TWEEDE VELDATELIER KANSEN VOOR DE VELUWE Samenwerking, effectiever beheer en meerwaardecreatie voor natuur, water en infrastructuur
oktober 2014
Geschreven door: Natasja Hulst T +31 (0)20 627 49 69
[email protected] www.crem.nl
www.ivn.nl
2
1
ACHTERGROND, DOEL EN AANPAK
1.1
Achtergrond
Het Ministerie van I&M, Rijkswaterstaat en de Erasmus Universiteit zijn een gezamenlijk project gestart om te verkennen welke kansen er op de Veluwe zijn om door samenwerking tussen verschillende beheerders een effectiever beheer en meerwaardecreatie te realiseren. Eerste Veldatelier Belangrijke randvoorwaarde voor het realiseren van gebiedskwaliteit bij een moeilijke opgave zoals nieuwe natuur, wegverbreding en kostenbesparing is dat verschillende partijen samenwerken én dat er een integrale sector overstijgende visie is op het gebied. Het ministerie van Infrastructuur & Milieu, Rijkswaterstaat en DuurzaamDoor organiseerden daarom op 19 maart het eerste veldatelier ‘kansen voor de Veluwe’ om zo een netwerk te vorm te geven. Door samenwerking met DuurzaamDoor konden facilitatoren van CREM en IVN beide veldateliers begeleiden. Het doel van het eerste veldatelier was om (1) inspiratie en een ander denkkader te bieden (2) samenwerking en netwerk vorm te geven en te versterken (3) kansen te identificeren voor effectiever beheer en meerwaardecreatie voor natuur, water en infrastructuur. Er zijn tijdens het eerste veldatelier een zestal thema’s geïdentificeerd. Samen met diverse partijen zijn er kansen in de gebieden rondom de A1 (Apeldoorn, Beekbergsebroek), de A50 (Epe-Vaassen, Vossenbroek) verkend. Onder andere kansen op het gebied van beheer, wildernis en biomassa kwamen hierbij naar voren. (Zie het uitgebreide verslag van het eerste veldatelier in de bijlage). Doel tweede veldatelier Het doel van het tweede veldatelier, dat plaatsvond op 24 september, was om vervolgstappen te zetten om de geïdentificeerde kansen te kunnen verzilveren en om nieuwe verbindingen te leggen tussen de partijen in het gebied. Door het netwerk met meer partijen uit te breiden is er meer zicht op meekoppelkansen tussen verschillende sectoren. De deelnemers werden uitgenodigd om te kijken naar de drie thema’s en om mee te denken over welke bijdrage zij kunnen leveren aan het realiseren van de gesignaleerde kansen. Een belangrijk doel van het Ministerie van IenM is hoe je duurzaamheid en een meer integrale benadering van infra, natuur en het omliggende gebied kunt meenemen in de opdrachtverlening aan Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat wil met de veldateliers praktijkervaring opdoen op het gebied van het creëren van gebiedsmeerwaarde door breder te kijken dan de eigen projecten en samen te werken met andere partijen in een gebied. Projecten worden vaak vanuit risicodenken aangestuurd. Een benadering vanuit kansen in plaats vanuit risico’s geeft een andere dynamiek en vraagt een andere houding van partijen. 1.1.1 Voor wie en met wie? De twee veldateliers waren bedoeld voor de organisaties die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het beheer van de Veluwe of direct belang hebben bij een meer integraal en
duurzaam beheer van de Veluwe. Een brede groep partijen deed mee, zie hiervoor de deelnemerslijst achterin dit verslag. Opzet 2de veldatelier Na een korte aftrap door Rachelle Eerhart (IVN) en Julian Starink (IenM) waarin de oogst van het 1ste Veldatelier werd gepresenteerd werden er twee presentaties gegeven. Een andere denkwijze naar aanleiding van het eerste veldatelier Bert Stegehuis (RWS) ging in op de ontwikkelingen die sinds het eerste veldatelier in maart rond het gebied Wisselse Poort hebben plaatsgevonden. Begin september is er een gerichte bijeenkomst gehouden waarin er met belanghebbenden uit de omgeving een plan is opgesteld voor het gebied. Naar aanleiding van de lessen uit het eerste veldatelier heeft Rijkswaterstaat hiervoor meer diverse partijen betrokken en hen de uitnodiging gedaan om mee te denken over meekoppelkansen op het raakvlak van ecologie, water en recreatie. Het vertrekpunt van de Wisselse Poort was het tegengaan van ecologische versnippering door de wegen en het realiseren van nieuwe fauna verbindingen. Na het Veldatelier is met een nieuwe blik naar de opgave gekeken, die breder was dan alleen ecologie: “De sleutel is verbindingen aangaan, recreatie verbinden, watergangen verbinden. Je kan samen meer doen dan alleen.” Bert Stegehuis benadrukt hoe belangrijk een positieve insteek is. “Laat je in de beginfase niet inperken door mogelijke bedreigingen als financiële beslommeringen, maar start eerst het gesprek. Vervolgens blijkt dan dat eventuele hordes veel makkelijker te nemen zijn.”
Inspiratie: Cash Flow in the Right Direction Tom Bade (Triple E) gaf ter inspiratie een prikkelende presentatie over de economische baten van natuur en landschap. Tom Bade begon zijn presentatie met de vraag wat tankstations, energie, kabels, water, hardlopen en bier te maken hebben met duurzame financiering van natuur. Hij benadrukte dat het aanleggen van natuur vaak wel goed te financieren is, maar de echte kosten zitten in het beheer en daar wordt onvoldoende rekening mee gehouden bij de
4
aanleg. Dit terwijl er rond natuurgebieden veel verdiend wordt door verschillende partijen. Overheden geven veel rechten nu nog gratis weg, waar vervolgens andere partijen aan verdienen. Dat kan ook anders, bijvoorbeeld door het creëren en verstrekken van nieuwe groene rechten en deze te koppelen aan een maatschappelijke plicht in de vorm van het leveren van een bijdrage aan het beheer. Bij het recht om een tankstation te mogen exploiteren in of bij een natuurgebied hoort dan bijvoorbeeld de plicht om 1 ct per liter getankte brandstof af te dragen ten behoeve van het beheer van het gebied. Of bij het recht om met windmolens ‘wind te oogsten’ hoort de plicht om bij te dragen aan de beheerkosten van het omliggende gebied. Mensen zijn best bereid te betalen voor het gebruik van een recht, zolang het doel hiervan herkenbaar is en de bijdragen niet wegvloeien naar algemene middelen maar ook echt aan beheer besteed worden. Tom Bade stelde dat dit soort manieren van financieren van gebiedsbeheer ook voor financiering op een langere termijn geschikt zijn en dat ze bovendien het voordeel hebben dat het vertrouwen tussen de partijen versterkt wordt. Deelsessies: Kansen verzilveren en verbinden Deze presentaties hadden in de eerste plaats het doel om de kansen op drie concrete casussen een stap verder te brengen, en daarnaast om deelnemers te inspireren om met elkaar nieuwe meekoppelkansen in beeld te brengen. Deze casussen werden in groepjes aan de hand van drie parallelle sessies toegelicht en verder met ieder deelgroepje bediscussieerd: -
De Biomassa alliantie en kansen op de Veluwe Toelichting Joyce Zuidam, RWS Beter samenwerken aan beheer Toelichting Jaap Tuinstra, TCB Stadsrand Apeldoorn, verbinden stedelijk en landelijk gebied Toelichting Arjan van de Vlekkert, gemeente Apeldoorn
Duurzaamheidsvenster Tijdens de deelsessies werden er eerst toelichtingen gegeven door de verschillende personen die direct betrokken zijn bij de verschillende onderwerpen (zie boven). Daarna werd door de deelnemers aan de deelsessie van gedachten gewisseld over de kansen in het gebied. Vervolgens werd door Leon Claassen (DLG) het duurzaamheidsvenster aangereikt als instrument om het zoeken naar win-wins binnen een specifiek gebied te vergemakkelijken. Bij het duurzaamheidsvenster staan de volgende vragen centraal: 1. Wat speelt er op deze plek? Definieer eerst het gebied. Wat zijn de aanpalende thema’s op het onderwerp (zoals landbouw, water, infra etc). 2. Breder kijken: Kan ik met dit idee nog meer waarde toevoegen? Welke P's zijn hier van toepassing? 3. Waarde voor wie? Welke partijen hebben hier belang bij? Wie zijn de vragers en aanbieders? Wie moet je hierbij verder betrekken? Hierbij was de bedoeling dat er door het invullen van een matrix er per gebied/kans gezocht werd naar win-wins en synergie tussen de verschillende ppp thema’s (zie voor meer info een beschrijving over de duurzaamheidsvenster in de bijlage). De discussies werden gevoerd in de groepen en plenair teruggekoppeld, waarbij de deelnemers werden uitgedaagd hun eigen ervaringen, vragen en ideeën in te brengen. De belangrijkste uitkomsten van de workshop zijn in de volgende paragrafen samengevat.
2
UITKOMSTEN DEELSESSIES
2.1
Casussen en het duurzaamheidvenster
De deelnemers werden uitgedaagd om in groepen na te denken over de mogelijkheden om te verbinden en te verzilveren binnen drie verschillende casussen. Hier konden ze het duurzaamheidsvenster bij gebruiken.
Deelsessie 1: De Biomassa alliantie en kansen op de Veluwe Wat speelt er op deze plek? Er speelt veel op het gebied van biomassa in de Veluwe en de directe omgeving. Er is een ‘letter of intent 2013-2021’ waarin de ambities van de biomassa alliantie staan om biomassa in te zetten als motor voor beheer. Deze ambitie is gericht op de Veluwe en het rivierengebied rond de IJssel. Er zijn heel veel goede initiatieven maar er zijn nog wat praktische zaken die de ambitie in de weg staan. Bijvoorbeeld de leverzekerheid (kwaliteit en kwantiteit), oogst mogelijkheden, lokale afnemers (verzorgingsgebied) en de techniek om de reststromen op een rendabele manier om te zetten. Het heeft geen zin en kan zelfs schadelijke gevolgen hebben als er geconcurreerd wordt met de biomassastromen die nu bestemd zijn voor bijvoorbeeld veevoer. Er moet juist gekeken worden naar de stromen waar nu nog geen keten voor bestaat. Het stekelige, natte en eenjarige materiaal; de natuurgrassen en wegbermen. De discussie ging voornamelijk over het bewerkstelligen van deze transitie en het creëren van een markt door het koppelen van vraag en aanbod. Breder kijken: Kan ik met dit idee nog meer waarde toevoegen? De belangrijkste vraag is hoe betrek je de markt en de partijen daarachter? Het is een kwestie van het vraag en aanbod koppelen. Het idee is om een markt te creëren voor de reststromen. Je kunt denken aan bermpaaltjes van bioplastics, vezels voor de papierfabriek in Eerbeek, enz. Hiervoor moet de hele keten betrokken worden en het gebied moet oogstbaar zijn. Als eerste moeten de institutionele belemmeringen verwijderd worden. Er moet een andere mindset komen die gericht is op het oogsten van een product met waarde in plaats van een afvalstroom en het besef dat beheer geld kan opleveren in plaats van dat het alleen geld kost. RWS is de grootste terreinbeheerder van Nederland en zou door andere inrichting meer biomassa kunnen produceren. Er moet een goede visie komen vanuit RWS en andere partijen om hier richting aan te geven. Waarde voor wie? De centrale vraag tijdens de discussie was welke partijen hier belang bij hebben? Wie zijn de vragers en aanbieders van de reststromen? Hoe kan je deze partijen betrekken en een keten organiseren. Hoe kan je dit als overheden organiseren? Er moet een vliegwiel worden aangezet en ‘biomassa alliantie’ wil zorgen dat vraag en aanbod worden gekoppeld. De leden van de biomassa alliantie geven een goed beeld van de partijen waarvoor de waarde al duidelijk is. Dit zijn Staatsbosbeheer, waterschap Vallei en Veluwe, Provincie Gelderland, Ministerie van IenM, Agrarische Natuurvereniging de Keizersrande, DLG, Food and Biobased Research (WUR). De ambitie vanuit de partners van de alliantie is om de juiste voorwaarden te creëren voor de afnemers zoals o.a. een biobased bouwbedrijf en biovergistingsbedrijven. Hier kunnen andere kennis organisaties en ondernemers ook een belangrijke rol in spelen.
6
Deelsessie 2: Beter samenwerken aan beheer Wat speelt er op deze plek? Belangrijkste kans die besproken is betrof de brede middenberm van de A1 tussen afslag Kootwijk en Garderen Harskamp, “Het landschappelijk mooiste wegtraject van Nederland”. De berm is hier 30-40 meter breed aangelegd vanwege de landschappelijke inpassing. Aan beide zijden van de weg is sprake van open landschap, vooral heide, deels met vliegdennen en eiken. De middenberm raakt steeds meer bebost met bijvoorbeeld Amerikaanse vogelkers. Er staan ook mooie oude eiken. Vanwege de verkeersveiligheid zouden er vangrails geplaatst moeten worden en moet er kap plaatsvinden. Breder kijken: Kan ik met dit idee nog meer waarde toevoegen? De thematafel was het erover eens dat goed gekeken moet worden welke alternatieven er zijn voor een vangrail en dat ook de kap zo zou moeten plaatsvinden dat de landschappelijke verbinding tussen de gebieden noordelijke en zuidelijk van de weg hersteld wordt. Het gaat om herijking van een bestaand inpassingsplan. Welke maatregelen in beeld kunnen komen valt nog te bezien. Het idee is om een paar scenario’s uit te werken. Daar zou door een stagiair of wellicht een adviesbureau, als er budget is, een studie naar verricht kunnen worden. Daar waar de oude eiken staan zou misschien wel een stuk vangrail geplaatst kunnen worden. Vervolgafspraken De afspraak is gemaakt dat Erik Klein Lebbink van Staatsbosbeheer, Margó de Wolf van Rijkswaterstaat Oost-Nederland en Julian Starink van het ministerie van IenM gezamenlijk verdere stappen zetten (in eerste instantie en afspraak voor een overleg) om naar alternatieve oplossingen voor dit stuk middenberm te zoeken. Het belang werd onderstreept om ook goed te communiceren naar publiek en omwonenden over de reden waarom deze middenberm zo
wordt aangepakt (landschappelijke inpassing) en hier ook lokale partijen en bewoners bij te betrekken. Andere kansen voor meerwaarde Een tweede kans die we bespraken betrof het stimuleren van lokaal eigenaarschap. In het kader van de compensatie/herstelplicht bij werken van Rijkswaterstaat zou meer gebruik gemaakt kunnen worden van beheer op particuliere gronden en beheer door vrijwilligers/bewoners. Susanne Agterbosch van Stichting Landschapsbeheer Gelderland gaf voorbeelden waar dit werkt. Op dit moment zijn er geen concrete projecten van RWS op de Veluwe waar dit speelt, maar straks wel bij de verbreding van de A1. In de discussie kwam naar voren dat er vooral aan beeldvorming en vertrouwen gewerkt moet worden. Er is nogal eens weinig vertrouwen dat beheer door lokale bewoners/vrijwilligers voldoende waarborg geeft voor de lange termijn. Anderzijds is de intrinsieke motivatie van bewoners/vrijwilligers in hun eigen gebied vaak groot, wat juist wel een garantie voor de lange termijn kan betekenen. Bovendien worden ook deze afspraken voor beheer contractueel vastgelegd voor langere termijn. Margo de Wolf stelt dat het vooral een kwestie van aankaarten en bewustmaken binnen Rijkswaterstaat is. Susanne Agterbosch en Margo de Wolf spreken af het onderwerp in te brengen bij projectleidersoverleggen van Rijkswaterstaat. Zij maken hiertoe met elkaar een afspraak. Meer ideeën uit deze deelsessie Verder bespraken wij de kansen rondom betere informatievoorziening bij verzorgingsplaatsen. Het idee leeft om informatiepunten/informatiezuilen in te richten, met aanduidingen van plekken waar je mooi het gebied in kunt, wat er te zien is en wat het verhaal achter het gebied is. Dit zou uitgebaat kunnen worden door lokale ondernemers, de beheerders kunnen hierin meedenken.
8
Deelsessie 3: Stadsrand Apeldoorn, verbinden stedelijk en landelijk gebied Wat speelt er op deze plek? Arjan van de Vlekkert begon met een korte introductie over de Structuurvisie van Apeldoorn. De gemeente is op zoek naar nieuwe kansen waardoor er een samenhangende ontwikkeling kan plaatsvinden in de Apeldoornse Stadsranden. De structuurvisie, maar ook de economische crisis hebben het momentum geboden om een programmatische aanpak te starten en anders tegen de stadsranden aan te kijken. Apeldoorn werkt aan een programma voor de stadsranden met als doel het vergroten van de betekenis en waarde van de stadsrand voor de stedeling. De stadsrand kent diverse gebiedskwaliteiten die worden uitgebouwd (van landgoed tot stadspark tot oerbos tot agrarisch gebied met biobossen). Bijzondere aandacht gaat uit naar het maken van aantrekkelijke en directe verbindingen tussen deze gebieden en de stad en haar groenstructuren. Hiertoe werkt Apeldoorn vanuit partnerschap met andere partijen aan diverse projecten en gebiedsontwikkelingen in de stadsrand. Recentelijk heeft de provincie een financiële impuls gegeven aan de stadsranden, waardoor een aantal strategische investeringen in een stroomversnelling kunnen worden gebracht. 1. Energiebossen in het gebied Weteringsebroek: de agrarische natuurvereniging is samen met lokaal energiebedrijf De A aan het onderzoeken hoe dit gebied meer betekenis kan krijgen als gebied voor duurzame energiewinning (energiebos). Omdat de A50 langs dit gebied loopt zal RWS worden gevraagd wat de gronden langs de A50 hierin kunnen betekenen. Kans voor meerwaarde: Voor het bekostigen van het beheer zijn er al initiatieven van de grond gekomen om 'biomassa bos' te planten wat om de 8 jaar geoogst kan worden. De berm van A50 wordt als locatie genoemd. De houtsnippers worden geoogst ten behoeve van de warmwatervoorziening. Mogelijk kan de opbrengst worden gebruikt voor het financieren van het beheer van het gebied. 2. Stichting Wandelnet is betrokken bij het versterken van de wandelinfrastructuur tussen Apeldoorn en het buitengebied. Zij geven aan dat ondernemers geïnteresseerd zijn in het beheer van wandelinfrastructuur. Kans voor meerwaarde: Gemeente Apeldoorn en Wandelnet kunnen samenwerken om een wandelroute langs en naar de stadsrand van Apeldoorn te realiseren. 3. Het idee is geopperd om een Apeldoorns stadsrandplatform op te richten waarin diverse partijen uit de stadsrand zitting hebben. De praktijk leert dat met name de westkant (Veluwe) en de oostkant (IJsselvallei) weinig banden onderhouden, terwijl wel kansen liggen in de uitwisseling tussen west en oost (leuk voorbeeld van een win-winsituatie: in oost groeien al wilgenbosjes die voer leveren voor de apen in de Apenheul in west. Kans voor meerwaarde: Initiatieven voor aan de stadsrand kunnen worden gekoppeld om hiermee een kenniskring of platform te realiseren waarbij de gemeente de communicatie kan faciliteren. Een soort marktplaats is hier tevens ook als voorbeeld genoemd. 4. de verbreding van de A1 heeft een relatie met ontwikkelingen in de stadsrand (met name Beekbergsebroek; gebied gericht op natuur/recreatie/duurzame energie). Dit
komt op de plek waar eerder een industrieterrein was gepland. Dit plan is echter nog niet concreet, alhoewel er wel ideeën zijn om dit energielandschap te gebruiken als onderdeel van een recreatieve, 'groene' route vanuit de stad. Kans voor meerwaarde: Het beter linken van beide ontwikkelingen biedt nieuwe kansen voor zowel meerwaardecreatie nabij infrastructuur (doel van dit veldatelier) alsook aanpalende ruimtelijke ontwikkelingen. Het proces rond de A1 is een snel rijdende trein, goed schakelen door de betrokken partijen is dus van belang. Meerwaarde voor wie? Het doel is om inwoners van Apeldoorn naar de stadsrand te krijgen om hiermee ondernemers, zoals boeren, de kans te geven om naast de agrarische werkzaamheden ook nevenactiviteiten op te zetten. Door het aanleggen of aangeven van recreatieve routes langs deze ondernemers kan dit een impuls zijn voor de lokale economie en de recreatie rondom Apeldoorn. De stad van 150.000 inwoners heeft nu vooral recreatie aan de westkant van de stad, namelijk de Veluwe, maar aan de oostkant liggen nog veel kansen de recreatieve waarde te vergroten. De versterking van het woon- en werkklimaat en duurzaamheid lijken de redenen te zijn voor de urgentie van dit plan. Daarnaast is provinciaal 'impulsgeld' vrijgekomen, een investering voor in de lokale economie. Echter kan hiermee niet het beheer worden betaald. Het impulsgeld is vooral bedoeld voor strategische, meer fysieke investeringen. Opnieuw kijken naar financieringsmogelijkheden zoals die werden gesuggereerd aan het begin van de sessie is dus interessant. Vervolgafspraken Er zijn veel vruchtbare ideeën en mogelijke samenwerkingen naar voren gekomen tijdens deze discussie. Onder meer komt er contact tussen gemeente Apeldoorn en RWS om te kijken hoe de processen rondom Beekbergsebroek en de A1 elkaar kunnen versterken en over de eventuele win-win mogelijkheden. Doordat de ontwikkelingen/processen beter met elkaar worden gelinkt ontstaan nieuwe kansen voor zowel meerwaardecreatie nabij infrastructuur (doel van dit veldatelier) alsook aanpalende ruimtelijke ontwikkelingen.
10
2.2
Beursvloer en matches
Na de plenaire terugkoppeling vanuit de deelsessies werd er tijdens een mini beursvloer de mogelijkheid geboden verbindingen te aan te gaan door concrete match afspraken te maken. De resultaten van deze sessie zijn te vinden in de bijlage.
3
CONCLUSIES EN VERVOLGSTAPPEN
3.1
Conclusies Tijdens het tweede veldatelier is er door veel verschillende partijen vanuit een integrale blik samengewerkt aan verschillende thema’s waar concrete gebiedscasussen centraal stonden: -
De Biomassa alliantie en kansen op de Veluwe Beter samenwerken aan beheer Stadsrand Apeldoorn, verbinden stedelijk en landelijk gebied
In de afgelopen periode is het duidelijk geweest dat er op deze bovenstaande thema’s een duidelijke maatschappelijke behoefte ligt en dat er met veel energie door meerdere partijen wordt samengewerkt om hier invulling aan te geven. Beide veldateliers hebben een bijdrage geleverd aan het opzetten van een nieuwe manier van samenwerken binnen een interdisciplinair netwerk die het hoofd kan bieden aan de complexe vraagstukken rond het beheer van wegen, water en natuur. In het tweede veldatelier zijn er concrete kansen voor meerwaarde geïdentificeerd op deze drie verschillende thema’s binnen de specifieke gebieden. Er zijn bovendien nieuwe verbindingen gesmeed om de deze kansen te benutten en meerwaarde te creëren.
3.2
Vervolgstappen Met het project Kansen voor de Veluwe hebben het ministerie van IenM en haar uitvoeringsorganisatie Rijkswaterstaat gewerkt volgens een nieuwe, meer integrale werkwijze. Door een platform te bieden voor het verkennen van de win-wins tussen verschillende sectoren (infra, water, natuur) zijn duurzaamheid en samenwerking tussen stakeholders op de agenda gezet. Vervolgens zijn er een aantal win-wins geïdentificeerd waar stakeholders in het gebied gezamenlijk aan verder willen werken. In de komende periode wordt het de uitdaging om deze win-wins ook daadwerkelijk waar te maken. Het doel om partijen bij elkaar brengen en kennis en ideeën uit te wisselen is bereikt, zoals te zien is aan de resultaten van de matches. Dit voorkomt dat verschillende partijen in het gebied hetzelfde (wiel) moeten uitvinden of kansen missen. Het streven is dat de deelnemers elkaar op eigen kracht weten te vinden om kansrijke win-wins verder in uitvoering te brengen. Waar nodig en gewenst kunnen IenM en/of Rijkswaterstaat een faciliterende en meewerkende rol blijven spelen. De studenten van de Erasmus Universiteit maken aan de hand van het Veldatelier een analyse van het proces rondom de middenberm op de A1 (hoe kan er meerwaarde gecreëerd door natuur en veiligheid te combineren?) en van het proces rondom de biomassa alliantie. Daaruit zullen aanbevelingen volgen voor het organiseren van dit soort processen, vooral gericht op concrete handvatten aan beheerders en andere stakeholders in gebiedsprocessen.
12
IenM neemt de ervaringen met een brede samenwerking en het creëren van meerwaarde in gebieden mee in haar opdrachtgeverschap aan RWS en andere partijen. Rijkswaterstaat gaat verder met de benadering vanuit kansen en de mogelijkheden van cocreatie en verbreding van de scope van projecten. Onder andere bij de Wisselse Poort en de biomassa-alliantie worden de eerste concrete stappen gezet met deze werkwijze.
BIJLAGE 1 DEELNEMERS VELDATELIER VELUWE 24 SEPTEMBER 2014
Naam Rachelle Eerhart
Organisatie IVN
Bert Stegehuis
RWS Oost-Nederland
Julian Starink
Min I&M
Roelof Westerhof
ORG ID
Jaap Tuinstra
TCB
Paul Oude Boerrigter
Grontmij
Petra Bakker
RWS Leefomgeving
Leon Claassen
DLG
Natasja Hulst Susanne Agterbosch
CREM Stichting Landschapsbeheer Gelderland Agrarische Natuurvereniging Veluwe IJsselzoom
Ronald Rutgers Margo de Wolf
RWS Oost Nederland
Ruben van Kessel
Waterschap Vallei en Veluwe
Bas Nijenhuis
Provincie Gelderland
Henk Posthuma
Gemeente Epe
Jolijn van Engelenburg
Vitens
Stefanie Janssen
IVN (Gelderland)
Erik Klein Lebbink
Staatsbosbeheer
Simon Moolenaar
RH DHV
Karen Huijsmans
Grontmij
Joyce Zuijdam
RWS ON
Vincent Grond
Grond RR/de Alliantievereniging
Tom Bade
Triple E
Ben de Boer
Wandelnet
Jaap van den Briel
Probos
Arjan van de Vlekkert
Gemeente Apeldoorn
Yuri Wolf
Rijkswaterstaat (PPO)
Jordy van Dienst
Student Erasmus Universiteit
Niels Schreuders
Student Erasmus Universiteit
Tim Heijkoop
Student Erasmus Universiteit
Hilde Santegoeds
Student Erasmus Universiteit
14
BIJLAGE 2
MATCHES VELDATELIER VELUWE 24 SEPTEMBER 2014
Matchmaker I
Matchmaker II
Natasja Hulst
Hilde Santegoeds
Natasja Hulst
Niels Schreuders
Rachelle Eerhart
Tom Bade
Leon Claassen
Tom Bade
Joyce Zuijdam
Leon Claassen
Natasja Hulst
Jaap Tuinstra
Matchmaker III
Match Bevindingen vanuit Stadsrand van Apeldoorn groepjes naar Natasja mailen voor het verslag van dit Veldatelier Bevindingen beheergroepje naar Natasja sturen voor verslag van dit Veldatelier Overleg over training over verdienmodel Groen Dichterbij Afspraak om verder te praten over verdienmodellen in een gebied Kennis uitwisselen over de kennis van Joyce over biomassa van een beheergebied benutten voor een ander waterschap Bevindingen groepje beheer kort samenvatten in 1 alinea en volgende week naar Natasja sturen
Bert Stegehuis
Arjan van de Vlekkert Arjan van de Vlekkert Staatsbosbeheer
Bert Stegehuis
Jordy van Dienst
Interview houden over de rol van RWS in Kansen voor de Veluwe
Jaap v Probos
Vincent v GRR
Koffie drinken
Vincent GRR
Roelof W v ORGid Arjan van de Vlekkert
Koffie drinken Samenvatting/bevindingen/observaties/uitkomsten van groepje Stadsrand Apeldoorn (1 alinea) volgende week mailen naar Natasja Studenten mobiliseren en kennis-management, kennis als kapitaal, kennistoepassing, kennisketen opbouwen Rol Park Lingezeve en Mea Volta in Local en Local ontwikkelen
Bert Stegehuis Bert Stegehuis
Natasja Hulst Joyce, Paul, Simon, Astrid Bout Roelof Westerhof
Bas Nijenhuis
Ben de Boer Joyce, Paul, Simon, Tom Bade
Bas Nijenhuis
Bert Stegehuis
Karen Huijsmans
vele anderen
Kansen Groene Wal bespreken
Agrarische Natuur Vereniging e.a.
Verkenning doen naar de gezamenlijke aanpak voor het winnen van biomassa Berm A1 match veiligheid, landschapsbeleving, natuurfunctie bespreken
Afstemmen over Wandelnetwerken Veluwe en Park Lingezegen Concreet gebied analyseren op kansen en belangen mbt biomassa, gebiedsanalyse, marktkansen, pilot/experiment formuleren Karen neemt contact op met Bert einde 2014 om te kijken wat uit de oriëntatiefase van de studenten rondom middenbermen A1 is gekomen
Susanne Agterbosch
Bas Nijenhuis
Dinsdag 30 september 11-12:30 afspraak over aanpak gelderland van samenwerking Veluwe & uitvoering omgevingsvisie
Bert Stegehuis
Jolijn van Engelenburg
Kansen bespreken over Verbinding A50 ecologie + Vitens koppelen
Petra Bakker
Arjan van de Vlekkert
Natasja Hulst
Joyce Zuidam
Joyce Zuijdam
Arjan van de Vlekkert
Jolijn van Engelenburg Jaap Tuinstra
16
Ten aanzien van de verbreding A1-gebied Beekbergsebroek nader gaan kijken hoe beide processen elkaar kunnen versterken vanuit nieuwe werkfilosofie kansen benadering en win-wins. Bevindingen groepje biomassa naar Natasja sturen volgende week, in 1 alinea Bert Stegehuis, Julian Starink
Processen A1, Beekbergsebroek verbinden met kansen
Bert Nijenhuis
Bijpraten
Tim Heijkoop
Contact opnemen voor afspraak