Uitkomsten cliëntenraadpleging met de CQ-index Verstandelijke Gehandicaptenzorg

Dit onderzoek is uitgevoerd volgens de richtlijnen van de CQ-index.

Uitkomsten cliëntenraadpleging met de CQ-index Verstandelijke Gehandicaptenzorg De Arkgemeenschap, Gouda maart – april 2011

Inhoudsopgave Deel I...................................................................................................................................... 5 Inleiding .................................................................................................................................. 5 1

Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg .............................................................................. 7 1.1 Visiedocument ‘Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg’............................................ 7 1.2 Kwaliteitskader ..................................................................................................... 7 1.3 Indicatorenset Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg ............................................ 10 1.4 CQ-index Verstandelijke Gehandicaptenzorg (VGZ) .......................................... 11

2

CQ-index VGZ bij De Arkgemeenschap ...................................................................... 13 2.1 De vragenlijsten ................................................................................................. 13 2.2 De vragen .......................................................................................................... 13 2.3 De antwoorden ................................................................................................... 13 2.4 Rapportage ........................................................................................................ 14 2.4.1 Opbouw rapportage .................................................................................. 14 2.4.2 Staafdiagram............................................................................................. 14 2.4.3 Tabellen .................................................................................................... 14

3

Cliëntenraadpleging onder cliëntvertegenwoordigers wonen ....................................... 15 3.1 Steekproeftrekking ............................................................................................. 15 3.2 Informatievoorziening ......................................................................................... 15 3.3 Dataverzameling ................................................................................................ 15 3.4 Respons ............................................................................................................. 15 2.5 Uitkomsten ......................................................................................................... 17

4

Cliëntenraadpleging onder cliëntvertegenwoordigers dagbesteding ............................ 57 4.1 Steekproeftrekking ............................................................................................. 57 4.2 Informatievoorziening ......................................................................................... 57 4.3 Dataverzameling ................................................................................................ 57 4.4 Respons ............................................................................................................. 57 4.5 Uitkomsten ......................................................................................................... 59

Deel II................................................................................................................................... 91 Inleiding ................................................................................................................................ 91 1

Conclusies .................................................................................................................. 93

2

Aanbevelingen ............................................................................................................ 99

Bijlage 1: Achtergrondinformatie over de CQ-index ............................................................ 101 Bijlage 2: Vragen CQ-index Verstandelijke Gehandicaptenzorg gerubriceerd naar domein/thema .................................................................................................................... 103

Deel I Inleiding Voor u ligt de rapportage van de cliëntenraadpleging die in De Arkgemeenschap met de CQindex Verstandelijke Gehandicaptenzorg is gehouden. In dit deel is de werkwijze uiteengezet en worden de resultaten gepresenteerd. De conclusies en aanbevelingen zijn in deel II van de rapportage verwoord. In hoofdstuk 1 wordt kort teruggeblikt op de ontwikkeling van het Kwaliteitskader en de achtergrond van de cliëntenraadpleging met de CQ-index. Hoofdstuk 2 beschrijft de gang van zaken rondom de CQ-index in De Arkgemeenschap. In hoofdstukken 3 en 4 worden de uitkomsten van de cliëntenraadpleging gerapporteerd. Voor iedere uitgevoerde raadpleging. Eerst wordt beschreven hoe de steekproeftrekking, informatievoorziening en dataverzameling is verlopen. Vervolgens worden de respons en de uitkomsten van de raadpleging weergegeven. Als bijlagen bij deze rapportage treft u achtergrond informatie over de CQ-index en een overzicht van vragen die worden gebruikt voor de berekening van de scores voor de verschillende indicatoren van het kwaliteitskader. Facit, Velsen-Noord Ans Dalenberg-Mulder Juni 2011

CQ-index VGZ uitkomsten De Arkgemeenschap

1

Facit 2011

Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

1.1 Visiedocument ‘Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg’ De bij de gehandicaptenzorg betrokken verenigingen van cliënten (FvO, CG-raad, LFB), zorgaanbieders (VGN), beroepsorganisaties (NVO, NIP, NVAVG, V&VN, Phorza), de Inspectie voor de Gezondheidszorg, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Zorgverzekeraars Nederland hebben gezamenlijk geformuleerd wat zij verstaan onder verantwoorde zorg in de gehandicaptenzorg. Het meten van de geboden kwaliteit van de zorg en ondersteuning middels het Kwaliteitskader is van belang om structureel aan verbetering en professionalisering te kunnen werken. De geleverde zorg en ondersteuning voldoen aan veld- en beroepsnormen en is gewaarborgd door een werkend kwaliteitssysteem. Daarmee wordt geborgd dat informatie over kwaliteit systematisch wordt geregistreerd en waar nodig wordt vertaald naar structurele kwaliteitsverbetering. Uitgangspunten zijn de kwaliteit van bestaan en dat de cliënt regie heeft over het eigen leven. Het gaat er in de gehandicaptenzorg om een bijdrage te leveren aan de totale kwaliteit van bestaan van de cliënt, aanvullend op de eigen mogelijkheden en (voor zover van toepassing) de mogelijkheden van de naasten van de betrokkene. Ondersteuning op maat betekent dat de geboden ondersteuning tot stand komt afgestemd op de individuele vraag van en in dialoog met de cliënt en, indien de cliënt dit wenst, zijn of haar naasten. De genoemde verenigingen legden hun opvattingen vast in het visiedocument ‘Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg’ dat in maart 2007 is overhandigd aan staatssecretaris Bussenmaker van VWS. 1.2 Kwaliteitskader Het ‘Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg’ is geformuleerd in termen die de mate aangeven waarin deze bijdraagt aan de kwaliteit van bestaan van de cliënt. In het visiedocument worden acht domeinen onderscheiden die relevant zijn voor de kwaliteit van bestaan: lichamelijk welbevinden, psychisch welbevinden, interpersoonlijke relaties, deelname aan de samenleving, persoonlijke ontwikkeling, materieel welzijn, zelfbepaling en belangen. Daarnaast vormen vier thema’s de randvoorwaarden voor de bijdrage van de zorg en ondersteuning van de kwaliteit van bestaan van een cliënt. De thema’s zijn: zorgafspraken en ondersteuningsplan, cliëntveiligheid (fysieke veiligheid, sociale en emotionele veiligheid), kwaliteit van medewerkers en organisatie en samenhang in zorg en ondersteuning. De ‘hoofdnormen’ op de acht domeinen en vier thema’s voor gehandicaptenzorg luiden als volgt: 1. Lichamelijk welbevinden: het optimaliseren van de gezondheid van de cliënt en het nemen van maatregelen die de gezondheid van de cliënt verbeteren, in stand houden of verslechtering tegengaan. Met de cliënt wordt afgesproken waarin hij ondersteund zal worden met betrekking tot zaken als (zelf-)verzorging, algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL), eten en drinken, algemene gezondheid en de balans tussen activiteiten en voldoende ontspanning, rust en slaap. 2. Psychisch welbevinden: gaat over onder andere een positief zelfbeeld hebben, zich thuis voelen in de woonomgeving, werkomgeving en/ of dagbestedingsomgeving, begrepen worden door mensen die voor de cliënt belangrijk zijn, positieve reacties krijgen van anderen. De ondersteuning is er op gericht de beleving van de cliënt op zijn psychisch welbevinden te verbeteren en op maatregelen die het psychisch welbevinden verbeteren, in stand houden of verslechtering tegengaan.

DEEL I

7 van 103


Facit 2011

3. Interpersoonlijke relaties: gaat om het opbouwen en onderhouden van relaties met anderen, zowel in aantal als in de kwaliteit van de relatie, en het omgaan met genegenheid en intimiteit. Communicatie is essentieel voor relaties. Dit vraagt om specifieke aandacht en ondersteuning. De behoefte van de cliënt aan ondersteuning op het domein van interpersoonlijke relaties is doorslaggevend. De ondersteuning is er op gericht om de beleving van de cliënt op het aantal en de kwaliteit van zijn persoonlijke relaties te verbeteren en op maatregelen die dit verbeteren, in stand houden of verslechtering tegengaan. 4. Deelname aan de samenleving: de ondersteuning is er op gericht om een zo groot mogelijke deelname aan de samenleving mogelijk te maken. Dit houdt in dat de cliënt ondersteund kan worden bij het aanleren van vaardigheden, het in stand houden van werkrelaties, het onderhouden en leggen van contacten met lokale voorzieningen als dienstverlening, club- en buurthuiswerk, kerken, vrijwilligerswerk, winkels in de onmiddellijke woonomgeving, voorzieningen voor dagbesteding en bedrijven. Samen met professionals kan de cliënt zoeken naar gebieden waar zijn belangstelling naar uit gaat, welke vaardigheden hij daarvoor nodig heeft en welke ondersteuning hij daarbij wil of nodig heeft. 5. Persoonlijke ontwikkeling: indien de cliënt daar behoefte aan heeft, wordt ondersteuning geboden bij het zoeken van scholing en mogelijkheden om dingen te leren en ervaringen op te doen en bij het zoeken naar werk of alternatieven daarvoor. De eigen mogelijkheden en kwaliteiten van cliënten worden benut. De cliënt kan nieuwe dingen ondernemen en zijn eigen creativiteit uiten. De ondersteuning richt zich op het optimaliseren van de ontplooiingsmogelijkheden van de cliënt, zodanig dat dit leidt tot voldoening en bevrediging bij de cliënt. 6. Materieel welzijn: het optimaliseren van de beleving van de cliënt van zijn materieel welzijn en om het optimaliseren van de sociaal-economische situatie van de cliënt. Het gaat hier om (ondersteuning bij) activiteiten die leiden tot een doelmatig financieel beheer en om huisvesting, indien de cliënt hier behoefte aan heeft. Inspanningen richten zich op een kwalitatief verantwoorde woonsituatie die voldoet aan bouwkundige en functionele maatstaven en de bereikbaarheid hiervan (openbaar vervoer, toegankelijkheid e.d.). 7. Zelfbepaling: betekent dat mensen met een beperking het recht hebben om eigen keuzes te maken en hun leven in te vullen op hun eigen persoonlijke wijze, binnen de grenzen van de maatschappelijke aanvaardbaarheid. Ondersteuning door professionals richt zich op het optimaliseren van de regie van de cliënt over het eigen leven. Dat betekent onder andere dat cliënten moeten kunnen leren ervaring op te doen met keuzemomenten en inspraak. Hierbij is het belangrijk dat de cliënt inzicht wordt verschaft in zijn of haar keuzemogelijkheden, de overtuiging dat er daadwerkelijk keuzevrijheid bestaat en de overtuiging dat gerekend kan worden op ondersteuning bij het invullen van de gemaakte keuze. De organisatie zal flexibel genoeg moeten zijn om de keuzes in het dagelijks leven en de geïndividualiseerde zorgdoelen van cliënten mogelijk te maken. 8. Belangen: het optimaliseren van de beleving van de cliënt van zijn rechten en plichten als burger en als cliënt, en om maatregelen die de rechten en de positie van de cliënt versterken. De ondersteuning richt zich op het optimaliseren van de uitoefening van de rechten als burger (zoals stemrecht) en de rechten als cliënt (zoals het recht om te klagen, privacy, kwaliteit van zorg). Daarbij moet zowel voor cliënten als cliëntvertegenwoordigers op de diverse niveaus binnen de zorginstelling (woongroep, locatie, regio en centraal) medezeggenschap zijn geregeld. Dit is van belang om collectief invloed te kunnen uitoefenen op besluiten in de organisatie die van invloed zijn op de positie van cliënten. Voorwaarde om zelfbepaling en medezeggenschap te kunnen vormgeven is dat cliënten en hun vertegenwoordigers op een voor hen begrijpelijke manier geïnformeerd worden.

DEEL I

8 van 103


Facit 2011

9. Zorgafspraken en ondersteuningsplan: voor iedere cliënt is een individueel ondersteuningsplan en/of een individueel activiteitenplan beschikbaar, dat aansluit op zijn of haar ondersteuningsvragen en dat vanuit het cliëntperspectief concreet geformuleerde doelen bevat. Het ondersteuningsplan en/of activiteitenplan is tot stand gekomen in samenwerking met de cliënt en zo nodig in samenspraak met zijn wettelijke vertegenwoordiger. De voor de cliënt relevante disciplines hebben een zichtbare bijdrage geleverd aan het formuleren van doelen. Hierbij is aandacht voor de professionele standaarden en is duidelijk welke zorg en ondersteuning een cliënt van de zorgverlener vraagt. Bovendien wordt uit het ondersteuningsplan en/of activiteitenplan duidelijk welke professionele ondersteuning nodig is om deze doelen te halen, wie waarvoor verantwoordelijk is, wanneer evaluatiemomenten nodig zijn en wanneer bijstelling van het ondersteuningsplan en/of activiteitenplan nodig is. 10. Cliëntveiligheid: het begrip veiligheid heeft een objectieve en een subjectieve component. De objectieve component heeft betrekking op algemeen geldende veiligheidsaspecten en maatregelen, neergelegd in richtlijnen en calamiteitenplannen op het terrein van bijvoorbeeld medicatie, het gebruik van medische hulpmiddelen, brandveiligheid, communicatie, fouten en (bijna)ongelukken, klachten en seksueel misbruik. Een specifiek aandachtspunt betreft veiligheidsaspecten rondom vrijheidsbeperkende maatregelen. De subjectieve component heeft betrekking op de ervaren veiligheid, waarin zaken als een gevoel van geborgenheid en een goed verlopende communicatie een rol spelen. Deze ervaren veiligheid uit zich op terreinen als privacy, bejegening, informatie en grensoverschrijdend gedrag. De organisatie draagt er zorg voor dat beide componenten goed zijn geborgd door het hebben, toepassen en continu onderhouden van beleid op deze terreinen. 11. Kwaliteit van medewerkers en organisatie: deskundig personeel is in staat de gevraagde ondersteuning te bieden aan cliënten, voldoet aan de eisen die aan het werk in de gehandicaptenzorg worden gesteld. Dit personeel is in staat en waar nodig bevoegd om de in het ondersteuningsplan afgesproken activiteiten adequaat uit te voeren. De organisatie schept hiertoe de voorwaarden, zodat de signalen en behoeften van individuele cliënten tijdig en juist worden geïnterpreteerd en dat hier op een professionele wijze mee wordt omgegaan, in ieder geval voor wat betreft het sociaalemotioneel, cognitief en somatisch functioneren. Wanneer medewerkers zich ondersteund voelen door deskundigen en management heeft dit een directe relatie met de kwaliteit van de geboden zorg en ondersteuning. Tevens moet duidelijk zijn welke eisen worden gesteld aan het handelen, dat medewerkers bevoegd en bekwaam zijn en blijven - zowel qua opleiding, scholing en ervaring als qua attitude en bejegening - en dat getoetst wordt of de medewerkers handelen volgens de richtlijnen/afspraken. Indien sprake is van specifieke doelgroepen, heeft de organisatie in beeld welke aan deze doelgroepen gerelateerde signalen en behoeften men kan verwachten. Personeelsbeleid moet gericht zijn op het binden van medewerkers aan de zorgorganisatie en hun vak. Daarmee wordt ook bijgedragen aan het beheersen van verzuim en verloop.

DEEL I

9 van 103


Facit 2011

12. Samenhang in zorg en ondersteuning: als eerste het waarborgen van continuïteit door overlappingen of hiaten in de zorg en ondersteuning te vermijden. Dit stelt eisen aan de overdracht van gegevens bij gelijktijdige bemoeienis met een cliënt, bijvoorbeeld in het geval van uitwisseling tussen teamleden, tussen wonen en dagbesteding of tussen het team van de woning en consulenten van binnen of buiten de eigen organisatie. Dit geldt ook voor overdracht van gegevens als de cliënt naar een andere locatie of zorgaanbieder gaat. Een goede communicatie is nodig rondom de coördinatie van de ondersteuning. Het tweede aspect betreft het belang voor cliënten om hun dagelijkse ondersteuning zo veel mogelijk vanuit een kleine kring van bekende medewerkers te ontvangen. Dit wordt mogelijk gemaakt door een personeelsbeleid dat gericht is op het voorkomen van onnodige personeelswisselingen door ziekte, verloop en tijdelijke overplaatsingen. Het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg is een breed gedragen norm die stimuleert tot goede zorg, tot goede ondersteuning en tot kwaliteitsverbetering. 1.3 Indicatorenset Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg Het visiedocument ‘Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg’ is concreet uitgewerkt in een indicatorenset en bijbehorende vragenlijsten. De indicatorenset is een lijst van 43 indicatoren benoemd die rechtstreeks voortvloeien uit het kwaliteitskader. Er zijn twee soorten indicatoren: • Zorginhoudelijke indicatoren: indicatoren die aangeven welke zorg en ondersteuning de zorgaanbieder biedt en wat de kwaliteit is van dit zorgaanbod. Deze indicatoren dienen jaarlijks door de organisatie zelf gemeten te worden. • Cliëntgebonden indicatoren: indicatoren die iets zeggen over het oordeel van de cliënt over de zorg en ondersteuning. Deze indicatoren worden gemeten middels de CQ-index. De CQ-index dient eens per drie jaar gemeten te worden door een onafhankelijk geaccrediteerd meetbureau. Binnen de gehandicaptenzorg bestaat sterke variatie in het type zorg dat cliënten ontvangen en de doelgroep waartoe cliënten behoren. Bij de vaststelling van de kwaliteitsindicatoren is hier zoveel mogelijk rekening mee gehouden door per zorgtype en doelgroep te bepalen welke indicatoren relevant zijn. De indicatoren zijn gespecificeerd voor de zorgtypes: ambulante zorg, dagbesteding en 24-uursverblijfzorg. De totale indicatorenset vormt het toetsingskader waarmee de Inspectie voor de Gezondheidszorg vanaf 2009 werkt. Iedere GZ-instelling die onder de Kwaliteitswet of onder de Zorgverzekeringswet valt, is verplicht om de zorginhoudelijk indicatoren aan te leveren. Instellingen die zorg bieden aan mensen met een verstandelijke beperking zijn daarnaast verplicht over de periode 2010 - 2013 minimaal één keer de cliëntervaringen te meten met de CQ-index. De uitkomsten van de indicatoren worden gebruikt voor de Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording.

DEEL I

10 van 103


Facit 2011

1.4 CQ-index Verstandelijke Gehandicaptenzorg (VGZ) Om de ervaringen van cliënten en cliëntvertegenwoordigers te meten is door het ITS, Radboud Universiteit Nijmegen de CQ-index Verstandelijke Gehandicaptenzorg1 ontwikkeld. Dit instrument is in twee pilots binnen diverse zorginstellingen getest en naar aanleiding daarvan aangepast. De zorgorganisaties binnen de gehandicaptenzorg zijn verplicht in de periode 2010-2013 één of meerdere cliëntenraadplegingen uit te laten voeren door een hiertoe geaccrediteerd meetbureau . De CQ-index VGZ bestaat uit 5 vragenlijsten • de CQ-index Ambulant: vragenlijst voor cliënten (versie d2.0, september 2010) • de CQ-index Dagbesteding: vragenlijst voor cliënten (versie d2.0, september 2010) • de CQ-index Wonen: vragenlijst voor cliënten (versie d2.0, september 2010) • de CQ-index Wonen: vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers (versie d2.0, september 2010) • de CQ-index Dagbesteding: vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers (versie d2.0, september 2010)

1

In bijlage 1 is achtergrondinformatie opgenomen over de ontwikkeling en achtergrond van de CQ-indexen.

DEEL I

11 van 103


DEEL I

Facit 2011

12 van 103


2

Facit 2011

CQ-index VGZ bij De Arkgemeenschap

2.1 De vragenlijsten Voor het onderzoek naar de ervaringen van cliëntvertegenwoordigers van De Arkgemeenschap is gebruik gemaakt van de volgende vragenlijsten: • Voor ouders/cliëntvertegenwoordigers wonen is gebruik gemaakt van de CQ-index voor ervaringen met de zorg in een woonvorm, vragenlijst voor ouders/ cliëntvertegenwoordigers (versie d2.0, september 2010). Deze vragenlijst bestaat uit 80 gesloten vragen en 2 open vragen. • Voor ouders/cliëntvertegenwoordigers dagbesteding is gebruik gemaakt van de CQ-index voor ervaringen met dagbesteding, vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers (versie d2.0, september 2010). Deze vragenlijst bestaat uit 67 gesloten vragen en 2 open vragen. De vragenlijsten richten zich op de ervaringen van cliëntvertegenwoordigers met de zorg en ondersteuning van De Arkgemeenschap in de afgelopen 12 maanden met diverse onderwerpen die aan de orde komen in het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. 2.2 De vragen In de vragenlijst wonen komen de volgende thema’s aan de orde: • Woning • Gezondheid • Sociale relaties • Activiteiten • Zorgafspraken • Informatievoorziening • De begeleiders • Samenhang in de zorg • Algeheel oordeel (alleen bij vertegenwoordigers) In de vragenlijst dagbesteding komen de volgende thema’s aan de orde: • Dagcentrum • Gezondheid • Afspraken dagbesteding • Informatievoorziening • De begeleiders • Samenhang in de zorg • Algeheel oordeel (alleen bij cliëntvertegenwoordigers) 2.3 De antwoorden Respondenten werd verzocht om het antwoord te kiezen dat het meest op hun ervaringen van toepassing was. Er waren verschillende antwoordcategorieën: nee soms, zelden ja n.v.t. nee soms, zelden ja weet cliënt niet ruim voldoende

voldoende

altijd

meestal

soms

nooit

altijd

meestal

soms

nooit

altijd

meestal

soms

nooit weet ik niet/geen ervaring mee

uitstekend 0

DEEL I

1

2

zeer goed 3

4

5

6

onvoldoende

goed 7

8

volstrekt onvoldoende

n.v.t./niet nodig matig 9

10

13 van 103

slecht


Facit 2011

De antwoordmogelijkheid ‘niet van toepassing’ (n.v.t.) geldt als een respondent een situatie niet heeft meegemaakt en hier dus niet over kan oordelen, of als de respondent bepaalde zorg niet nodig heeft of niet wil ontvangen. Als de respondent een antwoord echt niet weet, en de vraag wel van toepassing is, is het antwoord ‘weet ik niet’ aangekruist of is de vraag overgeslagen. Boven alle grafieken is aangegeven hoeveel respondenten ‘weet niet’ of ‘niet van toepassing’ hebben geantwoord. 2.4

Rapportage

2.4.1 Opbouw rapportage In deze rapportage worden in hoofdstuk 3 en 4 alle vragen en antwoorden gepresenteerd. De antwoorden zijn weergegeven in de vorm van een staafdiagram of in tabelvorm. 2.4.2 Staafdiagram De staafdiagrammen zien er als volgt uit: 9. Biedt de woonvorm genoeg privacy? De Ark W

in de grafiek weet ik niet niet ingevuld totaal

N=8 N=0 N=0 N=8

100 12,5%

nee, helemaal niet een beetje

75

25,0%

grotendeels ja, helemaal

50 62,5%

25

0

…

De Ark W

Boven het diagram staat de gestelde vraag. In de vakjes met N= wordt aangegeven hoeveel respondenten deze vraag beantwoord hebben, hoeveel vertegenwoordigers de vraag niet konden beantwoorden en het totaal aantal respondenten. Rechts staan de gegeven antwoorden, met in de staven het percentage respondenten dat dit antwoord heeft gegeven. 2.4.3 Tabellen De tabellen zien er als volgt uit: 2. Woont de cliënt op dit moment in een woonvorm van De Arkgemeenschap? De Ark W

Nee Ja totaal

Aantal

%

0 8 8

,0 100 100

In de eerste kolom staan de antwoorden, in de tweede kolom het aantal keer dat het antwoord gegeven is en de derde kolom geeft aan hoeveel procent van de respondenten het antwoord heeft gegeven.

DEEL I

14 van 103


3

Facit 2011

Cliëntenraadpleging onder cliëntvertegenwoordigers wonen

3.1 Steekproeftrekking De doelgroep voor de raadpleging onder ouders/cliëntvertegenwoordigers werd gevormd door cliënten die 18 jaar of ouder zijn en die in april 2011 woonachtig waren in De Arkgemeenschap en 24-uurszorg ontvingen. Dit betreft cliënten met een verstandelijke beperking, ongeacht de zwaarte van de beperking. Van deze cliënten is 1 cliënt uitgesloten van deelname aan het onderzoek. Hiervoor zijn de volgende redenen opgegeven:

Omschrijving reden Cliënten waarvan de ouders/cliëntvertegenwoordigers bezwaar hebben gemaakt tegen deelname aan de raadpleging

Aantal cliënten 1

Het aantal cliëntvertegenwoordigers dat benaderd kon worden met een schriftelijke vragenlijst bedroeg 11. Al deze vertegenwoordigers zijn benaderd voor deelname aan de raadpleging. 3.2 Informatievoorziening De cliëntvertegenwoordigers ontvingen bij de schriftelijke vragenlijst een begeleidend schrijven, met het verzoek de vragenlijst in te vullen en rechtstreeks te retourneren aan Facit. Hierbij kon gebruik gemaakt worden van de bij de vragenlijst gevoegde antwoordenvelop. Voor de verzendingen van de brieven is gebruik gemaakt van briefpapier en enveloppen van De Arkgemeenschap In de brief werd o.a. het doel van het onderzoek, alsmede de vertrouwelijkheid en de anonimiteit van het onderzoek toegelicht. Ook is aangegeven dat cliëntvertegenwoordigers voor vragen en/of opmerkingen over het onderzoek en de vragenlijst telefonisch of via e-mail contact konden opnemen met Facit. De cliëntenraad en de medewerkers zijn eveneens door De Arkgemeenschap voorafgaand aan de start van de raadpleging geïnformeerd over het doel van de raadpleging en de wijze waarop de raadpleging zou gaan plaatsvinden. 3.3 Dataverzameling De brieven en vragenlijsten zijn door Facit verzonden conform de werkinstructies voor de CQI Verstandelijke Gehandicaptenzorg en de afspraken in het handboek CQI meetinstrument. Op 17 maart 2011 is de eerste schriftelijke vragenlijst verzonden. Na 3 weken is, aan de hand van de codering van de vragenlijsten, bepaald welke cliëntvertegenwoordigers de vragenlijst nog niet geretourneerd hadden. Aan deze personen is op 7 april 2011 een eerste herinnering verzonden, waarbij ook weer een nieuwe vragenlijst was gevoegd. Na 6 weken, op 28 april , is aan cliëntvertegenwoordigers die de vragenlijst ingevuld retour hebben gezonden een bedankbrief verzonden. 3.4 Respons Voor de cliëntenraadpleging onder cliëntvertegenwoordigers wonen zijn 11cliëntvertegenwoordigers benaderd met een schriftelijke vragenlijst. Van deze vertegenwoordigers hebben 8 de vragenlijst ingevuld retour gezonden. De respons voor de raadpleging onder cliëntvertegenwoordigers wonen in De Arkgemeenschap komt hiermee op 72,7%.

DEEL I

15 van 103


DEEL I

Facit 2011

16 van 103


2.5

Facit 2011

Uitkomsten

Achtergrondinformatie cliënt We beginnen de vragenlijst met enkele algemene vragen over de cliënt. 1. Wat is uw relatie tot de cliënt? Bent u........... (meerdere antwoorden kunnen worden aangekruist) De Ark W

de vader/moeder van de cliënt een familielid van de cliënt (bijv. broer, zus, opa, oma, tante, oom) een vriend/kennis van de cliënt curator/bewindvoerder anders, namelijk

Aantal

%

7

87,5

1

12,5

0 2 0

,0 25,0 ,0

2. Woont de cliënt op dit moment in een woonvorm van De Arkgemeenschap? De Ark W

Nee Ja totaal

Aantal

%

0 8 8

,0 100 100

3. Wat is de leeftijd van de cliënt? De Ark W

jonger dan 18 jaar 18 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar 65 t/m 74 jaar 75 jaar of ouder totaal

Aantal

%

0 2 1 4 0 0 1 0 8

,0 25,0 12,5 50,0 ,0 ,0 12,5 ,0 100

4. Wat is zijn/haar geslacht? De Ark W

Man Vrouw Totaal

DEEL I

17 van 103

Aantal

%

5 3 8

62,5 37,5 100


Facit 2011

5. Wat is de ernst van de verstandelijke beperking? De Ark W

zwakbegaafd/moeilijk lerend lichte verstandelijke beperking matige verstandelijke beperking ernstige verstandelijke beperking zeer ernstige verstandelijke beperking weet ik niet totaal

Aantal

%

1 0 2 5 0 0 8

12,5 ,0 25,0 62,5 ,0 ,0 100

6. Heeft de cliënt nog een andere aandoening of beperking? Zo ja, welke? (meerdere antwoorden kunnen worden aangekruist) De Ark W

nee, geen andere aandoening of beperking autisme verwante stoornis (bijv. klassiek autisme, PDD-NOS, Asperger) ADHD/ADD ernstige gedragsproblemen lichamelijke handicap Epilepsie diabetes/suikerziekte chronische ziekte (bijv. scoliose, hoge bloeddruk, reuma) slechthorendheid/doofheid slechtziendheid/blindheid Dementie anders, namelijk • Beperkt zicht, twee netvlies operaties • syndroom van down weet ik niet

Aantal

%

2

25,0

3

37,5

0 1 0 2 0 0 0 1 0

,0 12,5 ,0 25,0 ,0 ,0 ,0 12,5 ,0

2

25,0

0

,0

7. Zit de cliënt in een rolstoel? De Ark W

nooit soms meestal altijd weet ik niet totaal

DEEL I

18 van 103

Aantal

%

7 1 0 0 0 8

87,5 12,5 ,0 ,0 ,0 100


Facit 2011

Woning De volgende vragen gaan over de woonvorm waarin de cliënt verblijft. We willen graag weten of de woning groot genoeg is en of de cliënt het naar zijn/haar zin heeft in de woning. Het gaat hierbij om de afgelopen 12 maanden. 8. Hoe woont de cliënt? De Ark W

geheel zelfstandig in een huis/flat van de organisatie zelfstandig maar wel met andere cliënten in één gebouw van de organisatie samen met andere cliënten in een woning/woongroep van de organisatie weet ik niet totaal

9. Biedt de woonvorm genoeg privacy? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8

100 12,5%

nee, helemaal niet een beetje

75

25,0%


50 62,5%

25

0

…

De Ark W

DEEL I

19 van 103

Aantal

%

0

,0

0

,0

8

100

0 8

,0 100


Facit 2011

10. Is de woonvorm aangepast aan de beperkingen van de cliënt? De Ark W

in de grafiek nvt, aanpassingen zijn niet nodig weet ik niet niet ingevuld totaal 100

N=4 N=4 N=0 N=0 N=8

… 25,0%

nee, helemaal niet een beetje grotendeels

75

ja, helemaal

50 75,0%

25

0 De Ark W

11. Heeft de cliënt genoeg ruimte om zijn/haar spullen op te bergen? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8

100 25,0%

nee ja

75

50 75,0%

25

0 De Ark W

DEEL I

20 van 103


Facit 2011

12. Is de eigen kamer (of woonruimte) van de cliënt groot genoeg om bezoek te ontvangen? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8

100 nee ja 75 62,5%

50

25 37,5%

0 De Ark W

13. Heeft u of de cliënt de eigen kamer (of woonruimte) zelf kunnen inrichten? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8

100 12,5% … 12,5%

nee, helemaal niet een beetje grotendeels

75

ja, helemaal

50 75,0%

25

0 De Ark W

DEEL I

21 van 103


Facit 2011

14. Voelt de cliënt zich op zijn/haar gemak op de woonvorm? De Ark W

in de grafiek weet ik niet niet ingevuld totaal 100

N=8 N=0 N=0 N=8 …

37,5%

75

nooit soms meestal altijd

50 62,5%

25

0 De Ark W

DEEL I

22 van 103


Facit 2011

Zelf kunnen kiezen Nu komen er enkele vragen over de mate waarin de cliënt zelf keuzes kan maken over de dagelijkse gang van zaken in de woning. De vragen hebben betrekking op de afgelopen 12 maanden. 15. Bepaalt de cliënt zelf welke taken hij/zij in huis doet? Bijvoorbeeld stofzuigen, afwassen of planten water geven. De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt heeft geen taken weet ik niet niet ingevuld totaal

N=6 N=2 N=0 N=0 N=8

100 33,3%

75


50 50,0%

25 16,7%

0

…

De Ark W

16. Bepaalt de cliënt zelf hoe laat hij/zij naar bed gaat? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8

100 12,5%

75


62,5%

50

25 12,5% 12,5%

0 De Ark W

DEEL I

23 van 103


Facit 2011

Gezondheid We willen u nu enkele vragen stellen over de hulp die de cliënt krijgt als hij/zij ziek is of ondersteuning nodig heeft bij de persoonlijke verzorging. Het gaat hierbij om de afgelopen 12 maanden. 17. Is de cliënt het afgelopen jaar ziek geweest? De Ark W


N=7 N=0 N=1 N=8

100 nee ja 75

42,9%

50

25

57,1%

0 De Ark W

18. Helpen de begeleiders de cliënt als hij/zij ziek is? De Ark W

in de grafiek weet ik niet totaal 100

N=4 N=0 N=4 …


75

50

25

0 De Ark W

Het antwoord op deze vraag kunnen wij helaas niet weergeven, omdat het aantal respondenten dat deze vraag beantwoord heeft, te klein is.

DEEL I

24 van 103


Facit 2011

19. Gebruikt de cliënt een hulpmiddel? Bijvoorbeeld een bril, gehoorapparaat, korset, aangepaste schoenen of speciaal bestek. De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8

100 nee ja 75

50,0%

50

25

50,0%

0 De Ark W

20. Helpen de begeleiders de cliënt bij het gebruiken van het hulpmiddel? De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt heeft hierbij geen hulp nodig weet ik niet totaal 100

N=2 N=2 N=0 N=4

…


75

50

25

0 De Ark W


DEEL I

25 van 103


Facit 2011

21. Zorgen de begeleiders ervoor dat de cliënt beweging krijgt? Het gaat hierbij niet alleen om sport, maar ook om buiten wandelen of speciale oefeningen voor in de rolstoel. De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt wil dit niet/geen hulp bij nodig weet ik niet niet ingevuld totaal 100

… 12,5%


75

50

N=8 N=0 N=0 N=0 N=8

75,0%

25 12,5%

0 De Ark W

22. Krijgt de cliënt minimaal een half uur beweging per dag? De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt wil dit niet weet ik niet niet ingevuld totaal 100

75

… 14,3% 14,3%

N=7 N=0 N=1 N=0 N=8


50 71,4%

25

0 De Ark W

DEEL I

26 van 103


Facit 2011

23. Helpen de begeleiders de cliënt voldoende bij de persoonlijke verzorging? Bijvoorbeeld bij het wassen, aankleden, gebitsverzorging, eten en drinken en naar de WC gaan. De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt heeft hierbij geen hulp nodig weet ik niet niet ingevuld totaal 100

N=8 N=0 N=0 N=0 N=8

…

37,5%

75


50 62,5%

25

0 De Ark W

24. Ziet de cliënt er schoon en verzorgd uit? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 … 12,5%

75 37,5%


50

25

50,0%

0 De Ark W

DEEL I

27 van 103


Facit 2011

Sociale relaties De volgende vragen gaan over de hulp die de cliënt krijgt bij het maken en onderhouden van contacten en vriendschappen met bewoners, familie en anderen in de afgelopen 12 maanden. 25. Kan de cliënt goed omgaan met de andere bewoners? De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt woont alleen weet ik niet niet ingevuld totaal 100

N=8 N=0 N=0 N=0 N=8

…

75 75,0%


50

25 25,0%

0 De Ark W

26. Helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met andere bewoners? De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt wil dit niet/geen hulp bij nodig weet ik niet totaal 100

… 12,5%

75 37,5%

N=8 N=0 N=0 N=8


50

25

50,0%

0 De Ark W

DEEL I

28 van 103


Facit 2011

27. Is de cliënt bang voor een andere bewoner? De Ark W

in de grafiek weet ik niet totaal

N=8 N=0 N=8

100

75

50,0%


50

25

0

50,0%

…

De Ark W

28. Besteden de begeleiders aandacht aan het tegengaan van ongewenst gedrag door andere bewoners? Bijvoorbeeld pesten, slaan, bedreigingen of lastig vallen. De Ark W


N=8 N=0 N=8 …

37,5%

75


50 62,5%

25

0 De Ark W

DEEL I

29 van 103


Facit 2011

29. Helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met de familie? De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt wil geen contact met familie/geen hulp bij nodig weet ik niet niet ingevuld totaal

N=6 N=2 N=0 N=0 N=8

100 33,3%

75 …


16,7%

50

25

50,0%

0 De Ark W

30. Helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt bij het omgaan met zijn/haar vrienden? De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt wil geen vriendschappen/geen hulp bij nodig weet ik niet niet ingevuld totaal 100 14,3%

75

14,3%


28,6%

50

25

42,9%

0 De Ark W

DEEL I

30 van 103

N=7 N=1 N=0 N=0 N=8


Facit 2011

Activiteiten We willen u nu enkele vragen stellen over de hulp die de cliënt krijgt bij het invullen van de vrije tijd en bij het deelnemen aan activiteiten in de buurt. Ook zijn we benieuwd of de cliënt geholpen wordt bij het leren van nieuwe dingen. De vragen hebben betrekking op de afgelopen 12 maanden. 31. Zorgen de begeleiders van de woonvorm ervoor dat de cliënt genoeg te doen heeft in zijn/haar vrije tijd? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 … 25,0%

75


50 62,5%

25 12,5%

0 De Ark W

32. Mag de cliënt zelf weten wat hij/zij doet in zijn/haar vrije tijd? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 … 25,0%

75


50 75,0%

25

0

…

De Ark W

DEEL I

31 van 103


Facit 2011

33. Leert de cliënt nieuwe dingen op de woonvorm? Bijvoorbeeld koken, douchen, met de bus reizen of huishoudelijke taken verrichten. De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt wil dit niet weet ik niet niet ingevuld totaal

N=7 N=1 N=0 N=0 N=8

100 14,3%

75


57,1%

50

25 28,6%

0

…

De Ark W

34. Helpen de begeleiders de cliënt bij het leren van nieuwe dingen? De Ark W


N=6 N=1 N=7 … 16,7%

75


50,0%

50

25 33,3%

0 De Ark W

DEEL I

32 van 103

zelfstandig


Facit 2011

35. Neemt de cliënt deel aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad? De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt wil dit niet weet ik niet niet ingevuld totaal 100

N=7 N=1 N=0 N=0 N=8

…

nooit soms regelmatig vaak

75 85,7%

50

25

0

14,3% …

De Ark W

36. Helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt om deel te nemen aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad? De Ark W


N=6 N=0 N=0 N=6

… 16,7%

75 33,3%


50

25

50,0%

0 De Ark W

DEEL I

33 van 103


Facit 2011

37. Organiseert De Arkgemeenschap uitstapjes voor de cliënt? Bijvoorbeeld naar een pretpark, de dierentuin, kinderboerderij of de film. De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 …

37,5%

75

nooit soms regelmatig vaak

50 62,5%

25

0

…

De Ark W

DEEL I

34 van 103


Facit 2011

Zorgafspraken De volgende vragen gaan over de afspraken die er met de cliënt en/of u worden gemaakt over de zorg en begeleiding die de cliënt nodig heeft. Veelal worden deze zorgafspraken vastgelegd in een ondersteuningsplan. Een dergelijk plan wordt ook wel zorgplan of (individueel) begeleidingsplan genoemd. Het gaat hierbij om de afgelopen 12 maanden. 38. Heeft de cliënt een ondersteuningsplan? De Ark W


N=7 N=1 N=0 N=8 …

nee ja 75

50

100,0%

25

0 De Ark W

39. Worden het ondersteuningsplan en de zorgafspraken besproken met de cliënt? De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt wil dit niet weet ik niet totaal

N=6 N=1 N=0 N=7

100 33,3%

75 …

50


33,3%

25 33,3%

0 De Ark W

DEEL I

35 van 103


Facit 2011

40. Kan de cliënt meebeslissen over de afspraken die in het ondersteuningsplan staan? De Ark W


N=4 N=0 N=4 …


75

50

25

0 De Ark W

Het antwoord op deze vraag kunnen wij helaas niet weergeven, omdat het aantal respondenten dat deze vraag beantwoord heeft, te klein is. 41. Worden het ondersteuningsplan en de zorgafspraken met u besproken? De Ark W


N=7 N=0 N=7

100

… 14,3%

75


50 85,7%

25

0 De Ark W

DEEL I

36 van 103


Facit 2011

42. Wordt de hulp daadwerkelijk volgens het ondersteuningsplan geboden? De Ark W


N=7 N=0 N=7 …

75 71,4%


50

25 28,6%

0 De Ark W

43. Sluit de hulp vanuit de woonvorm aan bij de wensen en behoeften van de cliënt? De Ark W


75

N=7 N=0 N=7 …

57,1%


50

25

42,9%

0 De Ark W

DEEL I

37 van 103


Facit 2011

Informatievoorzieningen We willen u nu enkele vragen stellen over de mate waarin u – de afgelopen 12 maanden – op de hoogte bent gehouden over zaken die de cliënt of u aangaan. 44. Zijn er afspraken gemaakt over hoe en wanneer u geïnformeerd wordt over de cliënt? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8

100 25,0%

nee ja

75

50 75,0%

25

0 De Ark W

45. Vindt u dat u voldoende geïnformeerd wordt over hoe het met de cliënt gaat? De Ark W


75

N=8 N=0 N=0 N=8 …

50,0%


50

25

50,0%

0 De Ark W

DEEL I

38 van 103


Facit 2011

46. Wordt u geïnformeerd over veranderingen in de woonvorm? Bijvoorbeeld dat er een nieuwe bewoner komt of dat er nieuwe regels zijn. De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 …

37,5%

75


12,5%

50

25

50,0%

0 De Ark W

47. Weet u hoe u een klacht moet indienen als u niet tevreden bent? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8

100 12,5%

nee ja

75

50 87,5%

25

0 De Ark W

DEEL I

39 van 103


Facit 2011

48. Heeft de organisatie een cliëntenraad? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 …

nee ja 75

50

100,0%

25

0 De Ark W

49. Krijgt u informatie over de cliëntenraad? De Ark W


N=8 N=0 N=8 … 25,0%

75


50 75,0%

25

0 De Ark W

DEEL I

40 van 103


Facit 2011

De begeleiders De volgende vragen gaan over de begeleiders van de woonvorm. Zijn zij vriendelijk, behandelen ze de cliënt respectvol en zijn zij goed in hun werk (deskundig)? De vragen hebben betrekking op uw ervaringen in de afgelopen 12 maanden. 50. Nemen de begeleiders de cliënt serieus? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 … 12,5%

75


50 87,5%

25

0 De Ark W

51. Zijn de begeleiders beleefd tegen de cliënt? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 …


75

50

100,0%

25

0 De Ark W

DEEL I

41 van 103


Facit 2011

52. Luisteren de begeleiders van de woonvorm aandachtig naar de cliënt? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 …

37,5%

75


50 62,5%

25

0 De Ark W

53. Hebben de begeleiders genoeg tijd voor de cliënt? De Ark W


N=7 N=0 N=1 N=8 … 14,3%

75 42,9%


50

25

42,9%

0 De Ark W

DEEL I

42 van 103


Facit 2011

54. Houden de begeleiders rekening met de wensen en behoeften van de cliënt? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 …

37,5%

75


50 62,5%

25

0 De Ark W

55. Houden de begeleiders op de woonvorm zich aan de afspraken? De Ark W


75

N=8 N=0 N=0 N=8 …

50,0%


50

25

50,0%

0 De Ark W

DEEL I

43 van 103


Facit 2011

56. Leggen de begeleiders de cliënt dingen op een begrijpelijke manier uit? De Ark W


75

N=8 N=0 N=0 N=8 …

50,0%


50

25

50,0%

0 De Ark W

57. Is de cliënt bang voor een begeleider op de woonvorm? De Ark W


N=7 N=1 N=0 N=8

100 nooit soms meestal altijd

75

50

100,0%

25

0

…

De Ark W

DEEL I

44 van 103


Facit 2011

58. Hebben de begeleiders genoeg tijd voor u? De Ark W


75

N=8 N=0 N=0 N=8 …

50,0%


50

25

50,0%

0 De Ark W

59. Vindt u de begeleiders op de woonvorm deskundig in hun werk? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 … 12,5%

75


62,5%

50

25 25,0%

0 De Ark W

DEEL I

45 van 103


Facit 2011

60. Gaan de begeleiders gehaast te werk? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8

100

75

50,0%


50

25

0

50,0%

…

De Ark W

61. Is er voldoende personeel aanwezig op de woonvorm? De Ark W


75

N=8 N=0 N=0 N=8 …

50,0%


50

25

50,0%

0 De Ark W

DEEL I

46 van 103


Facit 2011

62. Komt het voor dat er voor de cliënt onbekende begeleiders op de woonvorm zijn? De Ark W


N=6 N=2 N=0 N=8

100 nee ja 75

50

100,0%

25

0

…

De Ark W

Samenhang in zorg Er zijn vaak meerdere personen betrokken bij de zorg en begeleiding aan de cliënt. We willen graag weten of de hulp van deze verschillende personen op elkaar is afgestemd. En of u weet bij wie u terecht kunt met vragen over de cliënt. Het gaat hierbij om de afgelopen 12 maanden. 63. Heeft u een vaste contactpersoon op de woonvorm? De Ark W


N=8 N=0 N=0 N=8 …

nee ja 75

50

100,0%

25

0 De Ark W

DEEL I

47 van 103


Facit 2011

64. Kunt u met uw vragen of opmerkingen over de cliënt bij deze contactpersoon terecht? De Ark W


N=8 N=0 N=8

100

… 12,5%

75


50 87,5%

25

0 De Ark W

65. Hoe vaak komt het voor dat er wat mis gaat omdat de begeleiders niet op de hoogte zijn van de hulp die de cliënt nodig heeft? De Ark W


N=6 N=2 N=0 N=8

100 33,3%

75


50 66,7%

25

0

…

De Ark W

DEEL I

48 van 103


Facit 2011

66. Krijgt de cliënt ook hulp van andere personen/afdelingen binnen naam organisatie? De Ark W


N=7 N=1 N=0 N=8

100 nee ja 75

57,1%

50

25

42,9%

0 De Ark W

67. Is de hulp van de verschillende personen/afdelingen op elkaar afgestemd? De Ark W


N=3 N=0 N=3 …


75

50

25

0 De Ark W


DEEL I

49 van 103


Facit 2011

68. Als de cliënt naar een huisarts/specialist wordt verwezen, wordt u dan hierover geïnformeerd? De Ark W

in de grafiek nvt, cliënt is afgelopen 12 maanden niet doorverwezen weet ik niet niet ingevuld totaal 100 16,7% …

75

16,7%


50 66,7%

25

0 De Ark W

DEEL I

50 van 103

N=6 N=1 N=1 N=0 N=8


Facit 2011

Algeheel oordeel 69. Welk cijfer geeft u de hulp die de cliënt krijgt vanuit de woonvorm? De Ark W

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 niet ingevuld totaal

Aantal

%

0 0 0 0 0 0 0 0 5 1 1 1 8

,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 62,5 12,5 12,5 12,5 100

gemiddeld

8,4

70. Welk cijfer geeft u De Arkgemeenschap? De Ark W

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 niet ingevuld totaal gemiddeld

DEEL I

Aantal

%

0 0 0 0 0 0 0 2 3 1 1 1 8

,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 25,0 37,5 12,5 12,5 12,5 100 8,1

51 van 103


Facit 2011

71. Zou u De Arkgemeenschap bij anderen aanbevelen? De Ark W

in de grafiek niet ingevuld totaal 100

N=8 N=0 N=8 … 25,0%

beslist niet waarschijnlij k niet waarschijnlij k wel

75

beslist wel

50 75,0%

25

0 De Ark W

72. Als u één ding zou kunnen veranderen aan de zorg die de cliënt krijgt van De Arkgemeenschap, wat zou dat dan zijn? • Activeren vrijetijdsinvulling • De huisvesting is niet meer adequaat • Iemand met EHBO-of medische kennis zou permanent aanwezig moeten zijn. • Meer beweging • Toch proberen meer Hollandse assistenten te vinden.

DEEL I

52 van 103


Facit 2011

Persoonlijke gegevens ouder/vertegenwoordiger Om een eerlijke vergelijking tussen zorgaanbieders mogelijk te maken, wordt er via case-mix adjustment gecorrigeerd op achtergrondkenmerken van de respondent. Met statistische methoden worden invloeden van aspecten die zorgaanbieders niet kunnen beïnvloeden eruit gehaald. Het gaat om verschillen tussen zorgaanbieders in de samenstelling van de groep respondenten die van invloed zijn op de verschillen in indicatorscores, maar die niet te maken hebben met kwaliteit van zorg. Dit wordt gedaan om een eerlijke vergelijking te kunnen maken. Voor het uitvoeren van deze correcties wordt een aantal vragen toegevoegd aan de vragenlijst. 73. Bent u een man of vrouw? De Ark W

man vrouw niet ingevuld totaal

Aantal

%

2 3 3 8

25,0 37,5 37,5 100

74. Wat is uw leeftijd? De Ark W

18 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar 65 t/m 74 jaar 75 jaar of ouder niet ingevuld totaal

75. Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen? De Ark W

in de grafiek niet ingevuld totaal

N=7 N=1 N=8

100 14,3%

75 42,9%

uitstekend zeer goed goed matig slecht

50

25

0

42,9%

…

De Ark W

DEEL I

53 van 103

Aantal

%

0 0 0 0 2 4 0 2 8

,0 ,0 ,0 ,0 25,0 50,0 ,0 25,0 100


Facit 2011

76. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? De Ark W Aantal

%

0 0

,0 ,0

1

12,5

1

12,5

0

,0

0

,0

hoger beroepsonderwijs (zoals HBO, HTS, HEAO, HBO-V, kandidaats wetenschappelijk onderwijs)

2

25,0

wetenschappelijk onderwijs (universiteit) anders, namelijk niet ingevuld totaal

2 0 2 8

25,0 ,0 25,0 100

geen opleiding (lager onderwijs niet afgemaakt) lager onderwijs (basisschool, speciaal basisonderwijs) lager of voorbereidend beroepsonderwijs (bijv. LTS, LEAO, LHNO, VMBO) middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (bijv. MAVO, (M)ULO, MBO-kort, VMBO-t) middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (bijv. MTS, MEAO, BOL, BBL, INAS) hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (bijv. HAVO, VWO, Atheneum, Gymnasium, HBS, MMS)

77. Wat is het geboorteland van uzelf? De Ark W

Nederland Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Suriname Marokko Turkije Duitsland Nederlandse Antillen Aruba anders, namelijk niet ingevuld totaal

DEEL I

54 van 103

Aantal

%

7 0 0 0 0 0 0 0 0 1 8

87,5 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 12,5 100


Facit 2011

78. Wat is het geboorteland van uw vader? De Ark W


Aantal

%

7 0 0 0 0 0 0 0 0 1 8

87,5 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 12,5 100

79. Wat is het geboorteland van uw moeder? De Ark W


Aantal

%

5 2 0 0 0 0 0 0 0 1 8

62,5 25,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 12,5 100

80. In welke taal praat u thuis het meeste? De Ark W

Nederlands Fries Nederlands dialect Indonesisch Sranan (Surinaams) Marokkaans-Arabisch Turks Duits Papiaments (Nederlandse Antillen) anders, namelijk niet ingevuld totaal

DEEL I

55 van 103

Aantal

%

7 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 8

87,5 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 12,5 100


Facit 2011

81. Heeft iemand u geholpen bij het invullen van deze vragenlijst? De Ark W

nee ja niet ingevuld totaal

Aantal

%

7 0 1 8

87,5 ,0 12,5 100

82. Hoe heeft die persoon u geholpen? (meerdere antwoorden zijn mogelijk) De Ark W

hij/zij heeft de vragen voorgelezen hij/zij heeft mijn antwoorden opgeschreven hij/zij heeft de vragen in mijn plaats beantwoord hij/zij heeft de vragen in mijn taal vertaald anders, namelijk

Aantal

%

0 0 0 0 0

,0 ,0 ,0 ,0 ,0

83. We willen de vragenlijst blijven verbeteren. We horen dan ook graag wat u van de vragenlijst vindt. Mist u iets in deze vragenlijst? Of heeft u nog opmerkingen of tips. Dan kunt u dat hieronder opschrijven. • •

•

DEEL I

Geen toevoegingen nodig Het is een algemene vragenlijst, is moeilijk in te vullen voor een cliëntvertegenwoordiger van een cliënt met ernstig gedrag/verstandelijke handicap. Cliënt communiceert niet. Persoonlijke gegevens niet ingevuld. Die zijn niet relevant voor de vragenlijst.

56 van 103


4

Facit 2011

Cliëntenraadpleging onder cliëntvertegenwoordigers dagbesteding

4.1 Steekproeftrekking De doelgroep voor de raadpleging onder ouders/cliëntvertegenwoordigers dagbesteding werd gevormd door cliënten die 18 jaar of ouder zijn en die in april 2011 zorg voor dagbesteding van De Arkgemeenschap ontvingen. Dit betreft cliënten met een verstandelijke beperking, ongeacht de zwaarte van de beperking. Van deze cliënten zijn geen cliënten uitgesloten van deelname aan het onderzoek. Het aantal cliëntvertegenwoordigers dat benaderd kon worden met een schriftelijke vragenlijst bedroeg 13. Al deze vertegenwoordigers zijn benaderd voor deelname aan de raadpleging. 4.2 Informatievoorziening De cliëntvertegenwoordigers ontvingen bij de schriftelijke vragenlijst een begeleidend schrijven, met het verzoek de vragenlijst in te vullen en rechtstreeks te retourneren aan Facit. Hierbij kon gebruik gemaakt worden van de bij de vragenlijst gevoegde antwoordenvelop. Voor de verzendingen van de brieven is gebruik gemaakt van briefpapier en enveloppen van De Arkgemeenschap In de brief werd o.a. het doel van het onderzoek, alsmede de vertrouwelijkheid en de anonimiteit van het onderzoek toegelicht. Ook is aangegeven dat cliëntvertegenwoordigers voor vragen en/of opmerkingen over het onderzoek en de vragenlijst telefonisch of via e-mail contact konden opnemen met Facit. De cliëntenraad en de medewerkers zijn eveneens door De Arkgemeenschap voorafgaand aan de start van de raadpleging geïnformeerd over het doel van de raadpleging en de wijze waarop de raadpleging zou gaan plaatsvinden. 4.3 Dataverzameling De brieven en vragenlijsten zijn door Facit verzonden conform de werkinstructies voor de CQI Verstandelijke Gehandicaptenzorg en de afspraken in het handboek CQI meetinstrument. Op 17 maart 2011 is de eerste schriftelijke vragenlijst verzonden. Na 3 weken is, aan de hand van de codering van de vragenlijsten, bepaald welke cliëntvertegenwoordigers de vragenlijst nog niet geretourneerd hadden. Aan deze personen is op 7 april 2011 een eerste herinnering verzonden, waarbij ook weer een nieuwe vragenlijst was gevoegd. Na 6 weken, op 28 april, is aan cliëntvertegenwoordigers die de vragenlijst ingevuld retour hebben gezonden een bedankbrief verzonden. 4.4 Respons Voor de cliëntenraadpleging onder cliëntvertegenwoordigers dagbesteding zijn 13 cliëntvertegenwoordigers benaderd met een schriftelijke vragenlijst. Van deze vertegenwoordigers hebben 12 de vragenlijst ingevuld retour gezonden. De respons voor de raadpleging onder cliëntvertegenwoordigers dagbesteding in De Arkgemeenschap komt hiermee op 92,3%.

DEEL I

57 van 103


DEEL I

Facit 2011

58 van 103


4.5

Facit 2011

Uitkomsten

Achtergrondinformatie cliënt We beginnen de vragenlijst met enkele algemene vragen over de cliënt. 1. Wat is uw relatie tot de cliënt? Bent u........... (meerdere antwoorden kunnen worden aangekruist) De Ark DB

de vader/moeder van de cliënt een familielid van de cliënt (bijv. broer, zus, opa, oma, tante, oom) een vriend/kennis van de cliënt curator/bewindvoerder anders, namelijk

Aantal

%

11

91,7

1

8,3

0 1 0

,0 8,3 ,0

2. Gaat de cliënt op dit moment naar een dagcentrum van De Arkgemeenschap? De Ark DB

nee ja totaal

Aantal

%

0 12 12

,0 100 100

3. Wat is de leeftijd van de cliënt? De Ark DB

jonger dan 18 jaar 18 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar 65 t/m 74 jaar 75 jaar of ouder totaal

Aantal

%

0 4 3 3 1 0 1 0 12

,0 33,3 25,0 25,0 8,3 ,0 8,3 ,0 100

4. Wat is zijn/haar geslacht? De Ark DB

man vrouw totaal

DEEL I

59 van 103

Aantal

%

8 4 12

66,7 33,3 100


Facit 2011

5. Wat is de ernst van de verstandelijke beperking? De Ark DB

zwakbegaafd/moeilijk lerend lichte verstandelijke beperking matige verstandelijke beperking ernstige verstandelijke beperking zeer ernstige verstandelijke beperking weet ik niet niet ingevuld totaal

Aantal

%

1 2 2 6 0 0 1 12

8,3 16,7 16,7 50,0 ,0 ,0 8,3 100

6. Heeft de cliënt nog een andere aandoening of beperking? Zo ja, welke? (meerdere antwoorden kunnen worden aangekruist) De Ark DB

nee, geen andere aandoening of beperking autisme verwante stoornis (bijv. klassiek autisme, PDD-NOS, Asperger) ADHD/ADD ernstige gedragsproblemen lichamelijke handicap epilepsie diabetes/suikerziekte chronische ziekte (bijv. scoliose, hoge bloeddruk, reuma) slechthorendheid/doofheid slechtziendheid/blindheid dementie anders, namelijk • psychotisch • syndroom van down • ziekte van Hirschsprung weet ik niet

Aantal

%

3

25,0

3

25,0

0 0 1 1 0 0 1 1 0

,0 ,0 8,3 8,3 ,0 ,0 8,3 8,3 ,0

3

25,0

0

,0

7. Zit de cliënt in een rolstoel? De Ark DB

Nooit Soms Meestal Altijd weet ik niet totaal

DEEL I

60 van 103

Aantal

%

11 1 0 0 0 12

91,7 8,3 ,0 ,0 ,0 100


Facit 2011

8. Hoe woont de cliënt? De Ark DB

cliënt woont zelfstandig cliënt woont met partner cliënt woont bij ouder(s) of familie cliënt woont met andere mensen met een verstandelijk beperking in een woning cliënt woont met andere mensen met een verstandelijk beperking in een instelling anders, namelijk weet ik niet totaal

Aantal

%

0 0 3

,0 ,0 25,0

7

58,3

2

16,7

0 0 12

,0 ,0 100

9. Welke bezigheden heeft de cliënt overdag? (meerdere antwoorden kunnen worden aangekruist) De Ark DB

cliënt gaat naar dagbesteding cliënt gaat naar sociale werkvoorziening cliënt volgt een opleiding of scholing cliënt doet betaald werk cliënt doet vrijwilligerswerk cliënt krijgt therapie/behandeling anders, namelijk weet ik niet

DEEL I

61 van 103

Aantal

%

12 0 0 0 0 0 0 0

100 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0


Facit 2011

Dagcentrum De volgende vragen gaan over het dagcentrum waar de cliënt naar toe gaat. We willen graag weten wat voor centrum het is, wat de cliënt daar doet en of hij/zij het naar de zin heeft op het dagcentrum. Het gaat hierbij om de afgelopen 12 maanden. 10. Naar wat voor dagcentrum gaat de cliënt? (meerdere antwoorden kunnen worden aangekruist) De Ark DB

dagactiviteitencentrum werkvoorziening zorgboerderij anders, namelijk • atelier (bezigheidstherapie) weet ik niet

Aantal

%

10 0 1

90,9 ,0 9,1

1

9,1

0

,0

11. Hoe vaak gaat de cliënt naar het dagcentrum van De Arkgemeenschap? De Ark DB

minder dan één ochtend/middag per week één ochtend/middag per week 1 dag per week 2 – 3 dagen per week 4 – 5 dagen per week weet ik niet totaal

Aantal

%

0 0 1 2 9 0 12

,0 ,0 8,3 16,7 75,0 ,0 100

12. Heeft de cliënt zelf kunnen bepalen op welke dagen hij/zij naar het dagcentrum gaat? De Ark DB


N=12 N=0 N=12

100

75

nee, helemaal niet een beetje 50,0%


50

8,3% 16,7%

25 25,0%

0 De Ark DB

DEEL I

62 van 103


Facit 2011

13. Wat voor activiteiten doet de cliënt op het dagcentrum? (meerdere antwoorden kunnen worden aangekruist) De Ark DB

creatieve activiteiten, bijvoorbeeld schilderen, manden maken, textiel bewerken of mozaïek werken, bijvoorbeeld in een bakkerij, keuken, groenonderhoud, houtwerkplaats of drukkerij sport en ontspanning, bijvoorbeeld zwemmen, muziek, bewegen, drama en snoezelen scholing/training, bijvoorbeeld cursussen, computertraining of EHBO weet ik niet

Aantal

%

7

58,3

8

66,7

6

50,0

2

16,7

1

8,3

14. Krijgt de cliënt op het dagcentrum voldoende ondersteuning bij zijn/haar activiteiten? De Ark DB


75

N=11 N=1 N=12 …

45,5%


50

25

54,5%

0 De Ark DB

15. Mag de cliënt zelf bepalen wat hij/zij doet op het dagcentrum? De Ark DB


75

N=10 N=2 N=12 …

60,0%


50

25

0

40,0%

…

De Ark DB

DEEL I

63 van 103


Facit 2011

16. Zorgen de begeleiders ervoor dat de cliënt genoeg te doen heeft op het dagcentrum? De Ark DB


N=11 N=1 N=12 …


75 63,6%

50

25 36,4%

0 De Ark DB

17. Leert de cliënt nieuwe dingen op het dagcentrum? Bijvoorbeeld koken, textiel bewerken, tuinieren of met computer omgaan. De Ark DB

in de grafiek nvt, cliënt wil dit niet weet ik niet totaal 100

75

N=10 N=1 N=1 N=12

…

60,0%


50

25

0

40,0%

…

De Ark DB

DEEL I

64 van 103


Facit 2011

18. Bepaalt de cliënt zelf welke nieuwe activiteiten hij/zij wilt leren? De Ark DB


N=10 N=1 N=11 …

75 70,0%


50

25

0

20,0% 10,0%

De Ark DB

19. Helpen de begeleiders de cliënt bij het leren van nieuwe dingen? De Ark DB


N=10 N=1 N=11 … 20,0%

75 30,0%


50

25

50,0%

0 De Ark DB

DEEL I

65 van 103


Facit 2011

20. Voelt de cliënt zich op zijn/haar gemak op het dagcentrum? De Ark DB


N=11 N=1 N=12 …


75 81,8%

50

25 18,2%

0 De Ark DB

21. Is de cliënt bang voor een andere cliënt op het dagcentrum? De Ark DB


N=10 N=2 N=12

100

75

50,0%


50

25

0

50,0%

…

De Ark DB

DEEL I

66 van 103


Facit 2011

22. Besteden de begeleiders op het dagcentrum aandacht aan het tegengaan van ongewenst gedrag? Bijvoorbeeld pesten, slaan, bedreigingen, of lastig vallen. De Ark DB


N=10 N=2 N=12

100

… 10,0%

75

30,0%


50 60,0%

25

0 De Ark DB

Gezondheid We willen u nu enkele vragen stellen over de hulp die de cliënt krijgt bij de persoonlijke verzorging of als hij/zij ziek is. Het gaat hierbij om de afgelopen 12 maanden. 23. Helpen de begeleiders op het dagcentrum de cliënt voldoende bij de persoonlijke verzorging? Bijvoorbeeld bij het aandoen van de jas, eten en drinken en naar de WC gaan. De Ark DB


N=6 N=6 N=0 N=12

…

75 66,7%


50

25 33,3%

0 De Ark DB

DEEL I

67 van 103


Facit 2011

24. Gebruikt de cliënt een hulpmiddel? Bijvoorbeeld een bril, gehoorapparaat, korset, aangepaste schoenen of speciaal bestek. De Ark DB


N=12 N=0 N=12

100 nee ja 75

58,3%

50

25

41,7%

0 De Ark DB

25. Helpen de begeleiders de cliënt bij het gebruiken van het hulpmiddel? De Ark DB


N=1 N=3 N=0 N=4

…


75

50

25

0 De Ark DB


DEEL I

68 van 103


Facit 2011

26. Is de cliënt het afgelopen jaar ziek geweest op het dagcentrum? De Ark DB


N=11 N=1 N=12

100 nee ja 75 72,7%

50

25 27,3%

0 De Ark DB

27. Helpen de begeleiders de cliënt als hij/zij ziek is? De Ark DB


N=2 N=0 N=2 …


75

50

25

0 De Ark DB


DEEL I

69 van 103


Facit 2011

Afspraken dagbesteding De volgende vragen gaan over de afspraken die er met de cliënt en/of u worden gemaakt over de dagbesteding en de ondersteuning die de cliënt nodig heeft op het dagcentrum. Veelal worden deze afspraken vastgelegd in een ondersteuningsplan, zorgplan of (individueel) begeleidingsplan. Het gaat hierbij om de afgelopen 12 maanden. 28. Heeft de cliënt een ondersteuningsplan? De Ark DB


N=11 N=1 N=12 …

nee ja 75

50

100,0%

25

0 De Ark DB

29. Worden dit plan en de afspraken over de dagbesteding besproken met de cliënt? De Ark DB

in de grafiek nvt, cliënt wil dit niet weet ik niet totaal 100

75

… 11,1%

22,2%

N=9 N=1 N=1 N=11


50 66,7%

25

0 De Ark DB

DEEL I

70 van 103


Facit 2011

30. Worden het ondersteuningsplan en de afspraken over de dagbesteding met u besproken? De Ark DB


N=11 N=0 N=11 … 27,3%

75


50 72,7%

25

0 De Ark DB

31. Wordt de hulp op het dagcentrum daadwerkelijk volgens afspraak/plan geboden? De Ark DB


N=11 N=0 N=11

100

… 9,1%

75 54,5%


50

25 36,4%

0 De Ark DB

DEEL I

71 van 103


Facit 2011

32. Sluit de dagbesteding vanuit het dagcentrum aan bij de wensen en behoeften van de cliënt? De Ark DB


N=12 N=0 N=12

100

… 8,3%

75


66,7%

50

25 25,0%

0 De Ark DB

DEEL I

72 van 103


Facit 2011

Informatievoorziening We willen u nu enkele vragen stellen over de mate waarin u – de afgelopen 12 maanden – op de hoogte bent gehouden over zaken die de cliënt of u aangaan met betrekking tot de dagbesteding. 33. Zijn er afspraken gemaakt over hoe en wanneer u geïnformeerd wordt over de cliënt? De Ark DB


N=12 N=0 N=12

100 16,7%

nee ja

75

50 83,3%

25

0 De Ark DB

34. Vindt u dat u voldoende geïnformeerd wordt over hoe het met de cliënt gaat op het dagcentrum? De Ark DB


N=11 N=1 N=12

100 18,2%

75

9,1%

50

45,5%


25 27,3%

0 De Ark DB

DEEL I

73 van 103


Facit 2011

35. Wordt u geïnformeerd over veranderingen op het dagcentrum? Bijvoorbeeld dat er een nieuwe begeleider komt of dat er nieuwe regels zijn. De Ark DB


N=12 N=0 N=12

100 16,7% …

75 41,7%


50

25

41,7%

0 De Ark DB

36. Weet u hoe u een klacht moet indienen als u niet tevreden bent? De Ark DB

in de grafiek

N=12

100 33,3%

nee ja

75

50 66,7%

25

0 De Ark DB

DEEL I

74 van 103


Facit 2011

37. Heeft de organisatie een cliëntenraad? De Ark DB


N=7 N=4 N=11 …

nee ja 75

50

100,0%

25

0 De Ark DB

38. Krijgt u informatie over de cliëntenraad? De Ark DB


75

N=7 N=0 N=7 … 14,3%

28,6%


50

25

57,1%

0 De Ark DB

DEEL I

75 van 103


Facit 2011

De begeleiders De volgende vragen gaan over de begeleiders van het dagcentrum. Zijn zij vriendelijk, behandelen ze de cliënt respectvol en zijn zij goed in hun werk (deskundig)? De vragen hebben betrekking op uw ervaringen in de afgelopen 12 maanden. 39. Nemen de begeleiders de cliënt serieus? De Ark DB


N=11 N=1 N=12 …

36,4%

75


50 63,6%

25

0 De Ark DB

40. Zijn de begeleiders beleefd tegen de cliënt? De Ark DB


N=10 N=1 N=11 …


75

50

100,0%

25

0 De Ark DB

DEEL I

76 van 103


Facit 2011

41. Luisteren de begeleiders op het dagcentrum aandachtig naar de cliënt? De Ark DB


N=10 N=2 N=12

100

… 10,0%

75


60,0%

50

25 30,0%

0 De Ark DB

42. Hebben de begeleiders genoeg tijd voor de cliënt? De Ark DB


N=10 N=2 N=12 … 20,0%

75

50


70,0%

25

0

10,0%

De Ark DB

DEEL I

77 van 103


Facit 2011

43. Houden de begeleiders rekening met de wensen en behoeften van de cliënt? De Ark DB


N=11 N=1 N=12

100

… 9,1%

75

50


81,8%

25

0

9,1%

De Ark DB

44. Houden de begeleiders op het dagcentrum zich aan de afspraken? De Ark DB


N=10 N=2 N=12

100

… 10,0%

75

50


70,0%

25 20,0%

0 De Ark DB

DEEL I

78 van 103


Facit 2011

45. Leggen de begeleiders de cliënt dingen op een begrijpelijke manier uit? De Ark DB


N=10 N=2 N=12

100

… 10,0%

75

30,0%


50 60,0%

25

0 De Ark DB

46. Is de cliënt bang voor een begeleider op het dagcentrum? De Ark DB


N=10 N=2 N=12

100 nooit soms meestal altijd

75

50

100,0%

25

0

…

De Ark DB

DEEL I

79 van 103


Facit 2011

47. Hebben de begeleiders genoeg tijd voor u? De Ark DB


N=11 N=1 N=12 … 18,2%

75


45,5%

50

25 36,4%

0 De Ark DB

48. Vindt u de begeleiders op het dagcentrum deskundig in hun werk? De Ark DB


N=10 N=2 N=12

100

… 10,0%

75

50


70,0%

25 20,0%

0 De Ark DB

DEEL I

80 van 103


Facit 2011

49. Gaan de begeleiders gehaast te werk? De Ark DB


N=7 N=5 N=12

100 28,6%

75


50 71,4%

25

0

…

De Ark DB

Samenhang in zorg Het kan zijn dat er – naast de dagbesteding – andere personen/afdelingen betrokken zijn bij de zorg en begeleiding aan de cliënt. We willen graag weten of de hulp van deze verschillende mensen op elkaar is afgestemd. En of u weet bij wie u terecht kunt met vragen over de cliënt. Het gaat hierbij om de afgelopen 12 maanden. 50. Heeft u een vaste contactpersoon op het dagcentrum? De Ark DB


N=11 N=1 N=12

100 27,3%

nee ja

75

50 72,7%

25

0 De Ark DB

DEEL I

81 van 103


Facit 2011

51. Kunt u met uw vragen of opmerkingen over de cliënt bij deze contactpersoon terecht? De Ark DB


N=8 N=0 N=8 …

37,5%

75


50 62,5%

25

0 De Ark DB

52. Krijgt de cliënt ook hulp van andere personen/afdelingen binnen naam organisatie? De Ark DB


N=10 N=2 N=12

100 30,0%

nee ja

75

50 70,0%

25

0 De Ark DB

DEEL I

82 van 103


Facit 2011

53. Is de ondersteuning van de verschillende personen/afdelingen op elkaar afgestemd? De Ark DB


N=6 N=1 N=7 … 16,7%

75


50,0%

50

25 33,3%

0 De Ark DB

54. Als de cliënt naar een andere afdeling, organisatie of specialist wordt verwezen, wordt u dan hierover geïnformeerd? De Ark DB

in de grafiek nvt, cliënt is afgelopen 12 maanden niet doorverwezen weet ik niet totaal 100

… 33,3%

75


50 66,7%

25

0 De Ark DB

DEEL I

83 van 103

N=3 N=9 N=0 N=12


Facit 2011

Algeheel oordeel 55. Welk cijfer geeft u de hulp die de cliënt krijgt op het dagcentrum? De Ark DB

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 niet ingevuld totaal

Aantal

%

0 0 0 0 0 0 1 3 4 1 1 2 12

,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 8,3 25,0 33,3 8,3 8,3 16,7 100

gemiddeld

7,8

56. Welk cijfer geeft u De Akgemeenschap? De Ark DB

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 niet ingevuld totaal gemiddeld

DEEL I

Aantal

%

0 0 0 0 0 0 1 5 3 1 2 0 12

,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 8,3 41,7 25,0 8,3 16,7 ,0 100 7,8

84 van 103


Facit 2011

57. Zou u De Arkgemeenschap bij anderen aanbevelen? De Ark DB

in de grafiek

N=12

100

… 8,3%

75 50,0%

beslist niet waarschijnlij k niet waarschijnlij k wel beslist wel

50

25

41,7%

0 De Ark DB

58. Als u één ding zou kunnen veranderen aan de dagbesteding die de cliënt krijgt van De Arkgemeenschap, wat zou dat dan zijn? • • • • • •

Dat de cliënt meer beweging krijgt en meer buitenactiviteiten doet. Beter contact met ouders. Telefonisch bereikbaar en mailen doen ze niet wat we wel afgesproken hebben! Geen wisselingen personeel. Deskundig personeel. Groep samenstelling: minder mensen met grote gedragsproblemen. Minder bidden Taken op een hoger niveau

DEEL I

85 van 103


Facit 2011

Persoonlijke gegevens ouder/vertegenwoordiger Om een eerlijke vergelijking tussen zorgaanbieders mogelijk te maken, wordt er via case-mix adjustment gecorrigeerd op achtergrondkenmerken van de respondent. Met statistische methoden worden invloeden van aspecten die zorgaanbieders niet kunnen beïnvloeden eruit gehaald. Het gaat om verschillen tussen zorgaanbieders in de samenstelling van de groep respondenten die van invloed zijn op de verschillen in indicatorscores, maar die niet te maken hebben met kwaliteit van zorg. Dit wordt gedaan om een eerlijke vergelijking te kunnen maken. Voor het uitvoeren van deze correcties wordt een aantal vragen toegevoegd aan de vragenlijst. 59. Bent u een man of vrouw? De Ark DB

man vrouw totaal

Aantal

%

2 10 12

16,7 83,3 100

60. Wat is uw leeftijd? De Ark DB

18 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar 65 t/m 74 jaar 75 jaar of ouder totaal

Aantal

%

0 0 0 4 4 3 1 12

,0 ,0 ,0 33,3 33,3 25,0 8,3 100

61. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? De Ark DB

geen opleiding lager onderwijs lager of voorbereidend beroepsonderwijs middelbaar algemeen voortgezet onderwijs middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs hoger beroepsonderwijs wetenschappelijk onderwijs anders, namelijk • 2-opleiding • HAVO niet voltooid totaal

DEEL I

86 van 103

Aantal

%

0 0 2 3 2 0 1 2

,0 ,0 16,7 25,0 16,7 ,0 8,3 16,7

2

16,7

12

100


Facit 2011

62. Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen? De Ark DB

in de grafiek 100

75

N=12

8,3%

33,3%

uitstekend zeer goed goed matig slecht

50 50,0%

25

0

8,3% …

De Ark DB

63. Wat is het geboorteland van uzelf? De Ark DB

Nederland Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Suriname Marokko Turkije Duitsland Nederlandse Antillen Aruba anders, namelijk totaal

Aantal

%

12 0 0 0 0 0 0 0 0 12

100 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 100

64. Wat is het geboorteland van uw vader? De Ark DB


DEEL I

87 van 103

Aantal

%

12 0 0 0 0 0 0 0 0 12

100 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 100


Facit 2011

65. Wat is het geboorteland van uw moeder? De Ark DB


Aantal

%

11 1 0 0 0 0 0 0 0 12

91,7 8,3 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 100

66. In welke taal praat u thuis het meeste? De Ark DB

Nederlands Fries Nederlands dialect Indonesisch Sranan (Surinaams) Marokkaans-Arabisch Turks Duits Papiaments (Nederlandse Antillen) anders, namelijk totaal

Aantal

%

12 0 0 0 0 0 0 0 0 0 12

100 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 ,0 100

67. Heeft iemand u geholpen bij het invullen van deze vragenlijst? De Ark DB

in de grafiek

N=12

100 nee ja 75

50

100,0%

25

0

…

De Ark DB

DEEL I

88 van 103


Facit 2011

68. Hoe heeft die persoon u geholpen? (Meerdere antwoorden kunnen worden aangekruist) De Ark DB

heeft de vragen voorgelezen heeft mijn antwoorden opgeschreven heeft de vragen in mijn plaats beantwoord heeft de vragen in mijn taal vertaald anders, namelijk

Aantal

%

0 0 0 0 0

,0 ,0 ,0 ,0 ,0

69. We willen de vragenlijst blijven verbeteren. We horen dan ook graag wat u van de vragenlijst vindt. Mist u iets in deze vragenlijst? Of heeft u nog opmerkingen of tips. Dan kunt u dat hieronder opschrijven. •

• •

•

DEEL I

De laatste maanden wordt er veel aan verbetering in begeleiding gewerkt. Dit is moeilijk aan te geven in een algemene vragenlijst. Meerdere dingen weet je niet omdat je er niet bij bent. Ja namelijk biedt het activiteitencentrum voldoende taken voor diverse verstandelijke niveaus Meer deskundig personeel. Minder verloop van personeel. Cliënten behandelen als volwassen personen met verstandelijke beperking, geen vergelijk maken met kleine kinderen. Vragen over mogelijkheden en onmogelijkheden van de zorg/dagbestedingsatelier, bijvoorbeeld bewegingsactiviteiten.

89 van 103

Deel II Inleiding

Deel II van de rapportage van de cliëntenraadpleging die bij De Arkgemeenschap met de CQ-index Verstandelijke Gehandicaptenzorg is gehouden, valt niet onder de richtlijnen van de CQ-index en valt daarmee niet onder het accreditaat van het Centrum Klantervaring Zorg. In het eerste hoofdstuk worden de conclusies uit de gehouden cliëntenraadpleging gepresenteerd, in hoofdstuk 2 de aanbevelingen. Publicatie van cijfers en/of tekst uit deze rapportage is toegestaan voor intern gebruik in De Arkgemeenschap.

91

92

CQ-index VGZ conclusies en aanbevelingen De Arkgemeenschap

Facit 2011

1 Conclusies Omdat in De Arkgemeenschap minder cliëntvertegenwoordigers geraadpleegd zijn dan de reguliere CQI steekproefomvang van 150 vertegenwoordigers, zijn ook de conclusies gebaseerd op een kleiner aantal cliënten. Dat kan gevolgen hebben voor de analyse van de uitkomsten: hoe minder respondenten er immers zijn, hoe groter de kans dat antwoorden van één of enkele cliënten het totaalbeeld voor De Arkgemeenschap vertekenen. Facit heeft gepoogd hiervoor een middenweg te vinden door de resultaten wel weer te geven in de grafieken maar niet altijd in de conclusies te benoemen. In paragraaf 1.2 van deze eindrapportage zijn de acht domeinen en vier thema’s van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg uiteengezet. De conclusies worden in deze paragraaf per domein/ thema weergegeven. Daarbij is steeds aangegeven welke indicatoren uit het Kwaliteitskader Verantwoorde zorg tot dit domein behoren. 1.1 Lichamelijke welbevinden Het optimaliseren van de gezondheid van de cliënt en het nemen van maatregelen die de gezondheid van de cliënt verbeteren, in stand houden of verslechtering tegengaan. Vertegenwoordigers wonen Op een enkele vertegenwoordiger na, zeggen alle geraadpleegde vertegenwoordigers dat de begeleiders ervoor zorgen dat de cliënt voldoende beweging krijgt, en dat de cliënt minimaal een half uur beweging per dag krijgt. Volgens alle vertegenwoordigers helpen de begeleiders de cliënt voldoende bij de persoonlijke verzorging. Op een enkele vertegenwoordiger na vinden alle vertegenwoordigers dat de cliënt er altijd of meestal schoon en verzorgd uitziet. Vertegenwoordigers dagbesteding Volgens alle geraadpleegde vertegenwoordigers waarbij de vraag van toepassing is, helpen de begeleiders de cliënt voldoende bij de persoonlijke verzorging (bijvoorbeeld bij het aandoen van de jas, eten en drinken en naar de WC gaan). 1.2 Psychisch welbevinden De ondersteuning is er op gericht de beleving van de cliënt op zijn psychisch welbevinden te verbeteren en op maatregelen die het psychisch welbevinden verbeteren, in stand houden of verslechtering tegengaan. Vertegenwoordigers wonen Alle geraadpleegde vertegenwoordigers geven aan dat de cliënt zich op zijn/haar gemak voelt op de woonvorm. Ook ervaren alle vertegenwoordigers dat de begeleiders beleefd tegen de cliënt zijn, de cliënt serieus nemen, dingen op een begrijpelijke manier uitleggen en aandachtig naar de cliënt luisteren. Zes van de zeven vertegenwoordigers die de vraag hebben ingevuld, vinden dat de begeleiders genoeg tijd voor de cliënt hebben. De begeleiders houden voldoende rekening met de wensen en behoeften van de cliënten, en houden zich aan de gemaakte afspraken, aldus de vertegenwoordigers. Vertegenwoordigers dagbesteding Ook alle geraadpleegde vertegenwoordigers van de cliënten van de dagbesteding, geven aan dat de cliënt zich naar hun mening op zijn/haar gemak voelt op het dagcentrum. Alle vertegenwoordigers ervaren, dat de begeleiders de cliënt serieus nemen en beleefd zijn tegen de cliënt. Op een enkele vertegenwoordiger na, vinden alle vertegenwoordigers dat de begeleiders aandachtig naar de cliënt luisteren, rekening houden met de wensen en behoeften van de cliënt, zich aan de afspraken houden en dingen op een begrijpelijke manier uitleggen.

DEEL II

93 van 103


Facit 2011

1.3 Interpersoonlijke relaties De ondersteuning is er op gericht om de beleving van de cliënt op het aantal en de kwaliteit van zijn persoonlijke relaties te verbeteren en op maatregelen die dit verbeteren, in stand houden of verslechtering tegengaan. Vertegenwoordigers wonen Alle geraadpleegde vertegenwoordigers vinden dat de cliënt goed kan omgaan met andere bewoners. Volgens bijna alle vertegenwoordigers helpen de begeleiders de cliënt altijd of meestal bij het omgaan met andere bewoners. Vier van de zes vertegenwoordigers die de vraag hebben beantwoord, geven aan dat de begeleiders de cliënt helpen bij het omgaan met familie. De overige twee vertegenwoordigers ervaren dat de begeleiders de cliënt hier nooit bij helpen. Het merendeel van de vertegenwoordigers vindt dat de begeleiders de cliënt helpen bij het omgaan met vrienden, twee vertegenwoordigers vinden dat zij hier soms of nooit bij helpen. Vertegenwoordigers dagbesteding Over dit onderwerp zijn geen vragen gesteld aan de vertegenwoordigers van de cliënten dagbesteding. 1.4 Deelname aan de samenleving Ondersteuning om een zo groot mogelijke deelname aan de samenleving mogelijk te maken. Vertegenwoordigers wonen Bijna alle geraadpleegde vertegenwoordigers zeggen dat de cliënt soms deelneemt aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad en ook zeggen deze vertegenwoordigers dat de begeleiders hen hierbij helpen. Een enkele vertegenwoordiger zegt dat de cliënt regelmatig deelneemt aan activiteiten in de buurt of in het dorp/stad, en ook een enkele vertegenwoordiger zegt dat de cliënt hier geen behoefte aan heeft. 62,5% van de vertegenwoordigers vindt dat De Arkgemeenschap regelmatig uitstapjes voor de cliënt organiseert, 37,5% zegt dat dit soms het geval is. Vertegenwoordigers dagbesteding Over dit onderwerp zijn geen vragen gesteld aan de vertegenwoordigers van de cliënten dagbesteding. 1.5 Persoonlijke ontwikkeling De ondersteuning richt zich op het optimaliseren van de ontplooiingsmogelijkheden van de cliënt, zodanig dat dit leidt tot voldoening en bevrediging bij de cliënt. Vertegenwoordigers wonen Driekwart van de geraadpleegde vertegenwoordigers vindt dat de begeleiders zorgen dat de cliënt genoeg te doen heeft in zijn/haar vrije tijd. Een kwart zegt dat dit soms zo is. 57% van de vertegenwoordigers vindt dat de cliënt slechts soms nieuwe dingen op de woonvorm leert. Wel geven bijna alle vertegenwoordigers aan dat de begeleiders de cliënt helpen bij het leren van nieuwe dingen.

DEEL II

94 van 103


Facit 2011

Vertegenwoordigers dagbesteding 91% van de geraadpleegde vertegenwoordigers zegt dat de cliënt naar het dagactiviteitencentrum gaat, de overige vertegenwoordigers zeggen dat de cliënt naar de zorgboerderij of het atelier gaan. Driekwart van de vertegenwoordigers geeft aan, dat de cliënt 4 tot 5 dagen per week naar het dagcentrum gaan, het overige kwart geeft aan dat de cliënt 1 dag of 2 tot 3 dagen naar het dagcentrum gaat. De activiteiten die de cliënt op het dagcentrum doen zijn volgens de vertegenwoordigers zeer divers: creatieve activiteiten, werken, sport en ontspanning en scholing. Alle vertegenwoordigers zijn van mening dat de cliënt voldoende ondersteuning krijgt bij de activiteiten, en dat de begeleiders zorgen dat de cliënt genoeg te doen heeft. 40% van de vertegenwoordigers zegt dat de cliënt meestal nieuwe dingen leert het op dagcentrum, 60% zegt dat dit soms het geval is. Volgens 70% van de vertegenwoordigers helpen de begeleiders de cliënt bij het leren van nieuwe dingen. 1.6 Materieel welzijn Inspanningen richten zich op een kwalitatief verantwoorde woonsituatie die voldoet aan bouwkundige en functionele maatstaven en de bereikbaarheid hiervan (openbaar vervoer, toegankelijkheid e.d.). Vertegenwoordigers wonen Alle geraadpleegde vertegenwoordigers geven aan dat de cliënt samen met andere cliënten in een woning/woongroep woont. 62,5% van hen is van mening dat de woonvorm voldoende privacy biedt, 25% vindt dat dit soms zo is. Alle vertegenwoordigers, waarbij de vraag van toepassing is, vinden dat de woonvorm is aangepast aan de beperkingen van de cliënt. 75% vindt dat de cliënt genoeg ruimte heeft om zijn/haar spullen op te bergen. Slechts 37,5% vindt dat de eigen kamer van de cliënt groot genoeg is om bezoek te ontvangen. Vertegenwoordigers dagbesteding Over dit onderwerp zijn geen vragen gesteld aan de vertegenwoordigers van de cliënten dagbesteding. 1.7 Zelfbepaling De organisatie zal flexibel genoeg moeten zijn om de keuzes in het dagelijks leven en de geïndividualiseerde zorgdoelen van cliënten mogelijk te maken. Vertegenwoordigers wonen Op een enkele vertegenwoordiger na, zeggen alle vertegenwoordigers dat de cliënt de eigen kamer zelf heeft kunnen inrichten. Twee van de zes vertegenwoordigers die de vraag hebben beantwoord, geven aan dat de cliënt nooit zelf kan bepalen welke taken hij/zij in huis doet. De overige vier vertegenwoordigers geven aan dat de cliënt dit soms of meestal zelf kan bepalen. Het merendeel van de vertegenwoordigers (62,5%) zegt dat de cliënt soms zelf kan bepalen hoe laat hij/zij naar bed gaat. Volgens driekwart mag de cliënt zelf bepalen wat hij/zij in zijn/haar vrije tijd doet, het andere kwart geeft aan dat de cliënt dit soms zelf mag bepalen. Vertegenwoordigers dagbesteding De helft van de geraadpleegde vertegenwoordigers zegt dat de cliënt niet zelf heeft kunnen bepalen op welke dagen hij/zij naar het dagcentrum gaat. 60% geeft aan dat de cliënt soms zelf mag bepalen wat hij/zij doet op het dagcentrum, de overige 40% geeft aan dat zij dit meestal zelf mogen bepalen. Volgens 70% van de vertegenwoordigers bepaalt de cliënt soms zelf welke nieuwe activiteiten hij/zij wil leren.

DEEL II

95 van 103


Facit 2011

1.8 Belangen Het optimaliseren van de beleving van de cliënt van zijn rechten en plichten als burger en als cliënt, en om maatregelen die de rechten en de positie van de cliënt versterken. Voorwaarde is dat cliënten en hun vertegenwoordigers op een voor hen begrijpelijke manier geïnformeerd worden. Vertegenwoordigers wonen Volgens driekwart van de geraadpleegde vertegenwoordigers zijn er afspraken gemaakt over hoe en wanneer zij geïnformeerd worden over de cliënt, het overige kwart geeft aan dit hier geen afspraken over zijn gemaakt. Wel vinden alle vertegenwoordigers dat zij voldoende geïnformeerd worden over hoe het met de cliënt gaat. Informatie over veranderingen in de woonvorm (bijvoorbeeld dat er een nieuwe bewoner komt of dat er nieuwe regels zijn) zegt 62,5% te krijgen. Op een enkele vertegenwoordiger na, weten alle vertegenwoordigers hoe zij een klacht kunnen indienen. Alle vertegenwoordigers weten dat er een cliëntenraad is en geven aan dat zij informatie over de cliëntenraad krijgen. Vertegenwoordigers dagbesteding 83% van de geraadpleegde vertegenwoordigers geeft aan dat er afspraken zijn gemaakt over hoe en wanneer zij geïnformeerd worden over de cliënt. 73% vindt dat zij voldoende worden geïnformeerd over hoe het met de cliënt op het dagcentrum gaat. Informatie over veranderingen op het dagcentrum zegt 83% te krijgen. Tweederde van de vertegenwoordigers weet hoe zij een klacht kunnen indienen. 64% weet dat De Arkgemeenschap een cliëntenraad heeft, en op een enkeling na geven al deze vertegenwoordigers aan dat zij informatie krijgen over de cliëntenraad. 1.9 Zorgafspraken en ondersteuningsplan Voor iedere cliënt is een individueel ondersteuningsplan en/of een individueel activiteitenplan beschikbaar, dat aansluit op zijn ondersteuningsvragen en dat vanuit het cliëntperspectief concreet geformuleerde doelen bevat. Vertegenwoordigers wonen Een enkele vertegenwoordiger weet niet of de cliënt een ondersteuningsplan heeft, alle overige geraadpleegde vertegenwoordigers geven aan dat de cliënt een ondersteuningsplan heeft. Vier van de zes vertegenwoordigers die de vraag hebben beantwoord, geven aan dat het ondersteuningsplan en de zorgafspraken met de cliënt worden besproken. Wel geven alle vertegenwoordigers aan dat het ondersteuningsplan en de zorgafspraken met hen worden besproken. Tevens vinden alle vertegenwoordigers dat de hulp daadwerkelijk volgens het ondersteuningsplan wordt geboden en dat de hulp aansluit bij de wensen en behoeften van de cliënt. Vertegenwoordigers dagbesteding Op een enkele vertegenwoordiger na, weten alle geraadpleegde vertegenwoordigers dat de cliënt een ondersteuningsplan heeft. Bijna alle vertegenwoordigers zeggen dat dit plan en de afspraken over de dagbesteding met de cliënt worden besproken, en alle vertegenwoordigers geven aan dat het ondersteuningsplan en de afspraken over de dagbesteding met hen worden besproken. Op een enkeling na, vinden alle vertegenwoordigers dat de hulp op het dagcentrum daadwerkelijk volgens plan wordt geboden en dat de dagbesteding van De Arkgemeenschap aansluit bij de wensen en behoeften van de cliënt.

DEEL II

96 van 103


1.10

Facit 2011

Cliëntveiligheid

De organisatie draagt er zorg voor dat de objectieve en subjectieve veiligheid goed zijn geborgd door het hebben, toepassen en continu onderhouden van beleid op deze terreinen. Vertegenwoordigers wonen De helft van de geraadpleegde vertegenwoordigers zegt dat de cliënt nooit bang is voor een andere bewoner, de andere helft zegt dat de cliënt soms bang is voor een andere bewoner. Alle vertegenwoordigers ervaren dat de begeleiders aandacht besteden aan het tegengaan van ongewenst gedrag door bewoners. Vertegenwoordigers dagbesteding Geen enkele geraadpleegde vertegenwoordiger zegt dat de cliënt bang is voor een begeleider op het dagcentrum. Ook zegt de helft van de vertegenwoordigers dat de cliënt nooit bang is voor een andere cliënt op het dagcentrum, de andere helft zegt dat de cliënt soms bang is voor een andere cliënt. Op een enkele vertegenwoordiger na, geven alle vertegenwoordigers aan dat de begeleiders aandacht besteden aan het tegengaan van ongewenst gedrag zoals pesten, slaan of bedreigingen. 1.11

Kwaliteit van medewerkers en organisatie

Er is deskundig personeel dat in staat is de gevraagde ondersteuning te bieden aan cliënten en voldoet aan de eisen die aan het werk in de gehandicaptenzorg worden gesteld. Dit personeel is in staat en waar nodig bevoegd om de in het ondersteuningsplan afgesproken activiteiten adequaat uit te voeren. Vertegenwoordigers wonen Alle geraadpleegde vertegenwoordigers ervaren dat de begeleiders genoeg tijd voor hen hebben. Op een enkele vertegenwoordiger na vinden alle vertegenwoordigers dat de begeleiders deskundig zijn in hun werk. Volgens de helft van de vertegenwoordigers gaan de begeleiders nooit gehaast te werk, de andere helft vindt dat dit soms zo is. Wel ervaren alle vertegenwoordigers dat er voldoende personeel aanwezig is. Geen enkele vertegenwoordiger is van mening dat er voor de cliënt onbekende begeleiders op de woonvorm aanwezig zijn. Alle vertegenwoordigers geven aan een vast contactpersoon te hebben, en ervaren dat zij met hun vragen of opmerkingen terecht kunnen bij deze contactpersoon. Vertegenwoordigers dagbesteding Volgens 82% van de geraadpleegde vertegenwoordigers hebben de begeleiders genoeg tijd voor hen. Bijna alle vertegenwoordigers vinden de begeleiders op het dagcentrum deskundig. Twee van de zeven vertegenwoordigers die de vraag hebben beantwoord, vinden dat de begeleiders gehaast te werk gaan. 73% zegt een vast contactpersoon op het dagcentrum te hebben, en al deze vertegenwoordigers ervaren dat zij met hun vragen of opmerkingen terecht kunnen bij deze contactpersoon.

DEEL II

97 van 103


1.12

Facit 2011

Samenhang in zorg en ondersteuning

Het waarborgen van continuïteit door overlappingen of hiaten in de zorg en ondersteuning te vermijden. Vertegenwoordigers wonen Volgens vier van de zes vertegenwoordigers die de vraag hebben beantwoord, gebeurt het soms dat er wat mis gaat omdat de begeleiders niet op de hoogte zijn van de hulp die de cliënt krijgt. De overige twee vertegenwoordigers geven aan dat dit nooit gebeurt. Op een enkele vertegenwoordiger na, geven alle vertegenwoordigers aan dat zij worden geïnformeerd als de cliënt wordt verwezen naar een huisarts of specialist. Vertegenwoordigers dagbesteding Bijna alle geraadpleegde vertegenwoordigers die hebben aangegeven dat de cliënt ook hulp krijgt van andere personen/afdelingen binnen De Arkgemeenschap, menen dat deze ondersteuning goed op elkaar is afgestemd. Alle vertegenwoordigers waarbij de vraag van toepassing is, geven aan dat zij worden geïnformeerd als de cliënt naar een andere afdeling, organisatie of specialist wordt verwezen. 1.13 Algeheel oordeel Aan het einde van de vragenlijst is aan de vertegenwoordigers gevraagd een totaaloordeel te geven over de hulp die de cliënt krijgt en over De Arkgemeenschap, in de vorm van een cijfer. Vertegenwoordigers wonen Gemiddeld werd de hulp door de cliëntvertegenwoordigers wonen met een 8,4 beoordeeld. De Arkgemeenschap als organisatie wordt door de vertegenwoordigers met een 8,1 beoordeeld. Daarbij geven alle vertegenwoordigers aan dat zij De Arkgemeenschap beslist en waarschijnlijk wel bij anderen zouden aanbevelen. Vertegenwoordigers dagbesteding De meest gegeven rapportcijfers voor de hulp die de cliënt krijgt op het dagcentrum waren een 7 en een 8. Gemiddeld werd de hulp door de vertegenwoordigers met een 7,8 beoordeeld. De Arkgemeenschap als organisatie wordt gemiddeld ook met een 7,8. beoordeeld. 92% van de vertegenwoordigers zegt De Arkgemeenschap beslist wel of waarschijnlijk wel aan te bevelen bij anderen.

DEEL II

98 van 103


Facit 2011

2 Aanbevelingen De uitkomsten van de cliëntenraadpleging voor De Arkgemeenschap geven op veel punten aanleiding tot tevredenheid. Uiteraard waren er ook enkele verbeterpunten. De aanbevelingen hieronder betreffen de situaties waarin een deel van de cliënten minder tevreden was. Soms was dat maar een klein deel, maar dan lijkt het onderwerp ons belangrijk. De aanbevelingen zijn bedoeld als handreiking om ideeën op te doen voor verdere verbetering. Lichamelijk welbevinden De resultaten geven geen aanleiding tot het formuleren van aanbevelingen op dit onderwerp. Psychisch welbevinden De resultaten geven geen aanleiding tot het formuleren van aanbevelingen op dit onderwerp. Interpersoonlijke relaties • Informeer bij evaluatiegesprekken of de cliënt hulp nodig heeft bij het maken van nieuwe vrienden of vriendinnen of dat de cliënt behoefte heeft aan hulp bij het omgaan met andere cliënten, familie en vrienden. Verken samen wat de mogelijkheden zijn. • Informeer ook bij vertegenwoordigers of zij denken dat de cliënt hulp nodig heeft bij het omgaan met familie en vrienden. Deelname aan de samenleving • Onderzoek of de cliënt behoefte hebben aan meer uitstapjes en/of (meer) deelname aan activiteiten in de buurt. Een wensenbus of wensenboom kan hiervoor een goede manier zijn. Wellicht kan gekeken worden of met de inzet van familie en/of vrijwilligers meer activiteiten buitenshuis georganiseerd kunnen worden Persoonlijke ontwikkeling • Informeer bij evaluatiegesprekken of de cliënt nieuwe dingen wil leren, en welke nieuwe dingen dit zijn. Bied zo nodig begeleiding bij het leren van nieuwe dingen. Dit geldt zowel voor de woonvorm als voor het dagcentrum. Materieel welzijn • Vertegenwoordigers hebben opmerkingen geplaatst over de kamer, met name de grootte van de kamer en de mate van privacy. Duidelijk is dat de huidige indeling van de kamers / het gebouw niet op korte termijn aangepast kan worden. Wel kunnen de mogelijkheden onderzocht worden voor de realisatie van spreekkamers en andere ruimten waar cliënten zich terug kunnen trekken (al dan niet met hun bezoek). Zelfbepaling • Onderzoek hoe het komt dat een deel van de vertegenwoordigers ervaart, dat de cliënt niet zelf kan bepalen welke activiteiten hij/zij doet in de vrije tijd en welke activiteiten hij/zij op het dagcentrum doet. Leg duidelijk uit wat hierbij de mogelijkheden én de beperkingen zijn, zodat de vertegenwoordigers zo realistisch mogelijke verwachtingen hebben ten aanzien van keuzes en eigen inbreng.

DEEL II

99 van 103


Facit 2011

Belangen • Informeer vertegenwoordigers over veranderingen in de woonvorm, bijvoorbeeld als er een nieuwe cliënt komt wonen of als de regels zijn veranderd. Een digitale nieuwsbrief of e-mail zou hiervoor een goed en snel middel kunnen zijn. • Uit het onderzoek is gebleken dat vertegenwoordigers graag meer informatie wensen over hoe het op het dagcentrum gaat met de cliënt en eventuele veranderingen op het dagcentrum. Maak met de vertegenwoordigers afspraken over de wijze waarop informatie aan hen wordt verstrekt en biedt ook hier de informatie op steeds verschillende manieren aan: mondeling, schriftelijk (in informatiemateriaal, per brief of in het huisorgaan), tijdens bijeenkomsten etc. • Opvallend is dat vertegenwoordigers van cliënten wonen op de hoogte zijn van de cliëntenraad terwijl een deel van de vertegenwoordigers van de cliënten dagbesteding niet weten dat er een cliëntenraad is. Breng de cliëntenraad meer onder de aandacht bij vertegenwoordigers van cliënten dagbesteding. Bied de informatie over/van de cliëntenraad op steeds verschillende manieren aan: mondeling, schriftelijk (in informatiemateriaal, per brief of in het huisorgaan), tijdens bijeenkomsten, aanpakbiljetten op diverse plaatsen in het huis etc. Zorgafspraken en ondersteuningsplan De resultaten geven geen aanleiding tot het formuleren van aanbevelingen op dit onderwerp. Cliëntveiligheid • Blijf aandacht schenken aan het tegengaan van ongewenst gedrag. Informeer regelmatig bij de cliënten of zij bang zijn voor andere cliënten en wat De Arkgemeenschap hierin kan betekenen. Vraag ook eens bij vertegenwoordigers of en waarom zij denken dat cliënten bang zijn voor andere cliënten. Wissel onderling ervaringen en succesvolle suggesties uit. Kwaliteit van medewerkers en organisatie • Benadruk bij medewerkers het belang van het uitstralen van rust. Spreek met cliënten niet in negatieve zin over onderbezetting of drukte. • Breng de vaste contactpersoon op het dagcentrum (nogmaals) onder de aandacht bij de vertegenwoordigers. Samenhang in de zorg en ondersteuning • Wees er alert op dat alle begeleiders weten welke hulp de cliënt krijgt, zodat niets mis kan gaan. Tot slot Tot slot bevelen wij u uiteraard aan om de uitkomsten van deze raadpleging met de cliëntenraad door te nemen. In overleg met de cliëntenraad kunnen vervolgens een aantal concrete belangrijke verbeterpunten gekozen worden, waarvoor doelstellingen geformuleerd en activiteiten overeengekomen worden.

DEEL II

100 van 103

Bijlage 1: Achtergrondinformatie over de CQ-index De CQ-index (ook wel CQI genoemd) staat voor Consumer Quality Index, een gestandaardiseerde methodiek om klantervaringen in de zorg te meten, te analyseren en te rapporteren. Meestal wordt aan patiënten en cliënten een schriftelijke vragenlijst voorgelegd. Daarnaast wordt voor sommige cliëntengroepen gewerkt met online vragenlijsten en met interviews. De CQI-systematiek is in Nederland ontwikkeld door het NIVEL, in samenwerking met de afdeling Sociale Geneeskunde van het AMC. Opdrachtgevers waren Agis, de Stichting Miletus (een samenwerkingsverband van verzekeraars) en ZonMw. De CQ-indexen voor de VV&T zijn ontwikkeld door het NIVEL (het Nederlands instituut voor onderzoek van Gezondheidszorg) in opdracht van het Centrum Klantervaring Zorg te Utrecht. De CQ-index is oorspronkelijk gebaseerd op de Amerikaanse CAHPS-systematiek en de door het NIVEL ontwikkelde QUOTE vragenlijsten. CAHPS staat voor Consumer Assessment of Healthcare Providers and Systems. QUOTE betekent Quality Of care Through the patient’s Eyes. Van CAHPS is overgenomen: • De antwoordsystematiek (vragen naar de frequentie waarmee aan kwaliteitseisen is voldaan) • De lay-out van vragenlijsten (elk item krijgt een aparte vraag) • De geprotocolleerde aanpak van steekproeftrekking, dataverzameling, analyse en rapportage. Van QUOTE is overgenomen: • De aandoenings- of aanbiedersspecifieke verdieping van vragenlijsten (vragen over aandoeningsspecifieke aspecten van kwaliteit, inclusief effectiviteit van behandeling en het optreden van eventuele complicaties) • De vraag hoeveel belang consumenten hechten aan de verschillende kwaliteitsaspecten. CAHPS- en QUOTE-instrumenten zijn beide wetenschappelijk gefundeerd en meten ervaringen van consumenten van zorg. Dit is een belangrijk verschil ten opzichte van veel andere vragenlijsten, waarin naar tevredenheid van patiënten/consumenten wordt gevraagd. Vragen naar concrete ervaringen van zorggebruikers leveren meer bruikbare informatie op voor kwaliteitswaarborging en kwaliteitsverbetering dan meer subjectieve vragen naar tevredenheid. Daarnaast geldt dat beide families van meetinstrumenten zich globaal richten op dezelfde domeinen van kwaliteit van zorg, dat het fundament bestaat uit een mix van kwalitatief en kwantitatief onderzoek en dat in het ontwikkelingsproces een belangrijke rol is weggelegd voor de gebruikers van zorgvoorzieningen.

Bijlage 2: Vragen CQ-index Verstandelijke Gehandicaptenzorg gerubriceerd naar domein/thema

Domein / Thema Lichamelijk welbevinden Psychisch welbevinden Interpersoonlijke relaties Deelname aan de samenleving Persoonlijke ontwikkeling Materieel welzijn

Vragen cliëntvert. wonen

Vragen cliëntvert. dagbesteding

21,22,24

51

14,51,52,53,54,55,56

39,40,41,42,43,44,45

26,29,30 35,36,37 31,33,34

17,19

9,10,11,12

Zelfbepaling

13,15,16,32

12,15,18

Belangen Zorgafspraken en ondersteuningsplan Cliëntveiligheid Kwaliteit van medewerkers en organisatie Samenhang in de zorg en ondersteuning

44,45,46,47

33,34,35,36,38

41,42,43

29,30,31,32

58,59,60,61

47,48,49

64,65,67,68

Onderstaande vragen worden niet gebruikt voor de berekening van de scores voor de cliëntgebonden indicatoren. Lichamelijk welbevinden Psychisch welbevinden Interpersoonlijke relaties Deelname aan de samenleving Persoonlijke ontwikkeling Materieel welzijn

17,18,19,20,23

23,24,25,26,27

50 25

10,11,13.14,16 8

Zelfbepaling Belangen Zorgafspraken en ondersteuningsplan Cliëntveiligheid Kwaliteit van medewerkers en organisatie Samenhang in de zorg en ondersteuning

48,49

37

38,39,40

28

27,28

21,22,46

62,63,64,65

50,51

52,53,54

Uitkomsten cliëntenraadpleging met de CQ-index Verstandelijke Gehandicaptenzorg

Recommend Documents