Vereniging van Fondsen in Nederland
NIEUWSBRIEF -- Februari 2011 / Verkorte versie --
inleiding Van geschreven taal naar digitaal… Deze Nieuwsbrief markeert het einde van 20 jaar FIN-Nieuwsbrief. Vanaf nu houdt de FIN u op de hoogte via digitale ‘nieuwsbulletins’, waarmee wij u snel van actuele informatie kunnen voorzien. Uiteraard blijft een aantal rubrieken (o.m. terugblikken naar ledenbijeen komsten, Best Practices en Voor het Voetlicht) in stand: de tekst daarvan kunt u (door middel van verwijzing in het nieuwsbulletin) terug vinden op de FIN-website. Reden genoeg om in deze laatste papieren Nieuwsbrief even stil te staan bij de uitgaven waarmee de FIN twintig jaar de communicatie met haar leden vorm gaf, zie p. 3 en 6. Ook vindt u een interview met het nieuwe FIN-bestuurslid Sophie Vossenaar (p. 7), verslagen van de laatste FIN-bijeenkomsten: het vijfde FIN-symposium over ‘Langdurig financieren ’ (p. 9) en de Najaars-ALV van 2010 (p. 17). Op beide bijeenkomsten waren de aangekondigde overheidsbezuinigingen een veel genoemd thema. Mede hierdoor bezinnen fondsen zich op hun maatschappelijke taak. Vele FIN-leden blijken daarbij voorstander van langdurige partnerschappen met maat schappelijke initiatieven, al is nog niet hele maal duidelijk welke vorm deze partnerships moeten krijgen.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Een ander thema dat steeds meer leeft bij FIN-leden is ‘Duurzaam beleid: ervarings uitwisseling via de website en een FIN-werk groep is hierbij gewenst’ (p. 26). Verder in deze Nieuwsbrief de Best Practices van het Oranje Fonds (p. 30), de introductie van nieuw FIN-lid Vebego Foundation, (p. 33). Ik wens u veel leesplezier. Houdt daarna uw mailbox én de FIN-website in de gaten! Graag ontmoet ik u weer op vrijdag 1 april as. tijdens de ALV in het Pulitzer Hotel in Amsterdam! Rick Wagenvoort, directeur
INHOUDSOPGAVE Verenigingsnieuws Terugblik 20 jaar FIN-Nieuwsbrief Interview Miriam Wijnen Interview Sophie Vossenaar Terugblik FIN-symposium 7 oktober Terugblik ALV 3 december Duurzaam beleid Best Practices - Oranje Fonds Voor het Voetlicht - Vebego Foundation Colofon
2 3 6 7 9 17 23 27 30 31
1
----------- VERENIGINGSNIEUWS ----------Nieuwe leden Sinds de Nieuwsbrief van september jl. werden als nieuwe leden verwelkomd: • Stichting Hendrik Nannes en Catrijn Epesleen • Jan Schoo Charity Foundation -Dappere Dodo’s • Stichting Het Waardige Dier • Charity Stichting Rob Beers • Stichting Henriëtte Fonds • Stichting Gansoord • Cura Child Foundation • Stichting ’t Hofje van Gerrit de Koker • SUN Friesland. FIN-Algemene Ledenvergaderingen Vrijdag 1 april 2011, Pulitzer Hotel, Amsterdam Vrijdag 4 november 2011, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam FIN-Symposium Donderdag 6 oktober 2011, Utrecht e.o. TROV-werkgroep De voorjaarsbijeenkomst van de werkgroep TROV vindt plaats op vrijdag 18 maart 2011.
Gastheer is dan Fonds 1818 in Den Haag. Wilt u alsnog deelnemen aan deze FINwerkgroep Totaal (beleggings)Rendement Op Vermogen, neemt u dan contact op met het FIN-Bureau. Relevante overige data 2011 19 april: Presentatie onderzoek ‘Geven In Nederland’ 2011 Het onderzoek verschaft inzicht in het geef gedrag in Nederland. De bijeenkomst wordt georganiseerd door de Werkgroep Filantro pische Studies van de VU en is vrij toegankelijk. Voor informatie zie: www.geveninnederland.nl 26 t/m 28 mei: EFC-congres in Cascais, Portugal 30 juni: Congres Civil Society, Amsterdam De twaalfde editie van het Civil Society Congres vindt plaats in het Ronald McDonald Centre in Amsterdam. Het thema van het congres is: ‘Diversiteit’.
Transparant Prijs voor Vermogensfondsen 2011 Deelname 20 vermogensfondsen nu al zeker!! In het kader van het periodiek overleg met de overheid (o.m. MinFin en de Belastingdienst Den Bosch) is het belangrijk dat de FIN en haar leden gezien kunnen worden als een betrouwbare en representatieve gesprekspartner. Daarbij mag verondersteld worden dat de FIN-leden de FINGedragscode serieus nemen én transparantie hoog in het vaandel hebben staan. Sinds 2006 wordt de Transparant Prijs uitgereikt binnen de categorie Vermogensfondsen. Deze prijs is gewonnen door het Oranje Fonds (2006 en 2007), Stichting Sluyterman van Loo (2008) en de Turing Foundation (2009). Na een jaar van bezinning (2010) zijn de criteria op verzoek van de FIN verder toegespitst op de vermogensfondsen, waardoor meer aandacht komt te liggen bij het resultaat en bij het vermogen en vermogensbeleid. Het FIN-bestuur roept dan ook met klem haar leden op om mee te doen aan de Transparant Prijs voor Vermogensfondsen 2011. Meedoen aan de Transparant Prijs betekent (zie www.transparantprijs.nl): • U schrijft een jaarverslag dat u kunt gebruiken buiten én binnen uw organisatie. • U krijgt een professionele terugkoppeling op uw jaarverslag, met opmerkingen en aanbevelingen.
2
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
‘What’s new(s)?’ Overzicht FIN Nieuwsbrief 1991-2011 De papieren FIN Nieuwsbrief ‘is niet meer’. U hebt het laatste nummer in uw handen. Voortaan ontvangt u informatie van de FIN via uw pc in digitale Nieuwsflitsen. Reden voor de redactie om kort te reflecteren op de afgelopen twintig jaar. Wat hebben we gecommuniceerd, en hoe? Het zal u niet verbazen dat de hoofdthema’s van de FIN onveranderd bleven en dat de Nieuwsbrief, samen met de FIN, professionaliseerde. Maar verrassend is wel hoeveel de berichtgeving van ‘toen’ soms overeenkomt met die van ‘nu’. In 1991 trok het FIN Nieuws bulletin aan de bel over… ingrijpende overheidsbezuinigingen! What’s new in 2011? In de kern niet héél veel, zo blijkt voor wie de eerste Nieuwsbulletins van de FIN openslaat. Tot en met 1994 zal de overheid bijna 3,1 miljard gulden bezuinigen, zo meldt de FIN in 1991 aan haar leden. Minister D’Ancona van WVC heeft per brief aan meer dan 300 organisaties en instellingen laten weten dat zij volgend jaar geen subsidie meer zullen ontvangen. Professionalisering Toch zijn er, naast de frappante overeenkomsten, ook veranderingen te zien in de berichtgeving. Zo werd de Nieuwsbrief in de loop der jaren steeds duidelijker een verenigingsblad. En werd de productie, net als de vereniging, langzamerhand professioneler. Dit verliep in drie fasen. Fase 1: ‘De knipselkrant’ In 1991 stelden voorzitter W.H. Welling en vice-voorzitter B. van Marken twee FIN-Nieuwsbulletins samen. Deze bestonden vooral uit (kranten)artikelen met informatie die voor fondsen relevant kon zijn. Bronnen waren bijvoorbeeld NRC Handelsblad, The Sunday Times en The Independent. In deze periode discussieerde het FIN-bestuur over het uitbrengen van een professioneel communicatiemiddel. Hiervoor werd advies en een offerte gevraagd bij pr-bureau Bosma Public Relations. Dit bureau bekeek de eerste Nieuwsbulletins en kwam tot een behoorlijk heldere analyse: ‘Het blad komt voor verbetering in aanmerking […] Het is zowel saai qua inhoud als qua uiterlijke vormgeving […] Als het blad een flauwe uitstraling heeft zoals nu, zullen lezers die de FIN niet kennen, zich een onjuist beeld van de vereniging vormen.’ Dit leidde tot het advies: • Maak een nieuwsbrief die dient als verenigingsblad voor leden, en als visitekaartje voor externe doelgroepen. • Laat deze nieuwsbrief minstens driemaal per jaar verschijnen. De FIN-redactiecommissie sloot zich aan bij dit advies, maar het nog bescheiden ledenbestand (70 in 1992) kon de kosten van een professionele nieuwsbrief niet dragen, vonden de leden vergadering en een deel van het bestuur. In juni 1993 werd daarom besloten nog geen professionele nieuwsbrief te laten verschijnen. Als tussenvorm werd een jaarverslag gemaakt ‘met uitgebreide communicatieve aspecten en professionele begeleiding.’ De volgende jaren ontvingen de FIN-leden geen nieuwsbrief of ander communicatiemiddel van de FIN.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
3
Fase 2: Nieuwsbrief in eigen beheer In februari 1996 besloot het FIN-bestuur om toch een nieuwsbrief uit te geven. Het lopende jaar zou een proefjaar worden voor een eenvoudig exemplaar. Daarna zou een nieuwe, ‘meer glossy’ uitgave kunnen verschijnen. Toenmalig FIN-directeur Ignace Schellekens maakte een concept, dat in augustus 1996 door het bestuur werd goedgekeurd. Diezelfde maand zag de eerste FIN Nieuwsbrief het licht, met een voorwoord van voorzitter Mr. J.A. van de Ven: Reeds lang is gesproken over een Nieuwsbrief van de FIN aan zijn leden, een instrument dat de doelstelling van de vereniging, ‘elkaar te leren kennen en tot samenwerking te komen’, dichterbij zal brengen. Het is de bedoeling dat deze uitgave ook hen die niet de ledenvergaderingen bezoeken, zal informeren over het wel en wee van de vereniging. Nu het bureau ‘op orde’ is, moet het mogelijk zijn u telkens opnieuw van interessante informatie te voorzien. De Nieuwsbrief werd tot 2001 in eigen beheer gemaakt onder redactie van directeuren mw. Ignace Schellekens en Dorrit van de Laarschot, bijgestaan door wisselende redactieleden. Naar passende inhoud, vormgeving en frequentie van verschijning werd gezocht. In de eerste jaren was, naast het verenigingsnieuws en fiscale/juridische informatie, vooral de rubriek Vraag & Aanbod uitgebreid. Vraag & aanbod In de rubriek Vraag & Aanbod vroegen FIN-leden en andere organisaties aandacht (en financiële steun!) voor maatschappelijke projecten. Voorbeelden: • Een fonds vraagt (co)financiering voor project voor gehandicapte kinderen in Zuid Afrika. • Studentenvereniging UVSV Utrecht vraagt een bijdrage voor de verbouwing van haar pand. • Een fonds vraagt (co)financiering voor een transmitter voor Radio Seshego in Afrika. • Een fonds wil met collega-fondsen van gedachten wisselen over ondersteuning van allochtonen. • Een stichting die renteloze leningen verstrekt, zoekt goede projecten. Vanaf midden 1999 werd gekozen voor de terugkerende rubrieken Verenigingsnieuws, Netwerken, Juridisch en Fiscaal, Internationaal, Onderzoek en Uit de media. Vaste schrijvers Rien van Gendt en Peter Laugharn verzorgden jarenlang columns over de buitenlandse fondsen wereld, terwijl columniste Guusje van de Ven schreef over personeelszaken. Naast de vaste rubrieken werd ook de opmaak vastgesteld waarop in het laatste decennium is voortgeborduurd. Fase 3: Externe redactie, meer verenigingsblad Tien jaar na het eerste FIN Nieuwsbulletin werden voor het eerst professionals betrokken bij de Nieuwsbrief. In 2001 kwam journalist Anton Stig de redactie versterken, in 2003 volgde tekstschrijver Miriam Wijnen. Deze externe inbreng is na 2004, onder eindredactie van directeur Rick Wagenvoort, voortgezet. Mede hierdoor veranderde de Nieuwsbrief ook inhoudelijk: verslagen van FIN-bijeenkomsten, interviews, best practices van en informatie over FIN-leden kwamen centraal te staan. Tijdens meningspeilingen in 2005 en 2008 werd FIN-leden gevraagd hoe men de kwaliteit van de Nieuwsbrief ervoer. Die werd tijdens beide peilingen door een ruime meerderheid (82%/62%) goed
4
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
bevonden. In 2005 was 80% daarbij ook tevreden over de frequentie van verschijning – viermaal per jaar. Maar een aantal leden voelde veel voor een (aanvullend) maandelijks informatiebulletin. Een dergelijke oplossing kunt u de komende tijd verwachten! De FIN houdt u op de hoogte via uw e-mail. Hierdoor kunnen we actuele gebeurtenissen sneller onder uw aandacht brengen. Daarnaast blijven we u uiteraard informeren op de ledenvergaderingen, themabijeenkomsten en via de website www.verenigingvanfondsen.nl. ‘Historische feiten’ Tot slot enkele feiten, teruggevonden in FIN-Nieuwsbrieven, die laten zien hoe de vereniging zich heeft ontwikkeld...en hoe tegelijkertijd de geschiedenis zich kan herhalen. • 1991: F IN-bureau verhuist van Koninklijke Notariële Broederschap (Den Haag) naar ‘een royale kamer’ in het pand Laan Copes van Cattenburch 62 • 1991: forse overheidsbezuinigingen aangekondigd • 1991: er komt een werkgroep Overheid & Fiscaliteit • 1991: SSSF in Den Haag neemt aanvraagsoftware in gebruik en nodigt FIN-leden uit deze ook (aangepast) te gebruiken. • 1996: FIN-bureau verhuist naar Jan van Nassaustraat 102 • 1997: eerste rapportage onderzoek GIN • 1998: verschijning eerste Goede Doelen Gids • 1998: verschijning eerste FondsenDisk • 1998: themabijeenkomsten rond schuldhulpverlening, steun aan vluchtelingen en asielzoekers in Nederland en Totaal Rendement Op Vermogen. • 1999: themabijeenkomsten rond internationale steunverlening, individuele noden en gezondsheidszorg. • 2000: FIN-website online • 2000: eerste congres Civil Society • 2000: artikel richting duurzaamheid: groen beleggen en het nieuwe belastingstelsel • 2004: artikel over cultureel ondernemerschap: de toekomst voor de kunstsector?
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
5
Nieuwsbrief wordt e-Bulletin
Reactie van de redacteur Door: Rick Wagenvoort De FIN-Nieuwsbrief wordt opgevolgd door het FIN e-Bulletin. Wat betekent dit voor de FIN-leden en voor de tekstschrijver Miriam Wijnen die al een aantal jaren betrokken is bij de FIN-Nieuwsbrief? We stelden haar enkele vragen over de oude en nieuwe nieuwsvoorziening van de FIN. De Nieuwsbrief stopt... een triest afscheid? Nee hoor, de FIN zet een stap die helemaal past in de tijd. Digitaal nieuws heeft het voordeel dat we echt actueel kunnen zijn. Iets dat vandaag gebeurt, kan je morgen aan de leden vertellen. Reageren op nieuws wordt voor leden ook laagdrempelig, een e-mail is zo verstuurd. Ik denk dat dit het contact tussen bestuur, bureau en leden alleen maar kan bevorderen. Is de Nieuwsbrief veranderd, voor zover jij hebt kunnen waarnemen? Niet alleen de Nieuwsbrief, ook de FIN is veranderd sinds ik binnenstapte in 2003. De communicatie is toegenomen, van de FIN naar de leden maar ook tussen leden onderling. Tijdens rondetafelgesprek ken en discussies op ledenvergaderingen en symposia is de tijd eigenlijk altijd te kort. Bestuurders van fondsen hebben elkaar veel te vertellen en vaak heb ik de indruk dat er grote voldoening is om met collega-bestuurders zaken te kunnen delen. Binnen de FIN heerst een sfeer van: praktijkgericht zijn, reageren op de actualiteit. Of het nu gaat om fiscale veranderingen of maatschappelijke verschui vingen. Die praktische mentaliteit heb ik zien toenemen, en dat heeft zijn weerslag op het FIN-nieuws. Hoe gaat de nieuwsvoorziening voortaan verlopen? Leden gaan vaker nieuws ontvangen dan drie, vier keer per jaar. Zodra er nieuws is, melden we dit zo snel mogelijk. De nieuwsproductie blijft in grote lijnen hetzelfde. Rick Wagenvoort of Suzette de Boer sturen me, waar nodig, op pad en blijven verantwoordelijk voor de hoofdredactie. De praktische verspreiding van het nieuws wordt natuurlijk wel anders, drukwerk en frankering behoren tot het verleden. Leden ontvangen een digitale nieuwsbrief met links naar de artikelen op de FIN-website. Verandert het nieuws nu? Ja en nee. E-nieuws vraagt natuurlijk dat je zo kort en krachtig mogelijk schrijft en tekst goed structureert. Je kunt ook gebruikmaken van links naar andere digitale informatie. Dat is een kleine verandering in de vorm van de nieuwsberichten. Maar inhoudelijk blijft het streven: goede informatie bieden voor en over FIN-leden, en weergeven wat er leeft in de vereniging. Grappig genoeg kwam ik in de FIN-archieven een format tegen voor de Nieuwsbrief, dat bijna 20 jaar geleden is opgesteld. Het toen nog op te zetten blad moest bestaan uit … in journalistieke stijl geschreven artikelen, waar mogelijk in interview-vorm. Als inhoud werd, naast enkele andere items, genoemd: mededelingen van het bestuur, verslag activiteiten van werkgroepen, verslag/analyse van relevante maatschappelijke ontwikkelingen zoals wetsontwerpen, verslag FIN-bijeenkomsten, overzicht nieuwe leden, profiel van een aangesloten fonds. Dat blad is er destijds niet gekomen, maar zonder dat we het wisten zijn we in de afgelopen jaren naar dat format toe gegroeid. En nu maken we de volgende slag naar het e-tijdperk.
6
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Kennismaking met FIN-bestuurslid Sophie Vossenaar
Inspireren en professionaliseren met focus op ‘de kleintjes’ Na een loopbaan van bijna twintig jaar bij KLM maakte Sophie Vossenaar ook bij de FIN een vliegende start. Haar familiestichting De Vondelbrug werd in 2009 FIN-lid en een jaar later werd Sophie Vossenaar gevraagd zich kandidaat te stellen voor het FIN-bestuur. ‘De taak van de FIN is de dienstverlening te blijven verbeteren voor alle leden, groot en klein, oude fondsen en nieuwkomers. Mijn rol daarin is actief de kleinere fondsen te vertegen woordigen. Daarbij zie ik inspireren en professionaliseren als mijn doelen. Ideeën aandragen waardoor we als fondsen meer impact bereiken.’
FIN-bestuurslid Sophie Vossenaar
‘Onderwerpen zoals venture philanthropy en impact investing vind ik erg interessant’, zegt Sophie Vossenaar, sinds voorjaar 2010 FIN-bestuurslid. ‘Hoe kun je je vermogen het beste laten werken voor een betere wereld? Het is waardevol om daarover na te denken. Je vermogen inzetten in dienst van je missie, naast financiering ook je kennis en netwerk bieden. Die ontwikkelingen zullen steeds meer doorzetten. Ik zie het als mijn ‘aandeel in de wereldverbetering’ om anderen hierover te informeren en zo te inspireren. Maar dat is zeker niet het enige waarmee ik me in het FIN-bestuur bezighoud!’ Belangen behartigen ‘Naast inspireren is professionaliseren van de FIN en haar leden een taak waar ik me voor
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Sophie Vossenaar praat snel en bevlogen over de onderwerpen die haar raken. Haar interesse is breed en haar carrière kleurrijk. Met haar diploma’s Hogere Hotelschool en MBA op zak vloog ze de wereld rond als stewardess en vervulde 18 jaar lang diverse commerciële functies bij KLM. Hield zich onder andere bezig met de verkoop van tickets in Latijns Amerika, interne communi catie over de planning van vluchten en onderhandelingen met luchtvaartmaat schappijen in het Midden-Oosten. Acht jaar lang was ze verantwoordelijk voor enter tainment en communicatie aan boord: films en video in diverse talen, muziek en tijd schriften ter vermaak van de passagier, maar ook de profilering van het merk KLM in beeld, tekst en geluid. Naast de inhoud volgde zij continu de technische ontwikke lingen en adviseerde het management om hier al dan niet in te investeren. In deze periode was zij bestuurslid en voorzitter van de World Airline Entertainment Association: een belangenvereniging waarin ca. 100 luchtvaartmaatschappijen en 250 toeleveranciers, zoals filmstudio’s, elkaar ontmoeten. inzet. Maar de belangenbehartiging door de FIN heeft voor mij, en voor het hele FINbestuur, prioriteit. Hoe kunnen we zowel de kleine als de grote leden vertegenwoordigen en de beste dienstverlening bieden?’
7
‘Als onderdeel van mijn inwerkprogramma heb ik onderzocht wie van de leden naar welk type FIN-bijeenkomsten komt, en ben ik gestart met een ‘belrondje’ onder kleinere leden die we al langere tijd niet bij evene menten hebben gezien. Ook ga ik enkele kleinere leden bezoeken. Ik probeer beter in beeld te krijgen hoe tevreden de leden zijn met de dienstverlening van de FIN, en te kijken hoe we de FIN nog beter kunnen maken.’ Als bestuurder van familiestichting De Vondelbrug (2005) hoort Sophie Vossenaar zelf bij de groep ‘kleinere leden’. In 2009 werd deze stichting FIN-lid vanwege de informatievoorziening over regelgeving, het netwerk en de samenwerkingsmogelijkheden, en de belangenbehartiging door de FIN. Waarde FIN voor kleinere fondsen ‘Bij kleinere fondsen heeft men vaak geen vaste bemanning of er is personele krapte, waardoor FIN-bijeenkomsten niet worden bezocht. Ook leeft wel het idee dat de onder werpen meer van toepassing zijn op grote fondsen. Maar als klein fonds hebben wij ervaren dat het FIN-lidmaatschap toegevoegde waarde heeft, bijvoorbeeld bij het ingaan van de ANBI-wetgeving en het nadenken over langdurige financiering en verschillende vormen van financiering.’
Met het bestuur van De Vondelbrug startte Sophie Vossenaar een nieuwe loopbaan in maatschappelijke (deels onbezoldigde) functies. Deelname in het FIN-bestuur is een van die functies. Maatschappelijke loopbaan ‘Zeven jaar geleden heb ik KLM verlaten om meer tijd aan mijn gezin te besteden en een meer maatschappelijke invulling te zoeken van mijn tijd en energie. Dit verliep parallel met de oprichting van De Vondelbrug. Vrij snel hierna volgde een onbezoldigde
8
betrokkenheid bij kinderhulporganisatie Net4kids en de Stichting Zwerfjongeren Nederland. In beide gevallen kon De Vondel brug projecten financieren en kon ik hier zelf een actieve rol in spelen.’ ‘Sinds 2006 ben ik parttime betrokken bij ‘social investment firm’ Goodwell Invest ments, die in India en West-Afrika investeert in instellingen voor microfinanciering. In 2010 trad ik toe tot het FIN-bestuur en werd ik ook actief voor Himmelblau, een bureau dat bedrijven ondersteunt om hun maatschappe lijke betrokkenheid vorm te geven. Mijn activiteiten bij Net4kids en de Stichting Zwerfjongeren heb ik intussen afgebouwd.’ Sophie Vossenaar hoort graag uw wensen, ideeën en verbeterpunten. Bent u een klein fonds en hebt u suggesties voor het FIN-beleid? Neemt u dan contact op met
[email protected]. Jezelf uitvinden als FIN ‘Het is belangrijk dat de FIN voldoende draagvlak heeft om de belangenbehartiging goed inhoud te kunnen geven. De uitdaging is om programma’s te ontwikkelen die zowel onze kleine als grote leden aanspreken. We moeten onszelf steeds opnieuw blijven uitvinden.’
Meer weten? Op de volgende websites vindt u meer informatie over de organisaties waarvoor Sophie Vossenaar actief is. • www.himmelblau.nl • www.goodwell.nl
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Vijfde FIN-symposium actueel in tijden van bezuiniging
Partner zijn van maatschappelijk initiatief: hoe pakken we dat aan? overheid gaat bezuinigen in allerlei sectoren waar fondsen actief zijn, voelen besturen de noodzaak om te reflecteren op hun beleid. Hoe ga je om met de veranderende wereld? Houd je vast aan eenmalige projectfinanciering of kies je voor meerjarige steun, omdat belang rijke initiatieven anders kopje-onder gaan? Gehoorde uitspraken van FIN-leden: • ‘Het onderwerp van dit symposium is midden in de roos, het speelt doorlopend bij maatschappelijke organisaties en fondsen.’ • ‘De bezinning op langdurige financiering is een wezenlijke discussie in ons bestuur.’ • ‘Het is zaak om criteria te blijven ontwik kelen, waardoor het zinvol blijft wat we doen.’ Dagvoorzitter Sandra Rottenberg
Als vermogensfondsen evolueren we van eenmalige geldschieters voor projecten tot partners van maatschappelijke initiatieven. Tot die conclusie kwamen een kleine honderd vermogensfondsen tijdens het FIN-symposium ‘Langdurige financiering van maatschappelijke initiatieven’ op 7 oktober jl. in Artis. Na een plenair deel met verschillende geluiden van aanvragers, fondsen en een sociaal ondernemer volgden levendige rondetafeldiscussies. De belangrijkste vraag van vermogensfondsen: hoe pakken we langdurige financiering in de praktijk aan? Het thema ‘langdurige financiering’ staat bij vermogensfondsen hoog op de agenda, zo werd duidelijk tijdens de plenaire opening en daarop volgende rondetafel-discussies. Nu de
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Gematigde aftrap: argumenten vóór projecten Bij de aftrap van het symposium, dat energiek werd gepresenteerd door dagvoorzitter Sandra Rottenberg, werd nog niet direct duidelijk welke kant de vermogensfondsen opgaan. Ja, structurele steun van fondsen is nodig, werd aangegeven door Artis-directeur Haig Balian. ‘Wij ontvangen dit jaar 28% minder subsidie
9
van de gemeente en het kabinet wil bezuinigen. We moeten ons dus aanpassen, willen we ons handhaven.’
‘Wij geven voor maximaal drie jaar onder steuning. Maar als een project goed loopt, en de verslaggeving is helder, dan is die termijn niet eindig’, aldus Joris van Tets van Goudriaan (Fundatie van den Santheuvel, Sobbe) tijdens de plenaire sessie. ‘Bij een goed lopende samenwerking zoeken we ook andere financiers erbij.’
Gastvrouw Adriana Esmeijer
Joris van Tets van Goudriaan
Gastvrouw Adriana Esmeijer, directeur van het Prins Bernhard Cultuurfonds, liet daarbij een gematigd geluid horen. Haar fonds geeft lang durige financiering in een aantal uitzonderings gevallen, maar ziet veel argumenten om door te gaan met kort durende projectsteun. ‘Je wilt geen subsidie-afhankelijkheid creëren, we willen aanvragers motiveren tot zelfwerkzaam heid. Ook moeten nieuwe projecten een eer lijke kans hebben op subsidie en willen we als fonds kunnen kiezen voor de beste projecten. Daarnaast kan een verbinding met vaste partijen invloed hebben op je imago. En het budget van het Cultuurfonds fluctueert, waardoor te veel vaste verplichtingen niet handig zijn.’
Ook in de rondetafeldiscussies werd dit beeld bevestigd. Hier bleek de belangrijkste vraag van fondsen: hoe brengen we langdurige financiering in de praktijk? (Zie laatste alinea: Wat, werkwijze, voordelen, problemen.)
‘Stiekem’ langdurig steunen Hoewel veel aanwezigen begrip hadden voor de argumenten van Adriana Esmeijer (‘Inderdaad willen we dat aanvragers creatief zijn in het vinden van financiering’), blijkt dat veel vermogensfondsen open staan voor meerjarige steun aan projecten. Ze combineren dit met kort durende steun en communiceren er vrijwel niet over.
10
Praktijk Postcode Loterij Over die praktijk sprak Femke Rotteveel, accountmanager Goede Doelen van de Postcode Loterij, vanuit haar ervaringen. ‘Wij steunen organisaties zoals Novib en Natuurmonumenten. Zij ontvangen een lumpsum die ze kunnen gebruiken zoals het hen goeddunkt, dus ook om de organisatie te versterken. Onze selectie aan de poort is streng. Maar de geselecteerde doelen ontvangen daarna ten minste vijf jaar steun.’ Femke Rotteveel: ‘Vertrouwen is de basis van de samenwerking. Wij laten de organisaties hun werk doen. Zij hebben de expertise om maatschappelijk effect te realiseren.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Femke Rotteveel
Anderzijds blijven we betrokken en delen onze eigen expertise, bijvoorbeeld in communicatie en pr’. Visie aanvragers Naast de ervaring van een fondsenwervende organisatie die structureel financiert, kwam ook de visie van aanvragers naar voren. Hoe belangrijk achten zij langdurige steun van fondsen? Lieke Steinmeijer van Stichting Mara en Lieve van Geldorp van Stichting De Ster lieten geen twijfel bestaan: structurele onder steuning is noodzakelijk om een maatschappe lijk initiatief te kunnen verduurzamen.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Lieke Steinmeijer
Stichting Mara ondersteunt vrijwilligers, o.a. bij het initiatief Dress for Success, een keten van winkels waar minima zich gratis kunnen laten kleden voor een sollicitatiegesprek. Stichting De Ster organiseert vakantie kampen voor kinderen tussen 8 en 16 jaar
11
met een duidelijke problematiek, zoals pesten of gepest worden, geen vrienden kunnen maken of slecht omgaan met woede. Lieke Steinmeijer: ‘Voor onze projecten heb ik dit jaar 95 (!) aanvragen uitstaan bij fondsen. Hiervoor heb ik speciale software laten ont wikkelen! We zijn voor 70% van ons budget afhankelijk van fondsen. Het zoeken naar financiering kost veel tijd en fondsen stellen steeds meer eisen aan de aanvragen. We denken na over andere financieringsmogelijk heden, maar hebben nog geen oplossing gevonden.’
Sociaal ondernemen: verleiden en ruziemaken Daniel Giltay Veth: ‘Maatschappelijke projecten die financieel overleven, main stream worden, hebben een sociaal onder nemer aan het roer die kan verleiden en ruzie maken. Vaak zijn het drammers, licht irritante mensen. Ik ben zelf ook een beetje zo.’ Giltay Veth, o.a. eigenaar van Koersvast, uitzendorganisatie voor werklozen. Hij onderzocht waarom het een aantal initiatieven wel lukt om te verduurzamen, terwijl andere projecten, hoewel ze inhoudelijk succesvol zijn, het niet redden. (Zie ook de publicatie Het rendement van zalmgedrag; de projecten carroussel ontleed op www.dgvholding.nl.)
Lieve van Geldorp
Lieve van Geldorp: ‘Een goed initiatief opbouwen én financieel onafhankelijk maken kost tijd! In die tijd kunnen we niet zonder fondsen!’ Een project doorloopt twee fases. Eerst heb je ca. 4 jaar nodig om een sterke organisatie neer te zetten. Daarna volgt het zoeken naar partners in de maatschappij. Dit proces vergt ongelofelijk veel tijd en inzet, aldus Van Geldorp. ‘Je moet talloze gesprekken voeren voordat samenwerking een feit is. Inmiddels biedt één verzekeraar onze kampen aan in het aanvullende pakket. Maar naast die ene partij zijn er nog zoveel anderen om te benaderen, ook in het bedrijfsleven. Dat red je niet in drie jaar!’ Tip voor fondsen: steun ‘survivors’ De ‘tweede fase’ van projecten, de groei naar financiële onafhankelijkheid, werd verder toegelicht door sociaal ondernemer Daniel
12
Daniel Giltay Veth
Giltay Veth: ‘De survivors hebben vier ken merken. Hun methodiek is effectief, ze meten hun impact en tonen die aan, er staat een sociaal ondernemer aan het roer en het project is ingebed in een vitale alliantie. Het krijgt ruggensteun van cruciale personen, bond genoten, bijvoorbeeld in het lokale bestuur.’ Voor fondsen die overgaan tot structurele financiering is het raadzaam dit lijstje in de gaten te houden, aldus Giltay Veth. ‘Durf ook nee te zeggen tegen projecten die niet goed doordacht zijn. Dat is tachtig procent van het aanbod!’ Daarnaast benadrukte hij de rol van fondsen als investeerders in maatschappelijk initiatief.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
‘Of je nu eenmalig of langdurig financiert, in feite ben je altijd stakeholder in je projecten. Binnen dat stakeholdersmodel is het ook je taak om bruggen te slaan: naar andere fondsen, naar de overheid. Geef sociaal ondernemers de kans om hun initiatieven te verbeteren, om door te innoveren. De samenleving heeft daar behoefte aan. Daarmee kun je de projecten carroussel, het steeds weer ontstaan en ver dwijnen van dezelfde soort projecten, stoppen.’ Wat, werkwijze, voordelen, problemen Na het plenaire deel gingen de aanwezige fondsen in gesprek over langdurige finan ciering. Of structurele steun nodig is bleek niet zozeer een punt van discussie. Maar wel: hoe pakken we langdurige ondersteuning in de praktijk aan: • Wat gaan we financieren; ook exploitatiekosten? • Wat is onze werkwijze, zoeken we (financiële) partners, welke afspraken maken we met aanvragers? • Wat zien we als voordelen van structurele steun? • Wat zijn mogelijke problemen?
Wat gaan we financieren? • We moeten uitgaan van het maatschap pelijke initiatief. We financieren dat waarmee een organisatie/initiatief het beste is geholpen. Niet wat wij als fondsen willen, moet bepalend zijn. • Institutionele steun. Bij langdurige steun, een partnerschap, kun je (incidenteel) institutionele steun geven, voor de infrastructuur. • Vernieuwende initiatieven. We investeren alleen meerjarig in projecten met unieke, vernieuwende doelstellingen. Met die projecten gaan we jaarlijks om de tafel en we bespreken tijdig(!) hoe we de steun afbouwen. • Financiering op maat. Projecten kennen een levenscyclus. Elke fase heeft een bijzondere vorm van (venture) financiering nodig. In het begin gaat het om pionieren en experimenteren. Later gaat het om bestendigen, uitrollen en/of verduurzamen. Dan zijn misschien ook meer reguliere vormen van financiering relevant. • Diensten of kennis. Naast financiële steun kun je ook andere ondersteuning bieden, zoals diensten door je eigen personeel of derden. Of je kunt op regelmatige basis meedenken over beleid.
Onder andere de volgende antwoorden kwamen naar voren:
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
13
Werkwijze • Resultaatfinanciering. Bij langdurige ondersteuning is onze voorwaarde dat de aanvrager het verwachte resultaat formuleert. Als dit behaald wordt, kan er een ‘bonus’ volgen. • Exitstrategie. Bij meerjarige steun willen we vanaf het begin helderheid hebben over afbouw, duur, betrokkenheid, etc. • Meerdere vervolgaanvragen steunen. • Lopende projecten steunen. Je kunt in al lopende projecten stappen, zodat je het voor aanvragers gemakkelijker maakt om hun jaarlijkse financiering rond te krijgen. • Programmatische aanpak. Je kunt met fondsen gezamenlijk inzetten op een bepaald thema, waardoor de kans op blijvende veranderingen groter is. • Co-financiering. Door co-financiering stimuleer je het entrepeneurschap bij de aanvrager, dat nodig is om ook op langere termijn te overleven en niet afhankelijk te worden van (één of enkele) financiers. • Joint ventures creëren. Projecten, fondsen en andere partijen zoals lokale overheden kunnen joint ventures aangaan op basis van gezamenlijke doelstellingen. Dat levert meer op dan te werken vanuit verschillende invalshoeken (aanvrager versus financier, maatschappelijk middenveld versus overheid). Subsidierelaties moeten minder vanzelf sprekend worden. Dit vraagt een cultuur verandering van zowel fondsen als aanvragers: gerichtheid op entrepreneur schap en impact. Maar ook vraagt het andere kennis, bijvoorbeeld van verdien
14
modellen, meting van maatschappelijk rendement en organisatie. Voordelen • Meerwaarde voor beide partijen. Wanneer je je als fonds verbindt met een initiatief dat jouw doelstelling excellent invult, kan dit voor beide partijen grote meerwaarde hebben, die uitstijgt boven projectfinanciering. • Geen begrenzing door het begrip ‘project’. Het begrip ‘project’ beknelt zowel aanvragers als fondsen. Een waardevolle aanvraag moet soms worden ‘gekneed’ zodat we het etiket ‘project’ erop kunnen plakken. Dit is niet nodig wanneer we overgaan tot langdurige financiering. Problemen • Betrokken zijn en afstand bewaren. In een partnerschap kan het lastig zijn om de juiste mix te vinden tussen afstand en betrokkenheid. • Medeverantwoordelijkheid. In een partnerschap werk je samen met de aanvrager, maar hoe doe je dat? Hoe werk je samen optimaal aan het gewenste resultaat? Dit is bijvoorbeeld heel actueel bij sociaal ondernemerschap. • Kapitaalvernietiging. Als niet vanaf het begin wordt gelet op mogelijkheden tot verduurzaming, ligt kapitaalvernietiging op de loer. • Terugtrekgedrag van subsidiegevers zoals overheid. De overheid brengt positief rendement in mindering op subsidie. Dit is
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
geen aanmoediging van entrepreneurschap, terwijl dat nou juist nodig is voor verduurzaming! Ook doen subsidiegevers vaak moeilijk over vermogensvorming bij aanvragers, terwijl dat nou juist noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering. Stap in toekomst Met het symposium ‘Langdurige financiering’ heeft de FIN een stap gezet naar de toekomst, waarin het partnerschap tussen fondsen en andere partijen, zoals de overheid, steeds belangrijker zal worden. Zoals voorzitter Rien van Gendt het bij de afsluiting verwoordde: ‘Er zijn goede argumenten voor tijdelijke projectfinanciering. Maar er is meer. Als fondsen moeten we de discussie met aanvragers aangaan vanuit onze visie. Op die manier worden we partners, investeerders in maatschappelijke ontwikkeling. Daarbij hoort dat we niet alleen financiële steun geven, maar ook adviseren en ons netwerk inzetten.’
Rien van Gendt
Over het algemeen werd het symposium positief ontvangen. ‘Dit onderwerp lééft, ik heb er veel aan gehad!’ Verbeterpunten Na afloop van het symposium klonk ook een enkel kritisch geluid waarmee de FIN haar voordeel kan doen:
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
• ‘De zaaldiscussie had strakker geleid mogen worden, meer gericht op het thema van de dag.’ • ‘Eigenlijk is de tijd te kort voor zoveel sprekers én discussie.’ • ‘Het had nog duidelijker mogen worden dat structurele steun noodzakelijk is. Een zaak van leven en dood voor heel veel goed werk in Nederland!’ En wat vonden de ‘buitenstaanders’? Enkele weken na het symposium peilde de FIN Nieuwsbrief de reacties van de sprekers. Hoe herinnert u zich het FIN-symposium? • Lieke Steinmeijer: Het was een inspirerende bijeenkomst. Goed om de verschillende visies van fondsen te horen. • Daniel Giltay Veth: Wat mij opviel was de betrokkenheid bij het onderwerp. Ik had over het algemeen een meer gereserveerde, wellicht wat defensieve opstelling verwacht. • Femke Rotteveel: Ik werd geraakt door de gedrevenheid van met name Lieve van Geldorp en Daniël Giltay Veth. Ik ben daardoor nog meer gemotiveerd in mijn eigen werk! Om te zorgen dat bevlogen mensen de wereld groener en rechtvaardiger kunnen blijven maken, met een bijdrage van de Postcode Loterij. • Lieve van Geldorp: Het was een inspi rerende dag waarop de grote uitdaging waar vermogensfondsen voor komen te staan, duidelijk naar voren kwam. Omdat de overheid grote bezuinigingen doorvoert, zijn vermogensfondsen in het maatschappe lijke veld belangrijker dan ooit. Hoe zij hun geld besteden heeft grote invloed op de hulp die er binnen Nederland en in het buitenland is voor de minderbedeelden. Wat is u mee- of tegengevallen? • Lieke Steinmeijer: De tijd voor plenaire discussie had langer gemogen. • Daniel Giltay Veth: Er is mij niets tegen gevallen. Er waren alleen maar meevallers, gezien de grote betrokkenheid. • Femke Rotteveel: Het was prettig om de mensen achter de vermogensfondsen te
15
zien. De meeste fondsen kende ik alleen uit het beroemde Fondsenboek. • Lieve van Geldorp: Het was erg goed dat er aandacht was voor de projectencarroussel. Dat probleem is echt groot! Het laat zien dat ook succesvolle stichtingen vaak na een aantal jaren hun deuren moeten sluiten, omdat fondsen alleen kortdurend hun opstart financieren. Voordat een succesvol initiatief financieel zelfstandig is, trekken fondsen vaak al hun financiële steun terug. Zonde, want alle kennis gaat verloren, en er is een grote kans dat een volgende stichting het wiel opnieuw gaat uitvinden. Wat staat (in uw ogen) de vermogensfondsen nu te doen? • Lieke Steinmeijer: Ik hoop dat vermogens fondsen de discussie voortzetten. Met elkaar, met maatschappelijke initiatieven en de overheid. Voor maatschappelijke initia tieven is het erg moeilijk om op termijn zelfstandig inkomsten te realiseren. Velen lukt het niet, en in dat geval is er kapitaal vernietiging. Wellicht kunnen fondsen, overheden en initiatieven samen zoeken naar een oplossing. • Daniel Giltay Veth: Doorgaan op de ingeslagen weg door coalities te bouwen met o.a. de overheid. Doorinnoveren wat al goed is in partnerschappen. En binnen de fondsen investeren in kennis: herkennen wat goed is en hoe je dat kunt versterken. • Femke Rotteveel: De fondsen kunnen het verschil maken voor inspirerende maat schappelijke initiatieven! Betrokkenheid bij de aanvragers en lef tonen in de keuze van de financiering zijn in deze tijden extra belangrijk. En ik hoop natuurlijk, mocht dit nog niet het geval zijn, dat de beleggingen van alle fondsen in lijn zijn met hun eigen doel stellingen. Of beter nog: een middel zijn om hun eigen missie na te streven! Zo werkt het vermogen van de fondsen aan beide kanten en is de impact vele malen groter.
16
• L ieve van Geldorp: Vermogensfondsen en maatschappelijke initiatieven moeten samen het streven behouden om zoveel mogelijk minderbedeelden voor zo weinig mogelijk geld te helpen. Samen werken we aan een mooie wereld! Voor beide partijen is het uitermate belangrijk dat de middelen goed besteed worden. Ik hoop dat bij fondsen de discussie wordt gevoerd over de volgende vragen: - Past onze visie over de manier van financiering van projecten bij de maat schappij van dit moment? De maat schappij is continu in beweging en iedere periode biedt zijn eigen kansen maar ook moeilijkheden. - Is financiering van véél kleine initia tieven, enkel in de opstartfase, anno 2011 wel het beste idee? - Moet er niet extra aandacht zijn voor de parels, de stichtingen die echt een verschil maken, zodat zij de tijd en kans krijgen om financieel zelfstandig te worden?
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Najaars-ALV 2010 belicht cultuur en samenwerking in tijden van bezuinigingen
Van nieuwe mecenassen, de dingen die gaan komen...
Beleggingen van vermogensfondsen, de stand van FIN-zaken, toch géén statutenwijziging, cultuur, netwerken, samenwerking tussen FIN-leden: die mix van onderwerpen maakte de najaars-ALV in Lunteren het bezoeken waard. Rode draad in het afwisselende programma vormde het toenemende belang van de vermogensfondsen in Nederland. Bijvoorbeeld in hun rol van mecenassen in de cultuursector. ‘Aan de Raad en aan u allen de taak om te voor komen dat ons erfgoed van de toekomst teniet wordt gedaan’, was de oproep van Els Swaab, voorzitter van de Raad voor Cultuur. Daarnaast spraken FIN-leden over samenwerking, waardoor zij meer toegevoegde waarde kunnen bieden aan een samenleving in krappe tijden. Een kleine honderd FIN-leden trotseerden kou en sneeuw om elkaar te ontmoeten in Congres centrum De Werelt in Lunteren. Het plenaire ochtendprogramma werd geopend door voorzitter Rien van Gendt, waarna de heer Van Alphen (Maatschappij van Welstand; links op de foto) mede namens de heer Van Asch van Wijck (Insinger Stichting) de aanwezigen welkom heette.
De Maatschappij van Welstand is een vereniging voor ondersteuning van het protestantisme. De vereniging verpacht landerijen, met aandacht voor bedrijfs- en plattelandsontwikkeling. Daarnaast verstrekt zij, vanuit verschillende fondsen, subsidies voor o.a. restauraties van kerkgebouwen, diaconaal werk, projecten die de kwaliteit van de samenleving versterken en elementaire hulp aan individuen, gezinnen en organisaties. De Insinger Stichting steunt protestants-christelijke projecten in Nederland, Indonesië, Suriname en de Antillen. Denk aan de uitbouw van kerken, orgelrestauraties en het (ver)bouwen van gemeenschapscentra. De stichting schenkt alleen aan organisaties.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
17
Mededelingen van het bestuur De FIN-voorzitter Rien van Gendt vervolgde de vergadering met mededelingen, waaronder: • P er 1 januari 2011 treedt Suzette de Boer in dienst bij de FIN. Zij vervangt Jacqueline Detiger, die de afgelopen jaren als extern projectadviseur voor de FIN werkzaam is geweest.
Jacqueline Detiger temidden van het het bureauteam Rick Wagenvoort en Virginie Theewen; Suzette de Boer
• E en convenant tussen overheid en vermogensfondsen over de invulling/interpretatie van de ANBI-regeling is in voorbereiding • M et Theo Poolen, plaatsvervangend directeur-generaal van de Belastingdienst, is overleg geweest over fiscale zaken die vermogensfondsen en de goede doelen raken: commerciële activiteiten van ANBI’s, de ANBI-criteria, de geefwet en giftenaftrek. • V ermogensfondsen spelen een stimulerende rol in projecten van het (voormalige) ministerie voor Wonen, Wijken en Integratie. Gemeenschapsfondsen zijn benut om lokale projecten te bekostigen. Ook zijn buurt- en wijkprojecten gestart waarin de overheid samenwerkt met o.a. Start Foundation en het Oranje Fonds. Minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijks relaties) heeft zijn interesse getoond voor deze samenwerking tussen overheid en fondsen. • H et FIN-bestuur gaat leden bezoeken om te horen wat hun wensen zijn richting FIN. Voor welke uitdagingen staat men, welke ondersteuning is welkom, wat kan de FIN verbeteren? • D e Vrije Universiteit doet opnieuw het onderzoek Geven In Nederland. De FIN-leden krijgen het uitdrukkelijke verzoek hun medewerking te verlenen: het is van belang aan derden te kunnen laten weten welke (financiele) rol de vermogensfondsen in de maatschappij vervullen. Transparant Prijs voor Vermogensfondsen 2011: doe mee! Behalve voor het GIN-onderzoek vroeg voorzitter Van Gendt aandacht voor de Transparant Prijs 2011. De FIN roept met klem haar leden op om mee te doen aan deze wedstrijd in jaarverslaglegging. In het kader van het periodiek overleg met de overheid (o.m. MinFin en de Belastingdienst Den Bosch) is het belangrijk dat de FIN en haar leden gezien kunnen worden als een betrouwbare en representatieve gesprekspartner. Daarbij mag verondersteld worden dat de FIN-leden de FIN-Gedragscode serieus nemen én transparantie hoog in het vaandel hebben staan. Het streven is om in 2011 met minstens 20 vermogensfondsen deel te nemen aan de Transparant Prijs. Dit minimale aantal deelnemers is nodig om de prijs uit te reiken in de categorie Vermogensfondsen. FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
18
Sinds 2006 wordt een Transparant Prijs uitgereikt binnen de categorie Vermogensfondsen. Deze prijs is gewonnen door het Oranje Fonds (2006 en 2007), Stichting Sluyterman van Loo (2008) en de Turing Foundation (2009). In 2009 deden 13 vermogensfondsen mee aan de wedstrijd. Het FIN-bestuur besloot toen tot een bezinningsjaar. Voor 2011streeft het FIN-bestuur naar deelname door 20 fondsen. Uw voordelen! Meedoen aan de Transparant Prijs betekent: • U schrijft een jaarverslag dat u kunt gebruiken buiten én binnen uw organisatie. • U krijgt een professionele terugkoppeling op uw jaarverslag, met opmerkingen en aanbevelingen. Zie www.transparantprijs.nl Jong Bestuurstalent Prof. dr. Theo Schuyt riep de FIN-leden op om talent volle jonge bestuurders aan te melden voor een nieuwe post-academische opleiding: Jong Bestuurstalent voor Filantropische Vermogensfondsen. FIN-lid KSBW (Katholieke Stichting ter Bevordering van Welzijnswerk) heeft het initiatief genomen en wil andere FIN-leden, vermogensfondsen uitnodigen te participeren om deelname (financieel) mogelijk te maken van aangedragen kandidaten. Momenteel volgen 9 cursisten deze opleiding, in maart 2011 start het nieuwe cursusjaar. De opleiding is bedoeld voor mensen die al bestuurslid zijn van een vermogensfonds, of dit willen worden. Tijdens de cursus wordt aandacht besteed aan de filantropische wereld, manage ment, financiën en vermogensbeheer, interventie en evaluatie. Doel is jonge afgestudeerden te leveren die de diversiteit en professionaliteit van besturen (en de sector) kunnen vergroten. Middagprogramma ALV Mecenassen gezocht! Na de lunch, waarbij netwerken voorop stond, was het woord aan Els Swaab, voorzitter van de Raad voor Cultuur. Zij vertelde in haar speech over de taken van de Raad voor Cultuur, haar visie op de voorgenomen bezuinigingen en de rol van mecenassen in de cultuursector, vroeger en nu. Taak van de Raad De Raad voor Cultuur is het adviesorgaan van de regering en het parlement op het gebied van kunst, cultuur en media. Zij geeft elke vier jaar een advies over de verdeling van meerjarige subsidiegelden over culturele instellingen. In 2009 zijn er 160 instellingen aangewezen die een minimale dekking geven van alle facetten in de cultuursector. Die 160 instellingen noemt men de Basisinfrastructuur (BIS). In de lente van 2011 komt er een nieuw advies, waarin de Raad onder andere kijkt naar de subsidiëring van de BIS.
19
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Visie op bezuinigingsplannen De Raad staat kritisch tegenover de voorgenomen bezuinigingen van het kabinet-Rutte, zo werd duidelijk. Over de bezuinigingen op de cultuurbegroting zei Swaab: ‘De Nederlandse culturele infrastructuur is een dynamisch, fijnmazig geheel. 200 miljoen euro bezuinigen op een begroting van 450 miljoen betekent dat de sector in de volle breedte wordt geraakt: van experiment tot aanbod voor een breed publiek. Bezuinigingen zullen zeer zorgvuldig doorgevoerd moeten worden, met oog voor het maatschappelijk en economisch rendement van cultuur.’ Ook over de voorgenomen bezuiniging van 200 miljoen op de omroepbegroting is de Raad niet enthousiast. Zij vreest dat bij de publieke omroep het evenwicht onder druk komt te staan, tussen enerzijds het bieden van toegevoegde waarde en anderzijds programma’s ‘voor iedereen’. Daarnaast betreurt de Raad de voorgestelde btw-verhoging op theaterkaartjes en het feit dat cultureel beleggen minder wordt gestimuleerd. ‘Het standpunt van het kabinet-Rutte is een trendbreuk met het verleden’, aldus Swaab. ‘De afge lopen decennia bestond in brede kring consensus over de legitimiteit van overheidssteun voor de cultuur.’ Mecenassen in de cultuursector Hoe moet het nu verder in de cultuursector, met al dit zware weer op komst? Els Swaab gaf enkele handreikingen: • Onderzocht is dat Nederland zeer ‘geefbereid’ is. Daar zullen kunstinstellingen gebruik van moeten maken. In 2007 berekende de VU dat 352 miljoen euro werd gegeven aan cultuur. • Zeer recent heeft de VandenEnde Foundation met 65 miljoen euro het Nieuwe DelaMar Theater gerenoveerd en heropend. Joop van den Ende gaf aan dat gesubsidieerde gezelschappen nog nauwelijks werken met mecenassen. Dit moet gaan gebeuren. • Nederland heeft een rijke traditie van cultureel mecenaat: onder meer het Concertgebouw, het Vondelpark en het theater Carré zijn particulier gefinancierd en de collecties van bijvoorbeeld het Rijksmuseum en Van Gogh Museum zijn grotendeels door particulieren bekostigd. Vastgesteld is ook dat het mecenaat een bron is geweest voor vernieuwing in de kunst. Aansluitend hierop deed mevrouw Swaab de oproep aan de FIN-leden om zich als partner te verbinden aan culturele initiatieven. ‘Bij uw FIN-symposium in oktober stelde u vast dat ver mogensfondsen steeds meer partners worden van maatschappelijke initiatieven. Die ontwikkeling juicht de Raad toe, zeker als het om de ondersteuning van kunst en cultuur gaat.’ De toespraak werd bezield afgesloten: ‘Kunst en cultuur zijn van en voor iedereen en primaire voorwaarden voor het behoud van onze beschaving. Aan de Raad voor Cultuur en aan u allen de taak om te voorkomen dat ons erfgoed van de toekomst teniet wordt gedaan.’
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
20
Vragen uit de zaal Vraag: waar verwacht u de grootste klappen in de cultuursector? Antwoord: Bij de podiumkunsten, de experimentele gezelschappen, stadsgezelschappen en -orkesten. U zult als fonds op veel plaatsen kunnen inspringen. Kleine dans- of toneelgezel schappen zijn vaak ook geholpen met kleinere bedragen. Vraag: hebben onze bestuursleden wel genoeg expertise in huis om een rol te kunnen spelen in de cultuursector? Antwoord: U hoeft niet alle inhoudelijke expertise te hebben, u kunt zich ook laten informeren door (een commissie van) deskundigen. Vraag: hoe snel moeten we reageren als fondsen? Is het verstandig om erg snel in de gaten te springen die de overheid laat vallen? Antwoord: Het nieuwe beleid zal pas in 2013 ingaan, maar het is wel verstandig om nu al in discussie te gaan met de cultuursector. Vergeet niet dat ook provincies en gemeenten veel cultuursubsidies geven, en die moeten nu ernstig bezuinigen. Daarnaast hebben bedrijven de laatste jaren minder in kunst geïnvesteerd. De cultuursector wordt dus van alle kanten geraakt. Vraag: vindt u het de taak van de overheid om ons werk (fiscaal) te faciliteren? Antwoord: De Raad zal zeker een advies geven over de faciliteiten die nodig zijn. Ons belasting stelsel is anders dan dat in het VK en de VS, waar het mecenaat ook veel meer bloeit dan in Nederland. Samenwerking tussen fondsen De ALV werd ’s middags gevolgd door drie bijeenkomsten, waar fondsen met elkaar spraken over samenwerking op de thema’s: • cultuurbeleid, • ouderenbeleid en • duurzaam beleid.
Hier kwamen goede ideeën en best practices boven tafel, zoals de ‘Inspiratiebazar’ in de bijeenkomst Cultuurbeleid (zie foto). Over de bijeenkomst over Duurzaam beleid vindt u het artikel ‘FIN houdt Duurzaam beleid op de agenda’ op pagina 26.
21
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Inspiratiebazar De FIN-leden Stichting Boschuysen, Fonds 1818 en Pekoenja hebben in november jl. een Inspiratiebazar georganiseerd in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut, Gemeente Den Haag, JIP, Stichting WijkAlliantie en De Slinger Jongeren. Het doel was om jongeren de weg te wijzen in de fondsenwereld. Aan de avond deden 120 jongeren mee. Zij werden geïnformeerd en gemotiveerd om hun plannen uit te werken voor een betere maatschappij. Het programma bestond uit: • workshops om te leren hoe geld aangevraagd kan worden en wat er komt kijken bij het uitwerken van een idee. • een speeddate met jongerenfondsen en maatschappelijke organisaties. • acts die inspireerden tot goede ideeën voor een betere maatschappij. • pitch van 1 minuut. Zes jongeren mochten hun project pitchen voor een jury. Het beste idee, Feeling Free Organisation uit Pijnacker (www.feelingfree.nl) werd beloond met een geldbedrag van € 500,-, een internationale training voor twee personen en begeleiding gedurende het project. Wilt u ervaringen delen of een dergelijk project opzetten? Neem contact op met de heer Sanne ten Bokkel Huinink: e:
[email protected]. t: (070) 324 89 88
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
22
FIN faciliteert met themadag, brochure, besloten website en in te richten werkgroep
FIN-leden maken bescheiden start met duurzaam beleid
Een aantal FIN-leden heeft de eerste stappen gezet richting duurzaam beleid, dat rekening houdt met de drie P’s People, Planet en Profit. Vooral in de bedrijfsvoering en het beleggingsbeleid worden duurzaamheidsaspecten meegenomen. Vaak gaat het dan om een deel van het vermogen dat duurzaam wordt belegd. Het bestedingenbeleid is vaak nog niet ‘Triple P’ ingericht. Dit beeld kwam naar voren in de bijeenkomst Duurzaam beleid na de ALV op 3 december 2010. De bescheiden start richting duurzaamheid mag intensievere opvolging krijgen, zo concludeerden de deelnemers. Een werkgroep is wenselijk, waarin FIN-leden samen concreet aan de slag gaan met duurzaam bestedings- en beleggingsbeleid. Een besloten deel op de FIN-website, dat voor 2011 staat gepland, is een belangrijke faciliteit om tot samenwerking en kennisoverdracht te komen. Wat leeft er en wilt u samenwerken? De bijeenkomst ‘Duurzaam beleid’ werd voorgezeten door Irene Mol, directeur van Stichting Pequeno. Haar kernvraag aan de aanwezige leden was: • Wat leeft er bij u op het gebied van duurzaam beleid? • Wordt er op dit gebied samengewerkt of zijn er wensen tot samenwerking? Met duurzaam beleid wordt bedoeld: beleid dat in gelijke mate rekening houdt met sociale, ecologische en economische aspecten (People, Planet, Profit). Er wordt niet gedoeld op ‘duurzaamheid in tijd’. Bij vrijwel alle tien aanwezige fondsen leeft de wens om duurzaam te werken. Enkele fondsen hebben een integraal duurzaam beleid voor besteden, beleggen en bedrijfsvoering. Maar de meeste leden zetten bescheiden stappen, vooral in de organisatie en beleggingen: • Een deel van ons vermogen beleggen we in microkredieten, voor het maatschappelijke rendement. Ook onze bedrijfsvoering is zo duurzaam mogelijk. • Onze beleggingen zijn deels duurzaam. We hebben een kleine aandelenportefeuille bij Triodos Bank en participeren in micro kredieten bij Oiko Credit. 23
• We wisselen van gedachten met andere fondsen over duurzaam beleggen. Het is in de onderzoeksfase. • Bij ons is het zeker een issue in welke zaken we beleggen! • Onze vereniging verpacht landbouwgrond, de overige beleggingen zijn ook redelijk duurzaam. Daarnaast hebben we een hoogleraarschap duurzame plattelands ontwikkeling gesponsord. En we stimuleren pachters tot biologische productie door hen informatie te geven en te verbinden met andere partijen die hen verder kunnen helpen. Het bestedingenbeleid is in de meeste gevallen gericht op één P (People), maar niet op alle aspecten van duurzaamheid: • Onze doelstelling is het bieden van individuele hulp aan jongeren; de bestedingen zijn duurzaam voor de P van People. • We steunen gehandicapten en vluchtelingen, dus de ‘People’ staan voorop in de bestedingen. • In ons giftenbeleid is duurzaamheid (nog) niet verankerd, al is de doelstelling wel mensgericht: we ondersteunen partijen die ontwikkelingswerk doen.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
• Bij onze bestedingen komt duurzaamheid niet ter sprake, we schenken geld aan wetenschappelijke organisaties. • Bij onze bestedingen letten we op duurzaam heid door vanaf het begin te bekijken hoe we projecten kunnen verduurzamen. Zodat wij ons op termijn kunnen terugtrekken. Het ontbreken van de ‘Triple P’ bij bestedingen, dat bij meerdere fondsen speelt, leidde tot een van de vragen tot samenwerking: ‘Graag zouden we met andere fondsen van gedachten wisselen over het duurzaam maken van projecten. Hoe zorg je dat de drie P’s in je projecten vertegenwoordigd zijn, zonder dat de inhoudelijke bemoeienis met het project te groot wordt?’ Andere wensen tot samenwerking zijn: • Garanties: Wij willen graag garanties verlenen, maar mogen dat volgens onze statuten niet. We zoeken fondsen die hierin met ons willen samenwerken. Bijvoorbeeld in de constructie dat wij een startkapitaal bieden aan een sociale onderneming, en het collega-fonds garant staat. • Zelf duurzaam fonds creëren: • Een optie is om vanuit een aantal FINleden zelf een duurzaam fonds te creëren. Door samen te werken, wordt ons gewicht vele malen groter. • Wellicht kan de FIN een rol spelen om een duurzaam fonds te creëren waar FIN-leden kunnen instappen. Vooral voor kleinere fondsen kan dit aantrekkelijk zijn. Zij nemen vaak een vermogens beheerder in de arm; waarom dan niet deelnemen aan een duurzaam ‘FINfonds’? • (Reactie op duurzaam beleggingsfonds:) Een voorbeeld van ‘pooling’ zie je bij fondsen met landbouwgrond. Deze willen hun gemeenschappelijke bezit in één stichting onderbrengen. Maar het poolen van beleggingen zal voor veel fondsen een brug te ver zijn.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
• Kennisoverdracht en aanvragen uitwisselen: • We hebben vooral behoefte aan kennis over duurzaam besteden en beleggen, en het doorspelen van aanvragen aan andere fondsen. • Het uitwisselen van aanvragen via intranet, zoals het Amsterdams Fondsenoverleg doet, werkt goed. • Samen instappen in duurzame projecten: Wij hebben Triodos Bank gevraagd om voorstellen te doen voor concrete pro jecten die wij kunnen ondersteunen met private equity of garanties. Onze wens is om met collega-fondsen samen te werken wanneer er een goed businessplan binnenkomt. Dat we samen kunnen instappen. Een forum op internet of een FIN-werkgroep kan het middel zijn. Intensievere samenwerking Samenwerking in duurzaam beleid is gewenst en mag een intensievere vorm krijgen dan bijvoorbeeld deze werkgroep. Tot die conclusie leidde de discussie over samenwerken. Een werkgroep van FIN-leden die concreet aan de slag gaat met duurzaam bestedings- en beleg gingsbeleid is een logisch vervolg op de stap pen die de FIN al heeft genomen. De breed opgezette FIN-themadag (2009), de FINbrochure (maart 2010) en deze bijeenkomst (december 2010) over duurzaam beleid hebben het onderwerp op de agenda gezet. Nu is het moment om de diepte in te gaan. De bescheiden stappen die fondsen nu nemen, kunnen dan verder worden ontwikkeld. De FIN staat positief tegenover verdere ervaringsuitwisseling rond duurzaam beleid. FIN-penningmeester Jan Willem Pieterson: ‘Het is nodig dat we, naast de brochure over duurzaam beleid, de FIN-leden stimuleren om duurzaam beleid te voeren. Dat kan straks mooi via de FIN-website. Er is een besloten gedeelte in de maak waar leden elkaar kunnen vinden – ook op het gebied van duurzaam beleid.’ Wilt u deelnemen aan de te vormen werkgroep Duurzaam Beleid? Neem dan contact op met het FIN-bureau. 24
Onderzoek VBDO: kleine groep vermogensfondsen belegt duurzaam Dat vermogensfondsen nog zeer bescheiden stappen zetten richting duurzaamheid, komt ook naar voren uit recent onderzoek van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). De vereniging onderzocht van 18 fondsenwervende instellingen, 16 vermogensfondsen en 3 hybride organisaties het beleggingsbeleid, de implementatie ervan en de verantwoording hierover. Slechts 22 van hen hebben volgens de VBDO een aantoonbaar verantwoord beleggingsbeleid. Van de 16 vermogensfondsen en 3 hybride organisaties hebben er zes een duurzaam beleggingsbeleid. Vijf van deze zes fondsen delen die informatie met het publiek, twee van de zes vertellen hoe ze dat beleid in de praktijk brengen. Het onderzoek werd op 1 december 2010 gepresenteerd tijdens een VBDO-seminar, bij Kempen & Co in Amsterdam. FIN-penning meester Jan Willem Pieterson gaf hier aan, dat de FIN met de resultaten aan de slag gaat, maar het jammer vindt dat zij niet bij het onderzoek betrokken is. ‘Als het onderzoek via de FIN was uitgezet, had dit een grotere respons kunnen opleveren.’ De VBDO neemt dit advies mee voor een volgend onderzoek. In het huidige onderzoek zijn fondsen vanuit enige willekeur benaderd. Grootte van de organisatie en naamsbekendheid waren o.a. leidende factoren.
Om deze problemen op te lossen, is de inzet van brancheorganisaties nodig, aldus Hummels. Zij kunnen: • aansluiten bij duurzame initiatieven van hun leden; • binnen de organisatie een advies commissie inrichten voor duurzaam beleggen; • een duurzame ranglijst aanleggen van ondernemingen/fondsen die ‘investible’ zijn. De criteria voor zo’n ranglijst kunnen komen uit de handreiking Verantwoord Beleggen van de VFI of uit internationale verdragen.
Waarom weinig duurzaam beleggen? Ook werd gezocht naar oorzaken waarom duurzaam beleggen nog in de kinderschoenen staat bij (vermogens)fondsen. Prof. dr. Harry Hummels noemde vier redenen: 1. Er is gebrek aan kennis en expertise binnen de sector: men vreest onterecht voor minder rendement of hoge tijds investeringen. 2. Men ervaart een gebrek aan relevantie: wervende fondsen ontvangen niet minder giften wanneer ze niet duurzaam beleggen. 3. Er is onduidelijkheid over de normering: de vraag is wat we verstaan onder duurzaam beleggen, en welke ondernemingen duurzaam zijn. 4. Er is algemene scepsis over de duurzaam heid van ondernemingen: bedrijven lijken in de kern weinig duurzaam, en verschijnen en verdwijnen om diverse redenen op en van duurzaamheidslijsten.
Duurzaamheid sectorbreed stimuleren VBDO-voorzitter Giuseppe van der Helm deed het voorstel een sectorbrede werkgroep te starten om duurzaam beleggen te bevorderen: ‘De VBDO wil een werkgroep inrichten waarin wervende instellingen (VFI), vermogens fondsen (FIN) en financiële instellingen vertegenwoordigd zijn, met het doel duurzaam beleggen te stimuleren. De VBDO kan hiervan de trekker zijn en de partijen faciliteren. Er kan dan gewerkt worden aan praktische zaken zoals het formuleren van duurzaamheidsnormen.’ Fondsen: wees helder naar uw bank Vanuit het publiek werd benadrukt dat vermogensfondsen hun vraag naar duurzame beleggingen zelf kenbaar moeten maken bij banken. ‘Bij de meeste banken speelt duur zaamheid nog geen rol. Je moet als instelling zeer gemotiveerd zijn om duurzame beleg gingsmogelijkheden te vinden. Als sector moeten we onze vraag helder formuleren.’
25
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Beleg vanuit uw ideaal! VBDO-voorzitter Van der Helm riep de sector op om te beleggen vanuit haar doelstelling: ‘Ga vanuit uw idealen beleggen! Als u duur zaam belegt, kunt u als maatschappelijke organisatie veel grotere slagen maken voor uw doel.’ Zie voor het onderzoek: www.vbdo.nl, VBDO Benchmark Responsible Investment, ‘Doing good and sharing it’, 29 november 2010. Het onderzoek is tot stand gekomen met financiële steun en advies van (FIN-lid) Stichting Pequeno, en mede geschreven door Maastricht University en de EIRIS Foundation. De VBDO heeft van deze eerste benchmark bewust geen ranglijst gepresenteerd, vanwege de gevoeligheid van de sector voor reputatie. Ook wil men goede doelen de gelegenheid geven om orde op zaken te stellen. Het voornemen is om het onderzoek jaarlijks te herhalen onder meer organisaties, en daarbij wél een ranglijst op te stellen.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
26
---------------- best practices ---------------Oranje Fonds In de rubriek Best Practices komt telkens een FIN-lid aan het woord dat kennis met u deelt over de dagelijkse gang van zaken. Hoe selecteert het fonds aanvragen, wat doet men aan p.r., hoe gaat men om met afwijzingen, transparantie en evaluatie? In deze aflevering vertelt Ronald van der Giessen, directeur, over het Oranje Fonds. Wat is uw jaarlijkse giftenbedrag? Het Oranje Fonds besteedt jaarlijks circa € 26 miljoen aan de doelstelling. Hiervan gaat ruim € 23 miljoen in de vorm van directe financiële steun naar bijna 3.000 sociale initiatieven, in Nederland en in het Caribische deel van het Koninkrijk. Hiermee is het Oranje Fonds het grootste sociale fonds van Nederland. Inkomsten Het Oranje Fonds ontvangt zijn inkomsten van: • de Nationale Postcode Loterij (€ 14,7 miljoen in 2010); • De Lotto (€ 6,2 miljoen in 2010); • Vrienden, giften, erfenissen en legaten. Wat is uw doelstelling? Het Oranje Fonds bevordert betrokkenheid in de samenleving. Om dit te bereiken ondersteunen we projecten die: • de sociale infrastructuur verbeteren of vernieuwen. Denk aan investeringen in gemeen schapshuizen of het wegwijs maken van allochtone vrouwen in Nederland; • een positieve sociale dynamiek op gang brengen. Bijvoorbeeld ontmoetingen tussen jong en oud, of gezamenlijke activiteiten van buurtbewoners in hun wijk of dorp.
ontwikkelingen in de samenleving actief stimuleren. Dit doen we binnen drie pijlers: • Samenhang in de buurt • Diversiteit • Actief burgerschap. Binnen deze pijlers vallen diverse sociale projecten, maar ook campagnes die het Oranje Fonds zelf opzet, zoals NL DOET en Buren dag. Hiermee vervullen we een aanjaagfunctie. VOORBEELDEN Gesteund project binnen de algemene doelstelling: Rebup Rebup (Puber in omgekeerde volgorde) is een uitzendbureau voor jongeren in de Leidsebuurt in Haarlem, een wijk met veel sociale problemen. Bij het bureau, in een huiskamersfeer, komen jongeren kranten ophalen voor hun krantenwijk en huiswerk maken. Ook zijn er creatieve middagen en voorlichtingsbijeenkomsten. Buurtbewoners melden klusjes die de jongeren kunnen uitvoeren. De initiatiefneemster van Rebup geeft begeleiding en regelt zo nodig hulp en doorverwijzingen. Meer gesteunde projecten vindt u op www.oranjefonds.nl.
Deze projecten worden vaak ingediend door vrijwilligers die de projecten ook uitvoeren. Daarnaast wil het Oranje Fonds bepaalde
27
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
In de pijler Samenhang in de buurt: Burendag Burendag is een initiatief van het Oranje Fonds en Douwe Egberts. Buurten kunnen bij het Oranje Fonds een vergoeding vragen voor een verbetering van hun buurt. In 2010 (de vijfde Burendag) heeft het Oranje Fonds 1 miljoen euro uitgegeven aan goede ideeën. In de pijler Diversiteit: Man 2.0 In dit programma staat emancipatie en participatie centraal van sociaal geïsoleerde mannen. Binnen het programma vallen 23 projecten die financiële en inhoudelijke steun krijgen van het Oranje Fonds. Ook werken ze onderling samen om kennis en methodieken te ontwikkelen. In de pijler Actief Burgerschap: De beste maatjes In maatjesprojecten wordt een vrijwilliger 1-op-1 gekoppeld aan een deelnemer die wat extra hulp kan gebruiken. De vrijwilliger is coach, mentor of maatje. Het Oranje Fonds geeft speciale aandacht aan maatjesprojecten en helpt o.a. bij het werven van vrijwilligers. Hoe selecteert u aanvragen? De selectie gaat als volgt: • Aanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend. Dit kan via een digitaal aanvraagformulier (op onze website) of een papieren aanvraagformulier. • Onze projectadviseurs selecteren de aanvragen op basis van de richtlijnen die op onze website staan. Een richtlijn is bijvoor beeld dat we geen steun geven aan cultuurof milieuprojecten, of voor hulp aan individuen. • Op basis van het aanvraagformulier, eventuele bijlagen en soms een project bezoek, schrijven onze projectadviseurs een advies.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
• D e adviezen worden besproken tijdens een tweewekelijks overleg met alle adviseurs. • Aanvragen van meer dan € 50.000 worden besproken door het Management Team • Bij bedragen hoger dan € 150.000 neemt het bestuur een besluit. Wat doet u om uw aanvragers te bereiken? Werkt u reactief of proactief om aanvragen ‘uit de markt’ te ontvangen? Het Oranje Fonds bereikt aanvragers door bijzondere initiatieven en organisaties in de schijnwerpers te zetten. De jaarlijkse uitreiking van Appeltjes van Oranje op Paleis Noord einde genereert bijvoorbeeld veel mediaaandacht. Hierdoor weten veel sociale initiatieven ons te vinden. Maar ook met onze campagnes NL DOET en Burendag laten we zien, dat het Oranje Fonds er is voor de sociale initiatieven in Nederland. Onze werkwijze is voornamelijk proactief. We stimuleren specifieke ontwikkelingen met onze programma’s en campagnes. Daarbij nodigen we welzijnsorganisaties en particulieren uit om sociale initiatieven te nemen. We laten ze ook weten dat ze voor onder steuning bij ons terecht kunnen. Dit doen we met de organisatie van bijeenkomsten en de Oranje Fonds Zomerscholen, maar ook via onze website oranjefonds.nl, Twitter en You tube. Daarnaast gebruiken we communicatie middelen zoals ons relatiemagazine Oranje Fonds Bericht en folders over specifieke mogelijkheden.
28
Het Oranje Fonds signaleert ook nieuwe aandachtsgebieden, zoals het thema mannen emancipatie. Met het programma Man 2.0 genereren we proactief nieuwe aanvragen rond dit thema. Hoe gaat u om met afwijzingen? Als een aanvraag niet aan de richtlijnen vol doet, hoort de aanvrager dit zo snel mogelijk van ons. Eventueel kan de aanvrager een verzoek tot heroverweging indienen, maar dit gebeurt zeer sporadisch. Het komt ook voor dat aanvragers hun afgewezen projectplan zo verbeteren, met hulp van onze project adviseurs, dat een nieuwe aanvraag wel kansrijk is. Hoe gaat u om met transparantie? Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Transparantie is voor ons van groot belang. Open externe communicatie, bijvoorbeeld via ons jaarverslag, is hierbij onmisbaar. De uitstekende juryrapporten bij de Trans parant Prijs van de afgelopen jaren geven ons het vertrouwen op de goede weg te zijn. Om in onze organisatie zo transparant en deskundig mogelijk te werken, hebben we een bestuur en verschillende commissies, bijvoor beeld de auditcommissie.
Hoe evalueert u projecten? We streven naar maximale transparantie en professionaliteit. Evaluatie van gesteunde projecten vormt hierbij een logisch onderdeel: • Programma’s en campagnes We evalueren de lopende en nieuwe programma’s en monitoren daarnaast onze campagnes. • Algemene toekenningen De losse toekenningen zijn zeer verschil lend van aard. Het blijft een uitdaging om de succes- en faalfactoren van een sociale investering te categoriseren, en de uitkomsten te verwerken in de beoordeling van aanvragen. In de meeste gevallen hebben we geen zuivere controlegroep, waardoor we de specifieke resultaten van een project niet 1-op-1 kunnen exporteren naar toekomstige projecten. Daarom zijn we in 2010 van start gegaan met een evaluatieprogramma dat onder andere laat zien hoeveel van de gesteunde initiatieven bereiken wat ze van plan waren. Dit doen we op basis van zelfevaluatie, via een eenvoudig meerkeuze-formulier.
• Het bestuur: • bepaalt het algemene beleid van de stichting; • ziet toe op het beheer van de organisatie; • stelt het bestedingsbeleid, de begroting en de jaarrekening vast. • De auditcommissie: • a dviseert het bestuur over het financiële beleid; • bepaalt de doelstellingen voor het vermogensbeheer; • bewaakt de resultaten van het vermogensbeheer.
29
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
----------- voor het voetlicht ----------Vebego Foundation De rubriek ‘Voor het voetlicht’ zet de schijnwerper op (nieuwe) FIN-leden. Wie zijn ze en wat verwachten ze van de FIN? Deze keer vertelt Annette van Waning, manager van Stichting Vebego Foundation, over deze organisatie. De Vebego Foundation is opgericht door Vebego, een internationaal opererend familiebedrijf dat actief is in facility services, personeelsdiensten en gezondheidszorg.
Vebego is met meer dan 40 bedrijven vertegenwoordigd in 6 Europese landen en heeft zo’n 38.000 medewerkers in dienst. De totale omzet in 2009 was 877 miljoen. De activiteiten van Vebego Foundation zijn een belangrijk onderdeel van het MVO-beleid van het familiebedrijf. Wat is uw doelstelling? Het doel van de Vebego Foundation is breed. We ontwikkelen projecten voor mensen met minder kansen en mogelijkheden in deze maatschappij. Zorg voor mensen, in de breedste zin van het woord, staat voorop. Onze projecten hebben een belangrijke relatie met zorg, scholing en sociale economie; belangrijke activiteiten en competenties van Vebego en haar bedrijven. In onze projecten doen we meer dan geld geven. We combineren altijd een financiële impuls met de persoonlijke en praktische betrokkenheid van medewerkers. Concreet betekent dit dat we bouwreizen organiseren: reizen naar bijvoorbeeld Sri Lanka of Zuid-Afrika, waarbij medewerkers letterlijk een school of (opvang)huis bouwen, en hun kennis en ervaring overdragen.
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011
Aanleiding: Tsunami 2004 De Stichting Vebego Foundation is opgericht in 2005. Directe aanleiding was de tsunami: die leidde binnen Vebego tot spontane hulpacties. Vervolgens besloot de raad van bestuur om maatschappelijk betrokken projecten meer structuur te geven. De Vebego Foundation was geboren. De Foundation heeft een vijfkoppig bestuur: • Arno Bloem (voorzitter); • Jos Trienekens (penningmeester); • Annette van Waning (secretaris en manager Vebego Foundation); • Suzanne Goedmakers (bestuurslid); • Ton Goedmakers sr (vanaf januari 2011 vaste genodigde). De dagelijkse leiding is in handen van Annette van Waning, die wordt ondersteund door een werkgroep van 5 personen. Kunt u voorbeelden noemen van projecten? De Vebego Foundation ontwikkelt bij voorkeur haar eigen projecten. Zo nodig werken we samen met vooral lokale partners in het land waar het project wordt ontwikkeld. Onze partners zijn: • Project Build in Zuid-Afrika; • Monniken in Baddegama, Sri Lanka; • De Belevenis in Nederland; • Habitat for Humanity (incidenteel). Voorbeelden van projecten zijn: • In Sri Lanka hebben we na de tsunami 50 huizen gebouwd in het getroffen gebied. Ook hebben we in Baddegama de nieuw
30
bouw en inrichting verzorgd van een verzorgingshuis voor 48 ouderen. Daarnaast hebben we een huis voor 35 gehandicapte vrouwen gerenoveerd en voorzien van een ziekenboeg. • I n Zuid-Afrika hebben we verschillende projecten gedaan in Kwazulu Natal, in en nabij Mziki. Hier zijn 140 huizen gebouwd en 30 bewoners getraind om rondom de huizen groente te verbouwen. Ook worden klaslokalen en keukens gebouwd voor scholen. • I n Ghana (Nkwantakese) zijn drie huizen gebouwd in een project voor de lokale bevolking. Dit jaar start in Kumasi de bouw van een centrum waar straatmeiden een opleiding krijgen waardoor ze in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. • I n Nederland organiseren we SchoonPlein (www.schoonplein.nl): een lesproject voor basisscholen over afval en weggooibesef. De schoonmaker krijgt een podium in de klas om over zijn werk te vertellen. Ook ondersteunen we De Belevenis, een evenement voor meervoudig gehandicapten en dementerende ouderen. Vrijwilligers van Vebego-bedrijven zetten zich hier voor de begeleiding van de bezoekers in. Wat is uw jaarlijks giftenbedrag? Vebego stelt 2% van haar resultaat en de inzet van haar medewerkers ter beschikking van de projecten. Waarom bent u lid geworden van de FIN? We willen graag kennis uitwisselen en eventueel samenwerken met andere fondsen. Wat verwacht u van de FIN, nu en in de nabije toekomst? We verwachten dat de FIN ons op de hoogte houdt van relevante kennis en dat er mogelijk heden geboden worden om samen te werken.
31
Hebt u al FIN-activiteiten bijgewoond? Zo ja, hoe is uw indruk van de vereniging? We hebben nog geen bijeenkomsten bijge woond. Reden is dat de agenda al vol was toen de data van activiteiten bekend werden. Wat ons betreft mogen de data nog eerder gecom municeerd worden. In 2011 wonen wij graag de bijeenkomsten bij om meer te weten te komen over de FIN, haar leden en activiteiten. Meer informatie Wilt u meer weten over de Vebego Foundation? Kijk op de website: www.vebegofoundation.nl. Of neem contact op met: Annette van Waning, manager Vebego Foundation e:
[email protected] t: (06) 55 18 47 76 Ook kunt u het lustrum-magazine GOED ontvangen, met verhalen en achtergronden over de Vebego Foundation. Bestellen kan via
[email protected]
COLOFON De FIN-Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging van Fondsen in Nederland - FIN. REDACTIE Mr. H. Wagenvoort en Woorddoener, 06 - 12 545 974 of
[email protected]. Tekst Alle artikelen in deze Nieuwsbrief zijn van de hand van Miriam Wijnen. FIN Jan van Nassaustraat 102 2596 BW Den Haag T 070-3262753 (ma t/m vrij, 10:00-13:00) F 070-3262229
[email protected] www.verenigingvanfondsen.nl
FIN-Nieuwsbrief, februari 2011