Waarom deze verkorte versie? Dit is een verkorte versie van Ruim Baan 3.0. Deze versie is gemaakt voor alle medewerkers van het Albeda College en andere geïnteresseerden. Hierin presenteren wij de hoofdpunten van Ruim Baan 3.0 voor het opleidingsjaar 2012-2013. De uitgangspunten? We zijn een school voor beroepsonderwijs met een maatschappelijke opdracht Om ons werk zo goed mogelijk te kunnen doen, opereren we als een maatschappelijke onderneming. Waarom een maatschappelijke onderneming? Omdat we onze middelen maximaal willen inzetten om onze missie te realiseren. Omdat we zo veel mogelijk studenten hun talenten willen laten ontdekken, ontwikkelen en toepassen zodat ze uitgroeien tot gewilde en bekwame vakmensen met ambitie, en als actief burger een bijdrage leveren aan een duurzame toekomst. We willen bereiken dat al onze studenten met het voor hen hoogst haalbare diploma de deur uit gaan en binnen drie maanden een baan vinden of zich inschrijven voor een vervolgopleiding. We richten ons niet alleen op de beste studenten. Als interconfessionele instelling willen we alle studenten een kans bieden om een diploma te halen. Maar een kans moet wel een echte kans zijn. Dat betekent dat iedereen wordt toegelaten, maar dat we direct met de student in gesprek gaan over zijn of haar opleidingskeuze en beroepsperspectief. Dat kan leiden tot een nieuwe opleidingskeuze en daarmee uiteindelijk betere kansen op de arbeidsmarkt. Ruim Baan 3.0 is een logisch gevolg op Ruim Baan 2.0 Een jaar later zijn de speerpunten uit Ruim Baan 2.0 –‘de basis op orde’- nog steeds actueel. Maar ‘op orde’ zijn, waaraan we hard hebben gewerkt het afgelopen jaar en al veel hebben bereikt, is niet genoeg. De lat moet omhoog. Ons bestaansrecht wordt immers bepaald door de kwaliteit van ons onderwijs. Dit is pas goed genoeg als we voldoen aan de verwachtingen van studenten en hun ouders, bedrijven en instellingen en de overheid. Om de lat omhoog te krijgen, moeten we investeren en bezuinigen De basis op orde en de lat omhoog is wat ons betreft essentieel voor goed onderwijs. Wij realiseren ons dat de lat alleen omhoog kan als we investeren in mensen, in beter organiseren en de implementatie van de goede systemen. Maar om te kunnen investeren, zullen we de kosten van onze bedrijfsvoering omlaag moeten brengen en moeten onze inkomsten op gelijk niveau blijven of verhoogd worden. Dit vereist meer kwaliteit bij een gelijkblijvende hoeveelheid middelen, een nieuwe kijk op onze gebouwen en een heldere visie op publiek-private samenwerking. Onderwijsteams staan centraal Om onze missie te kunnen realiseren hebben we een sterke organisatie nodig met sterke onderwijsteams die optimaal worden ondersteund. In het afgelopen jaar hebben we grote stappen gezet om de positie van de teams te versterken. De invoering van de topstructuur is formeel afgerond, adjunct-directeuren en onderwijsleiders zijn benoemd. De implementatie is in volle gang. Uitgangspunt hierbij is dat verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. Branchedirecties, onderwijsleiders en hun teams staan nu voor de uitdaging te bepalen op welke wijze ze hun studenten na de intake tot en met de diplomering het best kunnen onderwijzen en begeleiden. Hierbij worden zij optimaal ondersteund door de stafdiensten.
1
Met welke ontwikkelingen moeten we rekening houden? De samenleving verandert Toenemende vergrijzing en veel zestigers die de arbeidsmarkt verlaten. Het aantal jongeren in de regio blijft gelijk. De zakelijke dienstverlening, bouw, informatiesector en financiële instellingen laten een krimp zien. Zorg, onderwijs, detailhandel en horeca daarentegen laten een reële groei van de werkgelegenheid zien. Ondanks de crisis grote vervangingsvraag. De rol van de overheid verandert Om de kenniseconomie te stimuleren is het topsectorenbeleid ontwikkeld, gericht op een grotere instroom van bèta- en technologietalent in de topsectoren. De overheid legt steeds meer verantwoordelijkheid bij burgers en bedrijven. De overheid vraagt scholen aandacht te besteden aan gezondheid, sport en bewegen, zonder daarvoor structureel extra middelen beschikbaar te stellen. De voorstellen in Focus op vakmanschap -verkorten van de verblijfsduur, intensiveren van opleidingen en hogere taal- en rekeneisen- zetten onze brede toegankelijkheid onder druk. Dit betekent dat een deel van onze studentenpopulatie niet in staat zal de opleiding van hun keuze met succes af te ronden. Wij zullen er alles aan doen om dit te voorkomen. Bijvoorbeeld door meer aandacht te besteden aan voorlichting te geven over beroeps- en opleidingskeuze en door strakkere intake en plaatsing. Met de maatregelen die op ons afkomen en de kenmerken van onze studentenpopulatie zal het steeds moeilijker worden om onze missie te realiseren. Als we door de beleidswijzigingen over steeds minder middelen beschikken om studenten die meer tijd nodig hebben te begeleiden, komt er uiteindelijk een punt dat het niet meer betaalbaar is om deze jongeren op te leiden. Dit zal namelijk ten koste gaan van de middelen om de kwaliteit van ons onderwijs te handhaven en zal ons uiteindelijk dwingen een keuze te maken: behoud van onze brede toegankelijkheid of handhaving en verdere verhoging van de kwaliteit van het onderwijs. De vraag vanuit het bedrijfsleven verandert en is regionaal bepaald Door tekorten in bepaalde sectoren op de arbeidsmarkt heeft het bedrijfsleven er belang bij medewerkers met ervaring ‘binnen’ te houden. Hun kennis en expertise moeten dan wel up to date blijven en dus permanent ontwikkeld worden. We zien bedrijfsprocessen veranderen. Het opleiden van personeel wordt steeds meer maatwerk. Studenten in de 21e eeuw hebben andere wensen, verwachtingen en leervragen. Dit vergt andere onderwijsmethodieken en een nauwe afstemming met partners in het bedrijfsleven. Wat betekent dit voor ons? Onze jongeren groeien op in roerige tijden, in een regio met een laag opleidingsniveau en het hoogste percentage werkloosheid van het land. Er is veel onzekerheid over werk en inkomen in de nabije toekomst. Als Albeda College willen we onze studenten houvast bieden door ze zo goed mogelijk voor te bereiden, zodat ze hun plek in de maatschappij kunnen vinden en zich een duurzame positie verwerven op de arbeidsmarkt. Het realiseren van onze missie in het licht van deze veranderende samenleving vereist een permanente ontwikkeling van onze medewerkers, het hart van onze organisatie. Het vraagt ook dat wij zoveel mogelijk van onze middelen aan de uitvoering van het onderwijs besteden en de overige kosten terugdringen, bedrijfsprocessen standaardiseren en stroomlijnen om flexibeler en productiever te worden.
2
Waar staat het Albeda College voor? Willen we een goed fundament voor onze organisatie dan moeten we ons de volgende vragen stellen: wat is de reden van ons bestaan (onze missie), waar gaan we voor (onze ambitie), waar staan we voor (onze kernwaarden) en wat vinden we belangrijk bij de inrichting van ons onderwijs (onze visie). Wat is onze bestaansreden ofwel missie? Zo veel mogelijk studenten hun talenten laten ontdekken, ontwikkelen en toepassen zodat ze uitgroeien tot gewilde en bekwame vakmensen, die in staat zijn een leven lang te leren en als vakman/vakvrouw én als actief burger een bijdrage te leveren aan een duurzame toekomst. Waar gaan we voor ofwel wat is onze ambitie? Onze studenten gaan met het voor hen hoogst haalbare diploma de deur uit. Ze stromen door naar een vervolgopleiding, blijven werken bij het (leerwerk)bedrijf of vinden binnen drie maanden een baan die aansluit op hun opleidingsniveau. Waar staan we voor ofwel wat zijn onze kernwaarden? Onze waarden zijn gebaseerd op christelijke grondslagen. We zijn een interconfessionele school met vijf kernwaarden: Betrokken en sociaal bewogen. We zijn een gemeenschapsschool, interconfessioneel, sociaal bewogen en betrokken bij mens en omgeving, met respect voor elkaar. Ambitieus en uitdagend. We dagen onze studenten en medewerkers uit om het beste uit zichzelf te halen, uitgaande van hun ambities en talenten. Creatief en ondernemend. We richten onze blik naar buiten en pakken kansen die kunnen leiden tot innovaties. Daarbij gaan we professioneel te werk. Dat leren we ook onze studenten. Veilig en betrouwbaar. We hechten belang aan het creëren van een veilige en betrouwbare omgeving. We opereren daarom transparant, consequent, eerlijk en ruimhartig en zijn aanspreekbaar op ons gedrag. Verantwoordelijk voor resultaten. We zijn verantwoordelijk voor onze resultaten. We doen wat we zeggen en willen ons daarover verantwoorden.
AMBITIEUS EN UITDAGEND
BETROKKEN EN SOCIAAL BEWOGEN
CREATIEF EN ONDERNEMEND
VEILIG EN BETROUWBAAR
3
VERANTWOORDELIJK VOOR RESULTATEN
De vijf ankerpunten van onze onderwijsvisie 1. De loopbaan van de student is ons vertrekpunt. 2. Leren vindt plaats in reële, betekenisvolle (beroeps)contexten. 3. De pedagogisch-didactische benadering van de docent is gebaseerd op een voortgaande dialoog met de student gericht op binding, zelfstandigheid en vertrouwen. 4. Leren ondernemend zijn is een systematisch onderdeel van onderwijs. 5. De begeleiding en zorg voor studenten is tijdens de opleiding geïntegreerd.
Duurzaam vakmanschap en actief burgerschap Als Albeda College willen we zoveel mogelijk jongeren en volwassenen duurzaam opleiden tot vakman of vakvrouw en als actief burger. Anders gezegd: we willen dat onze studenten zich staande houden op de arbeidsmarkt en in de maatschappij, doordat ze weten wat er van hen wordt verwacht en ze in staat zijn zichzelf verder te ontwikkelen. Het gaat om het ontwikkelen van morele waarden als burger (ethiek) en het ontwikkelen van een attitude waarin je bepaalt met hoeveel inzet je de zaken waarvoor je verantwoordelijk bent wilt uitvoeren (arbeidsethos). We hebben onze visie op actief burgerschap verwoord in tien punten. In de komende jaren willen we ons op deze punten verder ontwikkelen en onderscheiden.
Tien punten voor actief burgerschap 1. Beroepsvorming, maatschappelijke en persoonlijke vorming liggen in elkaars verlengde: wie ben jij in relatie tot anderen? Inzicht in netwerken is van belang. 2. Het kwalificatiedossier is de basis. Daar waar wordt gesproken over multiculturaliteit gebruiken we interculturaliteit. 3. Burgerschap versterkt de soft skills van studenten die voor hun vak van belang zijn. De scope van burgerschap is echter gericht op de samenleving en daarmee breder. 4. Elke burger is uniek. Respect voor de intrinsieke waarde van ieder mens blijft het uitgangspunt, een voorwaarde voor samenleven dat meer is dan louter overleven. 5. Vrijheid versus Verantwoordelijkheid. De burger is vrij om te kiezen, maar dient zich bewust te zijn van de gevolgen. 6. Burgerschap kun je leren. Dat doen we op basis van een open dialoog, tussen de student en de docent/begeleider en met maatschappelijk uiteenlopende groepen. 7. Het aangeboden onderwijs geeft richting aan gedrag dat past bij deze waarden als burger. Studenten worden aangesproken op de bijbehorende gedragsnormen. 8. Burgerschap staat in het ‘hier en nu’ met het oog op het ‘daar en later’. Studenten en docenten nemen verantwoording en zijn bereid verantwoording af te leggen. 9. Burgerschap gaat over samenleven en samenwerken en is in die zin een kwaliteit van iedereen: studenten, het hele team en de school als leerwerkgemeenschap. 10. We halen de samenleving de school in en we gaan naar de samenleving toe.
4
Een doorlopende aanpak van loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) vormt een belangrijk onderdeel in de uitwerking van onze ankerpunten. Hierbij hanteren we de volgende uitgangspunten: Keuzes maak je heel je leven. Het is daarom van belang dat jongeren vroegtijdig keuzes leren maken. Als we de keuzes van jongeren willen beïnvloeden is het zaak dat we samen met het primair en het voortgezet onderwijs een doorlopende aanpak van LOB organiseren. LOB is niet alleen gericht op het behalen van een diploma, maar ook op het beroep waarvoor wordt opgeleid en het verwerven van een plaats op de arbeidsmarkt. LOB vraagt om een open dialoog waarin de docent/begeleider met de student zijn/haar drijfveren en verwachtingen bespreekt. Studieloopbaanbegeleiders of mentoren zijn de trekkers.
Speerpunten Ruim Baan 3.0 Speerpunt 1: De basis op orde en de lat omhoog In Ruim Baan 2.0 lag de nadruk op ‘De basis op orde’. Met het invoeren van de maatregelen uit het actieplan Focus op Vakmanschap en de verschuiving naar meer vraaggericht onderwijs gaan we over naar een volgende fase: ‘De lat omhoog’. Dat doen we gefaseerd, op de onderwerpen die er toe doen, zowel kwalitatief als kwantitatief. We bepalen eerst wat we willen bereiken. Vervolgens geven we aan waar we staan en wat er nodig is om onze ambities te realiseren.
Speerpunt 2: Versterken partnerschap met bedrijven Wij willen ons onderscheiden als dé onderwijspartner van het regionale bedrijfsleven door intensief samen te werken en de opleidingsvragen bij onze partners op te halen. Dit betekent dat we van aanbodgericht naar vraaggericht werken gaan. We realiseren ons dat de arbeidsmarkt steeds groter wordt -met een Tweede Maasvlakte en regiovorming met Den Haag- én internationaler door Europese eenwording tot ver in Oost-Europa en groeiende markten in Azië en Afrika. De markt van opleiden is een concurrerende markt. Niet alleen hebben we te maken met onze collega’s in het beroepsonderwijs, waarmee we steeds meer en beter samenwerken, er zijn ook vele particuliere aanbieders die een steeds grotere concurrentie vormen. Doordat zij flexibel kunnen inspelen op de vraag zijn zij aantrekkelijke partners voor bedrijven. Voor ons betekent het een impuls om te investeren in de omslag van aanbod- naar vraaggericht opleiden en in de kwaliteit van ons onderwijsaanbod.
Speerpunt 3: Meer en beter samenwerken in het onderwijs Als Albeda College vormen we een belangrijke schakel in de (studie)loopbaan van de student. Een loopbaan die feitelijk begint in het basisonderwijs. We beschouwen het als onze verantwoordelijkheid studenten doelgericht en zo efficiënt mogelijk te begeleiden naar het voor hen hoogst haalbaar niveau, binnen de daarvoor gestelde tijd. We kunnen dat niet alleen. Daarvoor moeten we nauw samenwerken met bedrijven en onderwijsinstellingen.
5
Speerpunt 1: De basis op orde en de lat omhoog Wat willen we bereiken? Bekeken vanuit het perspectief van verschillende betrokkenen en processen. We worden gezien als een school waar studenten worden opgeleid voor een goede baan of een vervolgopleiding en waar management en docenten een stapje harder willen lopen. Bedrijven (en instellingen) nemen graag studenten van het Albeda in dienst en willen met ons samenwerken. Met collega mbo-instellingen hebben we goede afspraken over ons opleidingsaanbod. Daarnaast zijn er met het voortgezet onderwijs en het hoger onderwijs afspraken over aantrekkelijke en verkorte leerwegen. Studenten zijn tevreden over hun opleiding. Onze docenten maken in hun ogen het verschil. Ouders en het sociale netwerk van onze studenten spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van hun loopbanen. Het Albeda College zoekt de dialoog met ouders. Medewerkers zijn tevreden en voelen zich veilig en gesteund bij het uitvoeren van hun werk. Onderwijsteams beschouwen zich eigenaar van het onderwijs en voelen zich verantwoordelijk voor het resultaat. Niet-onderwijzend personeel is betrokken en zet zich in voor een optimale bedrijfsvoering. De belangrijkste werkprocessen zijn beschreven en waar nodig gestandaardiseerd, ondersteund door goed werkende systemen. Branchedirecties zijn integraal verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering in de branche. De staven werken servicegericht en kwaliteit verhogend. Wat gaan we doen? Als we deze resultaten willen bereiken zullen we op vier fronten moeten investeren: A. B. C. D.
In het onderwijs In onze medewerkers en in teams In onze bedrijfsvoering In de samenwerking met onze partners
6
A.
INVESTEREN IN ONDERWIJS
VOORLICHTING EN INTAKE Alle branches beschikken over een transparant opleidingsaanbod dat op een duidelijke manier wordt gepresenteerd met voldoende aandacht voor de kansen op de arbeidsmarkt. Dit vereist een duidelijke voorlichtings- en wervingsstrategie afgestemd op de doelgroep. Belangrijk onderdeel in voorlichting en intake is de samenwerking met het vmbo in de vorm van loopbaanteams, sectororiëntatie en proefstuderen. Het intakeproces wordt zo ingericht dat het, waar relevant, branche overstijgend plaatsvindt. Tijdens de intake wordt in het kader van de zorgplicht aandacht besteed aan de perspectieven op de arbeidsmarkt. De intakegegevens worden gemonitord via het digitale studentendossier (DsDo). BEGELEIDING EN ZORG Teams die zich verder willen bekwamen in loopbaangerichte begeleiding kunnen zich hierin laten scholen. Ter voorbereiding van de verwachte invoering van Focus op Vakmanschap start we in het Startcollege een pilot om ervaring op te doen met het afgeven van een bindend studieadvies. Voor wat betreft zorg is onze inzet de extra zorg die studenten nodig hebben te continueren door het maken van concrete afspraken met externe zorgaanbieders. Verwachting is dat deze afspraken in de loop van 2012 helder zijn zodat in 2013 voor het eerst kan worden geëvalueerd. Belangrijke randvoorwaarde is de beschikbaarheid van extra financiële middelen vanuit de gemeenten. IMPLEMENTATIE TAAL & REKENEN Vakken als Nederlands, Engels en rekenen worden deels geïntegreerd in de beroepsvakken en deels aangeboden als algemene vakken. Het taal- en rekenniveau van docenten ligt minimaal één niveau hoger dan het eindniveau van de studenten. Branches beschrijven dit in hun taalbeleid. IMPLEMENTATIE FOCUS OP VAKMANSCHAP Per branche wordt een analyse gemaakt van de gevolgen van Focus en beschrijven hun eigen implementatie pad. Hierbij wordt intensief samengewerkt met het bedrijfsleven. EXPERIMENTEREN MET ICT ICT is een belangrijk hulpmiddel bij het verhogen van aantrekkelijkheid van ons onderwijs. Uitgangspunt is dat we aansluiten bij de belevingswereld van onze studenten en gebruik maken van hun middelen. Het ontwikkelen van ICT-leermiddelen is tijdrovend. Onze voorkeur gaat uit naar de inzet van materialen en systemen die uitontwikkeld zijn en geaccepteerd door de doelgroep. In het schooljaar 2012/2013 starten we twee of drie experimenten rondom de inzet van ict in het onderwijs samen met een groep enthousiaste docenten en studenten. Eén van deze experimenten is gericht op het Awardys systeem waarbij studenten en bedrijven elkaar on line kunnen vinden voor een stage- of werkplek. ONTWIKKELEN MAATWERKTRAJECTEN Branches investeren in het ontwikkelen van trajecten op maat: brede domeingroepen voor studenten zonder goed beroepsbeeld; smalle vakgerichte trajecten voor studenten die precies weten wat ze willen en zich niet breed willen/kunnen kwalificeren; versnelde trajecten voor studenten die sneller willen en kunnen studeren. Ook het aanbieden van minors/keuzemodulen, al dan niet interbranchair, valt hieronder. Zie ook Speerpunt 3 en bijlage 2.
7
B.
INVESTEREN IN MEDEWERKERS
BETROKKEN EN DESKUNDIGE DOCENTEN Lerarenregister en de daarbij behorende beroepsidentiteit worden bevorderd. Randvoorwaarde voor succes is dat de actuele kennis van ICT-mogelijkheden als vanzelfsprekende functie-eis wordt gesteld. BETROKKEN EN DESKUNDIGE MEDEWERKERS De mensen maken het onderwijs dus wordt betrokkenheid en deskundigheid steeds belangrijker. Daarbij komt de toenemende complexiteit en gewenste snelheid van handelen. Meer en betere serviceverlening vraagt om integrale competenties. Waar nodig wordt extra scholing geboden. ONTWIKKELEN EVENWICHTIGE SAMENGESTELDE TEAMS Zowel docenten, instructeurs, onderwijsleiders als directies van branches zijn extern georiënteerd en in staat om vragen van bedrijven en studenten te vertalen in goed onderwijs. Dit vereist evenwichtig en pluriform samengestelde teams, waarin alle taken en rollen op een kwalitatief voldoende niveau kunnen worden belegd. Branchedirecties ondersteunen teams bij het uitvoeren van hun opdracht door stevig te investeren in scholing op alle niveaus. Belangrijke aandachtspunten in deze scholing zijn: dienstbaar leiderschap en opbrengstgericht sturen, pedagogisch-didactische vaardigheden en omgaan met culturele diversiteit en interculturele wisselwerkingen, zelfreflectie en voeren van een open dialoog, docentenstages, leren on the job met behulp van (video-interactie) begeleiding en beschikbaar stellen van teamgerichte reflectie-instrumenten. ONTWIKKELEN STRATEGISCH PERSONEELSBELEID Elke branche ontwikkelt een strategisch personeelsbeleid ten aanzien van instroom, doorstroom en uitstroom. Albeda-breed wordt geïnvesteerd in de HR basisvoorwaarden voor een ontwikkelgerichte benadering voor medewerkers. De groei- en krimpbewegingen in de organisatie worden zo mogelijk opgevangen door interne mobiliteit en meerjarige personeelsplanning.
8
C.
VERSTERKEN VAN DE BEDRIJFSVOERING
STROOMLIJNEN VAN PROCESSEN Doel is efficiency en kwaliteitsverbetering door heldere lijnen uit te zetten en verantwoordelijkheden goed te beleggen. Processen worden in nauw overleg met de gebruikers ontwikkeld en geïmplementeerd. AWR (aanwezigheidsregistratie) wordt begin 2013 afgerond. DsDo (digitaal studentendossier) wordt in 2013 geïmplementeerd. ONTWIKKELEN STRATEGISCH HUISVESTINGSBELEID We gaan verder met het terugdringen van de vierkante meters. We streven naar kleine herkenbare locaties en willen meer gebruik maken van voorzieningen van bedrijven. Flexibele inzet van personeel is hierbij een voorwaarde. VERLENGEN VAN OPENINGSTIJDEN We gaan starten met een aantal experimenten om de openingstijden te verruimen. Meer uren open per dag en meer dagen open per jaar. Hierdoor vindt betere benutting van onze huisvesting plaats. ONTWIKKELEN ADEQUAAT BEKOSTIGINGSMODEL Bij de verdeling van onze middelen voor het primair proces laten we ons leiden door onze visie op onderwijs, het gewenste portfolio en de kenmerken van de verschillende branches. We willen meer overhouden voor het primair proces. Daarnaast streven we jaarlijks naar een (klein) positief resultaat opdat we stapsgewijs onze balanspositie versterken. VERSTERKEN SAMENWERKING MET MARKTPARTIJEN De werkgroep publiek-privaat komt eind 2013 met een advies over de wijze waarop we de samenwerking met marktpartijen kunnen versterken. Staven zijn daarop aangesloten en dragen bij aan het verhogen van de kwaliteit. STAVEN AANSLUITEN OP ONDERWIJS Om integraal management van de branches goed te faciliteren, dienen zij op strategisch als op operationeel niveau kwalitatief en kwantitatief goed ondersteund te worden. Alle stafdirecteuren ontwikkelen nog voor de begrotingsbesprekingen 2013 een visie op hun afdeling waarin is aangegeven op welke wijze zij de nieuwe uitdagingen vorm en inhoud kunnen geven. ANDERE KIJK OP SERVICEDIENST De verbinding tussen het onderwijs en de ondersteuning verbeteren is ons doel. De SSC-directie heroriënteert zich op deze doelstelling. De resultaten worden in het najaar zichtbaar. Belangrijk discussiepunt van de begroting 2013 is de vraag hoeveel geld we over hebben voor zaken die slechts gedeeltelijk het primair proces raken, maar wel heel belangrijk zijn, zoals de uitstraling en inrichting van gebouwen, ICT-voorzieningen, roostering en beveiliging. SAMENWERKEN EN KENNISDELEN We gaan beter samenwerken en kennisdelen, zowel tussen branches en staven onderling als centraal en decentraal. Inbreng van docenten is hierbij onmisbaar. Dus verantwoordelijkheid dicht op de werkvloer om knelpunten snel en effectief op te kunnen pakken.
9
D.
VERSTERKEN SAMENWERKING STAKEHOLDERS
ONTWIKKELEN ALUMNIBELEID Studenten moeten trots zijn op het Albeda en in het kader van leven lang leren regelmatig terugkomen. Daarnaast zijn onze alumni een belangrijke informatiebron over onze opleidingen in relatie tot de beroepspraktijk. Daartoe wordt een goed alumnibeleid ontwikkeld. Nog voor het einde van 2012 wordt hierover een besluit genomen. INVOEREN EXITGESPREKKEN Van studenten die het tweede leerjaar hebben bereikt mag worden verwacht dat zij in staat zijn hun opleiding succesvol af te ronden. Met studenten die in deze fase de opleiding/school willen verlaten gaan we structureel exitgesprekken voeren. De uitkomst van de exitgesprekken wordt meegenomen in de teamplannen en vormt een vast onderdeel in de zelfevaluatie. UITBREIDEN OUDERPLATFORM We willen onze relatie met ouders verder versterken en continueren het overleg met ouders zowel op cvbniveau als binnen de branches. AFSPRAKEN MET GEMEENTEN Voor het Startcollege worden met de gemeenten en het UWV afspraken gemaakt over het bindend studieadvies en over de toeleiding naar de arbeidsmarkt. Als het gaat om educatie is en blijft de gemeente een belangrijke partner, met name als het gaat over het opleiden van groepen die uit het onderwijssysteem vallen (opvang via wijkscholen of anderszins) als ook het verhogen van het taal- en rekenniveau van burgers. ONTWIKKELEN SAMENWERKINGSVERBANDEN MET BEDRIJVEN Zie speerpunt 2 versterking partnerschap met bedrijven. ONTWIKKELEN SAMENWERKINGSVERBANDEN ONDERWIJSINSTELLINGEN Zie speerpunt 3 en het doorstroomschema in bijlage 1 en 2.
10
Speerpunt 2 Versterken partnerschap met bedrijven Wat willen we hiermee bereiken? Bedrijven bieden onze studenten op grote schaal bpv-plekken aan en nemen ze na hun afstuderen in dienst. Het bedrijfsleven ziet af van het oprichten van bedrijfsscholen en werkt samen met het Albeda College aan oplossingen. Niet alleen voor startende vakmensen, maar ook voor medewerkers in het kader van een ‘leven lang leren’. Studenten maken een gemotiveerde opleidingskeus op basis van een juist beroepsbeeld en kennis van de arbeidsmarkt. Ze herkennen de beroepscontext tijdens hun opleiding en zijn tevreden over hun bpv. Indien ze niet doorstromen naar een vervolgopleiding kunnen ze blijven werken bij een stagebedrijf of vinden ze binnen 3 maanden een baan. Docenten zijn aangesloten op de beroepscontext. Zij ontwikkelen samen met het bedrijfsleven leeromgevingen waarin theorie en praktijk op elkaar zijn afgestemd. Onderwijs en examinering vinden waar mogelijk plaats op de werkvloer. Wat gaan we doen? Als we deze resultaten willen bereiken zullen we op twee fronten moeten investeren: A. Versterken samenwerking met bedrijfsleven B. Verder versterken van ons opleidingsportfolio
A.
VERDER VERSTERKEN SAMENWERKING MET BEDRIJFSLEVEN
ONTWIKKELEN SAMENWERKINGSVERBANDEN Zoeken met bedrijven naar inventieve oplossingen om het leren in de praktijk overeind te houden. Voor zowel de student als de docent. Om de kwaliteit van de begeleiding te verhogen ontwikkelen van een ‘competentieprofiel bpv’ voor medewerkers. Daarbij wordt speciale aandacht besteed aan de bpv en uitstroom naar werk van studenten van het Startcollege. Belangrijk is ook de verdere ontwikkeling van de vakscholen in samenwerking met het vmbo en constructies zoals CIVOM op het gebied van techniek. Op deze wijze geven we het bedrijfsleven meer invloed op het curriculum en leveren zij een bijdrage aan de opleiding. Zo kunnen we het leren in de praktijk overeind houden en sturen we op de kwaliteit van de begeleiding. INRICHTEN ADVISORY BOARD Partners uit het bedrijfsleven denken mee en adviseren over ons beleid in relatie tot de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in de politiek. Participeren aan de zogenaamde regiotafel van de gemeente Rotterdam. De advisory board wordt op cvb niveau geïnstalleerd.
AFSPRAKEN MAKEN OVER BPV EN BANEN Teams investeren via de bpv in het versterken van de samenwerking met bedrijven. Inzet is de ontwikkeling van krachtige, hybride leerwerkomgevingen waarin we samen investeren in de curricula van de nieuwe kwalificatiedossiers en de uitvoering van de examens. We willen ook harde afspraken over garanties voor stageplekken en zo mogelijk banen. Voor de Open Dagen van 2013 is voor elke opleiding een bijsluiter beschikbaar waarmee studenten en hun ouders geïnformeerd worden over beroeps- en arbeidsmarktperspectieven.
11
B.
VERSTERKEN VAN ONS OPLEIDINGSPORTFOLIO
DOORONTWIKKELEN PORTFOLIOBELEID Branches moeten hun voorgenomen keuzes bespreken met bedrijven. Als we echt willen samenwerken moeten we ze ook raadplegen nog voordat we besluiten nemen.
VERGROTEN VAN ONZE HERKENBAARHEID Branches en opleidingslocaties gaan zich steeds meer onderscheiden. Branches presenteren zich als beroepsgerichte colleges met een aantrekkelijk, op het toekomstig beroep afgestemd profiel. Om dit te markeren passen we onze naam aan in bijvoorbeeld Albeda College Zorg, Albeda College Techniek enzovoorts, zodat iedereen weet waar een opleiding en een locatie voor staat. Nog voor eind 2012 zullen we hierover een besluit nemen, rekening houdend met het gewenste imago alsmede de herkenbaarheid van het Albeda College als merknaam. ONTWIKKELEN BREDERE KIJK OP ONDERWIJS Zowel het onderwijs als de bedrijfsvoering is voornamelijk gericht op regulier onderwijs. Slechts enkele branches hebben een grote contractpoot voor volwassenen. Zowel Focus op Vakmanschap als de opkomst van bedrijfsscholen en de groei van bijvoorbeeld het Luzac College en het LOI maken het noodzakelijk ons breder te oriënteren en keuzes te maken. Momenteel wordt onderzocht of en zo ja op welke wijze we contractonderwijs kunnen uitbreiden en wat dit betekent voor de flexibiliteit van onze medewerkers en organisatie. Hierbij wordt ook gekeken naar de voor- en nadelen van het inrichten van een private onderneming. Eind 2012 zal duidelijk zijn of en hoe we hier verder vorm aan willen geven. Mogelijke samenwerkingsverbanden met andere aanbieders worden hierin meegenomen.
12
Speerpunt 3 Meer en beter samenwerken in het onderwijs Wat willen we bereiken? We willen studenten laten ervaren dat er aantrekkelijke routes zijn om door te stromen en hun talenten optimaal te ontwikkelen. Teams zien het als een kans om samen met andere teams, in het vmbo, het hbo maar ook van andere branches, te investeren in het ontwikkelen van aantrekkelijke doorstroomroutes. Het ontwikkelen van aantrekkelijke doorstroomroutes wordt als gevolg van de aangekondigde verblijfsduurbeperking in het mbo ook vanuit het perspectief van de bedrijfsvoering steeds belangrijker. Door de verruiming van de verblijfsduur in het vmbo en de invoering van de tweejarige AD-opleidingen in het hbo, ontstaat er steeds meer ruimte om verschillende doorstroomroutes te ontwikkelen die kunnen concurreren met het algemeen vormend onderwijs. Uitgangspunt bij alle doorstroomvarianten is: Een student moet en mag geen hinder ondervinden van de doorstroom van het ene schooltype naar het andere of van het ene niveau naar het andere niveau. Wat gaan we doen? Als we deze resultaten willen bereiken zullen we op vier fronten (thema’s) moeten investeren in het ontwikkelen van aantrekkelijke doorstroomroutes.
AANTREKKELIJKE DOORSTROOMROUTES VOOR
STUDENTEN ZONDER DIPLOMA
STUDENTEN MET DIPLOMA
STUDENTEN ZONDER GOED BEROEPSBEELD
STUDENTEN DIE WILLEN DOORSTROMEN NAAR HBO
In de originele versie van Ruim Baan 3.0 zijn de hierboven genoemde doorstroommogelijkheden uitgebreid beschreven. In deze verkorte versie hebben we er voor gekozen om de doorstroommogelijkheden in een schema te zetten. De uitleg en het schema van de diverse doorstroomvarianten zijn te vinden in bijlage 1 en 2.
13
Afsluitend Flinke stappen willen we de komende jaren zetten om deze speerpunten te realiseren. Graag maken we jullie met dit boekje onderdeel van die ambities. Ambities die vertaald moeten worden naar de dagelijkse praktijk en waar de medewerkers stuk voor stuk een rol in spelen. Met de speerpunten bovenaan onze agenda gaan we er voor zorgen dat onze successen zichtbaar worden binnen de organisatie onder het motto: ‘Zo doen we dat hier.’
14
BIJLAGE 1
Startcollege Studenten hebben potentie om niveau 1 te halen om vervolgens te gaan werken of door te stromen naar niveau 2. Intake en programma worden afgestemd met Zadkine. In overleg met het vmbo wordt een instroomprocedure ontwikkeld voor studenten die gezakt zijn voor hun vmbo-diploma. Wijkschool Is een variant op de AKA opleiding met meer aandacht voor zorg aan studenten en wijkgebonden activiteiten. Wijkscholen en Startcollege vormen een naadloze aansluiting om doorstroom naar werk of niveau 2 te kunnen garanderen. VM2 In dit traject richten we ons uitdrukkelijk op de zwakkere studenten in het vmbo die gebaat zijn bij een doorlopende leerweg naar een startkwalificatie die wordt uitgevoerd op het vmbo. Vakscholen Veel praktijkgerichte vakken. Het verschil met een VM2 traject is de grote betrokkenheid van het bedrijfsleven. Bedrijven hebben invloed in het programma, bieden een stage/bpv plek in de vmbo-fase plus baangarantie voor studenten die hun diploma halen. De uitvoering is niet noodzakelijkerwijs gebonden aan een vmbo-locatie. VM3 en VM4 Studenten die willen doorstromen naar mbo 3/4 zijn gebaat bij leerwegen die aansluiten en waar mogelijk verkort. Deze trajecten zijn in ontwikkeling. Branches onderzoeken welke opleidingen hiervoor in aanmerking komen. AD programma’s Branches onderzoeken welke nieuwe AD-opleidingen zij op korte en middellange termijn kunnen ontwikkelen. Overgangsbewijs Havo 3/4 Doel van deze route is om Havo-studenten die hun diploma niet dreigen te halen een aantrekkelijk alternatief te bieden om een mbo 4 diploma te halen en indien gewenst door te stromen naar een AD of bacheloropleiding op het HBO.
15
BIJLAGE 2 MBO 4
MBO 3
MBO 2
MBO 1
MBO 4
STARTCOLLEGE (AKA)
GEEN DIPLOMA VMBO
WIJKSCHOOL STARTCOLLEGE (AKA)
REGULIER MBO 2
W VMBO BASIS BEROEPSGERICHT
VMBO KADER BEROEPSGERICHT
E
VAKSCHOLEN
R VM2
K REGULIER MBO 3
VM3 IN ONTWIKKELING
VMBO THEORETISCHE LEERWEG OVERGANGSBEWIJS HAVO 3/4
REGULIER MBO 4
HBO REGULIER
VM4
HBO AD
IN ONTWIKKELING
16