UITVOERINGSPROGRAMMA SOCIAAL BELEID 2011 - Jaarlijkse uitwerking van de Sociale Agenda 2008-2011 -
1
INHOUD 1. Inleiding
2. Thema Jeugd en gezin
3. Thema Maatschappelijke participatie
4. Thema Vermaatschappelijking en leefbaarheid 4.1 Subthema: Actief (wereld)burgerschap 4.2 Subthema: Adequaat voorzieningenniveau 4.3 Subthema: Samen zijn, denken en doen
5. Thema Zorg
6. Nieuwe ontwikkelingen: Visie, rollen en trends 6.1 Welzijn Nieuwe Stijl 6.2 Aandachtsgebieden 6.3 Krimp 6.4 DAF
7. Financiële middelen (e.a. provinciale inzet)
BIJLAGEN Bijlage 1: Bakens Welzijn Nieuwe Stijl (uitgewerkt) Bijlage 2: Overzicht gehonoreerde aanvragen Sociaal Investeringsfonds 2010 Bijlage 3: Smoelenboek
2
1. Inleiding De Sociale Agenda 2008-2011 is op 12 december 2007 vastgesteld. Provinciale Staten hebben daarmee het kader geschetst waarbinnen de provincie Fryslân haar middelen wil inzetten op het terrein van zorg en welzijn. Binnen het kader van de Sociale Agenda 2008 – 2011 worden uitvoeringsprogramma‟s opgesteld. De uitvoeringsprogramma‟s worden jaarlijks door Gedeputeerde Staten geactualiseerd en vastgesteld. Het omvat de concrete uitwerking van speerpunten, acties en maatregelen van de provincie. Ontwikkelingen in de provincie Fryslân die (sociaal beleid) overstijgend zijn Kerntakendiscussie Op 21 april 2010 hebben de leden van Provinciale Staten in het kader van de kerntakendiscussie gesproken over het document „Op maat‟. Visie op kernopgaven, rol en taken van de provincie Fryslân. Naar aanleiding daarvan hebben Provinciale Staten besloten dat het scenario „Samen sterk‟, ook wel bekend als „Lokaal tenzij‟ leidend zal zijn in het toekomstige takenpakket van de provincie. Op 10 november 2010 hebben Provinciale Staten opdracht gegeven om een inhoudelijke notitie op te stellen op grond waarvan de discussie verder kan plaatsvinden. Deze notitie heet „Een maatpak voor de regisseur‟. De provincie Fryslân naast Rijk en gemeente. Hoewel het de intentie was voor het einde van deze statenperiode de discussie te voeren hebben de verkiezingen dat voornemen al ingehaald. Het Coalitieakkoord Nije Enerzjy 2011-2015 Uit het Coalitieakkoord ‟Nije Enerzjy 2011-2015‟ wordt duidelijk welke keuzes het nieuwe bestuur maakt voor de komende vier jaar. Voor sociaal beleid en zorg betekent het, dat er de komende jaren een transitieproces van sociaal beleid en zorg in gang wordt gezet. Dit transitieproces resulteert in een integratie van het sociaal beleid (en zorg) in andere beleidsvelden. De nadere uitwerking hiervan wordt beschreven in het Uitvoeringsakkoord. De streekagenda Medio 2009 lanceerde de provincie Fryslân de Koöperaasje-gedachte als inspirerend denkmodel voor de wijze waarop zij in de toekomst wil gaan samenwerken met andere overheden en maatschappelijke organisaties in de provincie. Op 27 april 2010 besloten Gedeputeerde Staten groen licht te geven voor de verkenning van de uitwerking van het Koöperaasje-model in 2 proefgebieden (Zuidoost en Noordoost) en samen met andere relevante partijen in de gebieden een eerste proeve van een Streekagenda op te stellen. Dit vanuit het besef, dat met name op gebiedsniveau een heel groot, en nog steeds groeiend, aantal van vormen van samenwerking bestaan. Variërend van kleinere, zoals landinrichting, tot grote, zoals Nationale Landschappen, economische kernzones, plattelandsgebieden en gebieden rond grote infrastructurele projecten. De verkenning diende ertoe om deze veelheid aan verschijningsvormen van gebiedsgerichte samenwerking i.c. de bestuurlijke en ambtelijke „drukte‟ die dat met zich meebrengt, zo veel mogelijk met elkaar in een verband te brengen. Nieuwe ontwikkelingen, die een directe relatie hebben met sociaal beleid en zorg Er is een apart hoofdstuk (hoofdstuk 6) gewijd aan de verschillende nieuwe ontwikkelingen die zich in onze samenleving voordoen en gevolgen hebben voor het beleidsterrein welzijn en zorg in Fryslân. Het betreft ontwikkelingen die te maken hebben met veranderde visie op mens en samenleving (welzijn nieuwe stijl), nieuwe en aanvullende rollen van de provincie en trends voor de komende tijd.
3
Welzijn Nieuwe Stijl Er zijn ontwikkelingen die te maken hebben met een veranderde visie op welzijn en welzijnswerk en met name de plaats van de burger daarin. De Rijksoverheid en gemeenten willen o.a. meer uitgaan van - en aansluiten op de eigen kracht van de burger en het welzijnswerk een vernieuwende impuls geven (zie hoofdstuk 6.1). Aandachtsgebieden Een andere ontwikkeling, die in 2010 tot uitvoering kwam, laat zien waar de provincie een nieuwe, aanvullende rol vervult op de gemeentelijke overheid en andere partijen. Het betreft de inzet en betrokkenheid bij de aandachtsgebieden in de Stellingwerven (Oost- en Weststellingwerf), waar via een integrale benadering (sociaal, fysiek en economische impuls) gewerkt wordt aan een leefbare gemeenschap en ter voorkoming van overerving van armoede en achterstand. Hierin is de rol van de provincie tweeledig: (tijdelijke) aanjaagfunctie bij de bijzondere opgave in het gebied en zorg dragen voor methodiekontwikkeling om ook elders te kunnen inzetten (zie hoofdstuk 6.2). Demografische ontwikkelingen Fryslan (trend) De bevolkingsontwikkeling in de komende jaren (2010-2020) heeft veel gevolgen voor de Friese samenleving. De provincie Fryslân wil tijdig inspelen op de veranderingen die eraan komen. Samen met gemeenten, woningbouwcorporaties, scholen, zorginstellingen en andere partijen wil de provincie zorgen dat Fryslân leefbaar blijft. Om dat in gang te zetten zijn in 2010 diverse bijeenkomsten geweest. Daarin is door alle betrokken partijen gesproken over kansen en bedreigingen op het gebied van onder meer wonen, werken, onderwijs, zorg en welzijn. Naar aanleiding van de gevoerde discussies en onderzoek is de beleidsopgave „Fan mear nei better‟ opgesteld. Deze vormt de leidraad bij de aanpak en is de agenda voor de komende jaren. Zie acties bij het thema Vermaatschappelijking & leefbaarheid en het thema Zorg, maar vooral ook hoofdstuk 6.3. In het uitvoeren en financieren van projecten wordt rekening gehouden met deze trend Digitale Agenda Fryslân (DAF) Een andere trend is de digitalisering van de samenleving. In de tweede helft van 2010 zijn de contouren van de Friese Digitale Agenda ontstaan. Die agenda is een integrale vertaling van het Europese programma, maar dan passend gemaakt op onze provincie en haar eigen samenleving. De Digitale Agenda Fryslân biedt mogelijkheden voor slimme inzet van digitale vormen van diensten, zorg en welzijn(svoorzieningen) en een nieuwe, bewuste manier van kijken naar meerdere functies van digitalisering in de samenleving (zie hoofdstuk 6.4).
Leeswijzer In de hoofdstukken 2, 3, 4 en 5 wordt de inzet op de thema‟s afzonderlijk beschreven. Deze thema‟s zijn respectievelijk „Jeugd en gezin‟, „Maatschappelijke participatie‟, „Vermaatschappelijking (= wonen, welzijn en zorg) en leefbaarheid‟ en „Zorg‟. In elk hoofdstuk worden één voor één de doelen vanuit de Sociale Agenda 2008 – 2011 en bijbehorende speerpunten/resultaten voor de betreffende vier jaar beschreven. Daarna wordt onder het kopje „terugblik‟ in beeld gebracht welke acties en resultaten op het betreffende doel in gang zijn gezet c.q. gerealiseerd zijn in de periode 2008 - 2010. Vervolgens wordt per doel aangegeven welke resultaten in 2011 behaald zullen worden, welke acties daarvoor worden ondernomen en welke partijen daarbij een rol spelen. Actuele ontwikkelingen op het thema worden, indien van toepassing, aan het eind van ieder (sub)thema vermeld. In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op de nieuwe en brede ontwikkelingen die het sociaal beleid en zorg raken en welke rol en instrumenten die de provincie daarbij hanteert. Het 7e hoofdstuk geeft inzicht in de financiële middelen en andere inzet die er vanuit de provincie wordt geboden om de doelstellingen van de Sociale Agenda te bereiken.
4
2. Thema: Jeugd en Gezin Inleiding/toelichting Mindmap Aan de hand van de mindmap wordt inzichtelijk hoe het er voorstaat met het thema Jeugd en Gezin. De verschillende kleuren maken duidelijk op welk terrein al(le) resultaten behaald zijn (= groen), waar nog ontwikkelingen en acties ondernomen worden (= geel) en waar nog SIF projecten kunnen worden geïnitieerd (= rood). In de tekst van dit thema en de uitvoeringsregeling sociaal investeringsfonds wordt duidelijk waar deze projecten c.q. nieuwe initiatieven aan moeten voldoen. Op dit thema zijn al veel resultaten geboekt (bijvoorbeeld de totstandkoming van CJG‟s, VSV, Jeugd en Alcohol en RAAK ). Er zijn nog een aantal doorlopende trajecten, ook in 2012 en verder, en resultaten die nog geborgd moeten worden (denk aan: positief opvoeden, 1 kind, 1 plan, onderzoek en professionalisering PSW). Het Huis van Jongeren (= zwart) is vermeld om de provinciale betrokkenheid tot en met 2012 aan te geven. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 1. Minimaal 20 gemeenten in Fryslân beschikken in 2011 over een Centrum voor Jeugd en Gezin, waar laagdrempelige gezins/opvoedingsondersteuning en ‘eigen kracht’ conferenties gemakkelijk te verkrijgen zijn Resultaten 2008 – 2011 Ten gunste van de ontwikkeling van Centra Jeugd en Gezin participeert de provincie in de Denktank Jeugd en Gezin Fryslân (provincie, gemeenten, BJZ, IJGZ en JIF) De ontwikkeling van Centra Jeugd en Gezin zit in een voorbereidingsfase. De komende periode wordt nog bezien of de provincie andere instrumenten zal inzetten, als een stimuleringsregeling, ondersteuning Partoer etc. Terugblik 2008/2010 Alle gemeenten in Fryslân beschikken in verschillende stadia van ontwikkeling over een CJG Borging: Wordt wettelijke taak voor de gemeenten. Resultaten 2011 De CJG‟s zijn versterkt en verkeren in de uitvoeringsfase. Nieuw afsprakenpakket tussen provincie en gemeenten voor de periode na 2011. Minimaal 4 gemeenten hebben „eigen kracht conferenties‟ in het kader van welzijn nieuwe stijl geïnitieerd met SIF subsidie. Minimaal 1 project samenwerken eerste en tweede lijn zorg ten behoeve van zorgkinderen met het oog op de transitie. Acties 2011 Inzet Partoer bestaat uit de ondersteuning en de voorbereiding van het ambtelijke en bestuurlijke overleg betreffende de CJG‟s. Het maken van nieuwe samenwerkingsafspraken met gemeenten over de provinciale ontwikkeling van het CJG in relatie tot de door het kabinet voorgenomen transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Het werven van een SIF project ‟eigen kracht‟ in het kader van welzijn nieuwe stijl. Het werven van een SIF project eerste en tweede lijn zorg ten behoeve van zorgkinderen met het oog op de transitie. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 2. Een effectieve methodiek voor het komen tot een aanpak van jeugdproblematiek is voor Fryslân ontwikkeld. Deze methodiek richt zich op gemeenschapsniveau en is
5
gericht op de cyclus: participatief onderzoek, probleemstelling, doelen, effectieve aanpak. (ontwikkeling methodiek 2008, inzet 2008 en daarna). Resultaten 2008 – 2011 ▪ In 2008 voert Partoer een pilot Communities that Care (CtC) uit in één of meerdere gemeenten in Fryslân ▪ Van 2009-2011 is in minimaal 10 gemeenten de methodiek CtC ingezet. Terugblik 2008/2010 Er is één methodiek (CtC) ontwikkeld in de vier NOFA gemeenten. De methodiek is aan alle gemeenten gepresenteerd. Behalve in de gemeente Leeuwarden hebben de overige gemeenten aangegeven dat hun prioriteiten momenteel ergens anders liggen. Totaal vijf gemeenten hebben CtC uitgevoerd/in uitvoering. Borging: De licentie voor het gebruik van CtC is in bezit van Partoer. Gemeenten hebben de vrije keuze in gebruik van methodieken bij aanpak jeugdproblematiek. Resultaten 2011 Vijf gemeenten hebben de methodiek CtC ingevoerd. Door de lagere prioritering van CtC bij gemeenten is de doelstelling van implementatie van CtC in 10 gemeenten niet meer reëel. Daarom is de doelstelling bijgesteld. Acties 2011 Partoer voert voor zover nog niet afgerond de pilots verder uit binnen de huidige gemeenten (in een aantal dorpen in Achtkarspelen). Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 3. Meer inzicht in jeugdproblematiek (specifiek soorten, aantal, spreiding, groepen, etc.) Resultaten 2008 – 2011 ▪ Jaarlijks wordt minimaal één ondersoek gedaan naar de specifieke jeugdproblematiek in Fryslân, gericht op een analyse van oorzaken en de benodigde aanpak. Terugblik 2008/2010 In 2008 is een grootschalig jongerenonderzoek in de NOFA gemeenten gedaan en in 2010 heeft Bureau Jeugdzorg Friesland onderzoek gedaan naar de kernproblematiek van zorgvragers van geïndiceerde jeugdzorg. Borging: Uitkomsten zijn/worden door betrokken organisaties geborgd in werkprocessen. Resultaten 2011 Een grootschalig onderzoek naar specifieke jeugdproblematiek en daarbij de verdeling in eerste lijn en tweede lijn in samenhang met de benodigde beleidsinformatie zowel op lokaal als bovenlokaal niveau. Inzicht in kernproblematiek en cliëntprofielen per gemeente. Acties 2011 Onderzoek door Partoer, Bureau Jeugdzorg, Jeugdgezondheidszorg en/of andere relevante organisatie(s). Inventarisatie van de informatiebehoefte onder gemeenten naar beleidsinformatie over jeugdbeleid/jeugdzorg in Fryslân. Beschrijving kernproblematiek en cliëntprofielen per gemeente ten behoeve van de transitie jeugdzorg. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011
6
4.
Een sluitende aanpak in de keten van Voortijdig Schoolverlaten op regionaal niveau
Resultaten 2008 – 2011 ▪ De provincie faciliteert gemeenten, het onderwijs en betrokken organisaties bij het ontwikkelen van een sluitende regionale aanpak van Voortijdig Schoolverlaten. Dit resulteert in convenanten/samenwerkingsovereenkomsten en projecten gericht op het houden/terugkeren van jongeren in het onderwijs, dagbesteding en/of werk. Geschatte fasering is de regio Zuid Oost in 2008, Zuidwest in 2009 en Noord in 2010. Terugblik 2008/2010 Aanvullend op regionale convenanten tussen de drie Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC‟s) en relevantie partijen is er een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de RMC‟ s en de provincie Fryslân. In de afgelopen drie jaar zijn in de verschillende regio‟s in totaal 14 projecten uitgevoerd/in uitvoering, gericht op leerwerktrajecten, schoolmaatschappelijk werk en dagbesteding/systeemgerichte aanpak. Onderwijsorganisaties en andere relevante organisaties pakken het thema VSV i.s.m. gemeenten voortvarend op. Provinciale inzet wordt per 1 januari 2011 beëindigd. Borging: Via de oorspronkelijke convenantpartners en RMC‟s (het is een wettelijke verantwoordelijkheid van gemeenten en onderwijs). Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 5. Als jongeren alcohol drinken, dan is de start op latere leeftijd en wordt gemiddeld minder gedronken. Het aantal excessieve jonge drinkers neemt bovendien af Resultaten 2008-2011 ▪ In 2008 ligt er een provinciaal programma tot matiging van alcoholgebruik onder jongeren (van voorlichting tot handhaving). In dit programma komen evt. extra doelen en resultaten terug voor de provincie. Te denken valt aan het subsidiëren van projecten, de organisatie van bijeenkomsten etc. Terugblik 2008/2010 Programma is in 2008 vastgesteld. In 25 gemeenten is alcoholbeleid geformuleerd. Er is een campagne uitgevoerd, een jeugdfonds ingesteld en 2 projecten gedraaid. Tot slot is er nog een ontwikkelsubsidie verstrekt voor een pilot alcoholpoli MCL gericht op onderzoek naar psychologisch functioneren van jongeren en begeleiding na alcoholmisbruik door jongeren. In 2010 zijn voorbereidingen getroffen om met ingang van 1 januari 2011 het projectleiderschap en communicatiecampagne, met ter beschikking stelling van de begrote financiële middelen, over te dragen aan de projectpartner gemeente Leeuwarden. Borging: Het project loopt nog. De uitvoering is geborgd bij de gemeente Leeuwarden. Verder is elke gemeente afzonderlijk verantwoordelijk voor de borging in eigen gemeente. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 6. Meer professionaliteit in de voorschoolse periode (peuterspeelzaalwerk en kinderopvang) met betrekking tot signaleren en interveniëren Resultaten 2008 – 2011 ▪ Op basis van een nulmeting die in 2007 is uitgevoerd, ligt er in 2008 een provinciaal actieprogramma Professionalisering Voorschoolse Periode, gericht op signaleren en interveniëren. In dit programma komen evt. doelen en resultaten terug voor de provincie. Bijvoorbeeld via een stimuleringsregeling voor gemeenten en het bieden van ondersteuning door Partoer
7
Terugblik 2008/2010 Er zijn drie projecten (voor in totaal 11 gemeenten) uitgevoerd, gericht op harmonisatie tussen peuterspeelzaal werk en kinderopvang en één op samenwerking tussen kinderopvang en jeugdzorg. Verder zijn in samenwerking met de RUG 2 onderzoeken gedaan naar een ontwikkelvolgmodel voor voorschoolse periode en gericht op signaleren/interveniëren in de voorschoolse periode (project GROEI!, zie actuele ontwikkelingen van dit thema). Tenslotte heeft een succesvolle lobby plaatsgevonden bij de Eerste kamer o.a. over het moment van de invoering Wet Ontwikkelingskansen en Educatie (OKE, zie actuele ontwikkelingen) en de relatie met Friese taal. Borging: Continuïteit van de projecten is geborgd in de provinciale subsidievoorwaarden. Borging ontwikkel- volgmodel is afhankelijk van de implementatie door gemeenten. Door de invoering van de Wet OKE (rijksmiddelen) is de inzet gericht op professionalisering eveneens geborgd. Resultaten 2011 Vier gemeentelijke pilots worden in 2011 afgerond (Leeuwarden, Sneek, Terschelling en Smallingerland) Rapportage over de uitkomst van de pilots en aanbevelingen voor een eventueel vervolg. Minimaal 4 gemeenten zijn gestart met de implementatie van GROEI! Acties 2011 Inzet van Partoer bestaat uit het maken van de opzet voor en de uitvoering van de vervolgmeting GROEI! en de rapportage over de uitkomst van de pilots. Voorbereiding van de implementatie van de Wet OKE Werving implementatie projecten (digitalisering en implementatie GROEI!) (SIF-project) Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 7. Minimaal 20 gemeenten werken met één integraal systeem voor risicosignalering Resultaten 2008 – 2011 ▪ In 2008 ligt er een aanbod voor gemeenten om de door de gemeente Leeuwarden ontwikkelde verwijsindex aan te schaffen en te gebruiken. In dit aanbod wordt duidelijkheid gegeven over een eventuele éénmalige bijdrage van de provincie in de aanschaf, de ondersteuning door Partoer bij de implementatie en het centraal uitvoeren van een deel van het beheer van het systeem Terugblik 2008/2010 Het aanbod is aan de gemeenten gepresenteerd. Er is een plan van aanpak met fasering opgesteld. Tevens is een convenant ondertekend en gestart in vier gemeenten. Invoering in 80% van de Friese gemeenten. Convenanten met uitvoerende organisaties zijn ondertekend. Provinciaal werkende organisaties als AMW, JGZ en BJZ melden ook in de verwijsindex. Borging: Wettelijke taak gemeenten en verankering onderlinge afspraken in een geactualiseerd Convenant „verwijsindex‟. Resultaten 2011 Integrale doorverwijzing is in alle Friese gemeenten geregeld. Geactualiseerde versie van het convenant verwijsindex Acties 2011 Ondersteuning door Partoer bij de implementatie en het centraal uitvoeren van het technisch beheer van het systeem. Actualiseren van het convenant verwijsindex.
8
Borging van de verwijsindex in de organisatie en in het provinciale en gemeentelijke beleid
Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 8. Beschikbaarheid van één of meer effectieve programma’s en een stijging van de inzet voor opvoedingsondersteuning (specifiek bij kwetsbare groepen) Resultaten 2008 – 2011 ▪ De provincie stimuleert de implementatie van effectieve methodieken van opvoedingsondersteuning (met subsidie, steunfuncties of ambtelijke inzet); ▪ Het is een optie dat de provincie een extra financiële bijdrage levert aan de inzet van opvoedingsondersteuning voor kwetsbare groepen. Mogelijke resultaten zijn dat op een nader te bepalen aantal locaties extra opvoedingsondersteuning wordt gefinancierd voor bijvoorbeeld gezinnen in een achterstandspositie. Terugblik 2008/2010 In vier gemeenten is een pilotproject Triple P uitgevoerd. Deze pilot is geëvalueerd en gepresenteerd aan gemeenten. Tot slot is de pilot verbreed met betrokkenheid Jeugdhulp Fryslân voor complexere hulpvragen. Borging: De continuïteit van de projecten is geborgd in de subsidievoorwaarden. Verder zal de borging moeten worden geagendeerd in VFG verband. Resultaten 2011 Minimaal 15 gemeenten werken met het pedagogisch programma Triple P niveau 1, 2 en 3 (zie toelichting bij actuele ontwikkelingen van dit thema). Acties 2011 Uitbreiden van het aantal gemeenten welke werken met Triple P/Positief Opvoeden. Informatie over Triple P/Positief Opvoeden aanbieden via Website DCJC. Implementeren niveau 4 (samenwerking JGZ = 1e en jeugdhulp= 2e lijn) Borging agenderen in VFG. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 9. Toename van het aantal jongeren tussen 12 en 18 jaar dat aan de nationale beweegnorm voldoet Resultaten 2008 – 2011 ▪ Sport Fryslân voert programma‟s uit om de sportdeelname van het aantal jongeren tussen 12 en 18 jaar te verhogen. Terugblik 2008/2010 Vier projecten/activiteiten specifiek voor jongeren draaien continu. Daarnaast worden er projecten voor de jeugd uitgevoerd in het kader van drie breder georiënteerde (rijks)programma's (BOS, NASB en Combinatiefunctionarissen). Ongeveer tweederde deel van de gemeenten maken gebruik van deze rijkssubsidieregelingen. Borging: Gemeentelijke taak met ondersteuning en stimulering van Sport Fryslân. Resultaten 2011 Meer gemeenten maken met steun de Sport Fryslân gebruik van de rijkssubsidieregelingen. Acties 2011 Sport Fryslân voert programma‟s uit en stimuleert gemeenten om dit actief op te pakken.
9
Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 10. Een verdere ontwikkeling van het werken volgens het principe: één kind één plan Resultaten 2008 – 2011 ▪ Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming, gemeenten en betrokken (hulpverlenings)organisaties sluiten uiterlijk in 2009 een convenant. Terugblik 2008/2010 Convenant verwijsindex, als basis voor de invoering is ondertekend. Subsidie voor een project „Coördinatie van zorg‟ gericht op samenwerking tussen 1e en 2e lijn is verstrekt aan Bureau Jeugdzorg. Er zijn twee pilot gemeenten bij betrokken. Verder is gewerkt aan een notitie Zorgcoördinatie CJG waarin tussen provinciaal werkende instanties afspraken worden gemaakt wie in geval van een match in de verwijsindex de coördinatie van zorg op zich neemt. Borging: De randvoorwaarden „Eén kind, één plan‟ zijn in ieder geval meegenomen bij provinciale (project)subsidies en daarmee is de borging geregeld via de subsidievoorwaarden. Verdere borging via het Convenant „Verwijsindex‟ met betrokkenen. Resultaten 2011 (Pilot)projecten (Veiligheidshuis) zijn afgerond. Zorgcoördinatie verloopt conform opgestelde notitie. Geactualiseerd convenant verwijsindex. Minimaal 1 SIF project ter bevordering van de samenwerking tussen Veiligheidshuis en gemeenten (bijvoorbeeld herstelrecht) Acties 2011 Uitvoering en evaluatie pilot samenwerking CJG-Veiligheidshuis in Achtkarspelen, Heerenveen en Smallingerland. Actualiseren van het Convenant „verwijsindex‟. Weven van SIF project „bevordering van de samenwerking tussen Veiligheidshuis en gemeenten‟ Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 11. Een sluitende aanpak van het voorkomen, signaleren en stoppen van kindermishandeling Resultaten 2008 – 2011 ▪ In 2009 is een provinciale aanpak rond kindermishandeling vastgesteld (voorkomen, signaleren en stoppen van kindermishandeling). Terugblik 2008/2010 Gemeente Leeuwarden is trekker van het project. Er is een projectteam is gevormd en de aanpak is vastgesteld. Tevens is er provinciale subsidie verstrekt voor een tweejarig project. Werkplan is opgesteld. Train de trainer is uitgevoerd en implementatie meldcode en scholing in voorbereiding. Een trainingsprogramma over signaleren van kindermishandeling is in het basisonderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang uitgevoerd. Borging: De wettelijke verantwoordelijkheid ligt bij centrumgemeente Leeuwarden. De continuïteit van de projecten is geborgd in de subsidievoorwaarden. Verder is borging geregeld via het Platform „Kindermishandeling‟.
10
Resultaten 2011 Professionals in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en Regionale Opleidingcentra zijn getraind. De meldcode is ontsloten via dcjg (website voor de CJG‟s) Evaluatieonderzoek en afspraken over borging. Acties 2011 Opzet van de evaluatie van de provinciale aanpak. Uitvoering deskundigheidsbevordering Voortgezet Onderwijs en ROC‟s. Communicatie over de meldcode en dvd Tryater („Rake Klappen‟) aan de betreffende partners. Werving SIF project ter borging van deskundigheid bevordering signalering kindermishandeling, beheer en actualisatie Friese meldcode (incl. website) en centrale module e-learning. Actuele ontwikkelingen: 1. De Wet OKE (zie doel 6: meer professionaliteit in de voorschoolse periode) Wat houdt het in? OKE staat voor Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie en is per 1 augustus 2010 ingegaan. Het wetsvoorstel wijzigt meerdere wetten: de Wet Kinderopvang: Hierin wordt een kwaliteitskader voor peuterspeelzalen opgenomen evenals het toezicht van de gemeenten daarop met bijbehorende handhaving mogelijkheden. Verder worden in deze wet kwaliteitseisen voor voorschoolse educatie opgenomen. de Wet op het onderwijstoezicht: In deze wet wordt geregeld dat de Inspectie van het Onderwijs toezicht houdt op de kwaliteit van voorschoolse educatie. de Wet op het primair onderwijs: Hierin wordt de regierol van gemeenten ten aanzien van het onderwijsachterstandenbeleid verstevigd en wordt de verantwoordelijkheid voor het aanbod en de toegankelijkheid van voorschoolse educatie neergelegd. en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid. Het doel: Het doel van het wetsvoorstel OKE is om de taalontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren en de kwaliteit van peuterspeelzalen te verbeteren. 1. De eerste maatregel is een kwaliteitsimpuls voor peuterspeelzalen door de wet- en regelgeving over peuterspeelzalen te harmoniseren (dwz. meer op een lijn brengen met de kinderdagverblijven) 2. De tweede maatregel is dat peuterspeelzalen financieel toegankelijk blijven. 3. Ten derde regelt het wetsvoorstel dat gemeenten, een breder en beter aanbod van voorschoolse educatie aanbieden, zowel in peuterspeelzalen als in kinderdagverblijven.
2. GROEI! Wat houdt het in? GROEI! is een methodiek voor voorschoolse kindercentra. Met deze methodiek kunnen pedagogisch medewerkers de ontwikkeling van jonge kinderen gericht volgen, beoordelen en stimuleren. De observatielijst maakt zichtbaar of kinderen zich naar wens ontwikkelen. Als er zorgen zijn over de ontwikkeling, biedt de lijst houvast bij het kiezen van een plan van aanpak. Het kader GROEI! biedt ook beslissingsregels voor omgaan met kinderen waarbij risico‟s of problemen bij het opvoeden en/of opgroeien zijn vastgesteld. Het sluit aan bij
11
integraal werken vanuit het „1 gezin/kind-1 plan‟ principe en past daarmee binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het doel: Het doel is dat de pedagogisch medewerkers en interne begeleiders worden getraind om te werken met het ontwikkelingsvolgmodel.
3. Triple P Wat is het? Triple P is een laagdrempelig, integraal programma voor opvoedingsondersteuning aan ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 16 jaar. Triple P wil (ernstige) emotionele en gedragsproblemen bij kinderen voorkomen of verminderen door ouders competent te maken. Er zijn vijf niveaus te onderscheiden: van een preventieve aanpak voor alle ouders (niveau 1) tot intensieve hulp aan gezinnen die met zware problematiek kampen (niveau 5). Het programma geeft vorm aan lokale functies van het CJG. Triple P onderscheidt zich van andere programma‟s ondermeer door: - Een inhoudelijke en theoretisch onderbouwde methodiek; - Een doorgaande lijn van informatie naar lichte opvoed- en opgroeihulp tot intensieve hulp bij zware problematiek; - De bevordering van de eenheid van taal tussen hulpverleners in de hele jeugdketen.
12
3. Thema: Maatschappelijke participatie Inleiding/toelichting Mindmap In een oogopslag wordt duidelijk dat de meeste resultaten op dit thema gerealiseerd zijn (= groen). Er zijn nog enkele doelen waar nog inzet gewenst is (= geel). Dat betreft verbetering participatie van ouderen, gehandicapten en jongeren in het speciaal onderwijs via de sport. Een ander doel is de eenzaamheidsbestrijding onder ouderen en gehandicapten. Partoer levert hiervoor producten. Voor beide doelen kunnen nieuwe SIF projecten een rol spelen (= rood). In de tekst van dit thema en de uitvoeringsregeling sociaal investeringsfonds wordt duidelijk waar deze projecten c.q. nieuwe initiatieven aan moeten voldoen. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 1. Friese gemeenten hebben meer zicht op de aard, omvang en lokalisering van mensen die in sociale achterstanden verkeren Resultaten 2008 – 2011 Een onderzoeksrapport naar de aard, omvang en lokalisering van mensen die in een sociale achterstandssituatie verkeren bij die gemeenten die aangeven daaraan behoefte te hebben en daaraan hun medewerking willen verlenen; Het bovenstaande moet ertoe leiden dat minimaal 10 Friese gemeenten in 2011 in staat zijn een overzicht te verschaffen van het aantal inwoners in een achterstandssituatie; Er is een databank gerealiseerd in 2009 met best-practices inzake armoedebestrijding bij één van de steunorganisaties. Terugblik 2008/2010 Onderzoeksrapport „Nulmeting Armoede Fryslân‟ is uitgevoerd en gepresenteerd. Alle Friese gemeenten hebben beschikbare informatie voor de 0-meting aangeleverd en geven aan redelijk zicht te hebben op de inwoners in achterstandsituaties. De gemeenten wensen geen aanvullend onderzoek. Databank met best-practices om armoede te bestrijden is in september 2009 van start gegaan en heeft in één jaar 258 pageviews. Borging: Via overdracht aan gemeenten (VFG). Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 2. Friese burgers in achterstandssituatie maken meer gebruik van (financiële) faciliteiten van gemeenten en rijksoverheid die hun situatie kunnen verbeteren Resultaten 2008 – 2011 In 2011 zijn er minimaal 2 projecten uitgevoerd, die aantoonbaar leiden tot een veelvuldiger gebruik van de regelingen van gemeenten en rijksoverheid. Terugblik 2008/2010 Er zijn 10 projecten uitgevoerd in het kader van Armoedebestrijding, die leiden tot een veelvuldiger gebruik van regelingen. Borging: De projecten zijn geborgd via de subsidievoorwaarden. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 3. De relatieve situatie van de risicogroepen verbetert op het gebied van de sociale participatie. Het gaat om de risicogroepen: fase 4 cliënten, oudkomers, verstandelijk gehandicapten, marginale groepen (dak- en thuislozen en verslaafden), jongeren, ouderen, langdurig werklozen, arbeidsgehandicapten, vrouwen,
13
allochtonen/pardonners,kinderen speciaal onderwijs, chronisch zieken en éénoudergezinnen. Resultaten 2008 – 2011 In 2008 wordt er gewerkt aan het realiseren van de doelstellingen/speerpunten op het terrein van de armoedebestrijding. (zie brochure armoedebeleid). De Taskforce Armoedebestrijding stelt samen met het armoedenetwerk in 2008 speerpunten op voor de periode 2009-2010 op, op grond waarvan de provincie het budget Armoede bij voorkeur gaat inzetten; In 2008 vind er een nulmeting plaats m.b.t. het armoedebeleid in Fryslân In 2009 vind er een tussenevaluatie plaats m.b.t. armoedebeleid. In 2011 zijn er minimaal 10 projecten, die direct of indirect leiden tot verbeteringen op het gebied van werk, inkomen, taal, onderwijs en participatie, waaronder nadrukkelijk ook sportdeelname; De besteding van middelen uit het budget Armoede is in 2011 geëvalueerd. Terugblik 2008/2010 Speerpunten zijn tweejaarlijks opgesteld en zo nodig aangescherpt. Er is een tussenevaluatie betreffende het Armoedebeleid uitgevoerd en aan gemeenten en relevante instellingen gepresenteerd tijdens een conferentie. Gedurende deze conferentie zijn eveneens de best-practices onder de aandacht gebracht en is informatie gedeeld. De besteding van middelen is geëvalueerd en in een aparte rapportage beschreven en gepresenteerd. Er zijn 17 projecten uitgevoerd, die direct of indirect leiden tot verbetering van werk, inkomen, taal, onderwijs en participatie. In principe is dit speerpunt gerealiseerd. Maar bepaalde aspecten van risicogroepen hebben echter op onderdelen in 2011 nog aandacht nodig, waaronder participatie van kwetsbare groepen via sport. Borging: Via de gemeenten. De projecten zijn geborgd via de subsidievoorwaarden. Resultaten 2011 Gemeenten worden ondersteund bij het gebruik maken van rijksstimuleringsregelingen t.w. BOS (Buurt onderwijs en sport), NASB (nationaal actieplan sport en bewegen) regeling combinatiefuncties SPORT Fryslân initieert en ondersteunt diverse projecten die bijdragen aan een kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van het sportaanbod voor bovengenoemde groepen. Tenminste één project, gericht op ouderen, gehandicapten en/of kinderen uit het speciaal onderwijs wordt met behulp van SIF subsidie geïnitieerd. Acties 2011 SPORT Fryslân adviseert en ondersteunt gemeenten, sportaanbieders, scholen en zorginstellingen op het gebied van sportstimulering voor onder meer de volgende doelgroepen: mensen met een beperking of chronische aandoening, ouderen, jeugd, volwassenen, kinderen binnen het speciaal (basis) onderwijs. Verwerven van minimaal één SIF project dat direct of indirect leidt tot verbeteringen op het gebied van sportdeelname van ouderen, gehandicapten en/of kinderen uit het speciaal onderwijs bij relevante organisaties. Samenwerkende Friese Ouderenbonden (SFO), Verstandelijk Gehandicapten (VG) belangenplatform, Fries Centrum voor Doven en Slechthorenden (FCDS) en Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden (FSU) leveren producten die gericht zijn op het bevorderen van integratie en participatie van de betreffende doelgroep c.q. achterban. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011
14
4.
Verminderde eenzaamheid onder ouderen en mensen met beperkingen
Resultaten 2008 – 2011 Minimaal 4 projecten zijn gestart, gericht op voorzieningen en diensten die ouderen en mensen met een beperking ondersteunen het sociale netwerk te vergroten of die belemmeringen daarvoor wegnemen. Terugblik 2008/2010 Er zijn in dit kader 11 projecten uitgevoerd. Daarnaast werken zes pilot gemeenten (Skarsterlân, Ferwerderadiel, Smallingerland, Franekeradeel, Heerenveen en Opsterland) met ondersteuning van Partoer aan Integrale Aanpak Eenzaamheid. In werkbijeenkomsten met de deelnemende gemeenten zijn projectplannen en beslisdocumenten opgesteld. Borging: De projecten zijn geborgd via de subsidievoorwaarden. Voor wat betreft de integrale aanpak dragen gemeenten (ambtelijk netwerk) bij aan versterking en borging. Verder draagt de expertise en ondersteuning van Partoer bij tot een goede overdracht aan gemeenten. Resultaten 2011 In acht gemeenten wordt gewerkt aan een Integrale Aanpak Eenzaamheid. Zes gemeenten hebben hun visie omgezet naar concrete acties en ze hebben initiatieven genomen om een koppeling met Welzijn Nieuwe Stijl en De Kanteling (participatie van mensen met beperkingen) te maken. Professionals en vrijwilligers zijn toegerust in het signaleren van en ondersteunen bij eenzaamheid. Er wordt ten minste één (train de trainer) aanjaagproject met behulp van SIF subsidie geïnitieerd. Een vernieuwend en duurzaam project (sociale media) ter bestrijding van eenzaamheid. De effectieve methodieken zijn ingezet. Acties 2011 Partoer gaat door met de Integrale Aanpak Eenzaamheid in de huidige gemeenten en probeert dit verder uit te breiden naar Achtkarspelen en de Middelsee gemeenten. De globale inzet ter ondersteuning van gemeenten e.a. zal zijn: o visie omzetten naar concrete acties t.a.v. samenwerking, afstemming en aanbod. Met name het vinden van de doelgroep, het stimuleren van de doelgroep en het begeleiden van de doelgroep naar zingeving in bijv. de vorm van vrijwilligerswerk zullen speerpunten zijn. o Koppelingen maken met Welzijn Nieuwe Stijl en De Kanteling. o Gebruik maken van effectieve interventie als het gaat om het vinden en stimuleren van de doelgroep. Echter, meer dan de methodiek is de houding van de professional en vrijwilliger bepalend voor succes. o Uitzetten van de training „Zelfregie versterkend werken‟. Werving van relevante SIF projecten ter bestrijding van eenzaamheid. Actuele ontwikkelingen: 1. Armoedebeleid: afronding en vervolg Na vier jaar is het Armoedebeleid afgerond. De resultaten zijn beschreven in een eindevaluatie. Provinciale Staten hebben ermee ingestemd dat de Taskforce Armoedebestrijding nog twee jaar (2011 en 2012) in functie blijft om de borging te bestendigen. De Taskforce is van mening dat in de ontwikkelingen rond de samenwerking en samenhang op het gebied van armoedebestrijding in Fryslân er nog een aantal stappen gezet moet worden. Deze zijn: (1) In de eerste plaats is de samenwerking tussen vrijwilligers en professionals nog niet zodanig ontwikkeld dat het vanzelfsprekend is dat partijen elkaar
15
zullen opzoeken en tot goede samenwerking komen. De Taskforce is dan ook van mening dat de impuls die met het provinciaal armoedebeleid is gegeven nog een vervolg dient te krijgen in bijv. een tweetal werkbijeenkomsten in de komende twee jaar. (2) In de tweede plaats zijn er projecten die nog verantwoording moeten afleggen. Ook hierin ziet de Taskforce voor zichzelf nog een rol. (3) In de derde plaats is er sprake van de overgang van verantwoordelijkheden van de provincie naar de gemeenten. De gemeenten hebben in VFGverband het voornemen een ambtelijke werkgroep, bestaande uit een vertegenwoordiging van alle sociale diensten, in te stellen om de overgang van de provincie naar deze werkgroep te vergemakkelijken. Ook om de kennis en ervaring en de contacten van de Taskforce over te dragen naar deze gemeentelijke werkgroep, is het verstandig om de Taskforce nog enige tijd te laten voortbestaan. De Taskforce kan naar de ambtelijke werkgroep als adviseur en als go between tussen provincie en gemeenten fungeren. De Taskforce wordt hiervoor door de provincie gefaciliteerd. Daarvoor is € 40.000 gereserveerd voor o.a. het organiseren van een jaarlijkse conferentie voor alle organisaties die betrokken zijn bij armoedebestrijding en het leveren van beleidsinformatie en onderzoek zodat armoede op de agenda blijft staan.
16
4. Thema Vermaatschappelijking en leefbaarheid Inleiding/toelichting Mindmap De verschillende kleuren in de mindmap maken duidelijk op welke terreinen al(le) resultaten gehaald zijn (= groen), waar nog ontwikkelingen zijn en acties ondernomen worden (= geel). Tenslotte wordt zichtbaar gemaakt op welke onderwerpen nog SIF projecten kunnen worden geïnitieerd (= rood). Op het terrein van „Actief (wereld)burgerschap‟ is al veel werk verzet (= groen). De komende tijd zijn acties via de inzet van de steunorganisaties gericht op borging en het creëren van een inzichtelijk en provinciebreed scholingsaanbod voor vrijwilligers (= geel). Bottom-up SIF projecten, die focussen op het met elkaar samenleven van allochtonen en autochtonen, kunnen worden ingediend. Het subthema „Voorzieningenniveau‟ is deels gerealiseerd. De uitkomsten van de verschillende acties en nieuwe ontwikkelingen rond wonen, welzijn en zorg (integrale conceptontwikkelingen, voorzieningenspreidingsplannen en krimp) bieden weer nieuwe aanknopingspunten voor vervolgacties (= geel). Voor creatieve oplossingen en/of innovatieve initiatieven kunnen SIF middelen ingezet worden (= rood). Het subthema „Samen zijn, denken en doen‟ verloopt volgens planning. Er zijn enkele nieuwe accenten gelegd, die met SIF subsidies gerealiseerd kunnen worden (= rood). Het betreft extra aandacht voor de acceptatie van homoseksualiteit m.n. op scholen voor voortgezet onderwijs en het voorkomen van suïcide onder jonge homo‟s. Verder zijn op het terrein van sociale cohesie door sport landelijke pilots ontwikkeld die ook in Fryslân gestimuleerd worden met subsidies. Uit de tekst van het thema Vermaatschappelijking en leefbaarheid en de uitvoeringsregeling sociaal investeringsfonds wordt duidelijk waar deze projecten c.q. nieuwe initiatieven aan moeten voldoen. Subthema: Actief (wereld)burgerschap Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 1. Er zijn (meer) soorten vrijwilligers Speerpunten/Resultaten 2008 – 2011 In 2011 zijn er 20 projecten gerealiseerd, die bijdragen aan kwantitatieve - en kwalitatieve versterking van het vrijwilligerswerk. Terugblik 2008-2010 Er zijn 17 projecten van start gegaan/in uitvoering en/of uitgevoerd. Borging: De projecten zijn geborgd via de subsidievoorwaarden. Verder leveren de provinciale steunorganisaties een eigentijdse bijdrage/verbeterslag om te komen tot een duurzame kwantitatieve en kwalitatieve versterking van het vrijwilligerswerk. Resultaten 2011 Beleidsmatige ondersteuning door de steunorganisaties is uitgevoerd. Gemeenten zijn geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar de diverse maatjesprojecten en (samenwerkings)mogelijkheden binnen Fryslân. Acties 2011 De steunorganisaties (Doarpswurk, Sport Fryslân, Keunstwurk en Partoer) continueren hun inzet op het product „Sterk Vrijwilligerswerk‟. De uitkomsten van het onderzoek naar de diverse maatjesprojecten en mogelijkheden tot samengaan worden gepresenteerd aan gemeenten (VFG).
17
Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 2. Er is voldoende deskundigheid en kwaliteit aanwezig bij vrijwilligersorganisaties Resultaten 2008 – 2011 In 2011 kunnen vrijwilligersorganisaties omgaan met complexe regelgeving Terugblik 2008-2010 Ondersteuning vanuit de gezamenlijke steunorganisaties met cursussen en mogelijkheden voor professioneel werkgeverschap voor kleine organisaties. Borging: Via werkprocessen van betreffende vrijwilligersorganisaties en (voorlopige) inzet gezamenlijke steunorganisaties. Resultaten 2011 Een provinciebrede en goed toegankelijke scholing voor vrijwilligers. Acties 2011 Er worden stappen ondernomen om te komen tot een digitaal overzicht van scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers over de gehele provincie (Vrijwilligersacademie). Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 3. Mantelzorgers worden voldoende ondersteund Resultaten 2008 – 2011 In 2010 is er een provinciaal dekkend netwerk van mantelzorgsteunpunten, passend bij de Wmo-loketten Terugblik 2008-2010 Startconferentie is met brede belangstelling bijgewoond. Provinciaal overleg is met 26 gemeenten operationeel. Er is een nulmeting mantelzorgondersteuning uitgevoerd. In de NOFA-gemeenten is beleid en een uitvoeringsplan „Mantelzorg‟ vastgesteld. In 2010 hebben 26 Friese gemeenten één of meerdere mantelzorgsteunpunten, die zijn aangesloten in het provinciaal dekkend netwerk. Zie www.mantelzorgfriesland.nl Borging: Via gemeenten, die hierover contractafspraken maken met hun welzijnsorganisaties. De inzet van expertise en ondersteuning van Partoer draagt verder bij tot een adequate implementatie. Resultaten 2011 Versterking van de bestaande mantelzorgsteunpunten. Acties 2011 Partoer faciliteert tenminste twee netwerkbijeenkomsten ter versterking van d mantelzorgsteunpunten volgens de systematiek c.q. werkwijze Welzijn Nieuwe Stijl (WNS). Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 4. Meer jongeren nemen deel aan maatschappelijke activiteiten op lokaal en provinciaal niveau Resultaten 2008 – 2011 In 2009 zijn er in alle 6 plattelandsregio‟s maatschappelijke stages voor jongeren Jaarlijks zijn er 2 projecten geïnitieerd, die gericht zijn op het bottom-up stimuleren van rolmodellen en/of gericht zijn op samenleven met elkaar via onderwijs en arbeid in een bredere context (zowel allochtonen als autochtonen).
18
Terugblik 2008-2010 In alle 6 plattelandsregio‟s zijn maatschappelijke stages voor jongeren. Het betreft 8.905 leerlingen, waarvan 6.318 minimaal 30 uur stage hebben gelopen. Er is een provinciale bemiddelingswebsite opgericht en er is een duurzaam provinciaal netwerk opgebouwd tussen scholen, gemeenten, welzijnsinstellingen/vrijwilligerswerkcentrales en stagemakelaars, Doarpswurk, Sport Fryslân en Landschapsbeheer Friesland. www.keiindemaatschappij.nl Borging: Via onderwijs en het provinciaal netwerk. Er zijn vier projecten geïnitieerd/uitgevoerd, die gericht zijn op het bottom-up stimuleren van rolmodellen en/of gericht zijn op samenleven met elkaar via onderwijs en arbeid in een bredere context (zowel allochtonen als autochtonen). Borging: Het betreft een eerste aanzet tot bewustwording bij de doelgroep, onderwijs en bedrijfsleven. O.a. Talent werkt (netwerkgroep) en het Fries Participatieteam Allochtone Vrouwen kunnen een rol spelen in de borging. Resultaten 2011 Tenminste één bottom-up project gericht op het samenleven met elkaar (zowel allochtonen als autochtonen) via onderwijs en werk, waarbij het stimuleren van rolmodellen uit de allochtone doelgroep een onderdeel is. Acties 2011 Minimaal één bottom-up SIF project verwerven, dat gericht is op het samenleven met elkaar (autochtonen en allochtonen) via onderwijs en werk en waar het stimuleren van rolmodellen uit de allochtone doelgroep een onderdeel van zou kunnen zijn. Subthema: Adequaat voorzieningenniveau Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 5. Er is keuzemogelijkheid voor inwoners van Fryslân om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen wonen op een veilige manier in eigen woning of omgeving Resultaten 2008 – 2011 In 2010 zijn er twee (bewustwording)projecten om bij ouder wordende burgers het keuzemoment rondom woonwensen te vervroegen; Bij de ISV-projecten van gemeenten is (i.s.m. het team wonen) aandacht voor de sociale cohesie en zijn lokale organisaties (maatschappelijk) betrokken bij het levensloopbestendig maken van de woning van eigen woningbezitters; In 2010 is ten behoeve van de gemeentelijke Wmo-loketten een ICT module „vraagverheldering‟ en een ICT module „productencatalogus‟ gereed. Terugblik 2008-2010 Er zijn in dit verband twee projecten uitgevoerd: (1) Een oriënterende woondag en (2) Een handreiking kleinschalig wonen: „Samen zelfstandig wonen‟. Tot slot is nog een Werkconferentie georganiseerd, genaamd „Lokaal aan de slag‟ (Wmo en Wonen) met als focus „Woningaanpassing en het primaat van verhuizing‟. Publieksversie „Goed wonen in de toekomst‟ is verspreid. Borging: n.v.t. Er zijn twee pilot projecten ontwikkeld, waarvan er één in Skarsterlân daadwerkelijk en succesvol is afgerond. Daarbij zijn 110 woningadviezen afgegeven. De resultaten zijn in een rapportage vastgelegd met leerpunten voor vervolgacties voor ISV3. Borging: Gemeenten, woningbouwcorporaties en particuliere woningbezitters.
19
Uitvoeringsplan is opgesteld en in 17 gemeenten geïmplementeerd. Borging: Via gemeenten. Resultaten 2011 Verhoogde bewustwording van de woningbezitters op het terrein van het levensloopbestendig maken van hun woning. Vier gemeenten, woningbouwverenigingen en andere relevante organisaties komen tot integrale conceptontwikkeling wonen, welzijn, zorg en innovatie, aansluitend op de beleidsopgave Krimp en acties in het kader van Duurzame energie. Acties 2011 Partoer ondersteunt 4 gemeenten, te weten: pilot Súdwest Fryslân, Franekeradeel, Opsterland en Smallingerland bij de totstandkoming van integrale conceptontwikkeling wonen, welzijn, zorg en innovatie. Dit aansluitend op de beleidsopgave Krimp, in afstemming met acties in het kader van Duurzame energie en met input van de uitgevoerde pilot Geryflik Wenjen (levensloopbestendig wonen en sociale samenhang), visiedocument spreiding en evt. uitkomsten Sev proeftuin (oktober 2011). SFO levert een product dat bijdraagt aan bewustwording bij ouder wordende burgers rondom wonen en woonwensen. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 6. De gebruikswaarde, kwaliteit en spreiding van dorpshuizen, multifunctionele (wijk)centra en zorgvoorzieningen is verbeterd Resultaten 2008 – 2011 In 2011 zijn er tien projecten in gang gezet om de gebruikswaarde, kwaliteit en spreiding van dorpshuizen, multifunctionele (wijk)centra en zorgvoorzieningen te verbeteren. Terugblik 2008-2010 Zestien initiatieven van allerlei aard zijn gerealiseerd. Borging: De initiatieven zijn via de subsidievoorwaarden geborgd bij de betreffende stichtingen. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 7. Er is zicht op de gewenste spreiding van voorzieningen en diensten op het gebied van zorg en welzijn Resultaten 2008 – 2011 In 2009 ligt er een provinciaal visiedocument over spreiding van voorzieningen en diensten op het gebied van zorg en welzijn; In 2009 worden best-practices voor spreiding en (basis)niveau van voorzieningen en diensten beschikbaar gesteld/gepresenteerd. Terugblik 2008-2010 Er is een provinciaal visiedocument opgesteld. Borging: N.v.t. maar krijgt met het oog op relevantie in relatie tot Krimp nog een vervolg. Rapportage „Goed wonen‟ e.a. informatie is te vinden op het Informatie Kennis Punt (IKP), Borging: Via Partoer (IKP) Resultaten 2011
20
Een integraal, regionaal of bovenlokaal voorzieningenspreidingsplan van basisvoorzieningen en benodigde samenwerking als vervolg op het provinciale visiedocument en in relatie met de demografische ontwikkeling (zie ook hoofdstuk 6, Demografische ontwikkelingen). Actueel IKP (o.a. met informatie Sev proeftuin). Acties 2011 Partoer ondersteunt gemeenten bij de ontwikkeling van integrale regionale of bovenlokale plannen van basisvoorzieningen en benodigde samenwerking als vervolg op het provinciale visiedocument en in relatie met de demografische ontwikkeling (zie ook hoofdstuk 6, Demografische ontwikkelingen). Ambtelijke inzet bij de uitvoering van de Beleidsopgave „Fan mear nei better‟, Beleidsopgave 2010 – 2020. Actualiseren van het IKP.
Subthema Samen zijn, denken en doen Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 8. Er zijn voldoende mogelijkheden voor burgers om met elkaar te wonen, elkaar te ontmoeten, kennis uit te wisselen, van elkaar te leren en elkaar te accepteren Resultaten 2008 – 2011 In 2011 zijn vijf initiatieven van groepen burgers gestart om met elkaar te wonen en/of elkaar te ontmoeten en/of van elkaar te leren (best) practices die bijdragen aan sociale samenhang en een duurzame samenleving. Terugblik 2008-2010 Er zijn 10 initiatieven gestart en voor het merendeel afgerond en/of in bedrijf. Borging: De uitgevoerde projecten zijn geborgd via de subsidievoorwaarden. Resultaten 2011 Producten van COC en Tûmba volgens productplan. Vier voorlichtingsbijeenkomsten voor de achterban van SFO (ouderenbonden) i.s.m. COC ter verbetering van de kansen voor integratie van homoseksuele ouderen. Minimaal één SIF project gericht op suïcidepreventie onder homoseksuele jongeren en/of voorlichting op scholen over homoseksualiteit er bevordering van tolerantie onder jongeren. Acties 2011 COC verzorgt voorlichting, begeleidt gespreksgroepen, draagt zorg voor deskundigheidsbevordering van hun vrijwilligers en onderneemt stappen die gericht zijn op goede toegankelijkheid zorginstellingen voor homoseksuelen. Tûmba: draagt in het kader van anti-discriminatie zorg voor „Preventie op maat‟. Het SFO organiseert i.s.m. COC voorlichtingsbijeenkomsten voor de ouderen om homoseksualiteit van ouderen bespreekbaar te maken ter voorkoming van eenzaamheid en isolement van homoseksuele ouderen. Verwerven van SIF projecten die bijdragen aan draagvlakverbreding in de samenleving, in het bijzonder onder jongeren, ten aanzien van de acceptatie van mensen met homo- en bisseksuele geaardheid en transgenders, teneinde de tolerantie jegens deze groep te vergroten. Verwerven van SIF projecten die leiden tot preventieve voorzieningen en diensten, gebaseerd op in de praktijd beproefde en succesvol gebleken methodieken, om suïcide onder homo- en biseksuele mensen, in het bijzonder jongeren, te verminderen/voorkomen.
21
Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 9. Er zijn mogelijkheden voor gemeenten om van elkaar te leren en kennis uit te wisselen rondom de sociale samenhang Resultaten 2008 – 2011 De provincie organiseert 4 cycli van bijeenkomsten voor gemeenten met als doel kennisuitwisseling rondom sociale cohesie en sociaal beleid Terugblik 2008-2010 Er is één cyclus van vier regionale bijeenkomsten geweest. Verder worden jaarlijks 4 bijeenkomsten door Partoer ondersteund van het provinciale Wmo projectleidersoverleg c.q. ambtelijk overleg Welzijn en Zorg. Borging: Via gemeenten. Resultaten 2011 Vier bijeenkomsten voor gemeentelijke Wmo projectleiders c.q. ambtelijk overleg Welzijn en Zorg. Concrete uitwerking van de koppeling Wmo prestatievelden 1, 4 en WNS (zie relatie met hoofdstuk 6.1). Acties 2011 Partoer organiseert en ondersteunt de vier Wmo-projectleiders bijeenkomsten. Partoer ondersteunt Wmo-werkgroepen voor nadere uitwerking m.b.t. koppeling WNS (zie relatie met hoofdstuk 6.1). . Ambtelijke en bestuurlijke betrokkenheid bij de Wmo via deelname aan projectleidersoverleg en VFG-bijeenkomsten.
Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 10. Er zijn nieuwe samenwerkingsverbanden ten behoeve van sociale samenhang gerealiseerd Resultaten 2008 – 2011 In 2011 zijn er vier sectoroverstijgende projecten geïnitieerd, die bijdragen aan de sociale samenhang en waarin drie soorten organisaties samenwerken. Terugblik 2008-2010 Er zijn zeven sectoroverstijgende projecten die deels zijn afgerond. Een aantal lopen nog door, waaronder Frieslab, Proeftuin Woonservicezône Bilgaard (SEV) en Jonge Friezen Foarút. Borging: De projecten zijn geborgd via de subsidievoorwaarden. Sommige projecten zijn beschreven in bruikbare rapportages andere zijn geborgd in werkprocessen van de betrokken stichtingen. Resultaten 2011 Afronding Proeftuin Woonservicezône Bilgaard met een rapportage. Een symposium en jongerenagenda van Jonge Friezen Foarút Voorbeeldproject ter versterking van sociale steunstructuren in aansluiting op de Wmo (de kanteling) en WNS, waarbij informele hulp en professionele zorg ertoe bijdragen dat mensen thuis blijven wonen en kunnen meedoen onder eigen regievoering. Minimaal één SIF project dat (via digitalisering) bijdraagt aan sociale samenhang.
22
Acties 2011 Participeren in de landelijke en lokale netwerken rond de SEV proeftuin (Partoer). Presentatie uitkomsten SEV experiment (IKP en/of symposium). Jonge Friezen Foarút organiseren in januari een symposium waarin Friese jongeren hun dromen over het Friese platteland presenteren. Hierbij wordt ook een speciale jongerenagenda aangeboden aan bestuurders, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Verwerven van SIF projecten die al dan niet via digitalisering bijdragen aan sociale samenhang. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 11. Sport wordt ingezet als middel om sociale samenhang te versterken (vervolg breedtesport) Resultaten 2008 – 2011 Kwantitatief en kwalitatief goed gerealiseerde gemeentelijke BOS-projecten Terugblik 2008-2010 Er zijn veel projecten gedraaid voor diverse leeftijdsgroepen. Als vervolg op breedtesport zijn met behulp van Sport fryslân nieuwe regelingen benut, waaronder Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) en de regeling voor combinatiefuncties (binnen de sectoren onderwijs, sport en cultuur). De stand van zaken in 2010 is als volgt: BOS (tijdelijke regeling): 15 gemeenten hebben Bosprojecten (uitgevoerd): 4 gemeenten t/m 2009; 4 gemeenten t/m 2010 en 7 gemeenten tot en met 2011. NASB (tijdelijke regeling): 20 gemeenten doen mee aan het NASB, 8 gemeenten niet en 3 gemeenten komen niet in aanmerking Combinatiefuncties (structurele regeling): 4 gemeenten zijn in 2009/2010 gestart (met in totaal 14 combinatiefunctionarissen / 11 fte); 12 gemeenten gaan binnenkort van start (totaal 32 fte mogelijk), 3 gemeenten overwegen nog om deel te nemen (max. 9,4 fte) en 12 gemeenten gaan niet meedoen (max. 39,1 fte). Daarnaast zijn de volgende vier projecten gecontinueerd: (1) “VMBO in beweging” op 5 VMBO scholen (dit is een vervolg op het project “dubbel actief”) (2)“de gezonde school” in samenwerking met de GGD, (3) Ondersteuning stichting HOESA uit Dronrijp bij sport stimuleringactiviteiten (4) Trainingen / ondersteuning WhoZnext projecten. Borging: Gemeentelijke taak met ondersteuning en stimulering van Sport fryslân. Resultaten 2011 Versterking van – en uitbreiden van de gemeentelijke initiatieven. Tenminste de start van één project dat bijdraagt aan de ontwikkeling van het concept „Sportdorp‟ van NOC/NSF. Acties 2011 Continuering inzet Sport fryslân om gemeenten, sportclubs en onderwijsinstellingen te ondersteunen en te stimuleren. Verwerving van minimaal één project „Sportdorp‟ met SIF middelen, mits er geen andere middelen via het Rijk voor beschikbaar zijn.
Actuele ontwikkelingen: Proeftuin Sportdorp: „Sportdorp‟ is een nieuw concept dat door NOC/NSF geïnitieerd is en via proeftuinen in kleine dorpen wordt ontwikkeld. De proeftuin Sportdorp is gelokaliseerd in het noorden van Nederland, te weten: in Opende, Stedum, Blijham en Eenrum/Wehe-den Hoorn.
23
De aanleiding Het noorden van Nederland heeft veel kleine sportverenigingen. Meer dan 50 procent van de sportverenigingen heeft minder dan 100 leden. In vergelijking met stedelijke gebieden vergt het vergroten van sportparticipatie in het noorden (landelijk gebied) een andere aanpak. Kansen Het project „Sportdorp‟ is erop gericht dat er in vier dorpskernen een sportplek wordt gecreëerd waar elke inwoner een leven lang betrokken is; als actieve sporter of als vrijwilliger in de sport. Sport wordt daarbij dóór en vóór de dorpsbewoners georganiseerd, waarbij sportverenigingen en andere partijen uit het dorp (dorpshuis, cultuur, dienst- en zorgverlening, school- en kinderopvang) intensief samenwerken. Het stimuleren van samenwerking tussen verenigingen maakt dat besturen makkelijker wordt, er veel meer vrijwilligers actief zijn en het kader efficiënter inspeelt op de vraag van de leden.
24
5. Thema: Zorg Inleiding/toelichting Mindmap In de mindmap van het thema Zorg zijn veel initiatieven gestart, zoals ketenzorg, knelpuntenanalyse basiszorgvoorzieningen en een visiedocument „zorgcapaciteit‟ (= groen). Deze initiatieven hebben een doorlopend karakter). Op het terrein van integrale samenwerking (care, cure en Wmo) en personeel in de zorg is een langdurige inzet vereist (= geel). Het laatste onderwerp met de onderwerpen „basiszorgvoorzieningen‟ en „zorgcapaciteit‟ zal in relatie met het thema „Vermaatschappelijking en leefbaarheid‟ en in het kader van de demografische ontwikkelingen aandacht nodig hebben. SIF projectaanvragen, gericht op (1) reductie van personeelskrapte, (2) sectoroverstijgende projecten waarmee integrale samenwerking wordt gestimuleerd en (3) een pilot project naar aanleiding van de vervolgstappen van het visiedocument met betrekking tot de spreiding van zorgcapaciteit kunnen worden ontwikkeld (= rood). In de tekst van dit thema en de uitvoeringsregeling sociaal investeringsfonds wordt duidelijk waar deze projecten aan moeten voldoen Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 1. Het proces van ketenzorg is verbeterd Resultaten 2008 – 2011 In 2012 zijn 4 projecten in diverse zorgsectoren uitgevoerd die het proces in de ketenzorg wat betreft wachttijden optimaliseren; Vanaf 2008 staan er goede voorbeelden over informatieoverdracht op IKP Zorg en in 2012 zijn 2 pilots uitgevoerd die informatieoverdracht van medisch dossier in de keten beter aan laat sluiten; In 2008 is een nulmeting uitgevoerd over de signaleringsfunctie van de 1e en 2e lijnszorg en in 2012 is een vervolgmonitor uitgevoerd. Terugblik 2008-2010 Er zijn drie projecten in dit kader gerealiseerd. Borging: Door inbedding in de werkprocessen van de zorgorganisaties. Goede voorbeelden informatieoverdracht staan op het IKP Zorg en er zijn twee pilotprojecten uitgevoerd. Borging: Partoer (IKP) en door inbedding in de werkprocessen van de zorgorganisaties. De nulmeting is uitgevoerd. Borging: Via gemeenten (gemeentelijke verantwoordelijkheid). Informatie is aan gemeenten overgedragen zodat zij met de uitkomsten rekening kunnen houden bij aanbesteding in het kader van de Wmo. Resultaten 2011 Eén project in de zorg, door Partoer en/of Zorgbelang uitgevoerd, waarmee het proces in de ketenzorg wat betreft wachttijden is geoptimaliseerd. Actueel IKP Zorg m.b.t. good-practices rondom informatieoverdracht. Acties 2011 Zorgbelang en/of Partoer voert één project uit gericht op verbeteren van wachttijden. Partoer draagt informatie aan voor input voor good-practices rond informatieoverdracht op IKP zorg. Voorbereiden van vervolgmonitor signaleringsfunctie van de 1e en 2e lijnszorg.
25
Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 2. Integrale samenwerking tussen cure, care en aanpalende terreinen. Resultaten 2008 – 2011 In 2012 zijn 2 expertmeetings in het kader van ontschotting door integrale samenwerking georganiseerd; In 2012 zijn 5 projecten uitgevoerd die sectoroverstijgend zijn en integrale samenwerking stimuleren; Vanaf 2008 worden good-practices met betrekking tot ontschotting door integrale vermeld op IKP Zorg. Terugblik 2008-2010 Er heeft één expertmeeting „jeugdconferentie Vlieland‟ plaatsgevonden. Resultaat: Projectplan „Vlielandgroep‟. Voorbereiding van twee pilots zijn in gang gezet. Borging: Verhoging kennis en inzicht bij de deelnemende organisaties. Er zijn negen projecten uitgevoerd. Borging: Borging van eindresultaat ligt bij deelnemende organisaties alsook uitrol over de provincie. (Subsidievoorwaarden). IKP Zorg is in bedrijf. Borging: Partoer (IKP Zorg) Resultaten 2011 Eén expertmeeting in kader van ontschotting door integrale samenwerking. Eén SIF project dat sectoroverstijgend is en integrale samenwerking stimuleert o.m. gezien het accent van dit thema binnen Frieslab. Bijhouden van good-practices over ontschotting op IKP zorg Integrale samenwerking (huisartsen, zorginstellingen e.d.) gericht op mensen met dementie. Acties 2011 Ambtelijke en bestuurlijke betrokkenheid bij expertmeeting en bij Frieslab. Werven van een sectoroverstijgend SIF project waarmee integrale samenwerking wordt gestimuleerd. Partoer houdt good-practices bij over ontschotting op IKP zorg Zorgbelang draagt informatie aan als input IKP zorg. Partoer ondersteunt integrale samenwerkingsinitiatieven op het terrein van dementie. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 3. Voldoende en bereikbare basiszorg voor alle inwoners van Fryslân Resultaten 2008 – 2011 In 2008 is een knelpuntenanalyse opgesteld over de bereikbaarheid en toegankelijkheid basiszorg in Fryslân; In 2012 zijn 2 pilots uitgevoerd op basis van de uitkomsten knelpuntenanalyse; In 2008 is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de vraag in hoeverre zorgtoerisme een oplossing kan bieden voor voldoende bereikbare basisvoorzieningen in Fryslân. Terugblik 2008-2010 Analyse is uitgevoerd en rapportage is beschikbaar. Borging: Partoer (IKP Zorg)
26
Voorselectie pilots is aan stakeholders voorgelegd. Randvoorwaarden rond 2 scenario‟s (Noordoost en Zuidoost), te weten: centralisatie en decentralisatie, zijn door partijen uit het veld beschreven. Borging: N.v.t. De uitkomsten worden meegenomen in het provinciaal uitvoeringsplan rond krimp en acties in het kader van bewustwording van gemeenten en zorgaanbieders. Haalbaarheidsstudie is uitgevoerd, vervolg wordt onder supervisie van de afdeling Economie, Recreatie en Toerisme (ERT) uitgevoerd. Borging: Vervolgacties worden gevolgd door ERT. Resultaten 2011 Pilots rond 2 scenario‟s (decentralisatie en centralisatie basiszorg) zijn uitgezet. Acties 2011 Uitwerking pilots op basis van de randvoorwaarden. Partoer levert integrale aanpak zorgcapaciteit, voorzieningen en wonen (zie relatie met thema Vermaatschappelijking, doel 7) Ambtelijke inzet bij de uitvoering van de Beleidsopgave „Fan mear nei better‟ (November 2010) en de Digitale Agenda Fryslân. Vervolgacties Zorgtoerisme volgens plan onder leiding van ERT en uitgevoerd door Partoer. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 4. Voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel (m.n. in de ouderenzorg) Resultaten 2008 – 2011 In 2009 is onderzoek uitgevoerd naar de gevraagde competenties van personeel in de ouderenzorg en het aanbod van personeel; In 2012 zijn 3 integrale pilots uitgevoerd om de personeelskrapte te reduceren ofwel via minder personeelsbeslag ofwel via een groter personeelsaanbod. Terugblik 2008-2010 Rapportage is door Calibris opgesteld en zes speerpunten voor de provincie Fryslân zijn geformuleerd. Borging: Rapport en borging is geregeld via inzet van Partoer en betrokken partijen, Er is één pilot uitgevoerd. En één project (product) van Partoer, bestaande uit drie onderdelen: (1) „Fluchskrift „Jongeren interesseren in de zorg‟, (2) „Nieuwe friezen in de zorgsector‟ en (3) een brancheweek voor de zorg. Borging: Via betrokken partijen. Resultaten 2011 Minimaal twee integrale pilots gericht op reductie van personeelskrapte. Acties 2011 Partoer levert het product „Personeelsontwikkeling in de zorg‟ Werven van een integraal SIF project dat gericht is op reductie van personeelskrapte. Verbindingen leggen met provinciale initiatieven, zoals Economiehûs, University Campus Fryslân, Digitale Agenda Fryslân enz. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 5. Patiënten/cliëntenorganisaties hebben handvaten om vraagsturing te krijgen
27
Resultaten 2008 – 2011 Met ingang van 2008 staan er voorbeelden van werkwijze over vraagsturing op het IKP Zorg; Jaarlijkse signaleringsrapporten over knelpunten in de vraagsturing op basis van vraagstukken uit het Platform Zorg Fryslân, jaarverslagen Zorgbelang Fryslân en ambtelijke overleggen met het zorgveld; Jaarlijks wordt een aantal patiënten/cliëntenorganisaties ondersteund in vraagsturing door middel van cursussen, kennisoverdracht, advisering, ondersteuning, vergaderingen etc.; In 2012 zijn 3 projecten uitgevoerd met betrekking tot de implementatie van voorbeeldmodellen voor vraagsturing (bijv. OER-model/EIM-model) binnen de sectoren GZ/GGZ/V&V. Terugblik 2008-2010 Voorbeelden van werkwijze over vraagsturing staan op het IKP Zorg. Borging: Partoer IKP Zorg. Knelpunten worden jaarlijks geïdentificeerd o.a. door Zorgbelang en een aantal worden door Frieslab nader verkend en van advies voorzien. Borging: N.v.t. Ondersteuning in vraagsturing wordt verantwoord in rapportages van Zorgbelang en jaarlijks beoordeeld. Borging: Via Zorgbelang. Er zijn vier projecten uitgevoerd met betrekking tot de implementatie van voorbeeldmodellen voor vraagsturing. Borging: Via betrokken organisaties (subsidievoorwaarden). Resultaten 2011 Actuele voorbeelden werkwijze over vraagsturing IKP zorg Een signaleringsrapport over knelpunten vraagsturing Ondersteuning aantal patiënten/cliëntenorganisaties in vraagsturing (accent op overdracht kennis en borging). Acties 2011 Zorgbelang draagt informatie aan voor input op dit terrein voor IKP zorg Partoer houdt het IKP zorg bij op dit onderwerp Signaleringsrapport op basis van jaarverslag Zorgbelang. Zorgbelang ondersteunt patiënten/ cliëntenorganisaties op het aanreiken van handvatten aan cliëntenorganisaties. Doel Sociale Agenda 2008 – 2011 6. Iedere burger kan kiezen uit meerdere woonvormen waar zorg beschikbaar is. Resultaten 2008 – 2011 In 2009 is er een visiedocument over de spreiding van de zorgcapaciteit en mix aan woonvormen (inclusief hospices). Terugblik 2008-2010 Er ligt een provinciaal visiedocument (zie relatie met thema Vermaatschappelijking, speerpunt 7a). In december 2010 is een expertmeeting over „De toekomst van de ouderenzorg‟ georganiseerd door Partoer i.s.m. de Friesland Zorgverzekeraar/Zorgkantoor. Borging: Partoer draagt met de expertise en ondersteuning bij tot een goede overdracht aan (gemeenten), zorgkantoor/zorgverzekeraar en zorgorganisaties.
28
Resultaten 2011 Informatievoorziening naar gemeenten over de uitkomsten van het visiedocument (relatie met thema Vermaatschappelijking, doel 7). Businesscase naar aanleiding van visiedocument (relatie met thema Vermaatschappelijking, doel 7). Pilotproject naar aanleiding van visiedocument (relatie met thema Vermaatschappelijking, doel 7). Acties 2011 Ambtelijke inzet bij uitvoering van de beleidsopgave demografische ontwikkeling en de Digitale Agenda Fryslân, enz. Producten Partoer om gemeenten te ondersteunen om te komen tot een kwalitatief goed en bereikbaar basisaanbod van zorg- en welzijnsvoorzieningen voor de inwoners van betreffende gemeenten (relatie thema Vermaatschappelijking, doel 7). Werven van een pilot project ( SIF) naar aanleiding van de vervolgstappen van het visiedocument
Actuele ontwikkeling: 1. Frieslab: Er wordt gezocht naar mogelijkheden om een vervolg te geven op Frieslab.
29
6. Nieuwe ontwikkelingen: Visie, rollen en trends 6.1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Welzijn nieuwe stijl (visie rijksoverheid) 6.1.1 Kader Welzijn Nieuwe Stijl Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening (MOgroep W&MD) zijn gezamenlijk met „Welzijn Nieuwe Stijl‟ gestart. Daarbij zijn acht bakens opgesteld, die inspireren, stimuleren en concrete handreikingen bieden om de lijn van vernieuwing in de Wmo te versterken. De acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl (nadere toelichting zie bijlage 4): 1. Gericht op de vraag achter de vraag 2. Gebaseerd op eigen kracht van de burger 3. Direct eropaf 4. Formeel en informeel in optimale verhouding 5. Doordachte balans van collectief en individueel 6. Integraal werken 7. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht 8. Gebaseerd op ruimte voor de professional Voortgang stimuleringsprogramma In 2010 heeft de Rijksoverheid het stimuleringsprogramma in gang gezet. Aan gemeenten en welzijnsorganisaties worden ondersteuningstrajecten op maat aangeboden in de vorm van lokale advisering, trainingen, workshops, handreikingen, informatiemateriaal over bestpractices, en visiteteams. Uit de diversiteit van de lokale vragen voor ondersteuning is wel een trend waar te nemen van onderwerpen die centraal staan om de Wmo lokaal te verbeteren: 1. Gemeenten en welzijnsorganisaties willen de relatie opdrachtgever/opdrachtnemer verbeteren. 2. Gemeenten en welzijnsorganisaties willen een gemeenschappelijke visie op welzijn, een gedeelde maatschappelijke agenda. Deze agenda zal richting geven aan het meerjarig gemeentelijk beleid. 3. Gemeenten en welzijnsorganisaties willen met de acht bakens werken en vaardigheden ontwikkelen om de burger beter te bereiken, te betrekken en anders te ondersteunen. Er wordt geïnvesteerd in het actualiseren van scholing, het aanpassen van beroepscompetenties en het opnemen van het opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap in opleidingen en trainingen. 4. Gemeenten bezuinigingen, maar zij willen tegelijkertijd hun ambities op het lokaal sociaal beleid realiseren. Deze uitdaging vergt een vernieuwende manier werken, waarbij innovatie zal leiden tot minder kosten en betere resultaten voor de burger. 5. Wmo-beleid raakt vele beleidsterreinen, zoals wonen, onderwijs, werk en inkomen, armoedebeleid, en veiligheidsbeleid. Steeds meer gemeenten investeren in de (interne en externe) samenwerking en voeren steeds meer integraal beleid. In het stimuleringsprogramma zal naast de genoemde lokale ondersteuning aan gemeenten en welzijnsorganisaties ook een „collectief‟ aanbod worden georganiseerd. De vijf hierboven genoemde punten vormen de inhoudelijke leidraad voor de programmering. 6.1.2 Terugblik 2010: de stand van zaken in Fryslân In Fryslân is in het kader van het Stimuleringsprogramma een gezamenlijke aanvraag ingediend door de gemeenten Leeuwarden, Dongeradiel, Dantumadiel, Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Ameland en Achtkarspelen en de organisaties SW het Bolwerk, Timpaan welzijn, Stichting welzijn Schiermonnikoog en Stichting Sociaal Cultureel Werk Ameland. Gemeenten en welzijnsorganisaties bepalen samen, op basis van de lokale behoefte, ook de
30
concrete invulling van de ondersteuning. Vanuit een landelijke pool Welzijn Nieuwe Stijl zijn 30 adviseurs, tijdelijk en voor een beperkt aantal uren, gecontracteerd. Zij voorzien in de gewenste ondersteuning en expertise. Voor deze landelijke adviseurspool zijn ook twee adviseurs van de Partoer aanspreekbaar voor de Friese gemeenten en welzijnsinstellingen. In 2010 is het onderzoek Welzijn Nieuwe Stijl in Fryslân uitgevoerd. Daarin stonden twee vragen centraal: (1) „Zijn de Friese gemeenten en welzijnsorganisaties klaar voor de toekomst?‟ en (2)„Wat moet er in het kader van Welzijn Nieuwe Stijl nog gebeuren?‟ Partoer deed inventariserend onderzoek naar de stand van zaken in alle 31 gemeenten en bij 25 welzijnsorganisaties in de provincie. Leidraad voor de inventarisatie waren de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl. De rapportage gaat over de ervaringen van gemeenten en welzijnsorganisaties met het werken volgens de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl. Tevens zijn de prioriteiten van gemeenten en welzijnsorganisaties met betrekking tot de twee hoofdthema‟s van Welzijn Nieuwe Stijl geïnventariseerd en is de behoefte aan ondersteuning bij de ontwikkeling en uitvoering van nieuw beleid in kaart gebracht. De rapportage is gebaseerd op de antwoorden van gemeentelijke welzijnsambtenaren en beleidsmedewerkers en van directeuren, leidinggevenden en medewerkers van welzijnsorganisaties. Uit de inventarisatie blijkt dat er al veel bereikt is maar dat er ook nog het nodige moet gebeuren. Gemeenten en organisaties geven bovendien aan in welk opzicht zij ondersteuning kunnen gebruiken. De uitkomsten van de inventarisatie zijn gepresenteerd in het provinciaal ambtelijk overleg Welzijn & Zorg op 16 november 2010. Twee gemeenten hebben inmiddels al vervolgstappen gezet door een aanvraag voor de stimuleringsregeling in te dienen. Op aanvraag biedt Partoer deskundige ondersteuning, inclusief de expertise uit het landelijk netwerk WNS. 6.1.3 Resultaten 2011 Vier bijeenkomsten ambtelijk overleg Welzijn en Zorg. (zie relatie met het thema Vermaatschappelijking en leefbaarheid (V&L), doel 9). Actuele informatie op IKP. Er worden naar behoefte en relevantie werkgroepen/pilots WNS gestart. Er wordt aan minimaal twee gemeenten maatwerkondersteuning geboden resulterend in overdraagbare goede voorbeelden, waar andere gemeenten gebruik van kunnen maken. Methoden als beleidsgestuurde contractfinanciering (BCF) en social return on investment (SROI) zijn hier ook aan de orde. 6.1.4 Acties 2011 Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Partoer richt zich in 2011 op het ondersteunen van de verdere ontwikkeling van de Wmo en WNS. Daarvoor zijn boven de inzet van adviseurs vanuit het landelijk Stimuleringsprogramma 700 uren gereserveerd om de volgende acties ten behoeve van - en in samenwerking met gemeenten uit te voeren: Ondersteunen van het provinciaal ambtelijk overleg welzijn en zorg (zie V&L doel 9); Op peil houden van de informatievoorziening Wmo en AWBZ op IKP Fryslân; Organisatie en inhoudelijke ondersteuning van werkbijeenkomsten geïnitieerd door het ambtelijk overleg Welzijn en Zorg; Welzijn Nieuwe Stijl: Er komt een follow up n.a.v. de aanbevelingen van het onderzoek.
31
6.2
Aandachtsgebieden (rol)
6.2.1 Kader De landelijke aanpak „Vogelaarwijken‟ en de voor de plattelandsgemeenten vaak ongunstige (wegings)factoren van de rijksoverheid bij de verdeling van middelen waren voor de leden van Provinciale Staten aanleiding om eens nauwkeuriger te kijken naar regio‟s, dorpen en wijken in Fryslân. Daarbij werd met name gekeken naar regio‟s, wijken en buurten waar mensen in een achterstandssituatie (voetnoot 1) verkeren en waar de provincie als middenbestuur en aanvullend op de gemeentelijke inzet een onderscheidende rol kan spelen. In dat kader is op verzoek van Provinciale Staten in 2009 een onderzoek geweest naar de leefbaarheid in wijken en dorpen in Fryslân. Dit onderzoek werd gecompleteerd door ook aan gemeenten zelf te vragen naar de leefbaarheid in hun dorpen en plaatsen. Deze informatie, samen met de uitkomsten van de Leefbaarometer van het Ministerie van VROM, dienden als input voor een expertmeeting over aandachtsregio‟s. De expertmeeting werd georganiseerd als voorbereiding op een mogelijke aanpak van aandachtswijken en –dorpen in Fryslân. Oud-minister Winsemius en Vogelaar hebben daar hun visie gegeven op de problematiek, maar ook verscheidene organisaties uit het veld waren hierbij betrokken. In grote lijnen waren de uitkomsten als volgt: - Fryslân heeft geen grote problemen op het gebied van veiligheid. Wel zijn er knelpunten op allerlei gebied, maar deze zijn erg diffuus verspreid over de hele provincie. Daardoor vallen gemeenten vaak buiten de landelijke normen en komen ze niet in aanmerking voor middelen van de rijksoverheid. Integrale aanpak is vereist. Naast het aanpakken van fysieke en sociale achterstanden moet ook met nadruk de economische ontwikkeling worden meegenomen. - De aanpak moet van onder op gemaakt en uitgevoerd worden. Dat betekent dat de plannen in nauwe samenwerking met de bewoners zelf tot stand moeten komen, waarbij bewoners ook zelf verantwoordelijkheid dragen. - Er moeten keuzes worden gemaakt. Het zet geen zoden aan de dijk wanneer voor een beperkte tijd op van alles een beetje wordt ingezet. Daarom is het belangrijk te focussen en inzet voor langere periode na te streven. De contouren van de uitwerking en de onderscheiden rollen: - Het gaat om het provinciale en gemeentelijk project Aandachtsgebieden Fryslân. In beide gemeenten is de gemeente eigenaar van het project, de provincie doet vanuit haar commitment mee; - Provincie en de gemeenten Weststellingwerf en Ooststellingwerf nemen zich voor om voor respectievelijk Noordwolde en twee woonwijken in Oosterwolde een aanpak te ontwikkelen (methodiekontwikkeling) waarbij sociale wijkproblematiek gekoppeld wordt aan fysieke ingrepen en sociale economische ontwikkeling; - Het streven van de gemeenten is daarbij direct ook gericht op betrokken dorpen en wijken. Het streven van de provincie is ook gericht op de overdraagbaarheid van de methode; - Provinciaal gezien is het project onderdeel van een nieuwe manier van werken met gemeenten en provincies.
Voetnoot 1: Volgens de definitie van het SCP is achterstand: “Er is sprake van maatschappelijke achterstand wanneer er een cumulatie is van laag onderwijsniveau, werkloosheid (langdurig of permanent) en laag huishoudinkomen.”
32
Als voorlopige projectdoelen zijn vastgesteld: De sociaaleconomische positie en de fysieke leefomgeving van de inwoners van de gemeente Ooststellingwerf en Weststellingwerf in het algemeen en die van de mensen in een achterstandssituatie in het bijzonder worden door een integrale en creatieve aanpak in 7 jaar verbeterd; Dat gebeurt door lopende projecten te verbinden en de gesignaleerde lacunes met nieuwe projecten, die bijdragen aan de doelstellingen, in te vullen; De inzet en activiteiten moeten direct of indirect ten goede komen aan de mensen in een achterstand; De doelstellingen worden in een periode van 7 jaar gehaald en verstevigd door de inzet met nog eens 7 jaar te verlengen; Het programma komt tot stand in samenspraak met provincie, gemeenten, lokale sleutelfiguren, burgers en andere partner; De projectdoelen worden in de loop van het proces samen smart ingevuld. Procesopzet 2010 – 2024 in uitvoeringsprogramma‟s De partners maken een uitvoeringsprogramma 2010-2011; Daarna worden tweejaarlijkse uitvoeringsprogramma‟s opgesteld; In 2012 is een eerste beleidsevaluatie om te bepalen of het beleid resultaten boekt; Vervolgens wordt de looptijd van de nieuwe uitvoeringsprogramma‟s bepaald. In 2016 staat en mid term review over het programma gepland, gevolgd door een eindevaluatie in 2023. 6.2.2 Terugblik 2010 Medio 2010 is een uitvoeringsstructuur en uitvoeringsprogramma uitgewerkt. Op basis hiervan zijn in december 2010 voorlopige subsidies verstrekt aan de gemeenten Ooststellingwerf en Weststellingwerf voor projecten in 2010 en 2011. Sommige projecten hebben een langere looptijd. 6.2.3 Resultaten 2011 De resultaten zijn nog niet benoembaar. Die volgen per project na identificatie van de indicatoren i.s.m. Partoer. Uitvoeringsplannen 2012 van Oost- en Weststellingwerf. Twee (voorlopige) subsidiebeschikkingen waarin de gereserveerde financiële middelen gekoppeld zijn aan projecten, die passen binnen de doelstellingen van het PS besluit „Aandachtsgebieden‟. Monitoringskader van de projecten in Oost- en Weststellingwerf. 6.2.4 Acties 2011 Weststellingwerf: Er wordt extra ingezet op schoolmaatschappelijk werk in Noordwolde. Er wordt een haalbaarheidsonderzoek voor het opzetten van een Zorgcentrum Noordwolde uitgevoerd. Er wordt een plan van aanpak opgesteld om te komen tot een leerwerkplaats gekoppeld aan de ontwikkeling van een Zorgcentrum Noordwolde. Door middel van projectmatige inzet wordt nadrukkelijk ingezet op bewustwording en participatie van jongeren. Communicatie en pr wordt i.s.m. relevante partijen uitgewerkt. Partoer ondersteunt gemeentelijke werkgroepen, deelprojectleiders en maatschappelijke organisaties bij de uitwerking van de projecten in het kader van Aandachtsgebieden (150 uur). Partoer ondersteunt de gemeente bij het beschrijven van de indicatoren per deelproject, het monitoren, het rapporteren, het evalueren en het bijsturen van de (deel)projecten. (250 uur) Uitvoeringsplan 2012 wordt opgesteld.
33
Ooststellingwerf: Er wordt extra ingezet op dorp- en wijkwerk. Wijkteams worden versterkt in relatie tot Aanpak structuurvisie. Gezinscoaches worden ingezet in multi-problem situaties. Het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen krijgt in combinatie met Brede School MFS Zuid en Sportaccommodatie Boekhorst een extra impuls. Er wordt onderzocht in hoeverre met het Zweedse model (arbeidsparticipatieverhogend) toekomstbestendig onderwijs kan worden ontwikkeld. Er wordt extra aandacht besteed om jongeren bij hun buurt en omgeving te betrekken. Partoer ondersteunt gemeentelijke werkgroepen, deelprojectleiders en maatschappelijke organisaties bij de uitwerking van de projecten in het kader van Aandachtsgebieden. (150 uur) Partoer ondersteunt de gemeente bij het beschrijven van de indicatoren per deelproject, het monitoren, het rapporteren, het evalueren en het bijsturen van de (deel)projecten. (250 uur) Uitvoeringsplan 2012 wordt opgesteld.
34
6.3
Bevolkingsontwikkeling en krimp (Trends)
6.3.1 Kader In 2010 is door alle betrokken werkvelden bij bevolkingsontwikkeling in Fryslân in kaart gebracht wat Fryslân kan en moet doen om om te gaan met veranderde samenstelling van de bevolking en krimp. De beleidsopgave is beschreven in de Nota „Fan mear nei better‟, beleidsopgave 2010-2020, Demografische ontwikkelingen Fryslân. (zie www.fryslan.nl/bevolkingsontwikkeling) In het kader van de Sociale Agenda 2008-2011 is de veranderende demografische samenstelling en krimp een trend die voor alle beleidsonderdelen van belang is. Voor 2011 ligt er de opgave om een begin te maken met projecten. We stellen voor om door te gaan met de acties die we op dit moment al doen en als nieuwe actie vanuit de Sociale Agenda 2008-2011 mee te werken aan spreidingsvoorzieningen plannen in alle breedte van het provinciale en gemeentelijk werkveld. Het andere actiepunt ligt dan in het specifiek vanuit sociaal beleid kijken naar de gewenste ontwikkelingen. Het gaat dan om projecten/ideeën die een innovatief, breed en creatief karakter hebben en bijeengebracht zijn op het terrein van zorg en welzijn en in verbinding met leefbaarheid te stimuleren als pilots. 6.3.2 Terugblik In de thema‟s Vermaatschappelijking & leefbaarheid en Zorg zijn allerlei acties gedaan en in gang gezet die een positieve bijdrage leveren op het onderwerp „Bevolkingsontwikkeling en krimp‟. Hierbij valt te denken aan: (1) Bewustwordingsactiviteiten onder ouderen ten aanzien van wonen en woonbehoefte op oudere leeftijd, (2) het levensloopbestendig maken van de woning, zoals de pilot „Geryflik wenjen‟, (3) het meedraaien in het twee jaar durend onderzoek naar de effecten van de verschillende typen woonservicezônes in Nederland, waaronder Bilgaard, o.l.v. het Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting, (4) Werkconferentie „Lokaal aan de slag‟ (Wmo en Wonen) met als focus „Woningaanpassing en het primaat van verhuizing‟, (5) Brochure „Goed wonen in de toekomst‟, (6) Jonge Friezen Foarút (Onderzoek naar dromen en toekomstperspectieven van Friese jongeren). Over wonen, weten, werken en welzijn in de noordelijke schil van Friesland), (7) Een provinciaal visiedocument over spreiding van voorzieningen en diensten op het gebied van zorg en welzijn en spreiding van een mix aan woonvormen, inclusief hospices, (8) Een knelpuntenanalyse over de bereikbaarheid en toegankelijkheid van basiszorg, (9) Pilots om de personeelskrapte in de zorg aan te pakken en (10) er zijn 16 initiatieven van allerlei aard gerealiseerd waarmee de gebruikswaarde, kwaliteit en spreiding van dorpshuizen, multifunctionele (wijk)centra en zorgvoorzieningen zijn verbeterd. Alle best-practices zijn vermeld op de verschillende met het onderwerp samenhangende IKP‟s. 6.3.3 Resultaten 2011 Een integrale conceptontwikkeling wonen, welzijn, zorg en innovatie die ook in andere regio‟s bruikbare aanknopingspunten biedt. Een regionaal voorzieningenspreidingsplan in relatie met demografische ontwikkelingen. Actuele IKP‟s en andere relevante sites. Een informatiebijeenkomst door en voor senioren gericht op wonen en woonwensen. 6.3.4 Acties 2011 Pilot Súdwest Fryslân (n.a.v. samenwerkingsagenda Súdwest Fryslân) ondersteunen bij de totstandkoming van integrale conceptontwikkeling wonen, welzijn, zorg en innovatie via reguliere inzet van de steunorganisaties Partoer en Doarpswurk (zie relatie met thema V&L, speerpunt 5 en Zorg, speerpunt 6). Partoer ondersteunt gemeenten bij de ontwikkeling van regionale integrale voorzieningenspreidingsplannen in relatie met de demografische ontwikkeling.
35
SFO levert in samenwerking met Partoer een product aan oudere wordende burgers dat bijdraagt aan bewustwording rondom wonen en woonwensen (zie relatie met thema V&L, speerpunt 5) Gebruik maken van Versnellingskamer „dorp in 2020‟ via reguliere inzet steunorganisaties Faciliteren bij vergroting en verspreiding van kennis via: -Informatie- en Kennispunten bij steunfuncties (vrijwilligers, vergrijzing, zorg, leefbaarheid) www.ikpfryslan.nl -Site van de provincie www.fryslan.nl -Site gericht op het verspreiden van kennis op het gebied van krimp www.vanmeernaarbeter.nl/kknn -ambtelijke inzet via reguliere overleggen (met gemeenten, zorgorganisaties, maatschappelijke organisaties, experiment Frieslab etc.) Ambtelijke inzet om dwarsverbanden te maken tussen speerpunten uit de Sociale Agenda 2008-2011en demografische ontwikkelingen met University Campus Fryslân (UCF), Digitale Agenda Fryslân (DAF), Ondernemershûs c.q. Economiehûs, wonen etc.
36
6.4
Digitale agenda Fryslân (trend)
6.4.1. Kader Op 19 mei 2010 heeft Eurocommissaris Kroes het nieuwe Europese programma Digitale Agenda Europa gelanceerd. Dit programma is één van de zeven grote „flagship‟ programma‟s van het Europa 2020-beleid voor de komende tien jaar. Bij de start van dit programma heeft mevrouw Kroes het belang van digitalisering voor de gehele samenleving aangegeven. Digitalisering speelt evident een cruciale rol in relatie tot economische groei, voor ontplooiing van mensen voor het creëren van duurzame werkgelegenheid. Maar de impact van digitale technologie sijpelt, zonder dat we daar erg bewust van zijn, in werkelijk alle facetten van het dagelijkse leven door. Digitalisering raakt onze samenleving overal Europese onderzoeken laten zien dat momenteel meer dan de helft van alle ontwikkelingen van onze samenleving wordt bepaald door digitalisering. We zijn ons daar eigenlijk veel te weinig van bewust. Overheden sturen samen namelijk nog geen 5% van de digitalisering in de samenleving. Digitalisering overkomt de samenleving en dan zowel in min of meer toevallige kansen, maar ook in echte bedreigingen, die vaak moeilijk achteraf te repareren zijn (financiële crisis door te snel interacterende beurssystemen wereldwijd). Er vindt immers een enorme infiltratie in het persoonlijke leven van mensen plaats door mobiele bereikbaarheid, door sociale media, door het delen van privacygegevens tussen instellingen en de informatie-overload via Internet. Denk maar eens aan het wereldomspannende effect van WikiLeaks als toonbeeld van macht van digitalisering. Grip krijgen op digitalisering van de samenleving Vandaar dat de Europese Unie een speciaal programma voor digitalisering heeft opgezet om de samenleving bewust te maken en haar het potentieel van digitalisering weer terug in handen te geven. Digitalisering is in de vorm van diensten en voorzieningen, maar vooral ook als motor voor veranderingen in de samenleving heel goed bewust in te zetten. Digitalisering van de samenleving als kans De komende jaren staan ons grote maatschappelijke uitdagingen te wachten. Demografische veranderingen leiden ertoe dat Fryslân bevolking zal gaan verliezen. De werkgelegenheid en voorzieningen en dientengevolge de leefbaarheid in de dorpen komen erg onder druk te staan, maar ook zorg, onderwijs en energievoorziening staan onder druk. Tegelijkertijd is Fryslân een aantrekkelijke regio om te wonen, werken, studeren en recreëren. Hoe zorgen we er met elkaar voor dat we die aantrekkelijkheid en kwaliteit van leven in Fryslân behouden? Digitalisering biedt grote kansen voor de ontwikkeling van Fryslân, doordat het overal is en daardoor de samenleving overal kan verbinden, versterken en robuust maken. Digitale Agenda Fryslân In de tweede helft van 2010 zijn de contouren van de Friese Digitale Agenda ontstaan. Die agenda is een integrale vertaling van het Europese programma, maar dan passend gemaakt op onze provincie en haar eigen samenleving. Het past naar verwachting volledig op de doelstellingen die de Provincie met haar maatschappelijke partners samen heeft gesteld voor de komende jaren, met name op de terreinen: Cultuur en creativiteit, Toerisme, Duurzame Energie, Water, Sociale cohesie en plattelandsontwikkeling, Talentontwikkeling en Innovatieversterking. De Digitale Agenda Fryslân biedt een slimme inzet van digitale vormen van diensten, voorzieningen en een nieuwe, bewuste manier van kijken naar de functie van digitalisering in de samenleving.
37
Digitalisering is geen doel op zich. Als het goed gebruikt wordt, versterkt het de sociale, culturele, ecologische en economische kwaliteiten van deze provincie. Digitalisering draagt dan direct bij aan het welbevinden van de inwoners en bezoekers van Fryslân in hun dagelijks leven. Het helpt hen om zelfstandig of samen met anderen vorm te geven aan de kwaliteiten van leven in Fryslân. Digitale Agenda Fryslân en Europa Tot nu toe is Fryslân de enige regio in Europa die over een dergelijk eigen integrale regionale digitale agenda beschikt. Fryslân is daarmee momenteel een van de weinige overheden (tussen met name kennisinstellingen, onderzoeksinstituten en koepels van bedrijven) die rechtstreeks meeschrijven aan de toekomstige Europese Digitale Agenda. Het Directoraat Generaal van eurocommissaris Kroes heeft per brief van 3 november 2010 aan het College van Gedeputeerde Staten laten weten daarin te willen samenwerken. De agenda vormen en verbinden In de maanden tot 1 juli 2011, krijgt de Digitale Agenda Fryslân een echt programmakarakter. Het wordt een agenda met tientallen samenhangende projecten die zich uitstrekken over alle beleidsterreinen en de hele Friese samenleving. De kern van de Digitale Agenda Fryslân is die samenhangende basis, de regionale digitale voedingsbodem voor ontplooiing van nieuw ontwikkelingen in de samenleving. In de maanden na aanvang van de nieuwe bestuurlijke periode 2011 - 2015 wordt dit digitale fundament onder het provinciale beleid gelegd in verbinding met het andere fundament voor de samenleving: cultuur. Digitale Agenda Fryslân langs drie sporen Vanaf juli 2011 vormt de integrale regionale aanpak van de Digitale Agenda Fryslân, samen met het provinciale cultuurbeleid het fundament voor versterking van de samenleving. De bewustwording, de diensten, de voorzieningen en de begeleiding daarbij zullen tussen kunst en cultuur en digitalisering hand in hand gaan (spoor 1). Vanaf juli 2011 start de uitvoering van projecten uit de digitale agenda in verbinding met andere provinciale beleidsuitvoering (spoor 2). Vanaf juli 2011 start ook de Friese rol als voortrekker en mentor voor regionale en stedelijke ontwikkeling met digitalisering en cultuur als verandermotoren of „change agents‟ (spoor 3). Alle drie sporen kennen een looptijd van 2011 tot eind 2015. 6.4.2 Terugblik In het domein van zorg en welzijn zijn een aantal digitale projecten met financiële middelen van de provincie geïnitieerd. Te denken aan Virtuele Zorg, Farmacierobot, een dvd (serious gaming) als leermiddel voor „Verantwoord zelfstandig wonen voor jongeren‟ en er is een aanzet gegeven om te komen tot de Digitale Opbouwwerker (NHL). 6.4.3 Vervolg Projecten in het kader van sociaal beleid met digitalisering als een middel kunnen worden ingediend in het kader van het thema Vermaatschappelijking en leefbaarheid, onder doel 10.
38
7. Financiële middelen (en andere provinciale inzet) De provincie heeft een aantal instrumenten waarmee zij het sociaal beleid, geformuleerd in de Sociale Agenda, realiseert. Deze zijn verwerkt in de thema‟s en hier nog eens op een rijtje gepresenteerd: 1. Ambtelijke en/of bestuurlijke inzet ten behoeve van beleids- en visieontwikkeling, (programma)sturing, coördinatie enzovoort; 2. Steunfunctie organisatie Partoer: het inzetten van steunfunctie organisatie voor advies, procesondersteuning, projecten, onderzoek, kennis en informatie, gericht op de thema‟s in de Sociale Agenda; 3. Elf maatschappelijke organisaties (zie voetnoot A) die producten leveren, die passen binnen de doelen en speerpunten van de Sociale Agenda; 4. Subsidies (budgetten), waarmee de provincie projecten financiert, die passen binnen het kader van de agenda. Het onderstaande schema geeft een globaal overzicht van de financiële middelen die nodig zijn om de gewenste resultaten en beleidsvoornemens uit de Sociale Agenda 2008-2011 te realiseren. De middelen vanuit het Beleidskader Jeugdzorg (doeluitkering) en de Sportnotitie worden buiten beschouwing gelaten. (Bedragen x 1.000)
2010
2011
2012
2013
Totaal financieel beslag Sociale Agenda
7.533
6.637
P.M.
P.M.
3.013 1.070
3.013 1.069
Structureel gefinancierde middelen Steunfunctie organisatie Partoer Maatschappelijke organisaties
Tijdelijk gefinancierde middelen Sociaal Investeringsfonds 2.450 2.547 (*) 2.088 Armoedefonds 1.000 (*) Na aftrek van aangegane verplichtingen, inclusief aandachtsgebieden, nog minimaal € 1.300.000 ten behoeve van de tender 2011.
Voetnoot A Maatschappelijke organisaties zijn: 1. Sensoor (telefonische hulpdienst) 2. FSU: Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden 3. FCDS: Fries Centrum voor Doven en Slechthorenden 4. VG-belangen: belangenplatform verstandelijk gehandicapten 5. SFO: Stichting Friese Ouderenbonden 6. Solidair: Katholieke Maatschappelijke Activeringsorganisatie 7. PDC: Protestantse Diensten Centrum (maatschappelijke activering) 8. Humanitas 9. COC 10. Tûmba, inclusief Anti-discriminatiebureau 11. Zorgbelang Fryslân
39
BIJLAGE 1: Bakens Welzijn Nieuwe Stijl Baken 1: Gericht op de vraag achter de vraag Welzijnswerk in Nederland probeert al enige tijd een omslag te maken van aanbod - naar vraaggerichtheid. Hoewel het vanzelfsprekend lijkt, blijkt de praktijk nogal weerbarstig. Het vraagt een wezenlijke omslag, zowel bij de vragende als de aanbiedende partij. Vraaggericht werken is niet zonder meer de vraag van de burger als uitgangspunt nemen bij de organisatie van het aanbod. Het is geen kwestie van „u vraagt en wij draaien‟. Dat zou juist leiden tot claimgedrag, waarbij de eigen kracht van de burger en zijn netwerk onvoldoende worden aangesproken en de achterliggende problemen niet worden aangepakt. Bijna altijd is de vraag van burgers in eerste instantie een vraag naar het bekende aanbod. Maar met een hulp bij het huishouden zijn de eenzaamheidsproblemen niet op te lossen. Het is nodig om breder te kijken naar de mensen die om ondersteuning vragen: breder kijken om problemen bij mensen écht op te lossen. Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger Als de vraag van de burger eenmaal helder is, moet de vraag beantwoord worden wie wat doet. Wat kunnen de burgers zelf, of met hulp uit de directe sociale omgeving doen? Wat kan de rol zijn van de sociale verbanden in de wijk of buurt? Hoe kunnen vrijwilligers worden ingezet? Wat kunnen buren, en familieleden betekenen? Met andere woorden: wat doen de professionals en wat doen de burgers? Maar ook, wat kan de professional doen om de zelfredzaamheid van de burger (in en met zijn eigen omgeving) te versterken. Te snel wordt nu nog voorbij gegaan aan de eigen kracht van de burger, zijn netwerk, de straat of wijk. Het uit handen nemen van problemen werkt meestal averechts op het zelfoplossend vermogen. De „eigenkrachtbenadering‟ of een andere, vergelijkbare methode, vraagt om een cultuuromslag bij de burger en de professional. Die omslag is niet eenvoudig. Burgers hebben geleerd toch vooral tijdig een beroep op de overheid of de hulpverlenende instanties te doen. Maar nog ingewikkelder ligt de cultuuromslag wellicht bij de hulpverlener. Het is toch immers zijn of haar vak de problemen van anderen op te lossen en om die „kwetsbare mensen' te ondersteunen. Baken 3: Direct er op af Er zijn mensen die ondersteuning claimen en er zijn mensen die zorg mijden. Het gaat bij de zogenoemde zorgmijders om mensen die niet om ondersteuning durven of willen vragen, terwijl ze al langer vereenzamen, zich verwaarlozen, met onoplosbare schulden kampen, of verslavingsgedrag vertonen. Deze burgers weten de weg niet te vinden naar ondersteuning. Ze zijn op basis van eerdere ervaringen teleurgesteld in de hulpverlening, of vastgelopen in de bureaucratie. Deze mensen worden niet bereikt door ze op te roepen om op kantoor te verschijnen ten einde daar een goed gesprek te voeren. Daar moet de professional op af, en het liefst zo snel mogelijk, om erger te voorkomen. Dat gebeurt te vaak nog niet, omdat andere – legitieme - uitgangspunten een direct ingrijpen in de weg staan, of lijken te staan. Het gaat dan om privacy, zelfbeschikking en eigen verantwoordelijkheid. Baken 4: Formeel en informeel in optimale verhouding Het kenmerk van de Wmo is dat de participatie wordt bevorderd niet alleen door een beroep te doen op de eigen mogelijkheden van de burger of de inzet van professionals, maar ook op de inzet van sociale netwerken, vrijwilligersinitiatieven en wijkverbanden. In Welzijn Nieuwe Stijl wordt gezocht naar de optimale verhouding tussen wat burger (onderling) zelf kunnen en wat professionals moeten. Ook dit bak en betekent voor burgers, professionals en gemeenten een forse verandering van houding en aanpak, die
40
breekt met de traditie van recht, of vanzelfsprekend een beroep kunnen doen op professionele ondersteuning. Het past bij Welzijn Nieuwe Stijl dat de professional zich terughoudend opstelt. Zijn of haar kracht ligt er juist in om samen met burgers te bezien op welke wijze de burgers zelf de problemen of klachten kunnen oplossen. Het probleemoplossend vermogen, zowel van individuen als groepen moet geactiveerd worden. Het voorkomt daarnaast structurele afhankelijkheid van de professional. Eenzaamheid kan mogelijk beter bestreden worden door het herstellen van sociale netwerken. Baken 5: Doordachte balans van collectief en individueel De verzorgingsstaat is doorgeschoten met individuele oplossingen voor problemen van burgers. Mensen zijn daaraan gewend geraakt. De financiering ervan komt echter steeds meer onder druk te staan en de negatieve gevolgen van de individualisering van de samenleving worden steeds meer zichtbaar. Ook daarom is het ontwikkelen van meer collectieve aanpakken onvermijdelijk. De sector die hier vanouds de meeste ervaring mee heeft is de welzijnssector. Collectieve aanpakken zijn niet alleen goedkoper, maar bieden ook vaak een betere oplossing. De buurtmaaltijd is niet zelden effectiever (want biedt bijvoorbeeld mogelijkheden tot contact) dan de individuele bezorging aan huis. Ook voor dit baken geldt dat het er niet om gaat dat professionals ten allen tijde automatisch voor collectieve oplossingen kiezen. Het gaat om het vinden van de juiste balans tegen de achtergrond van het probleem dat moet worden aangepakt. Baken 6: Integraal werken De vraag centraal stellen vraagt om een integrale en samenhangende aanpak van professionals. De burgers die bij bijvoorbeeld het Wmo-loket, of het maatschappelijk werk aankloppen, hebben meestal problemen die niet door één instelling of één voorziening kunnen worden opgelost. Het gaat vaak om meerdere problemen tegelijk. Problemen die met elkaar samenhangen en dus ook in samenhang moeten worden aangepakt. Als een burger geen werk en daardoor te weinig geld heeft, in een slecht huis woont en spanningen in zijn gezin heeft, ziet hij dat als een ongedeeld vraagstuk. Dienst- en hulpverleners komen niet ver als ze opereren alsof ze op een eiland zitten. Goed met elkaar samenwerken is belangrijk. Nadrukkelijk is hier de invulling van de regierol van de gemeente aan de orde. Het is de gemeente als opdrachtgever en regisseur die bij uitstek geschikt is om partijen bij elkaar te brengen. Op cliëntniveau moeten de aanbieders van ondersteuning zelf de verantwoordelijkheid voor ketenregie oppakken. Baken 7: Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht Welzijn Nieuwe Stijl is niet vrijblijvend. Waar organisaties ondersteuning bie den aan burgers, worden concrete afspraken gemaakt over de vraag op welke ondersteuning van professionals en vrijwilligers men kan rekenen, wat daarbij de eigen inzet is (met en in de eigen omgeving) en naar welke resultaten wordt toegewerkt. De doelen in een ondersteuningstraject moeten voor de burger duidelijk, concreet en haalbaar zijn en zij moeten niet alleen perspectief bieden op de langere termijn, maar zich ook richten op praktische, snelle resultaten. Dat wil zeggen dat doelen voor de cliënten in concrete, meetbare termen moeten worden geformuleerd. Er moet sprake zijn van een gezonde mix van korte en lange termijn. Baken 8: Gebaseerd op ruimte voor de professional Centraal thema in Welzijn Nieuwe Stijl is de relatie tussen de burger en zijn netwerk enerzijds en de welzijnsprofessional anderzijds. Niet alleen de regels van de organisatie of de wensen van de gemeente zijn bepalend, maar ook de professionele bagage van de beroepskracht. Deze moet voldoende aan bod kunnen komen. Daarvoor heeft de
41
professional de ruimte nodig om zelfstandig te handelen op basis van een ruime vrije beslissingsruimte. Professionals Welzijn Nieuwe Stijl moeten midden in de samenleving staan. Tegelijkertijd moeten zij ook adequaat kunnen communiceren met collega's van de eige n organisatie, met cliënten en hun naaste omgeving, vrijwilligers en met de partners in de keten. Ook wordt van hen verwacht dat ze ondernemend zijn, outreachend werken, in ketens kunnen samenwerken en hier soms de regie in nemen. Samenwerking tussen informele zorg en professionele dienstverlening vraagt om fine-tuning wie wat precies doet. Kortom, je weet wanneer je op je handen moet zitten en wanneer de handen uit de mouwen moeten. Deze professionals moeten dan wel ruimte krijgen om zelf te beslissen hoe zij die kennis en ervaring inzetten. Ruimte voor de professional kan alleen bestaan wanneer er vooraf goede afspraken zijn gemaakt over de te behalen resultaten en daarover achteraf verantwoording wordt afgelegd.
42
BIJLAGE 2: OVERZICHT GEHONOREERDE AANVRAGEN SOCIAAL INVESTERINGSFONDS September tender 2010 Project: Omschrijving: Subsidie: Organisatie:
Verbouw/nieuwbouw +dorpshuis It String tot multifunctioneel centrum Verbouw/nieuwbouw +dorpshuis It String tot multifunctioneel centrum € 58.000,-It String Boksum
Project: Omschrijving:
Signs of Safety Trainen van medewerkers van Indicatie/casemanagement en Jeugdbescherming in Signs of Safety € 5.000,-Bureau Jeugdzorg Friesland
Subsidie: Organisatie:
Project: Omschrijving:
Subsidie: Organisatie:
Duet Ontwikkelen van een sluitende keten van zorg en dienstverlening voor jeugdigen (15 t/m 25 jaar) met autistische beperkingen op 4 domeinen, te weten behandelen, wonen, vrije tijd/ sociale contacten en werk/scholing. € 150.0500,-Mienskipssoarch
Project: Omschrijving: Subsidie: Organisatie:
MFC verbouwen/ nieuwbouw van het Mienskipssintrum Leppehiem € 90.020,-De Boarn
Project: Omschrijving:
School als werkplaats. Samen met de partijen die bij het brede jeugd- en zorgbeleid in Leeuwarden zijn betrokken, te werken aan een werkwijze waarop eerder en integraler die zorg en ondersteuning verleend kan worden aan de jongere (en de thuissituatie) waarbij de school de vind- en werkplaats is € 200.000,-Gemeente Leeuwarden
Subsidie: Organisatie:
Project: Omschrijving:
Subsidie: Organisatie:
Project: Omschrijving:
Keten jonge ouders Friesland Ondersteuning aan jonge zwangere vrouwen en aanstaande vaders in de leeftijd van 12-24 jaar, op verschillende levensgebieden zodat geen beroep hoeven doen op geïndiceerde hulpverlening. OJO ondersteunt jonge ouders bij het halen van een diploma/startkwalificatie zodat hun toekomstperspectief behouden blijft. € 70.000,-Stenden Hogeschool
Oog en oor voor ouderen. Het project Oog en oor voor ouderen in zorginstellingen heeft een tweeledig doel: 1. omgaan met zorgvragers die oog-en of oorproblemen is organisatorisch beter ingebed in zorg- en verpleeginstellingen. Hiervoor worden 1.000 zorgvragers getoetst op auditieve en visusproblemen in 3 grote instellingen op 6 locaties.
43
2. ontwikkelen van speciaal lesmateriaal voor (aankomende) professionals in MBO Verzorging en Verpleging én voor personeel op de 6 locaties. Subsidie: Organisatie:
€ 31.379,-FCDS
Project: Omschrijving:
MFA Kootstertille Multifunctionele accommodatie in Kootstertille met ruimtes voor meervoudig gebruik € 75.000,-St Dorpshuis Tillehus
Subsidie: Organisatie:
Project: Omschrijving:
Subsidie: Organisatie:
Project: Omschrijving: Subsidie: Organisatie:
MFC Realisering van een multifunctioneel centrum in Blije, gemeente Ferwerderadiel. In het MFC zullen veel voorzieningen worden gerealiseerd zoals: dorpshuis, binnen- en buitensport, jeugdhonk, peuterspeelzaal/bso, huisarts en zorgverlening en aula. € 79.817,-Gem. Ferwerderadiel
MFC/brede school Hemrik Verbouw en uitbreiding van het dorpshuis in combinatie met de nieuwbouw van een basisschool. € 35.000,-Dorpsrounte
Project: Omschrijving:
Dorpshuis Pingjum Verbouw gymzaal tot multifunctionele ruimte (grote zaal) gecombineerd met nieuwbouw van overige ruimtes (activiteitenruimte, ontmoetingsruimte, keuken, berging, kleedruimtes en toiletten). Het geheel wordt een dorpshuis en omdat het vlak bij de school ligt kan de school / de schooljeugd er ook gebruik van maken (bewegingsonderwijs, naschoolse activiteiten, kinderopvang, bijzondere activiteiten etc).
Subsidie: Organisatie:
€ 40.000,-Dorpsvereniging Pingjum
Project: Omschrijving:
MFC Holwerd Realisering van een multifunctionele accommodatie in Holwerd, met twee locaties. € 150.000,-Stichting Multifunctionele Accomodatie Holwerd
Subsidie: Organisatie:
Project: Omschrijving: Subsidie: Organisatie:
Project: Omschrijving:
Dorpshuis Marssum Van dorpshuis naar multifunctioneel centrum. Het project omvat de uitbreiding en verbouw van dorpshuis “Nij Franjum”. € 50.000,-Stichting dorpshuis Marssum
Doorverwijzingproject Revalidatie Het verzorgen van sportadvies op maat voor mensen met een lichamelijke handicap of chronische aandoening, het begeleiden van
44
deze mensen naar sport- en beweegactiviteiten in hun omgeving, het organiseren van sportkennismakingsactiviteiten en het organiseren van structureel sport- en bewegingsaanbod. Subsidie: Organisatie:
€ 31.500,-Revalidatie Friesland
Project: Omschrijving:
Sterk in mijn werk Methodisch ondersteunen van jongeren met een (ernstig meervoudige) beperking om arbeid c.q. onderwijsmogelijkheden te onderzoeken. De jongere gaat daardoor gericht kiezen voor een beroep, werkkring of vervolgonderwijs. Het leertraject Sterk in mijn werk richt zich op het ontwikkelen van een methodiek om het vergroten van de opleiding en arbeidsmogelijkheden van cliënten die op dit moment geen doorstroommogelijkheden hebben. € 23.962,-Talant Leercentrum Friesland
Subsidie: Organisatie:
Project: Omschrijving:
Voel je goed Centrale doelstelling van het project: Het verhogen van het welbevinden van cliënten op fysiek, psychisch en emotioneel terrein door middel van het ontwikkelen van een actieve en gezonde leefstijl.
Subsidie: Organisatie:
€ 50.000,-Talant Leercentrum Friesland
Project: Omschrijving:
Vrede Express Het project bevat een vernieuwd en interactief programma voor leerlingen in de leeftijd van van 12 -14 jaar (groep 8 basisschool en klas 1 en 2 voortgezet onderwijs). Het programma maakt de leerlingen bewust van hun burgerschap in het onderwijs, democratie (vooroordelen, meningen, praten i.p.v. vechten), vrede (plagen, pesten, conflicthantering) en biedt een handelingsperspectief om mee aan het werk te gaan.
Subsidie: Organisatie:
€ 5000,-Tûmba
Project: Omschrijving:
Borging effectmeting Het „vullen‟ van een database met gegevens over de geboden hulp door Bureau Jeugdzorg Friesland en Jeugdhulp Friesland. Dit gebeurt in de reguliere werkprocessen van beide instellingen. Specifiek voor dit project, omdat het zich nog in de experimentele fase bevindt, is het tijdelijk inrichten van een „onderzoeksafdeling‟ die dit proces faciliteert en voorziet van de benodigde analyses en follow up.
Subsidie: Organisatie:
€ 47.922,-Bureau Jeugdzorg Friesland
Project: Omschrijving:
Crisisopvang PLUS In toenemende mate worden in de algemene crisisopvang ook gezinnen met (kleine) kinderen opgevangen. Voor deze doelgroep is geen methodiek beschikbaar om met deze specifieke problematiek/situaties om te gaan. Vanuit de ervaring binnen verschillende organisaties en uit de beschikbare expertise wordt in dit project een methodiek ontwikkeld, specifiek voor deze doelgroep.
45
Subsidie Organisatie
€ 50.000,-LIMOR
Project: Omschrijving:
Van algemene begeleiding naar specialisatie Het gaat in deze aanvraag het implementeren van nieuwe effectief bewezen ambulante zorgprogramma‟s, die beter aansluiten op de (groeiende) vraag naar jeugdzorg en ook de behandelduur verkorten.
Subsidie Organisatie
€ 100.000,-Jeugdhulp Friesland
Project Omschrijving
Dorpshuis Schraard Het project bevat de vernieuwing en uitbreiding van dorpshuis “de Utwyk” te Schraard. Het huidige dorpshuis voldoet niet meer aan de normen voor minder valide gebruikers, geluidsisolatie, Arbo, hygiëne en brandveiligheid en moet daarom nodig worden aangepast. Daarnaast is er behoefte aan meer ruimte en wordt er door uitbouw een grote zaal gecreëerd.
Subsidie Organisatie
€ 5.000,-Dorpsbelang Schraard
Project
Het project is gericht op het bevorderen van participatie aan de samenleving van visueel gehandicapten met diverse culturele achtergronden en het te ondersteunen bij hun zelfstandig functioneren in de samenleving door: - Het bevorderen van zelfredzaamheid en ontplooiing dmv voorlichting, training en vorming - Het ondersteunen bij het verkennen van de samenleving, instanties en voorzieningen - Het uitwisselen van kennis en ervaring tussen de deelnemers onderling - Het organiseren van creatieve en recreatieve activiteiten - Culturele uitwisseling
Subsidie Organisatie
€ 2.400,-Pro Vista
46
Bijlage 3 Thema’s, themahouders en andere betrokkenen Thema Jeugd en gezin: Geke Walsma (coördinator) t: 058 2925615
[email protected] Geeske Bies (themahouder) t: 058 2925253
[email protected] Renate Kern t: 058 2925594
[email protected] Wiebe Nieuwsma (coördinator financiën jeugdzorg) t: 058 2925181 w.t.
[email protected] Allard Steenstra t: 058 2925306
[email protected] Thema Maatschappelijke participatie: Pauline Schuurman (themahouder) t: 058 2925904
[email protected] Klasina Jepma (zie V&L) Thema Vermaatschappelijking en leefbaarheid Klasina Jepma (themahouder) t: 058 2928128
[email protected] Pauline Schuurman (zie MP) Thema Zorg Geke Walsma (themahouder) t: 058 2925615
[email protected] Algehele coördinatie Ybeltje Bandstra T: 058 2925323
[email protected]
47