Handleiding Verkorte versie Peer-educator
The Positive Images project is led by the British Red Cross and implemented in partnership with European Union Red Cross National Societies in Austria, Denmark and Greece.
Dit lespakket is ontwikkeld ten behoeve van de maatschappelijke stage Positive Images. Bij de handleiding voor peer-educators hoort het werkboek voor leerlingen en de website www.rodekruis.nl/positiveimages. Het lespakket bestaat uit drie soorten, verschillend in lengte. Het is ook in het Engels verkrijgbaar. Dit lespakket is geïnspireerd op de Engelse variant en aangepast op de Nederlandse maatschappij. Voor vragen, neem contact op met:
[email protected].
Jaar uitgave: januari 2011 Auteurs: Anne Schoenmakers en Anneke van Soest ©
Disclaimer: wij hebben naar aller zorgvuldigheid getracht alle referenties op te nemen. Mochten er toch referenties missen neem dan contact op voor september 2011 (
[email protected]).
The European Union is made up of 27 member states who have decided to gradually link together their know-how, resources and destinies. Together, during a period of enlargement of 50 years, they have built a zone of stability, democracy and sustainable development while maintaining cultural diversity, tolerance and individual freedoms.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
2
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ........................................................................................................................3 INTRODUCTIE POSITIVE IMAGES................................................................................................4 DOEL EN OPBOUW POSITIVE IMAGES .......................................................................................4 INHOUD LESPAKKET....................................................................................................................5 LANDELIJKE COMPETITIE EN PRIJZEN! ....................................................................................5 VOORBEREIDING VOOR IN DE KLAS..........................................................................................5 PLANNING .....................................................................................................................................6 Waar liggen jouw roots?....................................................................................................9 Introductie op het Positive Images project .................................................................... 10 Evaluatie: vragenlijst invullen + contract tekenen ......................................................... 10 Kennisquiz Migratie en Ontwikkeling ............................................................................. 10 Waarom migreren mensen? ................................................................................... 13 Werkblad Motieven voor migratie............................................................................ 14 Werkblad 1.3 Tekstversie filmpje Aldijana ............................................................... 16 Werkblad 1.4 Bekende Nederlanders + antwoorden ................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Armoede is maar relatief ................................................................................................. 17 Migranten in hun nieuwe land ......................................................................................... 19 Werkblad 1.5 Rollenspel ......................................................................................... 20 Nabespreken verdiepingsopdrachten – Het Rode Kruis en vluchtelingen .................. 22 Verdiepingsopdracht 1 ............................................................................................ 23 Het Rode Kruis en vluchtelingen ............................................................................. 23 Verdiepingsopdracht 2 ............................................................................................ 28 Media...................................................................................................................... 28 Reflectie ............................................................................................................................ 29 Media opdracht ................................................................................................................ 29 Stage certificaat ............................................................................................................... 30 Werkblad Omgaan met de media binnen jouw project ............. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Werkblad Extra mogelijkheden Positive Images project .......................................... 31
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
3
Introductie Positive Images Positive Images is een initiatief vanuit Groot-Brittannië dat is gestart in 2009. Inmiddels zijn Oostenrijk, Denemarken en Griekenland ook aangesloten. In drie jaar tijd moet het project naar nog meer landen toe en is de ambitie uitgesproken om drie miljoen Europese jongeren te bereiken en hen een positieve houding mee te geven over migranten en integratie. In het schooljaar 20102011 start Positive Images ook in Nederland. Meer informatie over Positive Images-projecten in andere landen kun je vinden op de website www.rodekruis.nl/positiveimages.
Doel en opbouw Positive Images Het doel van deze maatschappelijke stage is het maken van een mediaproject rondom migranten. In de projecten moet de positieve inslag centraal staan. Met de projecten moeten uiteindelijk zoveel mogelijk jongeren tussen de 12 en 25 jaar bereikt worden. Er zijn drie middelbaar onderwijs lespakketten die onder Positive Images in Nederland vallen: 1. Originele maatschappelijke stage: dertig uur 2. Verkorte maatschappelijke stage: acht uur 3. (Gastles, dus geen maatschappelijke stage: een tot twee uur) De bijeenkomsten zijn opgebouwd uit actieve werkvormen om veel dynamiek in de groep te krijgen. De activiteiten zijn zodanig opgebouwd, dat de leerlingen steeds dieper in de materie duiken. Naast de bijeenkomsten, zijn er ook verdiepingsopdrachten. Hiervoor bestaan aparte werkbladen. Na afloop van de activiteiten hebben de jongeren: o
hun kennis verbreed betreffende het humanitaire aspect van migratie;
o
een beter besef van ontwikkeling en de relatie tussen de Millennium Ontwikkelingsdoelen en migratie;
o
een groter inzicht en inlevingsvermogen in kwetsbare migranten ontwikkeld en kunnen ze de negatieve stereotypen over migranten herkennen en weerleggen;
o
het vermogen zaken rondom migratie en ontwikkeling beter aan zichzelf en hun gemeenschappen te relateren;
o
het vermogen actie te ondernemen om kwetsbare migranten te steunen;
o
kennisgemaakt met het werk van het Rode Kruis;
o
wanneer zij deelnemen aan een maatschappelijke stage: ervaring in het opzetten van een mediaproject, samenwerking en hun eigen competenties leren gebruiken.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
4
Inhoud lespakket Het lespakket bestaat uit een handleiding voor peer-educators, een werkboek voor leerlingen en een website. Verder is het lespakket gevuld met benodigdheden, zoals rollenspelkaartjes, post-its en stiften. In de handleiding wordt verwezen naar werkbladen en verdiepingsopdrachten. Deze werkbladen en verdiepingsopdrachten zijn opgenomen in deze handleiding en in het werkboek. Op www.rodekruis.nl/positiveimages is de handleiding voor peer-educators, het werkboek voor leerlingen, filmpjes en mediatips te downloaden. Ook zal er op de website een teller bijgehouden worden over het bereik dat we landelijk halen met de projecten. Alle mediaprojecten van leerlingen worden met beeld en tekst op de website gezet als echte Nederlandse database.
Landelijke competitie en prijzen! Alle projecten worden verzameld op de landelijke website van Positive Images. In het jaar 20102011 (eerste projectperiode) werd het beste project beloond met een prijs! ‘Beste’ betekende in dit geval: het meeste bereik onder jongeren en het inhoudelijk sterkst en vernieuwende verhaal (beoordeeld door een jury). Naast de prijs voor het beste project is er ook een prijs voor de beste studentendesk. De studentendesk met de grootste inzet van peer-educators wint. In 2011 konden de desk en peer-educators een reisje naar London winnen en de scholieren met het beste project een Dvd-pakket ter waarde van €50,- Kijk op www.rodekruis.nl/positiveimages of mail naar
[email protected] om te informeren of er in volgende jaren ook prijzen beschikbaar zijn.
Voorbereiding voor in de klas Het bespreken en verkennen van migratie kan leiden tot emotionele of verhitte discussies. Het onderwerp kan ook discriminerend taalgebruik of gedrag naar boven brengen. De docent heeft de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat elke jongere in de klas de mogelijkheid heeft zijn mening en gevoelens te uiten in een veilige en beschermde omgeving, en dat wanneer de gelegenheid zich voordoet de discussie over discriminerend taalgebruik en/of gedrag wordt aangegaan. Bespreek de definitie van discriminatie en zijn negatieve impact op mensen en gemeenschappen. De bedoeling van het uitdagen van een dergelijke houding is niet om mensen ervan te weerhouden hun mening te uiten, maar om ze aan te sporen uit te zoeken of hun mening is gebaseerd op een eerlijk en evenwichtig oordeel van alle feiten, en de impact van hun meningen op anderen te overwegen. Een effectieve uitdaging nodigt de ander uit om zijn gedrag en houding te onderzoeken, om ze beter te begrijpen en misschien te veranderen. Tips over hoe de discussie aan te gaan over discriminerend gedrag: o
Een uitdaging moet geen aanval zijn.
o
Richt je op het gedrag, niet op de persoon.
o
Schuld leidt niet tot groeiend besef.
o
Richt je op een kleine positieve verandering, niet op een negatieve reactie.
o
Een uitdaging moet geen emotionele reactie, maar een doelbewuste handeling zijn.
o
Houd je gevoelens onder controle en sta open voor die van anderen.
Ga na of een van je leerlingen mogelijk getroffen wordt door de onderwerpen van de activiteiten. Als dit het geval is, praat dan van tevoren met de leerlingen over de lesinhoud. Wanneer deze
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
5
leerlingen hier niet op in willen gaan hoeft dit nadrukkelijk niet. Houd rekening met de behoeften van iedereen op school alvorens een discussie te starten. Onthoud dat migrantenkinderen mogelijk een groot trauma hebben opgelopen in hun thuisland of gedurende hun reis naar een ander land. Ze hebben mogelijk gezien hoe familieleden gewond zijn geraakt, zijn vermoord of gearresteerd. Dergelijke gruwelijke gebeurtenissen kunnen niet makkelijk klassikaal worden besproken. Migrantenkinderen willen mogelijk niet praten over hun thuisland of familieomstandigheden, omdat ze bang zijn dat dit hun kansen om in het land te blijven in gevaar brengt, of omdat ze zich niet anders willen voelen dan andere kinderen. Het is essentieel ervoor te zorgen dat migrantenkinderen zich veilig voelen en dat er tegelijk ook meer bewustzijn wordt gecreëerd voor de omstandigheden die hen naar dit land hebben gevoerd. Populaire misvattingen en vooroordelen moeten uitgedaagd worden, zodat alle jongeren zich kunnen ontplooien tot positieve humanitaire wereldburgers.
Planning De verkorte maatschappelijke stage duurt minimaal acht uur. Dit kan verlengd worden (bijvoorbeeld naar tien uur) door meer tijd te steken in het verspreiden van het mediaproject. Leerlingen kunnen extra activiteiten bedenken om media-aandacht te verkrijgen. In Brussel is er voor Positive Images een vooroordelen kliko-container gemaakt, in Glasgow een ‘School welcome wall’ met ‘welkom’ in alle talen die de leerlingen spreken, of er zijn debatten georganiseerd (zie ook het werkblad ‘Extra mogelijkheden Positive Images project’). Van de acht stageuren vindt er vijf uur onder begeleiding van een Rode Kruis peer-educator plaats op school.
Verdiepingsopdrachten (thuis)
1 uur
Workshop (bijeenkomst)
2,5
Media project maken (bijeenkomst)
2,5 uur
Verspreiden mediaproject (via school, social media, gewone media als kranten), bijhouden bereik en afmaken samenvattend A4
2 uur (minimaal)
Belangrijke informatie voor de peer-educator: 1.
Zorg ervoor dat de scholieren vóór het deelnemen aan de stage het werkboek hebben en weten dat ze de verdiepingsopdrachten ‘Het Rode Kruis en vluchtelingen’ en ‘Media’ zelf thuis moeten maken voor de bijeenkomst. Dit kan door de werkboeken en opdrachten door te geven aan de contactdocent op de middelbare school.
2.
Bekijk de handleiding voor het maken van een ‘Labels’ filmpje. Hierin staat ook wat de benodigdheden voor deze film zijn.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
6
Definitie Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers (AMA’s): Jonge asielzoekers (<18 jaar) die alleen naar Nederland komen, noemen we Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers. Zij volgen dezelfde procedure als alle asielzoekers, maar mogen bij een negatieve beslissing op hun asielaanvraag vaak tot hun achttiende in Nederland blijven. Allochtoon: Iemand die in Nederland woonachtig is en van wie tenminste één ouder in het buitenland is geboren. Wie zelf in het buitenland is geboren, hoort tot de eerste generatie, wie in Nederland is geboren, hoort tot de tweede generatie. De Nederlandse overheid had om politieke redenen behoefte aan een scheidslijn tussen ‘westerse allochtonen’ en ‘niet-westerse allochtonen’ en heeft toen in overleg met het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) als niet-westerse landen gedefinieerd Turkije, Afrika, Latijns-Amerikaan en Azië, met uitzondering van Indonesië en Japan, en de rest dus als westers. Deze verdeling is politiek gemotiveerd en niet duidelijk gebaseerd op een historisch of filosofisch of feitelijk uitgangspunt. Een arbeidsmigrant is iemand die migreert voor de werkgelegenheid. Armoede kan op verschillende manieren gedefinieerd worden, waaronder gebrek aan inkomen, gezondheidszorg, onderwijs, onderdak enzovoorts. Het wordt echter vaak gedefinieerd in termen van een gebrek aan inkomen. Iemand wordt gezien als arm indien zijn of haar inkomen beneden het minimum uitkomt dat nodig is om te kunnen voorzien in de eerste levensbehoeften, zoals voedsel, water en onderdak. Dit minimum staat bekend als de ‘armoedegrens’ en kan per land verschillen. In landen met de laagste inkomens ligt de armoedegrens op $1,25 per dag (Wereldbank). Een asielzoeker is een persoon die zijn land van oorsprong heeft verlaten, in een ander land een aanvraag heeft ingediend om als vluchteling erkend te worden en een beslissing op zijn aanvraag afwacht. Emigratie is het verlaten van je eigen land om je in een ander land permanent te vestigen. Gedwongen migratie verwijst naar het verkeer van zowel vluchtelingen en ontheemden (vanwege conflicten), als mensen die ontheemd zijn vanwege natuur- en milieurampen, gif- of nucleaire rampen, hongersnood of ontwikkelingsprojecten. Immigratie is het permanent in een vreemd land komen wonen. Een illegale migrant is iemand die niet de vereiste legale status of reisdocumenten bezit om een land binnen te kunnen komen of er te kunnen verblijven. Kwetsbare mensen zijn diegenen die het grootste risico lopen in situaties terecht te komen die een bedreiging vormen voor hun overlevingskansen of hun vermogen te leven op een acceptabel niveau van sociale en economische zekerheid en menselijke waardigheid. Vaak gaat het om slachtoffers van natuurrampen, armoede door sociaaleconomische crisis of vluchtelingen en slachtoffers van medische noodgevallen. Migranten zijn mensen die hun huizen verlaten of ontvluchten om elders, vaak in het buitenland, naar mogelijkheden of een veiligere en betere toekomst te zoeken. De term migrant is daarom breed en kan asielzoekers, vluchtelingen, ontheemden, economische en illegale migranten omvatten.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
7
Migrantenwerker verwijst naar een persoon die loonactiviteit gaat uitvoeren, uitvoert of heeft uitgevoerd in een land waarvan hij de nationaliteit niet bezit. Millennium Ontwikkelingsdoelen (Millennium Development Goals – MDGs): Voortbouwend op tien jaar van grote conferenties en toppen van de Verenigde Naties, kwamen in september 2000 de wereldleiders bij elkaar op het Hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York, om de Millenniumverklaring van de Verenigde Naties aan te nemen, waarmee ze hun landen verbinden aan een samenwerking om armoede te bestrijden, en waarmee ze een reeks tijdgebonden doelen stellen, met 2015 als deadline, die nu bekend staan als de millenniumdoelen. Ontheemden zijn (groepen) mensen die gedwongen waren hun huizen of gebruikelijke verblijfplaatsen te verlaten, voornamelijk ten gevolge of ter ontvluchting van de gevolgen van gewapende conflicten, geweldssituaties, schending van mensenrechten, natuurrampen of ‘manmade disasters’, en die geen internationale grens zijn overgestoken. Ontwikkeling is een proces waardoor landen na verloop van tijd veranderen. Het kan op verschillende manieren gedefinieerd worden. De Internationale Federatie van het Rode Kruis en de Rode Maan Organisaties definiëren ontwikkeling als het proces waarbij gemeenschappen, families en individuen sterker worden, een voller en productiever leven kunnen leiden en minder kwetsbaar worden. De Verenigde Naties hebben een manier ontwikkeld om ontwikkeling te meten door te kijken naar drie basisfactoren: de levensverwachting of de gemiddelde levensduur, onderwijs en inkomen. Een ontwikkeld land kan gedefinieerd worden als een land dat, gebaseerd op verschillende factoren, een relatief hoge mate van ontwikkeling doormaakt. Een ontwikkelingsland kan gedefinieerd worden als een land dat, gebaseerd op verschillende factoren, een relatief lage ontwikkeling doormaakt. Push- en pullfactoren zijn een manier om migratie te analyseren. Pushfactoren bewegen mensen ertoe hun plaats van herkomst te verlaten en pullfactoren trekken ze naar nieuwe plekken. Een slachtoffer van mensenhandel is iemand die onderworpen is aan mensenhandel. Mensenhandel is het werven, vervoeren, overdragen, verbergen of ontvangen van mensen door middel van bedreiging met, of gebruik van geweld of andere vormen van dwang, ontvoering, fraude, misleiding, misbruik van macht of een kwetsbare positie, of het geven of ontvangen van vergoedingen of beloningen voor de instemming van een persoon met de macht over een andere persoon, met exploitatie tot doel. Vervolging is het onderwerpen van een persoon aan vijandelijkheden en mishandeling, voornamelijk vanwege afkomst of politieke of religieuze overtuigingen. Een vluchteling is iemand die, door een gegronde vrees voor vervolging vanwege afkomst, geloof, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groepering, of politiek standpunt, zich buiten het land van zijn nationaliteit bevindt en niet kan of, vanwege die vrees, niet wil vertrouwen op bescherming van dat land.
Bronnen: www.redcross.org.uk/What-we-do/Teachingresources/Teaching-packages, www.cbs.nl
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
8
Migratie & wie zijn migranten? Doelen van deze bijeenkomst: o
Uiteenzetten van de redenen van migratie
o
Introduceren verschillende typen migranten
o
De link tussen armoede en migratie neerzetten
o
Nagaan welke positieve bijdrage migranten kunnen leveren in hun nieuwe omgeving
o
Het tonen van de menselijke kant van migratie
o
Jongeren een beeld geven van het werk van het Rode Kruis
o
Het principe van stereotypering introduceren
o
Media-uitingen analyseren met betrekking tot migranten en bedenken hoe je negatieve beelden zou kunnen tegengaan
o
Jongeren laten nadenken over hun bijdrage binnen de positieve/negatieve berichtgeving over migranten
Hoofdvragen: o
Waar liggen jouw roots?
o
Waarom migreren mensen?
o
Wat zijn de verschillende typen migranten?
o
Wat is de link tussen armoede en migratie?
o
Welke positieve bijdragen leveren migranten aan hun nieuwe omgeving?
o
Wat doet het Nederlandse Rode Kruis voor migranten?
o
Wat zijn stereotypen en hoe worden deze toegepast op migranten?
o
Hoe worden migranten in de media afgebeeld?
o
Welke positieve beelden willen de jongeren gaan neerzetten?
Waar liggen jouw roots? Thema
Wat moet je doen
Openingsvraa g: Waar liggen jouw roots?
Doe als opwarmertje een kennismakingsrondje. Inventariseer wie je deelnemers zijn (namen) en vraag waar de roots liggen van je groep. Stel hen de vraag: hoe lopen jouw familiestamboom? Ga terug tot je (overgroot) oma. Ben jij, zijn jouw ouders en je overgrootouders allemaal in Nederland geboren? Begin bij jezelf.
(10 min)
Wat heb je nodig
Leuk om te noemen: Naar schatting 98% van de
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
9
Nederlanders heeft buitenlandse voorouders (bron: http://vijfeeuwenmigratie.nl). Na het bespreken van ieders roots is het goed om de gedragsregels (zie introductie lespakket) te bespreken (open gesprek, geen discriminatie; zie ‘gedragsregels in de klas’).
Introductie op het Positive Images project Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Introductie stage
Heet de leerlingen welkom en schetst de opbouw van de stage. Licht kort het doel, de thema’s en de planning toe.
(5 min)
Het doel van deze maatschappelijke stage is het maken van een mediaproject rondom migranten. In het project staat de positieve inslag centraal. Met de projecten moeten uiteindelijk zoveel mogelijk jongeren tussen de 12 en 24 jaar bereikt worden. In Europa moeten 1 miljoen jongeren bereikt worden en in Nederland 10.000!
(Digitaal) schoolbord zo nodig
Evaluatie: vragenlijst invullen + contract tekenen Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Invullen vragenlijst
In het kader van de uitgebreide evaluatie uit Europa, moeten de leerlingen bij aanvang van de stage een paar vragen invullen.
Evaluatielijsten leerlingen
(10 min)
Laat de jongeren ook het stagecontract lezen en tekenen.
Stageovereenkomst
Als de leerlingen zelf ook stageformulieren hebben die getekend moeten worden, kun je die nu inzamelen en in de loop van de les tekenen.
Kennisquiz Migratie en Ontwikkeling Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Kennisquiz
Bespreek (enkele) van de volgende vragen:
(10 min)
Waar of niet waar
(Digitaal) schoolbord zo nodig
1.Wereldwijd zijn er 1 miljard mensen in beweging, op zoek naar nieuwe woonomgeving Waar In 2009 werd geschat dat wereldwijd 1 miljard mensen in beweging waren.
Groene en rode kaartjes om op te steken bij een goed/fout
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
10
2. De meeste migratie vindt plaats van ontwikkelingslanden naar ontwikkelde landen (bijvoorbeeld Afrika Europa)
antwoord
Niet waar De meeste migratie vindt plaats van ontwikkelingslanden naar ontwikkelde landen (bijvoorbeeld Afrika Europa) Aanvullende noot: Rond de 730 miljoen mensen zijn interne migranten. Zo’n 70 miljoen mensen trekken van een ontwikkelingsland naar een ontwikkeld land en 200 miljoen mensen verhuizen van het ene ontwikkelingsland naar het andere of tussen ontwikkelde landen. In 2000 werd geschat dat 31,52 miljoen mensen zich binnen Europa verplaatsten (let wel, binnen Europa, niet de EU), terwijl slechts 7,52 miljoen mensen van Afrika naar Europa trokken. Er wordt geschat dat slechts 3% van de Afrikanen in een ander land woont dan waar hij is geboren, en minder dan 1% van de Afrikanen woont in Europa. 3. Het aantal asielzoekers in de EU is in de laatste tien jaar gestegen
Niet waar Het aantal asielzoekers binnen de EU is in de afgelopen 10 jaar gedaald. Aanvullende nood: Er is sprake van een flinke afname. Na de pieken in 1992 (670.000 aanvragen in de EU) en in 2001 (424.500 aanvragen in de EU), werden er in 2007 een geschat aantal van 222.600 asielaanvragen ontvangen in de EU. Het grootst aantal asielaanvragen in 2007 werd gedaan in Zweden. Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Griekenland en Duitsland. . 4. Nederland neemt meer asielzoekers op dan Iran
Niet waar In 2009 nam Nederland minder vluchtelingen op dan bijvoorbeeld Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Iran of Pakistan. Aanvullende noot: Nederland: 76,008 Verenigd Koninkrijk 269.400 Kenia 358.900 Duitsland 593.800 Iran 1.070.500 Pakistan 1.740.700
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
11
5. Migratie heeft veel voordelen voor de mensen die migreren
Waar Onderzoek toont aan dat migranten genieten van een hoger inkomen, betere toegang tot onderwijs en zorg, en een betere toekomst voor hun kinderen. 6. Migratie heeft negatieve effecten op de landen waar de migranten heen gaan
Niet waar Uit onderzoek blijkt dat immigranten onder andere voordelige gevolgen heeft voor de economie van hun nieuwe thuisland Aanvullende nood: Onderzoek toont aan dat migranten de economische output een zetje geven, met weinig tot geen nadelige gevolgen voor lokale bewoners. Een algemene opvatting is dat onervaren migrantenwerkers open vacatures opvullen en daarmee de lokale werkers verdringen en de lonen verlagen, dat een toestroom van migranten gepaard gaat met meer criminaliteit, verzwaarde lasten op de lokale dienstverlening en de vrees voor het verliezen van maatschappelijke en culturele cohesie; maar deze zorgen zijn vaak overdreven. Onderzoek toont aan dat de negatieve effecten van migratie op autochtone werkers met vergelijkbare vaardigheden redelijk klein zijn en, in sommige contexten, geheel niet aanwezig. 7. Amsterdam is wereldwijd de stad met de meeste nationaliteiten
Waar Mensen met 177 verschillende nationaliteiten woonde in 2007 in Amsterdam. 8.Meer dan de helft van de jongeren in Nederland heeft vooroordelen over allochtonen
Waar Uit een enquête van plattelandsjongerenorganisaties blijkt dat jongeren vaak negatief denken over allochtonen, althans over "mensen met een andere cultuur dan die van jezelf". 57 Procent van hen geeft toe vooroordelen te hebben over allochtonen, een derde van de jongeren heeft daadwerkelijk wel eens mensen anders behandeld vanwege een vooroordeel. Bronnen: Europe in Figures: Eurostat Yearbook 2010,
European Union 2010; 2009 Global Trends Refugees, Asylum seekers, Returnees, Internally Displaced and
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
12
Stateless Persons (2010) UNHCR; Summary, Human Development Report (2009) Overcoming barriers: Human mobility and development. United Nations; www.trouw.nl/nieuws/nederland/article1670842.ece; http://headlines.nos.nl/forum.php/list_messages/24174
Waarom migreren mensen? Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Waarom migreren mensen?
Geef elk groepje leerlingen enkele post-its en vraag ze vijf minuten te brainstormen over redenen die iemand ertoe kunnen bewegen zijn/haar huis te verlaten voor langer dan een jaar en ook redenen die mensen naar een nieuwe plek kunnen trekken. Laat ze nadenken over hun eigen ervaringen met verhuizen naar een nieuwe plek, of de ervaringen van familie of vrienden. Schrijf de redenen op de post-its, één reden per briefje.
Post-its
Push & Pool factoren (20 min)
Werkblad Motieven voor migratie
Introduceer het idee van ‘push’-factoren (dingen die mensen van een plek wegduwen) en ‘pull’-factoren (dingen die mensen naar een nieuwe plek trekken). Vraag de leerlingen om de post-its in te delen in push- en pullfactoren. Bespreek met de leerlingen dat er grofweg drie categorieën zijn waarin de push- en pullfactoren gebundeld kunnen worden: economische, sociale en politieke redenen. Pak werkblad 1.2 erbij en neem het samen door. Extra noot: Mensen die vluchten uit een gewelddadige omgeving (bijvoorbeeld door oorlog) kunnen dus vallen onder politieke én woonomgevinggerelateerde motieven.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
13
Werkblad Motieven voor migratie Economische motieven: 1. Arbeidsmigranten: migranten die in het immigratiegebied via werk een inkomen hopen te krijgen. 2. Bedrijfsgebonden migranten: migranten die voor een bedrijf in het immigratiegebied gaan werken (bijvoorbeeld expats). 3. Migrerende ondernemers: migranten die hun eigen bedrijf in het immigratiegebeid willen opzetten of voortzetten. 4. Studenten: migranten die in het immigratiegebied studeren of stage lopen. 5. Pensioenmigranten of renteniers: migranten die niet meer economisch actief zijn en in het migratieland hun laatste jaren doorbrengen. Politieke motieven: 6. Politieke vluchtelingen: migranten die om politieke redenen hun verblijfsland zijn ontvlucht. Binnen deze groep vallen ook migranten die vervolgd worden om geloofsuiting, etniciteit of bijvoorbeeld seksuele geaardheid. Sociale motieven: 7. Gezinsherenigers: migranten die zich op grond van nauwe verwantschap willen vestigen bij gezinsleden in het immigratieland. 8. Gezinsvormers: migranten die willen trouwen of net getrouwd zijn met een bewoner van het immigratieland. 9. Retourmigranten: migranten die teruggaan naar het land van herkomst. Woonomgevinggerelateerde motieven: 10. Migranten die naar het immigratiegebied gaan voor een betere woning of woonomgeving. Hieronder vallen ook mensen die na een natuurramp (of bijvoorbeeld langdurige droogte) naar een ander gebied vertrekken. Let op: meestal blijven slachtoffers van natuurrampen binnen eigen landsgrenzen (internally displaced persons).
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
14
Wie is welke migrant? Thema
Wat moet je doen
Zelf indelen migranten
Schrijf de volgende vier begrippen op de flip-over/schoolbord: economisch, politiek, sociaal en woonomgevinggerelateerd.
(25 min)
Wat heb je nodig
(Digitaal) schoolbord/flip over of A4 met Kijk nu gezamenlijk naar het filmpje van Aldijana (via Internet groepen of DVD). Je kunt de uitgeschreven Nederlandse tekst uitdelen migranten om ernaast te houden. Post-its Bespreek klassikaal welke redenen Aldijana had om te migreren. Wat waren haar push- en pull factoren? Was het Filmpje (originele makkelijk om hun redenen in te delen in push- en bron: pullfactoren? Leg uit dat de redenen van mensen om te www.redcross.org .uk/What-wemigreren vaak erg ingewikkeld liggen. do/RefugeePak nu werkblad 1.4 erbij over de bekende Nederlandse services/Refugee migranten en match de foto’s met de vier categorieën op het s-truebord. Bespreek met de leerlingen: stories/Aldijanasstory-fromo Wat voor soort migranten zijn ze? refugee-tosolicitor) o Welke push- en pullfactoren waren er van toepassing op hun situatie? Werkblad 1.3 Tekstversie o Denk jij dat hun migratie een positieve of negatieve filmpje Aldijana ervaring voor hen was? o Met welke moeilijkheden denk jij dat ze zijn geconfronteerd? Waarom?
Werkblad 1.4 Bekende Nederlanders
Leg uit dat de realiteit van migratie vaak erg ingewikkeld is en dat humanitaire hulp erop gericht is mensen te steunen in hun eerste levensbehoeften, ongeacht wie ze zijn.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
15
Werkblad Tekstversie filmpje Aldijana Ik werd geboren in Bosnië Herzegovina, een van de republieken van voormalig Joegoslavië. De oorlog in Joegoslavië begon in 1991. In augustus 1995 vluchtten we uit Bosnië vanwege etnische zuivering. We kregen 24 uur om onze stad te verlaten. Ze vertelden ons dat we maar twee tassen mee mochten nemen, dus we moesten eigenlijk ons hele leven in 2 tassen stoppen. Het was gewoon een vreselijke, vreselijke dag. Om ons heen duizenden en nog eens duizenden mensen die huilden, die probeerden in de bus te klimmen, die probeerden op de bus te klimmen, omgeven door militairen. We werden in een veld gezet om op een andere bus te wachten die ons naar de oversteekplaats zou brengen en je kunt je voorstellen dat heel veel mensen dachten dat ze gewoon zouden worden neergeschoten daar, in niemandsland, geen woning te zien. Ik was een kind, maar ik kon zien dat mijn ouders heel ongerust waren, maar de kinderen niet bang wilden maken. Het leek een eeuwigheid dat we in dat veld waren. Toen kwamen de bussen om ons naar de oversteekplaats bij de rivier te brengen. En om mijn vader toen te zien, mijn vaders gezicht. Hij was gewoon zo blij en het eerste wat hij tegen me zei was: ‘Ik ben eindelijk vrij, ik kan gewoon lopen zonder bang te zijn dat ik word neergeschoten.’ En mijn zus, die tijdens de oorlog nog geen banaan of chocola had gehad… de persoon van het Rode Kruis bracht een hele lading bananen en chocola mee en gaf het praktisch aan m’n zus. Het was gewoon ongelofelijk. Dus toen we de grens waren overgestoken, was er een ontvangstcentrum. Ze zetten ons toen weer op de bus en brachten ons naar een vluchtelingenkamp. We kregen te horen dat het Verenigd Koninkrijk onze familie had geselecteerd om ons tijdelijke bescherming te bieden.
Toen we aanvankelijk in Nottingham aankwamen, vonden we het ontzettend moeilijk, omdat we de taal natuurlijk niet spraken. Het was een complete cultuurschok, maar we werden met open armen ontvangen. Mensen brachten ons gedoneerde kleren, gedoneerd voedsel, ze waren ontzettend vriendelijk tegen ons. Ik voel me een burger van het Verenigd Koninkrijk, ik voel me hier thuis nu.” (Aldijana is nu een advocaat, gespecialiseerd in het immigratierecht). “Ik moet zeggen dat het beeld van vluchtelingen lijkt te zijn veranderd. Natuurlijk merk ik het op door mijn werk op dit gebied. Maar mijn cliënten vertellen me dat de kinderen op school vaak gepest worden. Kinderen noemen ze vaak asielzoekers en zeggen slechte dingen. Ik wil niet generaliseren. Ik vind het belangrijk dat we ons realiseren dat er veel mensen zijn die erkennen dat vluchtelingen bescherming nodig hebben, vanwege de vervolging waarmee ze in hun vaderland werden geconfronteerd. Hoe ik mezelf zou omschrijven? Ik zou niet zeggen als vluchteling, omdat ik vind dat dit een klein deel van iemand is. Beroepsmatig zou ik zeggen dat ik advocaat ben, maar ik ben ook een dochter, een zus, een partner, een vriendin enzovoorts.”
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
16
Werkblad Bekende Nederlanders + antwoorden
Jörgen Raymann, Ibrahim Afellay en Ali B zijn in Nederland geboren. Sociaal motief • Prinses Maxima (Argentinië, niet-westers): sociale migrant (gezinsvorming door huwelijk)• Nebahat Albayrak (Turkije, niet-westers): sociale migrant, gezinshereniging na gastarbeiderschap van vader Economisch motief • Ibrahim Afellay (Marokko, niet-westers): wel in NL geboren, kind van economische migranten, ouders gastarbeiders jaren ‘60-’70 • Jörgen Raymann (Suriname, niet-westers): wel in NL geboren, ouders economische en sociale migranten, betere woonomgeving, meer werk en beter onderwijs. • Ali B (Marokko, niet-westers): wel in NL geboren, kind van economische migranten, ouders gastarbeiders jaren ‘60-’70 Political reasons and unsafe environment • Anne Frank (Duitse met Joodse achtergrond): vluchtte vlak voor de Tweede Wereldoorlog, in 1933, naar Nederland en werd bekend vanwege haar dagboek dat ze schreef tijdens het onderduiken in de Tweede Wereld Oorlog. Zij overleed in 1945, in concentratiekamp in Bergen-Belsen (discriminatie op grond van afkomst) • Ayaan Hirsi Ali (Somalië, niet-westers): Somalië Nederland: politieke en sociale migrant (oorlog/veilige woonomgeving), Nederland Verenigde Staten: economische migrant (werk)
Bronnen afbeeldingen: www.allesoverroyals.web-log.nl, www.opzij.nl, www.ad.nl, www.yyforum.nl, www.eemsbode.nl, www.spitsnet.nl, www.depers.nl
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
17
Armoede is maar relatief Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Link tussen armoede en migratie
Vraag de studenten of zij strandverkopers kennen van tijdens zomervakanties in bijvoorbeeld Spanje. Economische migranten stuiten vaak op onbegrip. Kijk naar het filmpje over Afrikaanse zeemigranten.
Filmpje (originele bron: www.sussex.ac.u k/migration/1-210.html)
(15 min)
Vraag de leerlingen om in groepen te brainstormen over wat er wordt bedoeld met armoede. Verandert het idee van armoede, afhankelijk van waar we wonen en waar we vandaan komen? Voor sommige mensen kan de mate van armoede afhangen van toegang tot het internet, het hebben van een mobiele telefoon of een auto. Voor anderen is het veel simpeler en gaat het om overleving, bijvoorbeeld met de beschikbaarheid van schoon water, voedsel en onderdak. Als we op wereldschaal denken aan armoede, waar denken we dan aan? Wat voor beelden komen er dan boven? En waar denk je aan bij armoede in Nederland? Lees de definitie van armoede voor, die door de Wereldbank wordt gehanteerd en vergelijk de ideeën van leerlingen. Armoede is als iemands inkomen beneden het minimum uitkomt dat nodig is om in de eerste levensbehoeften te voorzien, zoals voedsel, water en onderdak. Dit minimum staat bekend als de ‘armoedegrens’ en kan per land verschillen. In landen met de laagste inkomens ligt de armoedegrens op $1,25 per dag. Extreme armoede kan daarom gezien worden als het leven van minder dan $1,25 per dag (Wereldbank: www.worldbank.org). Er leven wereldwijd ongeveer 1,4 miljard mensen onder de armoedegrens van $1,25. Dit is ruim 20% van de wereld (1 op de 5 mensen). Leg uit dat dit een definitie is die gebaseerd is op inkomen, maar dat armoede soms ook kan worden gemeten op basis van andere factoren, zoals gezondheidszorg, onderwijs, onderdak, sociaal netwerk, enzovoort. Concluderend: armoede is een relatief begrip! Wat in Nederland als armoede ervaren wordt, is in Ethiopië misschien wel rijk. Verder verschilt ook per persoon wat iemand als armoede ervaart.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
18
Migranten in hun nieuwe land Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Hoe voelt het om als migrant in een nieuwe leefomgevin g te zijn?
Deze oefening geeft inzicht in hoe migranten zich voelen wanneer ze in een nieuw land aankomen. Ze krijgen te maken met instanties, maar spreken bijvoorbeeld de taal niet, hebben weinig geld of kennen de gewoontes van het land niet. Hoe gaan ze daarmee om? Wanneer de leerlingen de antwoorden niet uit de tekst op de kaartjes kunnen halen, moeten ze deze zelf fantaseren door zich in te leven in hun rol.
Kaartjes Rollenspel
(20 min)
(Digitaal) Schoolbord
Deel de rollenkaartjes uit die in het lespakket zitten. Bij een grote groep eventueel per tweetal. Laat ze zich inleven in hun personage. Bespreek (enkele) van de volgende vragen: -
Waar komen ze vandaan?
-
Waarom zijn ze weg gegaan (push-pull)?
-
Wanneer zijn ze aangekomen, hoe en met wie?
-
Is er sprake van een taalbarrière?
-
Hoe vinden ze het om hun moederland te verlaten?
-
Wat betekent het voor hun moederland dat ze zijn weggegaan?
-
Hoe voelden ze zich toen ze net in Nederland aankwamen?
-
Hoe voelen ze zich nu?
-
Hoe ga je om met negatieve reacties van mensen uit je nieuwe thuisland?
Een belangrijk thema is onzekerheid en verlorenheid. Zijn er ervaringen in hun leven geweest waarop zij zich ook zo gevoeld hebben (verhuizing, schoolovergang, feestje waarop ze niemand behalve de jarige kennen, etcetera)?
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
19
Werkblad Rollenspel Eliza Je bent 11 jaar en zes maanden terug samen met je moeder naar Nederland gekomen. In je thuisland Sudan, hielp je familie mee op de boerderij die jullie hebben. Je moest vluchten omdat er een burgeroorlog uitbrak met veel gevechten. Je weet niet wat er gebeurd is met de rest van je familie. Abdul Je bent 16 jaar oud en twee jaar geleden naar Nederland gekomen, samen met je broer. Het duurde drie maanden om vanuit Afghanistan naar Nederland te reizen. In Afghanistan ging je naar school en je broer was net klaar met op het middelbare onderwijs. Je vader heeft mensen betaald om jullie in veiligheid te brengen. Je weet niet wat er nu met je vader is gebeurd. Katie Je bent acht jaar oud. Je ben hier vier jaar geleden gekomen vanuit Albanië met je familie. Je kunt nog herinneren dat je een lange reis moest en op veel verschillende plaatsten moest slapen. Je weet niet veel meer van Albanië zelf. Je voelt je thuis in Nederland en op je school, maar weet dat je ouders hun familie in Albanië erg missen. Precious Je bent 13 jaar oud en bent vanuit Kenia naar Nederland gekomen, samen met je familie. Je vader is leraar en je hebt in Kenia op een Engelstalige school gezeten. Je familie is hierheen gekomen nadat er vorig jaar gevechten in Kenia uitbraken tussen verschillende etnische groepen. Je hebt hier neven wonen en dacht dat zij jullie misschien konden helpen. Max Je bent 14 jaar oud en bent met je familie vanuit Polen naar Nederland gekomen. Je vader kwam het eerst naar Nederland, toen hij werk gevonden had konden jullie zich bij hem voegen. Je ouders werken hard en jij moet op je jongere zusje passen na school. Je zit op een Nederlandse school in Utrecht, het is gaat er heel anders aan toe dan in Polen en de taal leren is lastig. Rose Je bent 18 jaar oud en bent vanuit Curaçao naar Nederland gekomen om hier hbo toerisme te studeren. Het onderwijssysteem en de kwaliteit van je diploma op de voormalige Antillen is niet zo goed als hier in Nederland. Je meeste vrienden proberen ook in Europa of Amerika een opleiding te gaan volgen. Op Curaçao sprak je ook Nederlands, waardoor hier studeren makkelijk is. Ook wonen hier veel familieleden en vrienden. Je oudere zus studeert in Amsterdam rechten. Je familie thuis hebben een winkel en jaren gespaard om jou in het buitenland te kunnen laten studeren. Je werkt naast je studie om je college geld te kunnen betalen.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
20
Julio Je bent 24 jaar oud en afkomstig uit Portugal. Je bent hier naartoe gekomen om werk te vinden. Je vrouw en familie zijn nog in Portugal. Je hoopt dat zij in de toekomt bij jou in Nederland kunnen wonen. Tomasz Je bent 25 jaar oud en komt oorspronkelijk uit Polen. Je hebt in Polen nog een dochter wonen. Je bent hiernaartoe gekomen om geld te verdienen zodat je dochter een beter leven krijgt. Je volgt een cateringcursus en wil graag je vaardigheden en kennis verbeteren terwijl je hier bent. Fouad Je bent 15 jaar oud en in Nederland geboren. Je ouders komen uit Marokko. Je vader is hier in de jaren 70 komen wonen omdat er in Nederland buitenlandse arbeiders werden gevraagd. Omdat er veel werk was heeft na lang sparen jouw moeder naar Nederland kunnen laten komen. Jij spreekt zelf een klein beetje Arabisch, maar kan niet Arabisch schrijven of lezen. Je zit op het vmbo en wil graag kok worden. Sami Je bent 42 jaar oud. Thuis in Zimbabwe was je een advocaat. Je moest uit Zimbabwe wegvluchten vanwege je politieke standpunten. Je kunt hier geen werk vinden en bent daarom actief als vrijwilliger voor een mensenrechtenorganisatie. Sarah Je bent 13 jaar oud en bent afkomstig uit Somalië, samen met je familie. Je bent hierheen gekomen wegens de droogte en hongersnood in Somalië. Je hoopt hier een beter leven te krijgen en dacht dat je neven hier je misschien kunnen helpen.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
21
Nabespreken verdiepingsopdrachten – Het Rode Kruis en vluchtelingen Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Het Rode Kruis en vluchtelingen
De leerlingen hebben ter voorbereiding op deze les twee opdrachten voor de les gemaakt.
Verdiepingsopdracht 1
(15 min)
Het Rode Kruis en vluchtelingen o
Bespreek de opdracht over vluchtelingen. Zorg ervoor dat de jongeren in ieder geval voor de eerste levensbehoeften kiezen binnen deze opdracht.
o
Kennen de leerlingen het opsporingswerk van het Rode Kruis? Wat vinden ze ervan?
o
Vertel ook wat jij voor het Rode Kruis doet in Nederland (bijvoorbeeld bij de studentendesk) en je persoonlijke ervaringen als Rode Kruis vrijwilliger als je die hebt.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
22
Verdiepingsopdracht 1 Het Rode Kruis en vluchtelingen
Het Rode Kruis helpt vluchtelingen Een internationale hulporganisatie met een neutrale positie De internationale hulporganisatie het Rode Kruis speelt wereldwijd een belangrijke rol in de opvang en verzorging van vluchtelingen. Het Rode Kruis werkt in gebieden waar het vaak voor andere organisaties te gevaarlijk is om hulp te verlenen, dankzij hun neutrale positie kunnen ze slachtoffers vaak als enige helpen. Het probleem Door de vele rampen en conflicten die overal ter wereld in omvang en aantal toenemen, neemt ook het aantal vluchtelingen toe. Meer en meer mensen zijn slachtoffer van een natuurramp en moeten lang of korte tijd vluchten. Oorlogen nemen toe in complexiteit, van conflicten is soms wel 90% van de slachtoffers burger. Hulp aan vluchtelingen Hulp aan vluchtelingen wordt door de UNHCR (hoog commissariaat voor de vluchtelingen van de VN) gecoördineerd: zij zijn verantwoordelijk voor het algemeen beheer van vluchtelingenkampen. Maar voor hulp in de kampen doen ze beroep op onder andere het Rode Kruis. De taken van het Rode Kruis in de kampen variëren van water en voedselvoorziening tot medische zorg. Ook houdt het Rode Kruis zich bezig met Tracing (het opsporen van vermiste familieleden). Hulp op korte termijn Vluchtelingen vestigen zich in de bestaande dorpen, maar meestal vestigen de groepen zich buiten de dorps- en stadscentra. Daar worden kampen gebouwd die plaats bieden aan een paar duizend tot enkele tienduizenden mensen. Mensen op de vlucht moeten hebben direct een aantal basisbehoeftes zoals water en sanitaire voorzieningen, voedsel, onderdak en medische verzorging. Hulp op langere termijn Vluchtelingen verblijven soms jaren in kampen. Wanneer aan de basisbehoeftes voorzien is, kan er hulp op langere termijn worden geboden, zoals onderwijs en zorgen voor werk of inkomen. Oplossingen op lange termijn Zorgen dat de vluchteling terug naar huis kan of in een derde land permanent kan verblijven. Deze mensen helpen om zich (terug) te integreren in de maatschappij.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
23
Wat doet het Rode Kruis? Het Rode Kruis biedt hulp aan de meest kwetsbaren met water, voedsel, onderdak en medische verzorging, maar zorgen er ook dat mensen weer een nieuw bestaan kunnen opbouwen als ze terug naar huis gaan. De hulpverlening van het Rode Kruis aan vluchtelingen is gericht op simpele, praktische en werkbare oplossingen: o
Dekens, matrassen, matten
o
o
Voedsel uitdelen (zoals bonen, olie, bloem, gist, rijst)
Bouwmaterialen om huizen te herstellen
o
In 2008 werd door het Rode Kruis:
o
(Drink)water uitdelen
o
o
Aanleggen van waterpompen en toiletten
Aan 25.000 ontheemden in Tsjaad voedsel uitgedeeld
o
30 waterpunten aangelegd voor 30.000 ontheemden in Tsjaad
o
Aan 14.000 families huishoudelijke artikelen uitgedeeld in Colombia
o
Keukenspullen en jerrycans
o
Kachels
o
Zomer -en wintertenten, plastic grondbedekking
o
Aan 270.000 ontheemden onderdak gegeven in Somalië
o
Opsporen van vermiste familieleden en kinderen
o
500.000 ontheemden voorzien van water in Somalië
o
Opzetten van gezondheidsklinieken
o
Medische verzorging bij ziekten of wonden
In 2008 werd door het Rode Kruis: o aan 25.000 ontheemden in Tsjaad voedsel uitgedeeld o 30 waterpunten aangelegd voor 30.000 ontheemden in Tsjaad o aan 14.000 families huishoudelijke artikelen uitgedeeld in Colombia o aan 270.000 ontheemden onderdak gegeven in Somalië o 500.000 ontheemden voorzien van water in Somalië Wat kan het Rode Kruis met je euro doen? € 10 voedselpakket (met bijvoorbeeld rode bonen, bloem, gist, zonnebloemolie, suiker en zout) € 25 keukenset (kookpan, bakpan, borden, kopjes, bakjes, messen, vorken, snijmessen, opscheplepels) € 11 hygiëne kit (waspoeder, zeep, tandpasta, shampoo, scheermesje, handdoeken) € 120 familietent € 3 deken
€ 4 emmer met deksel € 5 voedselreep € 3 muskietennet € 36,50 shelter kit (een tool kit met wat materialen om zelf een onderkomen in elkaar te zetten) € 900 watertank van 5.000 liter € 75 kachel € 2 jerrycan van 10 liter € 11.000 grote tent voor opslag van hulpgoederen € 1500 kleinere tent, zoals een veldhospitaal € 400 waterpomp
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
24
Het Rode Kruis probeert zoveel mogelijk mensen te helpen. Het geld hiervoor wordt onder andere bij elkaar gebracht door inzamelingsacties. Een voorbeeld hiervan was 3FM Serious Request 2008. Hier is 5.702.621 euro opgehaald voor hulp aan vluchtelingen in Somalië, Soedan, Centraal Afrikaanse Republiek, DR Congo, Oeganda, Colombia, Sri Lanka, de Filippijnen en Kenia. Het Rode Kruis heeft in het eerste deel van 2009 met 3FM Serious Request kunnen bijdragen aan hulpverlening voor 1.621.857 vluchtelingen en ontheemden met onderdak, voedsel, water en gezondheidszorg. Omdat er elk jaar 36 miljoen mensen op de vlucht slaan vanwege een conflict of natuurramp, blijft het Rode Kruis hard nodig. Het Rode Kruis en Restoring Family Links
Vili! Mijn lieve meisje! Ik mis je zo erg. Papa en Toni missen je ook. We hebben nog hetzelfde telefoonnummer als voorheen. Je moet alleen het nummer 8 er voor zetten. Wij houden heel, heel erg veel van je en we wachten op je.
Het herenigen van families in tijden van oorlog is een van oudsher (al sinds 1870) bekende taak van het Rode Kruis. Maar juist ook in de chaos na een orkaan, aardbeving of tsunami is de eerste vraag die bij overlevenden rijst: "Leven de mensen van wie ik houd nog?" Je zet de televisie aan en ziet nieuws over oorlogen of rampen. Grote kans dat ergens het Rode Kruis opduikt. Actief in beeld, zoals hierboven beschreven. Maar ook achter de schermen spelen we een onmisbare rol. Bijvoorbeeld door het contact te herstellen tussen mensen die elkaar in de oorlog zijn kwijt geraakt.
Volgens het internationale humanitaire recht hebben mensen tijdens oorlogen het recht om te weten wat er met Mama hun families aan de hand is. Mensen raken elkaar kwijt door een oorlog of ramp, maar ook door meer persoonlijke omstandigheden zoals emigratie en echtscheiding. Soms kunnen mensen elkaar ook niet vinden omdat iemand tijdens de strijd gevangen is genomen. De afdeling Opsporing en Ondersteuning van het Nederlandse Rode Kruis helpt bij het opsporen van naasten die gemist worden. Hiervoor zijn speciale teams opgeleid. Niet alleen in oorlogsgebieden, maar ook in Nederland worden mensen opgespoord die hun naasten zijn kwijtgeraakt. Bronnen: www.schooltv.nl, www.redcross.org.ua, www.rodekruis.be, www.vermisteopersonen.nl. Opdrachten: 1. Stel jij hebt € 300,- en bent in Haïti, net na de aardbeving, om een Haïtiaans gezin te helpen. Hoe zou jij dit geld besteden? Licht toe waarom je deze keuze maakt. 2. Bekijk het volgende filmpje in het media atelier van www.rodekruis.nl/positiveimages of via YouTubewww.youtube.com/watch?v=x-tM7x1k38U&feature=channel: ‘Reportage Humberto Tan over familiehereniging’
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
25
Nabespreken verdiepingsopdrachten - Stereotypes in de media Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Stereotypes in de media
Bekijk het filmpje: Labels en vraag de leerlingen of ze zien wat er gebeurt
Film Labels (originele bron: www.youtube.com/ watch?v=PdvfVqv6 usw&feature=&p=5 5288706F78591D3 &index=0&playnext =1, met toestemming
(15 min)
Zijn dit stereotypes?
Definities: o Stereotype: vaststaand beeld (bijvoorbeeld vrouw in de keuken, man is klusser) o Vooroordeel: op een gebrek aan kennis berustende mening of afkeer
van het Australische Rode Kruis)
2/3 van de jongeren hebben vooroordelen over migranten Een voorbeeld uit de praktijk: onderzoek aan de Erasmus Universiteit uit Rotterdam toonde aan dat een migrant 25% minder kans heeft dan een gelijk geschikte Nederlander, om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek -
Hebben jullie vooroordelen?
Bekijk het filmpje ‘Don’t judge too quickly’
Bekijk de video: ‘Don’t judge too quickly’ op de Positive Images site of via:
www.youtube.com/ watch?v=_RBbs4AXs0&feature=related
Pak de opdracht Mediavoorbeelden erbij. -
Zien de leerlingen hier positieve of negatieve beelden?
-
Denken de jongeren dat dit een eerlijke afspiegeling is?
-
Hoe zouden de geportretteerde mensen zelf afgeschilderd willen worden denken ze?
-
Hoe zou je de vooroordelen kunnen bestrijden?
-
Merk je verschil tussen bepaalde mediabronnen of er positief of negatief bericht wordt over migratie (verschil tussen soorten kranten, televisiezenders, etc)?
-
Hoe zou jij graag wel of niet afgeschilderd worden?
Verdiepingsopdracht 2
Voorbeelden van artikel titels om de bovenstaande vraag dichter bij de leerlingen te brengen: “Dutch people are rude” “Nederlanders zijn zuinig en traag van begrip” “Die smsende tieners van vandaag zijn belachelijk“ "De jongeren van vandaag is egoïstisch en verwend“ “Nederlandse jeugd zuipt zich dom” Een journalist of mediamaker vindt het belangrijk dat het
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
26
nieuws wat zij naar buiten brengen de aandacht van mensen trekt. Journalisten vinden ‘slecht nieuws’ dan ook vaak interessanter dan ‘ goed nieuws’. (Dennis & Merrill 1996, p. 124) Hierdoor verschijnen er meer negatieve artikelen over migranten. Geef aan dat in artikelen vaak gegeneraaliseert wordt (vaak over dezelfde kam scheren). Concludeer dat de media een grote invloed hebben op de wijze waarop wij onze mening over anderen vormen. Het is dus belangrijk dat je kritisch bent op wat er wordt afgebeeld! Bronnen: http://headlines.nos.nl/forum.php/list_messages/24174, www.nrc.nl/economie/article1740060.ece/Toch_discriminatie _van_allochtonen_bij_sollicitatie, www.telegraaf.nl/vrouw/actueel/2482669/__Jongeren_zijn_na rcistisch_en_verwend__.html, http://zakelijk.infonu.nl/marketing/52127-het-complexefenomeen-citymarketing.html, www.spreekbuis.nl/content/1132/Allochtone_jongeren_zetten _vraagtekens_bij_objectiviteit_van_nieuwsberichten.html
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
27
Verdiepingsopdracht 2 Media
Zoek in kranten, tijdschriften, op televisie en internet één positief en één negatief voorbeeld van hoe er over migranten wordt geschreven of hoe zij in de media worden afgebeeld. Beantwoord de volgende vragen: 1. Vat de artikelen allebei in één zin samen 2. Leg uit waarom je het ene artikel negatief vindt en het andere positief over migranten. 3. Hoe zou je het negatieve artikelen om kunnen buigen tot een positief stuk?/
Bronnen: www.depers.nl, www.rtl.nl, www.spunk.nl, www.worksupport.nl, www.nieuwsbank.nl, www.rnw.nl/nederlands
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
28
Reflectie Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Wat neem je mee uit de les?
Vraag leerlingen wat naar hun idee de grootste uitdagingen zijn waarmee migranten worden geconfronteerd en hoe ze denken dat deze kunnen worden overwonnen.
Evaluatieformulieren
(5 min)
Welk onderdeel van de bijeenkomst heeft de meeste indruk gemaakt op de leerlingen? Laat de leerlingen aan het eind van de les (na de mediaopdracht) de evaluatieformulieren verder invullen.
Media opdracht Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Eigen positieve mediaproject:
Omdat dit de verkorte versie is van de maatschappelijke stage Positive Images is er gekozen voor één mediaopdracht. Deze gaan ze vandaag uitvoeren. Het verspreiden van de ‘media’ kan langer duren en dit kan plaats vinden in groepjes.
Migratie/ stereotypering
Maak zelf een ‘Labels’-filmpje
Handleiding ‘Labels’-film maken: camera, witte A2 (420 × 594 cm) vellen, zwarte stiften, goede achtergrond voor de film
(150 min)
Laat de leerlingen zelf een labels filmpje maken en dit online verspreiden via YouTube, mail en Hyves/Facebook onder hun vrienden, en deze weer onder hun eigen vrienden. Laat ze voor de schoolschool een filmvertoon moment organiseren en plaats hun ‘Labels’ op de schoolwebsite. Daarnaast moeten de leerlingen een stukje schrijven voor de schoolkrant/ school website over migratie en hun ‘Labels’filmpje en kijken of ze nog meer media kunnen benaderen (tip: lokale krantjes willen altijd graag een stukje plaatsten!). Wijs op het werkblad met de mediatips en let zelf ook op of de jongeren de logo’s correct gebruiken.
Werkblad ‘Omgaan met de media binnen jouw project’ Wekblad ‘Extra mogelijkheden Positive Images project’
Wanneer er een grote groep kinderen is, kunnen er per klas meerdere groepjes een ‘Labels’-film maken. Leg uit dat ook bij de verkorte maatschappelijke stage, het subgroepje met het grootste mediabereik en het mooiste A4tje een prijs kan winnen (DVD). Vertel dat iedereen die zijn project met succes en binnen de dead lines helemaal afrond een Rode Kruis stagecertificaat krijgen. Zorg dat de volgende taken verdeeld zijn:
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
29
1.
Filmpje maken
2.
Artikel schrijven school website/schoolkrant
3.
Andere media benaderen (bijvoorbeeld lokaal krantje)
4.
Houd het mediabereik bij, geef dit ook tussentijds door voor de teller op www.rodekruis.nl/positiveimages.
5.
Maak een A4 met hierop uitleg over het project, de resultaten die je geboekt hebt en voeg zoveel mogelijk mediamateriaal toe (foto’s van het proces, het filmpje zelf, kranten/website artikelen, etc). Dit A4-tje komt op www.rodekruis.nl/positiveimages zodat andere scholen én andere landen kunnen zien wat jullie bereikt hebben!
Extra: Hebben de leerlingen originele ideeën om extra mediaaandacht te verkrijgen (tijdschrift, multiculturele modeshow of diner, fototentoonstelling of toneelstuk/rap/liedje, etc), moedig dit aan! Hoe meer hoe beter. Verwijs hen ook naar het werkblad ‘Extra mogelijkheden Positive Images project’.Spreek zo nodig een deadline af wanneer het totale media bereik bekend moet zijn en wanneer het A4 klaar moet zijn. Voor het maken van een ‘Labels’-film is een handleiding beschikbaar waarin het maken in vijf stappen wordt uitgelegd. Nota bene: wanneer de leerlingen liever een ander project opzetten dan het ‘Labels’-filmpje kun je hier als peer-educator in meegaan, mits het past binnen Positive Images en goed uitvoerbaar is binnen de deadlines.
Stage certificaat Thema
Wat moet je doen
Wat heb je nodig
Stagecertificaat
De leerlingen die de opdracht goed hebben uitgevoerd (filmpje, bereiklijst, A4) krijgen een stagecertificaat!
Stagecertificaten
Je kunt dit naar de leerlingen mailen/ opsturen wanneer zij het bovenstaande (digitaal) hebben ingeleverd.
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
30
Werkblad Omgaan met de media binnen jouw project In dit project staat media centraal. Het is immers de bedoeling om een positief beeld neer te zetten van migranten en daarvoor heb je de media nodig. Er zijn een aantal zaken waar jullie rekening mee moeten houden: Tips o
Het is de bedoeling dat elk project zoveel mogelijk bereik heeft. De groep met het meest bereik wint een prijs. In 2011 is dat voor alle winnende groepsgenootjes een pakket met DVD’s. Per groep ga je dus hard aan de slag om te winnen! Soms is het echter handig om samen op te trekken! Vooral in het geval van school, regionale dagbladen, tv en radio. Samen heb je meer kans om in het nieuws te komen!
o
Zet ook je sociale netwerken in, zoals Hyves, Facebook, blogs en Twitter!
o
Heb je al gedacht aan de schoolkrant, de schoolwebsite en de het lokale krantje van jouw woonplaats?
o
Is jouw project ergens in gepubliceerd? Knip het uit voor je peer-educator en www.rodekruis.nl/positiveimages.
o
Voor de website www.rodekruis.nl/positiveimages moeten jullie een A4tje inleveren met foto’s en filmpjes over jullie project. Zo kan jullie project gevolgd worden en kun je inspiratie opdoen bij andere projecten en zien hoe je je project nog beter kan maken. Niet vergeten:
o Houd goed bij HOEVEEL jongeren je bereikt met je project. Je peer-educator houdt een lijst bij met het aantal jongeren jullie bereiken tussen de 12-24 jaar. Jullie peer-educator zorgt ervoor dat de aantallen bijgeteld worden op de teller op de www.rodekruis.nl/positiveimages. o
Aan het gebruik van logo’s zijn regels verbonden. Gebruik bij elke media-uiting het Positive Images-logo, het Europese Unie-logo en het Nederlandse Rode Kruis-logo. Wanneer je twijfelt of de logo’s goed gebruikt zijn, vraag dan je peer-educator om advies.
o
Wanneer jullie landelijke media bereiken, zoals tv-programma’s, radiozenders of kranten, moet dat altijd in overleg met het landelijke Rode Kruis. Neem daarvoor contact op met je peer-educator.
o
Wees respectvol tegenover de mensen die je belicht. Informeer hen goed en laat hen bijvoorbeeld de gemaakte foto’s, film of interview zien voor je het echt gaat gebruiken.
Veel plezier en succes!
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
31
Werkblad Extra mogelijkheden Positive Images Interview:
Foto portretten:
Groep presentatie:
Poster:
Zelfgemaakte portretten:
Bronnen: De Volkskrant, 11 January 2010, www.redcross.org.uk/What-we-do/Teachingresources/Teaching-packages/Positive-Images, www.loesje.nl
Lespakket Positive Images 2011 – handleiding
32