FACTSHEET ZZP 1, 2 EN 3 EXTRAMURALISATIE LICHTE ZORGZWAARTEPAKKETTEN ACHTERGROND, GEVOLGEN, FEITEN EN CIJFERS
Voor de twaalf Drentse gemeenten
Marion Wijnstra Erwin Matijsen Oktober 2012
ACHTERGROND EN AAN LEIDING EXTRAMURALISATIE LICHTE ZORGZWAARTEPAKKETTEN Cliënten met een lichte zorgvraag blijven per 1 januari 2013 langer thuis wonen. De ministerraad heeft op 28 september jl. ingestemd met de uitwerking van het extramuraliseren van lichte zorgzwaartepakketten (ZZP’s). Deze maatregel komt voort uit het Begrotingsakkoord 2013 en houdt in dat nieuwe cliënten geen lichte intramurale zorg meer geïndiceerd krijgen, maar met extramurale zorg in hun eigen omgeving geholpen worden. De cliënten houden dus wel hun recht op zorg, maar krijgen een indicatie voor extramurale zorg in functies en klassen. Hiermee wordt aangesloten bij de gedachte van zorg in de buurt en wordt ingespeeld op de wens van de cliënt om zo lang mogelijk vanuit eigen huis verzorgd te worden1. Het gaat hier echter wel om een andere groep cliënten dan die waarmee u te maken krijgt als gevolg van de decentralisatie van de extramurale AWBZ begeleiding. Niet alle zorgzwaartepakketten worden geëxtramuraliseerd. Ook worden de wijzigingen niet tegelijkertijd doorgevoerd. Zie tabel 1. Tabel 1: welke zorgzwaartepakketten worden wanneer geëxtramuraliseerd? 1 januari 2013 2014 Sector Verpleging en Verzorging VV1, VV2 VV3 Sector Geestelijke Gezondheidszorg GGZ1, GGZ2 Sector Verstandelijke Gehandicaptenzorg VG1, VG2
2015 GGZ3 VG3
De ZZP’s voor kinderen, jeugd en jongvolwassenen t/m 22 jaar en de ZZP’s LVG 1 en LVG 2 (voor jeugdige licht verstandelijk gehandicapten met gedragsproblematiek) worden voorlopig nog niet geëxtramuraliseerd, maar meegenomen in de nieuwe wet zorg voor jeugdigen.
ZORGZWAARTEPAKKET, WAT IS HET? Ouderen of mensen met een langdurige ziekte of handicap kunnen niet altijd zelfstandig wonen. De zorg die ze nodig hebben, wordt beschreven in een zorgzwaartepakket (ZZP). Het ZZP beschrijft de soort en hoeveelheid zorg en ondersteuning die nodig is. Een ZZP omvat wonen, zorg, diensten en eventueel ook dagbesteding en behandeling. Er zijn 53 ZZP’s en bij elke ZZP hoort een aantal uren zorgtijd per week. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zorgt voor de indicatiestelling. In de praktijk bevat het pakket meestal een combinatie van verzorging, verpleging en begeleiding. Mensen met een indicatie voor zorg met verblijf, met ZZP hebben nu 3 mogelijkheden:
· · ·
1
Wonen in een instelling voor ‘zorg met verblijf’. Hierbij gaat het per definitie om Zorg in Natura (ZiN). Thuis wonen en een aanbieder vragen om de zorg thuis te leveren. Dit heet een Volledig Pakket Thuis (VPT, ook ZiN) Thuis wonen en zelf zorg inkopen met een persoonsgebonden budget (PGB). Hiermee kan de persoon in kwestie zelf de zorg inkopen die hij/zij nodig heeft.
Brief Ministerie van VWS aan de Tweede Kamer, d.d. 28 september 2012 (download )
2
Uit een rapport van het College van Zorgverzekeringen2 van begin dit jaar bleek dat veel mensen, ondanks een verblijfsindicatie, ook nu al kiezen voor de alternatieve vormen van zorg (buiten de instelling). Dit gegeven lag aan de basis van het advies aan het ministerie om de lichtere ZZP’s te extramuraliseren. Waarschijnlijk zal dit niet de laatste stap zijn. In hetzelfde rapport van het CVZ wordt namelijk geadviseerd om op termijn ook voor de zwaardere zorgzwaartepakketten alleen de componenten zorg en diensten integraal te indiceren en de wooncomponent daar buiten te laten. Dit alles in het kader van scheiden van wonen en zorg. EZP en VPT De Nederlandse Zorgautoriteit stelt voor om de mogelijkheden van extramurale zorgpakketten (EZP) te onderzoeken. Met EZP’s kan er gemakkelijker geïndiceerd worden. Het huidige Volledig Pakket Thuis (VPT) is hiervan een voorbeeld. Voor een VPT is echter een indicatie voor verblijf noodzakelijk, waardoor onder de huidige regels de zorg voor de te extramuraliseren ZZP’s niet via een VPT kan worden bekostigd. Het idee is om de woon- en verblijfscomponenten uit VPT’s te schrappen waardoor deze kan dienen als basis voor de nieuwe EZP’s. Dit gaat echter niet meer lukken voor 1 januari 2013.
Op de website van Rijksoverheid leest u meer over de huidige zorgzwaartepakketten (onder andere van de verschillende doelgroepen en de ZZP niveaus).
GEVOLGEN Voor de cliënt De gevolgen van het scheiden van wonen en zorg voor de cliënt liggen met name op het financiële en op het ‘organisatorische’ vlak. In vergelijking met iemand die intramuraal verblijft, moet een cliënt die thuis woont meer zelf betalen. Het gaat dan om onvermijdbare lasten gerelateerd aan thuis wonen, zoals huur, maar ook voedsel, kosten voor gas en elektra en overig vaste lasten. Hier tegenover staat wel dat men een lagere eigen bijdrage betaalt en dat men aanspraak kan maken op verschillende toeslagen. Het is sterk afhankelijk van de persoonlijke situatie of thuis (blijven) wonen ook echt leidt tot een krapper leefbudget en/of andere problemen. Dit is onder andere afhankelijk van: · · · · ·
De financiële situatie De gezondheid Of men samenwoont Opleidingsniveau Het sociale netwerk
Naast de financiële gevolgen brengt het thuis wonen ook extra werk en mogelijk zorgen met zich mee voor de cliënten, zoals de noodzaak tot het aanvragen van toeslagen, het realiseren van aanpassingen aan de woning en het organiseren van dagelijkse handelingen zoals eten en wassen. Lees in dit kader ook het rapport; bestedingsmogelijkheden bij het scheiden van wonen en zorg , uitgevoerd door NIBUD in opdracht van Unie KBO. Voor de gemeente Door het fysiek scheiden van wonen en zorg komt er een splitsing tussen de zorginkoop door het zorgkantoor en de gemeente die op grond van de WMO verantwoordelijk is voor de ondersteuning
2
CVZ, Signalement van Wonen en Zorg, d.d. 4 april 2012 (download )
3
van de cliënt/burger in het dagelijkse leven. Omdat cliënten langer in de eigen omgeving blijven wonen kan het zijn dat er een groter beroep wordt gedaan op gemeentelijke (WMO) voorzieningen. Of dit gebeurt is mede afhankelijk van de persoonlijke situatie van een cliënt. Het extramuraliseren van de ZZP’s betekent niet dat de cliënten geen recht meer hebben op de geïndiceerde AWBZ-zorg. Zaken als begeleiding, vervoer en zorg blijven (voorlopig) een AWBZ-aangelegenheid, waarvoor men geen aanspraak op de WMO hoeft te doen. Gemeenten krijgen als gevolg van deze maatregel in 2013 een incidentele verhoging van de integratie uitkering huishoudelijke hulp van het Gemeentefonds van € 15 miljoen. Het is de vraag of deze verhoging (die feitelijk alleen het extra beroep op huishoudelijke hulp dekt) voldoende zal zijn om de extra vraag naar gemeentelijke voorzieningen te dekken. Het ministerie van VWS heeft met de VNG afgesproken om de effecten voor het gemeentelijke domein voor 2014 en verder in beeld te brengen. De incidentele toevoeging voor 2013 is dan ook niet leidend voor de compensatie voor 2014 en daarna. Voor de zorgaanbieders Naast gevolgen voor cliënten en gemeenten, heeft de extramuralisatie ook gevolgen voor 3 zorgaanbieders . Met name kleine aanbieders van intramurale zorg zijn kwetsbaar, aangezien ze relatief veel cliënten met een lichte ZZP hebben en weinig mogelijkheden hebben om alternatieve vormen van zorg aan te bieden. Zonder alternatieve omzet zal een kwart van de aanbieders in 2013 te maken krijgen met een omzetdaling van meer dan 5%. In 2014 kunnen de gevolgen nog ingrijpender zijn.
FEITEN EN C IJFERS Op dit moment4 hebben 42.825 cliënten5 in Nederland een indicatie voor ZZP1 of ZZP2 (voor de sectoren VV, VG en GGZ). Uit een inschatting van VWS 6 blijkt dat de nieuwe instroom eind 2013 (dus na een jaar) ongeveer 9.800 mensen zal bedragen. Het merendeel van deze groep is afkomstig uit de sector VV (8.300). Uitgaande van het totaal aantal cliënten met ZZP1 en ZZP2 op 1 juli 2012, bedraagt de nieuwe instroom 21 procent van dit totaal. In Drenthe hebben 1.585 cliënten7 op dit moment een indicatie voor ZZP1 of ZZP2 (voor de sectoren VV, VG en GGZ). Nog eens 2.265 cliënten hebben een indicatie voor ZZP3 (voor dezelfde sectoren). De inschatting van VWS dat 21 procent van het totaal aantal cliënten met ZZP 1 en ZZP 2 de nieuwe instroom zal zijn tot eind 2013, betekent voor Drenthe dat eind 2013, een jaar na het ingaan van de maatregel, ongeveer 330 personen te maken hebben met de nieuwe situatie.
3
Advies Scheiden van Wonen en Zorg in de AWBZ. Nederlandse Zorgautoriteit, september 2012 (download )
4
Peildatum is 1 juli 2012. Bron: Basisrapportage AWBZ, CIZ (bekijk )
5
Dit aantal omvat alle cliënten, dus ook jeugdigen die buiten de maatregel vallen. Dit is niet verder uit te splitsen. Het gaat echter om kleine aantallen.
6
Brief Ministerie van VWS aan de Tweede Kamer, d.d. 28 september 2012
7
Idem noot 4
4
Het College voor Verzekeringen8 stelt dat 7 tot 15 procent van de mensen die op dit moment een indicatie hebben voor verblijf, dit verblijf niet afneemt en kiest voor alternatieve vormen aan huis via VPT of PGB. Voor de sector Verpleging en Verzorging zijn de percentages tweemaal zo hoog als voor de overige sectoren. Dit impliceert dat een deel van de nieuwe cliënten waarschijnlijk ook zonder de maatregel ervoor zou kiezen om thuis te blijven wonen. De wérkelijke impact van de maatregel voor gemeenten zal daardoor waarschijnlijk minder groot zijn dan bovenstaande cijfers doen vermoeden. In onderstaande kaartjes ziet u per gemeente, per sector en per ZZP om hoeveel personen het op dit 9 moment in totaal gaat . De aantallen in de kaartjes gaan dus niét over de nieuwe instroom. Omdat de extramuralisatie vanaf 1 januari 2013 alleen voor nieuwe cliënten geldt, zijn de totale aantallen in de kaartjes een indicatie voor het totale aantal cliënten in uw gemeente als álle uitstroom heeft plaatsgevonden. De kaartjes voor de sector GGZ zijn gesplitst in een kaartje voor GGZ B en een kaartje voor GGZ C cliënten. B- en C-pakketten zijn twee reeksen zorgzwaartepakketten (ZZP’s) in de GGZ. Er is weinig verschil tussen cliënten met een ZZP in de B of in de C reeks. Het enige verschil is dat bij de cliëntprofielen in de B-reeks is vermeld dat de cliënt behandeling nodig heeft en bij de profielen in de 10 C-reeks niet .
8
9
CVZ, Signalement van Wonen en Zorg, d.d. 4 april 2012 CIZ rondt af op vijftallen. Hierdoor kan het zijn dat de aantallen van de gemeenten niet helemaal optellen tot de aantallen voor Drenthe
10
Onderzoek PWC, Onderscheid B- en C-pakketten niet uniform gehanteerd. Verslag van een onderzoek naar verschillen tussen zorgzwaartepakketten met en zonder behandeling in de geestelijke gezondheidszorg, maart 2009
5
U kunt een groter formaat van de afbeeldingen downloaden van de website van STAMM
6
AANDACHT SPUNTEN VOOR GEMEENTEN Feiten en cijfers op een rij Het is belangrijk om per sector (VV, VG, GZ) zicht te krijgen op het huidige aantal cliënten in de ZZP’s 1 en 2 en proberen te achterhalen welk deel daarvan op dit moment intramuraal is. Vervolgens kan worden ingeschat wat per gemeente de te verwachten nieuwe instroom zal zijn voor de verschillende ZZP’s en wat dus de omvang van de opgave is. In de provincie Drenthe is hiermee, via dit factsheet, al een begin gemaakt. In gesprek Voor zorg en welzijnsaanbieders, maar ook voor gemeenten is de tijd erg kort om in samenhang tot zorgvuldig beleid te komen, gericht op mensen met een zwaardere zorgvraag die zelfstandig moeten blijven wonen. Toch is het belangrijk om dit overleg op gang te brengen. Ook woningcorporaties zouden daarbij betrokken moeten worden. Samenhangend beleid Ontwikkel een gezamenlijk plan waarin aandacht voor onder andere 11: · ·
·
De mogelijkheden van nieuwe arrangementen voor voorzieningen en gemaksdiensten van Wonen, Welzijn en Zorg die mensen in staat stellen om langer zelfstandig te wonen Onderzoek de mogelijkheden van het gebruik van leegstand in de gemeente (al dan niet ten gevolge van deze maatregel) om deze te gebruiken voor bijvoorbeeld zorg- en welzijnsfuncties Faciliteer een goede ondersteuning van mantelzorgers en ondersteun het vrijwilligerswerk
En... Zie dit niet als een op zichzelf staand project. De extramuralisatie van de ZZP’s past in de lijn van het leggen van meer verantwoordelijkheid bij de mensen en het dichterbij de mensen organiseren van zorg en ondersteuning. Gelet op omvang van de verwachte instroom (eind 2013 naar schatting 330 mensen in heel Drenthe) is het daarom raadzaam om de ontwikkelingen rondom ZZP1, ZZP2 en ZZP3 mee te nemen in de keuzes die u maakt voor mensen op het gebied van de decentralisatie extramurale AWBZ Begeleiding naar de WMO. Als gemeente maakt u hierin al keuzes. Deze maatregel kan hier goed in worden meegenomen.
MEER WETEN? De site www.invoeringwmo.nl
geeft veel informatie.
In november van dit jaar zullen regionale discussiebijeenkomsten met en voor partijen worden georganiseerd door VWS. In december zal een digitale vraagbaak zijn ontwikkeld (VWS) voor alle partijen. Bel of mail met Marion Wijnstra of Erwin Matijsen van STAMM in Assen: 0592 394400 //
[email protected] //
[email protected].
11
Bron: WMO kantoor (bekijk )
7