1185,62 5 f
13690,88
f 14 876,50
"
"
"
50,00
"
420,00
134,70
4037,84 f
9068,96
1165,00
f
(
495,00.
·275,00
330,00
660,00
495,00
630,00
71'),00
40,0(}.
5100.00
5140,00
440,00
275,00
385,00
440,00
0
··
0
·
5485,00
3917,46
f
"
f
f
0
Vermeerdering.
"
0
"
II·
34037,74
6843,98 5
9883,325
6255,00
4492,49 5
"
"
>l
f 38025,5?
0 0
It
·
·
0
" "
2000,00
-
44 635,82~
12820,00
10550,00
"
0 0
Totaal in 1870.
·
0
900,00
1200,00
1150,00
" "
1100,00
1400,00
3700,00
"
0 Gs.
Limburg
·· ···
2000,00
5643,98 5
6733,32 5
600,00
f
f 38025,52
gezelschappen.
0 0
Drenthe
31137,74
"
"
5655,00
530,00
1250,00
2550,00
1500,00
"
te zamen.
aan onderwijzcl's-
en de
Rij~
gemeenten
het
0 0
··
· ··
"
3962,49 5
8292,82 5
8870,00
5350,00
1300,00
TOTAAL.
gemeenten.
provincien
van
het Rijk, de
0 0
Groningen
·
·
"
33993,00
"
"
5351,22 5 f
wijzeressen.
onder-
provincien.
Door de
Subsidien
Door
0 CD
Friesland.
··
·
· ·
·
·
f 31374,29 5 f
2de lid.
Art. 12,
Door de
1870.
C o o
Utrecht
Zeeland
Noordholland
· ., · ·· · ·· · ·· ··· · · ··
···· · · ···· · ···· ····· · ·· ···· ·• ···· · · ·· ·· ·· ····
Zuidholland
Gelderland
······· ··· ··········
lessen.
Ikweekscholen.
I
Normaal-
Rijks-
IOpleiding van
H IJ K.
III
I r.
Noordbrabant
PRO 'V INC lEN.
DOOR HET
Ul'rGAVEN yoor opleiding van het onderwijzend personeel
122
123 In 1870 is alzoo door het Rijk uitgegeven : voor de kweekscholen ruim f 96 000 , voor de normaallessen ruim f 61 000 , voor de opleidingsklassen ruim f 12 000, voor de opleiding van onderwijzeressen bijna f 9000, in het geheel nagenoeg f 179 000. Wegens normaallessen word ruim f 1000 minder uitgegeven ; op de drie overige posten to zamen bedroegen de uitgaven ruim f 2700 moor dan in 1869. De uitgaven van wege de provincien bleven op gelijk bedrag , die van de gemeenten waren bijna f 1200 hooger dan in 18d9.
§ 13. ACTEN VAN BEKWAAMHEID TOT HET GEVEN VAN LAGER ONDERWIJS.
In voldoening aan art. 41 der wet word in elke provincie in 1870 twee malen de gelegenheid opengesteld tot het afleggen van examens ter verkrijging van acten van bekwaamheid tot het geven van lager onderwijs. De aanyang dozer examens word door den Minister bepaald op 20 April en 5 October. De uitslag dozer examen's is voor elke provincie vermeld in de volgende tabel.
SOORT
•
•
▪
125
124
NOORD-
GELDER-
ZUID-
NOORD-
BRABANT.
LAND.
HOLLAND.
HOLLAND.
ZEELAND.
SOORT DER ACTEN VAN BEKWAAMHEID
TOTAAL.
UTRECHT. FRIESLAND. OVERIJSSEL. GRONINGEN. DRENTHE. LIMBURG.
TOTAAL IN
1869.
OF VAN DE
a
III.
N 0
it
6
2
35
27
73
b0
1
3
2
1
n
3
35
65
54
52
71
16
12
26
13
38
52
27
))
.»
3
))
I)
))
5
50
27
6
n
12
n
))
))
))
*
1
1
2
1
n
n
n
n I n
n
n
2
1
1
24
349
322
375
374
73
199
78
175
7
3
4
n
))
n
1)
31
18 .
16
13
n
n
n
»
20
5
6
4
1 8
11
9
1
n
n
n
n
n
n
n
4
n
n
3 n
25
n
n
n
n
n
n
n
n
1
n
n
2
n
n
D
n
n
n
n
n
12
n
n
n
5
n
39
7
2
1
1
20
D
n
1
36
))
1
5
305
D
n
7)
220
3
2
5
303
3
n
2
198
5
n
2
<4
6
1
n
E-4
n
n
n
<4
n
n
n
to
t.
11
n
2
a)
0
13
1
8
a)
W:1
31
n
»
2
eiD ti-t
a)
a)
N CD It
19
))
3
5
-td 1 )
n
D
15
14
bi)
0 E..1
4 a)
N 0 in
2
D
14
7
4 a)
4 a)
I)
D
1)
<4
D
n
D
))
1
cr)
tv) ti.
14
17
D
))
)7
1
7
1
D
n
3
4
3
0 E-I
n
n
1
n
13
• 1
n
1
n
28
n
»
n
36
n
2
»
18
n
6
4
20
4 a)
4 n)
N Zd CD (1)8
»
n
n
3
'3
n
n
n
1
n
n
n
n
n
n
3
n
n
n
»
))
n
2
»
»
3
5
5 I 13
n
2
6
<4
n
»
»
E-1
n
1
»
ti) a)
n
1
»
18
ell) t.
n
n
2
18
a)
0
td) a)
n
2
1
<4
. +cis a
n
1
,,
1
14 I 21
0.)
b.0 t+-,
N
n
2
n
<4
tv a) 0 E-I
4 o 0
n
»
1
,....t hl)
4 a)
4 a) 1-1 5
n
3
1
4 a)
N . 0
n
1
))
4 a) .7! "8
a)
a)
9
9
2
n
»
4
36
3
13
g. Teekenen .
25
8
n
1
16
N CD
tv3 0 E
a)
-4 .t..,ti3
7
n
Gymnastiek
bes
a)
0 E-4
ttO t4-. <4
12
b. Fransche taal ..
1
E-1
C)
1P
1
f)
4
0
a)
4 a)
+a c 1.-4 0
N QJ
61
))
e. Wiskunde
a)
4 a)
4 a)
41
4. 34
<4
4
a)
re
17
))
a. Een of meer vakken van het gewoon • • lager onderwijs
cp
o N
15
13
))
h. Landbouwkunde
4
11
20
a. Een of meer vakken van het gewoon lager onderwijs
f.
4
+C-d
a)
N O
19 I 83
26
13 27
d. Engelsche taal
os
a a) ) t:JD 4. 0
28
. .
4 4 o
4
a)
N 0
0 14
10
e. Hoogduitsche taal
11
0)
19
IV. Hulponderwijzeressen. • •
4 a)
4 a)
a) 4:1
a) N a)
an 0 0 0 0 1:10 0 b0 a) el) c.) w) te.. 0 t.... o 14;4 o c... F.-4 '41 F.-I -t4 E F.-4 -<4
• • •
Hulponderwijzers
V. Huisonderwijzers.
Ce 713 to
0
I. Hoofdonderwijzers
4
o
a) -4-,
a) N 0
75 ZWD - 0
OP REEDS VERKREGEN ACTEN.
II. lloofdonderwijzeressen
4
4
a) 4c-ad
AANTEEKENINGEN
2
n
n
9
n
n
n
-
12
1
3
5
2
18
b. Fransche taal VI. nuisonderwijzeressen.
1
C. Hoogduitsche taal d. Engelsche taal
• •
e. Handwerken voor meisjes f.
VII. Aanteekeningen op reeds verkregen acten als onderwijzer.
3
1
2
8
4
2
21
»
40
4
,,
2
2
.
2
..)
15
42
14
42
5
))
4
5
6
7
3
I)
5
12
4
7
1
27
39
11
19
))
),
3 1
n
1
16
5
b. Hoogduitsche taal
4
2
3
C. Engelsche taal .
3
3
,,
11
11
y)
1
1
II
1)
7
»
I
3
7
1
n
n
))
21
3
1
21
2
9
2
14
6
17
3
18
4
n
39
5
1
8
n
1
1
n
n
»
1
6
9 n
n
*
6
13 n
n
n
3
n
n
1
n
n
1
1
D
D
D
D
D
D
))
))
n
n
n
n
»
n
n
n
8 n
2
7
2
1
1
3
n
4
4
7
10
1
n
n
n
4
n
n
1
4
6
1
3
5
4
6
3
2
2
1
2
n
2
7
13
9
5
11
14
2
1
2
D
D
5
D
3
2
4
n
16
4
5
2
2
n
1
n
3
2
1
1
n
5
n
6
1
3
1
n
n
n
1
3
3
n
n
8
4
))
n
n
2
1
n
9 n
4
n
2.
3
7
D
3
n
2
1
56
1
29
3
25
7
21
38
22 1
3
16
43
5
30
9
n
117
7
86
10
3
1
D
1)
))
6
n
n
o
3
7
1
78
141
67
165
n
3
4
32
31
36
42
n
3
n
28
26
32
43
n
88
119
110
132
2
3
3 n
n
1
n
n
10
n
1
n
48
27
43
32
1
n
15
n
111
46
106
49
n
38
12
40
16
66
13-
62
29
n
n
3
2
9
5
)1
47
12
46
25
n
1
n
n
n
n
5
2
n
n
n
n
6
n
n
n.
t,
2
n
5
1
1
7
n
96
19
89
))
2
1
1
1
Totaal in 1870. . • •
200 1111 235 1134 314 257 385 335
67
42 122
58 123 151
72
68 112
84
38
25 118
22
1786
1287
» 1869
198 1143 263 133 340 286 307 396
54
34 105
81 111 161
98
50 f 121
48
28
27
64
1724
1423
Vermeerdering. . • • •
2 f —32 —28
1 1 -26 —29
78 —61
13
8 17 —23
1
99
12 —10 -26 18 — 9 36 10 — 2 19 —42 .
),
2
n
n
n
1
n
n
6
))
1)
n
8
n
2
6
1
n
n
1
2
n
1
10
n
n
n
32
1
n
n
11
15
n
4
14
7
e. Handwerken voor meisjes
n
1
9
n
1
4
• • • • •
e
n
14
a. Fransche taal. .
2
n
5
9
3
n
2
n
3
5
n
n
n
n
n
1
4
n
n
6
c. Engelsche taal
n
*
- 1
.... •
»
6
1
g. Teekenen ...
Gymnastiek
4
n
19
f.
7)
1
»
»
a. Fransche taal
..
10
13
1
n
d. Teekenen .
5
6
»
e Landborrwhinde
),
3
,,
g Teekenen
di Wiskunde ..
y)
20
»
Gymnastiek
b. Hoogduitsche taal Aanteekeningen op reeds verkregen acten als onderwtzeres.
y)
18
f. Gymnastiek
VIII.
» 19
1
1
),
11
62 — 136
1 32
126
Voor schoolonderwijs werden uitgereikt 758 , voor huisonderwijs 382 acten ; bovendien werden 646 aanteekeningen op reeds verkregen acten gesteld. Het getal afwijzingen bedroeg voor schoolonderwijs 718 , voor huisonderwijs 119 , voor aanteekeningen op reeds verkregen acten 450. In het geheel verwierven 1786 candidaten de verlangde acte of aanteekening , terwij1 die aan 1287 candidaten moest worden geweigerd. Ook thans valt weder op to merken dat de uitslag der examens veel gunstiger is voor het vrouwelijk darn voor het mannelijk onderwijzerspersoneel. Van de candidaten voor de acte van hoofd- en hulponderwijzer moesten respectivelijk 60 en 48 pct. worden afgewezen ; van die voor de acten van hoofd- en hulponderwijzeres respectivelijk slechts 36 en 29 pct. Nog sterker valt dit verschijnsel in het oog bij de examens voor de huisonderwijzersacte. Van de 184 mannelijke candidaten toch moesten 42 , van de 317 vrouwelijke slechts 13 pct. worden afgewezen. Bij de examens voor aanteekeningen op reeds verkregen acten was het eveneens gesteld. Van de 682 mannelijke candidaten werden 52 pct. afgewezen ; van de 414 vrouwelijke slechts 22 pct. Door den Koning word aan 54 vreemdelingen , 45 vrouwen en 9 mannen , in 1870 volgens art. 6 der wet vergunning verleend om hier to lande onderwijs to geven. Van daze waren uit :
Engeland Pruissen
mannen. vrouwen. 1 17 2 15
Frankrijk
Zwitserland Saksen Italie
2
,
1 lde district. J. P. BREDIUS Jr. benoemd in plaats van dr. J. J. F. PENNINK, overleden.
Gelderland. 6de district. Aan C. W. graaf VAN LIMBURGSTIRUM werd , op zijn verzoek , 'eervol ontslag verleend en in zijne plaats benoemd mr. J. J. DE MEIJIER. Noordholland. 7de district. De beer P. J. HEYNING werd herbenoemd ; 11de district. Aan P. H. BRUYN werd , op zijn verzoek , eervol ontslag verleend en in zijne plaats benoemd mr. J. DOMELA. NIEUWENHUIS.
Zeeland. 1ste district. Aan dr. H. POLMAN KRUSEMAN werd, op zijn verzoek , eervol ontslag verleend en in zijne plaats benoemd mr. C. J. PICK , onder toekenning van eervol ontslag als schoolopziener in het 3de district ; 3de district. De tijdelijke waarneming van dit district werd opgedragen aan dr. P. J. ANDREAE , schoolopziener in het 2de district.
Friesland. Ode district. In de plaats van dr. Tn. SPREE , -overleden werd benoemd jhr. mr. I. F. VAN HUMALDA. VAN EYSIaNGA;
8ste district. Mr. J. J.
BOLIVIAN herbenoemd.
Overijssel. lste district. Mr. H. E. C. VAN KERCKHOFF herbenoemd.
4
10de district. Mr. M. A. VAN DEN ACKER benoemd in plaats van mr. A. KERSTENS overleden ;
Groningen. 2de district. De hoer C.
R8MELINGH
herbe-
4
noemd ;
2
4de district. Aan mr. E. VAN LooN ward, op zijn verzoek , eervol ontslag verleend en in zijne plaats benoemd jhr. mr. W. C. A. ALBERDA. VAN EKENSTEIN.
1
Oostenrijk Denemarken
Limburg. 6de district. Aan den hoer L. F. H.
1
, op zijn verzoek , eervol ontslag verleend en in zijne plaats benoemd mr. P. M. 0. H. BEERENBROEK.
Belgie Ierlaud
1-
Luxemburg Engelsch West-Indie
BEEREN-
BROEK werd
1
Verlof tot het geven van lager onderwijs, overeenkomstig
art. 7 , letter c , der wet , werd in 1869 door den Koning
De jaarlijksche vergadering van inspecteurs volgens art. 59 der wet , werd van 22-28 Junij 1870 gehouden en door alle inspecteurs bijgewoond ; die van Zeeland werd door huisselijke omstandigheden verhinderd aan de drie eerste bijeenkomsten deel to nemen. De behandelde onderwerpen , eon overzigt der gehouden beraadslagingen en de antwoorden der Regering volgen hier.
verleend aan : en J. GRANDIA , tot het geven van lager onderwijs aan de christelijke Zondagschool to HeerjansJ. BARNHARD
dam; de jufvrouwen G. C. HEKKING en M. E. VAN GILS to Gennep , aan welke vroeger tot aan het einde van 1869 dergelijke vergunning was verleend , om bij dat in vrouwelijke handwerken , tevens onderwijs to geven in het lezen en schrijven , tot aan het ()hide van 1870. § 14. TOEZIGT OP HET LAGER ONDERWIJS.
Het personeel der inspecteurs onderging in den loop van 1870 geene verandering. In het personeel der schoolopzieners hadden de volgende veranderingen plaats
Noordbrabant. I ste district. In plaats van dr. C.
R. HER-
MANS , in December 1869 overleden , werd benoemd dr. F. B. TROSEE , wien to gelijk eervol ontslag werd verleend
als schoolopziener in bet 6de district ; 2de district. De heer J.
H. A. DIEPEN
werd herbenoemd ;
6de district. Ter vervanging van dr. F. B. TROSEE hier Toren vermeld , werd benoemd mr. J. F. COOLEN ;
1°. Verklaringen , die verloren acten van bekwaamheid tot het geven van lager onderwijs moeten vervangen. Dit onderwerp was door den Minister volgenderwijs aanhangig gemaakt. Een der inspecteurs , door mij geraadpleegd over eon bij mij ingekomen adres, heeft, onder mededeeling zijner beschouwingen dienaangaande , voorgesteld het onderwerp in de bijeenkomst to bespreken. )) Het betrof den worm der verklaringen , die verloren acten van bekwaamheid tot het geven van lager onderwijs moeten vervangen. De hulponderwijzer bij eene bijzondere school in Gelderland had zijne in 1866 van de examencommissie in Noordholland ontvangen acte verloren. De inspecteur dier provincie had hero eene verklaring doen toekomen , houdende dat de bedoelde persoon den 12den October 1866 voor de examen-commissie met gunstig gevolg examen had afgelegd als hulponderwijzer, en hem dien ten gevolge de acte was uitgereikt. Bij een bezoek aan voorschreven school had de schoolopziener op de vraag van den secretaris der gemeente, of die verklaring wettelijke kracht bezat, een ontkennend antwoord gegeven ; 1°. omdat naar zijn oordeel eene dergelijke verklaring behoorde to worden geteekend door den voorzitter en den secretaris der Commissie ; 2°. omdat het stuk niet gezegeld y
127 was. De inspecteur der provincie, waarin de bedoelde school gelegen is , kon zich met deze bedenkingen niet geheel vereenigen. Vele malen toch waren door sommige inspecteurs zoodanige verklaringen afgegeven , zonder dat hare wettelijke kracht, voor zoo verre hij moist , in twijfel was getrokken. Hij maakte dan ook geen bezwaar mij te adviseren aan den adressant te kennen te geven dat de verklaring dezelfde waarde had als de verloren acte van bekwaamheid. De adressant kpn dan volstaan met mijne beschikking aan het gemeentebestuur en aan den schoolopziener te vertoonen. Niettemin kwam hem de opmerking aangaande het niet gezegeld zijn der verklaring niet geheel ongegrond voor. Ook de inspecteur van Groningen had er op bladz. 58 zijner uitgave der schoolwet op- gewezen , dat afschriften van acten van bekwaamheid gezegeld behooren to wezen. Misschien zou een naauwgezet gemeentebestuur ook kunnen verlangen dat de handteekening van den inspecteur , die eene verklaring afgeeft, door de bevoegde autoriteit moet zijn gelegaliseerd. Om deze redenen verdiende zijns inziens de afgifte eener gezegelde duplicaat-acte de voorkeur boven die eener ongezegelde verklaring , to meer nog daar op laatstgenoemde bezwaarlijk de aanteekeningen kunnen worden geplaatst , die later door den houder mogten worden verkregen. Een en ander , benevens de wenschelijkheid der eenparigheid van handelen in deze aangelegenheid, noopte hem mij in overweging te geven de zaak in de aanstaande bijeenkomst der inspectours ter sprake to brengen. Gaarne hieraan voldoende , verzoek ik de inspecteurs dit onderwerp in overweging to willen nemen en mij hun gevoelen to doen kennen." Blijkens de hierover gevoerde beraadslagingen was de vergader;ng algemeen van gevoelen , dat het uitreiken van duplicaat-acten zeer bezwaarlijk en in vele gevallen geheel onmogelijk zou zijn ; daar het bijv. niet altijd doenlijk zal wezen met juistheid to bepalen , door welk lid der examencammissie de verloren acte als secretaris geteekend was. Voor acten , die v66r het jaar 1857 werden afgegeven , bestaat die moeijelijkheid nog in hoogere mate. Algemeen was men intusschen overtuigd van de noodzakelijkheid, dat een algemeen geldende maatregel don wettigen eigenaar van eene in het ongereede geraakte acte in staat stelle, in de gevallen , waarin volgens de wet de acte moet worden overgelegd of vertoond , een geloofwaardig bewijs te leveren dat hij wettig* in het bezit dier acte is, en dus alle regten , aan dat bezit verbonden , mag doen gelden. Nadat onderscheidene voorstellen om op de baste wijze hierin to voorzien , waren besproken, besloot de vergadering aan den Minister in overweging to geven , een bepaald model vast to stellen van eene gedrukte verklaring, of to geven door den inspecteur in de provincie , waar het examen is afgelegd, inhoudende dat , blijkens de aanteekeningen in zijn archief, aan den houder dier verklaring de daarin vermelde acte is afgegeven. Dit stuk zou zoodanig hehooren to worden ingerigt , dat de vroeger verkregene of later nog to verkrijgen aanteekeningen daarop kunnen worden overgebragt, eveneens in den vorm eener verklaring, afgegeven door den inspecteur , in wiens provincie het examen plaats had , ten gevolge waarvan de bedoelde aanteekeningen zijn verleend. In elk geval vermeende men , dat het zeer wenschelijk was to bepalen dat dergelijke verklaringen moesten gezegeld worden ten koste van den belanghebbende. De legalisatie van de handteekeningen der inspecteurs , op die stukken voorkomende, werd evenmin noodig gekeurd als voor de oorspronkelijke acten. Wat den uiterlijken vorm aangaat , was men van oordeel , dat die zoo veel mogelijk overeen moest komen met dien van de acten zelve , on dat zij tot het opnemen der aanteekeningen ook op een geheel vel papier behoorden to worden gedrukt. Eindelijk besloot de vergadering aan den Minister to verzoeken om , zoo deze zich met het een on ander kon vereenigen, een zeker aantal exemplaren van die verklaring to doen drukken on aan de inspecteurs toe to zenden, en tevens aan de Gedeputeerde Staten der onderscheidene provincien daarvan mededeeling to doen , ten einde de gemeentebesturen daarmede in kennis to stellen , met bepaling , dat die verklaringen in voorkomende gevallen geheel met de oorspronkelijke doch in het ongereede geraakte acten behooren to worden gelijk gesteld.
Bij de behandeling van dit punt kwam tevens do wenschelijkheid ter sprake om meer gelijkvormigheid to brengen in de wijze , waarop de aanteekeningen , die op eene acte voorkomen , of de inhoud eener huisonderwijzers-acto op later verkregen acten worden. overgeschreven. De inspecteurs van Noordbrabant en Gelderland werden uitgenoodigd een ontwerp voor bovenbedoelde verklaringen op te maken , on in eene der volgende bijeenkomsten ter tafel to brengen , on daarbij tevens een voorstel to doen onitrent het overschrijven van aanteekeningen enz. op later verkregen acten. De commissie bragt in de bijeenkomst van den volgenden dag voor een en ander concepten ter tafel. Nadat die concepten besproken on in enkele punten gewijzigd waren , werd besloten aan den Minister voor stellen , het navolgende model aan to nemen voor de verklaringen , die dienen zullen ter vervanging van acten , welke verloren gegaan zijn , en afgegeven waren na invoering van de wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103). De Inspecteur van het lager onderwijs in de provincie verklaart , dat uit het onder hem berustende archief bltjkt , dat aan to geboren den , door de commissie van examen in die provincie den eene acte van bekwaamheid als is uitgereikt , en dat daarop later geplaatst voor : aanteekening
En wordt deze verklaring afgegeven ter vervanging van de vroeger uitgereikte maar in het ongereede geraakte acte. , den
18
De Inspecteur voorinoemd, Eveneens werd besloten in overweging to geven , de verloren acten , die vO6r de invoering der tegenwoordige wet op het lager onderwijs waren afgegeven, to vervangen door eene verklaring van den volgenden inhoud : De Inspecteur van het lager onderwijs in de provincie verklaart , dat uit het onder hem berustende archief blijkt , dat in de jaarsvergadering der provinciale commissie van onderwijs in 18 is geexamineerd en toegelaten als onderwijzer van den rang. En wordt deze verklaring afgegeven ter vervanging van de vroeger uitgereikte maar in het ongereede geraakte acte. , den
18
De Inspecteur voornoemd , Verder stelde de commissie voor , bij het overschrijven van vroeger verkregen aanteekeningen op nieuw verleendo acten als hoofdonderwijzer , den volgenden vorm in acht to nemen : .
De Inspecteur van het lager onderwijs in de provincie verklaart , dat op de door de comtnissie van examen in de provincie den 18 aan uitgereikte acte van bekwaamheid als hulponderwijzer eene aanteekening vermeld 'staat voor verleend den • 18 door de commissie van examen in de provincie den
18
De Inspecteur voornoemd , Eveneens , wanneer het geldt het bezit van . eene vroeger verkregen acte als huisonderwijzer in eenig yak op
128 eene later verkregen acte to vermelden , to gebruiken de woorden : Do Inspecteur van het lager onderwijs in de provincie verklaart , dat aan houder dezer acte door de commissie van examen in de provincie den 18 is uitgereikt eene acte van bekwaamheid •als huisonderwijzer in 18 , den De lnspecteur voornoemd ,
En eindelijk voor het overbrengen van eene aanteekening , gesteld op eene acte van algemeene toelating tot schoolonderwijzer: De Inspecteur van het lager onderwijs in de provincie verklaart , dat op de acte van algemeene toelating tot schoolonderwijzer van den rang , door de commissie van onderwijs in den aan 18 made is toegelaten uitgereikt , vermeld staat , dat tot het geven van onderwijs in , den
18
De Inspecteur voornoemd ,
De Minister heeft hierop to kennen gegeven , dat hij zich met dit voorstel wel kon vereenigen. Dien ten gevolge zijn eon zeker aantal exemplaren van de bedoelde stukken gedrukt en aan de inspecteurs toegezonden ; terwij1 van eon en ander tevens mededeeling is gedaan aan Gedeputeerde Staten der onderseheidene provincien , ten einde hieromtrent to handelen gelijk door de inspecteurs was voorgesteld. 20. Waar de toelatings-exanzens tot de Rijkskweekscholen te houden: beurtelings in de onderscheiden provincien , of uitsluitend in die , waar de kweekscholen gevestigd zijn?
Dit was het tweede punt , door den Minister aldus ter bespreking voorgesteld: » Eenige jaren geleden is op voorstel der inspecteurs besloten , dat de examens van toelating tot de Rijkskweekscholen beurtelings in de verschillende provincien zouden plaats hebben, ten einde te gemoet to komen aan het geldelijk en ander bezwaar , dat er voor de onderseheidene candidates in geleden was wanneer de examens, gelijk dus verre de gewoonte was , uitsluitend worden gehouden in de provincien , waar de kweekscholen gevestigd zijn. In. tusschen heeft de ondervinding geleerd , dat dit doel door den maatregel zeer onvolkomen is bereikt en dat verre weg de meerderheid der candidaten of waren uit laatst bedoelde provincien. De vraag is alzoo gerezen , of het in het belang der candidaten niet verkieslijk ware, tot den vroegeren regel terug te keeren. Aangenaam zal het mij zijn hierover het gevoelen der Inspecteurs to vernemen. Hoewel men de juistheid erkende van de opmerking , dat de meerderheid der candidaten afkomstig is uit de provintie, waarin de kweekschool gevestigd is , meende de vergadering daarin toch geen voldoenden grond te vinden om van den tegenwQordigen regel of te wijken. Eensdeels had de maatregel nog niet lang genoeg gewerkt om nu reeds met zekerheid to mogen aannemen , dat het aantal adspiranten nit andere provincien op den duur toch niet merkelijk zou verminderen als men tot den vroegeren regel terugkeerde. Ten andere scheen het niet billijk om de reis- en verblijfkosten , aan het afleggen van het examen verbonden , steeds hot zwaarst to doen drukken op de verderaf wonenden , ook al maakten zij de minderheid der adspiranten uit. Eindelijk ward er gewezen op verscheidene voorbeelden , waaruit bleak , dat niet bij olke voorkomende gelegenheid de meerderheid uit de provincie , in welke de kweekschool gevestigd is , afkomstig was.
3'. Wijziging der voorschriften voor de schoolstatistiek, in het belang eener juiste toepassing van artt. 18 en 20 der wet. De Minister had dit punt in de volgende woorden aanhangig gemaakt: Volgens de noot 4 op model A van de schoolstatistiek , moot het getal der leerlingen ingevuld worden , die op de vier in de noot 3 aangewezen tijdstippen tot de school behoorden , onverschillig of zij de school op die dagen al of niet verzuimd hebben. Naar het gevoelen van Gedeputeerde Staten van eene der provincien zou het ter juiste toepassing zoowel van art. 18 als van art. 20 der wet hoogst wenschelijk wezen, dat het aantal werkelijk ter school gaande kinderen als maatstaf word aangenomen , hoedanige maatstaf hens inzions op onbedriegelijke wijze kon worden verkregen , bijaldien de officiele schoolstatistiek meer op waarheid was gegrond. Ook het schoolverzuim zou dan, zoo zij meenden , aan het licht komen indien de voorschriften betreffende de inrigting der schoolstatistiek zoodanig werden gegeven , dat zij den werkelijken en niet den denkbeeldigen toestand leerden kennen. Uit dien hoofde verzochten zij mij to bevorderen , dat de juiste toepassing van sommige bepalingen der schoolwet niet door eene onjuiste officieele statistiek worde bemoeijelijkt of onmogelijk gemaakt. De heeren inspecteurs gelieven mij ook te dezer zake hun gevoelen to doen kennen. Ik herinner alleen ,dat vroeger, toen er slechts twee tijdstippen (15 Januarij en 15 Julij) voor de schoolstatistiek waren vastgesteld , de op die dagen werkelijk ter school gaaude kinderen werden opgegeven , doch dat die opgaven veelal bleken zeer onvoldoende to wezen omdat allerlei oorzaken er soma toe leidden om de school op die dagen weinig bezocht te doen zijn. Voorts vestig ik , voor zoo veel noodig, de aandacht op het Koninklijk besluit van 10 Februarij 1867 (Staatsblad n°. 7). " De inspecteurs sprakon eenstemmig als hunne overtuiging uit, dat het steeds aan groote bezwaren zal onderhevig zijn Om naauwkeurig het cijfer op te geven van wat art. 18 der wet noemt » het getal der leerlingen op eene school". Uit de verslagen hunner vergaderingen van vroegere jaren , en vooral uit het verslag van 1864 blijkt , dat men de tegenwoordige regeling — het nemen van eon gemiddelde nit vier opgaven op de daarbij aangenomen datums — na rijpe overweging heeft vastgesteld, zonder zich to ontveinzen dat eene volkomen kennis van het aantal leerlingen ook daardoor nog wel niet verkregen wordt. De vergadering achtte het intusschen van het hoogste belang, reeds bij den aanvang van hare beraadslagingen over dit punt , als hare overtuiging uit to spreken , dat het onderwijs in de hoogste mate zou worden benadeeld, wanneer men , zoo als hier,, naar het schijnt , verlangd wordt, het cijfer van de op zekere tijden of dagen ter school aanwezige kinderen en Diet de op de schoollijst ingeschrevene tot grondslag van berekening aannam. Eene voorstelling , waarbij het eerste de werkekke on het laatste de denkbeeldige toestand genoemd wordt, is ten eenen male onjuist en zou in de praktijk tot do verderfelijkste gevolgen leiden. Na cone uitvoerige gedachtenwisseling omtrent dit punt , word aan de inspecteurs van Friesland , Overijssel en Groningen opgedragen, daarover in eene volgende bijeenkomst rapport uit te brengen. Dat rapport luidde als volgt: » Het verzoek , door Gedeputeerde Staten van eene der provincien gedaan , heeft , naar het oordeel der commissie, cone strekking , die waarschijnlijk door dat collegie niet bedoeld is , maar zeker door sommige gemeentebesturen gretig zou worden gebruikt tot groot nadeel van het onderv.ijs , de strekking namelijk om de hulp, die volgens art. 18 den hoofdonderwijzer moot worden verleend, to verminderen , en de toepassing van art. 20 nit to breiden, Het is meermalen aangewezen, dat op vele plaatsen nu reeds, ten gevolge van het slecht schoolgaan in den zomer,, die hulp in den winter geheel onvoldoende is , en 66n, onderwijzer dan alleen staat tegenover meer dan 100 leerlingen van zeer uiteenloopende vorderingen en ontwikkeling. Werd Cr in het gedane verzoek getreden , dan ken men gerust -
129 aannemen, dat , bij eeno dageleksche telling der werkelijk aanwezige leerlingen, op de plattelandsscholen het gemiddeld cijfer met een zesde zou verminderd worden ; nog daargelaten dat eene naauwkeurige dagelijksehe telling zeer groote moeljelijkheden zou opleveren, en eene telling op vier of meer daartoe bepaalde dagen of termijnen , het groote bezwaar zou hebben , dat bet daardoor geheel van de gemeentebesturen zou afhangen om hot cijfer zoo laag to doen dalen als zij maar verkiezen, door hunnen invloed to gebruiken om de school op zulk een dag zeer weinig bezocht te doen zijn, Het onvoldoende van zoodanige opgaven is ook genoeg gebleken , toen vroeger op 15 Januarij en 15 Julij de werkelijk aanwezigen werden geteld, en men hoogst onjuiste resultaten verkreeg. Men zou , door lets dergelijks op nieuw in to voeren, juist eon denkbeeldigen en onwaren toestand verkrijgen , tervitl nu die toestand volstrekt niet denkbeeldig is ; men krijgt toch het ware gemiddelde cijfer van hen , die op de school aanwezig kunnen zijn en ook moesten zUn, en naar dien maatstaf moet toch ongetwijfeld de hulp bij het onderwijs berekend warden. Wat baat het den onderwijzer of op den dag der telling maar 60 kinderen aanwezig zijn , als hij den volgenden dag er weer een honderdtal of meer voor zijne rekening kan hebben ? Men vergete daarbij niet, dat het ongeregeld schoolgaan de taak des onderwijzers in hooge mate verzwaart , on hij oneindig beter en gemakkelijker kan werken met eene school van 100 kinderen die alien geregeld komen , Jan met eene school van 70, van welke telkens een aanzienlijk gedeelte, nu dezen dan oenen, de school verzuimen. » De strekking van het gedane verzoek , dat tot eerie speculatie op het ongeregeld schoolgaan zou leiden, is ook in lijnregten strijd met de zienswijze der Regering betreffende de toepassino. van art. 18, onder andere gebleken. nit b nithet aangehaaideKoninklijk besluit van 10 Februarij 1 867 (Staatsblad n°. 7) , en met de missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken , dd. 20 Junij 1868, n°. 245, aangaan de de scholen volgens art. 20. » Do Commissie is this van oordeel , dat het hoogst onraadzaam zou zijn in het gedane verzoek to treden, en ▪ zou er eene verandering gemaakt worden in de nu bestaande bepalingen vastgesteld overeenkomstig het besprokene in de inspecteursvergadering van 18 Mei 1861 en o na de daar aangevoerde redenen , het veeleer in aanmerking zou moeten komen of Diet het hoogste cijfer der ingeschreven leerlingen de maatstaf zou moeten zijn voor de toepassing van art. 18 en art. 20." .
De vergadering vereenigde zich met dit rapport, evenzeer als , later , de Minister , die hiervan vervolgens mededeeling deed aan het betrokken collegie van Gedeputeerde Staten. 4'. Beperking der toepassing van het 2de lid van art. 12 der wet. De Minister had aan de inspecteurs de vraag voorgelogd: of er ook toe zou kunnen worden overgegaan om de toepassing van het tweede lid van art 12 der schoolwet, zoo niet algemeen dan tech in sommige provincien te beperken. Volgens de laatste berigten der inspecteurs narn het getal kweekelingen bij sommige opleidingsklassen vrij sterk af; vooral voor Groningen en Drenthe was dit merk•aar. Blijkens het groat aantal candidaten bij schoolvacatures scheen er thans overvloed van hulponderwijzers to zijn ; voorts had de Minister hun, in hunne eerste bijeenkomst, mondeling in overweging gegeven om, bij de behandeling van dit onderwerp na to gaan in hoe veire het daarbij dienstig zou kunnen zijn, eene statistiek op to maken van de vacaturen , die jaarlijks, zoowel voor hoofdIds voor hulponderwijzers ontstaan , en van het aantal acten, die jaarlijks worden uitgereikt, ten einde uit de verhouding dier cijfers to kunnen opmaken of bet aantal onderwijzers dat der openvallende betrekkingen zdd verre ‘overtreft, dat bet raadzaam zou kunnen geacht worden traaatregelen to nemen om den to grooten toevoer van hulponderwijzers tegen te pan; tenzij men mogt oordeelen dat een tijdelijke overvloed van aankomende onderwijzers geen groot bezwaar oplevert , daar eene bestaande onecenredigheid zich op den duur van zelve zal herstellen. ,
Algemeen was de vergadering van mooning, -dat de op . heffing raadzaam was van die opleidingsklassen waar dq uitkomsten volstrekt niet beantwoorden , noch aan de kosten , door het Rijk, noch aan de moeite door de onder, wijzers daaraan besteed , on het bleek , dat herhaaldelijk op voordragt van do inspecteurs door den Minister daartoe was overgegaan. Evenwel sprak zij eenstemmig het gevoelen uit, dat eene andere beperking van de gelegenheid tot opleiding van kweekelingen niet wenschelijk was. De opleidingsklassen , vooral ten platten land() , geven dikwijls nog het eenige, middel aan de hand om to voldoon aan het voorschrift der wet , waarbij het aanstellen van kweekelingen verpligtend gemaakt wordt. Verscheidene dier opleidingsklassen ook wanneer zij slechts weinig. Ieerlingen hebben , leveren zeer goede candidaten voor de hulponder.. wijzersexarnens , die, als zij geheel aan eigen studio waren overgelaten, zeer bezwaarlijk of welligt nimmer aan het examen zouden hebben kunnen voldoen. Eenige inspecteurs verklaarden tot zeer gunstige resultaten to zijn gekoreten door , met goedkeuring des Ministers , cone of meer opleidingsklassen to hebben opgeheven , en de daardoor vrijvallende golden to hebben verdeeld tusschen eenige onder. wijzers in kleine gemeenten , die daarvoor met de opleiding van een of twee jongelieden van goeden aanleg werden belast. Ten slotte kwarn de vergadering tot het besluit dat wel is waar niet alleen in do provincien Groningen en Drenthe maar ook bier en daar elders vermindering van het getal kweekelingen was op to merken ; doch dat die verraindering geensuns van dien aard was om op grond daarvan to besluiten tot beperking der in vole streken zoo hoogst nuttige gelegenheden om aan jongelieden , die zich aan den onderwijzersstand wijden , de onmisbare leiding bij hunne studien to verschaffen. Men oordeelde daarom den Minister in overweging te moeten geven om de inspecteurs to magtigen, om wanneer eene opleidingsklasse niet meer aan haar doel beantwoordt„ hetzij door de vermindering van het aantal leerlingen , hetzij door de mindere geschiktbeid van den onderwijzer , zoodanige klasso op to beffen , en in navolging van hetgeen reeds in enkele provincien met goed gevolg is geschied , de daarvoor besternde geldeD onder nadere goedkeuring van den Minister to besteden op zoodanige wijze als zij voor de opleiding van kweekelingen bet meest raadzaam .00rdeelen. D© Minister heeft zich met deze beschouwingen veroenigd , en aan de inspecteurs de door hen verzochte tiging verleend. De in verband net dat punt door den Minister mondeling gedane en hierboven vermelde vraag„ namelijk of er nrogelijkheid bestond tot het opmaken eerier statistiek , die de joists verhouding deed kennen tusschen het aantal jaarlijks ontstaande vacatures en het tot aanvulling daarvan bestemde personeel , had intusschen naar het oordeel der vergadering veel van haar belang verloren door let besluit, tot hetwelk zij omtrent de opleidingsklassen gekomen was. Het groote voordeel tech van zoodanige statistiek zou daarin bestaan , dat men , zoo bet bleek dat het .aantal hulponderwijzers buiten betrekking overmatig groot was in verhouding tot dat der aan ,te vullen plaatsen, tot het besluit zou kunnen geraken , ten minste voorloopig van Rijkswege niet meer of althans in mindere mate tot vergrooting van dat aantal mode to werken. Na men evenwel algemeen overtuigd was van de noodzakelijkheid om .de toepassing van het 2de lid van art. 12 ,niet to beperken , werd het onderzoek naar .de bedoelde verhouding , immers met betrekking.tot dit punt, van minder . gewigt. Bovendien word de mogelijkheid besproken om to dezen aanzien tot eene behoortijke statistiek to geraken, en was de vergadering van gevoelen , dat aan het verkrijgen van juiste cijfers , waaruit .men met eenige zekerheld goedo gevolgtrekkingen zou kunnen afleiden, bijna onoverkornelijke bezwaren zouden verbonden zijn. Wei kon het aantal verleende acten on .het aantal ontstane vacatures over cone reeks van eenige opvolgende jaren vrij naauwkeurig worden sopgemaakt , doch de beantwoording der vraag of de verhouding tusschen die beide cijfers juist die was , welke .vereischt word om behoorliik in de be hoeften te voerzien , Ming to zeer of van liet:verlies, dat ,het oorspronkelijk aantal door sterfte , vertrek , verande ring.van betrekking overgang, tot het middelbaar,onderwijs, 33 -
,
130 o..verplaatsing naar India., enz. onderging,, dan dat men zou mogen hopen hieromtrent tot eenige naauwkeurigheld te zullen geraken. Wel werd in den laatsten tijd algemeen beweerd , dat de toevloed van jongelieden , die zich aan het onderwijs wijden , te groot werd , docbh men zag hierin in zoo verre geen bezwaar , daar men overtuigd was , dat de bestaande onevenredigheid zich langzamerhand volgens de ook hier geldende wetten van vraag on aanbod zoude herstellen. Bovendien werd de vraag gedaan of werkelijk de overvloed van onderwijzers thans zoo bovenmatig groot is, als men somtijds uit het aantal.eandidaten bij vacatures -zou meenen to moeten afleiden. Verreweg de meeste sollicitanten toch zijn in den regel reeds in eene betrekking geplaatst , en pogen alleen hunne positie te verbeteren , zoodat .dan ook bij de minder voordeelige plaatsen dikwijls slechts een zeer goring getal candidaten zich aanmeldt. Vooral yin Noardbrabant en Limburg was dit vaak zeer merkbaar. Als slotsom van deze beschouwingen besloot de vergadering als hare overtuiging,aan den Minister te doen kennen , ,dat zij het opmaken van eene statistiek als hier bedoeld wordt , wanneer het at uitvoerbaar mogt wezen , toch in elk geval thans van weinig of geen praktisch nut rekende. Hooldbeginselen , in acht te nemen vrij de ucten-examens in de onderscheidene provincien. In hare eerste bijeenkomst vestigde de Minister de aander vergadering op het verschil , .dat er in de onderscheidene provincien schijnt to bestaan in de wijze, waarop de acten-examens worden afgenomen. Die ongelijkheid had aanleiding gegeven tot opmerkingen , die , zij het dan ook .niet officieel , dan toch officieus tot hem gekomen waren. Hij onderwierp de vraag aan de inspectenrs : » of, on zoo j a , op welke wijze meer gelijkvormigheid hierin zou to verkrimen zijn, zoodat de hoofdbeginselen , van welke de .commission van examen uitgaan , meer algemeen dezelfde werden." Op uitnoodiging van den Minister deelden nu de inspec'teurs uitvoerige bijzonderheden made omtrent de wijze, waarop de examens in hunne provincien zijn ingerigt. Hij verzocht hen over dit punt nader van gedachten te wisselen , en hem later een schema aan to bieden , bevattondo de hoofdbeginselen , volgens welke de acten-examens in de onderscheidene provincien zouden kunnen worden ingerigt. . In eene volgende bijeenkomst word dit onderwerp aan de orde gesteld , .en daarbij achtereenvolgens deze punten bRhandeld odacht
1°. het uitnoodigen van deskundigen ;
at of niet op eene voordragt van den inspedeur, voorzitter , naar dat men zulks underling goedvindt. » Uwe commissie is van oordeel, dat de beantwoording der vraag , of men zich door deskundigen zal doen bijstaan , on zoo j a , bij welke vakken of ook zelfs in alle vakken, geheel van de tijdelijke en plaatselijke omstandigheden afhangt. Het zou soils kunnen gebeuren , dat voor sommige vakken nu eons wel deskundigen noodig zijn , waar men ze eenen anderen keer welligt zou kunnen missen. Dit is zeker dat de examens algemeen dienen afgenomen to worden door personen , die niet alleen der zake kundig zijn , maar ook tact hebben van examineren, 't zij men ze name uit de schoolopzieners of uit de onderwijzers; want onder beiden zijn er, die daarin uitmuntend bedreven zijn. Kiest men ze uit de onderwijzers , 't zij aan openbare of bijzondere scholen , dan zal het misschien niet altijd to vermiiden zijn , dat een deskundige iemand examiners, die door hem zelven onderwezen is; maar dit is tech minder verkieslijk. ook kunnen er gevallen bestaan , dat men bezwaarlijk een bepaald persoon , als deskundige, missen kan ; maar uwe commissie acht het evenwel niet wenscheltjk , als beginsel vast to stollen , zich altijd door dezelfde personen , als deskundigen , to doen bijstaan. Men dient ook hier te handelen naar omstandigheden , to beoordeelen door de commissie van examen. » In do tweeds plaats dienen de examens volledig in alle vakken to worden afgenomen, dat is voor iederen adspirant zoowel in het mondelinge als in het schriftelijke , waar het schriftelijke to pas komt. Al zij het ook , dat men uit het gedeelte van bet examen , dat reeds afgelegd is , eene afwijzing meent to kunnen voorzien , uwe commissie is van oordeel , dat elk adspirant in alle vakken , waarover zijn examen loopt , behoort to worden onderzocht tot aan het eindd toe, tenzij hij zelf verkieze zich to verwijderen. » Wat verder de openbaarheid betreft, meent de commissie, dat het verkieslijk is , aan de belanghebbeuden on inzonderheid aan het onderwijzend personeel zoo veal inogelijk inlichting to verschaffen , waar die met bescheidenheid gevraagd wordt. Desgelijks aan de adspiranten inzonderheid aan de afgewezenen , gelijk zulks dan ook in alle provincien geschiedt , door opgave van de vakken , waarin zij meer of minder zijn to kort gekomen en N an die , waarin zij beter geslaagd zijn. » Houdt men zich aan deze algemeene beginselen , dan zal zulks zeker voor de gelijkmatigheid bevorderlijk zijn. Meer in bijzonderheden of to dalen , komt uwe commissie overbodig voor , in aanmerking nemonde 't geen er in vroegere bijeenkomsten der inspecteurs behandeld en in bovengemelde notulen naedegedeeld is."
3°. de mate van publieiteit eau het examen to geven ;
Dit rapport word eenparig aangenomen en den Minister aangeboden , die in antwoord daarop aan de inspecteurs heeft to kennen gegeven dat hij zich met huitne beschouwingen wel kon vereenigen on gaarne zou den dat voortaan in dien zin door de inspecteurs word geh3ndeld.
4°. de inlichtingen aan de candidaten Da afloop van het examen to geven.
6°. Uitbreiding van den termijn van aangifte voor het acten-examen.
2°. het afnemen van het examen in zijn geheelen omvang aan alle adspiranten ;
Aan de inspecteurs van Gelderland , Zeeland en Groningen word opgedragen het opmaken van het den Minister aan to bieden schema, bevattende de resultaten , waartoe de over elk hiervoren omschreven punt gevoerde beraadsla gingen hadden geleid. De Commissie bragt daarop het volgend verslag uit » Blijkens de notulen dozer vergadering van den 20sten en 2lsten Mei 1864 en van den 12den en 15den Junij 1867 is het thans niet de oerste keer , dat de vraag naar de gelijkmatigheid der acten-examens hier ter sprake komt. Gelijk de hoofdvereischten bij die examens in de programma's met een onkel woord worden aangewezen , zoo is men het look wat de beginselen in 't algemeen betreft , ten aanzien van de gelijkmatigheid in de onderscheidene provincien vrij wel eons geweest. Komt men nader op bijzondere punten, bijv. op het meer of minder gebruik maken van deskundigen, zoo spreekt het wel van zelf, dat zulks volgens art. 41 , 2de lid , der wet vrij staat, zoowel voor de vakken van het gewoon als van het meer uitgebreid lager onderwijs , on dat die deskundigen door de commissie van examen worden gekozen ,
Door eon der inspecteurs werd gewezen op het bez'vaar, hetwelk er , wat de groote provincien betreft, in gelegen was , dat de termijn , die verloopen moat tussclien de aanmelding der adspiranten voor de acten-examens en den aanvang dier examens , op slechts veertien dagen bepaald werd. Hij oordeelde, dat voor het onderzoeken der ingezonden stukken , van eenige honderde candidaten , het opmaken der lijsten , het regelen der examendagee , de tijdige kennisgevingen enz. , die tijd z66 beperkt was , dat vooreerst tot het in orde brengen van een en ander eene bijzondere inspanning werd gevorderd , en dat ten andere eene geringe onvoorziene stoornis , als ongesteldhe;d of noodzakelijke afwezigheid van Bleats een paar dagen , eene tijdige regeling onmogelijk zou kunnen maken. Hij stelde derhalve voor , aan den Minister in overweging to geven dien termijn voortaan op drie weken to stollen. De vergadering heeft dit voorstel aangenomen , on de Minister , daarmede in kennis gesteld , gaf aan de in spectours to kennen dat er bij hem geen bedenking bestond om , met wijziging van hetgeen in 1858 op voorstel der
131 inspecteurs werd bepaald, den bedoelden termijn voortaan op drie woken te stellen en dat daarop reeds bij de oproeping tot het najaars-examen van 1870 zou worden gelet.
De vergadering vereenigde zich daarmede , en besloot aan den Minister voor to stellen , eene zoodanige commissie to benoemen.
7°. Toepassing van art. 22 , tweede lid , der wet.
» In hoeverre het raadzaam zij eene commissie to benoemen , zoo als door de inspecteurs wordt verlangd, zal nader door mij worden overwogen."
Een der inspecteurs onderwierp het volgende punt aan de aandacht zijner medeleden ; • Bij vacatures van hulponderwijzer zijn enkele burgeEaeesters en wethouders in het denkbeeld , dat zij uit de aangiften een; drietal kunnen opmaken en over dat drietal in overleg treden met den hoofdonderwijzer en den districtsschoolopziener. » Kan art. 22 , tweede lid , in dien zin worden opgevat ? Zoo neon , dan is eene officieele verklaring wenschelijk." De vergadering oordeelde , dat er geen twijfel kan bestaan omtrent de • onjuistheid van eene dergelijke opvatting der woorden van art. 22. Zeer bepaald toch wordt daarin gezegd , dat de voordragt in overleg met den hoofdonderwijzer en den districtsschoolopziener moet worden opgemaakt. Hier wordt dus niet gesproken van eene voordragt van drie personen , door burgemeester en wethouders opgemaakt , waarover daarna met hoofdonderwijzer en schoolopziener in overleg getreden worth- , maar het gemeenschappelljk overleg moet het opmaken van een drietal ten gevolge hebben. Door den inspecteur van Zuidh011and word medegedeeld , dat onlangs op voordragt van den Minister van Binnenlandsche 'Laken door den Koning een raadsbesluit van de gemeente Woerden was vernietigd , juist omdat burgemeester en wethouders geweigerd hadden in overleg met den schoolopziener to treden bij het opmaken van eene voordragt , en dien ambtenaar alleen gehoord hadden na den hoofdonderwijzer te hebben geraadpleegd. De vergadering besloot , den Minister in overweging to geven , de aandaeht van Gedeputeerde Staten op dit punt to vestigen. De Minister heeft aan dit verzoek voldaan. (1) 8°. Algemeene regels bij het bouwen van nieuwe schoollocalen.
De inspecteur van Gelderland bragt het bouwen van nieuwe schoollocalen ter sprake , hetgeen aanleiding gaf tot cone breedvoerige wisseling van gedachten over dit zoowel voor de gemeentebesturen als voor het schooltoezigt zoo gewigtige punt. Algemeen werd erkend , dat men te dozen opzigte ZE er dikwijls met groote bezwaren to worstelen had. Wel is waar zou bet onmogelijk en ook niet wenschelijk zijn bij den bouw van nieuwe schoollocalen naar eene algemeene gelijkvormigheid to streven , maar eene juiste kennis van de hoofdbeginselen , die omtrent eerie menigte onderdeelen in acht to nemen zijn , • ontbreekt maar al to dikwijls , zoowel bij de gemeentebesturen als bij de architecten , die niet altijd blijken voldoende op de hoogte to zijn van zeer reel dat niet regtstreeks tot hun vak behoort, maar toch bij het bouwen eerier school in acht to nemen valt. In de meeste provincien bestaan bepaalde voorschriften dienaangaande , maar vooreerst zijn die niet algemeen en ten andere mag het betwijfeld worden of wed ergens volledig op al de eischen gelet is , die met betrekking tot de hygiene, tot het onderwijs en tot de constructie gesteld kunnen worden terwijl ook eene globale kostenberekening voor schoolgebouwen van onderseheidene grootte een zeer gewenschte leiddraad voor vele gemeentebesturen zou wezen. De voorsteller van het hier behandelde punt zou het om vele.nader door hem ontwikkelde redenen hoogst wenschelijk achten , dat een of meer inspecteurs van het geneeskundig Staatstoezigt en van bet lager onderwijs met een of moor bouwkundigendoor de Regering in commissie worden vereenigd , ten einde eenige algemeene regels to ontwerpen , om tot leiddraad to strekken bij bet bouwen van nieuwe schoollocalen. (i) Het hierbedoelde Ecninklijk besluit volgt onder n°. XLVIII van bijlage I hierachter.
De Minister gaf hierop ten antwoord:
9°. Pensioenen van onderwifzers, te berikenen naar hunne jaarwedde alldean, en dus zonder de toelage voor het gemis van vrtje woning en tuin.
Een der inspecteurs deelde mede, dat hem de vraag onderworpen was , of de pensioenen van onderwijzers , die voor het gemis van vrije woning en tuin door eene jaarlijksche toelage schadeloos worden gestold , niet behooren to worden berekend naar het gezamenlijk bedrag van de jaarwedde on de toelage. In een der nieuwsbladen was medegedeeld, dat er voorbeelden bestonden dat er op dergelijke wijze was gehandeld. Aan geen der laden was het bekend, dat er ooit bij de bepaling van het pensioen zoodanige maatstaf was aangenomen. Wel was het bier on daar voorgekomen , dat de jaarwedde van den hoofdonderwijzer bepaald was geworden op eene zekere som, waaronder begrepen was de vergoeding voor bet gemis van het vrije gebruik van huis en tuin , zonder dat het bedrag dier vergoeding daarbij werd uitgedrukt, hetgeen later bij het regelen van het pensioen tot moeijelijkheden zou hebben kunnen aanleiding geven. Gedeputeerde Staten hadden evenwel telkens geweigerd hunne goedkeuring daaraan to verleenen. Wat betreft de bier gestelde vraag , daarop kon volgens het eenparig oordeel der inspecteurs geen ander dan een ontkennend antwoord gegeven worden, aangezien art. 27 bij de bepaling van het pensioen alleen spreekt van de jaarwedde en in art. 19 de jaarwedde on de vergoeding voor huishuur geheel van elkander worden afgescheiden. Overigens was (lit punt onder meer andere geregeld bij Zr. Ms. besluit van den 24 Maart 1858, n°. 14, art. 2, waar bepaald wordt, dat toelagen voor huishuur en dergelijke bijzondere doeleinden , zoo als ook gratification , die het karakter van vaste jaarlijksche inkomsten missen, bij do berekening van het pensioen buiten aanmerking blijven. 10°. Verhooging van den grondslag voor pensioensbydrage, net het bedrag van het niet tot zeker cyfer gewaarborgd veranderlijk inkomen, ongeoorloofd.
In eene provincie hadden zich gevallen voorgedaan , dat onderwijzers , aan wie bij le bepaling hunner jaarwedde het vruchtgebruik van landerijen was in rekening gebragt , verzochten , toen de opbrengst dier landerijen later aanmerkelijk was vermeerderd , in verband met eene eventueele verhooging van hun pensioen , daarvoor eene hoogere contribute te mogen betalen. De inspecteur , die doze mededeeling deed, had gemeend — en dit was ook het gevoelen der vergadering dat aan dit verzoek alleen kon worden voldaan , wanneer de gemeentebesturen het vermeerderde inkomen tot een bepaald bedrag hadden gewaarborgd , welk bedrag alsdan bij de berekening van het pensioen en de bepaling der contributie tot grondsiag moest worden aangenomen. In dien zin was ook door Gedeputeerde Staten beslist. 11°. Toepasselijkheid van art. 6 , tweede lid, der wet, op 117 ederlanders die, zonder toestemming des Konings, zich in Pauselijke krijgsdienst begeven.
De inspecteur van Gelderland decide mede dat zich bij hem tot het afleggen van examens had aangemeld een candidaat, die zich zonder toestemming des Konings in Pauselijke krijgsdienst had begeven , daarop twee jaren in Rome had doorgebragt en na zijne terugkomst vergunning had verkregen tot het dragon van het aan hem uitgereikte kruis Fidei et Virtuti. De inspecteur van oordeel zijnde, dat de bedoelde persoon , volgens art. 10 der wet , strekkende tot uitvoering van art. 7 der Grondwet , zijn staat als Nederlander had verloren , had zich tot den Minister .
132 can Binnenlandsche Zaken gewend , ten einde diens gevoelen to vernemen omtrent de vraag of hij hem derhalvo als vreemdeling moest beschouwen en alzoo het 2de lid van art. 6 der onderwijswet op hem toepassen. De Minister had daarop toestemmend geantwoord. 12°. Wenschelijkheid om , vooral ten platten lande , het onderwijs in de vrouwelyke handwerken, als onderdeel van het schoolonderwijs, te bevorderen. Een der inspecteurs vestigde de aandacht op de wenschelijkheid om, vooral ten platten lande, het onderwijs in de vrouwelijke handwerken als onderdeel van hetj schoolonderwijs zooveel mogelijk to bevorderen , ten einde het vroegtijdig verlaten van de school door de meisjes to keer to gaan. Uit de hieromtrent gedane mededeelingen bleek, dat het in sommige plaatsen reeds tot gunstige uitkomsten had geleid , dat de vrouw van den onderwijzer zich met dit gedeelte van het onderrigt belastte , waartoe zij volgens de bepalingen van art. 15, lit. a , de bevoegdheid had , zonder dat daarvoor het bezit eener acte gevorderd werd. Algemeen was men van gevoelen , dat het bevorderen van zoodanigen maatregel een heilzamen invloed tegen het schoolverzuim zou kunnen uitoefenen. 13 ° . Vordering, dat het verzoek, om voor de vacante betrekking van onderwijzer in aanmerking te komen, op gezegeld papier geschreven zij.
do zeldzame uitzonderingen zou behooren. De medewerking vanden schoolopziener , welke de wetgever bepaaldelijk gewild heeft , zou geheel vernietigd worden wanneer zonder zijne bemoeijing een' zeker getal sollicitanten van de lijst wierd geschrapt. Deed zich het geval voor , dat zich onder de laatsten personen bevonden , waaromtrent burgemeester en wethouders het met den schoolopziener volkomen eons bleken te zijn , dat zij ten eenen male ongeschikt waren, dan kon daarin soms eene aanleiding gevonden worden , hun na gemeenschappelijk overleg de moeite en kosten eener rein to besparen. Bovendien ligt het in den geest der wet , dat alien , wier ingezonden stukken in orde zijn bevonden , tot het examen behooren to worden toegelaten. Intusschen kan er volstrekt geen bezwaar bestaan om die candidaten van welke, nadat zij een gedeelte van het examen hebben afgelegd , overtuigend gebleken is , dat zij niet in aanmerking kunnen komen , niet verder aan dat examen to doen deel nemen. 15'. Onderzoek naar den toestand der bestaande schoollocalen , uit een hygidnisch oogpunt. De inspecteur van Zuidholland bragt ter sprake den brief van de inspecteurs voor het geneeskundig Staatstoezigt , die onlangs aan de inspecteurs van het lager onderwijs was rondgezonden en waarbij hunne medewerking gevraagd werd bij het onderzoek naar den toestand der . ..choolgebouwen. Hij gaf to kennen dat de inspecteur voor het geneeskundig Staatstoezigt in Zuidholland , dr. EGELING gemagtigd is geworden nader met de vergadering over deze zaak to beraadslagen. De beer EGELING ter vergadering verschenen , deelde de aanleiding mede tot den brief, die aan de inspecteurs van het lager onderwijs was gezonden. Overtuigd van het wenschelUke van zamenwerking in deze , ten einde tot de juiste kennis to geraken van den toestand der bestaande schoollocalen nit een bygidnisch oogpunt, iets wat zoo wel voor het geneesknndig als voor het schooltoezigt N' an belang mag genoemd worden , hadden de inspecteurs van het eerste in eon hunner vergaderingen eene commissie benoemd tot het opstellen van eenige vragen, welker beantwoording tot de kennis van dien toestand zou kunnen leiden. Doze vragen , waarvan een exemplaar door hem ter tafel werd gebragt , wenschte hij aan het oordeel der vergadering to onderwerpen , terwijl hij tovens namens het geneeskundig Staatstoezigt de tusschenkomst van de leden dozer vergadering verzocht om tot eene juiste beantwoording to geraken. Na eene uitvoetige bespreking van een en ander , waarbij de erkenning van het groote belang van onderlinge zamenwerking tuss.ehen deze beide takken van het Staatstoezigt op den voorgrond stond , benoemde de onder-voorzitter eene commissie, bestaande uit de inspecteurs van Utrecht en van Limburg , om met den beer EGELING de gestelde vragen na to gaan en eene circulaire to ontwerpen, die ter dozer zake door het schooltoezigt aan de onderwijzers zal worden gerigt. Do vragen , welker beantwoording het geneeskundig Staatstoezigt van belang oordeelde om tot eene juiste kennis van den toestand to geraken , werden door de commissie, in overleg met dr. EGELING met zorg nagegaan , voornamelijk met het doel om daarin zooveel mogelijk vereenvoudiging en bekorting to brengen , zoodat zij door de ,
Een der inspecteurs deelde mede , dat een gemeentebestuur in zijne provincie van elk der onderwijzers , die tot vervulling eener vacature aan eene openbare school door burgemeester en wethouders op do voordragt zijn geplaatst, alvorens tot de benoeming wordt overgegaan , een op zegel geschreven request verlangt , behelzende het verzoek om tot de vacante betrekking in aanmerking to komen. Hij vroeg of in andere provincien ook iets dergelijks plaats heeft. Het bleek , dat dit geval zich nergens elders heeft voorgedaan , en algemeen was men dan ook van gevoelen , dat wel is waar de gemeentebesturen aan de benoeming van een sollicitant voorwaarden kunnen verbinden , dock dat noch het nut noch de noodzakelijkheid van dozen maatregel duidelijk bleek. De' aanstelling van een deugdelijk onderwijzer is eene zaak van to groot belang voor eene gemeente , die dikwerf eene lange reeks van jaren de gevolgen eener goede of slechte keuze ondervindt , dan dat het wenschelijk is , die aanstelling door allerlei nuttelooze formaliteiten to bemoeijelijken. Bovendien geven de candidaten, door zich, ten gevolge eener gedane oproeping , aan to melden , van zelve reeds to kennen , dat zij voor de vacante plaats in aanmerking wenschen to komen ; terwijl het eene onbillijkheid mag genoemd worden , de nitgave van zegelgeld to vorderen N an twee candidaten , van welke men vooruit volkomen zeker is, dat ze niet zullen worden geplaatst. 14°. Bevoegdheid der gemeentebesturen cnn slechts een gedeelte der sollicitanten , die zich voor het vergelijkend exanzen aanmelden , op te roepen. Door een der leden werd de vraag in het midden gebragt , of in het algemeen alle sollicitanten , die zich tot een vergelijkend examen aanmelden , moeten worden opgeroepen , en meer bepaald, of burgemeester en wethouders naar willekeur sommigen kunnen oproepen en anderen buiten aanmerking laten. Nadat omtrent dit punt onderscheidene mededeelingen waren gedaan , kwam de vergadering tot het besluit , dat het zeer zeker tot groot nadeel en van het onderwijs en van de adspiranten zou strekken , wanneer eenige hunner door het gemeentebestuur van het examen geweerd wierden. Wel werd aangevoerd, dat dikwijls in kleine, ver afgelegene, gemeenten een groote toevloed van sollicitanten , ten opzigte van huisvesting als anderzins bezwaren kan opleveren ,
dat in zulke gevallen het ook hoogst wenschelijk kan wezen het aantal to beperken om het examen in •Sdnen dag te doen afloopen enz. ; maar men oordeelde , dat dit wel tot
,
,
onderwijzers gemakkelijk konden worden beantwoord. Het aldus opgemaakte schema word gelezen on na eenige wijzigingen door de vergadering goedgekeurd. Het luidt als volgt 1. PLAATSING.
1.
Is het schoolgebouw vochtig ?
2. Is er nabij de school good drinkbaar water voor de kinderen to verkrijgen ? 3. Ligt het schoolgebouw op een open terrein ? Zoo niet , op welken afstand is het omringd door huizen boomen , enz. 4.
Welke is de ligging van het gebouw naar de wind-
streken ?
133 II.
CONSTRUCTIE VAN HET GEBOUW.
1. Is het schoolvertrek of zijn de schoolvertrekken alle gelijkvloers , of is er eene bovenverdieping met schoollocalen ? 2. Hoedanig is de ingang der school ? (Onmiddellijk toegang van buiten af; toegang door een klein houten portaaltje (barbiertje) binnen of buiten de school ; met muren omgeven binnenportaal of gang). Zoo er een eigenlijk portaal of vestibule of een gang is , hoe groot zijn deze? 3. Is er eene behoorlijke plaats buiten het schoollocaal tot berging van petten , hoeden , jassen , mantels enz.? 4. Is het dak van dakgoten voorzien ? Is er een regenbak, en zoo niet , waar belandt het regenwater ?
2.
Zijn or rugleuningen en voetlatten ?
3. Zijn de banken en tafels van verschillende afrrietingen in verband met de verschillende grootte dor leerlingen ? VIII, PRIVATEN. 1. Hoeveel privaten zijn er ? Hoe is de uitlozing ? Zijn zij , voor zoo ver de scholen voor jongens en meisjes betreft , voor de jongens en meisjes afzonderlijk ? 2. Zijn zij buiten de school, en dan daarmede al of niet door een gang of door een afdak verbonden ? Of komen zij onmiddellijk in de school uit en worden zij in dat geval al dan niet door eene opzettelijk daarvoor bestemdo inrigting geventileerd ? Hoe is in het algemeen hun toestand ?
III. CONSTRUCTIE EN UITGESTREKTHEID DER SCHOOLLOCALEN (VOOR IEDER DER LOCALES IN 'T BIJZONDER OP TE GEVEN).
3. Zijn er (zoo uwe school voor jongens is bestemdl afzonderlijke waterplaatsen ? Zoo ja, hoe gelegen en ingerigt ?
1. Welk is het grootste getal kinderen , dat in elk locaal wordt opgenomen ?
De vergadering bepaalde verder, dat deze vragen in triplo aan de onderwijzers on onderwijzeressen , aan het hoofd van scholen , zullen • worden toegezonden , en dat van de antwoorden een exemplaar bestemd zal worden voor den inspecteur voor het geneeskundig Staatstoezigt in de provincie , een voor den inspecteur van het lager onderwijs en een voor den districts•schoolopziener. Hierop deelde de commissie een concept-circulaire made, ter begeleiding der aan de onderwijzers to rigten vragen. Nada t de vergadering zich ook met dat concept had vereenigd word do inspecteur van Zuidholland uitgenoodigd, Diet
2. Hoe groot is de hoogte , de oppervlakte en de kubieke inhoud van elk locaal? NB. Hierbij naauwkeurig to letten op de inhoudsberekening bij localen met schuine of koepelvormige zoldering. 3. Van Welke kleur zijn de muren en de zoldering ? Zijn de muren behangen , gewit of geheel of gedeeltelijk met tegels opgezet ? 4. Is de vloer van hout of van steen ? In goeden toestand ? Droog of vochtig ? Zoo, de vloer van steen is , zijn er houten gangpaden?
IV. VERLICHTING.
dr. EGELING omtrent de verdere uitvoering in overleg to treden.
ONDERWIJS IN DE GEVANGENISSEN. Even als in 1869 ward ook in 1870 onderwijs gegeven in :
L Wordt het locaal verlicht door vensters in de muren of van bi)ven door een lantaarn ?
8 strafgevangenissen , gevestigd to Doetinchem , Leiden , Woerden 2, Hoorn , Alkmaar , Montfoort on Leeuwarden ;
2. Hoeveel vensters zijn er ? Hoe zijn zij geplaatst ten opzigte van de windstreken ? Valt het licht zijdelings , en dan links of regts, of wel van voren of van achteren op de leerlingen?
13 burgerlijke en militaire huizen van verzekering, gevestigd to 's Hertogenbosch, Arnhem , 's Gravenhage, Amsterdam , Haarlem , Middelburg, Utrecht 2, Leeuwarden, Zwolle , Groningen , Assen en Maastricht;,
3.
Hoe hoog en breed zijn de vensters ?
4. Welke is hunne inrigting ? (beneden- of bovenschuiframen, tuimelramen , openslaande vensters , doorzigtig of niet doorzigtig glas, enz.) 5. Zijn gordijnen , jalousien (binnen- of buiten-) , zonneschermen of zonnekappen voorhanden? 6. Zoo er 's avonds school gehouden wordt , welk licht wordt er gebruikt ? Hoe is de plaatsing der lichten ten opzigte' van de leerlingen?
23 huizen van arrest , gevestigd to Eindhoven , Breda, Nijmegen , Zutphen , Tiel, Leiden , Rotterdam, Dordrecht, Gorinchem, Brielle, Amsterdam , Alkmaar, Hoorn, Goes, Zierikzee, AmerSfoort , Heerenveen, Sneak, Deventer, Almelo , Appingedam, Winschoten on Roermond. Het aantal der gevangenen , die in 1870 het onderwijs ontvingen of er, hetzij wegens ouderdom of ziekte, hetzij wegens voldoende kennis , geen gebruik van maakten, wordt in het volgend overzigt aangeduid. ANNE11111111111111111111111 n111n•
NIET TOEGELATEN
V. VERWARMING.
O
1. Welke is de wijze van verwarming ? (open haarden, kagchels met of zonder mantels, gaskagchels, enz.)
0
2. Plaatsing van stookplaatsen (aan een der einden, in een hook , tegen het midden van een der lange zijden des locaals, midden in het locaal).
TOTAAL. 0
3. Is er voor gezorgd , dat de digtst bij de stookplaats zittenden geen hinder hebben van de stralende warmte?
VI.
o
tja
E-4
VENTILATIE.
1. Heeft de ventilatie alleen plaats door het binnendringen der lucht door deuren en vensters, of bestaat er eene opzettelijke ventilatie-inrigting? 2. Zoo deze laatste bestaat , van welken aard is zij en hoe voldoet zij? VII. TAFELS EN BANKEN.
1. Is in de school het oude stelsel van tafels en banken of een der nieuwere, bijv. het Amerikaansche, ingevoerd en welk ?
In de strafgevangenissen. .
478
844 1085
2 407
In de huizen van verzekering.
1677 4152 1467
7 296
In de huizen van arrest . . . .
2606 2524 1605
6 735
4761 7520 4157
16 436
4975 8012 4524
17 511
Totaal In 1869 . .
. .
Vermindering . .
214 492
367
1 073 34-
134 Dat een getal van 367 gevangenen minder dan in 1869 aan het onderwijs deal nam is hieraan toe to schrijven , dat in 1870 een getal van 1073 gevangenen minder dan in 1869 werden opgenomen. Van 16 438 gevangenen , welke bij afwisseling in de gestichten aanwezig waren, namen 4157 (dus 25,3 pct.) deel aan het onderwijs; 4761 (dus 28,9 pct.) werden uit hoofde van vergevorderden leeftijd of ziekte en ook wegens to kort verblijf in de gestichten , 'en 7520 (of 45,8 pct.) als genoegzaam onderwezen niet tot de lessen toegelaten. Het onderwijs werd gegeven door 48 onderwijzers , daarin door 18 gevangenen bijgestaan. Van hen , die het onderwijs ontvingen , waren er bij het einde van het jaar 1939 (46,6 pct.) die goad , 1662 t40 pct.) die gebrekkig en 556 (13,4 pct.) die in het geheel niet konden lezen of schrijven. 27 gevangenen moesten wegens wangedrag tijdens het schoolonderwijs worden gestraft, tegenover 46 in 1869. Aan alle gevangenissen waren bibliotheken verbonden; het getal nommers en lezers verdeelde zich als volgt:
Nommers.
In de strafgevangenissen . huizen van verzekering. r arrest. . n n Totaal . . In 1869 . . Vermeerdering .
Lezers.
3 224 4 401 3 169
1680 3830 4137
10 794 10 385
9647 9965
409
— 318
De ouderdom der leerlingen was : 11111111111/11.....'
a.) 0
Co
4 cp 0 r;)
as
lb 7.,
O
In de strafgevange•• nissen . . In de huizen van verzekering . . • • In de huizen van arrest . . . • •
514
348
179
44
398
573
265
231
356 , 676
357
216
Totaal . . In 1869 . .
1268 1527
1597 1745
801 804
491 448
Vermeerdering . . — 259 — 152
3
43
BEWAARSCHOLEN. Voor zooveel bekend waren er in 1870 to Amsterdam 166 bewaarscholen , waaromtrent echter geeno nadere inlichtingen konden worden verstrekt. Derhalve kunnen thans , evenmin als vroeger , in het hier volgend overzigt der openbare en bijzondere bewaar- of kleinkinderscholen , van het daaraan verbonden personeel en van de leerlingen aan het einde van 1870, de to Amsterdam gevestigde inrigtingen worden vermeld.
.
.
L imbttrg •
Irenthe
roningen.
verijssel .
.
.
·
· ·
·
·
Vermeerdering
'In 1869
·· -
1
78
107
-15
5
1 28
259
287
92
6
77
"
14
"
"
3
19
28
"
"
"
"
J)
3
9
1
9 4
15
6
12
5 6
15
8
177
77
6531
G608
"
"
453
650
846
230
342
316
3350
'l'otaal.
-
874
6
753 735
18
24
1
579
10
128:34
46t
6303
387
880
26
6
23
---
35
6
31
120
22934
·23054
1495
107
540
1275
32 35
1144 604
51023 .50·.1)$5
588'
27501
468
3156
27969
1661
222
2743 1468
115
2296
439! 1189
2318
2516 1473 1043 2074
5051
1107
17
12350 6296 2703
47
589
2
J)
32
6
4
8
7293 . 4083 /
9860 6059
2348
6054
37
63
55
46 69
56
80
13298
J)
))
13
J)
2
"
Il
323
6690
J)
H
906
29
1 329
679 4~3
37
1·712
48
866
460
46
663
321 230
47
739
130
2
125
6641
3210
134
95
125
"
5
Getal del' scholen.
81
3801
107
203
Onderwijzers.
848
"
Ondel;wijzeressen.
423
3291
427
421
16
7 39
"
Helpsters.
"
Jongens.
"
Meisjes.
"
1
"
"
"
" 1
Onderwij zers.
"
Onderwij zeressen.
15
2
4
7
31
5
Gatal dar scholen. J)
▪ •
Totaal •
····
·· · · ·· ·
·
·
·
· ·
LEERLINGEN.
-
l'iesland •
'trecht
eeland
.·
·
·
·
Helpsters.
ONDERWIJZEND PERSON EEL.
-
.
· ·
uidholland •
roOl'dholland
·
elderIand
'ool'dbrabant
PROVINCIEN.
LEERLINGEN.
Meisjes.
ONDERWIJZEND PERSONEEL.
Jongens.
BIJZONDERE BEWAAR- OF KLEINE-KINDERSCHOLEN.
Totaa!.
OPENBARE BEWAAR- OF KLEINE-KINDERSCHOLEN.
•
▪
135
133 De gemeenten , waar in 1870 bewaar- of kleinkindercholen waren gevestigd , zijn de volgende. Door cursieve letters is aangewezen waar openbare scholen werden aan getroffen , nevens welke in de meeste gevallen ook bijzondere bestonden. Noordbrabant. 55 gemeenten : Alphen en Riel, Bergen op Zoom , Berlicum , Best , Boxmeer Boxtel , Breda , Budel, Cuyk , Dongen Drunen , Eindhoven , Engelen Etten en Leur,, Geertruidenberg, Geffen , Geldrop , Gemert , Gilze en RUen , Ginneken , Grave , Halsteren , Heesch , Helmond, 's Hertogenbosch , Heusden , Loon op Zand , Made, Megen , Nieuwkuik , Oirschot , Oosterhout , Oss , Oud- en Nieuw Gastel, Oudenbosch, Oudheusden, Princenhage, Ravenstein, Rosendaal , Rucphen , Schijndel , Someren Standdaarbuiten , Steenbergen , Stratum , 'I'erheyden , Tilburg , Veghel , Vlijmen , Vught , Wa alwijk , Woensel , Wouw , Zevenbergen Zundert. Gelderland. 44 gemeenten : Aalten , Apeldoorn , Arnhem, Barneueld , Bemmel , Bergh, Borculo, Brumrnen , Culemborg , Doesburg, Doetinch em (Stad) , Driel , Druten , Duiven , Ede , Eibergen , Elburg , Elst , Gent , Groenlo , Groesbeek , Harderwijk , Hattem , Hoevelaken , Huissen , Lichtenvoorde , Lochem , Millingen , Nijkerk , Nijmegen, Renkum , Rheden , Scherpenzeel , Tiel, Ubbergen , Vorden , Wageningen , Wamel , Warnsveld , Wisch , Wychen , Zalt' ommel , Zevenaar , Zutphen. -
Zuidholland. 55 gemeenten : ter Aar , Aarlanderveen , Abbenbroek , Alphen , Boskoop, Brielle , Charlois , haven , Delft , Dordrecht , Goedereede , Gorinchem , Gouda, 's Gravendeel , '8 Gravenhage , 's Gravesande, Hardinxveld, Heenvliet:, Hellevoetsluis, Hillegersberg, Hillegom, Katwayk , liralingen , Krimpen a/d Lek , Leerdam, Leiden , Loosduinen , Maassluis , Middelharnis , Monster , Noordwijk , Oegstgeest , Ooltgensplaat , Oudewater, Overschie , Papendrecht , Ridderkerk , Rotterdam, Rijswijk , Sassenheim , Schiedam , Schoonhoven , Sliedrecht , Oude Tonge , Vlaardingen Voorb tug , Voorschoten, Wassenaar, Woerden , IJsselmonde, Zegwaart , Zevenhuizen , Zuidland , Zwammerdam , Zwijndrecht. Noordholland. 24 gemeenten (behalve Amsterdam) : Alkmaar, Bennebroek , Brook in Waterland , Egmond aan Zee, Enkhuizen , Grootebroek , Haarlem , Heemstede, Helder,
Hil versum , Hoorn, .Kong aan de Zaan. Medemblik , Moniiikendam Nieuweramstel , Purmerend , Schagen , SAellinkhout , Sloten , Urk , Velzen , Weesp, Zaandam , Zandvoort. Zeeland. 23 gemeenten Aardenburg, Brouwershaven , Bruinisse , Eede , Goes , Groede , Hulst , Kattendijke , Kortgene , MiddelbUrg , Oostburg, Oosterland , Ouwerkerk , Sas van Gent , Schoondijke , Sluis , Tholen , Veere , Vlissingen , Westkapelle, Wissekerke, Zierikzee, Zonnemaire. Utrecht. 23 gemeenten : Amerongen , Amersfoort , Baarn , de Bill , Breukelen Nijenrode, Breukelen St. Pieters , Driebergen , Jutphaas , Loenen , Maarssen , Maarseve©n , Maarten sdijk , Mon tfoort , N i_:tevecht , Renswoude , Rijsenburg , Soest , Utrecht , Veenendaal , Vreeland , Wijk bij Duurstede , Zeist , Zuylen. Friesland 22 gemeenten : het Bildt, Bolsward , Dokkum Ferwerderadeel , Franeker , Gaasterland , Harlingen , Haskerland , Idaarderadeel , Kollumerland en Nieuw Rruioland Leeuwarden , Leeuwarderadeel , Lemsterland , Menaldumadeel , Opsterlan d , Schoterland , Smallingerland , Sneek , Tietjerksteradeel , Westdongeradeel, Wonseradeel , Workum.
,
Overijssel. 19 gemeenten : Almelo (stad), Blokzijl , Delden (stad) , Deventer, Diepenheim , Enschedd , Genemuiden , Goer, Hassell , _Hengelo , Kampen , Oldemarkt , 01denzaal, Ootmarsum , Raalte , Steenwijk, Vollenhove (stad) , Zwartsluis , Zwolle. Groningen. 5 gemeenten : Groningen , Hoogezand , Oude Pekela , Veendam , Winsum. Drenthe. 4 gemeenten : Assen , Hopgeveen , Meppel , Zuidlaren. Limburg. 17 gemeenten : Echt , Gennep, Gronsveld , Gulpen , Heer , Heerlen , Horst , Maastricht , Mook en Middelaar , Nederweert Roermond , Sittard, Vaals, Valkenburg , Venlo, Venray , Weert. De Minister van Binnenlandsche Zaken, GEERTSEMA.
IIIJLAGE A.
OVERZIGT VAN DE
acmbulultliaaniv.t, GEDURENDE HET JAAR 1870-1871 BII DE
ONDERSCHEIDENE FACULTEITEN DER 1100GESCHOLEN TE
LIMO , DTHECgT EN GRONINGEN GEIIOUDEN.
3 HOOGESCHOOL TE LEIDEN.
HOOGESCHOOL
NAAM
E4
NAAM TAN HET COLLEGIE.
Van
HOOGLEERAAR.
-e4
NAAM
NAAM
van den
ilAAM VAN HET COLLEGIE.
HOOGESCHOOL TE GRONINGEN.
TE UTRECHT.
den
van den
NLAM VAN IIET COLLEGIE.
HOOGLEERAAR.
HOOGLEERAAR.
0
r7-4 4 I II II NM I. I I I Mo.
II I MN
a.
• I • Ili II • ill I I I • I iNNINNImiwian. I I I I I 11. I I •
M I • I I I I I 1 I I I I I 1 M. 1 I 1 I IMINPI=M. I I I • I I MI I • IM
• m m • M Pis • II N mu • IN I IP MN. I I I I
J. H. Scholten ,
Christelijke dogmatiek ,
26
1 MI I I MI I I MIMI O.I I IIN I I NM 1 I I ow moi • =I mu a
a. Inleiding in bet N. T.
B. ter Haar,
a.
67 ( ')
Encyclopaedie der godgeleerdheid ,
b. Christelijke dogmatiek , b. Geschiedenis der godsdienst en wijsbegeerte,
if
b. Kerkgeschiedenis,
P. Hofstede de Groot ,
,)
14
3,
14
53(e)
26 c. c.
Geschiedenis der dogmata,
Geschiedenis der Christelijke kerk
53 ( 3)
13
d. Natuurlijke godgeleerdheid , c.
L. W. E. Rauwenhoff, 26
Algemeene kerkgeschiedenis ,
d. Christelijke zedeleer,
d. Encyclopaedie en methodologie der godsdienstwetenschap ,
26
51( 4)
e. Encyclopaedie der Christelijke god-
J. J. Doedes ,
geleerdheid ,
A. Kuenen ,
e. Christelijke zedekunde ,
26
))
Leven van Jezus Christus ,
f.
Exegese van het N. T. ,
g.
Christelijke zedekunde ,
8
h. Praktische godgeleerdheid ,
9
W. Mu'urting ,
f.
Natuurlijke godgeleerdheid ,
46
g.
Tekstkritiek van het N. T. ,
35
14
78(e
)
. Geschiedenis der boeken van het 0. T. ,
g. Exegese en kritiek van bet N. T. ,
J. J. Prins,
26
i.
Bijbelsche godgeleerdheid van het N. T. ,
J. J. van Oosterzee ,
k. Christelijke dogmatiek , h. Praktische godgeleerdheid,
8
k. Catechetische oefeningen ,
h. Exegese van het N. T.,
58 (6
)
47 ( 7
47( 8 )
. Catechetisehe en homiletische oefeningen , m. Exegese van het O. T.,
P. de Jong ,
E. J. Diest Lorgion ,
m. Geschiedenis der boeken van het N. T.,
9
n. Exegese van het 0. T. ,
15
o. Hermeneutiek van het 0. T. ,
15
)
26 1. Praktische godgeleerdheid,
73 ( 9)
p.
Kerkelijke godgeleerdheid
12
q. Vaderlandsehe kerkgeschiedenis ,
1 (2) Onder deze 6 vreemdelingen. (3) Onder deze 10 vreemdelingen.
(3) Onder deze 6 vreemdelingen. (9) Onder deze 3 vreemdelingen.
15
53
26
Geschiedenis van de Isralitische godsdienst en bijbelsche geschiedenis ,
16
e.
Z. Homiletisch-oratorischo oefeningen ,
( 1 ) Onder deze 8 vreemdelingen. ( 7) Onder deze 9 vreemdelingen.
6
( 4 ) Onder deze 5 vreemdelingen.
( 5 1 Onder deze 13 vreemdelingen.
(6) Onder doze 6 vreemdelingen.
4
IIOOGESCHOOL TE LEIDEN.
HOOGESCHOOL
cf3
cZ NAAM
NAAM
0
van den
NAAM VAN HET COLLEGIE.
0
0
Encyclopaedie van het regt,
J. de Wal,
A. E. J. Modderman ,
van den HOOGLEERAAR.
HOOGLEERAAR.
a.
66
a.
Encyclopaedie van het regt,
B. J. Lintelo de Geer,
c.
J. E. Goudsmit ,
NAAM
BOOGLEERAAR.
0
20
van den
NAAM VAN IIET COLLEGIE.
0
a.
Encyelopaodie van het regt ,
B. J. Gratama,
9
b.
Instituten,
W. Modderman,
9
c.
Pandecten ,
d.
Geschiedonis van het Romeinsehe regt ,
23
b. Instituten, b. Instituten,
co Pet
0 0
;-4
0
NAAM VAN IIET COLLEGIE.
HOOGESCHOOL TE GRONINGEN.
TE UTRECHT.
116
c. Pandecten,
26
d. Geschiedenis van het Romeinsche regt,
20
93
Pandecten,
85
d. Geschiedenis van het Romeinsche regt,
e.
Regtsphilosophie,
J. T. Buys,
78
f.
Nederlandsch burgerlijk regt,
R. van Boneval Faure,
71
e.
Natuurregt,
G. W. Wood°,
20
f.
Burgerlijk regt,
J. A. Fruin ,
28
g.
Handelsregt,
e. Natuurr6gt,
72
h. Burgerlijke regtsvordering,
8
B. J. Gratama,
Burgerlijk regt, ,
G. Diephuis,
J. de Wal,
A. E. J. Modderman ,
t.
Strafregt,
J. T. Buys,
25
k. Strafvordering,
25
1. Staats- en administratief regt ,
25
m. Europeesch volkenregt,
25
It. Burgerlijke regtsvordering,
p
14
i. Strafregt,
Strafvordering ,
n. Staatshuishoudkunde, S. Vissering,
B. J. Gratama,
19
93
113
m. Volkenregt ,
n. Staatshuishoudkunde,
G. W. Vreede,
13
70
k. Strafvordering ,
1. Staatsregt,
70
15
26
h. Nederlandsche regterlijke inrigting en burgerlijke regtspleging,
9. Handelsregt , i. Strafregt,
9
27
71
g. Handelsregt,
8
It
II. P. G. Quack,
19
26
82
o. Statistiek, o.
Statistiek,
82
p.
Diplomatische geschiedenis,
85
p.
Staatkundige geschiedenis,
26
24
1.
Staatsregt,
B. D. H. Tellegen,
m. Staatshuishoudkunde,
n. Volkenregt ,
7
7
P1
15
7
fi
HOOGESCHOOL
HOOGESCHOOL TE LEIDEN.
;-n (1) PCS n-+ 0 0
NAAM
van den
NAAM VAN HET COLLEGIE.
.
HOOGLEERNAR.
a.
Beschrijvende ontleedkunde en out- T. Zaaijer, wikkelingsgeschiedenis ,
b. Ontleedkundige oefeningen (methodus secandij,
NAAM
NAAM NAAM VAN IIET COLLEGIE.
CI) 0 cd
37
HOOGESCHOOL TE GRONINGEN.
TE UTRECHT.
van den
HOOGLEERAAR.
IIOOGLEERAAR.
a.
Ontleedkunde ,
b.
Pathologic,
W. Koster
12 12
31
a. Ontleedkunde,
,
J. A. Boogaard,
15
e. Physiologie en praktische oefeningen A. Heynsius ,
3'9
in physiologie en mikroskopische anatomie , J. C. G. Evers,
.f. Bijzondere pathologic , Kriniek ,
h.
Polikliniek ,
n
I 17 17 17
F. C. Donders,
d.
Materies medics ,
G. J. Loncq,
13
e.
Bijzondere ziektekunde,
18
d. Physiologische scheikunde,
10
Geneeskundige kliniek en polikliniek
18
e.
Physiologische working der geneesmiddelen,
10
f.
Histologie,
10
g.
Physiologische diagnostiek,
g. Geregtelijke geneeskunde
W. Koster,
38
k. Theorie der heelkunde ,
L. C. van Goadoever,
17
i. Praktische gynaekulogie ,
F. Halbertsma,
22,
G. C. B. Suringar,,
k. Algemeene geneesleer, 1. Natuurlijke geschiedenis der genees- middelen ,
n
m. Theoretische, klinische on operative M. Polano , chirurgie,
22
h. Inwendige kliniek,
1.. Verloskundige operatieleer,
22(1
i. Geregtelijke genoeskunde,
F. C. Donders,
p.
Theoretische verloskunde,
w D. Doijer , A. E. Simon Thomas,
S. S. Rosenstein,
19
P. Q. Brondgeest (lector),
10 10
17
1;. Werking der geneesmiddelen bij zieken, Propaedeutische diagnostiek ,
17 10
8 1. Heelkunde,
o.
Physische diagnostiek,
p.
Electro therapie,
17
q.
Oefeningen in experimenteele physiologic,
55
r.
Histologic en algemeene physiologie ,
19
s.
Physiologische scheikunde ,
19
t.
Ophthalmologic,
J. J.H. Jansen ,
10
14 Oogheelkunde,
18
Th. W. Engelmann,
14
,,
n. Theoretische verloskunde,
W. M. H. Slinger,
Praktische verloskunde,
10
9 9
p. Leer der vrouwenziekten,
9
15 16
u. Poliklinische oefeningen in de heel-
kunde ,
F. C. Donders, L. C. van Goudoever,
Geregtelijke geneeskunde,
20 ( 4 )
9
-
r.
Heelkundige kliniek,
s.
Heelkundige kunstbewerkingen op het lijk.
J. H. Jansen ,
10
19
Praktische verloskunde,
V. Oefeningen in het verbinden en ope-
r.
Verloskundige operatieleer,'
n
19
s.
Leer der vrouwenziekten ,
n
16
reren , w. Pcysiatrisch klinische oefeningen ,
J. P. T. van der Lith, (titulair hoogleeraar),
8
t. Verloskundige ponliniek ,
(I) Onder deze 2 vreemdelingen.
D. Huizinga, 10
76 ( 3 )
o.
Ophthalmologic ,
Algemeene en bijzondere physiologie,
k. Theoretische gynaekologie,
n.
o.
10
22(i)
m. Leer der zintuigen ,
Geregtelijke geneeskunde,
10
c. Physiologic,
17
i. Pharmakodynamiek ,
n.
ca
21
d. Algemeene ziektekunde,
g.
H. W. Middendorp ,
b. Ontleedkundigo oefeningen op het lijk, c.
C. -Ziektekundige ontleedkunde,
van den
NAAN VAN IIET COLLEGIE.
( 2 ) Onder deze 4 vreemdelingen.
(3) Onder deze 40 niet-stud3nten.
( 4 ) Onder doze 4 vreem.delingen.
1/
10
S
HOOGESCHOOL TE LEIDEN.
HOOGESCHOOL
NAAM
NAAM NAAM VAN HET COLLEGIE.
van den
Planimetrie ,
b.
Hoogere stelkunde en stelkundige analyse ,
12
C.
Differentiaalrekening,
13
D. Bierens de Haan, 125
14 P. van Geer ,
129
•
Algebra ,
•
Stereometrie en bolvormige driehoeksmeting ,
68
k. Beginselen der analytisclie en beschrijvende meetkunde ,
13
i. Hoogere meetkundige analysis,
14
k. Analytische mechanica,
14 F. Kaiser,
n.
p.
Proefondervindelijke natuurkunde,
q.
Afzonderlijk collegie over warmte,
57
r.
Wiskundige natuurkunde ,
14
8.
Meteorologie ,
48
t.
Anorganische scheikunde,
u.
Organische scheikunde,
65( 1 )
v.
Physiologit_, che scheikunde,
36
9 P. L. Rijke,
54
E. Selenka, 48
c.
12
c.
Differentiaal- en integraalrekening,
6
d.
Analytische meetkunde,
e.
Proefondervindelijke natuurkunde ,
f.
Wiskundige natuurkunde,
C. H. C. Grinwis ,
g.
Wiskunde ,
M. Hoek ,
h.
Praktische sterrekunde,
C. D. H. Buys Ballot,
Hoogere algebra ,
d. Analytische geometrie en differentiaalrekening,
2
e.
Integraalrekeriing en analytische mechanics
2
f.
Beginselen der sterrekunde,
4 40 4
6
R. A. Mees ,
g. Wiskundige sterrekunde,
2
47 is, Proefondervindelijke natuurkunde,
39( 3 )
10 Wiskundige natuurlsunde,
k. Anorganische scheikunde, 1. Organische scheikunde,
P. J. van Kerckhoff, 1)
E. Mulder ,
29 25
1. Organische scheikunde,
31
m. Pharmaceutische scheikunde,
7
n. Mineralogie,
Pharmaceutische scheikun de ,
7
o.
Beginselen der dierkunde,
p.
Elementen der scheikunde ,
6
p.
Vergelijkende ontleedkunde,
q.
Toxicologie ,
7
q. Beginselen der geologie en palaeontographie,
r.
ZoOlogie ,
S.
Vergelijkende ontleedkunde ,
Organische scheikunde,
o.
3
3
m. Praktische scheikunde , n.
31
R. S. Tjaden Modderman ,
40( 4 )
19( 5 )
))
14( 6 ) 7 ( 7)
M. Salverda,
30 15
27 61
Anthropologic:), W. F. R. Suringar,
51
kunde,
cc. Landhuishoudkunde,
27
W. A. Enschedd,
A. H. v. d. Boon Mesch, 65
x. Mineralogie en palaeontologie,
bb. Industrie-collegie,
b. Stereometrie en bolvormige driehoeksmeting,
k. Anorganische scheikunde,
Oefeningen in sterrekundige waarnemingen ,
aa. Bijzondere kruidkunde,
25
1. Wiskundige sterrekunde ,
o.
z. Beginselen der algemeene kruid-
Stereometrie en bolvormige driehoeksmeting,
b.
2
Theoretische en praktische sterrekunde veer candidaten ,
w. ZoOlogie en vergelijkende anatomie,
a. Beginselen der wiskunde,
Beginselen der wiskunde,
30
beginnenden , m. Wiskundige sterrekunde voor meer gevorderden,
HOOGLEERAAR.
25
a.
13
Differentiaalvergelijkingen ,
1. Wiskundige sterrekunde voor eerst-
C. H. C. Grinwis,
van den
NAAM VAN HET COLLEGIE.
HOOGLEERAAR.
a.
•
NAAM
van den
NAAM VAN HET COLLEGIE.
II000 LEERAAR.
(1. Integraalrekening,
HOOGESCHOOL TE GRONINGEN.
TE UTRECHT.
P. Harting ,
50 A.11. v. d. Boon Mesch, 276 240
t. Algemeene plantenkunde en phy:iio-
N. W. P. Rauwenhoff,
18
r.
14
s. Toegepaste kruidkunde ,
Beginselen der kruidkunde',
2
I)
H. C. van Hall,
37( 8 ) 37(8)
))
39( 2)
logie der planten,
(L) Onder deze 4 pharmaceuten. Onder deze 4 niet-studenten.
Onder deze 9 pharmaceuten. (8) Onder deze 11 niet-studenten.
(") Onder deze 8 niet-studenten.
( 4) Onder deze 16 niet-studenten.
( 6) Onder deze 8 niet-studenten.
(6) Onder deze 4 niet-studenten. 3
10
11
HOOGESCHOOL TE LEIDEN.
HOOGESCHOOL
NAAM
A 0
van den
NAAM VAN HET COLLEGIE.
HOOGLEERAAR.
.<4
NAAM
NAAM
van den
NAAM VAN HET COLLEGIE.
HOOGESCHOOL TE GRONINGEN.
TE UTRECHT.
van den
NAAM VAN HET COLLEGIE.
HOOGLEERAAR.
HOOGLEERAAR.
r4
a. Latijn , (Cicero , Sallustius) ,
G. Pluygers ,
b. Latijn (Lucretius) , c.
15
d. Romeinsche oudheden , Grieksche letterkunde,
f.
Hebreeuwsche taalkunde ,
g.
Hebreeuwsche oudheden,
C. G. Cobet , A. Rutgers ,
107 107
a. Latijnsche taal- en letterkunde,
H. Kern ,
1. Sanskrit voor meer gevorderden ,
43
b. Grieksche taal- en letterkunde,
43
Griekiche oudheden ,
d. Romeinsche oudheden, d. Paedagogiek voor meergevorderden
6
14 a
5
e. Grieksche oudheden,
W. Hecker, ))
10 3
26 5
e. Romeinsche oudheden,
J. A. C. Rovers ,
49
f. Hebreeuwsche spraakkunst ,
f. Hebreeuwsche taal- en letterkunde ,
P. de Jong,
64
g. Hebreeuwsche oudheidkunde,
14
h. Verklaring van Genesis ,
14
Semitische taaltakken ,
7
J. J. P. Valeton,
14
10
m. Vergelijkende taalstudie ,
7
n. Semitische dialecten,
M. J. de Goeje,
17
o.
Arabische letterkunde (Koran),
2
p.
Als boven , (Hamasa),
1
q. Nederlandsche taal- , stijl- en letterkunde,
M. de Vries ,
102
g. Hebreeuwsche oudheden ,
63
h. Arabische taal- en letterkunde,
39( 1 ) k. Nederlandsche taal- en letterkunde,
Middelnederlandsche taal- en letterkunde ,
25
S. Letterkunde der 17de eeuw ,
i. Nederlandsche taal en stiji ,
W. G. Brill,
96
H. E. Moltzer,
7
u. Nederlandsche woordafleiding,
k. Geschiedenis des Vaderlands ,
24
27( 3 )
1. Stijl en praktische oefeningen ,
6
m. Gothisch ,
2
18
Gothisch ,
6
v. Algemeene geschiedenis ,
R. P. A. Dozy ,
w. Geschiedenis en tegenwoordige toestand der Vereenigde Staten van Noord-Amerika , R. Fruin ,
fj. Logica ,
J. H. Stuffken
z. Metaphysica en geschiedenis der
86
1. Algemeene geschiedenis
J. A. C. Rovers ,
104
m. Logica ,
C. W. Opzoomer ,
84
n. Vaderlandsche geschiedenis ,
12
23
x. Geschiedenis des Vaderlands ,
93 112
n. Metaphysica ,
22
o. Algemeene geschiedenis ,
W. Hecker ,
24
p. Logica ,
B. H. C. K. van der Wyck ,
42
55( 2 ) -q. Metaphysica ,
wijsbegeerte,
r. Geschiedenis der oude wijsbegeerte,
( 1 ) Onder doze 1 vreemdeling.
C. 111, Francken,
c. Geschiedenis der Grieksche en Romeinsche letterkunde , c.
8 b
k. Sanskrit ,
b. Grieksche taal- en letterkunde ,
15 15
i. Uitlegkunde van het O. T. ,
t.
H. van Herwerden,
73 90
h. Cursorisch collegie over het O. T.,
r.
a. Latijnsche taal- on letterkunde,
18
Oefeningen in Latijnschen stijl,
e.
106
( 2) Onder daze 12 vreemdelingen,
(3) Onder daze 4 niet-studenten.
10
BIJLAGE B.
OVERZIGT VAN
DE UITICONST DER EXAMEN, in het jaar 1870-1871 BIJ DE
ONDERSCHEIDENE FACULTEITEN DER HOOGESCHOLEN TE
LEIDEN, UTRECHT EN GRONI\GEN AFGELEGD; vergeleken met het jaar 1869-1870.
3
2
FACULTE1T DER
CANDIDALTS—EXAMENS.
GODGELEERDHEID.
PROMOTIEN.
DOCTORAAL—EXAMENS.
HOOGESCHOOL TE Toegekende graad.
Getal. 2 de.
iste.
3de.
-
Getal.
Getal.
Afgewezen.
Toegekende graad.
Het proefschrift geschreven in het
Waarvan
Waar van
Privaat.
Toegelaten.I Afgewezen. virorrirmomairmuesummararieromMi.1111M110011...........
Nederlandsch.
Publiek.
Latin.
8do.
2 d*.
late.
......arrisimmwmarremrammersormaarrawasomomisiissaammirrawr
Leiden.
1 In 1869/70 .
I
5
In 1870/71 .
1
4
1
)1
))
I
3
3
3
2
3
1
))
n-
I
1
4
Utrecht.
2 In 1870/71 . 0
3 In 1869/70 . 0
7
4
8
I.
5
8
)
8
)
6
)
)
5
.
3
ft
5
5
f$
3
3
rr
2
)r
ft'
)r
Groningen.
In 1870/71 .
6 In 1869/70
Tot aal in 1870/71.
» » 1869/70 .
4
2
1
3
30
47
8
4
15
3
25
1
7
3
18
T,
1)
9
12
3
2.
2
9
8
7
12
6*
I
5
2'
1'
I
7
.
.
6
tl
4
2
ft '
4
FACULTEIT DER
CANDIDAA.TS—EXAMEWS.
DOCTORAAL—EXAMENS.
HOOGESCHOOL TE Toegekende graad.
Waarvan
Getal.
Afgewezen. Getal. late .
2de.
3de.
Het proefschrift geschreven in het
Waarvan
Toegekende graad. Afgewe
Getal. Toegelaten. Afgewezen.
Privaat
Na verdediging van stellingen. proefschrift Op
Publiek.
Neder-
Latijn.
lete.
3de.
2 de.
landsch.
Leiden.
In 1870/71 .
51
In .1869/70 .
48
I
12 I
20 I
17
7 I
24 I
12
5
52
3
10
54
48
48
.
6
48
40
4
54
44
8
I
34
14
14
6
`34
8
40
12
12
8
30
14
11
1
1
2
2
8
4
8
11
2
3
Utrecht.
In 1870/71 •
27
I
2 1
8 1
14
In 1869/70 .
26
I
3 I
8 1
10
7
I
2 I
3 I
1
1
12
1
5
1
3
16
31
32
10
33
27
23
9
22
10
12"
1
24
22
1
I
15
8
8
5
5
5
))
I
4
1
1
1
3
3
12
65
47
18
1
49
16
16
6
81
69
9
I
58
20
20
1
Groningen.
In 1870/71 .
In 1869/70 .
.
.
1
85 I
Total in 1870/71.
» 1869/70 .
7
j
81
-
76
11
78
7
2
64
72
3
.
3
I)
1)
))
8
38
19
12
38
28
2
3
6
FACULTEIT DER
CANDIDAATS—EXAMENS.
GENEESKUNDE.
DOCTORAAL—EXAMENS.
PROMOTIEN.
HOOGESCHOOL TE Toegekende graad. Getal.
Afgewezen. Getal. late .
2de.
3de.
Het proefschrift geschreven in het
Waarvan
Waarvan
AANMERKLNOEN. Toegekende graad. Af-
Getal.
Op Na NederPrivaat. Publiek. stellin- verdediging Latijn. van landsch. gen. proefschrift.
Toegelaten Afgewezen.
gewezen. late.
2de.
5
ade.
41101011111111.01111MINIIMIOMMVIISIMIIMMINXIMINIMMINI
Leiden.
In 1870/71
I
11
3
4
3
8
1
Geneesk. 9
8
9
9
n
4
Verlosk. 1
1
»
)1
n
n
»
))
”
))
14
14
n
3
7
))
”
2
N
1
Heelk. 1 Geneesk. 14
In 1869/70
10
3
4
1
9
2
9 (i)
1
Verlosk. 2
2
))
//
Heelk. 1
1
//
//
10
10
•
1
(I) 6 in de geneeskunde , 2 verloskunde, 1 heelkunde.
Utrecht. Geneesk. 10
In 1870/71
13
In 1869/70. •
I
15
2
5
9
8
1
6
1
11
2
5
1 1 ( 2)
1 Verlosk. 2
2
Heelk. 1
1
1
I)
Geneesk. 7
7
7
n
Verlosk. 2
),
n
n
n
//
/I
Heelk.
1
4
2
11 1
2
(2) In de geneeskunde.
))
Groningen. In 1870/71
5
In 1869/70
3
1
2
Geneesk.
1
1
n
),
Geneesk.
2
' 2
n
1
Verlosk.
n
n
a
n
20
n
I
29
» 1869/70 . . I3 4
6
6
10
14
12
7
9
( 4 ) 6 in de geneeskunde , 1
7
Geneesk. 20 20
Totaal in 1870/71 .
(3) In de geneeskunde.
2
I
15
27
14
27
in de verloskunde.
11
2
1 Verlosk. 3
n
n
n
n
))
3
Heelk. 2
n
to
n
n
1
1
Geneesk. 23 23
23
n
12
))
))
3
Verlosk. 5 Heelk. 1
fl
1
))
9
8
FACULTEIT DER WIS- EN
CANDIDAATS—EXAMENS VOORBEREIDENDE TOT
1100GESCIWOL TE
DOCTORAAL—EXA.MENS.
De studie der geneeskunde.
Het doctoraal.
Toegekende graad.
Toegekende graad.
Getak late .
2 de.
3de .
Afgewezen
Afgewezen.
Na verdediging van proefschrift, geschreven in het
Waarvan
Toegekende graad.
Getal.
Getal.
3de.
2de.
PROMOTIEN.
Waarvan
Get al. P te .
NATUURKUNDIGE WETENSCHAPPEN.
Toegelaten. Afgewezen.
Privaat.
Publiek.
Nederlandsch.
Latijn.
1st°.
3ae.
2".
.4.11111•11••••••1111•1•••••••n•••••••••••••••••••••••••••••••••••• n
Leiden. In 1870/71 . • • • •
In 1869/70 .
•
•
•
13
1 I
8
4
23
14
8
1
13
4
7
2
3
2
2
•
•
-•
15
1 1
8
6
•
.
.•
16
1 1
2
12
10
1 I
2
7
3
5
4
3
)7
5
5
5
11
11
7
1
2
2
1
4
4
4
3
3
3
5
5
6
7
1
6
1
f)
Utrecht. In 1870/71 .
•
In 1869/70 .
2
1
7)
I)
1
1
1
4
Groningen. In 1870/71 .
In 1869/70 .
•
•
•
•
•
8
1
•
•
•
6
1 I
4
1
37
3 i
12
21
31
3
14
14
Totaal in 1870/71 .
n 1869/70
.
1
1
3
1
2
)7
34
17
11
6
8
19
7
9
3
13
2
13
I)
2
I)
2
10
5
5
9
13
5
8
13
l
1
1
2
1
1
6
3
11
2
3
)1
1
10
11
FACULTEIT DER BESPIEGELENDE
CANDIDAA.TS—EXAMENS VOORBEREIDENDE TOT
HOOGESCHOOL TE
De studio der godgeleerdheid. De studio der regtsgeleetdheid.
Toegekende graad.
DOCTORAKL-EXAMiNS.
Toegekende graad.
ToeAfgelaten. gewezen.
N
•
•
late.
2de.
3de.
iste .
.<4
3de,
2de.
iste .
2de
3de.
Waarvan
Na verdediging van proefschrift, geschreven in het
Privaat. Publiek.
NederLatijn. landsch.
Toegekende graad.
Getal.
Getal.
4
Examen , vastgesteld bij lioninklTK besluit van 4 Augustus 1853 (Staatsblad n°. 31).
PROMO TIEN.
- Waarvan
Het doctoraal.
Toegekende graad.
0 N
WIJSBEGEERTE EN LETTEREN.
late .
2de.
3de.
Getal.
Waarvan toegelaten.
<4
Leiden. In 187 0/71
11
1
7
3
11
65
15
19 I 31
In 1869/70
12
4
3
5
1)
52
6
15 I 31
2
.
1)
3
9
)
1I
)
7
1
))
2
2
2
1
3
3
2
1
1
1
1
1
))
))
87
52
1
1
1
))
133
67
))
46
36
))
44
34
)
13
•3
))
11
7
146
91
188
108
Utrecht. In 1870/71 . • • • • •
29
12
10 1
5
34
In 1869/70
27
11
14 1
2
29
5
2 1
3
9
•
•
3
22
7
4
1
1
10
11
4
3
1
1
5
2
5
1
2
1
1)
54
12
9
3
3
46
12
15
$)
Groningen. 12
In 1870/71
1
In 1869/70 .
Totaal in 1870/71 .
» 1869/70 .
2
3
1)
10
52'
5
24
15 1
8
108
20
22
45
5
17
21 1
2 1 91
7
26
1
1
11
1
))
I)
3
3
3
1
3
3
))
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
)
3IJLAGE C.
OVERZIGT van de onderwerpen, behandeld in de dissertatien aan de drie hoogescholen , gedurencle den cursus 1870-1871 , met vermelding van de namen der schrijvers.
TITELS DER DISSERTATIEN.
'AMEN DER SCHRIJVERS.
a. Faculteit der godgeleerdheid. Leiden. J. VAN DEN BERG jr.
De leer over de Kerk , volgens het Nieuwe Testament.
H. VAN VEEN jr.
Exegetisch-kritisch onderzoek naar I Cor. XV: 1-11.
BRUINING.
Bijdrage tot de kennis van den Vedânta.
Utrecht. J. J. P. VALETONjr.
Jesaja volgens zijne algemeen als echt erkende schriften.
P. D. CHANTEPIE DE LA SAUSSAIJE.
Methodologische bijdrage tot het onderzoek naar den oorsprong van de godsdienst.
F. J. VAN DEN HAM.
De psalmen met historische opschriften.
A. F. CHRISTOFFELS.
Paus Adriaan VI.
E. BARGER.
De Christologie van den brief aan de Hebreen , tegenover die der brieven van Paulus. b. Faculteit der regtsgeleerdheid.
Leiden. p. V. RIESSEN.
Over crediet-hypotheek.
G. W.. DE VOS VAN STEENWIJK.
Bijdrage tot het dienstbodenregi.
C. P. DE BRUYN.
Bijdrage tot de leer der uitlovingen.
P. GRATAMA.
Bijdrage tot de leer der zelfbevrijding.
E. W. BERG.
Over papieronderzoek in strafzaken.
HEEMSKERK.
De wijzen van levering , eigen aan den koophandel.
J. ROMBACH.
De pandverkoop , krachtens het beding der artt. 1201 , 1202 en 1223 aline 2 B. W.
J. VAN ASSEN.
De crediet-opening.
H. C. M. V. WESTERLOO.
De strafbepalingen in de Nederlandsche begrafeniswet.
C. RUEB.
De baraterie. Proeve over de schelmerij van schipper en sCheepsvolk.
M. T. GOUDSMIT.
Het begrip en wezen der kansovereenkomsten.
P. LUGT.
De vrachtverzekering in het hedendaagsche zeeregt.
A. J. DE GEUS.
Jagtregt en jagtwet.
J. SCHOUTEN.
Een pear regtsvragen betreffende het accoord.
2 N AMEN DER SCHRIJVERS.
TITELS DER DISSERTATIEN.
.
Utrecht. D. N. v. HOYTEMA.
Bijdrage tot beoordeeling van art. 1638 B. W. B. Groningen.
E. FEITII.
Over de omwenteling van 1795 in de provincie Groningen. c. Faculteit der geneeskunde. Leiden.
J. VAN WEST.
Twee Indiaansche bekkens uit de kolonie Suriname.
TH. BROES VAN DORT.
Over verlammingen in bet algemeen.
C. HARTOG.
Het oog in verband met zijne breking.
A. V. IPEREN.
Een geval van aneurysma aortae adscendentis.
H. A. .E. SMEENK.
Verslag van de verloskundige kliniek en polikliniek 1868-1870.
J. A. GALLANDAT HUET.
De ambulance Nderlandaise in den oorlog van 1870.
J. F. F. CAMPBELL.
Over de oxydatie-producten dor galkleurstoffen en hunne absorptiestrepen.
J. H. P. VAN BREE.
Verslag van de hartziekte , behandeld in de kliniek en polikliniek onder leiding van den hoogleeraar dr. J. G. C. EVERS gedurende den akademie-cursus 1870-1871. ,
A. DE JONG.
Verplaatsing van het hart. Utrecht.
A. E. POST.
Mededeelingen over de pokken-epidemie 1870 —1871.
T. BREESNEE.
131jdrage tot de kennis der hydromeningocele.
H. KLINKERT.
Aanteekeningen over long- en borstvliesontsteking.
E. DESSE.
Over een aangeboren hartgebrek met cyanose.
M. DENEKAMP.
Jets over het phenylzuur.
C. H. M. FocK.
De koorts in het begin van het kraambed.
J. LION.
Jets over zoogenaamde slaapziekte.
W. H. VAN DER HEYDEN.
Over het ontstaan van aangeboren misvormingen door amniosstrengen.
J. M. V. LOON.
Over ruptura uteri.
C. M. VOERMAN.
Over de behandeling der syphilis door onderhuidsche kwikinspuiting. Groningen.
H. W. VAN VEEN.
Over stenose van het ostium. d. Faculteit der wis- en natuurkundige wetenschappen. Leiden.
H. DE VRIES.
De invloed der temperatuur op de levensverschijnselen der planten.
T. VAN WAGENINGEN.
Schets der mechanische warmtetheorie.
A. P.N. FRANCHIMONT.
Bijdrage tot do kennis van het ontstaan en de chemische constitutie der zoogenaamde Terpeenharsen.
F. F. A. Elm.
Jets over de fluorescentie van het licht.
J. MIJERS.
Eenige vormingswijzen van zwavelwaterstof. Utrecht.
H. J. RINK.
A. J. SANDBERG.
Over de snelheid van het geluid bij voortplanting in de lucht,
De orbita undinae.
NAMEN DER SCHRIJVERS.
TITELS DER DISSERTATIEN.
Groningen. H. J. VAN ANkUll; G. NOORDING.
Inlandsche sociale wespen. Bepaling van de gedaante der aarde nit slingerproeven.
H, R. VAN DER LET,
De digtheid van dampen.
ee
Faculteit der bespiegelende wjsbegeerte en letteren.
Leiden. J. C. VOLGRAFF.
Studia palaeographica.
BIJLAGE
D.
OVERZIGT der collegien , voor den cursus 1870-1871 aan het Athenaeum to Amsterdam aangekondigd.
NAAM VAN HET COLLEGIE.
NAAM VAN DEN HOOGLEERAA.R.
Mineralogie.
Godge leerdheid. (1) Gesehiedenis der Christelijke kerk.
W. MOLL.
G. VAN TIENHOVEN.
Geschiedenis van het Romeinsche regt.
Pharmakognosie en geschiedenis der medicinale planten.
Osteologie. T. M. C. ASSER.
Handelsregt.
A. E. J. MODDERMAN. C. M.
J. WILLEUMIER.
Staatshuishoudkunde. Statistiek. Encyclopaedie van het regt. Regtsphilosophie.
)3
.N atuur- en geneeskunde. C. J. MATTHES.
Regtlijnige trigonometrie en analytische meetkunde. Stereometrie en sphaerische trigonometrie. Anorganisch* en organische scheikunde. J.
)1
Leer der bloedvaten. Anatomische en zatomische oefeningen.
))
Physiologie en histologic , en praktische oefeningen in deze vakken.
W. KUHNE.
Algemeene pathologie.
J. VAN GEUNS.
Medicina forensis.
))
Diagnostiek on klinische oefeningen.
))
Praktische oefeningen in het patho-logisch laboratorium.
Y .!
Pathologische anatomic. ity
W. BERLIN.
Leer der gewervelde en der ongewervelde dieren. Vergelijkende anatomie.
Praktische oefeningen.
Proefondervindelijke natuurkunde.
J. A. OUDEMANS.
Mikroskopische en andere oefeningen , botanische excursion.
Staatsregt.
8trafregt.
C. A.
Systeem en morphologic der phanerogamen.
Regtsgeleerdheid.
Nederlandsch burgerlijk regt.
J. W. GUNNING.
Leer der kryptogamon.
Homiletische oefeningen.
NAAM VAN DEN HOOG-. LEERAAR.
Praktische oefeningen. Anatomic en physiologic der planten.
Dogmatische godgeleerdheid.
Instituten.
NAAM VAN HET COLLEGIE.
HERTZ.
Praktische oefeningen in pathologische anatomie. Pathologische histologic.
W. GUNNING.
Over hersen- en ruggemergziekten.,
Geregtelijke scheikunde.
Therapeutische pharmakologie.
Beginselen der analytische scheikunde.
Bijzondere pathologic.
Artsenijbereidkunde.
Neuropathologie en theoretisehe psychiatric.
(i) De hoogleeraren aan het Luthersch— , aan het Doopsgezind— en aan het Remanstrantsch seminarium A. D. LOMAN , J. G. D. MARTENS , S. HOEKSTRA Bz. J. G. DE HOOP SCHEFFER en J. TIDEMAN gaven , gelijk vroeger , collegien over de verschillende vakken der godgeleerdheid , die door vele Ieerlingen van het athenaeum werden gevolgd.
Medische kliniek.
Geregtelijke psychologie. Klinische oefeningen.
P. II. SURINGA.R.
)1
G. E. VOORHELM SCHNEEVOOGT.
2
NAAM VAN HET COLLEGIE.
NAAM VAN DEN TIO0GLEERAAR.
Leer der huidziekten en van de J. L. syphilis.
NAAM VAN HET COLLEGIE.
polikliniek
CHANFLEURY VAN IJSSELSTEYN.
electrotherapie.
C. B. TILANUS.
P. F. J. TER MATEN (privaat-docent).
Polikliniek voor oorziekten.
A. A. G. GUIJE (privaatdocent).
Physiologie der centraalorganen.
H. SANDERS
R. TILANUS.
Orthopaedie.
Chirurgische klinische oefeningen. C. L. WURFBAIN (privaat-docentl.
Orthopaedische polikliniek. Operatieleer.
Wijsbegeerte en letterer.
L. LEHMANN.
Kinderziekten en gynaekologie.
Latijnsche taal en letterkunde.
Verloskundige kliniek.
Romeinsche oudheden.
Handgrepen op het fantoom. Oogheelkundo.
Beginselen der Hebreeuwsche taal. W. M. GUNNING (lector).
Oogheelkundige polikliniek en operation. Handgrepen op het fantoom.
P. J. BARNOUW (lector).
1)
Metaphysica. Inleiding tot de boeken van het O. T.
A. H. IsnAELs (lector ).
Nieuwere geschiedenis. Vaderlandsche geschiedenis.
Hygiene.
Oude geschiedenis.
Encyclopaedie en hodegetiek der geneeskunde.
Praktische pharmaceutische oefeningen. Recepteerkunst.
J. P. N. LAND.
Syrische en Arabische taal.
Polikliniek der pasgeborenen.
Theoretische pharmacie.
S. A. NABER.
Oudheden der Israliten. Logica.
Ziekten der pasgeborenen. Geschiedenis der geneeskunde.
Ez. (privaat-docent).
Diagnostische geneesk'undige pollkliniek. J. J. Bos (privaatdocent).
Verbandleer en in strumentenleer.
Theoretische verloskunde.
(privaat-
Polikliniek voor keelziekten.
Algemeene heelkundige kliniek. Propaedeutische heelkundige kliniek J. W. (diagnostiek).
N MEURSINGE
docent) .
Kliniek en polikliniek. Theoretische heelkunde.
NAAM VAN DEN IIOOGLEERAAR.
F. J. SWARTWOUT (lector).
)1
Hollandsche letterkunde en welsprekendheid.
))
T. T. H. JORISSEN.
BIJLAGE
U I T T R E K S E L van de Verslagen der Commissien , in 1870 belast met het afnemen van de eind-examens der hoogere burgerscholen.
Noordbrabant.
Aan het examen hebben twee candidaten, leerlingen der gemeentelijke hoogere burgerschool to Breda , deel genomen. De uitslag was over 't algemeen zeer gunstig zoodat aan beiden het getuigschrift kon worden. uitgereikt. In de rckenkunde stelkunde , goniometrie en trigonometrie was de uitslag voor den eenen candidaat gunstiger dan voor den anderen , hoewel daze laatste bij het mondeling onderzoek wederom beter voldeed. Gelijke verklaring geldt voor de beschryvende meetkunde , met uitzondering evenwel van het mondeling examen , dat door beiden even flunk en helder werd afgelegd. In de mechanica muntte de eene candidaat weder uit , ofschoon de uitkomsten voor den tweeden gunstig waren. De vragen over kennis van werktuigen en technologie leverden bij den eenen zeer gunstige uitkomsten , veel minder daarentegen bij den tweeden. Het onderzoek in de natuurkunde gaf voor beide candidaten aanleiding tot tevredenheid; de vragen over scheikunde , vooral de schriftelijke , werden allezins juist beantwoord. Minder bevredigende uitkomsten leverde voor beiden het onderzoek in de natuurlijke historie. Met de kosmographie daarentegen waren beide candidaten ruimschoots bekend. Hunne bekendheid met de geschiedenis der Nederlandsche staatsinstellingen werd tamelijk bevonden ; het onderzoek in de beginselen der staatshuishoudkunde kon wederom zeer voldoende genoemd worden. In de aardrijkskunde was de eene candidaat weder zeer , de ander° minder ervaren ; in de geschiedenis hadden beiden ruim voldoende kundigheden verworven. De kennis der .11) ederlandsche taal en letterkunde, gaf voor beiden stof tot tevredenheid ; in het Fransch toonden zij eene voldoende kennis to bezitten. Het examen in het Engelsch daarentegen , maakte over het aeheel een minder gunstigen indruk ;" het onderzoek naar het lloogduitsch was wederom zeer bevredigend. Evenwel was in alle opzigten de een beter dan de ander. Het boekhouden liet voor beide candidaten , over het algemeen , veel te wenschen over. Met de wa; enkennis waren zij ruim voldoende bekend. In het hanateekenen kweet de eene candidaat zich beter van zijne taak dan de andere , doch -de uitkomsten waren niettemin van beiden voldoende to achten. Gelijken uitslag leverde het regaijnig teekenen. Gelderland en Utrecht.
Twaalf candidaten , waarvan twee leerlingen der Rijkshoogere burgerschool to Utrecht en tien van de geraeentelijke hoogere burgerscholen to Arnhem (4) , Nijmegen (2) on Zutphen (4) , hebben aan het examen deel genomen. Zeven der candidaten verkregen voldoende cijfers , zoodat hun het getuigschrift zender beraadslaging word uitgereikt.
Aan vier werd dit eerst na beraadslaging toegekend; een werd afgewezen. Over het algemeen was het onderzoek in de wis- , werktuig- en natuurkunde , zoowel schriftelijk als mondeling , zeer bevredigend. Omtrent het examen in de scheikunde vial niets bijzonders op to merken. Op eene enkele uitzondering na liet het onderzoek in de natuurlyke geschiedenis , vooral in de delfstofkunde, veal to wenschen over. Bij dat in de kosmographie daarentegen verkregen alle candidaten ruim voldoende of goede cijfers; velen hadden echter verzuimd zich door eigene waarneming een zuiver denkbeeld omtrent de verschijnselen des hemels to vormen. Zoo ook mag de indruk door het examen in de etaatshuishoudkunde on statistiek to weeg gebragt , gunstig genoemd worden ; dat in staatsinrigting ell handelswetenschappen gaf geen aanleiding tot opmerkingen. Over de vorderingen der candidaten in de aardripskunde
vial niet to roemen ; vooral aan topographische kennis ontbrak veel. Ook was de uitslag van het examen in de geschiedenis verre van gunstig to noemen. Gelijke verklaring geldt voor de Nederlandsche , Fransche, Engelsche en Hogduitsche talen en hare letterkunde ; de vruchten van het onderwijs waren — vooral wat de letterkunde betreft veelal zeer onvoldoencle. De proeven in het regtlijnig teekenen waren van al de candidaten zeer bevredigend ; in het handteekenen, lieten zij veel te wenschen over. Zuldholland.
Aan het examen namen dertig candidaten deel , alien leerlingen van gemeentelijke hoogere burgerscholen ; negen van Delft , twee van Dordrecht , negen van 's Gravenhage , zes van Leiden en vier van Rotterdam. Het getuigschrift werd aan vijf en twintig hunner uitgereikt. Over het algemeen was de indruk van het examen niet ongunstig. Het onderzoek in de wiskunde leverde stof tot
tevredenheid , hoewel enkele candidaten niet in alle hoofddeelen bedreven bleken to zijn. De beginselen der wiskunde waren beter beoefend dan , vorige jaren het geval was. Het examen in de natuurkunde was bevredigend; evenzeer dat in de beginselen van delfstof- , aard- , plant- en dierkunde. Weinigen echter waren in staat eenige zeer gewone mineralen to herkennen. Met de kristalstelsels waren alien goad bekend , maar velen wisten hunne kennis niet toe to passel]. De bekendheid met de nude geschiedenis was bij verreweg de meesten zeer gebrekkig ; die der middeleeuwsche zoo raogelijk nog geringer, en bij het bespreken van de achttiende eeuw , waren zelfs weinigen met het tijdperk v66r de Fransche revolutie bekend. Bijna alien wisten de plaats gehad hebbende feiten to noemen waardoor het laatste gedeelte ' der vorige en daze eeuw zich gekenmerkt hebben niet velen daarentegen konden rekenschap geven van de oorzaken waaruit de tegenwoordige toestanden zijn gebo-
tren. De geschiedenis van ons vaderland , ook die van ooze overzeesche Lezatingen , was door de meesten vrij good beoefend. De aardrijkskunde werd over het algemeen vrij voldoende bevonden , met uitzondering van het physische gedeelte. Bij to velen scheen nog het denkbeeld to heerschen , dat de aardrijkskunde zich alleen bepaalt tot topographische kennis. Leer gunstig was over het algemeen het examen in de gemeente - , provinciale - en staatsinrigting, alsmede in do staatshuishoudkunde en {le stattstiek. Velen hadden flinke denkbeelden omtrent den geest onzer staatsinstellingen en de meesten toonden eon gezond oordeel over de staatshuishoudkundige verschijnselen to bezitten. Minder bevredigen de uitkomsten leverde het onderzoek in de Nederlandsche taal en letterkunde. Vooral aan goeden stijl en bekendheid met de geschiedenis der letterkunde, ontbrak veel. Zoo ook bleek studio van het Fransch, wat grammatica, still en uitspraak betreft, nog geenszins to zijn wat zij wezen moest. Tien der candidaten voldeden niet, en zes slechts even , aan de eischen der Hoogduitsche taal en letterkunde. Gebrek aan grondige grammatical° kennis leidde tot grove taalfouten; ook stiji en uitspraak lieten veel to wenschen. Slechts weinigen hadden den inhoud der gelezen werken voldoende begrepen en wisten dien geleidelijk nit een to zetten. Hetzelfde geldt grootendeels ten aanzien van het Engelsch, hoewel sommige opstellen reden tot groote tevredenheid gaven.
Noordholland. Negen en twintig candidaten namen aan het examen deel , zijnde vijitien leerlingen van de gemeentelijke hoogere burgersehool to Amsterdam , dertien van die to Haarlem en een , die gedurende de laatste achttien maandon aan geene school meer onderwijs genoot. Aan twee en twintig word het getuigschrift uitgereikt, to weten : elf van Amsterdam en elf van Haarlem. Over het algemeen was de uitslag van het examen niet ongun stig. Het mondeling onderzoek naar rle wiskunde beantwoordde niet bij alien aan de goede verwachtingen , waartoe het schriftelijk work had aanleiding gegeven. Wel gaf het examen in stereometrie on beschrijvende meetkunde over het algemeen stof tot tevredenheid , maar een deel der ge6xamineerden scheen zich niet genoegzaam onledig to hebben gehouden met de repetitie der stelkunde en der vlakte-meetkunde , en bekend to zijn met de afleiding van formules. Bij de werktuigkunde leidde zoowel het schriftelijk als het mondeling onderzoek over het algemeen tot een gunstig oordeel. De uitkomsten van het examen in de natuurkunde waren niet zeer bevredigend ; de studio der theorie van het geluid bleek vrij algemeen verwaarloosd te zijn. De meesten wisten geen rekenschap to geven , waarom de eene method° van onderzoek de voorkeur verdiende boven de andere; hierop maakten een paar candidaten eene loffelijke uitzondering. In de scheikunde was het examen van het meerendeel voldoende. Verscheidene candidaten schenen al to zeer hun leerboek als rigtsnoer voor hunne studien beschouwd to hebben. Bij menigeen lieten de denkbeelden omtrent de beteekenis der formules en de gronden der scheikunde nog al te wenschen. Het examen in de natuurlijke historie kon over het algemeen voldoende genoemd worden. De zoologie on botanie schenen bet best beoefend to zijn ; slechts den candidaat voldeed uitmuntend in de vier deelen van dit vak. De kosmographie leverde bij een deel der geexamineerden zeer ongunstige uitkomsten. Het ontbrak vooral aan heldere begrippen van de inrigting van het heelal , van de verschijnselen aan den hemel en op de aarde en van hunne ware oorzaken. Over het algemeen was de kennis van de gronden der staatsinrigting zeer voldoende. Omtrent de verhouding tusschen de verschillende staatsmagten werden echter bij sommigen minder heldere denkbeelden aangetroffen. De kennis van belastingen , begrooting en publieke schuld , was bij velen onvoldoende. De beoefening van de statistiek bleek door velen geheel verwaarloosd to zijn ; bij anderen was de kennis zeer voldoende.
Aan de eischen ten aanzien der staatshuishoudkunde veldeden de meesten. Slechts nu on dan werden daarbj zwakke punten aangetroffen , zoo als het crediet on de crediet sin stellingen. Het examen in de aardrijkskunde kon niet in alien deele voldoende worden geacht ; de kennis der natuurkundige aardrijkskunde, en die van den Oost-Indischen Archipel vooral , waren zeer cntoereikend. Ook gaf het examen in de algemeene geschiedenis geen gunstige resultaten ; de meesten wisten niets van oude en middeleeuwsche geschiedenis ; de kennis der nieuwere geschiedenis daarentegen was meestal voldoende, doch omtrent die van den laatsten tijd was zij goring. Voor zoo ver het onderzoek naar de vaderlandsche geschiedenis bevredigend was , gaven de candidaten over het geheel Milken van eon duidelijk inzigt in de afwisselende staatsvormen. Het boekhouden kon zeer gunstig genoemd worden ; alleen in de winst- en verliesrekening on de zamenstelling van de belans waren de geexamineerden onzeker. Over het 'examen in de warenkennis viol niets bijzonaers op to merken. De kennis der Nederlandsche taal en letterkunde was berieden de verwachting, ofschoon eenige weinigen zich zeer gunstig onderscheidden. In enkele opstellen .kwamen ergerlijke taalfouten voor. Slechts schaars werden sporen van stiji aangetroffen. De leer der synoniemen was blijkbaar door velen geheel verwaarloosd. Bijna niemand kon een behoorlijk overzigt van de geschiedenis onzer letterkunde geven. Gelijke verklaring geldt voor het Fransch , waarin zich weinigen voldoende wisten uit to drukken ; het accent was , over het algemeen , slecht. Even rnin kon het onderzoek naar het Engelsch , behoudens eenige gunstiffe uitzonderingen , bevredigend genoemd worden. In de .Hoogduitsche taal en letterkunde daarentegen was het schriftelijk work allezins voldoende ; het mondeling onderzoek daarentegen was , vooral in taalkunde , minder gunstig ; het meest werd tegen de °erste beginselen gezondigd. De vorderingen in het handteekenen waren veel minder dan die in het regtlijnig teekenen. '''
Zeeland. Zeven candidaten namen aan het examen deel , namelijk vier leerlingen der Rifts- hoogere burgerschool to Middelburg en drie van de gemeentelijke hoogere burgerschool te Goes. Aan zes word het getuigschrift uitgereikt. De kennis van wiskunde gaf tot teVredenheid aanleiding ; in de stel- en nog meer in de meetkunde word voldoende of meer dan voldoende kennis getoond ; in goniometrie en trigonometrie en vooral in de beschrijvende meetkunde waren zeer goede vorderingen gemaakt. Bij de meesten was de kennis in de werktuigkunde voldoende; het mondeling examen was echter beter dan het schriftelijk, dat bij verscheidenen nog al to wenschen had gelaten. Het examen in de natuurkunde maakte over het algemeen een goeden indruk , al mogten dan ook de opgegeven vraagstukken door geen der candidaten volledig zij ri opgelost. Bij de examens in de scheikunde voldeed de meerderheid der candidaten zeer wel. Gelijke verklaring geldt voor het examen in natuurlijk,e historie. De kennis der geologie van Nederland was evenwel gebrekkig. Het onderzoek in kosmogr -phie voldeed zeer wel , on gaf geene aanleiding tot bijzondere opmerkingen. Bij het meerendeel leverde het examen in de geschiedenis voldoende uitkomsten ; minder bevredigend was de kennis der geschiedenis onzer kolonien on van de gebeurtenissen sedert het tijdperk der eerste Fransche omwenteling. Ook schoot de kennis van jaartallen nog al eons to kort. De kennis der aardrijkskunde werd middelmatig bevonden ; de staatkundige aardrijkskunde leverde minder gunstige uitkomsten ; de kennis van ethnographie was over 't algemeen voldoende. Bij het examen in de gronden der gemeente - , provincialeen staatsinrigting van Nederland, waren de antwoorden vrij voldoende. De kennis van staatshuishoudkunde gaf aanleiding tot tevredenheid. Omtrent bet boekhouden on de warenkennis werden gunstige resultaten verkregen.
3 Van de examons in de talen gaf dat in de Nederlandsche taal de baste uitkomsten. Stijl, taal en inhoud der opstellen waren good ; de kennis der letterkunde voldeed niet aan billijke verwachtingen. Over bet Fransch viel niet te roemen ; met uitzondering van een enkel' waren de opstellen zwak en onbeduidend en met verscheidene taalfouten. De meeste candidaten hadden groote moeite om zich eenigzins verstaanbaar in die taal uit to drnkken. Do kennis van letterkunde was gering en oppervlakkig. Gunstiger was de uitslag van het examen in het Duitsch , schoon enkelen de grammatica in den laatsten tijd wat verwaarloosd schenen to hebben. Het Engelsch was weder minder bevredigend; de kennis der grammatica was over 't algemeen voldoende ; inhoud en stiji der opstellen waren met uitzondering van ddn , dat bijzonderen lof verdiende , redelijk. De letterkundige kennis, vooral van den laatsten tijd , liet bij enkelen to wenschen. In bet teekenen hebben alien volclaan ; op eene enkele uitzondering na toonden alien bedrevenheid in het teekenen naar de natuur. Friesland.
Zes candidaten , namelijk twee leerlingen der Rijks- hoogore burgerschool to Leeuwarden en vier van de gemeentelijke school to Sneak , namen aan het examen deel. Aan alien werd het getuigschrift uitgereikt. De uitslag van het onderzoek in de wiskunde was over bet geheel zeer voldoende; wel was de kennis in de gewone meetkunde gering, daarentegen die der beschrijvende meetkunde in 't algemeen zeer good. Het examen in de theoretische mechanica kon bevredigend genoernd worden , minder daarentegen over het algemeen dat in toegepaste mechanica en mechanische technologie. Enkelen der ge6xamineerden toonden niet eons genoegzaam bekend to zijn met het stoomwerktuig en met de eenvoudigste wijzen van overbrenging van beweging. Het bleek dat de meeste candidaten hunne theoretische studien to weinig aan de praktijk hadden getoetst. Bij alien was de kennis in de natuurkunde voldoende; het mondeling examen was echter beter dan het schriftelijk. De scheikunde bleek vrij wel beoefend to zijn. Het schriftelijk examen leverde veel stof tot tevredenheid. Bij het mondeling onderzoek bleek het meerendeel niet voldoende vertrouwd to zijn met de gronden , waarop do nieuwe schrijfwijze en nomenclatuur berusten. Bij de behandeling der elementen en hunne verbindingen , maar vooral bij de organische scheikunde bleek het dat de kennis zich hoofdzakelijk bepaalde tot feiten. Over bet algemeen lieten de ervarenheid in de scheikundige technologie en bet praktisch werken in het laboratorium to wenschen. Over het examen in natuurlyke geschiedenis viel niet to roemen. Blijkbaar hadden de meeste candidaten to weinig werk gemaakt van dierkunde en delfstofkunde en van het beschouwen van natuurvoorwerpen ; sommigen wisten zelfs weinig van de algemeene kenrnerken der mineralen on meest belangrijke delfstoffen. Hoewel de kennis in aardkunde voldoende was , waren de meeste candidaten niet in staat het alluvium met juistheid van het diluvium to onderscheiden. Op eene enkele uitzondering na werden bij het onderzoek in de kosmographie gunstige uitkomsten verkregen. Ook was het examen in staatswetenschappen over het geheel bevredigend ; nogtans waren slechts enkelen bekend met de geschiedkundige ontwikkeling onzer staatsinstellingen. Wat de handelswetenschappen betreft , werd over het algemeen de kennis in het boekhouden voldoende bevonden, en toonden de candidaten in de vvarenkennis niet onbedreven to zijn. De aardrijkskunde bleek , op een paar zeer gunstige uitzonderingen na, in den laatsten tijd weinig beoefend to zijn , hetgeen vooral merkbaar was met betrekking tot de natuurkundige aardrijkskunde.' De uitslag van het examen in de geschiedenis was over geheel bevredigend. Op het gebied van Nederlandsche taal en letterkunde was de uitkomst van het onderzoek niet bijzonder gunstig to noemen. Geen enkel opstel was geheel vrij van taal- en spelfouten , en in de meeste kwamen deze nog al veel voor. Ook liet de stip in den regel te wenschen. De
kennis der letterkunde was bij de meeste candidaten zeer gering. Hetzelfde geldt grootendeels ten aanzien der Fransche , Engelsche en Hoogduitsche talen en hare letterkunde. Het letterkundig gedeelte voldeed echter eemgzins beter. Over het geheel gaf het onderzoek naar het teekenen reden tot tevredenheid.
Overijssel. Aan het examen namen vijf candidaten deel , namelijk drie leerlingen van de Rijks- hoogere burgerschool to Zwolle en twee van de gemeentelijke school to Deventer ; vier hunner ontvingen het getuigschrift. Voor de wiskunde voldeden alien aan de gestelde eischen ; enkele candidaten gevoelden zich echter minder to huis in de beginselen der reken- , stel- en meetkunde dan in stereometrie en beschrijvende meetkunde ; met de nieuwere meetkunde waren slechts enkelen bekend. Met betrekking tot de beginselen der mechanica , de kennis van werktuigen en de technologie, was het schriftelijk examen over 't geheel bevredigend. De kennis van werktuigen was in 't algemeen goed. 13ij het examen in de technologie bleek het dat sommigen bijna geen fabrieken of werkplaatsen bezocht hadden. Bij het examen in natuurkunde gaf het schriftelijk werk meer aanleiding tot tevredenheid dan de oplossing der vraaastukken. De lengteberekening en die der vergrooting was 'Dbij sommigen , die van het veld der kijkers bij alien verkeerd, en geen der candidaten was bekend met de identiteit van licht- en warmtestralen. Het onderzoek in de scheikunde was gunstiger ; evenwel lieten de opstellen in eenige gevallen veel to wenschen , en waren slordigheid en oppervlakkigheid de voornaamste gebroken. Daarentegen toonden andere candidaten goed bekend to zijn met de door hen genoemde feiten. De geexamineerden waren over 't geheel zwak in de beginselen der theoretieche scheikunde en hare toepassingen , on de kennis der chemische technologie was bij het meerendeel zeer gebrekkig. Wat de natuurlijke historic betreft, voldeden de meesten niet bij het examen in delfstofkunde ; de kennis der kristalstelsels Het veel to wenschen ; zoo ook , bij velen , die van de belangrijkste delfstoffen. Vrij bevredigend daarentegen was het onderzoek in do aardkunde. Bij alien echter was de kennis der versteeningen zeer goring. Het examen in de plantenkunde leverde minder gunstige resultaten. Het meerendeel der geexamineerden wist niets mede -te deelen orntrent de zamenstelling en de levensverrigtingen van de onderscheiden deelen der plant. De kennis van dierkunde was in het algemeen zeer gunstig. De uitslag van het onderzoek in kosmographie kon bij alien bevredigend heeten. Het bleek echter dat de - kennis meer op leerboeken, figuren en afbeeldingen rustte, dan wel op de waarneming der natuur. Over het algemeen bestond omtrent de kennis der aardrijkskunde veel reden tot tevredenheid. Gelijke verklaring geldt voor het onderzoek in geschiedenis. De uitslag van het onderzoek in staatswetenschappen was over 't geheel niet onbevredigend. Met de staatsregeling in onze West-Indische kolonien waren de candidaten minder bekend dan met die in de Oost-Indische. Evennun viel op hunne kennis der statistiek to roemen en nog minder op die van handel en nijverheid in Nederland , terwijl de toestanden in Indie niet bestudeerd waren en de meerderheid het cultuurstelsel naauwelijks bij name kendeBij alien liet het examen in handelswetenschappen veel to wenschen over. De kennis der .Nederlandsche taal en letterkunde was bij de meesten gebrekkig. Taal- en spelfouten kenmerkten het werk van velen , een bijna volslagen gebrek aan interpunctie dat van alle candidaten. Ook bleek over het algemeen de kennis der letterkunde zeer eenzijdig to zijn. Het onderzoek naar de Fransche , Engelsche en Iloogduitsche tale?' en hare letterkunde gaf evenzeer weinig bevredigende uitkomsten Zoowel de grammatica als de vaardigheid in 't juist uitdrukken der gedachten , liet veel to wenschen ; bovendien gaven bijkans alien blijken van oppervlakkige kennis der letterkunde. De uitslag van het examen in het teekenen was over 't geheel vrij wel te noemen.
4 Groningen. Van de acht candidaten die aan het examen deel namen, waren zeven leerlingen van de Rijks- hoogere burgerschool te Groningen en een van de gerneentelijke school te Veendam. Over het geheel was het examen in de wis- en werktuigkunde vrij goed: bij dat in de technologie was de kennis van de bewerking van grondstoffen , tot verschillende doeleinden voor het dagelijksche leven , in 't algemeen onvol.doende. De kennis der candidate!' in nafuurkunde gaf grond tot tevredenleid. Zeer gunstige uitkomsten worden verkregen bij het onderzoek in de scheikunde. De kennis der anorganische chemie kon eater bij seen der geexamineerden tegen die der organische opwegen. Vooral de antwoorden over de metalen on hunne verbindingen lieten verreweg het meest to wenschen. Er was to veel gewigt geheeht aan de theorie , en de toepassing der scheikunde op het dagelijksch leven maar al te zeer nit het oog verloren. Bij het onderzoek in plant- en dierkunde waren de resultaten bevredigend. Ook was over hot algemeen de kennis van delfstof- en aardkunie voldoende. Aan hot examen in kosmographie werd zeer wel voldaan, hoewel de candidaten overigens weinig bekend waren met sde behandeling der aardglobe. Het examen in staatshuishoudkunde gaf over 't geheel reden tot tevredenheid , schoon bij eenige candidaten eene heldere voorstelling van enkele hoofdwaarheden werd gemist. De kennis van het doel en de inrigting der statistiek , alsmede van de wijze waarop Nederland on zijne kolonien bestuurd worden , was ruim voldoende. De aardrykskunde bleek in den laatsten tijd niet vol.doende beoefend to zijn. De kennis van het staatkundig gedeelte en van de handelsgeographie mogt voldoende heeten, maar die der natuurkundige aardrijkskunde was bij de meeste candidaten minder grondig. De uitkomst van het onderzoek in geschiedenis was bij enkelen zeer gunstig; bij de meerderheid daarentegen liet zij veel to wenschen. Ook de vaderlandsche geschiedenis was door sommigen weinig beoefend. De kennis der Rederlandsche taal en letterkunde was niet .ongunstig. De letterkunde van den laatsten tijd evenwel bleek zeer weinig beoefend to zijn. De uitslag van het onderzoek naar het Fransch liet veel to wenschen. Tegen de eenvoudigste regels der grammatica werd gezondigd. De stijl was slecht en vol oneigenlijke uitdrukkingen. Van het door de candidaten zelven gekozen onderwerp nit do letterkunde, gaven meest alien eene onvoldoende verklarino.0 . Evenmin kon het onderzoek naar het Engelsch bij het meerendeel der geexamineerden gunstig genoemd worden. Bij enkelen bleek uit het schriftelijk werk onbekendheid met soms zeer elementaire punten. Ook het examen in de letterkunde Het in het algemeen te wenschen. Gelijke verklaring geldt voor het examen in het Hoogduitsch. Over het geheel leverde het onderzoek in handelswetenschappen geen gunstige uitkomsten. Noch het boekhouden , nosh de warenkennis gaf eenige stof tot tevredenheid.
Het examen in het teekenen was bij alien meer clan voldoende.
Limburg.
Van de negen candidaten die aan het examen deel namen , waren zeven leerlingen der Rijks- hoogere burgerschool to Roermond en twee van de gemeenteqike school to Maastricht. In het algemeen was de uitslag van het examen zeer gunstig, zoodat aan alle geexamineerden het getuigschrift kon worden uitgereikt. Het onderzoek in de wiskunde gaf over 't geheel aanleiding tot bij zondere tevredenheid. Het mondeling examen in de theoretische werktuigkunde leidde tot zeer bevredigende resultaten. Dit was echter minder het geval met dat in de kennis van werktuigen , vooral met dat in de mechanische technologie. Het onderzoek in natuurkunde leverde doorgaans zeer gunstige uitkomsten, het schriftelijk werk bij de vraagstukken liet to wenschen , doch het mondeling examen was over het geheel, goed , bijzonder wat de leer vans de warmte en het geluid betreft. Zwak toonden zich enkele candidaten alleen in de electrodynamica en in enkele punten der leer van het licht. Bij de meesten was de kennis van scheikunde zeer bevredigend , vooral van de anorganische 'chemie en scheikundige technologie. De natuurlifke historie bleek door de meeste geexamineerden zeer wel beoefend to zijn, vooral de plantenkunde. Men zou de kundigheden in dat yak uitmuntend hebben
kunnen noemen , indien de candidaten even goed bekend waren geweest met de nieuwere resultaten op physiologisch gebied en indiên zip meer mikroskopische praeparaten onder het oog hadden gehad. Het examen in de kosmographie gaf geen aanleiding tot bij zondere opmerkingen. Van onze staatswetten on van het Regeringsreglement voor Nederlandsch Indio hadden bijna alle candidaten voldoende kennis. Wat de ataatshuishoudkunde en de statistiek betreft was de mate van kennis bij de meesten goed. Het examen in aardrijskunde liet bij de grootste helft der candidaten veel to wenschen ; dat vak scheen in den laatsten tijd weinig beoefend to zijn. Daarentegen gaven verreweg de meesten blij k van voldoende met de geschiedenis bekend to zijn. De uitslag van het examen in de Nederlandsche taal en letterkunde kon bij de meesten gunstig genoemd worden. Bij het onderzoek in het Fransch voldeden alle candidaten. In het schriftelijk werk van de meesten , liet echter de keuze der termen to wenschen ; de punctuatie was gebrekkig. Zoowel bet schriftelijk als het mondeling examen in het Engelsch en Hoogduitsch was over het geheel zeer bevredigend. Enkelen hadden eene slechte uitspraak van het Engelsch. Bij het onderzoek in de handelswetenschappen bleek dat alien aan de eischen konden voldoen. Het examen in het teekenen gaf alle reden tot tevredenheid. .
BIJLAGE F.
vijfjarigen cursus aanwezig zijn afgenomen bij het einde van den cursus , in den loop der maanden Junij en July.
BESLUIT van den 10den Maart 1870 (Staatsblad n°. 49) , tot vaststelling van een Algemeen Reglement voor de eindexamens der hoogere burgerscholen, vermeld in de artt. 55 en 57 der wet van' 2 Mei 1863 (Staatsblad n°. 50) , houdende regeling van het middelbaar onderwijs.
Artikel 2. De Commissarissen des Konings benoemen de examencommissien in het begin der maand Mei en wijzen to gelijker tijd de gemeenten aan, waar het examen zal worden gehouden. Van die benoeming en aanwijzing doen zij aanstonds mededeeling aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en aan den inspecteur van het middelbaar onderwijs in de provincie.
WIJ WILLEM III, MI DE GRATIE GODS , KONING DER NEDERLANDEN , PRINS VAN ORANJE-NASSAU, GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG, ENZ., ENZ., ENZ.
Artikel 3.
Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken , van den 5den Maart 1869, n°. 259, 5de afd.;
De voorzitter der commissie wordt door den Commissaris des Konings aangewezen. De commissie benoemt een harer leden tot haren secretaris.
Overwegende , dat het nuttig is ten aanzien van de eindexamens der hoogere burgerscholen , vermeld in de artt. 55 en 57 der wet van 2 Mei 1863 (Staatsblad n°. 50) , zoowel ten behoeve van de examen-commissien als van hen , die zich voor die examens aanbieden, eenige regels te stellen; -
Artikel 4.
Den Raad van State gehoord (advies van den 3lsten Maart 1869, n°. 12);
Het examen wordt schriftelijk en mondeling afgenomen. De omvang der kennis , die in elk vak van de candidaten kan worden gevorderd , is aangewezen in het als bijlage bij dit reglement gevoegde Programma.
Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Laken, van den 4den Maart 1870, n°. 194, 5de afd.;
Artikel 5.
Hebben goedgevonden en verstaan to bepalen , dat die examens zullen worden afgenomen volgens het Algemeen Reglement, aan dit besluit gehecht. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst. 's Gravenhage , den 10den Maart 1870. WILLEM. De Minister van Binnenlandsche Zaken, F CR.
Het schriftelijk examen heeft plaats aan de hoogere burgerscholen , het mondeling onderzoek , alsmede het examen in handteekenen , in de gemeente, door den Colnmissaris des Konings krachtens art. 2 aangewezen. Artikel 6. De voorzitters der commission doen terstond na hunne benoeming , in eenige dagbladen naar hunne keuze , oproepingen plaatsen waarbij zij , die het eindexamen in do provincie wenschen af te leggen , worden verzocht zich schriftelijk bij hen aan te melden, met opgave van de school, aan welke zij onderwijs ontvangen , en , zoo zij geen leerlingen eener hoogere burgerschool zijn , met aanwijzing de hoogere burgerschool , aan welke zij het schrifteljk examen wenschen af te leggen.. De voorzitters zenden v66r den 10den Junij aan den inspecteur van het middelbaar onderwijs in de provincie eene lijst der candidaten , met aanwijzing der school , aan welke elk hunner het schriftelijk examen zal afleggen. ,
ALGEMEEN REGLEMENT voor de eindexamens der hoogere burgerscholen, afgenomen krachtens artt. 55 en 57 der wet van 2 Mei 1863 (Slade,
Artikel 7.
-
blad n°. 50).
Het schriftelijk examen omvat de volgende vakken : 1°. de wiskunde; Artikel 1.
De eindexamens der hoogere burgerscholen worden in de provincien , waar openbare hoogere burgerscholen met
2°. de beginselen der theoretische on toegepaste mochanica ; 3°. de natuurkunde ;
2 4°. de scheikunde ; 50 .
de Nederlandsche taal ;
60 .
de Fransche taal ;
70 .
de Engelsche taal ;
commissien of door leeraren der hoogere burgerscholen. Voor die vakken , waarin een opstel wordt gevorderd , zorgen zij , dat den candidaten de keus tusschen verschil-
lende onderwerpen wordt gelaten. Doze opgaven worden , met de vereischte zorg voor g heimhouding , op Rijkskosten gedrukt.
8°. de Hoogduitsche taal ; 90 .
Artikel 12.
het boekhouden ;
10°. het hand- en regtlkini g teekenen. Artikel 8. De voorzitter der examen-commissie roept , zoo spoedig mogelijk na de benoeming, de leden zamen ter plaatse , waar het mondeling examen zal worden gehouden. In die bijeenkomst verdeelt de commissie zich in sub-commissien , elke meer bepaaldelijk belast met het onderzook in eene of meer der volgende groepen van vakken
De inspecteurs zenden aan de directeuren der hoogere burgerscholen , aan welke het schriftelijk examen zal plaats hebben eene lijst der candidaten , die daaraan zullen deal nemen , alsmede in verzegelde pakketten de noodige exemplaren der in het voorgaande artikel vermelde gedrukte opgaven. Op die pakketten zijn uitgedrukt : het vak , tot hetwelk de opgaven behooren , de dag, waarop zij moeten worden gebruikt, en de tijd, die voor het werk beschikbaar is gesteld. De pakketten worden in tegenwoordigheid der candidaten geopend bij den aanvang van het schriftelijk werk in elk vak.
A. wis- en werktuigkunde (vak a en b van art. 17 der wet);
Artikel 13.
B. natuurkundige wetenschappen (vak c , d, e en f van art. 17 der wet) ;
toezigt van den directeur en de leeraren der hoogere bu•-
C. geschiedkundige , staats- en handelswetenschappen (vak g, h, i, k en p van art. 17 der wet); taal en letterkunde (vak 1, In, n en o van art. 17 der wet); E. hand- en regtlijnig teekenen (vak r van art. 17 der wet). Een zelfde lid der commissie kan in verschillende subcommission zitting hebben. Voor ieder vak of onderdeel daarvan wordt 66n lid meer bepaald aangewezen als examinator, die zich belast met het nazienvan , het daarvoor gemaakte schriftelijk werk en het afnemen van het mondeling examen ; een tweede lid om eveneens het schriftelijk werk na to zien en bij het mondeling examen tegenwoordig to zijn. De leden van elke sub-commissie treden onderling in i
overleg , zoowel aangaande den duur en de uitgebreidheid van het mondeling examen in alle tot de afdeeling behoorende vakken , als omtrent de daarbij to volgen wijze van ondervragen en beoordeelen. Artikel' 9. In dezelfde of in eene volgende bijeenkomst der commissie worden door de leden opgemaakte opgaven voor het schriftelijk werk in de onderscheidene vakken van het examen besproken en vastgesteld. Doze worden vdOr den 10den Junij , met de noodige toelichting , gezonden aan den inspecteur van het middelbaar onderwijs in de provincie. Artikel 10. Het schriftelijk examen wordt ieder jaar door den Minister van Binnenlandsche Zaken , op voordragt van de inspecteurs van het middelbaar onderwijs , zoodanig geregeld, dat alle candidaten op denzelfden dag het schriftelijk werk voor hetzelfde vak verrigten. De dagen , waarop het schriftelijk examen plaats heeft , en de duur van elk examen worden door de inspecteurs medegedeeld aan de voorzitters der examen-commissien aan de directeuren der hoogere burgerscholen , aan welke het schriftelijk werk wordt gemaakt , en aan de plaatselijko commission , met het toezigt op die scholen belast. De voorzitters der examen-commissien geven daarvan kennis aan de candidaten.
De candidaten maken het schriftelijk werk onder hot gerschool , met dien verstande , dat steeds in elk locaal , waar dit werk gemaakt wordt of twee leeraren of de directeur en een leeraar tegenwoordig zijn. Pauzeringen worden den candidaten niet toegestaan , behalve bij het examen in het teekenen Het gebruik van boeken , met uitzondering van logarithmentafels , is verboden. Candidaten , die zich aan eenig bedrog bij het schriftelijk examen schuldig maken, worden Diet verder tot hot examen toegelaten. Van ieder schriftelijk examen wordt door hen , die daarbij het toezigt hebben uitgeoefend , een proces-verbaal opgemaakt. Aan de directeuren worden de daarvoor noodige gedrukte exemplaren door of van wege den Minister van Binnenlandsche Zaken toegezonden. Artikel 14. Iederen dag wordt het door de candidaten gemaakte work , met een exemplaar der gedrukte opgave en het proces-verbaal van bet examen , door den directeur der school gezonden aan den voorzitter der examen-commissie, die het vervolgens toezendt aan het lid of de laden, meer bepaald met het examen in dat vak belast. Artikel 15. Na afloop van het geheele schriftelijk examen zenden de inspecteurs , door tusschenkomst van de voorzitters der commission, aan ieder lid een volledig stel der opgaven voor het schriftelijk werk.
Artikel 16. Indien een candidaat door behoorlijk bevb ezen ongesteldheid of om andere wettige redenen , ter beoordeeling I an den voorzitter der commissie, verhinderd is om bij het schriftelijk examen in eenig vak tegenwoordig to zijn , dan wordt hem nog tijdens de mondelinge examens gelegenheid. tot het maken van schriftelijk werk, onder toezigt der ,
commissie zelve gegeven. De opgaven voor zoodanig work stelt de commissie vast, daarbij zorgende, dat deze niet dezelfde zijn als de aan de andere candidaten voorgestelde , maar zooveel mogelijk van gelijken omvang en moeijelijkheid.
Artikel 17. Artikel 11. De inspecteurs doen , in eene daarvoor bestemde bijeenkomst , eene keus nit de hun door de voorzitters der examencommission toegezonden opgaven voor schriftelijk werk. Zij kunnen zich daarbij doen voorlicbten door leden dier
Een mondeling examen moet worden afgenomen in alle krachtens de wet tot het examen behoorende vakken , waarvoor geen schriftelijk werk is gemaakt. Voor die, waarin schriftelijk examen is afgelegd , beslist de commissie of dit al dan Diet ook mondeling zal geschieden.
3 Artikel 18.
Artikel 23.
De commissie stelt den dag vast, waarop met het mondeling examen in de provincie een aanvang zal worden gemaakt. Het kan echter niet aanvangen dan na den geheelen afloop van het schriftelijk examen. De regeling der mondelinge examens geschiedt door den voorzitter , met inachtneming van het in het volgende artikel voorgeschrevene.
Is aan eenen candidaat voor elke der vijf afdeelingen het cijfer 5 of hooger toegekend , dan wordt hem het getuigschrift wegens voldoend afgelegd examen uitgereikt. Hoeft hij voor eene of meer dier afdeelingen het cijfer 4 of lager verkrec,ren , dan wordt door de commissie over zUne toelating beraadslaagd en , zoo noodig , bij meerderheid van stemmen beslist. Bij staking der stemmen is de candidaat toegelaten. Is uit hoofde van het groote getal der candidaten splitsing in op elkander volgende reeksen noodig , dan heeft de definitive beslissing over alien eerst plaats na afloop van het examen der laatste reeks. De uitslag wordt aan de candidaten zoo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld.
Artikel 19. Het mondeling examen en dat in het handteekenen loopen voor, iederen candidaat binnen vier dagen ten einde. De commissie beslist , of voor het teekenen een afzonderlijke dag zal genomen worden , dan of dit dagelijks tusschen de mondelinge examens zal plaats hebben. Eveneens beslist de commissie , hoeveel tijd voor het examen van iederen candidaat in elk yak beschikbaar zal worden gesteld. Daarbij is te zorgen , dat de mondelinge examens in alle vakken te zamen voor iederen candidaat niet 'anger duren dan drie uren daags en negen uren in 't geheel. Des avonds wordt geen mondeling examen gehouden. Elke candidaat wordt afzonderlijk ondervraagd.
Artikel 24. Zoowel de afgewezen candidaten als zij , wier examen voldoende is geweest , ontvangen van de examen-commissien mededeeling van de hun voor iedere afdeeling en zoo mogelijk voor ieder vak toegekende cijfers. Behoort bij het Koninklijk besluit van den 10den Maart 1870, n°.' 1 (Staatsblad n°. 49).
Artikel 20. Mij bekend , De voorzitter geeft aan de candidaten tijdig kennis van den tijd en de plaats , waar het mondeling examen zal worden afgenomen. Hij noodigt de plaatselijke commissie van toezigt op het middelbaar onderwijs in de gemeante , waar die examens gehouden worden , ter bijwoning nit.
De _Minister van Binnenlandsche Zaken ; POC K.
. Artikel 21. Voor de beslissing omtrent de toelating der candidaten worden de vakken , waarover het examen zich uitstrekt , verdeeld in de vijf afdeelingen , die in art. 8 zi in aangewezen. Onverminderd het bepaalde in het laatste lid van art. 8 , nemen de leden der sub-commission zooveel mogelijk kennis van bet schriftelijk work in alle tot hunne afdeelitig behoorende vakken , en wonen zij zooveel mogelijk de mondelinge examens in al die vakken bij.
BIJLAGE.
e
Artikel 22. Het is aan de sub-commission geheel vrijgelaten, op welke wirze zij tot een oordeel over de kennis van de candidaten in eenig vak of in elke der in art. 8 genoemde afdeelingen willen geraken. Het eindoordeel over de kennis der candidaten in elke dier afdeelingen wordt , na onderling overleg tusschen de leden der sub-commissie , uitgedrukt door een der cijfers van 1 tot 10 , aan welke de volgende beteekenis is to hechten t
10, uitmuntend ; 9 , zeer goad ; 8, goad , 7 , ruim voldoende ; 6 , voldoende ; , even voldoende ; 4 , onvoldoende; 3 , goring ; 2, slecht ; 1, zeer slecht. De aldus toegekende cijfers worden op daartoe bestemde tabellen ingevuld on maken den grondslag uit voor de beslissing der commissie omtrent den uitslag van het examen.
PROGRAMMA. Daar het eindexamen der hoogere burgerscholen moot dienen om to onderzoeken , of de jongelieden , die zich daartoe aanmelden met vrucht den vijfjarigen cursus eener hoogere burgerschool hebben gevolgd, of een daarmede gelijkstaand onderrigt hebben genoten , behoort bij dit onderzoek het hoofddoel der hoogere burgerschool, de vorming van ontwikkelde jongelieden , toegerustmet de kundigheden , die de hedendaagsche maatschappij in elk beschaafd man eischt , op den voorgrond to staan. De candidaten moeten dus bewijzen kunnen geven , dat zij door degelijke studio een voldoenden grondslag hebben gelegd voor de specials voorbereiding tot elk bedrijf of ambt , en door veelzijdige oefening van het verstand in staat gesteld zijn om met oordeel partij to trekken van de ervaringen die het praktische leven hun zal aanbieden. Bij het examen is daarom meer to eischen van het verstand dan van het geheugen ; het moot moor de strekking hebben om te ontdekken , wat de candidaten weten en tot welke mate van inzigt hunne studio heeft geleid , dan om de leemten op to zoeken, die in zaken van ondergeschikt belang hunne kennis verraadt. Eene grondige en degelijke kennis van hoofdzaken kan ten aanzien van de wis- on natuurkundige wetenschappen, aardrijkskunde, wereidgeschiedenis , geschiedenis der letterkunde , staatshuishoudkunde en staatsinrigting voldoende worden geacht. De grenzen , die voor elk dozer vakken behooren to worden gesteld , en de eischen , welke ten aanzien van de kennis der talon en van het teekenen als billijk mogen worden beschouwd , worden hieronder opgegeven. '
,
A. De wiskunde.
In de rekenkunde en gewone stelkunde behoort de candidaat voldoende kennis en oefening to bezitten om met vaardigheid en oordeel de onderscheidene leerwijzen toe te passen op vraagstukken , die zonder zoogenaamde kunst-
4 grepen kunnen worden opgelost. Hij behoort de door hem toegepaste leerwijze te kunnen verklaren en zijne berekening , wanneer slechts eene benadering mogelijk is of verlangd wordt , naar den vereischten graad van naauwkeurigheid to kunnen inrigten. Oefening in het gebruik van logarithmen wordt inzonderheid vereischt. De reken- en meetkundige reeksen , de beginselen van de leer der rekenkundige reeksen van hoogere orde , de onbepaalde en exponentiele vergelijkingen en het binomium van Newton worden geacht nog tot do gewone stelkunde to behooren. De in meetkunde gevorderde kennis strekt zich uit tot de inhoudsvinding van de veelvlakkige ligchamen , van den cilinder, den kegel en den bol, de geometrische eigenschappen van den bolvormigen driehoek en de leerstukken van de meetkunde der ruimte en van bet platte vlak , die hieraan voorafgaan. De candidaat heeft het bewijs to leveren, dat hij een duidelijk begrip heeft van de eischen van een wiskundig betoog en van het onderlinge verband der onderscheidone leerstukken. Eenige kennis van de harmonische snijding , de transversalen en de gelijkvormigheidspunten strekt tot aanbeveling. Tot de goniometrie en de trigonometrie worden geacht te behooren de oplossing van cenvoudige goniometrische vergelijkingen en de toepassing der vlakke trigonometrie op eenvoudige vraagstukken der werkdadige meetkunde. De kennis der beschrijvende meetkunde behoort zich uit to strekken tot aan de gebogone oppervlakken. B.
De beginselen van de theoretische en toegepaste mechanica, van de kennis van werktuigen en van de technologie.
Door theoretische toegepaste mechanica is te verstaan de kennis der wetten van evenwigt en beweging van vaste ligchamen , vloeistoffen en gassen en van hare toepassing op werktuigen. De candidaat behoort de evenwigtsvergelijkingen to kunnen opmaken van de enkelvoudige en van eenige zamengestelde werktuigen (windas , takel, bok) , met inachtneming der wrijving, on het beginsel der virtuele snelheden to kunnen toepassen op het evenwigt van werktuigen zonder wrijving. Hij behoort bekend to zijn met de leer van de koppels , van het zwaartepunt en van de stabiliteit. De wetten der beweging van vaste ligchamen , hiorboven vermeld , omvatten die der eenparig versnelde beweging , de algemeene eigenschappen der kromlijnige beweging (middelpuntvliedingskracht) , de wetten van den slinger, de beweging om eene vaste as , de botsing en de leer van het behoud van ,arbeidsvermogen. De leer van het evenwigt en de beweging van vloeistoffen en gassen bepaalt zich tot de wetten der drukking van vloeistoffen en gassen tegen de wanden der vaten, waarin zij be-. sloten zijn , en op ingedompelde ligchamen ,. en tot die van do uitstrooming door naauwe openingen. Bij het examen in de kennis van werktuigen en de technologie behoort geeischt te worden , dat de candidaat bekend zij met de voornaamste mechanische hulpmiddelen tot bet overbrengen en veranderen van beweging , met enkele der voornaamste werktuigen , welke dienen om de beweegkracht van wind , water en stoora aan to wenden , alsmede met de wijze , waarop de mechanische en scheikundige verwerking van enkele der meest voorkomende stoffen , zoo als metalen , glas , aardewerk , vezelstoffen , wol , papier , vetten , zeep en lichtgas, geschiedt. C.
De natuurkunde en hare voornaaamste toepassingen.
Dit examen omvat do proefondervindelijke natuurkui)de en de belangrijkste toepassingen die in het dagelijksch leven en de nijverheid voorkomen. De candidaat behoort bekend to zijn met de voornaamste natuurkundige thoden , welke dienen tot het opsporen der natuurwetten .en tot de bopaling der standvastige grootheden , en de wiskundige uitdrukking dier wetten to kunnen toepassen op cenvoudige vraagstukken. Inzonderheid is gewigt to hechten aan eon juist begrip
van het verband der verschillende natuurkrachten, meer dan aan eene uitvoerige kennis van bijzonderheden. Zoo is van interferentie en polarisatie van licht- en warmtestralen niet meer to vragen , dan voor een kort begrip van de undulatie-theorie en het betoog van de identiteit van licht- en warmtestralen noodig is. D.
De scheikunde en hare voornaamste toepassingen.
Het examen in scheikunde omvat de anorganische scheikunde on de hoofdpunten der organische. De candidaten zijn vrij in de keuze tusschen de oude en nieuwe voorstellingswijze van scheikundige verbindingen. Eenige praktische bedrevenheid in de qualitative ontleding van anorganische verbindingen strekt tot aanbeveling. E.
De beginselen van delfstof-, aard-, plant- en dierkunde.
Het examen in delfstof- en aardkunde omvat de voornaamste vormen der kristalstelsels, de algemeene kenmerken der mineralen, enkele der voor de aardkunde on nijverheid meest belangrijke delfstoffen ; de hoofdtijdperken van de geschiedenis der a ardkorst, hunne kenmerken vooral ten aanzien van de versteeningen , en de hoofdtrekken van de geologie van Nederland. Het examen in plantkunde handelt hoofdzakelijk over de organographie en het stelsel van Linnd, dat in dierkunde over het zamenstel der dieren en {le kenmerken , waarop hunne verdeeling in hoofdvormen en klassen rust. Eenige kennis van het zamenstel en de levensverrigtingen van de onderscheidene deelen der plant en van de levensverrigtingen in het dierlijk ligchaam, alsmede eene meer uitgebreide door eigen aanschouwing verkregen kennis van eene of weer der natunrlijke plantenfamilion , of van eene of meer klassen uit het dierenrijk , strekken tot aanbeveling. Bij het examen wordt zooveel mogelijk gebruik gemaakt van natuur-voorwerpen. f
F.
De beginselen der kosmographie.
Het examen in de kosmographie strekt zich nit over de gedaante en de afmetingen der aarde, de wijze, waarop deze bepaald worden , de plaatsbepaling op hare oppervlakte en aan den hemel , de verschijnselen ontstaande door de asbeweging der aarde , door de beweging zoowel van de aarde ~als van de planeten om de zon , en door de beweging der wachters ; de bewegingswetten en de algemeene aantrekkingskracht ; eenige kennis van de kometen , alsmede van de vaste sterren , voor zooveel betreft do bepaling van haren afstand en hare eigen beweging, de nevelvlekken en den melkweg. G.
De gronden van de gemeente- , provinciale- en Staatsinrigting van Nederland.
dit examen is hoofdzakelijk kennis te eischen van de inrigting van het bestuur van ha Rijk , de provincien en gemeenten , zoo als dit door de Grondwet , de provincial() wet , de gemeentewot en eenige andere organieke wetten is geregeld , en van de onderlinge verhouding der onderscheidene staatsmagten in Nederland , alsmede een kort ovprzigt van de zamenstelling van het bestuur in de kolonien en bezittingen van Nederland in andere werelddeelen.
H. De staatshuishoudkunde on de statistiek , inzonderheid van Nederland en van zijne kolonien en bezittingen in andere werelddeelen Het examen in staatshuishoudkunde omvat do hoofdbeginselen der leer van de voortbrenging , de verdeeling, den omloop, de ruil en het verbruik der maatschappelijke gooderen , van den invloed, der Regering op do volswelvaart, van belastingen on van publieke schuld, van vrij verkeer en de beperking daarvan. Bet examen in de statistiek bepale zich tot hare hulpbronnen , inzonderheid voor do statistiek van Nederland,
en tot een beknopt overzigt van don toestand van land-
bouw nijverheid-, handel en finantien in ons vaderland en in Nederlandsch Indie ; veol kennis van cijfers is niet daarbij to vorderen.
I. De aardrijkskunde.
fouten tegen de regelen der spraakkunst , van de Fransche , Engelsche en Hoogduitsche taal bedienen kan. Bij het mondoling onderzoek mag geeischt worden , dat de candidaat zich in de vreemde taal redelijk wete uit to drukken en van de toepassing der taalregels behoorlijk rekensehap wete to geven. Het onderzoek in letterkunde bepale zich tot de hoofdtijd.vakken der letterkundige geschiedenis en enkele der voornaamste voortbrengselen der letterkunde, inzonderheid van dat tijdvak , waarin de letterkunde bijzonder heeft gebloeid , en van den laatsten tijd. e
Het wiskundig gedeelte der aardrijkskunde is reeds hies v66r bij de kosmographie vermeld. Met natuurkundige aardrijksbeschrijving behoort de kennis van klimaten , zeestroomingen , heerschende winders , de verspreiding van planten , dieren en menschenrassen over de oppervlakte der aarde verbonden to worden. Het examen omvat verder een algemeen overzigt van de politische verdeeling der werelddeelen, de grenzen en de naruurlijke gesteldheid , de staatregeling , de nijverheid , de bandelsbetrekkingen der voornaamste Staten , vooral uitvoerig ten aanzien van Nederland on zijne kolonien en overzeesche bezittingen. K.
De geschiedenis.
Bij het examen in geschiedenis wordt eenige kennis der nude en rniddeleeuwsche en meer uitgebreide kennis der nieuwe geschiedenis vereischt. 1Jet karakter van de hoofdtijdvakken en het kenmerkende van den toestand van de verschillende volkeren in elk tijdvak trede daarbij op den voorgrond. Bij de kennis van de geschiedenis van Nederland , ook in betrekking tot andere Europesche Staten , on van de regeringsvormen , die in ons vaderland aan den tegenwoordigen zijn voorafgegaan , voege zich die van het ontstaan en van de ontwikkeling der Nederlandsche kolonien. L.
De Nederlandsche taal en letterkunde.
Zoowel bij het schriftelijk als bij het mondeling examen heeft de candidaat to toonen , dat hij bij grondige kennis van de Nedertandsche taal en van hare spelling, spraakkunst en stijl, vaardigheid bezit om zich naauwkeurig en duidelijk in beschaafd Nederlandsch uit to drukken. Het examen in letterkunde omvat de hoofdtrekken van rle geschiedenis der Nederlandsche letterkunde en de kennis van enkele van hare voornaamste voortbrengselen , meer bijzonder in de 17de, I8de on 19de eeuw. N, O. De Fransche , Engelsche en Hoogduitsche taal en letterkunde. Uit schriftelijke opstellen over eenig opgegeven onderwerp moet blijken , dat de candidaat zich , zonder grove
P. Do beginselen der handelswetensehappen , daaronder die der warenkennis en het boekhouden. De candidaat behoort eenige kennis to toonen van de afkomst , bereidingswijze , soorten , hoofdkenmerken en de meest voorkomende vervalschingen van enkele handelswaren, belangrijk door de toepassing,. die zij in het dagelijksch leven of in de nijverheid vinden. In hot dubbel of Italiaansch boekhouden behoort hij genoegzaam ervaren to zijn om eenige memoriaalposten in journaal over to kunnen brengen , en eene proefbalans en eene balans op to kunnen makes. Daarbij is eenige kennis to eischen van de voornaamste berekeningen , die bij het boekhouden to pas komen , on van handelspapier met de daaruit voortvloeijende verpligtingen.
ft. Het hand- en regtlijnig teekenen. De candidaat moot eenige ervarenheid bezitten , zoowel in het schetsen en schaduwen met krijt van eenige eenvoudige ligchamen of van een ornament in gips, naar de natuur, als in het schetsen van een kop naar een voorbeeld. Zijne geoefendheid in het gebruik van de gereedschappen , die bij het regtlijnig teekenen to pas komen , behoort to blijken uit het met zorg uitwerken van eerie meetkundige constructie. De candidaten kunnen bovendien behoorlijk gewaarmerkte teekeningen , onder toezigt van hunnen leeraar gemaakt , bij het examen vertoonen.
•
•
J3IJLAGE G,
Aan Zijne Excaentie den Minister van Staat en van Binnenlandsche ZaLen.
De Commissie, benoemd bij beschikking van den 19den Junij 1871 , n°. 242 , 5de afdeeling , tot hot afnemen der examens B, volgens artt. 61-65 der wet tot regeling van het middelbaar onderwijs , heeft de, eer Uwer Excellentio het in art. 67 bedoeld verslag toe to zenden. Zij heeft in haar eerste vergadering kennis genomen van het aantal candidaten en .verder de inrigting van het examen besproken. Van de 27 candidaten die zich hadden aangemeld, is ddn niet opgekomen , terwijl ddn zich terugtrok op den vierden dao- van het examen , zoodat hieraan tot het einde word deal ° genomen door 25, allen leerlingen der Polytechnische school, en in het bezit van het door de wet vereischt getuigschrift. Bij de regeling van de werkzaamheden en de verdeeling van den arbeid, heeft de Commissie zich zoo veel mogelijk laten leiden door de overweging, dat eene bekorting van den tijd, waarin het examen zou afloopen , wenschelijk was, en stelde zij den volgenden rooster vast:
een dergelijk onderzoek , van bet•ekkeliik korten duur , een veel beter oordeel geven dan een vrij ling schriftelijk examen. Om evenwel de bezwaken , verbonden aan het examineren van een groot aantal candidaten , zoo veel mogelijk op te heffen , werd er besloten een schriftelijk examen vooraf te doen gain, oni hierdoor welligt reeds van een zeker getal de vorderingen voldoende te kunnen verklaren , en voor de overigen het mondeling onderzoek to kunnen beperken tot het strikt noodige. Bij het examen in bouwkundig- waterbouwkundig- en scheepsteekenen , als ook voor de uitvoering van epureA der besehrijvende meetkunst , zouden de overgelegde en naar het oordeel der Commissie voldoend gewaarmerkte teekeningen , als proeven van bekwaamheid worden toegelaten. Bij minder voldoenden uitslag van dit onderzoek zouden de candidaten in de gelegenheid gesteld worden teekeningen to vervaardigen. Do uitslag van het onderzoek zou afzonderlijk voor elk yak door een cijfer aangeduid worden , naar de schaal van : 1 en 2 voor slecht: 4 onvoldoende ; 3 even beneden voldoende ; 5 6 voldoende; 8 7 goad ;
Dingsdag 27 Junij. Bouwkunde en kennis van bouwstoffen, schriftelijk en mondeling. Woensdag 28 Junij. Bouwkunde en kennis van bouwstoffen, schriftelijk en mondeling. Donderdag 29 Junij. Wiskunde, schriftelijk. Idem. 30 )9 Vrijdag Zaturdag 1 Julij. Wiskunde , mondeling. Toegepaste ,natuurkunde.
9
10 uitmuntend.
De uitslag voor het examen in zijn geheel werd , uit de afzonderlijk voor elk yak verkregen cijfers, door de Commissie opgemaakt in hare vergadering van 5 Julij ; na zorgvuldige overweging stelde zij dien vast als volgt :
Maandag 3 Julij. Wiskunde , mondeling. Toegepaste natuurkunde.
Deel- Toegenomen. gelaten.
Dingsdag 4 Julij. Analytische scheikunde. Handteekenen. voor civiel en bouwkundig ingenieur. . 21 Elken dag van des morgens 9 tot 12, en 's namiddags van 1 tot 4 uur. Bepaalde subcommissien werden niet gevormd ; alleen de beeren BAEHR en VAN PESCH zouden in overleg de nitkomsten van het wiskundig onderzoek vaststellen. De heer STEUERWALD nam op zich , het onderzoek in waterbouwkundig teekenen en kennis van waterbouwkundige materWen ; de heer MORRE dat in de burgerlijke bouwkunde en de kennis van bouwstoffen ; de beer GERKENS, dat in het handteekenen. De heer HUBRECHT zou de kennis der candidaten in de analytische scheikunde onderzoeken ; terwijl - voor de toegepaste natuurkunde , behalve den daarvoor bestemden tijd, nog niets readers bepaald kon worden , omdat de voor dit vak benOemde examinator zijne benoeming niet had kunnen aanvaarden. De vragen voor het schriftelijk werk zouden door den examinator , wien zulks aanging , op den bepaalden tijd worden opgegeven : de Commissie meende dat eene overweging van die vragen in haar midden niet noodig was. Men heeft getracht het mondeling examen bij de wiskun.de hoofdzaak to doen zijn. Vooral bij de wiskunde kan
• •
17
» bouwkundig en scheepsbOuwkundig ingenieur
2
1;
werktuigkundig ingenieur . .
2
1;
zoodat van de 25 er 19 zijn geslaagd. Op de dagen van schriftelijk en mondeling examen werd ieder candidaat op zijne beurt voor dit laatste opgeroepen , terwtjl de overigen ongestoord met hun schriftelijk werk konden voortgaan. Zoo werd ieder in de bouwkunde 6(in half uur onderzocht ; dit onderzoek , als ook de gestelde schriftelijke vragen , waren in verband gekozen met het programma der lessen aan de Polytechnische school voor 1870-1871, en leidde met enkele uitzonderingen tot gunstige uitkornsten. kennis van bouwstoffen bij burgerlijke bouwkunde in gebruik , was in het algemeen minder voldoende. De overgelegde gewaarmerkte teekeningen geven blijken van ijver en netheid. Wat het waterbouwkundig teekenen betreft, verschaften van 4 candidaten de overgelegde teekeningen geen vol-
2 doenden grondslag voor debeoordeeling van hunne bekwaamheid ; door 2 zelfs was niets overgelegd. Aan hen werd drie uren tijds gegeven tot het teekenen van eene eenvoudige beschoeijing volgens opgegeven afmetingen. Van bijna alle candidaten kan gezegd worden , dat zij voldoende blijken van oefening en bekwaamheid hebben gegeven, om te mogen aannemen dat zij hunne studio in waterbouwknnde met vrucht zullen kunnen voortzetten. Van sommigen was het teekenwerk zeer goed. De uitkomst van het examen in de kennis van waterbouwkundige materialen was verre van bevredigend. De beantwoordingen der schriftelijke vragen waren bijna zonder uitzondering oppervlakkig en onvolledig. Voor het schriftelijk examen in de wiskuude werden aan de candidaten voorgelegd : eene vraag over hoogere stelkunde, eene over bolvormige driehoeksmeting, twee over differentiaal- en drie over integraal-rekening, drie over analytische meetkunst en drie over beschrijvende meetkunst. Op grond van de ingeleverde antwoorden werd het examen in die vakken van 6 candidaten voor voldoende verklaard. Het mondeling onderzoek moest zich dus nog over 19 uitstrekken , terwijl voor verscheidenen dit nog slechts over enkele punten behoefde to loopen. Buitendien moesten 6 anderen nog een constructie der beschrijvende meetkunst uitwerken , omdat zij of geen teekeningen hadden overgelegd , of de overgelegde teekeningen niet voldoende geacht werden. Den eersten dag van het mondeling examen nam een der examinatoren tank van vragen alleen op zich , terwijl de andere daarbj tegenwoordig was : den tweeden dag hebben zij dien arbeid onder zich verdeeld , zoodat toen de beoordeeling van het mondelinge aan een enkel persoon overgelaten bleef. Over het algemeen gaf dit onderzoek gunstige uitkomsten. Sommige candidaten waren zeer goed , doch bij enkelen bleek bet maar al to zeer dat zij niet veel werk gemaakt hadden van dit yak. Met lof kunnen van enkelen de dpures der beschrijvende meetkunst vermeld worden. Eene poging om to voorzien in de vacature , ontstaan door het bedanken van het lid der Commissie dat voor de toegepaste natuurkunde zou optreden , mislukte door de weigering van den nieuw benoemde, zoodat het examen in dit vak alleen schriftelijk afgenomen werd. Een der laden nam op zich de vragen , drie in aantal , voor dit vak op to geven en de antwoorden te beoordeelen. Daze konden over het algemeen voldoende genoemd worden. Het examen in de analytische scheikunde werd afgenomen in het laboratorium der Polytechnische school; aan de candidaten werden eenvoudig zamengestelde mengsels tot qualitatief onderzoek gegeven , en aan dit onderzoek eon kort onderhoud over scheidings-methoden en reactien op zeer bekende stoffen vastgeknoopt. De uitslag was over het algemeen zeer ongunstig, on van praktische bedrevenheid bij velen geen sprake. De beide candidaten voor den scheepsbouw hadden good ge svaarmerkte teekeningen overgelegd, konden daarvan eene voldoende verklaring geven, en wisten de vragen te be , waartoe de toepassing van de gronden der bescbrijvende meetkunst op dit yak aanleiding gaf. Het handteekenen , waarvoor gevraagd was het in teekening brengen van een gewonen handkruiwagen , in een bUzonderen stand geplaatst , gaf over het algemeen bevredigende uitkomsten.
het examen 13 volgens art. 60 , en van de examens C volgens artt. 61-65 der wet tot regeling van het middelbaar onderwijs, heeft de ear Uwer Excellentie , in voldoening aan art. 67 dier wet, het volgende verslag harer workzaamheden aan to bieden. Het aantal der candidaten bedroeg 32 ; daarvan behoorden tot de kategorie van technoloog (B art. 60) 4 ; van civielingenieur (C art. 61) 23; van architect (C art. 62) 1; van scheepshouwkundig ingenieur (C art. 63) geen ; van worktnigkundig ingenieur (C art. 64) 2 en van mijnen-ingenieur (C art. 65) 3. Do architect had zich tevens voor het examen als civiel-ingenieur aangemeld. Allen waren in het bezit van de voor dit examen noodige acte en hadden hunne opleiding aan de Polytechnische school ontvangen. Het examen werd door subcommission in de verschillende vakken zoowel mondeling als schriftelijk afgenomen ; daarbij heeft men getracht den tijd voor het examen tot een minimum to brengen , waarin men wer geslaagd is , ofschoon men , naar het oordeel der Commissie, hierbij ook tot de uiterste grens is gekomen. Het examen heeft gednurd van Dingsdag den 27sten Junij tot Vrijdag den 7den Julij, dagelijks van 9 tot 12 en van 1 tot 4 uur. Aileen de architect heeft reeds den 26sten Junij met teekenwerk begonnen. Reeds den eersten dag onttrokken zich 3 civiel-ingenieurs en 1 mijnen-ingenieur aan het examen.
,
-
Delft, October 1871.
.N amens de Commissie , G. F. W. BAEHR
,
I.
Examen der technologen.
Het examen der technologen heeft zicht uitgestrekt over de volgende vakken :de bolvormige driehoeksmeting, de beginselen der analytische meetkunde, de beginselen der beschrijvende meetkunde ; de theoretische on toegepaste mechanica ; de kennis van werktuigen ;, de mechanische technologie ; de toegepaste natuurkunde ; de toegepaste en analytische scheikunde; de sch,eikundige technologie; de burgerlijke bouwkunde en constructie , on eindelijk het hand; teekenen. De uitslag van het examen was over 't algemeen niet ongunstig, zoodat de Commissie heeft kunnen besluiten aan alle vier de candidaten de acte van bekwaamheid als technoloog uit te reiken. II.
Examen der civiel-ingenieurs.
De candidaten voor civiel-ingeniour zijn geexamineerd in : de theoretische en toegepaste mechanica ; de kennis van werktuigen ; de waterbouwkunde, in het bijzonder over de vereischten van eene goede zeehaven , de inrigting van havenhoofden aan zee , den worm , afmetingen van draaibruggen , stelsels van bovenbouw voor bruggen met groote openingen , versterking van eene dijkgslooijing tegen golfslag, middelen van grondtransport en het ontwerpen van een draaibrug; voorts in de burgerlijke bouwkunde en schoone bouwkunst, omvattende voornamelijk de constructie van eenvoudige gebouwen , het projecteren , de leer der bouwstijlen en het bouwkundig teekenen ; voorts in het situatieteekenen ; het waterbouwkundig teekenen ; het handteekenen ; het maken van ontwerpen, bestekken on begrootingen ; in de geodesie en het praktisch landmeten en waterpassen , eindelijk in het administratief regt in betrekking tot den waterstaat en openbare werken. De uitslag van dit examen was van dien aard , dat de Commissie aan 10 candidaten de acte van bekwaamheid kon uitreiken, terwijl de andere 10 afgewezen moesten worden. .
Voorzitter. III. Examen van den architect.
Aan Zijne Excellentie den Minister van Staat en van Binnenlandsche Zaken. De Commissie , benoemd bij beschikkingen van Uwe Excellentie van 19 Junij 1871 , n°. 242 , 5de afdeeling en van 17 Junij 1871 , lit. E, 5de afdeeling, tot het afnemen van
De eenige candidaat in dit yak had zich tevens voor eiviel-ingenieur aangeroeld en werd derhalve in alle onder II vermelde vakken ondervraagd. Als civiel-ingenieur is hij evenwel in zijne pogingen niet geslaagd. Gunstiger liep voor hem het examen als architect af, waarbij hij voornamelijk in de burgerlijke bouwkunde, het ontwerpen van gebouwen , de schoone bouwkunst en het bouwkundig teekenen als ook in het hand- on ornamentteekenen goede kundigheden en groote bedrevenheid bleek_te bezitten. Om daze reden , als ook wegens den uitslag van het examen
3 in de vakken voor civiel-ingenieur reeds genoemd , heeft de Commissie vrijheid gevonden hem de acte van bekwaamheld als architect of bouwkundig ingenieur toe to kennen. Examen der werktuigkundige ingenieurs.
IV.
Dit examen heeft bestaan in : de theoretische en toegepaste mechanica ; de kennis van werktuigen ; de mechanische technologie; de werktuigbouwkunde ; de burgerlijke bouwkunde ; het teekenen van werktuigen ; het handteekenen en het administratief regt, in betrekking tot fabrieken en werktuigen. Beide candidaten hebben in de vermelde vakken een voldoend examen afgelegd , en is hun uit dien hoofde door de Commissie de acte van bekwaamheid als werktuigkundig ingenieur toegekend. V.
Examen der mijnen-ingenieurs.
Dit examen heeft zich uitgestrekt over : de theoretische en toegepaste mechanica ; de kennis van werktuigen ; de burgerlijke bouwkunde; het theoretische en praktische landmeten en waterpassen ; de aardkunde ; de mijnontginning ; -
de docimasie ; de metallurgic ; het teekenen van werktuigen ; en eindelijk het administratief regt in betrekking tot het mijnwezen. Beide candidaten bleken in verscheidene vakken , voornamelijk ook in die , welke met hun toekomstig beroep in eene naauwere betrekking staan , niet behoorlijk ontwikkeld to zijn on moesten uit dien hoofde door de Commissie afgewezen worden. Het heeft der Commissie leed gedaan aan een groot aantal candidaten het begeerde diploma to moeten onthouden , in 't bijzonder ten aanzien van enkelen aan welker gebleken toeleg en studie zij gaarne reeds nu voldoening had geschonken ; daarentegen heeft zij ook de overtuiging verkregen dat sommige candidaten , die alle reden hadden cm den goeden afloop to betwijfelen , toch bij wijze van proefneming en op good geluk zich aan het examen hadden onderworpen. Delft , Julij 1871.
Ramens de Commissie D. GROT HE , VOOrZitter.
BIJLAGE H.
VERSLAG DER COMMISSIE , belast met het afnemen van het -examen van hen , die acten van bekwaamheid verlangden voor middelbaar onderwijs in wis- en natuurlcundige wetenschappen , landbouwkunde, zeevaartkunde, teekenen en boetseren.
Aan Zijne Excellentie den. Heer Minister van Binnenlandache Zaken.
De commissie , volgens art. 69 der wet van 2 Mei 1863 (Staatsblad no. 50) door Uwe Excellentie bij beschikking
van den 23sten April 1870, lit. G, 5de afdeeling, benoemd kan ten aanzien van de verrigting der examens in wis- en natuurkundige wetenschappen , zeevaartkunde, teekenen en boetseren verwijzen naar de verslagen van vorige commission. De verdeeling der candidaten in groepen , de duur der examens , en de wijze waarop de candidaten werden geiixamineerd was in elk opzigt dezelfde als in het vorige jaar. De candidaten voor de acten van wiskunde , voor natuur- en scheikunde, voor zeevaartkunde werden drie dagen bezig gehouden. De examens in het handteekenen en in het regtlijnig teekenen duurden voor de meeste candidaten vier dagen. In het geheel hadden zich 58 candidaten aangemeld, to zamen aanvragende 62 acten. Enkelen dozer candidaten verschenen niet voor de Commissie anderen, bet onvoldoende der door hen afgelegde proeven beseffende , trokken zich geduronde het examen terug. Deie laatsten zijn in het volgend overzigt onder de afgewezenen hegrepen.
CANDIDATEN.
AARD
der aangevraagde Niet ACTEN. Aantal. verschenen. Toegelaten. Afgewezen. *Puimmamwerwavommummaiimorimilrimolliii.111101•1111.1wwwwwwimiliimillmilmmuiwame
Kr
KIP
KITI
Kcv Kv B J
3
1
1
Mn
Totaal . .
3 4
0
1
0
13
6 0 2 1 3 0 1 4 4
0 0
6
2
MI
0
21
0
3
9
3
2
0
62
10
1
22
12
o 4 2 1 1
6 2 1 30
Ofsehoon de verhouding van het aantal toegelatenen tot dat der afgewezenen (11 : 15) nagenoeg overeenkomt met die welke in het vorige jaar werd verkregen (32 43) , zoo is toch in het algemeen de uitslag van het examen minder gunstig to noemen. Inzonderheid geldt dit de wiskunde. Het verdient opmerking dat van de afgewezenen op edne uitzondering alien onvoldoend examen in de rekenkunst aflegden en dat slechts dEin van hen , die intusschen in de rekenkunst niet geheel voldaan had, redelijke bewijzen van kennis in de stelkunst gaf. Het bleek op nieuw hoe weinig de candidaten bij hunne studie hunne bestemming hadden in het oog gehouden. Nadenken, doordringen in het wezen zelfs van eenvoudige rekenwijzen , had ten eenen male ontbroken. Van de eischen eener duidelijke voordragt hadden velen geenerlei begrip. Toch werd aan de candidaten eenige iijd van voorbereiding gelaten en somwijlen zelfs reeds den dag to voren opgegeven welk onderwerp de Commissie in eene voordragt van eon uur tijds wenschte behandeld to zien. Aan menigen candidaat moest de raad gegeven worden zijne studio niet bij het nalezen van eon leerboek over de cijferkunst to bepalen maar door veelzijdige oefening, door zelfstandigen arbeid on kritische methode zich klare begrippen en grondige kennis te verschaffen. Het ontbreken van daze beide hoofdvereischten was de reden waarom vier candidaten voor de acte KIII (natuurkunde , scheikunde en kosmographie) moesten worden afgewezen. Drie van hen bleken zelfs in de kennis van zaken , die in ieder leerboek gevonden worden , to kort to schieten. De vierde bleek niet bestand tegen eene ondervraging , die ten doel had bij eenvoudige verschijnselen moeijelijkheden , welke zich aan den leerling kunnen voordoen , uit den weg to ruimen. Dit betrof vooral de natuurkunde. Een der candidaten , die de acte verwierf , kon in dit opzigt evenmin aan alle eischen voldoen. Fen zeer goad examen in scheikunde gaf echter aan de Cornmissie vrijheid , met aanbeveling van verdere studio , de acte toe te kunnen. Beter slaagden de candidaten voor de tweede acte wiskunde Ky. Inzonderheid mag geprezen worden het examen van yen candidaat , die in eon afgelegen dorp geheel aan eigen krachten overgelaten , de middelen had weten to vinden om de wiskundige studien , welke hem vroeger de °erste acte verwierven , met vrucht voort te zetten. Voor de acte van natuurlijke geschiedenis had zich voor het eerst eene vrouwelijke candidaat aangemeld. De Commissie meende in hare eischen een weinig to mogen afdalen , naar aanleiding van de eigenaardige eischen van het onderwijs voor meisjes. Vooral in mineralogie en plantkunde mogt dit examen goad geslaagd heeten. De candidaat , die do acte voor zeevaartkunde verwierf, kwam beter voorbereid voor de Commissie dan in vroegere jaren met ander° candidaten het geval is geweest. Toch mogt het examen nog niet in alle opzigten voldoen. Gemis aan een goeden grondslag van algemeene kennis deed zich hier duidelijk gevoelen. Dit bleek vooral bijhet examen in de kennis van de natuurkunde van den oceaan en den dampkring on van de leer der zeevaartkundige werktuigen. De tweede candidaat , die nagenoeg geheel door eigen studio zich had moeten redden en voor wien de gelegenheid was afgesneden in de praktUk zoo menige nuttige les op to doen , moest tot leedwezen der Commissie worden teleurgesteld.
2 De hierboven aangevoerde opmerkingen zijngrootendeels ook toepasselijk op het examen in het teekenen. Het meerendeel der candidaten miste algemeene kennis en toonde zich geen rekenschap te geven van hetgeen zij deden of zeiden. In plaats van op vaste gronden en beginselen , scheen voor hen de kunst op de ingevingen van een half duister besef, dat voor eigen gevoel of smaak moet gelden , te berusten. Waar de candidaten geroepen zullen worden aan wetenschappelijk gevormde jongelingen onderwijs te geven , doet zich dit gebrek to meer gevoelen. De kennis van anatomie en proportie bepaalde zich bij de moesten tot eene geleerde les , en vaak bleken zij van de wijs , wanneer daarbuiten iets gevraagd werd. Met de perspectief had hetzelfde plaats. Wel wisten zij sommige opgaven in perspectief to brengen maar niet waarom zij het aldus deden. De Commissie acht zich evenwel gelukkig ook uitzonderingen hierop to vermelden , waarvan er een paar zelfs de meeste voldoening gaven. Daarbij was het onmiskenbaar dat de opleiding op eene burgerschool den stevigen grondslag bleek to vormen , waarop de latere studien met vrucht konden volgen., Het handteekenen was over het algemeen zwak ; ofschoon dat bij sommige candidaten niet aan gebrek aan ijver to wijten was, maar ook aan de plaatsen waar zij zich moesten oefenen , of zelfs aan het ontbraken van eene voldoende gelegenheid daartoe. Volkomen is dit alles ook op het onderzoek in hunne kennis van de leer van bet ornament in de verschillende stijlen toepasselijk. De bovengenoemde hoofdopmerkingen , namelijk gebrek aan degelijke, wetenschappelijke opleiding, gelden ook voor het regtlijnig teekenen en de perspectief. De bekwaamheid in de beschrijvende meetkunde was over het algemeen gering. De gronden der isometrisehe perspectief ontbraken aan alien ; men had haar slechts als formule eenigermate leeren kennen , zonder zich rekenschap to kunnen geven. Bij twee of drie candidaten slechts was de kennis van het ornament, in zijn noodzakelijk verband met de altijd bouwkunstige gestalte van een ligchaam, voldoende , bij een enkele zelfs zeer voldoende. Het gebrek aan deze kennis toonde zich vooral in het ontwerpen en teekenen , waarbij ook meestal stijlkennis ontbrak. Wat het boetseren betreft , in het belang der candidaten mag de aandacht er op gevestigd worden , dat zij ook behooren eenige kennis van figuren to hebben , zullen zij in staat zijn het ornament in uitgebreiden zin , waartoe ook mensch en dierflguur behoort , to boetseren. Namens de Commissie, De V oorzitter , BOSSCHA.
De Secretaris , A.
J.
VAN PESCH.
VERSLAG DER COMMISSIE , belast met het afnemen der examens van len , die acten van bekwaamheid verlangden voor middelbaar onderwy 6. in de ederlandsche taal en letterkunde , vreemde talen en hare letterkunde, geschiedkundige , staats- en handelswetenschappen , het schoonschrijven on de gymnastiek.
Aan zij ne Excellentie den Beer Minister van Binnenlandsche Zaken.
De Commissie , benoemd bij Uwer Excellentie's beschikking van den 23sten April 1870, n°. 171, 5de afd., heeft de eer bij dezen verslag te doen van de door haar afgenomen examens. De examens hebben geduurd van den 16den Mei tot en met den 14den Junij. Die in Nederlandsche taal en letterkunde hadden plaats van den 16den Mei tot en met den 3den Junij , die in geschiedenis eveneens van 16 Mei tot den 3den Junij , die in aardrijkskunde den 8sten , 13den en 14den Junij, die in staatswetenschappen den 23sten ; 24sten en 25sten Mei , die in handelswetenschappen den 8sten , 9den , 13den en 14den Junij , die in boekhouden den 24sten Mei tot den 14deIa Junij , die in Fransche taal en letterkunde den 16-19den Mei en den 2-14den Junij, die in Engelsche taal en letterkunde tusschen den 20sten Mei en 9den Junij, die in Hoogduitsche taal en letterkunde den 16-21sten Mei en den lsten en 2den Junij , die in schoonschrijven den 19den en 2lsten Mei , die in gymnastiek den 28sten Mei en den 4den , 10den en en 11den Junij. Onder deze zijn ook begrepen de examens der vrouwelijke candidaten, welke plaats hadden den 2den , 3den en 7den Junij. In het geheel hadden zich aangemeld 117 mannelijke candidaten tot het afleggen van 119 examens , benevens 13 vrouwelijke , elks voor 66n examen. In het geheel zijn er 11 niet opgekomen, waaronder den, die zich voor twee examens had aangemeld. Het getal afgelegde examens bedroeg derhalve t'120 , van welke 44 met - gunstigen en 76 met ongunstigen uitslag. In de volgende tabel worth de uitslag voor elk vak afzonderlijk opgegeven.
3 GETAL VAN HEN, DIE
Gevraagde acte van bekwaamheid volgens de programma's, behoorende bij de Koninklijke besluiten van 2 Februarij 1864 (Staatsblad n°. 8) en van 11 October 1869 (Staatsblad no. 156).
LEDEN DER COMMISSIE
door wie het
a)
ao
examen
40 GS
4
is afgenomen. cp
•
11.7? N
N
MANNELIJKE CANDIDATEN. . 17
Nederlandsche taal en letterkunde (Prog. K, VII , Q.)
15
3
11
1
10
4
Aardrijkskunde (Prog. K, IX, Q.)
4
1
3
2
Staatshuishoudkunde enz (Frog. G, Q.)
2
))
2
1
Staatshuishoudkunde (Frog. K, X, Q.)
1
1
1
1
1
Handelswetenschappen (Prog. H, Q.)
4
4
1
Boekhouden. . . . . (Prog. K, XII , Q.)
21
21
6
Fransche taal en letterkunde • • • (Prog. L, Q.)
10
10
Engelsche taal en letterkunde . . (Prog. L, Q.)
10
Hoogduitsche taal en letterkunde . (Prog. L, Q.)
8
Geschiedenis (Prog. K, VIII , Q.)
• •
Staatsinrigting. . . (Prog. K, XI, Q.)
Schoonschrijven . • (Prog. N.)
• •
••
•
Gymnastiek (Prog. P.)
Totaal der mannelijke candidaten.
))
2
dr. E. Verwijs.
11
1
5
dr. C. A. Engelbregt. dr. D. J. Steyn Parv4. dr. M. P. Lindo.
1 1
mr. S. Vissering.
1
mr. S. Vissering. mr. S. Vissering.
3
mr. H. ter Haar Bz.
3
12 •
mr. H. ter Haar Bz.
3
1
6
dr. E. Piaget.
8
1
1
6
dr. M. P. Lindo.
8
1
7
dr. J. H. H. Hiilsmann.
2
dr. D. J. Steyn Parve. dr. M. P. Lindo.
3
1
2
27
3
24
13
119
10
109
36
11
8
dr. H. van Cappelle. M. A. van der Elst.
65
VROUWELIJKE CANDIDATEN. Nederlandsche taal en letterkunde. (Prog. K , VII, Q.)
2
2
2
Geschiedenis (Frog. K, VIII , Q.)
2
2
2
Boekhouden. (Prog. K, XII , Q.)
1
Fransche taal en letterkunde (Prog. L, Q.)
•
•
1
3
Engelsche taal en letterkunde (Prog. L, Q.)
4
Hoogduitsche taal en letterkunde (Prog. L, Q.)
1
1
dr. E. Verwijs. dr. C. A. Engelbregt.
))
))
3
2
3
1
1
1
))
1
dr. E. Piaget.
2
dr. M. P. Lindo. dr. J. H. H. Hiilsmann.
Totaal der vrouwelijke candidaten.
13
2
11
8
8
3
Algemeen totaal.
132
'12
120
44
8
68
valt nog op to merken , dat een der afgewezen candidaten voor handelswetenschappen eene acte verkreeg voor boekhouden , en dat aan een der hier als afgewezen vermelde canditaten voor boekhouden nogtans eene acte als huisonderwijzer in dat vak werd uitgereikt. Van de mannelijke candidaten , welke de acte voor Nederlandsche taal en letterkunde verkregen , waren twee reeds in het bezit eener acte voor middelbaar onderwijs in Engelsche taal en letterkunde ; een hunner was in 1869 afgewezen. De derde was een hulponderwijzer met toelating voor lager onderwijs in vreemde talen. Van de 12 overige candidaten, die of werden afgewezen , of zich na een onvoldoend mondeling examen terugtrokken , hadden 4 eene acte van hoofdonderwijzer , waaronder een met toelating voor lager onderwijs in Fransch, 6 eene acte van hulponderwijzer, waaronder den met toelating voor Duitsch ; 2 candidaten hadden tot dusver geen examen gedaan ; twee werden voor de tweede maal en den zelfs voor de derde maal afgewezen. Van de 4 candidaten , die voor de geschiedenis werden toegelaten , had den behalve de acte van hoofdonderwijzer en toelating voor talon en wiskunde, reeds acten voor middelbaar onderwijs in aardrijkskunde en in zeevaartkundo, den den graad van doctor in de regten , en twee den rang van hulponderwijzer ; de drie laatstgenoemden waren vroeger afgewezen. Onder de zes overigen waren er twee met den rang van hoofdonderwijzer , die voor de tweede maal werden afgewezen , den met acte voor middelbaar onderwijs in aardrijkskunde en rang van hoofdonderwijzer, den met acte voor Nederlandsche taal en letterkunde , 66n met acte als hoofdonderwijzer en den candidaat in de theologie. De drie candidaten voor aardrijkskunde hadden alien acten voor middelbaar onderwijs in Nederlandsche taal en letterkunde , en waren reeds aan eene hoogere burgerschool werkzaam ; van de twee toegelatenen deed eon voor de tweede maal examen in aardrijkskunde. Onder de vier candidaten voor staatswetenschappen waren twee leeraren aan hoogere burgerscholen ; de den , die de volledige acte verkreeg , had reeds vroeger eene acte voor boekhouden verkregen en bezat den graad van candidaatnotaris ; den ander word de acte voor de gronden der gemeente , provinciale en staatsinrigting van Nederland toegekend , nadat hij reeds vroeger die voor staatshuishoudkunde en statistiek had verkregen. Van de beide afgewezen candidaten was die , welke zich voor de volledige acte had aangemeld, candidaat-notaris , de ander , die alleen in staatshuishoudkunde on statistiek examen deed , hulponderwijzer zonder toelating voor eenige vreemde taal. Van de vier candidaten voor de volledige acte voor handelswetenschappen bezaten 3 reeds eene acte voor bookhouden ; eon hunner, tevens doctor in de regten , word toegelaten. Van de twee anderen was de een hoofdonderwijzer met toelating voor lager onderwijs in drie vreemde talen, de ander kantoorbediende ; de vierde candidaat, die tot dusverre nog geen examen had afgelegd en als boekhouder werkzaam was , verkreeg eene afzonderlijke acte voor boekhouden, maar werd voor de volledige acte afgewezen. Van de zes , die eene acte voor schoolonderwijs in boekhouden verkregen , was een leeraar in wiskunde aan eene hoogere burgerschool , 3 kantoorbedienden , den huisonderwijzer en den godsdienstonderwijzer. Van de 15 , die als afgewezen vermeld zijn of zich onder het examen terugtrokken , moot den buiten beschouwing blijven , die • door ongesteldheid verhinderd word het examen ten éinde to brengen ; onder de overige 14 waren 4 kantoorbedienden , waarvan 2 voor de tweede 'Baal werden afgewezen , 3 kierken of ambtenaren • waaronder 1 voor de tweede en 1 voor de derde maal werd afgewezen, 1 huisonderwijzer , 2 gymnastiek-leeraren en 1 leeraar in wiskunde aan eene hoogere burgerschool, den Student in de regten en den candidaat zonder graad , acte of betrekking ; terwijl den onderwijzer,, die het vorig jaar was afgewezen, thans eene acte als huisonderwijzer verkreeg. De 3 candidaten , welke eene acte verkregen voor Fransche taal en letterkunde, legden alien voor de tweede maal dat examen af ; een hunner , eon vreemdeling , had acte voor lager onderwijs in het Fransch , de tweede acte van hulponderwijzer met acte voor lager onderwijs in het Fransch de derde toelating voor lager onderwijs in drie vreemde talon. Onder de 7 geäxamineerden, die geen acte verkregen , waren er 2 , die voor de tweede maal, en een , die voor de derdemaal examen aflegden ; onder hen waren drie vreemdelingen ,
den zonder ante, twee met toelating voor lager onderwijs
in de Fransche taal , en 4 Nederlanders , waarvan 2 met rang van hoofdonderwijzer en toelating van lager onderwijs in twee of drie talon , een hulponderwijzer met toelating voor lager onderwijs in twee talon en den zonder eenige acte. De eenige candidaat, die voor het Engelsch word toegelaten , had den rang van hoofdonderwijzer en toelating voor drie talon ; van de 7, wier examen ongunstig afliep , was een vreemdeling met toelating voor lager onderwijs in het Engelsch , een Nederlander met toelating voor lager onderwijs in Fransch en Engelsch (doze candidaat had dit jaar met gunstigen uitslag examen voor Fransche taal en letterkunde afgelegd) en 5 hulponderwijzers met toelating voor lager onderwijs in eene of twee vreemde talon ; van laatstgemelden werden 3 voor de tweede maal afgewezen. De candidaat , die een voldoend examen in Duitsche taal en letterkunde aflegde , was hulponderwijzer met toelating voor lager onderwijs in twee talon ; van 7 afgewezenen waren 3 vreemdelingen , waarvan den toelating had voor lager onderwijs in het Duitsch; van de overigen hadden 2 acte voor Nederlandsche taal- en letterkunde en 2 den rang van hoofdonderwijzer met toelating voor lager onderwijs in eene of twee talon. Van de beide afgewezen candidaten in schoonschrifven had den den rang van hoofdonderwijzer , den dien van hulponderwijzer on acte voor middelbaar onderwijs in gymnastiek. Vande 13 candidaten , die eene acte voor gymnastiekonderwUs verkregen , legden 3 voor de tweede en den voor
de derde maal examen af; 12 hunner hadden reeds eene acte voor lager onderwijs in gymnastiek, en 6 bovendien acte van hulponderwijzer ; 4 waren in militaire dienst. Van de 11 afgewezenen werd een voor de tweede maal afgewezen ; 3 hadden acte als hulpondeiwijzer met toelating voor lager onderwijs in gymnastiek, 6 uitsluitend de laatstgemelde toelating en 2 alleen acte als hulponderwijzer ; onder hen waren 2 nog in militaire dienst. Van de vrouwelijke candidaten , die examen in Nederlandsche taal en letterkunde aflegden , was de eene hulponderwijzeres met toelating voor lager onderwijs in drie talon , het vorige jaar afgewezen ; de andere had vroeger nog geen examen voor lager of middelbaar onderwijs afgelegd. De beide candidaten voor geschiedenis hadden beiden acte van hoofdonderwijzeres met toelating voor twee of drie talon. Onder de twee, die ante voor de Fransche taal en letterkunde ontvingen , was er eene, die het vorige jaar was afgewezen, doch geen acte voor lager onderwijs bezat : de andere had eene acte als hoofdonderwijzeres en toelating voor lager onderwijs in drie talon ; de afgewezene had acte voor lager onderwijs in de Fransche taal. De voor het Engelsch toegelatene had acte van hulponderwijzeres met toelating voor lager onderwijs in Fransch en Engelsch; van de beide afgewezenen had de eene acte als hoofdonderwijzeres met toelating voor lager onderwijs in drie talon , de andere eene acte voor lager onderwijs in Fransch en Engelsch. Eindelijk had de candidate , welke acte voor Duitsche taal en letterkunde verkreeg, vroeger geen examen voor lager of middelbaar onderwijs afgelegd. De uitslag der examens is zonder twijfel zeer ongunstig to noemen voor de mannelijke candidaten , daarentegen gunstiger voor de vrouwelijke. In 1869 reeds woes de examen-commissie op een ongunstigen uitslag ; wat eerstgenoemden betreft is thans op nieuw op achteruitgang to wijzen. In 1869 waren van de 104 examens der mannelijke candidaten slechts 43 voldoende, dit jaar slechts 36 van de 109 ; laat men de examens in gymnastiek ter zijde , dan waren in 1869 30 van de 82 voldoende , in 1870 slechts 23 van de 85. Bijzonder opmerkelijk was de achteruitgang bij de Nederlandsche taal en letterkunde ; het vorig jaar werden 7 van de 15 toegelaten , thans slechts 3 van de 15 ; ook voor boekhouden was de uitslag ongunstiger,, daar toen 11 van de 23 , thans slechts 6 van de 21 de verlangde acte verkregen. Voor de vrouwelijke candidaten is eene vergelijking met voorgaande jaren moeijelijk , zoowel uit hoofde van het toen nog goring getal candidaten , als van de onbekendheid met de eischen, die het vorig jaar een ongunstigen nitslag uitoefende. Het is der Commissie aangenaam bij de vele teleurstellingen , welke de meeste examens haar opleverden , op den betrekkelijk gun-
stigen uitslag van de examens der aanstaande onderwijzeressen aan middelbare scholen te kunnen wijzen. Evenmin als bare voorgangster kan de Commissie voor den ongunstigen uitslag der examens andere redenen aanwijzen , dan de geringe kennis en vooral de gebrekkige ontwikkeling van de meeste candidaten. Stronger dan vroegere Commissien is zij niet geweest ; maar meet' en meer schijnen de candidaten met geringe kennis toegerust en vooral zonder algeraeene ontwikkeling zich voor het examen aan to bieden; in plaats dat meer on moor' de overtuiging gevestigd zou worden , dat in den onderwijzer aan eene middelbare school eene zeer ruime mate van algemeene kennis on ontwikkeling wordt vereischt on dat derhalve, zij , welke die niet bezitten , verkeerd doen en zich slechts teleurstellingen bereiden , indien zij zich voor het middelbaar onderwijs bestemmen , schijnen tegenwoordig onervaren hulponderwijzers on dergelijken van meaning to zijn , dat het voldoende is zich op een enkel vak toe to leggen om bij het middelbaar onderwijs to slagen. Zij verliezen daarbij geheel uit het oog dat , zoo al de meoste leeraren aan eene hoogere burgerschool vak-leeraren zijn, het onderwijs toch niet goed kan gegeven worden, indien de leeraar niet tevens door zijne opleiding en voorbereiding een degelijken wetenschappelijken grond heeft gelegd, waarop hij dan verder in eene bepaalde rigting kan voortbouwen. De examen-commissie zou meenen zich slecht van hare belangrijke taak to kwijten , indien zij niet bij haar onderzoek daarop acht gaf on zich tevreden stelde , zoo de candidaten het een on ander van het door hen opgegeven vak hadden van buiten geleerd , zonder zoozeer in den geest daarvan to zijn doorgedrongen, dat de mededeeling daarvan aan leerlingen hun gemakkelijk moot vallen en zij ook daardoor van den vorm meester zijn geworden. Over de verschillende zakken , waarover , het examen zich heeft uitgestrekt , meent de Commissie nog het volgonde to mogen ,opmerken. De drie candidaten die voor Nederlandsche taal en letterkunde werden toeggaien , toondengrondige kennis onzer letterkunde to bezitten en wisten die goed mode te deelen. De schriftelijke opstellen over eenig punt onzer letterkundige geschieldenis gaven made reden tot tevredenheid ; van een enkele mogt het opstel wat stij1 en inhoud betreft, uitstekend genoemd worden. Hunne grammaticale kennis was niet even voldoende en de spraakkunst scheen niet in al hare onderdeelen met even grooten ijver behandeld, als aan de beoefening der letterkunde en aan hot lezen onzer beste auteurs was besteed. De Commissie meende hun dit bij het toereiken der acte op het hart te moeten drukken , en zij vertrouwt dat de toegelatenen dien wenk zullen ter harte nemen en het ontbrekende aanvullen. Onder hen , die voor het Nederlandsch moesten worden afgewezen , waren er verscheidenen op wie hot hierboven in het algemeen opgemerkte van toepassing is. Vele onderwijzers der lagere school , het gemakkelijker oordeelende zich op edn yak voor middelbaar onderwijs toe te leggen , kiezen gemeenlijk het Nederlandsch. Het examen wordt dan na eenige zeer oppervlakkige studie beproefd , en , menigeen moot dan wel tot het besluit komen dat hij tot dus verre nog geen het min ate denkbeeld had van de eischen van het middelbaar onderwijs. Van velen is het zeer to betwijfelen , of zij er wel ooit begrip van zullen krijgen ; dezen zouden zeker veel verstandiger handelen indien zij trachtten deaelijke onderwijzers der lagere school to worden. Opmerkelijk is het , dat verscheidenen zich aan het examen onderwerpen zonder eenige de minste kennis to hebben van vreemde talon Nogtans is bet duidelijk, dat bij middelbaar onderwijs althans eenige bekendheid met Duitsch en Fransch olstrokt onmisbaar is; dat bij grammaticaal onderwijs die twee faetoren noodwendig zijn on ook bij het onderwijs in letterkunde eenige kennis van de litteratuur van Duitschland en Frankrijk niet kan gemist worden. Naar het oordeel der Commissie is een leeraar der Nederlandsche taal en letterkunde , die alleen met zijrie eigene taal bekend is, eene onmogelijkheid. Bezit hij niet die algemeene ontwikkeling , die elk beschaafd mensch deelachtig is, dan zullen al ligt zijne leerlingen , die aan de school de vreemde talon beoefenen , in dit opzigt zijne meerderen zijn ; merken zij , dat de leeraar bijv. bij grammaticaal onderwijs de noodzakelijke vergelijking ,
,
.
met het Duitsch niet kan geven , hij zal weldra. aller spot zijn en vlugge jongens zullen hem telkens aan die Achilleshiel trachten to kwetsen. Als bewijs van het bier gezegde kan nog worden aangevoerd, dat een der candidaten het Nederlandsch niet zonder grove fouten kon schrijven en niet meer vorderingen scheen to hebben gemaakt dan pen zeer middelmatige leerling uit de 3de klasse eener hoogere burgerschool. Van Bilderdijk had hij niets gelezen; van de letterkunde der negentiende eeuw kende hij alleen de .. , Lidewijde van Busken Huet. Over het algemeen waren de letterkundige opstellen der afgewezen candidaten niet veel meer dan eene echo van het in de handboeken voorkomende ; bij sommigen niets dan bombast en holle phrasen *, die het papier vulden doch niets zeiden. Voor taalkunde werden ale schriftelijk werk den candidaten een vijftal zinnen voorgelegd , aan onze beste schrijvers ontleend , waarin de een of de andere stylistische font was verscholen , als verkeerd gebruik van woorden , fouten tegen syntaxis , slechte constructie, zeer tastbare germanismen en gallicismen, enz. Die fouten moesten worden verbeterd , en met korte woorden moest worden verklaard, welke de fout was en het waarom aangewezen. Op zeer weinige uitzonderingen na gaf dit work, dat tevens moest dienen om over de paedagogische kennis der candidaten to oordeelen , weinig reden tot tevredenheid. warden al do fouten gevonden , de bijgevoegde verklaring was gemeenlijk slecht en onduidelijk , zoodat een leerling er niets van zou kunnen begrijpen. Sommigen zochten fouten in de afwkikende spelling , bijv. van BILDERDIJK of in onberispelijke dichterlijke vrijheden, door de versmaat vereischt , en gaven menigmaal het bewijs , dat zij oen vers niet eens konden lezen ; anderen waren niet in staat grove germanismen, als bijv. aandacht (Hgd. Andachl , verrukt verrackt) enz. , als fouten to herkennen. Ook het mondeling examen, in de taalkunde, dat doorgaans plaats had naar aanleiding van een stuk onzer schrijvers , dat aan de candidaten ter verklaring werd voorgelegd , en waarbij zich als van zelf de gelegenheid voordeed om over verschillende punten der spraakkunst to spreken , gaf weinig reden tot tevredenheid. Zelden flinke antwoorden ; menigmaal ontving de examinator eerst na herhaaldelijk vragen een nog weinig bevredigend antwoord , dat voor een leerling zeker geheel onverstaanbaar zou zijn. Het mondeling examen in letterkunde was over hot algemoon meer voldoende, hoewel verscheidenen to vlugtig hadden gelezen en slechts weinig rekenschap van het gelezène wisten to geven. Bij velen werd editor eene vaste methode , eon plan van studio gemist ; gebrek aan algemeene ontwikkeling was ook daarbij wader zeer merkbaar. Van de twee ke candidaten legde de eene vooral in letterkunde eon zeer voldoend mondeling examen of ; hear schriftelijk work was echter minder voldoende ; bij de andere stond het schriftelijk work hooger , ter vvij1 uit het rnondelinge examen overtuigend bleek , dat hare kennis grondig was. Indian de Commissie in het uitspreken van haar oordeel over het examen in Nederlandsche taal en letterkunde wat breedvoeriger is geweest , zoo geschieade dit omdat zij het noodig achtte in de eerste plaats de oorzaken aan to wijzen , die tot een zoo ongunstigen uitslag hebben gelvid , in de tweede om to doen gevoelen , van hoeceel belang het is , dat het onderwijs in de Nederlandsche taal en lotterkunde vooral slechts worde toevertrouwd aan leeraren , die volkomen daarvoor berehend zijn. Brekebeenen die , zoo ills menigmaal geschiedt, opzien tegen een hoofdonderwijzersexamen en zich dan op de studio van het Nederlandsch voor middelbaar onderwijs toeleggen , zijn niet alleen voor het lager onderwijs waarschijnlijk onb•uikbare elementen , maar zullen zeker nooit deugen voor de middelbare school , waarvan zij den acrd en de strekking niet begrijpen. Hoewel de bovengemelde cijfers voor de geschiedenis een niet ongunstigen uitslag schijnen aan te wijzen , zoo meant de Commissie nogtans voor zoodanige. gevolgtrekking to moeten waarschuwen. Zij zou, niet durven verklaren dat de geschiedenis dezen keen zooveel bete• en vollediger was beoefend dan in de laatste jaren het geval was; de gunstige, beslissing had meermalen niet dan na langdurige beT raadslaging plaats ; verScheidene candidaten hadden -bovendien , zoo als hiervoor vermeld is , reeds vroeger vruchte lops getracht de acte to verkrijgen , en waren door dat 2 -
6 vroegere examen opmerkzaam gemaakt op hetgeen toen nog aan hunne historische kennis ontbrak. Velen van de afgewezenen toonden geen oed begrip to hebben van higtorische studie ; eon enkel handboek was veelal de eenige grondslag , waarop zij hunne , natuurlijk zeer beperkte geschiedkundige kennis hadden opgebouwd. Sommige schenen zelfs zoo weinig in te zien , dat van eon leeraar aan eene middelbare school meer gevorderd worth , dan hetgeen door het bestuderen van eon enkel handboek kan worden verkregen, dat een hunner, na zijne afwijzing vernomen to hebben met de beweegredenen , welke daartoe hadden geloid , niettemin aanstonds den voorzitter zeer gemoedelijk afvroeg: » Welk handboek men hem dan nu raden zou -om to gebruiken , ten einde een volgenden keer gelukkiger to zijn ?" Anderen weer verklaarden openhartig (hetgeen trouwens bij het mondeling examen ook bleek), dat zij niet in staat waren eenig book to verstaan , dat niet in hunne moedertaal gescbreven was. De Commissie kan hier slechts herhalen , wat zoo even in betrekking tot de examens in Nederlandsche taal en letterkundo is gezegd, dat namelijk zij , wier algemeene kennis zoo geringen omvang heeft, dat alles wat in eene vreemde taal geschreven wordt, voor hen ontoegankelijk is , verstandig doen indien zij zich geen moeite geven om voor een examen voor middelbaar onderwijs , bepaald ook in de geschiedenis , to studeren. Vooral ook meent zij to moeten herinneren , dat geen goad onderwijs in de geschiedenis mogelijk is , zoo do leeraar niet het verband der gebeurtenissen , hare oorzaken en gevolgen duidelijk voor zijne leerlingen weet to ontwikkelen , on zoo hij niet met de staatsinstellingen , zoowel van ons vaderland als van alle hoofdvolken , met de voornaamste godsdienstige instellingen en wat dies meer zij , bekend is ; vooral ook dienen de candidaten in het oog te houden , dat zelfs de letterlijbe kennis van don ganschen inhaud van een handbook , al ontbrak zelfs aan die kennis niet een enkel feit of jaartal, niet voldoende mag worden geacht , indien die kennis Diet gepaard gaat met zoodanige algemeene ontwikkeling , welke hem tot eene appreciatie der feiten in staat stelt. De examens der beide vrouwelijke candidaten waren vrij voldoende , hoewel ook bij haar de kennis der staatsregeling en bij de eene die van sommige onderdeelen der oude aeschiedenis to wenschen overliet. Het goring getal der examens in aardrijkskunde maakt het moeijelijk algemeene beschouwingen daarover ten beste to geven; alleen mag de Commissie de opmerking niet terughouden , dat zelfs de kennis der beide toegelaten candida,ten nog vrij wat te wenschen overliet , hoewel een hunner reeds voor de tweede maal zich voor het examen aanmeldde. Eon had van wig- en natuurkundige aardrijkskunde grondige kennis verkregen en wist ook eene duidelijke , voor leerlingen geschikte , verklaring der verschijnselen to geven. hunne topographische kennis was voldoende, maar op ethnologisch gebied en in kennis van de staatsregeling der voornaamste volken , alsmede waar van de vroegere zamenstelling der rijken sprake was , schoot hunne kennis nog al eens to kort. De acte word hun dan ook niet toogestaan dan na langdurige beraadslaging on met eene dringende vermaning om nog aan to vullen , hetgeen hun blijkens het examen ontbrak. De derde candidaat , die in geen der onderdeelen van het examen maar eenigzins ken voldoen , moest worden afgewezen, Van de candidaten , die zich voor het examen in staatshuishoudkunde en statistiek en in de gronden der staatsinrigting hadden aangemeld , was een reeds eenige jaren in verschillende administrative betrekkingen werkza,am geweest ; deze gaf vrij voldoende blijken van positive kennis, inzonderheid van het laatstgemelde yak, alsmede van een ;hoed oordeel. Maar evenzeer kwam duidelijk uit, dat het hem nog aan wetenschappelijke vorming faalde. Met de geschiedenis onzer staatsregeling was hij onbekend; de staatshuishoudkunde had hij in een handboek geleerd , maar den zamenhang en de geleidelijke ontwikkeling der vootnaamste leerstukken ken hij niet verklaren. De moest gezag hebbende schrijvers waren hem zelfs bij name niet bekend. De Commissie heeft alzoo niet tot zijne toelating kunnen besluiten; Veal moor bevredigend was het examen van den tweeden candidaat , die reeds eenigen tijd tijdelijk met bet onderwijs in doze vakken aan eene hoogere burger= school was belast geweest. Uit zijn schriftelijk work en vooral -
uit het mondeling examen Week , dat 110 zich met vrucht
op grondige studio had toegelegd ; inzonderheid mogt de Commissie met genoegen ontwaren , dat hij eon juist begrip had van de methode, volgens welke het onderwijs in doze vakken aan eene hoogere burgerschool moat worden ingerigt. Zip heeft dan ook volstrekt geen bezwaar gemaakt om hem de gevraagde acte to verleenen. De kennis van eon derden candidaat , die reeds in het bezit was van de acte voor staatshuishoudkunde on thans in de kennis onzer staatsinrigting geexarnineerd word , was , hoewel niet op alle punten even naauwkeurig , toch ruimschoots voldoende om hem op toelating aanspraak to geven. Leer ongunstig daarentegen was de uitslag van een examen in staatshuishoudkunde en statistiek , afgelegd door een jeugdigen hulponderwijzer aan eene lagere school. In de statistiek sloegen zijne gissingen zelfs tot de zonderlingste vergissingen over ; zoo schatte hij bijv. de som der inkomsten van den Nederlandschen Staat op 20 millioen gulden 's jaars ; dit zelfde bedrag was volgens hem de waarde van den algemeenen invoer in de laatste jaren. De staatshuishoudkunde had hij uit een onkel handbook bestudeerd on zelfs zooveel mogelijk van buiten geleerd ; maar van het geleerde had hij weinig begrepen , en wat niet in dat handboek to vinden was , was hem volkomen vreemd gebleven. Zijn schriftelijk work was in norm en inhoud eene kakographie; de Commissie ken geen oogenblik aarzelen om tot afwijzing to besluiten. Ook het examen in handelswetenschappen leverde weinig bevredigende uitkomsten ; slechts den candidaat , die als juris doctor en bezitter van eene acte voor het boekhouden alleen in warenkennis on handelsgeographie examen had af to leggen , ken de acte verkrijgen ; zijne kennis was zeer voldoende. Onder de overigen word een wegens geheel onvoldoende kennis op elk gebied afgewezen. De twee overigen geven bewijzen van zeer goeden aanleg on legden in enkele onderdeelen een good examen af; maar bij beiden liet de kennis van warenkennis en handelsgeographie zeer veel te wenschen over. Te veel scheen door hen uit het oog to zijn verloren, dat het juist niet noodig is om bij een zoo uitgebreid yak als de warenkennis alle onderafdeelingen to hebben bestudeerd, maar dat het vooral op kennis van hoofdzaken aankomt on dat zij , die zich voor het onderwijs daarin bestemmen , behoorlijk rekenschap weten to geven van die punten, waarop in do eerste plaats de aandacht der leerlingen behoort to worden gevestigd. Bij de handelsaardrijkskunde had een candidaat zich groote moeite getroost om eene menigte cijfers nit handels- on nijverheidsstatistiek to memoriseren; maar beiden candidaten ontbrak het aan voldoende geographische kennis. Ook de wijze waarop en de hoofdwegen waarlangs het handelsverkeer tusschen de groote centrums van handel en nijverheid plaats vindt, waren onvoldoende bestudeerd. Bij het examen in boekhouden bleak het, dat wel de meeste candidaten voldoende praktische vaardigheid bezaten in het journaliseren ; maar bij zeer velen strekte zich de kennis niet veel verder uit. Eene enkele uitzondering is hier to maken voor een candidaat , als leeraar in wiskunde aan eene hoogere burgerschool werkzaam , the een in alle opzigten uitstekend examen aflegde. Over het algemeen wisten de candidaten slechts gebrekkig rekenschap to geven van het in het journal gebaekte ; de meesten waren dan ook jongelieden , die reeds korter of langer op handelskantoren werkzaam waren geweest , en in den waan schenen to verkeeren , dat praktische bedrevenheid in het boekhouden voor den leeraar in dat yak voldoende to achten is De meesten kenden slechts eene methode , die zij weinig anders wisten to verdedigen dan door een beroep op een handbook of op » hun kantoor De arbitrage-rekening was door velen net meer zorg dan vroeger beoefend maar het regt begrip van wissel- en tauntkoersen ontbrak 14 de meesten. De eischen van het programma schenen •aan velen onbekend to zijn. De Commissie kon dan ook Diet anders dan slechts aan 6 van do 18 candidaten , die het examen ten einde bragten , de acte voor schoolonderwijs toekennen , terwijl zij 466n candidaat , wrens kennis voldoende was , doch wrens gave van modedeelen zeer veel to wenschen overliet, voor huisonderwijs bevoegd verklaarde. De uitslag van de examens in vreeinde talen en letterkunde was weder zeer ongunstig. Van de 33 examens waren
slechts 9 voldoende en hieronder waren nog 4 vrouwelijke candidaten. De 3 mannelijke welke de acte voor het Fransch verkregen , waren allen reeds deiimaal afgewezen. Van de. 8 candidaten voor Engelsch slaagde slechts den ; voor het Duitsch was de verhouding dezelfde. Veel van hetgeen hierv66r over den geringen graad van ontwikkeling bij de candidaten voor Nederlandsche taal en letterkunde is gezegd , geldt ook voor de candidaten voor levende talen ; aan enkelen moest men zelfs den raad geven liever hunne studien voor het middelbaar onderwijs te laten waren , daar er voor hen ook in 't vervolg geen of weinig kans tot slagen zou zijn. Enkele vreemdelingen toonden wel goed hunne moedertaal te kunnen gebruiken en hunne opstellen waren wel vrij van fouten tegen de spraakkunst , maar zij hadden toch de taalregels niet op zoodanige wijze bestudeerd , dat zij in staat konden geaeht worden om die aan Nederlandsche leerlingen te verklaren ; dit was onder anderen het geval met een candidaat voor het Duitsch , die zijne onkunde trachtte te verontschuldigen door de Commissie er op te wijzen, » dass nicht das Wissen , sondern das KOnnen ire erster Reihe stehe", maar zijn » litinnen" was niets dan een goed gebruik zijner moedertaal, terwijl hij van belangrijke punten der spraakkunst en van de voornaamste voortbrengselen der letterkunde , die hij beweerde gelezen to hebben , geen rekenschap wist to geven en een algemeen bekend gedicht van Schiller niet kon uitleggen , zoo als het voor de leerlingen zou behooren to geschieden. Zoowel voor het Duitsch ale voor het Fransch on Engelsch , was door de meeste afgewezen candidaten de letterkunde weder verkeerd bestudeerd. De meesten hadden slechts een letterkundig handbook gelezen en zich daaruit het een en ander eigen gemaakt en some woordelijk van buiten geleerd. Weinigen hadden een belangrijk letterkundig voortbrengsel in zijn geheelen omvang bestudeerd; niet zelden beweerde een candidaat een of ander werk gelezen to hebben, terwijI later bleek dat hij het niet of slechts onvolledig kende ; dit was onder anderen het geval met een candidaat voor het Duitsch, die beweerde n- Laocoon " van Lessing gelezen to hebben en die verhaudeling voor een gedicht hield. Het examen in taal- en letterkunde van de vrouwelijke candidaten gaf daarentegen tot meer tevredenheid aanleiding; de examens der beide toegelaten candidaten voor het Fransch waren zeer voldoende , de derde gaf blijken van aanleg en ontwikkeling, maar had voor hare studio de noodige leiding gemist ; de Commissie meende haar zeer to mogen aanmoedigen om het niet bij deze eerste poging to later. Van de drie candidaten voor het Engelsch leverde de eene een uitmuntend schriftelijk work. De eenige candidate
voor het examen in Duitsch gaf zoowel bij het schriftelijk ale bij het mondeling examen blijken van grondige kennis en vaardig gebruik der taal , van uitgebreide en degelijke lectuur en van een ontwikkeld oordeel , zoodat haar examen een der beste was, waarover de Commissie uitspraak had to doen. Van de beide examens in schoonschryven valt niets enders to zeggen dan dat de praktische bedrevenheid der Commissie niet voldoende voorkwam om de acte to kunnen uitreiken. De candidaten voor gymnastiek toonden over het algemeen , dat zij zich de gronden der anatomie en physiologie niet alleen hadden eigen gemaakt , maar ook behoorlijk hadden verwerkt ; meer dan edn antwoord getuigdo van zelfstandige overweging en gevolgtrekking. Minder had de Commissie reden om tevreden zijn over den uitslag van een door haar ingesteld onderzoek naar de verschillende inzigten der candidaten betreffende het gymnastisch onderwijs , zoo ale de verdeeling der leerstof, vooral met het oog op den leeftijd der leerlingen , hunne indeeling in klassen , do inrigting der localen en werktuigen en meer andere zaken , waarvan de kennis voor den gymnastiekleeraar onmisbaar schijnt. Daar echter hare voorgangsters, voor zoo veel de Commissie bekend is , hierin in den regel niet hebben ondervraagd , heeft zij de mindere kennis der candidaten in dit opzjgt geen invloed laten uitoefenen op hare beslissing. Enkele candidaten schoten ook in praktische bedrevenheid to kort ; bij sommigen list de paedagogische geschiktheid to wenschen over. In kennis van het schermen enz. schoten een aantal candidaten to kort , terwijl een zestal niet bedreven genoeg waren in het exerceren om daarin onderwijs to kunnen geven. De Commissie , Uwe Excellentie baron dank betuigende voor het in haar gestelde vertrouwen , eindigt dit verslag met den wensch , dat het openbaar worde gemaakt en in het belang van toekomstige candidaten zoo veel mogelijk worde verspreid. 's Gravenhage , 4 Julij 1870. Namens de Commissie , STEYN PARVA ,
Voorzitter. LIND() ,
Secretaris.
BIJLAGE
OVERZIGT der Koninklijke beslissingen in geschillen van bestuur betreffende het onderwijs , gedurende het jaar 1870. (Vervolg van Bijlage H van het vorig Verslag.)
XLIV. Vernietiging van een besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland tot toepassing van art. 20 op eene op to rigten openbare school to Kruisdijk (Groede). 22 Januarij 1870 , no. 12.
WIJ WILLEM III, ENZ. Beschikkendeop het beroep van den schoolopziener in het 5de schooldistrict van Zeeland , van een besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie, van 18 Augustus 1869, n°. 18 , houdende goedkeuring der toepassing van art. 20 der wet op het lager onderwijs, op eene aan de Kruisdijk, in de gemeente Groede , op to rigten openbare school ; Den Raad van State , afdeeling voor de geschillen van bestuur , gehoord, advies van den 12 Januarij 1870 , n°. 71 ; Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken van den 18den Januarij 1870, n°. 164, 5de afdeeling; Overwegende: dat in het gehucht de Kruisdijk , gelegen op ongeveer 3/4 uur gaans van de kom der gemeente Groede , heeft
bestaan eene doorde gemeente gesubsidieerde bijzondere school, doch dat die school , op het einde des jaars 1868, ten gevolge van het overltden van den onderwijzer , is gesloten ; dat het gemeentebestuur van Groede, bij besluiten van 17 Februarij 1869, heeft bepaald Maart 1°. dat in het gehucht de Kruisdijk , eene openbare school voor lager onderwijs zal gevestigd worden ; 2°. dat aan het hoofd dier school een hulponderwijzer zal worden geplaatst ; dat dien hulponderwijzer zal worden toegelegd eene jaarwedde van f 500 , met vrij gebruik van woning en twin , waarvan de Rijks- personele belasting door de gemeente zal worden vergoed ; dat Gedeputeerde Staten van Zeeland , bij hun bovenvermeld besluit , daarop hunne goedkeuring hebben verleend ; dat de schoolopziener in het 5de schooldistrict , hoewel hij de oprigting eener openbare school aan de Kruisdijk allezins toejuicht , van meening is dat bier geen termen
zijn tot toepassing van art. 20 der wet op het lager onderwijs , en mitsdien van Ons de vernietiging heeft gevraagd van het besluit van Gedeputeerde Staten , voor zooverre daarbij is goedgekeurd de plaatsing van een hulponderwijzer aan het hoofd der bedoelde school; dat de adressant tot staving van zijn beroep heeft aangevoerd , dat alle reden bestaat oak aan to nemen , dat het aantal leerlingen op de pp to rigten openbare school, wanneer daarbij een jeugdig en bekwaam hoofdonderwijzer zal zijn aangesteld, weldra boven de 70 zal stijgen , dat hij bij een schoolbezoek op 8 December 1869 , reeds 78 leerlingen tegenwoordig heeft bevonden onder de leiding van een tijdelUken hulponderwijzer , en dat ook de gemeente Groede niet kan geacht worden to zijn eene gemeente als in art. 20 is bedoeld ; dat art. 20 der wet op het lager onderwijs de plaatsing van eenen hulponderwijzer aan het hoofd eener openbare school , allddn vergunt in gemeenten . waarin, wegens de uitgebreidheid van haar grondgebied bij verspreide bevolking, een grooter aantal scholen vereischt wordt dan anders noodig zou zijn; dat de gemeente Groede , die wanneer de bedoelde school zal zijn geopend, bij eene bevolking van ruim 2500 zielen , nog slechts twee openbare scholen voor lager onderwijs zal hebben , niet kan geacht worden in bet door art. 2.0 bedoelde geval to verkeeren , en dat er derhalve, met het oog op de wet , geene termen zijn om het plaatsen van eenen hulponderwijzer aan de school aan de Kruisdijk toe to laten ; Gezien de wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad no. 103) ; Hebben goedgevonden en verstaan het besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 18 Augustus 1869, no.\ 18 , voor zoover daarbij is goedgekeurd het besluit van den gemeenteraad van Groede-ot plaatsing van eenen hulponderwijzer aan de openbare school aan de Kruisdijk , to vernietigen. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met do uitvoering van dit besluit, waarvan of thrift zal worden gezonden aan den Raad van State , afdeeling voor de geschillen van bestuur. 's Gravenhage, den 22sten Januarij 1870. WILLEM. De Minister van Binnenlandsche Zaken, FoCa.
2 XLV.
het bevel van Gedeputeerde Staten van Overijssel tot stichting eener openbare school in de buurtschap de Krim.
Beroep van den raad der gemeente Schoterland van bet bevel van Gedeputeerde Staten van Friesland tot stichting eener openbare school te Oranjewoud.
11 October 1870 , n°. 13. WIJ WILLEM III , ENZ.
18 December 1870, no. 5.
WIJ WILLEM III, ENZ. Beschikkende op het beroep, door den gemeenteraad van Schoterland ingesteld van een besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland van 9 December 1869 , n°. 36 , waarbij is bevolen de vermeerdering van het getal scholen in die gemeente; Den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, gehoord, advies van den Eden December 1870 , n°. 71; Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken van 14 December 1870, n°. 156, 5de afdeeling ; Overwegende : dat Gedeputeerde Staten, bij hun bovenvermeld besluit , de oprigting hebben bevolen eener nieuwe school voor openbaar lager onderwijs te Oranjewoud op grond dat de afstand voor de kinderen , wonende in en om het Oranjewoud en te Brongerga . naar de school van het dorp , waaronder zij behooren , to groot is om die school naar behooren te kunnen bezoeken. dat die afstand door Gedeputeerde Staten is berekend op een half uur h drie kwartier nor gaans ; dat die dos niet te boven gaat den afstand welke in zeer vele plattelandsgemeenten de over de uitgestrekthoid daarvan verspreid liggende huizen van het schoollocaal scheidt ; dat daarenboven de wegen , die tot de bestaande scholen to Oudoschoot en te Mildatn toegang verleenen , in goeden toestand zijn ; dat die scholen , blijkens eene verklaring van de plaatselijke schoolcommissie , overvloedige ruimte bezitten om alle kinderen , die daar ter school moeten gaan , op te n ernen ; dat, onder die omstandigheden , de oprigting eener nieuwe school in de gemeente Schoterland , die , op eene bevolking van nog geen 12 000 zielen , 14 openbare en 2 bijzondere scholen voor lager onderwijs heeft , oor alsnog niet dringend noodig is ; Gezien de wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103) tot regeling van het lager onderwijs ; Hebben goedgevonden en verstaan : met vernietiging van het besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland van 9 December 1869 , n°. 36 , te verklaren , dat er geen voldoende gronden zijn om de vermeerdering van het getal scholen in de gemeente Schoterland te bevolen. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met da uitvoering van dit besluit , waarvan afsehrift zal worden ,,ezonden aan den Rand van State , afdeeling voor de geschillen van bestuur. 's Gravenhage , 18 December 1870. WILLEM.
De Minister van Binne,dandsche Zaken FOCK.
Beschikkende op het aan Ons ingediend verzoekschrift van den raad der gemeente Gramsbergen , bij Ons , voorziening vragende tegen een besluit van Gedeputeerdes Staten der provincie Overijssel van 7 Januarij 1870 , 3de afd., n°. 4901/40 , waarbij wordt bepaald , dat het getal openbare scholen in genoemde gemeente met ddne zal worden vermeerderd. Den Raad van State, aldeeling voor de geschillen van bestuur , gehoord , advies van den 26sten September 1870 , n°. 50 ; Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken van 6 October 1870, n°. 210, 5de afdeeling ; Overwegende dat door eenige bewOners van de buurtschap de Krim , in de gemeente Gramsbergen , aan bet bestuur dier gemeente het verzoek is gerigt tot oprigting eener openbare lagere school , aan de Lutterhoofdwijk in genoemde buurtschap ; dat nadat dit verzoek door het gemeentebestuur was afgewezen , de belanghebbenden zich bij adres , gedagteekend .20 September 1869, hebben gewend tot Gedeputeerde Staten van Overijssel, zich bereid verklarende in de kosten tot oprigting der school bij te dragon ; .dat Gedeputeerde Staten bij hun besluit van 7 Jannarij 1870 hebben bevolen , de vermeerdering van het getal openbare lagere scholen in genoemde gemeente met ddne , to vestigen in de buurtschap de Krim , met to kennengeving , dat zij geneigd zouden worden bevonden een eventueel verzoek van den raad om Rijks- en provinciale subsidien in de kosten van oprigting dier school to onderstennen ; dat tegen dat besluit de gemeenteraad van Gramsbergen bij adres , gedagteekend 19 Mei jl. , bij Ons is gekomen in hooger beroep ; dat door den genoemden gemeenteraad , met voorbijgang van de vraag of , ook zonder de oprigting der bedoelde school , in de behoefte aan openbaar lager onderwijs op voldoende wijze is voorzien , hoofdzakelijk is acht geslagen op het meer of min drukkende, dat uit die oprigting voor de gemeente-finantien zonde kunnen voortspruiten ; dat het bestaan dier behoefte wordt bewezen door de omstandigheid dat, terwij1 blijkens de jongste volkstelling 70 kinderen tusschen de 5 en 12 jaren in de gezegde buurtschap aanwezig zijn , en de bevolking aldaar in sterke mate blijft toenemen , geene school , ook zelfs geene bijzondere, voor lager onderwijs in die buurtschap bestaat; dat voorts de, we„0. van • de meest nabij gelegene school in de buurt Holthone naar de buurt de Krim voor kleine kinderen ongeveer 1 1 6 uur lang en onbegaanbaar is, dock dat de afstand tusschen een aantal woningen in laatstgenoemde buurt en het naaste punt van de Lutterhoofdwijk nog aanzienlijker is , to meer wijl aldaar goon openbare weg of voetpad bestaat , on do overgang door de eigenaren van leder tusschen gelegen stuk grond worden afgesloten ; dat de behoefte aan het oprigten eener nieuwe school ook niet van tijdelijken aard kan geacht worden to zijn , daar de verveening nabij de buurtschap de Krim nog wel tusschen de 30 en 50 jaren kan duren , en het zich laat aanzien , dat een grout deel der bevolking ook daarna in die buurt zal ffevestid blijven ; dat %owls do vraag , of de bedoelde verveening al dan niet eene particuliere onderneming is, aan de verpligting der gemeente tot het zorg dragen voor voldoend lager onderwijs niets afdoet ; • Gezion de wet van 13 Augustus 1857 Vtarttsblad n°. 103) ; llebben goedgevonden en ' wrstaan :
X I, VI.
Beroep van den raad der gemeente Gramsbergen van ,
met handhaving van bovengenoernd besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 7 Januarij 1870 , het door don rand der gemeente Gramsbergen daartegen ingesteld beroep to verklaren ongegrond.
3 Onze Minister van Binnetlandsche Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State, (afdeeling voor de geschillen van bestuur). Het Loo, 11 October 1870. f WILLEM, De Minister van Binnenlandsche Zaken , FOCK. XLVII. Vernietiging der besluiten van Gedeputeerde Staten van Zuidholland , waarbij aan den hoofdonderwijzer S. Bison to Cillaarshoek, gemeente Maasdam , vergunning werd geweigerd tot gelijktijdige waarnemlng der betrekking van doodgraver.
dat voorts , met toestemming van den burgemeester , de dienst zoodanig zal worden geregeld dat de doodgraver hoofdzakelijk het toezigt zal houden , terwij l diens workzaamheden moor bepaaldelijk door een door hem bezoldigd arbeider zullen worden verrigt; dat , onder die omstandigheden , niet kan gezegd worden dat het waarnemen der betrekking , waartoe de adressant is benoemd, nadeelig kan zijn voor het onderwijs of in strijd met de waardigheid van den onderwijzer ; dat de schoolopziener in het 8ste district van de provincie Zuidholland, zich niet tegen de inwilliging van het verzoek heeft verzet , maar integendeel heeft verklaard dat hij, in dit bijzonder geval, het verzoek ondersteunde; ,
Gezien de wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103) tot regeling van het lager onderwijs ; ' Hebben goedgevonden en verstaan : met vernietiging der bovengenoemde besluiten van Gedeputeerde Staten van Zuidholland aan S. BISON alsnog vergunning to verleenen om de .betrekking van doodgraver der afdeeling Cillaarshoek met die van hoofdonderwijzer vereenigd waar to nemen. .
•
1 November 1870 , n°. 4. Wu WILLEM III, ENZ. Beschikkende op een aan Ons ingediend adres van S. Bison , hoofdonderwijzer to Maasdam (afdeeling Cillaarshoek), daarbij Onze voorziening inroepende tegen twee besluiten van Gedeputeerde Staten van Zuidholland van 21 Junij 1870, n°. 30, en 19 Julij daaraanvolgende , n°. 45, waarbij hem de vergunning is geweigerd om de betrekking van doodgraver , met die van onderwijzer vereenigd waar to nemen ;
Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit , waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur. 's Gravenhage, 1 November 1870,
WILLEM. De 4.11inister van Binnenlandsche Zaken , FOLK.
Den Raad van State (afdeeling voor de geschillen van bestuur,) gehoord, advies van den leden October 1870, n°. 59; XL V III.
Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken van 26 October 1870, n°. 178 , 5de afdeeling; Overwegende : dat de gemeenteraad van Maasdam , in zijne vergadering van 5 Mei 1870, den onderwijzer S. Bison heeft benoemd tot doodgraver to Cillaarshoek, ter vervanging van den gewezen onderwlizer C. de Groot , die de betrekking van doodgraver tot dus verre had waargenomen ; dat de adressant ter voldoening aan art. 24 der wet op het lager onderwijs , de vergunning van Gedeputeerde Staten heeft gevraagd om doze benoeming aan le nemen loch dat Gedeputeerde Staten bij hun eerstgenoemd besluit van 21 Junij , bezwaar hebben gemaakt dit verzoek toe to staan , op grond dat de artikelen der Instructie voor de doodgravers to Maasdam , die den werkkring des doodgravers omschrijven , cone gelijktijdige waarneming van beide betrekkingen in den weg zouden staan , deels omdat de naleving daarvan den hoofdonderwijzer zou beletten den bepaalden tijd ter school tegenwoordig to zijn , deels ook omdat de uitoefening der aldaar omschreven verpligtingen zou aandruischen tegen de waardigheid van het onderw i j zersambt ; dat de adressant zich daarop andermaal tot Gedeputeerde Staten heeft gewend, daarbij overleggende een adres van zes en dertig ingezetanen der afdeeling Cillaarshoek tot ondersteuning van zijn verzoek : dat Gedeputeerde Staten bij hun besluit van 19 JulU , hebben to kunnen gegeven dat het verzoek alleen zou kunnen worden toegestaan wanneer de adressant werd benoemd tot opzigter der begraatplaats ; dat adressant zich door die beschikkingen bezwaard acht , onder opmerking dat aan de betrekking van opzigter der begraafplaats geen jaarwedde is verbonden ; dat een sedert ingesteld onderzook nader heeft aangetoond dat het gemiddeld aantal lijken , die jaarlijks in de afdeeling Cillaarshoek worden ter aarde besteld , slechts bedraagt elf, en dat het uur van begraven is vastgesteld des middags van 12-1 , terwijl de schooluren in de school van adressant zijn bepaald van 9-12 des morgens , en van 2 4 ure des namiddags; s
-
Vernietiging van het besluit van den gemeenteraad van Woerden , waarbij een hulponderwijzer word' benoemd , zonder dat de voordragt was opgemaakt in overleg met den districts-schoolopziener. 16 Junij 1870, n°. 6.
WIJ WILLEM III, enz. Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Laken van 19 Mei 1870 , n°. 229 , 5de afdeeling , strekkende tot vernietiging van een besluit van den Raad der gemeente Woerden van 28 Januarij 1870 ; Overwegende : dat door voorschreven gemeenteraad in zijne vergadering van dien dag is overgegaan tot de benoeming van een hulponderwijzer aan de school voor kosteloos onderwijs ; dat de benoeming is geschied uit -eene voordragt van burgemeester en wethouders, waartoe de districts-schoolopziener niet heeft medegewerkt; dat wel is waar burgemeester en wethouders alvorens hunne voordragt aan den Raad to doen , do namen der candidaten aan den schoolopziener hebben medegedeeld, onder bijvoeging dat de drie eerstgenoemden buns inziens in aanmerking zouden kunnen komen , doch dat zij geweigerd hebben do gronden made to deelen , waarop hun voordragt berustte , on alzoo in plaats van in overleg to treden , niets anders hebben gedaan dan hem to hooren ; dat volgens art. '22, 2de lid , der wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103) , do hulponderwtizers•worden benoemd door den gemeenteraad, uit eene voordragt van drie personen , opgemaakt door burgemeester on wethouders , in overleg met den hoofdonderwijzer on den districts-schoolopziener ; dat wel is waar in die wet niet is omschreven wat onder de uitdrukking » in overleg met" zij to verstaan en dienaangaande geene andere toelichting bestaat dan die , welke
4 de toenmalige Minister van Binnenlandsche Zaken bij de behandeling der wet in de Eerste Kamer der Staten-GeneTaal heeft opgegeven , dat namelijk die woorden niet beteekenen met toesternming van den schoolopsiener maar met xijne raadgeving of voorlichting;
dat echter en volgens het gewoon spraakgebruik en volgens de evengemelde toelichting van den Minister van Binnenlandsche Zaken , het houden van overleg maar beteekent dan het eenvoudig hooren van de eene partij door de andere, maar wederzfidsche raadpleging eischt ; dat de wetgever bovendien verlangt, dat burgemeester en wethouders in overleg treden met den hoofdonderwijzer en den schoolopziener,, niet zoo als to Woerden is gesohied , met den hoofdonderwijzer alleen , alwaar men den achoolopziener Bleats heeft willen hooren ; dat zoo de wetgever dit laatste had verlangd, hij , evenals in het 3de lid van art. 22 met betrekking tat het schorsen der hoofd- en hulponderwijzers is voorgeschreven , bepaald zou hebben dat de schoolopziener moest warden gehoord; dat alzoo de voordragt van burgemeester en wethouders van Woerden geacht moat worden in strijd to zijn met het 2de lid van art. 22 on evenzeer het op die voordragt go. grond besluit van den gemeenteraad van 28 Januarij 1870 ; Gelet op artt. 153 en 158 der gemeentewet ;
Den Raad van State gehoord (advies van 3 Junij 1870, no. 8)• '
Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Bin. nenlandsche Zaken van 13 Junij 1870 , n°. 319, 5de afd. ; Hebben goedgevonden on verstaan voorschreven besluit van den Raad der gemeente Woerden van 28 Januarij 1870 to verpietigen. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit , hetwelk in afschrift aan den Raad van State medegedeeld en in het Staatsblad geplaatst zal worden. Gravenhage , 16 Junij 1870, WILLEM. _De _Minister van Binnenlandsche Zaken,
FaqK.
DITOTTII Bladz.
Inleiding
Bladz.
Hooger onderwijs. § 1. Hoogescholen to Leiden , Utrecht en Groningen. .
1
Collegien van curatoren
1
b. Personeel der hoogleeraren
1
a. c.
d.
§ 10.
Kosten van het middelbaar onderwijs .
40
§ 11.
Rijkskweekschool voor vroedvrouwen .
60 61
•
62
Onderwijs bij de land- en zeemagt. 1. Koninklijke Militaire Akademie
1
Faculteit der godgeleerdheid
1
Faculteit der regtsgeleerdheid
2
Faculteit der geneeskunde
2
Faculteit der wis- en natuurkundige wetenschappen
2
6.
Faculteit 'der wijsbegeerte en letteren.
3
7. Koninklijk instituut voor de marine to Willemsoord •
68
§ 8. Opleiding van machinistleerlingen aan boord van het wachtschip to Hellevoetsluis. •
69
3
Studenten • . .
§ 3.
Athenaeum to Deventer
§ 4.
Latijnsche scholen en gymnasien .
4
2.
8
64
5. Wetenschappelijko cursus bij de corpsen •
65
§ 1.
Burgerscholen
18
§ 2.
Hoogere burgerscholen
24
Getal der scholen en der leerlingen .
24
b. Onderwijzend personeel c. Leerplan van het onderwijs .
§ 10.
65
Opleiding van bootsmansleerlingen aan boord van het wachtschip to Willemsoord .
69
Opleiding van militaire geneeskundigen.
69
§ 12. Opleiding van militaire apothekers voor hot leger in Oost-Indie .
30
1. Getal en aard der scholen
70
2. Onderwijzend personeel .
76
3. Getal der leerlingen
77 96
Toestand van het onderwijs , localen en hulpmiddelen
31
§
4. Omvang en toestand van het lager onderwijs
Middelbare scholen voor meisjes .
34
§
5.
Examen s .
35
§
6. Schoolgelden . ..
Plannen tot oprigting van hoogere burgerscholen
35
§ 3.
Landbouwscholen . .
35
§ 8. Inkomsten van onderwijzers
§ 4.
Polytechnische school
36
§ 5.
Scholen voor de zeevaart
46
§ 9. § 10.
§ 6.
Gestichten voor doofstommen en blinden
46
§ .11. Benoeming , schorsing en ontslag van on-
§ 7.
Acten van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs . . •
47
§ 12.
§ 8.
Toezigt op het middelbaar onderwijs. . .
48
§ 9.
Onderwijs in taal- , land- en volkenkunde van Nederlandsch Indie
48
e
.
g•
a. Rijksinstelling to Leiden
48 I
70
Lager onderwijs.
27 ••
Scholen bij de corpsen .
9. Opleiding van stuurmansleerlingen , ligtmatrozen en jongens aan boord van hot wachtschip to Amsterdam. . . . . . 69
§ 11. Middelbaar onderwijs.
63
11
§ 5. Kosten van het hooger onderwijs .
62
§ 4. Artillerie-instructie-compagnie
8 ••
Stafschool . ..
3. Instructie-bataillon
7
§ 2. Athenaeum to Amsterdam
d.
§ 12. Rijksveeartsenijschool
Beschouwingen over het onderwijs
e. Hulpmiddelen voor het onderwijs
a.
48
b. Gemeentelijke instelling to Delft . .
1
Kosten van het openbaar lager onderwijs
97 •
105
7. Subsidien van het Rijk on de provincien , krachtens art. 36 der wet . . . • •
106
Pensioenen aan onderwijzers . • .
107 • •
Schoollocalen , schoolmeubelen enz. . . derwijzers
.
110 111 112
Opleiding van onderwijzers
115
a.
Rijks-kweekscholen .
115
b.
Noimaallessen
117
c.
Opleiding aan de lagere scholen, volgens art. 12, alin 2, der wet
118
INHOU D.
t.
Bladz.
d.
Inrigtingen van bijzonderen aard .
119
e.
Opleiding van onderwijzeressen
120
f. Onderwijzersgezelschappon
9. Algemeen overzigt der kosten .
§ 13. § 14.
Acten van bekwaamheid tot het geven van lager onderwijs . .
123
Toezigt op het lager onderwijs .
126
120
Onderwijs in de gevangenissen
121
Bewaaricholon
• •
133 131
3E3 IJ I ii c El NT. A.
Overzigt van de collegien gedurende het jaar 1870/1871 bij de onderscheidene faculteiten der hoogescholen to Leiden , Utrecht en Groningen gehouden.
U Verslag der Commissie , belast met het afnemen van
B.
Overzigt van de uitkomst der examens, in het jaar 1870/1871 bij de onderscheidene faculteiten der hoogescholen to Leiden , Utrecht en Groningen afgelegd, vergeleken met het jaar 1869/1870.
Verslag der Commissie, belast met het afnemen van bet examen B, volgens art. 60, en van de examens C,, volgens artt. 61 tot 65 van de wet tot regaling van het middelbaar onderwijs.
C.
Overzigt van de onderwerpen , behandeld in de dissertatien aan de drie hoogescholen , gedurende den cursus 1870/1871.
D.
Overzigt der collegien voor den cursus 1870/1871 aan bet athenaeum to Amsterdam aangekondigd,
E.
Uittreksel van de Verslagen der Commission , in 1870 belast geweest met het afnemen van het eind-examen der hoogere burgerscholen.
F.
Besluit van den 10den Maart 1870 (Staatsblad n°. 49), tot vaststelling van eon Algemeen Reglement voor de eind-examens der hoogere burgerscholen, vermeld in de artt. 55 en 57 der wet van 2 Mei 1863 (Staatsblad no 50), tot regaling van bet middelbaar onderwijs,
examen B, volgens artt. 61 tot 65 van de wet tot regaling van het middelbaar onderwijs.
H.
Verslag der Commissie, belast met het afnemen der examens van hen , die acten van bekwaamheid verlangden voor middelbaar onderwijs in wis- on natuurkundige wetenschappen, landbouwkunde , zeevaartkunde , teekenen en boetseren. Verslag der Commissie, belast met het afnemen der examens van hen , die acten van bekwaamheid verlangden voor middelbaar onderwijs in de nederlandsche en vreemde taal- on letterkunde, de geschiedkundige, staats- en handelswetenschappen, het schoonschrijven on de gymnastiok.
.
I.
Overzigt der Koninklijke beslissingen in geschillen van bestuur betreffende het onderwijs, gedurende het jaar 1870.