Rapportage CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 L. Keur C.M.S. Huijben
© 2011 Van Loveren & Partners BV Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Van Loveren & Partners BV Rijstveld 5 6641 SK Beuningen Tel (024) 6779696 E-mail
[email protected] De Driestroom (86) Industrieweg-Oost 27 6662 NE Elst Tel (0481) 366 000
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Achtergrondinformatie over de CQ-Index 2.1 Visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2.2 Ervaringen van cliënten/cliëntvertegenwoordigers met de VG 2.3 CQ-Index 3. Opzet van het onderzoek 4. Algemeen beeld van de cliënten 4.1 Geslacht en leeftijd cliënt 4.2 Wonen 4.3 Ernst verstandelijke beperking 4.4 Rolstoel 4.5 Andere aandoeningen 4.6 Relatie tot de cliënt 4.7 Gegevens vertegenwoordiger 4.8 Geboorteland 5. Ervaring met de zorg in uw organisatie 5.1 Kwaliteit van leven 5.2 Zorgvoorwaarden 5.3 Beoordeling van de zorgorganisatie en de zorgverleners 5.4 Hulp bij het invullen 6. Mogelijkheden voor verbetering 6.1 Verbeterpunten 6.2 Suggesties voor veranderingen door de cliëntvertegenwoordigers Bijlage Conclusies en aanbevelingen Verschillen tussen teams Prioriteitendiagram VG Wonen – Cliëntvertegenwoordigers
Beuningen augustus 2011
3 4 5 5 5 6 9 10 10 12 13 13 14 15 15 18 20 21 32 39 40 41 41 45 47 48 52 54
van Loveren
1.
&
Partners bv
Inleiding
In dit rapport kunt u lezen hoe de ouders/cliëntvertegenwoordigers van cliënten die wonen in een woonvorm van De Driestroom, de zorg- en dienstverlening ervaren. Het onderzoek is uitgevoerd door Van Loveren & Partners in opdracht van de directie en de cliëntenraad. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de CQ-Index ‘Ervaringen met de zorg in een woonvorm, vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers’ (versie d2.0, september 2010). Het onderzoek heeft plaatsgevonden in juni en juli 2011. In die maanden heeft een aantal ouders/cliëntvertegenwoordigers een vragenlijst toegestuurd gekregen. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Centrum Klantervaring Zorg (www.centrumklantervaringzorg.nl). De validiteit en betrouwbaarheid van de resultaten zijn daarmee geborgd. In deze rapportage zijn alle gegevens anoniem verwerkt. De antwoorden van individuele cliënten zijn niet herkenbaar. De uitkomsten van het onderzoek dienen meerdere doelen. Het belangrijkste is dat ze intern voor De Driestroom de basis vormen om op een systematische manier verbeteringen in de zorg tot stand te brengen. Het zorgkantoor gebruikt ze voor de zorginkoop. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bekijkt de gegevens. De gegevens worden aangeleverd aan een landelijk databestand. Van daaruit worden ze doorgestuurd voor het jaardocument en voor plaatsing op www.kiesbeter.nl. Potentiële nieuwe cliënten kunnen hier terecht om zich een beeld te vormen van de zorg in De Driestroom.
Kwaliteit in zorg
Het rapport is als volgt opgebouwd. In Hoofdstuk 2 is beschreven wat de CQ-Index precies inhoudt. In Hoofdstuk 3 kunt u lezen hoe het onderzoek is uitgevoerd. In Hoofdstuk 4 schetsen we een algemeen beeld van de deelnemers en van de cliënten die zij representeren. Hoofdstuk 5 geeft weer hoe de ouders/cliëntvertegenwoordigers de zorg ervaren en waarderen. Hoofdstuk 6 gaat in op mogelijke verbeterpunten. In een aparte Bijlage sluiten we af met conclusies en aanbevelingen. Deze vallen niet onder de richtlijnen van de CQ-Index en vallen dus ook niet onder de accreditatie van Van Loveren & Partners. Wij hebben ze speciaal toegevoegd voor De Driestroom als handvat voor interne kwaliteitsverbetering.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
4
van Loveren
2.
&
Partners bv
Achtergrondinformatie over de CQ-Index
De laatste jaren is er in de Verstandelijke Gehandicaptenzorg (VG) een toenemende vraag naar transparantie in de sector. Er werd gezocht naar een methode om de kwaliteit van de zorg meetbaar en daarmee zichtbaar te maken. Kwaliteit betekent niet alleen voldoen aan de regels en richtlijnen die zijn opgesteld door de overheid en beroepsgroepen, maar ook rekening houden met de wensen, verwachtingen en behoeften van de cliënten of hun vertegenwoordigers. 2.1
Visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg
In dat kader is in 2007 het visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg verschenen. Het doel van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg is het transparant maken, toetsen, verantwoorden en optimaliseren en verder ontwikkelen van het kwaliteitsniveau van de geboden zorg en ondersteuning door zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg. Daarbij worden twee uitgangspunten aangehouden: 1. 2.
Zorg en ondersteuning zijn gericht op het bevorderen dan wel in stand houden van de kwaliteit van bestaan van mensen met een beperking. Eigen regie van mensen met een beperking is een centrale waarde in zorg en ondersteuning.
Bij de ontwikkeling van het visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg waren cliëntenorganisaties, beroepsorganisaties van zorgverleners, de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), Zorgverzekeraars Nederland en het Ministerie van VWS betrokken. Gezamenlijk hebben deze partijen bepaald dat er acht thema’s relevant zijn voor de kwaliteit van bestaan: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Lichamelijk welbevinden Psychisch welbevinden Interpersoonlijke relaties Deelname aan de samenleving Persoonlijke ontwikkeling Materieel welzijn Zelfbepaling Belangen
Daarnaast zijn er vier thema’s vastgesteld die betrekking hebben op de zorgvoorwaarden: 9. 10. 11. 12.
Zorgafspraken en ondersteuningsplan Cliëntveiligheid: fysieke veiligheid, sociale en emotionele veiligheid Kwaliteit van medewerkers en organisatie Samenhang in zorg en ondersteuning
Rond deze thema’s is de CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg (VG) ontwikkeld.
Kwaliteit in zorg
2.2
Ervaringen van cliënten/cliëntvertegenwoordigers met de VG
In 2006 heeft het NIVEL, in opdracht van ZonMw een benchmark voor de sector Verstandelijke Gehandicaptenzorg ontwikkeld. Daaropvolgend is er in 2008/2009, in opdracht van Zichtbare Zorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg, een pilotstudie uitgevoerd. Doel van deze studie was het ontwikkelen van een meetinstrument voor cliëntgebonden indicatoren in de gehandicaptenzorg, gebaseerd op de ervaringen van
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
5
van Loveren
cliënten en cliëntvertegenwoordigers. Verstandelijke Gehandicaptenzorg.
Dit
heeft
geresulteerd
in
&
de
Partners bv
CQ-Index
De CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg bestaat uit vragenlijsten voor drie verschillende zorgtypen: 1. 2. 3.
wonen/24-uurszorg dagbesteding ambulante zorg
Voor de vragenlijsten wonen/24-uurszorg en dagbesteding is er zowel een versie voor de cliënt (interviews) als een versie voor de ouder/cliëntvertegenwoordiger (vragenlijsten) ontwikkeld. De uiteindelijke vragenlijsten voor de CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg zijn ontwikkeld door het ITS, Radboud Universiteit Nijmegen. Van de in het visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg genoemde twaalf thema’s komen er elf terug in de CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Psychisch welbevinden Belangen Persoonlijke ontwikkeling Zorgafspraken Zelfbepaling Kwaliteit van medewerkers Samenhang in de zorg Lichamelijk welbevinden Sociale relaties Participatie Materieel welzijn
Hieronder geven we uitleg over het instrument en de toepassingen in het onderzoek.
2.3
CQ-Index
Kwaliteit in zorg
De CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg is in 2010 beschikbaar gekomen. De resultaten geven een betrouwbaar beeld van de ervaren kwaliteit van zorg door de cliënten en hun vertegenwoordigers. Voorwaarde is dat de afname door een onafhankelijk goedgekeurd bureau gebeurt dat volgens vastgestelde richtlijnen te werk gaat. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door het Centrum Klantervaring Zorg (CKZ). Ontwikkeling De vragenlijsten zijn in 2008/2009 door het ITS Radboud Universiteit Nijmegen ontwikkeld. Tijdens de ontwikkeling van dit meetinstrument is er onder andere gebruik gemaakt van de resultaten van eerdere onderzoeken met soortgelijke instrumenten. Zo is er gekeken naar opgedane kennis aan de hand van onderzoeken van Klanq en Perspektief uit 2007. Ook hebben er gesprekken plaatsgevonden met vertegenwoordigers van betrokken partijen, experts en leden van de Stuurgroep en de Projectgroep Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. Voor de totstandkoming van de CQ-Index Verstandelijk Gehandicaptenzorg is een pilotstudie uitgevoerd bij 14 verschillende instellingen. Voor de ontwikkeling van de interviewvragenlijsten zijn er 764 cliënten geïnterviewd. Voor de totstandkoming van de schriftelijke vragenlijst zijn er 680 vertegenwoordigers van cliënten aangeschreven, waarvan er uiteindelijk 388 (57%) vragenlijsten ingevuld teruggestuurd hebben.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
6
van Loveren
&
Partners bv
Belangrijkheid Aan 283 cliëntvertegenwoordigers is er, naast de vragenlijst, een belangvragenlijst toegestuurd. Hen is niet alleen gevraagd hoe zij de kwaliteit van zorg ervaren, maar ook hoe belangrijk zij het betreffende kwaliteitsaspect vinden. Deze gegevens vormen de basis om een rangorde vast te stellen voor verbetermogelijkheden. De belangscores uit de pilotstudie extrapoleren wij naar ons onderzoek (zie Hoofdstuk 6). We gaan er daarbij vanuit dat onze onderzoeksgroep hetzelfde belang hecht aan de kwaliteitsaspecten als de deelnemers aan de pilotstudie. Zodoende kunnen wij de prioriteit van de verbetermogelijkheden van individuele zorgorganisaties bepalen. De vragenlijsten De CQ-Index vragenlijsten: 1.
2.
3.
4. 5.
Verstandelijke
Gehandicaptenzorg
bestaat
uit
vijf
verschillende
CQ-Index ‘Verstandelijke Gehandicaptenzorg Wonen, vragenlijst voor cliënten’. Deze lijst bevat 55 vragen. Ook is er een evaluatieformulier voor de interviewer aan de vragenlijst toegevoegd. CQ-Index ‘Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding, vragenlijst voor cliënten’. Deze lijst bevat 37 vragen. Ook is er een evaluatieformulier voor de interviewer aan de vragenlijst toegevoegd. CQ-Index ‘Verstandelijke Gehandicaptenzorg, Ervaringen met de zorg in een woonvorm, vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers’. Deze lijst bevat 83 vragen. CQ-Index ‘Verstandelijke Gehandicaptenzorg, Ervaringen met dagbesteding, vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers’. Deze lijst bevat 69 vragen. CQ-Index ‘Ervaringen met ambulante hulp, vragenlijst voor volwassen cliënten’. Deze lijst bevat 39 vragen.
Voorbeeldvragen vragenlijst In de vragenlijst ‘Verstandelijke Gehandicaptenzorg, Ervaringen met de zorg in een woonvorm, vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers’ zijn de vragen als volgt geformuleerd: Nooit
Soms
Meestal
Altijd
Voelt de cliënt zich op zijn/haar gemak op de woonvorm? Bepaalt de cliënt zelf hoe laat hij/zij naar bed gaat? Worden het ondersteuningsplan en de zorgafspraken met u besproken?
Kwaliteit in zorg
Presentatie van de gegevens De antwoordcategorieën 'soms' en 'nooit' tellen we bij elkaar op. In de grafieken krijgen deze 'negatieve' uitkomsten een paarse kleur. De antwoordcategorie 'altijd' wordt weergegeven met een groene kleur. 'Meestal' krijgt de kleur wit.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
7
van Loveren
&
Partners bv
Voorbeeldgrafiek Ter illustratie een voorbeeldgrafiek:
Voorbeeld
Nemen de begeleiders de cliënt serieus? (N=35; nvt=2)
26%
Houden de begeleiders rekening met de wensen en behoeften van de cliënt? (N=35; nvt=0)
37%
20%
0%
37%
27%
20%
53%
40%
60%
80%
100%
In bovenstaande figuur betekent dit dat een kwart van de ouders/ cliëntvertegenwoordigers vindt dat de cliënt nooit of soms serieus wordt genomen. Volgens 37% van de ouders/cliëntvertegenwoordigers is dit meestal wel zo. Ook 37% vindt dat de cliënt altijd serieus wordt genomen. Daarnaast valt uit bovenstaande figuur op te maken dat 20% van de ouders/cliëntvertegenwoordigers vindt dat de begeleiders nooit of soms rekening houden met de wensen en behoeften van de cliënt. Ruim de helft geeft aan dat er altijd rekening wordt gehouden met de wensen en behoeften van de cliënt. Volgens de overige 27% is dit meestal zo.
Kwaliteit in zorg
Bij alle vragen staat aangegeven hoeveel cliënten deze vraag hebben beantwoord. Bij deze vragen geldt dit voor 35 cliënten. Tevens staat vermeld hoeveel cliënten 'n.v.t.' (niet van toepassing) hebben ingevuld. Het betreffende onderwerp heeft geen betrekking op hun situatie.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
8
van Loveren
3.
&
Partners bv
Opzet van het onderzoek
Bij de cliënten die in een woonvorm van De Driestroom wonen, heeft het onderzoek op twee manieren plaatsgevonden. Enerzijds zijn de cliënten geïnterviewd. Anderzijds zijn de vertegenwoordigers van de cliënten verzocht een vragenlijst in te vullen. Dit rapport heeft betrekking op de vragenlijsten die door de cliëntvertegenwoordigers zijn ingevuld. Alle 179 vertegenwoordigers van de cliënten die daarvoor in aanmerking kwamen (zie Deelnemers onderzoek) hebben een vragenlijst toegestuurd gekregen. In totaal hebben 121 cliëntvertegenwoordigers (68%) de vragenlijst ingevuld teruggestuurd. Het onderzoek bij de cliëntvertegenwoordigers van de cliënten die wonen in een woonvorm van De Driestroom, vormt één van de onderdelen van het totale project binnen De Driestroom. In alle locaties is de CQ-Index toegepast. Startgesprek Bij aanvang van het project in De Driestroom heeft een startgesprek plaatsgevonden met de contactpersoon van het onderzoek. Met de contactpersoon zijn de praktische zaken voor het totale project doorgesproken. Deelnemers onderzoek Bij aanvang van het onderzoek in De Driestroom besloeg het bestand met de cliëntvertegenwoordigers van wonen 325 vertegenwoordigers. Van alle personen zijn er 146 uitgesloten van het onderzoek, omdat de cliëntvertegenwoordigers hebben aangegeven niet deel te willen nemen aan het onderzoek en omdat een aantal vertegenwoordigers geselecteerd is voor het onderzoek over de dagbesteding. Van de 179 vertegenwoordigers die overbleven zijn er - volgens de richtlijnen van de CKZ - 150 geselecteerd voor deelname aan het onderzoek. Op verzoek van De Driestroom zijn ook de overgebleven 29 vertegenwoordigers meegenomen in het onderzoek. Van de 179 cliëntvertegenwoordigers hebben we 121 ingevulde vragenlijsten teruggestuurd gekregen. Deze respons van 68% houdt in dat we 102 vragenlijsten mochten aanleveren aan het landelijk databestand. Van de 102 aangeleverde vragenlijsten, zijn er 98 goedgekeurd. Werkwijze Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van de CQ-Index ‘Verstandelijke Gehandicaptenzorg, Ervaringen met de zorg in een woonvorm, vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers’ (versie 2.0, september 2010).
Kwaliteit in zorg
In de eerste week van het onderzoek hebben 179 vertegenwoordigers van de cliënten de vragenlijst ontvangen, vergezeld van een begeleidende brief van De Driestroom, een folder en een antwoordenvelop. In de derde week heeft iedereen die nog niet had gereageerd nogmaals de vragenlijst met een antwoordenvelop toegestuurd gekregen. In de zesde week kregen alle respondenten een dag na de sluiting een bedankkaartje toegestuurd. Vanaf het begin is de respons bijgehouden. Gedurende de gehele periode konden de vertegenwoordigers van de cliënten bij Van Loveren & Partners terecht bij de helpdesk voor eventuele vragen en opmerkingen. Specifieke situatie De Driestroom is er voor volwassenen met een beperking en kinderen met een ontwikkelingsachterstand. De Driestroom ondersteunt en begeleidt hen bij het (zelfstandig) wonen, werken, dagbesteding, vrijetijdsbesteding en school. Er zijn verschillende specialisten in dienst die vakkundige hulp bieden. De Driestroom heeft verschillende locaties. Deze locaties liggen verspreid over regio Arnhem, regio Nijmegen en in het land van Maas en Waal.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
9
van Loveren
4.
&
Partners bv
Algemeen beeld van de cliënten
In dit hoofdstuk geven we een algemeen beeld van de cliënten en hun vertegenwoordigers die hebben deelgenomen aan het onderzoek. We geven een beeld van het geslacht en de leeftijd van de cliënten en de cliëntvertegenwoordigers. Ook beschrijven we de woonsituatie van de cliënten, de ernst van hun beperking, eventuele andere aandoeningen die zij hebben en of zij in een rolstoel zitten. Vervolgens geven we weer wat de relatie is tussen de cliënt en de vertegenwoordiger. Daarna geven we een beeld van de gezondheid en het opleidingsniveau van de vertegenwoordigers. Tot slot beschrijven we het geboorteland van de vertegenwoordigers, hun vader en moeder en welke taal zij thuis spreken. Al deze gegevens zijn gebaseerd op de eerste vragen uit de vragenlijst. Opgemerkt moet worden dat we in dit rapport alleen uitspraken kunnen doen over de cliënten die hebben deelgenomen aan het onderzoek. Soms spreken we over 'de cliënten van De Driestroom', maar we bedoelen steeds de cliënten van wie de vertegenwoordigers de vragenlijst hebben ingevuld.
4.1
Geslacht en leeftijd cliënt
In onderstaande figuur staat de verhouding tussen het aantal mannelijke en vrouwelijke cliënten in het onderzoek.
4. Wat is zijn/haar geslacht?
vrouw
50
man
65
10
20
30
40
50
60
70
Kwaliteit in zorg
0
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
10
van Loveren
&
Partners bv
In de volgende figuur kunt u zien hoe de leeftijdverdeling van de cliënten is.
3. Wat is de leeftijd van de cliënt?
75 jaar of ouder
5
65 t/m 74 jaar
16
55 t/m 64 jaar
27
45 t/m 54 jaar
22
35 t/m 44 jaar
19
25 t/m 34 jaar
14
18 t/m 24 jaar
13
0
5
10
15
20
25
30
Kwaliteit in zorg
De meeste cliënten zijn ouder dan 55 jaar.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
11
van Loveren
4.2
&
Partners bv
Wonen
In onderstaande figuur kunt u zien hoeveel cliëntvertegenwoordigers hebben aangegeven dat de cliënt op dit moment in een woonvorm van De Driestroom woont.
2. Woont de cliënt op dit moment in een woonvorm van
?
ja
115
nee
2
0
20
40
60
80
100
120
140
In de volgende figuur staat hoe de cliënten wonen.
8. Hoe woont de cliënt?
samen met andere cliënten in een woning/woongroep van de organisatie
78
zelfstandig maar wel met andere cliënten in één gebouw van de organisatie
25
geheel zelfstandig in een huis/flat van de organisatie
13
20
40
60
80
100
Kwaliteit in zorg
0
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
12
van Loveren
4.3
&
Partners bv
Ernst verstandelijke beperking
In onderstaande figuur is weergegeven wat volgens de cliëntvertegenwoordigers de ernst is van de beperking van de cliënten.
5. Wat is de ernst van de verstandelijke beperking?
weet ik niet (meer)
2
zeer ernstige (diepe) verstandelijke beperking
2
ernstige verstandelijke beperking
13
matige verstandelijke beperking
42
lichte verstandelijke beperking
27
zwakbegaafd/moeilijk lerend
19
0
4.4
10
20
30
40
50
Rolstoel
Uit onderstaande figuur is af te lezen of de cliënt in een rolstoel zit.
7. Zit de cliënt in een rolstoel?
altijd
3
meestal
2
soms
11
nooit
98
20
40
60
80
100
120
Kwaliteit in zorg
0
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
13
van Loveren
4.5
&
Partners bv
Andere aandoeningen
Aan de vertegenwoordigers is gevraagd of de cliënten ook andere aandoeningen hebben. Hun antwoorden staan in de volgende figuur.
Aandoeningen Nee, geen andere aandoening of beperking 7 10
Autisme verwante stoornis (bijv. klassiek autisme, PDD-NOS, Asperger)
29
4
ADHD/ADD
7
Ernstige gedragsproblemen 13 Lichamelijke handicap 27 9
Epilepsie
Diabetes/suikerziekte
3
6
17
2
Chronische ziekte (bijv. scoliose, hoge bloeddruk, reuma)
17 Slechthorendheid/doofheid
Slechtziendheid/blindheid
Dementie
Anders
Weet ik niet (meer)
Kwaliteit in zorg
Elke vertegenwoordiger kon meerdere antwoorden aankruisen. Het totaal aantal gegeven antwoorden hoeft dus niet overeenkomstig te zijn met het aantal deelnemers aan het onderzoek.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
14
van Loveren
4.6
&
Partners bv
Relatie tot de cliënt
In de volgende figuur is weergegeven wat de relatie is tussen de cliënt en de vertegenwoordiger.
Relatie
1
20 De vader/moeder van de cliënt
48
Een familielid van de cliënt (bijv. broer, zus, opa, oma, oom, tante) Een vriend/kennis van de cliënt
63
Curator/bewindvoerder
4.7
Gegevens vertegenwoordiger
Hieronder ziet u hoeveel mannen en vrouwen de vragenlijst hebben ingevuld.
73. Bent u een man of vrouw?
vrouw
75
man
39
10
20
30
40
50
60
70
80
Kwaliteit in zorg
0
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
15
van Loveren
&
Partners bv
Hieronder ziet u hoe oud de vertegenwoordigers van de cliënten zijn.
74. Wat is uw leeftijd?
75 jaar of ouder
13
65 t/m 74 jaar
29
55 t/m 64 jaar
48
45 t/m 54 jaar
19
35 t/m 44 jaar
2
25 t/m 34 jaar
1
0
10
20
30
40
50
60
Aan de cliëntvertegenwoordigers is gevraagd een oordeel te geven over hun eigen gezondheid.
75. Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen?
slecht
2
matig
8
goed
60
zeer goed
23
uitstekend
18
0
10
20
30
40
50
60
70
Kwaliteit in zorg
Het gaat hierbij om de eigen beleving van de cliëntvertegenwoordigers.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
16
van Loveren
&
Partners bv
Het opleidingsniveau van de cliëntvertegenwoordigers van de cliënten uit het onderzoek is af te lezen uit de figuur hieronder.
76. Wat is uw hoogst voltooide opleiding?
anders
1
wetenschappelijk onderwijs
5
hoger beroepsonderwijs
20
hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
12
middelbaar beroepsonderwijs
18
middelbaar onderwijs
24
lager of voorbereidend beroepsonderwijs
21
lager onderwijs
3
geen opleiding
5 0
5
10
15
20
25
30
Kwaliteit in zorg
Elke cliëntvertegenwoordiger heeft aangegeven wat de hoogste opleiding is die hij of zij voltooid heeft.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
17
van Loveren
4.8
&
Partners bv
Geboorteland
Aan de cliëntvertegenwoordigers is gevraagd waar zij zelf geboren zijn. In onderstaande figuur ziet u wat zij hebben geantwoord.
77. Wat is het geboorteland van uzelf?
Suriname
1
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië
2
Nederland
112
0
20
40
60
80
100
120
Aan de cliëntvertegenwoordigers is gevraagd waar hun vader is geboren. Hieronder ziet u wat zij hebben geantwoord.
78. Wat is het geboorteland van uw vader?
anders
2
Suriname
1
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië
3
Nederland
108
20
40
60
80
100
120
Kwaliteit in zorg
0
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
18
van Loveren
&
Partners bv
Er is ook aan de cliëntvertegenwoordigers gevraagd waar hun moeder is geboren. De antwoorden op deze vraag zijn weergegeven in de volgende figuur.
79. Wat is het geboorteland van uw moeder?
anders
3
Duitsland
2
Suriname
1
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië
3
Nederland
105
0
20
40
60
80
100
120
In onderstaande figuur staat welke taal de vertegenwoordigers van de cliënten thuis het meeste spreken.
80. In welke taal praat u thuis het meeste?
Nederlands dialect
5
Nederlands
107
20
40
60
80
100
120
Kwaliteit in zorg
0
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
19
van Loveren
5.
&
Partners bv
Ervaring met de zorg in uw organisatie
In dit hoofdstuk bespreken we de ervaringen van de vertegenwoordigers van cliënten op de thema’s uit het visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. Hierbij hanteren we de volgorde uit het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. We geven enerzijds een beeld van de ervaringen op het thema in zijn totaliteit (=themascore). Anderzijds bespreken we ieder kwaliteitsaspect afzonderlijk. In de bovenste staaf van iedere grafiek vindt u de themascore. In de staven eronder zijn de diverse deelaspecten weergegeven. De linker - paarse - gebieden geven aan hoeveel procent van de vertegenwoordigers dit aspect negatief ervaart. De rechter - groene - gebieden geven aan hoeveel procent van de vertegenwoordigers dit aspect positief ervaart. Het komt erop neer dat hoe groter het groene gebied en hoe kleiner het paarse, hoe beter de ervaringen van de vertegenwoordigers. Per kwaliteitsaspect is aangegeven hoeveel vertegenwoordigers de betreffende vraag hebben beantwoord. Ook is steeds vermeld voor hoeveel vertegenwoordigers de vraag niet van toepassing was. Dit kan betekenen dat ze geen antwoord hebben gegeven op de vraag, omdat het betreffende kwaliteitsaspect in hun situatie niet speelt.
Kwaliteit in zorg
Bij verschillende vragen konden vertegenwoordigers 'weet ik niet (meer)' aankruisen. Omdat deze antwoordcategorie u geen informatie geeft, is de categorie niet meegenomen in de analyse. U vindt deze categorie dan ook niet terug in de figuren.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
20
van Loveren
5.1
&
Partners bv
Kwaliteit van leven
In het visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg wordt gesteld dat de kwaliteit van de gehandicaptenzorg primair wordt afgemeten aan de mate waarin deze zorg bijdraagt aan de kwaliteit van bestaan van de cliënt. Er worden acht thema’s die relevant zijn voor iemands bestaan van leven onderscheiden. 5.1.1 Lichamelijk welbevinden Bij lichamelijk welbevinden gaat het om het optimaliseren van de gezondheid van de cliënt. Dit betekent dat de organisatie met de cliënt afspreekt waarin hij of zij ondersteund zal worden met betrekking tot zaken als (zelf-)verzorging, algemene dagelijkse levensverrichtingen, eten en drinken, algemene gezondheid en de balans tussen activiteit en voldoende ontspanning, rust en slaap. In de volgende figuur ziet u wat de ervaringen van de vertegenwoordigers zijn met het lichamelijk welbevinden van de cliënten.
Lichamelijk welbevinden
THEMA SCORE
35%
21. zorgen de begeleiders ervoor dat de cliënt beweging krijgt? het gaat hierbij niet alleen om sport, maar ook om buiten wandelen of speciale oefeningen voor in de rolstoel. (N = 110; n.v.t. = 27)
38%
64%
22. krijgt de cliënt minimaal een half uur beweging per dag? (N = 104; n.v.t. = 10)
24. ziet de cliënt er schoon en verzorgd uit? (N = 113; n.v.t. = 0)
27%
27%
14%
28%
46%
36%
20%
40%
18%
50%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
0%
18%
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
21
van Loveren
&
Partners bv
De vragenlijst bevatte meer vragen die betrekking hadden op het thema 'lichamelijk welbevinden'. Deze vragen voegen echter statistisch gezien niets toe aan de themascore. Daarom zijn ze hieronder apart vermeld.
Lossevragen7
17. is de cliënt het afgelopen jaar ziek geweest? (N = 112; n.v.t. = 0)
45%
55%
18. helpen de begeleiders de cliënt als hij/zij ziek is? (N = 47; n.v.t. = 0) 19. gebruikt de cliënt een hulpmiddel? bijvoorbeeld een bril, gehoorapparaat, korset, aangepaste schoenen of speciaal bestek. (N = 113; n.v.t. = 0)
51%
32%
17%
63%
37%
20. helpen de begeleiders de cliënt bij het gebruiken van het hulpmiddel? (N = 67; n.v.t. = 21)
33%
23. helpen de begeleiders de cliënt voldoende bij de persoonlijke verzorging? bijvoorbeeld bij het wassen, aankleden, gebitsverzorging, eten en drinken en naar de wc gaan. (N = 114; n.v.t. = 38)
26%
42%
0%
20%
48%
20%
40%
60%
32%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
Vraag 17 is een ja/nee vraag. Het paarse deel geeft weer hoeveel respondenten aangeven dat de cliënt het afgelopen jaar niet ziek is geweest en het groene deel geeft weer hoeveel vertegenwoordigers aangekruist hebben dat de cliënt wel ziek is geweest. Ook vraag 19 is een ja/nee vraag. Het paarse deel staat voor 'nee' en het groene deel geeft weer hoeveel respondenten 'ja' hebben geantwoord.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
22
van Loveren
&
Partners bv
5.1.2 Psychisch welbevinden Psychisch welbevinden gaat over zaken als een positief zelfbeeld hebben, zich thuis voelen in de omgeving en begrepen worden door anderen. Volgens het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg dient de ondersteuning vanuit de organisatie erop gericht te zijn om de beleving van het psychisch welbevinden door de cliënt te verbeteren, in stand te houden of verslechtering tegen te gaan. In onderstaande figuur ziet u de ervaringen van de vertegenwoordigers met de ondersteuning door de organisatie bij het psychisch welbevinden van de cliënten.
Psychisch welbevinden
THEMA SCORE
13%
14. voelt de cliënt zich op zijn/haar gemak op de woonvorm? (N = 115; n.v.t. = 0)
11%
51. zijn de begeleiders beleefd tegen de cliënt? 3% (N = 110; n.v.t. = 0)
40%
49%
65%
33%
52. luisteren de begeleiders van de woonvorm aandachtig naar de cliënt? 8% (N = 109; n.v.t. = 0)
53. hebben de begeleiders genoeg tijd voor de cliënt? (N = 107; n.v.t. = 0)
44%
48%
58%
38%
54. houden de begeleiders rekening met de wensen en behoeften van de cliënt? (N = 107; n.v.t. = 0)
14%
55. houden de begeleiders op de woonvorm zich aan de afspraken? (N = 101; n.v.t. = 0)
16%
56. leggen de begeleiders de cliënt dingen op een begrijpelijke manier uit? 4% (N = 104; n.v.t. = 0)
4%
21%
65%
58%
26%
50%
20%
46%
40%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
0%
35%
52%
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
23
van Loveren
&
Partners bv
Ook de volgende vraag heeft betrekking op het psychisch welbevinden van de cliënt, maar valt statistisch gezien niet onder de themascore.
Lossevragen1
50. nemen de begeleiders de cliënt serieus? (N = 111; n.v.t. = 0)
9%
20%
55%
40%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
0%
36%
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
24
van Loveren
&
Partners bv
5.1.3 Interpersoonlijke relaties Bij interpersoonlijke (sociale) relaties gaat het om het opbouwen en onderhouden van relaties met anderen en het omgaan met genegenheid en intimiteit. De behoefte van de cliënt op dit gebied is doorslaggevend. Volgens het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg dient de ondersteuning vanuit de organisatie erop gericht te zijn om de beleving van de cliënt van het aantal en de kwaliteit van zijn of haar persoonlijke relaties, indien nodig, te verbeteren. Hieronder staan de ervaringen van de vertegenwoordigers met de sociale relaties van de cliënt.
Sociale relaties
THEMA SCORE
40%
28%
32%
26. helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met andere bewoners? (N = 104; n.v.t. = 10)
39%
28%
33%
29. helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met de familie? (N = 104; n.v.t. = 19)
38%
30. helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt bij het omgaan met zijn/haar vrienden? (N = 96; n.v.t. = 20)
26%
42%
0%
20%
36%
32%
40%
60%
26%
80%
100%
In de volgende figuur staan nog twee vragen die betrekking hebben op het thema ‘interpersoonlijke relaties’. Zij vallen echter statistisch gezien niet onder de themascore.
Lossevragen8
25. kan de cliënt goed omgaan met de andere bewoners? (N = 113; n.v.t. = 6) 28. besteden de begeleiders aandacht aan het tegengaan van ongewenst gedrag door andere bewoners? bijvoorbeeld pesten, slaan, bedreigingen of lastig vallen. (N = 86; n.v.t. = 0)
21%
12%
Kwaliteit in zorg
0%
52%
27%
38%
20%
40%
50%
60%
80%
100%
5.1.4 Deelname aan de samenleving De ondersteuning op het vlak van deelname aan de samenleving (participatie) dient gericht te zijn op het faciliteren van een zo groot mogelijke deelname aan de samenleving.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
25
van Loveren
&
Partners bv
Dit houdt in dat de cliënt ondersteund kan worden bij het aanleren van vaardigheden, het in stand houden van werkrelaties en het onderhouden en leggen van contacten met lokale voorzieningen zoals kerken of winkels. Wat de ervaringen zijn van de vertegenwoordigers met de deelname aan de samenleving door de cliënten, staat in onderstaande figuur.
Participatie
THEMA SCORE
59%
35. neemt de cliënt deel aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad? (N = 106; n.v.t. = 13)
32%
66%
36. helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt om deel te nemen aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad? (N = 87; n.v.t. = 8)
26%
61%
37. organiseert De Driestroom uitstapjes voor de cliënt? bijvoorbeeld naar een pretpark, de dierentuin, kinderboerderij of de film. (N = 102; n.v.t. = 0)
24%
51%
0%
20%
46%
40%
60%
80%
9%
9%
15%
3%
100%
Kwaliteit in zorg
Bij vraag 35 en 37 zijn afwijkende antwoordcategorieën van toepassing. Paars staat voor 'nooit/soms', wit betekent 'regelmatig' en het groene gedeelte geeft aan hoeveel vertegenwoordigers 'vaak' hebben geantwoord.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
26
van Loveren
&
Partners bv
5.1.5 Persoonlijke ontwikkeling In het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg staat dat de cliënt, indien deze daar behoefte aan heeft, ondersteund dient te worden bij het zoeken van scholing of werk en mogelijkheden om dingen te leren en ervaringen op te doen. Het gaat erom dat de cliënt nieuwe dingen kan ondernemen en zijn eigen creativiteit kan uiten. In de volgende figuur ziet u wat de vertegenwoordigers vinden van de ondersteuning bij de persoonlijke ontwikkeling van de cliënt.
Persoonlijke ontwikkeling
THEMA SCORE
59%
26%
31. zorgen de begeleiders van de woonvorm ervoor dat de cliënt genoeg te doen heeft in zijn/haar vrije tijd? (N = 96; n.v.t. = 0)
57%
31%
33. leert de cliënt nieuwe dingen op de woonvorm? bijvoorbeeld koken, zelfstandig douchen, met de bus reizen of huishoudelijke taken verrichten. (N = 99; n.v.t. = 18)
63%
34. helpen de begeleiders de cliënt bij het leren van nieuwe dingen? (N = 79; n.v.t. = 0)
57%
20%
24%
40%
60%
11%
15%
19%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
0%
22%
15%
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
27
van Loveren
&
Partners bv
5.1.6 Materieel welzijn Bij materieel welzijn gaat het om het optimaliseren van de sociaal-economische situatie van de cliënt en om activiteiten die leiden tot een doelmatig financieel beheer en om huisvesting. De behoefte van de cliënt is hierbij leidend. In onderstaande figuur ziet u wat de ervaringen van de vertegenwoordigers zijn met het materieel welzijn van de cliënten.
Materieel welzijn
THEMA SCORE
23%
10. is de woonvorm aangepast aan de beperkingen van de cliënt? (N = 113; n.v.t. = 40)
29%
11. heeft de cliënt genoeg ruimte om zijn/haar spullen op te bergen? (N = 113; n.v.t. = 0)
79%
71%
29%
40%
45%
15%
0%
42%
29%
21%
12. is de eigen kamer (of woonruimte) van de cliënt groot genoeg om bezoek te ontvangen? (N = 114; n.v.t. = 0)
9. biedt de woonvorm genoeg privacy? (N = 114; n.v.t. = 0)
58%
18%
20%
40%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
Bij vraag 9 en 10 zijn andere antwoordcategorieën van toepassing. Paars staat voor 'nee, helemaal niet/een beetje', wit betekent 'grotendeels' en het groene deel geeft weer hoeveel vertegenwoordigers 'ja, helemaal' hebben geantwoord. Vraag 11 en 12 zijn ja/nee vragen. Het paarse deel staat voor 'nee' en het groene deel geeft aan welk percentage van de respondenten 'ja' heeft geantwoord.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
28
van Loveren
&
Partners bv
5.1.7 Zelfbepaling Zelfbepaling houdt in dat mensen met een beperking het recht hebben om eigen keuzes te maken en hun leven in te vullen op hun eigen persoonlijke wijze. In het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg staat dat de ondersteuning zich dient te richten op het optimaliseren van de regie van de cliënt over het eigen leven. Hoe de vertegenwoordigers de zelfbepaling van de cliënten binnen uw organisatie ervaren, staat in de volgende figuur.
Zelfbepaling
THEMA SCORE
13. heeft u of de cliënt de eigen kamer (of woonruimte) zelf kunnen inrichten? 6% 16% (N = 116; n.v.t. = 0) 15. bepaalt de cliënt zelf welke taken hij/zij in huis doet? bijvoorbeeld stofzuigen, afwassen of planten water geven. (N = 104; n.v.t. = 13)
32. mag de cliënt zelf weten wat hij/zij doet in zijn/haar vrije tijd? (N = 109; n.v.t. = 0)
78%
19%
8%
0%
58%
23%
49%
43%
20%
15%
40%
45%
16. bepaalt de cliënt zelf hoe laat hij/zij naar bed gaat? (N = 112; n.v.t. = 0)
50%
31%
20%
40%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
Bij vraag 13 zijn andere antwoordcategorieën van toepassing. Paars staat voor 'nee, helemaal niet/een beetje', wit betekent 'grotendeels' en het groene deel geeft weer hoeveel vertegenwoordigers 'ja, helemaal' hebben geantwoord.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
29
van Loveren
&
Partners bv
5.1.8 Belangen Bij belangen gaat het om het optimaliseren van de beleving van de cliënt van zijn rechten en plichten als burger (bijvoorbeeld stemrecht) en als cliënt (bijvoorbeeld het recht om te klagen), en om maatregelen die de rechten en de positie van de cliënt versterken. Volgens het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg dient de organisatie ervoor te zorgen dat bovengenoemde rechten door de cliënt uitgeoefend kunnen worden. Daarnaast moet er voor zowel cliënten als vertegenwoordigers medezeggenschap geregeld worden. In onderstaande figuur ziet u de ervaringen van de cliëntvertegenwoordigers met de medezeggenschap die door de organisatie is geregeld.
Belangen
THEMA SCORE
29%
44. zijn er afspraken gemaakt over hoe en wanneer u geïnformeerd wordt over de cliënt? (N = 110; n.v.t. = 0)
24%
45. vindt u dat u voldoende geïnformeerd wordt over hoe het met de cliënt gaat? (N = 115; n.v.t. = 0)
25%
46. wordt u geïnformeerd over veranderingen in de woonvorm? bijvoorbeeld dat er een nieuwe bewoner komt of dat er nieuwe regels zijn. (N = 105; n.v.t. = 0)
17%
76%
43%
48%
47. weet u hoe u een klacht moet indienen als u niet tevreden bent? (N = 115; n.v.t. = 0)
20%
31%
25%
20%
0%
54%
28%
80%
40%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
Vraag 44 en 47 zijn ja/nee vragen. Het paarse deel staat voor 'nee' en het groene deel geeft aan welk percentage van de respondenten 'ja' heeft geantwoord.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
30
van Loveren
&
Partners bv
Ook de volgende vragen hebben betrekking op het thema ‘belangen’. Zij worden echter niet meegenomen in de statistische berekening van de themascore.
Lossevragen2
48. heeft de organisatie een cliëntenraad? 1% (N = 72; n.v.t. = 0)
49. krijgt u informatie over de cliëntenraad? (N = 64; n.v.t. = 0)
99%
42%
0%
20%
25%
40%
60%
33%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
Vraag 48 is een ja/nee vraag. Het groene deel van de figuur staat voor 'ja' en het paarse deel geeft aan hoeveel cliënten 'nee' hebben geantwoord.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
31
van Loveren
5.2
&
Partners bv
Zorgvoorwaarden
Naast de acht thema’s die relevant zijn voor iemands bestaan van leven, worden er in het visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg ook vier thema’s met betrekking tot zorgvoorwaarden genoemd. Deze thema’s vormen de randvoorwaarden voor de zorg die de kwaliteit van bestaan van de cliënten moet waarborgen. 5.2.1 Zorgafspraken en ondersteuningsplan Voor iedere cliënt dient een individueel ondersteuningsplan beschikbaar te zijn. Dit ondersteuningsplan moet aansluiten op zijn of haar ondersteuningsvragen en moet vanuit het cliëntperspectief concrete doelen bevatten. Het ondersteuningsplan is tot stand gekomen in samenwerking met de cliënt en eventueel in overleg met de vertegenwoordiger. Aan de vertegenwoordigers is gevraagd of de cliënt een ondersteuningsplan heeft. In de figuur hieronder ziet u wat zij daarop geantwoord hebben. Vraag 38 is een ja/nee vraag. Het paarse deel staat voor 'nee' en het groene deel geeft weer hoe vaak er 'ja' is geantwoord. Deze vraag valt statistisch gezien niet binnen de themascore van 'zorgafspraken'. Ondersteuningsplan
38. heeft de cliënt een ondersteuningsplan? (N = 94; n.v.t. = 0)
7%
0%
93%
20%
40%
60%
80%
100%
Uit onderstaande figuur kunt u de ervaringen van de vertegenwoordigers met de zorgafspraken aflezen. Zorgafspraken
THEMA SCORE
13%
Kwaliteit in zorg
41. worden het ondersteuningsplan en de zorgafspraken met u besproken? 7% (N = 84; n.v.t. = 0)
42. wordt de hulp daadwerkelijk volgens het ondersteuningsplan geboden? (N = 76; n.v.t. = 0)
16%
43. sluit de hulp vanuit de woonvorm aan bij de wensen en behoeften van de cliënt? (N = 80; n.v.t. = 0)
18%
0%
46%
41%
23%
70%
55%
29%
59%
20%
40%
24%
60%
80%
100%
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
32
van Loveren
&
Partners bv
In de vragenlijst zijn nog twee vragen opgenomen die betrekking hebben op het thema 'zorgafspraken'. Zij vallen echter niet binnen de themascore. Hieronder staan de desbetreffende vragen vermeld.
Lossevragen3
39. worden het ondersteuningsplan en de zorgafspraken besproken met de cliënt? (N = 80; n.v.t. = 2)
9%
40. kan de cliënt meebeslissen over de afspraken die in het ondersteuningsplan staan? (N = 77; n.v.t. = 0)
24%
29%
20%
36%
40%
35%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
0%
67%
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
33
van Loveren
&
Partners bv
5.2.2 Cliëntveiligheid Veiligheid heeft betrekking op zowel de subjectieve als de objectieve component van cliëntveiligheid. De subjectieve component gaat over de veiligheid zoals de cliënt die ervaart. Deze ervaren veiligheid uit zich op terreinen als privacy, bejegening, informatie en grensoverschrijdend gedrag. De objectieve component heeft betrekking op algemeen geldende veiligheidsaspecten en maatregelen, verwoord in richtlijnen en calamiteitenplannen. De vragen die bij het thema 'veiligheid' horen, vormen samen geen themascore. De ervaringen van de vertegenwoordigers met de ervaren veiligheid staan hieronder weergegeven.
Veiligheid
27. is de cliënt bang voor een andere bewoner? 2% (N = 90; n.v.t. = 0)
39%
59%
57. is de cliënt bang voor een begeleider op de woonvorm? 3%11% (N = 98; n.v.t. = 0) 0%
86%
20%
40%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
De antwoordcategorieën bij vraag 27 en 57 zijn gespiegeld. Het paarse deel staat voor 'meestal/altijd', het witte deel betekent 'soms' en het groene deel geeft weer hoeveel vertegenwoordigers 'nooit' hebben aangekruist.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
34
van Loveren
&
Partners bv
5.2.3 Kwaliteit van medewerkers en organisatie Deskundig personeel is in staat de gevraagde ondersteuning te bieden aan cliënten, voldoet aan de eisen die aan het werk in de gehandicaptenzorg worden gesteld en is bevoegd om de in het ondersteuningsplan afgesproken activiteiten adequaat uit te voeren. De ervaringen van de cliëntvertegenwoordigers met de kwaliteit van de medewerkers van uw organisatie zijn in onderstaande figuur weergegeven.
Kwaliteit medewerkers
THEMA SCORE
20%
58. hebben de begeleiders genoeg tijd voor u? (N = 114; n.v.t. = 0)
59. vindt u de begeleiders op de woonvorm deskundig in hun werk? (N = 103; n.v.t. = 0)
60. gaan de begeleiders gehaast te werk? (N = 96; n.v.t. = 0)
54%
25%
15%
52%
30%
54%
32%
0%
24%
55%
9%
61. is er voldoende personeel aanwezig op de woonvorm? (N = 92; n.v.t. = 0)
26%
20%
36%
57%
40%
60%
12%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
Bij vraag 60 zijn de antwoordcategorieën gespiegeld. Dat betekent dat het paarse deel staat voor 'meestal/altijd', het witte deel betekent 'soms' en groen staat voor 'nooit'.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
35
van Loveren
&
Partners bv
Vraag 62 is een vraag die wat betreft inhoud ook bij het thema ‘kwaliteit van medewerkers’ hoort, maar statistisch gezien niets toevoegt aan de themascore. De antwoorden van de vertegenwoordigers op deze vraag staan hieronder.
Lossevragen5 62. komt het voor dat er voor de cliënt onbekende begeleiders op de woonvorm zijn? (N = 77; n.v.t. = 0)
60%
0%
20%
40%
40%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
Vraag 62 is een gespiegelde ja/nee vraag. Paars staat voor 'ja' en het groene deel geeft weer hoeveel respondenten 'nee' hebben aangekruist.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
36
van Loveren
&
Partners bv
5.2.4 Samenhang in zorg en ondersteuning De samenhang in de zorg bestaat volgens het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg uit twee aspecten. Enerzijds dient de continuïteit gewaarborgd te worden door middel van het vermijden van overlappingen of hiaten in de zorg. Anderzijds is het van belang voor cliënten om hun dagelijkse ondersteuning zoveel mogelijk vanuit een kleine kring van bekende medewerkers te ontvangen. Aan de vertegenwoordigers is gevraagd of zij een vaste contactpersoon hebben op de woonvorm en of de cliënt hulp ontvangt van meerdere personen of afdelingen binnen De Driestroom. Hieronder ziet u wat zij daarop geantwoord hebben.
Lossevragen6
63. heeft u een vaste contactpersoon op de woonvorm? 5% (N = 111; n.v.t. = 0) 66. krijgt de cliënt ook hulp van andere personen/afdelingen binnen De Driestroom? (N = 90; n.v.t. = 0)
95%
50%
0%
20%
50%
40%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
Beide vragen zijn ja/nee vragen. Het paarse deel staat voor 'nee' en het groene deel geeft weer hoeveel respondenten 'ja' hebben geantwoord.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
37
van Loveren
&
Partners bv
In de volgende figuur ziet u de ervaringen van de cliëntvertegenwoordigers met de samenhang in de zorg voor de cliënt binnen uw organisatie.
Samenhang zorg
THEMA SCORE
64. kunt u met uw vragen of opmerkingen over de cliënt bij deze contactpersoon terecht? 6% (N = 101; n.v.t. = 0)
27%
0%
37%
58%
21%
68. als de cliënt naar een huisarts/specialist wordt verwezen, wordt u dan hierover geïnformeerd? (N = 108; n.v.t. = 11)
63%
31%
65. hoe vaak komt het voor dat er wat mis gaat omdat de begeleiders niet op de hoogte zijn 5% van de hulp die de cliënt nodig heeft? (N = 92; n.v.t. = 0) 67. is de hulp van de verschillende personen/afdelingen op elkaar afgestemd? (N = 38; n.v.t. = 0)
44%
42%
15%
20%
26%
53%
47%
26%
40%
60%
80%
100%
Kwaliteit in zorg
Bij vraag 65 zijn de antwoordcategorieën gespiegeld. Het paarse deel staat voor 'meestal/altijd', het witte deel betekent 'soms' en groen staat voor 'nooit'.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
38
van Loveren
5.3
&
Partners bv
Beoordeling van de zorgorganisatie en de zorgverleners
De cliëntvertegenwoordigers is ook gevraagd een totaaloordeel te geven over de zorg van De Driestroom. Ze konden een rapportcijfer geven van 0 tot 10, waarbij 0 de slechtst mogelijke zorgorganisatie en 10 de best mogelijke zorgorganisatie is. Gemiddeld geven de 111 cliënten van De Driestroom die deze vraag hebben ingevuld een 7,2 als rapportcijfer voor de zorgorganisatie als totaliteit. Het laagste cijfer dat gegeven wordt is een 3 en het hoogste een 10. Ook is de cliëntvertegenwoordigers gevraagd een rapportcijfer te geven voor de hulp die de cliënt krijgt vanuit de woonvorm. Gemiddeld geven de 109 cliënten die deze vraag hebben ingevuld een 7,4 als rapportcijfer voor de hulp die door De Driestroom aan de cliënt geboden wordt. Het laagste cijfer dat gegeven wordt is een 2 en het hoogste een 10. Verder is aan de vertegenwoordigers van de cliënten van De Driestroom gevraagd of zij De Driestroom zouden aanbevelen aan vrienden of familie die ook zorg nodig hebben. In de figuur hieronder is weergegeven wat zij daarop hebben geantwoord.
71. Zou u De Driestroom bij anderen aanbevelen?
beslist wel
31
waarschijnlijk wel
73
waarschijnlijk niet
7
10
20
30
40
50
60
70
80
Kwaliteit in zorg
0
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
39
van Loveren
5.4
&
Partners bv
Hulp bij het invullen
Aan de cliëntvertegenwoordigers is gevraagd of zij hulp hebben gehad bij het invullen van de vragenlijst. Hieronder ziet u wat zij op deze vraag geantwoord hebben.
81. Heeft iemand u geholpen om deze vragenlijst in te vullen?
ja
4
nee
110
0
20
40
60
80
100
120
Ook konden cliëntvertegenwoordigers aangeven op welke manier(en) zij hulp hebben gehad bij het invullen van de vragenlijst. In onderstaande figuur staan hun antwoorden.
Hulp, hoe?
1 2 1
Hij/zij heeft de vragen voorgelezen Hij/zij heeft mijn antwoorden opgeschreven
2
Hij/zij heeft de vragen in mijn plaats beantwoord
Kwaliteit in zorg
Anders
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
40
van Loveren
6.
&
Partners bv
Mogelijkheden voor verbetering
In dit hoofdstuk gaan we in op de aspecten waarop verbeteringen mogelijk zijn. Enerzijds doen wij dat op basis van de resultaten van de statistiek. Anderzijds doen wij dat naar aanleiding van opmerkingen van de vertegenwoordigers uit het onderzoek.
6.1
Verbeterpunten
Onderstaande tabel geeft aan op welke punten uw organisatie de belangrijkste verbeteringen kan realiseren. De tabel begint met het percentage van vertegenwoordigers van uw cliënten dat een negatief antwoord geeft op de betreffende vraag. Daarnaast staat een kolom met 'belang'. Deze scores hebben we uit de pilot van 2009 gehaald (zie Paragraaf 2.2). In die studie is aan een deel van de cliëntvertegenwoordigers gevraagd hoe belangrijk zij een bepaald aspect vinden. Zij konden een score geven variërend van 1 (=niet belangrijk) tot 4 (=allergrootste belang). In onderstaande tabel staan de gemiddelde scores van de cliëntvertegenwoordigers uit de pilot. Het grootste belang hechten de cliëntvertegenwoordigers uit de pilot aan het feit of de medewerkers de cliënt helpen als deze ziek is (3,90). Of de medewerkers aandacht besteden aan het tegengaan van ongewenst gedrag vinden ze ook belangrijk (3,90), evenals het feit dat de cliënt zich op de woonvorm op zijn/haar gemak voelt (3,90). Het minste belang hechten de cliëntvertegenwoordigers aan het feit of de cliënt zelf mag bepalen welke taken hij/zij in huis doet. Met een belangscore van 2,10 scoort dit aspect het laagst. Of de cliënt zelf mag bepalen wanneer hij/zij naar bed gaat, vinden cliëntvertegenwoordigers ook niet zo belangrijk (2,40). Wij gaan van de veronderstelling uit dat de belangrijkheid van een onderwerp niet alleen geldt voor de deelnemers aan de pilot van 2009, maar ook opgaan voor de vertegenwoordigers van cliënten van uw organisatie. De vermenigvuldiging van de 'fractie negatieve ervaringen' met de 'belangscore' geeft de zogenaamde verbeterscore. Een hoge verbeterscore wil zeggen dat op dit kwaliteitsaspect veel verbetering mogelijk is. De kwaliteitsaspecten met de hoogste verbeterscores staan bovenaan in de tabel. Op deze aspecten zijn dus de meeste verbeteringen mogelijk. Op de aspecten onderin de tabel, met een verbeterscore van '0', is geen verbetering mogelijk. Alle vertegenwoordigers waren positief over het betreffende aspect. Wij beseffen dat onderstaande tabel een lange opsomming vormt. In de 'Conclusies en aanbevelingen' vindt u een ordening naar de kwaliteitsthema’s.
Thema
Vraag
Fractie
Belang
Verbeterscore
63,9%
3,60
2,30
59,7%
3,70
2,21
63,0%
3,20
2,02
57,3%
3,40
1,95
negatieve ervaringen Lichamelijk
21. zorgen de begeleiders ervoor dat de
welbevinden
cliënt beweging krijgt?
Lichamelijk
62. komt het voor dat er voor de cliënt
welbevinden
onbekende begeleiders op de
Kwaliteit in zorg
woonvorm zijn? Persoonlijke
33. leert de cliënt nieuwe dingen op de
ontwikkeling
woonvorm?
Persoonlijke
31. zorgen de begeleiders van de
ontwikkeling
woonvorm ervoor dat de cliënt genoeg te doen heeft in zijn/haar vrije tijd?
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
41
van Loveren
Thema
Vraag
Fractie
&
Partners bv
Belang
Verbeterscore
65,6%
2,90
1,90
57,0%
3,30
1,88
60,8%
3,00
1,82
51,0%
3,40
1,73
47,6%
3,40
1,62
42,1%
3,80
1,60
38,3%
3,80
1,46
39,4%
3,40
1,34
42,2%
3,10
1,31
42,1%
3,10
1,31
37,6%
3,30
1,24
32,6%
3,70
1,21
31,5%
3,80
1,20
28,8%
3,70
1,07
26,8%
3,70
0,99
26,6%
3,60
0,96
45,1%
2,10
0,95
25,2%
3,70
0,93
28,9%
3,10
0,90
28,6%
3,10
0,89
negatieve ervaringen Participatie
35. neemt de cliënt deel aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad?
Persoonlijke
34. helpen de begeleiders de cliënt bij
ontwikkeling
het leren van nieuwe dingen?
Participatie
36. helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt om deel te nemen aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad?
Participatie
37. organiseert uitstapjes voor de cliënt? bijvoorbeeld naar een pretpark, de dierentuin, kinderboerderij of de film.
Belangen
46. wordt u geïnformeerd over veranderingen in de woonvorm?
Lichamelijk
23. helpen de begeleiders de cliënt
welbevinden
voldoende bij de persoonlijke verzorging?
Psychisch
53. hebben de begeleiders genoeg tijd
welbevinden
voor de cliënt?
Sociale relaties
26. helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met andere bewoners?
Lichamelijk
49. krijgt u informatie over de
welbevinden
cliëntenraad?
Sociale relaties
30. helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt bij het omgaan met zijn/haar vrienden?
Sociale relaties
29. helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met de familie?
Lichamelijk
20. helpen de begeleiders de cliënt bij
welbevinden
het gebruiken van het hulpmiddel?
Kwaliteit
61. is er voldoende personeel aanwezig
medewerkers
op de woonvorm?
Materieel
10. is de woonvorm aangepast aan de
welzijn
beperkingen van de cliënt?
Samenhang
68. als de cliënt naar een
zorg
huisarts/specialist wordt verwezen, wordt u dan hierover geïnformeerd?
Lichamelijk
22. krijgt de cliënt minimaal een half
welbevinden
uur beweging per dag?
Zelfbepaling
15. bepaalt de cliënt zelf welke taken hij/zij in huis doet?
Belangen
45. vindt u dat u voldoende geïnformeerd wordt over hoe het met de cliënt gaat?
Materieel
12. is de eigen kamer (of woonruimte)
welzijn
van de cliënt groot genoeg om bezoek
Kwaliteit in zorg
te ontvangen? Lichamelijk
40. kan de cliënt meebeslissen over de
welbevinden
afspraken
die
in
het
ondersteuningsplan staan?
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
42
van Loveren
Thema
Vraag
Fractie
&
Partners bv
Belang
Verbeterscore
23,6%
3,60
0,85
24,6%
3,30
0,81
21,1%
3,80
0,80
20,6%
3,50
0,72
21,2%
3,40
0,72
20,0%
3,40
0,68
17,5%
3,80
0,67
17,0%
3,90
0,66
15,8%
3,80
0,60
15,8%
3,70
0,58
14,6%
3,80
0,55
14,2%
3,80
0,54
14,0%
3,70
0,52
11,6%
3,90
0,45
18,8%
2,40
0,45
11,3%
3,90
0,44
9,4%
3,80
0,36
9,0%
3,80
0,34
8,3%
3,70
0,31
9,0%
3,30
0,30
7,4%
3,60
0,27
7,1%
3,70
0,26
negatieve ervaringen Belangen
44. zijn er afspraken gemaakt over hoe en wanneer u geïnformeerd wordt over de cliënt?
Kwaliteit
58. hebben de begeleiders genoeg tijd
medewerkers
voor u?
Samenhang
67. is de hulp van de verschillende
zorg
personen/afdelingen op elkaar afgestemd?
Lichamelijk
25. kan de cliënt goed omgaan met de
welbevinden
andere bewoners?
Materieel
11. heeft de cliënt genoeg ruimte om
welzijn
zijn/haar spullen op te bergen?
Belangen
47. weet u hoe u een klacht moet indienen als u niet tevreden bent?
Zorgafspraken
43. sluit de hulp vanuit de woonvorm aan bij de wensen en behoeften van de cliënt?
Lichamelijk
18. helpen de begeleiders de cliënt als
welbevinden
hij/zij ziek is?
Psychisch
55. houden de begeleiders op de
welbevinden
woonvorm zich aan de afspraken?
Zorgafspraken
42. wordt de hulp daadwerkelijk volgens het ondersteuningsplan geboden?
Kwaliteit
59. vindt u de begeleiders op de
medewerkers
woonvorm deskundig in hun werk?
Lichamelijk
24. ziet de cliënt er schoon en
welbevinden
verzorgd uit?
Psychisch
54. houden de begeleiders rekening
welbevinden
met de wensen en behoeften van de cliënt?
Lichamelijk
28. besteden de begeleiders aandacht
welbevinden
aan het tegengaan van ongewenst gedrag door andere bewoners?
Zelfbepaling
16. bepaalt de cliënt zelf hoe laat hij/zij naar bed gaat?
Psychisch
14. voelt de cliënt zich op zijn/haar
welbevinden
gemak op de woonvorm?
Kwaliteit
60. gaan de begeleiders gehaast te
medewerkers
werk?
Lichamelijk
50. nemen de begeleiders de cliënt
welbevinden
serieus?
Psychisch
52. luisteren de begeleiders van de
welbevinden
woonvorm aandachtig naar de cliënt?
Lichamelijk
39. worden het ondersteuningsplan en
welbevinden
de zorgafspraken besproken met de
Materieel
38. heeft de cliënt een
welzijn
ondersteuningsplan?
Zorgafspraken
41. worden het ondersteuningsplan en
Kwaliteit in zorg
cliënt?
de zorgafspraken met u besproken?
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
43
van Loveren
Thema
Vraag
Fractie
&
Partners bv
Belang
Verbeterscore
8,3%
2,90
0,24
5,9%
3,70
0,22
5,4%
3,80
0,21
6,0%
3,30
0,20
4,5%
3,60
0,16
3,8%
3,80
0,14
2,7%
3,60
0,10
negatieve ervaringen Zelfbepaling
32. mag de cliënt zelf weten wat hij/zij doet in zijn/haar vrije tijd?
Samenhang
64. kunt u met uw vragen of
zorg
opmerkingen over de cliënt bij deze contactpersoon terecht?
Samenhang
65. hoe vaak komt het voor dat er wat
zorg
mis gaat omdat de begeleiders niet op de hoogte zijn van de hulp die de cliënt nodig heeft?
Zelfbepaling
13. heeft u of de cliënt de eigen kamer (of woonruimte) zelf kunnen inrichten?
Lichamelijk
63. heeft u een vaste contactpersoon
welbevinden
op de woonvorm?
Psychisch
56. leggen de begeleiders de cliënt
welbevinden
dingen op een begrijpelijke manier uit? 51. zijn de begeleiders beleefd tegen de
welbevinden
cliënt?
Kwaliteit in zorg
Psychisch
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
44
van Loveren
6.2
&
Partners bv
Suggesties voor veranderingen door de cliëntvertegenwoordigers
Niet alleen op statistische gronden hebben we verbeterpunten geïnventariseerd. Ook aan de cliëntvertegenwoordigers zelf hebben we gevraagd wat zij zouden willen veranderen aan de zorg in De Driestroom. We geven hier een overzicht van hun ideeën. De meeste suggesties die gemaakt worden hebben betrekking op het personeel. Zo willen meerdere vertegenwoordigers graag meer vast personeel. Eén van hen schrijft hierover: ‘zorg dat het verloop minder is, vaste begeleiders zijn belangrijk.’ Ook vragen verschillende ouders om meer personeel. Volgens één van deze vertegenwoordigers zijn er ‘meer handen aan het bed’ nodig. Eén vertegenwoordiger wil een nachthulp voor de cliënten op de woonvorm. Eén andere ouder wil graag meer psychologische begeleiding voor de cliënten. Ook zouden twee vertegenwoordigers meer huishoudelijke hulp willen. Verder vraagt één ouder om meer begeleiding bij het op peil houden van het gewicht van de cliënt. Drie vertegenwoordigers willen graag hoger geschoold personeel. Ook zou één vertegenwoordiger willen dat de begeleiders een EHBO diploma bezitten en dat zij kennis hebben van wondverzorging. Volgens twee ouders zou er meer aandacht aan de cliënt besteed moeten worden. Eén vertegenwoordiger geeft aan graag een meer ‘persoonlijke’ benadering van de medewerkers naar de cliënten toe te willen. Meerdere vertegenwoordigers vragen om meer begeleiding bij de persoonlijke verzorging van de cliënten. Verschillende ouders benoemen afstemming van de kleding en persoonlijke hygiëne als aandachtspunten. Eén vertegenwoordiger wil graag meer flexibele zorg. Eén ouder wil graag dat de medewerkers meer zeggenschap krijgen over het eten van de cliënt omdat deze te veel snoept. Ook zou de cliënt door de medewerkers aangespoord moeten worden om op te ruimen en schoon te maken, volgens deze vertegenwoordiger. Verschillende vertegenwoordigers willen graag meer communicatie met het personeel over de cliënt. Zo schrijft één van deze familieleden: ‘openheid van alle disciplines naar ouders en verwanten toe is zeer belangrijk in de begeleiding van de cliënten.’ Ook geeft één van deze vertegenwoordigers aan dat de leiding de afspraken die in het behandelplan zijn gemaakt, niet altijd nakomt. Op de woonvorm zijn de medewerkers volgens één andere vertegenwoordiger ‘nalatig en vergeetachtig’ met betrekking tot afspraken die gemaakt worden. Volgens één vertegenwoordiger dient de huisvesting verbeterd te worden. Eén ouder vraagt om een betere woonvorm, met meer privacy. Ook zou één ouder een grotere kamer willen voor de cliënt. Volgens één andere vertegenwoordiger is er meer onderhoud nodig aan de kamers van de cliënten. Verder geeft één ouder aan dat de ligging van sommige woonvormen hem/haar niet aanspreekt, omdat deze soms in probleemwijken staan.
Kwaliteit in zorg
Drie vertegenwoordigers zouden willen dat er op de woonvorm meer aandacht besteed wordt aan sporten. Ook willen twee vertegenwoordigers graag dat er binnenshuis meer aandacht besteed wordt aan activiteiten. Verder geeft één ouder aan graag vrije activiteiten buitenshuis te willen voor de cliënten. Eén ouder wil graag dat de toiletten beter schoongemaakt worden. Eén andere vertegenwoordiger zou willen dat de kamers van de cliënten beter schoon wordt gemaakt. Drie vertegenwoordigers geven aan dat de maaltijden op de woonvorm ‘kant en klaar’ zijn. Deze zijn ‘veel te zout’, volgens één van deze ouders. Volgens één vertegenwoordiger zijn de maaltijden ‘zeer matig van kwaliteit’. Eén andere ouder wil graag meer beleg en meer frisdrank voor de cliënten.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
45
van Loveren
&
Partners bv
Kwaliteit in zorg
Overige suggesties zijn divers. Zo wil één vertegenwoordiger graag meer ondersteuning voor cliënten die een seksuele relatie hebben. Volgens drie vertegenwoordigers wordt er te veel bezuinigd op de begeleiding van cliënten. Ook wil één ouder dat er meer cliënten van hetzelfde niveau/milieu bij elkaar geplaatst worden op de woonvorm. Eén ouder wil graag dat er een betere oplossing komt voor agressieve medebewoners. Eén vertegenwoordiger geeft aan dat hij/zij lang moet wachten voordat er een gepaste woonsituatie voor zijn/haar familielid is gevonden. Volgens één ouder mogen cliënten die zelf geen beslissingen willen of kunnen maken ‘meer directief ondersteund worden’. Eén andere vertegenwoordiger geeft aan dat medewerkers beter op de uitgaven van de cliënten dienen te letten, om te voorkomen dat de cliënten het slachtoffer worden van uitbuiting. Ten slotte geven twee vertegenwoordigers aan tevreden te zijn met de zorg in de woonvorm van De Driestroom.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
46
van Loveren
&
Partners bv
Kwaliteit in zorg
Bijlage
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
47
van Loveren
&
Partners bv
Conclusies en aanbevelingen In zijn algemeenheid ervaren de vertegenwoordigers van cliënten die in De Driestroom wonen, de zorg- en dienstverlening als positief. De Driestroom krijgt in zijn totaliteit een 7,2 als rapportcijfer. De hulp die De Driestroom de cliënten biedt, krijgt een 7,4 van de cliëntvertegenwoordigers. De meeste ervaringen van de vertegenwoordigers op de thema’s met betrekking tot zorgvoorwaarden zijn positief. Op de thema’s met betrekking tot de kwaliteit van leven komen meer kritische punten naar voren. Op basis van de ervaringen van de vertegenwoordigers kunnen we enkele verbeterpunten aangeven. We lopen daarbij de thema’s uit het Kwaliteitskader na. Thema’s met betrekking tot kwaliteit van leven In het visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg wordt gesteld dat de kwaliteit van de gehandicaptenzorg primair wordt afgemeten aan de mate waarin deze zorg bijdraagt aan de kwaliteit van bestaan van de cliënt. De cliëntvertegenwoordigers zijn met name positief over de belangen, de zelfbepaling en het materieel welzijn. Minder positief zijn de cliëntvertegenwoordigers over de interpersoonlijke relaties, deelname aan de samenleving en de persoonlijke ontwikkeling. Lichamelijk welbevinden Slechts een derde van de cliëntvertegenwoordigers is uitgesproken positief over het lichamelijk welbevinden. Twee derde van de vertegenwoordigers geeft aan dat de begeleiders er niet voor zorgen dat de cliënt beweging krijgt. Het is belangrijk om de verwachtingen op elkaar af te stemmen. Een kwart van de vertegenwoordigers vindt dat de cliënt minder dan een half uur beweging per dag krijgt. Hier kan nog eens naar gekeken worden. De helft van de vertegenwoordigers geeft aan dat de cliënt er altijd schoon en verzorgd uit ziet. Een derde zegt dat dit meestal zo is. Mogelijk kan hier gestreefd worden naar een hoger percentage vertegenwoordigers wat ‘altijd’ antwoordt. Tweeënveertig procent van de vertegenwoordigers geeft aan dat de begeleiders de cliënt niet voldoende helpen bij de persoonlijke verzorging. Positief is dat cliëntvertegenwoordigers aangeven dat de begeleiders de cliënt helpen als hij/zij ziek is.
Kwaliteit in zorg
Psychisch welbevinden Een derde van de cliëntvertegenwoordigers is positief over het psychisch welbevinden. Ze zijn met name positief over de beleefdheid van de begeleiders. Een aandachtspunt vormt de tijd die begeleiders hebben voor de cliënt. Ruim een derde van de vertegenwoordigers vindt dat de begeleiders niet genoeg tijd hebben voor de cliënt. Twee derde van de cliëntvertegenwoordigers vindt dat de begeleiders onvoldoende rekening houden met de wensen en behoeften van de cliënt. Ruim de helft vindt dat de begeleiders op de woonvorm zich niet altijd aan de afspraken houden. Verder vindt de helft van de vertegenwoordigers dat de begeleiders de dingen niet altijd op een begrijpelijke manier aan de cliënt uitlegt. De helft van de vertegenwoordigers geeft aan dat de cliënt zich niet altijd op zijn/haar gemak voelt op de woonvorm. Wellicht zijn op deze laatste punten verbeteringen mogelijk. Interpersoonlijke relaties Dit thema vormt een duidelijk punt van aandacht. Veertig procent van de cliëntvertegenwoordigers is negatief over de interpersoonlijke relaties. Twee van de vijf vertegenwoordigers geeft aan dat de begeleiders van de woonvorm de cliënt niet helpen bij het omgaan met zijn/haar vrienden. Nagenoeg evenveel cliëntvertegenwoordigers vinden dat de begeleiders de cliënt niet helpen bij het omgaan met andere bewoners. Het
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
48
van Loveren
&
Partners bv
percentage dat vindt dat de begeleiders de cliënt niet helpen bij het omgaan met de familie is ook vergelijkbaar. Deelname aan de samenleving Ruim de helft van de cliëntvertegenwoordigers is negatief over de deelname van de cliënt aan de samenleving. Twee derde geeft aan dat de cliënt niet deelneemt aan activiteiten in de buurt. Bijna twee derde van de vertegenwoordigers geeft aan dat de begeleiders van de woonvorm de cliënten niet helpen om deel te nemen aan activiteiten in de buurt. De helft geeft aan dat De Driestroom geen uitstapjes organiseert voor de cliënt. Het is van belang de verwachtingen op elkaar af te stemmen. Persoonlijke ontwikkeling Ruim de helft van de cliëntvertegenwoordigers is negatief over de persoonlijke ontwikkeling van de cliënt. Twee derde geeft aan dat de cliënt geen nieuwe dingen leert op de woonvorm, zoals koken, zelfstandig douchen, met de bus reizen of huishoudelijke taken verrichten. Ruim de helft van de vertegenwoordigers vindt dat de begeleiders de cliënt niet helpen bij het leren van nieuwe dingen. Wellicht is het niet voor iedere cliënt haalbaar nieuwe dingen te leren. Belangrijk is wel dit goed af te stemmen. Ruim de helft van de vertegenwoordigers vindt dat de begeleiders van de woonvorm er niet voor zorgen dat de cliënt genoeg te doen heeft in zijn/haar vrije tijd. Het is belangrijk goed te kijken naar de mogelijkheden voor verbetering. Materieel welzijn Van alle cliëntvertegenwoordigers is 58% positief over het materieel welzijn. Ze zijn met name positief over de ruimte die de cliënt heeft om zijn/haar spullen op te bergen. Eén op de vijf vertegenwoordigers vindt de ruimte om spullen op te bergen echter niet groot genoeg. Ruim een kwart van de cliëntvertegenwoordigers vindt de eigen kamer van de cliënt niet groot genoeg. Evenveel vertegenwoordigers vinden dat de woonvorm niet goed is aan gepast aan de beperkingen van de cliënt. Een even groot percentage cliëntvertegenwoordigers vindt dat de kamer grotendeels is aangepast. Een gebouw is moeilijk te veranderen. Wellicht is het mogelijk creatieve oplossingen te bedenken.
Kwaliteit in zorg
Zelfbepaling De helft van de vertegenwoordigers is uitermate positief over de zelfbepaling van de cliënt. Drie kwart van de vertegenwoordigers geeft aan dat zij, of de cliënt, de kamer zelf hebben kunnen inrichten. Ruim de helft van de vertegenwoordigers zegt dat de cliënt zelf bepaalt hoe laat hij/zij naar bed gaat. Bijna de helft van de cliënten geeft aan dat de cliënt niet zelf bepaalt welke taken hij/zij in huis doet. Wellicht kan hier extra aandacht aan besteed worden. Belangen Ruim de helft van de cliëntvertegenwoordigers is positief over de belangen van de cliënt. Bij dit thema gaat het er vooral om dat de cliëntvertegenwoordigers geïnformeerd worden over de cliënt en over De Driestroom. Tachtig procent van de cliëntvertegenwoordigers weet hoe hij/zij een klacht moet indienen als ze niet tevreden zijn. Eén op de vijf weet dit echter niet. Drie kwart van de vertegenwoordigers geeft aan dat er afspraken zijn gemaakt over hoe en wanneer ze geïnformeerd worden over de cliënt. Een kwart zegt dat er geen afspraken zijn. Een kwart van de vertegenwoordigers vindt dat ze niet voldoende geïnformeerd worden over hoe het met de cliënt gaat. Bijna de helft van de vertegenwoordigers geeft aan niet geïnformeerd te worden over veranderingen in de woonvorm. Belangrijk is om de verwachtingen af te stemmen. Twee op de vijf vertegenwoordigers vinden dat ze geen informatie krijgen over de cliëntenraad.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
49
van Loveren
&
Partners bv
Thema’s met betrekking tot zorgvoorwaarden Naast acht thema’s die relevant zijn voor iemands bestaan van leven, worden er in het visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg ook vier thema’s met betrekking tot zorgvoorwaarden genoemd. Deze thema’s vormen de randvoorwaarden voor de zorg die de kwaliteit van bestaan van de cliënten moet waarborgen. De ervaringen van cliëntvertegenwoordigers op deze thema’s zijn in zijn algemeenheid positief. Zorgafspraken en ondersteuningsplan Uit de figuur van paragraaf 5.2 lijkt het erop dat nagenoeg alle cliëntvertegenwoordigers aangeven dat de cliënt een ondersteuningsplan heeft. Echter, zeventien vertegenwoordigers hebben ‘weet niet’ geantwoord. Daaruit blijkt dat één op de vijf cliëntvertegenwoordigers niet weet of de cliënt een ondersteuningsplan heeft. Het is van belang dat de vertegenwoordiger hier van op de hoogte is. Van de cliëntvertegenwoordigers die hebben aangegeven dat de cliënt een ondersteuningsplan heeft, geeft bijna drie kwart aan dat het ondersteuningsplan met hen wordt besproken. Twee derde van de vertegenwoordigers geeft aan dat het ondersteuningsplan en de zorgafspraken met de cliënt wordt besproken. Ruim de helft van de vertegenwoordigers vindt dat de hulp meestal volgens het ondersteuningsplan wordt geboden. Ook geeft ruim de helft aan dat de hulp vanuit de woonvorm meestal aansluit bij de wensen en behoeften van de cliënt. Een kwart van de vertegenwoordigers zegt dat de cliënt niet kan meebeslissen over de afspraken die in het ondersteuningsplan staan. Hier zou nog eens naar gekeken kunnen worden. Cliëntveiligheid Ruim de helft van de cliëntvertegenwoordigers geeft aan dat de cliënt niet bang is voor een andere bewoner. Ruim een derde van de vertegenwoordigers zegt dat de cliënt soms bang is voor een andere bewoner. Bijna geen enkele vertegenwoordiger geeft aan dat de cliënt bang is voor een begeleider op de woonvorm.
Kwaliteit in zorg
Kwaliteit van de medewerkers en organisatie Een kwart van de cliëntvertegenwoordigers is uitermate positief over de kwaliteit van de medewerkers. Eén op de vijf vertegenwoordigers is hier negatief over. Een derde van de vertegenwoordigers vindt dat er niet genoeg personeel aanwezig is op de woonvorm. Het is belangrijk dat de cliëntvertegenwoordigers goed weten wat zij kunnen verwachten. De ZZP’s en daarbij beschikbare tijd kunnen daarbij als uitgangspunt genomen worden. Een kwart van de vertegenwoordigers vindt dat de begeleiders niet genoeg tijd voor hen hebben. Wellicht is hier verbetering mogelijk. De vertegenwoordigers vinden dat de begeleiders soms of nooit gehaast te werk gaan. Verder vinden de cliëntvertegenwoordigers dat de begeleiders op de woonvorm meestal of altijd deskundig te werk gaan. Bijna twee derde van de vertegenwoordigers geeft aan dat het voorkomt dat er voor de cliënt onbekende begeleiders op de woonvorm zijn. Dit kan voor onrust zorgen. Het is van belang om het aantal onbekende begeleiders tot een minimum te beperken. Samenhang in zorg en ondersteuning Twee op de vijf cliëntvertegenwoordigers is positief over de samenhang in de zorg en ondersteuning. Nagenoeg alle cliëntvertegenwoordigers geven aan dat ze een vaste contactpersoon hebben op de woonvorm. Twee derde kan met vragen of opmerkingen over de cliënt altijd terecht bij deze contactpersoon. Een derde van de cliëntvertegenwoordigers geeft aan dat het nooit voorkomt dat er wat mis gaat, omdat de begeleiders niet op de hoogte zijn van de hulp die de cliënt nodig heeft. Ruim de helft zegt dat er soms wel eens wat mis gaat. Hier kan gestreefd worden naar een hoger percentage vertegenwoordigers wat ‘nooit’ antwoordt. De helft van de vertegenwoordigers geeft aan dat de cliënt ook hulp krijgt van andere personen/afdelingen binnen De Driestroom. De hulp met deze andere personen/afdelingen binnen De Driestroom, is meestal goed op elkaar afgestemd. Eén op de vijf vertegenwoordigers vindt dat de hulp
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
50
van Loveren
&
Partners bv
niet op elkaar is afgestemd. Een kwart van de vertegenwoordigers wordt niet geïnformeerd wanneer de cliënt naar een huisarts/specialist wordt verwezen. Hier lijkt verbetering mogelijk. Aanbevelen Aan de cliëntvertegenwoordigers is gevraagd of zij De Driestroom bij anderen zullen aanbevelen. Van de vertegenwoordigers zegt 94% dat ze De Driestroom waarschijnlijk wel of beslist wel zullen aanbevelen. Een enkele vertegenwoordiger zal De Driestroom waarschijnlijk niet aanbevelen. Verschillen tussen teams Om te kijken of er verschillen zijn tussen de teams is er voor De Driestroom een analyse gedaan. Hierbij is gekeken of er significante verschillen zijn op de thema’s tussen de teams. Het blijkt dat er een significant verschil bestaat op het thema zelfbepaling en ook een verschil op het thema mentaal welzijn. Het team van Buitenveld scoort op beide thema’s het hoogst. Het team van Patrijsstraat en Josephstraat scoort op het thema zelfbepaling het laagst. Op het thema mentaal welzijn scoort het team van Diepvoorde het laagst.
Kwaliteit in zorg
Tot Slot Aan de hand van de uitkomsten hebben we aangegeven op welke aspecten de zorg- en dienstverlening van De Driestroom verbeterd zou kunnen worden. De cliëntvertegenwoordigers zijn in zijn algemeenheid positief, maar de resultaten laten wel ruimte voor verbetering zien. De verwachtingen van de cliëntvertegenwoordigers lijken niet altijd afgestemd op de mogelijkheden van De Driestroom. Een goede communicatie is belangrijk.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
51
van Loveren
&
Partners bv
Verschillen tussen teams In deze bijlage hebben we een vergelijking gemaakt tussen de resultaten van afzonderlijke teams. In onderstaande tabel staan de gemiddelde scores op de kwaliteitsindicatoren per team aangegeven. Naarmate de score hoger wordt, worden de eraringen positiever. De P-waarde geeft aan of het verschil significant is. Als de P-waarde ≤ 0,01 is er sprake van een echt verschil tussen de teams op de betreffende indicator. Bij de berekening van de verschillen is niet alleen rekening gehouden met de gemiddelde score. Ook de standaarddeviatie (=de afwijking rond het gemiddelde) en het aantal cliëntvertegenwoordigers is in de berekening betrokken. Dit verklaart waarom op het oog grote verschillen tussen de gemiddelden toch niet significant zijn. Enkele teams zijn niet meegenomen met deze vergelijking, omdat het aantal cliëntvertegenwoordigers die de vragenlijst ingevuld terug hebben gestuurd te klein is (minder dan 6) om de privacy te kunnen waarborgen.
Afdeling
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
N=108
8
12
12
12
6
6
9
11
11
7
9
P-waarde
Psychisch welbevinden
3,11
3,35
3,24
3,10
3,02
3,07
3,42
3,12
3,32
3,14
3,29
Belangen
2,86
3,35
3,13
2,98
2,96
2,79
3,11
3,23
3,59
3,07
2,91
0,56
Persoonlijke ontwikkeling
1,95
2,93
2,41
2,38
--
2,72
--
2,43
2,17
--
2,61
0,29
Zorgafspraken
3,06
3,44
2,97
3,19
--
--
--
3,38
3,41
--
--
0,06
Zelfbepaling
3,75
3,01
3,44
3,47
3,25
3,08
3,24
2,82
2,98
3,56
3,34
0,01
Kwaliteit van medewerkers
3,02
3,23
3,17
3,00
--
2,67
2,83
3,11
3,02
3,15
3,20
0,68
Samenhang in de zorg
3,10
3,45
3,47
3,19
--
2,99
3,46
3,45
3,52
2,97
3,42
0,35
Lichamelijk welbevinden
--
3,35
2,75
3,12
2,64
2,58
2,67
3,14
2,85
3,31
3,35
0,22
Sociale relaties
--
3,20
2,48
2,70
--
2,92
--
3,30
3,28
--
--
0,13
Participatie
--
2,78
1,90
2,25
--
--
1,95
2,64
2,41
--
1,67
0,06
3,73
2,84
3,54
2,63
3,50
3,06
3,48
3,55
3,38
3,32
2,96
0,01
Materieel welzijn
Significant
0,80
*
*
1=Buitenveld; 2=Zuiling/Mondriaan; 3=Elsterveld; 4= Diepvoorde; 5=Eikstraat/Broerweg; 6=Hegdambroek; 7=Kometenstraat; 8=Patrijsstraat en Josephstraat; 9=Peter Scheerstraat; 10=Gildekamp inloop; 11=Van Peltlaan
Kwaliteit in zorg
Van de kwaliteitsindicatoren waar sprake is van een verschil tussen de teams vindt u op de volgende pagina een weergave van de gemiddelde scores op de afzonderlijke vragen. U ziet daardoor op welke kwaliteitsaspecten de verschillen aanwezig zijn.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
52
van Loveren
&
Partners bv
Zelfbepaling Afdeling
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
N=
8
12
12
12
6
6
9
11
11
7
9
3,87
3,42
3,67
3,75
4,00
3,67
3,67
4,00
3,36
3,86
3,67
0,37
3,17
2,40
3,10
2,50
2,33
--
2,67
1,64
--
2,67
2,43
0,08
13.Heeft u of de cliënt de eigen kamer (of woonruimte)
P-waarde
Significant
zelf kunnen inrichten? 15.Bepaalt de cliënt zelf welke taken hij/zij in huis doet? Bijvoorbeeld stofzuigen, afwassen of de planten water geven 16.bepaalt de cliënt zelf hoe laat hij/zij naar bed gaat?
4,00
3,27
3,58
3,58
3,67
3,00
3,13
2,60
2,91
3,71
3,56
0,02
32 mag de cliënt zelf weten wat hij/zij doet in zijn/haar
3,75
3,00
3,27
3,73
3,00
3,33
3,33
3,11
3,20
4,00
3,44
0,09
vrije tijd? 1=Buitenveld; 2=Zuiling/Mondriaan; 3=Elsterveld; 4= Diepvoorde; 5=Eikstraat/Broerweg; 6=Hegdambroek; 7=Kometenstraat; 8=Patrijsstraat en Josephstraat; 9=Peter Scheerstraat; 10=Gildekamp inloop; 11=Van Peltlaan
Materieel welzijn Afdeling
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
N=
8
12
12
12
6
6
9
11
11
7
9
3,50
3,25
3,67
2,75
3,17
--
3,63
3,45
3,00
3,43
3,22
0,06
--
2,80
--
2,86
--
--
3,29
3,67
3,30
--
--
0,06
4,00
3,00
3,50
3,25
3,50
3,00
3,33
3,70
4,00
2,71
3,25
0,44
4,00
2,25
4,00
1,75
4,00
3,00
3,63
3,45
3,18
4,00
2,33
0,00
09. Biedt de woonvorm genoeg privacy? 10. Is de woonvorm aangepast aan de beperkingen van de
P-waarde
Significant
cliënt? 11. Heeft de cliënt genoeg ruimte om zijn/haar spullen op te bergen? 12. Is de eigen kamer (of woonruimte) van de cliënt groot
*
genoeg om bezoek te ontvangen? 1=Buitenveld; 2=Zuiling/Mondriaan; 3=Elsterveld; 4= Diepvoorde; 5=Eikstraat/Broerweg; 6=Hegdambroek; 7=Kometenstraat; 8=Patrijsstraat en Josephstraat; 9=Peter Scheerstraat; 10=Gildekamp inloop; 11=Van Peltlaan
Kwaliteit in zorg
Bij – is het aantal respondenten op de vraag < 6.
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
53
van Loveren
&
Partners bv
Prioriteitendiagram VG Wonen – Cliëntvertegenwoordigers
4,00
14 56
50
3,80 65
28 24
18 59
60
55
3,60
43
45
62 10
20
22
3,40
21 46
26
29
58
Belang
23
68
44
3,20
53
61
67
37
31 34 33
30
40 12
49
36
3,00
35 2,80 2,60 2,40 2,20 15 2,00 0,00
0,50
1,00
1,50
2,00
2,50
Verbeter-score
Heel belangrijk en een hoge verbeterscore Lichamelijk welbevinden 21.
Zorgen de begeleiders ervoor dat de cliënt beweging krijgt? (sport, wandelen, oefeningen in de
22.
Krijgt de cliënt minimaal een half uur beweging per dag?
rolstoel)
Losse vragen bij thema lichamelijk welbevinden 20.
Helpen de begeleiders de cliënt bij het gebruiken van het hulpmiddel?
23.
Helpen de begeleiders de cliënt voldoende bij de persoonlijke verzorging?
Psychisch welbevinden 53.
Hebben de begeleiders genoeg tijd voor de cliënt?
Materieel welzijn 10.
Is de woonvorm aangepast aan de beperkingen van de cliënt?
Belangen 44.
Zijn er afspraken gemaakt over hoe en wanneer u geïnformeerd wordt over de cliënt?
45.
Vindt u dat u voldoende geïnformeerd wordt over hoe het met de cliënt gaat?
Kwaliteit medewerkers 61.
Is er voldoende personeel aanwezig op de woonvorm?
Losse vraag bij thema kwaliteit medewerkers 62.
Komt het voor dat er voor de cliënt onbekende begeleiders op de woonvorm zijn?
Kwaliteit in zorg
Samenhang in zorg 67.
Is de hulp van de verschillende personen/afdelingen op elkaar afgestemd?
68.
Als de cliënt naar een huisarts/specialist wordt verwezen, wordt u dan hierover geïnformeerd?
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
54
van Loveren
&
Partners bv
Minder belangrijk wel een hoge verbeterscore Sociale relaties 26.
Helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met andere bewoners?
29.
Helpen de begeleiders de cliënt bij het omgaan met de familie?
30.
Helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt bij het omgaan met zijn/haar vrienden?
Participatie 35.
Neemt de cliënt deel aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad?
36.
Helpen de begeleiders van de woonvorm de cliënt om deel te nemen aan activiteiten in de buurt of in het dorp/de stad?
37.
Organiseert De Driestroom uitstapjes voor de cliënt? Bijv naar een pretpark, de dierentuin, kinderboerderij
Persoonlijke ontwikkeling 31.
Zorgen de begeleiders van de woonvorm ervoor dat de cliënt genoeg te doen heeft in zijn/haar vrije tijd?
33.
Leert de cliënt nieuwe dingen op de woonvorm? Bijv. koken, zelfstandig douchen, met de bus reizen
34.
Helpen de begeleiders de cliënt bij het leren van nieuwe dingen?
Materieel Welzijn 12.
Is de eigen kamer (of woonruimte) van de cliënt groot genoeg om bezoek te ontvangen?
Zelfbepaling 15.
Bepaalt de cliënt zelf welke taken hij/zij in huis doet? Bijv. stofzuigen, afwassen of planten water geven.
Belangen 46.
Wordt u geïnformeerd over veranderingen in de woonvorm?
Losse vraag bij thema Belangen 49.
Krijgt u informatie over de cliëntenraad?
Losse vragen bij thema zorgafspraken 40.
Kan de cliënt meebeslissen over de afspraken die in het ondersteuningsplan staan?
Kwaliteit medewerkers 58.
Hebben de begeleiders genoeg tijd voor u?
Heel belangrijk, lage verbeterscore (sterke punten) Lichamelijk welbevinden 24.
Ziet de cliënt er schoon en verzorgd uit?
Losse vragen bij thema lichamelijk welbevinden 18.
Helpen de begeleiders de cliënt als hij/zij ziek is?
Psychisch welbevinden
Kwaliteit in zorg
14.
Voelt de cliënt zich op zijn/haar gemak op de woonvorm?
55.
Houden de begeleiders op de woonvorm zich aan de afspraken?
56.
Leggen de begeleiders de cliënt dingen op een begrijpelijke manier uit?
Losse vraag bij thema psychisch welbevinden 50.
Nemen de begeleiders de cliënt serieus?
Losse vragen sociale relaties
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
55
van Loveren
28.
&
Partners bv
Besteden de begeleiders aandacht aan het tegengaan van ongewenst gedrag door andere bewoners?
Zorgafspraken 43.
Sluit de hulp vanuit de woonvorm aan bij de wensen en behoeften van de cliënt?
Kwaliteit medewerkers 59.
Vindt u de begeleiders op de woonvorm deskundig in hun werk?
60.
Gaan de begeleiders gehaast te werk?
Samenhang in zorg 65.
Hoe vaak komt het voor dat er wat mis gaat omdat de begeleiders niet op de hoogte zijn van de
Kwaliteit in zorg
hulp die de cliënt nodig heeft?
RP11172 Rapportage CQ-Index VG Wonen - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom 2011 /23-9-2011
56