Verbetertraject Zeggenschap / Kwaliteit van Bestaan sector Lichamelijke Gehandicaptenzorg
Mijn leven, Mijn keuze Dit praktijkvoorbeeld uit het verbetertraject ‘Zeggenschap in de LG sector’ is door Voorzieningen Lichamelijk Gehandicapten (VLG) te Rosmalen ontwikkeld en door drie locaties van één organisatie uit de LG sector overgenomen. Als uw organisatie belangstelling heeft voor dit praktijkvoorbeeld, dan kunt u eenzelfde verbetertraject met andere instellingen instappen. Binnen dit nieuwe verbetertraject organiseert Vilans werkconferenties, waarin u samen met collega’s uit andere organisaties van start gaat met dit praktijkvoorbeeld. U kunt zich voor dit verbetertraject aanmelden via
[email protected]. Meer informatie: www.vilans.nl. Inleiding Om zeggenschap van cliënten over hun eigen leven te vergroten, heeft VLG gekozen voor de inzet van KansKaarten. VLG wil cliënten aanzetten tot het maken van eigen keuzes. Dit is gedaan in de vorm van twee manifestaties en de inzet van de KansKaart. De manifestaties hebben tot doel gehad cliënten bewust te maken van het feit dat zij eigen keuzes kunnen maken. De KansKaart is de praktische uitwerking van die eigen keuze. Alle onderdelen zijn uitgewerkt in dit document. Het is de bedoeling dat toekomstige gebruikers van dit praktijkvoorbeeld uitzoeken welke elementen uit dit praktijkvoorbeeld inzetbaar zijn in hun organisatie. Voor de concrete uitwerking van de nieuwe werkwijze van de medewerker wordt verwezen naar de vier bijlagen. Uitgangspunt Mijn leven, Mijn keuze wil cliënten aanzetten tot het maken van eigen keuzes in de zorg maar ook in privé situaties. Het maken van eigen keuzes is lang niet altijd een vanzelfsprekende zaak voor cliënten die gebruik maken van voorzieningen uit de lichamelijk gehandicaptensector. Zij realiseren zich onvoldoende dat zij eigen keuzes kunnen maken en hierbij ondersteuning kunnen vragen. Deze ondersteuning kunnen zij zoeken bij professionals, vrijwilligers en familie. Mijn leven, Mijn Keuze wil cliënten stimuleren om eigen keuzes te formuleren en deze te realiseren. Uitgangspunt hierbij is dat cliënten in het maken van hun eigen keuzes meer autonomie en zelfstandigheid ervaren. Keuzes komen tot stand vanuit eigen wensen en behoeften en niet vanuit wat professionals wenselijk vinden voor cliënten. Binnen Mijn leven, Mijn keuze zijn instrumenten ontwikkeld die als handvatten kunnen dienen voor zowel cliënten als professionals. Mijn leven, Mijn keuze Mijn leven, Mijn keuze bestaat uit drie onderdelen: 1. De manifestatie ‘Een wereld vol keuze’; 2. De manifestatie ‘Mijn keuze, Mijn kansen’; 3. De KansKaart.
1
Onderdeel 1. De manifestatie ‘Een wereld vol keuze’ Om cliënten meer bewust te maken van het feit dat zij eigen keuzes kunnen maken, is gekozen voor een centrale aftrap voor alle cliënten door middel van het organiseren van de manifestatie ‘Een wereld vol keuze’. VLG heeft gekozen voor de volgende aanpak. De cliënten komen met taxi’s naar de manifestatie en worden bij aankomst ontvangen door de Barones en haar Lakei. De Barones heeft nog nooit keuzes hoeven te maken in haar leven en de Lakei is altijd afhankelijk van de keuzes van anderen. Zij openen deuren van taxi’s en geven cliënten de keuze of ze uit willen stappen of verder willen rijden. Verder zijn alle activiteiten van deze dag afgestemd op onderstaande werelden. In de middag zorgt een cabaretgroep voor veel herkenbare momenten. Bij VLG is gekozen voor de cabaretgroep Solotwo. Deze cabaretgroep maakt duidelijk dat cliënten meer hun stem moeten laten horen. Daarbij laat zij de professionals beloven dat zij vanaf nu meer open staan voor de eigen wensen van cliënten en afzien om hun eigen ideeën en oplossingen aan cliënten voor te leggen. Van deze eerste manifestatiedag is een DVD beschikbaar. Droomwereld Door middel van creatieve entertainmentvormen worden dromen ‘werkelijkheid’. Maar wat is jouw droom? • Digitale karikatuur. Door middel van een beeldscherm kan iedereen meekijken met de droomwereld die een cliënt de karikaturist heeft ingefluisterd. Hij tekent een karikatuur in een droomsituatie en bouwt hier een klein showtje om heen. • Droom foto. De cliënt kan hier aangeven wie hij of zij graag zou willen zijn. Met diverse attributen wordt de cliënt omgetoverd tot die persoon en eeuwig vastgelegd op foto. Deze foto kan men direct meenemen. • Droomschilderij. Iedere cliënt kan op schilderdoek zijn of haar droom schilderen. Uiteindelijk worden alle kleine stukjes een groot droomschilderij. Zo is er ook een blijvende herinnering aan deze manifestatie voor later. Onswereld De tussenstap tussen droom en daad zijn de zorgaanbieders. Zij helpen de cliënten het leven te vergemakkelijken door ze keuzes te geven hun leven in te richten zoals zij willen. Zij helpen cliënten een stapje dichterbij hun doom te komen. Maar welke zorg past bij jou? • Get the picture. De bekende quiz is vertaald naar de situatie van cliënten. Vragen over de zorg in diverse moeilijkheidsgraden. Via een groot beeldscherm kan het publiek met deze mini-show zelf meedoen en/of volgen. • De aura foto. Kent de cliënt zichzelf een beetje? De aura foto zal worden uitgelegd aan de cliënt, zodat men zichzelf wat beter leert kennen. Hier ligt een bruggetje naar het indicatieorgaan die hier met hun verhaal op aan kunnen sluiten. • Showroom Welzorg. In een showroom laat Welzorg zien welke producten zij te bieden hebben, testen is natuurlijk ook mogelijk. • Informatiestands. De overige dienstverleners (MEE, thuiszorg, Sensis) kunnen in een nostalgische minimarkt hun producten en diensten laten zien aan cliënten. Hier loopt een accordeonspeler om het sfeertje compleet te maken. • Mini-bioscoop. De film ‘Mijn leven, mijn keuze’ wordt hier gedraaid. Cliënten kunnen onder het genot van popcorn en/of een suikerspin in alle rust naar deze film kijken. Mijnwereld Het dagelijkse leven zit vol keuzes. Dag in, dag uit worden we gevraagd keuzes te maken, bij de kapper, in een café, in een restaurant etc. Oneindig lange lijsten met keuzes.
2
Tijdens de manifestatie worden deze dagelijkse zaken gesimuleerd. Maar waar kies jij voor? • Liedje op maat. Lopend of zittend speelt een gitaarvirtuoos een liedje geheel op maat gemaakt voor de cliënt. Men geeft een onderwerp aan en de virtuoos speelt hier direct op in. • Kapper. Kiezen voor een andere look bij de kapper. Door middel van kleine veranderingen toch een ander look voor deze dag. • Make-up. Als aanvulling op de kapper kun je jezelf ook extra stralend laten maken door een directe mini-make-over met make-up. • Cocktail op maat. Geef je favoriete smaak door en met wat kunst en vliegwerk maakt deze cocktailshaker jouw favoriete drankje. • Kok op locatie. In de supermarkt is het niet gemakkelijk om keuzes te maken. In deze mini-supermarkt geeft de cliënt een product aan wat hij of zij lekker vindt en de kok maakt daar direct een overheerlijke snack van. Persoonsgebonden budget Als je alles kunt doen wat je wilt, hoef je geen keuzes te maken. Wij willen juist dat de deelnemers aan de manifestatie zich bewust worden dat men keuzes moet maken en hoe moeilijk dit soms kan zijn. Daarom zal een persoonsgebonden budget de cliënten stimuleren om daadwerkelijk keuzes te maken in het aanbod tijdens de Wereld vol Keuze. Dit wordt gedaan door middel van Veelzijdig Lolmakend Geld. Een nieuwe munteenheid die alleen tijdens deze manifestatie te besteden is. De Barones en de Lakei zullen tijdens de Wereld vol Keuze hun ronde doen om te kijken of het veelzijdig lolmakend geld goed wordt gespendeerd. Resultaat Kort na de manifestatie is een evaluatie gehouden. Hieruit blijkt dat veel cliënten deze dag als heel positief hebben ervaren. Het doel van de dag blijkt voor iedereen duidelijk en cliënten hebben het gevoel dat ze op deze dag echt centraal staan. Het thema, regie over je eigen leven, is door deze dag meer gaan leven. Het is een eerste aanzet. Ook voor medewerkers is het een waardevolle dag. Voor velen wordt duidelijk wat ‘de cliënt centraal’ in de dagelijkse praktijk écht betekent. Onderdeel 2. De manifestatie ‘Mijn keuze, Mijn kansen’ Tijdens deze manifestatie staat het formuleren en realiseren van eigen keuzes centraal. Vragen, die hierbij aan de orde komen, zijn: Kan ik mijn droom waarmaken? Welke mogelijkheden zijn er? Welke mogelijkheid past het beste bij mij? Welke grenzen kom je tegen als je een eigen keuze wil gaan maken? Hoe verwoord ik mijn keuze? Hoe zorg ik er voor dat mijn keuze waargemaakt wordt? Doelstelling Cliënten bewustmaken van de mogelijkheden en beperkingen bij de invulling van hun leven. Cliënten helpen bij het zoeken naar mogelijkheden om wensen, dromen, ambities te verwezenlijken, hun eigen keuze te verwoorden en deze te realiseren. Cliënten hebben wensen ten aanzien van hun dagelijkse leven of dromen en ambities die zij graag verwezenlijkt willen zien. Echter, zij lopen tegen andere en wellicht meer problemen aan dan een persoon zonder handicap. Toch moeten ook zij hun wensen, dromen en ambities kunnen realiseren. Hier zijn mogelijkheden voor. Mogelijkheden, die al bestaan en worden aangeboden, of wellicht nieuwe oplossingen die per cliënt moeten worden bekeken. Natuurlijk zijn er ook grenzen aan mogelijkheden en binnen deze grenzen moet naar een zo goed mogelijke oplossing worden gewerkt.
3
Inspiratie Het begint bij inspiratie. Alleen voelen wat je wilt doen is niet genoeg. Je moet gestimuleerd worden om ook actie te ondernemen ten aanzien van je persoonlijke wensen, dromen en ambities. Inspiratie komt door personen die je bewondert. Inspiratie komt door wat je ziet in de wereld om je heen. Inspiratie komt als iemand enthousiast met jou over je wensen praat. We hebben toch allemaal inspiratiebronnen om ons heen? Niet alleen cliënten moeten worden geïnspireerd, maar ook medewerkers van VLG, zodat zij gedreven hun cliënt kunnen ondersteunen. Verwoorden / verbeelden Weten wat je wilt en er iets mee willen doen is stap 1. Echter, wanneer je niet goed weet hoe dit te vragen of je hebt een handicap waardoor dit wordt bemoeilijkt en er is niemand waarmee je dit kan bespreken, dan lijkt de vraag nog steeds ver weg van een oplossing. Elkaar helpen bij het verwoorden of verbeelden, praten over wat je wilt, helpt dit te verduidelijken. Zeker als je herkenning vindt in andermans verhalen. Waarmaken Daadwerkelijk die eerste stap zetten is moeilijk. Vooral omdat je niet weet of je ook echt zult bereiken wat je wilt, wellicht is het niet haalbaar. Maar zonder die eerste stap, zonder het ondernemen van actie kom je er nooit. Steun van anderen sterkt je in je wil om de stappen te zetten. Concrete acties formuleren om je wens, droom of ambitie te verwezenlijken is dan ook noodzakelijk. Tijdens deze manifestatie moeten mensen worden geïnspireerd, geholpen worden bij het verwoorden van hun vraag en de eerste stap zetten naar het waarmaken van de mogelijkheden die zij hebben. Zij moeten hun kansen zien en hun keuze maken. En als ze kiezen, er voor gaan! Het you-can-do-it-gevoel krijgen! Het steuntje in de rug voelen! De KansKaart is tijdens deze tweede manifestatie ingezet. Zie verder onderdeel 3. Resultaat Deze twee manifestaties leveren cliënten en medewerkers het volgende op: • Meer eigenwaarde: binnen je beperkingen mogelijkheden zien. • Weten dat je mag kiezen. • Weten dat de medewerkers allemaal op de hoogte zijn. Dit maakt het vaak wat makkelijker om je vraag te stellen. • Draagt bij tot meer autonomie. • Medewerkers hebben op een ludieke manier kennis gemaakt met een vraaggestuurde manier van werken. Het begrip ‘vraaggestuurd’ is niet alleen een theoretisch verhaal, maar is meer gaan leven. • Ook medewerkers hebben voor het eerst een gezamenlijke aftrap gemaakt. Dit zorgt ervoor dat iedereen weer met de neus dezelfde kant op staat. Onderdeel 3. De KansKaart De VLG KiesKansKist geeft handvatten voor het verwoorden van een wens, droom of ambitie. In deze kist vindt men brochures en folders waardoor men geïnspireerd kan worden. Hierin zit ook de KansKaart om een eerste actie op papier te zetten. De bedoeling is dat iedere cliënt een KansKaart invult. Op deze kaart staat een aantal vragen. Wat is je wens, droom of ambitie? Kun je uitleggen waarom? Welke acties onderneem je hiervoor? Wie of wat heb je daarbij nodig? Via de KansKaart kijken cliënten samen met een medewerker naar de mogelijkheden, delen ze de ervaringen en praten ze over de toekomst. Welke problemen kom je tegen bij
4
het verwezenlijken van je wens? Probeer samen te zoeken naar oplossingen. Het doel is een concrete actie te formuleren. De medewerker ontvangt een instructie over hoe het gesprek met meerdere cliënten in te vullen. Deze instructie is opgenomen als bijlage 1.
KansKaart Ik wil graag: …………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… Ik wil dit omdat………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… Ik heb daarbij nodig ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… De eerste stap die ik ga zetten is: ………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Ik wil graag dat iemand mij helpt: ja/nee (omcirkel), namelijk…………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
Inzet van de KansKaart De KansKaart is een instrument om cliënten te laten aangeven wat zij zelf graag willen in hun leven. Dit kan zijn op allerlei levensgebieden, zoals wonen, werken, vrije tijd en relaties. De kaart is voor medewerkers een geschikt instrument om met cliënten in gesprek te komen over de wensen van een cliënt. 1. De KansKaart wordt opgenomen in het persoonlijk plan van de cliënt. 2. Medewerkers en cliënt spreken samen tussentijdse evaluatiemomenten af. Als het doel bereikt is, kan weer een nieuwe KansKaart ingevuld worden met de hierbij benodigde acties. 3. De kaart blijft bewaard bij het persoonlijk plan van elke cliënt. Elk jaar vindt een persoonlijk plan bespreking plaats tussen cliënt en medewerker waarvan de KansKaart vast onderdeel is. 4. Van elk gesprek met de cliënt volgt een verslag, dat in het persoonlijk plan van de cliënt wordt bewaard. Implementatie KansKaart Om het gebruik van de KansKaart te stimuleren, kan gedacht worden aan de volgende activiteiten. 1. Plaats succesverhalen van cliënten in het cliënteninfobulletin van de voorziening, zodat anderen geïnspireerd worden. 2. Breng binnen teambesprekingen samenhang aan tussen de KansKaart en de zorgvisie. 3. Maak binnen intervisiebijeenkomsten voor medewerkers ruimte voor het signaleren en oplossen van problemen die voortkomen uit het gebruik van de KansKaart. 4. Reik medewerkers handvatten aan over hoe de KansKaart te gebruiken. Dit betekent dat zij de juiste vragen moeten kunnen stellen om cliënten te ondersteunen bij het formuleren van hun vragen of wensen (zie bijlage 2 ‘Toelichting op de W-vragen’, bijlage 3 ‘Suggesties voor vragen’ en bijlage 4 ‘Suggesties voor thema’s’). 5. Stel een stuurgroep samen met medewerkers van diverse functies die als taak heeft het gebruik van de KansKaart te stimuleren en bewaken.
5
Wat kunnen andere organisaties hiermee? Binnen VLG is het gehele traject rondom vraagsturing, de autonome cliënt en het voeren van regie over je eigen leven groots opgezet. VLG heeft ervoor gekozen om een gezamenlijke aftrap te maken. Het zou natuurlijk ook op een wat kleinschaliger manier uitgewerkt kunnen worden. Te denken valt aan een soort ‘verwendag’ voor cliënten. Voor de organisatie van zo’n dag kun je ook cliënten zelf betrekken. Zij zijn ervaringsdeskundig en weten het beste wat er leeft binnen de groep. Belangrijk is dat cliënten onderstaande ervaringen op kunnen doen. • Een dag waarin zij het middelpunt zijn en ook écht centraal staan! • Een dag waarop zij zich belangrijk voelen! • Een dag waarop de cliënt keuzes kan en moet maken, als er voldoende keuzemogelijkheden aangeboden worden. • Een dag waarop cliënten kunnen ervaren dat er ondanks beperkingen heel veel mogelijkheden zijn. • Een dag waarop de cliënten kennis kunnen maken met diverse mogelijkheden. • Een dag waarop cliënten geïnspireerd worden. • Een dag waarop cliënten hun dromen, keuzes en ambities kunnen aangeven. • Een dag waarop cliënten aan het einde van de dag weten hoe er in de toekomst door de organisatie omgegaan wordt met vragen, wensen en ambities die ze uitgesproken hebben. Resultaten Verbeteringen die met dit verbetertraject zijn bereikt: • Begeleiders zijn beter gaan luisteren naar de wensen van cliënten; • De wensen van cliënten zijn vaak verrassend voor de begeleiders en wijken af van wat in de reguliere gesprekken aan de orde komt; • Cliënten verwachten dat de begeleiders nieuwsgierig zijn naar hun wensen; • Begeleiders zeggen minder vaak ‘nee’ tegen cliënten; • Meer nadruk is gekomen voor de zelfwerkzaamheid van cliënten bij het realiseren van hun wensen en de ondersteuning die ze daarbij kunnen krijgen. In plaats van ‘de cliënt vraagt iets, de begeleider beslist of iets wel of niet kan en organiseert hetgeen de cliënt heeft gevraagd’ zijn cliënten meer zelf gaan werken aan het realiseren van hun wensen; • Sommige wensen hebben cliënten onderling gerealiseerd, zoals het samen naar het theater gaan. Cliënten hebben zelfs een tijdelijke ontspanningscommissie hiervoor opgericht; • Cliënten met niet aangeboren hersenletsel kunnen soms moeilijk zelf wensen formuleren. Zij zijn gebaat bij een gevarieerd aanbod waaruit ze kunnen kiezen; • Deze aanpak wordt binnen de hele organisatie toegepast. Effectevaluatie In dit verbetertraject is onderzocht in welke mate cliënten zeggenschap ervaren in de ondersteuning door begeleiders door de toepassing van ‘Mijn leven, mijn keuze’. Hiervoor is een voor- en nameting onder cliënten uitgevoerd. Hieraan is door 48 cliënten meegedaan. Het grootste effect is dat cliënten vinden dat begeleiders minder snel geneigd zijn te zeggen dat iets niet mogelijk is. Op alle overige vragen blijkt de gemiddelde score soms iets toe te nemen en soms iets af te nemen. De gemiddelde score ligt reeds vrij hoog: een groot deel van deze cliënten ervaart reeds een grote mate van zeggenschap. Ook geven cliënten verbeterpunten: • Beter luisteren, persoonlijke aandacht, meer vragen, echte interesse in cliënt tonen;
6
• • •
Sneller reageren; Meer flexibiliteit en minder regels; Er gaat te veel aandacht uit naar de NAH-groep (mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel).
Tips voor andere organisaties Vanuit de drie locaties die met ‘Mijn leven, Mijn keuze’ van start zijn gegaan, komen de volgende tips: • Maak de cliënten duidelijk wat ze kunnen verwachten. De organisatie financiert bijvoorbeeld geen wensen op het gebied van uitstapjes; • Maak het niet te omvangrijk, omdat dan het realiseren van de wensen te lang duurt en bepaalde cliënten lang moeten wachten; • Zorg dat er voldoende budget is voor de speciale dag; • Maak de voortgang zichtbaar voor de cliënten; laat zien wat er gebeurt met hun wensen: • Ga in gesprek over de wens en luister echt naar de wens van cliënten. Sta open voor de wens en houd in je achterhoofd, dat ‘dat kan niet’, niet bestaat. Mocht dit wel het resultaat worden, dan kan de cliënt daar beter zelf achter komen; • Ondersteun de cliënt bij wensrealisatie en neem niet over of vul in voor de cliënt; • Maak het proces inzichtelijk binnen je organisatie en neem de cliënt mee in de communicatie. Tot slot ‘Mijn leven, mijn keuze’ heeft bijgedragen aan het kenbaar maken van de wensen van cliënten. Het kan dan gaan om kleine, maar ook grote wensen. ‘Mijn leven, mijn keuze’ leidt niet vanzelfsprekend tot meer zeggenschap, omdat dit weer afhangt van de mate waarin de ander (de begeleider, de partner) hiervoor open staat. Dit vraagt voortdurende alertheid en aandacht voor cliënten. We hopen dat organisaties in de LG sector met deze resultaten in hun praktijk aan de slag gaan, zodat cliënten daadwerkelijk zeggenschap ervaren in de wijze waarop zij willen leven, wonen en werken.
7
Bijlage 1 ‘Briefing KansKaarten’ Beste medewerker, Jij bent één van de medewerkers die het onderdeel KansKaarten (12.00-13.30 uur) tijdens de manifestatie ‘Mijn leven, Mijn kansen’ gaat begeleiden als gespreksleider. Hieronder vind je een stapsgewijs plan hoe je dit het beste kan doorlopen met cliënten. Er zitten ongeveer 7 cliënten aan 1 tafel. Bij iedere tafel zijn ongeveer 2 begeleiders, afhankelijk van de handicap. Er is echter 1 gespreksleider, dat ben jij, de anderen kunnen ondersteunend zijn bij de invulling. De begeleider van de tafel is niet persé de dagelijkse begeleider. Het kan dus zijn dat er een ‘vreemde’ groep cliënten aan jouw tafel zit. Dit is helaas niet anders mogelijk. Niet-ingedeelde medewerkers zoeken hun eigen cliënten op ter ondersteuning. Met de tijd kan flexibel worden omgegaan. In totaal is er anderhalf uur beschikbaar. Per stap is aangegeven hoeveel tijd hier ongeveer voor beschikbaar is. De KansKaarten Stap 1: Cliënten komen uit de grote zaal. Er is geen vaste tafelindeling. Cliënten kunnen dus plaatsnemen waar ze willen. Kijk van te voren even waar je zit, zodat je niet hoeft te zoeken. Aan iedere tafel zitten 7 of 8 cliënten (ongeveer 5 minuten). Stap 2: Laat cliënten even rustig zitten (maximaal 5 minuten). Stap 3: Op tafel staat een groot pakket. Hierin zitten: KansKaarten, een pakketje brochures, pennen, overzichtformulier en feestartikelen. Neem niet alles uit de kist. Nu enkel de KansKaarten. (noot: het pakketje brochures krijgt iedereen mee aan het einde van het evenement.) Stap 4: Leg uit wat er met de KansKaarten gaat gebeuren (ongeveer 5 minuten). Bijvoorbeeld: Jullie hebben zojuist in de zaal gezien dat je heel wat kunt bereiken met de mogelijkheden en beperkingen die er zijn. Jullie vinden allemaal iets leuk, of je hebt een bepaalde wens. Misschien wil je wel een keer gaan dansen, of wil je een computercursus. Wij gaan proberen te kijken wat je leuk vindt en hoe we je daar wellicht bij kunnen helpen. Ik heb hier allemaal kaarten: KansKaarten. Hierop mag jij zelf invullen wat je graag wilt. Waarom je dit wilt. En hoe je dit wilt bereiken. We gaan ze zo invullen, maar eerst gaan we kijken of er al ideeën zijn. Stap 5: Maak een kort rondje over waar cliënten tegen aanlopen in werk, vrije tijd, wonen en relatie. De beperkingen. Kijk even of de groep dit deelt en hoe zij daar dan mee om gaan. Wellicht heeft er iemand al een goede oplossing… (ongeveer 8 minuten). Stap 6: Maak een kort rondje of er wellicht al iemand is, die heel duidelijk weet wat hij of zij wil (ongeveer 5 minuten). Stap 7: Zijn er duidelijke antwoorden op vraag 6 ga dan naar stap 8. Zo niet, dan kun je het pakketje brochures uit de kist pakken en deze kort bespreken en laten zien ter inspiratie (ongeveer 5 minuten).
8
Stap 8: Deel de KansKaarten uit. Iedere cliënt mag de kaart invullen. Help waar nodig. Kijk goed of de wens realistisch is. Zo niet, stuur dan bij waar mogelijk. Als iemand geen wensen heeft, dan is dat natuurlijk ook prima. Ook dat is een keus (ongeveer 10 minuten). Stap 9: Alle cliënten vertellen nog eenmaal aan elkaar wat zij willen en hoe ze dit willen bereiken (ongeveer 5 minuten). Stap 10: Neem de informatie van de KansKaarten over op het overzichtformulier. De cliënt mag zelf de KansKaart houden. Het formulier wordt door de begeleider meegenomen.
9
Bijlage 2 ‘Toelichting op de W-vragen’ De vijf W-vragen: Wat Waartoe Wie Waar en Wanneer. Wat: De concrete uitwerking van wat de cliënt wil (aan)leren en / of verbeteren. Als een cliënt bijvoorbeeld ondersteuning nodig heeft die tot ontwikkeling van zijn mogelijkheden op het gebied van huishoudelijke vaardigheden leidt, dient heel concreet omschreven te worden aan welke huishoudelijke vaardigheden gewerkt gaat worden en op welke wijze. Waartoe: Welke doelen dienen behaald te zijn na de geboden ondersteuning? Met andere woorden: wat moet de ondersteuning uiteindelijk opleveren? De doelen moeten geëvalueerd kunnen worden en dienen daarom zo concreet mogelijk omschreven te worden. Wie: Wie zijn betrokken bij het realiseren van de doelen en waar bestaat ieders betrokkenheid uit? Hoe zijn de verantwoordelijkheden verdeeld? Waar: Kan het (aan)leren en / of verbeteren van de wensen van de cliënt op de woonvoorziening plaatsvinden of moet er een externe instantie bij worden betrokken en moet het op een andere locatie plaatsvinden? Wanneer: Welke tijdsfasering wordt er afgesproken?
10
Bijlage 3 ‘Suggesties voor vragen’ In deze bijlage zijn suggesties opgenomen, die een hulpmiddel kunnen zijn om met een cliënt over een thema in gesprek te raken. Per onderwerp zijn diverse vragen opgenomen. Van elk gesprek met de cliënt maakt de medewerker een verslag. Dit verslag wordt in het persoonlijk plan van de cliënt bewaard. Van ieder besproken thema wordt kort de essentie weergegeven: a) de beleving van de cliënt van zijn huidige situatie, b) zijn wensen voor de toekomst. Wanneer in het verslag uitspraken van de cliënt (in de ik-vorm) zijn weergegeven, dan dient door aanhaling- en sluittekens duidelijk aangegeven te worden dat het hier om een citaat gaat. Het is niet aan te bevelen om het hele verslag in de ik-vorm te schrijven, want dat geeft een vertekend beeld. Het zijn immers de bewoordingen van de persoonlijk ondersteuner. Het verslag eindigt met een inventarisatie van thema’s die in de persoonlijk plan bespreking aan de orde dienen te komen. Zelfbeeld en persoonlijke ontwikkeling • Heb je een handicap of ziekte waarmee rekening gehouden moet worden? • Hoe ervaar je je handicap? In hoeverre heb je daar last van? Kun je het accepteren? • Gebruik je medicijnen? • In wat voor stemming ben je meestal? • Hoe reageer je als iets je tegen zit of als iets anders loopt dan afgesproken? • Waar denk je over na (levensvragen)? Wat denk je dan? • Wil en kun je daar met iemand over praten? Met wie? • Ben je tevreden over jezelf? • Heb je vertrouwen in jezelf? • Ben je gelovig? • Hoe ben je daarmee bezig? • Wat betekent gelovig zijn voor jou? • Ben je wel eens ziek? Hoe vind je het om ziek te zijn? Wat denk je dan? • Wat betekent het voor jou als anderen ziek zijn, bijvoorbeeld je ouders, je medecliënten? • Denk je wel eens na over de dood? Wil en kun je daar met iemand over praten? Met wie? • Waar droom je wel eens van (iets wat je ontzettend graag zou willen)? • …………… Vaardigheden: wat wil iemand leren (maak hierbij ook gebruik van bijlage 3 ‘Suggesties voor thema’s’) • Zijn er dingen die je graag zou willen leren om verder te komen met datgene wat voor jou belangrijk is? • Zijn er nieuwe dingen die je graag eens zou willen leren? • …………… Keuzemogelijkheden en zeggenschap • Over welke dingen beslis je zelf elke dag, elke week of af en toe? Bijvoorbeeld kleding, besteding van geld, vakantie, vrijetijdsbesteding, met wie je omgaat, wat je eet, hoe laat je naar bed gaat. Loop de hele dag eens door met je persoonlijk ondersteuner en bekijk eens wanneer anderen voor jou beslissen. • Zou je over meer dingen zelf willen beslissen? Zo ja, waarover? Waarom doe je dat nu niet? • …………… 11
Zich bewegen in de samenleving • Waar ga je graag naar toe? • Op welke plaatsen buitenshuis kom je regelmatig (dagelijks, elke week, af en toe)? • Waar ga je alleen naar toe, waar ga je met een paar mensen naar toe en waar ga je met een grote groep naar toe? • Als je een van deze plaatsen wilt bezoeken, kom je dan moeilijkheden tegen? • Zijn er plaatsen waar je nu nog niet komt, maar waar je (zelfstandig) naar toe zou willen gaan? Of zijn er plekken waar je vaker dan nu naar toe zou willen gaan? • …………… Woonsituatie • Heb je het naar je zin in je huis? • Wat vind je prettig? • Wat vind je niet prettig? • Hoe vind je de mensen met wie je woont? • Wat vind je van je appartement? • Wat vind je van de begeleiding? • Hoe zou je het liefst willen wonen (met wie, accommodatie)? • ………… Werk / dagbesteding • Wat vind je van je werk? • Welke werkzaamheden/ activiteiten vind je leuk, fijn om te doen, of moeilijk om te doen en wat doe je niet zo graag? • Hoe zijn de mensen met wie je werkt? • Wat vind je van de begeleiding? • Is er iets dat je zou willen veranderen? • Zou je over een tijd misschien graag ergens anders of op een andere manier willen werken / iets anders willen doen? Zo ja, waar, wat, hoe? Vrijetijdsbesteding • Hoe vind je het om vrij te zijn? • Wat doe je zoal in je vrije tijd? • Doe je dat alleen of met anderen? • Wat vind je leuk om te doen? • Kun je je vrije tijd zelf invullen of heb je daar hulp bij nodig? • Verveel je je wel eens? Wat ga je dan doen? • Is er iets wat je zou willen doen in je vrije tijd en wat je nu nog niet doet? • ………… Contacten met familie, vrienden, en andere mensen (persoonlijke relaties) • Wie zijn je vrienden? • Wie helpt je als het nodig is? • Hoe maak je contact met andere mensen? Wat kan je goed? Wat vind je moeilijk? • Heb je genoeg vrienden en kennissen of zou je je vrienden- / kennissenkring willen uitbreiden? Zo ja, heb je daar ondersteuning bij nodig? • Zijn er ook mensen die bedreigend voor je zijn of die je vervelend vindt? Waarom? • Ben je graag bij anderen of ben je liever alleen? • ……………
12
Bijlage 4 ‘Suggesties voor thema’s’ Om samen met de cliënt een goed actieplan te schrijven kan de medewerker gebruik maken van dit overzicht van ontwikkelingstaken. Samen met de cliënt stelt de medewerker vast welke ontwikkelingstaken (nog) van toepassing zijn en welke ontwikkelingstaak de eerste prioriteit heeft. Hiervoor maken ze samen een actieplan. Positie t.o.v. de ouders • Loskomen van ouders ten behoeve van eigen leerproces. • Zelf beslissingen kunnen nemen over dagelijkse zaken, verzorging, gezondheid. • Goed evenwicht hebben in het thuis zijn en op visite / logeren gaan bij ouders. • Bij visite van ouders zelf dingen regelen (koffie zetten, attentie). Onderwijs / werk • Kunnen regelen van een passende dagbesteding (inzicht hebben in nut van dagbesteding, voor hoeveel dagen, en inzicht hebben in vrije dagen). • Regelen van praktische zaken (vervoer, ziekmelding, op tijd aanwezig zijn). • Zaken regelen met de contactpersoon op de dagbesteding. Vrije tijd • Kunnen plannen van vrije tijd (hobby, cursus, recreatie, ontspanning). • Goed indelen van de vrije tijd in relatie tot dagbesteding (niet teveel of te weinig). • Weten waar men terecht kan voor vrijetijdsbesteding. • Onderhouden van vrijetijdsbesteding. • Regelen van vervoer. Creëren en onderhouden van eigen woonsituatie • Kunnen uitvoeren van praktische huishoudelijke taken, zoals wassen, strijken, koken en boodschappen. • Weten wat er in het huishouden moet gebeuren en indien nodig om hulp vragen. • Zorgen voor de juiste middelen, zoals schoonmaakmiddelen, stofzuiger en wasmachine. • Indien wenselijk, afspraken kunnen maken om samen of alleen te eten. • Het kunnen regelen en contact kunnen onderhouden met bijvoorbeeld de thuiszorg. • Het appartement onderhouden / afspraken met de interieurverzorgster maken. Autoriteit en instanties • Kennen en accepteren van budget / uitkeringsmogelijkheden. • Kennen en accepteren van tijdsduur waarin vragen worden beantwoord. • Weten welke instanties je moet bellen en waarvoor. • Weten op welke manier er gecommuniceerd dient te worden. • Kennen van algemene regels van de woonvorm. • Kunnen invullen of hulp vragen bij het invullen van de papieren voor instanties over bovenstaande items. Gezondheid, uiterlijk en bijzonderheden • Weten wanneer je naar de huisarts, tandarts, ziekenhuis moet en dit kunnen regelen. • Indien nodig regelen van therapieën. • Zorgen voor goede voeding / dieet. • Zorg voor uiterlijk, zoals kleding, deodorant en haren. • Zorg dragen voor een goede lichamelijke conditie / nachtrust. • Goede houding aannemen. • Medicijnen.
13
Sociale contacten en vriendschappen • Netwerk ontwikkelen en / of in stand houden hiervan (vormen van steunstructuur). • Onderkennen van het belang van sociale contacten. • Wederzijdse acceptatie ten aanzien van de handicap. • Hulp vragen op het moment dat dit nodig is. • Contacten onderhouden met vrijwilligers. • Zichzelf kunnen vermaken. Intimiteit en seksualiteit • Kennen van mogelijkheden en beperkingen ten aanzien van intieme relaties en seksualiteit. • Weten waar je terecht kunt met vragen en het durven stellen van vragen. • Herkennen van verschillende gevoelens, zoals aardig vinden, verliefdheid en houden van. • Rekening houden met de gevoelens van een ander. • Inzicht in veiligheid en consequenties van onveiligheid. • Op de hoogte zijn van het beleid van de stichting met betrekking tot intimiteit en seksualiteit. Rekening houden met anderen • Herkennen en kunnen oplossen van conflicten. • Inzicht hebben wanneer iemand last heeft van jouw gedragingen. • Samen tot afspraken kunnen komen en compromissen sluiten. • Assertief kunnen zijn. Gebruik van basale infrastructuur • Het kunnen afleggen van trajecten met behulp van rolstoel, fiets, openbaar vervoer, taxi of aangepaste vervoersregeling. • Gebruik kunnen maken van verschillende communicatiemiddelen, zoals telefoon, fax, internet en computer. Communiceren • Kunnen luisteren naar een ander. • Op een goede manier kunnen communiceren (verbaal/non-verbaal). • Tijdig kunnen aangeven dat hulp nodig is, en het goed kunnen stellen van hulpvragen. • Basis sociale vaardigheden hebben en kunnen hanteren. • Pictogrammen kunnen hanteren. Financiën en administratie • Toezicht houden op uitgaven (leren bijhouden van een kasboek). • Kunnen hanteren van een verantwoord bestedingspatroon. • Kunnen lezen en opbergen van belangrijke papieren en weten waar ze liggen. • Inzicht hebben waarvoor men verzekerd moet zijn. Emotionele aspecten • Kunnen herkennen van uiteenlopende gevoelens zoals verdriet, geluk en boosheid. • Kunnen omgaan met gevoelens als verdriet, geluk en boosheid. • Inzicht hebben in eigen beperkingen / grenzen en hier mee om kunnen gaan. • Vertrouwen hebben in eigen kunnen. • Beslissingen kunnen nemen.
14
Algemeen • Weten waar je terecht kunt met hulpvragen en welke hulpmiddelen er zijn om hulpvragen op te lossen. • Weten hoe je aan informatie komt om keuzes te maken ten aanzien van de toekomst. • Inzicht hebben in algemene waarden en normen.
15