VERDER MET “LEVEN VAN DE BRON” Visie pastoraal team parochie Onze Lieve Vrouw van Amersfoort 24 oktober 2011 1. Waar staan we nu, medio 2011? De parochie Onze Lieve Vrouw van Amersfoort is een jaar geleden gefuseerd, maar het fusieproces is nog niet achter de rug. Parochiebestuur, pastoraal team, gemeenschappen en kader zijn op organisatorisch niveau nog druk bezig om invulling te geven aan wat nodig is in de nieuwe structuur (pastoraatsgroepen-locatieraden-adviesraad). Het kost tijd en energie om te wennen aan nieuwe rollen en taken. Het pastoraal team, zelf ook zoekend naar de precieze invulling van de nieuwe rol, probeert hierin te coachen en te begeleiden. Voor parochianen leeft de parochie OLVA nog weinig. Men probeert op de locatie het oude vertrouwde overeind te houden zolang het nog lukt. In de communicatie en publiciteit (website en Mirakel) worden de locaties uitgenodigd om naar buiten te treden en elkaar te informeren. Tegelijk wordt de parochianen een gevoel bij de parochie als geheel aangeboden. In deze overgangsfase nemen de omgang met heden en verleden, onvermijdelijk, nog veel tijd in beslag. Er is vooralsnog weinig energie om visionair vooruit te kijken. Het algemene beeld is: we doen maar door en proberen zo lang mogelijk alle bordjes in de lucht te houden. Weinigen lijken doordrongen van de ernst van de situatie. Als we echter kijken naar (het verloop in) aantallen kerkgangers, of naar aantallen gedoopte kinderen die nog het Vormsel ontvangen, of naar wie het grootste deel van de kerkbalans bijdraagt (75-plussers), dan is het vijf voor twaalf1. Toch geven we eigenlijk nog maar weinig uitvoering aan het missionaire en vernieuwende deel in ons beleidsplan “Leven van de Bron”. Begrippen als “gemeenschap van gemeenschappen” en “de vier kernwaarden” worden wel genoemd maar nog niet echt geoperationaliseerd. De voorgestelde vernieuwende projecten komen ook vanuit het pastoraal team nog onvoldoende van de grond. Er wordt op allerlei gebied hard gewerkt maar het lijkt erop dat we op dit moment niet met de juiste zaken druk bezig zijn. Voor veel mensen is de kerk, of beter gezegd de eigen kerk om de hoek, een soort van thuis, een gemeenschap waarin men zich vertrouwd en gekend voelt. Deze ons-kent-ons sfeer waarin men geheel kan opgaan, biedt vaak weinig ruimte voor nieuwe initiatieven, zeker omdat op dit moment op veel plekken de menskracht ervoor ontbreekt. Bovendien sluit dit gemeenschap-zijn op alle vlakken niet goed aan bij waar hedendaagse mensen naar op zoek zijn. Het is dan goed om terug te gaan naar waar het ons oorspronkelijk om te doen was. Je thuis voelen in de geloofsgemeenschap is belangrijk, maar uiteindelijk gaat het erom dat we met elkaar een gemeenschap vormen die ook voor anderen een ‘huis voor de ziel’ kan zijn2.
1
Volgens de prognoses van het Kaski gaat het aantal kerkgangers in Amersfoort verder dalen van 1.431 in 2008 naar 1.090 in 2015 naar 855 in 2020. Het aantal doopsels daalt van gemiddeld 156 in 2004-2008 naar 110 in 2015 naar 85 in 2020. Het aantal vormsels daalt van gemiddeld 86 in 2004-2008 naar 65 in 2015 naar 55 in 2020. Volgens de Kerncijfers 2009 van het Kaski (voor heel Nederland) is van 2005 tot 2009 het aantal (RK) doopsels als percentage van het aantal geboortes gedaald van 16,9 naar 13,5 %. Het aantal vormsels als percentage van het aantal doopsels 12 jaar daarvoor was in die periode stabiel rond de 54 %. In Amersfoort ligt dit laatste percentage op circa 20%. 2 De uitdrukking ‘huis voor de ziel’ ontlenen we aan Henk de Roest, Een huis voor de ziel: Gedachten over de kerk voor binnen en buiten, Zoetermeer 2010.
Pagina 1 van 5
2. De kerk die we willen zijn In een ‘huis voor de ziel’ is er zorg voor de innerlijke ruimte (ziel) van mensen, worden levenservaringen en levensverhalen van mensen in verband gebracht met God en vindt onmoeting plaats tussen mensen en tussen mensen en God. Juist in deze tijd waarin zoveel mensen op zoek zijn naar spiritualiteit en zinbeleving willen wij vanuit onze eigen katholieke traditie dit ‘huis’ gestalte geven. God nodigt ons uit tot voortgaande ontmoeting en een liefdesverhouding met Hem. Juist omdat we een gelóófsgemeenschap zijn, een gemeenschap die leeft van Gods belofte voor mensen, leggen we ons niet neer bij krimp en afbrokkeling. We zullen kleiner worden, maar we willen tegelijk slagvaardiger, vitaler en aantrekkelijker worden om ons geloof te kunnen blijven delen met de mensen om ons heen. Onze missie is het Gods uitnodiging aan zoveel mogelijk mensen door te geven en op zoveel mogelijk plekken te laten klinken en voelen (zie ‘Onze missie’ op de website). Op dit moment lukt ons dat onvoldoende. Beeldend gezegd: we hebben goud in handen, maar de goudzoekers zoeken het niet meer bij ons. Dat is voor de goudzoekers jammer, maar voor ons, op den duur, desastreus. Om een ‘huis voor de ziel’ gestalte te geven, waar vele zinzoekers een plek kunnen vinden, hebben we eerder al het beleidsplan “Leven van de Bron” ontwikkeld. Daarop grijpen we terug, in het bijzonder op het volgende: - “Doen wat Hij zegt en zeggen wat Hij doet.” Vanuit aandacht voor mensen en voor wat God ons daarin zeggen wil, wil onze gemeenschap gastvrij en dienstbaar zijn aan mensen en op die manier aanwezig in de Amersfoortse samenleving. - “Gemeenschap van gemeenschappen” zijn, dat wil zeggen: 1) een gevoel van saamhorigheid ontwikkelen voor de grote parochie OLVA, 2) tegelijk een parochiebreed aanbod van activiteiten realiseren waarin de eigen kracht van locale gemeenschappen de ruimte krijgt en wordt versterkt, en 3) parochianen zich vertrouwd en gekend laten voelen in een locale en nabije gemeenschap. - “Nieuwe missionaire initiatieven”, dat wil zeggen die eigentijdse vormen van pastoraat en pastorale voorzieningen, die gericht zijn op mensen die niet bereikt worden met ons huidige aanbod. Om het bovenstaande concreet invulling te geven, willen we in ons pastorale aanbod onderscheid maken tussen: 1) het aanbod aan traditionele parochieactiviteiten: eucharistievieringen, sacramentencatechese en –bediening, crisispastoraat en caritas (drager: het pastoraal team) 2) het organiseren van de nabijheid aan mensen vanuit en door de plaatselijke geloofsgemeenschap (drager: de locale gemeenschap) 3) structurele ruimte voor het bij de tijd brengen van het pastoraat, ofwel ‘pastoraal ondernemerschap’ (dragers: zowel parochianen als leden van het pastoraal team)3.
Met ‘pastoraal ondernemerschap’ bedoelen we o.a.: nieuwe, creatieve initiatieven ondernemen; open aanbod voor mensen die zoeken naar zin, spiritualiteit en religiositeit; ruimte bieden aan mensen vanuit het besef dat wij van hen kunnen leren; gerichtheid op de samenleving; ruimte voor het experiment, d.w.z. dingen wagen zonder garantie op succes. 3
Vanuit het bisdom wordt deze drieslag door de Adviescommissie Pastorale Organisatie (APO) naar voren geschoven als behulpzaam bij de vernieuwing van het pastoraat.
Pagina 2 van 5
In onze laat-moderne samenleving stellen zinzoekers hun eigen religie samen, niet meer vanuit een strak georganiseerde collectiviteit maar vanuit diverse netwerkgemeenschappen4. Als we daarbij aansluiting willen zoeken, dan moeten we de vanzelfsprekendheid van onze territoriale parochiestructuur tussen haakjes durven zetten en zoeken naar aansluiting bij deze netwerken. Zo kan gemeenschap ontwikkeld worden vanuit de vraag: waar wordt nu echt gevierd, geleerd, gediend, getuigd? Nieuwe initiatieven lijden in de kerk vaak schipbreuk doordat ze niet passen in de planning, niet bij de juiste persoon zijn aangemeld en er te lang en teveel over vergaderd wordt. De parochie beschikt over gebouwen, tradities, rituelen, kunstvoorwerpen en allerlei andere onvoorziene schatten die kunnen helpen nieuwe dingen mogelijk te maken. Voor het kader van de parochie (professionals en vrijwilligers) betekent dit: 1. waarnemen wat er is aan religieus verlangen, zinbeleving en kerk-zijn 2. niet hinderen: mensen de ruimte en het vertrouwen geven om hun initiatief uit te proberen 3. faciliteren: mensen de ruimte en het vertrouwen geven gebruik te maken van wat de parochie in huis heeft 4. modereren: bij nieuwe initiatieven nieuwe inspiratiebronnen aanboren, helpen doelstellingen scherp te krijgen en het gesprek hierover in goede banen te leiden 5. verbinden: in netwerkverbanden verbindingen leggen tussen verschillende geloofsgemeenschappen en verschillende groepen mensen, binnen de parochie en tussen binnen en buiten (leiding geven is leidingen leggen)
3. Verder met “Leven van de Bron” Alles overziende, hoe ziet onze agenda voor de komende jaren er dan uit? Waar gaan we ons op concentreren? Waaraan besteden onze energie en waaraan niet? 3a. Voorwaardelijk Om met het oog op de toekomst te waarborgen, los te laten en te vernieuwen gaan we – teruggrijpend op het bovenstaand onderscheid in pastoraal aanbod – het volgende doen: 1) de traditionele parochieactiviteiten gaan we met een minimum aan inspanning zo maximaal mogelijk én op een aansprekende manier veilig stellen. De uitwerking van het aanwijzen door het Aartsbisdom van de H. Kruiskerk als eucharistisch centrum is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Hier ligt het initiatief en de verantwoordelijkheid vooral bij het pastoraal team. 2) aandacht voor elkaar en pastorale nabijheid laten we vooral door en vanuit de plaatselijke geloofsgemeenschap gebeuren, waar nodig met ondersteuning vanuit het team. Dat wil zeggen: initiatief en verantwoordelijkheid liggen in eerste instantie bij de locale gemeenschap. 3) op deze manier komt er tijd en energie vrij voor ‘pastoraal ondernemerschap’ (zie boven). Het beleidsplan “Leven van de Bron” is hiervoor een belangrijk richtinggevend document. Initiatief en verantwoordelijkheid kunnen zowel bij parochianen als bij leden van het pastoraal team liggen, afhankelijk van het idee. 3b. Inhoudelijk Inhoudelijk dienen zich een aantal thema’s aan die voor een belangrijk deel in de lijn van het beleidsplan liggen, maar voor een deel ook een nieuw accent betekenen.
4
Het hierna volgende ontlenen we aan o.a. Kees de Groot, De uitdaging van fluïde vormen van kerkopbouw, in: Collationes 41/1 (2011), 47-57.
Pagina 3 van 5
GEZAMENLIJKE FOCUS: WEG NAAR BINNEN Onze grond-kernwaarde is aandacht. Als er iets is dat we te bieden hebben (“goud”), dan is het wel aandacht, stil-staan-bij, “even niet bereikbaar zijn”, zorg voor de ziel. Maar we kunnen alleen (door)geven wat we eerst zelf ontvangen hebben. Daarom moet deze “weg naar binnen” worden gezocht, ingeoefend, geborgd, uitgebouwd en versterkt, ook in de wijze van organiseren en werken. Dit vraagt om een gezamenlijke focus, een innerlijke concentratie op het bouwen aan een ‘huis voor de ziel’. Om de weg naar buiten te gaan is een gezamenlijke weg naar binnen nodig. Het gaat dan vooral om vragen die we onszelf stellen (bijv. hoe scheppen we in vergaderingen ruimte voor gezamenlijke bezinning? wat betekent zondagsrust in onze gemeenschappen?), meer dan om activiteiten die we anderen aanbieden (bijv. bezinningsbijeenkomsten omdat “we moeten bezinnen”). Het gaat om de reis, meer dan om de bestemming. GEMEENSCHAPPEN ALS KRACHTBRONNEN Voor de toekomst hebben we krachtbronnen nodig. Als ‘gemeenschap van gemeenschappen’ kijken we daarvoor naar de verschillende locale geloofsgemeenschappen. Sommige zijn in potentie krachtbronnen. Ze zijn niet alleen intern ergens sterk in, maar kunnen van daaruit ook van betekenis zijn en nog meer worden voor de parochie als geheel. Om een krachtbron te kunnen worden moet een gemeenschap (i) een eigen pastorale identiteit hebben met daaraan gekoppeld een relevant aanbod, (ii) zichzelf in stand houden en vernieuwen, zowel wat betreft ledenbestand als vrijwilligersbestand, en (iii) passend georganiseerd zijn. Met het beleidsplan als zoeklicht gaan we kijken welke gemeenschappen het in zich hebben om in een bepaald opzicht krachtbron te worden voor de gehele parochie. Dat vraagt om het vergroten van de eigen kracht, het wegnemen van interne belemmeringen en het versterken van de uitstraling naar de andere gemeenschappen toe. PARTNERSCHAPPEN IN DE STAD We zijn onderdeel van de samenleving. We willen niet op onszelf met onszelf bezig zijn en ook niet enkel met een boodschap naar buiten treden, maar op zoek gaan naar partners om gezamenlijk zout der aarde te zijn, te werken aan het rijk Gods, te groeien aan elkaars geloof. Uit onderzoek is gebleken dat een bloeiende geloofsgemeenschap o.a. gekenmerkt wordt door het bewust creëren van partnerschappen in wijk of stad. Contact en samenwerking – niet alleen met andere (christelijke) geloofsgemeenschappen, maar ook met andere levensbeschouwingen, met verenigingen en organisaties en met de burgerlijke overheid – vragen om aandacht en echte investering. Onze parochianen zijn op allerlei plekken in de samenleving actief, zowel als vrijwilliger als op hun werk, maar hun ervaringen, vragen en mogelijkheden kunnen meer worden gemobiliseerd. We willen ècht zichtbaar en present zijn in Amersfoort. ANDERE VORMEN VAN KERK-ZIJN Om aan te sluiten bij de wijze waarop zinzoekers in onze laat-moderne samenleving hun religie samenstellen, gaan we op zoek naar andere vormen van kerk-zijn. Deze vormen zullen opener, flexibeler, minder geïnstitutionaliseerd zijn. Dat sluit waarschijnlijk ook beter aan bij wat al die mensen zoeken die in andere vormen dan het traditionele gezin leven en samenleven. Er is her en der al enige ervaring met huiskerken, kleine geloofsgemeenschappen, inloophuizen enzovoort. Vooral in (nieuwbouw)wijken zonder kerkgebouw, zoals Vathorst, kan zoiets kans maken. We gaan er als parochiegemeenschap en als pastores echt op in zetten en dus tijd en energie voor vrijmaken.
Pagina 4 van 5
DOELGROEP OUDERS VAN JONGE KINDEREN Jongeren zijn we een tijdje kwijt. Sommige jongvolwassenen melden zich weer als ze gaan trouwen en, vooral, als ze een gezin gaan stichten. Voor kinderen organiseren we van alles. Maar als het niet lukt om hun ouders de ervaring mee te geven dat geloven en kerk-zijn ook voor hen van betekenis is, dan blijft de ervaring van de kinderen een kind-ervaring. Als ouder kun je alleen aan je kind meegeven dat geloof van betekenis is als het voor jezelf als volwassene een levend geloof is. Een geloof dat niet alleen van waarde is in je rol als opvoeder, maar ook in andere facetten van je leven: familie, beroep, burgerschap, vrijwilligerswerk, consument-zijn. We gaan vormen ontwikkelen om daar werk van te maken. DOELGROEP JONGEREN Veel jeugd heeft onze parochie niet meer: we zijn het contact met velen van hen kwijtgeraakt. Zij zijn een deel van de zinzoekers die wij slecht bereiken kunnen en die het niet meer bij ons zoeken. Het is van groot belang dat er menskracht en voorzieningen beschikbaar komen om aansluiting te zoeken bij de verlangens en behoeften van deze doelgroep. DIENSTVERLENING DOOR PASTORES “Pastoraal ondernemerschap” vormgeven betekent voor de leden van het pastoraal team dat het zwaartepunt in hun werk zal verschuiven, zonder dat de traditionele parochieactiviteiten geheel worden losgelaten. Als we ons toekomstgericht willen inzetten, moeten we onze dienstverlening kritisch durven bekijken. Door de vanzelfsprekendheid waarmee erop gerekend wordt dat pastores altijd en overal beschikbaar zijn voor uitvaarten, huwelijksvieringen, huisbezoek, sacramentencatechese, vergaderingen en bijeenkomsten enzovoort blijft er onvoldoende ruimte over voor het opzetten en uitproberen van nieuwe projecten. Het is belangrijk dat het team, in overleg met bestuur en pastoraatsgroepen, nieuwe prioriteiten gaat stellen.
Pagina 5 van 5