Doopsgezinde Gemeente Aalsmeer | 20 november 2011 | ds. L. Geijlvoet Schriftlezingen: 1 Tessalonicenzen 5, dienst waarin de overledenen van het afgelopen halfjaar genoemd worden. Wij ontsteken deze kaars, Teken van verbondenheid Met elkaar. Mensen met mensen. Elkaar zoekend in openheid en oprechtheid. Elkaar gegeven, tot steun En teken van Gods met ons Die ons wil omvatten met zijn licht en liefde Amen Wij mogen geloven en hopen. Dat onze hulp is, In de naam van God, Die de hemel en aarde gemaakt heeft, Die trouw blijft aan ons mensen, aan de wereld Die niet loslaat, wat zijn hand is begonnen. Genade zij ons en vrede, Van God , onze vader En van Jezus Christus onze Heer, Amen.
Gebed 1 Tessalonicenzen 5 1 Broeders en zusters, ik hoef u niet te schrijven over het moment waarop dit zal gebeuren, 2 want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. 3 Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang, zoals een zwangere vrouw door barensweeën. Vluchten is dan onmogelijk. 4 Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief, 5 want u bent allen kinderen van het licht en van de dag. Wij behoren niet toe aan de nacht en de duisternis, 6 dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn. 7 Wie slaapt, slaapt ’s nachts, en wie zich bedrinkt, is ’s nachts dronken; 8 maar laten wij, die toebehoren aan de dag, op onze hoede zijn, omgord met het harnas van geloof en liefde, en getooid met de helm van de hoop op redding. 9 Want Gods bedoeling met ons is niet dat wij veroordeeld worden, maar dat wij gered worden door onze Heer Jezus Christus. 10 Hij is voor ons gestorven opdat wij, of we nu op aarde zijn of gestorven zijn, samen met hem zullen leven. 11 Dus troost elkaar en wees elkaar tot voorbeeld, zoals u trouwens al doet. Verhaal van Anneke Eveleens. Over hoe het leven doorgaat als je iemand bent verloren. Maar hoe de verbondenheid blijft. Als inleiding op het stukje dat ik ga lezen wil ik een paar regels lezen uit een gedicht van Hanna Lam. De mensen van voorbij, die blijven met ons leven.
De mensen van voorbij, die zijn met ons verweven. Soms maakt mijn geest een sprongetje, licht op en gaat zweven. Er gaat geen dag voorbij dat het niet gebeurt Ik voel het als je aan me denkt, over me p[raat, herinneringen ophaalt. Ik ben de beelden voorbij, maar mijn geest is nog levendig omdat je veel met mij bezig bent, In het begin kon ik je goed volgen, ik heb geprobeerd je te helpen, naar je toe te komen, maar dat is mij niet gegeven. Ik luister naar je verhalen met vrienden en anderen als het gaat over dat er meer tussen hemel en aarde zou zijn dan je denkt. Je zou er graag in geloven, maar niemand kan je dat vertellen. Soms ben ik bijna tastbaar aanwezig, je merkt dat. .Je wordt dan gevolgd door een citroenvlindertje of een roodborstje op je pad. Je schenkt er veel aandacht aan, je gelooft er bijna in dat ik het zou kunnen zijn. Je zult het nooit weten, maar het is mooi om er in te geloven, je raakt me ermee, het wordt alleen niet zichtbaar. Je komt wat minder vaak, ik mis dat soms. Ik ben bang dat je niet zo goed weet wat je hier zoekt. Maar ik voel je aanwezigheid ondanks dat er niet zo veel meer van mij over is. Mijn geest neemt het nog steeds waar. Ik weet het, er is veel gebeurd in al die jaren, veel verandert, het leven is snel en het moet steeds sneller. Ik krijg de indruk dat het een beetje ieder voor zich gaat en al die digitale contacten, het wordt er niet gezelliger op. Ik zou dat niet meer aan kunnen, een gat van zoveel jaar is niet te dichten. Ik kom niet meer terug. Maar blijf deze winter het roodborstje goed in de gaten houden. Het is weer herfst, de bladeren vallen nu snel van de bomen. Ik kijk altijd naar je uit, weet dan als je hier bent dat ik je aanwezigheid kan voelen. Het verlangen naar, zal altijd blijven. Je bent en blijft voor mij een onuitwisbaar begrip. Dag, tot ooit, misschien, een keer.
Overdenking. De laatste zondag van het kerkelijk jaar. Het is bij ons gebruik geworden om dat de namen te noemen van wie afgelopen kerkelijk jaar zijn overleden. Vroeger deden we dat op oudjaar. Maar nu op het oudejaar van de cyclus van het verhaal van God en mensen. Volgende week vieren we avondmaal. Een viering van verbondenheid en hoop. De maaltijd van het vieren van verbondenheid met God en elkaar. In het teken van Pasen. Het feest van het geheim van leven en sterven, maar ook het feest dat in het teken staat dat er voorgang is, in de natuur, in de wereld, en wat veel mensen geloven, ook in een mensenleven. Dat het met onze eigen persoonlijke dood, niet afgelopen is. Tegenwoordig kijken we daar weer anders naar dan een of twee generaties terug. Veel mensen geloven niet dat we in Hemel terechtkomen die lijkt op iets wat we van dit leven kennen. Vaak zeggen mensen, we gaan dan naar het licht. Of worden opgenomen in het grote geheel, God. Of mensen zeggen, nee, dan is het afgelopen en het leven vindt voortgang in nieuwe generaties. Volgende week is de eerste advent. Het feest van verwachting van licht in het duister. En in de tekst van vandaag, van Paulus. De brief aan de Gemeente in Tessalonici. Spreekt Paulus ook over het licht.
Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisterniswant u bent allen kinderen van het licht en van de dag. Wij behoren niet toe aan de nacht en de duisternis. Deze tekst spreekt uit het geloof van die tijd, dat het einde van de wereld nabij is. Vandaag de dag hebben we dat geloof losgelaten of naar een hele verre toekomst verplaatst in onze beleving van de wereld. slechts enkele geloofsgenoten verwachten de terugkomst van Jezus. Maar wel herkennen we de beeldspraak van kinderen van het licht en de duisternis die een mens kan overvallen en meetrekken in een leven buiten het licht. Vooral als je overmant bent door verdriet, als je down bent of zelfs meer dan dat, een depressie over je leven heentrekt. Dan is het beeld van kind van het licht te zijn, ondanks de duister die je omringt iets wat je kracht kan geven. Steun, hoop. Ik hoor ook de woorden van het kerstevangelie van Johannes doorklinken. Over het kind van het licht, Jezus. 1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. Licht in het duister, symbolisch steken we de kaars aan, in het begin van de dienst. Als teken van Gods licht in onze wereld. licht op onze weg. Jezus als lichtend voorbeeld. Als de Geest van God, wiens vuur ons inspireert, maar die ons ook met elkaar verbindt. Als liefde en verbondenheid tussen ons mensen. Vervolgens spreekt Paulus over een wapenrusting… een beeld dat misschien heel ver van onze beleving afligt. Wij dragen immers nooit wapens. Behalve diegene die dit beroepshalve doen. Politie, militairen. Vroeger droegen mensen wellicht vaker een wapen onderweg…? Maar een wapenrusting als strijder voor het licht is wel een bijzonde beeld. Want wat is bij een wapenrusting je bescherming? Een schild en een helm? Zoals in het Wilhelmus? Mijn schild en de betrouwen zijt Gij, o God, mijn Heer! Paulus noemt , maar laten wij, die toebehoren aan de dag, op onze hoede zijn, omgord met het harnas van geloof en liefde, en getooid met de helm van de hoop op redding. Wat is dat eigenlijk? Geloof en liefde en hoop op redding? Wij spreken niet meer zoals Paulus deed. Ook niet zoals het Wilhelmus spreekt , trouwens. Toch blijven deze woorden wel van betekenis. Geloof, Hoop en Liefde. En de meeste van deze de LIEFDE…, welke andere mooie tekst, die voor velen hun trouwtekst was, en ook voor veel mensen de tekst voor bij hun afscheid? 1 Korintiërs 13. Nu kennen we slechts ten dele, maar dan zullen we ten volle kennen. Zo blijven geloof hoop en liefde, en de meeste van deze de LIEFDE> Want de LIEFDE is immers één van de bijzondere namen van God? Ik wilde de tekst van Paulus , over het licht , en over hoe we onszelf en anderen kracht kunnen geven door geloof , hoop en liefde vandaag voor ons vertalen. En wel op de volgende manier…. Ik wil een licht ontsteken, het licht van de hoop, het licht van geloof en een licht van liefde. Om de boodschap van Paulus naar ons beeldend te vertalen. Ik wil beginnen met het aansteken van een licht, een groene kaars. Groen , de kleur van de hoop.
Wat is hoop? Hoop is een bijzondere manier van denken. Denken met het hart. Groen is de kleur van het hart. ( nee niet rood) Het is het hart dat opspringt van blijdschap. Het is het hart dat pijn voelt bij verlies. Het hart weet en kent, op een manier die het hooft niet kan. Hopen tegen beter weten in, zeggen we wel eens. Maar vertel dat aan je hart? Het blijft hopen. Op een betere toekomst. Op genezing en herstel. Op ooit elkaar weer te zien. Op van alles kan je hopen. Ja, ook op onaardige dingen, hoor. Hoor, dat je buurman zijn glimmerige nieuwe opschepperige auto tegen een paaltje rijdt. Maar dat brengt toch een ander soort gevoel. Dat brengt geen licht. Geen houvast. Het voegt niet toe in je kracht. Ieder kan voor zich bedenken , wat de hoop is die je in je draagt. Als je kijkt naar de vlam van deze kaars, die we symbool maken van HOPEN. Nu wil ik de witte kaars aansteken. De kaars van het geloof. Waarom nu pas de witte? noemde Paulus niet eerst geloof en liefde en dan pas de hoop? De witte is de kaars van het geloof. En volgens mij is Geloven meer dan hopen. Het is een soort zeker weten. Dat heet, Jou ‘Waarheid’. Noem het levensinzicht, levensovertuiging. Zonder geloof vaart niemand wel… is het spreekwoord. Geloof is ook vertrouwen. Dat er een God is. Dat er meer is tussen hemel en aarde. Dat er een doel en zin in is dit aardse en bovenaardse… Een helder wit licht. Dat je zuivert van sombere gedachten en angst…. GELOVEN. Wat brengt dit witte zuivere licht voor jou? Wat mag je zeker vanuitgaan. Waar of wie kun je zeker van op aan ? DAT ER LICHT ZAL SCHIJNEN IN HET DUISTER… En dan de rode kaars. De LIEFDE. Er bestaan verschillende soorten liefde, zeggen we dan. De EROS, de romantische liefde. Maar ook de liefde tussen ouder en kind. Of de liefde tussen mensen. Dat de ene met liefde voor de ander iets wil doen. AGAPE noemen we deze liefde ook wel. Je zou deze liefde misschien meer roze denken. Een zachte kracht die sterk zal blijken. Sterker dan alle andere krachten.. Toch kiezen we de rode kleur. DE LIEFDE is ook DE LIEFDE, van God. Wat je inspireert, in vuur en vlam zet. Het Pinkstervuur. Zo sterk als een vlam, die wat duister is, wegneemt. Zodat alleen het witte zuivere licht zal blijven. Liefde is wat mensen bindt, sterker is dan de dood, over grenzen heengaat. Het meeste noemt Paulus de liefde…. We steken de rode kaars aan , als teken van de liefde tussen mensen, en de liefde van God. Dat ze ons mag warmen en sterken. Hoop, geloof en Liefde, Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht! Hemelse Vrede, deel U nu mede aan een wereld die U verwacht! Wat kan ons schaden, wat van U scheiden, Liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade, wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat.
En ten slotte.. Hoe mooi deze kaarsen ook schijnen. Hoe mooi ook de voorstelling van geloof en hoop en de Liefde… de laatste woorden van Paulus zijn wellicht nog meer dan alle woorden die al zijn gesproken. Dus troost elkaar en wees elkaar tot voorbeeld, zoals u trouwens al doet. Want, het is de gemeenschap van mensen. Waar dit alles een plekje vindt. En zo ook onze Gemeente. Een plaats die we elkaar geven. Om gekend te zijn, genoemd bij onze eigen naam. Waarin we, met vallen en opstaan, elkaar proberen te troosten en soms proberen om elkaar een voorbeeld te geven. Hoe een leven waarin het licht van God schijnt, kan zijn. Namelijk, een leven in een geloofsgemeenschap. Zoals we ook vandaag proberen te zijn. Een plek van licht en liefde. Amen. Wij noemen alle namen. En steken voor elk een kaars aan. Wij zingen “De steppe zal bloeien” Voorbede stil gebed, onze vader. Wij willen met elkaar en om elkaar bidden. Dat wij een gemeenschap van mensen mogen zijn , waarin Hoop en geloof en bovenal liefde mag schijnen over ieder Die in ons midden is. Opdat wij elkaar tot troost en voorbeeld mogen zijn. Wij bidden u, heel praktisch God, Met woorden die we vaker hoorden. Maar ik alle oprechtheid… Heer, maak ons tot mensen Naar het beeld van uw Zoon: Met ogen die niet alleen kijken, Maar ook kunnen aanzien, Met oren die niet alleen horen, Maar ook kunnen luisteren, Met een mond die niet alleen praat, Maar ook kan aanspreken, Met een verstand dat niet alleen begrijpt, Maar ook kan verstaan, Met een hart dat niet alleen klopt, Maar ook bewogen kan zijn, Met handen die niet alleen grijpen, Maar zich ook kunnen openen, Met voeten die niet alleen draven, Maar ook tegemoet kunnen komen, Want zo zijn wij gezegend En elkaar tot zegen. Wij bidden het Onze Vader. Zegenbede.