TRANSFORMATIE OPGAVE EXTRAMURALISATIE … de “vierde” decentralisatie JANUARI 2015
COLOFON
Opdrachtgever
Realisatie
Jean Pierre Tulleneers Anouk Theeuwen Arthur Schippers
Martin van der Beek
Rapportnummer: 06131U
2
INHOUD
Leeswijzer
5
DEEL 1 Vraagstelling en onderzoeksaanpak
6
Inleiding en aanleiding
7
1. Onderzoeksvraagstellingen
8
2. Onderzoeksaanpak 2.1. Analysemodel opgavebepaling 2.2. Data 2.3. Reikwijdte/afbakening van het onderzoek 2.4. Deliverables of de producten 2.5. Proces 2.6. Terminologie zorgzwaartepakketten 2.7. Gehanteerde gemeentelijke indeling
9 9 11 11 12 12 12 12
DEEL 2 Ontwikkelingen in de regelgeving en basics “vierde” decentralisatie
13
3. Dynamiek uit hervorming Langdurige Zorg 3.1. Aanleiding stelselwijziging 3.2. Herverkaveling van de langdurige zorg 3.3. Conclusie
14 14 14 20
4. Basics extramuralisatie 4.1. Basic principes 4.2. Extramuralisatie in de ouderenzorg 4.3. Extramuralisatie in de gehandicaptenzorg 4.4. Extramuralisatie in de GGz 4.5. Dynamiek binnen de extramuralisatie 4.6. Betaalbaarheid
22 22 23 24 25 26 28
DEEL 3 Bepaling transformatie-opgave extramuralisatie
33
5. Analyse op basis van “herkomst-bestemming” 5.1. Het analysemodel 5.2. Definities zorgwoningen
34 34 40
6. Het volumevraagstuk “hoeveel zorgvragers” 6.1. Oudere zorgvragers 6.2. Gehandicapten en GGZ zorgvragers
41 41 49
7. Nulmeting herkomst ouderen 7.1. Doelstelling van de nulmeting
52 52 3
7.2. Onderzoekspopulatie 7.3. Verhouding huur-koop 7.4. Huishoudsamenstelling 7.5. Woningtype 7.6. WOZ-waarde 7.7. Inkomen 7.8. Sociaal Economische Score 7.9. Conclusie en interpretatie nulmeting
52 53 55 56 58 60 62 63
8. Scenario ontwikkeling opgave wonen en zorg
65
9. Conclusies en aanbevelingen 9.1 Conclusies 9.2 Aanbevelingen
67 67 73
Bijlagen 1. Begrippenkader wonen en zorg 2. Huishoudboekjes extramuralisatie 3. Opgavebepaling ouderenzorg op kernniveau 4. Aannames vraagontwikkeling verzorgd wonen 5. Onderbouwing aannames investeringsberekening 6. Match vraag-aanbod op niveau kernen 7. ‘Zorg’-bezetting complexen ‘verzorgd wonen’ 8. Onderleggers data SVB en Vektis 9. Toelichting scenario’s 10. Voorzet ‘ontwikkellocaties wonen en zorg in Eijsden-Margraten’ 11. Matrix rollen en verantwoordelijkheden
77
Afkortingenlijst
110
Bronnen/geraadpleegde literatuur
111
4
Leeswijzer Het rapport “Transformatie opgave Extramuralisatie; de vierde decentralisatie” is opgebouwd uit drie onderdelen. In deel 1 wordt de onderzoeksvraagstelling beschreven en worden een aantal onderzoeksgerelateerde zaken beschreven met betrekking tot gebruikte data, reikwijdte, deliverables en gebruikte terminologie. In deel 2 worden de actuele ontwikkelingen in wet- en regelgeving toegelicht. Centraal issue in dit onderdeel is de hervorming van de Langdurige zorg, waardoor een geheel nieuw wettelijke kader ontstaat waarin de extramuralisatie vorm zal moeten krijgen. Daarbij worden ook de beoogde bezuinigingen in het nieuwe zorgstelsel inzichtelijk gemaakt alsmede de doorrekening van de afbouw van intramurale capaciteit in de komende jaren. Basisinzicht in de majeure systeemwijzigingen van het zorgstelsel is nodig om een adequaat beeld te krijgen over de toekomstige extramuralisatie. Ook wordt in dit deel een aantal definities en begrippen rond extramuraliseren beschreven. Tenslotte wordt ingegaan op de financiële consequenties van extramuraliseren voor de burger (betaalbaarheidsagenda bij extramuraliseren). In deel 3 wordt de transformatie opgave extramuraliseren inzichtelijk gemaakt voor de doelgroepen ouderen, gehandicapten en GGz. De kwalitatieve en sociaal-economische kenmerken van de huidige en toekomstige zorgvragers zijn beschreven op basis van een nulmeting die is toegepast op de leeftijdscohortes ouderen waarin woningbezit, huishoudsamenstelling, type woning, WOZ-waarde en inkomen. De kwantitatieve woonopgave als gevolg van het extramuraliseren (periode tot 2018) en de voortschrijdende vergrijzing (periode 2018-2028) is bepaald aan de hand van de vraag en het beschikbaar aanbod. Aan de opgave zijn investeringsramingen gekoppeld. Een scenario-ontwikkeling, conclusies en aanbevelingen sluiten deel 3 af. In de separate webbased GIS-applicatie (vertaling van data naar ruimtelijke kaarten) zijn een aantal relevante kenmerken in beeld gebracht, zoals inkomen, sociaal economische status, het bestaande zorgaanbod (intramuraal als zorggeschiktheid van corporatiebezit), maatschappelijke voorzieningen (waaronder de accommodaties van de gemeente) en ook bewegende beelden die de vergrijzingsgolf van de komende decennia weergeven.
5
DEEL 1 VRAAGSTELLING EN ONDERZOEKSAANPAK
6
Inleiding en aanleiding In de periode tot 2018 wordt scheiden wonen en zorg oftewel de extramuralisatie versneld doorgevoerd. Daarbij wordt de bestaande verzorgingshuiscapaciteit afgebouwd en moet worden voorzien in extramurale woon-zorg alternatieven. De impact van deze ontwikkeling zal groot zijn voor alle betrokken partijen. Dat zijn in eerste instantie natuurlijk de toekomstige zorgvragers, maar ook voor zorgaanbieders, woningcorporaties, gemeenten en zorgkantoor komen taken en verantwoordelijkheden anders te liggen. Immers, de extramuralisatie vindt plaats in een speelveld van wonen welzijn zorg, dat integraal wordt herijkt. Daarbij wordt de AWBZ fors gesaneerd en zijn een veelheid van taken en verantwoordelijkheden overgeheveld naar de Wmo2015 en de Zorgverzekeringswet. Voor de zware intramurale zorg is de Wet langdurige zorg (Wlz) in het leven geroepen. De extramurale zorgvragers moeten op zoek naar betaalbare alternatieven voor het verzorgingshuis van voorheen. Daarbij gaat de overheid primair uit van de eigen verantwoordelijkheid van de burger c.q. zorgvrager. In de gemeente Eijsden-Margraten moet deze sociaal-fysieke opgave grotendeels vorm krijgen vanuit het particulier woningbezit en spelen daarenboven de fenomenen van krimp en (dubbele) vergrijzing. De gemeente Eijsden-Margraten heeft het extramuralisatiebeleid hoog op haar agenda staan. In de praktijk moeten de komende tijd een aantal belangrijke beleidsmatige keuzes gemaakt worden om in de toekomst een gedegen woon-zorg-aanbod in de gemeente beschikbaar te hebben. Om tot een goede besluitvorming te kunnen komen bestaat de behoefte aan meer inzicht in de betrokken doelgroepen. Wie zijn de (toekomstige) extramurale zorgvragers? Wat is de omvang van deze bevolkingsgroep? Welke verwachtingen hebben de zorgvragers ten aanzien van wonen met zorg – en zijn er verschillen tussen huurders en eigen-woning-bezitters – en welke paden bewandelen zij in de zoektocht naar alternatieven voor de intramurale voorziening? Wat zijn hun wensen, wat kunnen en willen zij betalen voor woon-zorg alternatieven en in hoeverre spelen hierbij woningmarkteffecten? Op deze en andere vragen geeft onderhavig rapport een antwoord. Daarnaast worden ook de mogelijke beleidskeuzes rond de extramuralisatie in beeld gebracht.
7
HOOFDSTUK 1
ONDERZOEKSVRAAGSTELLINGEN
“Wat zijn de effecten van de vergrijzing en wijze van zorgverlening (extramuralisering c.q. scheiden wonen en zorg) op de transformatie-opgave van het woningaanbod en welke maatregelen moeten worden genomen om vraag en aanbod naar zorggeschikte woningen op elkaar te laten aansluiten?” Uit deze centrale onderzoeksvraagstelling zijn de volgende deelvragen afgeleid: Welke doelgroepen betreft het nu en in de toekomst? Wat is de omvang van de doelgroepen en welke ontwikkeling valt te onderkennen? Wat is de fysieke opgave die hieruit voortkomt (mede in relatie tot het bestaande woonzorgaanbod)? Hoe verhoudt deze opgave zich tot het bestaande woon-zorgaanbod? Welke woonzorgvragen hebben de betrokken doelgroepen: o Op vlak van huisvesting: langer thuis wonen of verhuizen naar een geclusterde setting? o Welke woon-zorg eisen bij verhuizen naar een geclusterde setting? o Welke andere voorzieningen zijn gewenst / noodzakelijk? Hoe ziet het huishoudboekje van de zorgvragers er uit? o Bij situatie huur: hoeveel huur kunnen zij betalen ? o Welke zijn de meest kwetsbare doelgroepen (ook in omvang)? o Hoe ziet het huishoudboekje van de huiseigenaar met woon-zorg vraag uit en wat betekent dit in het kader van de extramuralisatie? Welke effecten spelen er vanuit de woningmarkt? o Wat is de verhuisgeneigdheid van de senioren? o Wat is de invloed van de huidige woningmarkt? o Wat zijn verschillen tussen particuliere markt en sociale volkshuisvesting? o Zijn er knelpunten te onderkennen? Zijn hiervoor oplossingen? Hoe past de af te bouwen intramurale capaciteit o.a. de oude verzorgingshuizen in bovenstaand plaatje? o Is afbouw/sanering noodzakelijk? o Hoe weg te zetten via woningwaarderingstelsel? o Heeft dit vastgoed nog een (andere) functie in de toekomst? Wat is de verantwoordelijkheid van de gemeente en wat zijn de draaiknoppen voor beleid ten aanzien van scheiden wonen en zorg? Welke concrete opties zijn hieruit af te leiden?
8
HOOFDSTUK 2 2.1.
ONDERZOEKSAANPAK
ANALYSEMODEL OPGAVEBEPALING
Om de impact van de extramuralisatie concreet te kunnen vertalen naar de fysieke woonopgave is gebruik gemaakt van een innovatief analysekader. Naast de traditionele elementen als vraagontwikkeling en raming van woonzorgvraag wordt gebruik gemaakt van een “herkomst-bestemming”model. Daarbij wordt de dynamiek van het extramuralisatievraagstuk inzichtelijk gemaakt vanuit het perspectief van de zorgvrager. Op basis van een aantal specifieke criteria zoals mate van zelfredzaamheid, inkomen en specifieke wensen zal de zorgvrager invulling geven aan zijn/haar woonzorgvraagstuk: waar en hoe gaat hij/zij wonen (naar hoofdkern Eijsden dan wel Margraten of in de eigen – kleine – kern blijven wonen; in de eigen woning of verhuizen naar een - geclusterde - zorgwoning, etc.) en welke financiële mogelijkheden de zorgvrager hiervoor heeft. Afhankelijk van de keuzes die de toekomstige zorgvragers (kunnen) maken, zal een bepaald aanbod aan geclusterde of verspreide woningen verzorgd wonen benodigd zijn. Deze toekomstige woonzorgopgave (niveau gemeente en per kern) en de bijbehorende investeringsopgave zijn in dit onderzoek in kaart gebracht.
VRAAGONTWIKKELING demografie/epidemiologie
RAMING AANTALLEN WOON-ZORG-VRAAG planologische kengetallen
"HERKOMST"-FACTOREN WOON-ZORG VRAGEN 1. noodzaak - zelfredzaamheid 2. sociaal-economische status . financieel - betaalbaarheid . eigen woningbezit / huur 3. wensen . (zorg)woonwensen . verhuisgeneigdheid / verhuisbereidheid . gewenste zorgaanbod / diensten 4. (on)mogelijkheden huidige woning fysiek . feitelijke zorggeschiktheid woning . aanpasbaarheid (ook financieel) 5. kwaliteit van de wijk . beschikbare voorzieningen . leefbaarheid . structuurkenmerken (platteland - "verstedelijkt") 6. huishoudsamenstelling 7. (on)mogelijkheden zorgaanbod-/arrangementen . 24 uurs zorg / zorg op afstand . wijkteams/welzijn 8. (on)mogelijkheden / aanbod op woningmarkt incl PvE . woningmarkteffecten . kwaliteit en beschikbaarheid zorgwoningen LTW/clusters
9
OPTIES "BESTEMMING" Geschikt wonen (verspreid wandelstok /rollator) .
.
in de huidige woning (verspreid) -
zonder ingrepen (woning is geschikt)
-
met ingrepen (opwaarderen)
verhuizen naar andere woning (verspreid)
Langer Thuis Wonen (verspreid - rollator/rolstoeltoegankelijk) .
.
in de huidige woning (verspreid) -
zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning)
-
met ingrepen (opwaarderen naar niveau zorgwoning)
verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd)
Verzorgd Wonen (geclusterd - rolstoel) -
zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning geclusterd)
-
op te waarderen bestaande bouw (naar niveau verzorgd wonen)
-
nieuwbouw
Verblijf (INTRAMURAAL) Verzorging / Verpleging
INVESTERINGSRAMING / KOSTENDRAGERS
Opzet van het onderzoek Om de voor het onderzoek relevante feiten/aantallen inzake de extramuralisatie in de gemeente Eijsden-Margraten boven water te krijgen, heeft een kwantitatieve analyse plaatsgevonden. Daarbij is in eerste instantie de toekomstige ontwikkeling van de zorgvraag bepaald op basis van demografie en planologische kengetallen. Vervolgens is in het onderzoek gekeken naar de specifieke situatie in de gemeente EijsdenMargraten (= nulmeting). Hiervoor zijn een aantal gegevens door de gemeente beschikbaar gesteld. Op basis van deze informatie is inzicht ontstaan in onder meer de inkomenssituatie, het eigen woning bezit en huishoudsamenstelling. Deze data zijn inzichtelijk voor de verschillende leeftijdscohorten ouderen (zorgvragers en niet-zorgvragers) en de totale bevolking. Deze gegevens hebben een voorspellende waarde inzake de mechanismen rond het toekomstig woon-zorggebruik van de ouderen. In de nulmeting zijn in totaal 585 zorgvragers betrokken, die per 17 juli 2014 (peildatum) extramurale begeleiding (AWBZ-zorg)1 en/of Wmo zorg (Hulp bij het Huishouden) kregen2. Daarnaast is in de nulmeting de informatie op eerder genoemde relevante kenmerken van de totale bevolking van de gemeente op peildatum betrokken; het betreft in totaal 25.010 inwoners. De kwantitatieve analyse geeft maximaal inzicht in de relevante kenmerken van de (toekomstige) zorgvragers. Echter, op een aantal cruciale vragen met betrekking tot de extramuralisatie geven de data geen antwoord. Het betreft onder meer de ervaren zorggeschiktheid huidige woning, verhuisgeneigdheid naar woonzorgvoorzieningen, woningmarkteffecten, wensen op niveau van programma 1
Per 01.01.2015 wordt de extramurale begeleiding overgeheveld naar de gemeente. Zorgvragers die alleen persoonlijke verzorging of verpleging krijgen (en niet HbH of BEG), zijn niet bekend bij de gemeente en vandaar ook niet betrokken in het onderzoek. Het betreft zogenoemde “lijfsgebonden zorg” uit Zorgverzekeringswet. 2
10
van eisen zorgwoning, enzovoort. PCkwadraat heeft recent een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder zorgvragers in de regio Westelijke Mijnstreek. De resultaten van dit onderzoek zijn gebruikt voor zover deze ook op de concrete situatie van de gemeente Eijsden-Margraten toepasbaar zijn.
2.2.
DATA
In onderstaand overzicht zijn de specifieke data die gebruik zijn in dit onderzoek weergegeven. De gegevens zijn aangereikt door de gemeente, een aantal zorgaanbieders en de woningcorporaties. Deze gegevens zijn verwerkt door Object Vision ten behoeve van de data analyse. Daarbij wordt de wetgeving op vlak van de bescherming van persoonsgegevens gerespecteerd, zowel qua gebruik van de data als de verwerking van de uitkomsten. Bron
Variabelen
Niveau
Etil prognose2010/2012 Etil prognose 2010/2012 GBA 2014 GBA 2014 Geomarktprofiel CBS WOZ WOZ WOZ gemeente/Vektis zorgaanbieders * woningcorporaties **
aantal inwoners 5 jaars groepen, per prognose jaar aantal huishoudens per prognose jaar geboortejaar (leeftijd) huishoudenstype opleiding inkomen huur/koop WOZ Waarde objecttypering clienten HbH (gemeente) en extram.begeleiding cliënten extramurale zorg zorggeschiktheid woningbestand
wijk wijk adres adres pc6 pc6 (2008-2010) adres adres adres adres adres adres
* Levanto Groep, Radar, SGL, Elis Thuiszorg Envida heeft aangegeven niet te willen deelnemen aan het onderzoek ** Servatius en Woonpunt
2.3.
REIKWIJDTE / AFBAKENING VAN HET ONDERZOEK
Het onderzoek is bedoeld als strategische verkenning van de impact van de extramuralisatie. Centraal hierbij staat de woon(zorg)opgave als gevolg van de afbouw van de intramurale capaciteit en de demografische ontwikkeling. De analyse heeft plaatsgevonden voor de gemeente EijsdenMargraten, waarbij de analyse ook op kernenniveau3 heeft plaatsgevonden. Het onderzoek richt zich op de doelgroep ouderen (V&V), gehandicapten (GHZ) en psychiatrie (GGz). De jeugdzorg maakt geen onderdeel uit van de analyse. Het formuleren van een uitvoeringsprogramma wonen met zorg inclusief de ondersteunende structuur (wijksteunpuntfuncties, dagbesteding, etc.) is nadrukkelijk niet de insteek van dit onderzoek. Echter, de rapportage levert daartoe wel de benodigde bouwstenen. Het is aan de betrokken partijen en stakeholders binnen de gemeente Eijsden-Margraten om mede op basis van de resultaten van dit onderzoek de woon-zorg strategie voor de komende jaren in te vullen en vast te leggen in een uitvoeringsprogramma. 3
Op basis van CBS-indeling: Eijsden, Gronsveld, Oost Maarland, Rijckholt, Withuis en Mesch (laatste twee CBS-kernen zijn in de analyse samengevoegd), Margraten, Cadier en Keer, Mheer/Noorbeek, Sint Geertruid.
11
2.4.
DELIVARABLES OF DE PRODUCTEN
Welke producten worden opgeleverd? Onderhavige rapportage en een separate managementsamenvatting Samenvatting in Powerpointformat De GIS-webapplicatie oftewel de vertaling van data naar ruimtelijke kaarten en tabellen
2.5.
PROCES
Onderhavig onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Eijsden-Margraten. Gedurende de looptijd van het onderzoek heeft een projectgroep gefungeerd onder leiding van een intern projectleider van de gemeente. De projectgroep heeft de tussentijdse resultaten met ambtenaren van het fysiek en sociaal domein bediscussieerd in een ‘ateliersessie’. De concept eindresultaten zijn gerapporteerd aan de stuurgroep waarvan de wethouders Custers en Bisscheroux onderdeel uitmaakten. In een vervolgstap worden de resultaten/conclusies gedeeld met het College in januari 2015 om vervolgens van daaruit een besluit te nemen hoe de opgave verder op te pakken.
2.6.
TERMINOLOGIE ZORGZWAARTEPAKKETTEN
De betrokken doelgroepen in dit onderzoek worden beschreven vanuit de profielen van de zorgzwaartebekostiging c.q. de ZZP-systematiek. Met de wijzigingen in het zorgstelsel komt deze systematiek te vervallen, maar het biedt een goed inzicht in de differentiatie tussen de doelgroepen op vlak van de aard van beperkingen, regievermogen, de benodigde zorg en daarbij behorende verblijfskenmerken. Ook in alle wetsvoorstellen hanteert de overheid de zorgzwaartebekostiging nog als referentiekader omdat de nieuwe begrippenkaders nog moeten worden ontwikkeld.
2.7.
GEHANTEERDE GEMEENTELIJKE INDELING
Geografisch is een indeling aangehouden conform CBS wijk- en buurtindeling. Gehanteerde CBS wijk- en buurtindeling Cadier en Keer Margraten Mheer-Noorbeek St. Geertruid Eijsden Oost-Maarland Gronsveld Rijckholt Withuis Mesch
Cadier, Sint Antoniusbank, Berg, Bemelen, Honthem Margraten, Termaar, Groot- en Klein Welsden, 't Rooth, Scheulder, Gasthuis-Wolfshuis Mheer, Banholt, Noorbeek, Terlinden, Bergenhuizen en Schey, Hoogcruts Sint Geertruid, Eckelrade, Herkenrade, Moerslag-Libeek, Bruisterbosch Eijsden-Breust, Mariadorp-Beezepool, Poelveld Oost, Maarland Gronsveld Rijckholt Mesch, Withuis-Stationsstraat, verspreide huizen
12
DEEL 2 ONTWIKKELINGEN IN DE REGELGEVING EN BASICS “VIERDE” DECENTRALISATIE
13
HOOFDSTUK 3 3.1.
DYNAMIEK UIT HERVORMING LANGDURIGE ZORG
AANLEIDING STELSELWIJZIGING
Het vraagstuk van de extramuralisatie komt voort uit de grootste stelselwijzing ooit in de Nederlandse zorg, namelijk de hervorming van de langdurige zorg. Het moge derhalve helder zijn dat een aanpak vanuit de vastgoedopgave alleen ontoereikend is. Het betreft een zeer complex (zorg) vraagstuk waarbij ook een duidelijke samenhang is met de 3 D’s van de gemeenten (zijnde begeleiding, participatiewet en jeugdzorg) en de transformatieopgave van de woningvoorraad (Novelle Blok). Hierbij zijn een groot aantal partijen betrokken zoals zorgaanbieders, welzijnsinstellingen, gemeenten, corporaties, zorgkantoor en niet te vergeten de betrokken cliënten/huurders/burgers zelf. De hervorming van de langdurige zorg is ontstaan vanuit de noodzaak om de explosieve groei van de zorguitgaven op korte termijn een halt toe te roepen. In 1972 waren de zorguitgaven bijna acht procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP). In 2013 was dat ongeveer dertien procent. Uit onderstaande grafiek blijkt dat de zorgkosten vanaf het begin van deze eeuw sterker zijn gestegen dan in de voorgaande decennia. De sterke groei lijkt een structureel karakter te krijgen. Daarenboven geeft Nederland internationaal gezien relatief veel geld uit aan zorg, zowel als percentage van het BBP als per inwoner. Zo blijkt uit onderzoek van het OECD/OESO dat Nederland drie keer meer uitgeeft aan de ouderenzorg dan in Duitsland en twee keer meer dan in Frankrijk. Grafiek ontwikkeling zorguitgaven in de tijd
Zorguitgaven als percentage van het BBP (bron VWS)
3.2.
HERVERKAVELING VAN DE LANGDURIGE ZORG
3.2.1. BASICS In april 2013 heeft het ministerie van VWS met de brief “Hervorming van de langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst” de contouren van het nieuwe zorgstelsel inzichtelijk gemaakt. In het najaar 2013 heeft verder uitwerking plaatsgevonden in de consultatieversie Concept Wetsontwerp langdurige intensieve zorg en de brief van VWS van 6 november 2013 waarbij nadere uitwerking is 14
gegeven aan de hervorming van de Langdurige zorg. Daarbij is “definitief” de keuze gemaakt om de persoonlijke verzorging (met een geschat jaarlijks budget van € 2,5 miljard) vanuit de AWBZ onder te brengen onder de Zvw en niet over te hevelen naar de Wmo zoals eerder gesteld.
Zvw revalidatiezorg
AWBZ alle overige langdurige zorg
Zvw revalidatiezorg langdurige GGZ ( B ) * extramurale verpleging persoonlijke verzorging (-15%)
Wlz zware zorg ouderen en gehandicapten
Wmo hulp bij het huishouden
Wmo 2015 hulp bij het huishouden (-40%) langdurige GGZ ( C ) ** extramurale begeleiding (-25%) Wet jeugdzorg
SALDO BEZUINIGING :
2013 = € 28,8 mrd
2018 = € 28,8 mrd
2018 = € 3,5 mrd
* zorgzwaartepakketten langdurige GGZ met behandeling ** zorgzwaartepakketten langdurige GGZ zonder behandeling
Bovenstaand schema geeft inzicht in de herverkaveling en de overheveling van onderdelen van de “oude” AWBZ naar Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wmo2015. Het financieel gevolg van deze herverkaveling is een jaarlijkse bezuiniging die structureel oploopt tot minimaal €3,5 miljard in 2018 door de uitgaven van de zorg in de periode 2013-2018 te bevriezen. Zonder de ingrepen zouden de kosten van de langdurige zorg in 2018 niet € 28,8 maar € 32,3 miljard bedragen. In de volgende paragrafen wordt de herverkaveling op hoofdlijnen toegelicht op basis van de stand van zaken eind december 2015. Het is duidelijk dat de concretisering van het voorgenomen beleid nog grotendeels dient plaats te vinden. De uitgezette koers is echter helder en ook ten aanzien van extramuraliseren kan de transformatie-opgave inzichtelijk worden gemaakt op basis van de huidige stand van zaken.
3.2.2. TRENDBREUK: DE AWBZ WORDT VERVANGEN DOOR DE WET LANGDURIGE ZORG De Wet langdurige zorg (Wlz) vervangt de huidige AWBZ uit 1968. De Wlz is een nieuwe wet, met nieuwe uitgangspunten en een eigen doelgroep waarop de vormgeving wordt afgestemd. De nieuwe wet markeert een trendbreuk met het verleden. De Wlz beoogt samen met drie andere stelselwetten (de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet) een samenhangend wettelijk kader te vormen waarbinnen zorg kan geleverd worden die gericht is op de wensen, mogelijkheden en behoeften van individuele mensen. De Wlz biedt een vangnet voor wie – ook met de steun van de omgeving en/of gemeente – niet (meer) 15
zelfredzaam kan zijn. De Wlz voorziet net als de AWBZ in een publiekrechtelijke sociale verzekering. Dat betekent dus dat mensen van rechtswege verzekerd zijn en de verzekering niet voortvloeit uit een overeenkomst tussen de verzekerde en verzekeraar. Zorginhoudelijke Toegangscriteria Wlz: voor wie? Bij de indicatiestelling in de Wlz zal het CIZ net als in de AWBZ een landelijk uniform afwegingskader hanteren. Daarbij is gekozen om de lat wel hoger te leggen, omdat de lichtere vormen van ondersteuning en zorg uit de AWBZ, geen onderdeel meer zullen uitmaken van de Wlz. Op hoofdlijnen komt het erop neer dat een cliënt aanspraak heeft op zorg ten laste van de Wlz, indien: Hij/zij vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap blijvend behoefte heeft aan: permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel; of 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat de cliënt, om ernstig nadeel te voorkomen, o door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname bij zelfzorg nodig heeft, of o door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft. De Wlz is dus vooral bedoeld voor de zwaardere zorgvragers in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Psychiatrische aandoeningen vormen op zichzelf geen grondslag voor toegang tot de Wlz. Cliënten die tot 2015 op basis van de grondslag psychiatrie aanspraak hebben op AWBZ-zorg (de langdurige GGZ), komen per 2015 voor de verantwoordelijkheid van de verzekeraars in de Zvw en gemeenten in de Wmo 2015. Dat de zorgvraag van de cliënt blijvend moet zijn, is het bepalend criterium bij de afbakening van de Wlz met de andere domeinen. Bij cliënten die intensieve zorg of ondersteuning nodig hebben, maar waarvan de verwachting is dat de zorgbehoefte over gaat of veel minder zal worden, blijven gemeenten en/of de zorgverzekeraars verantwoordelijk. Dit biedt stabiliteit voor cliënten, omdat hiermee wordt voorkomen dat mensen heen en weer moeten om telkens een beroep te doen op een ander domein. Mensen waarbij een verbetering van hun mogelijkheden wordt verwacht, zoals cliënten met een zorgzwaartepakket voor licht verstandelijke gehandicapten of cliënten die na een ziekenhuisopname tijdelijk kortdurende begeleiding en (intensieve) verzorging in een beschermende woonomgeving nodig hebben, kunnen daarom voor ondersteuning een beroep doen op de andere domeinen, die meer op herstel en participatie zijn gericht. Verzilveren van aanspraken in de Wlz: zorg met verblijf of extramuraliseren 4 Binnen de Wlz is de keuzevrijheid van de cliënt een belangrijk uitgangspunt. In principe kan de klant kiezen waar hij wil wonen en op welke wijze hij de zorg ontvangt die hij nodig heeft. Daarom zijn ver4
De toelichting op leveringsvoorwaarden blijft uit hoofde van de onderzoeksvraagstelling beperkt tot de aanspraak verblijf inclusief hotelmatige diensten. Daarnaast zijn er nog de aanspraken: - persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleging - behandeling - vervoer voor begeleiding of behandeling Let op : conform het consultatiedocument bestaat in de Wlz geen aanspraak op losse functies en klassen zoals dat wel het geval was binnen de AWBZ. Alle extramurale zorg is immers ondergebracht in andere domeinen behoudens de mogelijkheden van het volledige pakket thuis en het PGB binnen de Wlz.
16
schillende leveringsvormen van zorg en wonen mogelijk. Daarbij kunnen mensen kiezen voor “zorg met verblijf”, dus intramurale zorg. Uitgangspunt van de overheid is dat de meeste cliënten dusdanig in hun mogelijkheden zijn beperkt, dat zij het meeste baat hebben bij een integraal pakket van zorg en wonen. De cliënt kan er echter ook voor kiezen om de aanspraak op zorg te verzilveren en niet die op verblijf. Dit stelt eisen aan de wijze waarop de zorg is georganiseerd en/of de aanbieder die de zorg levert. De Wlz voorziet dan in twee opties: volledig pakket thuis (VPT) en het persoonsgebonden budget (PGB). In de leveringsvorm van het VPT betaalt de cliënt huur voor zijn eigen woonomgeving of heeft een eigen koopwoning. Deze woonomgeving kan in een geclusterde setting (instelling) zijn. Groot verschil met zorg in natura met verblijf is dat de woning van de cliënt zelf is. Net als bij het VPT in de AWBZ verzorgt de zorgaanbieder naast de Wlz-zorg in principe de hoteldiensten (schoonmaak, eten en drinken). De cliënt kan er echter van af zien om die diensten af te nemen. De cliënt kan de zorg afnemen als een gecontracteerde aanbieder dat in zijn woonruimte kan en wil leveren. Daarbij beoordeelt de representant (de rechtsopvolger van het zorgkantoor) of aan de randvoorwaarden is voldaan. Het is mogelijk dat woningaanpassingen of een verhuizing nodig is om aan de voorwaarden te kunnen voldoen. De cliënt en/of zijn vertegenwoordiger zijn hiervoor zelf verantwoordelijk. De kosten hiervan komen niet ten laste van de Wlz. Het staat gemeenten wel vrij deze kosten te vergoeden voor de Wlz-populatie, aldus het wetsvoorstel Wlz. De derde leveringsmogelijkheid is het PGB, waarbij gebruik wordt gemaakt van trekkingsrechten in plaats van een bedrag op de rekening. Bij een PGB koopt de cliënt of zijn vertegenwoordiger zelf de zorg in en is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg (bij het VPT is de representant daar voor verantwoordelijk). Volgens VWS biedt het PGB kansen op vlak van innovatie van het zorgaanbod. Immers, een PGB-houder hoeft zich immers niet te beperken tot gecontracteerde zorgaanbieders, maar kan ook nieuwe, niet gecontracteerde aanbieders kiezen. Een PGB kan enkel worden gebruikt voor zorg (bijvoorbeeld wassen en aankleden, wondverzorging,…). Het mag niet worden gebruikt voor behandeling (bijvoorbeeld therapie), hotelmatige kosten (met uitzondering van huishoudelijke hulp) en verblijf (bijvoorbeeld huur). Het PGB en VPT kunnen uitkomst bieden voor specifieke doelgroepen waaronder de zwaar lichamelijk gehandicapten met zelfregie. De eventuele opgave als gevolg van extramuraliseren door het gebruik van VPT’s valt niet binnen de reikwijdte van onderhavig onderzoek. Opgave afbouw lichte intramurale capaciteit In de toekomstige Wet langdurige zorg komen alleen de zwaardere zorgvormen voor. Dit betekent dat de lichtere intramurale zorg wordt afgebouwd (reeds in 2013 in gang gezet) en overgeheveld naar andere kavels van het nieuwe zorgstelsel. Nieuwe cliënten krijgen niet langer een indicatie voor een licht zorgzwaartepakket (voorheen het Verzorgingshuis)5. Bij de decentralisatie van de extramurale zorg naar de Zvw en Wmo2015 (per 01.01.2015) wordt deze zorg gecontracteerd binnen de nieuwe spelregels van deze domeinen in ontwikkeling. De afbouw van de lichte intramurale capaciteit is reeds in 2013 ingezet. De afbouw uitgedrukt in ZZP’s ziet als volgt uit: 5
De situatie van reeds bestaande cliënten met een indicatie ZZP 1 tot en met 4 blijft ongewijzigd. Zij behouden hun intramurale indicatie.
17
Per 01.01.2013: o ZZP VV1 en VV2 o ZZP GGZ 1 en GGZ2 o ZZP VG1 en VG2 voor nieuwe cliënten vanaf 23 jaar Per 01.01.2014: ZZP VV3 voor nieuwe cliënten Per 01.01.2015: ZZP VG3 (25%) voor nieuwe cliënten Per 01.01.2016: o ZZP VV4 (25%) voor nieuwe cliënten o ZZP LG1 en LG3, ZG1 (zowel auditief als visueel)
Een en ander leidt conform de afbouwschema’s van VWS tot een afbouw van 926 intramurale plaatsen (voor alle sectoren) in de periode 2013-2018 in de gemeente Eijsden-Margraten. Afbouw capaciteit 'licht' ZZP
2013
2014
2015
2016
2017
2018
VV1 VV2 VV3 VV4 25% totaal VV
2 4 0 0 6
5 13 4 0 23
9 23 14 0 45
10 27 23 1 62
12 30 28 4 74
12 30 28 7 77
VG1 VG2 VG3 25% LG1+3 ZG1 totaal GHZ
0 0 0 0 0
0 1 0 0 1
1 2 0 0 3
1 2 1 0 5
1 3 1 1 6
1 4 2 1 8
GGZ1 GGZ2 totaal GGZ
0 1 1
0 2 2
1 3 3
1 4 5
1 5 6
1 6 7
TOTAAL
7
27
52
72
86
92
Raming aantal cliënten in Eijsden-Margraten dat valt onder langer thuis wonen conform brief HLZ scenario (bron VWS – bewerkt door PCkwadraat)
De afbouw van 7 plaatsen in de GGz is exclusief de afspraken conform Bestuurlijk Akkoord GGz 20132014 waarin is afgesproken dat vóór 2020 de intramurale capaciteit van de langdurige GGz met eenderde wordt afgebouwd (inclusief Bestuurlijk Akkoord bedraagt de “afbouw” 15 plaatsen). Daartoe vindt actieve extramuralisatie plaats waarbij de bestaande intramurale populatie wordt uitgeplaatst en zelf verantwoordelijk wordt voor de eigen huisvesting.
3.2.3. WMO2015: TOENAME VAN TAKEN EN FORS BEZUINIGEN IN HET SOCIAAL DOMEIN De gemeenten worden bevoegd voor de geëxtramuraliseerde zorg die onder de noemer “decentralisatie van de begeleiding” binnen de Wmo vorm zal krijgen. Daarnaast wordt ook de jeugdzorg en 6
Doorrekening van landelijke aannames VWS à rato van de totale bevolking gemeente Eijsden-Margraten zonder rekening te houden met regio effecten. Dit betekent dat er afwijking kunnen zijn ten opzichte van de werkelijke situatie in EijsdenMargraten.
18
participatiewet gedecentraliseerd. Conform het Wetsvoorstel Wmo 2015 bedraagt het totale budget € 8,8 miljard in 2015. Voor de “oude” taken ontvangen de gemeenten nog € 5 miljard met daarin verwerkt de bezuiniging van 40% over de huishoudelijke verzorging. Voor de nieuwe taken wordt het budget opgehoogd met € 3,8 miljard. Hierin is de overheveling van de extramurale begeleiding uit de AWBZ met een korting van 25% opgenomen. Ook de overheveling van beschermd wonen van de GGz en de compensatie voor de effecten van het beleid om langer thuis te wonen maakt hier onderdeel van uit. De bezuiniging in 2015 bedraagt € 1,2 miljard oftewel 12% op het totale budget. De bezuiniging loopt op tot meer dan 16% als de tijdelijke transitiemiddelen 2015 niet wordt meegerekend. Op vlak van de zorg blijven de gemeenten verantwoordelijk voor de Hulp in het Huishouden (“de Thuiszorg”), maar worden de budgetten gekort met 40% vanaf 2015. De overheveling van de extramurale begeleiding uit de AWBZ vindt plaats met een korting van 25%. Deze bezuinigingen volgens VWS mogelijk moeten zijn door het toepassen van “nieuwe arrangementen” die nog moeten worden ontwikkeld.
3.2.4. DE ZORGVERZEKERINSGWET (ZVW) Naast de extramurale verpleging, valt ook de persoonlijke verzorging onder de aanspraak wijkverpleging als onderdeel van de Zvw. Conform VWS komt de behoefte aan samenhang tussen verpleging en verzorging voort uit het idee dat het onwenselijk is om lijfsgebondenzorg voor mensen in de praktijk van alle dag op te splitsen. Immers, als het werk georganiseerd wordt in kleinschalige zelfsturende teams, die verpleging en verzorging integraal leveren, dan wordt de zorg beter afgestemd op de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Daarenboven heeft 84% van de 300.000 gebruikers van verzorging een grondslag somatiek. De medische problematiek van deze groep is dus over het algemeen dominant en zij hebben al dikwijls intensief te maken met de huisarts en/of het ziekenhuis. De verzorging en verpleging voor deze groep zal vanaf 2015 in samenhang vanuit de aanspraak wijkverpleging in de Zvw geboden worden. Daarnaast acht de staatssecretaris het ook van belang dat ook mensen die (nog) alleen persoonlijke verzorging nodig hebben met enige regelmaat in contact komen met een verpleegkundige ter observatie en vroegtijdige probleemsignalering. In totaal 95% van het budget van de totale persoonlijke verzorging ad € 2,5 miljard gaat naar de Zorgverzekeringswet, waarmee de zorgverzekeraars een prominentere rol dan oorspronkelijk voorzien zullen krijgen bij de inkoop en regie op de extramurale zorg Vanaf 2015 wordt de wijkverpleging niet meer bekostigd vanuit de AWBZ, maar vanuit de Zorgverzekeringswet. Stand van zaken bekostiging: De Nederlandse Zorgautoriteit heeft daarvoor het zogeheten drie-segmenten-bekostigingsmodel ontworpen. Segment 1 (S1) is op basis van populatiebekostiging voor zorg die niet direct toewijsbaar is aan individuele patiënten. Het gaat hierbij om 'wijkgerichte taken', zoals overleg tussen zorgaanbieders in de wijk en deelname aan sociale wijkteams van gemeenten. Segment 2 (S2) is de daadwerkelijke zorgverlening. De bekostiging hiervan is gebaseerd op prestatiebekostiging. In segment 3 gaat ruimte komen voor beloning van uitkomsten.
19
Het grootste discussiepunt betreft het 'opknippen' van de wijkverpleging in twee soorten verpleegkundigen: een die alleen regelwerk voor de gemeente doet in de wijk (S1) en de ander die echt zorg verleent (S2).
3.2.5. DE PARTICIPATIEWET De participatiewet, die de Wsw, Wajong en WWB (Wet Werk en Bijstand) bundelt, is per 1 januari 2015 van kracht. Met de participatiewet wil het kabinet dat zoveel mogelijk mensen volwaardig kunnen meedoen in de samenleving. Liefst via een reguliere baan, maar als het (nog) niet mogelijk is, door op andere manieren te participeren. De participatiewet moet de deuren openen naar de arbeidsmarkt voor mensen met een beperking, want in het sociaal akkoord is afgesproken dat 125.000 banen worden gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking. Deze banen zijn bestemd voor wie niet in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen. Wajongers en mensen die op de wachtlijst staan voor de sociale werkvoorziening komen als eerste voor deze banen in aanmerking. De uitgaven aan Wajong, WWB en Wsw bedragen in 2013 bijna € 11 miljard euro. Met de maatregelen uit de participatiewet wordt € 1,7 miljard bezuinigd. A rato doorgerekend is dit in de Eijsden-Margraten een bezuiniging van minimaal € 2,5 miljoen. De Participatiewet is mede van toepassing op een aantal doelgroepen in de GHZ en GGz voor wie extramuraliseren van toepassing is of zal worden in de toekomst.
3.3.
CONCLUSIE
De volgende jaren zal het AWBZ-stelsel in de huidige vorm worden afgebouwd om een financieel houdbaar gezondheidszorgstelsel te garanderen in de toekomst. Daarbij zal een herverkaveling plaatsvinden waarbij: De zware zorg wordt gegarandeerd in de Wet langdurige zorg (Wlz) Ouderen en mensen met een handicap kunnen aanspraak maken indien zij permanent toezicht nodig hebben of 24-uurs nabijheid van zorg om ernstige nadelen te voorkomen; De extramurale verpleging en persoonlijke verzorging wordt vanuit de AWBZ ondergebracht bij de Zorgverzekeringswet onder de noemer ‘wijkverpleging’7 (Zvw); De Wmo2015 wordt uitgebreid met onder meer de oude functie begeleiding en een aantal GGz onderdelen zoals beschermd/begeleid wonen. Ook onderdeel van de transitie is de extramuralisatie van de “lichtere” intramurale zorg. Dit leidt conform afbouwschema van VWS tot een afbouw van 92 intramurale plaatsen de komende vijf jaar in de gemeente Eijsden-Margraten.
7
De Nederlandse Zorgautoriteit heeft het zogeheten drie-segmentenbekostigingsmodel ontworpen. Segment 1 (S1) is op basis van populatiebekostiging voor zorg die niet direct toewijsbaar is aan individuele patiënten. Het gaat hierbij om 'wijkgerichte taken', zoals overleg tussen zorgaanbieders in de wijk en deelname aan sociale wijkteams van gemeenten. Segment 2 (S2) is de daadwerkelijke zorgverlening. De bekostiging hiervan is gebaseerd op prestatiebekostiging. In segment 3 gaat ruimte komen voor beloning van uitkomsten.
20
De stelselwijziging moet resulteren in een landelijke bezuiniging van € 3,5 miljard op jaarbasis in 2018, waarvan het grootste deel komt uit de extramuralisatie. Voor Eijsden-Margraten is dit à rato van de omvang van de bevolking een bezuiniging van € 5,2 miljoen. Naast en verweven met de stelselwijziging in de zorgsectoren GHZ en GGz wordt ook fors gereorganiseerd in de Participatiewet. Ook hier ligt een zware bezuinigingstaakstelling van 1,7 miljard of € 2,5 miljoen voor Eijsden-Margraten. Het is duidelijk dat de ambities van de stelselwijziging slechts haalbaar zijn middels een gecoördineerde aanpak waarin zowel de fysieke als sociale elementen invulling krijgen. Cruciale slaagfactor in het nieuwe duale stelsel is de afstemming tussen gemeenten en zorgverzekeraars met een duidelijke rolverdeling waarin geen hiaten zijn te onderkennen. Dan zijn ook de randvoorwaarden ingevuld om de burgers maximaal zelf verantwoordelijkheid te laten nemen; dan kunnen zorgaanbieders invulling geven aan nieuwe zorgarrangementen en dan kunnen woningcorporaties en ontwikkelaars invulling geven aan de fysieke opgave. Dit zal op termijn leiden tot een complete herschikking van het veld van wonen welzijn en zorg in de vorm van een paradigmashift. De veranderingen zullen groot zijn voor alle betrokken partijen in het veld. De cliënten zullen daarbij worden geconfronteerd met een steeds grotere discrepantie tussen wensenpakket en een afnemend aandeel van de zorgkosten dat de over-heid aan zorg kan/wil vergoeden. Het huishoudboekje van de cliënten zal bepalen welk huur-, service- en zorgniveau ze effectief kunnen afnemen. De zorgaanbieders daarentegen moeten de lichte intramurale zorg op korte termijn saneren. Hiervoor zal nieuwe dienstverlening in de plaats dienen te komen, waarvoor ook nieuwe aanbieders / allianties zich aandienen in de markt. Ook op vlak van huisvesting ontstaat een vraagstuk dat op korte termijn moet worden opgelost.
21
HOOFDSTUK 4 4.1.
BASICS EXTRAMURALISATIE
BASIC PRINCIPES
Bij de intramurale zorg is sprake van een all-inclusive formule waarbij zowel alle kosten van verblijf, de wooncomponenten en de kapitaallasten worden vergoed. Daar tegenover staat na meer dan zes maanden verblijf een hoge eigen bijdrage voor de zorg die afhankelijk van het inkomen kan oplopen tot maximaal € 2.249,-- per maand in 2014. Bij de berekening van de hoge eigen bijdrage houdt het CAK rekening met een saldo zak- en kleedgeld voor de betrokkenen (€ 290 voor een alleenstaande en € 461 voor een echtpaar per maand). Het intramuraal regime pakt relatief gunstig uit voor de lagere inkomensgroepen o.a. door de zakgeldgarantie. Componenten intramuraal vs. scheiden wonen en zorg en extramuraal Scheiden wonen en zorg versus extramuraliseren dagbesteding begeleiding persoonlijke verzorging verpleging behandeling schoonmaakservice maaltijdservice verblijfs-/hotelcomponenten receptie-, restaurant-, winkelvoorziening, magazijn, logistiek, wasservice, etc. gas, licht, water (eigen appartement) wooncomponenten gas, licht, water (algemene ruimten) ** eigenaarsonderhoud ** huurdersonderhoud zorgfuncties
zzp
individuele ruimten / wonen
kapitaallasten *
algemene / zorggebonden ruimten *** *
ka pi taa l l a s tenvergoedi ng i ntra mura a l wa s vol l edi g o.b.v. na ca l cul a tie. Va na f 2012 gel ei del i jke i nvoer NHC (tot 2018).
** verdi s conteren i n huur zorga ppa rtementen; eventueel deel s opnemen i n s ervi cekos ten i ndi en ha a l ba a r *** fi na nci eri ng ondui del i jk : voorheen zorgi nfra regel i ng Nza ; eventueel deel s opnemen i n s ervi cekos ten Deze componenten ga a t de cl i ënt zel f betal en bi j s chei den wonen en zorg (ka pi taa l l a s ten i ndi vi duel e rui mte = huur a ppa rtement) Bi j SWZ behoudt cl i ënt de a a ns pra a k op een verbl i jfs i ndi ca tie (zzp-i ndi ca tie) en da a rmee recht op een i ntegra a l pa kket, zoa l s bi jvoorbeel d bi j het Vol l edi g Pa kket Thui s (VPT) i n de Wl z. Bi j extra mura l i s eri ng wordt a l l een voor deze functies geïndi ceerd. In het Regeera kkoord Rutte II i s s pra ke va n vol l edi g extra mura l i s eren va n de l i chte zzp's (schema ontleend aan presentatie VWS, 25 oktober 2012)
Bij Langer Thuis Wonen kunnen twee varianten worden onderscheiden. De ene variant betreft “scheiden wonen en zorg” en de andere variant betreft “extramuralisatie”. Zowel in het geval van scheiden wonen en zorg als bij extramuraliseren gaan de cliënten zelf betalen voor de kosten van huisvesting en gas, water, licht en worden de zorgfuncties volledig vergoed. Het verschil tussen de twee beleidsconcepten hem in de mate waarin de overige dienstverlening wordt geïndiceerd en vergoed. Bij de strikte definitie van scheiden wonen en zorg behouden de cliënten aanspraak op een verblijfsindicatie binnen de Wlz (het betreft dus in principe intramurale zorg!). Op basis van deze verblijfs22
indicatie hebben zij recht op integraal pakket van zorg- en dienstverlening. Bij scheiden wonen en zorg wordt deze aanspraak niet met een intramuraal full service pakket verzilverd, maar ziet de cliënt af van de verblijfscomponent en gaat zelf voorzien (betalen) in de benodigde huisvesting. Het VPT (volledig pakket thuis) is daar een voorbeeld van. Randvoorwaarde is wel dat een zorgaanbieder bereid wordt gevonden om deze zorg te leveren en dat het zorgkantoor instemt met deze constructie. Daarbij verzorgt de zorgaanbieder in principe ook de hoteldiensten (schoonmaak, eten en drinken). Bij extramuraliseren maken cliënten alleen aanspraak op (en krijgen dus een vergoeding voor) de extramurale zorgfuncties of althans de toekomstige varianten daarop in Zvw en Wmo2015. Zij moeten dus zelf voorzien en/of betalen voor de verblijfs-, hotel- en wooncomponenten inclusief de daarbij behorende kapitaallasten. Bij de afbouw van lichtere intramurale zorg is dus strikt genomen sprake van extramuralisatie. Het is deze doelgroep samen met de reeds bestaande extramurale zorgvragers ex AWBZ en/of Wmo waarop in onderhavig onderzoek de focus ligt.
4.2.
EXTRAMURALISATIE IN DE OUDERENZORG
In de komende jaren wordt, conform overheidsbeleid, de capaciteit ‘licht’ afgebouwd8, hetgeen betekent dat afscheid genomen wordt van het traditionele verzorgingshuis. In de “oude” situatie werd een zorgvrager met een - intramurale - indicatie ZZP 1, 2, 3 of 4 opgenomen in een verzorgingshuis/ woonzorgcentrum. Indien iemand meer zorg nodig had, bijvoorbeeld vanwege een (toenemend) dementieel beeld, werd hij/zij opgenomen in een verpleeghuis. In onderstaand schema is het verloop van de traditionele ‘zorgcarrière’ weergegeven.
thuis
• •
zorgeloos extramurale zorg (planbaar)
aanleunwoningen
zorgcarrière – “oude” situatie
verzorgingshuis
verpleeghuis
(on)planbare extram. zorg
zzp 1 -4
zzp 5 - 10
intramuraal
extramuraal
In de nieuw ontstane situatie, waarin het verzorgingshuis niet meer bestaat, worden de intramurale indicaties ZZP 1-2-3 (en deels ZZP 4) niet langer afgegeven9, passend bij het beleid dat mensen
8
Afbouwschema capaciteit ‘licht’: per 01.01.2013 ZZP VV 1 en 2, per 01.01.2014 ZZP VV3 voor nieuwe cliënten en per 01.01.2016 25% ZZP VV4 voor nieuwe cliënten (75% wordt vooralsnog niet afgebouwd).
23
langer thuis blijven wonen en daar de zorg ontvangen. Ze ontvangen een indicatie voor extramurale zorg. In plaats van opname in een verzorgingshuis blijft de zorgvrager thuis wonen en ontvangt daar de nood-zakelijke (planbare en onplanbare) zorg of hij/zij verhuist naar een geclusterde setting (eveneens planbare- en onplanbare zorg, maar dan in een 24-uurs setting). Deze ‘nieuwe’ zorgcarrière is samen-gevat in onderstaand schema.
thuis
verzorgingshuis (=VW)
aanleunwoningen
zorgcarrière – “nieuwe” situatie
verzorgingshuis
blijft thuis wonen
zorgeloos extramurale zorg (planbaar)
verpleeghuis zzp 5 - 10
geschikt wonen • •
zzp 4 (75%)
zzp 1 -4
verzorgd wonen / Langer Thuis Wonen
verzorgd wonen / geclusterd
(‘oude’ indicatie zzp 1-2-3-4)
(‘oude’ indicatie zzp 1-2-3-4)
toch een geclusterde setting
extramuraal
intramuraal
Dit betekent dat zorgvragers op zoek moeten naar betaalbare extramurale woon-zorg-alternatieven voor het verzorgingshuis van voorheen (voor cliënten nu reeds wonende in een verzorgingshuis blijft de situatie ongewijzigd).
4.3.
EXTRAMURALISATIE IN DE GEHANDICAPTENZORG
Ook in de gehandicaptenzorg is sprake van extramuralisering. In de “oude” situatie werd een gehandicapte jongere vanuit de thuissituatie (wonend bij zijn/haar ouders) opgenomen in een instelling, dan wel ging hij/zij wonen in een gezinsvervangend tehuis. In de “nieuwe” situatie, waarin de lichte intramurale zorg grotendeels wordt afgebouwd, gaat een deel van deze jongeren zelfstandig wonen en ontvangt daar de zorg. Ook zal een deel van deze jongeren, naar verwachting, langer bij de ouders blijven wonen.
9
Voor bestaande cliënten (reeds opgenomen in een verzorgingshuis) blijft de situatie ongewijzigd; zij behouden hun intramurale indicatie.
24
zorgcarrière – “oude” en “nieuwe” situatie
begeleid/ verzorgd wonen
thuis (reguliere woning of ouderlijk huis)
instelling voor verstandelijk gehandicapten (beschermd / beveiligd wonen)
bij ouders wonen
zelfstandig wonen
semimuraal
extramuraal
intramuraal
Voor cliënten die een intramurale indicatie verzilveren, blijft de situatie ongewijzigd. De afbouw is enkel van toepassing voor nieuwe cliënten.
4.4.
EXTRAMURALISATIE IN DE GGZ
In de GGz is, naast de extramuralisatie, ook sprake van een omgekeerde beweging ten opzichte van de zorgcarrière zoals die voor de ouderen is geschetst. Daarbij worden cliënten die ‘binnen de muren’ van een psychiatrische instelling verblijven actief uitgeplaatst de komende jaren. Dit wil zeggen dat zij niet langer in de instelling blijven wonen, maar zelf een woning gaan huren en daar de zorg ontvangen. zorgcarrière – “oude” en “nieuwe” situatie
beschut en beschermd wonen (*)
psychiatrische instelling
blijft thuis wonen
thuis
zelfstandig wonen
“actieve” extramuralisatie
FACTwijk teams
extramuraal semimuraal * Per 01.01.2015 onder gemeentelijk regime (Wmo2015)
25
intramuraal
4.5.
DYNAMIEK BINNEN DE EXTRAMURALISATIE
De afbouw van intramurale capaciteit binnen de ouderenzorg is niet nieuw. Bij de overheveling van de WBO (Wet bejaardenoorden) naar de AWBZ in 2000 waren er nog 111.000 verzorgingshuisplaatsen. Vijf jaar later (2005) waren dit er nog 105.000 en in 2013 69.000 plaatsen. Door de versnelde afbouw in de periode 2013-2018 blijven uiteindelijk nog 16.500 verzorgingshuisplaatsen over. Wel nieuw is dat de komende jaren erg kwetsbare doelgroepen worden geëxtramuraliseerd. Het gaat om zwaardere doelgroepen, met ook behoefte aan (planbare en onplanbare) 24-uurs zorg. Deze zorgvragers hebben een beperkt regievermogen en kunnen veelal niet voorzien in de algemene dagelijkse levensverrichtingen. Binnen de GGz en de gehandicaptenzorg is het volume van de afbouw beperkter in omvang, maar ook hier speelt de problematiek van de beperkte zelfredzaamheid. Ook nieuw is dat niet of zeer beperkt wordt voorzien in (financiering) van ondersteunend c.q. flankerend beleid ten behoeve van een succesvolle extramuralisatie. Zo voorzag de zorginfrastructuurregeling in de financiering van de kapitaallasten van wijksteunpunten waarbij breng- en haalfuncties (informatie en advies, eetpuntfunctie, dagbesteding,…) werden ingevuld. Deze regeling wordt op korte termijn afgebouwd. Ook werd voorzien in een uitgebreid aanbod van dagbesteding voor zorgvragers uit de GGz en GHZ. Met de overheveling van de begeleidingsfunctie naar de gemeenten met een bezuiniging van 20% zal een efficiencyslag gemaakt moeten worden. Bij de invoering van de Wmo in 2007 is aan het wijkgericht werken een sterke impuls gegeven en is naast “de kanteling” vaak invulling gegeven aan sociale wijkteams en loketfuncties. Daarbij wordt verder gekeken dan “zorg”, maar ook welzijn krijgt een prominentere plaats in de nieuwe arrangementen. Meer recent is de ontwikkeling van instrumentarium “zorg op afstand” in de vorm van domotica (ook in de vorm van “apps”) en on-screen zorgvormen. Een ander aspect binnen het extramuraliseren is het zoeken van verbindingen met de directe omgeving gaande van de buurtsuper, verenigingsleven, lokale economie en de wijk-coöperatieve gedachte. Overige te onderkennen trends en ontwikkelingen gerelateerd aan extramuralisatie en de daarmee samenhangende vastgoedopgave:
Van sectorale ontwikkeling naar ontschotting o elke AWBZ-sector (ouderenzorg, GHZ en GGz) ontwikkelde, veelal op basis van door de overheid genormeerde oppervlaktes10, haar eigen woonzorgvoorzieningen, welke deels ook een regionale functie hadden. Van gemengde voorzieningen was (tot nu toe) nauwelijks sprake; o de huidige ontwikkelingen noodzaken, ook vanuit een spreidingsbehoefte, tot samenwerken en zorgen daarmee voor ontschotting; de woon(zorg)voorzieningen voor de ‘lichte’ zorgvragers zijn niet meer sectorspecifiek, maar veel meer geënt op reguliere woningbouw.
Van grootschalig naar kleinschalig o vroeger waren er, in alle sectoren, de kenmerkende grote instellingsterreinen, vaak afgelegen in een bosrijke omgeving of aan de rand van een dorp/ stad. De aanwezig-
10
Het College bouw zorginstellingen schreef het aantal (genormeerde) m² voor, evenals het investeringsbudget. Vanaf 1 januari 2010 heeft dit College geen wettelijke taken meer.
26
heid van beddenzalen toonde aan dat ook binnen de muren het leven gekenmerkt werd door grootschaligheid; o vanaf de jaren 90 van vorige eeuw werden de zorginstellingen minder ‘weggestopt’, maar meer onderdeel van de maatschappij en gesitueerd in een grotere (dorps)kern. Nog steeds zijn de verzorgings- en verpleeghuizen groot van opzet, maar binnen is de indeling veelal afdelingsgericht (20-24 personen) of zelfs – kleinschalig groepswonen (groepen 6-10 personen). In de GHZ en GGz ontstaan de settings (woonhuizen) voor ‘beschermd-’ en ‘beschut wonen’, veelal ook onderdeel van ‘gewone’ woonwijken ; o passend bij het nieuwe beleid worden – ook de laatste jaren vaak al – kleinschalige voorzieningen gerealiseerd, zogenoemde ‘hybride locaties’ (appartementen voor ‘verzorgd wonen’ met een kleinschalige intramurale setting). In een aantal van deze voorzieningen loopt de financiering via een PGB (zie kader financiering).
Veranderde wensen ten aanzien van woon-zorg Zorgvragers hoeven (lang) niet altijd meer in een instelling/woonzorgvoorziening te wonen, maar kunnen er ook voor kiezen om Langer Thuis te Wonen. Uit onderzoek11 blijkt dat zorgvragers een aantal wensen hebben rondom hun woning en de te leveren zorg: o zo lang mogelijk in eigen wonen blijven c.q. ‘honkvastheid’ (waarbij 70% eigen woning bezitters hypotheekvrij is); o woning opplussen indien nodig (doorgankelijk/toegankelijk en sanitair); o verhuizen naar woonzorgcentrum indien eigen woning niet aanpasbaar is (huurders zijn eerder verhuisgeneigd dan eigen woningbezitters12); o verhuisreden: noodzaak 24/24 7/7 zorg- en serviceconcepten bij lage zelfredzaamheid; o kostenconformiteit (juiste huurprijs/betaalbaarheid); o PvE ideale zorgwoning: gezamenlijke voorzieningen (binnenruimte en buitenruimte) beperkte woonoppervlakte gewenst (1/5de vindt extra slaapkamer belangrijk) betaalbaar
Zie voor meer informatie bijlage 1 met ook een uitgebreid begrippenkader wonen en zorg. Effect op ‘financiering’ De beleidsontwikkelingen hebben ook impact op de financiering van woonvormen in de zorg. AWBZ-zorginstelling – Zorg in Natura De zorginstelling kan een AWBZ-erkende instelling zijn, hetgeen betekent dat zij een toelating heeft in het kader van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). Deze erkenning wordt verstrekt door het ministerie van VWS. Toegelaten instellingen maken productie-afspraken met het regionale zorgkantoor. Cliënten van deze instellingen ontvangen Zorg in Natura, hetgeen betekent dat de zorgaanbieder de zorg levert en de administratie daaromheen regelt; PersoonsGebonden Budget (PGB) Eind jaren ’90 is het PersoonsGebondenBudget ingevoerd. Veel (vooral kleinere) zorginstellingen, waaronder ook de zogenoemde ‘particuliere initiatieven’, hebben geen AWBZ-toelating en maken 11 12
Ondermeer woon-zorg wensen onderzoek in Sittard-Geleen, PCkwadraat 2014. Hier spelen deels woningmarkteffecten c.q. verkoopbaarheid van de eigen woning.
27
gebruik van PGB zorg. Dit betekent dat cliënten de kosten van ondersteuning door een zorginstelling vanuit hun “rugzak” (PGB) moeten betalen. Zij dragen ook zelf zorg (of een mantelzorger) voor de administratie/verantwoording.
4.6.
BETAALBAARHEID
De extramuralisering van de “lichte” intramurale zorg kan voor de burger, op financieel vlak, grote impact hebben. In de intramurale situatie bestond een financieel vangnet in de vorm van een ‘zakgeldregeling’. Dit betekende dat een bewoner, ongeacht de hoogte van zijn inkomen, altijd een bedrag overhield als zakgeld13. Een negatief resultaat inkomen – uitgaven werd dus gecompenseerd middels de zakgeldregeling. Van dit vangnet is in de nieuwe ‘extramurale’ situatie geen sprake meer, waardoor maandelijks een financieel tekort kan ontstaan (zie bijlage 2 voor een verdere toelichting). Hoewel Eijsden-Margraten een relatief rijke gemeente is, speelt ook hier het vraagstuk van betaalbaarheid. Ter illustratie: 14
122 oudere zorgvragers (20%) hebben een laag inkomen (< € 1.700/maand), waarvan 105 wonend in een huurwoning (86%) en 17 in een koopwoning. Het merendeel van de eigen-woning-bezitters (14) woont in een woning met een lage WOZ-waarde (< € 150.000). Zij hebben geen/beperkt financiële middelen voor de realisatie van ingrijpende woningaanpassingen. De groep ‘huur’-zorgvragers met een laag inkomen kunnen vaak niet de stap zetten naar een duurdere zorgwoning.
Bron: GIS-webapplicatie Eijsden-Margraten; weergave gemiddeld fiscaal maandinkomen per 6 positie postcode 13 14
€ 296/maand voor een alleenstaande en 461 voor gehuwden totaal 585 zorgvragers
28
Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt het financieel effect van extramuralisatie toegelicht. Voorbeeld: oudere met AOW in een huurwoning 15
Mw. Hermans, 78 jaar, woont in een huurwoning in Cadier en Keer. Vorig jaar is haar man overleden. Mw. heeft 3 kinderen, 2 dochters en een zoon. Een van haar dochters komt wekelijks haar huis schoonmaken. Mw. Hermans heeft een AOW-uitkering. Vorige maand is mw. Hermans gevallen, waardoor ze haar heup heeft gebroken. Ze is inmiddels redelijk hersteld, maar lopen gaat (nog) niet zo goed. Ze maakt daarom gebruik van een rollator en – bij langere afstanden – van een rolstoel. Haar huidige woning is onvoldoende zorggeschikt (kleine badkamer, drempel, …), vandaar dat ze verhuist naar een zorgwoning. De huur bedraagt € 550 per maand. Dagelijks komt een wijkzuster haar wassen en aankleden.
In de “oude” situatie zou mw. Hermans, onder deze omstandigheden, opgenomen zijn in zorgcentrum Appelgaard in Margraten. In de nieuwe situatie (extramuraliseren) verhuist zij naar een zorgwoning en ontvangt daar alle zorg. Mw. Hermans betaalt de eigen bijdrage voor ‘zorg zonder verblijf’ en daarnaast betaalt ze onder meer huur en de kosten voor (huurders)onderhoud. Haar dochter zorgt voor het huishouden. Aan het einde van iedere maand heeft mw. Hermans, die een AOW-uitkering heeft, € 116 over. Daarbij zorgt mw. Hermans zelf voor de schoonmaak (doet haar dochter), de was en voeding (scenario A). Wanneer mw. Hermans hiertoe niet zelf in staat is dan wel geen - kosteloze - hulp van derden heeft en hulp in het huishouden, wasservice en maaltijdservice moet inkopen, is het resultaat aan het einde van de maand € - 525 (scenario D). In de “oude” situatie, waarin zij zou verblijven in zorgcentrum Appelgaard, zou mw. Hermans iedere maand € 257 overhouden (exclusief suppletie zak- kleedgeldregeling). Een verschil van € - 782. extramuraliseren (scenario's) huur € 550/maand
intramuraal
alleenstaande AOW (65+) Mw.Hermans alleenstaande AOW + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr + € 100.000 vermogen
VPT
A
B
C
€ 257 € 198 € 116 € -79 € -225 € -82 € -154 € -223 € -418 € -564 € 305 € 353 € 278 € 83 € -63 € -127 € 10 € -67 € -262 € -408 € 392 € 522 € 449 € 254 € 108 € -41 € 272 € 191 € -4 € -150 Scena ri o's : - Hui s h. hul p - Wa s door derden - Ma a l tijds ervi ce
A
D € -525 € -864 € -363 € -708 € -192 € -450
B
C
D
x
x
x
x
x x
Ouderen die zorg nodig hebben, wonen niet allemaal in een huurwoning. In Eijsden-Margraten hebben 279 zorgvragers een koopwoning (48%), waarvan een klein deel (14) met een lage WOZwaarde16.
15
In de gemeente Eijsden-Margraten woont 52% van de groep ‘extramurale zorgvragers’ in een huurwoning, waarvan 35% een laag inkomen (< € 1.700) heeft (bron: nulmeting). 16 WOZ-waarde < % 150.000
29
Aan de hand van het voorbeeld van mw. Jansen wordt inzichtelijk gemaakt wat het effect van extramuraliseren is uitgaande van een koopsituatie. Voorbeeld: huiseigenaar woning met lage WOZ-waarde Mw. Jansen heeft een AOW en een aanvullend pensioen van € 2.400 per jaar. Ze woont in een koopwoning (WOZ € 140.000) in Mariadorp (Eijsden), met een maandelijkse hypotheeklast van € 350. Wekelijks komt haar poetsvrouw Tiny het huis schoonmaken.
Voor mw. Jansen is de situatie waarin zij nu verkeert betaalbaar (scenario B, waarin een poetsvrouw wekelijks het huis komt schoonmaken). Op het moment dat zij meer zorg nodig heeft en alle diensten in moet inkopen (scenario D), is het maandelijks saldo inkomen - uitgaven negatief (€ - 293.) extramuraliseren (scenario's) hypotheek € 350/maand
intramuraal
alleenstaande AOW (65+) alleenstaande AOW + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr Mw. Jansen alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr + € 100.000 vermogen
€ 257 € -82 € 305 € -127 € 392 € -41 Scena ri o's : - Hui s h. hul p - Wa s door derden - Ma a l tijds ervi ce
A
B
€ 202 € 136 € 348 € 292 € 612 € 550
€ 7 € -139 € -439 € -59 € -205 € -505 € 153 € 7 € -293 € 97 € -49 € -349 € 417 € 271 € -29 € 355 € 209 € -91
A
C
D
B
C
D
x
x
x
x
x x
GHZ/GGz Zorgvragers in de GHZ en GGz hebben vaak geen (volledig) betaalde baan; minder dan 10% heeft een betaalde baan. Een groot deel van de zorgvragers verkrijgt inkomen uit een Wajonguitkering17 of bijstand. Voorbeeld: gehandicapte jongen met een Wajong-uitkering Tom is 25 jaar en heeft een spierziekte, waardoor hij niet kan werken. Tom heeft nog nooit gewerkt en ontvangt een uitkering gebaseerd op het minimumloon (100%). Sinds 2 jaar woont Tom zelfstandig in Margraten, daarvoor woonde hij bij zijn ouders. Hij huurt een aangepaste woning van de woningcorporatie. De huurprijs is € 500/maand exclusief servicekosten. De familie van Tom woont ook in Margraten. Zijn moeder komt 1x per week schoonmaken en zij verzorgt dan ook de was. De broer en zus van Tom hebben een ‘kookschema’ of Tom eet bij hun mee.
Tom heeft, bij een inkomen gebaseerd op 100% van het minimumloon18, aan het einde van iedere maand € 388 over (vrij te besteden). Wanneer zijn moeder, broer en zus niet zouden zorgen voor de schoonmaak, was en maaltijden, zou het maandresultaat negatief zijn (€ - 30). 17
Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking . De gemeente wordt vanaf die datum verantwoordelijk voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. Deze mensen zitten nu in de WWB (de wet Werk en Bijstand), Wsw (de Wet sociale werkvoorziening) en in de Wajong (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten). De aanvankelijke opzet was de volledige Wajong in te voegen in de nieuwe Participatiewet. Een van de februari-afspraken (2014) is dat de huidige Wajongers met arbeidsvermogen daar toch buiten blijven (zie Kamerbrief ‘overzicht afspraken over de WWB en Participatie-wet’ d.d. 03.02.2014). Zij komen niet in de bijstand terecht en het UWV blijft hun re-integratie verzorgen. Nieuwe jong-gehandicapten kunnen wel in de bijstand terecht komen.
30
huur € 500/maand alleenstaande Wajong (65- / extramuraal); 100% WML alleenstaande Wajong + vermogen (€ 25.000) alleenstaande Wajong (65- / extramuraal); 75% WML alleenstaande Wajong + vermogen (€ 25.000)
TOM
Scena ri o's :
extramuraliseren (scenario's) A B C D € 388 € 193 € 120 € -30 € 169 € -26 € -99 € -249 € 84 € -111 € -184 € -334 € 181- € 376- € 449- € 599A
- Hui s h. hul p
B
C
D
x
x
x
x
x
- Wa s door derden - Ma a l ti jds ervi ce
x
Voorbeeld: GGz-cliënt met een Wajong-uitkering Ellen is 40 jaar en is als 25-jarige gediagnosticeerd als schizofreen. Zij woont al jaren in een psychiatrische instelling. Met haar familie heeft zij nauwelijks contact. 19 Recent heeft Ellen te horen gekregen dat ze zelfstandig moet gaan wonen . Ze krijgt - gelukkig- een goedkope huurwoning van de corporatie toegewezen (€ 400/maand). Ellen is niet in staat om zelf voor haar huishouden te zorgen en moet rondkomen met een Wajong-uitkering.
Maandelijks heeft Ellen slechts € 5 ‘vrij te besteden’20 over. Van dit bedrag moet zij onder andere haar sigaretten betalen en de uitjes, zoals een kopje koffie drinken met een vriendin.
huur € 400/maand alleenstaande Wajong (65- / extramuraal); 100% WML alleenstaande Wajong + vermogen (€ 25.000) alleenstaande Wajong (65- / extramuraal); 75% WML alleenstaande Wajong + vermogen (€ 25.000)
ELLEN
Scena ri o's : - Hui s h. hul p - Wa s door derden - Ma a l ti jds ervi ce
extramuraliseren (scenario's) A B C D € 423 € 228 € 155 €5 € 269 € 74 € 1 € -149 € 119 € -76 € -149 € -299 € 81- € 276- € 349- € 499A
B
C
D
x
x
x
x
x x
In Eijsden-Margraten is de groep GHZ en GGz in aantallen beperkt, maar de zittende populatie kan in de problemen komen onder meer doordat per 1 januari 2018 hun Wajong-uitkering met 5% wordt verlaagd. Bovendien zullen jonggehandicapten mét arbeidsvermogen per 01.01.2015 niet meer instromen in de Wajong, maar onderdeel zijn van de Participatiewet. Zij vallen dan onder het bijstandsregime21.
18
Het bruto minimumloon van 23 jr en ouder bedraagt € 1.485,60 bruto per maand excl. 8% vakantiegeld (1 januari 2014). Het minimumloon is lager indien < 23 jaar. 19 In het kader van afbouw van capaciteit conform bestuurlijk akkoord toekomst GGz. 20 Saldo inkomen – uitgaven (huurtoeslag is verrekend) 21 De Wajong blijft bestaan voor bestaande jonggehandicapten mét arbeidsvermogen en voor mensen die duurzaam niet kunnen werken.
31
Conclusie en interpretatie betaalbaarheid Eijsden-Margraten is een relatief rijke gemeente. Echter, het vraagstuk van betaalbaarheid is ook hier aan de orde: 20% van de zorgvragers heeft een laag inkomen (< € 1.700/maand22) en ook de doelgroep GHZ/GGz heeft een beperkt budget, waardoor zij straks maatschappelijke ondersteuning nodig hebben. Het financieel gevolg van extramuralisering is dat de zorgvragers per saldo meer uitgaven hebben en dus minder budget vrij te besteden hebben. De volgende conclusies kunnen hierbij worden getrokken:
Het intramuraal regime is relatief gunstig voor de lagere inkomensgroepen. Het voorziet in een zaken kleedgeldregeling als financieel vangnet. Bij extramuraliseren vervalt deze regeling en dient de zorgvrager ervoor te zorgen dat zijn/haar huishoudboekje op orde is. Bij extramuraliseren daalt het maandelijks saldo vrij te besteden fors voor het merendeel van de zorgvragers; Bij extramuraliseren wordt ingeteerd op het eigen vermogen; Indien de huishoudens relatief zelfredzaam zijn en zelf of middels een beroep op mantelzorg kunnen instaan voor was, voeding en hulp in het huishouden dan heeft het huishoudboekje van de ouderen (zonder aanwezig vermogen) een batig saldo bij € 500 /€ 550 huur; De kwetsbare (vaak alleenstaande) huishoudens die geen beroep kunnen doen op mantel-zorg voor hulp bij het huishouden, bewassing en maaltijden krijgen zonder flankerend beleid een financieel probleem; Algemene conclusie is dan ook dat – bij extramuraliseren – de grootste knelpunten op vlak van betaalbaarheid zich mogelijk gaan voordoen bij de meest kwetsbare huishoudens die zijn aangewezen op hulp van derden in combinatie met “huisvestingslasten” in de vorm van huur of hypotheek.
22
122 oudere zorgvragers hebben een laag inkomen (totaal 585 zorgvragers) waarvan 105 wonend in een huurwoning (86%) en 17 in een koopwoning.
32
DEEL 3 BEPALING TRANSFORMATIE-OPGAVE EXTRAMURALISATIE Ouderen Gehandicapten GGz
33
HOOFDSTUK 5 5.1.
ANALYSE OP BASIS VAN “HERKOMST-BESTEMMING”
HET ANALYSE MODEL
5.1.1. VOOR OUDERE ZORGVRAGERS De transformatie opgave als gevolg van de extramuralisatie wordt in dit onderzoek bepaald conform het analysemodel zoals beschreven in hoofdstuk 2. Daarbij zoeken de zorgvragers die voorheen naar het verzorgingshuis gingen een alternatieve invulling van hun woonzorgvraag binnen het stelsel van de extramurale zorg. Het analysemodel gaat uit van een logica “herkomst – bestemming”. Daarbij wordt eerst gekeken naar de huidige situatie van de (toekomstige) zorgvragers, want die bepaalt de wijze waarop de mogelijke bestemmingen oftewel de opties extramuralisering kunnen worden ingevuld. Het betreft de volgende acht elementen die onderstaand op hoofdlijnen worden toegelicht): 1. Noodzaak 2. Sociaal-economische status 3. Wijzigende wensen 4. Aanpasbaarheid van de huidige woning 5. Kwaliteit van de wijk 6. Huidige woonomgeving sociaal 7. Het zorgaanbod 8. De mogelijkheden / het aanbod op de woningmarkt
1. Noodzaak Vroeg of laat zijn veel mensen genoodzaakt hun woning aan te passen of te verhuizen naar een zorggeschikte woning en/of omgeving waar ook 24 uurs onplanbare zorg is gegarandeerd. Uit onderzoek van de NCPF/ANBO blijkt dat het omslagpunt van zelfstandig thuis wonen naar geclusterd verzorgd wonen in de meeste gevallen ontstaat door een geleidelijke verandering zoals mobiliteit, woonsituatie, de noodzaak en beschikbaarheid van onplanbare zorg, onveiligheidsgevoel en mantelzorg. In een aantal situaties is een acute verandering zoals het overlijden van de partner of een ongeval de oorzaak van de omslag. Onderzoek van HHM levert het inzicht op dat cliënten met (voorheen) ZZP1 en 2 meestal nog vaak zelf kunnen alarmeren en wachten op respons. Zij kunnen zich in de eigen (aangepaste) thuissituatie beter redden dan de doelgroepen uit ZZP 3 en 4. Immers, binnen de doelgroep ZZP3 is een groep cliënten te onderscheiden die in mobiliteit beperkter is. De groep is nog niet rolstoelgebonden, maar valgevaar is bij deze groep nadrukkelijk aanwezig. Deze cliënten hebben daarnaast te maken met regieverlies en nemen zelf geen initiatief meer. Ook is sprake van bijkomende problematiek zoals geheugenverlies, gedragsproblematiek of bijkomende psychiatrische problemen. De combinatie van aandoeningen maakt dat er problemen zijn met het regievermogen van cliënten. Kenmerkend voor ZZP4 is dat het gaat om een combinatie van beperkingen (psychogeriatrische-, somatische-, psychiatrische-, zintuiglijke- en gedragsproblematiek). Deze groep kenmerkt zich daarmee door ernstige beperkingen in het zelfstandig voeren van regie over het dagelijks leven. De 34
complexe zorg aan deze doelgroep met veel zorgmomenten per dag maakt dat deze mensen het in de eigen woonomgeving veelal niet meer redden. Ook omdat de thuissituatie vaak tekort schiet in het bieden van een voldoende veilige woonomgeving voor de cliënt. Verder is er ten opzichte van de voorliggende ZZP-doelgroepen nog vaker sprake van (dreigende) overbelasting van de mantelzorger. Geconcludeerd kan worden dat de verdere uitwerking van de extramurale concepten voor de (voorheen) ZZP’s 3 en 4 expliciete aandacht verdient. 2. Sociaal-economische status - betaalbaarheid De (on)houdbaarheid van het bestaande zorgstelsel is één van de voornaamste redenen om tot een grondige systeemwijziging te komen. Het is dan ook vanzelfsprekend dat de maatregel Langer Thuis Wonen een belangrijke bijdrage levert in de beoogde bezuinigingen. Dit is een bewuste keuze in het beleid ten aanzien van de ouderenzorg. Immers, de combinatie ‘beperkt aantal oudjes en laag inkomen’ van vroeger heeft geleidelijk aan plaats gemaakt voor een ‘groot volume ouderen met een substantieel betere inkomenssituatie’ is de redenering van de rijksoverheid. Concreet betekent dit dat ouderen bij extramuralisatie hun huisvestingslasten en hotelmatige kosten zelf moeten gaan betalen. Dit betekent per saldo dat de ouderen meer uitgaven hebben en dus minder budget vrij te besteden hebben. Uit recent onderzoek onder zorgvragers blijkt dat 40% nu al ‘nipt rondkomt’. Dit aantal zal toenemen bij extramuralisatie. De financiële effecten van extramuralisatie zijn in het voorgaande hoofdstuk (4.6) inzichtelijk gemaakt. Conclusie is dat de grootste knelpunten op vlak van betaalbaarheid zich zullen gaan voordoen bij de meest kwetsbare huishoudens die zijn aangewezen op hulp van derden. Dit is vooral aan de orde in situaties waarbij er verhuisd moet worden naar een geclusterde setting verzorgd wonen bij ondermeer de doelgroepen ZZP3 en ZZP4 van voorheen. Vanuit vastgoedperspectief is het dan ook cruciaal om geschikte huisvesting te kunnen aanbieden tegen een concurrerend huurtarief. Zeker de zorgvragers met een AOW en eventueel klein aanvullend pensioen hebben al een financieel probleem bij een huurprijs van € 550 (inclusief huurtoeslag) als een beroep moet worden gedaan op diensten van derden voor maaltijdverstrekking, was en hulp bij het huishouden. Voor deze zwakkere doelgroepen zal compensatie noodzakelijk zijn of moeten goedkopere huisvestingsalternatieven worden ontwikkeld. 3. Woon-, verhuis- en zorgwensen van ouderen De senioren van nu willen niet meer naar een verzorgingshuis, maar zijn ‘honkvast’. Zij willen het liefst “tot de dood” in de huidige woning blijven wonen. Bij de 75plussers is het aandeel honkvasten bijna 70%. De verhuisgeneigdheid is dus laag en de redenen om niet te willen verhuizen kunnen worden onderverdeeld in vier hoofdgroepen: hechting (aan woning, buurt en de mensen in de buurt), tevredenheid (over de woning en de buurt), familie (nabijheid kinderen en kleinkinderen) en externe omstandigheden (o.a. woningmarkt). Indien er toch een verhuisreden op korte termijn is, dan wordt in 43 procent de woning genoemd aangehaald die ofwel “te groot is”, “niet gelijkvloers is” en “alleen met traplopen bereikbaar is”. Met 32 procent is de tweede belangrijkste reden om te willen verhuizen op de korte termijn bij de 75plussers de gezondheid en/of de behoefte aan zorg. In de praktijk blijkt driekwart van de ouderen die “gezondheid” als verhuisreden noemt, daadwerkelijk een matige tot slechte (ervaren) gezondheid en tweederde ondervindt beperkingen in het dagelijks
35
leven of bij huishoudelijke activiteiten te hebben (bron: onderzoeken Woon2006/2012 en PCkwadraat 2013). Naast de “fysieke” agenda hebben de nieuwe generaties oudere zorgvragers ook een veranderend wensenpatroon ten aanzien van de zorg en welzijn, waarbij wordt uitgegaan van servicegerichtheid en flexibiliteit van de aanbieders uitgaande van de eigen leefwereld. Indien blijven wonen in de eigen (aangepaste) woning niet meer mogelijk is kiest 2/3 ervoor te verhuizen naar een aanleunwoning/ seniorencomplex met als voornaamste argument dat daar 24/24 en 7/7 zorg beschikbaar is. Dit sluit aan bij de conceptontwikkelingen “all-inclusive”. Ook wil men die zorg het liefst zo dicht mogelijk bij de eigen oude vertrouwde woonomgeving ontvangen. 4. Aanpasbaarheid van de huidige woning Het criterium aanpasbaarheid is belangrijk om in eigen woning te blijven. Bij te hoge aanpassingskosten of de onmogelijkheid tot aanpassen dient op termijn te worden verhuisd. Dat blijkt ondermeer uit de motivatie van de verhuisgeneigdheid bij de ouderen (zie vorige paragraaf). Uit recent onderzoek van PCkwadraat onder zorgvragers blijkt dat 80% van de extramurale zorgvragers hun woning zorggeschikt vindt. Bij een toenemende zorgvraag naar het niveau voorheen ZZP 1 t/m 4 vindt nog circa 50% van de huurders hun woning geschikt. Bij EW-bezitters ligt dit percentage iets lager (36%). Indien Langer Thuis Wonen in de eigen woning echt niet meer kan, dan geeft het merendeel van de zorg-vragers aan te willen verhuizen naar een geclusterde setting (aanleunwoning, servicecomplex). 5. Kwaliteit van de wijk De kwaliteit van de wijk is eveneens van groot belang. Immers, het verregaand extramuraliseren dient vorm te krijgen vanuit wijkgerichte concepten waarbij alle belanghebbenden met elkaar samenwerken. Ook wordt nog een beroep gedaan op de zelfredzaamheid van de oudere zorgvragers. Het is dan ook belangrijk dat de wijk of leefkern voorziet in de benodigde voorzieningen en dat een goede leefbaarheid is gegarandeerd. Binnen de kernen van de gemeente is veelal sprake van een sterke sociale cohesie die als fundament voor de transitie binnen het sociaal domein inclusief de extramuralisatie kan dienen conform de principes van de civel society (dit is de sociale component van de uitdaging). Ook dient te worden voorzien in een veilige (verkeers)omgeving voor mensen met een beperking. Ook de beschikbaarheid van voorzieningen zoals openbaar vervoer, 1ste lijns zorgvoorzieningen, winkelvoorzieningen en ontmoetingspunten ondermeer in de vorm van huiskamers (welzijn) zijn daarbij ook van cruciaal belang (dit is het fysiek randvoorwaardelijk kader). In GIS webapplicatie is de nabijheid van de woningen bepaald ten opzichte van openbaar vervoer haltes, supermarkten, huisartsen en fysiotherapeuten. “Nabij” is gedefinieerd als een afstand van minder dan 400 meter tussen de woning en de betreffende voorziening. Onderstaande kaart geeft bijvoorbeeld de afstand van woningen tot meest nabije huisarts weer.
36
Bron: GIS-webapplicatie Eijsden-Margraten; weergave afstand van woning tot meest nabije huisarts
Bovenstaande uitwerking is een voorbeeld van de mogelijkheden bij een verdere vertaling van de opgave op wijkniveau waarbij ook de aansluiting op het voorzieningenniveau van bijvoorbeeld de 1 ste lijn van groot belang is. 6. Huidige woonomgeving sociaal Bij extramuraliseren is, zeker bij zwaardere zorgvragers, de aanwezigheid van een inwonende (levens)partner van cruciaal belang om langer in de eigen woning te kunnen verblijven. Aanvullend daarop is een sociaal netwerk met kinderen en/of vrienden en kennissen in de nabijheid mogelijk bepalend of al dan niet op korte moeten worden verhuisd naar een (geclusterde) zorgwoonvorm. Zie ook punt 1. eisen ten aanzien van mantelzorg en 2. betaalbaarheid. 7. De mogelijkheden van het zorgaanbod Het verregaand doorvoeren van de extramuralisatie kan alleen maar plaatsvinden indien zorgaanbieders bereid zijn de benodigde zorg te leveren. Zeker voor 24uurs onplanbare zorg verspreid in de wijk zal snel de rek in de financiële mogelijkheden bereikt zijn voor het deel van de bevolking met een lager inkomen en zal moeten voorzien in vangnetconstructies (financieel en/of gebouwelijk). Degenen met een hoger inkomen zullen in de toekomst waarschijnlijk steeds vaker vanuit de eigen middelen zorg inkopen. Hier ontstaat de ruimte voor nieuwe aanbodvormen. Daarnaast moet de samenwerking tussen alle betrokken partijen (ook niet-zorg gelieerd zoals woningcorporaties) leiden tot efficiency. Tenslotte wordt veel verwacht van toepassingen van zorg op afstand middels gebruikmaking van e-health. Het is nog niet duidelijk in hoeverre deze technologische hulpmiddelen daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren in het vergaand extramuraliseren de komende jaren. De 37
verwachtingen zijn hoog gespannen met betrekking tot de “winst” die allerlei innovaties moeten opleveren. Uit een impact-analyse van PWC blijkt dat de zorgaanbieders (en het hele netwerk erom heen) nog niet klaar zijn met de ontwikkeling van de nieuwe arrangementen en dat de afbouw van intramurale capaciteit feitelijk vooruitloopt op de realisatie van werkbare alternatieven. Alleszins moet het duidelijk zijn dat de fysieke transformatie opgave slechts zinvol kan worden ingevuld in nauw overleg en intensieve samenwerking met de zorgaanbieders die onder hoge tijdsdruk staan om de oude zorg af te bouwen en daarvoor op een verantwoorde wijze nieuwe extramurale zorgvormen in de plaats moeten stellen. 8. Het aanbod op de woningmarkt Een laatste vanzelfsprekend punt is voldoende aanbod op de zorgwoningmarkt. Daartoe wordt in deze rapportage een onderscheid gemaakt in de segmenten geschikt wonen, langer thuis wonen (verzorgd wonen verspreid) en geclusterd verzorgd wonen. Zoals uit de volgende hoofdstukken zal blijken, ligt de grootste uitdaging zowel in volume als in investeringsopgave in het segment geclusterd verzorgd wonen. Eerste aandachtspunt hierbij is het ‘zorg-scheefwonen’. In het onderzoek is gebleken dat van de zorggeschikte voorraad ‘verzorgd wonen’ circa 60% bewoond wordt door lichte zorgvragers en 40% door ‘zorgelozen’. Een ander aandachtspunt is de verkoopbaarheid van de eigen woning, met name in het lager segment In de gemeente Eijsden-Margraten zal dynamiek moeten worden gecreëerd om ouderen langer in staat te stellen in hun eigen woning te blijven (eventueel na aanpassingen) om vervolgens een geschikt aanbod geclusterd verzorgd wonen te hebben in de nabije omgeving. Daarbij wordt de bestaande woningvoorraad maximaal benut in combinatie met de verduurzaming. Uit hoofde van kwaliteitsimpulsen en spreiden van voorzieningen wordt waar nodig ook nieuwbouw gerealiseerd. Daarbij moet versnippering van het aanbod worden voorkomen en dienen economisch haalbare eenheden te worden ontwikkeld waarbij ook de combinatie met andere woonzorgvormen wordt gelegd bijvoorbeeld voor verpleging in de vorm van een PG-unit of wooneenheden voor somatische zorgvragers. Hierbij kan differentiatie van het aanbod voor de verschillende inkomensgroepen plaatsvinden en kan een koppeling met maatschappijvoorzieningen23 worden gemaakt. Zowel voor woningcorporaties als particuliere investeerders ontstaan vanuit deze context interessante projecten, want de vraag naar de ouderenzorgvoorzieningen nieuwe stijl houdt minstens veertig jaar aan in de regio Zuid-Limburg. Een samenspel van bovengenoemde elementen bepaalt het gedrag van de oudere zorgvragers in relatie tot invulling van hun woonzorgvraag.
5.1.2. VOOR GEHANDICAPTEN Binnen de gehandicaptenzorg staat de vraag-aanbod modellering nog in de kinderschoenen ten opzichte van de ouderenzorg. Qua “herkomst-bestemming” is de benadering anders. Immers, het betreft kleinere aantallen en vaak is de regionale context en het beleid van de bestaande 23
Aanhaking aan gemeentelijke accommodaties
38
instellingen bepalend. In de praktijk wordt daarbij al langer aangesloten op de principes van extramuraliseren en vermaatschappelijking van de zorg. De aanbieders zijn daarbij gericht op: De afbouw en ontsluiting van instellingsterreinen door deconcentratie en omgekeerde integratie; Kleinschalige en genormaliseerde woningbouw; Verkleining groepsgroottes; Scheiden van wonen en dagbesteding. Qua gedachtegoed hebben de zorgaanbieders de sprong gemaakt van voorzieningengericht denken naar vraaggericht denken. Zorg wordt daarbij op maat van de cliënt gerealiseerd vanuit de principes van community care: mensen met een beperking doen net als iedereen mee in de samenleving. Ze wonen tussen de andere mensen en kunnen volop meedoen aan alles wat de samenleving te bieden heeft van werk tot vrijetijdsbesteding. Daarbij worden ze ondersteund door familie, vrienden, vrijwilligers en professionals. Naast het regulier aanbod ontstaan in de praktijk ook woonvormen als gevolg van ouderinitiatieven. Ook hier kan een combinatie intramuraal en extramuraal worden nagestreefd als ook sectoroverschrijdend voorzieningengebruik met bijvoorbeeld een zorgboerderij met een aanbod gericht op zowel de ouderen als gehandicapten. Bijzonder aandachtspunt is de voortschrijdende vergrijzing binnen de gehandicaptensector als gevolg van de verbetering van de medische zorg en welvaartsontwikkeling in algemene zin. Ook wordt op termijn een daling van het aantal gehandicapten verwacht mede als gevolg van de bevolkingsdaling en de effecten als gevolg van prenatale testen die beschikbaar zijn gekomen. Binnen de gemeente Eijsden-Margraten zal de impact van de extramuralisatie beperkt van omvang zijn. Met name de relatie met de participatiewet (Wajong) dient te worden bewaakt en vanuit de overheveling van de functie begeleiding kan ook een relatie met wonen worden gelegd in de transitie van het sociaal domein. Daarbij gaat de aandacht vooral uit naar de bestaande extramurale populatie gehandicapte zorgvragers. Bij de verdere uitwerking van de vraag-aanbodbepaling in Eijsden-Margraten wordt gebruik gemaakt van een ramingsmodel ontwikkeld door RIGO (zie hoofdstuk 6).
5.1.3. VOOR GGZ ZORGVRAGERS Binnen de GGZ vindt een grootschalige afbouw van intramurale capaciteit plaats. Daarbij worden de regionale instellingsterreinen van de GGZ voor een belangrijk deel afgebouwd (schatting 400 plaatsen in Zuid-Limburg). Binnen de gemeente Eijsden-Margraten is geen intramurale GGz capaciteit aanwezig en vandaar uit ook geen afbouw. De betreffende doelgroep EPA (Ernstige Psychiatrische Aandoeningen) wordt middels FACTconcepten (Functie Assertive Community Treatment) terug naar de maatschappij gebracht. Daarbij ligt de focus onder meer op participatie middels terugkeer in het arbeidsproces. De ambulante FACT-teams bieden ondersteuning aan de cliënt en zijn omgeving en gaan ook uit van een wijkbenadering zoals die wordt voorgestaan in de ontwikkeling van het sociaal domein. De
39
praktische betekenis van de afbouw wordt op basis van praktijk-ervaringen door dr. Philippe Delespaul van Universiteit Maastricht beschreven in hoofdstuk 6. Binnen de GGZ spelen in feite drie fenomenen. Naast de boven beschreven afbouw van de intramurale GGZ-capaciteit wordt ook de extramurale begeleiding van de GGZ én de capaciteit beschermd wonen overgeheveld naar het sociaal domein. Dit laatste betekent dat de gemeenten vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning, waaronder 24-uurs verblijf en bijhorende begeleiding (beschermd wonen). Vooralsnog worden de 43 centrumgemeenten verantwoordelijk voor beschermd wonen. Ook de regie voor de plaatsing van cliënten ligt bij de centrumgemeenten.
5.2.
DEFINITIES ZORGWONINGEN
In dit onderzoek is ervoor gekozen om voor de ouderenzorg aan te sluiten op de definities wonen met zorg van de TIL-systematiek (“Thuis in Limburg”). Daarbij wordt de volgende typologie toegepast: Wandelstok: dit is een nultredenwoning geschikt voor mensen met een lichte fysieke beperking of zorgbehoefte. Alle primaire ruimtes zoals de woonkamer, keuken, toilet, badkamer en ten minste één slaapkamer zijn bereikbaar zonder trap. Rollator: dit is een rollator toegankelijke woning geschikt voor mensen met een grotere fysieke beperking of zorgbehoefte. Alle primaire ruimtes bevinden zich op dezelfde woonlaag. Er zijn geen of lage dorpels en de deuren zijn minimaal 85 cm breed. Rolstoel: deze rolstoeltoegankelijke woning is geschikt voor mensen met een ernstige fysieke beperking of zorgbehoefte. Alle primaire ruimtes bevinden zich op dezelfde woonlaag. Naast brede deurdoorgangen, is er voldoende ruimte om een rolstoel te kunnen gebruiken. In onderhavig onderzoek is ervoor gekozen om de TiL-systematiek te koppelen aan de definities van geschikt en verzorgd wonen. Hierdoor kan worden aangesloten op de concepten zoals die vorm krijgen in het extramuralisatiebeleid van de overheid. Dit leidt tot het volgende definitiekader.
Basisdefinitie Zorgwoning (zowel geschikt als verzorgd wonen) “Een zorgwoning is een zelfstandige woning die gelegen is in een leefbare, veilige en sociale omgeving waarin de inwonende zorgvrager(s) met geestelijke en/of fysieke beperkingen onafhankelijk kunnen functioneren. De usability van de woning is hoog; de woning bestaat idealiter uit één woonlaag (voor de doelgroepen met fysieke beperkingen), is geheel toegankelijk en doorgankelijk voor de zorgvrager(s) en (intensieve) 24-uurszorg is (on)planbaar aanwezig binnen een range van 5 tot 15 minuten. Met behulp van domotica en nabijgelegen maatschappijvoorzieningen kunnen ook extra (zorg)diensten worden afgenomen.”
In bijlage 1 is een begrippenkader wonen met zorg opgenomen, waarin gebruikelijke terminologieën uit de ouderenzorg, GHZ en GGz worden toegelicht. 40
HOOFDSTUK 6 6.1.
HET VOLUMEVRAAGSTUK “HOEVEEL ZORGVRAGERS”
OUDERE ZORVRAGERS
6.1.1. VRAAG De vraag naar woon-zorgvoorzieningen is basic afhankelijk van twee factoren. Enerzijds is er een 1 op 1 relatie met de demografische ontwikkeling en anderzijds de impact van de afbouw van de intramurale capaciteit waarvoor extramurale alternatieven gerealiseerd moeten worden. DEMOGRAFIE In onderstaande tabel is de bevolkingsontwikkeling op niveau gemeente Eijsden-Margraten weergegeven (onderleggers op kernenniveau zijn te vinden in bijlage 3). Tot 2040 krimpt de bevolking naar 21.650 inwoners (afname 13%). Het aantal 75plussers groeit naar 4.570 (> factor 2 ten opzichte van 2014). In 2040 is 1 op de 5 inwoners 75 jaar of ouder. Demografische ontwikkeling (gemeenteniveau) JAAR totale bevolking
2014
2018
2023
2028
2040
25.010
24.611
24.173
23.647
21.650
-2%
-3%
-5%
-13%
2.635
3.290
3.790
4.570
121%
151%
174%
210%
% kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
2.180
groei i ndex tov 2014 (=100%)
85 jaar en ouder
475
groei i ndex tov 2014 (=100%)
aandeel 75 plus tov bevolking
9%
620
780
960
1.440
131%
164%
202%
303%
11%
14%
16%
21%
Ter illustratie van de voortschrijdende vergrijzing is in onderstaande kaart de concentratie van het aantal 75plussers in de jaren 2014 en 2023 voor de kern Margraten weergegeven. 2023
2014
Bron: GIS-webapplicatie Eijsden-Margraten; weergave concentratie 75plussers in 2014 en 2023
41
VRAAGONTWIKKELING De behoefte c.q. vraag naar zorggeschikte woningen voor ouderen is afhankelijk van twee factoren. Enerzijds de demografische ontwikkeling en anderzijds de afbouw van intramurale capaciteit waarvoor extramurale alternatieven moeten worden ontwikkeld. Het aantal zorgvragers en de verdeling naar benodigde woon- en verblijfsvormen is bepaald op basis van planologische ramingmodellen waarin de afbouw van intramurale capaciteit is meegenomen. In de berekeningen wordt ervan uitgegaan dat 45% van de 75plussers een woonzorgvraag heeft met de volgende verdeling: 27% van de 75plussers heeft behoefte aan geschikt wonen; 9% van de 75plussers heeft behoefte aan verzorgd wonen (verder op te splitsen naar Langer Thuis Wonen verspreid in de wijk en geclusterd verzorgd wonen); 9% heeft een intramurale indicatie. (zie bijlage 1 voor een begrippenkader wonen en zorg). Het resultaat van de toepassing van deze kengetallen op de gemeente Eijsden-Margraten is weergegeven in de volgende tabel. Daaruit komt naar voren dat het aantal zorgvragers met een behoefte aan verzorgd wonen de komende veertien jaar toeneemt met 233 eenheden. Als gevolg van de afbouw van de benodigde capaciteit van de verzorgingshuizen van in totaal 76 plaatsen tussen 2014 en 2018 (119 plaatsen benodigd in 2014 en 43 plaatsen in 2018) ontstaat een extra vraag van 100 plaatsen verzorgd wonen (43 plaatsen vervangingscapaciteit voor voorheen de ZZP’s 1 en 2 en 57 plaatsen voor voorheen ZZP3 en 25% van ZZP4). In totaal 441 personen extra hebben een vraag naar geschikt wonen de komende 14 jaar. De behoefte aan intramurale voorzieningen groeit - ondanks de afbouw van de verzorgingshuiscapaciteit - van 248 plaatsen in 2014 naar 287 plaatsen in 2028. Vraagontwikkeling (gemeenteniveau) JAAR
2014
2018
2023
2028
verschil
Verzorgd wonen
122
247
308
355
233
VW ba s i s
122
148
184
212
90
VW SWZ ZZP 1 2
43
53
61
61
VW SWZ ZZP 3 ¼4
57
71
82
82
Geschikt wonen
597
722
901
1.038
441
Intramuraal
248
200
250
287
39
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
119
43
54
62
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
92
111
138
159
68
Soma tiek zzp 6,8
38
46
58
66
28
968
1.169
1.459
1.681
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
714
In het model genoemde kengetallen betreffen de vraag naar voorzieningen op personenniveau.
24
24
Echter, bij de extramurale zorgvragers kunnen beide partners in een huishouden zorgvrager zijn. Door deze gedeelde vraag daalt het aantal benodigde wooneenheden. Als omrekenfactor voor de vertaling van personen naar wooneenheden wordt gerekend met respectievelijk 0,75 voor geschikt wonen en 0,95 voor verzorgd wonen. De behoefte aan verzorgd wonen wordt dan 337 wooneenheden (voor 355 personen) en geschikt wonen wordt 778 wooneenheden (voor 1.038 personen).
42
Ten aanzien van verzorgd wonen dient zich een nieuwe situatie aan. Immers, als alternatief voor het verzorgingshuis (voorheen een tussenvoorziening tussen thuis wonen en het verpleeghuis) kan de zorgvrager ervoor kiezen om effectief Langer Thuis te blijven Wonen of te verhuizen naar een geclusterde setting verzorgd wonen c.q. een aanleunwoning of woonzorgcomplex (zie ook schema zorgcarrière in hoofdstuk 4). Afhankelijk van de keuzes die de toekomstige zorgvragers (kunnen) maken, zal een bepaald aanbod aan geclusterde of verspreide woningen verzorgd wonen benodigd zijn. Op basis van eerder onderzoek en rekening houdend met de specifieke situatie in EijsdenMargraten (veel eigen woning bezit, relatief hoge inkomens, een omgeving met gradiënten), is de inschatting dat circa 40% van de vraag naar verzorgd wonen zal worden ingevuld in de eigen woning (Langer Thuis Wonen) en 60% in een geclusterde setting. Dit betekent dat binnen de gemeente in 2018 circa 140 woningen25 ‘geclusterd verzorgd wonen’ noodzakelijk zijn en 200 in 2028.
6.1.2. AANBOD OFWEL “WELK WONINGAANBOD IS ER AL?” In deze paragraaf wordt het reeds beschikbaar woon-zorg-aanbod in de gemeente Eijsden-Margraten in kaart gebracht, oplopend van licht (geschikt wonen) naar zwaardere/zware zorg (verzorgd wonen en intramuraal). In onderstaande tabel is het aanbod geschikt en verzorgd wonen weergegeven. In de gemeente zijn in 2014 in totaal 659 (zorg-)wooneenheden aanwezig, waarvan 448 behorend tot de categorie ‘geschikt wonen’ en 211 ‘verzorgd wonen’. Bestaand aanbod geschikt en verzorgd wonen wooneenheden 2014
categorie . .
Geschikt wonen Verzorgd wonen - Langer Thuis Wonen verspreid - geclusterd verzorgd wonen
TOTAAL
448 211 69 142 659
Geschikt wonen Als vertrekpunt wordt ervan uitgegaan dat de vraag 2014 volledig is ingevuld. Immers, de zorgvragers wonen al op een plek en ontvangen daar zorg (0-situatie). Dit betekent dat op dit moment 448 ‘geschikt wonen-‘woningen26 zijn binnen de gemeente (huurwoningvoorraad en particulier bezit). Met mogelijk “zorg-scheefwonen” in de vorm van “zorgvrager woont in een niet geschikte woning” wordt dus geen rekening gehouden. Verzorgd wonen - geclusterd Bij de categorie ‘verzorgd wonen/geclusterd’ gaat het om woningen, onderdeel van een complex of bijvoorbeeld gelegen in een hofje, die rolstoeltoe- en doorgankelijk zijn en waar bewoners kunnen terugvallen op een 24-uurs zorgsysteem voor zowel planbare als onplanbare zorg. Deze woningen 25 26
247 * 60% * 0.95 (huishoudfactor) Vraag ‘geschikt wonen’ in 2014 (597 personen) * huishoudfactor ‘geschikt wonen’ (0,75) = 448 wooneenheden.
43
zijn vooral eigendom van corporaties (huurwoningvoorraad) en niet/nauwelijks (geclusterd) te vinden in het particulier bezit. Conform opgave van de woningcorporaties Woonpunt en Servatius, bedraagt het aantal wooneenheden verzorgd wonen in de gemeente in totaal 142 woningen (daarbij is geen rekening gehouden met de mogelijke omzetting van capaciteit licht). Het betreft woningen die momenteel fysiek geschikt zijn voor het concept ‘verzorgd wonen’. Aandachtspunt is de koppeling met zorg (bij een aantal complexen zijn geen afspraken gemaakt met zorgaanbieders over de levering van 24-uurs zorg. Deze complexen verzorgd wonen zijn gesitueerd in de kernen Margraten, Eijsden en Cadier en Keer. In de overige kernen ontbreekt op dit moment een (fysiek) aanbod verzorgd wonen. Aanbod geclusterd verzorgd wonen (2014) Kern
Locatie
Margraten Margraten Margraten Margraten Margraten Cadier en Keer Margraten
Sprinkstraat Schinkepoort Van Plettenbergstraat van Eynattenstraat Julianalaan Pastoor Frissenstraat De Bunderhoevestraat
subtotaal Margraten
Eijsden Eijsden Eijsden
Breusterhof Schoolhof Burg Wijnandsstraat
subtotaal Eijsden TOTAAL
Gelabelde ouderenwoningen; 'geschikt wonen' TOTAAL
Kern
Locatie
12 35 4 3 5 19 20
Gronsveld Gronsveld Gronsveld Rijckholt
Holegracht Vroendalsweg De Wyjert Kloosterstraat
98
18 16 10
Cadier en Keer Cadier en Keer Mheer/Noorbeek Mheer/Noorbeek
44
subtotaal Margraten
142
subtotaal Eijsden
TOTAAL
TOTAAL
7 11 17 12
47
Sint Blasiushof Groenpad Pastoor Gilissenstraat Rubgaard
27 6 16 15 64 111
Naast de bestaande voorraad ‘verzorgd wonen’ is er binnen de gemeente corporatiebezit dat op dit moment voldoet aan criteria voor ‘geschikt wonen’, zoals de Blasiushof in Cadier in Keer. De woningen zijn wel rollatorproof, maar niet rolstoel toe- en doorgankelijk. Een verdiepingsslag op casusniveau is nodig om de mogelijkheden voor opwaardering te bekijken. Mogelijk kan dit resulteren in extra woningen in de categorie ‘verzorgd wonen-geclusterd’. Verzorgd wonen - Langer Thuis Wonen Verzorgd wonen kan ingevuld worden in een geclusterde setting, maar ook middels Langer Thuis Wonen. De bewoner ontvangt de zorg dan in de eigen woning. Op basis van aannames voldoet 30% van de woningen (huurwoningvoorraad en particulier bezit) al voor ‘verzorgd wonen-langer thuis wonen’ en het andere deel zal aangepast moeten worden (opplussen). Op basis van de vraag VWLanger Thuis Wonen in 2028 (242 personen) zijn 69 woningen27 reeds geschikt en moeten 161 woningen worden aangepast. Zie bijlage 4 voor een toelichting op de onderliggende aannames vraagontwikkeling verzorgd wonen. Intramuraal De intramurale voorzieningen binnen de gemeente zijn eveneens geconcentreerd in de kernen Eijsden, Margraten en Cadier en Keer. De capaciteit ‘zonder behandeling’(= het oude verzorgings27
72 personen * huishoudfactor 0.95
44
huis) dient te komende jaren grotendeels te worden afgebouwd tot een niveau van 43 plaatsen in 2018 (zie tabel vraagontwikkeling onder 6.1.1.). Desgevraagd heeft zorgaanbieder Envida (exploitant van locaties in kernen Eijsden en Margraten) echter aangegeven dat de intramurale capaciteit niet wordt afgebouwd de komende jaren. De bestaande capaciteit licht wordt geleidelijk omgezet naar capaciteit licht en een deel van de capaciteit krijgt een regionale functie tijdens de transitie. De capaciteit van de Stichting Bejaardenzorg De Keerderberg in Cadier en Keer zal worden omgezet naar een combinatie van verpleeghuiszorg en extramurale all inclusive woonvoorzieningen. Aanbod intramurale voorzieningen voorziening
kern
Appelgaard/De Lommer Margraten De Bron Eijsden Keerderberg Cadier en Keer TOTAAL
VZH (zonder BH *)
42 25 19 86
PG SOM TOTAAL opmerking 30 40 0 70
35 16 15 66
107 81 34 222
vrijkomende VZH-plaatsen worden aangeboden aan bewoners van afbouwlocaties VZH wordt geleidelijk verpleeghuis (in 2015 blijft deze verhouding bestaan) VZH wordt afgebouwd en (deels) ingevuld met PG/somatiek
* capaciteit zonder behandeling (zzp 1-6) Excl. ontwikkelplannen (o.a. ombouw 'licht' naar extramuraal of 'zwaar')
6.1.3. MATCH VRAAG-AANBOD In onderstaande tabel is de match vraag-aanbod ‘extramuraal’ voor de periode 2014-2018 op niveau gemeente Eijsden-Margraten in kaart gebracht. In bijlage 5 zijn de aannames van de berekening opgenomen en in bijlage 6 is de match vraag-aanbod per kern weergegeven. Ad 1
Analyse op de korte termijn (periode 2014-2018)
Match vraag-aanbod: opgavebepaling 2014-2018 Eijsden-Margraten
VRAAG 2018 personen
(1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A
OPGAVE
personen wooneenh.
62
47
wooneenh.
€
47
€ 940.000
722
660
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
660
660
0
0
0
€
- met ingrepen (opplussen)
62
0
62
47
47
€
168
50
50
48
48
€ 1.440.000
50
50
0
0
0
€
50
0
50
48
48
€
69
€ 6.831.000
117 164
€ 8.271.000 € 9.211.000
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
AANBOD
67
0
67
64
79 247 969
149 200 860
-70
-67
47 109
45 92
-3
940.000
1.440.000
Geschikt wonen Uit bovenstaande tabel blijkt dat, tot 2018, in totaal 47 wooneenheden opgewaardeerd moeten worden tot het niveau ‘geschikt wonen’. Daarbij wordt aangenomen dat de behoefte 2014 volledig is ingevuld, d.w.z. de woningvoorraad geschikt is (wandelstok toe- en doorgankelijk), en voor de groei uit hoofde van de demografische ontwikkeling (periode 2014-2018) dient 50% van de woningen te
45
worden aangepast28. Het betreft in totaal 47 wooneenheden en met een geraamde investering van € 940.000. Verzorgd wonen - Langer Thuis Wonen Uit de match blijkt dat op korte termijn 48 woningen opgeplust moeten worden naar het niveau ‘verzorgd wonen-verspreid’ (investering € 1.440.000). Op basis van de huidige verhouding huur-koop bij zorgvragers (52% huur-48% koop) zal de opgave niet alleen binnen de huurwoningvoorraad plaatsvinden, maar ook in het particulier bezit vorm moeten krijgen. Als de woning niet aanpasbaar is zal de vraag naar verzorgd wonen niet in de eigen woning kunnen worden ingevuld. Deze zorgvragers verhuizen alsnog naar een woning die wel zorggeschikt is, vaak een geclusterde setting. Dit resulteert in een “aanvullende” vraag geclusterd verzorgd wonen van 64 wooneenheden in de gemeente Eijsden-Margraten. Verzorgd wonen-geclusterd Voor de periode tot 2018 is de opgave 69 wooneenheden ‘geclusterd verzorgd wonen’ met een geraamde investering van € 6,8 miljoen. In de investeringsraming is ervan uitgegaan dat realisatie (in de kleine) kernen en/of vernieuwing van het aanbod niet alleen middels opplussen gerealiseerd kan worden, maar dat ook nieuwbouw noodzakelijk is (de gehanteerde verhouding is 40% opplussen en 60% nieuwbouw). In 2018 hebben 146 personen een vraag naar ‘geclusterd verzorgd wonen’; 79 personen hebben een ‘directe’ vraag en 67 personen willen c.q. ’moeten’ vanuit de eigen woning alsnog verhuizen naar een geclusterde setting (bijv. omdat zij de eigen woning niet kunnen aanpassen). De vraag afgezet tegen het bestaande aanbod (142 wooneenheden29) resulteert erin dat tot 2018 – op gemeenteniveau – in aantallen voldoende wooneenheden ‘verzorgd wonen-geclusterd’ beschikbaar zouden zijn. De opgave van 69 wooneenheden is 50% van de vraag30. De ‘aanvullende’ opgave komt voort uit herspreiding, verdunning en differentiatie van het aanbod en de impact van ‘zorg-scheefwonen’: In Eijsden-Margraten hebben de corporaties 142 verhuureenheden, die geschikt zijn voor verzorgd wonen. Echter, dit is het beeld op gemeenteniveau; het aanbod is geconcentreerd in de kernen Eijsden, Margraten en Cadier en Keer. In de overige kernen is (nog) geen aanbod ‘verzorgd wonen-geclusterd’ (zie match vraag-aanbod op niveau kernen in bijlage 6); Het bestaande aanbod is integraal onderdeel van de sociale huurwoningvoorraad. Passend bij de hogere inkomensniveaus in Eijsden-Margraten kunnen nieuwe voorzieningen in het hoger c.q. particulier segment gerealiseerd worden; Ook komt de opgave vanuit onder meer de wens tot verdunnen van het aanbod binnen grotere complexen(geen ‘zorg-ghetto’s’ met allemaal zware zorgvragers realiseren); ‘Zorg-scheefwonen’: de bestaande capaciteit van 142 wooneenheden wordt niet volledig benut door de beoogde doelgroep zware zorgvragers; 63% wordt bewoond door – lichte – zorgvragers; zie bijlage 7).
28
Uitgangspunt dat 50% reeds geschikt, rekening houdende met de gradiënten binnen de gemeente en veelal - royale vrijstaande woningen op ruime percelen. 29 Rekening houdend met de huishoudfactor van 0.95 is dit woonruimte voor 149 personen. 30 Vraag is 146 personen (79+67) * 50% * huishoudfactor VW (0.95) = 69 wooneenheden
46
Ad 2
Analyse op de middellange termijn (15-jaars periode 2014-2028)
Match vraag-aanbod: opgavebepaling 2014-2028 Eijsden-Margraten
VRAAG 2028 personen
(1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
MATCH V-A
OPGAVE
personen personen wooneenh.
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
818
818
0
0
0
€
- met ingrepen (opplussen)
221
0
221
165
165
€
242
72
72
69
69
€ 2.070.000
72
72
0
0
0
€
72
0
72
69
69
€
97
0
222 * 294 1.112
165
97
92
-108
-103
61 281
58 223
165
€
818
114 355 1.394
221
wooneenh.
1.038
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
AANBOD
-11
€ 3.300.000 3.300.000
2.070.000
89
* € 8.811.000
158 323
€ 10.881.000 € 14.181.000
* inclusief gerealiseerd aanbod tot 2018 (69 wooneenheden geclusterd verzorgd wonen)
In bovenstaande tabel is de opgave voor de periode 2014-2028 weergegeven. Tot 2028 moeten in totaal 165 wooneenheden opgewaardeerd worden tot het niveau ‘geschikt wonen’, met een investeringen van €3,3 miljoen. Hiervan moeten 47 eenheden in de periode 2014-2018 gerealiseerd zijn (opgave); Naar het niveau ‘verzorgd wonen-verspreid’ moeten tot 2028 69 woningen opgeplust worden. Dit zal grotendeels binnen het particulier bezit zijn. Een deel hiervan is onderdeel van de opgave 2014-2018 (48 wooneenheden). Voor de periode 2018-2028 is de opgave nog eens 21 eenheden (69-48); Een deel van de vraag naar verzorgd wonen zal uiteindelijk toch niet in de eigen woning kunnen worden ingevuld (Langer Thuis Wonen)31. Zorgvragers verhuizen dan vaak naar een geclusterde setting. Dit resulteert tot 2028 in een “aanvullende” vraag ‘geclusterd verzorgd wonen’ van 92 wooneenheden, waarvan nog 28 in de periode 2018-2028 (92-64); In de periode 2018-2028 als gevolgd van de demografische ontwikkeling een beperkte opgave van 20 plaatsen ‘geclusterd verzorgd wonen’: o de opgave is 10% van de vraag ‘verzorgd wonen’: vraag is 210 personen (114+97) * 10% * huishoudfactor VW (0.95) = 20 wooneenheden; o De ‘aanvullende’ opgave ontstaat ook uit de behoefte aan herspreiding, verdunning en differentiatie van het aanbod en de impact van ‘zorg-scheefwonen’; o in de periode 2014-2028 is de totaal opgave ‘geclusterd verzorgd wonen’ 89 wooneenheden, inclusief de opgave van 69 tot 2018 en 20 in de periode 2018-2028. Intramuraal In onderstaande tabel is de match vraag-aanbod voor de intramurale voorzieningen in EijsdenMargraten weergegeven, uitgaande van de huidige capaciteit (deze zal gedeeltelijk wijzigen door afen ombouw van de capaciteit ‘licht’ c.q. het ‘oude’ verzorgingshuis).
31
De redenen hiervoor zijn divers: wegvallen van ‘directe’ mantelzorg, woning die van binnen onvoldoende aanpasbaar is, woning onvoldoende toegankelijk (bijv. vanwege ligging op een helling), etc.
47
Match vraag en aanbod - intramuraal 2018 Eijsden Oost-Maarland Gronsveld Rijckholt Withuis/Mesch Cadier en Keer Margraten Mheer/Noorbeek Sint Geertruid Eijsden-Margraten
verzorgingshuis V* A V-A 11 25 -14 1 0 1 4 0 4 2 0 2 1 0 1 8 19 -11 8 42 -34 5 0 5 3 0 3 43 86 -43
V 28 3 10 5 3 21 22 12 7 111
PG A V-A 40 -12 0 3 0 10 0 5 0 3 0 21 30 -8 0 12 0 7 70 41
V 12 1 4 2 1 9 9 5 3 46
SOM TOTAAL intramuraal A V-A V A V-A 16 -4 51 81 -30 0 1 5 0 5 0 4 18 0 18 0 2 9 0 9 0 1 5 0 5 15 -6 38 34 4 35 -26 39 107 -68 0 5 22 0 22 0 3 13 0 13 66 -20 200 222 -22
+/+ betekent ondercapaciteit (te realiseren) aanbod excl. planontwikkeling, waaronder omzetting licht naar zwaar * vraag 2018 is alleen 75% zzp4 (zzp 1-2-3 en 25% zzp4 zijn geëxtramuraliseerd)
Op basis van de vergelijking vraag en aanbod ontstaat op gemeenteniveau een overcapaciteit van 22 intramurale plaatsen in 2018: Deze overcapaciteit ontstaat als gevolg van de extramuralisatie binnen de verzorgingshuiscapaciteit. Stichting De Keerderberg bouwt haar capaciteit ‘licht’ ad 19 plaatsen af, waardoor de overcapaciteit gereduceerd wordt van 43 naar 24 plaatsen. De resterende capaciteit ‘licht’ heeft meerdere functies: o schuifcapaciteit De verzorgingshuiscapaciteit in Appelgaard (Envida) heeft tijdelijk een regiofunctie. De capaciteit is bedoeld voor bewoners van afbouwlocaties van Envida in andere gemeenten. o bedoeld voor zorgvragers met een indicatie zzp4 o gedeeltelijk omzetten naar verpleging PG/somatiek en mogelijk ook deels afbouwen. Op gemeenteniveau is in 2018, op basis van de thans aanwezige plaatsen, een tekort van 41 plaatsen verpleging-PG32 oftewel 35% van de vraag33. In 2028 zal dit, bij gelijkblijvende capaciteit, opgelopen naar 90 plaatsen. Deze behoefte wordt momenteel ingevuld binnen de verpleeghuiscapaciteit van de gemeente Maastricht. Het is een bekend fenomeen dat ouderen uit de dorpen invulling geven aan de verpleegbehoefte in de populaire centrumgemeenten. Het is de vraag in hoeverre deze aanzuigende werking van de stad overeind blijft indien binnen de gemeente ruimte wordt gecreëerd voor PG-verpleeghuiszorg in kleinschalige voorzieningen. Een overcapaciteit somatische verpleeghuiszorg van 20 plaatsen ontstaat vanuit het aanbod Appelgaard/De Lommer in Margraten (de locatie heeft voor verpleging geen specifieke regiofunctie). Geconcludeerd kan worden dat de intramurale overcapaciteit van 22 plaatsen ontstaat vanuit de combinatie van enerzijds een overaanbod aan verzorgingshuiscapaciteit en somatische verpleeghuiszorg ad 63 plaatsen en een ondercapaciteit van 41 verpleeghuisplaatsen psychogeriatrie. Op het moment dat stichting De Keerderberg haar verzorgingshuiscapaciteit à 19 plaatsen heeft omgebouwd, wordt het overaanbod gereduceerd naar 3 plaatsen (er bestaat op gemeenteniveau dan wel nog een overaanbod ‘licht’ van 24 plaatsen). 32 33
Verpleeghuiszorg voor dementerenden Een deel van de vraag gaat stichting De Keerderberg invullen.
48
6.2.
GEHANDICAPTEN EN GGZ ZORGVRAGERS
Ook in de GHZ en GGZ is sprake van extramuralisering en wordt de ‘lichte’ zorg niet langer ín de instelling, maar ‘thuis’ geleverd. Daarnaast is in de GGZ sprake van ‘actieve uitplaatsing’ in het kader van de afbouw conform Bestuurlijk Akkoord34. Deze ontwikkelingen betekenen dat zorgvragers in deze sectoren steeds meer een beroep gaan doen op de reguliere woningmarkt. Nu wonen zij nog op de grote instellingsterreinen, zoals in Maastricht (Mondriaan, Koraal Groep) en Heerlen (Mondriaan), maar straks zullen een aantal zorgvragers gaan wonen in de omgeving waar hij/zij is opgegroeid en/of familie heeft wonen.
6.2.1. OPGAVEBEPALING GEHANDICAPTEN Bij het bepalen van de opgave moet rekening gehouden worden met de volgende uitgangspunten (zie ook hoofdstuk 5): De grote instellingsterreinen zullen steeds verder worden afgebouwd en de intramurale functies zullen steeds meer worden ingevuld vanuit de behoefte van het betreffende verzorgingsgebied; Mede als gevolg van de verwachte krimp in de regio zal ook de vraag naar voorzieningen voor gehandicapten dalen; De impact van extramuraliseren op de korte termijn is beperkt. Immers, de huidige intramurale bewoners blijven ook in de toekomst de huidige status genieten. Voor instromers geldt het nieuwe regime. De instroom bedraagt echter (ruim ingeschat) slechts 5% van de totale capaciteit. De impact van de maatregelen van de Participatiewet zijn groter met name op vlak van wijzigingen in de uitkeringssfeer voor de “zittende” extramurale populatie. VRAAG Om de vraagontwikkeling te bepalen is gebruik gemaakt van een ramingsmodel van RIGO. Uit het model blijkt dat het aantal gehandicapten in de gemeente Eijsden-Margraten constant blijft. Vraagontwikkeling GHZ E-M 2015 37 4 4 7 14 13 27 106
reguliere woning / ouderlijk huis niet geclusterd begeleid wonen verzorgd wonen beschermd wonen beveiligd wonen beschermd groeps-wonen totaal RIGO model
2025 36 5 4 8 15 13 28 107
AANBOD In de gemeente zijn geen voorzieningen beveiligd wonen. Deze voorzieningen zijn aanwezig in meer stedelijk gebied (Maastricht en Heerlen). In de gemeente is wel een aanbod begeleid wonen, zoals 10 34
Hierin is afgesproken dat vóór 2020 1/3 van de intramurale capaciteit wordt afgebouwd.
49
plaatsen in woonvorm Pieterke in Eijsden (stichting Wonen Plus) en woonvoorzieningen van Koraal Groep in de Kerkstraat en Capucijnerstraat (in totaliteit 11 plaatsen). Er zijn ook zorgvragers die thuis wonen/zelfstandig wonen (niet geclusterd) en daar extramurale zorg ontvangen. Radar en SGL zijn de voornaamste (extramurale) GHZ-zorgaanbieders in EijsdenMargraten. Zij hebben conform eigen opgave respectievelijk 41 en 19 extramurale zorgvragers op peildatum 1 juli 2014 in Eijsden-Margraten. Alle cliënten wonen zelfstandig en maken (indien van toepassing) gebruik van dagbesteding voorzieningen buiten de gemeente Eijsden-Margraten. MATCH VRAAG-AANBOD: WOONOPGAVE Op basis van het bestaande aanbod kan worden geconcludeerd dat de extramuralisatie binnen de gehandicaptenzorg al onderdeel van de dagelijkse praktijk is. Ook in de toekomst zal dit het geval zijn. Daarnaast zullen binnen de gemeente mogelijk nieuwe ontwikkelingen/initiatieven ontstaan. Daarbij kunnen de innovaties binnen het sociaal domein de voedingsbodem zijn voor kleinschalige geclusterde wooninitiatieven. Bijvoorbeeld de eerder genoemde ouderinitiatieven en ontwikkelingen gericht op een gecombineerd voorzieningengebruik (bijv. een zorgboerderij met een aanbod gericht op zowel ouderen als gehandicapten). Gegeven de verwachte krimp van de vraag zal een eventuele uitbreiding van intramurale capaciteit of geclusterde extramurale woonvormen ten koste of vervanging van andere capaciteit in de regio plaatsvinden. Qua aantallen zullen mogelijke ontwikkelingen beperkt in omvang zijn en zullen voorkomende initiatieven “spontaan” vanuit de markt ontstaan.
6.2.2. OPGAVEBEPALING GGZ VRAAG De GGZ is een complexe sector waarbij de zorg wordt herschikt op basis van nieuwe extramurale concepten voor de doelgroep Ernstige Psychiatrische Aandoeningen. Conform inventarisatie door PCkwadraat worden 400 intramurale plaatsen actief afgebouwd in de regio Zuid-Limburg. De betreffende zorgvragers “verliezen” hun intramurale status en worden de komende jaren geëxtramuraliseerd. Naast de intramurale afbouw moet rekening worden gehouden met de autonome vraagbepaling op basis van de prevalentie kengetallen van de GGZ. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in landelijk gebied een FACT-team (zie toelichting begrip FACT in hoofdstuk 5) 0,6% van de volwassenen in zorg heeft (Delespaul 2013). Voor Eijsden-Margraten betekent dit conform de expertramingen dat een FACT-team een caseload van 100 cliënten genereert met een gedeeltelijke overlap met de af te bouwen capaciteit (het toe te rekenen “herkomst-deel” uit de gemeente Eijsden-Margraten wordt geraamd op 15 plaatsen). Bovenstaande gegevens hebben betrekking op langdurige zorgvragers. Het betreft dus niet de kortdurende (ambulante) GGz zorg bij onder meer het Riagg, Mondriaan of particuliere GGZ behandelinstanties. De eerste levering Vektisgegevens (peildatum 14 juni 2014) over de gemeente Eijsden-Margraten geven aan dat binnen de gemeente 76 extramurale GGz-zorgvragers met begeleiding aanwezig zijn. AANBOD In de gemeente Eijsden-Margraten is één beschermde woonvorm aanwezig in de kern Cadier en Keer. De woonvorm biedt huisvesting voor 2 groepen van 6 intramurale (langdurige) zorgvragers en 50
komt vanaf 2015 onder gemeentelijke regie van de centrumgemeenten te vallen. Specifieke voorzieningen voor begeleiding zijn niet aanwezig. MATCH VRAAG-AANBOD: OPGAVE Binnen de gemeenten Eijsden-Margraten zal de intramurale capaciteit de komende jaren naar verwachting niet wijzigen. De bestaande voorziening van 2 keer 6 plaatsen beschermd wonen is daarmee de enige intramurale capaciteit binnen de gemeente. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat vanuit de regie door de centrumgemeente Maastricht geen besluiten worden genomen die aanleiding geven voor uitbreiding of afbouw van de capaciteit. Ten aanzien van de extramurale zorgvraag van ernstige psychiatrische zorgvragers geldt zoals eerder gesteld dat een FACT-team een caseload van 100 cliënten genereert in de gemeente EijsdenMargraten. In de praktijk heeft een FACT-team een caseload van 200 cliënten nodig om exploitabel te zijn. Dit betekent dat voor de toekomst een aantal invullingen mogelijk zijn: Een FACT-team actief buiten de gemeente evenals de caseload; Een FACT-team actief voor zowel Eijsden-Margraten als andere gemeente(n) zodat wordt voldaan aan het adherentiecriterium van 50.000 inwoners; Een innovatieve oplossing (bijvoorbeeld koppeling FACT-team aan sociale wijkteams) op maat van de gemeente Eijsden-Margraten.
6.2.3. OVERIGE RELEVANTE DATA Naast de eerder genoemde data is ten behoeve van het onderzoek ook gebruik gemaakt van de Vektisdata (levering september met peildatum 1 juni 2014) met gegevens van zorgvragers die per 01.01.2015 vanuit de AWBZ de overstap maken naar het sociaal domein voor de functie begeleiding. Ook is gebruik gemaakt van de Atlas Sociale Verzekeringen 2013 ten behoeve van regionale informatie inzake de Wajong populatie (zie bijlage 8).
51
HOOFDSTUK 7 7.1.
NULMETING “HERKOMST” OUDEREN
DOELSTELLING VAN DE NULMETING
Eén van de centrale onderzoeksvragen is wie de zorgvragers zijn in de gemeente Eijsden-Margraten, nu en in de toekomst. Daartoe heeft in dit onderzoek een nulmeting plaatsgevonden, waarbij een aantal relevante kenmerken van zorgvragers in de ouderenzorg35 zijn afgezet tegen de totale bevolking en de leeftijd-cohortes 65-74 jaar, 75-79 jaar, 79-84 jaar en 85 plus. Het zijn ook deze cohorten die de komende 20 jaar op zoek moeten gaan naar geschikte combinaties van wonen en zorg. De cohorten hebben dus een voorspellende waarde. In dat kader zijn de volgende relevante kenmerken van de (deel)populaties in beeld gebracht: verhouding huur/koop; huishoudsamenstelling; type woning; WOZ-waarde van de woning; inkomen. In de beschikbare GIS-applicatie Eijsden-Margraten zijn deze kenmerken in kaartlagen uitgewerkt. Zie http://maps.objectvision.nl/EijsdenMargraten/ Onderstaand volgt een beschrijving op hoofdlijnen van de uitkomsten (deze uitkomsten zijn ook in de eerdere hoofdstukken al toegepast).
7.2.
ONDERZOEKSPOPULATIE
In het onderzoek zijn in totaal 585 zorgvragers uit de ouderenzorg betrokken, die per 17 juli 2014 extramurale begeleiding (AWBZ-zorg) en/of Wmo zorg (Hulp bij het Huishouden) kregen. Dit betekent dat niet alle zorgvragers in beeld zijn, maar circa 80% van de extramurale ‘oudere’ zorgvragers in Eijsden-Margraten.36 Geen onderdeel van de nulmeting zijn: - Zorgvragers die alleen persoonlijke verzorging of verpleging krijgen (en niet HbH of BEG); zogenoemde “lijfsgebonden zorg” uit Zorgverzekeringswet. Deze zorgvragers zijn niet bekend bij de gemeente en vandaar ook niet betrokken in het onderzoek; - Zorgvragers uit de GHZ en GGz. De kenmerken van de zorgvragers op de relevante variabelen zijn vergeleken met de totale bevolking ad 25.010 inwoners op de peildatum, zijnde de totale bevolking van de gemeente Eijsden-Margraten.
35
Het betreft enkele een nulmeting van zorgvragers in de ouderenzorg . Zorgvragers uit de GHZ en GGz zijn niet betrokken. Uitgangspunt in het behoefteramingsmodel is dat 45% van de 75plussers (2.180 75plussers in E-M in 2014) een zorgvraag heeft, waarvan circa 75% extramuraal. Dit resulteert anno 2014 in circa 720 extramurale zorgvragers. In de nulmeting zijn 585 extramurale zorgvragers betrokken, hetgeen betekent ruim 80% (circa 130 zorgvragers zijn niet in beeld). 36
52
Specificatie onderzoekspopulatie
totale bevolking leeftijdscohorte 65leeftijdscohorte 65-74 leeftijdscohorte 75-79 leeftijdscohorte 80-84 leeftijdscohorte 85+
inwoners
% totale bevolking
extramurale zorgvragers
% totaal extram. zorgvragers
25.010 19.472 3.203 1.105 732 498
100% 78% 13% 4% 3% 2%
585 10 91 123 179 182
100% 2% 16% 21% 31% 31%
Van de totale bevolking in Eijsden-Margraten is 5% 80 jaar of ouder. Bij de zorgvragers betreft het aandeel 80plussers meer dan 60%.
7.3.
VERHOUDING HUUR-KOOP
Ruim 75% van alle inwoners in Eijsden-Margraten woont in een koopwoning. Het huurdeel (25%) wordt gedeeltelijk particulier, c.q. boven de huurtoeslaggrens, ingevuld (circa 75% is sociale huur).
Bron: GIS-webapplicatie Eijsden-Margraten; weergave eigendomssituatie
Naarmate mensen ouder worden, neemt het aandeel huur toe. Bijna 35% van de 85plussers woont in een huurwoning. Bij de extramurale zorgvragers is het aandeel huur meer dan 50%.
53
100% 90%
80% 70% 60% 50%
huur koop
40% 30% 20% 10% 0% totale bevolking leeftijdscohorte leeftijdscohorte leeftijdscohorte leeftijdscohorte leeftijdscohorte 6565-74 75-79 80-84 85+
extramurale zorgvragers
Verhouding huur-koop per leeftijdscohort totale bevolking vergeleken met zorgvragers
Verdeling totale bevolking versus zorgvragers Bij de zorgvragers is het aandeel koop 52%. Het grote(re) aandeel huur bij zorgvragers ten opzichte van de totale bevolking kan worden verklaard door de overstap van een koopwoning naar een (zorg)woning in de huursfeer onder andere omdat de eigen woning niet aanpasbaar was. Verdeling totale bevolking versus zorgvragers
totale bevolking leeftijdscohorte 65leeftijdscohorte 65-74 leeftijdscohorte 75-79 leeftijdscohorte 80-84 leeftijdscohorte 85+
aantal
huur
koop
25.010 19.472 3.203 1.105 732 498
23% 22% 19% 29% 34% 44%
77% 78% 81% 71% 66% 56%
totaal zorgvragers leeftijdscohorte 65leeftijdscohorte 65-74 leeftijdscohorte 75-79 leeftijdscohorte 80-84 leeftijdscohorte 85+
aantal
huur
koop
585 10 91 123 179 182
52% 40% 50% 49% 47% 61%
48% 60% 50% 51% 53% 39%
Bovenstaande betekent ook dat 48% van de zorgvragers een eigen woning heeft. Op het moment dat hij/ zij meer zorg nodig heeft, zal de eigen-woning-bezitter eerst op zoek gaan naar oplossingen in de eigen woning (woningaanpassingen in kader van Langer Thuis Wonen). Pas als de situatie niet meer houdbaar is, zal hij/zij verhuizen naar een andere geschikte woning. Uit onderzoek blijkt dat er dan een voorkeur is voor een geclusterde setting. Verdeling Eijsden-Margraten In onderstaande grafiek is de verhouding huur/koop weergegeven op gemeente- en kernniveau. Op niveau Eijsden-Margraten heeft 68% van de 75plussers een koopwoning versus 48% van de extramurale zorgvragers. In de kernen Rijckholt, Sint Geertruid, Withuis/Mesch woont meer dan 60% van de zorgvragers in een koopwoning.
54
100%
90%
80%
70%
60%
50%
huur koop
40%
30%
20%
10%
0% Alle lft. 75+ Zorgvr.Alle lft. 75+ Zorgvr.Alle lft. 75+ Zorgvr.Alle lft. 75+ Zorgvr.Alle lft. 75+ Zorgvr.Alle lft. 75+ Zorgvr.Alle lft. 75+ Zorgvr.Alle lft. 75+ Zorgvr.Alle lft. 75+ Zorgvr.Alle lft. 75+ Zorgvr. Eijsden-Margraten
Oost-Maarland
Eijsden
Margraten
Mheer & Noorbeek
Withuis & Mesch
Cadier en Keer
St. Geertruid
Gronsveld
Rijckholt
Verhouding huur-koop per kern, voor alle inwoners, de 75-plussers en de zorgvragers.
7.4.
HUISHOUDSAMENSTELLING
Van de inwoners van Eijsden-Margraten is 7% alleenstaand. 45% woont in een meerpersoonshuishouden met kinderen en 47% in een meerpersoonshuishouden zonder kinderen. Het aandeel alleenstaanden stijgt per leeftijdscohort. Van de groep 75-79 jarigen is 20% alleenstaand en van de groep 85plussers zelfs 38%. 100% 90% 80% 70%
60% Onbekend Meerpers. zonder kinderen
50%
Meerpers. met kinderen 40%
Alleenstaand
30%
20% 10% 0% alle inw.
65-74
75-79
80-84
85+
Huishoudsamenstelling totale bevolking versus zorgvragers
55
zorgvr.
Verdeling alleenstaanden totale bevolking versus zorgvragers Het aandeel alleenstaanden is bij de groep zorgvragers - logischerwijs - groter dan bij de totaal bevolking. Bij de zorgvragers is meer dan de helft (54%) alleenstaand. Slechts 4% woont in een meerpersoonshuishouden met kinderen, de overige 42% woont in een meerpersoonshuishouden zonder kinderen. Huishoudsamenstelling
Onbekend Alleenstaand Meerpers. met kinderen Meerpers. zonder kinderen n=
alle lft. 65-74 75-79 80-84 85+ alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. 0% 8% 0% 9% 0% 9% 0% 8% 0% 7% 7% 54% 12% 40% 20% 45% 31% 56% 38% 68% 45% 4% 6% 2% 6% 6% 4% 2% 4% 2% 47% 34% 82% 49% 74% 41% 64% 34% 58% 23% 25.010
585
3.203
91
1.105
123
732
179
498
Een belangrijke conclusie is dat op niveau Eijsden-Margraten 38% van de zorgvragers deel uitmaakt van een meerpersoonshuishouden (al dan niet met kinderen) en er dus een beroep kan worden gedaan op “directe” mantelzorg. In het leeftijdscohort 85plus is dit 25% en valt dus ook een deel ‘mantelzorg’ weg. Verdeling Eijsden-Margraten Evenals bij de huur-koop verhoudingen is ook bij huishoudsamenstelling te zien dat het beeld op gemeenteniveau weinig afwijkt van het beeld op kernenniveau. Uitschieters zijn de kernen Withuis/ Mesch; van de totaal bevolking is slechts 3% alleenstaand. 100% 90% 80% 70% 60% 50%
onbekend meerpers. zonder kinderen
40%
meerpers. met kinderen
30%
alleen-staand
20% 10% 0%
7.5.
WONINGTYPE
Meer dan 60% van de inwoners in Eijsden-Margraten woont in een twee-onder-een-kap of een vrijstaande woning. Naarmate de leeftijd toeneemt is een verschuiving richting gelabelde
56
182
ouderenwoningen37 zichtbaar. Een derde van alle 85plussers woont in een gelabelde ouderenwoning. 100% 90% 80% 70%
Onbekend Overig
60%
Gelabelde ouderenwoning
Flat/Appartement/Etage/Portiek
50%
Hoek/Eind
40%
Rij/Tussen/Geschakeld Twee onder een kap
30%
Vrijstaand
20% 10% 0% alle lft
65-74
75-79
80-84
85+
zorgvr.
Woningtype totale bevolking per leeftijdscohort vs. zorgvragers
Verdeling totale bevolking versus zorgvragers De zorgvragers wonen vaker in een flat/appartement/etage-woning, namelijk 18% tegenover 3% bij de totale bevolking. Daarnaast heeft de gelabelde ouderenwoning (grondgebonden en gestapeld38) een aanzienlijk groter aandeel onder zorgvragers, 20% versus 2% bij de totale bevolking. Woningtype
Overig Vrijstaand Twee onder een kap Rij/Tussen/Geschakeld Hoek/Eind Flat/Appartement/Etage/Portiek Gelabelde ouderenwoning Onbekend n=
alle lft 65-74 75-79 80-84 85+ alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. 5% 3% 4% 3% 6% 3% 5% 3% 5% 3% 26% 16% 29% 21% 24% 17% 22% 14% 16% 14% 35% 27% 36% 30% 35% 24% 31% 28% 22% 25% 20% 11% 17% 12% 14% 10% 13% 13% 9% 9% 8% 5% 5% 2% 5% 8% 4% 4% 4% 6% 3% 18% 4% 21% 7% 21% 7% 15% 7% 17% 2% 20% 2% 11% 7% 15% 16% 23% 33% 25% 1% 0% 1% 0% 2% 1% 2% 0% 3% 1% 25010
585
3203
91
1105
123
732
179
498
Verdeling Eijsden-Margraten Vrijstaande woningen en twee-onder-een-kap woningen zijn in de gemeente de dominerende woningtypen. Dit is terug te zien in iedere kern. In Eijsden en Margraten, de ‘grotere’ kernen, is het aandeel vrijstaande woningen iets kleiner. 37
Onder de noemer gelabelde ouderenwoningen vallen zowel de verpleeg- als verzorgingshuizen als aanleunwoningen en seniorencomplexen die als dusdanig zijn opgenomen in de WOZ-registratie. Het betreft dus zowel intramuraal verblijf als extramuraal aanbod dat als dusdanig is gelabeld. Enige vertekening in de cijfers is mogelijk door het niet 100% registreren van gelabelde ouderenwoningen in de WOZ-registratie. 38 Bijvoorbeeld: Blasiushof en Pastoor Frissenstraat (Cadier en Keer), Schoolhof (Eijsden), Holegracht (Gronsveld).
57
182
100% 90% 80% 70% Overig
60%
Meerdere types
50%
Onbekend Gelabelde ouderenwoning
40%
Flat/Appartement/Etage/Portiek
30%
Hoek/Eind Rij/Tussen/Geschakeld
20%
Twee onder een kap 10%
Vrijstaand
0%
Woningtype totale bevolking per kern
Onder de 75plussers neemt het aandeel ‘gelabelde ouderenwoning’ toe t.o.v. de andere woningtypes. De categorie ‘flat/appartement/etage’ is met name bij de 75plussers met name in de ‘grote’ kernen Eijsden en Margraten zichtbaar. 100% 90% 80%
70% Overig 60%
Meerdere types
50%
Onbekend Gelabelde ouderenwoning
40%
Flat/Appartement/Etage/Portiek
30%
Hoek/Eind Rij/Tussen/Geschakeld
20%
Twee onder een kap 10%
Vrijstaand
0%
Woningtype 75-plussers per kern
7.6.
WOZ-WAARDE
In de gemeente Eijsden-Margraten woont 68% van de totale bevolking in een woning met WOZwaarde van > € 200.000. Bij ouderen is dit aandeel iets kleiner, maar nog altijd groot (61% van de 85plussers).
58
Bron: GIS-webapplicatie Eijsden-Margraten; gemiddelde WOZ-waarde per 6 positie-postcode
Verdeling totale bevolking versus zorgvragers De WOZ-waarde van woningen van zorgvragers liggen over het algemeen lager. Van hen woont 43% in een woning met een WOZ-waarde van > € 200.000, tegenover 68% bij de totale bevolking. 32% van de zorgvragers (=186) heeft een woning met een WOZ-waarde < € 150.000 (tegenover 9% van de totaal bevolking). Een klein deel hiervan betreft een koopwoning (14 zorgvragers). Deze zorgvragers wonen, veelal met een laag inkomen (< € 1.700/maand), in een koopwoning en zijn daardoor financieel niet in staat hun woning, indien nodig, zorggeschikt te maken. Zij zullen – mogelijk – een beroep doen op de gemeente. WOZ-waarden alle lft 65-74 75-79 80-84 85+ alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. alle inw. zorgvr. 3% 13% 2% 14% 5% 10% 8% 12% 10% 16% 6% 19% 6% 16% 8% 18% 9% 17% 13% 23% 23% 25% 22% 24% 25% 27% 21% 22% 16% 25% 68% 43% 69% 45% 61% 46% 62% 49% 61% 36% 1% 0% 1% 0% 1% 0% 1% 0% 0% 0%
< € 110.000 € 110.000 - € 150.000 € 150.000 - € 200.000 >= € 200.000 onbekend n=
25.010
585
3.203
91
1.105
123
732
179
498
Verdeling Eijsden-Margraten Bij een vergelijking van de verschillende kernen is te zien dat de WOZ-waarden binnen de gemeente Eijsden-Margraten redelijk dicht bij elkaar liggen. Enkele uitschieters zijn Withuis-Mesch, waar 15% 59
182
van de woningen een ‘lage’ WOZ-waarde ( < € 150.000) heeft. In de overige kernen ligt dit aandeel onder de 10%. In de kernen Cadier en Keer, Mheer & Noorbeek, St. Geertruid en Withuis & Mesch staan relatief de meeste woningen met een WOZ-waarde van > € 200.000,-. 100% 90%
80% 70% 60% onbekend
50%
>= € 200.000
40%
€ 150.000 - € 200.000
30%
€ 110.000 - € 150.000
20%
< € 110.000
10% 0%
Verhoudingen WOZ-waarde in kernen
7.7.
INKOMEN
In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen 4 inkomenscategorieën39, zoals weergegeven in onderstaande tabel. Uit deze tabel wordt duidelijk dat het gemiddeld inkomen van de zorgvragers lager is dan van de totale bevolking. Waar bij de totale bevolking 5% een laag inkomen heeft, is dat bij de zorgvragers meer dan 20%. Van alle inwoners van Eijsden-Margraten verdient 46% meer dan € 2.500. Bij zorgvragers is dit aandeel 31%. Inkomen alle inw. zorgvragers 5% 21% 15% 19% 28% 23% 46% 31% 7% 6%
< € 1.700 € 1.700 - € 2.100 € 2.100 - € 2.500 > € 2.500 onbekend n=
25.010
laag modaal min modaal plus hoog onbekend
585
Verdeling totale bevolking versus zorgvragers Onderstaande grafiek laat het verschil in inkomen tussen de totale bevolking en de zorgvragers zien. Inkomens van zorgvragers liggen lager, ongeacht het leeftijdscohort. Van de totaal bevolking heeft 5% een ‘laag’ inkomen; bij de zorgvragers is dit 21%. De inkomensverschillen tussen beide groepen worden kleiner, naarmate mensen ouderen worden. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat in de leeftijdscohorten 80-84 en 85+ het overgrote deel ook zorgvrager is. 39
Inkomen is bepaald op basis van fiscaalmaandinkomen en is ondermeer afkomstig uit de gegevens die werkgevers aan de belastingdienst doorgeven. Dit inkomen is inclusief vakantietoeslag. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de hypotheekrente aftrek. Het betreft het inkomen van personen, niet het gezamenlijke inkomen van huishoudens. Vermogensanalyse maakt geen onderdeel uit van de uitgevoerde inkomensanalyse.
60
100% 90% 80% 70% 60% onbekend > € 2.500
50%
€ 2.100 - € 2.500 40%
€ 1.700 - € 2.100 < € 1.700
30% 20% 10% 0% alle inw.
zorgvr.
alle lft
alle inw.
zorgvr.
65-74
alle inw.
zorgvr.
75-79
alle inw.
zorgvr.
80-84
alle inw.
zorgvr. 85+
Inkomensverdeling totale bevolking versus zorgvragers per leeftijdscohort
Uit recent onderzoek blijkt dat circa 40% van de zorgvragers maandelijks ‘nipt rond komt’, ongeacht inkomensniveau (laag of hoog). In Eijsden-Margraten gaat het om, uitgaande van 585 zorgvragers, 234 personen. Zij hebben mogelijk behoefte aan maatschappelijke ondersteuning. Verdeling Eijsden-Margraten Onderstaande grafiek laat de inkomensverschillen tussen de kernen zien. Mensen met hogere inkomens wonen relatief gezien voornamelijk in Cadier en Keer en Rijckholt. Opvallend is dat in Rijckholt zowel het grootste aandeel hoge inkomens als lage inkomens te vinden is. De inkomensverschillen (spreiding) zijn hier dus groter. 100% 90% 80% 70% 60% 50%
onbekend
40%
> € 2.500
30%
€ 2.100 - € 2.500 € 1.700 - € 2.100
20%
< € 1.700
10% 0%
Verdeling inkomens totale bevolking per kern
61
In onderstaande grafiek is per kern de inkomensverdeling van zorgvragers weergegeven. 100%
90% 80% 70% 60% 50%
onbekend
40%
> € 2.500
30%
€ 2.100 - € 2.500
20%
€ 1.700 - € 2.100
10%
< € 1.700
0%
Verdeling inkomens zorgvragers per kern
7.8.
SOCIAAL ECONOMISCHE SCORE
De sociaal economische status en de gezondheidstoestand van mensen zijn sterk aan elkaar gerelateerd. Zo hebben mensen met een lage SES meer ziekten en beperkingen en een kortere levensverwachting. De verschillen in gezonde levensverwachting zijn nog groter tussen mensen met een hoge en lage SES. Een hogere SES betekent meer toegang tot middelen op bijna elk terrein van het leven: van woon- en werkomstandigheden tot gezondheidsinformatie en -gedrag. Ongunstige persoonlijke kenmerken komen vaak samen voor bij mensen uit lagere sociaal economische groepen. Onderstaande kaart geeft inzicht in de SES scores40 op niveau Eijsden-Margraten en middels het gebruik van de GIS-applicatie (http://maps.objectvision.nl/EijsdenMargraten/) kan inzicht tot op postcode niveau worden verkregen.
40
De SES score is gebaseerd op: - Inkomen (hoger inkomen resulteert in een hogere SES score) - Opleidingsniveau (hoger opleidingsniveau resulteert in een hogere SES score) - Autobezit (meer auto’s per huishouden resulteert in een hogere SES score) - Gezinssituatie (grotere gezinnen resulteren in een hogere SES score dan alleenstaanden, afgeleid uit GBA) Per 6 positie postcode is deze score bepaald en vervolgens met een 200 en 100 meter potentiaal uitgesmeerd tot een gebiedsscore.
62
Bron: GIS-webapplicatie Eijsden-Margraten; SES per 6 positie-postcode
7.9.
CONCLUSIE EN INTERPRETATIE NULMETING
In onderstaande tabel zijn voor de variabelen in de nulmeting de scores procentueel weergegeven (min-max range). Alle inwoners (n = 25.010) variabele
Eijsden
Margraten
Kleine kernen
huur koop
24% 76%
23% 77%
17-28% 72-83%
alleenstaand
8%
8%
3-9%
vrijstaand
17%
25%
24-38%
WOZ
laag hoog
9% 91%
8% 92%
5-15% 83-95%
inkomen
laag hoog
22% 70%
23% 74%
10-36% 54-80%
Eijsden
Margraten
Kleine kernen
huur koop
59% 41%
58% 42%
25-51% 49-75%
alleenstaand
59%
59%
0-60%
vrijstaand
6%
14%
16-50%
WOZ
laag hoog
38% 62%
38% 62%
0-34% 66-100%
inkomen
laag hoog
39% 61%
51% 49%
10-36% 54-80%
eigendom huishoudsamenstelling woningtype
Zorgvragers (n=585) variabele eigendom huishoudsamenstelling woningtype
63
woningtype
vrijstaand
17%
25%
24-38%
WOZ
laag hoog
9% 91%
8% 92%
5-15% 83-95%
inkomen
laag hoog
22% 70%
23% 74%
10-36% 54-80%
Eijsden
Margraten
Kleine kernen
huur koop
59% 41%
58% 42%
25-51% 49-75%
alleenstaand
59%
59%
0-60%
Zorgvragers (n=585) variabele eigendom huishoudsamenstelling woningtype
vrijstaand
6%
14%
16-50%
WOZ
laag hoog
38% 62%
38% 62%
0-34% 66-100%
inkomen
laag hoog
39% 61%
51% 49%
10-36% 54-80%
De gemeente Eijsden-Margraten kenmerkt zich door relatief hoge inkomens, een groot aandeel koop en woningen met een hoge WOZ-waarde. In vergelijk tot de totale bevolking zijn de zorgvragers vaker alleenstaand, wonen vaker in een huurwoning en zijn ‘armer’. De bevolking van Eijsden-Margraten is een relatief homogene populatie, hetgeen wil zeggen dat er geen echte ‘uitschieters’ zijn. In stedelijke gebieden zijn er veel meer tegenstellingen tussen rijke en arme buurten In Eijsden-Margraten zijn deze verschillen veel beperkter. De sociaal zwakkere delen zijn gesitueerd in en rond het centrum van de kernen Margraten en Eijsden. Beleidsmakers kunnen voor het extramuralisatievraagstuk, passend bij de relatief homogene populatie, meer ‘eenheid van beleid’ maken, met andere woorden “maatwerk op niveau van de gehele gemeente”.
64
HOOFDSTUK 8
SCENARIO ONTWIKKELING SPREIDING WONEN-ZORG
Bij de invulling van de extramuralisatie opgave dient een principiële keuze ten aanzien van de spreiding van de geclusterde woon-zorg voorzieningen over de kernen van de gemeente te worden gemaakt. Immers, de gemeente Eijsden-Margraten heeft 15 woonkernen en 13 gehuchten verspreid over een gebied met een oppervlakte van bijna 80 vierkante kilometer. Momenteel is het zorgaanbod in geclusterde woonvormen geconcentreerd in drie kernen (Eijsden, Margraten, Cadier en Keer), terwijl de vraag naar geclusterde voorzieningen in alle kernen ontstaat.
Vraag 2018
Aanbod 0% 0%
Eijsden
Eijsden 6%
Oost-Maarland
11%
Gronsveld
31%
Oost-Maarland
25%
Gronsveld
Rijckholt 0%
56%
0% 13%
Rijckholt
Withuis/Mesch 0%
20%
Cadier en Keer
2%
9%
Margraten
5%
Mheer Noorbeek
19%
Sint Geertruid
3%
Withuis/Mesch Cadier en Keer Margraten Mheer Noorbeek Sint Geertruid
Weergave aanbod en vraag 2018 ‘verzorgd wonen’
Vertrekpunt voor de scenario’s in de ouderenzorg is enerzijds de vraagontwikkeling, zoals weergegeven in hoofdstuk 6 (6.1.1.). Daaruit blijkt dat in 2018 247 personen behoefte hebben aan verzorgd wonen en 355 in 2028 (respectievelijk 235 wooneenheden in 2018 en 337 in 202841). Het aantal personen met woonbehoefte ‘geschikt wonen’ is in die jaren respectievelijk 722 en 1.038 (c.q. 542 en 779 wooneenheden42). Anderzijds is rekening gehouden met het reeds bestaande aanbod. In de kernen Eijsden, Margraten en Cadier en Keer zijn intramurale voorzieningen aanwezig en is een ruim aanbod geclusterd verzorgd wonen beschikbaar. De overige kernen beschikken, op dit moment, niet over een aanbod geclusterd verzorgd wonen. Uit de match vraag-aanbod (hoofdstuk 6.1.3) blijkt in 2018 geen tekort aan geclusterd verzorgd wonen. Echter, het aanbod is deels niet beschikbaar door zorg-scheefwonen, is geconcentreerd in 3 kernen én bevindt zich volledig in het sociaal segment. Rekening houdende met de vraagontwikkeling, het bestaande aanbod en de aannames rondom verzorgd wonen (langer thuis wonen versus geclusterd; zie ook bijlage 4), zijn vier theoretische scenario’s uitgewerkt variërend van ‘concentreren’ rond de bestaande intramurale voorzieningen tot ‘maximaal spreiden’ over de verschillende kernen van de gemeente in de toekomst (zie bijlage 9 voor een uitgebreidere toelichting): In scenario 1 wordt de huidige concentratie aan intramurale voorzieningen in de kernen Eijsden, Margraten en Cadier en Keer gecontinueerd c.q. verstevigd. Indien mogelijk wordt een aanbod geclusterd verzorgd wonen annex gerealiseerd.
41 42
Behoefte VW in 2028 is 355 personen (omgerekend 337 wooneenheden; huishoudfactor 0,95). Huishoudfactor 0,75; behoefte in 2028 bedraagt 1.038 personen = 779 wooneenheden.
65
In scenario 2 worden de bestaande intramurale voorzieningen gehandhaafd en worden daarnaast in een aantal kernen voorzieningen voor ‘verzorgd wonen-geclusterd’ gerealiseerd. Scenario 3 en 4 gaan uit van spreiding van de intramurale settings (kleinschalig) met hieraan gekoppeld appartementen ‘verzorgd wonen-geclusterd’.
In alle scenario’s moet rekening worden gehouden met het feit dat in alle kernen van de gemeente een aanbod Langer Thuis Wonen wordt gerealiseerd voor mensen die verspreid (veelal) in de eigen woning verblijven. Hierop moeten betaalbare arrangementen worden ontwikkeld door de zorgaanbieders, ook voor de zwaardere zorgvragers met beperkte zelfredzaamheid. Vanuit deze organische ontwikkeling vanuit de behoefte en de feitelijke fysieke spreiding van de kernen ligt het voor de hand dat binnen de gemeente Eijsden-Margraten de toekomstige oplossingen zich zullen aandienen binnen de scenario’s 3 en 4. Dit sluit ook aan op de strategische visie “Vernieuwen door Verbinden”. Uitgangspunt is een aanbod van kleinschalige(r) initiatieven binnen de witte vlekken die worden onderkend bij een analyse op kernenniveau (zie hiertoe concreet bijlagen 9 en 10).
Scenario 1: intramuraal en geclusterd VW in 3 kernen (concentreren)
Scenario 2: intramuraal in 3 kernen concentreren; geclusterd VW in meerdere kernen realiseren (spreiden)
Scenario 3: intramuraal en geclusterd VW spreiden in een aantal kernen
Scenario 4: intramuraal en geclusterd VW – op geleide van groei van de vraag – spreiden in meerdere kernen
66
HOOFDSTUK 9
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
De extramuralisatie van de lichte zorg en de omzetting naar extramurale concepten is een complex vraagstuk, dat, om verschillende redenen, ook wel gezien kan worden als de ‘vierde decentralisatie’ omwille van: De intense vervlechting met de andere dossiers van het sociaal domein en de fysieke transitie waarvoor de gemeente Eijsden-Margraten staat. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met de regionale kaderstellingen in het kader van de krimp; De regierol die in het extramuralisatiedossier bij de gemeenten wordt gelegd; Net zoals bij de overige dossiers van het Sociaal Domein bij de extramuralisatie een forse bezuiniging moet worden gerealiseerd; En de cruciale succesfactor op de langere termijn is een innovatieve aanpak ten aanzien van de transformatie. De impact van de extramuralisatie op korte termijn is groot aangezien de alternatieven voor de afbouw van de verzorgingshuizen volledig gerealiseerd dienen te zijn voor 2018. Vanaf 2014 vallen de zwaardere doelgroepen (met zeer beperkte zelfredzaamheid) onder het extra-muraal regime.
9.1.
CONCLUSIES
OUDERENZORG Het bestaande aanbod (intramuraal en ‘verzorgd wonen-geclusterd’) concentreert zich in drie kernen (Eijsden, Margraten, Cadier en Keer), terwijl de vraag in alle kernen ontstaat (mede in relatie tot ‘Langer Thuis Wonen’). In de overige kernen ontbreekt momenteel een woonzorgaanbod.
Aanbod
Vraag 2018
0% 0%
Eijsden
Eijsden 6%
Oost-Maarland
11%
Gronsveld
31%
Oost-Maarland
25%
Gronsveld
Rijckholt 0%
56%
0% 13%
Rijckholt
Withuis/Mesch 0%
20%
2%
Cadier en Keer
9%
Margraten
5%
Mheer Noorbeek
19%
Sint Geertruid
3%
Withuis/Mesch Cadier en Keer Margraten Mheer Noorbeek Sint Geertruid
Weergave aanbod en vraag 2018 ‘verzorgd wonen’
Opgavebepaling zorgwoningen De transformatie-opgave voor de zorghuisvesting van ouderen op niveau Eijsden-Margraten bedraagt in de komende veertien jaar 323 zorggeschikte woningen43 met een investering van ruim € 14 miljoen. Cruciaal is de opgave ‘verzorgd wonen’ met onderscheid in Langer Thuis Wonen versus 43
164 in de periode tot 2018 en 159 in de periode 2018-2028
67
geclusterd (dit laatste inclusief buffercapaciteit voor zorgvragers die in eerste instantie thuis willen blijven wonen, maar uiteindelijk, om verschillende redenen, toch verhuizen naar een geclusterde setting). Als gevolg van de snelle afbouw van de verzorgingshuizen (transformatie-effect) dient circa 60% van de opgave al in 2018 te zijn gerealiseerd. In de periode 2018-2028 ontstaat een toenemende vraag op basis van demografische ontwikkeling c.q. toenemende vergrijzing. De woon-zorg opgave bestaat uit drie grote uitdagingen:
De opgave Geschikt Wonen: realisatie van 165 levensloopbestendige woningen voor mensen met lichte extramurale zorgvragen. Deze opgave kan worden ingevuld binnen de bestaande woningvoorraad middels opplussen tot niveau ‘wandelstok’. De investeringsopgave wordt geraamd op € 3,3 miljoen;
De opgave Langer Thuis Wonen voor mensen die voorheen naar het verzorgingshuis gingen, maar geacht worden om binnen het huishouden nog voldoende regievermogen te hebben om zelfstandig te blijven wonen. Met een zorgaanbieder worden afspraken gemaakt ten aanzien van de benodigde 24-uurs zorg. Zorgvragers wonen voortaan langer in de eigen woning verspreid in de wijk en laten de woning opplussen om onder meer de door- en toegankelijkheid te verbeteren (niveau ‘rollator geschikt’). De opgave omvat in totaal 69 woningen en een investering van € 2,1 miljoen;
De opgave geclusterd verzorgd wonen die voorziet in de huisvesting voor de zwaarste extramurale zorgvragers die voorheen een indicatie ZZP 3 of ZZP 4 hadden. Het gaat om mensen met een beperkte mobiliteit en regieverlies mede als gevolg van een combinatie van aandoeningen. Daarom is directe nabijheid van zorg noodzakelijk (5-minuten woning) en voldoet de woning aan de criteria van rolstoeltoegankelijkheid. Voor de periode tot 2018 zijn binnen de gemeente in aantallen voldoende woningen geschikt, echter het aanbod concentreert zich in de kernen Eijsden, Margraten en Cadier en Keer. Daarnaast worden de woningen nu grotendeels bewoond door lichte zorgvragers en zelfs zorgelozen, waardoor de woningen op korte termijn niet beschikbaar zijn voor de doelgroep. Rekening houdend met deze twee elementen en daarnaast ook verdunnen en de benodigde differentiatie in het aanbod, is de totaal opgave 89 wooneenheden (€ 8,8 miljoen), waarvan 69 eenheden tot 2018 (€ 6,8 miljoen). Opplusmogelijkheden zullen zich voordoen in de bestaande voorraad in de kernen Eijsden, Margraten en Cadier en Keer. De nieuwbouw van clusters verzorgd wonen zal naar verwachting vooral in de dorpen plaatsvinden. Daarbij kan ook beter worden aangesloten op de financieel-economische situatie van de zorgvragers. Met name voor het midden en hogere segment zijn momenteel geen voorzieningen aanwezig.
68
SAMENGEVAT: 2014-2018 wooninvestering eenh.
type zorgwoning
2018-2028 wooninvestering eenh.
woon- investering eenh. cumulatief
geschikt wonen
verspreid
47 €
940.000
118 €
2.360.000
165 € 3.300.000
verzorgd wonen
verspreid
48 €
1.440.000
21 €
630.000
69 € 2.070.000
geclusterd
69 €
6.831.000
20 €
1.980.000
89 € 8.811.000
164 €
9.211.000
159 €
4.970.000
323 € 14.181.000
langer thuis wonen (verspreid) verzorgd wonen geclusterd
TOTAAL
Gevolgen voor de zorgvragers Betaalbaarheidsperspectief Als gevolg van het extramuraliseren wordt meer gevraagd van de zorgvragers. Enerzijds op het vlak van het nemen van eigen verantwoordelijkheid en anderzijds financieel. Concreet zullen ouderen hun huisvestingslasten en hotelmatige kosten zelf moeten betalen in het extramurale stelsel. Dat betekent dat ze minder middelen vrij te besteden hebben. Daarmee wordt de verwachte inkomensstijging als gevolg van hogere aanvullende pensioenen afgeroomd. Huishoudens met eigen vermogen zullen daarop interen. Zonder flankerend beleid worden de armste kwetsbare huishoudens geconfronteerd met een tekort op hun huishoudboekje. De meest kwetsbare huishoudens die zijn aangewezen op derden voor was, voeding en hulp bij het huishouden krijgen een financieel probleem indien niet wordt gecompenseerd. In de situatie van een alleenstaande AOW’er ontstaat een maandelijks tekort op het huishoudboekje van € 525 (versus een overschot van € 257 in het verzorgingshuis voorheen). Dit tekort loopt op tot € 864 bij een AOW’er met een eigen vermogen van € 100.000. In de discussie over de betaalbaarheid dient ook aandacht te zijn voor de voorgenomen veranderingen in de (bekostiging van de) Hulp bij het Huishouden (HbH). Zoals bekend heeft het Rijk een forse korting van zo’n 30% doorgevoerd op het budget HbH. Voor 2015 en 2016 is deze korting verzacht door de beschikbaarstelling van een subsidie Huishoudelijk Hulp Toelage (HHT), bedoeld voor het in 2015 en 2016 realiseren van een ‘zachte’ overgang van een maatwerkvoorziening HbH naar een algemene voorziening. De gemeente Eijsden-Margraten heeft samen met de overige M&H-gemeenten een verzoek gedaan om op basis van een concreet transformatieplan in aanmerking te komen voor deze subsidie. Dat verzoek is gehonoreerd en dit houdt in dat ook in Eijsden-Margraten de ombouw van HbH van een voorziening waarvoor eenieder in aanmerking kwam die hiertoe van de gemeente een indicatie kreeg (tegen betaling van een Eigen Bijdrage), naar een voorziening die tegen betaling voor iedereen toegankelijk is snel zal plaatsvinden. Hoe deze transformatie praktisch ingevuld zal worden is op dit 69
moment nog niet te voorzien, maar dat de verandering van invloed zal zijn op de huishoudboekjes van de vele huidige en toekomstige gebruikers van deze vorm van ondersteuning is zeker. Perspectief woonzorgwensen Over het algemeen zijn oudere mensen honkvast. Niemand verhuist graag. Ook onder zorgvragers is de honkvastheid groot. Uit recent onderzoek onder zorgvragers blijkt dat 66% van de huurders en 80% van de EW-bezitters (veelal hypotheekvrij) in eerste instantie langer thuis wil blijven wonen bij een toenemende zorgvraag (onderzoek PCkwadraat 2014). Dit leidt automatisch tot meer spreiding van de zorg over de verschillende kernen van de gemeente. Als verhuizen dan toch noodzakelijk is, kiest tweederde voor een aanleunwoning/seniorencomplex met als voornaamste argument dat daar 24/24 en 7/7 zorg beschikbaar is. Dit betekent concreet dat de oudere zorgvragers in eerste instantie langer thuis zullen blijven wonen. Hiervoor moet een aantal woningen opgewaardeerd worden en moeten de benodigde extramurale zorgarrangementen worden ontwikkeld. Gegeven de inkomenssituatie in de gemeente EijsdenMargraten kan een woon-zorgaanbod worden gerealiseerd met de nodige differentiatie en met name voor het midden en hoger segment. Anderzijds moet voor de lagere inkomens rekening worden voorzien in een betaalbare huur in de range € 400-500 per maand. Combinatie betaalbaarheid en woonzorgwensen Cruciaal voor de betrokkenen is een betaalbare huur. Zorgvragers die een lage huur betalen (bijvoorbeeld € 400 per maand) zullen niet geneigd zijn om naar een dure zorgwoning (veelal huurprijsniveau € 550 - € 650 range) te verhuizen. Mensen met een eigen vaak hypotheekvrije woning (in EijsdenMargraten 77% van de inwoners en 48% van de huidige zorgvragers) zullen ook honkvast zijn en blijven. De verhuisgeneigdheid bij ouderen zal dus verder afnemen door de extramuralisatie indien flankerend beleid ontbreekt.
Situatie in Eijsden-Margraten In Eijsden-Margraten woont 27% van de zorgvragers in een huurwoning en heeft een laag inkomen (< 2.100); 16% van de zorgvragers met een laag inkomen heeft een koopwoning. Deze groep komt mogelijk in de problemen doordat zij ‘noodgedwongen’ in een niet aangepaste woning blijven wonen (woning niet verkoopbaar dan wel onvoldoende financiële middelen om de woning zorggeschikt te maken); Van de zorgvragers heeft 33% een hoog inkomen en woont in een koopwoning. Deze groep heeft de middelen om de woning aan te passen dan wel verhuizen zij naar een zorggeschikte woning in het midden-hoog segment.
70
woningtype huur
laag
- blijven in huurwoning wonen; verhuizen niet naar (duurdere) zorggeschikte woning
bevolking
zorgvr.
1.860
inkomen
8%
hoog
- verhuizen naar zorggeschikte woning - blijven wonen met arrangement
koop
- woning niet verkoopbaar? 144 Blijven wonen met arrangement - hypotheek vrij/laag; blijven wonen met arrangement - verhuizen naar zorggeschikte 27% woning sociaal segment - blijven in eigen woning wonen 133 met arrangement - verhuizen naar zorggeschikte woning in hoog/hoger segment (beperkt) 24%
3.380
14%
bevolking
3.153
13%
14.976
64%
zorgvr.
92
16%
180
33%
De huidige woningmarkt heeft mogelijk ook invloed op de verhuisgeneigdheid van zorgvragers. Vooral de woningbezitters met een huis met een relatief lage WOZ-waarde staan voor een dilemma. De eigen woning is vaak moeilijk of niet verkoopbaar en opplussen is financieel niet haalbaar of technisch niet mogelijk. Verhuizen naar een zorgwoning in de huursector leidt dan weer tot tekorten op het huishoudboekje aangezien het eigen vermogen niet “liquide” is. Dit probleem doet zich in Eijsden-Margraten potentieel voor bij 51 inwoners ouder dan 75 jaar. Hun woning heeft een WOZwaarde lager dan € 110.000. Gevolgen voor de zorgaanbieders De extramuralisatie zal van grote invloed zijn voor de zorgaanbieders. Zij moeten: … binnen een periode van enkele jaren 43 verzorgingshuisplaatsen afbouwen in EijsdenMargraten44. Daarbij zal een deel van de capaciteit anders gebruikt kunnen worden in extramurale all inclusive formules en ombouw naar verpleging (PG en somatiek). Het resterend deel van de capaciteit en daaraan verbonden gebouwen moet worden gesaneerd. … nieuwe zorgarrangementen ontwikkelen voor zware zorgvragers met een beperkt regievermogen die voortaan thuis blijven wonen verspreid over de veelheid aan kernen in de gemeente Eijsden-Margraten. Onderzoek (o.a. HHM, PWC) heeft uitgewezen dat deze arrangementen voorlopig nog niet of beperkt operationeel zijn. … bestaande aanbieders zullen daarbij steeds meer worden geconfronteerd met nieuwe initiatieven en mogelijk nieuwe toetreders, zowel op vlak van extramurale zorg verspreid in de wijk alsook kleinschalige woonzorg-initiatieven waarbij intramurale en extramurale capaciteit worden gecombineerd. … hun bedrijfsvoering anders inrichten zowel organisatorisch, personeelsinzet, financiën als op vlak van vastgoed waarbij de kwaliteit van dienstverlening moet kunnen worden geborgd, ook voor de kwetsbare doelgroepen (verspreid) in de wijk.
GEHANDICAPTENZORG Op basis van het bestaande woonzorgaanbod kan worden geconcludeerd dat de extramuralisatie binnen de gehandicaptenzorg al onderdeel van de dagelijkse praktijk is. Dit zal in de toekomst niet 44
Ervan uitgaande dat stichting De Keerderberg haar 19 plaatsen op korte termijn ombouwt, is de afbouw nog 24 plaatsen.
71
veranderen. Daarnaast kunnen binnen de gemeente mogelijk nieuwe ontwikkelingen/initiatieven ontstaan. Daarbij kunnen de innovaties binnen het sociaal domein de voedingsbodem zijn voor kleinschalige geclusterde wooninitiatieven. Bijvoorbeeld ouderinitiatieven en ontwikkelingen gericht op een gecombineerd voorzieningengebruik (bijv. een zorgboerderij met een aanbod gericht op zowel ouderen als gehandicapten). Gegeven de verwachte krimp van de vraag zal een eventuele uitbreiding van intramurale capaciteit of geclusterde extramurale woonvormen ten koste of vervanging van andere capaciteit in de regio plaatsvinden. Qua aantallen zullen mogelijke ontwikkelingen beperkt in omvang zijn en zullen voorkomende initiatieven “spontaan” vanuit de markt ontstaan. Ook in de gehandicaptenzorg ontstaat de problematiek van de betaalbaarheid door het extramuraliseren. Daarnaast moet ermee rekening worden gehouden dat de Participatiewet ook grote invloed zal hebben op het huishoudboekje van de huidige extramurale cliënten die een Wajonguitkering hebben. Indien zij terugvallen tot het niveau bijstandsuitkering dan is de maximale huur die nog kan worden betaald € 250 tot € 300 indien hierop geen flankerend beleid wordt geformuleerd.
GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Binnen de gemeenten Eijsden-Margraten zal de intramurale capaciteit de komende jaren naar verwachting niet wijzigen. De bestaande voorziening van 2 keer 6 plaatsen beschermd wonen is daarmee de enige intramurale capaciteit binnen de gemeente. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat vanuit de regie door de centrumgemeente Maastricht geen besluiten worden genomen die aanleiding geven voor uitbreiding of afbouw van de capaciteit. Ten aanzien van de extramurale zorgvraag van ernstige psychiatrische zorgvragers uit hoofde van de afbouw van de intramurale capaciteit geldt zoals eerder gesteld dat een FACT-team een caseload van 100 cliënten genereert in de gemeente Eijsden-Margraten. In de praktijk heeft een FACT-team een caseload van 200 cliënten nodig om exploitabel te zijn. Dit betekent dat voor de toekomst een aantal invullingen mogelijk zijn: Een FACT-team actief buiten de gemeente evenals de caseload; Een FACT-team actief voor zowel Eijsden-Margraten als andere gemeente(n) zodat wordt voldaan aan het adherentiecriterium van 50.000 inwoners; Een innovatieve oplossing (bijvoorbeeld koppeling FACT-team aan sociale wijkteams) op maat van de gemeente Eijsden-Margraten. Afhankelijk van de gemaakte keuzes kan ook in Eijsden-Margraten mee invulling worden gegeven aan “housing” projecten voor mensen die vanuit een intramurale instelling een nieuwe start maken in een eigen woning. Hetzelfde geldt voor de populatie maatschappelijke opvang (dak-thuislozen, OGGZ) Vergelijkbaar met de gehandicaptenzorg speelt ook in de GGz het vraagstuk van betaalbaarheid in samenhang met de ontwikkelingen in de Participatiewet.
72
9.2.
AANBEVELINGEN
Onderhavig rapport en de GIS-webapplicatie bieden de bouwstenen voor de realisatie van een woonzorgstrategie en een uitvoeringsprogramma voor scheiden wonen en zorg. Daarbij dient de gemeente Eijsden-Margraten een koers uit te zetten op basis van beleidsmatige keuzes en de organisatie van het proces daarom heen. 1
Vaststellen van de opgave
Stap 1 is de vaststelling van de opgave zoals samengevat weergegeven in hoofdstuk 9.1. Voornaamste aandachtspunt daarbij is de realisatie van een aanbod geclusterd verzorgd wonen en met name de korte termijn opgave voor de periode tot en met 2018. 2
Vaststellen beleid op inhoudelijke thema’s
3
Faciliteren c.q. stimuleren van langer thuis wonen verspreid in de wijk. In Eijsden-Margraten zal daarbij de focus liggen op de eigen woning voorraad en de instrumenten informatie en advies, ontwikkeling zorgarrangementen, prikkels in de zorginkoop, ontwikkeling financiële arrangementen zoals blijvers-hypotheek,…; Positiebepaling ten aanzien van de scenario’s spreiding van de extramurale zorgconcepten over de kernen van de gemeenten. Voorzien in - een op vlak van betaalbaarheid - gedifferentieerd extramuraal woonzorg aanbod. Daarbij wordt voor de lagere inkomensgroepen en de meest kwetsbaren voorzien in een geformaliseerd toewijzingsbeleid. Doelstelling is een optimale bezetting van de bestaande zorg-woningvoorraad zowel qua bezettingsgraad met zorgvragers (beperken zorgscheefwonen) evenals het faciliteren van het opplussen waar nodig en mogelijk; Ontwikkelen van een visie op betaalbaarheid in relatie tot participatiewet en principe “stenen” opeten. Aandachtsgroep daarbij zijn eigen woningbezitters met laag inkomen; Ontwikkeling van een toetsingskader voor nieuwe (vastgoed)initiatieven inclusief criteria ter borging van de kwaliteit van zorg. Leggen verbindingen
Extramuralisatie vindt niet plaats in een vacuüm. Randvoorwaarde voor een succesvolle invoering is het van de noodzakelijke verbindingen vanuit “horizontaal denken”. Het betreft: De verbindingen fysiek en sociaal zowel bestuurlijk als praktisch zoals bijvoorbeeld o Het maken van afspraken met zorgaanbieders inzake het leveren van 24 uurs zorg in zorggeschikte complexen. o Het toekennen van een signalerende rol aan toezichthouders van woningcorporaties en de eerste lijn. Het leggen van de verbinding met de transformatie in het sociaal domein en de daarin beoogde innovaties bij de hulp in het huishouden, wijkverpleegkundige zorg, begeleiding, enz. Via het sociaal team kan de toegang naar zorgwoningen worden gereguleerd; Uitgaande van de extramuralisatie opgave en beoogde spreiding het leggen van de koppeling met de gemeentelijke accommodaties (bijvoorbeeld het hergebruik van oude school73
4
gebouwen ten behoeve van het sociaal domein) alsook de koppeling met voorzieningenniveaus binnen de vitale kernen van de gemeente; Het maken van de koppeling tussen de uitgangspunten van de Novelle Blok ten aanzien van het beleid van de realisatie van woonzorgvoorzieningen door woningcorporaties. Gemeentelijke regie en proces
Rond scheiden wonen en zorg krijgen de gemeenten de rol van procesregisseur toebedeeld. De gemeente zal keuzes moeten maken op welke wijze ze deze rol wil gaan invullen. Daartoe zal een proces van communicatie, afstemming en afspraken met de stakeholders dienen plaats te vinden. Onderhavige analyse met de daarin gekozen beleidsmatige uitgangspunten kan daarbij als vertrekpunt en referentiekader voor de samenwerking dienen. Daarbij worden de eerder genoemde verbindingen gelegd. Over de opgave wonen en zorg als gevolg van de extramuralisatie moeten dan verdere afspraken in een uitvoeringsprogrammering op de korte termijn (tot en met 2018) te worden gemaakt op basis van de overeen te komen taakverdeling tussen corporaties, zorgaanbieders, eigen woning bezitters en eventuele derde partijen c.q. particuliere investeerders. Ook de benoemde inhoudelijke thema’s kunnen in de uitvoeringsprogrammering worden geconcretiseerd op basis van de gegevens van de nulmeting en de inzichten die worden ontleend aan de GIS-webapplicatie. 5
Specifiek GGZ
Rond de overheveling van beschermd wonen naar het sociaal domein is het van belang dat afspraken worden gemaakt om ervoor te zorgen dat de overgang bij een crisisopname in een psychiatrische kliniek of juist de uitstroom uit een kliniek naar een beschermde woonvorm vloeiend verloopt. Ook voor een vloeiende overgang na forensische zorgvormen is het belangrijk om afspraken te maken. Ook is het van belang dat vanuit de woningmarkt wordt voorzien in het benodigde aanbod eventueel gekoppeld aan “housing” projecten. Op termijn is het van belang om een regionaal beleidsplan te ontwikkelen dat het volledige palet beschrijft van maatschappelijke opvang, begeleide woonvormen, beschermde woonvormen en de behoefte aan zelfstandig wonen in de wijk. 6
Benutten kansen
De extramuralisatie biedt ook een aantal kansen: Door de extramuralisatie ontstaat een betere benutting van de bestaande woningvoorraad. De bestaande woningvoorraad dient tussen 2014 en 2028 te voorzien in 233 zelfstandige wooneenheden verzorgd wonen als alternatief voor de afgebouwde verzorgingshuizen en de voortschrijdende vergrijzing; De extramuralisatie sluit ook beter aan bij de behoeften en noden van de toekomstige generaties zorgvragers die hun heil niet zouden vinden in de aanbodmodellen van de traditionele verzorgingshuizen; Door scheiden wonen en zorg kan een kwaliteitsslag worden gemaakt op vlak van: o betere spreiding van de voorzieningen en woonvormen; 74
7
o inbreng van kwaliteit door nieuwbouwopgave, voorkomen leegstand door opplussen; o mogelijke koppeling met andere maatschappelijke voorzieningen / accommodaties vanuit wijkgerichte aanpak; o mogelijke opzet van lokale wijkgerichte samenwerking inclusief lokale economie; o op basis van voorgaande elementen kan de extramuralisering de kleine kernen versterken en is het een belangrijke impuls voor de levensvatbaarheid op de lange termijn. Extramuraliseren betekent ook extra economische activiteit. Enerzijds investeringen in vastgoed, maar anderzijds ook het aanbod van nieuwe arrangementen, ook door nieuwe spelers in de markt. Deze ontwikkeling geneert ook alternatieve tewerkstelling die de verloren banen als gevolg van de afbouw van de verzorgingshuizen (gedeeltelijk) compenseert. Aandachtspunten
Tenslotte moeten een aantal aandachtspunten c.q. actuele knelpunten onder ogen worden gezien. POL (Provinciaal Omgevingsplan Limburg) De realisatie van geclusterde settings ‘verzorgd wonen’, in het kader van de afbouw/ extramuralisering van verzorgingshuizen én in het kader van spreiden van voorzieningen, betekent een toename van de woningvoorraad. In de POL ‘verordening wonen ZuidLimburg’45 is bepaald dat gemeenten in Zuid-Limburg geen bestemmingsplannen, beheersverordeningen of omgevingsvergunningen meer mogen vaststellen of verlenen voor het bouwen van meer dan één nieuwe woning. Deze verordening geldt niet voor alle nieuwe woningbouwplannen. Als een woningbouwplan voldoet aan bepaalde criteria46, dan is de verordening niet van toepassing en kan het plan wel doorgaan. Een van de criteria is dat alleen nog nieuwe woningbouwplannen mogen worden gemaakt, als minimaal hetzelfde aantal woningen wordt gesloopt en de woningen voldoen aan een aantal criteria. In de praktijk betekent dit dat nieuwe geclusterde settings verzorgd wonen niet kunnen worden gerealiseerd zonder sloop. Ten aanzien van vervangende nieuwbouw c.q. grootschalige renovatie en omzetting van verzorgingshuiscapaciteit zou het POL een uitzondering moeten maken; De aanpak van het particulier bezit verdient bijzondere aandacht. Het betreft immers een veelheid van eigen woning bezitters die worden geconfronteerd met de noodzaak om woningaanpassingen uit te voeren en vervolgens een besluit moeten nemen inzake de verhuizing naar een zorggeschikte woonvoorziening bij vermindering van de zelfredzaamheid. Bijzondere aandacht dient daarbij uit te gaan naar het lagere segment (lage WOZ waarde / laag inkomen); Een bijzonder praktisch aandachtspunt is de brandveiligheid zowel binnen de particuliere woningvoorraad als in appartementsgebouwen waarin meerdere (meer dan vier) personen met verminderde zelfredzaamheid verblijven (Bouwbesluit 2012); Zorgaanbieder Envida geeft aan niet te verwachten dat er capaciteit moeten worden afgebouwd. Het is de vraag in hoeverre deze aanname realistisch is in Eijsden-Margraten. 45
De verordening (vastgesteld juni 2013) is gemaakt om op een verantwoorde manier de plancapaciteit voor nieuwe woningen te reguleren. Op 12 december 2014 heeft Provinciale Staten de nieuwe Omgevingsverordening Limburg 2014 vastgesteld. De Verordening Wonen Zuid-Limburg is hierin opgegaan. 46 Zie beleidsregel Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg
75
Ook is niet duidelijk in hoeverre de bestaande capaciteit kosteneffectief kan worden omgezet in all inclusive extramurale concepten. Op deze punten is het noodzakelijk dat nadere afstemming tussen de gemeente en Envida zal plaatsvinden; Laatste aandachtspunt is de samenwerking tussen zorgverzekeraar(s) en de gemeente die in de praktijk nog vorm moet krijgen, terwijl de extramuralisatie reeds in volle gang is gezet.
76
BIJLAGEN
77
Bijlage 1 Begrippenkader wonen en zorg In de wereld van wonen en zorg worden veel verschillende definities en concepten gehanteerd. Daarom wordt een aantal begrippen gedefinieerd teneinde een gemeenschappelijk begrippenkader c.q. eenduidigheid van taal te creëren voor alle betrokkenen. In het verleden heerste binnen de zorg een tweedimensionele benadering: intramurale en extramurale zorg. Eenvoudig uitgelegd als zorg binnen de muren van een instelling (verpleeg- of verzorgingshuis, psychiatrisch ziekenhuis of instelling voor gehandicaptenzorg) of zorg buiten de muren, bij de cliënt thuis, vaak thuiszorg gerelateerd. De tendens van het verschuiven van voorzieningen buiten de muren van de instellingen (de zogenaamde extramuralisering of scheiden van wonen en zorg) leidt tot ontwikkelingen in de sfeer van deconcentratie en herspreiding van capaciteiten en tot een veelheid aan nieuwe begrippen en concepten. Een nadere toelichting op deze begrippen leidt tot een gemeenschappelijk referentiekader. Intramurale zorg oftewel de klinische zorg, is de zorg die, zoals het woord intramuraal al wel doet vermoeden, binnen de muren van een instelling verleend wordt, waaronder; ziekenhuis, verpleeghuis, verzorgingshuis, e.d. Het is zorg waarbij de mensen opgenomen worden in deze instelling en hier vaak ook langdurig verblijven (wonen). In de ouderenzorg wordt de intramurale zorg traditioneel gecategoriseerd in categorie ‘licht’ in het verzorgingshuis en categorie ‘zwaar’ in de verpleeghuiszorg, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen psychogeriatrie (PG; zorg voor dementerenden) en somatiek (SOM; bijvoorbeeld ziekte van Parkinson, beroerte/CVA). Met de invoering van de zorgzwaartebekostiging worden in de ouderenzorg 10 zorgzwaartepakketten (afgekort ZZP’s) onderscheiden. Bij ZZP 1 tot en met 4 gaat het om de traditionele verzorgingshuiszorg en vanaf ZZP 5 betreft het verpleeghuiszorg. Het beleid van de overheid is om extramuralisering verder door te voeren voor de lichte zorgzwaartepakketten. Met deze maatregel wordt aangesloten bij de trend die in de afgelopen jaren al langer zichtbaar is; cliënten blijven langer thuis wonen en de cliënten die wel naar een AWBZinstelling gaan, zijn gemiddeld genomen de cliënten met een zwaardere zorgvraag. Met de extramuralisering van de lichtere zorgzwaartepakketten wordt bevorderd dat cliënten langer de regie over hun eigen leven kunnen voeren en ook dat een meer gevarieerd extramuraal woon- en zorgaanbod zal ontstaan. Onder extramurale zorg (ambulante zorg) wordt de zorg verstaan, die niet in een instelling c.q. intramuraal regime wordt verleend. Mensen die van deze zorg gebruik maken worden niet opgenomen, maar wonen thuis of in een geclusterde zorggeschikte woning. Hierin zijn meerdere gradaties te onderkennen. Onder de noemer “verzorgd wonen” vallen zorgconcepten waarbij bewoners kunnen terugvallen op een 24-uurs zorgsysteem voor zowel planbare als onplanbare zorg. Het betreft ouderen die voorheen grotendeels naar het verzorgingshuis gingen. Conform de principes van ‘verzorgd wonen’ kunnen ouderen zelfstandig blijven wonen, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Deze noodzakelijke voorwaarden zijn de aanwezigheid/ beschikbaarheid van een zorgteam, activiteitencentrum en sociaal restaurant o.a. voor het handhaven van zelfredzaamheid en het voorkomen van een 78
sociaal isolement. De organisatie van een 24-uurs zorgsysteem is dus randvoorwaardelijk voor het realiseren van verzorgd wonen. Onderscheid kan worden gemaakt in: “verzorgd wonen – langer thuis wonen” o verspreid in de wijk o principe ‘rollator’-toegankelijke woningen, zoals nul-tredenwoning (1), levensloopbestendige woning (2), serviceflats (3) en seniorencomplexen, maar ook een vrijstaande woning die zorggeschikt is gemaakt. o nog relatief zelfredzame huishoudens o een zorgaanbieder moet bereid worden gevonden om de ‘zwaardere’ zorg aan huis te leveren (zorgarrangementen). Daarnaast zal de zorgvrager moeten kunnen terugvallen op een eigen mantelzorgsysteem. “geclusterd verzorgd wonen” o voor zorgvragers die beperkt zelfredzaam zijn en zwaardere zorgvragen hebben o deze woningen zijn geclusterd in een (aanleunwoning)complex47 met algemene (wijk)voorzieningen en er wordt 24uurs zorg gegarandeerd o woningen zijn rolstoel-toegankelijk en doorgankelijk. Het sanitair maakt zelfstandig rolstoelgebruik mogelijk en in de slaap- en badkamer kan zo nodig gebruik worden gemaakt van tilliften. De woningen zijn voorzien van alarmering en domotica. Een andere categorie is ‘geschikt wonen’. Het betreft woningen, geclusterd maar ook verspreid, die ‘wandelstok’ doorgankelijk en toegankelijk zijn. De zorgconsumptie van de bewoner is veelal planbaar en is vaak gesitueerd op niveau van hulp bij het huishouden en/of eenvoudige zorgarrangementen met een beperkte mate van persoonlijke verzorging. Tenslotte wordt extramurale zorg (thuiszorg) geleverd in ook niet zorggeschikte woningen. Het gaat dan vaak om beperkt zorggebruik (eenvoudig en planbare zorg).
Bekende terminologieën in de GHZ en GGz zijn beschut, beschermd en begeleid wonen: beschut wonen (“verzorgd wonen”) Beschut wonen is bedoeld voor mensen met een chronisch psychiatrisch beeld, denk aan schizofrenie, schizo-affectieve stoornissen en bipolaire stoornissen, maar ook alcoholdementie en andere afhankelijkheid van middelen. De cliënten wonen zo zelfstandig en onafhankelijk mogelijk, maar kunnen terugvallen op de veiligheid en de voorzieningen van het terrein van een algemeen psychiatrisch ziekenhuis. Er is 24-uurszorg aanwezig is. beschermd wonen In een beschermende woonvorm woont de cliënt samen met anderen. Soms met continue begeleiding, soms alleen op dagdelen, met de nadruk op ondersteuning en bevordering van de zelfstandigheid. Beschermd wonen is bedoeld voor mensen met een redelijk stabiel ziektebeeld, die wel langdurige ondersteuning nodig hebben, maar niet (langer) op een terreinvoorziening. 47
Het kan gaan om in-/aanleunwoningen, woonzorgcomplexen voor ouderen en begeleid wonen voor verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapten.
79
begeleid wonen/begeleid zelfstandig wonen Begeleid wonen is bedoeld voor cliënten die minder begeleiding nodig hebben dan in een beschermende woonvorm. Zij wonen meestal zelfstandig in een woning die ze zelf huren of gekocht hebben. Soms is het ook mogelijk om samen met anderen een woning te huren. Een aantal uren per week komt er iemand langs voor begeleiding, bijvoorbeeld bij het regelen van geldzaken, bij het koken of bij het onderhouden van contacten. De begeleiders stimuleren vooral eigen initiatieven en het nemen van beslissingen. Begeleid wonen voor mensen met een verstandelijke beperking heet ook wel 'begeleid zelfstandig wonen' (BZW).
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ad. 1) Nul-tredenwoning Woning die zonder trappen van buitenaf bereikbaar is en waarbij de primaire ruimtes (de keuken, het sanitair, de woonkamer en minimaal één slaapkamer) zich op dezelfde woonlaag bevindt. De drempels in de woning zijn laag of ontbreken. Ad. 2) Levensloopbestendige woning Deze woning is geschikt voor bewoning in alle levensfasen, dus ook voor mensen met een lichamelijke beperking. Het zijn nultreden woningen met daarnaast voldoende ruimte voor gebruik van rolstoel of rollator. Ad. 3) Serviceflat Een serviceflat is een complex met zelfstandige, ruime appartementen. Een serviceflat biedt vaak allerlei uiteenlopende diensten en voorzieningen die betrekking hebben op wooncomfort, veiligheid, service, zorg, welzijn en ontspanning. Sommige van deze diensten worden collectief aangeboden, zoals noodhulpdienst, maaltijdservice, het onderhoud van gebouw en terreinen, receptiediensten.
80
Bijlage 2 Huishoudboekjes extramuralisatie Eén van de beleidsdoelstellingen van het huidige kabinet voor de hervorming van de langdurige zorg is dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen met behulp van hun sociale netwerk en eventuele gemeentelijke ondersteuning. Bij de afbouw van de lichtere intramurale zorgzwaartepakketten en deze te extramuraliseren door Langer Thuis Wonen, wordt afgestapt van de all-inclusive formule van de intramurale zorg. In deze situatie betaalde de zorgvrager aan het CAK48 een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor het verblijf (wonen), de geleverde zorg en alle maaltijden. Daarnaast had de zorgvrager vaste kosten voor de zorgverzekering, verzekeringen, waskosten en levensonderhoud. Verankerd in de AWBZ was een financieel vangnet in de vorm van een zakgeldregeling49. Dit hield in dat de zorgvrager, ongeacht de hoogte van het inkomen, altijd een vast bedrag als zakgeld overhield. Dit maakt dat een intramuraal verblijf gunstig was voor de lage inkomens. Immers, iemands kosten konden hoger zijn dan het inkomen, maar bottom line was het zakgeld gegarandeerd. Scheiden wonen en zorg versus extramuraliseren dagbesteding begeleiding persoonlijke verzorging verpleging behandeling schoonmaakservice maaltijdservice verblijfs-/hotelcomponenten receptie-, restaurant-, winkelvoorziening, magazijn, logistiek, wasservice, etc. gas, licht, water (eigen appartement) wooncomponenten gas, licht, water (algemene ruimten) ** eigenaarsonderhoud ** huurdersonderhoud zorgfuncties
zzp
kapitaallasten *
individuele ruimten / wonen algemene / zorggebonden ruimten ***
*
ka pi taa l l a s tenvergoedi ng i ntra mura a l wa s vol l edi g o.b.v. na ca l cul a tie. Va na f 2012 gel ei del i jke i nvoer NHC (tot 2018).
** verdi s conteren i n huur zorga ppa rtementen; eventueel deel s opnemen i n s ervi cekos ten i ndi en ha a l ba a r *** fi na nci eri ng ondui del i jk : voorheen zorgi nfra regel i ng Nza ; eventueel deel s opnemen i n s ervi cekos ten Deze componenten ga a t de cl i ënt zel f betal en bi j s chei den wonen en zorg (ka pi taa l l a s ten i ndi vi duel e rui mte = huur a ppa rtement) Bi j SWZ behoudt cl i ënt de a a ns pra a k op een verbl i jfs i ndi ca tie (zzp-i ndi ca tie) en da a rmee recht op een i ntegra a l pa kket, zoa l s bi jvoorbeel d bi j het Vol l edi g Pa kket Thui s (VPT) i n de Wl z. Bi j extra mura l i s eri ng wordt a l l een voor deze functies geïndi ceerd. In het Regeera kkoord Rutte II i s s pra ke va n vol l edi g extra mura l i s eren va n de l i chte zzp's (schema ontleend aan presentatie VWS, 25 oktober 2012)
In de nieuwe situatie van extramuraliseren gaan andere mechanismen in werking treden. De zorgvrager draagt zelf zorg voor zijn huisvesting en hoteldiensten. Bij huisvesting gaat het om eventuele huur, energiekosten en (huurders) onderhoud. De hoteldiensten zijn onder meer de maaltijden, 48 49
Centraal Administratie Kantoor € 296/maand voor alleenstaande en € 461 voor gehuwden
81
bewassing en schoonmaak. Voor de zorg wordt nog een inkomensafhankelijke eigen bijdrage betaald. Sinds 2013 wordt ook een gedeelte van het eventueel aanwezige vermogen als inkomen gezien, waarover de eigen bijdrage wordt berekend (vermogensinkomensbijtelling). Het financieel vangnet van de zak- en kleedgeldregeling (de zogenaamde “bijstand in de AWBZ”) vervalt c.q. is extramuraal niet van toepassing. In onderstaande tabellen is het financieel effect van extramuraliseren, voor verschillende huishoudtypes en huurniveaus, inzichtelijk gemaakt. Enerzijds voor de ouderenzorg (veelal AOW-uitkering en aanvullend pensioen) en anderzijds voor de GHZ/GGz (Wajong-uitkering en bijstandsregime). OUDERENZORG
extramuraliseren (scenario's) huur € 450/maand
intramuraal
alleenstaande AOW (65+) alleenstaande AOW + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr + € 100.000 vermogen
VPT
€ 257 € -82 € 305 € -127 € 392 € -41
huur € 550/maand
intramuraal
alleenstaande AOW (65+) alleenstaande AOW + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr + € 100.000 vermogen
VPT
A
x
B
x
C x
x
Scena ri o's :
A B C D extramuraliseren (scenario's)
€ -82 € -154 € 305 € 353 € -127 € 10 € 392 € 522 € -41 € 272
VPT
- Ma a l tijds ervi ce € 153 € 257
€ -82 € -229 € 305 € 308 € -127 € -65 € 392 € 474 € -41 € 197 Scena ri o's :
huur € 750/maand alleenstaande AOW (65+) alleenstaande AOW + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr + € 100.000 vermogen
-intramuraal Hui s h. hul p
huur € 750/mnd is excl. huurtoeslag; huur + servicekosten > € 699,48 (2014)
Scena ri o's :
VPT
- Wa s door derden € 257 € -291 - Ma a l tijds ervi ce€ -354 € -82
€ 305 € -136 € -127 € -190 € 392 € 126 € -41 € 72
- Hui s h. hul p - Wa s door derden - Ma a l tijds ervi ce
A
x
B
€ -225 € -564 € -63 € -408 € 108 € -150
x
D
€ 116 € -79 € -223 € -418 € 278 € 83 € -67 € -262 € 449 € 254 € 191 € -4
intramuraal
82
D
€ 257 - Ma a l tijds ervi ce € 198
- Wa s door derden
alleenstaande AOW (65+) alleenstaande AOW + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr alleenstaande AOW + pensioen € 2.400/jr + € 100.000 vermogen alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr alleenstaande AOW + pensioen € 6.000/jr + € 100.000 vermogen
C
A B C D extramuraliseren (scenario's)
- Wa s door derden
- Hui s h. hul p
huur € 625/maand
B
€ 244 € 162 € -33 € -179 € -479 € -54 € -123 € -318 € -464 € -764 € 399 € 324 € 129 € -17 € -317 € 110 € 33 € -162 € -308 € -608 € 564 € 491 € 296 € 150 € -150 € 372 € 291 € 96 € -50 € -350
Scena ri o's : - Hui s h. hul p
A
x
Cx
€ -525 x € -864 € -363 € -708 € -192 € -450
x
Dx
x € 71 € -124 € -270 € -570 € -298 € -493 € -639 € -939 € 233 € 38 € -108 € -408 € -142 € -337 € -483 € -783 € 401 € 206 € 60 € -240 € 116 € -79 € -225 € -525
A B C D extramuraliseren (scenario's) x x x A B C D x € -373 € -568 € -641 € x-791 € -423 € -618 € -691 € x-596 € -211 € -406 € -479 € -523 € -267 € -462 € -535 € -373 € 53 € -142 € -215 € -373 € -9 € -204 € -277 € -373
A
B
C
D
x
x
x
x
x x
GHZ/GGz
extramuraliseren (scenario's) A B C D € 423 € 228 € 155 €5 € 269 € 74 € 1 € -149 € 119 € -76 € -149 € -299 € 81- € 276- € 349- € 499-
huur € 400/maand alleenstaande Wajong (65- / extramuraal); 100% WML alleenstaande Wajong + vermogen (€ 25.000) alleenstaande Wajong (65- / extramuraal); 75% WML alleenstaande Wajong + vermogen (€ 25.000) Scena ri o's : - Hui s h. hul p
huur € 500/maand - Wa s door derden alleenstaande Wajong (65- / extramuraal); 100% WML - Ma a l ti jds ervi ce alleenstaande Wajong + vermogen (€ 25.000) alleenstaande Wajong (65- / extramuraal); 75% WML alleenstaande Wajong + vermogen (€ 25.000) Scena ri o's : - Hui s h. hul p
huur € 600/maand alleenstaande Wajong (65- / extramuraal); 100% WML alleenstaande Wajong + vermogen (€ 25.000) alleenstaande Wajong (65- / extramuraal); 75% WML alleenstaande Wajong + vermogen (€ 25.000)
- Wa s door derden - Ma a l ti jds ervi ce
Scena ri o's : - Hui s h. hul p - Wa s door derden - Ma a l ti jds ervi ce
83
A
B
C
D
extramuraliseren (scenario's) x x x A B Cx Dx € 388 € 193 € 120 €x -30 € 169 € -26 € -99 € -249 € 84 € -111 € -184 € -334 € 181- € 376- € 449- € 599A
B
C
D
extramuraliseren (scenario's) x x x A B Cx Dx € 330 € 135 € 62 €x -88 € 69 € -126 € -199 € -349 € 27 € -168 € -241 € -391 € 281- € 476- € 549- € 699A
B
C
D
x
x
x
x
x x
Bijlage 3 Demografische- en vraagontwikkeling DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING EIJSDEN MARGRATEN (GEMEENTENIVEAU) JAAR totale bevolking
2014
2018
2023
2028
2040
25.010
24.611
24.173
23.647
21.650
-2%
-3%
-5%
-13%
2.635
3.290
3.790
4.570
121%
151%
174%
210%
% kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
2.180
% groei tov 2014
85 jaar en ouder (onderdeel va n 75pl us s ers )
475
% groei tov 2014
aandeel 75 plus tov bevolking
9%
620
780
960
1.440
131%
164%
202%
303%
11%
14%
16%
21%
Bronnen: Bevolking 2014 = GBA Eijsden-Margraten (juli 2014) Prognose o.b.v. E'til/Progneff 2012 (2010)
VRAAGONTWIKKELING OUDERENZORG EIJSDEN MARGRATEN (GEMEENTENIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
verschil
Verzorgd wonen
122
247
308
355
233
VW ba s i s
122
148
184
212
90
VW SWZ ZZP 1 2
43
53
61
61
VW SWZ ZZP 3 ¼4
57
71
82
82
Geschikt wonen
597
722
901
1.038
Intramuraal
248
200
250
287
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
119
43
54
62
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
92
111
138
159
Soma ti ek zzp 6,8
38
46
58
66
968
1.169
1.459
1.681
2014
2018
2023
2028
125
61
47
VW ba s i s
25
37
28
VW SWZ ZZP 1 2
43
11
8
VW SWZ ZZP 3 ¼4
57
14
11
Geschikt wonen
125
179
137
Intramuraal
-48
50
38
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
-76
11
8
19
28
21
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
GROEI JAAR Verzorgd wonen
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7 Soma ti ek zzp 6,8 TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
84
8
11
9
201
291
222
DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING EIJSDEN (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
totale bevolking
6.936
6.801
6.667
6.558
-2%
-4%
-5%
% kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
552
% groei tov 2014
85 jaar en ouder
136
% groei tov 2014
aandeel 75 plus tov bevolking
8%
665
827
959
121%
150%
174%
161
197
276
118%
144%
202%
10%
12%
15%
Bronnen: Bevolking 2014 = GBA Eijsden-Margraten (juli 2014) Prognose o.b.v. E'til/Progneff 2012 (2010)
VRAAGONTWIKKELING OUDERENZORG EIJSDEN (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
31
62
78
90
59
VW ba s i s
31
37
46
54
23
VW SWZ ZZP 1 2
11
13
16
16
VW SWZ ZZP 3 ¼4
14
18
21
21
151
182
227
263
Intramuraal
63
50
63
73
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
30
11
14
16
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
23
28
35
40
Soma ti ek zzp 6,8
10
12
14
17
245
295
367
425
2014
2018
2023
2028
31
15
12
6
9
7
VW SWZ ZZP 1 2
11
3
2
VW SWZ ZZP 3 ¼4
14
3
3
Geschikt wonen
31
44
36
Intramuraal
-12
12
10
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
-19
3
2
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
5
7
6
Soma ti ek zzp 6,8
2
3
2
50
72
58
Geschikt wonen
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
GROEI JAAR Verzorgd wonen VW ba s i s
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
85
verschil
DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING GRONSVELD (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
totale bevolking
2.375
2.309
2.248
2.246
-3%
-5%
-5%
% kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
211
% groei tov 2014
85 jaar en ouder
24
% groei tov 2014
aandeel 75 plus tov bevolking
9%
239
297
367
113%
141%
174%
39
50
48
162%
210%
201%
10%
13%
16%
Bronnen: Bevolking 2014 = GBA Eijsden-Margraten (juli 2014) Prognose o.b.v. E'til/Progneff 2012 (2010)
VRAAGONTWIKKELING OUDERENZORG GRONSVELD (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
12
22
28
34
23
VW ba s i s
12
13
17
21
9
VW SWZ ZZP 1 2
4
5
6
6
VW SWZ ZZP 3 ¼4
5
6
8
8
Geschikt wonen
58
66
81
101
Intramuraal
24
18
23
28
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
11
4
5
6
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
9
10
12
15
Soma ti ek zzp 6,8
4
4
5
6
94
106
132
163
2014
2018
2023
2028
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
GROEI JAAR Verzorgd wonen
11
5
7
VW ba s i s
2
3
4
VW SWZ ZZP 1 2
4
1
1
VW SWZ ZZP 3 ¼4
5
1
1
Geschikt wonen
8
16
19
Intramuraal
-6
4
5
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
-8
1
1
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
1
2
3
Soma ti ek zzp 6,8
0
1
1
12
26
31
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
86
verschil
DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING OOST MAARLAND (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
906
900
890
857
-1%
-2%
-5%
totale bevolking % kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
54
% groei tov 2014
85 jaar en ouder
12
% groei tov 2014
aandeel 75 plus tov bevolking
6%
62
79
93
116%
148%
173%
15
20
24
123%
171%
203%
7%
9%
11%
Bronnen: Bevolking 2014 = GBA Eijsden-Margraten (juli 2014) Prognose o.b.v. E'til/Progneff 2012 (2010)
VRAAGONTWIKKELING OUDERENZORG OOST MAARLAND (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
3
6
7
9
6
VW ba s i s
3
3
4
5
2
VW SWZ ZZP 1 2
1
1
2
2
VW SWZ ZZP 3 ¼4
1
2
2
2
15
17
22
25
Intramuraal
6
5
6
7
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
3
1
1
2
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
2
3
3
4
Soma ti ek zzp 6,8
1
1
1
2
24
28
35
41
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
3
2
1
VW ba s i s
0
1
1
VW SWZ ZZP 1 2
1
0
0
VW SWZ ZZP 3 ¼4
1
0
0
Geschikt wonen
2
5
4
Intramuraal
-1
1
1
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
-2
0
0
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
0
1
1
Soma ti ek zzp 6,8
0
0
0
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
4
8
6
Geschikt wonen
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
GROEI JAAR
87
verschil
DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING RIJCKHOLT (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
655
660
656
619
1%
0%
-5%
totale bevolking % kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
109
% groei tov 2014
85 jaar en ouder
36
% groei tov 2014
aandeel 75 plus tov bevolking
17%
126
148
189
115%
136%
174%
41
50
73
115%
138%
202%
19%
23%
31%
Bronnen: Bevolking 2014 = GBA Eijsden-Margraten (juli 2014) Prognose o.b.v. E'til/Progneff 2012 (2010)
VRAAGONTWIKKELING OUDERENZORG RIJCKHOLT (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
6
12
14
18
12
VW ba s i s
6
7
8
11
4
VW SWZ ZZP 1 2
2
2
3
3
VW SWZ ZZP 3 ¼4
3
3
4
4
Geschikt wonen
30
34
40
52
Intramuraal
12
10
11
14
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
6
2
2
3
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
5
5
6
8
Soma ti ek zzp 6,8
2
2
3
3
48
56
65
84
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
6
2
4
VW ba s i s
1
1
2
VW SWZ ZZP 1 2
2
0
1
VW SWZ ZZP 3 ¼4
3
0
1
Geschikt wonen
5
6
11
Intramuraal
-3
2
3
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
-4
0
1
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
1
1
2
Soma ti ek zzp 6,8
0
0
1
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
7
10
18
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
GROEI JAAR
88
verschil
DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING WITHUIS EN MESCH (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
956
981
1.001
904
3%
5%
-5%
totale bevolking % kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
45
% groei tov 2014
85 jaar en ouder
12
% groei tov 2014
aandeel 75 plus tov bevolking
5%
68
93
78
151%
207%
174%
15
23
24
123%
194%
203%
7%
9%
9%
Bronnen: Bevolking 2014 = GBA Eijsden-Margraten (juli 2014) Prognose o.b.v. E'til/Progneff 2012 (2010)
VRAAGONTWIKKELING OUDERENZORG WITHUIS EN MESCH (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
3
6
9
7
5
VW ba s i s
3
4
5
4
2
VW SWZ ZZP 1 2
1
2
1
1
VW SWZ ZZP 3 ¼4
1
2
2
2
12
19
26
21
Intramuraal
5
5
7
6
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
2
1
2
1
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
2
3
4
3
Soma ti ek zzp 6,8
1
1
2
1
20
30
41
35
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
4
2
-1
VW ba s i s
1
1
-1
VW SWZ ZZP 1 2
1
0
0
VW SWZ ZZP 3 ¼4
1
1
0
Geschikt wonen
6
7
-4
Intramuraal
0
2
-1
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
-1
0
0
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
1
1
-1
Soma ti ek zzp 6,8
0
0
0
10
11
-7
Geschikt wonen
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
GROEI JAAR
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
89
verschil
DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING CADIER EN KEER (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
totale bevolking
4.092
3.984
3.867
3.869
-3%
-6%
-5%
% kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
400
% groei tov 2014
85 jaar en ouder
70
% groei tov 2014
aandeel 75 plus tov bevolking
10%
505
635
695
126%
159%
174%
95
140
141
136%
200%
201%
13%
16%
18%
Bronnen: Bevolking 2014 = GBA Eijsden-Margraten (juli 2014) Prognose o.b.v. E'til/Progneff 2012 (2010)
VRAAGONTWIKKELING OUDERENZORG CADIER EN KEER (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
22
47
60
65
43
VW ba s i s
22
28
36
39
17
8
10
11
11
11
14
15
15
110
138
174
190
Intramuraal
46
38
48
53
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
22
8
10
11
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
17
21
27
29
7
9
11
12
178
224
282
308
2014
2018
2023
2028
25
12
6
VW ba s i s
6
7
3
VW SWZ ZZP 1 2
8
2
1
VW SWZ ZZP 3 ¼4
11
3
1
Geschikt wonen
29
36
16
VW SWZ ZZP 1 2 VW SWZ ZZP 3 ¼4
Geschikt wonen
Soma ti ek zzp 6,8 TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
GROEI JAAR Verzorgd wonen
Intramuraal
-7
10
5
-14
2
1
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
4
5
3
Soma ti ek zzp 6,8
2
2
1
46
58
27
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
90
verschil
DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING MARGRATEN (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
totale bevolking
4.102
4.063
4.013
3.878
-1%
-2%
-5%
% kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
430
% groei tov 2014
85 jaar en ouder
105
% groei tov 2014
aandeel 75 plus tov bevolking
10%
515
630
748
120%
147%
174%
145
175
212
138%
167%
202%
13%
16%
19%
Bronnen: Bevolking 2014 = GBA Eijsden-Margraten (juli 2014) Prognose o.b.v. E'til/Progneff 2012 (2010)
VRAAGONTWIKKELING OUDERENZORG MARGRATEN (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
24
48
59
70
46
VW ba s i s
24
29
35
42
18
8
10
12
12
11
14
16
16
118
141
173
205
Intramuraal
49
39
48
57
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
23
8
10
12
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
18
22
26
31
8
9
11
13
191
228
279
332
2014
2018
2023
2028
24
11
11
VW ba s i s
5
6
7
VW SWZ ZZP 1 2
8
2
2
VW SWZ ZZP 3 ¼4
11
2
3
Geschikt wonen
23
32
32
Intramuraal
-10
9
9
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
-15
2
2
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
4
5
5
Soma ti ek zzp 6,8
1
2
2
38
51
52
VW SWZ ZZP 1 2 VW SWZ ZZP 3 ¼4
Geschikt wonen
Soma ti ek zzp 6,8 TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
GROEI JAAR Verzorgd wonen
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
91
verschil
DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING MHEER NOORBEEK incl Banholt (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
totale bevolking
3.038
2.989
2.920
2.872
-2%
-4%
-5%
% kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
230
% groei tov 2014
85 jaar en ouder
40
% groei tov 2014
aandeel 75 plus tov bevolking
8%
285
375
400
124%
163%
174%
55
70
81
138%
175%
203%
10%
13%
14%
Bronnen: Bevolking 2014 = GBA Eijsden-Margraten (juli 2014) Prognose o.b.v. E'til/Progneff 2012 (2010)
VRAAGONTWIKKELING OUDERENZORG MHEER NOORBEEK incl Banholt (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
13
27
35
38
25
VW ba s i s
13
16
21
22
10
VW SWZ ZZP 1 2
5
6
6
6
VW SWZ ZZP 3 ¼4
6
8
9
9
Geschikt wonen
63
78
103
110
Intramuraal
26
22
28
30
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
13
5
6
7
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
10
12
16
17
4
5
7
7
102
126
166
177
2014
2018
2023
2028
14
8
2
VW ba s i s
3
5
1
VW SWZ ZZP 1 2
5
1
0
VW SWZ ZZP 3 ¼4
6
2
1
Geschikt wonen
15
25
7
Intramuraal
-5
7
2
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
-8
1
0
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
2
4
1
Soma ti ek zzp 6,8
1
2
0
24
40
11
Soma ti ek zzp 6,8 TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
GROEI JAAR Verzorgd wonen
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
92
verschil
DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING SINT GEERTRUID (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
totale bevolking
1.950
1.925
1.910
1.844
-1%
-2%
-5%
% kri mp tov 2014
75 jaar en ouder
150
% groei tov 2014
85 jaar en ouder
40
% groei tov 2014
aandeel 75 plus tov bevolking
8%
170
205
261
113%
137%
174%
45
55
81
113%
138%
203%
9%
11%
14%
Bronnen: Bevolking 2014 = GBA Eijsden-Margraten (juli 2014) Prognose o.b.v. E'til/Progneff 2012 (2010)
VRAAGONTWIKKELING OUDERENZORG SINT GEERTRUID (WIJKNIVEAU) JAAR
2014
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
8
16
19
24
16
VW ba s i s
8
10
11
15
6
VW SWZ ZZP 1 2
3
3
4
4
VW SWZ ZZP 3 ¼4
4
4
6
6
Geschikt wonen
41
47
56
72
Intramuraal
20
17
13
16
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
8
3
3
4
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
6
7
9
11
Soma ti ek zzp 6,8
3
3
4
5
67
75
91
116
2014
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
GROEI JAAR
2018
2023
2028
Verzorgd wonen
8
3
5
VW ba s i s
1
2
3
VW SWZ ZZP 1 2
3
1
1
VW SWZ ZZP 3 ¼4
4
1
1
Geschikt wonen
5
10
15
Intramuraal
-4
3
4
Ca pa ci tei t l i cht zzp 1,2,3,4
-5
1
1
Ps ychogeri a tri e zzp 5,7
1
1
2
Soma ti ek zzp 6,8
0
1
1
TOTAAL OUDEREN MET WOONZORGVRAAG
9
16
25
© behoefterami ngs model pckwadraat zzp 1,2,3,4: 75% zzp 4 bl i jft i ntramuraal ; overi ge zzp's overgehevel d naar verzorgd wonen aanname PG = 4,2% van de 75 pl us s ers (vers us 5,0% door zorgkantoor) s omati ek excl us i ef reval i dati e en pal l i ati ef
93
verschil
Bijlage 4 Aannames vraagontwikkeling verzorgd wonen Onder de noemer “verzorgd wonen” vallen zorgconcepten waarbij bewoners kunnen terugvallen op een 24-uurs zorgsysteem voor zowel planbare als onplanbare zorg. Het betreft ouderen die voorheen grotendeels naar het verzorgingshuis gingen. Conform de principes van ‘verzorgd wonen’ kunnen ouderen zelfstandig blijven wonen, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Deze noodzakelijke voorwaarden zijn de aanwezigheid/ beschikbaarheid van een zorgteam, activiteitencentrum en sociaal restaurant o.a. voor het handhaven van zelfredzaamheid en het voorkomen van een sociaal isolement. De organisatie van een 24-uurs zorgsysteem is dus randvoorwaardelijk voor het realiseren van verzorgd wonen. Verhouding LTW/geclusterd Een groot deel van de zorgvragers ‘verzorgd wonen’ kiest er, in de basis voor, om Langer Thuis te Wonen (in de eigen woning). Ze zijn ‘honkvast’. Het overige deel gaat, wanneer de zorgzwaarte dat vereist, naar een geclusterde setting. De gehanteerde percentages in de opgavebepaling voor de gemeente Eijsden-Margraten zijn gebaseerd op eerder door PCkwadraat uitgevoerde onderzoeken. Binnen verzorgd wonen is een verdeling 68% - 32% gehanteerd voor respectievelijk Langer Thuis Wonen en Geclusterd Verzorgd Wonen. Er kunnen redenen zijn, waardoor Langer Thuis Blijven Wonen in de praktijk tóch niet altijd mogelijk is. Bijvoorbeeld een zwaardere zorgvraag, het wegvallen van de partner (mantelzorg), een woning die niet voldoende doorgankelijk is en een woning die gelegen is op een helling of een woning die wel erg veel onderhoud vraagt (ruime woning op royaal perceel). Indien deze situatie zich voordoet, is thuis blijven wonen niet (meer) mogelijk en zal – toch – verhuisd moeten worden naar een andere woning. Uit onderzoek is gebleken dat het merendeel van de zorgvragers er dan voor kiest om te verhuizen naar een geclusterde setting. Rekening houdende met deze situatie, resulteert dit in een grotere vraag ‘geclusterd wonen’: circa 60% ‘verzorgd wonen-geclusterd’ en 40% ‘verzorgd wonenlanger thuis wonen’. Huishoudfactor De vraagontwikkeling/behoefteraming is gebaseerd op aantallen personen. In de praktijk is het mogelijk dat twee zorgvragers op hetzelfde adres wonen, waardoor het aantal personen niet 1-op-1 kan worden omgezet naar wooneenheden. Om tot een opgavebepaling van aantal ‘wooneenheden’ te komen, is het aantal personen met een ‘factor huishouden’ geconverteerd naar wooneenheden. De daarvoor gehanteerde factoren zijn gebaseerd op de resultaten van eerdere onderzoeken. Voor verzorgd wonen is factor 0,95 aangehouden. Voor geschikt wonen is die factor 0,75. Dit houdt in dat voor iedere 100 zorgvragers verzorgd wonen, er 95 wooneenheden worden berekend. Bij geschikt wonen wordt er gerekend met 75 wooneenheden per 100 zorgvragers.
94
Bijlage 5 Onderbouwing aannames investeringsberekening In de berekening van de opgave is uitgegaan van de volgende (conservatieve) aannames: - berekening opgave : * GW: berekening opgave vanuit groei (aanname dat opgave t/m 2014 is gerealiseerd én groei tot 2028 50% is gerealiseerd) * VW: berekening opgave vanuit 100% van de vraag; rekening houdend met bestaand aanbod * VW: rekening gehouden met 'zorg-scheefwonen' (verloop 10% per jaar) en spreiding naar kleine kernen; hiertoe tot 2018 50% van de vraag als 'extra' capaciteit realiseren. En in de periode 2018-2028 nog 10% van de vraag. Verhouding nwbouw/opplussen =
60%
40%
- categorie "LTW - verhuizen naar andere woning" in opgave meegenomen als 'geclusterd verzorgd wonen', omdat uit onderzoek blijkt dat het merendeel van de zorgvragers dan de voorkeur geeft aan een geclusterde setting - investeringskosten opplussen naar geschikt wonen per wooneenheid =
€ 20.000
- investeringskosten opplussen naar verzorgd wonen per wooneenheid =
€ 30.000
- investeringskosten nieuwbouw =
€ 145.000
- huishoudfactor respectievelijk geschikt wonen en verzorgd wonen
0,75
0,95
- verdeling Langer Thuis Wonen en Geclusterd Verzorgd Wonen
68%
32%
- investeringen exclusief instandhouding en vernieuwing woningvoorraad - aantallen aanbod exclusief aantal wooneenheden vanuit transformatie verzorgingshuizen
Onderbouwing investeringskosten opplussen ‘geschikt wonen’ en ‘verzorgd wonen’ De extramuralisering / afbouw van verzorgingshuizen betekent dat zorgvragers met een (zware) zorgvraag thuis blijven wonen (Langer Thuis Wonen) dan wel naar een geclusterde setting verhuizen. De zorg wordt niet langer in de instelling geleverd, maar thuis. Hiertoe moet de woning (en ook het woongebouw) voldoende geschikt zijn. Er zijn meerdere gradaties van zorggeschikte woningen te onderkennen: Wandelstok (‘geschikt wonen’) : dit is een nultredenwoning geschikt voor mensen met een lichte fysieke beperking of zorgbehoefte. Alle primaire ruimtes zoals de woonkamer, keuken, toilet, badkamer en ten minste één slaapkamer zijn bereikbaar zonder trap. Rollator (‘verzorgd wonen’/Langer Thuis Wonen): dit is een rollator toegankelijke woning geschikt voor mensen met een grotere fysieke beperking of zorgbehoefte. Alle primaire ruimtes bevinden zich op dezelfde woonlaag. Er zijn geen of lage dorpels en de deuren zijn minimaal 85 cm breed. Rolstoel (‘verzorgd wonen’/geclusterd): deze rolstoeltoegankelijke woning is geschikt voor mensen met een ernstige fysieke beperking of zorgbehoefte. Alle primaire ruimtes bevinden zich op dezelfde woonlaag. Naast brede deurdoorgangen, is er voldoende ruimte om een rolstoel te kunnen gebruiken. Het aanpassen van de woning naar het gewenste zorgniveau (wandelstok-rollator-rolstoel) gaat gepaard met, soms grote, investeringen. In onderstaand schema zijn de meeste voorkomende aanpassingen en bijbehorende kosten weergegeven (gebaseerd op eerdere onderzoeken/ praktijksituaties):
95
Kenmerken woning 1 Drempel voordeur > 2 cm 2 Voordeur bereikbaar zonder traplopen (begane grond of lift) 3 Voordeur elektronisch te openen (elektrisch voordeurslot) 4 Intercom / videofoon voordeur 5 Primaire vertrekken gelijkvloers (woonkmr, keuken, badkmr, slaapkmr)
€ € € € €
Kosten * Opmerking 300 2.000 2.000 1.000 4.000 plaatsen van
6 Primaire vertrekken gelijkvloers (woonkmr, keuken, badkmr, slaapkmr)
€
7 Binnendeuren, indien mogelijk, aanpassen naar 85-90cm (GW-rollator 85 cm / VW-rolstoel 90 cm) 8 Buitendeuren, indien mogelijk, aanpassen naar 85-90cm (GW-rollator 85 cm / VW-rolstoel 90 cm) 9 Drempels in woning verlagen/verwijderen (GW=< 2 cm / VW = drempelloos) 10 Draaicirkel in keuken > 150 cm 11 Draaicirkel in badkamer > 100 cm (GW-rollator); > 150 cm (VW-rolstoel) 12 Draaicirkel bij toilet > 120 cm (GW-rollator); > 150 cm (VW-rolstoel) 13 Douchehoek of douchebak met dorpel =< 2 cm 14 Toilethoogte 46 cm of hoger 15 Breedte/diepte slaapkamer > 300 cm ivm rolstoel/bedlift (VW-rolstoel) 16 Schakelaars, bedieningselementen op rolstoelhoogte (90-120 cm) 17 Noodoproepinstallatie in woning 18 Schuifdeur tussen woonkamer en slaapkamer 19 Schuifdeur tussen badkamer en slaapkamer
€
1.300 per stuk
€
3.300 per stuk
€
200 per stuk
een traplift
45.000 slaap- en badk. op bg toevoegen
€ € € € € € € € €
1.500 15.000 1.200 350 3.000 2.000 PM 1.500 1.500
€ € € € € € € € € € €
Kosten * 150 500 100 1.200 450 2.000 2.000 250 2.000 1.300
* kosten inclusief BTW
Kenmerken woongebouw 1 Breedte toegangspad minimaal 120 cm 2 Hoogte brievenbus (entreeaccessoires) 3 Hoogte deurbel 4 Opstelplaats scootmobiel (betreft berging in wooncomplex) ** 5 Oplaadpunt scootmobiel ** 6 Woongebouw bereikbaar zonder traplopen 7 Hellingbaan bij niveauverschillen 8 Elektronisch te openen toegangsdeur wooongebouw (hoofdentree) 9 Aanwezigheid deurdrangers galerijdeuren 10 Elektrisch te openen galerijdeuren 11 Binnendeuren, indien mogelijk, aanpassen naar 85-90cm (GW-rollator 85 cm / VW-rolstoel 90 cm) 12 Buitendeuren, indien mogelijk, aanpassen naar 85-90cm (GW-rollator 85 cm / VW-rolstoel 90 cm) 13 Drempels in woongebouw verlagen/verwijderen (GW=< 2 cm / VW = drempelloos) 14 Indien lift, afmeting >100 x 150 cm (GW-rollator); afmeting >110 x 210 (VW-rolstoel) 15 Indien lift, zitje in lift? 16 Indien lift, leuning in lift?
Opmerking per stuk per stuk per stuk per stuk
per stuk per stuk per stuk per stuk
€
3.300 per stuk
€
200 per stuk
€ € €
20.000 per stopplaats 750 per stuk 600 per stuk
* kosten inclusief BTW ** betreft berging met oplaadpunt in wooncomplex. In eigen woning kan opladen via regulier stopcontact, bijv. in hal of garage
Welke aanpassingen noodzakelijk zijn is afhankelijk van de zorgbehoefte en de specifieke woning. Op basis van praktijkervaring50 worden de kosten naar het niveau ‘geschikt wonen’ (rollator) ingeschat op gemiddeld € 20.000 per wooneenheid en voor ‘verzorgd wonen’ (rolstoel) € 30.000 50
PCkwadraat heeft de laatste jaren bij een aantal woningcorporaties een screen van de bestaande woningvoorraad uitgevoerd op zorggeschiktheid. D.w.z. op zorggeschiktheid (niet geschikt/rollator/rolstoel), waarna eventuele aanpassingsmogelijkheden incl. bijbehorende kosten in kaart zijn gebracht.
96
Bijlage 6 Match vraag-aanbod (opgavebepaling) op kernniveau Voor de periode 2014-2018 is de match vraag-aanbod per kern als volgt: Match vraag-aanbod: opgavebepaling VRAAG 2018
Eijsden
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
AANBOD personen
MATCH V-A personen wooneenh.
182
167
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
167
167
0
0
- met ingrepen (opplussen)
16
0
16
12
42
13
13
12
13
13
0
0
13
0
13
12
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
16
12
17
0
17
16
20 62 245
46 59 226
-26
-25
3 19
3 15
VRAAG 2018
AANBOD
-9
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Gronsveld
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
66
62
4
3
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
62
62
0
0
- met ingrepen (opplussen)
4
0
4
3
15
5
5
4
5
5
0
0
5
0
5
4
6
0
6
6
7 22 88
0 5 66
7
7
18 22
17 20
VRAAG 2018
AANBOD
. verhuizen naar andere woning (verspreid) (2) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal
13
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Oost Maarland
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
17
16
1
1
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
16
16
0
0
- met ingrepen (opplussen)
1
0
1
1
4
1
1
1
1
1
0
0
1
0
1
1
2
0
2
2
2 6 23
0 1 17
2
2
5 6
4 5
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
97
3
Match vraag-aanbod: opgavebepaling VRAAG 2018
Rijckholt
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
AANBOD personen
MATCH V-A personen wooneenh.
34
32
2
2
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
32
32
0
0
- met ingrepen (opplussen)
2
0
2
2
8
2
2
2
2
2
0
0
2
0
2
2
3
0
3
3
4 12 46
0 2 35
4
4
9 12
9 11
VRAAG 2018
AANBOD
. verhuizen naar andere woning (verspreid) (2) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal
7
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Withuis Mesch
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
19
15
3
2
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
15
15
0
0
- met ingrepen (opplussen)
3
0
3
2
4
1
1
1
1
1
0
0
1
0
1
1
2
0
2
2
2 6 25
0 1 17
2
2
5 8
5 7
. verhuizen naar andere woning (verspreid) (2) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal
4
Match vraag-aanbod: opgavebepaling VRAAG 2018
Cadier en Keer
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
AANBOD personen
MATCH V-A personen wooneenh.
138
124
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
124
124
0
0
- met ingrepen (opplussen)
14
0
14
11
32
10
10
9
10
10
0
0
10
0
10
9
13
0
13
12
15 47 186
20 30 154
-5
-5
18 32
16 27
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
98
14
11
7
Match vraag-aanbod: opgavebepaling VRAAG 2018
Margraten
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
AANBOD personen
141
129
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
129
- met ingrepen (opplussen)
12
. verhuizen naar andere woning (verspreid) (2) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal
MATCH V-A personen wooneenh.
12
9
129
0
0
0
12
9
33
10
10
9
10
10
0
0
10
0
10
9
13
0
13
12
15 48 189
83 93 222
-68
-64
-45 -33
-43 -34
VRAAG 2018
AANBOD
-52
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Mheer/Noorbeek (i ncl . Ba nhol t) (1)
personen
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
78
71
8
6
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
71
71
0
0
- met ingrepen (opplussen)
8
0
8
6
18
5
5
5
5
5
0
0
5
0
5
5
7
0
7
7
9 27 105
0 5 76
9
8
21 29
20 26
VRAAG 2018
AANBOD
. verhuizen naar andere woning (verspreid) (2) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal
15
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Sint Geertruid
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
47
44
3
2
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
44
44
0
0
- met ingrepen (opplussen)
3
0
3
2
11
3
3
3
3
3
0
0
3
0
3
3
4
0
4
4
5 16 63
0 3 47
5
5
13 15
12 14
. verhuizen naar andere woning (verspreid) (2) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal
99
9
De match vraag-aanbod op kernniveau voor de periode 2014-2028 is als volgt: Match vraag-aanbod: opgavebepaling VRAAG 2028
Eijsden
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
AANBOD personen
MATCH V-A personen wooneenh.
263
207
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
207
207
0
0
- met ingrepen (opplussen)
56
0
56
42
61
18
18
17
18
18
0
0
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
56
42
18
0
18
17
24
0
24
23
29 90 353
46 65 272
-18
-17
25 81
24 66
VRAAG 2028
AANBOD
7
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Gronsveld
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
101
79
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
79
79
0
0
- met ingrepen (opplussen)
21
0
21
16
23
7
7
7
7
7
0
0
7
0
7
7
9
0
9
9
11 34 135
0 7 86
11
10
27 49
26 42
VRAAG 2028
AANBOD
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
21
16
19
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Oost Maarland
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
26
20
5
4
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
20
20
0
0
- met ingrepen (opplussen)
5
0
5
4
6
2
2
2
2
2
0
0
2
0
2
2
2
0
2
2
3 9 34
0 2 22
3
3
7 12
7 11
. verhuizen naar andere woning (verspreid) (2) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal
100
5
Match vraag-aanbod: opgavebepaling VRAAG 2028
Rijckholt
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
AANBOD personen
52
41
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
41
- met ingrepen (opplussen)
11
MATCH V-A personen wooneenh.
11
8
41
0
0
0
11
8
12
4
4
3
4
4
0
0
4
0
4
3
5
0
5
5
6 18 70
0 4 44
6
5
14 25
13 21
VRAAG 2028
AANBOD
. verhuizen naar andere woning (verspreid) (2) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal
10
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Withuis Mesch
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
21
17
5
3
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
17
17
0
0
- met ingrepen (opplussen)
5
0
5
3
5
1
1
1
1
1
0
0
1
0
1
1
2
0
2
2
2 7 29
0 1 18
2
2
6 10
5 8
VRAAG 2028
AANBOD
. verhuizen naar andere woning (verspreid) (2) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal
4
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Cadier en Keer
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
191
150
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
150
150
0
0
- met ingrepen (opplussen)
40
0
40
30
44
13
13
13
13
13
0
0
13
0
13
13
18
0
18
17
21 65 256
20 33 183
1
1
32 72
31 61
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
101
40
30
18
Match vraag-aanbod: opgavebepaling VRAAG 2028
Margraten
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
AANBOD personen
MATCH V-A personen wooneenh.
205
161
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
161
161
0
0
- met ingrepen (opplussen)
44
0
44
33
48
14
14
14
14
14
0
0
14
0
14
14
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
44
33
19
0
19
18
22 70 275
83 97 259
-61
-58
-27 16
-26 7
VRAAG 2028
AANBOD
-40
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Mheer/Noorbeek (i ncl . Ba nhol t) (1)
personen
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
110
86
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
86
86
0
0
- met ingrepen (opplussen)
23
0
23
17
25
8
8
7
8
8
0
0
8
0
8
7
10
0
10
10
12 37 147
0 8 94
12
11
30 53
28 45
VRAAG 2028
AANBOD
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
23
17
21
Match vraag-aanbod: opgavebepaling Sint Geertruid
personen (1)
Geschikt wonen . in de huidige woning (verspreid)
personen
MATCH V-A personen wooneenh.
71
56
- zonder ingrepen (woning is geschikt)
56
56
0
0
- met ingrepen (opplussen)
15
0
15
11
17
5
5
5
5
5
0
0
5
0
5
5
7
0
7
6
8 24 96
0 5 61
8
7
19 35
19 30
. verhuizen naar andere woning (verspreid) Langer Thuis Wonen verspreid . zonder ingrepen (woning is niveau zorgwoning) . met ingrepen (opplussen) . verhuizen naar andere woning (merendeel geclusterd) (3) Verzorgd Wonen geclusterd (2)+(3) Totaal Verzorgd wonen (1)+(2)+(3) Totaal Generaal (2)
102
15
11
14
Bijlage 7 Zorg-bezetting complexen ‘verzorgd wonen’
Aanbod geclusterd verzorgd wonen (2014) Kern
Locatie
Margraten Margraten Margraten Margraten Margraten Cadier en Keer Margraten
Sprinkstraat Schinkepoort Van Plettenbergstraat van Eynattenstraat Julianalaan Pastoor Frissenstraat De Bunderhoevestraat
subtotaal Margraten
Eijsden Eijsden Eijsden
Breusterhof Schoolhof Burg Wijnandsstraat
subtotaal Eijsden TOTAAL
TOTAAL
HbH (oud)
BEG bezetting (nieuw) ZV
12 35 4 3 5 19 20
3 27 1 1 3 6 10
1 3 0 1 1 0 0
33% 86% 25% 67% 80% 32% 50%
98
51
6
58%
18 16 10
21 6 4
0 0 1
100% 38% 50%
44
31
1
73%
142
82
7
63%
Gelabelde ouderenwoningen; 'geschikt wonen' Kern
Locatie
Gronsveld Gronsveld Gronsveld Rijckholt
Holegracht Vroendalsweg De Wyjert Kloosterstraat
subtotaal Eijsden
Cadier en Keer Cadier en Keer Mheer/Noorbeek Mheer/Noorbeek subtotaal Margraten TOTAAL
Sint Blasiushof Groenpad Pastoor Gilissenstraat Rubgaard
TOTAAL
HbH (oud)
BEG bezetting (nieuw) ZV
7 11 17 12
3 5 2 3
0 0 0 0
43% 45% 12% 25%
47
13
0
28%
27 6 16 15
13 2 6 4
0 0 1 0
48% 33% 44% 27%
64
25
1
41%
111
38
1
35%
103
Bijlage 8 Onderleggers data SVB en Vektis Data Sociale verzekeringsbank Zorgvragers in de GHZ en GGz hebben vaak geen (volledig) betaalde baan; minder dan 10% heeft een betaalde baan. Een groot deel van de zorgvragers verkrijgt inkomen uit een Wajonguitkering of bijstand. Wajong-uitkeringen < 25 jr 101 36%
24-35 64 23%
35-44 36 13%
45-54 38 14%
55-64 38 14%
Totaal 277 100%
waarvan 258 volledig arbeidsongeschikt en 19 deels arbeidsongeschikt
In Eijsden-Margraten zijn momenteel 277 inwoners met een Wajong-uitkering51, 1.7% van de totaal bevolking 15-64 jaar, waarvan ruim 35% jonger is dan 25 jaar. Vrijwel alle uitkeringsgerechtigden zijn volledig arbeidsongeschikt (258; 93%)52. In vergelijking met Limburg en Nederland is het procentueel aantal Wajong-ers laag, maar is de groep jonger dan 25 jaar procentueel gezien groot.53 Een deel van deze groep Wajong-ers zal zorgvrager zijn en onder meer geïndiceerd voor de functies Hulp bij het Huishouden en Begeleiding. Vektis-data De gemeente Eijsden-Margraten is, met de overheveling van de functie ‘begeleiding’ per 01.01.2015, verantwoordelijk voor 215 “nieuwe” zorgvragers54. Van deze zorgvragers heeft 35% een grondslag ‘psychiatrie’ (76 personen), 17% een verstandelijke beperking (36 personen) en 15% (32 personen) is lichamelijk beperkt (zie onderstaande tabel). Zorgvragers met functie 'begeleiding' grondslag Somatiek Psychogeriatrisch Psychiatrisch Lichamelijk gehandicapt Verstandelijk gehandicapt Zintuiglijk gehandicapt TOTAAL
personen
%
50 19 76 32 36 2 215
23% 9% 35% 15% 17% 1% 100%
159 zorgvra gers hebben ook 'Hul p bi j Hui s houden'
51
Atlas SV 2013 - regionale informatie sociale verzekeringen; data eind 2013 De uitkeringsgerechtigden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn (19; 7%) behouden, ook bij invoering van de Participatiewet, hun Wajong-uitkering. Voor nieuwe jonggehandicapten mét arbeidsvermogen geldt dat zij per 01.01.2015 niet meer instromen in de Wajong, maar onderdeel zijn van de Participatiewet. Zij vallen dan onder het bijstandsregime. 53 In de provincie Limburg zijn 18.866 Wajong-ers (2.6% van de bevolking 15-64jr), waarvan 27% < 25 jaar is. 93% is volledig arbeidsongeschikt. De cijfers op niveau Nederland zijn: 237.548 mensen met een Wajong-uitkering (2.1% van de bevolking 15-64 jr), waarvan 92% volledig arbeidsongeschikt is. 29% van de uitkeringsgerechtigden is jonger dan 25 jaar. 54 Bron: Vektis-data (peildatum 14.07.2014) 52
104
Een deel van deze zorgvragers is, naast ‘begeleiding’, ook geïndiceerd voor de functie ‘hulp bij het huishouden’ en vanuit die hoedanigheid al bekend bij de gemeente. In onderstaande matrix zijn per grondslag de dubbelingen weergegeven.
HBH - BG (grondslag psychiatrisch)
HBH - BG (grondslag verst. gehandicapt) HBH - BG (grondslag lich. gehandicapt)
9
66
75
1
0
1
10
66
76
Hulp Bij Huishouden Ja Nee
7
29
36
0
0
0
7
29
36
Begeleiding Nee Ja
Hulp Bij Huishouden Ja Nee Begeleiding Nee Ja
Begeleiding Nee Ja
Hulp Bij Huishouden Ja Nee
9
22
31
0
1
1
9
23
32
Uit bovenstaande matrixen blijkt, dat het aantal zorgvragers dat ‘Hulp bij het Huishouden’ heeft, bij GHZ- en GGz zorgvragers beduidend kleiner is dan in de ouderenzorg. Bij zorgvragers met een psychiatrische grondslag is dit ‘slechts’ 12% (9 op 76 zorgvragers) en bij verstandelijk gehandicapten 19% (7 op 36 zorgvragers). Dit betekent dan ook dat een groot deel van de GHZ- en GGz zorgvragers nog niet bekend is bij de gemeente. Zij hebben immers nog geen ‘Hulp bij het Huishouden’.
105
Bijlage 9 Toelichting scenario’s Eijsden-Margraten
intramuraal geclusterd VW LTW/GW II centraliseren/spreiden intramuraal (tussenvariant) geclusterd VW LTW/GW III spreiden intramuraal geclusterd VW LTW/GW IV spreiden plus intramuraal geclusterd VW LTW/GW
x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x x x x x x x x x
St.Geertruid
x x x x x x x x x x x x
(incl.Banholt)
x x x x x x x x x x x x
Mheer/Noorbeek
Withuis en Mesch
Oost Maarland
x
Margraten
centraliseren
Cadier en Keer
I
Gronsveld/Rijckholt
Eijsden
Scenario's wonen en zorg
x
x
x x x x
kernen o.b.v. gehanteerde CBS-wijkindeling intramuraal: capaciteit PG (dementie), somatiek en zzp4 geclusterd verzorgd wonen: t.b.v. voormalige indicatie zzp 1 t/m 4 LTW/GW: Langer Thuis Wonen (= verzorgd wonen) en geschikt wonen
Toelichting: Intramuraal/ ‘verzorgd wonen-geclusterd’: o intramurale voorzieningen zijn op dit moment aanwezig in de kernen Eijsden, Margraten en Cadier en Keer. In scenario 1 wordt deze situatie gehandhaafd met hieraan gekoppeld een aanbod ‘verzorgd wonen-/geclusterd’; o in scenario 2 worden de bestaande intramurale voorzieningen gehandhaafd en worden daarnaast in een aantal kernen voorzieningen voor ‘verzorgd wonengeclusterd’ gerealiseerd; o scenario 3 en 4 gaan uit van spreiding van de intramurale settings (kleinschalig) met hieraan gekoppeld appartementen ‘verzorgd wonen-geclusterd’. In alle kernen is een aanbod ‘geschikt wonen’ en ‘verzorgd wonen-Langer Thuis Wonen’ aanwezig. Immers, deze vraag wordt veel al in de eigen (koop)woning ingevuld en is vandaaruit aanwezig in alle kernen (verspreid); Keuze kernen voor nieuwe voorzieningen: o Gronsveld/Rijckholt Op basis van de behoefte in beide kernen is het mogelijk één woonzorg-voorziening te realiseren voor beide kernen. De behoefte in iedere kern afzonderlijk is te klein voor realisatie van een setting in beide kernen. o Mheer/Noorbeek en Sint Geertruid de vraag in de CBS-wijk Mheer/Noorbeek (incl. Banholt) is voldoende voor realisatie van een woon-zorgvoorziening in dit gebied; 106
idem geldt voor de kern Sint Geertruid; in eerste instantie kan één voorziening gerealiseerd worden (geclusterd verzorgd wonen gecombineerd met een kleinschalige intramurale voorziening) en na een aantal jaren, op geleide van groei van de behoefte, een tweede setting. o Overige kernen de vraag/behoefte in de overige kernen, zoals Withuis en Mesch, is te beperkt voor een stand-alone woon-zorgvoorziening.
107
Bijlage 10 Voorzet ‘ontwikkellocaties wonen en zorg in Eijsden-Margraten’ Ontwikkellocaties wonen en zorg (scenario's) Eijsden-Margraten scenario I
centraliseren
II centraliseren/spreiden (tussenvariant)
aanbod in kernen intramuraal VW Eijsden Margraten Cadier en Keer
Eijsden Margraten Cadier en Keer
Eijsden Margraten Cadier en Keer
Eijsden Margraten Cadier en Keer Gronsveld/Rijckholt Mheer/Noorbeek
capaciteit 2018 intram. VW
capaciteit 2028 intram. VW
72 68 30 170
55 50 24 129
100 92 38 230
80 74 32 186
72 68 30
100 92 38
170
35 30 24 20 20 129
230
50 44 32 30 30 186
III spreiden
Eijsden Margraten Cadier en Keer Gronsveld/Rijckholt Mheer/Noorbeek
Eijsden Margraten Cadier en Keer Gronsveld/Rijckholt Mheer/Noorbeek
56 46 30 16 22 170
40 30 24 15 20 129
76 60 38 24 34 232
55 40 32 25 32 184
IV spreiden plus
Eijsden Margraten Cadier en Keer Gronsveld/Rijckholt Mheer/Noorbeek Sint Geertruid
Eijsden Margraten Cadier en Keer Gronsveld/Rijckholt Mheer/Noorbeek Sint Geertruid
56 46 30 16 22 0 170
40 30 24 15 20 0 129
76 58 38 24 22 16 234
55 40 32 25 20 14 186
Circa 55-60 pl. in kernen (spreiding)
Onderbouwing capaciteiten: - 60-70% van de behoefte zzp4 ingevuld; niet volledig om te kunnen anticiperen op verdere afbouw zzp 4 (nu 25%) - behoefte PG (zzp 5/7) voor circa 90% ingevuld - in de hoofdkernen Eijsden en Margraten beperkte overcapaciteit PG t.o.v. behoefte in de kern; "over"capaciteit is bedoeld voor behoefte uit omliggende kernen - somatiek (zzp 6/8) in 2018 volledig ingevuld (behoefte = aanbod) - somatiek in 2028 gehandhaafd op niveau 2018; behoefte niet volledig ingevuld (circa 70%); wordt mogelijk deels "verpleegd wonen"(zzp 6) - verzorgd wonen: 85-90% van behoefte "geclusterd verzorgd wonen" ingevuld * "verzorgd wonen" kan ingevuld worden middels "Langer Thuis Wonen" of in "geclusterde settings"; * aanname dat circa 60% van de populatie gaat c.q. moet wonen in een geclusterde setting. Overige 40% kan langer thuis blijven wonen (al dan niet met woningaanpassing); * Langer Thuis Wonen zal hoofdzakelijk ingevuld worden in de eigen woning (eigen-woning-bezit in E-M is > 75%). - uitgegaan van een minimale schaalgrootte van 30 plaatsen per locatie, zodat de locatie exploitabel is. Keuze scenario's: De move van scenario 1 naar scenario 2 is na 2018 nog te maken: - groeien intramurale capaciteit in Eijsden, Margraten, Cadier en Keer in periode 2018-2028 - in kernen Eijsden, Margraten, Cadier en Keer handhaven van VW op niveau 2018 - realiseren van nieuwe locaties VW in kernen Gronsveld/Rijckholt en Mheer/Noorbeek Na 2018 kan nog gekozen worden voor scenario 4 (spreiden plus) vanuit scenario 3 (spreiden): - in Mheer/Noorbeek intramurale capaciteit en VW op niveau 2018 hanhdven - in Sint Geertruid een kleine setting toevoegen (intramuraal/verzorgd wonen)
108
Bijlage 11 Matrix rollen en verantwoordelijkheden
1
noodzaak mate van zelfredzaamheid mobiliteit 2 sociaal - economische status financiele situatie (inkomen/vermogen) & gemeentelijk beleid eigen woningbezit / huur 3 wensen woonwensen verhuiswensen tav invulling zorgaanbod / concepten en beschikbaarheid arrangementen 4 (mogelijkheden) huidige woning fysiek levensloopbestendigheid/zorggeschiktheid woning eventuele mogelijkheid tot aanpassingen en daaraan verbonden kosten 5 kwaliteit huidige wijk beschikbaarheid voorzieningen (afstand tot voorzieningen) leefbaarheid structuurkenmerken (platteland, dorp, verstedelijkt) 6 huidige woonsituatie sociaal huishoudsamenstelling beschikbaarheid mantelzorg / vrijwilligers incl zonnebloem 7 mogelijkheden zorgaanbod bieden 24 uurszorg planbaar / onplanbaar zorg op afstand 8 mogelijkheden/aanbod op de woningmarkt incl PVE mogelijkheden woningmarkt (verkopen, doorschuiven soc huur etc) beschikbaarheid zorgwoningen verspreid beschikbaarheid zorgwoningen geclusterd (overall ook de sturingsmechanismen ingezet door de overheden en verzekeraars)
109
BURGERININITIATIEF / OVERIG
VERZEKERAAR
GEMEENTE
PARTICULIER INITIATIEF
WONINGCORPORATIE
ZORGAANBIEDER
Invulling woonzorgvraag wordt bepaald door:
MANTELZORGER
ZORGVRAGER
VERANTWOORDELIJKHEID (ROL)
Afkortingenlijst 3D's ANBO AOW AWBZ BAG BBP CAK CBS CER CIZ DAEB E-M GBA GGZ GHZ GW HHM HLZ LG LTW NHC Nza OECD/OESO PG PGB PvE ROW SD SES SOM UWV V&V VNG VPT VVT VW VWS Wlz Wmo WOZ Wsw WTCG WWB ZG Zvw ZZL ZZP
3 decentralisaties: werk, jeugd en zorg Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen Algemene Ouderdomswet Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Basisregistraties Adressen en Gebouwen Bruto Binnenlands Product Centraal Administratie Kantoor Centraal Bureau voor de Statistiek Compensatie Eigen Risico Centrum Indicatiestelling Zorg Dienst van Algemeen Economisch Belang Eijsden-Margraten Gemeentelijke Basis Administratie Geestelijke Gezondheidszorg Gehandicaptenzorg Geschikt Wonen Bureau HHM - onderzoek en adviesbureau Hervorming Langdurige Zorg Lichamelijk Gehandicapt Langer Thuis Wonen Normatieve Huisvestingscomponent Nederlandse Zorg Autoriteit Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling Psychogeriatrie (dementie) Persoons Gebonden Budget Programma van Eisen Regionaal Overleg Woningcorporaties Sociaal Domein Sociaal Economische Status Somatiek Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Verzorging&Verpleging (oduerenzorg) Vereniging Nederlandse Gemeenten Volledig Pakket Thuis Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg Verzorgd Wonen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport Wet langdurige zorg Wet maatschappelijke ondersteuning Wet waardering onroerende zaken Wet op de sociale werkvoorziening Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten Wet Werk en Bijstand Zintuiglijk Gehandicapt Zorgverzekeringswet Zorgkantoor Zuid-Limburg Zorgzwaartepakket
110
Bronnen/geraadpleegde literatuur
Actiz, systemen dominant in hervormingen zorg (reactie op brief LDZ van VWS), 25 april 2013 Actiz, Deltaplan Ouderenzorg, september 2012 Aedes-Actiz, KCWZ, experimenten voor doorstroming senioren, augustus 2012 Aedes-Actiz, KCWZ, extramuralisering kleedt de dienstverlening van het verzorgingshuis uit, december 2012 Aedes-Actiz, KCWZ, lokaal maatwerk nodig voor jaarlijks 42.000 geschikte woningen, juni 2013 Aedes-Actiz, KCWZ, het effect van de Novelle op Wonen en Zorg, februari 2014 Bestuurlijk akkoord toekomst GGz 2013-2014, juni 2012 Delespaul Ph, Consensus over de definitie van mensen met een ernstige psychische aandoening en hun aantal in Nederland. Eijsden-Margraten, strategische visie 2022 – vernieuwen door verbinden, 2013 Eijsden-Margraten, coalitieprogramma 2014-2018 – iedereen telt mee! HHM, ZZP VV01 – VV04 in de thuissituatie, 7 november 2012 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Wetsvoorstel participatiewet, december 2013 Ministerie van VROM, Senioren op de woningmarkt – nieuwe generaties andere eisen en wensen, 2010 Ministerie van VWS, Uitkomst begrotingsoverleg hervorming langdurige zorg, 17 april 2014. Ministerie van VWS, Samenhang in zorg en ondersteuning, 4 maart 2014 Ministerie van VWS, Nadere uitwerking brief Hervorming Langdurige Zorg, november 2013 Ministerie van VWS, Consultatieversie Wetsontwerp Langdurig Intensieve Zorg (LIZ), 10 september 2013 Ministerie van VWS, Hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst inclusief bijlage Hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg, april 2013 Ministerie van VWS, Taskforce Beheersing Zorguitgaven, Naar beter betaalbare zorg, juni 2012 Ministerie van VWS, Wetsvoorstel Wmo2015, januari 2014 Ministeries van VROM, SWZ en VWS, micro-effecten van scheiden wonen en zorg, oktober 2012 Nederlandse Zorgautoriteit, advies scheiden wonen en zorg in de AWBZ, september 2012 NRC Next, Next checkt, Ouderenzorg is hier drie keer zo duur als in Duitsland en twee keer zo duur als in Frankrijk, 24 augustus 2012 Nibud, Bestedingsmogelijkheden bij het scheiden van wonen en zorg, april 2012 PCkwadraat, Huishoudboekjes in de zorg – line up 2014 PCkwadraat, Planologisch ramingsmodel VVT, 2001-2014 PCkwadraat, Transformatie opgave extramuralisatie Parkstad Limburg, maart 2014. PCkwadraat, kwalitatieve en kwantitatieve opgave extramuralisatie in de gemeente SittardGeleen, december 2014. PWC, Kernbevindingen impactanalyse transitie langdurige zorg, september 2013 Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, een gedeelde opgave van wonen, zorg en welzijn, januari 2014
111
Raad voor de Volksgezondheid, Randvoorwaarden voor een succesvolle decentralisatie van langdurige zorg naar de gemeenten, januari 2014 Rigo, doelgroepen en woonlasten 2.0 – betaalbaarheid van de Bossche sociale huursector in 2013, oktober 2013 Sociale Verzekeringsbank, Regionale informatie sociale verzekeringen, 2013 Taskforce verzilveren, Nederlander is steenrijk maar geldarm, mei 2013 TNO, Wonen, zorggebruik en verhuisgedrag van ouderen – een kwantitatieve analyse, oktober 2012 UWV, Feiten en cijfers over de Wajong, 2013 Veldhuizen e.a., Handboek FACT, 2009 Vektis, 14 juli 2014 Vilans, Rapportage onderzoek Lokale samenwerkingsvormen langdurende zorg, 20 februari 2014 VGN, Position paper Participatiewet, januari 2014 Woon2012, Wonen in ongewone tijden, resultaten van het Woononderzoek Nederland 2012 Zorgkantoor Zuid Limburg, Capaciteitsramingen Zuid-Limburg, januari 2014 Zorgkantoor Zuid Limburg, Marktanalyses 2014 Zorgkantoor Zuid Limburg, Notitie Capaciteit en toename wachtlijsten VZH en PG, 9 december 2011
112