Hieronder staat een uitgebreide versie van Hoofdstuk 9 in het boek Open source software en standaarden, onder redactie van Jo Lahaye, als uitgegeven door Pearson Education met als ISBN nummer 978-90-430-1586-8. Dit hoofdstuk is in belangrijke mate geschreven door Jan Willem Broekema, voormalig programma-manager van OSOSS. Vanwege de actualiteit, is in het boek een verkorte versie opgenomen, die wel de hoofdlijnen van beleid, maar niet alle uitvoeringsorganisaties en maatregelen beschrijft. Om misverstanden te voorkomen, noemen we dit hoofdstuk Verdiepingshoofdstuk, omdat de indeling niet correspondeert met Hoofdstuk 9 in het boek. Verdiepingshoofdstuk: Politieke stellingname in Nederland en België In dit hoofdstuk krijg je een kijkje op politieke ontwikkelingen die bepalend zijn geweest voor de introductie van open standaarden en open source in Nederland. Ook maak je kennis met enkele van de vele organisaties die in Nederland actief zijn op dit gebied. V.1 Inleiding Zoals al eerder in het boek duidelijk werd, is de stellingname van overheden ten opzichte van de invoering van open standaarden en open source software een vrij bijzondere. Vandaar dat het, juist als ICT professional, belangrijk is om te weten wat er speelt op het politieke en ambtelijke toneel. In dit hoofdstuk gaan we aan de hand van de geschiedenis na wat er op politiek en bestuurlijk gebied gebeurd is en welke gevolgen dat heeft. Daarna volgt een klein deel van de vele organisaties die op not for profit basis zich sterk hebben gemaakt voor open standaarden en de toepassing van open source systemen in Nederland als de OpenDoc Society, ISOC en Holland Open. De motie Vendrik zouden wij u beslist niet willen onthouden. Deze motie was het eerste zwaarwegende geluid uit de Nederlandse Tweede Kamer die wees in de richting van open systemen. Dit leidde onder meer tot het programma Open Standaarden en Open Source Software (OSOSS). Dit politieke hoofdstuk werd op 12 december 2007 voorlopig afgesloten met het unaniem aannemen van het Actieplan Heemskerk, vernoemd naar staatssecretaris Heemskerk (PvdA), dat beoogt open standaarden en open source te stimuleren bij de Nederlandse overheid. Dit resulteerde onder meer in de oprichting van het programmabureau NOiV, Nederland Open in Verbinding. Actualiteit is deze snel ontwikkelende wereld is een relatief gegeven en daarom staat een groot deel van dit hoofdstuk online bij Pearson Education. Dat schept de ruimte om aandacht te schenken aan recente ontwikkelingen en verder uit te weiden over ambtelijke ontwikkelingen in Nederland. Verder zijn in het online hoofdstuk nog een aantal korte artikelen opgenomen die een beeld geven van jonge en nieuwe organisaties die zich geen bezighouden met open source en open standaarden in Nederland.
V.2 Motie Vendrik 2002 Al in 1998 werden er vragen gesteld in de Tweede Kamer over de opkomst van open source software; open standaarden waren destijds nog geen onderdeel van de discussie. In 1999 werd het ministerie van Economische Zaken door zijn attaché aan de ambassade bijgepraat over de ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Bij tijd en wijle werd het onderwerp weer opgepakt in het licht van de voortdurende discussies over de ontwikkeling van de elektronische overheid (e-overheid of egovernment). Er werd onder meer nagedacht over het opzetten van een bureau dat de mogelijkheden van open source software voor de overheid verder moest onderzoeken. Dat duurde tot 2002, het jaar waarin de Kamerleden Stuger, Netelenbos, Gerkens, Giskes, Jense, Van Dijke, Hessels en Vendrik een motie indienden die later bekend zou worden als 'de motie Vendrik', naar zijn bekendste pleitbezorger Kees Vendrik. Daarmee werd open source software opeens een politiek onderwerp en de dynamiek verandert dan heel snel. V.2.1 De motie De tekst van de motie (Tweede Kamer, vergaderjaar 2002-2003, 28 600 XIII, nr. 30) is om verschillende redenen interessant: * constaterende, dat software een cruciale rol speelt in de kennissamenleving; * voorts constaterende, dat de aanbodzijde van de softwaremarkt op dit moment sterk geconcentreerd is en het veranderen van leverancier vaak hoge overstapkosten met zich brengt; * van mening, dat dit de mededinging beperkt en de samenleving niet optimaal profiteert van de mogelijkheden die software biedt; * verzoekt de regering zich maximaal in te zetten om hier verbetering in aan te brengen; * verzoekt voorts de regering ervoor te zorgen dat in 2006 alle door de publieke sector gebruikte software aan open standaarden voldoet; * verzoekt voorts de regering actief de verspreiding en ontwikkeling van software met een open broncode (open source software) in de publieke sector te stimuleren en hiervoor concrete en ambitieuze doelstellingen te formuleren.
In de eerste plaats is het bijzonder dat een links Kamerlid (Vendrik is GroenLinks) zich richt op de vrije marktwerking en de economische effecten. Ten tweede is
opvallend dat de motie in het geheel niet gaat over de effectiviteit en efficiëntie van de e-overheid, maar alleen over de economische effecten. Kennelijk hebben de opstellers geen randvoorwaarden willen stellen. Als derde is de prominente positie van open standaarden van groot belang; hier wordt onderkend dat het gebruik van open standaarden van groter belang is dan de invoering van open source software voor de gewenste effecten. V.2.2 Misverstanden De motie Vendrik wordt regelmatig door voorstanders van open source software verkeerd uitgelegd. Men doet alsof Vendrik cs schreef dat de invoering van open source software een verplichting is en dat is feitelijk onjuist. In het kort komt het er op neer dat open standaarden moeten en dat men over open source software moet nadenken. Dat is in lijn met de Nederlandse en Europese richtlijnen op het gebied van het verwerven van ICT diensten en producten. De motie Vendrik is 'kamerbreed' (zonder een tegenstem) door de Tweede kamer aangenomen en dient door de regering te worden uitgevoerd. Voor alle duidelijkheid nogmaals: de achtergrond voor het regeringsbeleid in dit geval is dus een economische motivering. Het gaat om vrije marktwerking en het doorbreken van monopolies; het gaat dus niet om de open ontwikkelmethode of het ter beschikking hebben van de broncode. Het is voor de invoering van open source software bij de overheid van groot belang om ook deze beleidsargumenten goed in het vizier te houden: de gelden namelijk niet in de private sector maar eigenlijk alleen voor overheden. Vandaar dat de verplichting om open standaarden te gaan gebruiken een belangrijke rol is gaan spelen. V.2.3 Belang van open standaarden Waar open source software primair belangrijk is als je de code wilt kunnen aanpassen, verbeteren of op zijn minst inspecteren, daar zijn open standaarden van belang als je programmatuur informatie wilt laten delen en uitwisselen: de interoperabiliteit speelt de hoofdrol. Interoperabiliteit is voor overheden van het grootste belang om verschillende systemen aan elkaar te koppelen. Denk daarbij aan de sociale wetgeving en uitvoering, aan de belastingdienst, aan de basisadministratie van de gemeenten. Als iemand het intellectueel eigendom heeft op een koppelvlak, dan heeft die persoon of organisatie ook de rechten om te bepalen wie hoe kan en mag koppelen. Zorgen maakt de overheid zich ook over de houdbaarheid van allerlei digitale bestanden: het digitaal erfgoed. Besluiten van overheden moeten vaak lang, heel lang bewaard kunnen worden, ten minste twintig jaar en soms meer dan een eeuw. De kans dat de bijbehorende (gesloten) software dan nog beschikbaar is en dat het intellectueel eigendomsrecht op de bestandsdefinitie vrij is, is bijzonder klein.
Open source software maakt de mogelijkheden groter omdat de specificaties beschikbaar zijn en iedereen software kan maken die de (open) bestanden kan openen: open standaarden zorgen voor keuzevrijheid van leveranciers en open source software bevordert de toepassing van open standaarden. De motie Vendrik heeft een verband gelegd tussen open standaarden en open source software. Wij moeten niet vergeten dat open source software ook met gesloten standaarden om kan gaan en gesloten software met open standaarden. 'Open' heeft niets te maken met 'er over beschikken' maar met het juridische recht om te gebruiken. Dat wordt nog wel eens vergeten: 'kunnen' is niet hetzelfde als 'mogen'. V.3 OSOSS 2003-2005 Deze voorgeschiedenis leidde tot de inrichting van het programma Open Standaarden en Open Source Software (OSOSS) in 2003 door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken. Het belangrijkste doel was onderzoek, kennisdeling en promotie van de begrippen open standaard en open source software. Het team van een dozijn adviseurs, evenredig verdeeld over open standaarden en open source software, richtte zich op voorlichting, vraagbaak, advies en stimulering. Er werden contacten gelegd met de wereld van de standaardisatie en die van de open source community's. Een grote en handige hoeveelheid bronmateriaal kwam zo ter beschikking, niet alleen van de overheid maar van iedereen die iets met dit onderwerp wilde. V.3.1 Marketing-instrumenten OSOSS Zo werden er OSOSS CD's verdeeld met open source software (zelfs één samen met GovCert met beveiligingssoftware), kwamen er product- en leverancierslijsten op de website en werden ondersteunde en geslaagde projecten vermeld. Voor dat laatste had de overheid de beschikking over projectfondsen, die door OSOSS en Syntens (OASE) in open source stimuleringsprojecten besteed konden worden. Noemenswaardige resultaten waren onder meer de Licentiewijzer, die een juridisch onderbouwd overzicht geeft over de verschillende licentietypes die de open source wereld kenmerken Ook werd een overzicht samengesteld van Fabels en Feiten dat een overzicht geeft van veelgehoorde geruchten en tegenargumenten bij de invoering of overweging van open source software. Ook de jaarlijkse conferentie over open source software en open standaarden, het OSOSS Congres werd in deze periode op stapel gezet. Daar ontmoeten de community's, de ICT leveranciers en afnemers uit de publieke sector elkaar. Het onderwerp kwam daarmee op tafel bij overheden en hun ICT-afdelingen en sommige ICT leveranciers zagen hier kansen in de overheidsmarkt. December 2004 kwamen vaktijdschriften als Automatisering Gids, Webwereld en Computable met berichten dat 'in het diepste geheim' met Microsoft was onderhandeld over de levering van de nieuwste software voor de 250.000 desktops van de centrale overheid ter waarde van een slordige €150.000.000.
V.3.2 Politieke vraagstellingen Dat leidde tot zeer kritische vragen in de Tweede Kamer van Gerkens (SP), Van der Laan en Bakker (D'66), Vendrik (Groen Links) en van Dam (PvdA), onder meer over het Europese aanbestedingsrecht, de motie Vendrik, de beleidslijnen van OSOSS. Een zeer duidelijke vraag was 'waarom de overheid van zins is op deze schaal zaken te doen met een bedrijf dat op hetzelfde moment door diezelfde overheid veroordeeld is wegens overtreding van de mededingingswet'. Ook organisaties als Bits of Freedom, de Consumentenbond, Internet Society Nederland – de ISOC-, Nederland Kennisland, Novell, Red Hat Benelux, de Nederlandse Linux- en Unixgebruikersgroepen, Stichting NL.net, de Vereniging Open Source Nederland en Vrijschrift verzetten zich publiekelijk tegen de gang van zaken. De deal wordt afgeblazen. De motie Vendrik staat hierdoor weer uitdrukkelijk op de politieke agenda en de komende jaren zal met enige regelmaat in de Vaste Kamercommissie voor Economische Zaken naar de status van de uitvoering gevraagd worden.
Manifest Open overheden De bij dit manifest betrokken overheidsorganisaties, ofwel bij het opstellen dan wel door latere onderschrijving ervan, hechten in hun ICT strategie sterk aan de volgende vier elementen van openheid: * Leveranciersonafhankelijkheid - Oplossingen kunnen door meer partijen worden onderhouden. Oplossingen kunnen op verschillende platforms werken. * Transparantie, controleerbaarheid en beheersbaarheid - De werking van oplossingen is inzichtelijk om te voldoen aan de wettelijke bepalingen van de WBP, om audits uit te voeren en voor controle op de informatiebeveiliging. * Interoperabiliteit - Pakketonafhankelijke koppelingen en open standaarden volgens de OSOSS definitie in toepassingsgebieden als tekstverwerker, middleware, mail, agenda en geografische informatiesystemen. * Digitale duurzaamheid - Oplossingen kunnen onderhouden worden door anderen dan eerste leverancier en er is ruimte voor latere innovatie. De gegevensopslag geschiedt in een toekomstvast formaat. Het programma OSOSS onderschrijft deze elementen als belangrijke eigenschappen om als gebruiker van systemen voldoende vrijheid te houden en om als overheid verantwoording af te kunnen leggen over beleid en uitvoering. De ‘open’ overheidsorganisaties vragen hun leveranciers met nadruk rekening te houden met deze wensen omdat zij altijd deel uitmaken van aanbestedingsprocedures, ook bij outsourcing. De kracht van het Manifest zit in de logica: hier kan je met een beetje goede wil niet tegen zijn. Het sluit aan op enkele andere elementen die binnen de ontwikkeling van de e-overheid een rol spelen, zoals de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP),
de projecten rond digitale duurzaamheid, vergrote en open interoperabiliteit en veiligheid en natuurlijk op de motie Vendrik. De boodschap aan de ICT branche is hier ook: u hoeft uw producten niet opensource te maken als je er maar wel mee kunt koppelen. Maar als je volledig aan alle elementen wilt voldoen, dan is open source software de juiste keus. V.4 Nieuwe Kamervragen Eind 2006 wordt de motie Vendrik opnieuw op de agenda gezet van de Vaste Kamercommissie voor Economische Zaken. Het debat wordt precies gepland op de datum van het jaarlijkse congres van OSOSS maar op het allerlaatste moment wordt het onderwerp naar begin 2007 geschoven. De nieuwe staatssecretaris van Economische Zaken, Frank Heemskerk, biedt op basis van de vragen uit de Kamer aan om voor Prinsjesdag met een nieuw plan te komen om het onderwerp versneld ingang te doen vinden. September 2007 wordt het actieplan Nederland Open in Verbinding aangeboden aan de Tweede Kamer, door de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ank Bijleveld. De dag voor het jaarlijkse OSOSS congres wordt het actieplan in de Tweede Kamer besproken en met een klein aantal aanvullingen aangenomen. Femke Halsema (GroenLinks) meende dat de Kamerleden het nooit eerder zo met elkaar eens waren geweest. V.4.1 Nederland Open in Verbinding Het actieplan Nederland Open in Verbinding bestaat uit een groot aantal stappen die de overheid moet zetten om te zorgen dat aan de motie Vendrik voldaan wordt. De term 'actieplan' is bewust gekozen te voorkomen dat het weer een beleidsstuk wordt. Het voert te ver om het actieplan hier in detail te bespreken maar de hoofdlijnen zijn van groot belang voor het succes van open standaarden en open source software binnen de Nederlandse overheid. De doelstellingen zoals beschreven in het actieplan zijn: * vergroten van de interoperabiliteit tussen en met de verschillende bouwstenen en vormen van dienstverlening van de eOverheid door versnelling aan te brengen in het gebruik van open standaarden; * verminderen van de afhankelijkheid van leveranciers bij het gebruik van ICT door versnelde inzet van open standaarden en open source software; * bevorderen van een gelijk speelveld op de softwaremarkt en voorts bevorderen van de innovatie en de economie door het gebruik van open source software krachtig te stimuleren en bij opdrachten de voorkeur te geven aan open source software bij gelijke geschiktheid. V.4.2 Aandachtspunten van het kabinet
Na wat hiervoor gezegd is over de bijzondere elementen van de motie Vendrik zien we hier dat de e-overheid hier opeens wel een plaats krijgt en wel binnen het thema interoperabiliteit en open standaarden. Het actieplan is ook specifieker in wat bereikt moet worden - het is een toezegging van de regering aan de Kamer. Het Kabinet ziet punten die in elk geval aandacht behoeven: * het optreden van een “legacy”-problematiek, als gevolg van juridische en financiële verplichtingen door bestaande, soms langlopende contracten met leveranciers; technische afhankelijkheid van bestaande, oude systemen (“installed base”) en de lange levensduur van maatwerk-software; * het streven van leveranciers om geïntegreerde oplossingen te bieden en het inzetten van selectieve kortingen ter bescherming van de eigen markt, waardoor “vendor lock-in” situaties zijn ontstaan (open standaarden en architectuur zijn voorwaarden voor de mogelijkheid tot migratie naar open source software); * terughoudendheid bij systeembeheerders en ICT-managers ten aanzien van migratie naar open alternatieven, deels door onbekendheid met of onjuiste beeldvorming rond de materie, deels door onduidelijkheid over de business case (waarbij de efficiënte bedrijfsvoering centraal staat en niet altijd plaats is voor kosten die voor de baat uitgaan gegeven de financieringssystematiek op jaarbasis); * het niet in alle situaties beschikbaar zijn van bruikbare open standaarden. V.4.3 Waarop wordt ingezet met het actieplan Heemskerk Het actieplan gaat uit van het inzetten op de volgende punten (de onderstrepingen en vette zetting zijn van de auteur): * brede toepassing van open standaarden door het ‘comply-or-explain and commit’ principe in te voeren bij opdrachten van Rijksdiensten vanaf april 2008 en voor de overige overheden en instellingen vanaf december 2008. * Om hen daarbij te ondersteunen wordt een basislijst open standaarden (januari 2008) en een raamwerk voor interoperabiliteit opgesteld (basisversie in juni 2008) met richtinggevende keuzes voor de ontwikkeling en het gebruik van standaarden; * implementatiestrategieën voor de aanbesteding, inkoop en het gebruik van open source software te realiseren door alle ministeries (januari 2009) en door mede overheden en instellingen in semi-publieke sectoren (onderwijs, zorg, sociale zekerheid) in januari 2010; * stapsgewijze invoering van de open standaard ODF (Open Document Format) voor het lezen, schrijven, uitwisselen, publiceren en ontvangen van documenten (uiterlijk januari 2009 door alle ministeries en mede-overheden ondersteund) op weg naar grootschalig gebruik van open document formaten voor overheidstoepassingen. V.4.4 Concrete actielijnen Actieplan Heemskerk
Vervolgens geeft het actieplan Nederland Open in Verbinding zeventien concrete actielijnen die in de periode tot 2012 tot resultaten moeten leiden. De Kamer geeft er nog twee actielijnen bij. - Het College Standaardisatie publiceert in januari 2008 een basislijst met open standaarden (checklist) ten behoeve burgers, bedrijven en overheden. Deze lijst wordt vervolgens onderhouden en verder aangevuld. - Overheden en instellingen uit de (semi-)publieke sector voeren vanaf 2 april 2008 (Rijksdiensten) of 31 december 2008 (mede-overheden en overige instellingen) het “comply-or-explain and commit”-principe in bij ICT-opdrachten (inkoop en aanbestedingen) voor het toepassen van open standaarden bij nieuwbouw, verbouw of contractverlenging. - Op voordracht van het College Standaardisatie wordt, ter nadere uitwerking van de NORA, een interoperabiliteitsraamwerk opgesteld dat uitgangspunten aangeeft voor het toepassen van standaarden zodanig dat interoperabiliteit bevorderd wordt. De basisversie zal in juni 2008 beschikbaar zijn. - ICT-opdrachten kunnen tijdig voor de gewenste publicatiedatum vrijwillig voor advies over open standaarden worden voorgelegd aan een programmabureau. - Handhaving van de inzet van open standaarden geschiedt op basis van high trust met daarop toegesneden lichte instrumenten als monitoring en ranking. - Rijksdiensten ondersteunen vanaf april 2008, naast de huidige bestandsformaten, ODF voor lezen, schrijven en uitwisselen van documenten. Mede-overheden en overige instellingen volgen zo snel mogelijk, doch uiterlijk december 2008. - Alle ministeries hebben in januari 2009 een implementatiestrategie ontwikkeld voor de aanbesteding en inkoop en het gebruik van open source software; in juni 2008 meer dan de helft van de ministeries. Dit kan uiteraard ook betrekking hebben op gezamenlijke of interdepartementale implementatiestrategieën. - Mede-overheden en overige instellingen (onderwijs, zorg, sociale zekerheid) hebben in januari 2010 een implementatiestrategie ontwikkeld voor de aanbesteding, inkoop en het gebruik van open source software. - Goed voorbeeld doet volgen. Voorhoedelopers worden gestimuleerd. - Communicatie en samenwerkingsverbanden: in het najaar van 2007 en het voorjaar van 2008 zal het Ministerie van EZ met het Ministerie van BZK communicatie-bijeenkomsten organiseren met bedrijven, leveranciers en de diverse overheidsdoelgroepen om de plannen toe te lichten en te komen tot praktische afspraken voor de uitvoering daarvan. - Stimuleren beleid in Europa: het Kabinet zal, daar waar relevant en mogelijk, zich actief inspannen om het gebruik open standaarden en open source software in Europees verband te bevorderen. Niet alleen in de diverse comités en werkgroepen ter voorbereiding van Europees beleid, maar ook bijvoorbeeld als vereiste bij het indienen van bestek voor de eGovernement Awards van de Europese Commissie.
•
Vanaf januari 2008 zal een programmabureau worden ingericht om de actielijnen actief te ondersteunen. Het bureau zal de motor zijn achter de invoeringsplannen. Dit wordt bewerkstelligd met voorlichting, doelgericht advies en op maat gesneden praktijkondersteuning aan rijk, provincies, gemeenten en andere publieke instellingen.
•
Uiteindelijk doel blijft het daadwerkelijk gebruik van open standaarden en open source software in een hogere versnelling te brengen. Daarnaast zal het bureau [...] rapporteren ten behoeve van de jaarlijkse Voortgangsrapportage Rijksbrede ICT-Agenda en eOverheid. Onder meer zal jaarlijks een prijs ter beschikking worden gesteld voor de Meest Open Publieke Organisatie. Met de inrichting van een programmabureau wordt tevens invulling gegeven aan de follow-up van programma OSOSS [...].
- Door de juiste momenten te kiezen en een goede businesscase te maken kunnen onnodige migratiekosten voorkomen worden. Het gaat om (nieuwe) aanbestedingen ten behoeve van nieuw- en verbouw en contractverlenging van ICT. Onder nieuwbouw wordt ook vervanging begrepen. Voor onderdelen van de rijksdienst die als voorlopers snel (verder) willen migreren naar open standaarden en open source software zal bij de uitwerking van het uitvoeringsplan nader worden bezien hoe daar invulling aan kan worden gegeven. •
Het [...] Rijk heeft met ICT~Office een verklaring ondertekend((noot: tekst is aangepast aan actualiteit: verklaring is namelijk getekend op 17 september 2007)) ter verbetering van de samenwerking tussen de rijksoverheid en het ICT-bedrijfsleven.
•
Daarin is vastgelegd dat gegeven het belang voor de overheid van het gebruik van open standaarden, de overheid naar zoveel mogelijk gebruik van open standaarden voor ICT systemen streeft ten behoeve van de communicatie naar burgers en bedrijven.
•
In het bijbehorende “programma op hoofdlijnen” hanteert de overheid de volgende vertrekpunten: Leveranciersonafhankelijkheid, Interoperabiliteit, Transparantie, controleerbaarheid en beheersbaarheid en Digitale duurzaamheid. [...]
- Het Kabinet zal gaan onderzoeken in hoeverre alle in eigen beheer/opdracht ontwikkelde software [...] in beginsel onder een open source softwarelicentie is vrij te geven, opdat meer software voor hergebruik door de Nederlandse economie beschikbaar komt, de openbaarheid van bestuur versterkt wordt en de aansluiting op elektronische overheidsdienstverlening verder verbeterd wordt. Dit kan betekenen dat de overheid in aanbestedingen het voorbehoud moeten maken ook de Intellectuele Eigendom te verkrijgen van de ontwikkelde software. [...] - Om inzicht te krijgen of, aanvullend op de eerdere genoemde actielijnen, op termijn extra acties nodig zijn, zal het Kabinet de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) om onderzoek vragen naar de werking van de Nederlandse softwaremarkt. [...] - Onderzoek economische effecten van open source software Het CPB wordt gevraagd om economisch onderzoek te doen naar de relatie tussen het stimuleren van open source software en effecten daarvan op innovatie en concurrentie in de ICT-sector. [...]
- (toegevoegd) Het inrichten van een meldpunt voor het toepassen van gesloten standaarden. - (toegevoegd) Het inrichten van een 'open standaarden brigade'. Het zal duidelijk zijn dat plan ambitieus is maar dat het zeker zijn gevolg zal hebben voor de ICT-sector en de economie.
V.5 NOiV - het programma Het in de actielijnen van het plan Heemskerk beschreven programma is dus feitelijk de opvolger van OSOSS, maar met een werkopdracht die minder ruimte laat. Ook al is het budget van het programmabureau NoiV - www.noiv.nl-, zoals het in het kort is gaan heten, een veelvoud van dat van OSOSS, een groot aantal mensen zal men niet in dienst nemen. Het bureau zal in elk geval de oude rol van vraagbaak en loket niet laten vallen, zo ook zal de algemene voorlichting naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst een belangrijke rol spelen. Belangrijk is dat men voorziet dat veel gebruik gemaakt zal worden van derde partijen zoals de OpenDoc Society, HollandOpen, ISOC en het Grote Gemeente Overleg. V.5.1 Forum en College Standaardisatie Een bijzondere rol is weggelegd voor het Forum en College Standaardisatie omdat deze zijn aangewezen als wegbereider naar interoperabiliteit op basis van open standaarden. NOiV zal het kanaal zijn waarlangs deze informatie zijn weg naar de betrokkene kan vinden. Het werkterrein is dus weer terug bij de oorspronkelijke situatie, waarin OSOSS zich niet bemoeide met de technische, semantische of organisatorische standaard maar wel met de wijze waarop de standaard tot stand komt, gebruikt kan worden en onderhouden wordt: de openheid. De kwartiermakersfase van het bureau NOiV is op het moment van schrijven nauwelijks afgerond door het oude OSOSS-team en de komende tijd zal blijken op welke wijze het bureau invulling gaat geven aan zijn werktaak. Aan NOiV geliëerde partijen als het Kenniscentrum voor de elektronische overheid en EGEM zullen een belangrijke rol moeten spelen.
V.6 ICT beleid bij de overheden in België Politiek gezien zit België niet zo eenvoudig in elkaar: naast de federale regering kent België namelijk ook nog een aantal Gewest- en Gemeenschapsregeringen, die elk een eigen ICT-beleid mogen voeren. Gelukkig zijn de verschillende overheden vertegenwoordigd in technische werkgroepen, zodat er toch voldoende overleg mogelijk is.
V.6.1 Standaarden bij de Federale Overheid Standaarden hebben altijd al een grote rol gespeeld in e-government projecten, maar tot eind 2003 hadden de federale overheidsdiensten (FODs) hierover nog geen formele afspraken vastgelegd. In december van dat jaar besloten de ICT-directeuren dan ook om via de Permanente ICT Stuurgroep (de PICTS) een aantal richtlijnen op te stellen rond het gebruik van open specificaties en open standaarden. Het doel was om de verschillende systemen beter te laten samenwerken en tegelijkertijd minder afhankelijk te worden van specifieke leveranciers. Anders gezegd: het verbeteren van de interoperabiliteit en het vermijden van de beruchte “vendor lock-in”. Op lange termijn zorgen deze factoren voor een verhoogde flexibiliteit en een efficiëntere dienstverlening. De richtlijnen werden in juni 2004 door de Ministerraad goedgekeurd, en enkele maanden later was de eerste lijst van standaarden een feit. Uiteraard is dit geen definitieve lijst: door de razendsnelle evolutie die het ICT-landschap doormaakt, moeten bestaande en nieuwe standaarden voortdurend opgevolgd en geëvalueerd worden. Fedict - de federale overheidsdienst ICT - speelt hierin een belangrijke rol. V.6.2 Documentformaten Op het gebied van documentformaten ging men nog een stapje verder. In juni 2006 gaf de Ministerraad zijn goedkeuring aan een bijkomende richtlijn, die bepaalt dat de overheidsdiensten een open standaard dienen te gebruiken bij het uitwisselen van kantoordocumenten. Het volstaat dus niet dat de beschrijving van het formaat (bijna) gratis beschikbaar is, ze moet ook nog eens vrij zijn van juridische beperkingen en onderschreven zijn door een (internationale) standaardenorganisatie. In de praktijk mogen de FODs - vanaf september 2008 - elkaar alleen nog maar kantoordocumenten toesturen in OpenDocument Format (ODF). Het is echter niet uitgesloten dat er in de toekomst nog andere formaten toegelaten zullen worden. V.6.3 Open source bij de Federale Overheid Om leveranciersafhankelijkheid te vermijden, is het absoluut noodzakelijk dat de broncode van maatwerk-software beschikbaar blijft. Bedrijven die specifieke software voor de Federale Overheid ontwikkelen, zijn dan ook sinds 2004 verplicht om de originele broncode af te staan. Natuurlijk mogen de leveranciers nog steeds commerciële standaardpakketten verkopen of voorstellen om over te schakelen naar open source producten, maar dat laatste is zeker niet verplicht. Per project wordt er immers bekeken welke software op lange termijn de beste prijs/kwaliteit-verhouding oplevert. Dat kunnen open source programma's zijn, maar het kan evengoed gaan om “gesloten” software of een combinatie van beide licentievormen. Een mooi voorbeeld hiervan is de nieuwe portaalsite belgium.be, die gebruik maakt van zowel een commerciële Oracle database als het open besturingssysteem Linux.
Vragen en opdrachten: Download: Laatste versie actieplan Heemskerk
1 Wat waren de 3 hoofdlijnen van de motie Vendrik? 2 Beschrijf hoe deze elementen terugkomen in latere ontwikkelingen zoals je die in de online versie van dit hoofdstuk kunt terugvinden. Doe hetzelfde met het Actieplan Heemskerk (online beschikbaar bij EZ: URL ) 3 Wat is het belangrijke aan open standaarden? 4 Hoe heeft de motie Vendrik een brug gelegd tussen open standaarden en open source? 5 Welke marketing-instrumenten hanteerde het programma OSOSS? 6 Wat voor politieke vraagstellingen maakte het programma OSOSS los? 7 Wat voor actielijnen gaat het Actieplan Heemskerk volgen? 8 Hoe verhouden de ontwikkelingen in België en Nederland tot elkaar?