Horeca Ontzeggingenbeleid Noord-Holland Noord
Veilig Uitgaan in de horeca (In samenwerking met de ketenpartners: Koninklijke Horeca Nederland (KHN), Politie Noord-Holland Noord, de Gemeenten en het Openbaar Ministerie)
Versie 11- 2011 0810
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding
pag. 2
2.
Basis Horeca ontzeggingenbeleid Noord-Holland Noord 2.1 Voorbeeld 1 2.2 Voorbeeld 2
pag. 3 pag. 3 pag. 4
3.
Richtlijnen voor het werken met toegangsontzeggingen 3.1 Deelname Horecaondernemers op basis van de Exploitatievergunning 3.2 Werkvoorbeelden 3.3 Collectieve horecaontzegging 3.4 Richtlijnen voor de duur van de ontzegging 3.5 Richtlijnen Openbaar Ministerie te Alkmaar voor sancties
pag. 5 pag. 5 pag. 5 pag. 7 pag. 9 pag. 10
4.
Basis verblijfsontzeggingenbeleid Noord-Holland Noord 4.1 Duur van de verblijfsontzegging 4.2 Richtlijnen Openbaar Ministerie te Alkmaar voor sancties
pag. 11 pag. 13 pag. 13
5.
Beschrijving taken van de partners 5.1 Horecaondernemers 5.2 Koninklijke Horeca Nederland 5.3 Politie 5.4 Gemeente 5.5 Openbaar Ministerie
pag. 14 pag. 14 pag. 14 pag. 15 pag. 15 pag. 15
6.
Nawoord
pag. 16
7.
Bijlagen 7.1 Schema taakverdeling Ontzeggingenbeleid 7.2 Voorbeeld ontzeggingenformulier “Toegangsontzegging horecabedrijf” 7.3 Voorbeeld ontzeggingenformulier “Toegangsontzegging horecabedrijf” ingevuld 7.4 Lijst locaties Horeca Ontzegging 7.5 Klachtenprocedure collectieve horecaontzegging 7.6 Brief burgemeester aan OM bij derde toegangsontzegging 7.7 Verblijfsontzegging 7.8 Mandaatbesluit 7.9 Mandaatregister 7.10 Beleisregels verblijfsontzegging
pag. 17 pag. 18 pag. 19
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
pag. 20 pag. 21 pag. 22 pag. 23 pag. 24 pag. 25 pag. 26 pag. 27
1
1.
Inleiding
Om overlast binnen de uitgaansgebieden van de (politie)regio Noord-Holland Noord te beperken met als doelstelling de veiligheid tijdens het uitgaan te vergroten, is een Convenant Veilig Uitgaan voor de regio ontwikkeld en afgestemd met partners. Een van de afspraken uit het convenant is dat er door de horeca gewerkt wordt met een eenduidig horeca ontzeggingenbeleid, dat voor alle ketenpartners duidelijk en overzichtelijk is. Met dit eenduidige beleid, wordt een structurele aanpak van 'lastige' klanten binnen de horeca gerealiseerd. De bedoeling is dat deze structurele aanpak zal zorgen voor een vermindering van het aantal strafbare feiten gepleegd in de horeca en voor een consequente toepassing van toegangsontzeggingen aan personen die door hun gedrag de veiligheid en/of het veiligheidsgevoel in en om de horeca negatief beïnvloeden. In het Convenant Veilig Uitgaan staat een pakket maatregelen beschreven dat er onder andere op is gericht het aantal geweldsmisdrijven in de horeca terug te dringen. Met het opleggen van een toegangsontzegging door de horecaondernemer aan personen die zich niet conform de huisregels gedragen, wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het terugdringen van geweld. De toegangsontzegging kan op basis van het privaatrecht worden opgelegd. Indien deze ontzegging wordt overtreden is er sprake van het strafrecht. Dit stuk is bedoeld als handleiding voor de horecaondernemers, de portiers, gemeente en de politie waarbij er naar is gestreefd om het opleggen van een toegangsontzegging zo eenvoudig mogelijk te maken. Voorop staat hierbij dat de horecaondernemer beslist aan wie hij de toegangsontzegging oplegt. Daarbij kan hij een beroep doen op advies van de politie en/of de horecacontactpersoon van de gemeente. Daarom staan ook de taken van de partners in dit werkdocument beschreven. Daarnaast is het goed om te vermelden dat de burgemeester op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening ook een verblijfsontzegging voor een heel gebied kan opleggen aan een persoon. Deze bevoegdheid zal indien nodig (al dan niet in mandaat door de politie) toegepast worden. Hiermee kan het effect van de toegangsontzegging tot het horecabedrijf door de ondernemer versterkt worden. Een gebiedsverbod kan ook worden opgelegd door de officier van justitie op basis van de wet 'Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast' (MBVEO, Voetbalwet) Het toegangsontzeggingenbeleid is specifiek voor de collectieve horecaontzegging. Uitgangspunt is dat als een ontzegging wordt opgelegd dit een collectieve betreft. Dit betekent dat de toegangsontzegging geldt voor alle horecagelegenheden in die gemeente. De horecaondernemer bepaalt of de persoon die zich heeft misdragen een collectieve of individuele ontzegging krijgt. In het ontzeggingenbeleid wordt aangegeven onder welke condities een collectieve ontzegging wordt opgelegd. Alle personen die een collectieve ontzegging hebben worden opgenomen in een centrale database van Koninklijke Horeca Nederland. Horecaondernemers worden niet verplicht mee te doen aan de collectieve horecaontzegging. Deelname is vrijwillig waarbij horecaondernemers zich willen conformeren aan spelregels van een afspraak van een samenwerkingsverband. Onderliggend stuk heeft alleen betrekking op de “natte” horeca.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
2
2.
Basis van toegangsontzeggingen in Noord-Holland Noord
Het opleggen van een ontzegging is gebaseerd op artikel 138 van het Wetboek van Strafrecht. Huisvredebreuk (art. 138 Wetboek van Strafrecht) Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. Het misdrijf van art. 138 noemt men gewoonlijk huisvredebreuk. In het eerste lid van artikel 138 worden eigenlijk twee misdrijven omschreven namelijk: 1. het wederrechtelijk binnendringen in een woning of het besloten lokaal (bijv. café etc.) of erf bij een ander in gebruik, of 2. het wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijderen. Om duidelijk te maken hoe dit artikel vertaald wordt in een toegangsontzegging die de horecaondernemer oplegt, volgt hieronder een voorbeeld.
2.1
Voorbeeld 1
Op het moment dat een zich niet aan de huisregels houdend persoon in een horecagelegenheid bevindt, kan de leiding (of rechthebbende) besluiten op grond van verantwoord gastheerschap deze persoon de toegang tot het pand met onmiddellijke ingang te ontzeggen. Er moet dan gevorderd worden met de volgende woorden: “Ik vorder dat u direct deze horecagelegenheid verlaat.” Als de persoon dan niet gaat, bevindt hij zich wederrechtelijk in de horecagelegenheid. (Wederrechtelijk aldaar vertoevende) Als de persoon daarna niet vertrekt, wordt er door de rechthebbende nogmaals gevorderd: “Ik vorder dat u onmiddellijk de horecagelegenheid verlaat.” Als de persoon daarna nog niet gaat is deze strafbaar voor artikel 138 Sr. Wanneer de politie te hulp wordt geroepen, moet met het oog op bewijs door de rechthebbende nogmaals twee keer worden gevorderd: “Ik vorder dat u onmiddellijk deze horecagelegenheid verlaat.” (dus in bijzijn van de politieambtenaren). Als de betrokkene daarna nog niet vertrekt houdt de politie de overtreder op heterdaad aan en maakt procesverbaal op voor huisvredebreuk.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
3
2.2
Voorbeeld 2
Een horecaondernemer heeft als rechthebbende eerder aan een bezoeker een schriftelijke ontzegging verstrekt. Indien de desbetreffende persoon, na het uitreiken van de schriftelijke ontzegging, toch de horecagelegenheid binnen gaat is hij daar wederrechtelijk. De horecaondernemer dient de persoon te vorderen het pand te verlaten. Geeft deze persoon daar geen gehoor aan kan deze persoon ter plaatse op heterdaad worden aangehouden. Indien de horecaondernemer de overtreder aanhoudt, moet hij de overtreder direct overdragen aan de politie. Er hoeft in dit geval niet te worden gevorderd en ook een aangifte is niet nodig. De politie voegt een afschrift van het toegangsverbod, en een verklaring van de horecaondernemer bij het proces-verbaal. Als de politie de persoon niet meer aantreft moeten twee getuigen een verklaring afleggen, zodat de politie met succes ter zake artikel 138 Sr. proces-verbaal kan opmaken. De politie omschrijft de situatie dan in het proces-verbaal en voegt de twee getuigenverklaringen en het afschrift van het toegangsverbod met bijlage bij het proces-verbaal. De twee getuigen kunnen domicilie kiezen op het adres van de horecagelegenheid. 1
1
Anonimiteit van de getuigen kan niet gegarandeerd worden
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
4
3.
Richtlijnen voor het werken met toegangsontzeggingen
3.1
Deelname horecaondernemers aan het Ontzeggingenbeleid NoordHolland Noord
Het toepassen van de ontzeggingen in Noord-Holland Noord is besproken, akkoord bevonden en mede ondertekend door regio Noord Holland van Koninklijke Horeca Nederland. Indien een gemeente werkt met een exploitatievergunning is deelname aan het ontzeggingenbeleid hierin opgenomen. Als er geen exploitatievergunning is maakt het beleid deel uit van de beleidsregels sluitingstijden. Op de volgende wijze kan het ontzeggingenbeleid van kracht worden: • het ontzeggingenbeleid is onderdeel van het convenant Veilig Uitgaan • door de exploitatievergunning. Hierin is deelname aan het ontzeggingbeleid als voorschrift opgenomen • het ontzeggingenbeleid is opgenomen in de beleidsregels sluitingstijden Naast deelname aan het ontzeggingenbeleid dienen horecabedrijven huisregels te hebben. “Onze Huisregels” zijn verkrijgbaar en op te vragen bij Koninklijke Horeca Nederland 2. De regels zijn verkrijgbaar op posters en schildjes en kunnen bij de deur worden opgehangen. Deze huisregels zijn opgesteld in samenwerking met Koninklijke Horeca Nederland, politie en gemeente.
3.2
Werkvoorbeelden
Werkvoorbeeld 1. Persoon is lastig, geen politie ter plaatse geweest wegens omstandigheden. Horecaondernemer bepaalt of de betrokkene een ontzegging krijgt. Indien een ontzegging wordt aangezegd, noteert de horecaondernemer de gegevens van de betrokkene en de gegevens van het gepleegde feit. Vervolgens maakt de horecaondernemer aan de hand van een standaardformulier (zie bijlage) een toegangsontzegging op. 3 De horecaondernemer draagt er zorg voor dat de ontzegging wordt afgeleverd bij de betrokkene. Dit kan door de ontzegging aangetekend te verzenden of dat deze persoonlijk wordt overhandigd aan de betrokkene. Gemeenten kunnen samen met de horeca de afspraak maken dat een ontzegging niet alleen geldt voor de onderneming waar hij is opgelegd, maar voor alle horecaondernemingen binnen die gemeente. Koninklijke Horeca Nederland zorgt dat deze afspraken bekend zijn bij de horecaondernemers in een gemeente. De horecaondernemer stuurt een kopie van de ontzegging naar Koninklijke Horeca Nederland. Zij zorgen dat deze informatie beschikbaar is en te raadplegen op de website. Koninklijke Horeca Nederland is verantwoordelijk voor het bijhouden van een overzicht van de lopende ontzeggingen en het digitaal beschikbaar stellen van de ontzeggingformulieren aan de horecaondernemers. Horecaondernemers die niet zijn aangesloten bij Koninklijke Horeca Nederland hebben ook toegang tot deze registratie. 2 3
Zie website Koninklijke Horeca Nederland: www.khn.nl Formulier is te vinden op de website van Koninklijke Horeca Nederland: www.khn.nl
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
5
De gemeente en de politie afdeling, waaronder de horecaonderneming valt, krijgen een kopie van de ontzegging. Indien er binnen een half jaar na de laatste ontzegging wederom een ontzegging wordt opgelegd aan een betrokkene, kan de betrokkene worden uitgenodigd voor een gesprek met de burgemeester van de gemeente waar de ontzegging is opgelegd. Bij een derde uitreiking aan eenzelfde persoon wordt door de gemeente een brief opgesteld, waaruit blijkt dat het Openbaar Ministerie op de hoogte is van de situatie en dat er indien mogelijk andere maatregelen worden getroffen. Zie “brief burgemeester aan OM bij derde toegangsontzegging”. De politie treedt op bij overtreding van de ontzegging. De overtreding moet door de horecaondernemer aangetoond worden en een kopie van de ontzegging over te dragen aan de politie, zodat de aanhouding rechtmatig verloopt. Werkvoorbeeld 2. Persoon wordt aangehouden door politie voor het plegen van een strafbaar feit. De horecaondernemer heeft een melding gemaakt van een strafbaar feit gepleegd door een betrokkene, waarop de politie ter plaatse komt. Horecaondernemer legt de betrokkene een ontzegging op en noteert de gegevens van de betrokkene en de gegevens van het gepleegde feit. Vervolgens maakt de horecaondernemer aan de hand van een standaardformulier een toegangsontzegging op. De politie houdt vervolgens de overtreder aan voor het gepleegde strafbare feit. De ontzegging wordt vervolgens door de horecaondernemer op de onder "werkvoorbeeld 1" genoemde wijze, opgemaakt. Voor de verdere afhandeling zie de omschrijving onder "werkvoorbeeld 1". Werkvoorbeeld 3. Persoon die al een ontzegging heeft komt de zaak binnen. De horecaondernemer spreekt deze aan en sommeert hem om te vertrekken. Dan twee mogelijkheden: 1. Persoon gaat na vordering Eigenaar kan alsnog besluiten om aangifte te doen. .Het OM kan besluiten te vervolgen indien er twee getuigen zijn (of één getuige indien de eigenaar zelf getuige is) 2.Persoon gaat niet Ondernemer kan zelf aanhouden of door de politie laten aanhouden. Te allen tijde politie ter plaatse vragen. De ontzegging wordt vervolgens door de horecaondernemer op de onder "werkvoorbeeld 1" genoemde wijze, opgemaakt. Voor de verdere afhandeling zie de omschrijving onder "werkvoorbeeld 1". LET OP: Indien de zaak vol zit met publiek of de persoon heeft veel vrienden, waardoor de kans op escalatie reëel aanwezig is als de politie ter plaatse komt, dan kan worden besloten om niet
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
6
tot aanhouding over te gaan. Ook kan worden besloten tot het aanhouden van de overtreder buiten de gelegenheid. De uitbater/portier wordt zoveel mogelijk ingezet om de overtreder naar buiten te krijgen. Of de politie binnentreedt in de gelegenheid ter aanhouding van de overtreder, wordt besloten door de politiemedewerkers ter plaatse. (Eigen inzicht) Criteria: Geweldsescalatie; een reële kans op ernstige vernielingen etc.
3.3
Collectieve horecaontzegging
In de praktijk blijkt de collectieve ontzegging een van de meest effectieve maatregelen om overlast in uitgaansgebieden aan te pakken. Notoire raddraaiers worden in de uitgaansgebieden voor langere tijd geweerd waardoor meer schade en daardoor extra kosten worden voorkomen. Als een horecaondernemer de overlastgever een collectieve ontzegging oplegt dan geldt de ontzegging ook meteen voor alle andere deelnemende horecabedrijven die zich voor dit protocol hebben aangemeld. Het bestuur van de lokale KHN-afdeling houdt de administratie en registratie bij. Hiervoor wordt een afgeschermde database gebruikt op een apart beveiligde website. Deelnemers kunnen met een uniek wachtwoord inloggen. Op de website is ook een lijst te raadplegen van de deelnemende horecabedrijven. Als een persoon met een horecaontzegging toch één van de aangesloten bedrijven binnen wil komen is in principe sprake van huisvredebreuk. De ondernemer kan daarvan dan aangifte doen. De ondernemers die deelnemen aan de collectieve ontzegging maken dit kenbaar bij de entree van hun bedrijf. Voor het opleggen van een collectieve ontzegging heeft de horecaondernemer met tenminste één collega horecaondernemer overleg gehad. Deelname aan de collectieve horecaontzegging is vrijwillig waarbij horecaondernemers zich willen conformeren aan spelregels van een afspraak van een samenwerkingsverband. Waarborgen betrokken overtreders Degene aan wie een collectieve ontzegging wordt opgelegd wordt opgenomen in database en het feit dat hij/zij ontzegging gehad heeft. De persoon krijgt tevens (toegang tot) informatie over waarom de gegevens van de persoon worden vastgelegd, wie verantwoordelijk is voor het bijhouden van de database, de rechten op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens, de looptijd van de collectieve ontzegging, de bewaartermijnen van de persoonsgegevens en de informatie over een klachtprocedure tegen een (collectieve) ontzegging. De overtreder wordt ook gewezen op de daarvoor bestemde website waarop deze informatie wordt vermeld. Klachtenprocedure - De betrokkene kan bij de klachtencommissie schriftelijk een klacht indienen tegen het feit dat hem/haar een collectieve horecaontzegging is opgelegd; - De klachtencommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van KHN-......, politie en gemeente, niet zijnde deelnemende horecaondernemers, politie- en gemeentefunctionarissen, behandelt de klacht; - De klacht dient binnen 14 dagen na ontvangst van de collectieve horecaontzegging te worden ingediend bij de klachtencommissie; - De klacht heeft geen schorsende werking voor collectieve horecaontzegging; - De klachtencommissie doet de klacht binnen zes weken na ontvangst hiervan af; - Het oordeel van de klachtencommissie is bindend; - De klachtenprocedure en het contactadres zijn vermeld op de website www.……;
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
7
- Indien een betrokkene van mening is dat zijn klacht niet op een zorgvuldige en afdoende wijze is behandeld, kan de betrokkene een klacht of verzoek tot bemiddeling indienen bij het College Bescherming Persoonsgegevens. Een uitgebreide beschrijving van de klachtenprocedure is te vinden op www…. Horecaondernemers hebben - los van het opleggen van een collectieve ontzegging - altijd de mogelijkheid om betrokkenen eerst een (schriftelijke) waarschuwing te geven of een individuele horecaontzegging voor hun bedrijf op te leggen.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
8
3.4
Richtlijnen voor de termijnen voor de duur van de ontzegging
Algemeen Diefstal ..................................................................................... 1 jaar Vernieling/baldadigheid ............................................................ 3 maanden Aantreffen wapen ..................................................................... 3 maanden Aantreffen/gebruik vuurwapen ................................................. tot wederopzegging dan ....................................................................................................... wel 5 jaar Bezit softdrugs tot 5 gram ........................................................ 3 maanden Bezit softdrugs vanaf 5 gram.................................................... 6 maanden Bezit harddrugs tot 0,5 gram .................................................... 6 maanden Bezit harddrugs vanaf 0,5 gram ............................................... 1 jaar Handel in softdrugs .................................................................. 1 jaar Handel in harddrugs ................................................................. tot wederopzegging Feiten ten opzichte van bezoekers Bedreiging met geweld ............................................................. 1 jaar 6 maanden Zware mishandeling ................................................................. tot wederopzegging dan ....................................................................................................... wel 6 mdn Eenvoudige mishandeling ........................................................ 6 maanden dan wel 1 jaar Ergerlijk/ hinderlijk gedrag ........................................................ 3 maanden Feiten ten opzichte van personeel/hulpverleners Eenvoudige mishandeling ........................................................ tot wederopzegging dan ....................................................................................................... wel 2 jaar Zware mishandeling ................................................................. tot wederopzegging dan ....................................................................................................... wel 5 jaar Bedreiging met geweld ............................................................. tot wederopzegging dan ....................................................................................................... wel 1 jaar Ergerlijk/ hinderlijk gedrag ........................................................ 6 maanden Bij de genoemde feiten kan een collectieve ontzegging worden opgelegd. Het OM neemt geen standpunt in over de feiten en de duur van de ontzeggingen. Het betreft hier termijnen van openbare orde en civielrechtelijke aard. Voorbeelden van feiten en gedragingen die kunnen leiden tot een waarschuwing of een indiduele toegangsontzegging kunnen zijn: • Negeren huisregel(s), waaronder dronkenschap, discriminerend gedrag of bezoeker onder invloed van middelen • Overlastgevend gedrag, ook in de directe omgeving van de horecagelegenheid • • Noot:
Bij het begaan van niet genoemde feiten wordt de lengte van het toegangsverbod ter plaatse bepaald. Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan worden afgeweken van de richtlijnen van de duur van de ontzegging. Als de toegang tot wederopzegging (dus levenslang) wordt uitgevaardigd en de persoon tegen die levenslange periode bezwaar maakt, moet er rekening worden gehouden met het feit dat de periode afhankelijk van de feiten en omstandigheden door de rechter beperkt kan worden tot een bepaalde tijd bijvoorbeeld 6 maanden of 1 jaar.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
9
3.5
Richtlijnen Openbaar Ministerie voor sancties: 4
1e keer, ondanks een ontzegging, zich in een horecaonderneming bevinden, een geldbedrag vanaf € 175 2e keer, ondanks een ontzegging, zich in een horecaonderneming bevinden, een geldbedrag vanaf € 260. 5 3e en volgende keren, ondanks een ontzegging, zich in een horecaonderneming bevinden, geldbedrag vanaf € 340 of een taakstraf.
4 5
Prijspeil 30 juni 2011 Bij recidive binnen 2 jaar
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
10
4.
Basis voor verblijfsontzeggingen in Noord-Holland Noord
Gemeenten hebben de mogelijkheid tot het opleggen van een verblijfsontzegging. De wettelijk basis hiervoor ligt in de APV of in artikel 172 lid a en b van de Gemeentewet. APV Gemeenten hebben de mogelijkheid om verblijfsontzeggingen op te nemen in de APV. Door de werkgroep wordt geadviseerd de volgende bepaling in de APV op te nemen: APV bepaling verblijfsontzegging 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid, of aan degene die een strafbaar feit pleegt, een verbod opleggen om zich gedurende een bepaald tijdvak te bevinden op in dat verbod aangewezen gebieden of plaatsen waar het feit is gepleegd of in de nabijheid daarvan. 2.Het verbod gesteld in het eerste lid is niet van toepassing indien betrokkene zich bevindt in een openbaar middel van vervoer, tenzij uitdrukkelijk anders in de verblijfsontzegging is vermeld. 3. De burgemeester stelt nadere regels omtrent de toepassing van dit artikel, de omstandigheden die kunnen leiden tot een verblijfsontzegging en de duur daarvan.
Zie bijlage 7.9 “Beleidsregels verblijfsontzegging” voor de nadere regels omtrent de verblijfsontzegging. Artikel 172 lid a en b Gemeentewet Deze nieuwe artikelen geeft bestuurders de mogelijkheid om de openbare orde op basis van de artikelen 172a (gebiedsverbod, groepsverbod en meldingsplicht) en 172b (bevel naar ouders/verzorgers van 12-minners) van de Gemeentewet weer te normaliseren. De burgemeester is bevoegd bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de bevelen te geven die noodzakelijk te achten zijn voor de handhaving van de openbare orde. 6 De duur van de verblijfsontzegging dient gekoppeld te zijn aan de verstoring. Voorts dient de maatregel de subsidiariteits- en proportionaliteitstoets te kunnen doorstaan. Wanneer een gemeente in de APV heeft geregeld dat de burgemeester bij overlastgevende verstoringen van de openbare orde aan de betrokkene een verblijfsontzegging kan opleggen, dient deze regeling te worden toegepast en kan artikel 172 lid a of 172 lid b Gemeentewet dan niet (ook) een grondslag bieden voor het opleggen van een verblijfsontzegging 7. Het toepassen van een verblijfsontzegging op basis van de APV verdient de voorkeur omdat hierbij geen sprake dient te zijn van ernstige vrees voor verstoring van de openbare. Bij artikel 172 lid a of 172 lid b Gemeentewet is die ernstige vrees wel vereist. Het opleggen van een verblijfsontzegging is mogelijk wanneer; 1. er sprake is van een aantasting van de openbare orde en veiligheid en 2. een wettelijke bepaling is overtreden (ook de APV) 3. eerder een waarschuwing is gegeven (het is dus niet zo dat bij een eerste verstoring van de openbare orde of zedelijkheid meteen het middel van de verblijfsontzegging ingezet kan worden).
6
Ook het OM (officier van justitie) kan een dergelijke maatregel opleggen ihkv deVoetbalwet. Deze bevoegdheid gaat altijd voor de bevoegdheid van de burgemeester. 7 HR 11 maart 2008 LJN BB4096.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
11
Ad 1: onder aantasting van de openbare orde en veiligheid kan worden verstaan: a- lichte feiten: Overtreding van: artikel 2.1.1.1 APV: samenscholing en ongeregeldheden artikel 2.4.1 APV: betreden gesloten woning of lokaal artikel 2.4.5 APV: betreden van plantsoenen e.d. artikel 2.4.6. APV: rijden over bermen e.d. artikel 2.4.8 APV: hinderlijk gedrag op of aan de wegen artikel 2.4.9 APV: hinderlijk drankgebruik artikel 2.4.10 APV: hinderlijk gedrag bij of in gebouwen artikel 2.4.11 APV: gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten artikel 2.4.25 APV: slaapverblijf op de weg, in voertuigen en in kampeermiddelen artikel 2.4.26 APV: natuurlijke behoefte doen artikel 2.4.28 APV: bedelarij artikel 424 lid 1 Sr straatschenderij artikel 453 Sr openbare dronkenschap artikel 461 Sr verboden toegang onbevoegden Handelingen die de orde, rust, veiligheid of goede bedrijfsgang verstoren op het NS-station als bepaald in of krachtens de Spoorwegwet en /of het Algemeen Reglement Vervoer.
Noot: de genoemde artikelen zijn afkomstig uit de model APV. Artikelnummers kunnen afwijken per gemeente.
Ook zwaardere feiten kunnen het opleggen van een verblijfsontzegging mogelijk maken. b- zware feiten Overtreding van: artikel 2.7.1. APV: drugshandel op straat artikel 2 Opiumwet: verkopen, vervoeren en aanwezig hebben van harddrugs artikel 3 Opiumwet: verkopen, vervoeren en aanwezig hebben van softdrugs artikel 10a Opiumwet: voorbereidingshandelingen verkoop harddrugs artikel 141 Sr: openlijk geweldpleging artikel 180 Sr: wederspanningheid tegen ambtenaar artikel 184 Sr: negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel artikel 267 Sr: belediging ambtenaar in functie artikel 285 Sr: bedreiging artikel 300 Sr: eenvoudige mishandeling artikel 310 Sr: eenvoudige diefstal artikel 312 Sr: diefstal d.m.v. geweld artikel 350 Sr: vernieling artikel 13 en 27 WWM: dragen verboden wapens In geval van uitsluitend het aanwezig hebben van een middel als bedoeld in artikel 2 of 3 Opiumwet wordt een verblijfsontzegging opgelegd indien de aangetroffen hoeveelheid meer is dan die waarbij volgens de daarvoor geldende richtlijn politiesepot wordt toegepast.
Noot: de genoemde artikelen zijn afkomstig uit de model APV. Artikelnummers kunnen afwijken per gemeente.
Alvorens het gebiedsverbod kan worden opgelegd dient dit besproken te worden in de driehoek. Dit mede omdat ook de officier van justitie een gebiedsverbod kan opleggen. De afstemming vindt plaats in de driehoek.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
12
4.1
Duur van de verblijfsontzegging
A. duur bij een licht feit - bij 1e constatering 4 dagen - bij 2e constatering binnen een periode van 3 maanden na een eerdere verblijfsontzegging wegens een licht feit 7 dagen - bij de 3e en volgende constatering binnen een nieuwe periode van 3 maanden na een eerder verblijfsontzegging wegens een licht feit 2 weken Ten aanzien van feiten gepleegd in het uitgaansdomein: - bij de 1e constatering 7 dagen - bij de 2e en volgende constatering (steeds binnen een nieuwe periode van drie maanden) 2 weken B. duur bij een zwaar feit: - bij de 1e constatering 2 weken - bij de 2e constatering binnen een periode van 6 maanden na een eerdere verblijfsontzegging wegens een zwaar feit 28 dagen - bij de 3e constatering binnen een periode van 6 maanden na een eerdere verblijfsontzegging wegens een zwaar feit 3 maanden Ten aanzien van feiten gepleegd in het uitgaansdomein: - bij de 1e constatering 2 weken - bij de 2e en volgende constatering (steeds binnen een nieuwe periode van drie maanden) 1 maand Als een verblijfsontzegging wordt opgelegd terwijl er al een verblijfsontzegging geldt, gaat de nieuwe verblijfsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde verblijfsontzegging. Zie “bijlage 7.9 Beleidsregels verblijfsontzegging” over het toepassen van de verblijfsontzegging. 4.2
Richtlijnen Openbaar Ministerie voor sancties:
Overtreding van de verblijfsontzegging wordt gesanctioneerd met een geldbedrag van € 180 8
8
Er is geen recidiveregeling bij overtredingen van verblijfsontzeggingen.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
13
5. 5.1 -
-
-
-
-
-
5.2
Beschrijving taken van de partners Horecaondernemers De horecaondernemer stelt zijn gegevens beschikbaar aan de ketenpartners, zijnde Koninklijke Horeca Nederland, de Politie Noord-Holland Noord en de gemeente waaronder zijn onderneming valt. De horecaondernemer is verantwoordelijk voor het opmaken van de toegangsontzeggingen en draagt er zorg voor dat de toegangsontzegging in het bezit komt van de ontvanger. Dit dient te gebeuren binnen een tijdsbestek van 3 werkdagen, vanaf de dag dat het feit gepleegd is. Dit gebeurt aan de hand van de formulieren onder het hoofdstuk “Bijlagen” onder de paragrafen 7.1 t/m 7.4. De horecaondernemer stuurt een kopie van de toegangsontzegging plus een door de betrokkene getekende ontvangstbevestiging van het gebruikte postbedrijf, naar de contactpersoon van Koninklijke Horeca Nederland, binnen een tijdsbestek van 2 werkdagen, vanaf de dag dat de Horecaondernemer het ontvangstbewijs heeft ontvangen. Dit gebeurt aan de hand van een kopie van de opgemaakte ontzegging en de bijgevoegde lijst. Als de ontzegging persoonlijk is overhandigd, dan wordt een kopie van de ontzegging gestuurd aan de contactpersoon van Koninklijke Horeca Nederland met daarin omschreven wie de ontzegging heeft overhandigd en wanneer (datum en tijdstip) dit is gebeurd. De horecaondernemer stuurt ook een kopie van de ontzegging naar de contactpersoon voor de horeca van de gemeente en de verantwoordelijke politiefunctionaris. De horecaondernemer is verantwoordelijk voor het opmaken van een rechtsgeldige ontzegging, conform de afspraken/termijnen, die vermeld staan in dit ontzeggingenbeleid. De horecaondernemer heeft als enige het recht om te beslissen aan wie hij een ontzegging geeft bij een individuele ontzegging. Bij een collectieve ontzegging wordt deze opgelegd nadat overleg is geweest met ten minste één collega horecaondernemer.
Taken Koninklijke Horeca Nederland
De taken zoals ze hier beschreven zijn, zijn in het overleg met de regionale werkgroep Veilig Uitgaan met de ketenpartners besproken. De taken van Horeca Nederland zijn zeer belangrijk voor de uitvoering van het Horeca Ontzeggingenbeleid en het realiseren van de doelstelling ervan. Koninklijke Horeca Nederland heeft de volgende taken: - Een inspanningsverplichting dat alle horecaondernemers binnen de regio Noord Holland Noord, meedoen met het ontzeggingenbeleid. - Actief aandacht blijven vragen voor de mogelijkheid van toepassing van ontzeggingen. - Beschikbaar stellen van dit werkdocument, voor zowel leden als niet-leden, op de internetsite van Horeca Nederland. http://www.khn.nl - Beschikbaar stellen van het Ontzeggingformulier en de Lijst locaties Toegangsontzegging, voor zowel leden en niet-leden, op de internetsite van Horeca Nederland. - Registratie van de deelnemende horecaondernemingen. - Registratie bijhouden van lopende ontzeggingen. - Verwerkt ontzeggingen binnen 48 uur na ontvangst van de horecaondernemer. Maximaal binnen 4 werkdagen na het uitreiken van de ontzegging is deze verwerkt op de website.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
14
5.3 -
-
-
5.4
Taken van de Politie De politie geeft aan de horecaondernemer desgevraagd advies m.b.t. tot het uitreiken van een "Ontzegging toegang horecabedrijf". De politiefunctionaris (coördinator) is verantwoordelijk voor het maken van een ‘afspraak op persoon’ in het politiesysteem. Op verzoek van de horecaondernemer treedt de politie op ter handhaving van de toegangsontzegging. De politie verstrekt de horeca-ontzegging, mits deze is opgesteld nav een incident waarbij de politie aanwezig is geweest. Dus bij ontzeggingen waar de politie niet bij betrokken is geweest, moet de horeca-eigenaar zelf de ontzegging versturen. De politie reikt de verblijfsontzegging uit in mandaat van de burgemeester. De hulpofficier van justitie ondertekend de verblijfsontzegging en draagt zorg voor verzending van een kopie aan de gemeente. De politie treed op ter handhaving van de verblijfsontzegging. De politie houdt een registratie bij van toegangsontzegging
Taken van de Gemeente
Iedere gemeente is verantwoordelijk voor ondersteuning van de uitvoering van het Ontzeggingbeleid Noord-Holland Noord. De gemeente wijst een contactpersoon aan die zich met het ontzeggingenbeleid zal bezighouden en daar ook nauw bij betrokken blijft. Taken contactpersoon voor de horeca van de gemeente - Een overzicht bijhouden van de horecaondernemingen, gegevens betreffende de horecaondernemer en contactgegevens. - Het bijhouden van de lopende toegangsontzeggingen, die zijn binnengekomen. - In het voorkomende geval dat een betrokkene 2 keer binnen een termijn van een half jaar een toegangsontzegging oploopt kan indien de situatie daar aanleiding toe geeft de betrokkene worden uitnodigd voor een gesprek met de burgemeester. Bij dit gesprek is ook de contactpersoon aanwezig. - De contactpersoon zal bij overlast in de Openbare Ruimte kijken naar de mogelijkheden het opleggen van een gebiedsverbod. Hetzij via de APV of via de “Voetbalwet”. - Bij een 3e overtreding zal de burgemeester dit melden bij de officier van justitie
5.5 -
Taken van het Openbaar Ministerie Het Openbaar Ministerie handelt zaken af zoals beschreven in paragraaf 3.5 en 4.2
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
15
6.
Nawoord
Dit document is opgemaakt door de werkgroep Veilig Uitgaan in samenwerking met Koninklijke Horeca Nederland, de gemeenten van de regio Noord-Holland Noord en het Openbaar Ministerie te Alkmaar.
Voor vragen en of opmerking kunt u contact opnemen met: Agnes Ranzijn Programmabureau integrale veiligheid/ RIEC E-mail:
[email protected] Telefoon: 06-53173900 Ben Tap Koninklijke Horeca Nederland E-mail:
[email protected] Telefoon: 06-53379574
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
16
7.
Bijlagen 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.7 7.8 7.9
Schema Taakverdeling Ontzeggingenbeleid Voorbeeld ontzeggingenformulier “Ontzegging toegang horecabedrijf” Voorbeeld ontzeggingenformulier “Ontzegging toegang horecabedrijf” ingevuld Voorbeeld Lijst locaties Horeca Ontzegging Brief burgemeester aan Openbaar Ministerie bij derde toegangsontzegging Voorbeeld verblijfsontzegging Klachtenprocedure (collectieve) horecaontzegging Voorbeeld mandaatbesluit Voorbeeld mandaatregister Beleidsregels verblijfsontzegging
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
17
7.1
SCHEMA TAAKVERDELING ONTZEGGINGENBELEID
Horeca Ondernemers Taken: - Opmaken ontzeggingen (www.khn.nl) - Aangetekend verzenden aan betrokkene - Kopie toegangsontzegging verzenden aan de Politie Noord-Holland Noord - Kopie toegangsontzegging verzenden aan de gemeentelijk contactpersoon voor de horeca
Gemeente Taken: - Registreren verblijfs- en toegangsontzeggingen* - Indien nodig organiseren van gesprek met burgemeester/ gemeentelijk contactpersoon voor de horeca als iemand voor de 2e keer binnen een half jaar een toegangsontzegging krijgt* - Laten opmaken brief aan de officier van Justitie bij 3e keer binnen een jaar uitreiken van een Toegangsontzegging* * = door gemeentelijk contactpersoon voor de horeca
Horeca Nederland Taken: -Informatievoorziening naar ondernemers en feedback naar de werkgroep, betreffende het Horeca ontzeggingenbeleid -Verstrekking Folders / Draaiboeken en Ontzeggingenformulieren -Registreren ontzeggingen/deelnemende horecaondernemingen
Politie Noord-Holland Noord Taken: - Handhaving Ontzeggingenbeleid - Advies Horecaondernemingen en Koninklijke Horeca Nederland -Horeca Interventieteam (H.I.T.) -Verantwoordelijke politiefunctionaris registreert afspraak op persoon indien er sprake is van toegangsontzegging en verblijfsontzegging
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
OM Taken: -Optreden bij overtreding van de toegangsontzegging.
18
7.2
TOEGANGSONTZEGGING HORECABEDRIJF
Plaats:……………… Datum:…………….. Aan: De heer/mevrouw Voornamen Geboortedatum Adres Postcode /wplts
:……………………………………………………………………….. :……………………………………………………………………….. :……………………………………………………………………….. :……………………………………………………………………….. :………………………………………………………………………..
Geachte heer/mevrouw…………………………………………………. Hierbij delen wij u mede dat wij met ingang van .................................. 20..., de toegang ontzeggen tot de horecaonderneming, genoemd op de bijgevoegde lijst. Als motivatie voor de ontzegging geven wij u de navolgende reden: ……………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………….. Indien u ondanks deze ontzegging de genoemde horecaonderneming toch betreedt, maakt u zich schuldig aan het misdrijf huisvredebreuk, genoemd in artikel 138 van het Wetboek van Strafrecht. U zult dan worden aangehouden en worden overgedragen aan de plaatselijke politie. De duur van de ontzegging: tot wederopzegging bedraagt …………. maanden / jaar en eindigt op ………………………. 20….
De directie van de genoemde horecaonderneming namens deze......................................................
Art. 138 Wetboek van Strafrecht Hij die een woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van maximaal vijfenveertighonderd euro
Handtekening Deze ontzegging is aangetekend verzonden. Een document van ontvangst en een kopie van deze ontzegging, wordt verzonden aan de Politie Noord-Holland Noord en de gemeente ambtenaar van Openbare orde en veiligheid.
In kopie aan: De gemeente, politie en Koninklijke Horeca Nederland.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
19
7.3
TOEGANGSONTZEGGING HORECABEDRIJF (VOORBEELD ingevuld formulier)
Plaats: Grootebroek Datum: 21.02-2007 Aan: De heer Voornamen Geboortedatum Adres Postcode /palts
: OVERLAST : Adriaans Hendriks : 27 september 1965 te Hoorn : Veenlaag 412 c : 1623 RG HOORN
Geachte heer A.H. Overlast, Hierbij delen wij u mede dat wij met ingang van zondag 19 oktober 2001, de toegang ontzeggen tot de horecaonderneming, genoemd op de bijgevoegde lijst. Als motivatie voor de ontzegging geven wij u de navolgende reden: U heeft op zaterdag 18 januari 2007, de portier van café Bruintje, aan de Kaag 2 te Alkmaar, bedreigd met een mes. Indien u ondanks deze ontzegging de genoemde horecaonderneming toch betreedt, maakt u zich schuldig aan het misdrijf huisvredebreuk, genoemd in artikel 138 van het Wetboek van Strafrecht. U zult dan worden aangehouden en worden overgedragen aan de plaatselijke politie. De duur van de ontzegging: tot wederopzegging bedraagt ……6……. maanden / jaar en eindigt op zondag 18 juni 2007
De directie van de genoemde horecaonderneming namens deze......................................................
Art. 138 Wetboek van Strafrecht Hij die een woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van maximaal vijfenveertighonderd euro
Handtekening Deze ontzegging is aangetekend verzonden. Een document van ontvangst en een kopie van deze ontzegging, wordt verzonden aan de Politie Noord-Holland Noord en de gemeente ambtenaar van Openbare orde en veiligheid.
In kopie aan: De gemeente.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
20
7.4
LIJST LOKATIES ONTZEGGINGEN (voorbeeld)
Horecaonderneming Café "De Klinker" Café "De Beiaard" Café "Fame"
Adres Roode Steen 13 te Hoorn Roode Steens 6 te Hoorn Roode Steen 10 te Hoorn
In kopie aan: De gemeente.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
21
7.5
KLACHTENPROCEDURE COLLECTIEVE HORECAONTZEGGING
De klachtencommissie CHO bestaat uit een vertegenwoordiger van KHN-afdeling.….., de politie en de gemeente. De klachtencommissie is onafhankelijk. De vertegenwoordigers hebben geen belang bij de uitvoering van de werkwijze CHO op incidentniveau. De klachtencommissie kan worden ondersteund door een juridisch adviseur. Per ………… 20.. bestaat de commissie uit: mevrouw / de heer ………. (………KHN-afdeling……); mevrouw / de heer ………..( politie ……….); mevrouw / de heer…………( gemeente……..)(secretaris commissie). Na ontvangst van de CHO dient de betrokkene binnen 14 dagen de klacht in te dienen bij de klachtencommissie. Betrokkene richt zich daartoe tot het secretariaat van de commissie, per adres …………………...gemeente……….. De klacht heeft geen schorsende werking voor de CHO. Het secretariaat van de klachtencommissie verzorgt de uitnodiging aan de commissie, de betreffende horecaondernemer en betrokkene. Van betrokkene en de horecaondernemer wordt verwacht dat deze - via het secretariaat van de klachtencommissie - zorgen dat de klachtencommissie beschikt over alle relevante stukken. Het secretariaat van de klachtencommissie draagt zorg voor de notulen van het overleg van de klachtencommissie en de archivering van de stukken. De klachtencommissie behandelt de klacht binnen zes weken nadat de klacht is ontvangen. De klachtencommissie hoort alle partijen - dus zowel betrokkene als de horecaondernemer in één zitting, tenzij één van de partijen onoverkomelijke bezwaren heeft. Het is aan de klachtencommissie om te beoordelen of het nodig is partijen in separate zittingen te horen. De klachtencommissie toetst het bezwaar van de betrokkene aan de hand van het ingediende bezwaar, het gesprek met de betrokkene en de horecaondernemer en de beschikbare stukken, het protocol CHO in acht nemend. Het oordeel van de klachtencommissie is bindend. Het oordeel zal schriftelijk (binnen twee weken na de zitting) aan betrokkene en de horecaondernemer worden meegedeeld. De termijn voor de afhandeling van een klacht door de klachtencommissie kan met twee weken worden verlengd indien de klachtencommissie binnen de geldende termijn geen afgewogen beslissing kan nemen. Partijen zijn gerechtigd om getuigenverklaringen en verklaringen van derden voor de zitting aan de klachtencommissie kenbaar te maken. Partijen kunnen zich laten vertegenwoordigen of een persoon meenemen om voor hen tijdens de zitting het woord te voeren. Indien er een derde partij - niet zijnde betrokkene, horecaondernemer of zijn personeel of portier - bij het incident dat tot de CHO leidde was betrokken mag de vertegenwoordiger van de politie in de klachtencommissie informatie uit het proces verbaal delen met de overige leden van de klachtencommissie. Het verloop van een strafrechtelijke procedure kan van invloed zijn op de termijn van de CHO. De betrokkene kan - binnen twee weken na de vervolgingsbeslissing/interventie van het OM dan wel de rechterlijke uitspraak - zelf een melding doen bij de klachtencommissie.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
22
7.6
BRIEF BURGEMEESTER AAN OM BIJ DERDE TOEGANGSONTZEGGING
Aan De heer/mevrouw…. ………………………. Onderwerp: Verzenddatum: Ontzeggingen toegang Horeca ….
Doorkiesnummer:
Kenmerk:
Geachte heer/mevrouw….., Op… is u voor een periode van …, te weten van …. tot …. de toegang tot horeca-inrichting … ontzegd. Tevens is u de toegang tot het bij voornoemde horeca-inrichting behorende terras ontzegd. Reden voor de ontzegging is dat u zich op …. aan de hierna beschreven strafbare feiten schuldig heeft gemaakt: ……….. Gedurende voornoemde periode geldt de ontzegging tevens voor alle andere aangesloten horecabedrijven in …. Binnen 6 maanden na de datum waarop voornoemde ontzegging aan u is uitgereikt, te weten… , is u wederom de toegang tot een horeca-inrichting met bijbehorend terras ontzegd. Op …… is u voor een periode van …. , te weten van …. tot …. de toegang tot horecainrichting (incl. terras) …. ontzegd. Reden voor de ontzegging is dat u zich op …. aan de hierna beschreven strafbare feiten schuldig heeft gemaakt: ……….. Naar aanleiding van het bovenstaande, ben u op …. uitgenodigd op het gemeentehuis…. en heeft er een gesprek plaatsgevonden met burgemeester … en …. van de afdeling ... In dit gesprek is aangegeven dat deze gedragingen volstrekt onacceptabel zijn. Daarnaast bent u gewezen op de mogelijke gevolgen in geval van een eventuele volgende ontzegging. Ondanks het bovenstaande, is geconstateerd dat u op …., wederom de toegang tot een horeca-inrichting met bijbehorend terras is ontzegd. Dit is de 3e toegangsontzegging binnen 1 jaar! Voor de periode van …. tot …. is u de toegang tot horeca-inrichting (incl. terras) …. ontzegd. Reden voor deze ontzegging is dat u zich op … aan de hierna beschreven strafbare feiten schuldig heeft gemaakt:…… Aangezien dit de 3e ontzegging betreft binnen een periode van 1 jaar, deel ik u hierbij mede dat ik - conform het Ontzeggingenbeleid - de Officier van Justitie van het arrondissementsparket in Alkmaar heb ingelicht omtrent uw strafbare gedragingen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u niettemin nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met ….. op het bovenstaande telefoonnummer. Hoogachtend,
….. Burgemeester van ……
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
23
7.7
VERBLIJFSONTZEGGING
Persoonlijke gegevens Naam ................................................................................................. Geboortedatum ................................................................................................. Adres ................................................................................................. Postcode en woonplaats ................................................................................................. De hierboven vermeld persoon legitimeerde zich: ( ) niet ( ) met paspoort nummer……………………….van het land……………………. ( ) identiteitsbewijs nummer…………………….van het land…………………… ( ) rijbewijs nummer……………………………..afgegeven door……………….. ( )……………………………………………………………………………………….
Op basis van Artikel 2.1.1.2 van de Algemeen Plaatselijke Verordening ben ik hierbij (ondergetekende),………………………………………………………………………………… medewerker van de politie Noord-Holland Noord hiertoe gemandateerd door het afdelingshoofd politie NHN afdeling……………………………, en gerechtigd om u de toegang te ontzeggen tot het door de burgemeester van………………………..aangewezen gebied, te weten: (locaties)………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… De aanleiding tot deze ontzegging is uw gedrag op: ……………………… te weten:………………………………. ............................ ( ) bedreiging met geweld of fysiek geweld gepleegd tegen ( ) in algemene zin overlast veroorzaken ( ) ………………………………………………………………………………
Deze ontzegging gaat in op:
en eindigt op:
…………………………………
……… ………………………….
Indien u aan deze ontzegging geen gevolg geeft en toch voornoemd gebied betreedt, zal de officier van Justitie in kennis gesteld worden.
Dit bevel wordt onmiddellijk van kracht wordt na uitreiking daarvan, om gedurende genoemd tijdvak het door de burgemeester aangewezen gebied (zie bijgevoegd kaartje) niet te betreden.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
24
Dit bevel geldt voor de wegen in dit gebied alsmede voor de in dit gebied gelegen voor het publiek toegankelijke gebouwen (met uitzondering van de op het kaartje aangegeven route). Niet naleving van dit bevel tot verblijfsontzegging kan worden gestraft met gevangenisstraf tot drie maanden of geldboete van de tweede categorie op basis van overtreding van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (dan wel op basis van overtreding van de APV…………).
Ondertekend voor ontvangst d.d.
(handtekening)
………………………………………..
…………………………………………….
Handtekening van degene die deze ontzegging opmaakt en uitreikt.
………………………………………..
Naam:…………………………. Voorletters:…………………….
Handtekening Hulpofficier van Justitie
………………………………………..
Naam:…………………………. Voorletters:…………………….
Op grond van artikel 7:1 van de Algemene Wet Bestuursrecht kunt u binnen 6 weken na verzending/uitreiking van deze brief, bezwaar maken met een bezwaarschrift dat aan de gemeente…………..moet worden gericht en waarin de motieven van het bezwaar voldoende moeten worden uitgedrukt. Het indienen van een bezwaarschrift scollectieve ontzeggingrt de werking van dit besluit niet op. Daarvoor moet u een voorlopige voorziening - indien onverwijlde spoed dat vereist - vragen én verkrijgen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank plaats, sector, adres.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
25
7.8
MANDAATBESLUIT
De burgemeester van …………………….. verleent mandaat aan het hoofd van de afdeling……. ………………….van de politie Noord-Holland Noord tot het namens hem opleggen van het verbod aan degene die de openbare orde of veiligheid heeft verstoord om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen. Dit op grond van artikel 2.1.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening en besluit dat dit mandaat in werking treedt op………………………………..
7.9
MANDAATREGISTER
De burgemeester van …. ……………………maakt bekend dat aan het afdelingshoofd van de afdeling…………………………… van de Politie Noord-Holland Noord de bevoegdheid om een verblijfsontzegging op te leggen voor een bepaald gebied op grond van artikel 2.1.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening wordt gemandateerd. De reden van dit besluit is dat mandatering de effectiviteit van toepassing van dit artikel vergroot. Dit past in het pakket van maatregelen dat samen met de horeca, gemeenten, politie en justitie is afgesproken om de veiligheid in de uitgaansgebieden te vergoten. Het besluit treedt op……………………………………………….. in werking. Bovengenoemd besluit ligt ter inzage bij……………………. van de gemeente ………………... Op het adres………………………………………………………………………… Een ieder kan op verzoek, tegen betaling van de vastgestelde leges, een afschrift krijgen van het besluit. Tegen dit besluit kan een belanghebbende binnen 6 weken na bekendmaking schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij de burgemeester van ……………………………………….., adres……………………………………………………………………………………
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
26
7.10
BELEIDSREGELS VERBLIJFSONTZEGGING
De burgemeester van de gemeente …… , Gelet op: Artikel 172 jo. 177 van de Gemeentewet artikel …….. van de Algemene plaatselijke verordening …. (APV) artikelen 10:4, 10:6 en 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht Besluit: vast te stellen de Beleidsregels verblijfsontzegging ….., inhoudende regels en instructies bij het doen van bekendmakingen (het geven van een verblijfsontzegging) op grond van artikel …... van de APV 1. Aan het afdelingshoofd van de afdeling “…….” van de politie Noord-Holland Noord is de bevoegdheid gegeven om de op grond van artikel …… van de APV aan de burgemeester toekomende bevoegdheid tot het doen van bekendmakingen op grond van de openbare orde (het geven van een verblijfsontzegging) namens de burgemeester in mandaat uit te oefenen, met de mogelijkheid van ondermandaat, onder voorwaarde van een jaarlijkse rapportage over de uitoefening van die bevoegdheid. 2. In de bekendmaking wordt eenduidig aangegeven op grond van welk feit (welke feiten) de persoon de bekendmaking ontvangt en wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak en voor welk gebied of weg de verblijfsontzegging geldt. 3. Indien de persoon aan wie de verblijfsontzegging gegeven wordt in het gebied waarvoor de ontzegging geldt, woont of werkt, wordt het gebied zodanig aangepast dat die persoon een loop/rijroute heeft naar- en van zijn woning of werklocatie. 4. De verblijfsontzegging moet tijdens een aanhouding op heterdaad onmiddellijk, dat wil zeggen voor het moment van heenzending, uitgereikt worden. 5. Indien de aanhouding niet op heterdaad geschiedt, dient van het uitreiken van een ontzegging te worden afgezien. 6. Voorbereidingsprocedure verblijfsontzegging Zodra een verdachte is aangehouden en proces-verbaal is opgemaakt voor een geconstateerd feit uit de feitentabel, gepleegd in of in relatie tot het aangewezen gebied wordt bekeken of hij voldoet aan de volgende voorwaarden: 1) indien er in de zes maanden voorafgaande aan de aanhouding een verblijfsontzegging is uitgereikt dan wordt opnieuw een ontzegging opgelegd conform de termijnentabel, aangezien er gerechtvaardigde vrees bestaat voor hernieuwde openbare ordeverstoring.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
27
2) indien er in de zes maanden voorafgaand aan de aanhouding een op naam gestelde waarschuwing is uitgereikt, wordt een verblijfsontzegging opgelegd aan betrokkene conform de termijnentabel, aangezien er gerechtvaardigde vrees bestaat voor hernieuwde openbare ordeverstoring. 3) indien geen sprake is van een ontzegging of waarschuwing in de laatste zes maanden, wordt nagegaan of betrokkene beschikt over openbare orde antecedenten. Dit betekent dat tegen de betrokkene in de voorafgaande twaalf maanden twee processen-verbaal zijn opgemaakt voor feiten, voorkomend in de feitentabel, waarvan één in de laatste zes maanden. De drie processen-verbaal (de twee antecedenten en het feit waarvoor een ontzegging zal worden opgelegd) mogen niet in tijd of causaal gerelateerd zijn, d.w.z. niet deel uitmaken van hetzelfde feitencomplex of incident. Indien er sprake is van genoemde antecedenten wordt een verblijfsontzegging opgelegd, aangezien er vrees bestaat voor hernieuwde openbare ordeverstoring. 4) indien er geen sprake is van openbare orde antecedenten, zoals bedoeld onder 3, wordt er door de politie een op naam gestelde waarschuwing uitgereikt aan betrokkene. De processen-verbalen van de gepleegde feiten liggen ten grondslag aan de verblijfsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde in het betreffende gebied in het geding is door de aanwezigheid van de pleger. Het is niet doorslaggevend of de feiten op straat plaatsvinden, maar er moet wel een aantoonbare relatie met openbare orde zijn. Ook strafbare feiten die zich afspelen in een voor publiek toegankelijke inrichting kunnen de basis zijn voor een verblijfsontzegging, indien ze aan alle bovengenoemde voorwaarden voldoen. Zo zullen bijvoorbeeld bedreigingen in een winkel wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan een verblijfsontzegging. 5) termijnentabel: A. duur bij een licht feit - bij 1e constatering 4 dagen - bij 2e constatering binnen een periode van 3 maanden na een eerdere verblijfsontzegging wegens een licht feit 7 dagen - bij de 3e en volgende constatering binnen een nieuwe periode van 3 maanden na een eerder verblijfsontzegging wegens een licht feit 2 weken Ten aanzien van overlastveroorzakers in het uitgaansdomein: - bij de 1e constatering 7 dagen - bij de 2e en volgende constatering (steeds binnen een nieuwe periode van drie maanden) 2 weken B. duur bij een zwaar feit: - bij de 1e constatering 2 weken - bij de 2e constatering binnen een periode van 6 maanden na een eerdere verblijfsontzegging wegens een zwaar feit 28 dagen - bij de 3e constatering binnen een periode van 6 maanden na een eerdere verblijfsontzegging wegens een zwaar feit 3 maanden Ten aanzien van overlastveroorzakers in het uitgaansdomein: - bij de 1e constatering 2 weken - bij de 2e en volgende constatering (steeds binnen een nieuwe periode van drie maanden) 1 maand
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
28
Als een verblijfsontzegging wordt opgelegd terwijl er al een verblijfsontzegging geldt, gaat de nieuwe verblijfsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde verblijfsontzegging. Ondertekening Dit besluit in werking te laten treden met ingang van de dag na de dag waarop het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.
Horeca Ontzeggingenbeleid, 2011
29