Gemeenteschets
Heer, U bent mijn leven
Over het leven als christen
16
HEER, U BENT MIJN LEVEN Over het leven als christen door Jetze Baas
Livingstonestraat 91 3772 KH Barneveld 0342-424444 / 06 30087202
[email protected]
Deze gemeenteschets is een uitgave van:
Gereformeerde Bijbelstudiebond
Herziene uitgave juli 2011
Alles uit deze uitgave mag vrij gekopieerd worden!
2
Inhoudsopgave WOORD VOORAF ........................................................................................................................ 3 UW WOORD IS HET PAD, DE WEG WAAROP IK GA........................................................ 4 Bijbelstudie voor jongeren van 12-16 jaar ............................................................................. 4 Mogen ze merken dat ik christen ben? .......................................................... 5 Leven zoals God het bedoelt? .......................................................................... 9 ‐ Groep 1: Profeet ......................................................................................... 11 ‐ Groep 2: Priester ...................................................................................... 13 ‐ Groep 3: Koning.......................................................................................... 16 Voor de leiding ............................................................................................................................ 19 HEEL DE WEG WIL IK GAAN MET HEM .............................................................................21 Bijbelstudie voor jongeren 16+ ................................................................................................21 1. Geen probleem? ......................................................................................... 21 2. Wat maakt het verschil? ......................................................................... 22 3. Regels voor een christelijke levensstijl ............................................... 23 Voor de leiding ............................................................................................................................ 30 HEER, U BENT MIJN WEG, DE WAARHEID DIE MIJ LEIDT ......................................31 Bijbelstudie voor volwassenen ..................................................................................................31 1. Inleiding .......................................................................................................... 31 2. Bijbelstudie ................................................................................................... 32 3. Afsluiting ....................................................................................................... 38 Toelichting ................................................................................................................................... 38 LEVEN MET HEM ....................................................................................................................... 39 Gezamenlijke bespreking voor 12 jaar - … ............................................................................ 39 Handleiding .................................................................................................................................. 43 TE ZINGEN LIEDEREN ........................................................................................................... 44 LITERATUURLIJST / AANBEVOLEN BOEKEN ................................................................ 44
3
WOORD VOORAF Heer, U bent mijn leven De titel hierboven is de eerste regel van Gezang 161 uit het Gereformeerd Kerkboek. Het lied zegt verder: ‘Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga.’ Dat heeft alles te maken met je leven als kind van God. Daar wordt die weg door bepaald. Dit is een schets over de christelijke levensstijl. Een stijl die nogal eens wat vragen oproept, waar heel verschillend over gedacht kan worden. Aan de ene kant willen jongeren af van tradities en lege gewoontes. Ze hebben er niets mee. Aan de andere kant maken ouderen zich zorgen over de keuze van de leefstijl van veel jongeren. ‘Wat er allemaal niet mee door kan tegenwoordig!’ Redenen genoeg om er eens apart, maar ook met elkaar als jong en oud, over door te spreken. Waardoor laat jij je leefstijl bepalen? Wat is jouw maatstaf: ‘ik bepaal zelf wel wat ik doe’, of ben je als Samuël die leerde zeggen: ‘Spreek Heer, uw dienaar hoort’. Dat wil voor jouw leven vandaag zeggen: ‘Uw Woord bepaalt heel mijn leven, Heer God. Ik wil zijn, zoals Jezus me heeft voorgeleefd.’ Heeft dat te maken met alles in je leven? Of zijn er zaken in je leven waar Jezus niets mee te maken heeft? Gaat Jezus over de keuze van je kleren, je muziek, jouw eten en drinken, je werk, je carrière, de tv-programma’s, je vrienden, je seksualiteit, ja echt over alles? Je betrekt Hem misschien lang niet overal bij. Zou het je leven voor Hem niet juist verrijken, als Hij overal bij is? Of vind je dat maar overdreven? Het is de bedoeling dat de schets je helpt hier verder over na te denken. Dat het je steeds dichter bij God brengt: “Hij in mij, ik in Hem” (Joh. 14: 20). Dat zou toch geweldig zijn? Van een gemeentebrede aanpak van dit thema zou een stimulans kunnen uitgaan. Een periode die ’s zondags begint met een ‘startschot’ in de preek. In de twee weken die daarop volgen, zou het thema aan de orde kunnen komen op de diverse verenigingen, kringen of bijbelstudieclubs. Een gezamenlijke avond aan de hand van de laatste schets zou dan een mooie afsluiting kunnen vormen. Op die avond zouden ook de ‘producten’ van de andere besprekingen (zoals de krant, de posters en de mime) aan elkaar getoond kunnen worden. Het onderwerp is heel breed. Ik hoop dat de schets jullie voldoende stof ter bespreking en overdenking geeft. De schets is niet uitputtend. Er is nog oneindig veel meer over dit onderwerp te melden, maar de diverse schetsen lopen m.i. nu al over. Ik hoop en bid dat deze schets er vooral toe mag bijdragen dat we steeds meer in het voetspoor van Jezus mogen gaan. In de schets is de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) gebruikt. Jetze Baas,
Barneveld, herzien zomer 2011
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
4
Uw Woord is het pad, de weg waarop ik ga Bijbelstudie voor jongeren van 12-16 jaar De startavond Vragen
(Onderstaande vier situaties en mogelijke oplossingen zijn bedoeld om het thema op de eerste avond neer te zetten. Samen lezen en bespreken. Vorm: verdeel de ruimte in een A en een B deel. Wie zich het meest bij A thuis voelt, gaat aan de A kant staan, B aan de B kant. In het midden wie nog geen keus maakt. Probeer elkaar door argumenten over te halen.)
1. Je loopt door de winkel van het Kruidvat met je vriend. Je ziet opeens dat hij een rol snoep in zijn zak steekt. Wat doe je? Wat past het meeste bij jou? A. Moet hij zelf maar weten. Zijn keuze, ‘t is maar een rol snoep… B. Kan hij niet maken. Ik moet ik daar wat van zeggen, al vind ik dat wel lastig. 2. Wat bepaalt de keuzes in je leven? Ik maak zelf uit naar welk tv-programma ik kijk. Wat is voor jou bepalend? A. Ik volg mijn gevoel. Als ik iets goed vind, kijk ik dat gewoon. Dan heb ik er een goed gevoel bij. Maakt me dan niet uit wat anderen vinden. B. Ik kijk wel of niet omdat ik denk dat God het wel of niet goed vindt. Hij is de Heer van mijn leven. 3. Je hebt een prachtig computerspel gekocht. Het is een echt schietspel. Kan dat? Wat vind jij? A. Het doet me niets. Het is toch maar een spelletje. Je schiet niet op echte mensen. B. Ik vind het steeds minder erg om op tv gewonde mensen te zien. Door dit spel denk ik dat ik geweld niet zo erg meer vind.
4. Je zit op een voetbalclub. Je kunt goed voetballen. Dit jaar hoor je bij de selectie. Dat betekent twee keer per week trainen. Een van die avonden is je catechisatieavond. Wat nu? A. Dan maar niet in de selectie. Ik ga naar de catechisatie. B. Ik wil liever twee keer in de week trainen. Die catechisatie haal ik een ander jaar wel weer in. Maar ik moet van mijn ouders naar de cat. Ik baal.
5
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
(Onderstaande tekst is om samen door te lezen, na de discussieronde)
Mogen ze merken dat ik christen ben?
Zou je het niet makkelijk vinden als op deze bladzijde het volgende lijstje om een goed christen te zijn, stond?
Ik luister niet naar de muziek van ...... Ik vloek niet. Ik lieg niet. Ik kijk per week niet meer dan 120 minuten tv. Ik speel geen gewelddadige computerspelletjes. Ik zet bij seks en vloeken de tv dadelijk uit. Ik gebruik internet alleen bij noodzaak. Ik zet mijn zakgeld gedeeltelijk apart voor de collecte in de kerk. Enzovoorts…
Je houdt je aan de regels en ‘klaar is Kees’. Ben je dan een echte christen? Zou het zo werken? Staat er zo’n lijstje in je Bijbel? Deze schets wil je helpen om te ontdekken wat de Bijbel er wél over zegt. Leven als christen is niet altijd makkelijk, maar wel mooi. De moeite waard om ervoor te gaan. Dat mooie moet je wel ontdekken. Iedereen moet dagelijks beslissen in zijn leven: doe ik het wel, of doe ik het niet? Dat geldt zeker ook voor een christen. De vraag is: wat bepaalt jouw keuze? Waarom kies je zus, of waarom kies je zo? Hoe neem jij een beslissing? Denk je er goed over na? Of doe je maar wat? Vraag jij je wel eens af: hoe zou God over mijn beslissing denken? Wat maakt je leven als kind van God anders bij wat je kiest? In de Bijbel gaat het vaak over Israël, het speciale volk van God. Het is door Hem apart gezet in een apart land. Daarom noemt de Heer zijn volk ‘een heilige natie’. De Israëlieten mochten niet trouwen met mensen uit andere volken. Daardoor zouden van God af kunnen raken. Toen het volk het land Kanaän in bezit kreeg, moesten alle volken uitgeroeid worden. Dat was aan de ene kant een straf voor die volken, omdat ze zo goddeloos leefden. Aan de andere kant was het bescherming voor Gods volk. Die andere volken zouden ze van God vandaan kunnen trekken. Daarom moesten ze weg uit hun midden. Alleen met Israël sloot de Heer God een verbond. Het kreeg uit Gods eigen mond zijn wet te horen. Hij kwam in de woestijn zelfs in een tent bij zijn volk wonen! De Allerhoogste in een tent, denk je eens in! Zo zette de Heer zijn volk apart van alle andere volken. Dat is nu wel anders. Als christen woon je niet apart. Jij woont gewoon midden in een dorp of stad, tussen gelovige en ongelovige mensen. Je woont niet, zoals de Israëlieten, in een speciaal afgezonderd koninkrijk. Je woont als christen gewoon midden in deze wereld. Ben je dan wel anders dan de mensen die God niet kennen? Hoe ben jij door God apart gezet? Kunnen ze aan je kunnen merken dat jij bij Hem hoort, al woon je niet apart?
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
6
Bespreek met elkaar de volgende vragen:
Moet het aan je te merken zijn dat je een christen bent? Waarom? Hoe dan? Of: waarom niet? Ik wil geen ‘heilig boontje’ zijn, dus heb ik liever niet dat ze van me zeggen dat ik een christen ben. Of…?
Neem pen en papier en schrijf daarop jouw antwoord op deze vraag. Wissel dat antwoord uit met je buurman/vrouw. Bespreek wat je van elkaars antwoord vindt.
(De volgende tekst weer samen lezen)
Teken Toch ben je wel apart gezet in deze wereld. Dat deed God. Weet je hoe? Hij zette jou apart van ongelovigen door jou een speciaal teken te geven. Toen jij bij je moeder groeide, vanaf je allereerste begin, ja zelfs ver voor het begin van deze wereld, kende God jou al. Toen jij nog van niets wist, legde Hij zijn hand al op jou. Hij zei: ‘Ik houd van je. Ik geef je rijke beloften. Ik wil eeuwig met jou leven in mijn rijk.’ En Hij houdt zijn woord. Hij zegt het vandaag nog tegen jou. Van Gods belofte kreeg je een prachtig bewijs toen je geboren was: de doop. Die doop is Gods handtekening onder die belofte. En die handtekening staat op jouw voorhoofd. Het is nooit meer uit te wissen. Dat betekent: ‘Jij bent van Mij! Ik houd zoveel van jou, Ik wil je nooit meer kwijt.’ God kan dat zeggen. Hij deed iets heel bijzonders: Hij heeft jou gekocht. Hij betaalde voor jou met het bloed van zijn eigen Zoon, Jezus Christus. Die gaf zijn leven, zijn kostbare bloed. Toen Hij stierf aan het kruis, stond jouw naam in zijn hand (lees maar in Jesaja 49: 16). Probeer samen na te denken over de volgende vraag:
Wat zou je anders kunnen doen als je Jezus hebt leren kennen? Wat ga jij veranderen?
Staat jouw naam echt in Gods hand? In de teksten hieronder gaat het ook over jou. Lees maar eens hoe belangrijk je bent voor God:
Jesaja 49 5 … de HEER, die mij al in de moederschoot gevormd heeft tot zijn dienaar … 14 Sion zegt: ‘De HEER heeft mij verlaten, mijn Heer is mij vergeten.’ 15 Maar kan een vrouw haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij droeg? Zelfs al zou zij het vergeten, ik vergeet jou nooit. 16 Ik heb je in mijn handpalm gegrift, …
Jesaja 43: 1 Welnu, dit zegt de HEER, die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israël: Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen, ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!
7
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
Psalm 139: 13-16 13 U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. 14 Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. 15 Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor u geen geheim. 16 Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één. Schrijf jij ook wel eens iets op je hand? Ik doe dat als ik iets echt niet wil vergeten. Zo staat er ook iets in Gods hand geschreven: jouw naam staat in zijn hand. Hij is er zelfs in gegrift: dat betekent: de pen waarmee Hij dat deed, is zo scherp, dat zijn hand ervan ging bloeden. Nu is het een litteken geworden, dat er nooit meer uit gaat. Hij deed dat zo, omdat Hij jou nooit meer wil vergeten, bij alles wat Hij doet. Als Hij met zijn sterke rechterhand in de wereld aan het werk gaat, ziet Hij ook jouw naam. Hij denkt dan ook aan jou. Zo belangrijk ben jij voor God! Als christen sta je soms apart. Dat is niet leuk. Het lijkt of je er niet bij hoort. Lees de teksten die hierbij staan, maar eens goed. Dan zul je het mooie ervan ontdekken. Je krijgt daardoor van Hem een speciale behandeling. Hij belooft je: ‘Ik zorg extra goed voor je, want Ik houd heel veel van je. Ik wil eeuwig met jou leven.’ Je bent nooit alleen. Want Hij is bij je en er is een heel volk door Hem apart gezet. Hij heeft er ook nog een andere bedoeling mee om je apart te zetten. Lees maar:
1 Petrus 2: 9 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. Bespreek met elkaar hoe je dat kunt doen: Gods grote daden verkondigen, zijn liefde laten zien aan anderen. Een paar ideeën? Kijk maar of jij het ermee eens bent: De deuren langsgaan om mensen het evangelie te vertellen Gewoon trouw je werk doen Gehoorzaam zijn Je afspraken nakomen Niet liegen, het goed maken als je ruzie hebt gemaakt Enz…
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
8
Weet jij nog meer mogelijkheden?
Schrijf ze op een groot vel papier, hang dat aan de wand.
Afspraak:
Kies eens een van die dingen die genoemd zijn. Beloof elkaar dat je dat tussen nu en de volgende verenigingsavond extra aandacht zult geven in je leven. Vertel dan aan elkaar hoe het gegaan is. Misschien levert het iets op voor de opdracht hieronder. (Het lijkt me hier een geschikt moment om het eerste deel af te sluiten. In elk geval bij de afsluiting alvast de aankondiging doen van de muurkrantopdracht (zie hieronder). Het kan ook als een soort huiswerkopdracht. Op dit moment indelen in redactiegroepjes die positieve berichten maken en die meenemen voor de volgende keer.)
Voorbereiden voor bijeenkomst 2 We gaan de volgende keer een krant: ‘Nieuwe Levensstijl’ samenstellen. We vormen nu alvast redacties. Bijvoorbeeld: Kerk Binnenland Regionaal Buitenland
Politiek Sport Jeugd Muziek
9
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
De tweede avond Leven zoals God het bedoelt? 1.
Opening met bijbellezing en gebed.
(gedeelten uit) Efeziërs 4: 17–32
17 Op gezag van de Heer zeg ik u dus met klem: ga niet langer de weg van de heidenen met hun loze denkbeelden. 18 In hun geest heerst duisternis en ze zijn vervreemd van het leven met God, omdat ze hem niet kennen en hun hart voor hem gesloten hebben.
20 Maar zo hebt u Christus niet leren kennen! 21 U hebt toch over hem gehoord, u hebt toch onderricht over hem gekregen?
25 Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid tegen elkaar, want wij zijn elkaars ledematen. 26 Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, 27 geef de duivel geen kans. 28 Laat wie steelt niet meer stelen, maar eerlijk de kost verdienen door zelf hard te werken om iets weg te kunnen geven aan wie het nodig heeft. 29 Laat geen vuile taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig opbouwende woorden, die goeddoen aan wie ze hoort. 30 Maak Gods heilige Geest niet bedroefd, want hij is het stempel waarmee u gemerkt bent voor de dag van de verlossing. 31 Laat alle wrok en drift en boosheid varen, alle geschreeuw en gevloek, en alle kwaadaardigheid. 32 Wees 2. Hoe is het gegaan met de plannen van de vorige keer? Is het je gelukt een voornemen dat je had, ook na te komen? Vertel elkaar erover.
3. Samen lezen: De vorige keer ging het erover dat je door je doop apart gezet bent. Daar heb je zelf niet voor gekozen. De Heer God deed dat. Dat je gedoopt bent, betekent: je hoort bij Christus. Daarom word je een christen genoemd. Christen betekent letterlijk: gezalfde. Je bent door God gezalfd. Dat deed de Heer God alleen met heel bijzondere mensen. Vroeger werden alleen een profeet, of een priester of een koning, gezalfd. Zij werden gezalfd met een bijzondere olie. Die gezalfde profeet, priester of koning kreeg een bijzondere taak van God. Hij stond altijd tussen God en het volk. God gaf zijn boodschap voor zijn volk, de profeet gaf die boodschap door. Het volk had gezondigd, de priester offerde namens het volk voor God. De koning regeert namens God over het volk. Hij moest voor hen als een God zijn. Door de doop ben jij gezalfd. Daardoor kreeg je ook een speciale plaats bij God. Hij wil van jou ook een profeet, een priester en een koning maken. Je bent zo apart gezet met een speciale taak voor God. Zo mag je leven voor Hem.
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
10
Misschien denk je nu: ‘Moet ik een profeet, een priester én een koning zijn? Dat lukt me toch nooit?’ In deze schets gaan we kijken hoe jij dat wel zou kunnen zijn. We kijken daarbij eerst naar het Oude Testament: wat deed een profeet, een priester en een koning toen? En daarna kijken we naar deze tijd. Hoe kan ik vandaag profeet, priester en koning zijn?
4. Hoe gaan we dat doen? Op de volgende bladzijden staan drie onderdelen: Profeet, Priester en Koning. Maak drie groepen. Elke groep bestudeert een onderdeel heel goed. Het blad helpt je alvast op weg. Na afloop heeft iedere groep een antwoord op een van de volgende vragen:
Groep 1: Hoe kun je in deze tijd profeet zijn? Hoe doe je dat?
Groep 2: Hoe kun je in deze tijd priester zijn? Hoe doe je dat?
Groep 3: Hoe kun je in deze tijd koning zijn? Hoe doe je dat?
Zet je antwoord op een groot vel papier. Na afloop hang je dat papier op en vertel je er aan elkaar wat over. Anderen mogen er natuurlijk vragen over stellen.
11
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
Groep 1: Profeet Wat weet je al? Wat zou de taak van de profeet zijn? Denk bijvoorbeeld eens aan Samuël. Wat was zijn eigenlijke werk? De opdracht was lang niet altijd een pretje. Samuël moest als jongetje aan Eli vertellen dat Eli en zijn zonen door Gods toorn gestraft zouden worden vanwege hun ongehoorzaamheid tegenover de Heer God. Het werk van een profeet begint altijd met het luisteren naar wat God zegt. Zet op je vel papier: ‘Taak van de profeet’. Schrijf daaronder wat je nog meer gevonden hebt. Toen jij gedoopt werd, nam God jou in dienst als profeet. Wat zou dan jouw opdracht zijn? Is dat alleen van God vertellen, of weet je nog andere manieren om te laten zien hoe je profeet van God kunt zijn? Zet op je vel papier: ‘Taak van de profeet nu’. Schrijf daaronder wat jullie gevonden hebben. Samen lezen:
Als je aan de mensen om je heen wilt laten zien wat in de Bijbel staat, moet je eerst zelf weten wat de inhoud is. Dat betekent: eerst zelf aan het bijbellezen! Luisteren naar God. Hij spreekt in de Bijbel tegen jou. Door meer te lezen uit de Bijbel, ga je ook steeds meer van God zien. Je ontdekt steeds nieuwe wonderen van God. Je komt erachter hoe machtig Hij is. Wat kan Hij veel. Tegelijkertijd is Hij ook een lieve Vader. Je hart raakt vast steeds voller van Hem. En waar je hart vol van is… daar loopt je mond van over. Je kunt er dan niet meer over zwijgen. Net zoals iemand die verliefd geworden is. Dan is je hart vol van de ander. Het zou mooi zijn als je ook zo vol wordt van het werk van Jezus. Ik kan nog geen profeet zijn, want ik weet nog veel te weinig van de Bijbel. Zou je wel profeet durven zijn, als je van tevoren al weet dat de mensen niets van het Woord willen weten? Ze vonden de profeet maar niets. Zwartkijkers, sombere mensen. (dat overkwam veel profeten in de Bijbel). Of zou je willen vluchten, zoals Jona deed?
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
12
Lees samen in Matteüs 10: 28-33 wat Jezus hierover zegt.
28 Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna. 29 Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil. 30 Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. 31 Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. 32 Iedereen die mij zal erkennen bij de mensen, zal ook ik erkennen bij mijn Vader in de hemel. 33 Maar wie mij verloochent bij de mensen, zal ook ik verloochenen bij mijn Vader in de hemel. Bespreek naar aanleiding van de tekst hierboven: God zal de je de goede woorden in de mond geven als het nodig is. Maar dan moet jij wel eerst die woorden ooit een keer in je gekregen hebben door ze te lezen of te leren. Betekent dat bijvoorbeeld: als profeet zal ik dan meer aan bijbelstudie moeten doen? Hoe kun je dat doen? Je kent de profeet Jona wel. Hij wilde weglopen voor zijn werk als profeet. Hij had er geen zin in. Toch doet de Here God hem niet weg. De Heer is geduldig en helpt Jona om te doen wat Hij zegt. Zo is God. Als profeet ben je nooit alleen. Schrijf nu op je grote vel papier het antwoord op de vraag: Hoe kan ik vandaag een profeet zijn?
13
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
Groep 2: Priester Wat weet je al? Wat zou de taak van de priester zijn? Denk eens aan Aäron en zijn zonen. Over hun taak lees je in je Bijbel. Vooral in het boek Leviticus. Lees maar eens in Lucas 1:5-25 wat Zacharias allemaal moest doen. Dan ontdek je drie hoofdtaken. a. o…………, b. b……………, c. z…………………. Zet op je vel papier: ‘Taak van de priester’. Schrijf daaronder wat jullie gevonden hebben. De Heer God noemt jou nu ook een priester. Lees hierover maar in Openbaring 1: 5b-6
5b Aan hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft bevrijd door zijn bloed, 6 die een koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters voor God, zijn Vader – aan hem komt de eer toe en de macht, tot in eeuwigheid. Amen. Een priester moest elke dag weer offers brengen. Dat waren vaak dieren. Ze werden gedood. Er vloeide bloed. Een offer kost heel wat. Heb je een idee wat een stier, een kalf, of een lam kost? Schat eens? Je moet er dus echt iets voor over hebben om te offeren. Iets weggeven wat heel kostbaar voor je is. Want hoe moet een offer eruitzien? Lees Maleachi 1: 6-10
6 Een zoon eert zijn vader, een dienaar zijn heer. Als ik jullie vader ben, waar is dan je eerbied voor mij; als ik jullie heer ben – zegt de H E E R van de hemelse machten –, waar is dan je ontzag voor mij? Jullie, priesters, minachten mijn naam, en zeggen dan: ‘Hoezo minachten wij uw naam?’ 7 Jullie brengen verwerpelijk voedsel naar mijn tafel, en zeggen dan: ‘Hoezo hebben wij u verworpen?’ Door te beweren dat mijn altaar de moeite niet waard is! 8 Als jullie met een blind offerdier aankomen, zeggen jullie: ‘Wat geeft dat nu?’ En ook als jullie met een kreupel of ziek dier aankomen, zeggen jullie: ‘Dat geeft toch niets?’ Bied de gouverneur zo’n dier maar eens aan en zie of hij er tevreden mee is en jullie goedgezind zal blijven – zegt de H E E R van de hemelse machten. 9 Zo zullen jullie God wel gunstig stemmen, zo zal hij zijn volk wel gunstig gezind zijn! Dit alles gebeurt door jullie toedoen; zou hij zijn volk dan nu goedgezind zijn? 10 Het zou beter zijn als een van jullie de tempeldeuren zou sluiten en jullie het vuur op mijn altaar niet langer zouden aansteken, want dat is toch zinloos. Ik wijs jullie af – zegt de H E E R van de hemelse machten – en de offers die jullie brengen aanvaard ik niet.
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
14
Bespreek de volgende stellingen:
Offeren is voor mij: eerst geld apart leggen voor God en goede doelen, en de rest geef ik uit voor mezelf. Ik baal ervan als ik geld aan goede doelen moet geven. Het is toch van mij. Ik heb er toch recht op om er plezier mee te maken?
Schrijf nu met elkaar op het grote vel het antwoord op deze vraag: Hoe moet een offer voor God zijn? Hoe groot moet het zijn? Samen lezen:
Als je God geeft van wat je over hebt, is dat dan een offer? Offeren is het beste geven wat je hebt voor God. Want wat je hebt, heb je toch alleen maar van Hem gekregen? Apart hè? Offeren is dus gewoon teruggeven wat God jou eerst gaf.
Welk offer vraagt God nu eigenlijk van mij? Lees de onderstaande tekst: Romeinen 12: 1
Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. Bespreek de onderstaande vraag, schrijf eerst voor jezelf op wat jij denkt. Vergelijk dat met elkaar. Als je Romeinen 12: 1 leest: Wat wil God dan van jou, en hoe kun je dat doen? Als je dit met elkaar besproken hebt, dan overleggen: wat schrijf je op het grote vel papier voor iedereen, als antwoord op de vraag: Hoe offer jij als priester nu? Een tekst die je daarbij kan helpen, staat in Matteüs 22: 37-39.
37 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dat is het grootste en eerste gebod. 39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. De twee andere taken van de priester zijn: bidden en zegenen. Een priester bad voor het hele volk en zegende hen daarna.
15
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
Bespreek de onderstaande vragen en vul op het grote vel in wat jullie hierover vinden.
Hoe kun jij nu priester zijn in je bidden? Denk daaraan ook in je gebed voor anderen. Voor wie bid je? Is bidden ook danken?
Schrijf op het grote vel ‘Bidden in deze tijd’ en vul in hoe jullie denken dat bidden nu gaat. Bespreek de onderstaande vraag en vul op het grote vel in wat jullie hierover vinden. Hoe zou je voor een ander van betekenis kunnen zijn? Schrijf op ‘Hoe kan ik andere mensen blij maken? Hang het grote vel ergens op, zodat iedereen kan lezen hoe je nu een priester kunt zijn.
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
16
Groep 3: Koning Wat weet je al? Wat zou de taak van een koning zijn? Denk eens aan David en Salomo. Over de taak van de koning lees je in je Bijbel in Deuteronomium 17: 14-20. Hoe kan een koning een goede koning zijn?
14 Wanneer U in het land gekomen bent dat de Heer, uw God, u zal geven en u het in bezit genomen hebt en er woont, zegt u misschien: Laten we een koning aanstellen, net zoals de volken om ons heen.’ 15 Dat is geoorloofd: u mag uit uw midden iemand die door de HEER, uw God, zal worden uitgekozen, als koning aanstellen. Maar het mag niet iemand uit een ander land of van een ander volk zijn. 16 Hij mag geen paarden houden, want hij zou zijn volksgenoten naar Egypte kunnen terugsturen om voor uitbreiding van zijn stallen te zorgen, in strijd met de waarschuwing van de HEER, dat we nooit meer op die weg terug mogen gaan. 17 Evenmin is het de koning toegestaan er veel vrouwen op na te houden, want dat zou hem tot afgodendienst kunnen verleiden. En verder mag hij ook geen zilver of goud ophopen. 18. Als de koning eenmaal over zijn rijk heerst moet hij een afschrift van dit wetboek laten maken, naar de tekst die bij de Levitische priesters berust. 19 Hij moet het onder zijn handbereik hebben en erin lezen zo lang hij leeft. Zo leert hij ontzag hebben voor de Heer, zijn God, en alle wetten uit dit boek in acht te nemen. 20 Dan zal hij zich niet inbeelden dat hij meer is dan anderen en in enig opzicht boven de wet staat, en zal zijn koningschap over Israël bestendigd worden.
Opdracht Lees de tekst hierboven goed door. Schrijf voor jezelf op wat een koning moet doen om een goed koning naar Gods wil te zijn. Vergelijk je aantekeningen met die van de anderen in je groep. Schijf ze over op het grote vel papier. Zet erboven: ‘Taken van de koning in de Bijbel’. Lees het volgende gedeelte samen door. De Heer God heeft de mens naar zijn beeld geschapen (Gen. 1: 26-28).
17
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
26 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ 27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. 28 Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ De mens werd door God dus tot baas over Gods mooie schepping aangesteld. Hij mocht voor die schepping zorgen. Maar toen gebeurde er iets vreselijks: de mens werd ongehoorzaam aan God. Hij luisterde naar de Satan. Daardoor liep alles stuk. De dood maakte in het vervolg een einde aan een mensenleven. De mens moet nu zijn leven lang vechten tegen zonde, ziekte, oorlog en dood. En altijd verliest een mens het van de dood. Komt dat ooit weer goed? Ja, gelukkig wel, er is een Mens gekomen: de Zoon van God. Die heeft de strijd gewonnen. Hij bleef zonder zonde. Hij versloeg de dood. Kan een zondig mens nu wel koning over de schepping blijven? Wat denk jij? Lees de tekst hieronder en bespreek de vraag. (2 Kor. 5: 14, 15 en 17 en 18a).
14 Wat ons drijft is de liefde van Christus, omdat we er van overtuigd zijn dat één mens voor alle mensen is gestorven, 15 en dat Hij voor allen gestorven is, opdat de levenden, niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die voor de levenden is gestorven en opgewekt. 17 Daarom ook is iemand die een in Christus is, een nieuwe schepping. 18 Dit alles is het werk van God. Wie in Jezus gelooft, is een verlost mens. Daarom mag die mens toch weer als koning over Gods schepping heersen. Hoe zit dat met jouw geloof in Jezus? Wat merk een ander daarvan bij jou?
Schrijf op het grote vel: ‘Koning nu’. Dat kun je zijn door niet te leven als een zondaar, maar als een verlost mens. Dan leef je zoals Jezus het heeft voorgedaan. Schrijf een paar voorbeelden op: hoe laat jij dat zien?
Lees wat hieronder staat.
Een koning houdt zijn land vrij. Hij vecht tegen kwaad, hij jaagt de vijanden weg. Hoe kun jij vechten als koning? Wat is je grote vijand? Als koning let je goed op de grote Bevrijder: Jezus. Over Hem lees je in de Bijbel. Een goede koning leeft daarom dicht bij de Bijbel: Lees je Bijbel, bid elke dag! Dan zul je ontdekken hoe je een goede koning kunt zijn onder de grote Koning.
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
18
Toen God de mens maakte, maakte Hij hem naar zijn beeld. God is vooral: liefde. Hij is volmaakte liefde. Wil je koning zijn zoals God dat wil? Dan is liefhebben het belangrijkste wat je kunt doen. Matteüs 22: 37-39
37 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dat is het grootste en eerste gebod. 39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Opdracht Schrijf voor jezelf eens op, wat stel jij je voor bij: Liefhebben met heel mijn hart, met heel mijn ziel, met heel mijn verstand? Waar denk je dan aan bij de dingen die je gewoon elke dag doet, met je vrienden of vriendinnen, op school en thuis? Vergelijk de antwoorden daarna met elkaar. Schrijf op het grote vel: ‘Koning zijn nu’. Zet daaronder wat je samen vindt hoe jullie nu kunnen laten zien dat je koning bent en neem daarbij op wat je net hebt opgeschreven en besproken. De opdracht is klaar, hang het grote vel maar op.
5. Na de bespreking van de grote vellen kan het volgende nog gelezen worden:
Leven als kind van God is dus niet een opdrachtenlijstje afstrepen: ‘Kijk, dat heb ik allemaal gedaan, nu sta ik er goed voor bij God. Hij zal wel tevreden over me zijn.’ Zo werkt het dus echt helemaal niet! God is geen opdrachtgever, geen directeur. Hij is je Vader. Hij houdt van jou. Hij vraagt jou: Houd je ook van Mij? Geef Mij je hart en leef echt helemaal voor Mij in alles wat je doet. En wat je doet, doe het graag. Moeilijk? Ja, echt moeilijk. Het lukt je zelfs niet. Vraagt God te veel van je? Ja, dat is zo. Hij weet dat het je niet lukt. Daarom beloofde Hij: Ik kom zelf in je wonen, Ik help jou. Ik kom in je wonen door mijn Geest. Vraag Hem daarom elke dag om de hulp van zijn Geest. Hij zal je die zeker geven. Dat heeft Hij zelf beloofd.
6. Keuzeopdracht: De Nieuwe Leefstijl krant Het zou mooi zijn als men nu nog tot een muurkrant zou kunnen komen. In de begeleiding en ook hierboven staat al hoe dit opgezet kan worden. Hang de muurkrant, als hij klaar is, op een duidelijk zichtbare plaats in jullie kerkgebouw.
19
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
Voor de leiding Het doel van deze schets is jongeren duidelijk te maken dat een christelijke levensstijl een positieve keuze is. Niet het houden van allemaal regeltjes. Anders gezegd: Als je van Jezus houdt, dan helpt je dat om van harte voor Hem te leven. Dat geeft je een heel andere instelling dan wanneer je werkt voor een directeur. Het is goed om als leidinggevende ook reëel te zijn naar de jongeren toe. Hoe vaak ben je zelf niet bezig met regeltjes zonder dat je hart daarbij naar God uitgaat, of omdat je denkt dat jij God met het houden van regeltjes een plezier doet, waardoor Hij beter voor jou zal zorgen. Die gedachte is namelijk een van de grootste misvattingen die er bestaat bij een christen. Satan wil je dat maar al te graag laten geloven. Het is andersom: God houdt van je. Hij, de Almachtige, spaarde zelfs zijn eniggeboren Zoon niet, om jou te redden. Daardoor zou je niet anders moeten willen dan leven voor Hem. Het behandelen van de schets omvat in mijn opzet minstens twee verenigingsavonden van een uur. Het komen tot een gesprek over de echte dingen van het geloof, niet over de regeltjes(!), zou het hoogtepunt moeten zijn. Als je dat kunt bereiken, zou dat een geweldige ervaring zijn voor jezelf en voor de jongeren. Dat lukt het sterkst als jij jezelf daarin ook durft te geven. Dat laatste vraagt om een goede bezinning op jezelf en jouw leven met God. En daarnaast persoonlijk gebed tot God of hij jouw hart en dat van de jongeren wil openen voor Hem en voor elkaar. Je hoeft deze schets niet slaafs te volgen. Bedenk zelf voorbeelden of stellingen die dichter bij jouw groep staan, dan de in de schets gebruikte voorbeelden. Voorbereiding: Het is goed om de schetsen eerst zelf goed door te lezen en de vragen bij jezelf te overwegen. Leg de volgende materialen klaar: grote vellen papier (voor de krant, maar ook voor het verzamelen van opmerkingen van elkaar), viltstiften, pen, papier. Werkvormen: Bijeenkomst 1: a. Samen lezen en bespreken van de hele schets. b. Samen eerst de stellingen aan het begin doen. Alle aanwezigen moeten kiezen. Steeds jongeren vragen hun keuze te verantwoorden en door discussie anderen door argumenten proberen over te halen bij jouw keuze te komen. Deze discussies kunnen er al toe leiden dat het gesprek helemaal wordt opengegooid. Laat dit maar gebeuren. Het doel is belangrijker dan de structuur. c. Daarna kan de rest van de schets gewoon afgelopen worden. d. Aan het eind wordt het nog weer even belangrijk de opdracht voor volgende keer, ’de muurkrant’, goed af te spreken.
Bijbelstudie voor jongeren 12-16
20
Bijeenkomst 2: a. In het begin even tijd uittrekken om op de ‘goede voornemens’ van vorige keer terug te komen (maximaal 10 minuten). b. Daarna samen de inleiding even doorlezen. Het gaat er daarbij om dat men helder krijgt wat een christen is en wat dat inhoudt (5 minuten). c. In drie groepen elk een onderdeel bespreken. De teksten lezen. Dat vraagt ongeveer 20 minuten. d. Afsluiten. Via de grote vellen papier aan de wand elkaar verslag doen over het besprokene en eventueel afsluitende conclusies trekken (max. 10 minuten). Extra: Als mogelijkheid blijft dan nog over de extra opdracht uit te voeren die hieronder staat. Daaraan zou eventueel ook op latere verenigingsavonden verder uitwerking gegeven kunnen worden. We maken een muurkrant: Nieuwe Levensstijl. Verdeel de groep in diverse deelredacties van twee of meer personen. Bijvoorbeeld: a. b. c. d. e. f. g. h. i.
Kerk Binnenland Regionaal Buitenland Politiek Sport Jeugd Muziek ……
Denk ook aan illustraties (daar zijn sommigen heel creatief in). Het kunnen tekeningen zijn of digitale foto’s met onderschrift. Elke redactie bedenkt minstens één bericht waarin iets te merken is van een nieuwe levensstijl. Het moet een muurkrant worden vol met positief nieuws! De berichten worden samengesteld tot een of meer krantenpagina’s. Misschien kunnen die een opvallende plaats krijgen aan de muur in het kerkgebouw. Zeker in de periode dat deze schets centraal staat.
21
Bijbelstudie voor jongeren 16+
Heel de weg wil ik gaan met Hem Over de christelijke levensstijl Bijbelstudie voor jongeren 16+
1. Geen probleem? ‘Christen zijn vandaag? Voor mij geen enkel probleem. Mijn vrienden hebben wel respect voor mij. Ze accepteren dat ik naar de kerk ga. Ik kan met de meeste dingen van hen ook gewoon meedoen. Lekker doorzakken in het café op zaterdagavond, geen punt. Zondag zit ik weer in de kerk. Ik heb net een nieuw mobieltje gekocht. Niet dat het oude stuk was, dat heb ik aan mijn jongere broertje gegeven. Ik was gewoon toe aan een blackberry, met de nieuwste technische snufjes. Ik verdien zelf nog niet, omdat ik studeer. Geld voor goede doelen heb ik daarom niet, daar moeten mijn ouders maar aan geven. Ik moet slechts zien rond te komen van mijn studiebeursje.’
Discussie 1: Mijn mening over wat hierboven staat: A. Helemaal mee eens, zo denk en doe ik ook. B. Gedeeltelijk mee eens. Er zitten wel wat goede gedachten in. C. Helemaal niet mee eens. Ik vind dat je als christen zo niet kunt redeneren. Werkvorm:
Discussie in groepen. Kies een mening. De mensen van dezelfde mening gaan bij elkaar zitten of staan. Probeer aan elkaar uit te leggen waarom jouw mening hierover de juiste is. Sluit de discussie af met het lezen van de bijgaande tekst uit Johannes 17 en de toelichting daaronder.
Johannes 17: 15-19 15 Ik vraag niet of u hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of u hen wilt beschermen tegen de duivel. 16 Ze horen niet bij de wereld, zoals ik niet bij de wereld hoor. 17 Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de waarheid. 18 Ik zend hen naar de wereld, zoals u mij naar de wereld hebt gezonden. 19 Ik heb mij geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door de waarheid geheiligd zijn. Dit heeft Jezus voor jou en mij gebeden tot zijn Vader. Hij deed dat vlak voor zijn lijden en sterven op Golgota. In dat hoofdstuk vind je het hele gebed dat Jezus uitgesproken heeft aan tafel bij het laatste avondmaal. Een bijzonder gebed, als je daarbij ook nog bedenkt dat Hij net de vieze voeten van zijn leerlingen had gewassen. Wat heeft het te maken met bovenstaande meningen?
Bijbelstudie voor jongeren 16+
22
2. Wat maakt het verschil?
(Lees het onderstaande als voorbereiding op de discussie)
Als je christen bent, wat maakt dan eigenlijk het verschil? Je leeft in een zeer tolerante samenleving. Ongelovigen vinden het meestal prima dat jij God dient. Ze moeten er alleen niet te veel last van hebben. Ze weten dat jij naar de kerk gaat, en dat vinden ze prima. Misschien bewonderen ze jou wel voor je doorzettingsvermogen. Maar als je ervoor kiest niet met hen mee te doen in bepaalde zaken (bijvoorbeeld zaterdagavond niet doorzakken in de kroeg), omdat je denkt dat God het niet wil, hoe kijken ze dan tegen je aan? Spelbreker? Mietje? Probeer je zover mogelijk met ze mee te gaan en ben je daardoor misschien te veel op ‘de wereld’ gaan lijken? De wereld, zo worden in de bijbel de mensen vaak genoemd die niet geloven. Hieronder een paar bijbelteksten die gaan over de wereld. Wat spreekt jou in die teksten aan? Wat kun je ermee als kind van God? Wat betekenen ze voor jouw leven?
Johannes 17: 11 door uw naam.’ Johannes 17: 14
Johannes 17: 21 2 Timoteüs 4: 10 1 Johannes 2: 15 1 Johannes 2: 16-17
‘… zij blijven wel in de wereld. Heilige Vader, bewaar hen ‘Ik heb hun uw woord gegeven. De wereld haat hen, omdat ze niet bij de wereld horen, zoals ook ik niet bij de wereld hoor.’ ‘Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden.’ ‘… want Demas heeft me verlaten; hij heeft deze wereld lief gekregen.’ ‘Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem.’ ‘want alles wat in de wereld is – zelfzuchtige begeerte, f ti i h li h id k ht d t ll k t i t it
Een paar vragen die je kunnen helpen over die teksten na te denken en ze daarna te bespreken:
De wereld, wat zouden Jezus en later Johannes en Paulus daarmee bedoelen?
Wat is dat eigenlijk: ‘de wil van God doen’? Hoe kun je achter zijn wil komen?
Wat betekent dat voor jou: ‘Al het wereldse waar de mensen hun zinnen op zetten’? Durf jij wel anders te kiezen dan ‘de wereld’ om je heen, vanuit je geloof? Of hoeft dat niet?
Discussie 2: Lees eerst wat hiernaast staat, houd dan een discussie over onderstaande stelling: ‘Je moet als christen niet te veel opvallen door andere keuzes te maken.’
23
Bijbelstudie voor jongeren 16+
3. Regels voor een christelijke levensstijl
(Lees dit ter voorbereiding op de vervolgdiscussies)
Zou het je aan bepaalde regeltjes houden de christelijke levensstijl zijn? Regels die je kunt afkruisen, en dan zit het wel goed met je? Ik bid elke dag, ik lees elke dag uit de Bijbel, ik ga elke zondag naar de kerk, ik vloek niet enz. Ben je dan een goede christen? Wat vind jij? Bij een christelijke levensstijl gaat het om een relatie. De band die je hebt met God en met Christus. Heb jij al zo’n band met Hem? Dat het daarom draait, kun je ook zien aan de wet van God. De wet? Dat klinkt zo koel en afstandelijk. Ik heb die regels liever niet. Je mag niet dit en je mag niet dat. Dat geeft een benauwd gevoel. Maar de wet van God is helemaal niet koud en kil. Zo heeft Hij hem in elk geval niet bedoeld. Het zijn ook niet de tien verboden, maar geboden: Doe dit en je zult leven! Het maakt je leven juist goed. Moet je horen wat God zegt als Hij zijn wet geeft. De wet begint namelijk met een heel bijzonder opschrift:
Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.
Ik ben de God die jou verlost heeft. Voor de Israëlieten betekende dat in de eerste plaats de verlossing van de slavernij van Egypte. Wat een inspanningen heeft de Heer God Zich daarvoor getroost. Voor jou betekent dat opschrift: Ik ben de God die jou verlost heeft van de zonde en de dood. Daarvoor gaf Ik het liefste wat Ik had: mijn eigen Zoon. Dat kostte Hem nog veel meer. Eigenlijk wordt de hele wet dus voorafgegaan door een liefdesverklaring: Ik houd van jou en Ik wil dat je leven goed is en blijft. Nog iets heel opvallends, er staat: ‘Ik ben de Heer die je uit de slavernij verlost heb’! Het is voor Hem dus een feit. Niet iets wat misschien in de verre toekomst nog wel eens zal kunnen gebeuren.
Opdracht: Dus: deze wet van God is geen koele, koude wet, maar een aantal opdrachten om de liefde tussen de Heer en Lees voor jezelf de wet nog jou, en met de mensen om je heen, warm te houden. eens door en lees daarbij het Om je leven gaaf te maken. opschrift van de wet, dat ook Als je verliefd bent geworden op iemand, dan is je hierboven staat, voor elk hart daar vol van. Je wilt niet anders dan het die gebod. ander naar de zin maken. Je gaat ervoor. Net zo is het leven als christen niet een zaak van het houden van regeltjes, om God tevreden te stellen. Het is een zaak van hartelijke liefde voor God.
Bijbelstudie voor jongeren 16+
24
Hieronder volgt een korte bespreking van Gods tien regels. Lees eerst het gebod en daarna het stukje. Bespreek vervolgens de vragen bij het gebod. Voor de mogelijkheden zie: ‘Voor de leiding’..
De Enige Vereer naast mij geen andere goden. De Heer God houdt van je. Hij wil dat het goed met je gaat, dien daarom Hem alleen. Dat is de opdracht van het eerste gebod. Waarom zou je ook een ander dienen? Andere goden houden niet van jou. Ze zijn uit op je geld, je tijd, jouw ondergang. Onze God houdt van jou en wil jouw eeuwig leven geven.
Welke andere goden dien jij toch nog ongemerkt? Heb je de moed ze te zoeken en toe te geven dat het je leven voor God soms in de weg staat? Voorbeelden: o Je geld: Als ik eerst maar genoeg heb, ben ik gelukkig. o Je sport: Als mijn ploeg maar wint, is mijn geluk compleet. o De seks: Heerlijk je lichamelijk te buiten gaan in je eentje (al dan niet via internet) of met een ander. o Wat is een afgodje van jou? Je hebt er vast wel één. Hoe je die kunt ontdekken: waar zou jij je echt gelukkig bij voelen. Wat is je grootste wens?
Op één manier Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht. De Heer God houdt van je. Hij wil dat het goed met je gaat. Hij wil daarom ook dat je Hem dient op de manier, zoals Hij het wil. We zeggen vaak: “Ik vind” en “ik voel” of “ik denk”… Je wil het liefst God dienen op de manier die jij fijn vindt. Maar Hij wil alleen gediend worden op zijn manier. Dat kun je vinden in zijn Woord. Hoe dien jij God? Bijvoorbeeld: hoe bid jij? Is het echt gemeend? Kom je toe aan regelmatige bijbelstudie? Hoe is het met je kerkgang, ga je omdat je denkt dat het moet? Hoe ben je betrokken op het verenigingswerk?
25
Bijbelstudie voor jongeren 16+
Waar kan het op uitdraaien als we Hem dienen op onze eigen wijze? Lees Leviticus 10: 1-7 maar eens. De zonen van Aäron vallen dood neer als ze op hun eigen manier God gaan dienen. Het wordt je ondergang, als je niet uitkijkt. Neem God serieus. Hij is de Heilige. Hij weet wat Hij wil en waarom.
Kijk eens kritisch naar je eigen leven: Hoe is het met jouw Gods-dienst? Wat is je motivatie om het zo in te vullen? Hoe past dat bij zijn wil? Wat denk jij dat zijn wil is? Maak jij het zelf wel uit? Er is veel kritiek op de kerk en de kerkdiensten. De een vindt dat het zus moet, de ander zo. Hoe praat jij over de kerkdiensten? Moet je op zondag twee keer naar de kerk? Wat zou bij dat alles Gods bedoeling zijn?
Eer mijn Naam Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan. De Heer God houdt zielsveel van jou. Hij wil dat het goed met je gaat. Wie is die God, die zoveel van je houdt? Wie zit daarachter? Wat zou zijn Naam zijn? Tegen Mozes heeft Hij gezegd hoe Hij bekendgemaakt wil worden. In Exodus 3: 14 staat dat Mozes tegen de Israëlieten moest zeggen: ‘Ik ben die Ik ben’ heeft me gestuurd. Wat is dat nu voor een bijzondere naam? Aan die naam kun je zien hoe Hij is, namelijk: de God die zijn woord houdt, Die er altijd zal zijn. Niet een God die niet vandaag vrolijk is en morgen humeurig. Wat Hij beloofd heeft, dat gebeurt. Als wij geen weg zien, ziet Hij die wel. Hij kan dwars door de zee een pad maken, uit een dode moederschoot (Sara) vormde Hij Zich een nieuw volk. Wat een geweldige God is Hij, met een prachtige naam. Die naam geeft je een veilig gevoel. Hij is zo groot en zo geweldig. Dan gebruik je zijn naam toch niet zomaar…
Hoe kun je zijn naam misbruiken? Is dat alleen bij het vloeken? Zit er ook de opdracht in om je stem te laten horen als zijn naam beledigd wordt? Hoe ga je daar wijs mee om? Durf je voor zijn Naam op te komen?
Bijbelstudie voor jongeren 16+
26
Neem op tijd je rust Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard. De Heer God houdt van je. Hij wil dat het goed met je gaat. Daarom zorgt Hij ervoor dat je regelmatig uitrust en geniet van zijn mooie werk. Hij heeft daarvoor de zondag als rustdag gegeven. Op die dag wil Hij bovendien graag jou ontmoeten bij Hem thuis, daarvoor gaf Hij de kerk. Hij wil graag dat je die dag dicht bij Hem bent. Is naar de kerk gaan een moeten voor jou? Hij wil je daar rust bieden: als je zorgen hebt, of als er moeilijkheden zijn. Dan zegt Hij: ‘Kom bij Mij, dan zal Ik je rust geven. Luister naar mijn Woord, dan hoor je wat echt belangrijk is in dit leven.’
Wat betekent naar de kerk gaan voor jou? Een ‘moetje’? Kom je daar tot rust? Hoe komt dat? Wat veroorzaakt het? Als je niet tot rust komt: wat zou eraan te doen zijn? Wat kun je er zelf aan veranderen?
Respect voor de leiders Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal. Omdat de Heer God zo veel van je houdt, wil Hij dat je bij het goede eindpunt uitkomt. Daarom heeft Hij overal in je leven wegwijzers geplaatst: mensen die jou naar zijn Rijk leiden. Wie doen dat namens Hem? Dat zijn: je ouders, een leerkracht op school, je chef, de politie, de regering. De Heer God heeft aan dit gebod ook een belofte verbonden: als je degenen die over je gesteld zijn, eert en volgt, zal dat je leven in zijn rijk verlengen. Zie ook Efeziërs 6: 1-3:
1.
Kinderen, wees gehoorzaam aan je ouders uit ontzag voor de Heer, want zo hoort het. 2. ‘Toon eerbied voor uw vader en moeder,’ dat is het eerste gebod waaraan een belofte verbonden is: 3 ‘Dan zal het u goed gaan en zult u lang leven op aarde.’
27
Bijbelstudie voor jongeren 16+
Lang niet alle leidinggevenden zijn zich bewust van hun belangrijke taak. Ze maken zich druk over zichzelf en zijn vooral bezig met hun eigen eer. Toch blijven ze altijd respect verdienen. Ze zijn door God over ons aangesteld voor hun taak.
Tot hoever gaat gehoorzaamheid aan leiders? Is een leraar op school die moeite heeft met de orde, ook door God aangesteld? Wat heeft de belofte in dit gebod: ‘opdat uw dagen verlengd worden’ met het gebod zelf te maken?
Zorg goed voor de ander Pleeg geen moord. De Heer God houdt van je. Hij wil dat het goed met je gaat. Elk mens op de wereld is een fantastisch schepsel van Hem. De mensen zijn zo enorm knap door Hem gemaakt (‘naar zijn beeld’), of ze nu geloven of niet. Als Hij ze zo zorgvuldig heeft gemaakt, dan ben jij daar toch zeker ook zuinig op?
Je naaste liefhebben als jezelf begint dus met het accepteren van jezelf. Hoe denk jij over jezelf en over je leefomstandigheden? Ben je er tevreden over?
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet (zelfs als de ander je niet ligt). Ken je onder jullie leeftijdsgenoten ook iemand die alleen staat? Wat doe je daaraan? Kun je oorzaken aangeven? Zijn er oplossingen? Plak je niet te snel etiketten op mensen? O, die is …
Houd je aan je woord Pleeg geen overspel. De Heer God houdt van je. Hij wil dat het goed met je gaat. De Heer God is zelf Iemand die zijn woord altijd houdt. Van jou wordt verwacht dat jij in je leven een spiegel bent van Hem. Dat geldt dus ook voor je woorden. ‘Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad’’ (woorden van Jezus uit Mat. 5: 37). Het huwelijk is zo’n verbond waarbij het erop aankomt dat jij je woord houdt. Wat God heeft samengebracht, mag je als mens niet uit elkaar halen.
Samenwonen (leven als man en vrouw zonder een gesloten huwelijk) is dat (g)een optie voor een christen? Je kunt je jawoord ook wel aan iemand geven, zonder dat je in het gemeentehuis komt. God is daar toch ook bij. Bovendien zijn we zeker van elkaar. Wat vind je hiervan? Het een tijdje met iemand uitproberen? Past dat bij dit gebod?
Bijbelstudie voor jongeren 16+
28
Zuinig op andermans goed Steel niet. De Heer God houdt van je. Hij wil dat het goed met je gaat. Alle dingen zijn door God geschapen. Hij is zo onmetelijk knap. Hij is ook de God die zijn gaven aan mensen uitdeelt. De een geeft Hij dit, de ander dat. De een kreeg veel, de ander minder, sommigen bijna niets. Ook in Jezus dagen waren er arme mensen. Daar heeft Hij vast zijn bedoeling mee. Welke bedoeling, en waarom is het zo verdeeld? Dat begrijpen we lang niet altijd. Eén ding is wel duidelijk: alles wat je hebt, heb je van Hem gekregen. Hij gaf het. Bij God is het zo dat Hij uitdeelt, en je krijgt het niet om alles voor jezelf te houden. Hij geeft opdat wij zouden delen met wie niet heeft. Geven maakt rijk.
Een christen mag laten zien dat niets van hem/haarzelf is. Ben je uit op luxe en welvaart? Deel je wat je hebt, met armen? Hoever moet je daarin gaan? Mag je genieten van wat God je geeft? Kun je zeggen: wie niet deelt vanuit zijn rijkdom (Nederland is een welvaartsland), steelt van de armen?
Het goede van de ander Leg over een ander geen vals getuigenis af. De Heer God houdt van je. Hij wil dat het goed met je gaat. De mens is door God geschapen met de mogelijkheid om te communiceren. Dat is tegelijkertijd een van de moeilijkst te hanteren eigenschappen. Veel van wat er misgaat in onze samenleving, is terug te voeren op miscommunicatie. Je denkt al gauw te weten wat een ander zegt. Je vult het al helemaal in. Je kunt 125 woorden in een minuut zeggen, terwijl er in diezelfde minuut wel 3000 in je gedachten zitten. Dat betekent dat je grote kans loopt dat een ander je niet goed begrijpt. Maar ook dat een ander niet goed begrijpt wat jij bedoelt te zeggen. Niets is zo moeilijk als goed communiceren. En dat in de eeuw van de moderne communicatiemiddelen… En wat dacht je van alle schade die aan mensen toegebracht is door valse beschuldigingen of het vertellen van halve waarheden?
Het is erg moeilijk om een ander niet vanuit bepaalde vooroordelen tegemoet te treden. Je vertelt vaak makkelijker de verkeerde dingen van een ander dan de goede. Klopt dat? Hoe zou dat komen? Waarom praat je eigenlijk over een ander?
29
Bijbelstudie voor jongeren 16+
Tevreden met wat God je gaf Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort. De Heer God houdt van je. Hij wil dat het goed met je gaat. Hij kent jou echt door en door, al vanaf het allereerste begin, toen je groeide in de moederschoot. Hij kende je zelfs al ver voor die tijd. Hij heeft eeuwenlang mensen bij elkaar gebracht in een huwelijk en daaruit kinderen geboren laten worden. Dat ging zo door, totdat jij er was. Dat betekent: Hij wilde jou zoals je er nu bent. Daarvoor is Hij al eeuwen bezig! En… Hij houdt heel erg veel van je. Daarom weet Hij ook precies wat goed voor je is. Hij geeft je genoeg om voor Hem te kunnen leven. Dat geldt voor je uiterlijk, je ouders, je bezittingen, je mogelijkheden, je beperkingen. Voor alles.
4.
Een christelijke levensstijl kenmerkt zich door tevredenheid. Hoe is dat met jou? Leef jij ook zo? Hoe denk je over staken voor meer loon? Moet je altijd zonder tegenspraak doen wat je baas zegt? Tevredenheid is de beste houding tegenover verkeerde verlangens. Is dat makkelijk gezegd als je in een welvarend land woont?
Afsluiting (Dit kan als afsluitend deel gelezen worden)
Een christelijke levensstijl is dus een kwestie van relatie. Omdat je van Hem houdt, leef je voor je Koning, voor je Vader in de hemel. Leven voor God kan niet zonder liefde. Leven voor God door een lijstje af te werken, past niet. Dan leef je niet als zijn kind. Dan leef je als slaaf. Slaven hebben lijstjes af te werken. Bij liefde denken je vaak aan een bepaald gevoel. Dat is ook zo. Maar aan liefde zul je ook moeten werken. De relatie met je Vader in de hemel kun je beter krijgen door veel naar Hem te luisteren en met Hem te spreken. Hij spreekt tegen je door zijn Woord, de Bijbel. Jij kunt met Hem spreken door te bidden. Hij hoort je altijd. Het werkt net als bij het magnetiseren van een stuk ijzer. Als je dat stuk ijzer steeds opnieuw langs de magneet haalt, worden alle ijzerdeeltjes in de staaf gericht op het magnetische veld. Als jij steeds meer uit de Bijbel leest en leert begrijpen, word je steeds meer op God gericht. Het maakt je tot een aantrekkelijk christen.
Bijbelstudie voor jongeren 16+
30
Voor de leiding Als je alles bekijkt, lijkt het nogal veel voor een verenigingsavond. Selecteer daarom wat je op de verenigingsavond wilt behandelen en hoe je het aan wilt pakken. Er zijn diverse werkvormen te hanteren om een en ander goed aan de orde te laten komen. Je kunt de twee discussiestellingen uit het begin van tevoren op een groot vel papier aan de muur hangen. Met daaronder de woorden ‘eens’ aan de linkerkant en ‘niet eens’ aan de rechterkant. Bij binnenkomst kunnen de mensen door stickers te plakken of kruisjes te zetten laten zien hoe ze over die stelling denken. De tien geboden zou je per gebod ook op een groot vel papier kunnen zetten. Bij binnenkomst de opdracht geven: schrijf daaronder wat het eerst bij jou opkomt als je denkt aan dit gebod. Later, als men in groepen over de geboden gaat discussiëren en nadenken, zou dit papier erbij gebruikt kunnen worden. Conclusies uit de discussie kunnen er dan onder gezet worden. Voor deze twee werkvormen zorgen voor grote vellen papier (bij grote verenigingen per stelling en per gebod meer exemplaren maken), stickers en viltstiften. Voor het eerste onderdeel, tot de bespreking van de tien regels van God, zou je kunnen werken in kleine groepen met de opdracht: lees en bespreek. Dat kan ook plenair gebeuren, als een soort opwarmertje (duur ongeveer 15 minuten). Hieronder vind je een paar andere manieren om het vervolg te bespreken. Probeer daarbij elk gebod steeds in relatie te brengen met het opschrift boven de wet. a.
De Lagerhuismethode (45 minuten) Het werkt als volgt: er is een gespreksleider. Er wordt een stelling geponeerd, waarop de aanwezigen mogen reageren. Wie wat wil zeggen, gaat staan en de gespreksleider geeft de beurten. Zo zou je met een werkgroepje dat de verenigingsavond voorbereidt, uit de tien onderdelen tien stellingen kunnen halen waarover op de Lagerhuismanier wordt gediscussieerd. Het geheel zou je kunnen afsluiten met een discussie over de vraag: waarom zou je Gods regels houden? b. Verdeel de hele vereniging in groepen (maximaal 5). Laat groep één beginnen bij het eerste gebod, groep twee bij het derde, groep drie bij het vijfde enz. Elke groep gaat daarna verder met het volgende gebod. Na 30 minuten weer gezamenlijk: weergave van wat men besproken heeft. Waardevolle of opvallende punten doorgeven. Dat laatste kan ook door die punten per groep op een groot vel papier te laten schrijven, en dat daarna aan de wand te hangen (15 minuten). c. Een groep leden van de vereniging zou misschien een mime kunnen bedenken en uitvoeren bij het bekende lied: ‘Vader vol van vrees en schaamte’ (Gez. 157, Geref. kerkboek) of bij ‘Create in me a clean heart’ (E&R 250). Afsluiten met het laatste gedeelte uit de schets en het zingen van een aantal liederen uit de liedlijst elders in deze schets.
31
Bijbelstudie voor volwassenen
Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt Over de christelijke levensstijl naar aanleiding van Matteüs 5: 1-20
Bijbelstudie voor volwassenen 1. Inleiding 1.1 De geluksvogel En het lot is gevallen op postcodenummer...; applaus in de zaal, een enorme ontlading in de huiskamer: we hebben tien miljoen gewonnen! Wat een geluk! Als kijker kun je er stikjaloers op worden. Zoveel geld in één keer…, maar zullen de winnaars echt gelukkig zijn? Er moeten meestal maatschappelijk werkers en andere hulpverleners aan te pas komen, om mensen die miljoenen hebben gewonnen, te begeleiden. 1.2 De pechvogel Het was een warme dag. Samen met een stel vriendinnen zou ze heerlijk gaan zwemmen. Een aanloop, een duik, een pijnscheut, plotseling wordt haar alles zwart voor de ogen. Een dwarslaesie. Verlamd vanaf haar nek voor de rest van haar leven. De bekende Joni Eareckson Tada schrijft daarover:1 God kan iets nieuws en positiefs in de plaats stellen van de tragische gevolgen van een ongeluk of verwonding in uw leven. Het kruis is een goed voorbeeld. Wat vroeger het symbool van marteling en pijn was, staat nu voor hoop en redding. Het is juist mijn rolstoel, die eerst verdriet en beperking voor me betekende, die mij nu in staat stelt mij vrij te bewegen.
Wanneer God tot zijn glorie gebruik maakt van de gewoonste dingen – een staf, een kruis, een rolstoel – dan geeft Hij aan elk een unieke betekenis.
1.3 Wat is werkelijkheid? Naar aanleiding van het bovenstaande zou men zich kunnen afvragen: wat is nu eigenlijk de echte werkelijkheid? Wie is nu in feite de pechvogel en wie de geluksvogel? Je merkt hierbij dat het geloof in God een totaal andere werkelijkheid laat zien. Die kan de hele kijk op het leven veranderen. Waarvoor leef je? Je mag leven met de werkelijkheid die mensen pas echt geluk kan bieden. Geluk dat nimmermeer vergaat.
Om over na te denken en met elkaar over door te praten:
Wat zijn de afgoden in jouw leven? Dingen waar je voor gaat, zonder dat ze eeuwigheidswaarde hebben? Hoe ontdek je je afgoden? Wat bepaalt jouw beslissingen? Hoe vind je echt je geluk? Hoe leef je uit die werkelijkheid? Ervaar je het ook zo, dat jouw echte geluk ergens anders ligt dan waar de wereld het zoekt? Waaruit blijkt dat?
1
Parels onder het stof. Bijbels dagboek (Kok, Kampen, ISBN 90 435 0741 5), p. 12.
Bijbelstudie voor volwassenen
32
1.4 Gelukkig Wat maakt ons leven nu zo anders dan dat van de mensen die de Heer Jezus niet kennen? Wat maakt je leven als christen nu zo specifiek?
Schrijfopdracht: schrijf een vijftal punten op:
Wat zijn volgens jou de kenmerken van een christelijke levensstijl? Vergelijk die kenmerken met degene die naast je zit. Bespreek dat kort in tweetallen.
2. Bijbelstudie Aan de hand van een gedeelte uit de zogenaamde Bergrede van onze Heer Jezus Christus zullen we proberen te ontdekken, waarin ons leven zich onderscheidt en hoe we dat in deze wereld kunnen uitdragen. De ‘zaligsprekingen’ vormen de wegwijzers naar Gods koninkrijk. ‘Zalig’ is een wat onduidelijk woord in dit verband. Je kunt dat woord goed vervangen door: gelukkig. Gelukkig zijn zij die… enz. De Bergrede begint met de gelukwensen van Jezus. Ze zijn wel verrassend anders dan onze gelukwensen. Het lijkt of Jezus net andere mensen gelukwenst dan wij zouden doen. Hij lijkt trouwens altijd wat dwars op onze keuzes te staan. Hoever staan wij vaak daarvan af… Het benadrukt eens te meer het bijzondere van zijn rijk. Het rijk waar alles totaal anders zal zijn.
2.1 Plaats en hoorders (vs. 1,2) De berg waar de rede zijn naam aan dankt, vervult in het leven van Jezus een centrale rol. Volgens Matteüs moet het een bekende berg zijn. Er wordt niet gesproken over een berg als zomaar een van de vele. Deze berg is door Jezus klaarblijkelijk vaker gebruikt. Waarvoor, is te vinden in Matteüs 14: 23 en 15: 29. De hoorders zijn in de eerste plaats zijn leerlingen (vs. 2), maar ook de schare (vs 1). Hoe de hoorders zijn woorden hebben opgevat, is te lezen in Matteüs 7: 28,29. Bespreekpunt 1
Hoe ga je in je leven om met Gods Woord? Welke plaats neemt het in? Hoe luister je naar de bijbellezing? Waar draait het volgens jou om in de kerkdienst: de preek, of het lezen en zingen van het Woord? Hoe heeft de Bijbel gezag in je leven als hij iets verbiedt wat je wel graag wilt blijven doen? Welke plaats heeft de bijbellezing in je gezin, of persoonlijk leven, is het meer dan een gewoonte? Hoe openbaart God zijn wil aan jou?
2.2 Simpel (vs. 3) Het koninkrijk der hemelen is voor de armen van geest. Zou de Heer Jezus bedoelen dat Gods koninkrijk niet toegankelijk is voor mensen met veel verstand? Dat lijkt wel zo. Het is dan goed om naast deze tekst Matteüs 11: 25,26 en 18: 1-6 te leggen. Daardoor wordt het duidelijker wat de Heiland met deze woorden wel wil zeggen. Wat de wereld wijsheid vindt, wat in de ogen van de mensen knap is, kan een
33
Bijbelstudie voor volwassenen
bedreiging vormen voor het geloof. Dat gaat met name op, als die wijsheid niet begint bij Psalm 111: 10. Hoe kijk jij aan tegen de wijsheid van ‘deze eeuw’? Bespreekpunt 2
Jezus stelde meer dan eens een kind als voorbeeld van geloof. Wat zou kenmerkend zijn voor het geloof van een kind? Kost het je op oudere leeftijd meer moeite? Als dat zo is, hoe zou dat komen?
2.3 Verdrietig (vs. 4) Mag je als christen wel vrolijk zijn? Het evangelie betekent toch: blijde boodschap? Als je de uitspraak van de Heer Jezus uit vers 4 hoort, zet het je wel aan het denken. Waarover zou je dan treurig moeten zijn? Een voorbeeld: stemt de gebeurtenis op Golgota je niet treurig? Dat dit moest, noodzakelijk was, voor mij? Heb je verdriet over je zonden? En als je denkt aan de vele kerkmuren, die scheiding brengen tussen christenen, is dat niet diep treurig? En als je op al die gevolgen van de zonde let bij echtscheiding, ziekte, oorlog, pijn en dood, de ontluistering van Gods prachtige schepping, dan is dat toch diep droevig? Bespreekpunt 3 Hoe is je houding tegenover de zonde? Het is nu eenmaal zo, God moet het maar van me accepteren, ik kan toch zeker niet beter? Ik doe mijn best. Hoe kun je uitkomen bij de woorden van Psalm 51: 3-6?
Stelling: Verdriet hebben om je zonden is voorwaarde om de verlossing te kunnen aanvaarden.
2.4 Erfgenaam (vs. 5) Het is opvallend dat Jezus hier zegt dat de zachtmoedigen niet de hemel, maar de aarde zullen beërven? Wie zijn die zachtmoedigen? Wat houdt ‘zachtmoedig zijn’ in, zijn dat mensen die over zich heen laten lopen? Je leest van Mozes dat hij een zachtmoedig mens was (Num. 12: 3). Toch smeet hij in zijn boosheid om het gouden kalf de twee stenen tafelen aan stukken. Hij mocht het beloofde land niet binnen, omdat hij in zijn drift op de rots geslagen had. Zachtmoedigheid is een houding die je aanneemt ten opzichte van een ander. Vriendelijk, zonder je te laten gelden. Je kunt een voorbeeld nemen aan onze Heiland zelf. Hij zegt het ook van Zichzelf in Matteüs 11: 29. Nog een mooi detail uit deze tekst: Een bekend spreekwoord zegt: de brutalen hebben de halve wereld. Zij veroveren die met hun grote mond. Maar de zachtmoedigen erven de hele aarde. Ze krijgen haar van God.
Bijbelstudie voor volwassenen
34
Bespreekpunt 4
Ben je zachtmoedig? Durf je dat van jezelf te zeggen? Hoe ziet dat leven er dan uit? Christelijke levensstijl kenmerkt zich door zachtmoedigheid. Het is een vrucht van de Geest (Gal. 5: 22). Zachtmoedigheid wordt ook gekoppeld aan nederigheid. Betekent het dat je dan altijd maar over je heen moet laten lopen?
2.5 Verzadigd (vs. 6) Als je honger of dorst hebt gekend, is verzadiging een enorm genot. Honger en dorst zijn hevige gevoelens. Ze knagen aan je. Het voelt als een enorm gebrek. Dat gebrek is zo bedreigend, dat het je uiteindelijk je leven kan kosten. God vergelijkt ons verlangen naar recht met honger. Hoe verlang jij dat het recht het werkelijk zal winnen op deze aarde? Moet je eens zien wat een onrecht we zelf vaak een ander aandoen. En hoeveel onrecht doe ik mijn God aan: Hij krijgt van mij lang niet het vertrouwen waarop Hij recht heeft. Ook in eer en liefde voor Hem schiet ik zwaar tekort. Heb je ook honger naar dat recht? Knaagt het aan je? Ik ben als beeld van Hem geschapen. Daarom: zoals Hij met recht omgaat (Heb. 1: 9), zo zouden wij het ook moeten doen. Hij is ons Grote Voorbeeld. Dat maakt dat ons verlangen steeds meer zich richt op de nieuwe hemel-aarde. Daar zal onrecht niet meer bestaan. Dan zijn we zelf ook vol van het recht. Dat wordt pas echt genieten! Bespreekpunt 5
Je bent beledigd. Ze hebben je onrecht aangedaan. Hoe sterk is nu jouw verlangen naar recht? En waarom? Gaat het ten diepste om God of om jezelf? Heb je voldoende oog voor het gemis aan recht-doen in je eigen leven? Hoe kun je daar in de praktijk uiting aan geven? In het groot: word je lid van Amnesty International of van de dierenbescherming? (Je kent vast zelf meer van dit soort organisaties.) In het klein: hoe ga je ermee om als je onrecht ervaart in je eigen leven? Loop je soms niet het gevaar te vervallen in eigengerechtigheid? Hoe kan ik die ander een hak zetten? En: als ze aan (de leuke dingen in) mijn leven komen, wind ik me op, maar als het anderen betreft, moeten die het zelf maar uitzoeken. Hoe sterk is je dagelijks verlangen naar Gods volmaakte rijk? Wat is daarvan de reden? 2.6 Barmhartig (vs. 7) Deze uitspraak van Jezus volgt niet toevallig op de vorige, over het verlangen naar recht. In je verlangen daarnaar kun je heel makkelijk te ver gaan. Je komt alleen maar op voor je eigen vermeende recht. En op de ander die jou of anderen zo oneerlijk behandelde, kijk je neer. Barmhartig betekent een hart dat erbarmen kent, dat je zorgzaam bent voor het kwetsbare. Letterlijk gaat het bij dit woord zelfs over zoiets als teers als de zorg voor een foetus. Juist barmhartigheid wordt vereist in het omgaan met onrecht. Galaten 6: 1 wijst de weg die in het verlengde van deze zaligspreking ligt. De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan tekent de praktische invulling.
35
Bijbelstudie voor volwassenen
Zwaar legt de Heiland de nadruk op het vergeven, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. In dezelfde rede noemt Jezus het namelijk nog twee keer: Matteüs 6: 12 en 14 en 15. Bespreekpunt 6
Een stelling om over na te denken en met elkaar van gedachten te wisselen: ‘God heeft boosheid aan de mensen gegeven om relaties te herstellen’ (uit: Gary Chapman, De andere kant van de liefde. Omgaan met boosheid). Dat wil zeggen :om recht te doen. Is boosheid altijd verkeerd? Hoe herstel jij een relatie als er onrecht in het spel is? En als de ander niet wil? Mag ik aangedaan onrecht laten zitten? (Zie ook 1 Kor. 6: 7,8; 1 Petr. 4: 15,16). Genade verlenen kost altijd wat, soms zelfs hevige pijn!
Stelling: Kwaad bedekken met de mantel der liefde is de juiste invulling van barmhartigheid.
2.7 Zuiver van hart (vs. 8) Je bent gelukkig als je hart zuiver is. Maar wie kan dat zeggen? Wie heeft een echt rein hart? Er staat niet: die rein van hart worden, zullen God zien. Maar: Gelukkig die zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. In de tempeldienst was dat al duidelijk geworden: alles en iedereen moest zich eerst grondig reinigen, voordat men tot God in zijn heiligdom kon gaan. Maar het water en het bloed van stieren en bokken kunnen je natuurlijk nooit volkomen rein maken voor God. Het was slechts een voorafschaduwing van wat komen ging: Jezus Christus. Hij is onze reiniging. We leven in een tijd dat de onreinheid op een opdringerige manier aanwezig is. Via de brievenbus, op de beeldbuis, door de digitale snelweg, langs de autoweg. Hoe kunnen we ooit rein van hart zijn? En al zul je het nu zijn, over een minuut kunnen de modderspetters er alweer op zitten. Uit alles blijkt: alleen door je geloof in Jezus Christus kijkt God naar je alsof je nooit zonde had gehad of gedaan. Zo, en zo alleen kun je zuiver van hart zijn. (Lees hierbij: Joh. 15: 1-3; Fil. 1: 9-11). Bespreekpunt 7
Hoe kan het ‘in Christus rein zijn’ zichtbaar worden in je leven van elke dag? Wat zouden anderen daarvan kunnen merken? Wat is de samenvatting van heel Christus’ werk in één woord? Wat heeft de uitspraak van Jezus in Johannes 14: 9,10 jou in dit verband te zeggen?
Bijbelstudie voor volwassenen
36
2.8 Vredestichter (vs. 9) Heb je ook zo’n hekel aan ruzie? Heb je ook tien keer liever vrede? Ben je een kind van God, omdat je een vredestichter bent? Is het niet juist omgekeerd? Ik ben een kind van God geworden, door zijn keuze voor mij. Daardoor kwam er een einde aan Gods toorn over mij, alleen door het werk van Christus. Daarom wil ik nu dat het goed is tussen mij en mijn tegenstanders. Door Hem word ik een vredestichter. Bespreekpunt 8
Is Romeinen 12: 18 wel een reële opdracht in dit leven? Hoe maak je in de praktijk vrede met iemand met wie je in onmin leeft? Hoe pak je dat aan? Moet je je daarbij altijd maar opstellen als de minste om maar vrede te kunnen stichten?
2.9 Vervolgd (vs. 10-12) In de voorgaande verzen ging het over de vraag hoe een christen zich zou moeten gedragen. Zo, dat het recht is voor God. Jezus zegt ook wat de gevolgen kunnen zijn als jij je niet zo gedraagt. Wees dan volmaakt, zoals je hemelse Vader volmaakt is(Mat. 5: 48). Dat klinkt niet bemoedigend. Christen zijn blijkt geen successtory. Christus leefde zelf volmaakt naar Gods Woord. Toch liep het uit op een kruis. Jezus zegt: ‘Een slaaf is niet meer dan zijn meester’ (zie Joh. 13: 16). Zo kunnen ook jou boeien en verdrukking wachten. In Nederland kennen we geen vervolging. We kunnen God dienen in vrijheid. Er is hier geen brandstapel, een wild dier of gevangenisstraf voor Gods dienstknechten. We leven in het tijdperk van vrijheid, blijheid. Iedereen respecteert iedereen. ‘Jij gelooft in God, jij gaat zondags naar de kerk? Prima, dat moet jij weten, ik niet.’ Bespreekpunt 9
Ben ik wel duidelijk genoeg christen in deze wereld? Laat ik duidelijk genoeg zien dat in mijn leven echt alles om Hem draait? Dat Hij al mijn beslissingen beheerst? Of komt het door mijn wereldgelijkvormige houding, dat ik nu zo weinig van vervolging en spot merk? Hoe radicaal durf ik te kiezen, om Hem te volgen? (zie Fil. 3: 8,9). Hoe geldt die tekst voor mij, in mijn leven? Moet er wat veranderen?
2.10 Licht en zout (vs. 13-16) Als je met een levenshouding, zoals beschreven in de voorgaande verzen, in deze wereld staat, kun je voor anderen een baken in zee zijn. Anderen kunnen zich op je oriënteren kunnen om veilig thuis te komen. Je hoeft geen plaatsje bij God te verdienen. Je hebt al een plaats van Hem gekregen. Laat dat maar uit je leven stralen. Zou onze ‘andere levensinstelling’ niet gevoed moeten worden doordat we andere doelen in ons leven kennen? Onze horizon is immers ongelooflijk mooi. Iemand die niet gelooft, kan niet verder kijken dan dit leven. Wij kregen een perspectief dat reikt tot ver voorbij het leven hier. Zo alleen al kun je in het kader van de zaligsprekingen een zout voor de wereld zijn.
37
Bijbelstudie voor volwassenen
Zout bewaart voedsel tegen bederf. En zout geeft smaak aan je maaltijd. Door vanuit de zaligsprekingen te leven geef je smaak aan de wereld en toon je het middel tegen bederf. Als het licht schijnt, verdwijnt de angst. Het helpt ongelukken te vermijden, het licht brengt leven. Zo mag een christen een licht zijn in Gods wereld. ‘Door úw licht zien wij het licht’ (Ps. 36: 10). Net zoals de maan alleen schijnt door licht te weerkaatsen, zo kunnen wij alleen licht geven als Hij over ons leven schijnt. Bespreekpunt 10
‘Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel’ (vs. 16). Wat hebben we te laten zien aan goede daden? Hoe wordt het leven tot in eeuwigheid zichtbaar in jouw keuzes vandaag? Moedig elkaar aan met de woorden van God zelf (zie Mat. 5: 20 en Luc. 12: 11,12). Zout is bederfwerend. Hoe zou ik een zout kunnen zijn? Zout kan ook zijn kracht verliezen (vs 13). Hoe is dat tegen te gaan? (Mat. 7: 7,8; 14: 23 en 26: 9,41). Hoe voldoe ik aan de oproep van Jezus uit Matteüs 5: 48? Hoe ga ik ermee om?
Bijbelstudie voor volwassenen
38
3. Afsluiting Van de Bergrede leren we dat het leven als kind van God niet hetzelfde is als het handhaven van regels. Leven als kind van God is een levensinstelling; je volledig afhankelijk weten van Hem. En anderzijds ook: je hebt een totaal ander toekomstperspectief. Zoals Jezus zegt: Geef mij je hart. Je kunt dat vergelijken met een stukje werkelijkheid: als ik op een stuk rechte treinrails ga staan, zie ik aan het einde de rails elkaar raken. Maar dat is gezichtsbedrog, want je weet dat ze in werkelijkheid evenwijdig aan elkaar blijven. We kunnen nog niet zien niet wat werkelijk voor ogen is. De werkelijkheid van een christen is niet eindig, al zie je het nog niet. Daarom alleen al zal ons levenspatroon al totaal verschillend zijn van dat van de ongelovige. Bid, dat mede door jouw levenspatroon voor velen de ogen nog zullen opengaan voor de werkelijkheid.
Slotdiscussie
Het thema van deze schets is; Heer, U bent mijn leven. In het gelijknamige lied is de vervolgregel: de grond waarop ik sta. In hoeverre geldt dat ook voor jou? Hoe wordt dat realiteit in jouw leven?
Toelichting Het doel van deze schets is te ontdekken dat het leven als christen slechts mogelijk is door verbondenheid aan Christus. Het is een kwestie van relatie en niet van regeltjes. God gaf de regels ook niet om de regels. Jezus is in de Bergrede verrassend in zijn verklaring wie er nu werkelijk gelukkig zijn. Dat ziet er wat anders uit dan mijn lijstje van mensen die ik gelukkig vind, waar of niet? Ik hoop dat je bemoedigd naar huis gaat: wat ben ik rijk! Ik wil mijn leven aan Hem geven.
Suggestie
Het is misschien wel erg veel voor één verenigingsavond. Het zouden er dan ook eventueel meer kunnen zijn. En als dat in het jaarrooster niet past, is het ook een mogelijkheid de vereniging in groepjes op te splitsen. Die groepjes kunnen elk voor zich enkele zaligsprekingen behandelen. Wat men uit de bespreking heeft gehaald, kan op grote vellen papier gezet worden. Die papieren komen aan de wand te hangen. Daarmee kan men aan elkaar de waardevolle punten doorgeven. Eventueel kan men een verhelderingsronde houden.
39
Gezamenlijke bespreking voor 12 jaar - …
Voor de gezamenlijke bespreking met de hele gemeente. Er zijn verschillende werkvormen mogelijk: zie het daarvoor bestemde blad.
Leven met Hem Gezamenlijke bespreking voor 12 jaar - … 1. Inleiding: wat wordt bedoeld? Leven met God werd in de oude vertaling ‘wandelen met God’ genoemd. Een paar voorbeelden waarbij deze uitdrukking ter sprake komt:
(Gen. 5: 22). Henoch leefde in nauwe verbondenheid met God. Abraham zegt dat hij zich steeds naar Gods wil heeft gericht (Gen. 24: 40). De Heer God stelt zijn volk op de proef of ze zich aan zijn voorschriften houden (Ex. 16: 4). Gelukkig de man die niet meegaat met wie kwaad doen (Ps. 1: 1). Om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden (Rom. 6: 4). In heel Judea en Galilea en Samaria leefde de gemeente in vrede en kwam tot bloei (Hand. 9: 31). Paulus vraagt de gemeente in Efeze: ga de weg die past bij de roeping die u hebt ontvangen (Ef. 4: 1).
Bespreekpunt 1:
Wat betekent leven met God voor jou? Is je hele leven doortrokken van Hem? ‘Stap voor stap, dag na dag wil ik Jezus volgen, heel de dag wil ik gaan met Hem.’ Hoe concreet kun je dat voor elkaar maken? Als je boodschappen doet, aan het werk bent, onderweg in de file staat, als je naar bed gaat, als je opstaat enz. (Het kan waarschijnlijk het makkelijkst door er eerst een schrijfronde van te maken. Iedereen schrijft eerst op wat hij of zij denkt. Daarna met elkaar bespreken.)
2. Leven met God, hoe doe je dat? Bespreekpunt 2:
Stelling: Je weg met God gaan, zoals Henoch, is iets uit de tijd van de Bijbel, dat kan nu niet meer. (Lees eerst de toelichting die hieronder staat. Bespreek daarna deze stelling met elkaar. Dat kan op de Lagerhuismanier. Een gespreksleider en mensen die iets over deze stelling willen zeggen, gaan staan en wachten tot ze een beurt krijgen van de gespreksleider.)
Gezamenlijke bespreking voor 12 jaar - …
40
Toelichting bespreekpunt 2 Waarom zou juist in de bijbelgedeelten hierboven het ‘je weg gaan met God’ zijn gebruikt? Want je kunt op verschillende manieren je weg kiezen: met of zonder doel; alleen of met iemand anders, maar toch niet echt samen; of met iemand om wie je veel geeft. Je kunt ook eigenwijs in je eentje je eigen weg kiezen, en verdwalen, je komt niet bij je doel uit. Probeer je eens voor te stellen dat je je weg gaat met de liefste of fijnste mens die je op deze aarde kent. Hoe zal dat gaan? Zou je zwijgend naast elkaar lopen? Wat zou je onderweg doen? Kan zo’n tocht dan niet lang genoeg duren? Wat zou het doel ervan kunnen zijn? Probeer je deze gedachten over ‘je weg gaan’ eens voor te stellen in je omgang met God. Ga je zo met Hem om? Praat je zo met Hem? Hoor je Hem ook praten? Luister je naar zijn stem? Kun je nu ook nog zo je weg gaan met God?
Een stukje uit een brief:
Over je weg gaan met God staat iets in een brief van Paulus. Hij heeft die geschreven aan de gelovigen in Efeze. Daarom eerst wat algemene informatie over deze brief. Paulus heeft lang in deze gemeente gewerkt. Op het moment dat hij deze brief schreef, was dat al een tijdje geleden. Daardoor was er dus alweer enige afstand ontstaan tussen Paulus en de Efeziërs. Wat was de reden voor zijn brief? Tijdens zijn afscheid op het strand van Milete had de apostel de oudsten en andere vertegenwoordigers van de gemeente al gewaarschuwd: ‘Ik weet dat er na mijn vertrek woeste wolven bij u zullen binnendringen, die de kudde niet zullen ontzien. Uit uw eigen kring zullen mensen voortkomen die de waarheid verdraaien om de leerlingen voor zich te winnen’ (Hand. 20: 29 en 30). Die tijd lijkt nu wel aangebroken te zijn en vormt de aanleiding van de brief. Paulus wil de gemeente helpen in de strijd tegen de valse leraars. Hij roept de gemeente op vooral één te zijn in Christus. Als je steeds weer terugvalt op Jezus en zijn werk, ben je een eenheid. Iedereen weet zich dan schuldig voor God. Er is alleen redding door Hem. Door zo te groeien in Christus word je niet door de minste of geringste dwaalleer in de war gebracht. Laat Christus met zijn werk centraal staan in de gemeente. Jullie in Hem, Hij in jullie. Dan is de gemeente pas echt een eenheid. Het geloof in de opgestane Heer tekent dan je hele manier van leven. Om in de geloofsstrijd staande te kunnen blijven, schrijft Paulus over de wapenrusting die je daarbij nodig hebt.
3. Verkeerde richting: je verdwaalt a. Lezen Efeziërs 4: 17-20. ‘Ga niet langer de weg van de heidenen.’ b. Probeer eerst met elkaar onduidelijkheden in deze tekst (moeilijke woorden en zinnen) te bespreken.
41 c.
Gezamenlijke bespreking voor 12 jaar - …
Bespreekpunt 3:
Heidense weg 1. Waaraan kon je toen de heidense weg herkennen? 2. Wat vind jij vandaag een heidense weg? Kun je voorbeelden noemen? 3. Naar jezelf kijken: Paulus spreekt in dit gedeelte de gelovigen aan. Welke stukjes van de heidense weg zitten nog vastgeroest in mijn leven? (Laten jongeren en ouderen in hun eigen leven voorbeelden noemen, maar ook: wat zien jongeren als heidense weg bij ouderen en omgekeerd?) 4. Een aantal keren wordt gezegd dat de heidense weg leidt tot de dood. Hoe ervaar jij dat? (Dit bespreken in kleine groepjes en de conclusies op laten schrijven. Wals niet over het punt van de ‘heidense weg’ heen. Wees eerlijk tegenover jezelf: waar blijf ik op de verkeerde weg lopen? Wat moet ik bij mezelf aanpakken?)
4. De andere weg om thuis te komen a.
Lees samen Efeziërs 4: 20–24. ‘Maar zo hebt u Christus niet leren
kennen!’
b. Probeer eerst met elkaar onduidelijkheden in de tekst (moeilijke woorden en zinnen) te bespreken. c.
Bespreekpunt 4:
Stelling: Je moet gewoon je leven leven, dan komt Christus er vanzelf in uit. Werkwijze:
Eerst maak je een korte voorstudie van de toelichting hieronder. Daarna indelen in tweetallen en elkaar een interview afnemen. Indelen kan als volgt: iedereen loopt vrij door de zaal. Op een afgesproken teken van de gespreksleider stop je bij degene die het dichtst bij je staat en met die persoon ga je in gesprek. Je krijgt vijf minuten de tijd om erachter te komen hoe de ander over de stelling denkt. Na vijf minuten draai je het om. Na afloop terug naar je eigen plaats. Vervolgens plenair een korte ronde: wat is je opgevallen?
Gezamenlijke bespreking voor 12 jaar - …
42
Toelichting bespreekpunt 4: a. Efeziërs 4: 21-24: ‘Maar zo hebt u Christus niet leren kennen! 21 U hebt toch over Hem gehoord,
u hebt toch onderricht over Hem gekregen? Door Jezus wordt duidelijk 22 dat u uw vroegere levenswandel moet opgeven en de oude mens, die te gronde gaat aan bedriegelijke begeerten, moet afleggen, 23 dat uw geest en uw denken voortdurend vernieuwd moet worden 24 en dat u de nieuwe mens moet aantrekken, die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.
Een slechte levenswandel past niet bij iemand die Christus en zijn werk in zijn leven heeft leren kennen. Waaruit bestaat volgens de tekst de heidense weg? Is het: eens veranderd, altijd veranderd? Wie in Christus is, zondigt niet meer, zie vers 23? Hoe trek je een nieuwe mens aan? b. Wat betekent Christus voor jou persoonlijk in je leven? (Kijk bijvoorbeeld ook eens naar Ef. 2: 1-10). Leeft dit ook echt voor jou? Mogelijkheid: schrijf dit op als een korte brief aan je buurman of buurvrouw. Wie leest die brief hardop voor? c. Tel in Efeziërs 1 en 2 het aantal keren dat het woordje ‘genade’ voorkomt. Wat zou dat betekenen?
5. En nu echt op weg a.
Lees samen Efeziërs 4: 25 – 5: 5.
b. Probeer eerst met elkaar onduidelijkheden in de tekst (moeilijke woorden en zinnen) te bespreken. c. Bespreekpunt 5:
De onderstaande punten in groepen van vier personen met elkaar bespreken. a. Maak een lijstje van de dingen die Paulus in deze verzen noemt, die bij een christelijk leven horen. Is het haalbaar, of is het eigenlijk te veel gevraagd? Hoe sta je daarin? b. Eerst dacht je dat Christus was gekomen om je te bevrijden en nu staat daar een lijstje met dingen waar je lang niet aan kunt tippen. Vraagt God te veel van ons? Hoe zit dat? Waarom zou jij je inspannen om te proberen naar dat lijstje te leven? c. De kern van alles vind je in 4:32 - 5: 2. Daar staat wat de bodem is van een christelijke levenswandel. Hoe houd je dat elke dag voor ogen? Wat kun je daaraan doen? d. De laatste verzen (5: 3-5): je wordt gewaarschuwd. Hoe spelen deze trekkrachten naar de ondergang vandaag nog een rol? Wat kun je ertegen doen? Hoe kun je daarin elkaar helpen?
43
Gezamenlijke bespreking voor 12 jaar - …
6. Afsluiting: De weg gaan op je knieën We gaan deze schets plenair afsluiten. a.
Zingen Psalm 86: 4. Lees en overdenk de psalm eerst enkele ogenblikken.
b. Verzamel gebedspunten. Waarvoor zou je kunnen danken? Waarvoor zou je voor elkaar kunnen bidden om op de weg met Hem te blijven?
Handleiding Om het onderdeel ‘Van 12 tot ....’ (p. 39-43) goed tot zijn recht te laten komen, zou onderstaande indeling gevolgd kunnen worden. 1. 2.
3.
4. 5. 6. 7.
Opening. Lezen: Deuteronomium 5: 22-33. Zingen Psalm 25: 2,5 of 119: 1. Samen bespreekpunt 1: Ieder zoekt die teksten op en noteert voor zichzelf wat hij/zij denkt over wandelen. Dat gezamenlijk bespreken in kleine groepen (10 minuten). Vervolgens de aanwezigen verdelen over vier groepen, die bespreken respectievelijk bespreekpunt 2, bespreekpunt 3, bespreekpunt 4 en bespreekpunt 5 (duur: 30 minuten). Als men met het eigen punt klaar is, zou men een volgend punt kunnen nemen. Plenaire ronde: aan elkaar doorgeven wat men aan waardevols heeft opgedaan (15 minuten). In groepen van 5 à 6 personen een poster maken met een oproep voor christelijke levensstijl. De posters krijgen een plaats in het kerkgebouw. Gezamenlijk afsluiten met een aantal liederen, zie de liedlijst elders in deze schets.
Andere indeling: 1. Opening. Lezen: Deuteronomium 5: 22-33. Zingen Psalm 25: 2,5 of 119: 1. 2. Plenair de vijf bespreekpunten langsgaan en op de aangegeven wijze behandelen. Voor elk bespreekpunt een kwartier uittrekken. 3. Gezamenlijk afsluiten met een aantal liederen (zie de liedlijst elders in deze schets) en gebed. Uiteraard zijn ook andere werkvormen mogelijk. Het zou ook kunnen dat er aan de hand van een bijbelstudie vooraf een stellingenavond wordt gehouden. De stellingen dient men vooraf zelf te bedenken. Als er gewerkt wordt met de posters, zal er in de voorbereiding aan gedacht moeten worden dat er grote vellen papier en viltstiften (brede) aanwezig zijn.
Liederen / Literatuur
44
Te zingen liederen Liederen die gebruikt kunnen worden rond het bespreken van de schets Psalmen Psalm 1 Psalm 18: 1, 8 en 15 Psalm 25: 2, 5, 6 Psalm 84: 3, 5 Psalm 138: 1, 2, 4 Gezangen Gereformeerd Kerkboek Gezang 23 Gezang 68 Gezang 106 Gezang 131 Gezang 137 Gezang 141 Gezang 157 Gezang 161 (themalied) Gezang 164
Gezang 176a Gezang 176b Liedboek voor de Kerken Lied 440 Lied 441 Lied 442 Lied 473 E&R-bundel E&R 52 E&R 54 E&R 58 E&R 85 E&R 161 E&R 246 E&R 250 E&R 349
LITERATUURLIJST / AANBEVOLEN BOEKEN J. van Bruggen, Matteüs (Commentaar Nieuwe Testament), Kok, Kampen. L. Floor, Efeziërs (Commentaar Nieuwe Testament), Kok, Kampen. Henk Binnendijk, Zwak is machtig, Kok, Kampen. Jerry Bridges, Genade, Navigator boeken. Sam Storms, Genieten is geen zonde, Navigator boeken. Tim Keller, Namaakgoden, Van Wijnen, Franeker. Tim Keller, De vrijgevige God, Van Wijnen, Franeker. Tim Keller, In alle redelijkheid, Van Wijnen, Franeker. Henry Nouwen, Eindelijk Thuis, Lannoo, Tielt. Max Lucado, In goed gezelschap, Voorhoeve, Kampen. Dietrich Bonhoeffer, Navolging, Ten Have, Kampen.