Toptechniek in Bedrijf Groningen Programmalijn 1: vmbo en mbo techniek Inleiding De Groningen vmbo en mbo scholen – ondersteund door het technisch bedrijfsleven in stad en Ommeland - presenteren met gepaste trots deze gezamenlijke aanvraag voor regeling Toptechniek in bedrijf programmalijn 1en de provinciale regiovisie. Hiermee laten we zien dat we samen werk willen maken van de goede aansluiting tussen technische opleidingen en beroepen. Maar vooral dat we jongeren en hun ouders meer willen verleiden tot het volgen van een technische opleiding in het (v)mbo en het werken in de sector techniek. In Groningen zijn volop mogelijkheden in deze sector. Uit de meest recente arbeidsmarktgegevens van de regio Groningen1 blijkt dat ongeveer de helft van de openstaande vacatures (800 in totaal) in de technische en industrieberoepen zijn. In meer dan de helft gaat het om vacatures op middelbaar en hoger niveau. En de verwachting is dat door de ontwikkeling in het Eemsmondgebied een grote vraag zal ontstaan naar jongeren met een technische opleiding op alle niveaus. Dat komt door de verwachte uitstroom van oudere technici maar ook door de groeiende vraag naar innovatief opgeleid technisch personeel. In de afgelopen vijf jaar zijn er 11.888 banen bij gekomen. De rol van het MBO is daarbij zeer belangrijk. 40% van de beroepsbevolking heeft een mbo-diploma. Een substantieel deel daarvan werkt in technische beroepen. Op dit moment volgen te weinig jongeren een opleiding in de technieksector. De instroom in (v)mbo techniek opleidingen stagneert en neemt zelfs af2. De activiteiten in deze programmalijn zijn bedoeld dit tij te keren. Voor een goed functionerende arbeidsmarkt en een goed vestigingsklimaat voor bedrijven is het (v)MBO essentieel. De Groninger (v)MBOscholen investeren in aantrekkelijk technisch onderwijs omdat bedrijven behoefte hebben aan meer, anders en breder opgeleide technici. Het Alfa-college en Noorderpoort zijn in Groningen de hofleverancier van de Groninger arbeidsmarkt voor de technische sector . Beide MBO-instellingen zetten op dit moment zoveel mogelijk in op innovatie door te investeren in nieuwe (onderwijs) omgevingen binnen allianties met bedrijven en onderwijsinstellingen. Zij hebben afspraken gemaakt over de verdeling van de opleidingen, zodat de beschikbare capaciteit en expertise effectief en doelmatig ingezet kan worden. De samenwerking van de scholen in dit project getuigt van de wil tot samenwerking en wederzijdse versterking. De hierna beschreven activiteiten zijn nodig om op termijn aan de in de regiovisie gekwantificeerde vraag naar technisch personeel te kunnen voldoen. Het is een ambitieus, coherent en robuust pakket aan maatregelen. Een stuurgroep van onderwijsdirecties (vo en mbo) en bedrijfsleven is verantwoordelijk voor de uitvoering en de kwaliteit van de activiteiten Het commitment van deze onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven in de stuurgroep garandeert verbinding en borging van de activiteiten in de onderwijspraktijk. Het biedt de garantie voor een toekomstbestendige onderwijsstructuur voor de sector techniek. De activiteiten worden zodanig vorm gegeven dat borging in de reguliere onderwijsstructuur gegarandeerd is. Activiteit 1: Vakmanschapsroute - Doorlopende leerlijnen vmbo-mbo Leerlingen die van de basisschool komen en direct al een bewuste keuze maken voor techniek, kunnen naar het Vakcollege. Leerlingen die (nog) niet kiezen voor techniek gaan naar het reguliere vmbo. Voor deze twee verschillende doelgroepen worden twee leerroutes ontwikkeld binnen het vmbo waarbij een goede aansluiting naar het mbo essentieel is. 1a. Het VakCollege Huidige situatie In 2010 is het Gomarus College gestart met het VakCollege. De leerlingen die in 2010 in leerjaar 1 zijn gestart gaan in september naar leerjaar 3. De leerlingen hebben in leerjaar 1 en 2 al veel techniek gehad (10-12 uur per week). Ze hebben af en toe een bedrijfsbezoek gebracht of een gastdocent uit het bedrijfsleven op school gehad. In de bovenbouw van het vmbo is dan ook niet de volle twee jaar nodig om een beroepsgericht examen af te kunnen leggen. De winst die behaald is in de onderbouw moet daarom in de bovenbouw verzilverd worden. Het vakcollege is een methode die appelleert aan leerlingen, die een duidelijke keuze willen maken en praktisch georiënteerd zijn. Onze ambitie Wij willen een zesjarige, aantrekkelijke, enthousiasmerende opleiding in de techniek aanbieden waarbij een ononderbroken leerroute kan worden gevolgd van vmbo-mbo. Het is de bedoeling dat er goede vakmensen worden opgeleid. In leerjaar 1 en 2 staat het ‘boeien en binden’ centraal. Dat betekent dat leerlingen enthousiast gemaakt worden voor de techniek door middel van uitdagende opdrachten die door hun open structuur het leerlingen mogelijk maakt hun creativiteit te ontdekken en zelf leren problemen oplossen. Aan het eind van leerjaar twee gaan de leerlingen zich verder verdiepen in één van de afdelingen bouwtechniek, metaaltechniek of elektrotechniek. Omdat de leerlingen van leerjaar 3 en 4 in de onderbouw al veel techniek hebben gehad kunnen deze leerlingen meer aan dan alleen maar worden voorbereid op een beroepsgericht examen. Voor deze leerlingen is het dan ook mogelijk om zich te verdiepen of te verbreden tijdens hun opleiding. Dat willen we doen door leerlingen ook een keuze te laten maken uit modules van andere afdelingen. Bv. een leerling bouwtechniek kan een module lassen volgen op de afdeling metaaltechniek. Mbo-lesstof kan al een plaats krijgen in het vierde jaar van het vmbo. Technische talenten kunnen zich al eerder verdiepen of verbreden. Doelen en realisatie Als mbo-leerstof indaalt in het vmbo is het nodig dat bestuurlijke arrangementen en concrete uitvoeringsafspraken tussen vmbo en mbo worden gemaakt. Daarvoor kan de experimenteerruimte in het vmbo gebruikt worden. We willen het vmbo en mbo voor de leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg integreren en uitwisseling van faciliteiten en personeel mogelijk maken. We willen ook kunnen variëren in examenmomenten door het jaar heen. Dit werkt een werkgroep van vmbo (Gomarus College) en mbo (Alfa College en Noorderpoort College) verder uit. We willen daarnaast het aantal gastlessen door het bedrijfsleven en bedrijfsbezoeken uitbreiden. De leerlingen zullen vanaf het eerste leerjaar minimaal zes bedrijfsbezoeken per jaar afleggen in het kader van de loopbaanoriëntatie en om de contacten met het bedrijfsleven te verstevigen. Vanaf leerjaar drie gaan de leerlingen 1 2
Uit het werkgelegenheidsonderzoek 2011(CAB januari 2012) Zie recente cijfers DUO: afname in techniekafdelingen vmbo, stijging vmbo techniek breed, daling mbo-instroom techniek
1
op stage. In leerjaar drie en vier zullen dat beroepsgerichte stages zijn en in leerjaar vijf en zes stages bij een leerwerkbedrijf. Hiervoor worden afspraken gemaakt met het bedrijfsleven. 1b. vmbo Techniek (regulier) Huidige situatie Vanaf 2007 werkten leerlingen Techniek Breed uit klas 4 van het Zernike College aan praktische opdrachten in de werkplaatsen van twee locaties van het ROC Noorderpoort. In carrouselvorm bezochten zij zo een vijftal afdelingen van het Noorderpoort: metaaltechniek, bouwtechniek, motorvoertuigentechniek, elektrotechniek en installatietechniek. Na evaluatie is in het schooljaar 2011-2012 ervoor gekozen om niet alle afdelingen, maar twee door de leerling zelf gekozen afdelingen te bezoeken. Leerlingen van het Zernike College bezochten dit schooljaar gedurende 2 x 8 dagdelen het Noorderpoort. Daarnaast lopen de leerlingen stage in zowel klas 3 als 4 in een technisch bedrijf. De leerling krijgt zo een realistisch beeld van wat je met techniek in de praktijk kunt doen. Onze ambitie in de vakmanschapsroute Na de herschikking van de technische opleidingen door Noorderpoort en Alfa College is het opleidingspalet gewijzigd. Doel is om de vakmanschapsroute in beide mbo’s te realiseren voor alle vmbo-scholen in de stad Groningen met een technische afdeling. Daarmee verbeteren en vergroten we de doorstroom vanuit de vmbo-scholen. Het is onze ambitie om binnen 3 jaar 10% (ca. 20 leerlingen) meer leerlingen te laten kiezen voor een technische vervolgopleiding in het mbo op niveau 2 en 3 (soms 4). Op basis van de stabiele demografische ontwikkelingen in de stad3 is dit percentage realistisch. De vakmanschapsroute laat leerlingen een meer bewuste en gefundeerde keuze maken, laat de keuze aansluiten op het mbo en laat de keuze inspireren door wat de arbeidsmarkt vraagt. Met andere woorden: we ontwikkelen een doorlopende leerlijn naar een goede baan op de regionale arbeidsmarkt. Door deze bewuste keuze in het vmbo zullen er minder studiewisselingen zijn in het mbo. Dat levert efficiencyvoordelen op voor het mbo. Doelen en realisatie Het gaat hier om een keuzeprogramma voor leerlingen uit klas 4 van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg, die gekozen hebben voor een afdeling in de sector Techniek. Het programma wordt opgehangen aan het loopbaantraject van de leerlingen: het LOB-traject gebaseerd op loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding. Het mbo doet de voorlichting in klas 3 van het vmbo. De leerlingen en ouders krijgen zo een realistisch beeld van de verschillende technische mbo-opleidingen en de technische beroepsmogelijkheden in de regio. Daarna maken de leerlingen een keuze uit de verschillende afdelingen in het mbo, waar ze in klas 4 naar toe gaan. De leerlingen werken in de werkplaatsen van het mbo aan opdrachten uit het keuzeprogramma van de verschillende vmbo-examenprogramma’s. Behaalde resultaten tellen mee in het schoolexamen voor het beroepsgerichte vak. Een intensieve samenwerking met het mbo is daarom van groot belang: het vmbo programma wordt dan ook in samenspraak met het mbo en het bedrijfsleven ontwikkeld, zodat actualiteit en wenselijkheid gewaarborgd blijft. Gedurende tien dagdelen bezoeken de vmbo-leerlingen uit klas 4 een afdeling van het mbo. De vmbo-leerlingen werken in de goed ingerichte werkplaatsen van het mbo, maken kennis met instructeurs en docenten uit het mbo, medewerkers uit het bedrijfsleven en hun manier van werken. Ze werken met andere leerlingen aan een praktische opdracht. Tijdens deze periode gaan zij op excursie naar een bedrijf uit deze sector. Vervolgens maken zij op dezelfde manier kennis met een tweede technische afdeling/domein. Beide mbo’s in de stad werken aan de inrichting van technische innovatiecentra in de stad. Activiteit 2: Technologieroute: Skillslab Huidige situatie In het bestaande spectrum van bèta technische opleidingen bestaat een leemte. Vooral voor de leerlingen die zich qua capaciteiten en beroepsperspectief richten op het mbo-3 en mbo-4 niveau is geen specifieke bèta technische leerroute beschikbaar. We willen ons extra inspannen om tegemoet te komen aan de vraag naar middelbaar en hoger opgeleide medewerkers. Door goede afspraken te maken met het HBO en door goede doorstroommogelijkheden in de branche te bieden, worden deze opleidingen aantrekkelijk voor VMBO-leerlingen. Daarmee is deze route een serieus alternatief voor het HAVO. Onze ambitie De huidige ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt, de herschikking van het opleidingsaanbod van Noorderpoort en Alfa College evenals het aanwijzen van topsectoren vormen de aanleiding voor de realisatie van Skillslab binnen de bovenbouw van het vmbo gl/tl in de stad Groningen. Skillslab is opgezet om leerlingen te laten werken volgens werkmethodes in de technologische omgeving van bedrijven en instellingen en om van daaruit een realistische keuze te maken voor een bijpassende mbo-opleiding. Het verwerven van beroepscompetenties is van belang voor succesvolle in- en doorstroom in het mbo. Leerlingen krijgen met Skillslab een realistische kijk op het technisch beroepenveld. Reflectie op de eigen (leer)ervaringen zorgt ervoor dat de gekozen mbo-opleiding beter aansluit op hun eigen ambities en mogelijkheden. De praktijkgerichte aanpak in het Skillslab enthousiasmeert leerlingen voor techniekrichting, zowel bij jongens als bij meisjes. We verwachten meer doorstroom van vmbo-4 naar de techniek richtingen in het mbo en evt. het hbo. Wij verwachten over 3 jaar dat 15% ( 25 leerlingen) meer leerlingen voor de sector Techniek zal kiezen. Skillslab is in de pilotfase opgezet als een profiel binnen de sector techniek breed van vmbo gt/tl. Op langere termijn kan het profiel kunnen leiden tot een nieuw examenvak. Doelen en uitwerkingen De technologieroute richt zich op de doorlopende leerlijn naar mbo-4. We richten ons hiermee op de gt/tl-leerling in de bovenbouw van het vmbo. De technologieroute gaat ook een aantrekkelijk alternatief worden voor Havo 2-leerlingen richting niveau 4 van het mbo. Op deze manier creëren we via het vmbo en mbo-4 een perspectief voor aansluiting op hbo-techniek. Skillslab is geïnspireerd door de principes van het Technasium, maar we kiezen voor een vmbo-specifieke uitwerking. 3
Zie leerlingprognose basisonderwijs gemeente Groningen 2011-2026 door bureau statistiek en onderzoek Groningen
2
Projectmatig werken is het leidend organisatieprincipe in het Skillslab. Opdrachten voor leerlingen in het Skillslab komen uit de praktijk van het technisch bedrijfsleven. Ze ontwikkelen hierbij hun analysevaardigheden en het vinden van oplossingsstrategieën. Samenwerken, leren toepassen en presenteren staan centraal. Om deze ‘skills’ in te zetten staat hun een ‘lab’ ter beschikking met CAD-software, robotica, meet- en regelpractica enz. Aan het begin van het schooljaar werken de leerlingen in de eigen schoolomgeving aan de projecten, halverwege klas 3 gaan ze hiervoor naar de techniek informatiecentra van het mbo. De inhoudelijke kennis wordt via de leeromgeving aangeboden. In het uitvoeren van projecten en samenwerkingsopdrachten wordt deze kennis ingetraind en verwerkt. De inhoud van de projecten staat onder regie van vmbo- en mbo-docenten. Het mbo is verantwoordelijk voor aansluiting met de topsectoren in techniek, met de specifieke vraag uit de regionale arbeidsmarkt (vanuit de regiovisie) en innovaties in techniek. Het vmbo is verantwoordelijk voor realisme in belastbaarheid en capaciteiten van de leerlingen. Door projecten met techniek in gezondheidszorg aan te bieden raken meisjes geïnteresseerd. In de opstartfase komen de projecten uit vmbo en mbo; op termijn willen dat het bedrijfsleven hiervoor de realistische problemen aanlevert, die in samenwerking met mbo en vmbo tot een geschikt project worden gemaakt. Het werken aan een project wordt in modulevorm vorm gegeven. Elke project bestaat uit vaste ontwerpeisen en kwaliteitscriteria. Leidend zijn de stappen in het maken van een technisch product (oriëntatie en definitie, ontwerp, werkvoorbereiding, uitvoering, oplevering en service). Reflectie op het eigen leerproces is hierbij vanzelfsprekend. De wereld buiten de school komt naar binnen door gastsprekers uit mbo en bedrijfsleven. De leerling maakt kennis met bedrijven door relevante bedrijfsexcursies. De moduulbeschrijvingen vormen het startpunt voor de ontwikkeling van een curriculum, waarin inhoud, eisen, niveau en kwaliteit beschreven en geborgd worden. Naast de betrokken onderwijsinstellingen is het bedrijfsleven betrokken bij de ontwikkeling van het curriculum. Doel daarvan is om een concept te realiseren dat duurzaam en overdraagbaar is. We willen na maximaal één jaar zien of het concept wekt (go-no go besluit) en is over te dragen op andere vmbo-scholen in de stad. Er zal een systeem van volgscholen worden opgezet, waar kennis en ervaring wordt gedeeld. Een soortgelijke ontwikkeling vindt plaats in Brabant onder de noemer ‘techneum’. Het idee is om de kennis en ervaring uit beide regio’s te delen op een speciaal netwerk van vmbo-scholen van het landelijke platform Bèta- techniek. Er is al veel belangstelling in het land bij vmbo-tl opleidingen voor dit concept4. Naast werken in het Skillslab lopen leerlingen in jaar 3 van het vmbo een oriënterende stage in een technisch bedrijf; indien mogelijk onder begeleiding van een mbo niveau-4 deelnemer (rolmodel, vraagbaak). De leerling krijgt zo een realistisch beeld van wat je met techniek in de praktijk kunt doen. Hiermee wordt het enthousiasme van leerlingen vergroot en de keuze voor een vervolgopleiding bewuster en realistischer. Deelnemers aan Skillslab doen mee aan landelijke competities (zoals Skills Talents). In de vierde klas blijft het projectmatig werken in Skillslab gelijk: 40 lesuren zijn hiervoor beschikbaar. Hierbij is echter een realistische en uitdagende opdracht vanuit het bedrijfsleven leidend. Het eindresultaat van deze opdracht is voor de GL/TLleerlingen hun ‘meesterproef’. In het eindresultaat zijn een aantal exameneisen geïntegreerd, waardoor de ‘meesterproef’ ook de inhoud vormt van het profielwerkstuk als verplicht onderdeel van het schoolexamen vmbo. De leerlingen presenteren hun werkstukken aan de bedrijven, het mbo, ouders en vmbo. Activiteit 3: Verhogen van de instroom in het vmbo (ketenaanpak) Huidige situatie Landelijk gezien daalt het aantal leerlingen op het vmbo dat kiest voor een opleiding in de techniek. Met moeite worden soms techniekafdelingen in stand gehouden. Ook worden afdelingen samengevoegd of zelfs opgeheven. Ook in de regio Groningen is het aantal leerlingen dat kiest voor een opleiding in de techniek gedaald. De instroom van leerlingen in het vmbo laten grote verschillen zien per regio in de provincie: daling in oosten en noorden en stabilisering in de stad en directe omgeving. Onze ambitie Om de instroom in het techniekonderwijs te verhogen is een bundeling van krachten en afstemming nodig van zowel primair onderwijs, vmbo, mbo en bedrijfsleven. De neerwaartse spiraal moet omgebogen worden naar een positieve. Er moeten uitdagende, aantrekkelijke opleidingen aangeboden worden in de techniek. We gaan zorgen voor een ketenaanpak onder het motto: ‘Van kind tot vakman/vakvrouw’. Dat houdt in dat we een traject gaan uitzetten waarin de kinderen vanaf de basisschool tot en met het hbo enthousiast gemaakt worden en blijven voor de techniek. Doelen en uitwerkingen
doelgroepen Groep 8 basisonderwijs
Ouders kinderen groep 8 Besturen en leerkrachten basisonderwijs Leerlingen vmbo Havo-3 MBO Bèta mentality Moeders en meisjes
4
activiteiten Lesactiviteiten over techniek Kennismaken met de wereld van techniek Gastlessen door bedrijfsleven Voorlichting over technische beroepen en toekomstperspectief techniek Voorlichting over vmbo en mbo onderwijs Gastlessen geven over technische opleidingen Bedrijfsbezoeken organiseren Opleidingscentra mbo bezoeken Meedoen aan vakwedstrijden Bezoeken van opleidingscentra mbo in het kader van praktische sectororiëntatie Techniekdag voor havisten en voorlichting door studenten Vakwedstrijden organiseren Summerschool techniek, vooral gericht op instroom van meer meisjes 12-14 in techniek Techniek event voor moeders en meisjes van 12-14
Een eerste inventarisatie van de stichting technasium leert dat er 14 scholen zijn die geïnteresseerd zijn in dit concept. De stichting Technasium wil meewerken maar onder een aantal voorwaarden, bv. de naam Technasium mag niet gevoerd worden, het concept mag geen light-versie worden van het Technasium en de stichting ondersteunt bij voorkeur meerdere Technasia die met dit concept bezig zijn.
3
Activiteit 4: Professionalisering van docenten en bedrijfsleven Huidige situatie Op dit moment ervaren leerlingen een duidelijke ‘knip’ tussen het vmbo en het mbo. Klachten over overlappingen in het programma komen veel voor evenals het gebrek aan begeleiding op het mbo. Er is onvoldoende sprake van een ononderbroken leerlijn vmbo-mbo. Het gevolg is te veel uitval op het mbo of leerlingen die een verkeerde keuze hebben gemaakt en switchen van opleiding. Ook is er weinig uitwisseling van kennis en ervaring van docenten van vmbo, mbo en bedrijfsleven. Onze ambitie De ‘knip’ die leerlingen ervaren tussen vmbo en mbo moet verdwijnen. We willen daarvoor in de plaats een traject waarin leerlingen daadwerkelijk ervaren dat er een doorgaande leerroute is van vmbo naar mbo. Doelen en uitwerkingen Om die professionalisering gestalte te geven is een aantal maatregelen nodig: - In de doorgaande leerlijn vmbo-mbo is een de intensieve pedagogische relatie tussen leraar en leerling essentieel. Het gaat hier immers om een vertrouwensrelatie tussen docent en leerling, werken aan persoonlijke groei en het begeleiden van leerlingen in het maken van keuzes. We verwachten een kwaliteitsverbetering in de doorlopende leerlijn als leerlingen gedurende hun zesjarig traject op basis van een gedeelde pedagogische visie worden begeleid door docenten. Voorop staat dat de leerling steeds beter leert keuzes te maken en zelfstandig kan functioneren in een praktijkgerichte context. En daarbij weet hij zich ondersteund door de docent. We zien de volgende activiteiten: - In de leerjaren 1-4 van het vmbo het uitbreiden van het aantal gastlessen en bedrijfsbezoeken in het kader van de loopbaanoriëntatie (authentieke beroepsbeelden) en om de contacten met het bedrijfsleven te verstevigen. Ook zal dit het maken van een juiste keuze van leerlingen voor een opleiding verbeteren en daardoor uitval of switchen van opleidingen voorkomen. - Een directe verbinding tussen onderwijs en beroepspraktijk stimuleren door het verbeteren van de stage in leerjaar 3 en 4 van het vmbo door meer beroepsgerichte opdrachten te laten uitvoeren op de stageplek. - Er worden initiatieven ontwikkeld om de kwaliteit van docenten te verbeteren door docentenstages aan te bieden. We denken aan een uitruil tussen docenten van vmbo en mbo en docentenstages in het bedrijfsleven. Ook willen we vaker professionals uit het bedrijfsleven lessen laten verzorgen op vmbo en mbo. - We willen medewerkers in het bedrijfsleven professionaliseren in het begeleiden en examineren van leerlingen in de beroepspraktijk. Activiteit 5: Vernieuwde samenwerking (V)MBO en bedrijfsleven Huidige situatie De besturen van Alfa-college en Noorderpoort zijn in 2011 overeengekomen elkaars bestaande deelnemersaantallen te bundelen en zich elk in een sector/domein met opleidingscentra te specialiseren. Samen met het bedrijfsleven nemen het Alfa-college en het Noorderpoort het initiatief voor de vormgeving van multifunctionele praktijkopleidingencentra met de nieuwste apparatuur en innovaties. Daarmee komen de MBO’s tegemoet aan de behoeften van het regionale bedrijfsleven. De branches krijgen zo één aanspreekpunt. Het bedrijfsleven draagt bij door de inbreng van benodigde technische faciliteiten, capaciteit en kennis en expertise. De nieuwe technische opleidingscentra maken de samenwerking met de bedrijven in de regio en het vmbo op een nieuwe, intensievere manier mogelijk. De nieuwbouw voor het praktijkopleidingencentrum Automotive en de verbouw voor Bouw moeten uiterlijk augustus 2014 gereed zijn. De opleidingscentra bieden mogelijkheid voor loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding en voor vakinhoudelijk onderwijs voor het 3e en 4e jaar VMBO, zowel voor de vakmanschaproute als voor de technologieroute. Onze ambitie Het Techniek Innovatiecentrum van het Alfa-college is een ‘joint venture’ van het onderwijs met het bedrijfsleven. Het wordt een multifunctioneel centrum voor bedrijven en onderwijs met een ruime openstelling. Het wordt een ontmoetingsplek waar bedrijven, professionals, toevallige bezoekers, bewuste bezoekers, en deelnemers en docenten uit het onderwijs elkaar ontmoeten. Het zijn de plekken waar bedrijven uit de sector hun (in toenemende mate duurzame) innovaties tonen: nieuwe auto’s, nieuwe aandrijftechnieken maar ook nieuwe materialen, gereedschappen en nieuwe bouwmethoden en -technieken. We willen wisselende exposities op techniekgebied organiseren. Het centrum is ook een experimenteerruimte waar leerlingen en ouders een actueel beeld krijgen van leren en werken in techniek. Maar vooral ook zelf techniek kunnen uitproberen, kunnen aanraken en beleven. Professionals komen hiervoor naar het centrum maar ook voor onderwijs zodat ze als professional bij blijven met de ontwikkelingen. Professionals geven als praktijkdocent les, presenteren de verschillende innovatieve ontwikkelingen, of geven lezingen en demonstraties. In deze samenwerking ontstaat actieve belangstelling voor de actuele wereld van techniek, die ook nog eens regio specifiek is. Het Noorderpoort beschikt met ingang van augustus 2012 over het grootste automotive opleidingscentrum van Noord-Nederland. In samenwerking met dealers, importeurs en kenniscentra wordt uitvoering gegeven aan 26 verschillende opleidingen uit de branche. Deze opleidingen worden uitgevoerd door vier aparte opleidingsteams: Bedrijfswagens waar ook voor Defensie wordt opgeleid, Autoschadeherstel, Management & Commerciële opleidingen en Personenwagens. Daarnaast wordt de propedeuse van de master-opleiding motorvoertuigentechniek van en door de Hogeschool Arnhem Nijmegen aangeboden. In het aan de school verbonden Innovatiecentrum wordt door de branche aandacht besteed aan trainingen van de nieuwste technologieën en vormen van duurzame mobiliteit die direct worden toegepast binnen het reguliere onderwijs. De School voor technologie specialiseert zich in engineering, metaalbewerking, constructie en maintenance. Alles wat te maken heeft met het ontwerpen, maken en onderhouden van hoogwaardige installaties en machines komt onder één dak in een grondig verbouwde locatie met state of te art praktijkruimtes. Het betreft zowel reguliere BOL en BBL-opleidingen als opleidingen op maat voor werkenden in het bedrijfsleven. Door deze concentratie van gelijkgerichte opleidingen wordt samen met bedrijfsleven, toeleverende- en afnemende
4
scholen vorm gegeven aan een eigentijdse school die met aansprekend onderwijs in een up to date werk en leeromgeving voor een impuls voor de engineering- en metaalsector zal zorgen. Doelen en uitwerkingen De doelstelling is het op een hoger peil brengen van de technische sector in de noordelijke regio, waardoor een betere aansluiting ontstaat tussen de huidige en toekomstige vraag van het bedrijfsleven en het onderwijsaanbod vanuit de nieuwe opleidingencentra. Van dit nieuwe onderwijs gaat een extra wervende werking uit, zodat de instroom van deelnemers en de uitstroom van gediplomeerde techniekdeelnemers wordt vergroot. Op deze wijze kan worden voldaan aan de groeiende behoefte aan technisch personeel en wordt de kwaliteit en continuïteit en zelfs groei van de technische opleidingen in de stad en de regio Groningen geborgd. We onderscheiden de volgende doelstellingen: Beide opleidingencentra bieden een vernieuwd onderwijsaanbod waarin de sectorbedrijven een grote en actieve inbreng hebben zodat de onderwijsinhoud nauw aansluit bij de wens van het bedrijfsleven en de actuele beroepspraktijk. Alle betrokkenen, deelnemers, ouders en het bedrijfsleven, ervaren de nieuwe opleidingencentra en het opleidingsaanbod als modern, vernieuwend, innovatief en praktijkgericht. Aantrekkelijk voor instromende vmbo’ers, maar ook voor medewerkers van bedrijven die om-, her of (bij)geschoold willen worden. Beide opleidingencentra zijn toonaangevend voor de sector en de regio en hebben een grote aantrekkingskracht op jongeren en werkenden in de sector in het kader van leven-lang-leren. Ondanks de verwachte afname van het aantal jongeren in 2025 met 15% in de gehele provincie, streven we naar een groei van het aantal gediplomeerden in het MBO met 10% groei in de vakmanschapsroute en 15% in de technologieroute in 2015. Projectorganisatie De partners in dit project – onderwijs en bedrijven – hebben de stuurgroep Toptechniek in bedrijf Groningen5 geformeerd die verantwoordelijk is voor de voortgang, kwaliteit en financiën van het project. Zij bewaakt de synergie en samenhang van de activiteiten. De stuurgroep heeft een projectteam ingesteld dat verantwoordelijk is om de beschreven activiteiten in de dagelijkse praktijk te vertalen, te coördineren en evalueren. In het projectteam zitten drie professionals – twee uit onderwijs en één bedrijfsleven. De activiteiten worden opgezet volgens de principes van het projectmatig werken. De activiteiten worden in een groeimodel uitgezet, d.w.z. niet alle activiteiten starten op hetzelfde moment, maar worden vanuit de aard van de activiteiten in de tijd weggezet. Onder het projectteam hangen werkgroepen die overeenkomen met de activiteiten in deze ontwikkellijn. In de werkgroepen zitten docenten van (v)mbo en deelnemers uit het bedrijfsleven en andere relevante sectoren. De partners zetten – afhankelijk van de fase van ontwikkeling – naast de subsidiegelden de benodigde expertise en middelen in. Concrete uitwerking van de projecten in de tijd volgt na toekenning van de subsidie. Financiële paragraaf Kosten Stuurgroep Toptechniek in bedrijf Groningen *sturen op voortgang, kwaliteit en financiën activiteiten op strategisch niveau door partners in onderwijs en bedrijfsleven Projectteam techniek Vmbo-mbo *Coördinatie, uitwerking en evaluatie activiteiten 1a.activiteit vakmanschaproute Vakcollege * bedrijfscontacten uitbreiden *scholing docenten 1b.activiteit vakmanschaproute techniek bb-kb *doorlopende leerling met mbo nivo 2 en 3 techniek *LOB-ontwikkeling *ontwikkelen keuzeprogramma 2.activiteit technologieroute Skillslab vmbo tl *projectonderwijs voor vmbo *scholing docenten *bedrijfscontact voor opdrachten *deelname Skillstalent *talentenexpositie meesterproef 3.activiteit verhogen instroom *groep 8 naar vmbo-techniek op techniekdagen *voorlichting ouders basisonderwijs *leerkrachten basisscholen naar vmbo *summerschool techniek 4 activiteit professionalisering deelnemers *docenten leren coachen *beroepsgerichte opdrachten in stage *docentstages in de beroepspraktijk 5. activiteit vernieuwde samenwerking (v)mbo en bedrijfsleven *ontwikkelen innovatieve opleidingscentra *inspelen op vernieuwd techniekonderwijs, op zijinstroom en vervangingsvraag Totaal
5
2012/2013 Eigen inzet
2013/2014 Eigen inzet
2014/2015 Eigen inzet
75.000
75.000
75.000
25.000
25.000
25.000
25.000
2 5.000
25.000
50.000
50.000
50.000
10.000
10.000
10.000
15.000
15.000
15.000
10.000
10.000
10.000
210.000 €
210.00€
210.000 €
In de stuurgroep hebben zitting Wim Hartogs van het CSG, Peter Holsappel van het Gomarus College, Henk Tameling Zernike College/O2G2, Henk Huberts van het Alfa College, Dick van de Plas Noorderpoort, Dhr. H. Drijfhout, Stork, Dhr. J.v/d Vegt, Imtech, Dhr. H.Garst, Covely
5
6