Verslag advocatenbijeenkomst 8 mei 2012 Programma 13:15 uur Ontvangst / Lunch 14:00 uur Welkom 14:10 uur De toestemming voor vertrek procedure en aanverwante problematiek (Prof. mr. P. Vlaardingerbroek) 15:15 uur Pauze 15:30 uur Bespreking van ontwikkelingen op het gebied van internationale kinderontvoering (mr. M. Schulte, mr. C. Lazar en mr. M. Molendijk) Borrel van 16.30 tot 17.30 uur. Welkom Jurist bij het Centrum IKO, Maartje Schulte, heet iedereen van harte welkom op de bijeenkomst en licht het programma toe. Gezien het feit dat de advocaten punten kunnen krijgen voor deze bijeenkomst, wordt gewezen op de presentielijst. Directeur van het Centrum IKO, Els Prins, wordt geëxcuseerd wegens een vakantie. Daarnaast is een van de juristen, Mathijs Storm, helaas voor langere tijd ziek. Maartje vraagt om begrip omdat de beantwoording van een vraag of verzoek van de advocaten hierdoor iets langer kan duren dan jullie van ons gewend zijn, maar geeft aan dat wij hier altijd binnen 1 a 2 werkdagen op terugkomen. Na het welkom wordt de spreker geïntroduceerd, te weten professor mr. P. Vlaardingerbroek (hoogleraar Familie- en Jeugdrecht, plaatsvervangend raadsheer bij het Gerechtshof in Den Bosch, plaatsvervangend rechter bij de Rechtbank Rotterdam en voorzitter van de Sectie Jeugd van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming). Daarnaast is hij lid van de Raad van Toezicht van Stichting Centrum Internationale Kinderontvoering en Stichting de Ombudsman. Vandaag gaat hij spreken over “De toestemming voor vertrek procedure en aanverwante problematiek”. De toestemming voor vertrek procedure en aanverwante problematiek De procedures met betrekking tot toestemming voor vertrek hebben een impact op zowel de verhuizende als de achterblijvende ouder en op het kind. De lezing van professor Vlaardingerbroek richt zich op juridische ouders. Wanneer een ouder met het kind wil verhuizen naar het buitenland en geen toestemming verkrijgt, is dit een geschil op grond van 1:253a BW. Allereerst is het hierbij van belang op te kijken naar het convenant. Een ouder zou bijvoorbeeld op grond van contractbreuk naleving van het convenant kunnen vragen. Factoren die een rol kunnen spelen bij een verhuizing
1
zijn onder andere de familiebanden, sociaal netwerk, contact en frequentie van contact na de verhuizing, scholen en sportclubs. Wat hebben ouders reeds geprobeerd om tot een oplossing gekomen? Is de ouder ingelicht over de verhuisplannen of komt het uit te lucht vallen? (Zie voor meer criteria de bijgevoegde sheets). Het is belangrijk hier een balans in te vinden omdat de rechter het de ouder kan verwijten als deze de ander niet heeft ingelicht, maar het presenteren van een fait accompli inclusief baan, school en huisvesting wordt ook niet gewaardeerd door de rechter. Bovendien wordt vanuit de zaal aangegeven dat het belangrijk kan zijn om als achterblijvende ouder om te vragen om hoofdverblijf wanneer de vertrekkende ouder heeft aangegeven in ieder geval zelf te gaan verhuizen, dan wel met dan wel zonder het kind. Sinds de uitspraak van de Hoge Raad van 25 april 2008 is het belang van het kind niet langer het doorslaggevende belang, maar het speelt wel een rol van grote betekenis. Het belang van de ouder om te verhuizen en het belang van de achterblijvende ouder op contact dienen eveneens een rol te spelen in de beoordeling van de toestemming voor vertrek. Advocaten geven aan dat zij de meeste aanvragen voor toestemming voor vertrek indienen met een internationaal ouderschapsplan daarbij gevoegd om een zo goed mogelijk beeld te geven van de situatie na de verhuizing. De vraag vanuit de zaal wordt gesteld hoe het zit met de ouder waar het kind geen hoofdverblijf heeft, maar waar bijvoorbeeld een co-ouderschap mee is. De verhuizing van deze ouder kan voor het kind een grote verandering met zich meebrengen, maar kan moeilijk tegengehouden worden. Als oplossing wordt onder andere genoemd de extra kosten claimen van de kinderopvang en dwangsom naleving convenant. In de praktijk moet duidelijk worden hoe dit verder gaat. Na bespreking van een aantal zaken waarbij op grond van 279 Sr is getracht een ouder te veroordelen voor niet-naleving van de omgang wordt nader ingegaan op de ouder zonder gezag, met een omgangsregeling welke de verhuizing wil tegenhouden. Het is niet mogelijk om dit op grond van 1:253 A BW voor te leggen aan de rechter. Bespreking van ontwikkelingen op het gebied van internationale kinderontvoering Mediation Bureau Jurist bij het Mediation Bureau, Cristina Lazar, bespreekt kort de crossborder mediation procedure en geeft de huidige ontwikkelingen en jaarcijfers aan. Crossborder mediation procedure Het Mediation Bureau (MB) is onderdeel van het Centrum IKO en organiseert crossborder mediations bij internationale kinderontvoeringszaken. Het MB heeft twee opleidingen georganiseerd, waarbij in totaal 18 mediators, verdeeld in advocaatmediators en gedragswetenschappelijke mediators, zijn opgeleid tot crossborder
2
mediators die gespecialiseerd zijn op het gebied van het Haags Kinderontvoeringsverdrag en kennis hebben van interculturele relaties. Een crossborder mediation bestaat uit maximaal drie sessies van drie uur verdeeld over twee dagen. Elke crossborder mediation wordt begeleid door een advocaatmediator en een gedragswetenschappelijke mediator. In de route van een verzoek tot teruggeleiding krijgen ouders tweemaal de mogelijkheid om in crossborder mediation te gaan. 1. Via de Centrale Autoriteit: Naar aanleiding van de vrijwillige terugkeer brief van de CA kunnen de ouders aan de CA aangeven dat zij met elkaar in crossborder mediation willen. De CA neemt vervolgens contact op met het MB om een crossborder mediation te organiseren. 2. Via de rechtbank Den Haag: Na indiening van een verzoek tot teruggeleiding organiseert de rechtbank meestal binnen twee weken een regiezitting, waarin onder andere wordt bekeken of de zaak geschikt is voor mediation en ouders ook bereid zijn tot mediation. Het MB is aanwezig op het einde van de regiezitting. Na afloop van de regiezitting vindt het informatiegesprek plaats tussen de ouders met hun advocaten en een medewerker van het MB. De crossborder mediation vindt meestal plaats binnen 2 tot 4 dagen na de regiezitting. Tijdens de crossborder mediation kunnen twee resultaten worden bereikt, een volledig of een gedeeltelijk resultaat. Bij een geheel resultaat bereiken de ouders overeenstemming over de gewone verblijfplaats van het kind met een bijbehorende internationale omgangsregeling. Bij een gedeeltelijk resultaat kunnen de ouders geen overeenstemming bereiken over de gewone verblijfplaats van het kind, maar stellen zij een spiegelovereenkomst op bestaande uit twee internationale omgangsregelingen, A voor de situatie dat de kinderen in Nederland blijven en B voor de situatie dat de kinderen terug gaan. De rechter beslist dan over de gewone verblijfplaats van het kind, waarbij de internationale omgangsregeling voor situatie A of B wordt opgenomen in de uitspraak. De advocaten wordt dringend gevraagd gedurende de gehele crossborder mediation bereikbaar te zijn voor hun cliënten. De ouders kunnen de vaststellingsovereenkomst alleen aan het einde van een crossborder mediation ondertekenen in bijzijn van de mediators. Het MB heeft in samenspraak met de Raad voor Rechtspraak en het Ministerie van Veiligheid en Justitie een speciale regeling getroffen voor ouders die bij internationale kinderontvoeringen in crossborder mediation gaan. Het Ministerie vergoedt ruim een derde van de totale kosten van een crossborder mediation en de Raad voor Rechtsbijstand verleent toevoegingen aan de ouders die in aanmerking komen voor gefinancierde rechtsbijstand. De kosten van de crossborder mediation bedragen maximaal € 1390, -- per ouder (inclusief BTW) uitgaande van een volledige mediationsessie van maximaal 9 uur en 3 uur voorbereiding en afronding inclusief het opstellen van de vaststellingsovereenkomst. Van ouders die in aanmerking komen voor gefinancierde rechtsbijstand (toevoeging mediation) wordt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage gevraagd van € 51 of € 102 per ouder gevraagd.
3
Huidige ontwikkelingen MB Naast crossborder mediations bij internationale kinderontvoeringen, worden crossborder mediations door het MB ook georganiseerd bij internationale omgangszaken en zaken waarin een ouder toestemming tot vertrek met het kind naar het buitenland vraagt (art. 1:253a BW). Indien de verblijfplaats van een kind reeds is vastgesteld en het is voor een ouder niet mogelijk om naar Nederland te komen dan kan er door het MB een crossborder mediation op skype worden georganiseerd. Vanwege de intensiteit van mediationsessies op skype worden maximaal drie sessies van twee uur ingepland waarin een internationale omgangsregeling tussen de ouders kan worden opgesteld. Extra opmerking: De crossborder mediations betreffende internationale omgang en toestemming voor vertrek worden niet vergoed door het Ministerie. Dit betekent dat de ouders (een deel) zelf moeten betalen. Er kan wel een toevoeging Mediation worden aangevraagd bij de Raad voor Rechtsbijstand. Cijfers MB Jaar 2011 Er zijn 19 zaken in crossborder mediation geweest, waarvan 14 iko-zaken. Van deze 14 iko zaken zijn er 13 zaken via een regiezitting en 1 zaak via de CA naar crossborder mediation doorverwezen. Er zijn 3 internationale omgangszaken naar crossborder mediation doorverwezen, 1 zaak via het Gerechtshof Den Haag, 1 zaak via de CA en 1 zaak via de ouders zelf. Er zijn 2 zaken voor toestemming tot vertrek naar crossborder mediation doorverwezen, 1 via de rechtbank Den Haag en 1 zaak via het Gerechtshof Den Haag. Van de 19 zaken die in crossborder Mediation zijn geweest, hebben de ouders in 8 zaken een volledig resultaat en in 2 zaken een gedeeltelijk resultaat behaald. Jaar 2012 Dit jaar zijn er tot de maand mei 10 zaken in crossborder mediation geweest, waarvan 6 iko-zaken. Van deze 6 iko-zaken zijn 5 zaken via een regiezitting en 1 zaak via de CA doorverwezen. Na de overgangsperiode tot februari 2012, waarin de achtergebleven ouder nog werd vertegenwoordigd door de CA, is er tot nu toe 1 zaak op regiezitting geweest waarin de achtergebleven ouder wordt vertegenwoordigd door een advocaat, wat betekent dat tot nu toe 1 verzoek tot teruggeleiding door een advocaat is ingediend. Er zijn 2 internationale omgangszaken naar crossborder mediation doorverwezen, 1 zaak via de CA en 1 zaak via de rechtbank Den Haag. Beide zaken zijn in crossborder mediation op skype geweest. Er zijn 2 zaken voor toestemming tot vertrek naar crossborder Mediation doorverwezen, 1 zaak via rechtbank Den Haag en 1 zaak via rechtbank Utrecht. Van de 10 zaken die in crossborder mediation zijn geweest, hebben de ouders in 2 zaken een volledig resultaat en in 4 zaken een gedeeltelijk resultaat behaald.
4
Locatiewijziging Stichting Centrum Internationale Kinderontvoering en Stichting de Ombudsman gaan in de toekomst ontvlechten in het belang van beide organisaties. Deze ontvlechting zal voor de advocaten geen veranderingen met zich mee brengen. Een deel van deze ontvlechting is al in gang gezet. Dit betekent dat de juristen van het Centrum IKO op Noordse Bosje 16 zitten en dat er niet langer gebruik kan worden gemaakt van de vergaderzaal van Stichting de Ombudsman. Luno’s Kitchen is een goed alternatief gebleken. Helaas ziet het Centrum IKO zich door de kosten daarvan genoodzaakt de volgende bijeenkomst een bijdrage van de advocaten te vragen, te weten € 25,-Civil Justice Naast het adviseren en begeleiden van cliënten heeft het Centrum IKO nieuwe projecten opgestart. Het aanvragen van twee Europese subsidies is hiervoor van groot belang. Ten eerste is een bijdrage gevraagd van het fonds Civil Justice. Met de bijdrage van de Europese Commissie wil het Centrum IKO eind 2013 of begin 2014 een Europese driedaagse conferentie organiseren in Nederland. Workshops, lezingen en ontmoeting tussen advocaten, mediators en rechter vanuit heel Europa zijn hierbij het voornaamste. Voorafgaand aan deze conferentie wordt een onderzoek in het Europa gedaan naar de praktische uitvoering van de Europese verordening Brussel II bis, het Haags Kinderontvoeringsverdrag en het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996. Onze partner, MiKK in Duitsland en onze Associate partners in België, Frankrijk, Spanje, Italië, Roemenie,Bulgarije, Polen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk doen het onderzoek in hun landen. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft een ondersteunende brief geschreven. We hopen op een positief besluit van de Europese Commissie in het najaar. Daphne-aanvraag Ten tweede is een bijdrage gevraagd voor het 116.000 nummer. Sinds 1 september 2008 is het 116000 nummer in Nederland operationeel. Het 116 000 nummer is een Europees noodnummer voor vermiste kinderen. Dit nummer verbindt u door met de nationale hulpdiensten en organisaties die de verdwijning van kinderen behandelen. In Nederland is het Centrum Internationale Kinderontvoering verantwoordelijk voor de uitvoering van de hulplijn. Bij het Centrum IKO komen alle 116000-oproepen vanuit Nederland binnen. Op dit moment krijgt het Centrum IKO daar geen bijdrage voor. Met hulp van Missing Children Europe is een aanvraag ingediend op grond van het Daphne project voor het promoten en het faciliteren van het 116000 nummer in Nederland. Jaarverslag 2011 2011 is alweer voorbij en de cijfers zijn opvallend dit jaar. Het Centrum IKO heeft een toename van het aantal telefonische en e-mail contacten. Daarnaast is het aantal kinderontvoeringszaken gegroeid van 114 in 2010 naar 164 in 2011. Op 3 mei is het jaarverslag en het persbericht uitgekomen, waar veel media aandacht voor geweest is. De advocaten krijgen het jaarverslag mee.
5
Televisieprogramma Ontvoerd Het Centrum IKO is benaderd door Simpel Media, productiemaatschappij uit Amsterdam. Zij ontwikkelen een programma voor RTL met als presentator John van de Heuvel. Na zorgvuldige afwegingen heeft het Centrum IKO besloten om het programma te assisteren met juridisch advies. Het Centrum IKO licht de productiemaatschappij in over de juridische aspecten van de zaak en de mogelijkheden die er zijn. Hiervoor is het noodzakelijk dat een ouder schriftelijk toestemming heeft verleend dat Simpel Media mag overleggen met het Centrum IKO over de betreffende zaak. Het Centrum IKO adviseert nooit dat een kind terugontvoerd moet worden. Simpel Media heeft eveneens overleg gehad met het Korps Landelijke Politie Diensten en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Vanuit de zaal komen vragen waarom het Centrum IKO meewerkt; John van de Heuvel heeft een reputatie dat hij hard optreedt. Het Centrum IKO heeft als beweegreden dat het belangrijk is om hierbij nauw betrokken te zijn om te zorgen dat het zorgvuldig gebeurt. De ouder is immers volledig vrij om te besluiten met het programma in zee te gaan. De ervaring van het Centrum IKO is dat het programma zorgvuldig wordt voorbereid. Bezoek op het Centrum IKO Gezien het feit dat de subsidie van het Centrum IKO voor 2011 verlaagd was, was het van groot belang dat staatssecretaris Teeven van het Ministerie van Veiligheid en Justitie op werkbezoek wilde komen 1 mei. Hij heeft vanaf het begin een grote betrokkenheid getoond bij het Centrum IKO. De recente ontwikkelingen van het Centrum IKO en een aantal voorbeeldzaken zijn met hem besproken. - Gerecht in eerste aanleg van Aruba, 10 januari 2012 (uitspraak geanonimiseerd bijgevoegd) Moeder woont in Frankrijk. Na de vakantie van het kind bij vader op Aruba wordt het kind achtergehouden door de vader. De rechter in 2006 had eerder bepaald dat moeder het eenhoofdige gezag had over het kind. Vader verzoekt primair om eenhoofdig gezag over het kind en secundair gezamenlijk gezag. Moeder stelt dat de rechtbank onbevoegd is om kennis te nemen van het verzoek van vader. Voorts verzoekt zij onmiddellijke terugkeer van het kind naar Frankrijk. De rechtbank acht zich onbevoegd ten aanzien het verzoek van vader op grond van artikel 1 HKV 1961. Vader moet zich richten tot de Franse rechter. Ten aanzien het verzoek van moeder acht de rechtbank zich bevoegd. Aruba is geen partij bij het HKOV. Op grond van artikel 429ba Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba kan bezien worden of rechtsmacht aangenomen dient te worden, indien er voldoende aanknopingspunten zijn. De rechtbank meent dat hiervan sprake is en acht zich bevoegd. De rechtbank zoekt aansluiting bij het bepaalde in het HKOV en is van oordeel dat niet aannemelijk is gemaakt dat sprake is van een ernstig risico zoals omschreven in artikel 13 lid 1 onder b van het HKOV. De rechtbank gelast teruggeleiding van het kind naar Frankrijk.
6
- Gerechtshof Leeuwarden, 20 maart 2012, LJN: BW1994 Nederlandse vader is naar Nederland teruggekeerd vanuit Noorwegen samen met twee kinderen. Nederlandse moeder dient een verzoek tot teruggeleiding in. In eerste aanleg oordeelt de rechtbank dat sprake is van een iko en dat de kinderen terug moeten naar Noorwegen. (Rechtbank ’s Gravenhage, 26 januari 2012, LJN: BV6069) Vader gaat in hoger beroep. De kinderen van 11 en 14 jaar worden bijgestaan door een bijzonder curator en zijn afzonderlijk van elkaar en telkens in aanwezigheid van de bijzonder curator in raadkamer gehoord door een raadsheer-commissaris. Ten aanzien van het kind van 14 jaar meent het hof dat zij een leeftijd en mate van rijpheid heeft bereikt die rechtvaardigt dat met haar mening rekening wordt gehouden. Het hof is tot het oordeel gekomen dat ten aanzien van het kind sprake is van verzet in de zin van artikel 13 lid 2 van het verdrag dat aan haar terugkeer naar Noorwegen in de weg staat. Het vertrouwen van het kind in moeder is ernstig geschaad, het kind heeft moeder niet willen zien toen moeder voor een contactmoment in Nederland was en het kind vreest dat zij bij terugkeer naar Noorwegen wederom in een pleeggezin geplaatst zal worden. Ten aanzien van het kind van 11 jaar is het hof van oordeel dat zij een mate van rijpheid heeft bereikt, die rechtvaardigt dat met haar mening rekening wordt gehouden. Ook heeft het kind bij het verhoor van de raadsheer-commissaris blijk gegeven van verzet tegen terugkeer naar Noorwegen. Hetgeen kind tijdens haar verhoor met de raadsheer-commissaris heeft aangegeven komt evenwel vooral neer op de wens dat zij graag (bij haar vader en haar zus) in Nederland wil blijven wonen. Een dergelijke wens valt niet aan te merken als verzet tegen de terugkeer in het licht van de uitzonderingsbepaling van artikel 13 lid 2 van het verdrag. Toetreding HKOV Het Haags Kinderontvoeringsverdrag wordt nog steeds door nieuwe landen ondertekend. Recentelijk is het verdrag in werking getreden voor Andorra (01-07-2011), Rusland (1-10-2011) en Guinee (1-2-2012). Nederland heeft de toetreding van deze landen nog niet geaccepteerd en dat betekent dat het HKOV nog niet tussen deze landen en Nederland werkt. Met betrekking tot Rusland is het volgende aan de orde. De vraag is of Nederland zelf de toetreding kan accepteren of dat de Europese Unie dit dient te doen voor de gehele Europese Unie. Deze discussie is ook op de HCCH in januari 2012 gevoerd. Het bekende competentiegeschil in Brussel betreft niet alleen het HKOV, maar ook andere verdragen. De Nederlandse overheid wacht het competentiegeschil af. Wanneer een nieuw land toetreedt of het HKOV van toepassing wordt tussen Nederland en een ander land, dan is dit te vinden op onze website www.kinderontvoering.org bij Actualiteiten. Veranderde gegevens Ministerie Wellicht ten overvloede maar de openingstijden en het e-mailadres van de CA zijn gewijzigd. Zij zijn nu ochtends open van 9.00-12.30 en het e-mailadres is
[email protected]. De afgelopen maanden is in overleg met het Ministerie van Veiligheid en Justitie, de rechtbank Den Haag, twee advocaten, Centrum IKO en
7
de voorzitter van de Vereniging van Kinderontvoeringsadvocaten een notitie ketensamenwerking ontwikkeld. Met name de taken en vergoedingen vanuit de Centrale autoriteit worden hier goed in toegelicht. Deze notitie is recentelijk van de laatste opmerkingen voorzien en ligt bij het Ministerie voor de laatste hand hieraan. Het document is bedoeld als geheugensteuntje voor de advocaten die al kinderontvoeringszaken doen en als handleiding voor de nieuw toetredende advocaten. Wanneer het document openbaar wordt, is dit na te lezen op onze kenniskring en website. Overgang 1 januari Het Centrum IKO hoort graag naar de ervaringen vanuit de advocatuur sinds de overgang van 1 januari. Knelpunten, problemen of juist positieve ontwikkelingen kan het Centrum op haar beurt bespreken met het Ministerie. Afsluiting Na een geslaagde middag, verzoeken wij de advocaten om ons op de hoogte te stellen van eventuele onderwerpen waar zij nog kennis over willen verwerven. Een volgende bijeenkomst kan bijvoorbeeld in het teken staan van bijzonder curator of islamitisch familierecht maar er zijn vele mogelijkheden. Save-the-date: De volgende bijeenkomst staat gepland op dinsdag 20 november 2012 van 13.00-16.30 uur
8