Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Schoolveiligheidsplan Over- Y College :
1
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding
1
Het Over-Y College
1.1
Missie
1.2
Visie
2
Schoolveiligheid
2.1
Visie
2.2
Preventie
2.3
Minimaliseren van pesten, agressie, geweld, seksuele intimidatie en discriminatie
2.4
Het bevorderen van de zelfstandigheid- en zelfredzaamheid
2.5
Thematische scholing van medewerkers, ouders/ verzorgers
2.6
Kindermishandeling en Huiselijk Geweld
2.7
Normen en waarden
2.8
Doelstellingen
3 3.1 3.2
Scholing Rust en structuur Schoolveiligheid
4
Handhaving-sanctionering
5 5.1 5.2 5.3
Registratie Incidentenregistratie Sanctieregistratie Klachtenregistratie
6 6.1 6.2 6.3
Crisissituaties Incidenten Calamiteiten Crisisteam
2
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
7
Scholing
Bijlage 1: Schoolreglement Bijlage 2: Leerlingenstatuut Bijlage 3: Contactpersonen Bijlage 4: Stappenplan verzuim Bijlage 5: Handelingsprotocol Schoolveiligheid 1. Stappenplan grensoverschrijdend gedrag 2. Protocollen 2.1 Fysieke agressie 2.2 Verbale agressie, intimidatie, belediging en discriminatie 2.3 Pesten-(Cyber) 2.4 Drugs en alcohol 2.5 Vernieling 2.6 Wapenbezit 2.7 Diefstal 2.8 Vuurwerkbezit en –handel 2.9 Seksuele intimidatie 2.10 Ongewenst bezoek in en rond de school Bijlage 6: Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk geweld
3
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Voorwoord Voor ligt het Schoolveiligheidsplan (SVP)van het Over-Y College. Hierin staat beschreven op welke wijze medewerkers en directie van het OYC invulling en uitvoering geven aan het schoolbeleid op het terrein van de veiligheid. De basis voor de veiligheid op onze school wordt gevormd door de algehele sfeer op school: wederzijds respect tussen medewerkers, leerlingen en ouders. Maar ook tussen medewerkers , leerlingen en ouders onder elkaar. En “last but not least” de omgang met de buurt en de iets ruimere omgeving van de school. De veiligheid op school is een essentiële voorwaarde binnen onze visie en missie op het onderwijs. Scholen zijn sinds 1 januari 2006 op grond van de CAO-VO verplicht een schoolveiligheidsplan op te stellen (artikel 18.6, lid 1 CAO-VO). Hierin beschrijft een school hoe zij de fysieke en sociale veiligheid in en om het schoolgebouw waarborgt. Het schoolveiligheidsplan heeft vooral betrekking op de thema´s agressie & geweld, seksuele intimidatie en discriminatie. Het doel van deze verplichting is een optimale fysieke en sociale veiligheid, gezondheid en milieu. Zowel de Arbeidsinspectie als de Onderwijsinspectie controleert scholen en zullen bij een bezoek vragen naar het schoolveiligheidsbeleid dat minimaal de volgende onderdelen moet bevatten 1: 1. Visie op de aanpak van agressie, geweld, pesten, discriminatie, seksuele intimidatie en homo-intimidatie. 2. Concrete doelstellingen van het beleid met streefwaarden. 3. Gedragsregels (huisregels/schoolnorm voor acceptabel gedrag) die op de school gelden voor werknemers, leerlingen, ouders en derden. 4. Handhavings-, sanctie- en aangiftebeleid. 5. Gedragingen waarvoor de school een sanctie oplegt zijn duidelijk omschreven evenals de verschillende sancties. Ook omschreven is, wie bevoegd zijn om te sanctioneren en wie het sanctieregister mogen inzien. 6. Verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in geval van een incident (denk hierbij ook aan samenwerking met externe keten- en convenantpartners als politie, jeugdzorg, maatschappelijk werk al dan niet in ZAT-verband). 7. De preventieve maatregelen die de school neemt om ongewenste omgangsvormen te voorkomen en schoolveiligheid te bewerkstelligen. 8. Registratie van incidenten (zie norm Agressie en onveiligheid: Incidentenregistratie). 9. Wijze waarop en waar klachten ingediend kunnen worden (zie norm Agressie en onveiligheid: Klachtenregeling). 1
Arbeidscatalous-vo.nl
4
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
10. Voorlichting, instructies en/of trainingen (zie norm Agressie en onveiligheid: Instructie of training). 11. Opvang en nazorg bij een incident (zie norm Agressie en onveiligheid: Nazorg). 12. Informatievoorziening na een incident school, intern en extern. 13. Het verhalen van schade op de dader.
5
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Inleiding Twee veel gehoorde vragen van ouders die onze school bezoeken tijdens de Open Dagen zijn: “Wordt er veel gevochten op school?” en “Wat doen jullie aan pesten?” Ouders en verzorgers willen weten of hun kostbaarste bezit veilig is. Hoe begrijpelijk deze vragen ook zijn, het voorkomen van vechtpartijen en pesten zijn slechts onderdelen van de veilige leeromgeving. Als een leeromgeving niet veilig is, zullen incidenten als vechten en pesten minder voorkomen. Wanneer kan er gesproken worden van een veilige leeromgeving? Bij het beantwoorden van deze vraag spelen gevoelens van veiligheid bij leerlingen, medewerkers en ouders/ verzorgers een grote rol. Als alle drie onomwonden aangeven dat zij zich veilig voelen op onze school, dan zou je kunnen stellen dat het Over-Y College een veilige school is. In dit document wordt beschreven hoe op onze school dat “veilige gevoel” bewaakt wordt, hoe de school wil voorkomen dat er onveilige situaties ontstaan en wat de school doet als er desondanks toch onveilige situaties optreden. Dit Schoolveiligheidsplan is geen statisch document. Het zal regelmatig aangepast en herschreven moeten worden aangezien de mens en de maatschappij waarin onze school een onderdeel van is, ook verandert. Het document zal dus jaarlijks aangepast moeten worden en minimaal om de twee jaar geheel worden herzien.
6
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
1
Het Over-Y College
Het Over-Y College is een school voor interconfessioneel voortgezet onderwijs. De school maakt deel uit van de ZAAM scholengroep. Het Over-Y College biedt aan ruim 620 leerlingen onderwijs. De leerlingen worden opgeleid voor het vmbo-tl diploma. Dat de school een interconfessionele, christelijke signatuur heeft, heeft consequenties voor de ouders/verzorgers en de leerlingen. In (godsdienst)lessen en tijdens de gezamenlijke vieringen van christelijke feestdagen wordt hier op school aandacht aan besteed. Onze leerlingen komen van meer dan 20 basisscholen uit de omgeving van de school. Met deze scholen is uitgebreid en regelmatig contact over toekomstige en al ingeschreven leerlingen van onze school. Ook leerlingen met een vmbo-tl advies en een RVC-beschikking (LWOO-leerlingen) kunnen worden toegelaten op onze school. Als interconfessionele schoolorganisatie is onze identiteit gebaseerd op en geïnspireerd door de christelijke traditie. Iedere leerling is daarbij welkom, ongeacht geloof, culturele achtergrond of seksuele geaardheid. Wij stellen ons ten doel om te werken aan een goede leer- en leefomgeving. 2 Voor onze missie en visie betekent dat: 1.1 Visie Het Over-Y College wil een interconfessionele school voor vmbo-tl onderwijs zijn waar iedereen welkom is. Het Over-Y College wil daarbij voor iedere leerling een veilige omgeving bieden waar hij/ zij de ruimte krijgt om te leren en zijn of haar talenten te ontwikkelen. Het Over-Y College wil betekenisvol onderwijs aanbieden door het aanleren van zelfstandigheid en maatschappelijke betrokkenheid. Respectvolle omgang met elkaar en het geven en ontvangen van feedback zijn hierbij kernwaarden. 3 1.2 Missie De school begeleidt de leerling bij het leren en het ontwikkelen van talenten. Samen met de betrokken ouders geeft de school richting naar een zelfstandig bestaan. De medewerkers zijn gekwalificeerd en betrokken. Het onderwijs en de zorg zijn aangepast aan tempo, niveau en belevingswereld van de leerling. De school is financieel gezond. De school voldoet aan de kwaliteitsnormen die bestuur en de overheid stellen t.a.v. het onderwijs, de veiligheid en de bedrijfsvoering. De school en de omgeving zijn bij elkaar betrokken 4
2
Over-Y Schoolgids 2013-2014 A3 jaarplan Over-Y College (schooljaar 2013-2014) 4 Idem 3
7
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
2
Schoolveiligheid
2.1
De visie
Het Over-Y College wil een school zijn waar medewerkers en leerlingen veilig zijn en zich veilig voelen. Een school waar leerlingen en medewerkers op elkaar kunnen rekenen en terugvallen als de veiligheid of het veilig voelen in het geding is. Het Over-Y College zet zich om dit bereiken in op: • • • • •
2.2
het minimaliseren van pesten, agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie in het algemeen en homo-intimidatie in het bijzonder; het bevorderen van de zelfstandigheid- en zelfredzaamheid van onze leerlingen; een duidelijk omschreven sanctiebeleid; thematische scholing van medewerkers, ouders/ verzorgers het bevorderen van de samenwerking tussen medewerkers, ouders/ verzorgers en de directe omgeving van de school, buurt en buurtbewoners.
Preventie
Om te voorkomen dat het “veilig zijn” en “veilig voelen” niet in het geding zijn garandeert de schoolleiding dat onveiligheid op school niet wordt getolereerd. Veiligheidsnormen zoals onder andere beschreven in dit veiligheidsplan, moeten hiervoor een breed draagvlak hebben binnen onze school. Van iedere medewerker wordt verwacht dat hij of zij naar beste vermogen en beste weten zal handelen om de veiligheid en het veilig voelen te bewaken. Iedere medewerker heeft ook de plicht grensoverschrijdend gedrag van leerlingen onderling, tussen medewerkers onderling en tussen leerlingen en medewerkers te melden bij hun direct leidinggevende. In het geval van strafbare feiten doet de school aangifte bij de politie. Alle scholen hebben een contactpersoon bij de politie 5. Samen met de politie worden er indien gewenst controles op school uitgevoerd op het bezit van wapens, etc. In overleg en met toestemming van de directie worden de kluisjes een aantal keer per jaar gecontroleerd. De politie kan in en bij school leerlingen controleren op wapenbezit, drugs etc. waarbij fouilleren is inbegrepen. Ter ondersteuning van het Veiligheidsbeleid zijn er verschillende regelingen van kracht: het Arbobeleid, personeelsbeleid, zorgbeleid, het leerlingenstatuut, klachtenregeling. In bijlage 7 is een overzicht opgenomen van de preventieve acties op het Over-Y College.
5
Zie Bijlage contactpersonen
8
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Het Over-Y College heeft naast de genoemde regelingen en de acties in het overzicht een protocol hoe om te gaan met pesten en cyberpesten. De protocollen hoe om te gaan met , agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie (waar homodiscriminatie onder valt) zijn opgenomen in het Handelingsprotocol van dit document. (bijlage 5)
2.3
Minimaliseren van pesten, agressie, geweld, seksuele intimidatie en discriminatie
Vanuit onze visie wil Het Over-Y College betekenisvol onderwijs aanbieden door het aanleren van zelfstandigheid en maatschappelijke betrokkenheid. Respectvolle omgang met elkaar en het geven en ontvangen van feedback zijn hierbij kernwaarden. Het minimaliseren van pesten, agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie in het algemeen en homo-intimidatie in het bijzonder zoals geformuleerd in onze visie is hiervan een afgeleide. Tijdens hun schoolcarrière worden leerlingen zich bewust gemaakt van zichzelf en hun eigen omgeving. Thema’s als ‘wie ben ik, waar woon ik, hoe kies ik en wat eet ik’ zijn hiervan voorbeelden zoals deze in de projectweken van het eerste en tweede leerjaar worden aangeboden. Aan het einde van het schooljaar wordt een en ander in een breder perspectief geplaatst bijvoorbeeld door de workshops/ spel “Globaland”. Door in groepsverband met elkaar samen te werken moeten leerlingen in spelvorm proberen hun land zo goed mogelijk te besturen. In het tweede leerjaar worden grotere thema’s als kindsoldaten en honger (Zipp your Lip) besproken. Door het bezoeken van thematische voorstellingen, toneeluitvoeringen e.d. krijgen de leerlingen een breed en daardoor meer genuanceerd beeld van onze samenleving waarin voor ieder individu en ieder talent een plaats is. Vooroordelen over wat leuk, stom, mooi, gek, raar en afwijkend is worden hierdoor weggenomen en tolerantie naar anderen neemt toe. In ieder leerjaar wordt tijdens de mentorlessen aandacht besteed aan het “pesten”. Discriminatie in het algemeen en “homodiscriminatie” in het bijzonder. Deze onderwerpen komen nogmaals ter sprake in de lessen LL&B en via voorlichtingsbijeenkomsten van het COC. (derde en vierde leerjaar). Daarnaast wordt er in het schooljaar 2014 – 2015 een informatiemiddag georganiseerd voor alle klassen over het omgaan met sociale media (inclusief cyberpesten) Tijdens de godsdienstlessen krijgen onze leerlingen te maken met diverse religies en levensbeschouwingen. Informatie over, respect en tolerantie voor andersdenkenden zijn een van de leerdoelen. Leerlingen (en medewerker) krijgen allemaal de mogelijkheid om hun eigen religiositeit te beleven en te vieren tijdens feestdagen en
9
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
andere bijzondere momenten. Christelijke feesten als Kerst en Pasen worden op school gezamenlijk gevierd vanuit een interconfessioneel perspectief. Alle klassen nemen deel aan de activiteit “Keep it Clean”, dat het hele jaar loopt. Hiermee wil de school het respect voor de buurt en het milieu vergroten. Onder begeleiding van hun mentor gaan leerlingen in de omgeving van de school zwerfvuil opruimen. Leerlingen worden zich zo meer bewust van de rommel die zij zelf achterlaten en bewijzen hiermee de directe omgeving van de school een dienst. De buurt waardeert dit initiatief en als blijk hiervan heeft de school in 2013 een onderscheiding ontvangen van de Stadsdeelraad. In het geval van agressie en geweld, cyber-pesten, intimidatie in het algemeen en seksuele- en homo intimidatie zijn de handhaving en sancties omschreven in het Handelingsprotocol.
2.4
Het bevorderen van de zelfstandigheid- en zelfredzaamheid van onze leerlingen
Tijdens hun jaren op het Over-Y College worden leerlingen steeds uitgedaagd om na te denken over zichzelf en verantwoordelijk te zijn voor hun eigen gedrag en daden. Tijdens de reguliere lessen wordt constant de verbinding gelegd tussen de lesstof, de actualiteit en hun eigen leefomgeving. Leerlingen kunnen hun eigen schoolprestaties dagelijks inzien middels Magister en worden gestimuleerd om bij onduidelijkheid navraag te doen bij de betreffende vakdocent en/of mentor. Sommige leerlingen hebben wat meer moeite met zelfstandigheid en zelfredzaamheid. De school geeft hen een steuntje in de rug door het aanbieden van sociale vaardigheids- en faalangstreductietrainingen. Onvoldoende sociale vaardigheid van een leerling kan leiden tot een gevoel van onveiligheid voor zichzelf maar ook voor andere leerlingen. In de sociale vaardigheidstrainingen op het Over-Y College wordt getracht de negatieve verwachtingen van het kind om te buigen in een positieve verwachting. Centraal staat dat gedrag bepaald wordt door de verwachtingen die men heeft van de effectiviteit ervan. Een kind moet er eerst van overtuigd zijn dat het tot toepasbaar gedrag in staat is, voordat het dit gedrag kan uitvoeren. De cursus op Het Over-Y College is erop gericht de negatieve spiraal, waarin de kinderen zijn terechtgekomen te doorbreken door ze in staat te stellen positieve ervaringen op te doen. De zelfstandigheid en zelfredzaamheid van onze leerlingen worden eveneens gestimuleerd door informatie- en voorlichting van externe deskundigen. Gedurende ieder schooljaar zijn er bijeenkomsten voor onze leerlingen waarbij onder andere COC, GGD en Jellinek worden uitgenodigd.
10
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
2.5
Thematische scholing van medewerkers, ouders/ verzorgers
Rondom de veiligheid op in de school worden er voor ouders en docenten - naast de reguliere informatie- en ouderavonden - specifieke bijeenkomsten georganiseerd. Hierin worden ouders en medewerkers geïnformeerd over een relevant onderwerp zoals pesten, pubertijd, etc. Vervolgens gaan ouders en medewerkers hiermee gezamenlijk aan de slag in workshops. In het schooljaar 2012 – 2013 is hiermee een begin gemaakt en voortgezet in 2013- 2014 (Puberbrein). Voor het volgende schooljaar 2014 – 2015 staan de thema’s pubertijd, pesten/ cyberpesten en sociale media op het programma. In de komende schooljaren zal er meer aandacht zijn voor de schoolregels. Mentoren informeren en bespreken aan het begin van ieder schooljaar met hun leerlingen de schoolregels en hoe zij toegepast worden. Samenhangend met het Scholingsprogramma voor medewerkers (zie onderdeel 1) van de paragraaf Scholing) zal met ingang van het schooljaar 2014-2015 een bijeenkomst voor ouders en medewerkers worden gehouden waarbij de schoolregels uitgelegd en toegelicht worden.
2.6
Kindermishandeling en huiselijk geweld
In het onderwijs hebben de medewerkers door de aard en omstandigheden van hun werk een bijzondere verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de kinderen met wie zij bijna dagelijks werken. Kindermishandeling en huiselijk geweld zijn beide strafbaar. Medewerkers in het onderwijs zijn in veel gevallen één van de eersten die signalen hiervan kunnen ontvangen en in actie kunnen komen. Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling ondersteunt medewerkers hierbij en helpt hun de juiste stappen te ondernemen. Sinds 1 juli 2013 zijn onderwijsinstellingen verplicht zo’n meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring. 6 Een protocol met stappenplan is opgenomen als bijlage 6 van dit document. Signalen die mogelijkerwijs zouden kunnen wijzen op Kindermishandeling en Huiselijk geweld worden gemeld bij de Aandachtfunctionaris/zorg coördinator: mevrouw F. Veerman. Op dit moment wordt gewerkt aan het “Team Scholingsplan 2014- 2015” hierin is opgenomen een training om in een zo vroeg mogelijk stadium signalen van Kindermishandeling en Huiselijk geweld te herkennen.
2.7
Normen en waarden
De wijze waarop wij op het Over-Y College met elkaar omgaan, is beschreven in ons schoolreglement dat als bijlage is opgenomen in dit document. Van iedere leerling, ouder/ verzorgende en medewerker wordt verwacht dat zij het schoolreglement 6
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijk-geweld/hulp-bieden/meldcode
11
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
kennen en navolgen. Het schoolreglement is opgenomen als bijlage 1 bij dit document.
2.8
Doelstellingen 2014 – 2015
Bij het formuleren van de doelstellingen spreekt het voor zich dat school en schoolleiding op geen enkele wijze medewerkers en leerlingen ontmoedigt om aangifte te doen bij de politie. Het Over-Y College stelt voor het schooljaar 2014 – 2015 ten doel: Geen enkele aangifte bij de politie voor discriminatie, seksuele intimidatie inclusief homo-intimidatie. In het schooljaar 2013 – 2014 zijn er drie incidenten geweest met betrekking tot geweld en agressie waarbij justitie is ingeschakeld. In twee gevallen zijn de daders van school zijn verwijderd. Het Over-Y College stelt zich ten doel om dit aantal in het volgende jaar minimaal terug te brengen naar 1 incident. Wat betreft pesten en cyberpesten zijn er tot op heden nog nooit incidenten geweest waarbij aangifte is gedaan of disciplinaire maatregelen vanuit school zijn opgelegd. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er op het Over-Y College niet wordt gepest. Blijkbaar is er na tussenkomst van mentoren, schoolcoördinatoren en de schoolleiding nog geen aanleiding geweest om dit te doen. Voor de schoolleiding zijn er vooralsnog geen signalen bekend waaruit zou blijken dat angst/ schaamte hiervoor een reden zou zijn. Om het pesten op Het Over-Y College toch beter in kaart te krijgen zal gezocht worden naar een registratiemethode voor pesten in die gevallen waarbij er geen aangifte gedaan is gedaan. Doelstelling is om voor het verstrijken van het volgende schooljaar een dergelijk instrument gereed te hebben. De meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld wordt in 2014 – 2015 schoolbreed geïmplementeerd.
12
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
3
Scholing
Bij het schrijven van dit document is het `Team-scholingsplan Over-Y College 2014 – 2015` in voorbereiding. Het scholingsplan heeft als thema’s: 3.1
Rust en Structuur in de school
Onderdeel 1 wordt gecoördineerd door een externe partij: Peter Teitler. Samen met de directie zal er onder zijn leiding gewerkt worden aan de leeromgeving op het Over-Y College. Leerdoelen van deze trainingen zijn: •
•
3.2
Medewerkers interpreteren eenduidig het schoolreglement. Medewerkers handhaven eenduidig het schoolreglement. Medewerkers informeren leerlingen eenduidig over het schoolreglement. Leerlingen en ouders- verzorgers zijn eenduidig geïnformeerd over het schoolreglement. Doelstelling van de trainingen is het verkrijgen van meer rust en structuur in de onderwijsomgeving zodat de missie van de school ten volle tot zijn recht komt.
De Veiligheid op school
Onderdeel 2 wordt verzorgd door eigen medewerkers in combinatie met externen: De Kijkwijzer: In 2012-2013 is er een begin gemaakt met het opstellen en implementeren van de Kijkwijzer. Een instrument om leerlingen meer structuur te bieden bij alle leswisselingen. In dat schooljaar is de nadruk gelegd op de structuur van de lessen. In 2014-2015 is er meer aandacht voor didactiek en activerende werkvormen. De hieraan gekoppelde activiteiten zijn bedoeld voor het onderwijsgevende personeel. Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld; In het schooljaar 2014 – 2015 zal er een inleiding en workshop worden verzorgd met betrekking tot de meldcode Kindermishandeling en Huiselijk geweld. Deze inleiding en workshop zijn bestemd voor zowel het onderwijsgevende- als het onderwijsondersteunende personeel. Omgaan met agressie en geweld: Door externen worden er een tweetal avonden belegd waarin aan medewerkers van Het Over-Y, zowel onderwijsgevend als onderwijsondersteunend personeel. Handvatten worden aangereikt om beter voorbereid te zijn op agressie en geweld van leerlingen onder elkaar alsook naar medewerkers toe.
13
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
4
Handhaving en sanctionering
Het Over-Y College wil een veilige omgeving zijn waar leerlingen, personeel en bezoekers zich op hun gemak voelen en waar goed en prettig gewerkt en geleerd kan worden. Toch kan het voorkomen dat er sprake is van onacceptabel d.w.z. grensoverschrijdend gedrag. Om in dergelijke situaties planmatig, verstandig, eenduidig en consequent te kunnen handelen zijn handvatten nodig ten behoeve van het hanteren van grensoverschrijdend gedrag. Om die reden is er een Handelingsprotocol opgesteld. Voor de leesbaarheid is dit protocol als bijlage 5 bij dit document toegevoegd. Dit protocol bevat afspraken en handreikingen ten aanzien van het omgaan met geweld, intimidatie, pesten, schelden, drugs, vernieling, diefstal, wapenbezit, vuurwerk en schoolverzuim. Het protocol beschrijft tevens welke stappen kunnen worden gezet bij het afhandelen van grensoverschrijdend gedrag. Het betreft hier algemene uitgangspunten. Verbijzondering hiervan is mogelijk, uiteraard met inachtneming van geldende wettelijke bepalingen en richtlijnen. Het protocol is opgesteld met betrekking tot de volgende situaties en gedragingen: 1.
Fysieke agressie en intimidatie
2.
Verbale agressie en intimidatie, ernstige belediging en discriminatie
3.
Pesten
4.
Drugsbezit, -handel en -gebruik/alcoholgebruik en -bezit
5.
Vernieling
6.
Wapenbezit
7.
Diefstal
8.
Vuurwerkbezit en -handel
9.
Seksuele intimidatie
10.
Ongewenst bezoek in en rond de school
Per onderwerp wordt eerst een algemene en een juridische definitie gegeven, gevolgd door een toelichting. Daarna volgt vermelding van de (preventieve) maatregelen die de school kan nemen, wat de politie en het Openbaar Ministerie doen of kunnen doen en welke hulpmogelijkheden er zijn.
14
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
5 Registratie Voor alle registraties geldt dat hierbij de wet bescherming persoonsgegevens in acht wordt genomen.
5.1
Incidentenregistratie registratie
Incidenten die in of om de school voorvallen, zowel tijdens of buiten de lessen worden geregistreerd. Tot voor kort heeft deze schriftelijk plaatsgevonden (formulieren) of zijn geregistreerd in Magister onder LVS/ Logboek/ Incident. In overeenstemming met het advies van de Arbo coördinator van ZAAM zullen er functies aan Magister worden toegevoegd zodat vanaf het volgende schooljaar 20142015 begonnen kan worden met een geautomatiseerde registratie. Incidenten waarbij medewerkers betrokken zijn worden vastgelegd in HumaticsIncidentenmanager. Een web-based arbo-applicatie. Toegang tot de incidentenregistratie hebben primair: -Directie -Management -Secretariaat -Zorgcoördinator 5.2
Sanctieregistratie
Aan leerlingen opgelegde sancties, zowel door de schoolleiding opgelegde disciplinaire maatregelen als door Justitie worden vastgelegd in een daartoe bestemde directory op de directieschijf. Toegang hiertoe hebben directieleden, het management, het secretariaat, zorgcoördinator. Voor zover wenselijk en noodzakelijk wordt er melding gemaakt in het zorgdossier van de betreffende leerling(en). Disciplinaire maatregelen worden ook vastgelegd in het LVS.
5.3 Klachtenregistratie Op het Over-Y College wordt een klachtenregister bijgehouden. In dit register worden alle schriftelijke ingediende klachten van leerlingen, ouders opgeslagen, samen met de daarmee samenhangende correspondentie. Voor klachten die rechtstreeks worden gestuurd naar het bevoegde gezag c.q. de klachtencommissie, is op het Centraal Bureau van Zaam, het bestuur waaronder het Over-Y College valt, een klachtenregister ingericht. Alle op een klacht betrekking hebbende stukken worden daarin bewaard, inclusief de uitspraak daarover. Belangrijke informatie aangaande officiële klachten worden gepubliceerd via de website “Vensters voor Verantwoording”. Indien een klager een beroep doet op de formele regelingen die binnen ZAAM/ OverY College vallen spreken wij over een formele klacht: 15
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
1
Klachtenregeling Ongewenst Gedrag ( Seksuele intimidatie, discriminatie en agressie)
2
Regeling klachten m.b.t. examinering
3
Regeling overige klachten
Deze regelingen kennen allemaal een beroepsmogelijkheid op bestuurlijk niveau. Hier vindt vervolgens ook de registratie en afhandeling binnen de in de regelingen genoemde termijnen plaats. Overigens is binnen de “Regeling overige klachten ” een formele stap ook het indienen van de klacht bij de directeur. Deze klachten worden geregistreerd door de groepssecretaris. Pas daarna kan de klager tegen de uitspraak van de directeur in beroep gaan bij Zaam brede klachtencommissie: Zaam Onderwijsgroep, Interne Klachten Commissie , Dubbellink 1, 1102 AL Amsterdam.
16
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
6
Crisis: incidenten en calamiteiten
Wanneer is er sprake van een incident? Onder een incident wordt in dit document verstaan grensoverschrijdend gedrag van leerlingen, medewerkers en/of andere direct bij de school betrokkenen zoals ouders en familie. Het gaat hierbij om gedrag waarbij de wet is overtreden. Dergelijke incidenten worden vastgelegd in de incidentenregistratie. Andere vormen van grensoverschrijdend gedrag waarbij de schoolregels zijn overtreden maar geen strafbare feiten zijn gepleegd worden vastgelegd in het leerlingenvolgsysteem.
Wanneer is er sprake van een calamiteit of ramp? “Over het algemeen geldt dat calamiteiten grootschalige gebeurtenissen zijn waarbij grote groepen worden bedreigd, omkomen of gewond raken en grote delen van de samenleving ontwricht raken”. 7 Vertaald naar de schoolsituatie betekent dit dat het gaat om gebeurtenissen waarbij de school, medewerkers, leerlingen bedreigd worden, omkomen, of gewond raken en waarbij er sprake is van ontwrichting of dat er een gevoel van ontwrichting is ontstaan bij de betrokkenen. Het zijn situaties met veel stress en emoties waarbij het vermogen tot adequaat en verantwoord handelen kan worden ondermijnd.
6.1
Incidenten
In het geval er zich een gebeurtenis voordoet waarbij het (nog) niet vast staat of er sprake is van een “incident” maken betrokken leerjaarcoördinatoren een inschatting. Het gaat hierbij minimaal om de volgende informatie: -
Wie waren erbij betrokken, wat is er gebeurd, waarmee is dit gebeurd, waar is het gebeurd, wanneer is dit gebeurd ?
-
Is dit gedrag eerder bij deze leerlingen voorgekomen?
-
Is er spraken van grensoverschrijdend gedrag: Is de wet en/of het schoolreglement overtreden?
-
Kan de school dit zelf afhandelen?
-
Moet de directie direct op de hoogte gesteld worden?; (Is er sprake van een “calamiteit”?
-
Moet de wijkagent op de hoogte gesteld worden? (Indien het om gedragingen gaat waarbij de wet wordt overtreden wordt de politie altijd in kennis gesteld. Eventueel wordt vooraf de wijkagent op de hoogte gesteld of om advies gevraagd)
7
Als een ramp de school treft, omgaan met calamiteiten in het onderwijs, I. Spee, M.vd Laar, KPC-groep, ’se Hertogenbosch 2012 4 herziene druk
17
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
-
Geeft het gedrag van de betrokkenen aanleiding voor doorverwijzing naar een hulpverlener en/of bespreking in het zorgteamoverleg?
6.2
Calamiteiten
In het geval van een ontruiming/ ontruimingsalarm treedt het Over-Y College ontruimingsplan in werking. Het eerste aanspreekpunt tijdens een dergelijke situatie is het hoofd BHV die direct rapporteert aan het hoofd van het Crisisteam. Twee maal per jaar wordt een algemene ontruiming geoefend waarbij alle aanwezigen op school dienen deel te nemen. Iedere oefening wordt vooraf aangemeld bij ZAAM welke een observant stuurt. Aan de hand van de bevindingen van de observant vindt er een evaluatie plaats waarnaar er eventuele aanpassingen wordt gemaakt in het ontruimingsplan. Het Over-Y beschikt over gekwalificeerde BHV’ers die deelnemen aan de herhalingstrainingen van een daartoe gekwalificeerde organisatie. Het ontruimingsplan ligt ter inzage bij de directie en hoofd BHV. Tevens beschikt iedere BHV”er over een afschrift.
6.3
Crisisteam
In het geval van een calamiteit komt het crisisteam bijeen. Het Crisisteam op het Over-Y College bestaat uit: -
Minimaal één directielid die de algehele coördinatie doet, is in eerste instantie altijd het aanspreekpunt voor alle hulpdiensten, betrokken instanties, pers/ media en andere belanghebbenden zoals ouders/ verzorgers, familie etc.; -Eén lid van het management; -Een medewerker van het secretariaat; -Het crisisteam kan naar behoeven door de directie worden uitgebreid met bijvoorbeeld betrokken mentoren, de zorgcoördinator, etc..
Het crisisteam handelt volgens de checklist calamiteiten zoals beschreven in de handleiding van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, “Als een ramp de school treft. 8” In dit document worden stappen vooraf, tijdens en na een calamiteit benoemd en beschreven. Ook de nazorg en de daarbij behorende correspondentie zoals brieven aan medewerkers, ouders/ verzorgers en anders betrokkenen zijn hierin te vinden. Dit document is gratis te downloaden van de site van het ministerie en is tevens in te zien bij het secretariaat. In het geval van calamiteiten kunnen scholen een beroep doen op het Calamiteitenteam van KPC/ Instituut voor Psychotrauma: 073 6247233
8
Als een ramp de school treft, omgaan met calamiteiten in het onderwijs, I. Spee, M.vd Laar, KPC-groep, ’se Hertogenbosch 2012 4 herziene druk p. 12, p. 58.
18
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Op dit moment ontbreekt er een uitgewerkt draaiboek hoe te handelen bij Calamiteiten. Wel zijn er protocollen zoals “Rouw en verdriet”, etc.. Het ligt in het vaste voornemen om uiterlijk december 2014 een concept draaiboek klaar te hebben. Voor de eenduidigheid zal dit draaiboek gebaseerd worden de beschreven handleiding van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap “Als een ramp de school treft”.
19
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Bijlage 1 Schoolreglement 1.
Algemeen Leerlingen en ouders / verzorgers mogen van de school verwachten, dat de school: 1 het onderwijs aan de leerling verzorgt met inachtneming van de missie en de doelstelling van de school; 2 met respect en met inachtneming van de gewenste omgangsvormen omgaat met de leerling en ouders / verzorgers; 3 voor de veiligheid van de leerling zorgt. Dit doet zij door onder andere regels omtrent dit onderwerp vast te stellen en deze op te nemen in het schoolreglement en te communiceren naar leerlingen en ouders / verzorgers. De school mag van de leerlingen verwachten, dat zij: 1 de missie, waar de school van uitgaat, respecteren of onderschrijven, en in hun gedrag en uitlatingen rekening houden met de grondslag van de school; 2 met respect en met inachtneming van de gewenste omgangsvormen omgaan met medeleerlingen en personeel van de school; 3 kennis nemen van de op hen van toepassing zijnde, in de school geldende, regels. 4 zich aan de binnen de school geldende regels houden; 5 een actieve bijdrage leveren aan c.q. meedenken over de veiligheid op school, al dan niet door te participeren in de leerlingenraad . De school mag van de ouders / verzorgers verwachten, dat zij: 1 de missie van de school respecteren of onderschrijven en in hun gedrag en uitlatingen rekening houden met de grondslag van de school; 2 met respect en met inachtneming van de gewenste omgangsvormen omgaan met alle betrokkenen in de school; 3 de voor de school geldende regels, onder andere op het gebied van veiligheid, respecteren en onderschrijven; 4 een actieve bijdrage leveren aan c.q. meedenken over de veiligheid op school, al dan niet door te participeren in de ouderraad. Bezoekers van de school: 1 bezoekers van Het OYC worden eveneens geacht de hierboven geformuleerde regels en afspraken in acht te nemen, geformuleerde regels en afspraken te respecteren en geen gedrag tentoon te spreiden dat hiermee niet strookt. Verplichte regelingen, zoals de Wet op het voortgezet onderwijs, de Leerplichtwet, de Arbowetgeving, privacybescherming en de klachtenregeling, neemt de school in acht. In dit document worden de regelingen niet beschreven. Wel wordt er naar verwezen. De verschillende regelingen liggen op school ter inzage en kunnen te allen tijde opgevraagd worden. 20
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
2
Schoolregels- omgangsnormen
2.1.
Wanneer de kinderen door ziekte of andere wettige redenen verhinderd zijn de lessen bij te wonen, dienen ouders/verzorgers dat onmiddellijk telefonisch of op een andere manier aan de school te berichten.
2.2.
Voor afwezigheid om andere dan bovengenoemde redenen dient vooraf verlof gevraagd te worden aan de directeur.
2.3.
Bij het terugkeren op school na de absentie moet de leerling een door de ouders/verzorgers ingevuld verzuimbriefje meebrengen. Deze verzuimbriefjes zijn te verkrijgen bij de conciërge.
2.4.
Veranderingen van adres of telefoonnummer moeten gemeld worden bij de administratie.
2.5.
Leerlingen die uit de les worden verwijderd, moeten zich altijd direct melden bij lokaal 000; in dit lokaal wordt gewerkt onder toezicht van een docent. Aan het eind van het uur moet hij/zij zich weer met de leerkracht in verbinding stellen voor verdere afhandeling.
2.6.
Het is de leerlingen niet toegestaan zich bij het wisselen van de lessen of tijdens de lessen bij de kluisjes te bevinden. Er blijven geen boeken achter in de kluisjes, boeken horen thuis!
2.7.
De school is genoodzaakt streng op te treden tegen leerlingen die op een of andere wijze vernielingen aan gebouw of meubilair aanrichten. Toegebrachte schade moet worden vergoed. Zolang deze niet is betaald kan door het bevoegd gezag aan de betreffende leerling de toegang tot de lessen worden ontzegd.
2.9.
Het is aan leerlingen niet toegestaan in de pauzes op de bovenverdieping te blijven.
2.10 De schoolleiding kan het bijwonen van de lessen ontzeggen aan een leerling die zich schuldig maakt aan wangedrag, zich verzet tegen de regels of die door zijn gedrag in het algemeen een nadelige invloed heeft op zijn medeleerlingen en daardoor op de sfeer in de klas. 2.11 De ouders/verzorgers of voogden, die de aan hun zorgen toevertrouwde kinderen naar onze school zenden, worden geacht rekening te houden met de maatregelen en bepalingen, welke in de voorgaande punten zijn verwerkt en alle verantwoordelijkheden, die daaruit voortvloeien, voor hun rekening te nemen. 2.12 Leerlingen die zich schuldig maken aan diefstal worden overgedragen aan de politie. In vele gevallen vindt er een definitieve verwijdering van school plaats.
21
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
2.13 Fotograferen, filmen, het maken van geluidsopnamen, etc. in en om de school met (digitale) fotocamera’s, telefoons en andere opnameapparatuur is niet toegestaan, tenzij dit in opdracht van de school gebeurt. • Alleen in de ‘kluisjesaula’ is het gebruik van deze apparatuur toegestaan. 2.14 Iedereen gaat met respect met elkaar om. Dat wil zeggen dat er niet aan elkaars spullen wordt gekomen er niet wordt gepest, gescholden, gedreigd, gevochten of gestolen. 2.15 Men dient op tijd in de les te zijn. 2.16 Leerlingen hebben de benodigde spullen bij zich in de les, er worden geen boeken opgehaald vanuit de kluisjes tussen de lessen. Na schooltijd blijven er geen boeken achter in de kluisjes; boeken horen thuis! 2.17 Het is niet toegestaan jassen, petten, les-verstorende apparatuur of gereedschap in het lokaal meenemen. Vuurwerk/laserpennen/imitatiegeweren of het meenemen en/of gebruik van genoemde of gelijksoortige zaken als bijvoorbeeld stinkbommetjes en traangascapsules zowel in de school als in de omgeving van de school is verboden. De schoolleiding acht deze spullen dermate gevaarlijk en/of onwenselijk, dat zeer streng zal worden opgetreden. Het gevolg zal in elk geval een onmiddellijke schorsing zijn. 2.18 Om te voorkomen dat leerlingen daarmee op wanden, tafels en dergelijke schrijven of knoeien, is het voor leerlingen verboden op school ‘grote’ viltstiften en correctievloeistof (als typ-ex) bij zich te hebben. 2.19 De school is een telefoonvrije school. Telefoons staan hier uit (niet ‘op stil’) en zijn opgeborgen in de (school)tas. Alleen in de ‘kluisjesaula’ is het gebruik van deze apparatuur toegestaan. Bij overtreding van deze regel geldt de volgende sanctie: – de telefoon wordt ingenomen en opgeborgen in de kluis – na twee (hele) schooldagen kan de telefoon worden opgehaald 2.20 Leerlingen brengen de pauzes door op de benedenverdieping of buiten. Eten en drinken mag alleen op het schoolplein en in de kantine. Afval doe je altijd in de prullenbak, het vervuilen van het schoolplein, plantsoenen en straten rondom de school met (eet)afval is strafbaar. 2.21 Kauwgum en roken in de school zijn verboden. Roken wordt gedoogd buiten de op het schoolplein aangebrachte rode banen. Binnen deze lijnen is er een rookvrije zone. 2.23 Leerlingen hebben recht op gebruik van schoon meubilair, een schone vloer, een schoon schoolplein. Indien er vervuiling plaatsvindt door gebruik, hebben de leerlingen de verplichting de vervuiling op te ruimen na de lessen; het opruimen gebeurt onder leiding van een van de conciërges. 2.24 Gevonden voorwerpen worden afgegeven bij de conciërge. 22
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
2.25 Als er ergens schade aan wordt toebracht moet dat worden vergoed. Zolang de door school bepaalde vergoeding niet is betaald, kan de toegang tot de school ontzegd worden. 2.26 Zoekgeraakte eigendommen De school is niet aansprakelijk voor zoekgeraakte bezittingen van leerlingen. Zoveel mogelijk moeten deze gemerkt zijn, vooral gymschoenen en kleding. We raden met klem aan om geen dingen van waarde en vooral geen geld in jassen of tassen laten zitten! Hoewel de kluisruimte extra tegen diefstal is beveiligd, is de mogelijkheid dat toch iets gestolen wordt natuurlijk nooit helemaal uit te sluiten. Vermissing moet direct worden gemeld bij de conciërge. 2.27 Het stallen van (brom)fietsen (Brom)fietsen dienen in de daarvoor bestemde fietsbeugels geplaatst te worden. Ook al hangen er camera’s, zij staan hier voor eigen risico. Wij raden aan een verzekering tegen diefstal af te sluiten. 2.28 Kluisje Leerlingen zijn genoodzaakt een kluisje te huren voor het opbergen van hun jas en andere eigendommen. De kosten voor het huren van een kluisje zijn € 15,-- per schooljaar. Bij verlies van de kluispas wordt een nieuwe pas verstrekt tegen betaling van € 5,-2.29 LO-regels Voor het vak LO moeten de leerlingen aparte sportkleding en schoenen hebben. Bij de LO-lessen draag je een shirt en broek en sportschoenen die geen strepen op de vloer achterlaten. 2.30 Preventie Wapencontrole: de politie heeft met alle scholen voor voortgezet onderwijs een samenwerkingsverband ontwikkeld ter wille van de veiligheid. Het is de leerlingen verboden om in en om de school wapens te dragen. Gedurende het schooljaar kan de politie door de directie in de gelegenheid worden gesteld om tijdens een les een wapencontrole uit te voeren. 2.32 De in de school aan leerlingen beschikbaar gestelde computers dienen met zorgvuldigheid behandeld te worden. Naast de zorgvuldigheid waarmee omgegaan dient te worden met de computer als inventaris van de school (hardware), geldt de bepaling dat er met zorg omgegaan dient te worden met de aan de leerling beschikbaar gestelde software. 2.33 Acties van leerlingen bedoeld om door de school aangebrachte beveiligingen aan bestanden te omzeilen of teniet te doen, of om gegevens of programma’s te wissen of om standaardinstellingen te wijzigen, zijn strikt verboden. 2.24 Tegen leerlingen die zich niet aan deze bepaling houden, zullen maatregelen getroffen worden. De kosten van het herstel van programmatuur /
23
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
salariskosten zullen op de betreffende leerling c.q. zijn ouders / verzorgers worden verhaald. 2.25 Het is niet toegestaan de naam van de school of van een afkorting van de schoolnaam of enige aanduiding te gebruiken als domeinnaam van een website die een duidelijke betrekking heeft op de school. 2.26 De school zal juridische middelen inzetten om een eind te maken aan misbruik en onterecht gebruik van de schoolnamen. Daarnaast kunnen door de school interne maatregelen getroffen worden tegen leerlingen die zich niet aan deze bepaling houden. 2.27 De school zal maatregelen treffen tegen degenen die in woord of beeld schoolcomputers of het internet gebruiken om leerlingen en/of medewerkers van de school te beledigen of te schaden in hun eer of goede naam. 2.28 Leerlingen kunnen kosteloos gebruik maken van de daartoe aangewezen schoolcomputers om informatie te verzamelen op het internet. Afdrukkosten dienen overeenkomstig de geldende regeling, te worden betaald. 2.29 Het gebruik van de internetcomputer voor andere doeleinden dan het verzamelen van dan het verzamelen van relevante informatie ten behoeve van de studie, is niet toegestaan. 2.30 Bij misbruik kunnen maatregelen tegen de leerling getroffen worden, waaronder begrepen kunnen worden de ontzegging van de toegang tot het OLC, schorsing of verwijdering. 2.31 Gebruik van internet: leerlingen mogen via het netwerk van Het OYC gebruik maken van internet in het kader van het volgen van een opleiding of cursus. Zij mogen in overleg met de onderwijsgevende of OLC-medewerker incidenteel en kortstondig internet gebruiken voor persoonlijke doeleinden. 2.32 Het is leerlingen in ieder geval verboden middels het netwerk van de school internet te gebruiken om: • spelletjes te spelen of te downloaden; • te winkelen; • te gokken of deel te nemen aan kansspelen; • niet onderwijs gerelateerde nieuwsgroepen of chatboxen te bezoeken; • websites te bezoeken die pornografisch, racistisch, discriminerend, beledigend of aanstootgevend materiaal bevatten en/of dit materiaal te bekijken of te downloaden; • opzettelijke informatie waartoe men via internet toegang heeft verkregen zonder toestemming te veranderen of te vernietigen; • op of via internet in strijd te handelen met wet- en regelgeving; 2.33 Gebruik van e-mail: Indien een leerling van het Over-Y College beschikt over een persoonlijk emailadres van het OYC (waaronder tevens begrepen gebruik via de ELO) om in het kader van de opleidingsdoeleinden e-mails te ontvangen en te versturen, gelden de volgende regels: 24
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
•
leerlingen mogen incidenteel en kortstondig het e-mailsysteem gebruiken voor het ontvangen en versturen van persoonlijke e-mail mits dit geen storende onderbreking vormt van het onderwijs. Dit ter beoordeling van de toezichthouder. Het versturen van e-mail moet te allen tijde voldoen aan de volgende voorwaarden: • een correct taalgebruik en een correcte vermelding van afzender; • een duidelijke en ter zake doende onderwerp aanduiding; • een meegestuurde bijlage heeft een maximale omvang van 10 Mb. 2.34 Oneigenlijk gebruik e-mail, mobiele telefoons en andere informatiedragers. Het is niet toegestaan: • informatie c.q. berichten anoniem of onder een fictieve naam te versturen; • dreigende, beledigende, seksueel getinte, racistische dan wel discriminerende informatie c.q. berichten te versturen. Indien een gebruiker/ontvanger ongevraagd informatie van deze aard krijgt aangeboden, dient dit te worden gemeld aan de onderwijsgevende; • kettingmailberichten te versturen of het interne netwerk te gebruiken voor verspreiding van publicaties/rondschrijven die van buiten de organisatie worden aangeboden; • iemand elektronisch lastig te vallen; • op andere wijze te handelen in strijd met het doel van deze gedragscode; • inkomende privéberichten door te sturen afkomstig van niet-zakelijke nieuwsgroepen, abonnementen op e-zines, nieuwsbrieven en dergelijke. 2.35
Het is op Het OYC niet toegestaan beeld- en geluidsopnamen te maken van personen en/of deze te verspreiden (bijv. op het internet). Degene van wie dat wordt gedaan kan zich in zijn/haar eer aangetast voelen c.q. vinden dat diens goede naam hierdoor wordt aangetast. Wie deze regel overtreedt zal hierop worden aangesproken en aansprakelijk worden gesteld voor de schade die uit het overtreden van deze regel voortvloeit. Alleen met apparatuur van de school en met toestemming van de medewerkers mogen leerlingen opnamen maken die bestemd zijn voor onderwijsdoeleinden.
3
Disciplinaire maatregelen Tegen een leerling die handelt in strijd met algemeen geldende fatsoensregels of met de in de school geldende regels (waaronder uitdrukkelijk ook wordt verstaan het niet of niet correct opvolgen van richtlijnen van het personeel) worden door de school te bepalen maatregelen genomen en in een uiterst geval schorsing of verwijdering, volgens de regels die de wet daaraan heeft gesteld. De ouders / verzorgers van de leerling worden op de hoogte gesteld.
4
Kledingsvoorschriften
25
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
4.1
Elke leerling heeft in principe de vrijheid zich te kleden zoals hij wil. Naast het bepaalde in artikel 5.2 geven gangbare fatsoensnormen hierbij de grenzen aan.
4.2
Discriminerende teksten op, aan of passend bij de kleding en aanstootgevende kleding is op school niet toegestaan.
4.3
Het dragen van hoofdbedekking, met uitzondering van een hoofddoek en andere hoofddeksels welke op grond van een religie worden gedragen, is niet toegestaan. In alle gevallen dient het gezicht van een leerling volledig zichtbaar te zijn.
4.4
De school kan bepaalde kleding verplicht stellen om gebruiks- of veiligheidsredenen. Het gaat hierbij om veiligheidsmiddelen, voorgeschreven volgens de Arbo-wet of door vakspecifieke voorschriften, als veiligheidsbril etc.
4.5
De school kan het dragen van bepaalde kleding, hoofdbedekking of sieraden om veiligheidsredenen verbieden in de lessen lichamelijke opvoeding, technische vakken en handvaardigheid, zulks ter beoordeling van de betreffende docent. Leerlingen houden zich tijdens de lessen aan de veiligheidseisen die gesteld worden door de betrokken docent of instructeur.
5
Ongewenste intimiteiten
5.1
Leerlingen raken elkaar niet ongevraagd aan en gedragen zich volgens de gangbare omgangsvormen.
5.2
Indien een leerling zich onveilig of gekwetst voelt door een benadering of intimiteit (van de kant van medeleerlingen of personeel of anderen in de school), die de leerling niet wenst, dan kan hij zich wenden tot diens mentor of tot de vertrouwenspersoon van de school.
6
Privacybescherming Indien het gaat om de veiligheid van de school, het personeel en / of de leerling(en), bestaat de mogelijkheid dat de schoolleiding gegevens van leerlingen aan derden, zoals politie, en andere scholen, verschaft. Hierbij wordt de Wet bescherming persoonsgegevens in acht genomen. Verder gelden de bepalingen van het privacyreglement, zoals opgenomen in het schoolreglement.
7
Schoolactiviteiten
7.1
Er is sprake van een schoolactiviteit (bijvoorbeeld sporttoernooien, schoolfeesten e.d.) als die activiteit onder verantwoordelijkheid en conform de regels van de school wordt georganiseerd. Voor andere georganiseerde activiteiten heeft de school geen verantwoordelijkheid.
26
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
7.2
Over activiteiten, georganiseerd door en onder de verantwoordelijkheid van de school worden de ouders / verzorgers altijd geïnformeerd door de school (via de internet site van de school, per e-mail of brief).
7.3
Het meenemen van introducés bij schoolactiviteiten zal per schoolactiviteit door de schoolleiding worden aangegeven.
7.4
Tijdens schoolactiviteiten gelden de standaard gedrags- en huisregels van de school. Wapens en drugbezit en -gebruik zijn dus te allen tijde verboden. Alcoholgebruik en bezit is voor de leerlingen jonger dan 18 jaar verboden.
8
Toegang gasten en bezoekers
8.1
De school verleent alleen toegang aan personeel en leerlingen van de school.
8.2
Een ieder die niet geregistreerd staat op deze school, moet zich bij binnenkomst melden en laten registreren bij de receptie.
8.3
Voor ouders van leerlingen van de school geldt ook dat ze zich bij binnenkomst melden bij de receptie.
8.4
De schoolleiding kan hen die zich niet hebben gemeld/geregistreerd de toegang tot de school weigeren.
8.5
Indien de veiligheid van de school in het geding is, wat ter beoordeling is aan de schoolleiding, kan de schoolleiding de toegang weigeren aan de desbetreffende personen.
7
Verzuim, te laat of verwijderd uit de les
7.1
Bij het voorkomen en sanctioneren van alle vormen van verzuim maakt het OYC gebruik van het Verzuimprotocol van de gemeente Amsterdam. 9
7.2
Wanneer een leerling door ziekte of andere wettige redenen verhinderd is de lessen bij te wonen, dienen ouders/verzorgers dat onmiddellijk en voor aanvang van de lessen telefonisch of op een andere manier aan de school te berichten.
7.3
Bij het terugkeren op school na de absentie moet de leerling een door de ouders/verzorgers ingevuld verzuimbriefje meebrengen. Deze verzuimbriefjes zijn te verkrijgen bij de conciërge.
7.4
Ieder lesuur geven de docenten de absenten door. De conciërge/administratie controleert van welke leerling de reden van absentie niet bekend is. Vervolgens wordt naar huis gebeld.
9
Amsterdams Handboek leerplicht VO februari 2014
27
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
7.5
Het verzuim wordt dagelijks gespecificeerd geregistreerd in Magister door de conciërge.
7.6
De teamleider en de mentoren kijken wekelijks in Magister naar (ongeoorloofd) verzuim. Zij nemen zo nodig passende maatregelen in geval van verzuim.
7.7
Ouders/verzorgers hebben via de web portal van de school inzage in het verzuim, het te laat komen en het verwijderen uit de les van hun kind.
7.8
Ongeoorloofd verzuim In geval van spijbelen volgt een gesprek van de teamleider met de leerling en na herhaling met de ouders/verzorgers. Als sanctie volgt minimaal het inhalen van de verzuimde uren.
7.9
In geval van structureel verzuim wordt de leerplichtambtenaar bericht. We volgen hierbij het protocol van de gemeente Amsterdam. 10 Scholen zijn verplicht dit verzuim te melden bij het verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
7.10 De schoolleiding maakt een melding zodra een leerling totaal 16 uren lestijd in vier opeenvolgende lesweken afwezig was. Wij doen daarnaast ‘zorgmeldingen’ als wij daar aanleiding toe zien. 7.11
De leerplichtambtenaar roept, in overleg met de school, betreffende leerlingen met de ouders/verzorgers op voor een gesprek. In zware gevallen kan de leerplichtambtenaar het gezin een boete opleggen of de leerling een bureau HALT-verwijzing verstrekken.
7.12 Te laat komen Als een leerling aan het begin of in de loop van een schooldag te laat komt bij een les, dan dient de leerling zich bij de receptie te melden. Vanaf 4 x te laatkomen moet de leerling zich de volgende ochtend al om 08.00 uur melden bij de conciërge. Te laat komen wordt door Leerplicht gezien als ongeoorloofd verzuim en zal vanaf 9x te laat komen, gemeld worden bij het verzuimloket DUO. Wij doen daarnaast ‘zorgmeldingen’ als wij daar aanleiding toe zien. Verwijderd uit de les
8
Verwijdering uit de les
8.1
Leerlingen die uit de les worden verwijderd, moeten zich altijd direct melden in lokaal 000; in dit lokaal wordt gewerkt onder toezicht van een docent. Aan het eind van het uur moet hij/zij zich weer met de leerkracht in verbinding stellen voor verdere afhandeling.
10
Amsterdams Handboek Leerplicht februari 2014 Hoofdstuk 4 p. 22 e.v.
28
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
8.2
Bij herhaaldelijke verwijderingen neemt de teamleider passende maatregelen. Indien dat nodig wordt geacht vanwege de reden of de frequentie zal de directie sancties opleggen.
29
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Bijlage 2 Leerlingenstatuut LEERLINGENSTATUUT 2013-2015 Leerlingenstatuut van het Over-Y college Voor wie is dit leerlingenstatuut? Dit leerlingenstatuut is bestemd voor alle leerlingen van het Over-Y College. Wat is een leerlingenstatuut? Dit leerlingenstatuut bevat rechten en plichten die gelden voor alle leerlingen van Het Over-Y College. Het geeft aan wat de rechten en plichten van leerlingen zijn en daarnaast ook wat de afspraken zijn voor de gang van zaken binnen de school. Een aantal regels staan ook in de schoolgids. Aan dit officiële leerlingenstatuut is toegevoegd een ‘Toelichting bij het leerlingenstatuut ’. Deze toelichting geeft de inhoud van het leerlingenstatuut in grote lijnen weer in een minder juridische, meer toegankelijke taal. De toelichting moet gezien worden als een nadere uitleg voor gebruikers. Uiteraard geldt de officiële tekst van het leerlingenstatuut. Waarom een leerlingenstatuut? Binnen het Over-Y College behoren ‘Veiligheid en Respect’ tot de kernwaarden van waaruit wij met elkaar willen werken. Om goed te kunnen leren en jezelf te ontwikkelen, is een veilig en respectvol schoolklimaat de eerste voorwaarde. Dit betekent dat er afspraken moeten zijn over de manier waarop we met elkaar omgaan: leraren met leerlingen en leerlingen met elkaar. Je kunt natuurlijk niet alles in regels vastleggen. In het leerlingenstatuut staan daarom alleen de belangrijkste afspraken. Hoe is het leerlingenstatuut tot stand gekomen? Een school is wettelijk verplicht een leerlingenstatuut op te stellen. Dit statuut dient goedgekeurd te worden door Medezeggenschapsraad (MR).
Mw. E.J. Veenker, MEL Directeur
30
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Over-Y College Leerlingenstatuut 2013-2015 I. ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALING ARTIKEL 2 LEERLINGENSTATUUT II. GRONDRECHTEN ARTIKEL 3 RECHT OP INFORMATIE ARTIKEL 4 RECHT OP PRIVACY ARTIKEL 5 VRIJHEID VAN VERGADERING ARTIKEL 6 VRIJHEID VAN MENINGSUITING ARTIKEL 7 RECHT OP MEDEZEGGENSCHAP III. HET ONDERWIJS ARTIKEL 8 TOELATING ARTIKEL 9 BEVORDERING ARTIKEL 10 INHOUD VAN HET ONDERWIJS ARTIKEL 11 HUISWERK ARTIKEL 12 TOETSING EN BEOORDELING ARTIKEL 13 SCHOOLEXAMENS EN CENTRAAL SCHRIFTELIJKE EXAMENS IV. DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN ARTIKEL 14 AANWEZIGHEID IN DE LESSEN ARTIKEL 15 LESUITVAL ARTIKEL 16 LESVERVANGENDE EN NIET-LESGEBONDEN ACTIVITEITEN ARTIKEL 17 GEDRAGSREGELS ARTIKEL 18 SCHADE V. STRAFMAATREGELEN ARTIKEL 19 STRAFFEN ARTIKEL 20 SCHORSING ARTIKEL 21 OVERPLAATSING NAAR EEN ANDERE SCHOOL BINNEN ZAAM ARTIKEL 22 DEFINITIEVE VERWIJDERING VAN ZAAM ARTIKEL 23 BEZWAARREGELING ARTIKEL 24 KLACHTRECHT
31
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
TOELICHTING I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepaling Dit leerlingenstatuut verstaat onder: 1. School: een organisatorische eenheid waar onderwijs verzorgd wordt en die deel uitmaakt van de Stichting ZAAM 2. Bevoegd gezag: de directie van het Over-Y college, onder het bestuur van het College van Bestuur van de Stichting ZAAM, onder verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht zoals bedoeld in artikel 32b Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO). 3. College van Bestuur: centrale directie zoals bedoeld in artikel 32a WVO; bevoegd gezag van Stichting ZAAM. 4. Onderwijs Ondersteunende Dienst: het direct onder Stichting ZAAM ressorterend bureau. 5. Leerlingen: de leerlingen die op het Over-Y college staan ingeschreven. Jongeren zijn op 18-jarige leeftijd voor de wet handelingsbekwaam. Ouders zijn financieel verantwoordelijk voor hun kinderen tot 21 jaar. 6. Ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen bedoeld in lid 5 van dit artikel. 7. Directeur: schoolleider die volgens het vestigingsreglement eindverantwoordelijkheid draagt voor de school of te wel vestiging. 8. Schoolleiding: Directeur, plaatsvervangend directeur en de Midden managers (leerjaarcoördinatoren) van de school. 9. Middenmanager/ leerjaarcoördinator: docent, belast met de leiding van een leerjaar. 10. Personeel: het aan een school verbonden onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel. 11. Docenten: leden van het personeel die een onderwijstaak vervullen. 12. Mentoren: docenten die belast zijn met een speciale begeleidende taak ten 13. Geleding: het personeel, dan wel de ouders en/of leerlingen. 14. Medezeggenschapsraad: een raad van een school als bedoeld in artikel 20 WMS. 15. Leerlingenraad: de raad samengesteld uit en door de leerlingen. 16. Ouderraad: de raad samengesteld uit en door ouders. 17. Schoolplan: het document als bedoeld in artikel 24 WVO. 18. Schoolgids: het document als bedoeld in artikel 24a WVO. 20. Inspectie: de inspecteur die belast is met het toezicht op het voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 113 WVO. 21. Klachtencommissie: commissie als bedoeld in artikel 24b WVO. 22. Schoolreglement: een reglement, vastgesteld door de rector/directeur en goedgekeurd door het College van Bestuur, waarin de algemene regels zijn opgenomen die op een school gelden. Aangaande dit schoolreglement heeft de medezeggenschapsraad van de school instemmingsrecht. 23. Examenreglement: Examenreglement zoals bedoeld in artikel 31 lid 1 van het Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO.
32
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
GSF Leerlingenstatuut 2013-2015 24. Programma van toetsing en afsluiting: zoals bedoeld in artikel 31 lid 2 van het Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO. 25. Eindexamenbesluit: Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO. Besluit van 17 juli 1989. 26. Vestigingsreglement: reglement waarin taken en bevoegdheden van de schoolleiding van een vestiging of te wel school zijn vastgelegd. 27. Proefwerk: een proefwerk is een aangekondigde schriftelijke toets over een afgeronde hoeveelheid leerstof, waarvan het cijfer meetelt voor het rapport. Een (schriftelijke) overhoring is een toets die betrekking heeft op een geringere hoeveelheid of minder moeilijke lesstof dan een proefwerk; een (schriftelijke) overhoring telt ook in geringere mate mee voor het rapportcijfer dan een proefwerk. Waar in de artikelen van dit leerlingenstatuut sprake is van school wordt bedoeld Over-Y college. Waar sprake is van schoolleider, schoolleiding, schoolkrant, schoolgebouw, schoolreglement en schoolgids heeft dit betrekking op het Over-Y college. Artikel 2 Leerlingenstatuut 1. Dit leerlingenstatuut legt, conform de wettelijke bepalingen met betrekking tot het leerlingenstatuut, de rechten en plichten vast van de leerlingen die staan ingeschreven op het Over-Y college. 2. Het statuut is bindend voor: de leerlingen; de ouders; de personeelsleden; de schoolleiding; met inachtneming van de bepalingen in het medezeggenschapsreglement MR en wettelijke bepalingen. 3. Het College van Bestuur stelt elke twee jaar het leerlingenstatuut vast met Instemming van alle geledingen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De Rector/Directeur stelt elke twee jaar het schoolreglement vast met instemming van de medezeggenschapsraad. Tussentijdse wijziging van leerlingenstatuut en schoolreglement is mogelijk. 4. Het leerlingenstatuut wordt binnen de school zodanig gepubliceerd dat iedere betrokkene er kennis van kan nemen en ligt tevens ter inzage op de administratie van de school. II. GRONDRECHTEN Artikel 3 Recht op informatie 1. De schoolleiding draagt er zorg voor dat, voorafgaande aan de inschrijving, aan de leerling en de ouders algemene informatie wordt verstrekt over de doelstelling, het onderwijsaanbod en de werkwijze van de school, de toelatingseisen, de cursusduur, de aan de cursus verbonden kosten en de mogelijkheden voor vervolgonderwijs. 2. De schoolleiding draagt er zorg voor dat de schoolgids, het lesrooster, het medezeggenschapsreglement en andere reglementen die voor leerlingen van 33
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
belang zijn, voor alle personen genoemd onder artikel 2, lid 2 ter inzage liggen op de administratie en dat deze worden gepubliceerd via de website van de school. 3. De schoolleiding bevordert actief dat leerlingen en personeel op de hoogte zijn van de inhoud van het leerlingenstatuut en schoolreglement. Artikel 4 Recht op privacy 1. Er is op iedere school een leerlingenregister, waarin tenminste de hierna te noemen gegevens van de leerling zijn opgenomen: a. naam, geboorteplaats en -datum; b. datum van inschrijving op school; c. naam, adres van de ouders; d. adres van de leerling, niet wonende bij ouders; e. tijdstip van het (definitief) verlaten van de school en de reden daarvan; f. gegevens over het studieverleden van de leerling (afkomstig van basisschool of andere eerder gevolgde opleiding); g. gegevens over studievorderingen; h. gegevens over de lichamelijke constitutie en leerstoornissen van de leerling; i. gegevens die voor het functioneren van de school of voor het verkrijgen van faciliteiten nodig zijn; j. adres bij het verlaten van de school; k. indien bekend, naam van de eerstvolgende vervolgopleiding. Deze gegevens bevinden zich op het secretariaat van de school. 2. De financiële administratie van de Onderwijs Ondersteunende Dienst beschikt over de leerlinggegevens die van belang zijn voor de afwikkeling van noodzakelijke financiële zaken. 3. In het kader van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP 2001) zijn leerlinggegevens niet algemeen toegankelijk. Inzage hebben: a. de desbetreffende leerling en, indien deze jonger dan 16 jaar is, diens ouders; b. de aan de school verbonden personeelsleden, voorzover hun functie inzage van bepaalde leerlinggegevens noodzakelijk maakt; c. het bevoegd gezag; d. de inspecteur; e. de schoolarts; f. andere instanties en personen die op grond van wettelijke bepalingen daartoe gerechtigd zijn, na overleg met de Rector/Directeur. 4. Leerlinggegevens worden niet zonder toestemming van de leerling of diens ouders aan andere personen of instanties doorgegeven, behoudens wettelijke verplichtingen. Daarnaast kunnen studievoortgangsgegevens over leerlingen verstrekt worden aan scholen waar een leerling eerder ingeschreven was of vervolgonderwijs volgt. 5. Na het definitieve vertrek van de leerling worden de schoolloopbaangegevens uiterlijk twee jaren opgeslagen in een daartoe ingericht archief. Wijziging van gegevens is niet toegestaan. Over de toegang beslist de Rector/Directeur. 6. De schoolleiding mag een door een leerling gehuurd schoolkluisje slechts openen als er sprake is van een concrete aanleiding of als er anderszins een zwaarwegend belang mee gediend wordt.
34
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Artikel 5 Vrijheid van vergadering 1. Leerlingen hebben het recht om op school vergaderingen te beleggen over aan het onderwijs of de school gerelateerde onderwerpen. 2. In overleg met de schoolleiding worden afspraken gemaakt over tijd en plaats van een vergadering. 3. Vergaderingen zijn alleen toegankelijk voor de eigen geleding. De leerlingen, in vergadering bijeen, kunnen met meerderheid van stemmen en na overleg met de Rector/Directeur personen uit andere geledingen of personen van buiten de school tot de vergadering toelaten. 4. Leerlingen hebben het recht commissies in te stellen ten behoeve van een door hen te ontplooien activiteit. Ook kunnen commissies van leerlingen worden ingesteld door of op verzoek van de schoolleiding. 5. Aan commissies van leerlingen wordt, voorzover de gebouwen- en lokalensituatie dit toelaat, werk- en vergaderruimte ter beschikking gesteld. Artikel 6 Vrijheid van meningsuiting 1. Een leerling heeft het recht zijn mening te uiten binnen de geldende fatsoensnormen en met inachtneming van de wettelijke bepalingen. 2. Iemand die zich benadeeld voelt door mondelinge of schriftelijke uitingen van anderen kan dit aan de orde stellen bij de mentor of middenmanager en verzoeken om passende maatregelen. Indien betrokkene de reactie onbevredigend acht, kan hij/zij daartegen bezwaar maken bij de Rector/Directeur. 3. Op daarvoor bestemde plaatsen en borden kunnen de leerlingenraad, de schoolkrantredactie, de feestcommissie en eventuele andere door leerlingen in te stellen commissies mededelingen doen en affiches van niet-commerciële aard bevestigen. Een en ander gebeurt in overleg met (een lid van) de schoolleiding of met de daarvoor door de schoolleiding aangewezen verantwoordelijke functionaris. 4. De leerlingen hebben het recht een schoolkrant uit te geven die beschikbaar is voor alle geledingen van de school. 5. Indien een schoolkrant wordt uitgegeven stelt de schoolkrantredactie van de school een redactiestatuut op. Dit redactiestatuut behoeft goedkeuring van de GSF Leerlingenstatuut 2013-2015 7 Rector/Directeur. In het redactiestatuut worden in ieder geval opgenomen: a. doelstellingen van de schoolkrant; b. samenstelling van de redactie; c. wijze waarop redactieleden geworven worden; d. de verantwoordelijkheid betreffende de juistheid van informatie en de inhoud van de opgenomen publicaties; e. de verantwoordelijkheid betreffende de kwaliteit van de in het blad opgenomen publicaties en het gehanteerde taalgebruik; f. de verantwoordelijkheid voor publicaties die door inhoud, afbeelding en/of taalgebruik beledigend geacht kunnen worden voor instellingen en/of personen binnen en/of buiten de school, of die anderszins schadelijk geacht kunnen worden voor het aanzien van de school; g. regeling voor het beheer van de beschikbaar gestelde geldmiddelen, regeling voor gemaakte onkosten, afspraken met betrekking tot het gebruik van de beschikbaar gestelde materiële voorzieningen. Artikel 7 Recht op medezeggenschap 35
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
1. Leerlingen hebben het recht een leerlingenraad in te stellen. De schoolleiding verleent medewerking aan het totstandkomen van een leerlingenraad en bevordert het functioneren van deze raad. 2. De Rector/Directeur stelt de leerlingenraad een budget ter beschikking voor kosten met betrekking tot scholing, kantoorartikelen, abonnementskosten e.d. De leerlingenraad dient een begroting in bij de Rector/Directeur en heeft verantwoordingsplicht jegens de Rector/Directeur met betrekking tot de gedane uitgaven. 3. De leerlingenraad is bevoegd gevraagd of ongevraagd advies uit te brengen aan de schoolleiding en de medezeggenschapsraad, met name over die aangelegenheden die de leerlingen in het bijzonder betreffen. 4. Op leden van de leerlingenraad die tevens lid zijn van de medezeggenschapsraad en/of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, is het medezeggenschapsreglement GMR van toepassing. 5. Binnen de Kaderregeling ‘Procedure Begeleiding en Beoordeling Nieuwe Docenten’ van de Gooise Scholen Federatie bepaalt de Rector/Directeur of en hoe leerlingen betrokken worden bij de beoordeling van nieuwe docenten. 6. Leerlingen die lid zijn van de leerlingenraad mogen uit hoofde van hun lidmaatschap van deze raad niet benadeeld worden in hun functioneren. 7. De leerlingenraad zorgt voor een reglement waarin minimaal de volgende zaken aan de orde komen: a. de samenstelling van de raad; b. de wijze waarop de continuïteit van de raad wordt gegarandeerd; c. de taken en bevoegdheden van de raad; d. het gewenste of benodigde aantal vergaderingen per jaar. GSF Leerlingenstatuut 2013-2015 8 III. HET ONDERWIJS Toelating, bevordering, inhoud en niveau van het onderwijs, toetsing en afsluiting. Artikel 8 Toelating 1. De school is toegankelijk voor alle leerlingen. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, afkomst, nationaliteit of op welke andere grond dan ook is niet toegestaan, noch bij toelating, noch bij het verblijf op school. 2. Een school is toegankelijk, eventueel onder voorwaarden, voor alle leerlingen die voldoen aan de eisen met betrekking tot vooropleiding c.q. de prestaties in de te volgen vakken en het functioneren op de vorige school. 3. De eisen ten aanzien van de toelating tot het eerste leerjaar worden jaarlijks vastgesteld in overleg met de overige scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. Hierbij baseert de schoolleiding zich op de adviezen vanuit de basisschool, op een tweede los daarvan totstandgekomen gegeven en eventueel ook nog op een eigen toelatingstoets. 4. De schoolleiding stelt een toelatingscommissie in. Deze commissie heeft adviesbevoegdheid met betrekking tot de toelating tot het eerste leerjaar. De toelating tot het eerste leerjaar kan niet voorwaardelijk geschieden. 5. Een besluit tot weigering van toelating tot het eerste leerjaar wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene en aan de ouders meegedeeld. 6. Voor toelating tot een ander dan het eerste leerjaar heeft de schoolleiding een toelatingsprocedure vastgesteld. Inlichtingen worden mondeling/schriftelijk 36
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
ingewonnen bij de school die als laatste door de aangemelde leerling werd bezocht. Artikel 9 Bevordering 1. Voorwaardelijke plaatsing in een bepaald leerjaar wordt uitdrukkelijk in de toelatingsbrief (of op het eindrapport) vermeld. Bovendien wordt hiervan schriftelijk mededeling gedaan aan de ouders, waarbij melding gemaakt wordt van het tijdstip waarop definitief omtrent de overgang zal worden beslist. Dit tijdstip zal liggen tussen 1 oktober en 1 januari. Een leerling wordt niet voorwaardelijk geplaatst in het hoogste leerjaar van de gevolgde opleiding. 2. De docentenvergadering stelt het advies over de toelating van leerlingen tot het volgende leerjaar vast. De middenmanager en/of mentor stellen de beslissing over de toelating vast en zijn daarop aanspreekbaar. De procedure op grond waarvan deze beslissing totstandkomt, wordt jaarlijks uiterlijk 1 oktober, schriftelijk aan alle leerlingen en hun ouders kenbaar gemaakt. De leerling en zijn/haar ouders worden op de hoogte gesteld van beslissingen en adviezen betreffende de vervolgloopbaan. 3. Een leerling moet de school verlaten of van schooltype veranderen, wanneer hij/zij tweemaal blijft zitten in hetzelfde leerjaar of twee opeenvolgende leerjaren. In speciale gevallen (ziekte, persoonlijke omstandigheden) kan men hiervan afwijken. GSF Leerlingenstatuut 2013-2015 9 Artikel 10 Inhoud van het onderwijs 1. De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om behoorlijk en activerend onderwijs te bieden. Daarbij gaat het om zaken als: a. een redelijke verdeling van de lesstof over de lessen; b. een goede presentatie en adequate uitleg van de leerstof; c. bij het onderwijs passende lesmethoden en boeken; d. gevarieerde lesvormen; e. een redelijke hoeveelheid huiswerk. 2. De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om het onderwijsproces goed te laten verlopen. 3. Als een docent naar het oordeel van een leerling of een groep leerlingen zijn/haar taak niet goed vervult, kan dat door deze leerling(en) aan de orde worden gesteld, in eerste instantie bij de betrokkene zelf, in tweede instantie bij de mentor, in derde instantie bij de schoolleiding. 4. Leerlingen worden betrokken bij evaluaties van onderdelen van het onderwijsprogramma. Artikel 11 Huiswerk 1. Leerlingen hebben de plicht het hun opgegeven huiswerk te maken. 2. De mentor ziet erop toe dat het totaal van aan leerlingen opgegeven huiswerk geen onredelijke belasting voor de leerlingen oplevert. 3. Het huiswerk wordt zo goed mogelijk over de week en het schooljaar gespreid. 4. De huiswerkvrije dagen worden vermeld in de jaargids van de school. De eerste dag na een vakantie van een week of langer is huiswerkvrij. 5. Leerlingen die niet in staat zijn geweest het huiswerk te maken, melden dit conform de op de school geldende procedure. 6. Werkstukken van enige omvang, spreekbeurten en andere taken die een meer dan gemiddelde voorbereiding behoeven, worden door de docent tijdig tenminste vier schoolweken van tevoren - opgegeven. 37
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Artikel 12 Toetsing en beoordeling 1. Bij het opgeven van het proefwerk - of tenminste ruim voor de afname ervan wordt aan de leerling duidelijk gemaakt wat de betekenis ervan is in het kader van de periodieke toetsing en beoordeling. Ook bij overhoringen en werkstukken wordt dit aangegeven. 2. Bij het opgeven van proefwerken en overhoringen wordt aangegeven welk deel van de leerstof of welke vaardigheid door de leerling beheerst moet worden. 3. Proefwerken worden minstens één week voor de afnamedatum opgegeven. Overhoringen en luistertoetsen hoeven niet aangekondigd te worden, mits ze de hoeveelheid opgegeven huiswerk voor één lesuur niet te boven gaan. 4. Er vindt, behoudens overmacht - ter beoordeling van de schoolleiding - in principe niet meer dan één proefwerk per dag plaats. Deze regel geldt niet voor een proefwerkperiode en voor de examenjaren waar de examenregeling van toepassing is. 5. Docenten dienen schriftelijke toetsen binnen 10 schooldagen te corrigeren, GSF Leerlingenstatuut 2013-2015 10 behoudens bijzondere omstandigheden, zoals ziekte, buitenschoolse activiteiten en nascholingsdagen. Voor werkstukken en lees- en practicumverslagen geldt een maximum van vier schoolweken. 6. De leerling heeft het recht het gecorrigeerde werk in te zien en het recht dat het gecorrigeerde werk besproken wordt. 7. Leerlingen die zonder tijdige kennisgeving of zonder geldige reden (zie artikel 14, 1 t/m 9) afwezig zijn tijdens een schriftelijke overhoring of proefwerk, hebben geen recht van inhalen. In alle andere gevallen bepaalt de docent de noodzaak en het gewenste tijdstip van de inhaaltoets. 8. Voorafgaand aan een rapportperiode worden de leerlingen geïnformeerd over de wijze waarop rapportcijfers totstandkomen. 9. De docenten maken de rapportcijfers, zo snel mogelijk nadat ze zijn vastgesteld, aan de leerlingen bekend. Wanneer een leerling denkt dat een berekening van een rapportcijfer onjuist is, moet hij/zij dit met de docent in kwestie bespreken. Bij meningsverschillen wendt de zich benadeeld voelende leerling zich in eerste instantie tot de mentor en in tweede instantie tot de middenmanager. 10. De leerlingen en hun ouders ontvangen minimaal twee keer per jaar een rapport waarop een overzicht wordt gegeven van de prestaties van de leerling voor de door hem/haar gevolgde vakken over een bepaalde periode. De tijdstippen waarop de rapporten worden verstrekt, worden aan het begin van het schooljaar bekendgemaakt. 11. De Rector/Directeur kan - in afwijking van het bovenstaande - een eigen reglement voor toetsing en beoordeling opstellen. Dit reglement behoeft instemming van de medezeggenschapsraad en goedkeuring van het College van Bestuur. Artikel 13 Schoolexamens en centraal schriftelijke examens 1. De leerlingen in de tweede fase HAVO/VWO, de derde en vierde klassen van het VMBO en de opleidingen in de uitstroom fase van het praktijkonderwijs ontvangen vóór 1 oktober van het schooljaar waarin zij starten met het schoolexamen voor de school geldende exemplaren van het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting. Deze regelingen bevatten niet alleen een overzicht van de gestelde eisen per vak, de afnamedata of -periodes van de diverse toetsen en de wijze waarop de diverse onderdelen meetellen 38
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
voor de eindwaardering, maar tevens een overzicht van de regels met betrekking tot herkansing, fraude, beroepsmogelijkheden etc. Wijzigingen in examenreglement, programma van toetsing en afsluiting en examendata worden tijdig en schriftelijk of digitaal aan de leerlingen meegedeeld. De examens worden afgenomen volgens de regels die zijn opgenomen in het Eindexamenbesluit. 2. Daar waar regelingen in het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting afwijken van regelingen als geformuleerd in artikel 10, 11, 12 zijn de eerste onverkort van toepassing. 3. Genoemde regeling dient als bijlage beschouwd te worden bij dit leerlingenstatuut. GSF Leerlingenstatuut 2013-2015 11 IV. DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN Artikel 14 Aanwezigheid in de lessen 1. De leerlingen zijn verplicht de lessen te volgen volgens het voor hen geldende rooster. Vrijstelling van het volgen van lessen kan met inachtneming van de wettelijke voorschriften (inspectie, leerplichtambtenaar) slechts worden gegeven door de schoolleiding. Een verzoek tot vrijstelling van het volgen van lessen moet tijdig en schriftelijk worden ingediend, met vermelding van de reden. 2. Te voorzien kort verzuim van lessen kan slechts worden toegestaan na een tijdig en schriftelijk verzoek van ouders aan de schoolleiding, onder opgave van redenen. Onverwacht verzuim (ziekte etc.) moet telefonisch gemeld worden, volgens de in de jaargids vermelde richtlijnen. Bij zelfstandig wonende leerlingen en leerlingen van 18 jaar en ouder berust de meldingsplicht bij henzelf. 3. Leerlingen die tijdens de lessen de school wegens ziekte of om een andere reden verlaten, moeten zich afmelden. 4. Wanneer de leerling de lessen weer gaat volgen, moet daarvan een melding plaatsvinden volgens de richtlijnen, vermeld in de jaargids. Leerlingen van 18 jaar en ouder zijn zelf verantwoordelijk voor de melding. 5. De leerlingen dienen tijdig in of bij het leslokaal aanwezig te zijn. Leerlingen die te laat zijn, dienen te handelen volgens de op de school geldende afspraken bij te laat komen. Bij herhaald te laat komen treft de schoolleiding passende maatregelen. 6. De lessen dienen op het in het rooster bepaalde tijdstip te beginnen. Voor klachten met betrekking tot het niet op tijd beginnen van lessen, kan de benadeelde leerling, klas of groep, zich in verbinding stellen met de schoolleiding. Wanneer een docent onverwacht verlaat is, stelt een ‘klassenvertegenwoordiger’ zich na maximaal tien minuten in verbinding met de schoolleiding (roosterzaken). De betrokken leerlingen houden zich vervolgens aan de verstrekte richtlijnen. 7. Wanneer een leerling (tijdelijk) niet in staat is de lessen lichamelijke opvoeding te volgen, moet dit schriftelijk door de ouders of, als de leerling 18 jaar of ouder is, door de leerling zelf aan de docent lichamelijke opvoeding worden gemeld. Het bevoegd gezag meldt de verleende vrijstelling aan de inspectie. In overleg wordt de mogelijkheid van een aangepast of alternatief programma onderzocht en vastgesteld. 8. Ouders worden van niet gemelde afwezigheid van hun kind zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht door of namens de schoolleiding. 39
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
9. Absenties die niet voldoen aan het hierboven gestelde worden beschouwd als ‘onwettig verzuim’. Ze kunnen leiden tot maatregelen zoals genoemd in artikel 19 lid 3. Artikel 15 Lesuitval 1. De schoolleiding draagt zorg voor zoveel mogelijk beperking van lesuitval en tussenuren. 2. Bij lesuitval krijgen de leerlingen zo snel mogelijk bericht. Indien mogelijk zal de ‘telefooncirkel’ gehanteerd worden om leerlingen in kennis te stellen van lesuitval of roosterwijzigingen. De leerlingen dienen zich dagelijks, en in ieder geval voor het verlaten van de school, op de hoogte te stellen van eventuele roosteraanpassingen. Artikel 16 Lesvervangende en niet-lesgebonden activiteiten 1. Onder lesvervangende activiteiten worden verstaan: activiteiten met verplichte deelname die eventueel buiten het schoolgebouw kunnen plaatsvinden en die naar aard en omvang redelijkerwijze geacht kunnen worden in de plaats te komen van de normale lessen, waarbij zowel de leerlingen als de docenten betrokken zijn. Onder niet-lesgebonden activiteiten worden verstaan: activiteiten met vrijwillige deelname die buiten de normale lesuren binnen of buiten het schoolgebouw plaatsvinden. Het beleid ten aanzien van deze activiteiten wordt waar mogelijk in de interne jaarplanning opgenomen en met de betrokkenen besproken. 2. Lesvervangende en niet-lesgebonden activiteiten worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding. 3. De schoolleiding laat de activiteiten tijdig bekendmaken, zorgt voor voldoende begeleiding en geeft tevens aan of deelname verplicht is en of er eventuele kosten zijn. 4. De schoolleiding stelt zo mogelijk ruimte beschikbaar voor door leerlingen georganiseerde niet-lesgebonden activiteiten, mits er voldoende begeleiding (dit ter beoordeling van de schoolleiding) aanwezig is en de aard en omvang passen bij/binnen de beschikbare ruimten (zie artikel 17 lid 10). 5. Bij het organiseren van schoolfeesten maken de organiserende leerlingen afspraken met de schoolleiding over toelating van gasten, orde en gedragsregels. Artikel 17 Gedragsregels A. Rechten: 1. Leerlingen hebben het recht voorstellen te doen aan de schoolleiding over alle zaken die betrekking hebben op hun positie. Dit kan zowel individueel als via de leerlingenraad (indien aanwezig) en de (leerlinggeleding van de) medezeggenschapsraad. 2. Pauzes, vrije uren en tussenuren door lesuitval worden als regel door de leerlingen doorgebracht in de daartoe door de schoolleiding aangewezen ruimten. 3. In het schoolgebouw is het de leerlingen uitsluitend toegestaan te eten en te drinken op de daartoe aangewezen plaatsen. 4. De leerlingen hebben vrijheid van uiterlijk met dien verstande dat: a. de schoolleiding op grond van hygiëne- of veiligheidseisen bepaalde kleding 40
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
kan voorschrijven of verbieden, zoals voor gymnastiek of voor bepaalde praktijkvakken; b. versieringen of kleding met bepaalde afbeeldingen die als discriminerend ervaren kunnen worden niet zijn toegestaan, alsmede kleding die afbreuk kan doen aan het respect dat een leerling voor zijn schoolomgeving dient te hebben; c. het uiterlijk en de kleding van de leerling door de schoolleiding niet als aanstootgevend worden beoordeeld; d. kleding die de onderlinge communicatie op school beperkt niet is toegestaan. 5. De leerlingen hebben in redelijkheid recht op gelegenheid tot lichamelijke verzorging (toiletbezoek, e.d.). 6. Leerlingen hebben er recht op dat personeelsleden en leden van de schoolleiding handelen en instructie geven binnen de kaders van de op het onderwijs betrekking hebbende bepalingen van de Arbo-wetgeving. 7. Leerlingen hebben er recht op om respectvol behandeld te worden door medeleerlingen en het personeel.1 8. Leerlingen hebben er recht op dat personeelsleden en medeleerlingen handelen ter voorkoming en vermijding van ongewenste vormen van benadering, intimiteit of intimidatie. B. Plichten: 9. De leerling verplicht zich om mee te werken aan een voor allen veilig leef- en werkklimaat. ’Pestgedrag’, inclusief cyberpesten en verbaal en fysiek geweld worden niet getolereerd. De leerling werkt actief mee aan het instandhouden van de gedragscode. 10. Een leerling dient zich te allen tijde zodanig te gedragen dat: −de organisatie van de school en de voortgang van de lessen niet verstoord wordt; −de goede naam van de school geen schade wordt berokkend; −de vrijheid van andere leerlingen of het personeel van de school niet belemmerd wordt. 11. Als een leerling naar het oordeel van de docent de les verstoort, kan hij/zij verplicht worden de les te verlaten. 12. Het is leerlingen niet toegestaan een andere voertaal dan Nederlands te hanteren tijdens lessen en schoolgebonden situaties, tenzij daartoe toestemming is verleend door een medewerker dan wel uitdrukkelijk opdracht is gegeven in een andere taal te spreken. 13. Een ieder is verplicht het schoolgebouw, het schoolterrein en de directe omgeving ervan in ordelijke staat te laten. 14. De leerling houdt zich op de terreinen en in het schoolgebouw en bij alle activiteiten, die onder de verantwoordelijkheid van de school vallen, aan de voorschriften en de instructies die hem/haar worden gegeven door (surveillerende) leden van het personeel. Indien een leerling zich gekwetst voelt door een benadering of intimiteit van de kant van medeleerlingen of het personeel, van een aard of in een vorm die de leerling niet gewenst heeft, kan hij/zij zich wenden tot de vertrouwenspersoon van de school. Een klacht indienen bij de klachtencommissie conform artikel 24 is een mogelijke vervolgstap. 15. Het is leerlingen niet toegestaan alcohol te gebruiken of in bezit te hebben in het schoolgebouw, de omgeving daarvan of tijdens activiteiten die door de 41
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
school georganiseerd worden, tenzij er bij een bepaalde activiteit uitdrukkelijk anders bepaald is. Evenmin mag men onder invloed van alcohol in het schoolgebouw verschijnen. 16. Het is leerlingen niet toegestaan in het schoolgebouw te roken. Of en zo ja waar gerookt mag worden tijdens de pauzes is per school geregeld. 17. Het is leerlingen niet toegestaan drugs te gebruiken of in bezit te hebben in het schoolgebouw, de omgeving daarvan of tijdens activiteiten die door de school georganiseerd worden. Evenmin mag men onder invloed van drugs in het schoolgebouw verschijnen. 18. Tijdens lesuren is in de leslokalen en in de (studie)hallen het gebruik van telecommunicatieapparatuur en andere audioapparatuur verboden, tenzij na toestemming van de schoolleiding. 19. Naast het wettelijke verbod op wapens, waaronder ook het verbod op op wapens lijkende voorwerpen, is het in bezit hebben van gevaarlijke voorwerpen in of in de omgeving van het schoolgebouw verboden. 20. Lid 8 en 9 van dit artikel en artikel 6, lid 1 en 2 zijn ook van toepassing op vormen van elektronische communicatie. Artikel 18 Schade 1. Ten aanzien van de aansprakelijkheid bij, door of aan leerlingen toegebrachte schade gelden de hierop betrekking hebbende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. De leerling die schade veroorzaakt aan het schoolgebouw of aan schooleigendommen, hetzij tijdens, hetzij voor of na schooltijd, kan daarvoor door de schoolleiding aansprakelijk worden gesteld. 2. De ouders van een leerling die schade heeft veroorzaakt, worden van dit feit door de schoolleiding schriftelijk in kennis gesteld. 3. Tegen een leerling die opzettelijk schade toebrengt aan het schoolgebouw of de inventaris, eigendommen van medeleerlingen of van derden, kunnen disciplinaire maatregelen worden getroffen. Ouders worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. V. STRAFMAATREGELEN Artikel 19 Straffen 1. Binnen de reguliere school/lessituatie hebben personeelsleden de bevoegdheid naar eigen inzicht corrigerende maatregelen te treffen. Deze worden niet als officiële straffen beschouwd. 2. Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen aard en zwaarte van de straf en de overtreding. De opgelegde straf dient pedagogisch verantwoord te zijn en in overeenstemming met de missie van de school 3. Aan een leerling die handelt in strijd met de bepalingen van het leerlingenstatuut, reglementen of andere voorschriften, kan een straf worden opgelegd. 4 Het geven van een al dan niet officiële straf aan de leerling dient toegelicht te worden. 5. De volgende straffen kunnen aan de leerlingen worden opgelegd: a. het verrichten van strafwerk op een nader vast te stellen tijdstip; b. een schriftelijke waarschuwing; c. een schriftelijke berisping; d. het ontzeggen van de toegang tot bepaalde lessen voor een korte tijd; e. schorsing, van één tot vijf dagen; 42
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
f. overplaatsing naar een andere school van de Gooise Scholen Federatie; g.definitieve verwijdering van de Gooise Scholen Federatie. De straf onder a wordt opgelegd door een docent of de schoolleiding. De straffen b t/m d worden opgelegd door de schoolleiding. De straf onder e wordt opgelegd door de Rector/Directeur. De straf onder f wordt opgelegd door het College van Bestuur. De straf onder g wordt opgelegd door het College van Bestuur, uitsluitend na overleg met de inspectie. Straffen genoemd onder b t/m g worden op schrift gesteld. Zowel de leerling als de ouders van de leerling ontvangen daarvan een afschrift. Ingeval van straffen genoemd onder lid e, f en g kan een leerling zich laten bijstaan door derden. Lijfstraffen zijn verboden. 6. Het overschrijven van teksten voldoet als regel niet aan de voorwaarden, genoemd in lid 2. Artikel 20 Schorsing 1. De Rector/Directeur kan de leerling voor één of meerdere dagen schorsen, met een maximum van vijf schooldagen. 2. Het besluit tot schorsing wordt onmiddellijk aan de leerling en ouders meegedeeld en binnen drie dagen schriftelijk bevestigd aan de leerling en, wanneer deze de leeftijd van 21 jaar nog niet bereikt heeft, aan zijn/haar ouders. 3. De Rector/Directeur brengt de inspectie op de hoogte van een schorsing van langer dan één dag. 4. Per school wordt in het schoolreglement vastgelegd hoe aan de schorsingsmaatregel vorm wordt gegeven. Artikel 21 Overplaatsing naar een andere school binnen de Stichting ZAAM 1. Algemene gronden voor overplaatsing zijn in overeenstemming met artikel 27 WVO en de artikelen 14 en 15 van het Inrichtingsbesluit WVO: - bij herhaling de voorschriften van de school of de Stichting ZAAM in ernstige mate overtreden; - zich schuldig maken aan ernstig wangedrag. 2. Het College van Bestuur kan een leerling slechts overplaatsen, nadat deze - en indien deze de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft, zijn/haar ouders - in de gelegenheid is/zijn gesteld hierover te worden gehoord. Dit horen geschiedt door de Rector/Directeur. 3. Een leerling kan niet op grond van onvoldoende vorderingen in de loop van het schooljaar worden overgeplaatst. 4. Het besluit tot overplaatsing wordt door het College van Bestuur schriftelijk en met opgave van redenen medegedeeld aan de betrokkene en, indien deze nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, ook aan zijn/haar ouders met vermelding van de mogelijkheid tot bezwaar en klacht. 5. Tegen een overplaatsing kan, in afwijking van artikel 23 lid 2, binnen twee weken schriftelijk bezwaar gemaakt worden bij het College van Bestuur. 6. Binnen twee weken na dagtekening van het bezwaar neemt het College van Bestuur een beslissing ten aanzien van het bezwaar. 7. Het College van Bestuur hoort de leerling en - indien deze de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt - ook de ouders over de inhoud van het bezwaar en 43
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
geeft hen gelegenheid kennis te nemen van de relevante adviezen en rapporten. 8. Tegen een beslissing over een overplaatsing die in een bezwaarprocedure is bevestigd, kan door een leerling en in geval de leerling de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt ook door zijn/haar ouders, een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie. 9. Gedurende de behandeling van het bezwaar en de klacht kan het College van Bestuur de leerling de toegang tot de school waarvan de leerling verwijderd wordt, ontzeggen. Artikel 22 Definitieve verwijdering van de Gooise Scholen Federatie 1.Algemene gronden voor definitieve verwijdering zijn in overeenstemming met artikel 27 WVO en de artikelen 14 en 15 van het Inrichtingsbesluit WVO: - bij herhaling de voorschriften van de school of de Stichting ZAAM in ernstige mate overtreden; - zich schuldig maken aan ernstig wangedrag. 2. Het College van Bestuur kan een leerling slechts verwijderen, nadat deze - en indien deze de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft zijn/haar ouders - in de gelegenheid is/zijn gesteld hierover te worden gehoord. Dit horen geschiedt door de Rector/Directeur. 3. Een leerling kan niet op grond van onvoldoende vorderingen in de loop van het schooljaar worden verwijderd. 4. Definitieve verwijdering geschiedt uitsluitend na overleg met de inspectie. Hangende dit overleg kan de leerling (ook langer dan de in artikel 20, lid 1 genoemde termijn) geschorst worden. Het overleg strekt er mede toe na te gaan op welke andere wijze de betrokken leerling onderwijs zal kunnen volgen. 5. Het College van Bestuur stelt de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen van de definitieve verwijdering in kennis. 6. Het besluit tot definitieve verwijdering wordt door het College van Bestuur schriftelijk en met opgave van redenen medegedeeld aan de betrokkene en, indien deze nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt ook aan zijn/haar ouders, met vermelding van de mogelijkheid tot bezwaar en klacht. 7. Tegen een definitieve verwijdering kan, in afwijking van artikel 23 lid 2, binnen zes weken schriftelijk bezwaar gemaakt worden bij het College van Bestuur. 8. Binnen vier weken na dagtekening van het bezwaar neemt het College van Bestuur een beslissing ten aanzien van het bezwaar. 9. Het College van Bestuur hoort de leerling en - indien deze de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt - ook de ouders over de inhoud van het bezwaar en geeft hen gelegenheid kennis te nemen van de relevante adviezen en rapporten. 10. Tegen een beslissing over een definitieve verwijdering die in een bezwaarprocedure is bevestigd, kan door een leerling en in geval de leerling de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt ook door zijn/haar ouders, een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie, conform de klachtenprocedure zoals vastgelegd in artikel 24. 11. Gedurende de behandeling van het bezwaar en de klacht kan het College van Bestuur de leerling de toegang tot de school ontzeggen. 12. Een leerplichtige leerling mag pas worden uitgeschreven als er een bewijs van aanmelding bij een andere school is, of na melding bij de leerplichtambtenaar. 44
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Artikel 23 Bezwaarregeling A. Bezwaar bij Rector/Directeur 1. Een leerling die rechtstreeks in zijn/haar belang is getroffen door gedragingen en beslissingen van een medeleerling of een lid van het personeel, heeft het recht de Rector/Directeur te verzoeken passende maatregelen te treffen. 2. Dit verzoek wordt schriftelijk en met redenen omkleed bij de Rector/Directeur ingediend binnen een termijn van veertien dagen, te rekenen vanaf het moment waarop de beslissing is genomen of de gedraging heeft plaatsgevonden. In geval van overplaatsing en verwijdering gelden andere termijnen (zie artikel 21 en 22). 3. Voordat de Rector/Directeur een beslissing neemt over het verzoek, worden de betrokkenen gehoord. Bij gesprekken kan een leerling zich laten bijstaan door derden. 4. De Rector/Directeur neemt binnen veertien dagen na ontvangst van het verzoek een beslissing. Als het onmogelijk is binnen deze termijn een beslissing te nemen, stelt de Rector/Directeur de betrokkene hiervan, met opgave van redenen, schriftelijk in kennis. 5. Van deze beslissing worden de betrokkenen schriftelijk op de hoogte gebracht. De beslissing is met redenen omkleed. B. Bezwaar bij het College van Bestuur 1. Een leerling die rechtstreeks getroffen is in zijn/haar belang door gedragingen en beslissingen van de Rector/Directeur heeft het recht het College van Bestuur te verzoeken passende maatregelen te treffen. 2. De leden 2 t/m 5 zijn overeenkomstig van toepassing. C. Opschortende werking 1. Een leerling kan een verzoek, als bedoeld in lid 1 van onderdeel A en lid 1 van onderdeel B, in spoedeisende gevallen vergezeld doen gaan van een verzoek tot opschorting van de uitvoering van een beslissing, tot het moment waarop de Rector/Directeur, respectievelijk het College van Bestuur over het bezwaar heeft besloten. 2. De Rector/Directeur respectievelijk het College van Bestuur bepaalt of hij/zij aan dit verzoek gehoor geeft en deelt de beslissing hierover zo spoedig mogelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene mede. Artikel 24 Klachtrecht 1. De Stichting ZAAM heeft een klachtencommissie conform artikel 24b WVO. De werkwijze van deze commissie wordt nader geregeld in de Bezwaarregeling en Algemene Klachtenregeling Gooise Scholen Federatie. 2. Een leerling die rechtstreeks in zijn/haar belang getroffen is door gedragingen of beslissingen van het personeel, de schoolleiding of het College van Bestuur, met betrekking tot aangelegenheden die met het leerlingenstatuut samenhangen, kan hierover een klacht indienen bij de Klachtencommissie, als regel in die gevallen waarin naar het oordeel van de leerling via de bezwaarprocedure conform artikel 23 geen bevredigende oplossing is bereikt. Artikel 25 Slotbepaling In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bevoegd gezag of daartoe gemandateerd de directeur/rector.
45
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
TOELICHTING BIJ HET LEERLINGENSTATUUT VAN DE STICHTING ZAAM Inleiding Wetten en regels en dus ook dit leerlingenstatuut werken een beetje als een paraplu: je hebt ze alleen nodig als het regent. Maar het is wel prettig als je ze bij je hebt. Hoe leerlingen en leraren en andere mensen die op school werken en actief zijn met elkaar omgaan, wordt niet bepaald door het leerlingenstatuut. Maar een leerlingenstatuut kan helpen problemen te voorkomen en helpen ze op te lossen als ze eenmaal ontstaan zijn. Er zijn meer regels en regelingen op school dan alleen het leerlingenstatuut. Voor sommige onderwerpen zijn er speciale regels en reglementen (zoals over het eindexamen en over de klachtencommissie). Een aantal regels is ook te vinden in de jaargids van de school. Deze toelichting geeft de inhoud van het leerlingenstatuut in grote lijnen weer. Uiteindelijk telt de officiële tekst van het leerlingenstatuut. Dit leerlingenstatuut geldt voor alle scholen van de Stichting ZAAM Hoofdstuk I gaat over de algemene bepalingen van het leerlingenstatuut. Artikel 1 geeft aan wat met een aantal woorden en begrippen, die in het leerlingenstatuut voorkomen, bedoeld wordt. Artikel 2 zegt dat het leerlingenstatuut werkt voor iedereen die met school te maken heeft: leerlingen, ouders, personeelsleden, schoolleiders en bestuurders. Hoofdstuk II gaat over hoe een aantal grondrechten bij de Stichting ZAAM is geregeld. Artikel 3 regelt het recht op informatie. De schoolleiding zorgt ervoor dat de leerlingen en hun ouders goed op de hoogte kunnen zijn van allerlei zaken op school die voor hen belangrijk zijn. De schoolgids, het lesrooster en alle belangrijke regels liggen ter inzage op de administratie van de school en worden gepubliceerd op de website van de school. Artikel 4 gaat over de privacy-bescherming. Er is precies bepaald welke informatie in het leerlingenregister wordt opgenomen en wie - onder welke voorwaarden toegang tot die informatie heeft. Gegevens van leerlingen die van school gaan, komen in het archief; de Rector/Directeur beslist wie toegang tot dat archief heeft. Ook staat hier dat de schoolleiding een schoolkluisje van een leerling alleen mag openen als hiervoor een belangrijke reden is. Artikel 5 gaat over vergaderingen van leerlingen. Leerlingen hebben het recht om op school vergaderingen te houden over zaken die over de school gaan. Afspraken over waar en wanneer worden met de schoolleiding gemaakt. Mensen van buiten de school kunnen na overleg met de Rector/Directeur ook bij vergaderingen van leerlingen aanwezig zijn. Leerlingen kunnen uit hun midden commissies voor bepaalde onderwerpen instellen. Deze commissies kunnen - voor zover praktisch mogelijk - gebruikmaken van ruimtes op school. Artikel 6 geeft regels over de vrijheid van meningsuiting. Je mag zeggen wat je wilt, zolang het maar niet discriminerend is. Wie zich benadeeld of beledigd voelt door wat een ander zegt, kan dit aankaarten bij de schoolleiding. Is de reactie hierop niet bevredigend, dan kan de leerling daartegen bezwaar maken bij de Rector/Directeur. Op publicatieborden kunnen leerlingenraad, leerlingencommissies en de schoolkrantredactie, in overleg met de schoolleiding, mededelingen en niet commerciële affiches ophangen.
46
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
De leerlingen hebben het recht een schoolkrant uit te geven. Er komt, in dat geval met goedkeuring van de Rector/Directeur, een redactiestatuut waarin de afspraken rond de schoolkrant geregeld worden. Artikel 7 geeft bepalingen over de medezeggenschap van de leerlingen. Leerlingen hebben het recht een leerlingenraad op te richten. De school geeft daaraan zo veel mogelijk medewerking, ook in de vorm van een budget. De leerlingenraad geeft gevraagd en op eigen initiatief - advies over van alles wat op school aan de orde is. De leerlingenraad kan ook betrokken worden bij procedures over de beoordeling van nieuwe docenten. Hoe de leerlingenraad functioneert, wordt vastgelegd in een reglement. Hoofdstuk III geeft regels over onderwijszaken zoals toelating, huiswerk, toetsen en overgaan. Artikel 8 regelt de toelating tot de school. De scholen van de Stichting ZAAM staan open voor iedereen, zonder discriminatie. Schoolprestaties en vooropleiding zijn de bepalende factoren bij toelating. De eisen daarvoor worden jaarlijks vastgesteld. Het advies van de basisschool is daarbij heel belangrijk. De toelating wordt geregeld door een toelatingsadviescommissie. Toelating kan ook voorwaardelijk, maar dat geldt niet voor de eerste klas. Wie niet wordt toegelaten, ontvangt schriftelijk bericht waarom. Het is mogelijk tegen deze beslissing in beroep te gaan. Voor toelating in een andere klas dan de eerste klas gelden bijzondere regels. Artikel 9 gaat over de overgang. Wie voorwaardelijk tot een leerjaar wordt toegelaten, wordt tussen 1 oktober en 1 januari definitief wel of niet tot dat leerjaar toegelaten. Voorwaardelijk naar een eindexamenklas kan niet. De docentenvergadering geeft een advies over wel of niet (of voorwaardelijk) overgaan. De beslissing wordt genomen door de mentor of een lid van de schoolleiding. Hoe de beslissingen over bevordering worden genomen, wordt ieder jaar bekendgemaakt. Wie twee keer blijft zitten in dezelfde klas moet van school of moet een andere opleiding kiezen. Het is mogelijk in bijzondere gevallen een uitzondering te maken. Artikel 10 geeft bepalingen over de inhoud van het onderwijs. Aan de ene kant moeten de docenten hun best doen om goed onderwijs te geven. Dat houdt in: niet te veel of te weinig lesstof per les, een goede presentatie en uitleg, de juiste boeken, goede opdrachten en ander lesmateriaal, afwisseling in lesgeven en een redelijke hoeveelheid huiswerk. Aan de andere kant moeten de leerlingen er ook voor zorgen dat het onderwijs goed verloopt. Als een docent volgens de leerlingen niet goed lesgeeft, kunnen leerlingen daar met de docent over praten en, als er geen verbetering komt, met de mentor en de schoolleiding. Leerlingen kan gevraagd worden hun mening te geven hoe bepaalde lessen verlopen. Artikel 11 gaat over huiswerk. Je bent verplicht opgegeven huiswerk te maken. De mentor let erop dat al het huiswerk samen niet te veel wordt. De huiswerkvrije dagen staan in de jaargids van de school. De eerste dag na een vakantie van een week of langer is huiswerkvrij. Wie zijn/haar huiswerk niet kan maken, meldt dat, zoals dat voor die school geregeld is. Artikel 12 gaat over proefwerken en andere vormen van toetsing: - een proefwerk wordt (tenminste een week) van tevoren opgegeven; - een (schriftelijke) overhoring kan ook onverwacht; dit geldt ook voor een luistertoets; 47
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
- een cijfer van een proefwerk telt zwaarder voor het rapportcijfer dan het cijfer van een overhoring; - hoe het cijfer meetelt en waar het proefwerk over gaat, wordt van tevoren aangegeven; - er is als regel maar één proefwerk per dag mogelijk; dit is natuurlijk anders in proefwerkweken en bij toetsen die bij het eindexamen horen; - als regel geven docenten binnen 10 dagen de beoordeling van een proefwerk; - bij werkstukken en practicumverslagen geldt een periode van vier weken; - de leerling mag het gecorrigeerde werk inzien en heeft het recht dat het gecorrigeerde werk besproken wordt; - wie zonder tijdig bericht en zonder goede reden een toets mist, heeft geen recht op herkansing; - over de inhaaltoets beslist de docent; - hoe een rapportcijfer wordt bepaald, wordt van tevoren bekendgemaakt; - als een leerling denkt dat een rapportcijfer onjuist is berekend, wordt dit met de docent besproken; - worden docent en leerling het niet eens, dan wordt de mentor en zo nodig later de middenmanager erbij betrokken; - tenminste twee keer per schooljaar krijgen leerlingen en hun ouders een rapport met de rapportcijfers over de schoolvakken van de leerling; - wanneer de rapporten verschijnen, wordt aan het begin van het schooljaar bekendgemaakt. Artikel 13 gaat over het eindexamen. Veel over de eindexamens is geregeld in landelijke regelingen. Een aantal zaken is geregeld in het eigen examenreglement van de Stichting ZAAM Hoofdstuk IV gaat over regels die te maken hebben met de dagelijkse gang van zaken op school. Artikel 14 zegt (dat spreekt vanzelf) dat leerlingen alle lessen die op het rooster staan moeten bijwonen. Vrijaf is alleen mogelijk met toestemming van de schoolleiding; dit moet tijdig, op schrift en met reden worden aangevraagd. Ziekte moet meteen telefonisch worden gemeld. Wie op school ziek wordt of om andere redenen de school moet verlaten, moet zich netjes afmelden. Wie (vooral na ziekte) weer op school komt, moet dat ook melden; hoe, dat staat in de jaargids van je school. Leerlingen moeten op tijd bij het juiste klaslokaal zijn. Wie te laat komt, moet zich melden (zie jaargids). Niet alleen leerlingen moeten op tijd bij het juiste lokaal zijn, dat geldt ook voor docenten. Leerlingen die zich benadeeld voelen door een docent die niet of te laat in de klas komt, kunnen dat bij de schoolleiding aan de orde stellen. Als een docent na 10 minuten nog niet verschenen is, gaat de klassenvertegenwoordiger (indien aangesteld) naar de schoolleiding. Wie (tijdelijk) niet mee kan doen met gymles brengt daarover een briefje van de ouders mee. Wanneer een leerling zonder bericht afwezig is, worden de ouders op de hoogte gesteld. Artikel 15 gaat over wat er gebeurt wanneer een les uitvalt of het rooster wordt gewijzigd. Er wordt in iedere klas een ´telefooncirkel´ afgesproken: wie belt wie. Artikel 16 geeft een regeling van wat er gebeurt als een les door een andere activiteit
48
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
wordt vervangen. Het kan gaan om lesvervangende activiteiten (verplicht) en nietlesgebonden activiteiten (niet-verplicht). Dit alles wordt georganiseerd door de schoolleiding en tijdig aan de leerlingen bekendgemaakt. Artikel 17 bevat gedragsregels: hoe gedraag je je op school. Het is een heel pakket, waarvan de meeste regels vanzelfsprekend zijn. Er zijn rechten en plichten van leerlingen. De uitgangspunten gaan terug op twee belangrijke kernwaarden van de Stichting ZAAM: respect en veiligheid. Deze gelden zowel voor het gedrag tussen leerlingen onderling als tussen leerlingen en docenten. De belangrijkste rechten zijn: - voorstellen over verbeteringen van de gang van zaken op school; - gebruikmaken van bepaalde ruimten in pauzes, vrije uren en tussenuren; - eten en drinken op daarvoor aangewezen plaatsen en ruimtes; - gekleed zijn zoals je wilt; er gelden hierop wel uitzonderingen: kleding die de communicatie tussen leerlingen en docenten belemmert en kleding die niet van respect getuigt voor de onderwijsomgeving, is niet toegestaan; - toiletbezoek tussen de lesuren en de pauzes door is toegestaan, onder de les als het echt nodig is, alles in het redelijke; - bescherming tegen ongewenste intimiteiten van medeleerlingen en personeelsleden. De plichten van de leerlingen zijn: - niet pesten, geen mondeling en lichamelijk geweld; actief meewerken aan een veilig leefklimaat en het handhaven van de gedragscode; - de voortgang van de lessen niet verstoren; - de goede naam van de school geen schade berokkenen; - de les verlaten bij ordeverstoring, als een docent dat opdraagt; - meehelpen het schoolgebouw, het schoolterrein en de directe omgeving van de school schoon te houden; - het opvolgen van aanwijzingen en voorschriften van de school en van personeelsleden van de school; - geen alcoholgebruik en alcoholbezit op school en in de omgeving van de school; - geen drugsgebruik en drugsbezit op school en in de omgeving van de school; - gsm uit tijdens lesuren en in studieruimten; - geen bezit van gevaarlijke voorwerpen; - niet pesten, geen schriftelijk geweld en discriminatie via e-mail. Artikel 18 gaat over het vergoeden van schade, toegebracht aan de school en eigendommen van de school, volgens de algemene rechtsregels. Bovendien zijn ook strafmaatregelen mogelijk voor wie vernielingen aanricht. Hoofdstuk V gaat over strafmaatregelen. Er wordt geregeld wie welke straf mag geven en hoe je daartegen kunt ingaan. Artikel 19 kent 7 verschillende straffen: a. strafwerk (niet verder omschreven) b. waarschuwing (op schrift) c. berisping (op schrift) d. verbod tot het bijwonen van bepaalde lessen e. schorsing (van één dag tot vijf dagen) f. overplaatsing naar een andere school van de Stichting ZAAM g. verwijdering van (alle scholen van) de Stichting ZAAM. 49
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Het uitgangspunt is hierbij dat de straf pedagogisch verantwoord moet zijn en in overeenstemming met twee belangrijke kernwaarden van de GSF: respect en veiligheid. Een straf moet redelijk zijn in vergelijking met wat er gebeurd is. Wat dat precies betekent, moet vooral in de praktijk blijken. Ook moet er verteld worden waarom je de straf krijgt. Wat betekenen deze straffen: a. strafwerk; dat kan alle vormen zijn: schoonmaken, corvee, maar kan ook extra school- of huiswerk zijn. Het overschrijven van teksten als strafwerk is in het algemeen niet toegestaan. b. waarschuwing: het is een officiële waarschuwing: een soort gele kaart. Het kan een andere straf worden, als het nog eens gebeurt. Jij (en je ouders) krijgen er een brief over. c. berisping: dat is een officiële uitbrander, het is nog net niet een rode kaart. Wat je gedaan hebt is wel ernstig, maar je wordt nog (net) niet geschorst. Er komt een officiële brief over naar jou (en je ouders). d. geen toegang tot lessen: bepaalde lessen zijn voor jou voor een bepaalde periode verboden terrein, dat gaat meestal om de lessen waarin je je misdragen hebt. Je krijgt geen vrij, je moet je op school melden. Het wordt ook schriftelijk vastgelegd. e. schorsing: je mag aan geen enkele les deelnemen. Het kan zijn dat je je op school moet melden. Het kan zijn dat de school je helemaal niet wil zien en het schoolgebouw voor jou die dag(en) verboden terrein is. Je ouders krijgen er schriftelijk bericht over. Het kan om een dag gaan, het maximum is vijf dagen. f. overplaatsing: je kan niet meer verder op je eigen school, omdat je het daar volgens het College van Bestuur te bont gemaakt hebt. Je krijgt een nieuwe kans op één van de andere scholen van de Stichting ZAAM (als er tenminste een andere school van jouw niveau en opleiding beschikbaar is binnen de Stichting ZAAM. g. verwijdering: dat is een definitieve verwijdering van (al) de scholen van de Stichting ZAAM. Dat is ingrijpend. Je moet het opnieuw proberen op een andere school. Er wordt overlegd met de Inspecteur van het Onderwijs voordat tot zo´n ingrijpende maatregel besloten wordt. Wie mag welke straf opleggen: Docent Schoolleiding Rector/Directeur College van Bestuur a. strafwerk x b. waarschuwing x x c. berisping d. geen toegang tot lessen x x e. schorsing x f. overplaatsing x g. verwijdering x Artikel 20 geeft meer bijzonderheden over wat er gebeurt bij schorsing. Als je geschorst wordt, wordt dat onmiddellijk gemeld aan jou en je ouders en het wordt binnen drie dagen schriftelijk bevestigd. Bij schorsingen langer dan een dag wordt de Inspecteur van het Onderwijs ingelicht. Ben je jonger dan 21 jaar, dan krijgen je ouders schriftelijk bericht. Artikel 21 bevat de nauwkeurige regeling over wat er gebeurt als er gedacht wordt aan overplaatsing naar een andere school van de Stichting ZAAM. Jij en (als je jonger dan 18 jaar bent) je ouders worden gehoord door de Rector/Directeur. Artikel 22 gaat over wat er precies gebeurt wanneer je je zo ernstig misdragen hebt 50
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
in de ogen van de school dat men eraan denkt je definitief van school te verwijderen. Waarschijnlijk heb je dan al één of meer schorsingen achter de rug. Jij en je ouders worden gehoord door de Rector/Directeur. Er is overleg met de Inspecteur van het Onderwijs. Er wordt gezocht naar een school waar je het opnieuw kunt proberen. De leerplichtambtenaar van de gemeente wordt ook geïnformeerd, als je nog leerplichtig bent. Alles wordt schriftelijk vastgelegd. Je kunt ook bezwaar maken tegen de beslissing, waarna je zaak opnieuw bekeken wordt door het College van Bestuur. Artikel 23 gaat over bezwaar maken tegen beslissingen en gedragingen van medeleerlingen of schoolmedewerkers die je oneerlijk, onterecht of onrechtvaardig vindt. Het kan over alles gaan. Dat is verder niet geregeld. Je gaat er eerst mee naar de Rector/Directeur van je eigen school en vraagt om maatregelen. Je doet dat schriftelijk binnen twee weken na die beslissing of gedraging. De Rector/Directeur roept alle betrokkenen bij zich om te horen wat er precies gebeurd is. De Rector/Directeur laat als regel binnen twee weken op schrift weten wat hij/zij beslist heeft. Als je het niet eens bent met de beslissing van de Rector/Directeur kan je een stapje hoger gaan en de zaak voorleggen aan het College van Bestuur van de Stichting ZAAM. Je kunt ook vragen om een beslissing waartegen je bezwaar hebt niet uit te voeren voordat de Rector/Directeur er zijn/haar oordeel erover heeft gegeven. Artikel 24 gaat over een officiële klacht bij een klachtencommissie die bestaat uit onafhankelijke leden. Je kunt als regel van deze procedure gebruikmaken als je vindt dat over jouw bezwaar naar jouw mening niet goed beslist is. Er is een aparte regeling hoe zo´n klacht behandeld moet worden.
51
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Bijlage 3: Contactpersonen
Directeur
Mw. E. Veenker-Aalbers
Adjunct-directeur
Mw. C. Gaykema
Leerjaarcoordinatoren
Mw. N. Breugem, dhr. M. Altena, dhr. M. Kreuzen, dhr. H. Leithuijzer
Arbo-coördinator
Mw. C. Gaykema
Mediacontactpersoon
Mw. E. Veenker - Aalbers
Vertrouwenspersonen
Mw. B. Senf
Zorgcoördinator
Mw. F. Veerman
Veiligheidscoördinator
Vacature; interim: mw. C. Gaykema
Verzuimcoördinator
Mw. E. Sibbing
Hoofd BHV
Mw. E. Veenker-Aalbers
Ploegleider BHV
Dhr. G. Breugem
Zorgadviesteam
(ZAT)
Mw. F. Veerman (OYC) Mw. N. Koendan (Leerplicht) Mw. W. Tjoa (Schoolarts) Mw. M. Zuurenbroek (Jeugdzorg) Mw. A. Frijmersum (OKA)
Politie
Bureau Klimopweg/ Dhr. D. Zeilstra
Gemeente
Bureau Leerplicht/ Mw. N. Winkel
STOP
Mw. Ch. Druiventak
52
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Bijlage 4 STAPPENPLAN (ZIEKTE) VERZUIM/ TE LAAT OVER-Y COLLEGE ZIEKTE FASE 1
TE LAAT
AFWEZIG
Eerste melding van Elles bij ziekteverzuim!
3 X TE LAAT
1 X AFWEZIG ZONDER REDEN
ACTIE: Elles noteert in logboek en stuurt mail naar MENTOR met actie!
ACTIE: Elles noteert in logboek en stuurt mail naar MENTOR & LJCO
Notitie: Mocht de zorg bij ziekte bovengemiddeld zijn, dan heeft de MENTOR een kort gesprek met de leerling. (registratie logboek!)
ACTIE: MENTOR voert kort gesprekje met LEERLING, betrokkenheid en het wijzen op na vier keer te laat melden om 8.00u! (registratie logboek!)
ACTIE: Elles noteert in logboek Elles belt naar huis en spreekt OUDERS en vraagt naar reden afwezigheid of dit klopt!
Tweede melding van Elles bij ziekteverzuim!
VANAF 4 X TE LAAT
VANAF 2 X AFWEZIG ZONDER REDEN
ACTIE: Elles noteert in logboek Elles mailt naar MENTOR en LJCO
ACTIE: - MELDEN OM 8.00U!! - BIJ HET NIET MELDEN, LJCO onderneemt ACTIE! (registratie logboek)
ACTIE: Elles belt ouders Elles noteert in logboek Elles mailt bij zorg de mentor
ACTIE: MENTOR - vraagt naar reden ziekmelding (OUDERS/ LEERLING) - biedt ondersteuning qua huiswerk enz. - vraagt hoelang het ziek zijn mogelijk zal duren? (Indicatie) - Overleg met LJCO (Registratie logboek!)
ACTIE: Elles noteert in logboek en stuurt mail naar MENTOR en LJCO.
ACTIE: Bij twijfelachtige reden of mate van zorg hebben de MENTOR & LJCO overleg en ondernemen actie!
FASE 2 Bij geen verbetering ziekteverzuim!
Vanaf 6 X TE LAAT
ACTIE: MENTOR & LJCO & ZOCO hebben overleg. Plan de campagne en afspraken.
A= standaard uren inhalen
A= standaard uren inhalen
-
MELDEN OM 8.00U! BIJ HET NIET MELDEN, LJCO onderneemt ACTIE! (registratie logboek)
VANAF 3 X AFWEZIG ZONDER REDEN ACTIE: Elles belt ouders Elles noteert in logboek Elles mailt MENTOR & LJCO 53
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
(registratie logboek) Melding schoolarts! (registratie logboek)
ACTIE: Elles stuurt brief naar huis (registratie logboek)
ACTIE: MENTOR en LJJCO hebben een gesprek met ouders & leerling. - Bespreken van verbetering - Afspraken maken A= standaard uren inhalen
VANAF 9 X TE LAAT -
MELDEN OM 8.00U! BIJ HET NIET MELDEN, LJCO onderneemt ACTIE! (registratie logboek)
ACTIE: Elles stuurt melding naar Leerplicht + ouders Elles noteert in logboek, hangt de officiële brief in magister ACTIE: MENTOR & LJCO &ZOCO hebben overleg (Plan de campagne) Status leerling bepalen op meerdere gebieden & contact met ouders (registratie logboek) BIJ GEEN VERBETERING!!!
BIJ GEEN VERBETERING!!!
BIJ GEEN VERBETERING!!!
FASE 3 ZORGKAMER: ZOCO &OKA
ZORGKAMER: ZOCO & OKA
ZORGKAMER: ZOCO & OKA
ACTIE: - ZAT BESPREKEN - PLAN VAN AANPAK (ZOCO & OKA) - INZET OKA (registratie logboek)
ACTIE: - ZAT BESPREKEN - PLAN VAN AANPAK (ZOCO & OKA) - INZET OKA (registratie logboek)
ACTIE: - ZAT BESPREKEN - PLAN VAN AANPAK (ZOCO & OKA) - INZET OKA (registratie logboek)
54
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Bijlage 5: Handelingsprotocol Schoolveiligheid Stappenplan School Afhankelijk van de situatie wordt door de school bepaald welke stap gezet moet worden ten aanzien van het grensoverschrijdend gedrag dat zich voordoet. Een situatie kan namelijk dermate ernstig zijn dat de school een aantal (vervolg)stappen overslaat en direct overgaat tot het treffen van sancties en/of het inschakelen van (de vaste contactpersoon bij) de politie, waarna gehandeld zal worden volgens de geldende prioritering van de politie. De stappen zijn: 1. Inschatting van de situatie 2. Gesprek met leerling en medewerker van de school 3. Gesprek met ouders / verzorgers 4. Bespreking in het Zorg Advies Team 5. Doorverwijzing naar een hulpverleningsinstantie. 6. Inschakeling politie 7. ‘Bezinnen op’ door ‘time out ‘ 8. Schorsing 9. Verwijzing 10.Verwijdering Stap 1 (signaleringsfase) is de fase waarin grensoverschrijdend gedrag wordt geconstateerd en waarin dit gedrag zowel feitelijk als inhoudelijk op z’n merites wordt beoordeeld. Stap 2 t/m 6 vormen de preventieve fase: afhankelijk van de situatie worden derden ingeschakeld, maar van (het opleggen van) sancties is nog geen sprake. Stap 7 t/m 10 vormen de sanctionerende fase of ronde. 1. Stappenplan grensoverschrijdende gedrag Signalering 1.1 Inschatting van de situatie Bij ieder incident wordt er eerst een gesprek gevoerd met het slachtoffer of de benadeelde en met de vermeende dader. De situatie wordt ingeschat aan de hand van de volgende vragen: • Wat is er gebeurd? Wie is er bij betrokken? Wanneer is het gebeurd? • Is dit gedrag of vergelijkend ander gedrag bij deze jongere vaker voorgekomen? • Wat is de ernst van het grensoverschrijdend gedrag? • Handelt het om leerlingen van de eigen school of dienen andere scholen ingeschakeld te worden? • Handelt de school de situatie zelfstandig af? • Dient ook de politie in kennis te worden gesteld? In het protocol kan de school nagaan of het gedrag gemeld moet worden bij de politie, dus anders gezegd, is er sprake van wet overtredend gedrag? • Dient de politiecontactfunctionaris op de hoogte te worden gesteld of om advies te worden gevraagd?
55
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
• Is consultatie van andere hulpverlenende instellingen gewenst dan wel noodzakelijk? Afhankelijk van de uitkomsten van deze stap wordt overgegaan naar stap 2 of zo nodig naar een van de andere vervolgstappen. 1.2 Gesprek met leerling en medewerker van de school. In de preventieve, of niet-sanctionerende fase zal getracht worden de leerling door middel van gesprekken te bewegen om zijn / haar gedrag zodanig te veranderen dat geen sprake meer is van grensoverschrijdend gedrag. Daarbij zal aandacht worden geschonken aan (de begeleiding bij) eventuele individuele problemen van de leerling die mogelijk verband houden met het ongewenste gedrag. 1.3 Gesprek met ouders / verzorgers De school behoudt zich het recht voor om ouders/verzorgers van leerlingen te informeren over het gedrag van de leerling. Als van grensoverschrijdend gedrag verslag wordt gemaakt of anderszins wordt gedocumenteerd, worden de ouders daarover in ieder geval geïnformeerd. De ouder/verzorger is daarmee op de hoogte van de stappen die de school zet t.a.v. het gedrag van de leerling. Bij herhaling van het gedrag zal een gesprek plaatsvinden tussen school, leerling en ouders/verzorgers. 1.4 Bespreking in het Zorgadviesteam (ZAT) Zo nodig zal het grensoverschrijdend gedrag worden besproken in het ZAT. Daar kan worden bezien of en zo ja welke begeleiding wordt geboden aan dader en/of slachtoffer en welke externe instanties daarbij zo nodig betrokken worden (zie stap 5.) Eventueel wordt de politiecontactfunctionaris op de hoogte gesteld of om advies gevraagd. (Als blijkt dat het om een gedraging gaat waarbij de wet is overtreden, wordt de politie hiervan in kennis gesteld.) Bij het voornemen een leerling hier te bespreken wordt toestemming van de ouders / verzorgers gevraagd. 1.5 Verwijzing naar een externe (hulpverlenings)instantie Het verwijzen naar c.q. inschakelen van een externe instantie is aan de orde als het grensoverschrijdende gedrag of de gevolgen daarvan daardoor adequaat begeleid kan worden, of als dit gedrag zich in meerdere domeinen voordoet. Het verwijzen gebeurt door het Zorgadviesteam. 1.6 Inschakeling politie Indien er sprake is van grensoverschrijdend gedrag waarbij tevens de wet is overtreden, wordt de politie ingeschakeld. Het inschakelen van de politie geschiedt door de schoolleiding (of namens de schoolleiding). In overleg met de politie wordt bezien op welk moment en door wie de ouders in kennis worden gesteld. 1.7 Time out In deze fase is het belangrijk dat eventueel volgende stappen weloverwogen gezet worden. Dat kan door de leerling gedurende een bepaalde tijd de toegang tot de lessen te ontzeggen. De leerling blijft niet op school, maar wordt dagelijks ontvangen bij STOP. Daar werkt hij individueel onder begeleiding aan zijn taken en opdrachten. Door deze maatregel hoeft de leerling niet uitgesloten te worden van deelname aan toetsen, schoolonderzoeken en examens. Gedurende deze tijd kan de school zich 56
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
bezinnen op eventuele volgende stappen. De ouders / verzorgers worden van deze maatregel telefonisch en schriftelijk op de hoogte gesteld. 1.8 Schorsing In deze fase wordt de leerling formeel voor de duur van één tot maximaal vijf dagen geschorst. Hiervan wordt melding gemaakt in het leerling-volgsysteem. Het OYC meldt de schorsing (inclusief verantwoording en voorgeschiedenis) schriftelijk aan: • de Inspecteur van Onderwijs (indien schorsing langer is dan één dag); • de leerplichtambtenaar (bijvoorbeeld door het toesturen van een kopie van de brief die aan de ouders is gestuurd); • de ouders/verzorgers en de leerling (schriftelijk en mondeling); zij worden tevens uitgenodigd voor een gesprek; Nadat de schorsing is beëindigd, zal de school zich inspannen voor een zorgvuldige begeleiding van de leerling bij terugkeer in de school. De zorg van de school richt zich uiteraard ook op de leerling(en) die mogelijkerwijs slachtoffer zijn geworden van het grensoverschrijdende gedrag. NB. Als voortijdig schoolverlaten door deze sanctie dreigt, zal met o.a. de leerplichtambtenaar bezien worden welke acties ondernomen moeten worden om dit te voorkomen. 1.9 Verwijzing naar een andere school Als blijkt dat het gebeurde een dermate grote impact heeft op de leerling zelf, de medeleerlingen of het gehele schoolgebeuren is het wellicht verstandig dat de leerling het onderwijs (al dan niet tijdelijk) volgt op een andere school. De betreffende ouders / verzorgers worden hierin betrokken. De ontvangende school biedt deze leerling de mogelijkheid een nieuwe start te maken. De ontvangende school neemt de leerling eerst op, op basis van detachering; de ontvangende school kan de detachering zo nodig ongedaan maken. De leerling blijft nog maximaal één jaar ingeschreven bij de oude school. Hierna wordt de leerling officieel uitgeschreven bij de oude en ingeschreven bij de ontvangende school. 1.10 Verwijdering. Dit is de laatste (sanctionerende) stap in het stappenplan. Het bevoegd gezag neemt het besluit dat wordt overgegaan tot definitieve verwijdering. De leerling wordt niet meer toegelaten tot de onderwijsinstelling. De procedurele stappen die door de school vervolgens worden gezet zijn: • Het bevoegd gezag van de school stelt de Inspecteur van Onderwijs schriftelijk in kennis. • De ouders / verzorgers en de leerling worden eveneens schriftelijk in kennis gesteld van (voorgenomen) verwijdering / verwijzing. (N.B. Een leerling kan slechts verwijderd worden nadat het bevoegd gezag een andere school bereid heeft gevonden de leerling toe te laten. Hier zijn wel uitzonderingen op. Bij instellingen voor Speciaal Voortgezet Onderwijs geldt de verplichting dat de onderwijsinstelling een inspanning moet leveren om in 8 weken tijd de leerling bij een andere onderwijsinstelling onder te brengen. De school moet kunnen aantonen dat zij gedurende 8 weken actief op zoek is geweest naar een oplossing. Daarna kan alsnog verwijderd worden.) 57
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
• De leerplichtambtenaar wordt direct in kennis gesteld van de verwijdering en de ingezette procedure. De leerplichtambtenaar kan de school adviseren en helpen bij het vinden van oplossingen voor de betreffende leerling. • Indien een school een leerling wil verwijderen en wil onderbrengen bij een andere (reguliere) school, heeft deze laatste een inspannings-verplichting met betrekking tot het opnemen van deze leerling. Indien de ontvangende school dezelfde leerweg aanbiedt als de school waar de leerling wordt verwijderd, zal de leerling worden aangenomen op basis van detachering. De leerling blijft nog maximaal één jaar ingeschreven bij de oude school en wordt pas officieel overgeschreven na goed overleg tussen beide scholen. Wanneer de leerling op de nieuwe school moeilijk te handhaven is, mag de leerling worden teruggestuurd naar de oude school. Deze heeft vervolgens weer gedurende 8 weken de Inspanningsverplichting een oplossing te zoeken. Indien de ontvangende school niet dezelfde leerweg aanbiedt als de verwijderende school, zal de leerling door de ontvangende school worden aangenomen, maar houdt de verwijderende school de verplichting mee te werken aan een andere oplossing, als de leerling ook op de nieuwe school moeilijk te handhaven blijft. De leerling kan echter in dat geval niet terugkeren naar de oude school. • De school verschaft alle relevante informatie aan de andere school. 2. Protocollen Dit document bevat protocollen met betrekking tot de volgende gedragingen: 1. Fysieke agressie en intimidatie 2. Verbale agressie en intimidatie, ernstige belediging en discriminatie 3. (Cyber)Pesten 4. Drugsbezit, -handel en -gebruik/alcoholgebruik en -bezit 5. Vernieling 6. Wapenbezit 7. Diefstal 8. Vuurwerkbezit en -handel 9. Seksuele intimidatie 10. Ongewenst bezoek in en rond de school 11 Kindermishandeling en huiselijk geweld 12 Sociale vaardigheid 2.1 Fysieke agressie Algemene definitie Onder fysieke agressie wordt verstaan het uitoefenen van enig feitelijk geweld op het lichaam van een ander. We spreken van pesten wanneer er sprake is van langdurig uitoefenen van geestelijk of lichamelijk geweld door een of meerdere leerlingen tegen een medeleerling. Pesten kan verbaal of fysiek zijn, maar kan ook betekenen dat iemand wordt genegeerd of buitengesloten. Pesten is een fenomeen dat door de school duidelijk moet worden onderkend en herkend. De gevolgen voor het slachtoffer -nu en op latere leeftijd- kunnen desastreus zijn.Dit geldt voor zowel slachtoffer als pester. 11
11
Zie protocol Pesten
58
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Juridische definitie Eenvoudige mishandeling (art. 300 WvS) Opzettelijk pijn of letsel veroorzaken (onder opzet valt ook het mogelijkheidsbewustzijn) . Onder pijn wordt mede verstaan een min of meer hevig onaangename lichamelijke gewaarwording (bijv. een flinke klap). Aan mishandeling wordt opzettelijke benadeling van de gezondheid gelijkgesteld (bijv. opzettelijk bedorven etenswaren verstrekken). Zware mishandeling (art. 302 WvS) Idem, met voorbedachte rade (art. 303 WvS) Het opzettelijk (mogelijkheidsbewustzijn), al dan niet met voorbedachte rade, toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De opzet is gericht op het toebrengen van zwaar letsel (bijv. botbreuken). Vechterij (art. 306 WvS) Het opzettelijk deelnemen aan een aanval (initiatief gaat uit van partij) of vechterij (initiatief gaat uit van beide of nog meer partijen) waarin onderscheiden personen zijn gewikkeld (minstens 3) Openlijke geweldpleging (art. 141 WvS) Er wordt geweld gepleegd door meer mensen tezamen tegen personen of goederen. Er moeten minimaal twee daders zijn die gezamenlijk (verenigd) het geweld uitoefenen. Bovendien moet het geweld openlijk, onverholen en niet heimelijk zijn, dus plaatsvinden op een plaats waar publiek aanwezig is dan wel doorgaans aanwezig is. Toelichting Bedenk dat fysiek geweld veelal dient om een ander naar zijn hand te zetten (te onderwerpen) en daarmee zijn eigen positie te versterken binnen een groep. Het kan een inleiding zijn voor intimidatie (zie verbale agressie). Afgezien van fysieke gevolgen (pijn/letsel) en aantasting van persoonlijke vrijheden komt een slachtoffer vrijwel zeker onder zware psychische druk te staan. Deze vorm van agressie kan dan ook nooit getolereerd worden. Fysieke agressie Slachtoffers van geweld zijn vaak bang om melding te doen van dit geweld. Angst voor represailles houdt hen tegen. Isolement dreigt en uitval in het onderwijs ligt op de loer. Toch is voor strafrechtelijke aanpak meestal een aangifte nodig. Het is belangrijk dat een duidelijk en krachtig signaal afgegeven wordt aan dader (repressief) en omgeving (preventief). Een duidelijke stellingname van de school is hierin essentieel. De school zal het slachtoffer (evenals mogelijke getuigen) adviseren aangifte te doen het hierbij begeleiden en ondersteunen.
Maatregelen school Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen. Indien het uitgeoefende geweld in geval van eenvoudige mishandeling bestaat uit een niet meer dan geringe lichamelijke kracht van enige betekenis, (bijv. klap met vlakke hand op rug) kan de school zelf op deze gedraging reageren. Is er sprake van meer dan geringe lichamelijke kracht van enige betekenis (bijv. in elkaar
59
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
trappen van slachtoffer), letsel, structureel agressief gedrag door een dader of als er sprake is van groepsoptreden dan zal ook de politie moeten worden gewaarschuwd. Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt: − Toepassen maatregel(en) − Politie op de hoogte stellen (in de vorm van een melding) Secundair, indien er sprake is van een aangifte: − Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren. − De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie. − Alle relevante informatie i.v.m. feiten en personen doorgeven aan de politie. − Het slachtoffer wordt ondersteund bij het doen van aangifte. Maatregelen politie − De zaak wordt in onderzoek genomen in overleg met Openbaar Ministerie. − Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt (of een HALTverwijzing). − Ouders dader en slachtoffer informeren. Maatregelen OM − Het proces-verbaal kan worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf. − Bij recidive of een ernstige vorm van agressief geweld kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf. − De aangever kan indien hij/zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden. Hulpmogelijkheden − Huisarts − Advies- en Meldpunt kindermishandeling − Bureau Slachtofferhulp − Bureau Jeugdzorg − GGD − Politie 2.2 Verbale agressie Algemene definitie Onder verbale agressie wordt verstaan het verbaal of schriftelijk bedreigen, discrimineren, intimideren, ernstig beledigen of uitschelden van een persoon. We spreken over pesten wanneer één of meerdere leerlingen langdurig verbaal of fysiek geweld uitoefenen tegen een medeleerling. Pesten kan verbaal, non-verbaal of fysiek zijn. De school treft maatregelen ter voorkoming en bestrijding van pesten. Het fenomeen pesten dient in een zo vroeg mogelijk stadium herkend te worden. De gevolgen voor het slachtoffer, maar ook voor de pester kunnen (ook op latere leeftijd) desastreus zijn. Juridische definitie 60
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Bedreiging met (art. 285 WvS): - openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen - enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen in gevaar wordt gebracht - verkrachting - feitelijke aanranding van de eerbaarheid - enig misdrijf tegen het leven gericht - gijzeling - mishandeling - brandstichting Intimidatie (art. 284 WvS) - Een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden. - Een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden. Smaad en laster (art. 261 WvS) Opzettelijk iemands eer of goede naam aanranden door tenlastelegging van een bepaald feit met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, ook schriftelijk (smaadschrift) indien verspreid of openlijk tentoongesteld. Eenvoudige belediging (art. 266 WvS) Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt hetzij in het openbaar mondeling, bij geschrift of afbeelding aangedaan, hetzij in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding aangedaan. Discriminatie (art.137c t/m f WvS) Het opzettelijk uitlaten over een groep mensen wegens hun ras, godsdienst of seksuele geaardheid, ook schriftelijk. Toelichting Als er geen sprake is van een strafbaar feit maar in de opvatting van de school wel sprake is van grensoverschrijdend gedrag, neemt de school zelf maatregelen. Bedreiging en/of intimidatie dienen vaak om een ander naar zijn hand te zetten of zijn wil op te leggen en daarmee zijn eigen positie te versterken binnen een groep. Afgezien van de aantasting van de persoonlijke vrijheden van het slachtoffer komt deze vrijwel zeker onder zware psychische druk te staan. Deze vorm van agressie kan dan ook nooit getolereerd worden.
Verbale agressie Slachtoffers van verbaal geweld zijn veelal bang om melding te doen van dit geweld. Angst voor represailles houdt hen tegen. Isolement dreigt en uitval in het onderwijs ligt op de loer. Toch is het voor strafrechtelijke aanpak vaak een aangifte nodig. Een duidelijke stelling name van de school is hier essentieel. Het slachtoffer moet zich gesteund en gesterkt voelen door de schoolleiding die een duidelijk en krachtig 61
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
signaal af zal moeten geven in de richting van de dader (repressief) en aan de omgeving (preventief). Ondersteuning bij het doen van aangifte is wenselijk evenals het bewegen van getuigen tot het afleggen van een verklaring. Maatregelen school Ten aanzien van pesten heeft de school een preventieve aanpak, voornamelijk gericht op leerlingen. De curatieve aanpak is een meersporenaanpak waarin er met alle betrokkenen (slachtoffer, pester, medeleerlingen, ouders en personeel) gesproken wordt over hun bijdrage bij het voorkomen en bestrijden van pesterijen. Probleemoplossende gesprekken worden in principe gevoerd door de vaste begeleider van de leerling. Vaak zal de aanpak ook besproken worden met het team en de teamcoördinator. Indien deze gesprekken uiteindelijk niets opleveren komen maatregelen in beeld. Primair: De school onderneemt zelf acties c.q. gepaste maatregelen (preventief/curatief). Zo nodig wordt de politie geconsulteerd. Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie: Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren. De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie. Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie. Het slachtoffer wordt ondersteund bij het doen van aangifte. Maatregelen politie − Tegen verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt ( of een HALTverwijzing). − Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren. Maatregelen OM − Het proces-verbaal kan middels een verwijzing naar Halt worden afgedaan. − Bij recidive of een ernstige vorm van verbale agressie kan het proces-verbaal worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het Om over invulling van de straf. − Bij (veelvuldige) recidive wordt de verdachte voorgeleid aan de (Kinder)rechter c.q. gedagvaard. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf. − De aangever kan indien hij / zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden. Hulpmogelijkheden − Huisarts − Advies- en Meldpunt kindermishandeling − Bureau Slachtofferhulp − Meldpunt discriminatie − Bureau Jeugdzorg 62
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
− −
GGD Politie
2.3
(Cyber)Pesten
Onder (cyber)pesten wordt verstaan het verbaal, digitaal of schriftelijk bedreigen, ernstig beledigen of uitschelden van een persoon. We spreken over pesten wanneer één of meerdere leerlingen langdurig verbaal of fysiek geweld uitoefenen tegen een medeleerling. Pesten kan verbaal, non-verbaal of fysiek zijn. De school treft maatregelen ter voorkoming en bestrijding van pesten. Het fenomeen pesten dient in een zo vroeg mogelijk stadium herkend te worden. De gevolgen voor het slachtoffer, maar ook voor de pester(s) kunnen (ook op latere leeftijd) desastreus zijn. Acties
I IV
1. Inschatten situatie
X
2. Gesprek leerling
X
3. Gesprek ouders
X
4. Bespreken ZAT
II
III
X
5. Inschakelen instantie
X
6. Inschakelen politie
X
7. Bedenktijd
X
8. Schorsing
X
9. Doorverwijzing 10.
Verwijdering
X X
Toelichting Wanneer pesten niet gepaard gaat met enige feitelijkheid (dus moeilijk aantoonbaar of aanwijsbaar is) en er geen sprake is van een structureel karakter, treft de school zelf maatregelen. Let op: pesten is heel moeilijk bewijsbaar. Anderen, die het gehoord hebben, kunnen in dit geval een getuigenverklaring afleggen. Daarom 63
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
verdient het aanbeveling dat de school dit zelf aanpakt. De politiecontactpersoon kan voor advies worden benaderd. Gaat het pesten wel gepaard met enige feitelijkheid die de bedreiging of intimidatie kracht bijzet, dan zal ook de politie moeten worden gewaarschuwd. Dit geldt ook als er sprake is van herhaling of structureel karakter. Bedreiging en/of intimidatie dienen vaak om een ander naar zijn hand te zetten of zijn wil op te leggen en daarmee zijn eigen positie te versterken binnen een groep. Afgezien van de aantasting van de persoonlijke vrijheden van het slachtoffer komt deze vrijwel zeker onder zware psychische druk te staan. Deze vorm van agressie kan dan ook nooit getolereerd worden. Aangifte (cyber)pesten Slachtoffers van pesten zijn veelal bang om melding te doen van dit geweld. Angst voor represailles houdt hen tegen. Isolement dreigt en uitval in het onderwijs ligt op de loer. Toch is het voor strafrechtelijke aanpak vaak een aangifte nodig. Een duidelijke stelling name van de school is hier essentieel. Het slachtoffer moet zich gesteund en gesterkt voelen door de schoolleiding die een duidelijk en krachtig signaal af zal moeten geven in de richting van de dader (repressief) en aan de omgeving (preventief). Ondersteuning bij het doen van aangifte is wenselijk evenals het bewegen van getuigen tot het afleggen van een verklaring. Hulpmogelijkheden Huisarts Advies- en Meldpunt kindermishandeling Stichting Slachtofferhulp Meldpunt discriminatie Bureau Jeugdzorg GGD Politie 2.4 Drugs en alcohol 2.4.1 Algemene regels Alcoholgebruik Het voorhanden hebben, gebruiken of verhandelen van alcoholische dranken is op school niet toegestaan. Dit houdt uiteraard ook in, dat men niet onder invloed van alcohol op school kan verschijnen. Gebruik van Cannabis (Hasj of Marihuana) en alle andere verslavende/stimulerende middelen. Het is op school niet toegestaan bovengenoemde middelen in bezit te hebben, te gebruiken of te verhandelen (dealen). Het op school verschijnen onder invloed van het gebruik van deze middelen is niet toegestaan. Te nemen sancties zijn afhankelijk van de stappen en maatregelen zoals beschreven in paragraaf 2.3.2 van dit handelingsprotocol. 64
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
2.4.2 Gebruik, bezit en handel Algemene definitie Het voorhanden hebben van alcohol en drugs is niet toegestaan, evenals het voorhanden hebben van medicijnen welke niet aantoonbaar in het belang van de eigen gezondheid zijn. Deze moeten worden ingeleverd. Ook het handelen in/verstrekken van drugs of bedoelde medicijnen is verboden. Het schoolreglement bevat regelgeving ten aanzien van roken, alcohol, cannabis en overige drugs (zie bijlage 2: Regels Gezonde School). Juridische definitie − Het gebruik van hard- en softdrugs, zoals heroïne, cocaïne, cannabis, XTC en paddo’s en gedragingen met betrekking tot deze drugs zijn verboden op basis van de Opiumwet en deels ook de Warenwet; − Het handelen in hard- en softdrugs is eveneens verboden op basis van de Opiumwet. − Voor gebruik en bezit van alcohol geldt de Drank- en Horecawet, waarin tevens is aangegeven dat verkoop van alcohol aan jongeren beneden de 16 jaar is verboden. − Het roken van tabak in openbare gebouwen, zoals scholen, is verboden bij de Tabakswet, met uitzondering van daarvoor specifiek aangewezen ruimten. − Voor productie en/of handel in geneesmiddelen die als drugs worden gebruikt, is de Geneesmiddelenwet van toepassing. Toelichting Wanneer door signalen of uit een gesprek blijkt dat een leerling onder invloed is, dan zal de school hierop moeten reageren. De leerling die onder invloed van alcohol of drugs de lessen volgt, zal uit de les verwijderd moeten worden. Goede of slechte schoolprestaties zijn hierbij niet doorslaggevend. Enerzijds tast drugs- en alcoholgebruik/-bezit het leefklimaat binnen een school aan en anderzijds is het een directe bedreiging voor de onderwijsdoelstellingen. Het onderscheid tussen het voorhanden hebben van drugs voor eigen gebruik dan wel het voorhanden hebben van drugs bestemd voor de handel is moeilijk te trekken. Vandaar de volgende grenslijn: Indien jongeren drugs voorhanden hebben en/of dit aan anderen uitdelen, al dan niet met winstbejag, wordt de politie ingeschakeld. Enerzijds om de drempel om drugs te gebruiken hoog te houden en anderzijds om een duidelijk en goed te hanteren beleid te voeren. Minderjarigen mogen ook niet in het bezit zijn van softdrugs voor eigen gebruik. Immers coffeeshops mogen slechts aan meerderjarigen verkopen. Bij middelengebruik dan wel handel moet de grens op nul gesteld worden, inhoudende dat drugs in het geheel niet getolereerd worden. De school verbiedt het om alcohol, drugs of medicijnen die niet aantoonbaar door een arts zijn voorgeschreven binnen het school-gebouw of het terrein van de school te brengen. Ingeval de school kennis heeft dan wel een redelijk vermoeden heeft, dat een persoon drugs/medicijnen binnen een schoolgebouw of schoolterrein heeft gebracht of voorhanden of op andere wijze onder zich heeft, wordt deze persoon bewogen tot afgifte van deze goederen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade, in welke zin dan ook, welke 65
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
voortvloeit uit deze maatregel. De school verbindt deze regel en maatregel als voorwaarde tot toelating tot schoolgebouw of schoolterrein. Dit wordt vooraf in het school-reglement kenbaar gemaakt. Hiermee wordt intern rechtmatigheid van het handelen verkregen. Ingeleverde drugs en medicijnen worden ter vernietiging overgedragen aan de politie. Maatregelen school Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting). Primair: − Toepassen maatregelen (zie ook bijlage 2: Regels m.b.t. tabak, alcohol en drugs). − Drugs afgeven aan de politie. − Eventueel politie op de hoogte stellen of om advies vragen (met name wanneer jongeren drugs op school uitdelen, al dan niet met winstbejag). − Bepalen welke instantie te betrekken bij hulpverlening, verwijzing en preventieactiviteiten. Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie: − Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren. − De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie. − Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie. Maatregelen politie − Er wordt tegen de persoon proces-verbaal opgemaakt. − De ouders van de verdachte worden geïnformeerd. Maatregelen OM − Het OM beoordeelt het ingezonden proces-verbaal en besluit over de verdere afdoening ervan. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf. − Bij recidive of ernstige drugsdelicten wordt de verdachte voorgeleid aan de (Kinder)rechter c.q. gedagvaard. De Raad voor de Kinder-bescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf. Hulpmogelijkheden − Huisarts − Advies- en Meldpunt kindermishandeling − Bureau Slachtofferhulp − Bureau Jeugdzorg − GGD − Politie 2.5 Vernieling Algemene definitie; Vernieling, vandalisme. Juridische definitie; Vernieling (art. 350 WvS)
66
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken of weg maken van een goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort. De dader moet dus de opzet (mogelijkheidsbewustzijn) hebben om genoemde vernieling te plegen en daarbij moet hij dat wederrechtelijk, dus zonder toestemming/instemming van de eigenaar, doen. Ook graffiti valt onder de werking van deze definitie. Immers: het herstellen van de schade brengt zodanige inspanning en kosten met zich mee dat van beschadiging kan worden gesproken. Openlijke geweldpleging (art. 141 WvS) Het openlijk en met verenigde krachten geweld plegen tegen personen en goederen. Er moeten minimaal twee daders zijn die gezamenlijk (verenigd) het geweld uitoefenen. Bovendien moet het geweld openlijk, onverholen en niet heimelijk zijn, dus plaatsvinden op een plaats waar publiek aanwezig is dan wel doorgaans aanwezig is. Baldadigheid (art. 424 Sr. WvS) Hij die op of aan de openbare weg of op enige voor het publiek toegankelijke plaats tegen personen of goederen enige baldadigheid pleegt waardoor gevaar of nadeel kan worden teweeggebracht, wordt, als schuldig aan straatschenderij, gestraft met een boete van de eerste categorie. Toelichting Vernieling is het gericht stukmaken van iets, een uiting van disrespect voor andermans eigendommen. Vaak komt het voort uit een (algemeen) gevoel van onvrede met zijn eigen positie (afgunst, boosheid, verveling) wat zich dan uit in vernielen. Zeker als de vernieling zich richt op een specifiek (bewust gekozen) slachtoffer zal aandacht aan de achtergronden van de vernieling moeten worden besteed om herhaling of verergering van maatregelen tegen het slachtoffer te voorkomen. Van baldadigheid of straatschenderij is sprake wanneer de vernieling niet gericht plaatsvindt, maar meer als ongewild gevolg van een actie. Voorbeelden hiervan zijn onder ander schade door sneeuwballen gooien of het omtrappen van vuilcontainers. Wanneer sprake is van eenvoudige vernieling met niet meer dan geringe schade, waarbij schadevergoeding of schadeherstel kan worden bereikt, treedt de school op als bemiddelaar met betrekking tot de schaderegeling. Het doel hierbij is dat de partijen (gedupeerde(n) en dader(s)) de zaak onderling regelen. De school heeft daarin geen taak om te schade te regelen. Wel treft de school zelf maatregelen tegen het ongewenste gedrag. Indien het gaat om een vernieling van meer dan geringe omvang of schade, er sprake is van herhaling of groepsdelict of als schadevergoeding / schadeherstel niet kan worden bereikt, zal ook de politie in kennis worden gesteld.
Maatregelen school Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting). Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt: − Toepassen maatregelen. 67
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
− Bemiddeling in schadevergoeding of schadeherstel door de dader. − Eventueel politie op de hoogte stellen of om advies vragen. Secundair (indien er bijvoorbeeld sprake is van vernieling met meer dan geringe schade, vernieling door een groep leerlingen, dan wel getoonde onwilligheid met betrekking tot schadeherstel / schadevergoeding): − Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren. − De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie. − Bemiddelen in schadevergoeding door ouders/verzorgers dader. − Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie. − Het slachtoffer ondersteunen en stimuleren bij het doen van aangifte. Maatregelen politie − Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt. − Indien aan de criteria wordt voldaan wordt de verdachte naar HALT verwezen, afhankelijk van de waarde van de schade. − Ouders dader en slachtoffer informeren. − In schadevergoeding tussen (ouders) dader en slachtoffer wordt bemiddeld. Maatregelen OM − Het proces-verbaal kan door een verwijzing naar Halt worden afgedaan. − Bij recidive of een ernstige vorm van vernieling kan het proces-verbaal worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf. − Bij veelvuldige recidive kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf. − De aangever kan indien hij / zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden. Hulpmogelijkheden − Huisarts − Bureau Slachtofferhulp − Bureau Jeugdzorg − GGD − Politie
2.6 Wapenbezit Algemene definitie Het voorhanden hebben van voorwerpen die het karakter van een wapen dragen of die als wapen worden aangewend en waarvan het voorhanden hebben in verband met het volgen van onderwijs niet noodzakelijk is. Juridische definitie 68
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
De bij Wet verboden wapens en de gedragingen die met deze wapens verboden zijn, zijn gedefinieerd in de Wet Wapens en Munitie. Hier is geen korte juridische definitie voor te geven. Toelichting Veel onder jeugdigen circulerende wapens vallen niet onder de werking van de Wet Wapens en Munitie omdat ze qua afmeting of model net even iets anders zijn. Toch zijn veel van deze wapens daardoor niet minder gevaarlijk en daarmee onwenselijk. Immers, een stiletto waarvan het lemmet breder is dan 14 millimeter is net zo gevaarlijk als een (wettelijk verboden) stiletto met een lemmet dat minder dan 14 millimeter breed is. In het kader van het volgen van onderwijs is het bezit/voorhanden hebben van dergelijke wapens en voorwerpen niet alleen onnodig, maar tevens gevaarlijk en bedreigend voor het klimaat binnen een school. De school verbiedt het dan ook om voorwerpen die het karakter van een wapen dragen (stiletto’s, vlindermessen valmessen en dergelijke) alsmede voorwerpen die als wapen kunnen worden gehanteerd (wanneer bijvoorbeeld een schroevendraaier wordt gebruikt om mee te dreigen) in bezit te hebben of als wapen te hanteren. Wanneer de school kennis heeft, dan wel een redelijk vermoeden heeft dat een persoon een dergelijk wapen bezit of ziet dat een voorwerp als wapen wordt gehanteerd binnen het schoolgebouw of schoolterrein, zal de bezitter van het voorwerp worden bewogen tot afgifte. Vervolgens worden de wapens ter vernietiging aan de politie over gedragen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit deze maatregel. De school verbindt deze regel en maatregel als voorwaarde tot toelating tot het schoolgebouw of schoolterrein. Dit wordt vooraf in het school-reglement kenbaar gemaakt. Hiermee wordt rechtmatigheid van handelen verkregen. Afgegeven wapens en bedoelde voorwerpen worden ter vernietiging overgedragen aan de politie. Indien het om wapens en gedragingen gaat die vallen onder de werking van de Wet Wapens en Munitie is politioneel optreden vereist. De politie wordt in kennis gesteld. De politie kan om advies worden gevraagd of het gaat om een wettelijk verboden wapen. Maatregelen school Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting). Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt: − Toepassen maatregelen. − Ingeleverde wapens en voorwerpen afgeven aan de politie. − Eventueel politie op de hoogte stellen en/of om advies vragen. Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie: − Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren. − De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie. − Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie.
69
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Maatregelen politie − Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt. − Ouders van verdachte en eventueel slachtoffer informeren. Maatregelen OM − Het proces-verbaal kan worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie en begeleiding of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf. − Bij recidive of ernstige feiten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinder-bescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf. Hulpmogelijkheden − Bureau Slachtofferhulp − Steunpunt huiselijk en seksueel geweld − Bureau Jeugdzorg − GGD − Politie 2.7 Diefstal Algemene definitie Stelen, roven. Juridische definitie Eenvoudige diefstal (art. 310 WvS) Enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegnemen met het oog merk het wederrechtelijk toe te eigenen. Het doel van het wegnemen moet de toeeigening zijn; om er als heer en meester over te gaan beschikken. Als een goed wordt gestolen met de bedoeling om het te verkopen, blijft het diefstal. Immers, er wordt dan gehandeld alsof er als heer en meester over beschikt wordt. Gekwalificeerde diefstal (art. 311 WvS) − idem 310 Sr, bij gelegenheid van brand, ontploffing; − idem 310 Sr, gepleegd door twee of meer verenigde personen; − idem 310 Sr, indien de dader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of vals kostuum. Diefstal met geweld (art. 312 WvS) idem 310/311 Sr, indien voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om de diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om bij betrapping op heterdaad de vlucht mogelijk te maken van zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij het bezit van het gestolen goed te verzekeren. Afpersing (art. 317 WvS) 70
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Met het doel zichzelf of een ander te bevoordelen, iemand door geweld of bedreiging met geweld dwingen tot het afgeven van enig goed dat geheel of ten dele aan diegene of een derde toebehoort. Afdreiging (art. 318 WvS) idem 317 Sr, met dien verstande dat het dreigmiddel geen geweld is maar smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim. Handel en heling (art. 416 en 417 bis WvS) Opzet- dan wel schuldheling: Het kopen, krijgen of voor handen hebben van gestolen of illegale goederen, bijv. het te koop aanbieden of kopen van bromfietsonderdelen, autoradio’s, vuurwerk, kleding, cd’s e.d. waarvan vermoed kan worden dat die goederen gestolen of illegaal te koop worden aangeboden. Toelichting Ingeval van een incidentele kleine diefstal, waarbij geen kwalificaties als bedoeld in 311/312/317/318 Sr voorkomen en waarbij de schadever-goeding of teruggave van het gestolen goed kan worden bereikt, treft de school zelf maatregelen, mede afhankelijk van de wens van de benadeelde. Indien het gaat om herhaling of om een goed met meer dan geringe waarde of indien wordt voldaan aan een van de kwalificaties genoemd in de artikelen 311/312/317/318Sr., dan wel als schadevergoeding of teruggave niet mogelijk is, dan zal de school naast de te nemen schoolmaatregelen ook de politie in kennis stellen. Maatregelen school Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting). Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt: − Toepassen maatregelen. − Bemiddeling in teruggave of schadevergoeding gestolen goed. Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie − Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren. − De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting z ijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie. − Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie. − Het slachtoffer ondersteunen en stimuleren bij het doen van aangifte. Maatregelen politie − Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt. − Indien aan criteria voldaan wordt, verwijzen van de verdachte naar HALT. − Bemiddeling bij teruggave of schadevergoeding gestolen goed. − Ouders dader en slachtoffer informeren. Maatregelen OM − Het proces-verbaal kan middels een verwijzing naar Halt worden afgedaan, afhankelijk van de waarde van het goed. − Bij recidive of een ernstige vorm van diefstal kan het proces-verbaal worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van
71
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf. − Bij veelvuldige recidive kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf. − De aangever kan indien hij/zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden. Hulpmogelijkheden − Advies- en Meldpunt kindermishandeling − Bureau Slachtofferhulp − Bureau Jeugdzorg − GGD − Politie 2.8 Vuurwerkbezit en -handel Algemene definitie Het voorhanden hebben van en/of handelen in vuurwerk. Juridische definitie Het voorhanden hebben van en/of handelen in vuurwerk buiten de daartoe aangewezen periode, als ook het voorhanden hebben van of handelen in verboden vuurwerk ongeacht de periode. Toelichting Vuurwerk hoeft op zich niet gevaarlijk te zijn, mits het gaat om goedgekeurd vuurwerk en als het op voorgeschreven wijze wordt afgestoken. Bij het afsteken van vuurwerk in of nabij groepen mensen, zoals op schoolpleinen, is echter reëel gevaar voor (ernstig) letsel aanwezig. Zeker als het afsteken ervan een ‘spel’ of ‘sport’ wordt. Ontploffend vuurwerk veroorzaakt doorgaans onrust onder mensen wat tot irritatie of agressie kan leiden. Daarnaast veroorzaakt ontploffend vuurwerk doorgaans een zodanige geluidsoverlast en hinder voor de lessen. De school verbiedt om deze redenen vuurwerk mee te nemen in het schoolgebouw of op het terrein van de school. Als de school weet of vermoedt, dat een persoon vuurwerk heeft mee-genomen in het schoolgebouw of op het schoolterrein, wordt dit vuurwerk ingenomen. Als het om een substantiële hoeveelheid gaat, kan dit ter vernietiging aan de politie worden overgedragen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit deze maatregel. Het verbod om vuurwerk mee te nemen, voor handen te hebben of op andere manier onder zich te hebben in de schoolgebouwen of het terrein van de school, geldt als voorwaarde tot toelating tot schoolgebouw of schoolterrein. Dit wordt in het schoolreglement kenbaar gemaakt, zodat er rechtmatig tegen kan worden opgetreden. Wanneer sprake is van illegaal (d.w.z. niet goedgekeurd) vuurwerk zal de school altijd de politie inschakelen. Hetzelfde geldt wanneer het gaat om (meer dan één stuk) legaal vuurwerk buitende daartoe toegestane periode, of om handel in
72
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
vuurwerk. De politie kan om advies worden gevraagd ten aanzien van de vraag of het gaat om een wetsovertreding, de ernst ervan en of aangifte wenselijk is. Maatregelen school Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting). Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt: − Toepassen maatregelen. − Ingeleverd vuurwerk, indien een substantiële hoeveelheid, afgeven aan de politie. − Eventueel politie op de hoogte stellen en/of om advies vragen. Secundair (indien er sprake is van illegaal vuurwerk (strijkers en dergelijke), bezit buiten de toegestane periode, van een meer dan geringe hoeveelheid (meer dan één stuk) legaal vuurwerk, handel in vuurwerk, afsteken van vuurwerk buiten de toegestane periode) kan de school: − Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren. − De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie. − Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie. Maatregelen politie − Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt. − Indien aan criteria wordt voldaan wordt naar HALT verwezen. − Ouders/verzorgers verdachte informeren. Maatregelen OM − Het proces-verbaal kan middels een verwijzing naar Halt worden afgedaan. − Bij recidive of een grote schaal van in bezit hebben of handel kan het procesverbaal worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf. − Bij veelvuldige recidive kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf. Hulpmogelijkheden − Bureau Slachtofferhulp − Advies- en Meldpunt kindermishandeling − Bureau Halt − Bureau Jeugdzorg − GGD − Politie 2.9 Seksuele intimidatie
73
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Algemene definitie Hiervan is sprake indien iemand wordt geconfronteerd met ongewenste seksueel getinte aandacht; dit is aandacht in de vorm van verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag dat door degene die hiermee geconfronteerd wordt als onaangenaam wordt ervaren. Het gaat hierbij om gedrag dat plaatsvindt binnen of in samenhang met de onderwijssituatie en kan zowel opzettelijk als onopzettelijk zijn. Wanneer er sprake is van seksueel misbruik door een medewerker van de school gaat het om een zedenmisdrijf. Bij een zedenmisdrijf geldt een aangifte- en meldplicht. Deze wettelijke aangifte en meldplicht is beperkt tot seksueel misbruik van leerlingen die op het moment van het misbruik jonger zijn dan achttien jaar. Toelichting Scholen zijn verplicht een veilig leer- en werkklimaat te creëren voor leerlingen en personeelsleden. Seksuele intimidatie komt op alle schooltypes voor. De seksuele intimidatie is vaak een kwestie van machtsverschil tussen leraren en leerlingen, tussen mannen en vrouwen. Seksuele intimidatie kan zich bij verschillende partijen in de schoolsituatie voordoen: leerling - leerling personeel - leerling leerling - personeel personeel - personeel (deze categorie wordt in dit protocol buiten beschouwing gelaten). Het ondergaan van seksuele intimidatie heeft vaak nadelige gevolgen voor betrokkene. Voor leerlingen kan dit een aanleiding zijn een ander vak te kiezen of van school te gaan. Schoolverzuim en slechte leerprestaties kunnen het gevolg zijn. Ook kunnen zij later psychische en/of emotionele schade ondervinden. Seksuele intimidatie kan een heel scala van fysieke handelingen omvatten zoals: knuffelen, zoenen, op schoot nemen, handtastelijkheden, weg versperren, tegenaan gaan staan, moedwillig botsen. Seksuele intimidatie kan zich echter ook manifesteren in verbale of geschreven vorm (brieven, aantekeningen op werkstukken, e-mails, sms-jes e.d.) zoals: iemand op een bepaalde manier aanspreken, seksueel getinte opmerkingen of grappen, dubbelzinnigheden, schuine moppen, stoere verhalen rond seksuele prestaties, opmerkingen over uiterlijk en kleding, vragen naar seksuele ervaringen, uitnodigingen met bijbedoelingen, afspraakjes willen maken, uitnodiging tot seksueel contact, bedreigingen. Tevens kan de intimidatie ook in de vorm van non-verbaal gedrag geuit worden zoals: staren, gluren, lonken, knipogen, in kleding gluren, seksueel getinte cadeautjes. Alleen degene die last heeft van seksuele intimidatie kan een klacht indienen, al dan niet met hulp van de vertrouwenspersoon in de school of via de vertrouwenspersoon bij het bevoegd gezag. Meldplicht seksueel misbruik en seksuele intimidatie De meldplicht is vastgelegd in de ‘Regeling Seksueel misbruik en Seksuele intimidatie in het onderwijs’, een uitgave van het Ministerie OCenW, september 1999.
74
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Kort samengevat: wanneer een personeelslid seksueel misbruik pleegt jegens een leerling of als hiervan vermoedens bestaan, zijn schoolbesturen verplicht om direct contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Als uit overleg met de vertrouwensinspecteur blijkt dat er sprake is van een redelijk vermoeden dat dit misbruik heeft plaatsgevonden, dan dient het bestuur daarvan onmiddellijk aangifte te doen. Personeelsleden zijn wettelijk verplicht het schoolbestuur direct te informeren wanneer zij op de hoogte zijn van seksueel misbruik of seksuele intimidatie van een leerling of personeelslid. Maatregelen school (zie ook klachtenreglement) − De contactpersoon van de school schat in of de vertrouwenspersoon moet worden ingeschakeld. − Er is een contactpersoon op iedere locatie aangesteld. Hij/zij is eerste aanspreekpunt bij vragen of klachten. De aanwezigheid van een contactpersoon is bekend gemaakt bij schoolpersoneel, leerlingen en ouders/verzorgers. − De scholen hebben een interne en een externe vertrouwenspersoon aangesteld. − Indien sprake van seksuele intimidatie, worden bij minderjarigen altijd de ouders/verzorgers van het slachtoffer, na overleg met de vertrouwenspersoon, en de aangeklaagde op de hoogte gesteld. − Door de school wordt aan het schoolpersoneel, leerlingen en ouders/ verzorgers via de school- en personeelsgids informatie verschaft over hoe op school wordt omgegaan met seksuele intimidatie, welke mogelijkheden er zijn om een klacht in te dienen. Tevens zet de school zich in om preventieve activiteiten en maatregelen uit te voeren. Maatregelen politie Indien door het slachtoffer officieel een klacht wordt ingediend bij de politie kan hier de procedure in gang worden gezet. Deze procedure gaat via de politie, Openbaar Ministerie en de rechtbank. Maatregelen OM − Afhankelijk van de ernst van het feit, kan het proces-verbaal worden afgedaan middels een aanbodtransactie via de Officier van Justitie dan wel middels het aanbrengen van de zaak bij de Kinderrechter / Meervoudige kamer. − De aangever kan indien hij / zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden. Hulpmogelijkheden − Huisarts − Advies- en Meldpunt kindermishandeling − Bureau Slachtofferhulp − Bureau Jeugdzorg − GGD − Politie 2.10 Ongewenst bezoek in en rond de school 75
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Algemene definitie Bij ongewenst bezoek kan bijvoorbeeld gedacht worden aan personen in of rond de school: − met criminele activiteiten (dealen, heling); − leerlingen van andere scholen die problemen veroorzaken; − die komen om iemand te intimideren/mishandelen, bijvoorbeeld ouders die verhaal komen halen bij leerlingen, personeel, directie. Juridische definitie Zich bevinden op verboden grond (artikel 461 WvS) Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond, waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie. Lokaalvredebreuk (artikel 139 WvS) − Hij die in een voor de openbare dienst bestemt lokaal wederrechtelijk binnendringt, of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van de bevoegde ambtenaar aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie. − Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die zonder voorkennis van de bevoegde ambtenaar en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen. − Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie. − De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen. Toelichting Bovenstaande wordt als bedreigend of erg onprettig ervaren. Zeker als daadwerkelijk sprake is van bedreigingen of als er fysiek of verbaal geweld wordt gebruikt heeft dit een negatief effect op het veiligheids-gevoel in en rond de school. Wanneer de persoon in kwestie ondanks deze waarschuwing toch terugkomt, dan heeft elke burger in Nederland het recht om een verdachte op heterdaad aan te houden. De directie kan dit recht dus gebruiken om jongeren, ouders of andere personen aan te spreken als zij ondanks waarschuwingen toch zonder toestemming de school of het schoolplein betreden. Hetzelfde geldt in geval van lokaalvredebreuk.
Maatregelen onderwijsinstelling Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet de politie in te schakelen. Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt: − Personeel van de school kan mensen wegsturen die en rond de school lopen en daar niets te zoeken hebben wegsturen en een waarschuwing geven. 76
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
−
Personeel van de school kan ouders/verzorgers van verdachte jongere informeren en verzoeken om het ongewenste gedrag te doen stoppen. − Wanneer de problemen aanhouden kan de directie van de school een op schrift gesteld verbod aankondigen, met daarin opgenomen de tijdsduur c.q. periode van het verbod. Dit schriftelijke verbod wordt aan de betrokkene uitgereikt, zo mogelijk in het bijzijn van Politie (wijkagent) en waarbij de betrokkenen verzocht wordt te tekenen voor ontvangst. Secundair, indien er sprake is van betreding gebouw of terrein ondanks toegangsverbod: − De school kan dan betreffende persoon aanhouden (zorg voor getuigen) en de politie bellen. − Bij herhaling of toename (kwalitatief en/of kwantitatief) van de problematiek kan de school de politie bellen. Maatregelen politie − Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt. − Ouders/verzorgers verdachte jongere informeren en verzoeken om het ongewenste gedrag te doen stoppen. Maatregelen OM Indien het een volwassene betreft kan voor het proces-verbaal ter zake van overtreding 461 SR een transactie worden aangeboden of verdachte worden gedagvaard voor de kantonrechter. Indien het een minderjarige betreft en er is geen sprake van recidive kan de jongere naar Halt worden verwezen. Ingeval van recidive kan een transactie worden aangeboden. Hulpmogelijkheden − Advies- en Meldpunt kindermishandeling − Bureau Slachtofferhulp − Bureau Jeugdzorg − Politie
77
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
Bijlage 6: Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld Het bevoegd gezag van Het Over/Y College Overwegende dat Het Over-Y College verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van het onderwijs aan zijn cliënten en dat deze verantwoordelijkheid zeker ook aan de orde is in geval van onderwijs aan leerlingen die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling; dat van de beroepskrachten die werkzaam zijn bij Het Over-Y College op basis van deze verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met leerlingen attent zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen; dat Het Over-Y College een meldcode wenst vast te stellen zodat de beroepskrachten die daar werkzaam zijn weten welke stappen van hen worden verwacht bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; dat Het Over-Y College in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroeps/ krachten bij deze stappen ondersteunt; dat onder huiselijk geweld wordt verstaan: lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld, of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring, waarbij onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook begrepen ouderenmishandeling, vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang en eer-gerelateerd geweld. Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex-) partners gezinsleden, familieleden en huisvrienden; dat onder kindermishandeling wordt verstaan: iedere vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend, of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel, daaronder ook begrepen eer-gerelateerd geweld, huwelijksdwang, vrouwelijke genitale verminking en het als minderjarige getuige zijn van huiselijk geweld tussen ouders en/of andere huisgenoten; dat onder beroepskracht in deze code wordt verstaan: de medewerker die voor Het Over-Y College werkzaam is en die in dit verband aan leerlingen van deze onderwijsinstelling zorg, begeleiding, onderwijs, of een andere wijze van ondersteuning biedt;
78
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
In aanmerking nemende de Wet bescherming persoonsgegevens; de Wet op de jeugdzorg, alsmede de komende Jeugdwet; de Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet bescherming persoonsgegevens, het privacyreglement van [naam organisatie]. De twee wettelijke meldrechten voor huiselijk geweld en voor kindermishandeling bieden alle beroepskrachten met een beroepsgeheim of een andere zwijgplicht, het recht om een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld te melden, ook als zij daarvoor geen toestemming hebben van hun cliënt. Zie voor de wetteksten artikel 53 lid 3 Wet op de jeugdzorg en artikel 21d lid 3 Wet maatschappelijke ondersteuning. Deze beide wettelijke meldrechten maken een inbreuk mogelijk op het beroepsgeheim van bijvoorbeeld artsen, psychiaters, verpleegkundigen, psychologen, pedagogen, verloskundigen en werkers in de jeugdzorg of in de reclassering. De stappen van de meldcode beschrijven hoe een beroepskracht met een geheimhoudingsplicht op een zorgvuldige wijze om gaat met deze meldrechten. Stap 1: In kaart brengen van signalen Breng de signalen die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling bevestigen of ontkrachten in kaart en leg deze vast. Leg ook de contacten over de signalen vast, evenals de stappen die worden gezet en de besluiten die worden genomen. Maak bij het signaleren van huiselijk geweld of kindermishandeling gebruik van een signaleringsinstrument als uw organisatie daarover beschikt. Beschrijf uw signalen zo feitelijk mogelijk. Worden ook hypothesen en veronderstellingen vastgelegd, vermeld dan uitdrukkelijk dat het gaat om een hypothese of veronderstelling. Maak een vervolgaantekening als een hypothese of veronderstelling later wordt bevestigd of ontkracht. Vermeld de bron als er informatie van derden wordt vastgelegd. Leg diagnoses alleen vast als ze zijn gesteld door een bevoegde beroepskracht. Gaan de signalen over mogelijk geweld gepleegd door een medewerker ten opzichte van een leerling, meld de signalen dan bij de leidinggevende of de directie, conform de interne richtlijnen. In dat geval is dit stappenplan niet van toepassing. Signalen van geweld tussen leerlingen Signalen over mogelijk geweld gepleegd tussen leerlingen op school, vallen niet onder het stappenplan van de meldcode. Uw signalen meldt u bij de leidinggevende of de directie. . Stap 2: Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, het Steunpunt Huiselijk Geweld of een deskundige op het gebied van letselduiding Bespreek de signalen met een deskundige collega. Vraag zo nodig ook advies aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, aan het Steunpunt Huiselijk Geweld of aan een deskundige op het gebied van letselduiding, als er behoefte is aan meer duidelijkheid over (aard en oorzaak) van letsel. Vraag zo nodig forensische expertise via het AMK of SHG. In het geval er binnen de school of ZAAM onvoldoende kennis aanwezig is over de aanpak van specifieke vormen van geweld, zoals eer-gerelateerd geweld,
79
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
huwelijksdwang, seksueel misbruik en vrouwelijke genitale verminking, vraag dan altijd advies aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld over uw vervolgstappen. Dit advies is ook van belang om mogelijke veiligheidsrisico’s van eventuele vervolgstappen zorgvuldig af te kunnen wegen. Leg de uitkomsten van de collegiale consultatie en/of het gegeven advies vast in het cliëntdossier. Stap 3: Gesprek met de leerling Bespreek de signalen met de leerling. Hebt u ondersteuning nodig bij het voorbereiden of het voeren van het gesprek met de cliënt, raadpleeg dan een deskundige collega en/of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld. • leg de leerling het doel uit van het gesprek; • beschrijf de feiten die u hebt vastgesteld en de waarnemingen die u hebt gedaan; • nodig de leerling uit om een reactie hierop te geven; • kom pas na deze reactie zo nodig met een interpretatie van hetgeen u hebt gezien, gehoord en waargenomen. In geval van vrouwelijke genitale verminking kunt u daarbij de Verklaring tegen meisjesbesnijdenis gebruiken. Het doen van een melding zonder dat de signalen zijn besproken met de leerling, is alleen mogelijk als: • er concrete aanwijzingen zijn dat de veiligheid van de leerling, die van u zelf, of die van een ander in het geding is, of zou kunnen zijn; • als u goede redenen hebt om te veronderstellen dat de leerling door dit gesprek het contact met u zal verbreken en dat de leerling daardoor niet voldoende meer kan worden beschermd tegen het mogelijk geweld. Stap 4: Weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling en vraag in geval van twijfel altijd (opnieuw) advies aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld. Weeg op basis van de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met de leerling het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling. Weeg eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Maak bij het inschatten van het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling gebruik van een risicotaxatie-instrument als een dergelijk instrument binnen de school of ZAAM aanwezig is. Raadpleeg in geval van twijfel altijd (opnieuw) het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld. Zij bieden ondersteuning bij het wegen van het geweld en van de risico’s op schade en zij kunnen adviseren over vervolgstappen.
Stap 5: Beslissen: zelf hulp organiseren of melden. Hulp organiseren en effecten volgen Meent u, op basis van uw afweging in stap 4, dat u uw leerling en zijn gezin redelijkerwijs voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling kunt beschermen: 80
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
• organiseer dan de noodzakelijke hulp; • volg de effecten van deze hulp; • doe alsnog een melding als er signalen zijn dat het huiselijk geweld of de kindermishandeling niet stopt of opnieuw begint. Melden en bespreken met de leerling Kunt u uw leerling niet voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling beschermen of twijfelt u er aan of u voldoende bescherming hiertegen kunt bieden: • meld uw vermoeden bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of bij het Steunpunt Huiselijk Geweld; • sluit bij uw melding zoveel mogelijk aan bij feiten en gebeurtenissen en geef duidelijk aan indien de informatie die u meldt (ook) van anderen afkomstig is; • overleg bij uw melding met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld wat u na de melding, binnen de grenzen van uw gebruikelijke werkzaamheden, zelf nog kunt doen om uw leerling tegen het risico op huiselijk geweld of op mishandeling te beschermen. Bespreek uw melding vooraf met uw leerling (vanaf 12 jaar) en of met de ouder (als de cliënt nog geen 16 jaar oud is). • leg uit waarom u van plan bent een melding te gaan doen en wat het doel daarvan is; • vraag de cliënt uitdrukkelijk om een reactie; • in geval van bezwaren van de cliënt, overleg op welke wijze u tegemoet kunt komen aan deze bezwaren; • is dat niet mogelijk, weeg de bezwaren dan af tegen de noodzaak om uw leerling te beschermen tegen het geweld of de kindermishandeling. Betrek in uw afweging de aard en de ernst van het geweld en de noodzaak om de leerling door het doen van een melding daartegen te beschermen; • doe een melding indien naar uw oordeel de bescherming van de leerling de doorslag moet geven. Van contacten met de cliënt over de melding kunt u afzien: • als er concrete aanwijzingen zijn dat de leerling of die van u zelf, of die van een ander in het geding is, of zou kunnen zijn; • als u goede redenen hebt om te veronderstellen dat de cliënt daardoor het contact met u zal verbreken. Onderstaande stappenplan is overgenomen van de Meld code Kindermishandeling en Huiselijk geweld van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam en Bureau Jeugdzorg Noord Holland/ Advies – en Meldpunt Kindermishandeling.
81
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
82
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
83
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
84
Veiligheidsplan Over-Y College 2013 - 2015
85