Toetsplan 2014-2015 Docent theater M. Lammers
ArtEZ hogeschool voor de kunsten | Docent theater, Arnhem
Inhoudsopgave
Inleiding ...................................................................................................................................... 3 1.
Visie en uitgangspunten................................................................................................... 4 1.1
Visie op onderwijs ........................................................................................................ 4
Vaktraining en projecten ......................................................................................................................... 4 Propedeuse en hoofdfase ...................................................................................................................... 5 Actieve deelname ................................................................................................................................... 5 Vrije studiepunten ................................................................................................................................... 5
1.2
Visie op toetsing ........................................................................................................... 5
Validiteit, betrouwbaarheid en transparantie .......................................................................................... 6 Signalerings- en beoordelingsvergadering ............................................................................................. 6 Beoordelingsschalen en cesuur ............................................................................................................. 7 Herkansingen .......................................................................................................................................... 7 Examinatoren en beoordelaars .............................................................................................................. 7
2.
Toetsing in de opleiding ................................................................................................... 8 Tijdens het onderwijs: deelname, presentaties en tentamens ............................................................... 8 Woordrapport (Arnhem) en kwadrant (Zwolle) ...................................................................................... 8 Beoordelingsvergadering ........................................................................................................................ 9 Studieadvies ........................................................................................................................................... 9 Wel/niet EC .................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Versie 12 mei 2014
Pagina 2 van 9
ArtEZ hogeschool voor de kunsten | Docent theater, Arnhem
Inleiding Dit toetsplan is een concretisering van het ArtEZ-toetsbeleid voor de Bacheloropleiding Docent Theater voor de locaties Arnhem en Zwolle. Dit toetsplan heeft twee functies: a. het is een (in- en extern) verantwoordingsinstrument; b. het is een middel voor kwaliteitszorg met betrekking tot de toetsing in de opleiding. In het toetsplan worden de visie en uitgangspunten op toetsen en beoordelen in de opleiding besproken (hoofdstuk 2) en wordt overzicht gegeven van het toetsprogramma (hoofdstuk 3). Het toetsplan vormt een opleidingsspecifieke aanvulling op het Onderwijs- en examenreglement (OER) en het Reglement Examencommissies. Waar nodig wordt in dit toetsplan naar deze documenten verwezen. Het toetsplan zal als uitgangspunt dienen bij de evaluatie en ontwikkeling van toetsen en beoordelingsformulieren. Daarnaast zal de examencommissie dit toetsplan gebruiken bij de uitvoering van haar werkzaamheden.
Versie 12 mei 2014
Pagina 3 van 9
ArtEZ hogeschool voor de kunsten | Docent theater, Arnhem
1. Visie en uitgangspunten De Opleiding voor Docent Theater met locaties in Arnhem en Zwolle is een vierjarige opleiding tot docent theater met een eerstegraads bevoegdheid.
Kritische reflectie en ontwikkeling Reflectief Groei en vernieuwing
Het curriculum sluit aan bij het landelijk opgestelde competentieprofiel docent kunstvakken (conceptversie 3.0). Binnen dit profiel zijn vijf competenties voor de beginnend docent kunstvakken gedefinieerd (zie figuur). Deze competenties zijn uitgewerkt in tien kerncompetenties. De prestatie-indicatoren bij de tien kerncompetenties zijn waar nodig verder uitgewerkt in prestatie-indicatoren voor de beginnend theaterdocent.
1.1
Artistiek Creëren Ambachtelijk Pedagogisch en didactisch Pedagogisch Didactisch Interpersoonlijk Communicatief Samenwerken Omgevingsgericht Omgevingsgerichtheid Cultureel ondernemen
Visie op onderwijs
Elke student is uniek en moet de ruimte krijgen om zich met zijn of haar talenten – binnen kaders - te ontwikkelen tot een beginnend Docent Theater. Een afgestudeerd Docent Theater moet in meer of mindere mate aan de volgende criteria voldoen: kunstzinnigheid, veelzijdigheid, flexibiliteit. Hij moet beschikken over analytisch vermogen en moet inspirerend en stimulerend zijn. Het leerplan, waarin zowel het docentschap en het theatermaken aan bod komen, is dan ook gebaseerd op deze criteria. Vaktraining en projecten
De programmaonderdelen in het curriculum zijn onder te verdelen in vier groepen: praktijkvakken, theorie, projecten en studievoortgang & beroep. In de praktijk- en theorievakken - ook wel vaktraining genoemd - wordt de voor het beroep benodigde kennis en vaardigheden aangeleerd. De projecten zijn gerelateerd aan het werkveld. Binnen de projecten krijgen de studenten opdrachten die direct voortvloeien uit realistische beroepssituaties. Die situatie kan binnen de opleiding worden gesimuleerd of binnen het concrete werkveld plaatsvinden. De inhoud van de vaktraining is zoveel mogelijk toeleverend aan de projecten. Het curriculum is opgebouwd vanuit de visie dat hoe meer vakmatige bagage je hebt, hoe beter je toegerust bent voor de toenemende zelfstandigheid binnen projecten. In de loop van de opleiding neemt het aantal uren voor de vaktraining af en neemt het aantal uren voor projecten toe. Informatie over de afzonderlijke vakken is te vinden op de Electronische Leeromgeving. De vakken binnen studievoortgang & beroep hebben betrekking op de individuele voortgang van de student in zijn studie en het leren kennen van het beroep. Versie 12 mei 2014
Pagina 4 van 9
ArtEZ hogeschool voor de kunsten | Docent theater, Arnhem Propedeuse en hoofdfase
De propedeuse is een jaar van kennismaking met het vak, de opleiding en medestudenten en is opgedeeld in twee gelijkwaardige semesters en vier kwartalen. De propedeuse is selecterend, dat wil zeggen dat de school de mogelijkheid heeft aan individuele studenten met achterblijvende studieresultaten een studieadvies te geven. Mocht daar aanleiding voor zijn dat kan dit een Bindend Afwijzend Studieadvies worden. In dat geval moet de student de opleiding verlaten. Het tweede en derde jaar staat in het teken van de verdieping. De student diept de aspecten van het vak uit via lessen, projecten en (onderwijs)stages. In het eerste, tweede en derde jaar volgt de student ook onderwijs van het Interfacultair Programma (eerste jaar ook). De eerste twee jaar van de opleiding zijn te zien als basisjaren. In deze twee jaren volgen alle studenten dezelfde vakken en projecten. Na het tweede jaar gaat een student zich steeds meer profileren. In het derde jaar volgt de student zowel keuzeprojecten als verplichte projecten. Door middel van stages en keuzevakken gaat een student zich verder specialiseren in zijn/haar interesses en specifieke kwaliteiten. De student wordt geholpen met het uitstippelen van zijn studietraject middels studiebegeleidingslessen en (individuele) studieloopbaanbegeleiding. In het vierde jaar studeert een student af via een programma waarvan de student zelf de onderwerpen en stages bepaalt in zijn/haar afstudeerplan. Actieve deelname
Het onderwijs is gebaseerd op samenwerking van personeel en studenten en op samenwerking van studenten onderling. Studenten zijn voor hun individuele leerproces afhankelijk van elkaars inzet en aanwezigheid. Daarom is actieve deelname van de student aan de onderwijsactiviteiten noodzakelijk. Vrije studiepunten
In het programma zijn ‘vrije studiepunten’ opgenomen. De student kiest zelf voor invulling van deze studiepunten. Iedere student dient per project een projectplan in waaruit blijkt dat het project een bijdrage levert aan zijn/haar brede oriëntatie op het vak van Docent Theater en dat hij/zij door het project kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen verwerft die direct verband houden met de beroepspraktijk. Daarnaast kent de opleiding een aantal commissies, zoals opleidingscommissie, de studentenraad en commissies voor de organisatie van evenementen. Ook de deelname aan deze commissies valt onder de vrije studiepunten.
1.2
Visie op toetsing
In de onderwijskundige literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen formatieve en summatieve toetsing. Formatieve toetsing is voornamelijk gericht op de ontwikkeling van studenten. Het hoofddoel is het geven van feedback aan de student om hem in de gewenste richting te sturen of te ondersteunen. Summatieve toetsing is voornamelijk gericht op het beoordelen van het niveau van de student. Er wordt een beslissing genomen over het vervolgtraject: de student mag door, ontvangt studiepunten en uiteindelijk het getuigschrift. De ArtEZ opleiding Docent Theater ziet toetsing als een belangrijk onderdeel van de opleiding. Door bewust te toetsen wordt informatie verzameld over het leerproces. Bij de meeste programmaonderdelen wordt tijdens de beoordelingsvergadering en in samenhang met andere toetsresultaten bepaald wat de waarde is van de toetsresultaten, met het oog op de te nemen
Versie 12 mei 2014
Pagina 5 van 9
ArtEZ hogeschool voor de kunsten | Docent theater, Arnhem beslissing. Als dan sprake is van een kwalificerende beslissing, dan is er sprake van een summatief oordeel. (Sinke, 2006). Validiteit, betrouwbaarheid en transparantie
Binnen de opleiding Docent Theater zijn er twee formele beslismomenten. Aan het einde van de propedeutische fase wordt vastgesteld of de student door kan naar de hoofdfase van de opleiding of de opleiding moet verlaten. Aan het einde van de hoofdfase wordt vastgesteld of de student voldoende competent is en het getuigschrift mag ontvangen. Het totaal van de toetsen moet betrouwbare en valide informatie geven om deze beslissingen te mogen nemen. De toetsen binnen de opleiding moeten daarom valide en betrouwbaar zijn. Daarnaast moet de manier van beoordelen voor de studenten inzichtelijk zijn. Hiervoor worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. 1 2 3 4 5 6
Het totaal van de toetsen binnen de opleiding dekt de competenties waarvoor opgeleid wordt en vormen een samenhangend geheel. Toetsing vindt zo veel als mogelijk in de context van de beroepspraktijk plaats, door middel van opdrachten en binnen projecten. De toetsen sluiten aan bij het gegeven onderwijs. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de te beoordelen competenties en op het beoordelingsformulier wordt indien nodig onderscheid gemaakt tussen proces en product. De student wordt over de toetsing geïnformeerd in de werkplannen/vakhandleidingen, de OER en de jaarplanning. Eindconclusies over het wel of niet halen van het vak worden bij een groot aantal vakken genomen in de beoordelingsvergadering (zie volgende paragraaf).
Signalerings- en beoordelingsvergadering
De opleiding streeft ernaar om de competenties zoveel mogelijk in samenhang, bij verschillende vakken tegelijk en door meerdere beoordelaars te laten beoordelen. De opleiding ziet daarom een belangrijke rol voor de beoordelingsvergadering. Binnen de beoordelingsvergadering wordt de ontwikkeling van elke student op de verschillende competenties gevolgd en de prestaties van de student vergeleken met een absolute norm en met de prestaties in het verleden. De resultaten van de voorgaande periode worden verklaard; als de gezamenlijke conclusie is dat de student iets onvoldoende beheerst, wordt geprobeerd te achterhalen waarom de student het onvoldoende beheerst. Eerste, tweede en derdejaars studenten worden twee keer per jaar besproken door het docententeam. Deze beoordelingsvergaderingen vinden halverwege en aan het einde van het schooljaar plaats. Elke docent neemt zijn/haar beoordeling van de studenten mee. Gezamenlijk wordt besproken: Ontwikkeling van de student Sterke punten en punten ter verbetering, aandachtspunten Herkansing bij het niet behalen van studiepunten De student wordt over de uitkomst van de beoordelingsvergadering geïnformeerd door zijn/haar mentor. Omdat het eerste jaar selecterend is, vindt in het eerste jaar minimaal één extra vergadering plaats. Deze vergadering wordt signaleringsvergadering genoemd en vindt rond de herfstvakantie plaats. Een eventuele extra vergadering vindt plaats in de maand maart. Docenten wisselen gegevens uit over de voortgang van de studenten. Deze vergadering heeft als doel om snel een indicatie te krijgen van sterke en zwakke punten van een student, zodat in de daaropvolgende periode deze punten extra aandacht kunnen krijgen.
Versie 12 mei 2014
Pagina 6 van 9
ArtEZ hogeschool voor de kunsten | Docent theater, Arnhem Beoordelingsschalen en cesuur
De opleiding Docent Theater maakt bij een aantal formatieve beoordelingen gebruik van de beoordelingsschaal onvoldoende, matig/zwak, voldoende, ruim voldoende en goed of een cijfermatige schaal van 1 tot 10 om de student feedback te kunnen geven. Deze beoordeling maakt onderdeel uit van het woordrapport (Arnhem) en kwadrant (Zwolle). De volgende beoordelingsschalen en cesuren worden bij de summatieve beoordelingen (en dus in Osiris) gebruikt:
1. 2. 3.
Beoordelingschaal Cijfer op de schaal van 1 (zeer slecht) tot en met 10 (uitmuntend), voorzien van maximaal één decimaal. Voldaan / niet-voldaan Voldoende / Onvoldoende
Voldoende 5,5 of hoger Voldaan Voldoende
Herkansingen
Ten aanzien van de herkansingen kan onderscheid gemaakt worden tussen tentamens en de beoordeling van afzonderlijke competenties en vaardigheden. Bij vakken waarbij een tentamen wordt gebruikt heeft een student binnen het studiejaar recht op één herkansing die zoveel mogelijk gelijkwaardig is aan de eerste gelegenheid. Als een student een onvoldoende resultaat krijgt op deze herkansing moet de student in het volgende studiejaar indien nodig het vak opnieuw volgen, maar in ieder geval de toets opnieuw afleggen. Binnen de basisvakken en projecten worden specifieke competenties en/of vaardigheden gevraagd. Als tijdens de beoordelingsvergadering blijkt dat een student een of meerdere van die vaardigheden onvoldoende beheerst, wordt tijdens de beoordelingsvergadering bepaald op welke manier de student dit kan ‘herkansen’. In de vergadering kan bijvoorbeeld bepaald worden dat de student het gehele vak/project moet herkansen, of een deel van het vak of project. Het kan ook zijn dat de student in het volgende semester opnieuw op deze competentie beoordeeld wordt. Dit kan een semester zijn binnen hetzelfde studiejaar, maar ook in het volgende studiejaar. Bijvoorbeeld, als een eerstejaars student de competentie Samenwerken in het eerste jaar onvoldoende laat zien, kan hij de vakken waar samenwerken expliciet aan de orde komt niet afronden en dus zijn propedeuse niet halen. Hij kan echter wel door naar het tweede jaar. Binnen de vakken in het tweede jaar kan deze student de competentie samenwerken verder beoefenen. Als deze student dan in het tweede jaar laat zien dat hij kan samenwerken, haalt hij alsnog de vakken in het eerste jaar en dus zijn propedeuse. Als de student ook in het tweede jaar onvoldoende samenwerken laat zien volgens de in de vergadering aangewezen beoordelaars, dan haalt hij de propedeuse niet. Examinatoren en beoordelaars
Alleen personen die in het examenregister opgenomen zijn zijn bevoegd om als examinator op te treden. Bij de beoordelingsvergadering (en andere beoordelingsmomenten waarbij de student door meerdere beoordelaars beoordeeld wordt) is sprake van één eindverantwoordelijke. Doorgaans is dit de jaarcoördinator van het betreffende studiejaar of een door het hoofd van de opleiding aangewezen vervanger. Deze, in het examinatorenregister opgenomen functionaris, is eindverantwoordelijk voor het beoordelingsproces en zet aan het einde van de vergadering een handtekening op het beoordelingsformulier.
Versie 12 mei 2014
Pagina 7 van 9
ArtEZ hogeschool voor de kunsten | Docent theater, Arnhem
2. Toetsing in de opleiding De ArtEZ opleiding Docent Theater beoordeelt per periode. Hieronder zijn een aantal voorbeelden van beoordelingsmomenten in een periode gevisualiseerd, daaronder zijn de verschillende momenten beschreven. Programmaonderdeel A Deelname
Presentatie
Woordrapport/ kwadrant
Programmaonderdeel B Deelname
Programmaonderdeel C Tentamen
Deelname
Woordrapport/ kwadrant
Woordrapport/ kwadrant
Beoordelingsvergadering
Studieadvies
wel/niet EC
wel/niet EC
wel/niet EC
Tijdens het onderwijs: deelname, presentaties en tentamens
De lessen hebben een verplicht karakter. Van een student wordt verwacht dat hij van alle lessen die hij volgt minstens 80% aanwezig is en dan ook actief deelneemt aan de lessen. De aanwezigheid en actieve deelname geeft de student toegang tot de beoordeling. Als de student minder dan 80% aanwezig is of niet deelneemt aan de lessen wegens ziekte of familieomstandigheden of andere vormen van overmacht kan de student toch beoordeeld worden. Dit gaat altijd in overleg met de examencommissie1. In het studieadvies zal dan opgenomen worden op welke wijze de student de gemiste programmaonderdelen alsnog kan behalen. Woordrapport (Arnhem) en kwadrant (Zwolle)
De meeste programmaonderdelen worden afgesloten met een woordrapport of kwadrant. Een woordrapport omvat de schriftelijke feedback van de docent en een (voorlopig) cijfer/beoordeling. Ook beoordeelt de student zichzelf. In een kwadrant wordt de beoordeling opgedeeld in de onderdelen kennis, vaardigheden, attitude en inzicht. De docent spreekt zich in zijn verslag uit over de ontwikkeling van de student binnen de context van het programmaonderdeel, aan de hand van de leerdoelen/beoordelingscriteria zoals die in het werkplan/de vakhandleiding beschreven staan. Het woordrapport of kwadrant vormt de beoordeling van het betreffende vak en wordt opgeslagen in het individuele studentendossier.
1
Zie artikel 5.2 van het OER.
Versie 12 mei 2014
Pagina 8 van 9
ArtEZ hogeschool voor de kunsten | Docent theater, Arnhem Beoordelingsvergadering
Tijdens een beoordelingsvergadering wordt per student onder voorzitterschap van de jaarcoördinator de woordrapporten en/of beoordelingskwadranten besproken. De docenten proberen gezamenlijk een antwoord te geven op de volgende vraag: “ Heeft de student afdoende laten zien dat hij de gewenste competenties in combinatie met elkaar voor het moment in de opleiding heeft ontwikkeld, zodat hij verder kan in de opleiding?” De integrale ontwikkeling van de student – zoals gezien bij de verschillende programmaonderdelen - wordt afgezet tegen de in het opleidingsprofiel beschreven competenties. De conclusie leidt tot een studieadvies. De jaarcoördinator is voorzitter van de vergadering; leidt het gesprek en borgt dat alle beoordelingen in de juiste context worden geplaatst. Studieadvies
De docenten formuleren eventueel gezamenlijk een advies voor het vervolg van de studie met daarin opgenomen mogelijkheden tot herkansing, aanpassing van het programma, extra leeropdrachten. Een studieadvies dat afwijkt van het reguliere programma (zoals in de werkplannen/ vakbeschrijvingen verwoord) is altijd onder voorbehoud van goedkeuring door de examencommissie. Toekenning studiepunten
Als de vergadering unaniem is dat de student de leerdoelen en dus onderliggende competenties afdoende beheerst voor het moment in de opleiding, ontvangt de student de studiepunten behorende bij de betreffende vakken. In het geval van een herkansing van schrijfopdracht, mondeling of schriftelijk tentamen e.d.ontvangt de student voor het betreffende programmaonderdeel pas de studiepunten als de herkansing voldoende is gemaakt. De herkansing wordt meegenomen in het studieadvies voor de komende periode. Bij onvoldoende ontwikkeling op vaardigheden/competentieniveau die niet middels een schrijfopdracht, mondeling of schriftelijk tentamen ed. worden beoordeeld, zullen de studiepunten voor de programmaonderdelen waarin de vaardigheden/competentieniveau aan de orde komen pas worden toegekend als de aanvullende leeropdracht vanuit het studieadvies afdoende is afgerond. Het wel of niet voldoende uitvoeren van de studie conform het studieadvies is onderwerp van gesprek in de eerstvolgende beoordelingsvergadering en daar opnieuw beoordeeld conform bovenstaande procedure.
Versie 12 mei 2014
Pagina 9 van 9